Download het nummer - LBC-NVK

7
Waarom je een burn-out niet ziet aankomen
10 NVK-campagne ‘Minder stress, meer energie!
Hoe gaat het met jou?’
15 Waarom een cao verkiezen boven een policy
of protocol?
“Ondernemingen moeten
lerende organisaties zijn”
Interview met Frank Vandenbroucke
© Daniël Rys
NVK Netwerk is de kaderwerking van LBC-NVK | V.U.: Sandra Vercammen, Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen
Ledenblad van het Nationaal Verbond voor Kaderpersoneel | nummer 156 | Verschijnt driemaandelijks | OKT - NOV - DEC 2014
In dit nummer
04
“Ondernemingen moeten lerende
organisaties zijn”
Interview met Frank Vandenbroucke over langer werken, het belang van
werkplezier en hoe je dat samen kan combineren.
07
Waarom je een burn-out niet ziet aankomen
10
NVK-campagne ‘Minder stress, meer energie!
Hoe gaat het met jou?’
In oktober start het NVK met een campagne over stress en burn-out. We
schotelen je alvast enkele vragen voor waarmee je stil kan staan bij je eigen
situatie.
12
Het links-rechts-debat is helemaal terug,
Interview met politicoloog Dave Sinardet
We wisselen met prof. Sindardet van gedachten over de coalitiegesprekken,
het liberale discours, de rol van de vakbond, het stemgedrag van de kiezer
en het idee van een federale kieskring.
15
De gevolgen van stress en burn-out worden onderschat. Maar hoe groot is
het probleem? En waar liggen de echte oorzaken? Wat kunnen we eraan
doen? Een gesprek met Saskia De Bondt, binnen de LBC-NVK gespecialiseerd in dit thema.
Waarom een cao verkiezen boven een
policy of protocol?
Kaderleden en werkgevers leggen hun afspraken vaak vast in een policy of
een protocol. Een cao heeft echter een ruimere draagwijdte. We zetten de
verschillen op een rijtje.
Digitale nieuwsbrief
Het NVK-team maakt werk van een sterke communicatie met kaderleden. Tussen het verschijnen van twee Kadermagazines
door, ontvang je een digitale nieuwsbrief met actuele informatie. Ontvang je de digitale nieuwsbrief nog niet? Gelieve dan ons
je e-mailadres te bezorgen op [email protected]. De digitale versie vervangt niet het Kadermagazine.
Colofon
Deze uitgave verschijnt vier maal per jaar en wordt verstuurd naar alle leden
Vormgeving www.x-oc.com
Hoofdredactie Sandra Vercammen, Jan De Paepe
Eindredactie Sebastiaan Kok
Drukkerij Artoos Communicatiegroep
Verantwoordelijke Uitgever Sandra Vercammen, Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen
2 | OKT - NOV - DEC 2014
Editoriaal
NATIONAAL
Nationaal Secretaris NVK
Sandra Vercammen
Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen
tel 03 220 87 37 - fax 03 220 89 83
NVK Secretaris
Jan De Paepe
Sudermanstraat 5, 2000 Antwerpen
tel 03 220 87 19 - fax 03 220 89 83
Dagelijks Bestuur NVK
Marnix Aerssens
Dirk De Cuyper
Veerle Vanpoucke
Monique Vanwalleghem
Jelle Vercoutere
REGIONAAL
LBC-NVK Aalst-Oudenaarde
Kris De Block
Hopmarkt 45, 9300 Aalst
tel 053 73 45 24 - fax 03 220 88 01
LBC-NVK Antwerpen
Karin Schaerlaekens
Nationalestraat 111-113, 2000 Antwerpen
tel 03 222 70 15 - fax 03 220 88 02
LBC-NVK Brussel-HalleVilvoorde
Marian Willekens
Pletinckxstraat 19, 1000 Brussel
tel 02 557 86 56 - fax 03 220 88 05
LBC-NVK Brugge-oostende
Erik Somers
Kan Dr L Colensstraat 7, 8400 Oostende
tel 050 44 41 64 - fax 03 220 88 04
LBC-NVK Gent-Eeklo-Zelzate
Swat Clerinx
Poel 7, 9000 Gent
tel 09 265 43 15 - fax 03 220 88 08
LBC-NVK Hasselt
Koen De Punder
Mgr Broekxplein 6, 3500 Hasselt
tel 011 29 09 83 - fax 03 220 88 09
LBC-NVK kempen
Werner Sels
Korte Begijnenstraat 20, 2300 Turnhout
tel 014 44 61 61 - fax 03 220 88 20
LBC-NVK Kortrijk-ieperroeselare
Gino Dupont
Pres Kennedypark 16D, 8500 Kortrijk
tel 056 23 55 63 - fax 03 220 88 12
LBC-NVK Leuven
Luc De Lentacker
Martelarenlaan 8, 3010 Kessel-Lo
tel 016 21 94 33 - fax 03 220 88 13
LBC-NVK Mechelen
Magali Verhaegen
Onder den Toren 5, 2800 Mechelen
tel 015 71 85 07 - fax 03 220 88 14
LBC-NVK WAAS & dender
Patrick Wauman
H Heymanplein 7, 9100 Sint-Niklaas
tel 03 765 23 70 - fax 03 220 88 18
Een nieuw werkjaar, een
boordevolle NVK-agenda
Bij het ter perse gaan van Kader is er nog geen federale
regeringsnota. Het is echter al wel duidelijk welke richting
het uitgaat: de formateurs willen besparen om een verdienstelijke Europese leerling te zijn én om de economie aan
te zwengelen. In Vlaanderen zijn de besparingskeuzes al
wel duidelijk. Lasten en lusten rechtvaardig spreiden,
dat is de toetssteen van het ACV en de LBC-NVK. En daar
schort het één en ander. Het NVK volgt de ontwikkelingen
op de voet en zal samen met de LBC-NVK op het juiste moment reageren en alles in het werk stellen om rechtvaardige maatregelen te bekomen.
De werksituatie van kaderleden verbeteren blijft de kern
van de NVK-werking. Dat hangt samen met de besparingsmaatregelen die in aantocht zijn. Neem nu het idee van
het tijdsparen, een mogelijk toekomstige maatregel om
het evenwicht tussen werk en privé te herstellen. Bedoeling is langere loopbanen te combineren met meer leefbare
loopbanen. Daar kan niemand tegen zijn. Naast het promoten van telewerk denkt men een tijdspaarrekening in te
voeren. Tijd en loon opsparen om later in te zetten om de
loopbaan te onderbreken, of om op één of andere manier
later de vruchten ervan te plukken. Alleszins iets waar kaderleden eens kunnen over nadenken.
Want heel wat kaderleden presteren veel uren die niet geteld, noch beloond worden. Spontaan rijst de vraag of deze
extra uren mogen meetellen voor zo een spaarrekening.
Een andere kwestie is de werkdruk. Die is vandaag erg
hoog. Is tijdsparen een manier om de werkdruk te verlagen? Kunnen kaderleden zelf kiezen wanneer ze hun opgespaarde tijd opnemen en liefst vóór er sprake is van te veel
werkstress en een risico op burn-out? Is collectief overleg
tussen kaderleden en werkgevers hierover mogelijk? Als we
met zijn allen langer moeten werken, zal er toch ook eens
meer aandacht moeten gaan naar de psychosociale risico’s.
