Bijlage 21 Woningbehoefte-onderzoek Companen

DATUM
18 april 2014
PROJECTNUMMER
1174.106
OPDRACHTGEVER
Gemeente Dinkelland
Woningbehoefte Ootmarsum
1 Inleiding
De gemeente Dinkelland is bezig met de vaststelling van het bestemmingsplan Commanderie
Ootmarsum. In de plantoelichting is uitgebreid ingegaan op de actuele (regionale) behoefte
aan woningbouw waarin het bestemmingsplan Commanderie voorziet. Daarbij is onder meer
ook ingegaan op de Woonvisie 2011+, en de daarin verwoordde additionele (behoefte)cijfers
en prestatieafspraken voor de periode 2010 t/m 2019. Tegen dit bestemmingsplan is een
beroepschrift ingediend. Onderdeel van dat beroepschrift is een door Bureau Stedelijke
Planning (BSP) opgesteld onderzoek waarin wordt ingegaan op de woonbehoefte. Dit betreft
het eindrapport “Second Opinion De Commanderie Ootmarsum”(dd 25 maart 2014).
Naar aanleiding daarvan heeft de gemeente besloten om de tot nu toe beschikbare
informatie over de woningbehoefte voor de kern Ootmarsum, die in verschillende
documenten is opgenomen, samen te voegen. Daarbij is verzocht om in aanvulling op de
plantoelichting, in te gaan op de actuele regionale behoefte in de periode 2014 - 2024 en
daarbij de meest recente ontwikkelingen te betrekken. Tevens wordt ingegaan op de inhoud
van het rapport dat door BSP is uitgebracht.
Boulevard Heuvelink 104
6828 KT Arnhem
Postbus 1174
6801 BD Arnhem
[email protected]
www.companen.nl
(026) 351 25 32
@Companen
BTW NL001826517B01
IBAN NL95RABO0146973909
KVK 09035291
2 Kwantitatieve woningbehoefte Ootmarsum
2.1 De Woonvisie 2011+
In de Woonvisie 2011+ is met concrete gegevens onderbouwd welke bijdrage de gemeente
Dinkelland wil en kan leveren bij het voorzien in de actuele lokale en regionale
woningbehoefte. Die woningbehoefte is opgebouwd uit een aantal componenten die
transparant in de Woonvisie zijn beschreven, waarmee die behoefte voor een ieder
controleerbaar is. Voor de vaststelling van de Woonvisie 2011+ is deze visie voorgelegd aan
de regiogemeenten en de provincie. Die partijen hebben met de Woonvisie ingestemd en op
grond daarvan zijn de woningbouwplannen vastgelegd in prestatieafspraken tussen de
gemeente Dinkelland en de provincie Overijssel. Het bouwprogramma van de gemeente
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
1
Dinkelland voorziet in de woningbehoefte die regionaal is afgestemd en geaccordeerd.
2.2 Nieuwe huishoudensprognose
De provincie Overijssel baseert de ontwikkeling van de kwantitatieve woningbehoefte op de
Primosprognose en die prognose wordt frequent geactualiseerd. De meest actuele prognose dateert
dan 2013 en dat is ook de prognose die het Bureau Stedelijke Planning gebruikt heeft voor het
eindrapport “Second Opinion De Commanderie Ootmarsum”(dd 25 maart 2014). De gemeente volgt de
Primosprognose2013.
Primos2013 komt voor de gemeente Dinkelland uit op een wat hogere woningbehoefte. Dit is met name
toe te schrijven aan de buitenlandse migratie. Jarenlang heeft de gemeente Dinkelland te maken gehad
met een vertreksaldo naar Duitsland (waar in de Woonvisie 2011+ rekening mee is gehouden), maar die
tendens is omgeslagen. Sinds 2010 is sprake van een vestigingssaldo en dit betreft retourmigratie van
Nederlanders. Die retourmigratie heeft een structureel karakter en resulteert erin dat de komende jaren
rekening moet worden gehouden met een wat hogere kwantitatieve woningbehoefte.
Primos2013
Bevolkingsomvang
Woningbehoefte
2014
26.000
9.890
2020
25.600
10.320
2025
25.200
10.570
Additionele
woningbehoefte
2014-2019: 430
woningen
2020-2024: 250
woningen
De Primosprognose-2103 komt voor de periode 2014-2024 (11 jaar) uit op een gemiddelde
woningbehoefte van 62 woningen per jaar die additioneel moeten worden toegevoegd om adequaat te
kunnen inspelen op de huishoudensgroei. Dit betreft dus de benodigde uitbreiding van de
woningvoorraad.
