Voortgangsrapportage Veiligheid 2014 mei 2014 Uitgave Naam Telefoonnummer Mail : Team Veiligheid : S. van Oijen : 0570-693411 : [email protected] 1 Inhoud Inleiding 1.1 Algemeen 1.2 De cijfers 1.3 Visie Bewoners; Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 1.4 Visie Partners; Stadsgesprek veiligheid 2013 1.5 Trends en ontwikkelingen 1.6 Deventer in vergelijk met andere steden; Benchmark Veiligheid G32 2. Een veilige woon- en leefomgeving 2.1 Woninginbraken 2.2 Woonoverlast 2.3 Kamerverhuur 2.4 Fietsendiefstallen 2.5 Veelplegers 3. Veiligheid en zorg / Veiligheid door zorg 3.1 Huiselijk geweld 3.2 prostitutie en mensenhandel 3.3 Drugs 4. Veilig opgroeien 4.1 Jeugd 5. Veilig ondernemen, uitgaan en recreëren 5.1 KVO 5.2 Horeca/ Geweld op straat 5.3 Evenementen 5.4 Voetbal 6. Bestuurlijke aanpak (georganiseerde criminaliteit) 7. Veiligheidshuis 8. Brandweer en rampenbestrijding 9. Communicatie 10. Toezicht 2 Inleiding Het gemeentelijk veiligheidsbeleid bestaat uit een meerjarenbeleidsvisie en een jaarlijkse voortgangsrapportage. Deze rapportage wordt u altijd in de zomer aangeboden. De meerjarenbeleidsvisie loopt eind van dit jaar af. Dit is derhalve de laatste voortgangsrapportage van deze cyclus. Via deze voortgangsrapportage wordt u op de hoogte gebracht van de stand van zaken in de uitvoering en van de diverse prioriteiten binnen het veiligheidsbeleid. Tevens biedt deze rapportage de mogelijkheid tussentijds te herprioriteren of tot bijstelling van de activiteiten te komen. In tegenstelling tot eerdere jaren is dit jaar besloten voorafgaand aan de voortgangsrapportage geen stadsgesprek veiligheid te organiseren. Dit gesprek en andere vormen van interactie zullen later dit jaar, ter voorbereiding op de nieuwe meerjarenbeleidsvisie, worden georganiseerd. De cyclus van het veiligheidsbeleid bestaat verder uit een vertrouwelijke raadssessie aan het einde van het kalenderjaar. Dit omdat niet alle aspecten van het veiligheidsbeleid in de openbaarheid gedeeld kunnen worden. Het lag in de lijn om deze rapportage te combineren met de meerjarenstrategie van de politie Eenheid Oost. Omdat binnen de politie organisatie echter op regioniveau besloten is ook een afzonderlijk beleidsplan op te stellen wordt de meerjarenstrategie u later dit jaar, gecombineerd met het beleidsplan, ter consultatie aangeboden. De lokale prioriteiten, zoals u ze in deze rapportage terugvindt, zullen overigens wel worden meegenomen in deze meerjarenstrategie. De gebiedsscan Deventer vindt u wel toegevoegd bij deze rapportage. Via deze scan geeft de politie inzicht alsmede een toelichting op de criminaliteitscijfers. Op basis van de cijfermatige ontwikkelingen is sprake van een positieve ontwikkeling. Het aantal woninginbraken is weliswaar gestegen maar in totaal zijn er minder delicten dan in voorafgaande jaren. Het aantal misdrijven is voor het eerst onder de 7000 uitgekomen, ruim 400 lager dan het jaar daarvoor. Daarnaast is het gevoel van veiligheid bij burgers gelijk gebleven. Hoewel we in deze opzichten dus kunnen spreken van een positieve ontwikkeling zijn er ook enkele zorgpunten. Het aantal woninginbraken is toegenomen en blijft te hoog. Dit vraagt om extra impulsen. Door bezuinigingen en extramuralisering in de geestelijke gezondheidszorg neemt de kans toe dat er zich -meer dan voorheen- (gevaarlijke) overlastsituaties voor kunnen doen, die ook de subjectieve veiligheid onder druk zetten. Ook hulpverleners lijken vaker geconfronteerd te worden met veelal onverwachte bedreigingen en geweld. De terugkeer van delinquenten in de samenleving, met name zedendelinquenten en pedosexuelen, kan leiden tot heftige reacties binnen de samenleving, zoals wij het afgelopen jaar hebben mogen ervaren. De promotie van Go Ahead Eagles naar de eredivisie is sportief een groot succes geworden. Vanuit het perspectief van veiligheid is het seizoen ook succesvol verlopen en is het aantal voetbalincidenten beperkt geweest. Er is veel geïnvesteerd in de relatie met de supporters maar daar waar het moest, is (gelukkig vooral preventief) opgetreden. Zowel vanuit de club maar ook vanuit de politie en van gemeentezijde heeft dit relatief veel extra inspanning gevraagd. Naar verwachting zal deze inzet het komend seizoen gecontinueerd moeten worden. Sinds 1 januari 2013 zijn de organisaties van politie en Openbaar Ministerie aan een majeur traject van verandering onderhevig. In die trend van opschaling blijft lokale verbondenheid van groot belang en vormt de wijkgebonden politiezorg een belangrijk uitgangspunt voor het veiligheidsbeleid. In die zin ligt de focus bij het binden van onze justitiële partners aan de uitvoering van het lokale veiligheidsbeleid. Het toepassen van het bestuurlijk instrumentarium zoals bijvoorbeeld de toepassing van de wet BIBOB om de (georganiseerde) criminaliteit een halt toe te roepen is succesvol maar vraagt, mede vanwege de grote economische en financiële belangen van onze “tegenstanders” veel (juridische) inzet. Tot slot. Veiligheid is al lang niet meer een zaak van de overheid alleen. De uitvoering vindt plaats door een groot aantal organisaties en burgers. De betrokkenheid en het verantwoordelijkheidsbesef is groot. Hoewel dat niet direct aan te tonen is denken wij dat juist deze samenwerking de basis is voor het gunstige verloop van de criminaliteitscijfers. Iets waar we als stad best trots op mogen zijn. We wensen u veel leesplezier. 3 1.1 Algemeen De huidige Meerjarenbeleidsvisie Veiligheid 2010-2014 is tot stand gekomen in samenspraak met de raad. Ook bij het bewaken van de jaarlijkse voortgang was de raad nauw betrokken. Indien noodzakelijk/wenselijk werden prioriteiten bijgesteld. Inmiddels staan we aan het begin van een nieuwe raadscyclus én aan de vooravond van een nieuwe meerjarenbeleidsvisie. Reden te meer om de nieuwe raad uitvoerig te infomeren en mee te nemen in de ontwikkelingen binnen het Veiligheidsdomein. Vandaar dat de voortgangrapportage die nu voorligt op onderdelen (met name bij de activiteiten van de afgelopen periode) meer uitgebreid is dan de rapportages van voorgaande jaren. Uiteraard staat het programma Veiligheid niet op zichzelf; Binnen de wijkgerichte aanpak van Wij Deventer streven we naar een veilige woon- en leefomgeving. In afstemming met het programma Meedoen werken we aan de optimalisering van de zorg- en veiligheidsketen. Bij toezicht en handhaving in de openbare ruimte is afstemming met de ruimtelijke en economische agenda van groot belang. Bij dit alles geldt veiligheid als een van de kerntaken van de gemeentelijke overheid. In die zin ligt er de verantwoordelijkheid het thema binnen alle aangrenzende programma’s te borgen. Bij de beschrijving van de afzonderlijke thema’s zal hieraan aandacht worden besteed. In het eerste gedeelte van deze voortgangsrapportage vindt u cijfers, trends en ontwikkelingen meer algemeen beschreven. In het tweede gedeelte van de rapportage is de voortgang op de afzonderlijke prioriteiten nader uitgewerkt. Uit de gesprekken die wij de afgelopen periode gevoerd hebben met onder meer onze justitiële partners is ons gebleken dat we onze prioriteitenstelling en de inzet van onze capaciteit goed en efficiënt inzetten. Er is voor ons op dit moment geen aanleiding voorstellen te doen om de prioriteitenstelling aan te passen of onze aanpak en instrumentarium te wijzigen. Wel constateren wij dat sommige onderwerpen zoals de aanpak van criminele samenwerkingsverbanden vaak niet manifest is maar wel in verhouding veel tijd vergt. Een en ander leidt er toe aan sommige thema’s minder capaciteit is gestoken dan we graag zouden willen. (bv aanpak fietsendiefstal of aan externe communicatie over veiligheid). Capaciteitsvraagstukken zullen nadrukkelijk worden meegenomen in komende meerjarenbeleidsvisie. 