Lees er onze najaarscampagne over stress en burn-out eens
op na.
“Kader” staat opnieuw boordevol bijdragen die doen reflecteren, die argumenten aanleveren om een eigen mening te
vormen en stof tot discussie aanleveren. Aarzel niet om je
vakbondsafgevaardigde hierover aan te spreken of te reageren via [email protected]. Veel leesplezier!
Sandra Vercammen
Nationaal Seretaris NVK
KADER |
3
Ondernemingen moeten
lerende organisaties zijn
Interview met Frank Vandenbroucke
Jan De Paepe
Alhoewel Frank Vandenbroucke er zelf niet voor
koos, heeft hij het imago van een modern en
sociaal bevlogen ‘kaderlid’. Het boeit ons dat hij,
na een rijke politieke loopbaan, niet terugvalt
op een comfortabel einde als grijze excellentie.
Integendeel… met heel veel energie en enthousiasme stort hij zich vandaag op een nieuwe academische loopbaan waarin hij het grote werk
niet schuwt: onderzoek naar het Belgisch en
het Europees sociaal beleid, arbeidsparticipatie,
armoedebestrijding en recent nog met een actieve
rol in de Commissie Pensioen­hervorming 20202040. Waar haalt die man al de energie vandaan?
We vroegen het hem zelf.
Frank Vandenbroucke (Leuven, 21 oktober 1955)
groeide op in een welstellende Leuvense familie met
aandacht voor kritische reflectie over maatschappelijke thema’s, die nog werden versterkt tijdens de
opleiding in de economische wetenschappen. Hij
koos voor een sociale en linkse benadering van de
maatschappelijke vraagstukken. Na een periode van
academisch onderzoekswerk (1978-1985) koos de
jonge Frank voor de socialistische partijpolitiek en
werd partijvoorzitter, volksvertegenwoordiger, lid
van Vlaamse Raad en nam hij verschillende ministerambten op in de federale en Vlaamse regering. Na
een tijdelijke overstap naar Oxford werd hij de gangmaker achter het project ‘De actieve welvaartstaat’,
dat hij beleidsmatig vertaalde als Vlaams minister
van Werk, Onderwijs en Vorming. In 2011 brak
Frank Vandenbroucke zijn politieke loopbaan af en
koos voor een nieuwe uitdaging met academische
opdrachten aan de universiteiten van Amsterdam,
Antwerpen en Leuven.
Autonomie stimuleert werken
Kader: Heel veel hogeropgeleiden zijn sociaal
bevlogen maar aarzelen om een politiek of syndicaal mandaat op te nemen. Waar haal jij de
energie vandaan om dat engagement zo lang
vol te houden?
Frank Vandenbroucke: “Ik realiseer mij heel goed
dat ik heel veel geluk had om in een ruimdenkend
gezin geboren te worden en een goede gezondheid
te combineren met het vermogen om snel te le-
4 | OKT - NOV - DEC 2014
zen en te memoriseren. De leraren van het college
in Leuven bijvoorbeeld hadden de reflex om ons,
kinderen uit de burgerij, op straat te sturen en de
sociale realiteit van het Leuven van de jaren 70 te
leren kennen. Voor mij was het altijd duidelijk dat
geluk hebben iets is wat je krijgt en niet wat je
door inspanningen verdient. Politiek filosoof John
Rawls, vroeg zich al in zijn boek ‘A Theory of Justice’
(1971) af in welke mate we onze kennis, macht en
rijkdom aan onszelf te danken hebben dan wel aan
ongelijke uitgangsposities. Is de verdeling in sociaal
sterkeren en zwakkeren wel ‘rechtvaardig’ te noemen en zitten de verschillen tussen beiden niet op
voorhand ingebakken? Het antwoord op deze vraag
heeft consequenties voor de manier waarop we de
maatschappij willen organiseren. Het besef dat ik
aan de sterkste kant sta en daar beland ben door een
aantal toevalligheden waar ik niets voor heb moeten
doen, motiveert mij om een sociale inspanning te
leveren. Vandaar mijn wezenlijke rusteloosheid, de
uitdaging en de wil om een ‘ondernemend’ leven te
leiden. Voor mij is sociaal engagement een vorm van
ondernemen.
Ik heb altijd gedaan wat ik graag wilde doen. Misschien is het je ook opgevallen dat in het debat om
langer te werken, het vooral de politici en de academici zijn die er niet om geven om langer te werken.
Waarschijnlijk heeft dit te maken met de aard van
het werk. Wij voelen dit niet aan als ‘werk’. Gaan
werken is voor de meeste mensen werken aan een
project van iemand anders: je baas en het bedrijf
waarvoor je werkt. Die controleren of je je werk wel
goed doet. Politici en academici hebben niet het
gevoel gecontroleerd te worden. Integendeel … hun
werkomgeving is stimulerender, ze nemen initiatief
en zijn ondernemend. Voor mij maakt dit aspect
een essentieel verschil uit tussen een goede en een
slechte werkomgeving. Een lerende werkomgeving
voor iedereen is een cruciale factor om te komen tot
de actieve welvaartstaat.“
Kader: En wat betekent dit voor kaderleden?
Frank Vandenbroucke: “Kaderleden hebben een
bevoorrechte positie omdat ze vaak over veel autonomie beschikken en zich omwille van hun functie
in een omgeving bevinden die lerend is. Ze kunnen
vaker dan andere werknemers zelfsturend optreden
en ondervinden minder controle. In tegenstelling
tot werknemers die uitvoerend werk doen, zal hun
© Daniël Rys
5
KADER |
inspanning minder zwaar wegen en zullen ze stress als minder belastend ervaren. Zo voelt een reorganisatie of een herstructurering vaak minder bedreigend aan voor kaderleden.
Ook carrièrewendingen zijn heel normaal. Maar dat geldt niet
voor iedereen. Ook kaderleden kunnen geconfronteerd worden met ontslag, ziekte, plotse zorg voor de ouders of kleine
kinderen.”
titiesysteem (waarbij pensioenen betaald worden met de
sociale bijdragen van de werknemers van dat moment) is
veel te simplistisch. Je moet maar teruggaan in de sociale
geschiedenis om te weten dat in het verleden beide systemen met succes werden toegepast. Het komt er alleen op
aan om excessen uit te sluiten en de balans te behouden
tussen beide financieringstechnieken. Ook hier moet het
rechtvaardigheidsprincipe toegepast worden. Volgens mij
Pensioenhervormingen
kunnen in het kapitalisatiesysteem ook voldoende sociale
Kader: Lopen werknemers vandaag meer risico dan garanties ingebouwd worden. Beide samen zullen zorgen
vroeger als we het hebben over loon en pensioenen?
voor een robuust pensioenstelsel dat over een ruime gedraFrank Vandenbroucke: “Er zijn oude en nieuwe risico’s. De genheid beschikt.