In de Woonvisie 2011+ is daarnaast gewezen op de volgende twee componenten die ook van invloed
zijn op de woningbehoefte:
 Zorg-inwonenden: een specifiek Dinkellands fenomeen.
In Dinkelland is het tot op heden een sterk gebruik dat veel huishoudens van ouders en kinderen
samenleven in één woning; dit geldt met name voor het landelijk gebied. Deze vorm van
noaberschap is waardevol, maar staat door maatschappelijke trends als individualisering onder
druk. Ook de teruggang van het aantal agrarische bedrijven speelt een rol bij het verminderen van
het aantal inwoonsituaties. Dit resulteert in een extra woningvraag en daarom is de Woonvisie
2011+ rekening gehouden met het realiseren van 100 woningen extra in een periode van tien jaar.
Dit is niet als een doel op zich geformuleerd, maar als een ontwikkeling die mogelijk is en die de
gemeente wil faciliteren.
Rond 2010 was er in Dinkelland sprake van ongeveer 550 inwoningssituaties. Inmiddels heeft de
gemeente hiernaar onderzoek gedaan op grond van de Gemeentelijke BasisAdministratie. Daaruit is
gebleken dat het aantal inwoonsituaties per jaar met 5-10 afneemt. Naar verwachting zet deze
trend zich in de komende jaren door. Omdat hiermee in de Primosprognose geen rekening wordt
gehouden, moet de toekomstige vermindering van het aantal inwoningssituaties opgeteld worden
bij de woningbehoefte. Dit is extra woningvraag, die geraamd wordt op gemiddeld 5-10-per jaar.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
2

Sloop van woningen.
Gemiddeld zijn in de periode 2003 tot 2013 per jaar 22 woningen gesloopt. Voor de komende jaren
wordt rekening gehouden met de sloop van gemiddeld 20 woningen per jaar en deze woningen
moeten worden gecompenseerd door nieuwbouw.
Het uitgangspunt voor de gemeente blijft, dat zij wil bouwen voor de lokale woningbehoefte. Voor de
komende jaren komt dat neer op het volgende bouwprogramma.
Additionele woningbehoefte cq uitbreiding
van de woningvoorraad
2014-2019 (zes jaar)
430 woningen
2020-2024 (vijf jaar)
250 woningen
120 woningen
Pm
100 woningen
Pm
550 woningen
350 woningen
Sloop
Vermindering van inwoningssituaties (geen
doel op zich)
Totaal nieuwbouwprogramma
2.3 De woningbehoefte per kern
In de Woonvisie 2011+ heeft de gemeente een rekenmodel uitgewerkt om de spreiding van de
woningbouw over de kernen te bepalen. Dat model wordt ook nu toegepast, maar dan op de
geactualiseerde woningbehoeftecijfers.
Een belangrijk onderliggend uitgangspunt van de gemeente is, dat er in alle kernen woningen worden
gebouwd om te kunnen voorzien in de lokale woonbehoefte. Daarom is in eerste aanleg de
gemeentelijke omvang van de lokale behoefte verdeeld over de verschillende kernen op basis van het
inwonertal.
Vervolgens is hierop een correctie doorgevoerd, omdat de gemeente een deel van de woningbouw wil
concentreren in de verzorgingskern Weerselo.
Tenslotte is hierop een correctie doorgevoerd, omdat het in de praktijk niet mogelijk is om in alle kernen
in alle woonwensen te voorzien. Met name geldt dit voor de huisvesting van ouderen en
zorgbehoevenden. Voor de drie verzorgingskernen Denekamp, Ootmarsum en Weerselo geldt een
specifieke huisvestingstaak voor deze doelgroepen. De behoefte aan woonvormen met zorg wordt
zoveel mogelijk geconcentreerd in deze drie kernen. De volgende indeling in verzorgingsgebied wordt
daarbij gehanteerd:
Verzorgingskern
Woonkern/buurtschappen
Denekamp
Tilligte, Lattrop en Noord-Deurningen
Ootmarsum
Oud-Ootmarsum, Agelo en Nutter
Weerselo
Saasveld, Rossum en Deurningen
De berekende behoefte aan nieuwbouw van verzorgde woonvormen per kleine kern is op twee
manieren ingevuld: voor de helft in de kern zelf in de vorm van een woning die voldoet aan het
Woonkeurlabel (of gelijkwaardig hieraan); de zorg is op afroep via de Thuiszorg beschikbaar. De andere
helft van de behoefte aan nieuwbouw van verzorgde woonvormen per kleine kern wordt gerealiseerd in
of nabij een zorgpunt in een van de drie verzorgingskernen. Dat betekent dat de helft van de berekende
nieuwbouw van verzorgd wonen van een woonkern wordt gerealiseerd in de bijhorende
verzorgingskern.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
3
Deze uitgangspunten zijn verwerkt bij het bepalen van de spreiding van de nieuwbouw over de
verschillende kernen. In tabel 1 wordt de woningbehoefte per kern weergegeven, exclusief de
component sloop en in tabel 2 gebeurt dat inclusief sloop.