1.2 Cijfers Eén van de belangrijkste indicatoren voor veiligheid is het door de politie geregistreerde aantal 1 misdrijven. In onderstaande tabel zijn de misdrijfcijfers van de afgelopen jaren opgenomen . Deze 2 cijfers zijn afkomstig uit de Gebiedscan Deventer 2013 van de politie oost Nederland . Misdrijven Gemeente Deventer 2010 2011 2012 2013 Woningcriminaliteit 521 524 538 628 Voertuigcriminaliteit 1.659 1.744 1.646 1.640 Bedrijfscriminaliteit 580 653 619 573 Overige vermogensdelicten 840 894 1.152 1.143 Geweldsdelicten 778 779 729 695 57 58 47 49 1.261 1.235 1.143 904 379 347 305 260 Overige misdrijven 1.085 1.150 1.025 887 Totaal 7.805 7.384 7.204 6.779 Zedendelicten Aantasting openbare orde en ruimte Illegale handel 1 De cijfers worden vanaf dit jaar gegenereerd vanuit het landelijke BVI systeem. Dit maakt dat zowel de rubricering als de cijfers in absolute zin verschillen van eerdere jaren. 2 April 2013 4 Het veiligheidsbeeld in de gemeente Deventer blijft overwegend positief. Het totaal aantal misdrijven is wederom gedaald (van 7.204 misdrijven in 2012 naar 6.779 misdrijven in 2013). De woningcriminaliteit is echter aanzienlijk gestegen 3 . Als we dieper kijken naar het aantal diefstal/inbraak woningen zien we met name de poging tot diefstal stijgen. Het zou kunnen betekenen dat inbrekers gestoord worden tijdens hun poging, maar het kan ook betekenen dat het inbrekers lastiger wordt gemaakt, bijvoorbeeld doordat veel woningen inmiddels voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen. Het aantal ‘geslaagde’ Diefstal in/uit woning is gedaald. Meerjarig zien we daarnaast een stijging van het aantal diefstal/inbraak box/garage/tuinhuis. Hierbij moet de kanttekening worden geplaatst dat we te maken met een grote serie inbraken van één dader. Ook hierdoor zijn de cijfers gestegen. Per saldo laat het aantal diefstal/inbraak woningen meerjarig nog geen significante stijging zien, maar ook nog geen daling van betekenis. Mede doordat op het thema onverminderd intensief wordt ingezet, lijkt zich in het eerste kwartaal van 2014 al een lichte kentering af te tekenen. Voor de politie, OM en de gemeente blijft de aanpak van woningcriminaliteit topprioriteit in 2014. De belangrijkste dalers over het afgelopen jaar en de voorgaande jaren zijn zedendelicten, aantasting openbare orde en ruimte, illegale handel en overige misdrijven. Voor een meer gedetailleerde toelichting op de cijfers wordt verwezen naar de 4 Gebiedsscan . 1.2 Visie Bewoners; Monitor Leefbaarheid en Veiligheid 2013 Elke twee jaar houdt de gemeente Deventer een burgerpeiling om zo te weten wat er leeft bij haar inwoners. Eind 2013 en begin 2014 is deze grootschalige enquête voor de tiende keer uitgevoerd. Uit de monitor blijkt dat Deventenaren de leefbaarheid in hun buurt een voldoende geven. Het rapportcijfer is een 7,2. Uit de vergelijking met 2011 blijkt dat het rapportcijfer gemiddeld gelijk is gebleven. Deventenaren geven de veiligheid in hun buurt gemiddeld een 6,9. Ook dit cijfer is ten opzichte van de vorige peiling ongewijzigd gebleven. De sociale overlast die wordt ervaren is iets afgenomen (van 1,7 tot 1,5). De bevolking ziet woninginbraken als belangrijkste zaak waar de gemeente de meeste aandacht aan moet besteden. Daarna volgen het toezicht op de openbare ruimte en de aanpak van veelplegers. 1.3 Visie Partners; Stadsgesprek veiligheid 2013 Op 2 april 2013 heeft het gemeentebrede stadsgesprek Veiligheid plaatsgevonden met een dwarsdoorsnede van partners uit bedrijfsleven, horeca, zorg, politie, Openbaar Ministerie (OM) etc. Uit deze sessies kwamen enkele suggesties naar voren voor wat betreft de doorontwikkeling op het thema Veiligheid. Een overzicht van aandachtspunten en vervolgacties: 1. Kansen worden gezien op het terrein van preventie door burgerparticipatie. Dit thema zal nader worden onderzocht o.a. in afstemming met de wijkaanpak en wordt meegenomen bij de doorontwikkeling van BuurtVeilig. BuurtVeilig is een platform waarop burgers, politie en overheid elkaar ontmoeten op het thema veiligheid. In de doorontwikkeling van BuurtVeilig is in de afgelopen periode de nadruk gelegd op de rol en de competenties van de wijkagent. De kwaliteit van de wijkagent is immers een belangrijke succesfactor is voor het functioneren van BuurtVeilig. Daarnaast zijn afspraken gemaakt over de congruentie van politie-wijken met de woonzorgzones die de gemeente hanteert. In de volgende fase zal de rol van de burger binnen Buurtveilig worden uitgewerkt. 2. Zowel landelijk als ook in Deventer wordt geconstateerd dat mensen met een (ernstig) psychische aandoening of een verstandelijke beperking steeds vaker in aanraking met politie en justitie. Het gaat om een groep kwetsbare mensen die moeite heeft mee te komen in onze maatschappij. In die ‘buitenspelsituatie’ vertonen zij gedrag dat zorgt voor overlast en soms zelfs leidt tot criminaliteit. Uit het stadsgesprek kwam naar voren dat er behoefte was aan een bijeenkomst waarin, in gezamenlijkheid met de zorgpartners, zou worden nagegaan of de ontwikkelingen in de domeinen zorg en veiligheid kansen bieden voor een meer op maat gesneden aanpak. Op maandag 10 maart jl. heeft het symposium ‘Symposium Zorg en Veiligheid’ plaatsgevonden. Aan deze bijeenkomst namen in totaal 60 vertegenwoordigers 3 Onder de noemer ‘woningcriminaliteit wordt verstaan de inbraak in woningen en in het verlengde daarvan ook inbraak in garage, kelderbox of tuinhuis. Ook pogingen tot inbraak worden in deze categorie meegenomen 4 Gebiedsscan Deventer 2013, bijgevoegd als bijlage 1. 5 vanuit zowel de gemeente, veiligheids- als zorgpartners deel. Uit de sessies kwam naar voren dat partners nog niet altijd goed bekend met elkaar- en elkaars werkwijzen. In het najaar 2014 zal een tweede bijeenkomst plaatsvinden. 3. Een van de meest genoemde zorgpunten tijdens de bespreking over het thema Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan was het afnemen van geweldsdelicten enerzijds maar de toename van de intensiteit van het geweld als gevolg van alcohol en drugsgebruik (en combinaties hiervan). In het kader van de nieuwe Drank- en Horecawet is het tegengaan van middelengebruik (met name onder jongeren) veelvuldig onderwerp van gesprek geweest. Inmiddels is een Preventie en Handhavingsplan opgesteld waarin een integrale aanpak van middelen gebruik is neergelegd. Dit plan zal binnenkort aan de raad ter vaststelling worden voorgelegd. 4. Onderzoek naar een vorm van bonus-/malussysteem binnen de thema’s Keurmerk Veilig Ondernemen en Kwaliteitsmeter Veilig Uitgaan waarbij gekeken zal worden naar bijvoorbeeld een ‘beloningssysteem’ voor deelnemers. Dit om het onaantrekkelijker te maken om een zogenaamde ‘freerider’ te zijn/blijven. Om het probleem van de zogenaamde “freeriders” te tackelen is een onderzoek ingesteld naar de invoering van een BedrijvenInvesteringsZone Een BIZ is een door de gemeente, op verzoek van een meerderheid van ondernemers, ingestelde gebiedsgerichte heffing. Met deze heffing kunnen activiteiten in het gebied worden gefinancierd op gebied van o.a. openbare ruimte, leefbaarheid, veiligheid, ruimtelijke kwaliteit of economische ontwikkeling. Alle ondernemers uit het gebied dienen deze heffing te betalen. Het wetsvoorstel BIZ is op 10 april 2014 naar de Tweede Kamer gestuurd. De verwachting is dat de wet op 1 januari 2015 in werking treedt. Vanuit veiligheid wordt het onderzoek naar het instellen van een BIZ van harte ondersteund. 