oude risico’s zijn zeer fundamenteel. Het is alsof de bliksem Het goed evenwicht zal maar bereikt worden met goed sociaal
je treft, bijvoorbeeld een zware ziekte, een economische de- overleg. Dit bevelen we trouwens aan in het rapport, waarin
pressie en ontslag. Bij de nieuwe risico’s gaat het om ogen- we voorstellen om een tripartite ‘Pensioencomité’ op te richschijnlijk kleinere problemen. Maar de impact is daarom niet ten, bestaande uit vertegenwoordigers van regering, werkgeminder: gehuwd zijn en plots alleen vallen, een gehandicapt vers en vakorganisaties. Gezien de tweede pijler deel uitmaakt
kind, ouderenzorg, geconfronteerd worden met nieuwe tech- van onze benadering kan je stellen dat ook dit een wezenlijk
nologieën, nieuwe loopbaanopportuniteiten … Het leidt tot deel zal uitmaken van dit overleg.
een andere sociale stratificatie met nieuwe ongelijkheden. Bij
die nieuwe risico’s treedt het mattheuseffect1 gemakkelijker Kaderleden in het sociaal overleg
op: sociale voordelen komen meestal ten goede aan de betere Kader: Kaderleden zijn intersectoraal vaak zwakker
verdieners en te weinig aan zij die het moeilijk hebben, bij- vertegenwoordigd in de overlegorganen. Zullen ze ook
voorbeeld met het opleidingsaanbod, de kinderopvang, de op ondernemingsniveau hun inbreng kunnen doen?
dienstencheques … Prof. Deleeck bedacht het begrip ‘mat- Frank Vandenbroucke: “Ja. Als we spreken van sociaal overleg
theuseffect’, maar zag daar geen graten in, omdat hij vond dat dan bedoelen we het drietraps sociaal overleg dat bestaat uit
sociale voordelen relevant moeten zijn voor de middengroep.” een nationaal, een sectoraal luik en een ondernemingsluik.
Vergeet niet dat er ook veel verschillen bestaan tussen sterke
Kader: De loopbaan wordt langer. Veel kaderleden be- en zwakke sectoren. Traditioneel spelen in België de sectorale
horen tot de betere verdieners en dragen, door de toe- fondsen een belangrijke rol. Ze hebben die rol trouwens ook
gepaste plafonds, meer bij aan het pensioen dan dat kunnen invullen op basis van de WAP.”
ze zelf zullen uitgekeerd krijgen. Hierdoor verlaagt
de vervangingsratio2 van hun pensioen. Ze hechten Kader: Waarom hebben bedrijfsleiders en hun HRdaarom veel belang aan een aanvullend pensioen. Zijn managers het nog moeilijk met sociaal overleg voor
er belangrijke wijzigingen te verwachten in de voor- kaderpersoneel?
stellen van de Commissie Pensioenhervorming 2020- Frank Vandenbroucke: “Je kan uiteraard niet dwingend optre2040?
den om te overleggen. Formele weegschalen werken niet. Een
Frank Vandenbroucke: “Het toegepast pensioensysteem moet aantal bedrijfsleiders moeten we inderdaad nog overtuigen,
billijk zijn en de hele samenleving ten goede komen. Er moet maar velen zijn ervan bewust dat een democratisch platform
dus een zekere balans bestaan tussen het minimumpensioen in de onderneming cruciaal is om de leiding en het onderneen de vervangingsratio voor midden en hoge inkomens. Dit is mingsproject te legitimeren. Zij weten dat vakbonden hier
een aandachtspunt in het rapport van de pensioencommissie. nodig zijn. Het valt mij trouwens op dat in landen waar jaNaar mijn mening zal je niet om die plafonds heen kunnen, renlang een dictatuur heerste, eerst en vooral de vakbonden
maar moeten ze mee evolueren met de welvaart. Het voorge- opstaan. Kijk maar naar Solidarnosc in Polen.
stelde puntensysteem probeert hieraan een gevolg te geven. Maar vakbonden zullen zich ook moeten inleven in de leefMaar er is meer. Met het rapport van de pensioencommissie wereld van de ondernemer en aanvaarden dat bepaalde zaken
proberen we een vervolg te maken aan de wetgeving op aan- eerder geïndividualiseerd worden aangepakt. Een belangrijk
vullende pensioenen (WAP). We willen dat meer werknemers voorbeeld hiervan is het vormings- en competentiebeleid dat
een aanvullend pensioen krijgen en de excessen uitschakelen hooguit een collectief kader nodig heeft, maar dat bij uitstek
door de fiscale achterpoortjes te sluiten die sommige directie- een individuele invulling nodig heeft. Men kan deze inspanleden gebruiken. We streven naar meer transparantie en min- ning niet op een weegschaal leggen.“
der mattheuseffect, door de lage belasting op kapitaalsuitkeringen te herstellen. De 80%-regel uit de WAP was hiervoor Het rapport van de Commissie Pensioenhervorming 2020onvoldoende omdat die te gemakkelijk te omzeilen was.
2040 ligt nu op tafel. De regering kan met deze aanbevelingen de pensioenen hervormen. Als vakbond hopen we dat het
Kader: Is er een spanning tussen de sociale repartitie nieuwe pensioenstelsel aandacht blijft hebben voor rechten het asociale kapitalisatiesysteem?
vaardigheid en solidariteit.
Frank Vandenbroucke: “De opdeling in een ‘private’ kapitalisatie (waarbij werknemers vooraf sparen voor het eigen 1) Het verschijnsel dat rijken ergens meer van profiteren dan armen
pensioen in de toekomst) en een ‘gemeenschappelijk’ repar- 2) Het verschil tussen het laatste loon en het uitgekeerd pensioen
6 | OKT - NOV - DEC 2014
Waarom je een burn-out
niet ziet aankomen
De
De gevolgen
gevolgen van
van stress
stress en
en burn-out
burn-out worden
worden zwaar
zwaar onderschat
onderschat
Sebastiaan Kok
Stress en burn-out worden wel eens de moderne
beroepsziektes genoemd. Steeds meer werknemers krijgen ermee te maken. Dat geldt nog meer
voor kaderleden. Maar wat is burn-out? Liggen de
oorzaken bij het werk of is het een louter individueel probleem van een individuele werknemer?
En hoe kan je het herkennen? We praten erover
met Saskia De Bondt. Ze is medewerkster van
het Centrum voor Loopbaanontwikkeling van de
LBC-NVK en begeleidt er leden met een burn-out.
KADER |
7
Kader: Zijn er echt zoveel mensen met een
burn-out?
Saskia: “Ik durf zelfs te spreken van een epidemie!
Kijk maar eens rond in je eigen omgeving. Bijna
iedereen kent wel iemand die een burn-out heeft of
heeft gehad. Cijfers zeggen iets over de omvang van
stress en burn-out. Sommige onderzoekers spreken
van 1 op 10 werknemers die een burn-out riskeren
en zelfs 1 op 3 die last heeft van problematische
werkstress. Maar dat zegt zo weinig over wat stress
en burn-out met je doet. Een burn-out is geen verkoudheid waar je na een week vanaf bent. Maanden,
zelfs jaren draag je de gevolgen van burn-out. Als je
al volledig herstelt.”