Inwonertal (%)
Omvang lokale
woningbehoefte
(exclusief sloop
8.785
5.440
2.960
8.870
34%
21%
11%
34%
231
143
75
231
- 14
-9
+ 40
- 17
+ 11
0
+ 26
-37
228
134
141
177
26.055
100%
680
0
0
680
Denekamp
Ootmarsum
Weerselo
Overige kernen
Gemeente Dinkelland
Omvang lokale
woningbehoefte
(inclusief sloop
34%
21%
11%
34%
306
189
99
306
- 14
-9
+ 40
- 17
+ 11
0
+ 26
- 37
303
180
165
252
Gemeente Dinkelland
26.055
100%
900
0
0
900
Correctie in verband met
verzorgingskern
Weerselo
Inwonertal (%)
8.785
5.440
2.960
8.870
Kernclusters
Denekamp
Ootmarsum
Weerselo
Overige kernen
Correctie, gelet op de
locatievoorkeur van
inwoners en oriëntatie
van WWZ-voorzieningen
op de drie
verzorgingskernen
Gemeente Dinkelland. Woningbehoefte verzorgingskernen en overige kernen (inclusief sloop), periode 2014-2024
Inwonertal (abs)
Tabel 2:
(11 jaar)
Correctie in verband met
verzorgingskern
Weerselo
Kernclusters
Correctie, gelet op de
locatievoorkeur van
inwoners en oriëntatie
van WWZ-voorzieningen
op de drie
verzorgingskernen
Inwonertal (abs)
Tabel 1:
Gemeente Dinkelland. Woningbehoefte voor verzorgingskernen en overige kernen (exclusief sloop), periode 20142024 (11 jaar)
Dit betekent dat de lokale woningbehoefte voor Ootmarsum neerkomt op 134-180 woningen voor de
periode 2014-2024. Hierbij is nog geen rekening gehouden met extra plancapaciteit in verband met
uitval van plannen. In de praktijk houden gemeenten en provincies hiervoor een marge aan van
ongeveer 30%. Dit zou betekenen dat er voor Ootmarsum rekening moet worden gehouden met een
plancapaciteit van (134 tot 180 x 130% =) 174 tot 234 woningen.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
4
2.4 Beschikbare plancapaciteit
Almelosestraat 1-3
I
I
Denekamperstraat
I
V
Oldenzaalsestraat
I
V
Oldenzaalsestraat
U
V
6
Oldenzaalsevoetpad 34
I
V
1
Oostwal
I
V
Kloosterstraat/Oostwal
I
I
Oldenzaalsevoetpad e.o.
I
V
Oldenzaalsevoetpad e.o.
I
V
Knooperf Kamphuis
U
I
Brookhuis
U
V
Kuiperberg
U
V
Totaal
vastgestelde
plannen, absoluut
5
12
12
12
1
1
6
6
1
1
3
3
3
10
8
16
24
24
2
2
2
3
45
Totaal
1)
2)
Totaal, absoluut
Koop > €400.000
cq kavels meer
dan 1.000 m2
Koop €225.000 –
€400.000 cq
kavels 400-800 m2
Hardheid plan 1)
Ootmarsum
plancapaciteit
Situatie 2 april 2014
Koop tot €225.000
Gemeente Dinkelland. Beschikbare plancapaciteit in Ootmarsum
I=inbreiding en
U=uitbreiding
Tabel 3:
40
3
85
2
85
2
2
154
136
V= vastgesteld plan, I = In voorbereiding zijnd plan.
Inclusief verzorgd en kleinschalig beschermd wonen. Multifunctionele woningen zijn woningen die geschikt zijn voor
meerdere doelgroepen.
Bron: gemeente Dinkelland.
Een recente actualisering leert dat er in Ootmarsum een plancapaciteit is voor 154 woningen. Daarvan
maken 18 woningen deel uit van plannen die nog in voorbereiding zijn. De capaciteit in vastgestelde
plannen, inclusief de Commanderie, bedraagt 136 woningen.