1.4 Trends en ontwikkelingen Rol en verantwoordelijkheid overheid versus die van burger/ondernemer. Daar waar in het verleden de overheid vrijwel alleen verantwoordelijk leek voor de openbare orde en veiligheid is in Deventer sinds lang al de trend waarneembaar waarbij bestrijding van criminaliteit alleen met ook de inzet van burgers en ondernemers mogelijk is. Publiek –privatesamenwerking kent een sterke groei, in een samenleving waarbij de overheid een groter beroep doet op het invullen van eigen verantwoordelijkheid. Dit kan op verschillende manieren worden ingevuld; via basisvoorzieningen zoals het treffen van inbraakwerende voorzieningen tot het invoeren van cameratoezicht op de bedrijventerreinen. Samenwerkingsvormen zoals bij keurmerk veilig ondernemen of keurmerk veilig uitgaan kennen een sterke groei waarbij gedeelde verantwoordelijkheid uitgangspunt is. Burgers en ondernemers nemen ook hun rol ten aanzien van veiligheid in het publieke domein. Een belangrijke recente ontwikkeling hierin betreft de invoering van Burgernet. Prioritering Zowel binnen de organisatie van de politie, het openbaar ministerie en recentelijk de brandweer vinden majeure ontwikkelingen plaats die tot een directe heroriëntatie leiden van de wijze waarop het integrale veiligheidsbeleid vorm en inhoud gegeven wordt. Meer landelijke sturing mag niet leiden tot een afbreuk van lokale prioriteiten en de uitvoering daarvan. Een focus op zware en georganiseerde criminaliteit van onze justitiële partners mag niet leiden tot afbreuk van veiligheid en veiligheidsgevoelens in de dorpen en wijken. Voor ons ligt de komende jaren meer dan voorheen de focus om onze partners te binden aan lokale netwerken en hun activiteiten te borgen in de keten van preventie tot repressie op alle terreinen waar het veiligheidsbeleid zich begeeft. Voorbeelden van thema's die de komende jaren gaan spelen zijn onder meer de dienstverlening door de politie, inclusief de huisvesting, de rol en positie van de wijkagent, een optimale afstemming tussen bestuurlijke en strafrechtelijke aanpak en de strafrechtelijke afdoening van criminaliteit in relatie tot een effectieve preventief aanbod en gebruik ervan. Regionale samenwerking Rondom veiligheid ontstaan steeds meer samenwerkingsverbanden, deels ingegeven door efficiency, deels door het feit dat criminaliteit of risico’s niet ophouden bij de gemeentegrens maar niet in de laatste plaats door schaalvergroting van politie, de regionalisering brandweer en andere samenwerkingsverbanden die daar uit voort komen. 6 Naast de veiligheidsregio en de regionale brandweer per 1-1-2014 wordt er samengewerkt door gemeenten binnen de regio IJsselland op bestuurlijk en ambtelijk niveau. 34 Stand van zaken wijkagenten Met de politie is overleg in april 2014 over de rol, bijzondere thema’s, de wijkindeling en de verdeling van het aantal wijkagenten per 1-1-2015. Belangrijk is dat de wijkindeling congruent wordt aan de woonzorgzones waardoor een optimale bekendheid en samenwerking met de sociale teams verkregen wordt. De wijkagenten spelen ook een belangrijke rol in het behouden en verder invoeren van BuurtVeilig als basisvorm voor overleg tussen bewoners en politie/gemeente over veiligheid. Het veiligheidsdomein in relatie tot de drie transities. Gemeenten krijgen in het kader van de decentralisaties een grote verantwoordelijkheid voor de zorg voor hun inwoners. Bij een deel daarvan is niet alleen zorg nodig, maar is ook de veiligheidssituatie in het geding. Dit is bijvoorbeeld het geval in huishoudens waar – in welke vorm dan ook – huiselijk geweld aan de orde is. Het kan ook gaan om jongeren die zowel binnen de zorg/hulpverleningsketen als justitieketen bekend zijn en waarbij de afzonderlijke ketens de problematiek niet effectief aan kunnen pakken (dus waarbij de zorg/hulpverlening de hulp van de justitieketen nodig heeft en/of vice versa). In al deze gevallen moeten de domeinen naadloos op elkaar aansluiten. In de uitwerking van de afzonderlijke thema’s wordt nader toegelicht op welke wijze de verbinding tussen het veiligheidsen het zorgdomein tot stand komt, of wordt uitgebouwd en versterkt. 1.5 Deventer in vergelijk met andere steden; Benchmark Veiligheid G32 In november 2013 is de ‘Benchmark Veiligheid G32, rapport Deventer’ uitgebracht 5 . De benchmark richt zich op het integrale veiligheidsterrein. Deventer heeft aan deze benchmark deelgenomen met als doel de Deventer aanpak en inzet op het thema Veiligheid te analyseren en, te vergelijken met de G32 gemeenten en te verbeteren. De belangrijkste conclusies: Het veiligheidsprofiel (aantal incidenten dat zich heeft voorgedaan in 2012, ingedeeld in thema’s) laat voor Deventer een overwegend positief, gemengd beeld zien. Op belangrijke indicatoren is sprake van redelijk tot (zeer) goede uitkomsten. Dit betreft bijvoorbeeld de thema’s woonoverlast, drugsoverlast, woninginbraak. Hoewel woninginbraak stijgt in Deventer scoren we op dit thema gemiddeld nog steeds aanmerkelijk beter dan de andere G32 steden. Ook het totaal aantal misdrijven en incidenten liggen ver beneden het gemiddelde. Minder goed scoort Deventer op de thema’s Bedrijvigheid en veiligheid, Jeugd en Veiligheid en drugshandel. De formatie van het team Veiligheid ligt ver onder het benchmarkgemiddelde. Zowel qua positionering binnen de organisatie als qua sturingsmodel scoort Deventer aanmerkelijk beter dan het benchmarkgemiddelde. 5 Benchmark Veiligheid G32, rapport Deventer. SGBO/BMC onderzoek, november 2013. Het rapport is gebaseerd op gegevens over 2012. 7 Een veilige woon- en leefomgeving 2.1 Woninginbraken Woninginbraken hebben prioriteit gelet op de grote impact van dit soort misdrijven op slachtoffers en hun omgeving Bewustwording van bewoners en hun bereidheid om preventieve maatregelen te treffen zijn de belangrijkste factoren in het succesvol terugdringen van deze misdrijven. Een gezamenlijke aanpak met politie en bewoners, met gebruik van diverse instrumenten, is noodzakelijk. Visie zegt Preventieve maatregelen stimuleren waardoor het aantal woninginbraken met 10% (ten opzichte van 2008) teruggedrongen wordt. Outputindicator Alle nieuw te bouwen woningen en ook de woonomgeving voldoen aan het Politiekeurmerk Veilig Wonen (PKVW) Mensen zijn doorgaans bereid om maatregelen te treffen zodra zij zich Doel voorafgaande periode bewust worden van het risico en de grote impact van woninginbraken. Preventieve maatregelen door bewoners zijn van grote invloed op het aantal woninginbraken. Hierop dient de gemeente en politie dus de komende tijd te investeren om het aantal woninginbraken terug te kunnen brengen tot 344 (-10% ten opzichten van 2008). Wat hebben we gedaan Volgens gegevens van het CCV zijn 10.792 woningen van de 43.722 voorzien van een keurmerk (25%) Nieuwbouw is vrijwel nihil in deze tijd. Inzet op bewustwording bij bewoners - zonder adequaat hang- en sluitwerk op hun woning - is het meest effectief. In het voorjaar en najaar zijn daarom zogeheten “voetjesacties” herhaald en is daar over gepubliceerd door de Stentor. Een actief veelplegerbeleid is een belangrijk instrument in de ketenaanpak van woninginbraken. Zie het onderdeel veelplegers in deze rapportage. De politie heeft in overleg met de gemeente een team in het leven geroepen dat zich exclusief bezighoudt met woninginbraken. Bij iedere inbraak wordt inmiddels technisch onderzoek gedaan. Wat gaan we nog doen Woninginbraken hebben voor de gemeente, de politie en OM een hoge urgentie. Er komt een gezamenlijk plan van aanpak waarin tal van instrumenten als informatieavonden, voetjesacties, folders gericht en gecoördineerd ingezet gaan worden. Ook een maximale inspanning van de politie hoort daarbij om