Kader: Mensen met een burn-out, zijn die overspannen en depressief?
Saskia: “Burn-out, depressiviteit en overspanning
zijn drie verschillende fenomenen. Mensen met een
burn-out zijn voor maanden out. Bij overspanning
zit je er ook door, maar na enkele weken rust kan je
er weer tegenaan. Dat is niet het geval bij burn-out.
Burn-out is ook geen depressie, maar wordt daar wel
vaak mee verward. Depressie is een stemmingsstoornis: het niet kunnen zien van de zin der dingen. Burnout heeft vaak dezelfde kenmerken als depressie,
maar begint juist heel anders. Het zijn net mensen die
gedreven zijn en begaan zijn met het werk en de collega’s in hun omgeving, die gevoelig zijn voor burn-out.
Burn-out is een energiestoornis. Je bent ontzettend
moe en kan niets meer aan.”
te rusten en terug op krachten te komen.
Dat gaat zo door tot je crasht: in het midden van een
vergadering krijg je een huilbui, op de tram krijg je
een paniekaanval, op weg naar huis krijg je plotseling een black-out of een bronchitis blijft maanden
aanslepen, het is voor iedereen anders. Daarna ben
je maanden erg moe, is de eetlust verdwenen, ben je
zeer prikkelbaar, zie je niets meer zitten, hartritmestoornissen, paniekaanvallen, concentratiestoornissen, tunnelzicht, vergeetachtigheid, huilbuien, woedeaanvallen, compulsief internetten of tv-kijken …
ook de symptomen zijn voor iedereen anders. Maar
het gemeenschappelijke kenmerk is: al je energie
lijkt verdwenen en het voelt aan alsof het nooit meer
terugkomt.”
Kader: Als je het zo schetst, lijkt het wel een
individueel probleem.
Saskia: “Dat is een grote misvatting. De grote toename van stressklachten op het werk en van burnouts duidt erop dat het om een collectief probleem
gaat. Het is wel zo dat bepaalde personen vatbaarder
zijn voor stress en burn-out. Maar dat maakt hen
nog niet verantwoordelijk voor of schuldig aan burnout. Wie vatbaarder is voor griep is ook niet schuldig
aan de ziekte.
Er zijn 3 groepen factoren die bepalen wie wel en wie
niet een burn-out krijgt.
Op het vlak van werk is er een te hoge werkdruk, te
weinig waardering, competitie op het werk, scherpe
targets, weinig bewegingsvrijheid, druk van de leiding, conflicten … Het verhoogt de stress en dus de
Kader: Het is opvallend hoeveel mensen hun kans op een burn-out.
burn-out niet hebben zien aankomen. Hoe Daarnaast is er veel maatschappelijke druk: de zorg
komt dat toch?
voor kinderen en andere familieleden die steeds
Saskia: “Burn-out is heel slepend, traag en vicieus. meer op individuen en gezinnen terechtkomt, een
Het duurt vaak jaren voor je helemaal opgebrand druk sociaal leven moeten hebben om er bij te horen,
bent. Daarom kan het ook maanden tot jaren duren er goed moeten uitzien, liefst veel sporten want dan
om er weer vanaf te raken.”
ben je in, mee willen zijn met de actualiteit en de
recente tv-programma’s, kunnen meepraten over
Kader: De overtuiging groeit dat het werk er mooie reizen en dies meer.
voor iets tussen zit. Wat leer jij hierover uit de Ten slotte is er de persoon in kwestie. Mensen met
contacten met kaderleden?
een burn-out blijken zeer gedreven medewerkers te
“Het heeft alles te maken met het werk en hoe werk zijn, met erg veel zin voor initiatief en verantwooraan het evolueren is. De druk op werknemers neemt delijkheid. Ze leggen de lat voor zichzelf hoog en voealmaar toe. Vaak gaat het om werknemers die het len zich gemakkelijk verantwoordelijk of schuldig. De
heel goed menen met het werk en niet op een uur- opvoeding speelt een grote rol net als de norm die
tje extra kijken. Je wil goede resultaten, je voelt je ons door de maatschappij en via de politiek wordt
verantwoordelijk, het is not done om neen te zeg- opgelegd: niet klagen, maar altijd je best doen, zelf
gen en je doet maar verder … Op den duur krijg je verantwoordelijkheid nemen, zelfredzaam zijn, niet
het werk niet meer rond, of je merkt dat je niet de te veel afhangen van de maatschappij …”
dingen kan doen die je belangrijk vindt. Of plots vertelt je leidinggevende dat het project waar je zoveel Kader: Hebben deze mensen dan een te stresonbetaalde weekends in hebt geïnvesteerd naar het serend beroep gekozen?
buitenland verkast wordt … Je steekt desondanks Saskia: “Dat klinkt alsof het de schuld of verantnog een tandje bij, je motivatie begint af te takelen, woordelijkheid is van de individuele werknemer. Dat
je ligt wakker, de moeheid slaat toe, je krijgt last van beeld klopt niet. Vergeet niet dat deze mensen juist
je rug, je werkt minder efficiënt en je voelt je moreel omwille van hun gedrevenheid en inzet geselecteerd
verplicht om je ‘schade’ in te halen. Het wordt een worden! Het zijn positieve eigenschappen waar ook
vicieuze cirkel van nog harder werken in plaats van de werkgever profijt aan heeft. Bovendien zie je ook
8 | OKT - NOV - DEC 2014
ik nu of ik niet zelf, zonder het te beseffen, aan
het opbranden ben?
Saskia: “Daar bestaan wetenschappelijk onderbouwde tests voor. De tests bestaan uit vragenlijsten die afgenomen worden in een professionele context. Er zal vooral gelet worden op symptomen. Die
kunnen zich op vier terreinen situeren: lichamelijke
klachten (slapeloosheid, rugklachten, hartkloppingen …), emotionele klachten (prikkelbaarheid, huilen, angst, opgefokt gevoel …), gedragsveranderingen (meer werk naar huis nemen, andere eet- en
drinkgewoonten, zich afzonderen …) en geestelijke
klachten (concentratiestoornissen, piekeren, overtuigd zijn dat men moét presteren …).
Als je op deze domeinen een aanhoudende achteruitgang ziet vergeleken met een jaar geleden, dan is dat
een signaal van een mogelijke burn-out. Hoe sneller
je ingrijpt, hoe gemakkelijker je terug in evenwicht
komt en hoe groter de kans dat je een burn-out vermijdt.
Dat wil niet zeggen je geen gedreven medewerker
meer mag zijn. Gaan voor een job kan energie geven,
zolang je niet te ver gaat. Vergelijk het maar met
eten: iedereen moet eten om gezond te blijven, maar
als je te veel eet wordt je daar juist ongezond van.
Kader: We begonnen ons gesprek ermee: men- Wees gerust gedreven, maar ga niet over de grens
sen zien een burn-out niet aankomen. Hoe weet van wat gezond is.”
een sterke algemene toename van stress en burn-out,
wat op een collectief probleem duidt.