In de voorgaande paragraaf is aangegeven, dat de lokale woningbehoefte voor Ootmarsum neerkomt op
134-180 woningen voor de periode 2014-2024. Rekening houdend met uitval van plannen, zou de
benodigde plancapaciteit 174-234 woningen bedragen. Kortom: de beschikbare plancapaciteit, inclusief
het plan Commanderie, is niet toereikend om in de behoefte te voorzien. Op termijn is aanvullende
capaciteit in Ootmarsum nodig.
3 Kwalitatieve woningbehoefte Ootmarsum
Aan wat voor soort woningen bestaat behoefte in Ootmarsum? Om dat in beeld te krijgen zijn diverse
gegevens verzameld.
3.1 Het te koop staande aanbod
In de ‘Second opinion de Commanderie Ootmarsum’ zijn gegevens uit Funda in beeld gebracht.
Geconcludeerd wordt dat er verhoudingsgewijs vrij veel aanbod zou zijn in het segment van meer dan
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
5
€400.000 en dat zou erop duiden dat die woningen minder gewild zijn en langer te koop staan. Echter,
de situatie ligt anders.
Uit het aantal te koop staande woningen op Funda (peildatum 14 april 2014) blijkt het volgende:
 In Dinkelland staan 257 woningen te koop en dat betekent dat 2,6% van de koopsector te koop
staat. Dit is een uitzonderlijk laag percentage als men bedenkt dat landelijk bijna 6,5% van de
koopvoorraad te koop staat. Het aandeel te koop staande woningen in Dinkelland is dus veel lager
dan gemiddeld en dit is juist een indicatie dat er nog druk is op de woningmarkt. Overigens, de te
koop staande woningen worden merendeels wel bewoond, omdat veel doorstromers in deze tijd
eerst hun huidige woning willen verkopen voordat zij een nieuwe woning willen kopen. Er staan dus
weinig koopwoningen leeg!
 In Ootmarsum staan 73 woningen te koop en dit komt overeen met 3,3 % van de voorraad
koopwoningen. Ook voor Ootmarsum geldt dus dat het aantal te koop staande woningen slechts de
helft is van hetgeen landelijk te koop staat.
 In de ‘Second opinion de Commanderie Ootmarsum’ wordt geconstateerd dat de woningprijzen in
Dinkelland ten opzichte van 2008 zijn gestegen, maar hieraan wordt niet de conclusie verbonden
dat er in Dinkelland dus sprake is van een gezonde woningmarkt.
Weliswaar zijn de prijzen tussen 2011 en medio 2013 afgenomen met ongeveer 5%, maar ten
opzichte van 2008 zijn de prijzen in Dinkelland zelfs nog gestegen met 5%. Landelijk was sinds 2008
sprake van een afname van de woningprijzen met nominaal ruim 20% en reëel zelfs met ruim 30%.
Dinkelland wijkt dus in positieve zin af van het landelijk beeld en kan dan ook gekenmerkt worden
als een gezonde woningmarkt waarin de vraag het aanbod overstijgt.
 Er is dus nog druk op de woningmarkt in Dinkelland en ook in Ootmarsum. Die druk is er ook in het
duurdere segment. In Dinkelland staan 56 woningen te koop van meer dan €400.000 en in
Ootmarsum staan 12 dure woningen te koop. Dit komt neer op respectievelijk 3,4% en 3,3% van de
voorraad dure koopwoningen. Geconcludeerd kan worden dat ook in het dure segment, in de
gemeente Dinkelland en specifiek in Ootmarsum, in vergelijking tot Nederland, naar verhouding
weinig dure woningen te koop staan.
 In de ‘Second opinion de Commanderie Ootmarsum’ wordt geconstateerd dat er 80 woningen met
2
een perceeloppervlak tussen de 400 en 800 m te koop staan. Het aanbod en daarmee de
keuzevrijheid voor potentiele huizenkopers wordt daarmee als groot beoordeeld. Ook wordt
2
geconstateerd dat er 25 woningen te koop staan met percelen van 1.000 tot 2.500 m .
Echter de situatie wordt niet gespecificeerd naar de kern Ootmarsum en dan blijkt dat daar 28
2
woningen te koop staan met een perceel van 400 tot 800 m en maar 3 bestaande koopwoningen
2
met een perceel van 1.000 tot 2.500 m . Het aanbod van grote percelen in Ootmarsum is dus
beperkt.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
6
3.2 De wachtlijst voor bouwkavels
Tabel 4: Gemeente Dinkelland. Aantal inschrijvingen voor een bouwkavel per kern, maart 2014
Gemeente
Totaal
Waarvan
starters
Denekamp
122
7
7
24
4
3
10
137
95
65
79
45
3
26
30
17
30
21
Tilligte
Lattrop
Noord-Deurningen
Ootmarsum
Weerselo
Rossum
Deurningen
Saasveld
Raming buitengebied
30
20
Gemeente Dinkelland
597
178
Bron: Gemeente
De wachtlijst van belangstellenden voor een bouwkavel is zeer groot. Dit zijn ook serieuze
belangstellenden, want zij hebben voor hun inschrijving €250 moeten betalen.
