Bijlage 8 Technische Omschrijving van de ondergrondse ontsluiting en bergingen van de CPO-blokken Datum: 1-3-2014 Pagina 1 van 4 Algemene uitgangspunten: − De parkeergarage en de parkeerplaatsen behorende bij de CPO worden afgewerkt volgens de omschrijving van de parkeergarage. Grondwerk, terreinverharding en terreinafwerking bovengronds achter de achtergevels (de privé- tuinen) − Deze werkzaamheden worden door de CPO’s uitgevoerd. − De gemeenschappelijke binnentuin wordt door Van Wijnen aangelegd. Betonwerk − Heiwerk: betonpalen. − Funderingsbalken: beton. − Vloeren: o Begane grondvloeren van de CPO-blokken zijn van beton, ruw afgewerkt. o De vloeren in de parkeergarage op -/-1 en -/-2 zijn van beton, glad afgewerkt. o De kelderdekvloeren (achter de achtgevel, zijnde de privé-tuinen) zijn van beton, ruw afgewerkt. − Kolommen: schoonwerk beton. − Buitenwanden: schoonwerk beton. − Plafonds: schoonwerk beton. − De plafonds van de parkeergarage grenzend aan verblijfsruimten worden voorzien van houtwolcement isolatieplaten met een Rc van 3.50 m2K/W, structuur super fine, zichtbaar bevestigd, kleur naturel. − Voor het kunnen realiseren van een gesloten thermische schil worden de betonwanden in de lift- en trappenhuishallen op -/- 1 en -/-2 voorzien van een isolatie met een Rc van 3.50m2W/K met een afwerking van cementvezelplaten, onafgewerkt. Metselwerk op -1 en -2 − De wanden van de bergingen en de bergingsgangen zijn van kalkzandsteen vellingkantblokken. Afmetingen en dikte volgens tekening van de hoofdconstructeur. − Voor het kunnen realiseren van een gesloten thermische schil worden de metselwerkwanden rond de lift- en trappenhuishallen op -/- 1 en -/-2 voorzien van een isolatie met een Rc van 3.50m2W/K met een afwerking van cementvezelplaten, onafgewerkt. Prefab beton − De trappen in de trappenhuishallen naar parkeergarage worden uitgevoerd in schoon werk, prefab beton zonder verdere afwerking. Staalconstructie − Staalconstructies daar waar nodig volgens opgaaf van de constructeur, thermisch verzinkt. Kozijnen, ramen en deuren − De gevelkozijnen, binnen kozijnen en draaibare deuren worden uitgevoerd als houten kozijnen, in kleur geschilderd, waar nodig brandwerend. Hang- en sluitwerk − Het hang- en sluitwerk van de kozijnen voldoet aan het politiekeurmerk. − De deuren vanuit de lift- en trappenhuishallen naar de parkeergarage zijn voorzien van cilinderloopsloten met krukkenstellen aan de binnenzijde en deurgrepen aan de buitenzijde. Daar waar nodig worden deze voorzien van elektrische sluitplaten aangesloten op de brandmeldinstallatie. − De deuren naar de bergingsgangen en bergingen worden voorzien van cilinderloopsloten. Aan de binnenzijde voorzien van krukkenstellen en aan de toegangszijde van deurgrepen. − De cilinders per CPO-blok zijn gelijk sluitend. − De vluchtdeuren vanuit de parkeergarage naar de lift- en trappenhuishallen worden voorzien van elektrische ontgrendelplaten, aangesloten op de brandmeldinstallatie en paniekknoppen. De elektrische ontgrendelplaten en paniekknoppen behoren bij de parkeergarage. Pagina 2 van 4 Dakbedekking − De privé binnentuinen behorende bij de CPO-blokken worden door Van Wijnen voorzien van een gebrande bitumineuze (nood) dakbedekking. Als de CPO’s hun appartementen daarop bouwen is mede door het plaatsen van stijgers, mogelijk dat deze plaatselijk beschadigd wordt. De CPO dient na uitvoering van hun appartementen op de bitumineuze (nood) dakbedekking van Van Wijnen een eigen waterdichte laag met drainageplaten en filterdoek aan te brengen. De CPO is verantwoordelijk voor waterdichte aansluitingen naar de onderliggende parkeergarage. Traphekken en balustraden − Aangezien deze een relatie hebben met het trappenhuis bovengronds (technisch en esthetisch) worden deze door de CPO’s aangeschaft en aangebracht. Natuur- en