De toename van werkstress en burn-out heeft te
maken met de stijgende werkdruk, de focus op cijfers
in plaats van mensen, werknemers die met elkaar in
competitie moeten gaan om hun job te behouden en
veel andere facetten van het werk. Werkgevers hebben vaak weinig oog voor het welzijn van de werknemers. Daarom is het van belang dat vakbondsmilitanten zicht krijgen op de werkstress, dit aankaarten en
via sociaal overleg zoeken naar oplossingen.
Het wettelijk kader daarvoor is aanwezig. De werkgever is verplicht om psychosociale risico’s op het werk
te beheersen. In de praktijk blijft dit vaak beperkt
tot workshops waar werknemers individueel leren
werkstress en burn-out te voorkomen. Bij werkgevers en leidinggevenden is het inzicht in wat burnout is en wat het veroorzaakt nog bijzonder klein.
En vooral: het thema blijkt een groot taboe voor
zowel werkgevers als werknemers. Mensen met een
burn-out worden gezien als zwakkelingen die gefaald
hebben en daar zelf verantwoordelijk voor zijn. Dat
beeld moeten we rechttrekken. Stress en burn-out
bespreekbaar maken is dus een eerste stap.”
KADER |
9
NVK-campagne
‘Minder stress, meer energie!
Hoe gaat het met jou?’
Sandra Vercammen
Ondertussen kan jij al even stilstaan bij jouw situatie:
ben je bewust van de stress waaraan je wordt blootgesteld? Praat je er met mensen over die iets aan je
situatie kunnen verbeteren? Ben je op weg naar een
burn-out die je niet ziet aankomen?
En … hoe gaat het met jou?
Met wie praat jij over werkstress?
• Heb je een idee hoeveel stress je hebt? Eerlijk?
• Zou je beter werken zonder al die stress?
• Maar met wie praat je daarover? Of komt dat er
gewoon niet van?
•
We mogen het probleem van stress en burn-out niet
verborgen houden. Erover praten is een eerste stap
om te werken aan een oplossing.
Campagne
Hoe krijg je stress en burn-out uit de taboesfeer? Hoe
maak je stress en burn-out bespreekbaar, ook onder
kaderleden? Hoe zorg je er voor dat kaderleden durven praten over hun stressklachten? Hoe maak je
kaderleden weerbaar? Hoe kan je leidinggevenden
sensibiliseren? Hoe overtuig je werkgevers van het
belang van meer preventie?
Met de campagne ‘Minder stress, meer energie! Hoe
gaat het met jou?’ wil het NVK het taboe doorbreken,
bij alle werknemers, ook kaderleden en leidinggevenden. Het NVK spoort iedereen aan om na te
denken over oorzaken en gevolgen. Tijdens de campagne leggen LBC-NVK-militanten hun oor te luister
bij kaderleden en andere werknemers in de bedrijven
waar zij actief zijn. Wie heeft er last van werkstress?
Wat zijn de concrete oorzaken binnen het bedrijf? Is
er voldoende begrip en aandacht voor het probleem? …
➜ Sta eens stil bij hoe jij je voelt op het werk. Praat er
over. Jouw signalen en reacties zijn belangrijk!
➜ De afgevaardigden van de LBC-NVK gaan met jouw
reacties aan de slag. Steun hen in hun werk om werkgevers te overtuigen van een preventieplan om
stress en burn-out te voorkomen.
Riskeer jij een burn-out?
Stress hebben we allemaal wel eens. Maar wanneer
wordt die ongezond? Wanneer schuilt een burn-out
om de hoek? Gelden de volgende uitspraken voor jou
nu meer dan pakweg een jaar geleden?
•
•
•
•
Ben je op het einde van de week helemaal uitgeput?
Slaap je slecht of voel je je moe als je opstaat?
Presteer je minder goed? Krijg je minder gedaan?
Raak je snel geïrriteerd en val je uit tegen collega’s
of huisgenoten?
• Pieker je vaak over het werk?
• …
➜ Overloop de vragen van de stressbarometer op www.
nvk.be
Kan het jou overkomen?
De gesprekken zijn maar een eerste stap. Later wil • Heb je een idee hoeveel werknemers last hebben
het NVK het probleem van werkstress en burn-out
van werkstress?
op de agenda plaatsen van de ondernemingsraad • En hoeveel werknemers lopen het risico op een
(OR) en het comité voor preventie en bescherming
burn-out?
op het werk (CPBW) en mee werken aan risicoanaly- • Hoe zit het bij kaderleden en bij leidinggevenses en een preventieplan.
den?
10 | OKT - NOV - DEC 2014
Meer info?
Ga naar de campagnepagina op www.nvk.be.
Vergeet de stresstest niet in te vullen.
➜ Neem een kijkje op de campagnepagina van www.
nvk.be over het effect van werk op stress en lees er
de eisen van het NVK.
➜ Praat met je vakbondsafgevaardigde over stress op het
werk. Denk mee na over oplossingen. Zo kan hij/zij de de
werkgever aansporen een preventieplan uit te werken.
Als leidinggevende maak je het verschil!
Je probeert met je team de opgelegde bedrijfsdoelstellingen te halen, maar ook te zorgen voor goede
werkomstandigheden voor je teamleden. De steun
van leidinggevenden is cruciaal voor het welzijn van
medewerkers. Jammer genoeg krijgen veel leidinggevenden daar niet de ruimte voor.
➜ LBC-NVK ijvert voor vorming rond stress- en burnoutpreventie.
Laat je stressproblemen niet aanslepen
Heb je een stressprobleem of steven je af op een burnout? De oorzaken van stress en burn-out liggen voorDenk jij ook wel eens: “Mij zal het niet overko- namelijk in de werksituatie. Toch verdient jouw promen”? De cijfers tonen nochtans aan dat bijna 1 op bleem veel persoonlijke zorg en opvolging.
3 bedienden te kampen krijgt met problematische
➜ Raadpleeg in eerste instantie je huisarts.
werkstress en 1 op 10 een burn-out riskeert!
➜ Stap naar de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociaal welzijn op het werk. Je vakbonds➜ Met deze cijfers toon je aan dat jouw stressprobleem
afgevaardigde helpt je wegwijs.
geen alleenstaand geval is.
➜ Lees ook op www.werk.belgie.be de recente wijzigingen.
Neem je werksituatie eens onder de loep!
• Wat zijn bij jou de oorzaken van werkstress?
• Speelt de werkdruk? Altijd bereikbaar? Weinig Ook loopbaanbegeleiding kan je helpen. Je voelt je
goed als je op je werk je sterktes kan gebruiken en
steun van je baas? Competitie onder collega’s?…
daarvoor gewaardeerd wordt. Met loopbaanbegelei• Hoe kan het beter?
ding leer je de jobs kennen, die jou het beste liggen.
Onderzoek wijst uit dat werkdruk de grootste risicofactor is, maar ook andere werkfactoren spelen ➜ Voor informatie over loopbaanontwikkeling bij LBCNVK, kijk op www.loopbaanontwikkeling.be
mee.