In Ootmarsum gaat het om 137 ingeschrevenen voor een bouwkavel. Bijna 20% van de inschrijvers op
de wachtlijst voor bouwkavels, zijn starters. Ongeveer 80% is doorstromer. Het aantal ingeschrevenen
voor een bouwkavel is omvangrijk als men dit afmeet aan de additionele woningbehoefte die voor de
periode 2014-2024 geraamd wordt op 134-180 woningen.
3.3 De samenstelling van de woningvraag
In 2011 is in opdracht van de gemeente Dinkelland en woningcorporatie Mijande Wonen onderzoek
gedaan naar de woonvoorkeuren van de inwoners van de gemeente. Hieronder wordt de
aantrekkelijkheid van de kernen weergegeven.
Bron: Onderzoek woonvoorkeuren in Dinkelland: wensen en waarden.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
7
Uit dat woonwensenonderzoek blijkt dat Denekamp (52%) en Ootmarsum (47%) de meest
aantrekkelijke kernen zijn. Voorts blijkt het volgende:
 De binding aan de eigen woonplaats is erg groot. Bij inwoners die naar een andere kern binnen de
gemeente willen verhuizen, zijn Denekamp en Ootmarsum veruit favoriet. In beperkte mate trekt
de gemeente ook mensen van buiten de gemeente aan en daarbij blijkt Ootmarsum favoriet te zijn;
met name richt dat zich op het duurdere koopsegment.
 De verhuisgeneigdheid in Dinkelland ligt op 23% voor huishoudens die in de komende vijf jaar willen
verhuizen. Dit zou neerkomen op een woningvraag van 2.200 huishoudens. Over een periode van
tien jaar komt dit neer op 4.400 verhuisgeneigde huishoudens.
 De inwoners van Dinkelland met verhuisplannen zoeken vooral een bestaande woning (46%) of
willen zelf hun eigen huis bouwen (30%); 17% wenst een nieuwbouwwoning die kant-en-klaar is.
Het type woning dat wordt verlangd, is een vrijstaande woning (51%) of een twee-onder-éénkapwoning (25%).
 Ongeveer de helft van de verhuisgeneigden geeft de voorkeur aan een koopwoning en 25% weet dit
nog niet zeker.
 Als men een koopwoning wenst, dan wil 42% een koopwoning onder de €225.000, 45% wil een
koopwoning tussen de €225.000 en €375.000 en 13% wil een koopwoning boven de €375.000.
3.4 Bepaling van de gewenste woningdifferentiatie
In paragraaf 2.3. is de woningbehoefte voor de gemeente Dinkelland bepaald op 680-880 woningen
voor de periode 2014-2024. Voor een periode van tien jaar bedraagt de behoefte dus 600-800 woningen
en het marktaandeel voor Ootmarsum bedraagt 20%.
De bepaling van de woningvraag naar prijsklasse in Ootmarsum hebben wij in bijgaand overzicht
uitgewerkt. Daarin plaatsen wij de uitkomsten van de ‘Second opinion De Commanderie Ootmarsum’
van het Bureau Stedelijke Planning (BSP) op een overzichtelijke wijze naast onze onderbouwing. Dit
gebeurt voor de twee woningcategorieën die in De Commanderie gerealiseerd zullen worden:
2
 8 woningen in de categorie ‘koop €225.000 - €400.000’/ woningen met kavels van 400 tot 800 m ;
2
 16 woningen in de categorie ‘koop > €400.000’ / woningen met kavels van meer dan 1.000 m .
Vraag naar middeldure koopwoningen €250.000-€400.000  Vraag naar middelgrote kavels 4002
800 m
Second opinion De Commanderie Ootmarsum /
onderzoek BSP
De totale woningbehoefte voor de gemeente wordt
voor de komende tien jaar op basis van Primos2013
geraamd op ongeveer 60 woningen per jaar. Rekening
houdend met 15-20 te slopen woningen, komt de bruto
nieuwbouwproductie neer op 75 tot 80 woningen per
jaar.