deze high-impact-crimes effectief te bestrijden. Belangrijk is vooral om een gedragsverandering bij bewoners te bewerkstelligen waardoor tijdig preventiemaatregelen worden genomen. Met de wijkmanagers wordt op dit moment bezien welke wijken in aanmerking komen voor een voorlichtingsavond over preventie. Begin 2014 is (in het kader van Donkere Dagen Offensief) met de politie een flyeractie gestart richting hondenbezitters met het verzoek om verdachte zaken te melden. Deze actie wordt in mei 2014 herhaald. We dringen aan om Burgernet ook te gebruiken voor woninginbraken (doel: getuigen, voorkomen besmetting en bewustwording risico). Een aantal politiekeurmerken Veilig Wonen zal in de komende jaren de geldigheid verliezen (na 10 jaar). Om die reden zullen bewoners in de komende jaren opnieuw worden gevraagd de preventie op niveau te houden. Hierover is reeds overleg met het CCV als keurmerkinstituut. Dit jaar volgt nog minimaal één voetjesactie. Ook zal dit jaar nog een verplicht digitaal opkoperregister worden ingevoerd waarmee heling wordt e bemoeilijkt. Handelaren in 2 hands goederen zijn dan verplicht aankopen te registreren en een bewaartermijn in acht te nemen. De politie kan 8 Financiële consequenties vervolgens digitaal controleren op de aankoop van gestolen waar. Doel hiervan is om het aantal inbraken en overvallen te verminderen. Overwogen wordt of dit register ook voor het opkopen van fietsen kan worden ingevoerd. De activiteiten worden betaald vanuit het reguliere budget integrale veiligheid 2.2 Woonoverlast Woonoverlast heeft een groot negatief effect op woon- en leefklimaat van burgers. Een effectieve aanpak in samenwerking met partners is opgezet door middel van een pilot, welke uiteindelijk moet leiden tot een structureel ingebed overleg en aanpak. Visie zegt Stadsbrede aanpak voor 2011. Samenwerking voor 2013 structureel. Outputindicator Van iedereen die voldoet aan de criteria van extreme woonoverlast wordt een plan van aanpak opgesteld en uitgevoerd. Acties worden pas beëindigd zodra er sprake is van ‘duurzame’ beëindiging woonoverlast door veroorzaker. De samenwerking is via een hernieuwd convenant geborgd. Gezocht Doel voorafgaande periode wordt in 2013 naar een logische koppeling met het Bijzonder ZorgTeam. Wat hebben we gedaan De samenwerking tussen Zorg en Veiligheid bij het bestrijden van extreme woonoverlast is geborgd. Zo is in de aanpak een koppeling aangebracht met het Bijzonder Zorgteam. Dit gebeurt doordat de coördinator aanpak woonoverlast is aangehaakt bij het BZT en binnen het BZT is bekend welke woonoverlastdossiers te maken hebben met multiproblematiek en vice versa. Alle aangemelde zaken hebben een plan van aanpak. In 2013 zijn in totaal 19 casussen opgelost. Openstaande zaken per 1-1-2014: 5. In 2013 zijn 15 casussen besproken welke geen casuïstiek zijn geworden voor extreme Woonoverlast maar waar wel over meegedacht is naar een oplossing. Wat gaan we nog doen De stadsbrede samenwerking is effectief en structureel geborgd. Er bestaat binnen de keten echter nog een lacune, namelijk een woonvoorziening voor mensen die feitelijk niet meer in een woonwijk te handhaven zijn vanwege structurele overlast en gebrek aan bereidheid te veranderen. Landelijk zijn dergelijke voorzieningen wel gerealiseerd (oa het skaeve huse concept, hostels ed.). Vaak gaat het dan om bijzonder afgelegen zeer eenvoudige huisvesting. Wij onderzoeken dit jaar nog de haalbaarheid van deze voorziening. Na incidentele (co-)financiering zijn de kosten van de aanpak (coördinatie) Financiële consequenties inmiddels gedekt via Meedoen. 2.3 Kamerverhuur De regeling, die stadsbreed geldt, regelt in welke gevallen zelfstandige woonruimte mag worden omgezet in onzelfstandige woonruimte, met dien verstande dat wordt voldaan aan alle wettelijke eisen. Visie zegt Minder overlast door kamerverhuur Kamerverhuurpanden voldoen aan Bouw- en brandveiligheidseisen Tevredenheid van bewoners over leefbaarheid in de wijken,zoals gemeten in de monitor leefbaarheid en veiligheid, wordt gewaardeerd op minimaal 7,5 Outputindicator Alle vergunde panden die vallen onder de regeling kamerverhuur voldoen volledig aan alle wet- en regelgeving. Tegen alle niet vergunde panden wordt handhavend opgetreden. 100% van de vergunde kamerverhuurbedrijven zijn gecontroleerd. Doel voorafgaande periode 9 Wat hebben we gedaan Wat gaan we nog doen Financiële consequenties In de gemeente Deventer zijn momenteel 297 vergunde kamerverhuurpanden. Al deze panden zijn gecontroleerd op eisen van bouw- en brandveiligheid. Daar waar de panden niet voldeden zijn handhavingtrajecten gestart om dit alsnog te bevorderen. In het afgelopen jaar heeft dit geleid tot het opleggen van 11 dwangsommen. Daarnaast zijn er 6 verzoeken tot handhaving bij de gemeente binnengekomen mbt kamerverhuur. Hiervan zijn 5 verzoeken toegewezen en is actie ondernomen en 1 verzoek is momenteel nog in behandeling. De gemiddelde score met betrekking tot de tevredenheid van bewoners over leefbaarheid in de wijk is 7,2. Een van de doelstellingen van de kamerverhuurregeling is om aan maximaal 7,5% van de voor bewoning bestemde gebouwen om te zetten in kamergewijze verhuur. Door een uitspraak van de rechter over het in de regeling opgenomen overgangsrecht is het moeilijker geworden om hierop te sturen. De uitspraak zag op die panden die al voor de invoering van de kamerverhuurregeling als kamerverhuurpand in gebruik waren. Voor deze panden is het niet mogelijk een omzettingsvergunning te eisen. Dit is opgelost door een toestemmingsbrief voor voortgezet gebruik aan de pandeigenaar te verstrekken. Op deze manier hebben wij wel inzichtelijk welke panden kamergewijs verhuurd worden en of deze aan de technische eisen voldoen. De uitvoering van de regeling ligt goed op schema en er worden goede resultaten geboekt. We zijn met name erg tevreden over de werking van de regeling voor zover het de vergunde kamerverhuurpanden betreft. Weerbarstiger is het daar waar het gaat om de illegale kamerverhuur. In die gevallen dat pandeigenaren kamers verhuren zonder de hiervoor vereiste vergunning en waar legalisatie van de verhuur niet mogelijk is, zijn langdurige trajecten noodzakelijk gebleken om de overtreding te beëindigen. In de komende periode wordt het vergunning- en handhavingsprogramma strikt gevolgd. We voeren onverkort een zero tolerance beleid met betrekking tot het niet naleven van bouw- en brandweervoorschriften Vooralsnog geen. De leges voor het verkrijgen van een omzettingsvergunning zijn kostendekkend. Voor toezicht en handhaving is structureel budget opgenomen in de begroting. 