KADER |
11
Het links-rechts-debat
is helemaal terug
Interview met politicoloog Dave Sinardet
Sebastiaan Kok
12 | OKT - NOV - DEC 2014
In de huidige coalitiegesprekken en regerings­
verklaringen wordt gefocust op een beleid dat
vooral ondernemingen stimulansen wil geven,
vaak ten koste van gezinnen en werknemers. Kader
sprak met Dave Sinardet, professor politieke
wetenschappen aan de VUB, over de recente
politieke ontwikkelingen, het overheersende
liberale discours, het stemgedrag van de kiezers
en de politieke rol van de vakbonden. Bij het ter
perse gaan, waren de liberalen, CD&V en N-VA
nog in volle federale onderhandelingen.
werknemersrechten, ontstond de perceptie van vakbonden als conservatieve organisaties die krampachtig vasthouden aan de belangen van hun achterban
en die te weinig oog hebben voor de algemene belangen van de maatschappij. Vakbonden hebben het
potentieel om het overheersende discours te veranderen, maar hebben moeite met het vinden van een
effectieve aanpak en passen hun analyses te weinig
aan een veranderde maatschappij aan.
Links – centrum - rechts
Kader: De nieuwe Vlaamse en federale regering krijgen soms de stempel ‘centrum-rechts’,
anderen spreken onomwonden van ‘rechtse’
De hegemonie van het liberale discours
regeringen. Hoe rechts zijn de nieuwe regerinKader: Momenteel overheerst het liberale dis- gen?
cours. Hebben vakbonden en linkse partijen Sinardet: “De N-VA, Open VLD en MR zijn rechtse
een gebrek aan alternatief?
partijen, de één al wat meer dan de andere. CD&V
Sinardet: “De Italiaanse politiek theoreticus Antonio heeft een linker- en rechtervleugel. De CD&V posiGramsci sprak in de jaren ’30 al van culturele hege- tioneert zich binnen een coalitie niet graag links of
monie. Het gaat om zienswijzen, normen en waarden rechts van de andere partners. Daarom waren ze
die op een bepaald moment dominant zijn en meestal ook niet zo’n voorstander van de huidige formule.
een reflectie zijn van de belangen van dominante In plaats van Open VLD hadden ze liever de cdH in
actoren in een maatschappij. Omdat ze dominant de regering gehad. Nu zijn ze noodgedwongen de
zijn, voelen ze niet meer aan als ideologisch maar als minst rechtse partij. Herman Van Rompuy zei daar‘normaal’, als ‘common sense’ of ‘gezond verstand’, over ooit: “in een rechtse regering zijn we allemaal
iets dat je niet meer in vraag stelt. Geprojecteerd op ACW’ers”.
de huidige maatschappij zou je kunnen stellen dat
het liberale denken in Europa overheerst, waardoor Kader: De rechtse coalitie is toch opvallend snel
het liberale discours de norm is geworden. De media beklonken. Komt dat door het snelle regeringsen de publieke opinie nemen het discours zonder al akkoord in het zuiden van het land?
te veel kritische overwegingen over.
Sinardet: “De volgorde is omgekeerd: De PS heeft
Dat neemt niet weg dat ook tegendiscoursen nog wel het op een akkoordje gegooid met de cdH voor de
aanwezig zijn, zoals een links of syndicaal discours regionale regeringen, juist omdat snel duidelijk werd
dat de CD&V had beslist overal met de N-VA in zee
maar die zitten toch in de verdrukking.
te gaan. De PS zette federaal in op de voorzetting
Kader: Hoe komt het dat het liberale discours van de vorige coalitie. De CD&V voelde daar weinig
de laatste jaren overheerst, zonder dat liberale voor. De grootste partij in de oppositie houden, zou
partijen al die tijd aan het bewind waren?
kunnen uitmonden in een nog groter succes van de
Sinardet: “Daarvoor moeten we teruggaan naar de N-VA bij de volgende verkiezingen. Opvallend is ook
jaren ’90. Na de val van de Berlijnse muur leek het dat het ACW bijna meteen haar steun gaf voor die
alsof er maar één sociaaleconomisch model overeind piste. De CD&V koos veiligheidshalve maar voor de
bleef: het kapitalisme. Het tijdperk van ‘the end of N-VA. Dat moet hard aangekomen zijn bij de PS, dat
history’ leek aangebroken, zoals de vaak geciteerde in Wallonië ook bijna 30% haalde.
Francis Fukuyama dat beschreef. Binnen Europa Dat er nu maar één Franstalige partij in de regering
kreeg de liberale analyse de aura van ‘objectieve zit, die minder dan een derde van de Franstalige
werkelijkheid’: ze werd niet meer in vraag gesteld, zetels heeft in het parlement, is natuurlijk wel comook niet door sociaaldemocratische partijen. Dat pleet onuitgegeven. Pas op, ik vind dat dat moet kunvertaalde zich de voorbije jaren onder meer in een nen, want als je telkens een meerderheid in beide
doorgedreven besparingslogica opgelegd door de taalgroepen wil, bemoeilijk je het voeren van een
Europese Commissie. Pas nu wordt daar enigszins ideologisch coherent beleid op federaal vlak. Maar
van afgestapt, nu blijkt dat besparingen geen tover- laat ons eerlijk zijn: als er met zo’n minderheid aan
formule zijn voor het aantrekken van de economie. Vlaamse kant een regering zou worden gevormd,
Ook de schrik voor het rechts-populisme speelt mee. zouden Vlaamse media waarschijnlijk oproepen tot
Het heeft een aantal rechtse thema’s op de agenda een gewapende revolutie. Er was de voorbije jaren al
gezet.
zoveel heisa omdat er twee Vlaamse zetels ontbraken
voor een Vlaamse meerderheid onder Di Rupo.”
Vakbonden en andere organisaties zijn er niet in
geslaagd tegengewicht te bieden aan het liberale dis- Kader: Hoe groot zijn de verschillen nog tussen
cours. Door acties te voeren voor het behoud van links en rechts?
KADER |
13
zijn. Toch is het draagvlak voor de federale kieskring
de voorbije jaren gegroeid bij zowel opiniemakers als
politici. De groenen en liberalen zijn voorstander van
zo’n kieskring, aan beide kanten van de taalgrens.
Ook de PS is sinds de recentste verkiezingen voor.
Sp.a, CD&V en cdH zijn ertegen, hoewel er ook daar
voorstanders te vinden zijn. Maar, zoals steeds bij
dit soort kieshervormingen, zullen partijen de verandering pas steunen als ze denken er zelf voordeel
uit te halen.
Het beeld dat beide landsdelen verder uit elkaar
groeien klopt trouwens niet helemaal. De crisis
van de afgelopen jaren heeft voor meer spanningen
gezorgd, maar tegelijk ook voor meer interesse voor
wat er aan de andere kant van de taalgrens gebeurt.