Uit het woonwensenonderzoek blijkt dat ongeveer de
helft van de verhuisgeneigden op zoek is naar een
koopwoning of kavel en dat een kwart dit nog niet
zeker weet. De komende periode is onder invloed van
de vergrijzing een toename van het aantal huurders te
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
Gemeentelijke woningbehoeftebepaling
Ook de gemeente gaat uit van Primos2013 en dit
betekent voor de periode 2014-2024 (11 jaar) ca 680
woningen. De additionele woningbehoefte cq de
uitbreiding van de woningvoorraad bedraagt ongeveer
62 woningen per jaar.
In de periode 2003-2013 zijn gemiddeld 22 woningen
gesloopt. Voor de komende jaren gaat de gemeente uit
van 20 te slopen woningen per jaar. De bruto
nieuwbouwproductie komt daarmee op 82 woningen
per jaar in de komende tien jaar.
Ten onrechte wordt door BSP geen rekening gehouden
met het generatie-effect: toekomstige ouderen wonen
verhoudingsgewijs veel vaker in een koopwoning en
zullen daarin langer blijven wonen. Bovendien heeft
Mijande Wonen, de corporatie die in Dinkelland
8
verwachten. De vraag naar koopwoningen komt
daarmee naar verwachting uit op 40 tot 50 per jaar.
Een vraag van 40 tot 50 koopwoningen per jaar voor de
gemeente als geheel, betekent dat de behoefte voor
een periode van 10 jaar ca 400 tot 500 koopwoningen
bedraagt.
Van de groep kopers is ca 35% op zoek naar een woning
in het prijssegment tussen de €225.000 en €375.000.
Dit komt neer op een vraag tussen de (400 x 35% =) 140
en (500 x 35% =) 180 middeldure koopwoningen voor
tien jaar voor de gehele gemeente.
Het marktaandeel van Ootmarsum is bepaald op 1520%. Voor het segment tussen de €250.000 en
€400.000 betekent dit een nieuwbouwproductie van
tussen de (140 x 15% =) 20 en (180 x 20% =) 35
middeldure woningen voor een periode van tien jaar
voor Ootmarsum.
werkzaam is, aangegeven dat de voorraad sociale
huurwoningen in de komende jaren zal kunnen
afnemen. Daarom zal Mijande Wonen naar verwachting
geen additionele nieuwbouw in de sociale huursector
plegen. De eventuele woningbouw in de dure
huursector wordt geraamd op ca 5%. Dit betekent dat
95% van de totale vraag in de gemeente binnen de
koopsector moet worden ingevuld. Dit betekent dat
ongeveer (82 x 95% =) 78 koopwoningen per jaar
gebouwd moeten worden in de komende tien jaar.
Voor de gemeente als geheel komt dit neer op 780
koopwoningen voor een periode van tien jaar.
Uit het Onderzoek Woonvoorkeuren blijkt dat niet 35%
1
maar 45% kiest voor een middeldure koopwoning . Dit
komt neer op een vraag van maximaal (780 x 45% =)
350 middeldure koopwoningen voor tien jaar voor de
gehele gemeente.
De woningbehoefte voor Ootmarsum komt overeen
met 20% van de totale gemeentelijke woningbehoefte.
Dit betekent dat er in Ootmarsum in de komende tien
jaar behoefte bestaat aan (350 x 20% = ) 70 middeldure
koopwoningen.
Vraag naar dure koopwoningen boven de €400.000  Vraag naar grote kavels > 1.000 m
Second opinion De Commanderie Ootmarsum /
onderzoek BSP
De totale woningbehoefte voor de gemeente wordt
voor de komende tien jaar op basis van Primos2013
geraamd op ongeveer 60 woningen per jaar. Rekening
houdend met 15-20 te slopen woningen, komt de bruto
nieuwbouwproductie neer op 75 tot 80 woningen per
jaar.
Uit het woonwensenonderzoek blijkt dat ongeveer de
helft van de verhuisgeneigden op zoek is naar een
koopwoning of kavel en dat een kwart dit nog niet
zeker weet. De komende periode is onder invloed van
de vergrijzing een toename van het aantal huurders te
verwachten. De vraag naar koopwoningen komt
daarmee naar verwachting uit op 40 tot 50 per jaar.
1
2
Gemeentelijke woningbehoeftebepaling
Ook de gemeente gaat uit van Primos2013 en dit
betekent voor de periode 2014-2024 (11 jaar) ca 680
woningen. De additionele woningbehoefte cq de
uitbreiding van de woningvoorraad bedraagt ongeveer
62 woningen per jaar.
In de periode 2003-2013 zijn gemiddeld 22 woningen
gesloopt. Voor de komende jaren gaat de gemeente uit
van 20 te slopen woningen per jaar. De bruto
nieuwbouwproductie komt daarmee op 82 woningen
per jaar in de komende tien jaar.