2.4 Fietsendiefstallen Visie zegt Outputindicator Doel voorafgaande periode Wat hebben we gedaan Wat gaan we nog doen Plan van aanpak dat aansluit bij landelijk beleid van overheid en fabrikanten Het aantal fietsendiefstallen terugdringen Actieve voorlichting over controleacties met aandachtspunt: wie rijdt op een gestolen fiets loopt risico op een proces-verbaal Volop informatie over fietsbeveiliging via gemeentelijke website. Aantal fietsendiefstallen Voortzetting lokale samenwerking en maatregelen om fietsendiefstallen en heling tegen te gaan. De politie heeft in 2013 een aantal keren een lokfiets ingezet. Cambio ruimt in opdracht van de gemeente periodiek (wees-)fietsen op een aantal locaties. Bij opslag wordt het landelijk register voor gestolen fietsen geraadpleegd. Overwogen wordt om fietshandelaren te verplichten een digitaal opkoperregister bij te houden voor de aankoop van gebruikte fietsen (zie voor verplicht opkoperregister onder ‘woninginbraak)’. Ervaring elders met het opkoperregister heeft uitgewezen dat het landelijk register een momentopname is en dat de bewaartermijn van het opkoperregister van 5 dagen meer kans biedt om gestolen waar tijdig te traceren. De NS en gemeente werken samen aan een nieuwe fietsenstalling met toezicht bij het NS-station. De verwachting is dat dit een positieve bijdrage zal leveren 10 Financiële consequenties aan de bestrijding van het aantal fietsendiefstallen. De nieuwe tijdelijke stalling bij het station is gereed. geen 2.5 Veelplegers Uit cijfers blijkt dat veelplegers verantwoordelijk zijn voor 50% van alle vermogensdelicten. Burgers kennen de aanpak daarvan de hoogste prioriteit toe, zo blijkt uit de lokale veiligheidsmonitor. Al sinds jaar en dag blijkt de actieve Veelplegeraanpak effectief, met betrekkelijk weinig inzet van capaciteit en middelen. Uit een evaluatie eind 2012 bleek nog dat de aanpak gecontinueerd moest worden in de huidige vorm, zij het met wat aanscherpingen waarvan de voornaamste de continue inzet van daderagenten. Met deze aanpak wordt bereikt dat er actief gemonitord wordt of een veelpleger een re-integratietraject volgt dan wel vervalt in recidive. Bij recidive volgt een ISD-maatregel. Visie zegt Uit cijfers blijkt dat veelplegers verantwoordelijk zijn voor 50% van alle vermogensdelicten. Burgers kennen de aanpak daarvan de hoogste prioriteit toe, zo blijkt uit de lokale veiligheidsmonitor. Al sinds jaar en dag blijkt de Veelplegeraanpak effectief, met betrekkelijk weinig inzet van capaciteit en middelen. Outputindicator Voor iedere veelpleger wordt een plan van aanpak opgesteld binnen een hiervoor in het leven geroepen casusoverleg dat tweewekelijks bij elkaar komt. Deze plannen van aanpak zijn gericht op voorkomen van terugval naar oud gedrag. Uitstroom van veelplegers is groter dan de instroom. Vermindering aantal actieve veelplegers. Naast de afgesproken Doel voorafgaande periode intensivering van de inzet van daderagenten is de actieve veelplegeraanpak voortgezet met een plan van aanpak voor alle veelplegers, gericht op begeleiding en voorkomen recidive. Wat hebben we gedaan Voor iedere veelpleger wordt een plan van aanpak opgesteld. Deze plannen van aanpak zijn gericht op voorkomen van terugval naar oud gedrag. Uitstroom van veelplegers is groter dan de instroom: 1 januari 2013: 59 veelplegers. 1 januari 2014: 54 veelplegers. Uitstroom: 5 Instroom: 0 Uitstroom gespecificeerd: 1 wajong en huisvesting 1 studie en huisvesting 2 WWB en huisvesting 1 werk (zelfstandige) Nb: In het totaalcijfer zijn meegerekend de veelplegers die in detentie verblijven of een ISD- of een TBS maatregel opgelegd kregen. Wat gaan we nog doen De Veelplegeraanpak is succesvol waar het gaat om het actief benaderen van veelplegers. Reeds in detentie wordt al een sluitend plan opgesteld. Eenmaal op vrije voeten wordt er actief gemonitord en waar nodig ingegrepen. De aanpak is nu gekoppeld aan de aanpak op andere gebieden via het BZT. Alle veelplegers worden gevolgd in het casusoverleg. Bij de aanpak is zicht op andere problematieken door de coördinatie via het Bijzonder Zorg Team. De aanpak leidt tot een steeds verdere daling van het aantal actieve veelplegers. Dat er desondanks veel vermogensdelicten worden gepleegd is mogelijk te wijten aan andere factoren zoals landelijk opererende bendes of veelplegers van elders. De huidige aanpak wordt ongewijzigd voortgezet. De middelen voor coördinatie en trajecten bij reclasseringsinstellingen via Financiële consequenties het BZT (Meedoen) 11 Veiligheid en zorg / Veiligheid door zorg 3.1 Huiselijk Geweld Huiselijk geweld staat al lang nadrukkelijk op de agenda van de gemeente Deventer. Gebleken is dat een systeemgerichte, integrale aanpak werkt. Visie zegt Doelstelling van het gemeentelijk beleid is het stoppen en voorkomen van huiselijk geweld en het beschermen van de slachtoffers Outputindicator Voor alle doorgezette meldingen vanuit het Steunpunt Huiselijk Geweld wordt een plan van aanpak gemaakt. Doel 2013 Voortzetting ketenaanpak. Realisatie en implementatie meldcode Huiselijk Geweld voor medewerkers van de gemeente Deventer. Training vroegsignalering/hantering meldcode binnen primair en voortgezet onderwijs. Wat hebben we gedaan In 2013 zijn er 320 meldingen gedaan. Dit is een aanzienlijke stijging ten opzichte van 2012 (195). Deze stijging wordt ook elders in de regio waargenomen en kan worden verklaard uit het feit dat het thema landelijk veel publiciteit krijgt, waardoor mensen eerder geneigd zijn te melden. Voor alle casussen is een Plan van Aanpak opgesteld. Het aantal opgelegde huisverboden is met 30 nagenoeg gelijk gebleven aan 2013 (29). Geconstateerd wordt dat het aantal verlengingen van Huisverboden en recidiven In Deventer lager ligt dan gemiddeld in de regio. Waarschijnlijk speelt hier de onderscheidende werkwijze binnen de gemeente Deventer, waarbij cliënten langer worden begeleid en regie wordt gehouden zo lang als noodzakelijk, een belangrijke rol. De casusen procesregie worden inmiddels uitgevoerd vanuit het Bijzonder Zorgteam. Voor de burger die te maken krijgt met Huiselijk Geweld is er één contactpersoon. De burger wordt dus niet meer vanuit verschillende disciplines/leefgebieden benaderd. De keten rondom het thema huiselijk geweld is gestroomlijnd en functioneert goed. In september 2013 heeft het college de Meldcode Huiselijk Geweld vastgesteld. De medewerkers van de gemeente Deventer die in de uitoefening van hun ambt rechtstreeks contact hebben met cliënten of burgers, zijn op grond van de Wet verplichte meldcode verplicht een vermoeden van huiselijk geweld te melden. De Meldcode biedt hen een stappenplan. Alle medewerkers zijn inmiddels geschoold in het toepassen van de meldcode. In 2013 is ook het scholingsprogramma vroegsignalering en toepassing Meldcode voor Primair, Voortgezet en Speciaal Voortgezet onderwijs van start gegaan. Dit programma zal worden voortgezet tot einde 2015. Wat gaan we nog doen Ook is onlangs - met medewerking van de gemeente Deventer- de regiovisie Huiselijk Geweld IJsselland tot stand gekomen. Hiermee wordt voldaan aan de verplichting vanuit het ministerie van VWS om de doorontwikkeling van de aanpak huiselijk geweld op regioniveau vast te leggen in een regiovisie. De regiovisie zal, samen met de nieuwe meerjaren beleidsvisie Huiselijk Geweld gemeente Deventer, in de tweede helft van 2014 ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd. In de 12 Financiële consequenties nieuwe visie zal nadrukkelijk de aansluiting worden gezocht bij ontwikkelingen rondom de drie decentralisaties voor zover zij het thema Huiselijk Geweld raken (oa ontwikkeling van het AMHK). Dit proces wordt opgepakt in samenwerking met het programma Meedoen. De kosten voor proces- en uitvoeringscoördinatie, zorg, daderhulp, crisisdienst en juridische afwikkeling huisverboden worden bekostigd uit de gemeentelijke zorg- en veiligheidsgelden. De kosten voor voorlichting en deskundigheidsbevordering worden bekostigd uit een eenmalige reserve voortvloeiend uit een motie van de raad in 2011. 