Sinds de afgelopen verkiezingen is het links-rechts- Dat merk je in de nieuwsberichten en debatten. Er
debat helemaal terug en zijn communautaire discus- worden vaker politici, opiniemakers en deskundigen
sies naar de achtergrond verdwenen. Dat er nu ook aan het woord gelaten uit het andere landsdeel. Ik
een rechtse regering komt, is een kans voor de vak- ben daar zelf een voorbeeld van, want ik neem ook
bonden om meer de gunst van de publieke opinie te vaak deel aan debatten en uitzendingen in Franstalig
winnen, want niet alle besparingsmaatregelen zullen België.”
populair zijn. Maar dan moeten vakbonden zich ook
Vreemd stemgedrag?
deels opnieuw uitvinden.
Kader: Vóór de verkiezingen werd er gepeild
naar thema’s die kiezers belangrijk vinden.
Kader: Moeten vakbonden aan politiek doen?
Sinardet: “Politiek gaat natuurlijk verder dan partijpo- Een grote meerderheid vreest dat de sociale
litiek. Vakbonden doen al behoorlijk veel aan politiek: zekerheid onbetaalbaar wordt, dat er overze verdedigen belangen, een visie op de maatschap- dreven wordt met GAS-boetes, dat het niet kan
pij en geven soms zelfs al dan niet expliciet stem- dat grote fiscale fraudeurs hun proces kunnen
advies of advies over de wenselijkheid van bepaalde afkopen. Maar dat heeft zich niet vertaald naar
coalities, zoals Ferre Wyckmans van de LBC-NVK, overeenkomstig kiesgedrag. Hoe komt dat?
die tegen een coalitie met N-VA pleitte. Natuurlijk Sinardet: “Schrik hebben dat de sociale zekerheid
moet je goed inschatten wat het effect is. Stemadvies onbetaalbaar wordt, zegt niets over welke oplossing
voor dit probleem iemands voorkeur geniet en dus
kan bijvoorbeeld contraproductief werken.
ook niet over welke partij iemand het best geplaatst
vindt om de sociale zekerheid terug betaalbaar te
Federale kieskring
Kader: Je hebt al vaker gepleit voor een fede- maken. Je kan het onderzoek naar de thema’s dus
rale kieskring.
niet zomaar vergelijken met de verkiezingsuitslag.
Sinardet: “Op dit moment is er een democratisch Sommige mensen die vrezen dat sociale zekerheid
deficit. Partijen kunnen wel heel het land besturen, onbetaalbaar wordt, hebben misschien wel oor naar
maar moeten daarvoor maar aan één landsdeel ver- de stelling dat de profiteurs eruit moeten.
antwoording afleggen bij verkiezingen. Kiezers kun- Dat neemt niet weg dat er een grote discrepantie kan
nen zich daarentegen niet uitspreken over alle par- bestaan tussen de programmapunten van de partij
tijen die hen besturen. Federale bestuurders houden waarvoor een kiezer stemt en de oplossingen die
daardoor geen rekening met heel het land en pinnen deze kiezer wenst. Zo bleek uit een kiezersonderzich zelfs minder hard vast aan hun eigen standpun- zoek uit 2010 dat bij de N-VA-kiezers maar 16,84%
ten, als beleidsmaatregelen vooral op het andere voorstander waren van een splitsing van België en
landsdeel effect hebben. Zo keurde Reynders de dat 9,59% van diezelfde N-VA-kiezers vond dat de
zogenaamde ‘pestbelasting’ op bedrijfswagens mee Belgische unitaire staat moest hersteld worden. Het
goed, niet meteen een liberaal programmapunt. Veel zou ook moeten lukken dat er een partij is, waarvan
bezwaren had hij niet, omdat de maatregel toch voor- alle programmapunten precies overeenstemmen met
namelijk Vlamingen trof. De Sp.a maakte dan weer de wensen van een bepaalde kiezer. Het is een foute
geen probleem van de degressiviteit van de werk- gedachte dat mensen zuiver rationeel stemmen. Uit
loosheidsuitkeringen, een maatregel waar vooral onderzoek blijkt bovendien dat maar zeer weinig
Wallonië last van heeft met zijn hoge werkloosheids- mensen de partijstandpunten kennen.
graad.”
Partijen peilen zelf naar de populariteit van hun programmapunten en pakken met de populairste proKader: Is dit geen vicieuze cirkel die commu- grammapunten uit. Zo was voor de N-VA duidelijk
nautaire tegenstellingen creëert?
dat ze beter scoren door sociaaleconomische probleSinardet: “Inderdaad. Zo worden sommige proble- men aan te kaarten dan communautaire, nochtans
men communautair terwijl ze eigenlijk links-rechts haar core-business.
Sindardet: “Zeker sinds de paarse coalities zijn de
verschillen tussen de liberalen en de socialisten in de
praktijk wat vervaagd. Het concept van de ‘derde weg’
vond toen ook in België ingang, nadat dit al eerder in
Groot-Britannië door Labour was omarmd.
Maar in het huidige politieke debat in België vind
je toch belangrijke verschillen. Zo willen vrijwel
alle partijen de loonlasten verlagen maar de manier
waarop ze dat willen aanpakken, verschilt wel fundamenteel. Zo wil de N-VA bijvoorbeeld besparen op
de overheid en in de sociale zekerheid, en pleit Groen
voor een vermogensbelasting. Ook over de pensioenen, flexibiliteit op het werk, de index en andere thema’s verschillen de meningen.
14 | OKT - NOV - DEC 2014
© Daniël Rys
Waarom een cao verkiezen
boven een policy of protocol?
June Geuens
Werkgevers staan soms afkerig tegenover het gebruik
van cao’s. Ze verkiezen dan informele rechtsbronnen
om gemaakte afspraken te formaliseren, zoals richtlijnen, gedragscodes, reglementen, bedrijfsakkoorden of -overeenkomsten, protocollen, enzovoort.
Wat is een cao?
Een cao is een overeenkomst gesloten tussen één of
meerdere representatieve werknemersorganisaties
en één of meer werkgevers of representatieve werkgeversorganisaties. Cao’s kunnen op verschillende
niveaus gesloten worden: op nationaal, sectoraal
Deze informele rechtsbronnen kunnen in grote lij- of ondernemingsniveau. We gaan hier dieper in op
nen in twee groepen worden ingedeeld:
ondernemingscao’s.