Ten onrechte wordt door BSP geen rekening gehouden
met het generatie-effect: toekomstige ouderen wonen
verhoudingsgewijs veel vaker in een koopwoning en
zullen daarin langer blijven wonen. Bovendien heeft
Mijande Wonen, de corporatie die in Dinkelland
werkzaam is, aangegeven dat de voorraad sociale
huurwoningen in de komende jaren zal kunnen
afnemen. Daarom zal Mijande Wonen naar verwachting
geen additionele nieuwbouw in de sociale huursector
plegen. De eventuele woningbouw in de dure
huursector wordt geraamd op ca 5%. Dit betekent dat
95% van de totale vraag in de gemeente binnen de
koopsector moet worden ingevuld. Dit betekent dat
Hierbij is de categorie ‘weet niet’ recht evenredig toegedeeld over de verschillende antwoordcategorieën.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
9
Een vraag van 40 tot 50 koopwoningen per jaar voor de
gemeente als geheel, betekent dat de behoefte voor
een periode van 10 jaar ca 400 tot 500 koopwoningen
bedraagt.
Van de groep kopers is ca 10% op zoek naar een woning
in het prijssegment boven de €375.000. Dit komt neer
op een vraag van maximaal (500 x 10% =) 50 dure
koopwoningen voor tien jaar voor de gehele gemeente.
Het marktaandeel van Ootmarsum is bepaald op 1520%. In het segment voor woningen van meer dan
€400.000 betekent dit een nieuwbouwproductie van
maximaal (50 x 20% =) 10 dure woningen voor een
periode van tien jaar voor Ootmarsum.
ongeveer (82 x 95% =) 78 koopwoningen per jaar
gebouwd moeten worden in de komende tien jaar.
Voor de gemeente als geheel komt dit neer op 780
koopwoningen voor een periode van tien jaar.
Uit het Onderzoek Woonvoorkeuren blijkt dat niet 10%
2
maar 13% kiest voor een dure koopwoning . Dit zou
betekenen dat er vraag is naar (780 x 13% =) 100 dure
koopwoningen voor tien jaar voor de gehele gemeente.
De woningbehoefte voor Ootmarsum komt overeen
met 20% van de totale gemeentelijke woningbehoefte.
Dit betekent dat er in Ootmarsum in de komende tien
jaar behoefte bestaat aan (100 x 20% =) 20 dure
koopwoningen.
Echter, de vraag van 13% naar dure koopwoningen is
niet evenwichtig gespreid over alle kernen van de
gemeente. Uit informatie van marktdeskundigen
(makelaars en woningcorporatie) blijkt dat de vraag
naar dure koopwoningen vooral in Denekamp en
Ootmarsum is geconcentreerd. In deze kernen is de
vraag naar dure koopwoningen hoger dan in de andere
kernen van de gemeente.
Bovendien is Ootmarsum een geliefde vestigingsplaats
voor mensen van buiten de gemeente. In de afgelopen
jaren hebben zich gemiddeld ongeveer 90 personen per
jaar in Ootmarsum gevestigd en hun woonbehoefte
gaat gemiddeld uit naar een hoger prijssegment dan dat
van de lokale bevolking.
Mede op grond van het oordeel van marktdeskundigen
is de conclusie gerechtvaardigd dat de behoefte aan
dure koopwoningen in Ootmarsum niet op 13% ligt,
maar op 20-25% dure koopwoningen. Dit betekent dat
de vraag naar dure koopwoningen in Ootmarsum voor
de komende tien jaar maximaal 35 dure koopwoningen
bedraagt.
Samengevat levert dit het volgende beeld op:
Vraag
naar
middeldure
koopwoningen €250.000-€400.000
 Vraag naar middelgrote kavels
2
400-800 m
Vraag naar dure koopwoningen
boven de €400.000  Vraag naar
2
grote kavels > 1.000 m
2
Second opinion De Commanderie
Ootmarsum / onderzoek BSP
Gemeentelijke
woningbehoeftebepaling
20 tot 35 woningen
70 woningen
10 woningen
20 tot 35 woningen
Hierbij is de categorie ‘weet niet’ recht evenredig toegedeeld over de verschillende antwoordcategorieën.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
10
3.5 Samenstelling planaanbod
Het is van het grootste belang om vraaggestuurd te bouwen. Het bouwprogramma moet optimaal
inspelen op de veranderende woonwens van de consument. Dit betekent dat bestemmingsplannen erg
flexibel moeten zijn. Hierdoor is de samenstelling van de plancapaciteit niet voor alle plannen bekend en
ook niet zeker. In tabel 3 is de samenstelling van de capaciteit in vastgestelde plannen weergegeven en
daaruit blijkt dat vermoedelijk 47 goedkope koopwoningen, 63 middeldure koopwoningen en 28 dure
koopwoningen gebouwd zullen worden.