3.2 Prostitutie en mensenhandel Opzet van beleid is tweeledig: de bescherming van openbare orde en woon- en leefklimaat en het beschermen en verbeteren van de positie van de prostituees. Visie zegt Het beter in beeld brengen van de Deventer prostitutiesector en op basis hiervan maatregelen treffen ter bescherming en voorkoming van mensenhandel/uitbuiting en soortgelijke criminaliteit. Aanbieden van het uitstapprogramma van het samenwerkingsverband Scharlaken Koord, Randstad HR Solutions en de gemeente Deventer. Opnemen van voorwaarden in de vergunningen voor seksinrichtingen gericht op gezondheid, veiligheid en zelfbeschermingsrecht voor prostituees. Implementatie nieuwe Wet regulering prostitutie Outputindicator De vergunde seksinrichtingen voldoen aan alle wet- en regelgeving ter bescherming van openbare orde en het leefklimaat en de verbetering positie prostituee. Doel afgelopen periode Borgen en continuering van de aanpak ter bescherming openbare orde en woon- en leefklimaat en bescherming / verbetering van de positie van de prostituees. Doorontwikkeling van het barieremodel ter voorkoming van misstanden in de prostitutiesector Wat hebben we gedaan De vergunde seksbedrijven binnen de gemeente zijn op orde. In de periode van april 2013 t/m april 2014 zijn door de politie 46 controles uitgevoerd in de vergunde sector: Bokkingshang 10: 8x Bokkingshang 11-12: 6x Bokkingshang 15: 8x Body en sun: 5x Bookshop: 3x Temptation: 8x Club Isabelle: 8x Daarnaast zijn 3 maal controles uitgevoerd in de niet vergunde sector( in 2013: 1x en 2014 2x) Algemeen: bij controle in de vergunde seksinrichtingen zijn tijdens de genoemde periode geen misstanden aangetroffen welke wijzen op uitbuiting van de prostituees. Geconstateerd kan worden dat het aantal prostituees welke tijdens controles werden aangetroffen, is verminderd t.o.v. eerdere jaren. Vermoedelijk heeft dit te maken met de economische crisis, welke ook zijn weerslag heeft op deze bedrijfstak. Uit de gesprekken met de prostituees blijkt ook dat het aantal klantcontacten verminderd is. Landelijk is de trend zichtbaar dat prostitutie zich verplaatst van de vergunde naar de onvergunde sector. Hierbij speelt het internet een grote rol. Via anonieme seksadvertenties bieden prostituees commerciele seks aan. De politie en andere toezichthoudende partijen proberen hier via slimme tools inzicht in te krijgen. Op dit moment is onduidelijk hoe groot het aanbod van onvergunde seksaanbieders via dit soort advertenties in Deventer is. Vooralsnog kan de conclusie getrokken worden dat dit een landelijk optredend probleem is. Bij de politie Oost Nederland bestaat niet het idee dat door bijvoorbeeld de sluiting van een groot aantal ramen op 13 Wat gaan we nog doen Financiële consequenties de Bokkingshang te Deventer een aantal jaren geleden het probleem in Deventer groter is als elders. Met betrekking tot de gesloten panden aan de Bokkingshang loopt op dit moment nog een juridische procedure naar aanleiding van een buiten behandeling gestelde vergunningaanvraag. Onlangs is besloten om in afwijking van het advies van de bezwaarschriftencommissie het bezwaar hiertegen ongegrond te verklaren. Binnen het breed prostitutieoverleg zijn verdere stappen gezet tot het delen van signalen mensenhandel, zodat de verschillende samenwerkingspartners de juiste acties kunnen nemen. Door deze versterkte gezamenlijke informatiedeling van handhavings- en zorgpartners zien wij dat onze informatiepositie sterk is verbeterd. In 2013 heeft stichting de Kern het uitstapprogramma voor prostituees vorm en inhoud gegeven en hebben zij inmiddels de eerste cliënten opgepakt. De aanpak van loverboy-problematiek is geïntegreerd bij de het Bijzondere Zorg Team. Het ingezette beleid is op koers. De ontwikkelingen met betrekking tot het wetsvoorstel zullen op de voet worden gevolgd. Naar verwachting zal de nieuwe wet per 1 januari 2015 in werking treden. De kosten voor de staande aanpak kunnen worden opgevangen binnen de bestaande budgetten. 3.3 Drugs Bij drugsbeleid gaat het enerzijds om bescherming van woon- en leefklimaat, bijvoorbeeld door middel van het hennepconvenant, en anderzijds om het beperken van gezondheidsrisico’s Visie zegt Integrale aanpak via het hennepconvenant wordt gecontinueerd. Drugspanden waarbij sprake is van overlast worden bestuursrechtelijk aangepakt. Gemeentelijk beleid moet worden aangepast aan landelijke visie. Outputindicator De coffeeshops voldoen aan alle wet- en regelgeving. Afspraken in het kader van het regionale hennepprotocol worden nagekomen. Doel afgelopen periode Voortzetten drugsbeleid en continuering van de aanpak ter bescherming van openbare orde en woon- en leefklimaat en het beperken van gezondheidsrisico’s. Wat hebben we gedaan Evenals voorgaande jaren is het afgelopen jaar wederom intensief samengewerkt om de (georganiseerde) hennepteelt aan te pakken. Hierbij is niet alleen gekeken naar het oprollen van hennepkwekerijen. Ook wordt, vanuit het oogpunt van bestuurlijke en geïntegreerde aanpak ingezet op de achterliggende criminele samenwerkingsverbanden (CSV’s) waar grote winsten worden opgestreken. Wij zien dat de aanpak werkt en het aantal aangetroffen hennepkwekerijen in met name de huurwoningen van de Deventer corporaties is gedaald. In 2013 zijn in Deventer 52 kwekerijen ontmanteld (tegenover 73 in 2012 en 65 in 2011). Het lik- op stukbeleid waarbij direct, zonder waarschuwing vooraf wordt overgegaan tot ontbinding van de huurovereenkomst, de ligplaatsvergunning wordt ingetrokken of een procedure wordt gestart tot ontbinding van de standplaatsovereenkomst lijkt hier een goede bijdrage aan te leveren. De coffeeshops voldoen aan de vergunningsvoorwaarden en waar dit niet het geval is wordt opgetreden. In het afgelopen jaar is coffeeshop Maya gesloten n.a.v. een Bibob-onderzoek.. De juridische procedure hieromtrent loopt nog. De sluiting van coffeeshop Maya heeft overigens niet geleid tot een toename van drugsgerelateerde overlast rondom de overige coffeeshops. Op 25 juni 2013 is het herziene gedoog- en handhavingarrangement artikel 13b vastgesteld. In dit arrangement zijn de .afspraken vastgelegd voor wat betreft toezicht en handhaving Deventer. De politie controleert de coffeeshops in Deventer op de voorwaarden voor de gedoogbeschikking. In 2014 zijn 3 van de 4 coffeeshops gecontroleerd. Hierbij zijn geen 14 Wat gaan we nog doen Financiële consequenties overtredingen vastgesteld. Op verzoek van de raad is onderzocht wat de juridische mogelijkheden zijn van de regulering van hennepteelt. En in dit kader heeft de burgemeester het onderwerp onder de aandacht gebracht van de VNG en van de minister van V&J, onder andere door het ondertekenen van het manifest Joint Regulation, samen met 40 andere gemeenten. In het kader van de invoering van de nieuwe Drank- en horecawet en het hieruit vloeiende verplichte preventie- en handhavingsplan wordt naast preventieactiviteiten en alcoholmatiging ook aandacht geschonken aan drugspreventie onder jongeren. De integrale hennepaanpak ligt op koers. Op initiatief van politie en OM is een voorstel tot uniformering van de aanpak in het gehele landsdeel Oost in voorbereiding waarbij de Deventer/IJssellandse-aanpak model heeft gestaan. Een aanpak tegen overlast vanuit drugspanden is ontwikkeld en kan worden ingezet indien van toepassing. Op dit moment wordt er rekening mee gehouden dat door de sluiting van coffeeshop Maya, een vergunning vrij zal vallen. Er wordt een richtlijn opgesteld waarin is opgenomen op welke wijze tot vergunningverlening wordt overgegaan en welke criteria hierbij zullen gelden. In de komende periode wordt het herziene gedoog- en handhavingarrangement strikt toegepast. De kosten voor de staande aanpak kunnen worden opgevangen binnen de bestaande budgetten. Veilig opgroeien 4.1 Jeugd Met het overgrote deel van de jeugd in Deventer gaat het goed. Er is echter een klein percentage dat negatief opvalt door schoolverzuim, het veroorzaken van overlast en het plegen van criminaliteit. De gemeente Deventer werkt samen met ketenpartners aan een sluitende aanpak voor zowel de individuele jongeren, het gebied waarin zij negatief opvallen als de groep waarbinnen zij zich bewegen. Visie zegt Jongerenoverlast verder voorkomen en terugdringen. Eind 