Beleid methodiek (forfaitaire) schadevergoeding SNCU Achtergrond Vanaf het najaar 2005 vindt door de SNCU in de uitzendbranche controle plaats op de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten en sinds 2009 de gedispenseerde NBBU CAO. De SNCU is in februari 2004 opgericht door werknemersorganisaties (FNV Bondgenoten, CNV Dienstenbond en de Unie en sinds 2009 is ook de LBV aangesloten) en een werkgeversorganisatie (ABU). Later is ook de NBBU als werkgeversorganisatie aangesloten. De SNCU is in het leven geroepen om activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in deze bedrijfstak. De belangrijkste taken voor de SNCU bestaan uit het geven van voorlichting en informatie, alsmede het toezien op een correcte naleving van de CAO. In artikel 4 van de statuten van de SNCU staan de middelen beschreven die de SNCU ter beschikking staan om haar doel te bereiken. De werkzaamheden van de SNCU behelzen het doen van onderzoek gericht op een betere toepasbaarheid van de cao ’s, het verzamelen van feitelijke gegevens over de arbeidsvoorwaarden ten behoeve van de bij de cao ’s betrokken partijen, alsmede het namens de bij de cao ’s betrokken partijen optreden in en buiten rechte, zo nodig ter verkrijging van maatregelen tegen hen die de bepalingen van de cao ’s niet getrouwelijk naleven. Conform artikel 13 zijn met betrekking tot de voorwaarden en werkwijzen waarop de werkzaamheden van de SNCU dienen te worden uitgevoerd nadere reglementen opgesteld, welke reglementen in dezelfde CAO zijn opgenomen. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU gedurende tenminste 14 dagen nalatig blijft de door de SNCU verzochte gegevens te verstrekken, dan wel onjuiste of onvolledige gegevens verstrekt, is hij door dat enkele feit conform artikel 6 lid 1 van het Reglement II verplicht aan de SNCU een forfaitaire schadevergoeding te betalen. Tevens is een schadevergoeding verschuldigd uit hoofde van artikel 6 lid 2 indien de werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU binnen 14 dagen volhardt in het niet naleven van de CAO(’s). Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 1 Met betrekking tot de bepaling van de hoogte van deze (forfaitaire) schadevergoeding ex artikel 6 lid 1 en artikel 6 lid 2 heeft het bestuur van de SNCU een beleid vastgesteld, dat weergegeven wordt in onderstaande notitie. De bevoegdheid tot het opleggen van een forfaitaire schadevergoeding vindt haar grondslag in de artikelen 15, 16 en 17 Wet op de Collectieve Arbeidsovereenkomst (hierna: Wet CAO) alsmede in artikel 3 lid 4 Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten (hierna Wet AVV). Op grond van artikel 15 Wet CAO en artikel 3 lid 4 Wet AVV kan vergoeding van vermogensschade worden gevorderd. Uit hoofde van artikel 16 Wet CAO en artikel 3 lid 4 Wet AVV kan ook vergoeding van immateriële schade worden gevorderd. Blijkens artikel 17 Wet CAO kan een van artikelen 15 en 16 Wet CAO afwijkende regeling in een cao worden opgenomen. In artikel 3 Wet AVV staat een gelijke regeling. Een voorbeeld van een dergelijke afwijkende regeling is een gefixeerde schadevergoeding die verschuldigd is bij overtreding van cao-bepalingen. De schadevergoeding betreft derhalve ook de schade die cao-partijen lijden, doordat zij bij hun leden vertrouwen en prestige hebben verloren, alsmede het verlies van werfkracht. De immateriële schadevergoeding ex artikel 16 Wet CAO en artikel 3 lid 4 Wet AVV is ook opgenomen omdat in zodanige gevallen de werkelijke, door de Caopartijen geleden schade niet, althans zeer moeilijk te bewijzen is en veelal van immateriële aard. Tot slot gaat het bij die schadevergoeding om een prikkel tot nakoming. Het een en ander is door de Hoge Raad reeds uitgemaakt in zijn arrest van 2 november 1979 (De Bruin/Vervoersbond, NJ 1980, 227). In de cao ’s is opgenomen dat de schadevergoeding dient ter dekking van de kosten die de SNCU maakt als gevolg van haar toezichthoudende taak en dat de verkregen middelen worden toegevoegd aan de geldmiddelen van de SNCU. Opgemerkt wordt dat deze passages in de cao ’s betrekking hebben op het bestedingsdoel van de verkregen gelden uit hoofde van artikel 6 lid 1 en lid 2 en niet zien op de aard van de (forfaitaire) schadevergoeding die zoals hiervoor omschreven zijn oorsprong vindt in de schade die (mede) is omschreven in het arrest van de Hoge Raad van 2 november 1979. Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 2 In de jaren sinds 2005 is een groot aantal arresten gewezen met betrekking tot (de aard van) de schadevergoeding als hiervoor omschreven, die tot 2007 was opgenomen in artikel 46 van de toenmalige CAO voor uitzendkrachten en thans is opgenomen in Reglement II. Het Hof Den Bosch heeft in een arrest (JAR 2012/171) overwogen dat de forfaitaire schadevergoeding als een aanvullende schadevergoeding dient te worden gekwalificeerd en niet als een boetebeding in de zin van artikel 6:91 BW. Het Hof Amsterdam heeft in een arrest (JAR 2013/30) overwogen dat de boete die is gesteld op het niet nakomen van de informatieplicht moet worden onderscheiden van de vordering tot naleving die betrekking heeft op de betaling van achterstallig loon. Ook het Hof Den Haag heeft in een arrest van 26 februari 2013 (200.074.770/01) de schadevergoeding uit hoofde van artikel 6 lid 2 gekwalificeerd als een boete. Essentie is dat alle Hoven een vordering tot nakoming in combinatie met de vordering tot betaling van een schadevergoeding mogelijk achten, zulks in lijn met de rechtsspraak van de Hoge Raad (HR 19 december 1979 JAR 1998/39. Zie ook A.G. Bakels in zijn conclusie bij HR 11 december 1998, JAR 199/61 (zie punt 2.14)). Forfaitaire schadevergoeding uit hoofde van artikel 6 lid 1 Reglement II Artikel 6 lid 1 Reglement II bepaalt: “Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU gedurende tenminste tien werkdagen nalatig blijft de vanwege de SNCU verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO’s naleeft te verstrekken dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan de SNCU een forfaitaire schadevergoeding te betalen. De SNCU kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven”. Het bestuur heeft besloten de hoogte van deze forfaitaire schadevergoeding te bepalen op een bedrag ad € 100.000,--. Dit bedrag ad € 100.000,-- is tevens het bedrag dat als maximum is gekozen bij de staffel die wordt gehanteerd bij de bepaling van een schadevergoeding uit hoofde van artikel 6 lid 2 Reglement II. In de situatie zoals bedoelt in artikel 6 lid 1 wordt door de onderneming op geen enkele manier meegewerkt. Het is daarom onmogelijk om rekening te houden met de aard, de omvang en de Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 3 duur van de niet naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming. Ook kan geen rekening worden gehouden met de mate waarin die werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan wel zekerheid stelt voor een correcte naleving van de CAO’s. In die omstandigheden is het gerechtvaardigd het maximumbedrag te hanteren uit hoofde van de staffelmethode die gekoppeld is aan de berekening van de schadevergoeding ex artikel 6 lid 2 Reglement II. Schadevergoeding uit hoofde van artikel 6 lid 2 Reglement II Artikel 6 lid 2 Reglement II bepaalt: “Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU gedurende tien werkdagen volhardt bij het niet naleven van de CAO’s op de in de ingebrekestelling vermelde punten, is hij onverminderd het gestelde onder a. – verplicht aan de SNCU een door het bestuur te bepalen schadevergoeding te betalen. Bij het bepalen van de schadevergoeding wordt in ieder geval rekening geouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de gehouden met de mate waarin die werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan wel zekerheid stelt voor een correcte naleving van de CAO’s . De SNCU kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven”. Het bestuur van de SNCU heeft een beleid vastgesteld inzake een gestaffelde schadevergoeding methodiek. Deze methodiek houdt rekening met de in artikel 6 lid 2 Reglement II genoemde elementen. De volgende staffel is vastgesteld. Aantal wn Breuk Loon factor 1 – 50 Aantal weken \ 52 15.000 2,5% 51 – 100 Aantal weken \ 52 15.000 2,0% 101 – 500 Aantal weken \ 52 15.000 1,0% 501 - > Aantal weken \ 52 15.000 0,5% Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 4 Als gemiddeld loon is een (fulltime)salaris van EUR 15.000,- als uitgangspunt genomen. Het aantal werknemers wordt berekend door het totale SV-loon van de onderneming te delen door deze EUR 15.000,-. Bij het aantal weken gaat het om het totale aantal (werk)weken waarin de CAO niet of niet voldoende is nageleefd. De staffel werkt cumulatief. De aard van de overtreding is in de systematiek verwerkt door aan de uitkomst van de schadevergoeding een extra factor toe te voegen. Tevens wordt conform de onderstaande tabel rekening gehouden met de hoeveelheid CAO-overtredingen die zijn vastgesteld. Kortingtabel Korting percentage 1 2 aantal overtredingen 3 4 70% 85% 5 5 en 100% meer De minimum schadevergoeding is EUR 5.000,--. Het maximum is EUR 100.000,--. Voorbeelden: A. Werkgever heeft 35 mensen in dienst en heeft in totaal 36 weken de CAO niet goed nageleefd op een drietal punten (bijv. ORT, reservering vakantiedagen en uitkering bij ziekte). (35 mensen x 36/52 weken x 15.000) x 2,5% (bedrijf 1 - 50 werknemers) = EUR 9.087. Werkgever werkt niet mee en er zijn drie overtredingen geconstateerd: EUR 9.087 x 0,85 (kortingspercentage) = EUR 7.724. Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 5 B. Werkgever heeft 65 mensen in dienst en heeft in totaal 26 weken de CAO niet goed nageleefd op een viertal punten. (50 x 26/52 x 15.000) x 2,5% = EUR 9.375 (eerste 50) (15 x 26/52 x 15.000) x 2,0% = EUR 2.250 (volgende 15) Totaal EUR 11.625 65 mensen Werkgever werkt niet mee, en er zijn vier overtredingen geconstateerd: EUR 11.625 x 0,85 = 9.881 C. Werkgever heeft 18 mensen in dienst en heeft 26 weken de CAO niet goed nageleefd op 2 punten. (18 x 26/52 x 15.000) x 2,5% = EUR 3.375 Werkgever werkt niet mee en er zijn twee overtredingen geconstateerd: EUR 3.375 x 0,7 = EUR 2.363. Gelet op het minimum zal deze werkgever EUR 5.000 aan forfaitaire schadevergoeding dienen te betalen. D. Werkgever heeft 1.000 mensen in dienst en heeft een jaar lang de CAO niet goed nageleefd op zes punten. (50 x 52\52 x 15.000) x 2,5% = EUR 18.750 (50 x 52\52 x 15.000) x 2,0% = EUR 15.000 (400 x 52\52 x 15.000) x 1,0% = EUR 60.000 (500 x 52\52 x 15.000) x 0,5% = EUR 37.500 + Totaal EUR 131.250 Werkgever werkt niet mee en er zijn zes overtredingen geconstateerd: EUR 131.250 x 1,0 = 131.250 Gelet op het maximum zal deze werkgever EUR 100.000 dienen te betalen. Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 6 Aanvullende schadevergoeding In het geval door de SNCU in de controleperiode een materiele benadeling is vastgesteld, wordt de betrokken onderneming vooreerst in staat gesteld om deze vastgestelde materiële benadeling gedurende een periode van twaalf weken uit te keren aan de betrokken werknemers in de controleperiode. Indien in voorkomende gevallen een langere periode noodzakelijk is, kan zulks in overleg met de SNCU worden overeengekomen. Om deze zoektocht zo effectief mogelijk te maken, zulks vooral in de gevallen dat in het buitenland wonende werknemers betrokken zijn, wordt desnodig een verplichting aan de onderneming opgelegd om een artikel te plaatsen in een relevant en representatief medium in zowel het land waar gewerkt is (Nederland) als het land van herkomst van de betrokken werknemers (eventueel in het buitenland). Over de aard van de boodschap alsmede het te kiezen medium kan de SNCU in overleg treden met de betrokken onderneming. Na afloop van deze twaalf weken, dan wel na afloop van de verlengde termijn, zal de betrokken onderneming door de SNCU worden gecontroleerd op de effectiviteit bij de opsporing van de betrokken werknemers. Tevens wordt gecontroleerd of tot daadwerkelijke uitbetaling is overgegaan. Indien de SNCU tot de conclusie moet komen dat (een deel van) de materiële benadeling niet aan de betrokken werknemers is uitgekeerd, zal een bedrag ter gelijke hoogte aan het (resterende) bedrag opgelegd worden als een aanvullende schadevergoeding, welke schadevergoeding niet in mindering strekt op een eventueel reeds eerder opgelegde (forfaitaire) schadevergoeding, noch de werkgever ontslaat van haar voortdurende verplichting de materiële benadeling te compenseren. Bovenstaande aanvullende schadevergoeding is gebaseerd op artikel 6 lid 2 van het Reglement II. De daarin genoemde elementen waarmee rekening wordt gehouden bij het bepalen van de hoogte van de schadevergoeding zijn (impliciet) verdisconteerd in het bedrag aan aanvullende schadevergoeding daar waar het bedrag een gelijke hoogte heeft als de niet gecompenseerde vastgestelde materiële benadeling. In deze (niet gecompenseerde) vastgestelde materiële benadeling komen al deze elementen automatisch bijeen. Anders dan de forfaitaire schadevergoeding uit hoofde van artikel 6 lid 1 en de staffelmethode zoals hiervoor omschreven, is de aanvullende schadevergoeding in haar aard niet gemaximeerd op enig bedrag nog strekt op Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 7 deze aanvullende schadevergoeding enig bedrag in mindering uit hoofde van een eerder vastgestelde (forfaitaire) schadevergoeding gebaseerd op artikel 6 lid 1 dan wel de gebruikelijke staffelmethode uit hoofde van artikel 6 lid 2. Beleid Methodiek Schadevergoeding SNCU Datum: 11 april 2014 8
© Copyright 2024 ExpyDoc