3.6 Confrontatie woningbehoefte en planaanbod
Tabel 5. Gemeente Dinkelland. Confrontatie van woningbehoefte aan vastgesteld planaanbod (inclusief Commanderie) voor
Ootmarsum voor middeldure en dure koopwoningen voor een periode van tien jaar.
Woningbehoefte =
benodigde
plancapaciteit
Vraag naar middeldure koopwoningen €250.000€400.000  Vraag naar middelgrote kavels 400-800 m2
Vraag naar dure koopwoningen boven de €400.000 
Vraag naar grote kavels > 1.000 m2
Vastgesteld
planaanbod
Marktruimte
70
63
+7
20 tot 35
25
-5
+10
tot
In tabel 5 wordt de behoefte aan middeldure en dure koopwoningen geconfronteerd met het
planaanbod. Daaruit blijkt dat de Commanderie, volgens de huidige marktinzichten, op een adequate
wijze voorziet in de lokale woningbehoefte.
NB.
In paragraaf 2.3. is weergegeven dat de lokale woningbehoefte voor Ootmarsum neerkomt op 134-180
woningen voor de periode 2014-2024. In bovenstaande cijfers is daarvan gebruik gemaakt.
Echter, in paragraaf 2.3. is ook gesteld dat daarbij geen rekening gehouden is met extra plancapaciteit in
verband met uitval van plannen. In de praktijk houden gemeenten en provincies hiervoor een marge aan
van ongeveer 30%. Dit zou betekenen dat er voor Ootmarsum rekening moet worden gehouden met
een benodigde plancapaciteit van (134 tot 180 x 130% =) 174 tot 234 woningen. Als dat als uitgangspunt
worden genomen, dan zou de benodigde plancapaciteit ook met 30% moeten worden verhoogd. En dan
ziet de confrontatie van benodigde plancapaciteit en de vastgestelde plancapaciteit er als volgt uit.
Vraag naar middeldure koopwoningen €250.000€400.000  Vraag naar middelgrote kavels 400-800 m2
Vraag naar dure koopwoningen boven de €400.000 
Vraag naar grote kavels > 1.000 m2
Woningbehoefte =
benodigde
plancapaciteit
Vastgesteld
planaanbod
Marktruimte
70 x 130% = 91
63
+ 28
20 tot 35 x 130% =
26 tot 45
25
+ 1 tot
+20
Terzijde
In het rapport ‘Second opinion De Commanderie Ootmarsum’ van het Bureau Stedelijke Planning (BSP)
wordt de woningbehoefte voor Ootmarsum geconfronteerd met het (plan)aanbod. Op die wijze wordt
bepaald of er een overschot is aan plancapaciteit.
Deze confrontatie is echter niet zuiver.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
11

De woningbehoefte is bepaald. Het gaat dan om de zogenoemde additionele woningbehoefte en dit
is de groei van de woningbehoefte in de komende jaren (dus het verschil tussen de huidige en
toekomstige woningbehoefte). Uit die additionele woningbehoefte kan het aantal toe te voegen
nieuwbouwwoningen worden bepaald.
 De opgave van het planaanbod, dit is de nieuwbouw die in de komende jaren wordt toegevoegd, is
incompleet en de onderverdeling naar prijssegmenten deels onjuist.
 Bovendien wordt ten onrechte aan dit planaanbod ook het huidige aanbod van te koop staande
woningen in de bestaande woningvoorraad toegevoegd. Daardoor ontstaat een onjuiste
vergelijking. Voor een juiste vergelijking moet zowel de woningvraag als het woningaanbod
betrekking hebben op de nieuwbouw, dus betrekking hebben op de additionele uitbreiding van de
woningvoorraad cq de plancapaciteit; het aanbod van te koop staande woningen in de bestaande
voorraad moet daarbij buiten beschouwing blijven.
Het geconstateerde overaanbod in Ootmarsum van 30 tot 45 middeldure koopwoningen en 28 dure
koopwoningen, is dan ook niet onderbouwd. Gelet op het voorgaande en in aanvulling op de
plantoelichting waar wordt ingegaan op de actuele regionale behoefte, kan geconcludeerd worden dat
sprake is van een voldoende actuele (regionale) behoefte aan de voorziene woningbouw in het
bestemmingsplan Commanderie Ootmarsum.
1174.106 | Woningbehoefte Ootmarsum
12