2012 moeten maatregelen duidelijk zijn om dit te realiseren Sterke regie op ketenaanpak in samenhang met jeugdbeleid Outputindicator Alle jeugdgroepen zijn volgens de shortlistmethodiek geclassificeerd en voor alle groepen is een plan van aanpak opgesteld. Doel afgelopen periode Afwaardering Criminele groep in Deventer Tegengaan Jeugdoverlast in nauwe samenwerking met politie en andere ketenpartners Wat hebben we gedaan Sinds 2012 wordt door gemeente en ketenpartners gewerkt conform de methodiek en werkwijze die is beschreven in ‘het handboek jeugdoverlast Deventer’. Alle jeugdgroepen zijn geclassificeerd conform de shortlistmethodiek waarbij in 2012 twee groepen als ‘crimineel’ werden beoordeeld. In januari 2013 is een start gemaakt met het multidisciplinair casusoverleg Criminele Groepen (CG) waarbij specifiek werd ingezet op een persoongerichte aanpak van de harde kernleden binnen de twee groepen. Aan het overleg werd deelgenomen door diverse partners binnen de straf- en zorgketen, waaronder; politie, jongerenwerk, coach, reclassering, bureau jeugdzorg, Openbaar Ministerie, Veiligheidshuis IJsselland, Gemeente Deventer. In mei 2013 heeft de politie alle groepen opnieuw beoordeeld aan de hand van de shortlistmethodiek. De criminele groepen zijn bij die gelegenheid afgewaardeerd van crimineel naar overlastgevend. De aanpak vanuit het casusoverleg is effectief gebleken. Voor de overlastgevende en hinderlijke jeugdgroepen zijn plannen van aanpak opgesteld met daarin maatregelen op individueel-, groeps- en domeinniveau. Deze plannen worden bewaakt binnen de Jeugdnetwerken (mulitdisciplinaire overleggen op wijkniveau). Het aantal 15 Wat gaan we nog doen Financiële consequenties overlastmeldingen jeugd laat in 2013 een daling zien ten opzichte van 2012. Van 931 meldingen in 2012 naar 851 meldingen in 2012. De aanpak jeugdoverlast blijft desalniettemin een aandachtspunt. Vanuit zowel de DOWR gemeenten als de regionale partners (Veiligheidshuis, OM, RvdK, reclassering) bestond de wens om In DOWR verband te komen tot een Regionaal Justitieel Overleg Risicojongeren (JOR). Dit overleg is begin 2014 van start gegaan. in het JOR IJsselland Zuid vindt een persoonsgerichte aanpak plaats van jongeren van 12 tot en met 23 jaar (en zo nodig hun omgeving) bij wie sprake is van een complexe problematiek die vraagt om een multidisciplinaire aanpak. Het gaat om jongeren die zowel binnen de zorg/hulpverleningsketen als justitieketen bekend zijn en waarbij de afzonderlijke ketens de problematiek niet (meer) effectief aan kunnen pakken (dus waarbij de zorg/hulpverlening de hulp van de justitieketen nodig heeft of vice versa). De aanpak jeugdoverlast/criminele jeugd zal worden meegenomen in de beleidsvisie ‘van Wieg naar Werk’, 3.1. In deze visie zullen ook de nieuwe bevoegdheden van de burgemeester in het kader van de nieuwe kinderbeschermingswetgeving worden meegenomen. Als gevolg van deze wetgeving krijgen burgemeesters de bevoegdheid om een zaak door tussenkomst van de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) aan de rechter voor te leggen wanneer de RvdK na onderzoek besluit om geen kinderbeschermingsmaatregel te vragen. Uitvoeringswetgeving moet uitwijzen hoe burgemeesters concreet met deze bevoegdheid dienen om te gaan. Naar verwachting wordt de uitvoeringswetgeving in mei 2014 aan de Tweede kamer voorgelegd. De ketenaanpak is deels belegd binnen de reguliere Jeugdnetwerken en deels binnen de staf Veiligheid. Bekostiging vindt plaats vanuit zowel het programma Meedoen als vanuit de reguliere Veiligheidsgelden. Veilig ondernemen, uitgaan en recreëren 5.1 KVO Een veilig ondernemersklimaat is van groot belang voor de leefbaarheid en economie van de stad, juist nu. Het Keurmerk Veilig Ondernemen (KVO) is daarbij onmisbaar. Visie zegt Rapportcijfer veiligheid op bedrijventerreinen en winkelcentra in 2014 is een 7,5. Voortzetting KVO. Outputindicator Voor ieder winkelgebied en alle bedrijventerreinen verkrijgen en behouden wij het keurmerk Doel afgelopen periode Hercertificeren winkelgebieden en alle bedrijventerreinen. Wat hebben we gedaan De essentie van KVO is de goede samenwerking. Hierdoor is het mogelijk om ondernemers beter te wapenen tegen criminele activiteiten. Criminele trends worden op de voet gevolgd en - waar mogelijk – wordt tijdig geanticipeerd. Snelle, directe communicatie is mogelijk voor KVOwinkelgebieden via website, sms, facebook en een speciaal ontwikkelde KVO-app (primeur in Nederland). Voor KVO-bedrijventerreinen geldt dat er een nauwe samenwerking is met collectieve beveiliging en I-Watch in Zwolle. De ondernemers zelf hebben een camerabewakingssysteem gerealiseerd per 1-1-2013. Inmiddels wordt zichtbaar dat het aantal 16 misdrijven op de bedrijventerreinen daalt ten opzichte van vorige jaren. Wat gaan we nog doen Alle winkelgebieden en bedrijventerreinen zijn/blijven gecertificeerd, waarbij blijvend op zoek zijn naar innovatieve instrumenten. Financiële consequenties Vanuit het programma veiligheid wordt jaarlijks een bijdrage geleverd aan de KVO-winkelgebieden voor samenwerking en randvoorwaarden (€ 26.000) naast een gelijke bijdrage van het MKB. Voor de certificering van de winkelgebieden wordt vanuit de gemeente jaarlijks circa € 10.000 betaald. Alle winkelcentra zijn aangesloten en gecertificeerd. Een effect daarvan is wel dat de kosten van het certificaat elke twee jaar (certificeringtermijn) voor elk winkelcentrum terugkomen De certificeringkosten komen daarmee gemiddeld op ca € 10.000 per jaar. Dit zijn dus niet de kosten van allerlei maatregelen die gedeeld worden door MKB en gemeente. Nog dit jaar zal worden besloten of kan worden afgezien van certificering door het KIWA/CCV zonder afbreuk te doen aan de KVO samenwerking en het bijbehorend instrumentarium. 5.2 Horeca / Geweld op straat In het in 2009 vastgestelde horecabeleid is de missie geformuleerd: groei van de horeca en minder negatieve effecten. Daarnaast is het waarborgen van veiligheid van horecabezoekers en de openbare orde een belangrijke doelstelling. Visie zegt Terugdringen van uitgaansgeweld en overlast KVU maatregelen worden uitgevoerd Uitvoering geven aan Integraal horecabeleid Implementatie nieuwe Drank- en Horecawet Outputindicator Het verder terugdringen van (objectief vastgestelde) uitgaansgeweld. Doel afgelopen periode Uitvoeren diverse maatregelen KVU waaronder structureel veiligheidsoverleg en ontzeggingensysteem. Wat hebben we gedaan Het aantal bedreigingen en mishandelingen in de uitgaansgebieden in Deventer zien wij dalen. Het rode/gele kaarten systeem (collectief ontzeggingenbeleid) werpt zijn vruchten af. Het systeem werkt als volgt: Een gele kaart wordt uitgereikt bij overtreding van de huisregels in een enkel horecabedrijf. Indien het een ernstige overtreding betreft of een herhaling van overlastgevend gedrag in een tweede horecagelegenheid dan wordt een rode kaart afgegeven. In dat geval is de overtreder een jaar lang niet welkom in alle bij het KVU aangesloten horecabedrijven. Nagenoeg alle horeca-gelegenheden met een ontheffing sluitingsuur zijn aangesloten. In 2013 zijn 13 rode en 71 gele kaarten uitgereikt. Door de extra inzet vanuit de politie op de uitgaansavonden en vroegtijdige signalering en aanpak in het kader van de kwaliteitsmeter veilig uitgaan (KVU) door de samenwerkingspartners is het prettig recreëren in de Deventer horeca. Uit de gebiedsscan van de politie blijkt dat zowel het geweld tegen overheidsmedewerkers als het horecapersoneel het afgelopen jaar licht is gedaald. Hierbij moet worden opgemerkt dat de heftigheid van geweld, mede als gevolg van excessief middelengebruik, toeneemt. Per 