• De werkgever kan eenzijdig codes of regels opleggen zonder inspraak van de werknemers. Zo legt de Het is meestal de vakbondsafvaardiging die de cao
werkgever reeds bestaande afspraken en gebruiken onderhandelt, maar zonder de handtekening van de
in het bedrijf schriftelijk vast of schrijft hij nieuwe vakbondssecretaris is de cao niet rechtsgeldig. Een
gedragscodes. We noemen deze informele rechts- cao is een wettelijk geregelde en dus formele rechtsbronnen hier “policy’s”.
bron met een duidelijke plaats in de hiërarchie van de
• Er zijn ook informele rechtsbronnen met afspra- rechtsbronnen, opgenomen in art. 51 van de cao-wet,
ken die tot stand zijn gekomen na onderhandelin- en met welomschreven rechtsgevolgen. De informele
gen tussen de werkgever en de werknemersverte- rechtsbronnen zijn niet wettelijk geregeld en komen
genwoordigers. Het is hierbij niet van essentieel niet voor in de hiërarchie van de rechtsbronnen. Ze
belang of deze overeenkomsten ook effectief door hebben dus geen autonome rechtsgelding, waardoor
de werknemersvertegenwoordigers worden onder- er beroep gedaan moet worden op andere rechtstekend. We noemen deze informele rechtsbronnen gronden. Hierdoor is het niet duidelijk wat juist de
hier “protocollen”.
juridische gevolgen zijn, waarbij de resultaten van de
vaak moeizame onderhandelingen in één beweging
Informele rechtsbronnen lijken handig: de totstand- van tafel geveegd kunnen worden.
koming is veel eenvoudiger dan bij cao’s en het gaat
om een schriftelijke overeenkomst waarin de werkge- Wat zijn de voordelen van een cao?
ver zijn woord geeft. Waarom nog moeilijk doen over Een eerste belangrijke voordeel is dat een cao tot
details en procedures? Toch kleven er aan policy’s stand komt door onderhandelingen tussen de
en protocollen ernstige nadelen en zijn er situaties werkgever enerzijds en de werknemersvertegenwaarbij de afspraken vervat in deze rechtsbronnen, woordi­gers en de vakbondssecretaris anderzijds.
niet afgedwongen kunnen worden.
Vakbondsafgevaardigden genieten van ontslag­-
KADER |
15
Een tweede belangrijk element is dat de ondernemingscao gesloten met slechts één vakbond automatisch alle werknemers van de betrokken werkgever bindt. Dit wil zeggen dat elke individuele
werknemer zich op de cao kan beroepen om de individuele subjectieve rechten die daarin worden toegekend, af te dwingen. Een individueel subjectief recht
is een concreet recht dat aan een individu wordt
toegekend. Het gaat bijvoorbeeld over arbeidsduur,
loonindexering of premies. De cao heeft een duidelijk omschreven plaats in de hiërarchie der rechtsbronnen, en staat boven de individuele arbeidsovereenkomst en het arbeidsreglement.
men een ander soort overeenkomst sluit, gelden de
opgenomen afspraken niet voor derden. Als een werknemer die overeenkomst niet mee ondertekent of aanvaardt, is hij er niet aan gebonden. De vakbondssecretaris kan dus geen policy’s of protocollen afsluiten
die gelden voor alle personeelsleden, maar wel cao’s.
Werkgevers proberen soms hun personeel ervan te
overtuigen dat policy’s en protocollen ook gelden
voor de werknemers die deze overeenkomsten niet
hebben aanvaard. Een eenzijdig door de werkgever
opgestelde rechtsbron of policy kan vanzelfsprekend
nooit verplichtingen voor de werknemers inhouden.
Het werkgeversgezag beperkt zich tot het geven van
bevelen en instructies in het kader van de uitvoering
van de arbeidsovereenkomst.
Soms kan een gebruik ontstaan uit hetgeen in informele rechtsbronnen is opgenomen. Dit is de laagste
Een andere belangrijke eigenschap van in een cao rechtsbron in de hiërarchie, waaruit beide partijen
opgenomen individuele subjectieve rechten, is dat dan wel rechten kunnen putten. Er is pas sprake
deze automatisch deel gaan uitmaken van de indi- van een gebruik bij een algemene, vaste en bestenviduele arbeidsovereenkomst. Dit wil zeggen dat, dige door de werkgever gewilde praktijk, dat dus niet
zelfs indien de cao ophoudt te bestaan, de rechten “overnight” gebeurt.
blijven voortbestaan in de individuele arbeidsovereenkomst, zolang ze niet door een hogere rechts- Wat de verbintenissen langs werkgeverszijde betreft,
norm of met een overeenkomst wordt opgeheven. kan men zich beroepen op de rechtsfiguur van de
eenzijdige verbintenis. Dit betekent dat, als de werkOok bij overdracht van de onderneming moeten gever te kennen geeft zich ergens toe te verbinden
de ondernemingscao’s onverkort door de nieuwe ten opzichte van zijn werknemers, hij verplicht is
werkgever worden toegepast zolang deze geldig zijn. deze verbintenis na te leven. Een belofte of voorneBovendien houdt elke cao van rechtswege verplich- men volstaat niet, het moet een duidelijke definitieve
tingen in voor de contracterende partijen die bijdra- wilsuiting zijn.
gen tot een duurzaam resultaat van de onderhandelingen:
Een belangrijk nadeel is de plaats van deze verbinte• Informatie- en beïnvloedingsverplichting: Dit nissen in de hiërarchie van de rechtsbronnen. Zij
houdt in dat beide partijen zich ertoe verbinden hun worden namelijk niet eens vermeld in deze hiërarchie.
achterban in te lichten over het bestaan, de inhoud Ze hebben daardoor minder rechtskracht dan een cao
en de draagwijdte van het gesloten akkoord en aan- of een individuele overeenkomst en zelfs gebruiken.
moedigen om de cao te aanvaarden en na te leven. Dit wil zeggen dat, ongeacht wat er in het protocol of
• Vredesplicht: Dit is het verbod voor de contracte- de policy is opgenomen, er steeds bij cao of bij indirende partijen om tijdens de geldigheidsduur van viduele overeenkomst van kan worden afgeweken.
de cao acties te ondernemen die indruisen tegen de Met andere woorden, onzekerheid en onduidelijkinhoud ervan.
heid troef!
nadelen van informele rechtsbronnen
Informele rechtsbronnen zijn niet wettelijk geregeld.
Er bestaat steevast rechtsonzekerheid over de juridische draagwijdte en dus de gevolgen van dergelijk
formules, omdat de draagwijdte afhankelijk is van
de rechtsfiguur waarop deze geënt worden.
Voor cao’s is de derdenwerking duidelijk. De individuele subjectieve rechten voortvloeiend uit de cao,
afgesloten door werkgevers en werknemersvertegenwoordigers, gelden voor alle werknemers. Wanneer
LBC-NVK
Sudermanstraat 5
2000 Antwerpen
België - Belgique
PB - PP
Antwerpen X
16 | OKT - NOV - DEC 2014
Tijdschrift
toegelaten gesloten
verpakking
Antwerpen X
bescherming. Dat compenseert de sterkere onderhandelingspositie van de werkgever, waardoor de
vakbondsafgevaardigden de belangen van de werknemers beter kunnen verdedigen.
Het grootste nadeel is echter dat de bepalingen die
subjectieve rechten inhouden voor de individuele
werknemers niet automatisch deel gaan uitmaken van de individuele arbeidsovereenkomst. Dat
is wel het geval bij cao’s, zoals we eerder beschreven.
Bovendien kan de werkgever ook eenzijdig wijzigingen aanbrengen in de informele rechtsbron, evenwel mits in acht name van een redelijke “opzegtermijn”. Dit is niet het geval bij een cao. De werkgever
kan de cao opzeggen, maar dan blijven de rechten
zoals gezegd voortbestaan in de individuele arbeidsovereenkomst. Deze hogere rechtsbronnen vereisen
inspraak van de werknemers.
Redenen genoeg om te kiezen voor een cao in plaats
van policy’s en protocollen!