kunststeen − De deuren in de lift- en trappenhuishallen welke toegang geven tot de parkeergarage en de deuren naar de bergingsgangen worden voorzien van hardstenen onderdorpels, kleur antraciet. Stukadoorswerk − Niet van toepassing. Tegelwerk − Niet van toepassing. Vloerafwerking − Niet van toepassing. Plafonds − Geen plafond afwerkingen met uitzondering van wat omschreven is bij betonwerk. Beglazing − De beglazingen in de kozijnen van de lift- en trappenhuishallen op -/- 1 en op -/-2 bestaan uit isolerend gelaagd glas. Daar waar nodig brandwerend. − De beglazingen in de toegangsdeuren naar de bergingsgangen bestaan uit gelaagd glas. Daar waar nodig isolerend en brandwerend. Schilderwerk − Al het in het zicht blijvend houtwerk wordt dekkend geschilderd. Riolering − Elk CPO-blok wordt voorzien van standaard waterdicht afgedopte doorvoerpunten voor de vuil- en hemelwaterafvoer. − De achtertuin van elk CPO-blok wordt aangesloten op het collectieve hemelwaterafvoersysteem van de binnentuin. Drainageplaten, filtervlies, afvoerputten en/of straat kolken in de privé gedeelten van de achtertuinen worden door de CPO’s uitgevoerd. − De aanvraag- en aansluitkosten voor aansluiting op het gemeentelijk rioleringsstelsel zijn voor de CPO-groepen. Waterleiding − Elk CPO-blok wordt voorzien van een standaard waterdicht afgedopte invoersparing. − De aanvraag- en aansluitkosten voor aansluiting op het waterleidingnet zijn voor de CPOgroepen. Pagina 3 van 4 Mechanische ventilatie − De bergingblokken worden per CPO-blok voorzien van een mechanisch ventilatiesysteem, uitblazend in de parkeergarage. Toevoer van verse lucht dient vanuit de bovenbouw te geschieden vanuit ieder individueel CPO-blok, kortom de individuele CPO-blokken dienen zelf aan te sluiten op de ondergrondse ventilatiesystemen. Elektrische installatie − Elk CPO-blok wordt voorzien van een standaard waterdicht afgedopte invoersparing. − De aanvraag- en aansluitkosten voor aansluiting op het elektra-netwerk zijn voor de CPOgroepen. − De elektrische installatie wordt uitgevoerd conform NEN 1010. − Elk CPO-blok wordt in zijn bergingscomplex voorzien van een schakelkast waarop, van het betreffende complex de elektrische installaties van de bergingen, de bergingsgangen en de lift- en trappenhuishallen op -/-1 en -/- 2 worden aangesloten. De schakelkasten moeten door de CPO-groepen worden aangesloten op haar eigen algemene voorzieningen. − In de bergingsgangen en de lift- en trappenhuishallen worden voor algemeen gebruik enkele wancontactdozen aangebracht. − Ten behoeve van de verlichting worden in de bergingsgangen, de lift- en trappenhuishallen en in de bergingen aansluitvoorzieningen aangebracht. − Elk CPO-blok wordt in één van de bergingsgangen voorzien van een aansluiting voor het mechanische ventilatiesysteem. Verlichting − De verlichtingsinstallatie wordt uitgevoerd volgens NEN 1010 en voor zover van toepassing het politiekeurmerk. − Het verlichtingsniveau in de bergingsgangen is minimaal conform het politiekeurmerk. − De verlichting in de bergingsgangen brandt conform het politiekeurmerk continu. − Elke berging wordt voorzien van een beweging gestuurd armatuur. Liftschachten − Liftschachten en liftputten worden kaal opgeleverd, afmetingen volgens tekening van de hoofdconstructeur, minimaal conform bouwbesluit. Telecommunicatie − Voor de invoer van de KPN- en CAI-leidingen wordt elk CPO-blok voorzien van standaard waterdicht afgedopte invoer sparingen. − De aanvraag- en de aansluitkosten voor aansluiting op de leidingnetwerken van de KPN en de Cai zijn voor de CPO-groepen. Gasinstallatie − Elk CPO-blok wordt voorzien van een standaard waterdicht afgedopte invoersparing. De aanvraag- en aansluitkosten voor aansluiting op het gasnetwerk zijn voor de CPOgroepen. Pagina 4 van 4
© Copyright 2024 ExpyDoc