1 januari 2013 is de Drank- en Horecawet (DHW) gewijzigd met als voornaamste doel het alcoholgebruik onder jongeren terug te dringen. Naar aanleiding van de gewijzigde Drank en Horecawet zijn in 2013 bestaand beleid en regelgeving van de gemeente Deventer opnieuw tegen het licht gehouden waarbij is nagegaan of en zo ja, welke wijzigingen/aanvullingen wenselijk zijn. Hierbij zijn diverse ketenpartners en marktpartijen, betrokken bij het thema, geraadpleegd. De uitkomst hiervan is neergelegd in de nota ‘Uitgangspunten implementatie nieuwe Drank- en Horecawet’ welke op 30 oktober 2013 door de raad is vastgesteld. Besloten is geen nieuwe regels in te voeren en voor de 17 Wat gaan we nog doen Financiële consequenties nadruk te leggen bij het voorkomen/tegengaan van drankgebruik van jongeren in de openbare ruimte. In vervolg op de nota met uitgangspunten zal in juni van dit jaar het Preventie en Handhavingsplan DHW ter vaststelling aan de raad worden voorgelegd. Hierin is concreet uitgewerkt hoe gemeente samen met partners preventie en handhaving vorm zullen geven, welke prioriteiten gelden en welke middelen worden ingezet. Veel maatregelen die zij ingezet zijn erg effectief gebleken. De grootste meerwaarde zit in de structurele en intensieve samenwerking tussen alle relevante partners. De uitdaging naar de toekomst toe zal voornamelijk liggen om deze positieve tendens blijvend vast te houden. Vanwege decentralisatie van de Drank- en Horecawet is de gemeente met ingang van 1 januari 2013 belast met het toezicht en handhaving hierop. Bij de VJN 2012 is gemeld dat specifiek voor dit doel geen extra middelen vanuit het rijk ter beschikking zijn gesteld. Tot nu toe werd verondersteld dat de kosten voor deze nieuwe taken gedekt zouden kunnen worden vanuit de bovengenoemde geprognosticeerde meeropbrengsten horecaleges. Nu deze baten achterblijven is dit een risico. Hierdoor zijn op voorhand geen structurele middelen beschikbaar voor het uitvoeren van deze toezicht- en handhavingstaken. Over de omvang en invulling van de nieuwe taken wordt u – mede ook in relatie tot hetgeen is opgemerkt bij de leges horeca, dit voorjaar nog een afzonderlijke nota aangeboden. 5.3 Evenementen Evenementen hebben een positieve uitstraling voor de stad en het ommeland. Maar zij brengen ook veiligheidsrisico’s met zich mee. Visie zegt Evenementen waren niet als prioriteit opgenomen in de visie veiligheid. In 2011 is het beleid Trost op d’EVENEMENTEN vastgesteld. Hierin zijn de ambitie, visie en kwaliteitscriteria geformuleerd ten aanzien van de Deventer evenementen. Outputindicator Voor alle C-evenementen is vastgelegd op welke vergunningaspecten toezicht wordt gehouden en maakt toezicht onderdeel uit van het coördinatieteam Doel afgelopen periode Uitvoering van het evenementenbeleid en evaluatie van het onderdeel vergunningverlening. Wat hebben we gedaan Het afgelopen jaar zijn zo’n 800 evenementen aangemeld. Het overgrote deel hiervan betreft kleine meldingsevenementen of de weinig risicovolle A-evenementen. Daarnaast zijn 15 B-evenementen en 10 C-evenementen voorbereid waaronder de bekende Deventer evenementen als Deventer Op Stelten, boekenmarkt en Dickens. Bij de voorbereiding en uitvoering van risicovolle evenementen wordt conform beleid nauw samengewerkt met de organisator , de parate hulpdiensten en de veiligheidsregio. Tijdens het evenement wordt regie gevoerd vanuit een multidisciplinair coördinatieteam samen met de evenementenorganisator. Alle evenementen zijn goed verlopen en er hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan. Het vergunningendeel van het beleid is in het afgelopen jaar samen met de verschillende organisatoren en hulpdiensten geëvalueerd. Een van de punten die wat betreft veiligheid van evenementen naar voren kwam was de wijze waarop de Deventer omgaat met aangevraagde tijdelijke constructies. Dit onderdeel zijn we op dit moment aan het uitwerken naar een zo praktisch mogelijke, maar wel zo veilig mogelijke werkwijze. Dit doen wij samen met een aantal marktpartijen (organisatoren en leveranciers tenten en podia). Voor de zomervakantie verwachten wij dat er een voorstel ligt wat ook bestuurlijk wordt gedragen en waarmee we vervolgens mee gaan werken. Naast het aspect tijdelijke constructies is door de organisatoren gevraagd of wij opnieuw naar een aantal voorschriften willen kijken. Het verzoek was om meer maatwerk te leveren. Dit doen wij nu door aan de voorkant van het vergunningproces intensiever in overleg met de organisator te 18 Wat gaan we nog doen treden, om daarmee specifieker in beeld te krijgen wat aangevraagd wordt. Op die manier kunnen wij beter inschatten welke maatregelen nodig zijn en hoeven wij niet meer van de organisator vragen dan nodig is. Een ander punt uit de evaluatie was de vraag van organisatoren om eerder de vergunning te verlenen, zodat er voldoende tijd overblijft om in de praktijk uitvoering te geven aan de voorschriften die gesteld worden op dit punt hebben wij een slag gemaakt voor zover wij dit kunnen beïnvloeden. Dit jaar wordt een groot aantal van de vergunningen eerder verleend. Dit komt o.a. omdat wij actief bellen met organisatoren van jaarlijks terugkerende evenementen om hun aanvraag tijdig in te dienen. De uitvoering van het beleid is op schema. Op basis van de hierboven beschreven evaluatie zullen daar waar hiertoe aanleiding bestaat (operationele) aanpassingen worden gedaan. Daarnaast zullen de ontwikkelingen op het gebied van evenementen in het kader van de economische visie (boeiende be-leefstad) worden gevolgd. Algemene tendens is dat het aantal evenementen waarvoor een vergunning wordt aangevraagd,stijgt. Daarnaast worden evenementen steeds grootschaliger en complexer. De gemeente bevindt zich daarbij vaak in een complex krachtenveld; enerzijds willen we zo veel mogelijk tegemoet komen aan de wensen van organisatoren, anderzijds neemt, met name ook bij burgers, het draagvlak voor grootschalige evenementen af. 5.4 Voetbal Voetbal moet aantrekkelijk en veilig zijn. Voetbalveiligheid vraagt om een goed samenspel tussen de ‘voetbalvierhoek’: gemeente, regiopolitie, Openbaar Ministerie en de betaald voetbalorganisatie. Visie zegt Voortgang van de intensieve en pro-actieve samenwerking binnen het VOGA en aanpak hooligans. Terugdringen van politie inzet. Streven naar normalisatie. Outputindicator Minder politie inzet, dalende lijn stadionverboden Doel afgelopen periode De organisatie rondom voetbal en veiligheid doorontwikkelen zodat wordt tegemoet gekomen aan de eisen die de eredivisie aan de veiligheidsorganisatie, en de samenwerking binnen de voetbalvierhoek, stelt. Wat hebben we Het hernieuwde optreden in de eredivisie het afgelopen seizoen heeft veel gedaan? van de voetbalveiligheidsorganisatie gevraagd.; In de eredivisie acteren een groot aantal clubs met in de achterband hooligans die ernstig ontoelaatbaar gedrag vertonen. Hoewel de eigen aanhang van Go Ahead Eagles zich in zeer overwegende mate op een positieve wijze onderscheid moeten we onze ogen niet sluiten voor de andere kant (overlastgevend gedrag tijdens zowel uit- en thuiswedstrijden als ook buiten wedstrijden om).Het lerend vermogen van de veiligheidsorganisatie (club, politie, OM, gemeente) bleek echter groot; met elkaar is met in staat gebleken ernstige incidenten te voorkomen. Dit met uitzondering van een incident rondom de thuiswedstrijd tegen NEC, waarbij supporters vernielingen in rondom het stadion hebben gepleegd. Gebleken is dat de hooligan doelgroepaanpak, waarmee enkele jaren geleden al is gestart, met name dit seizoen zijn vruchten afwerpt. De informatiepositie is goed. Er zijn het afgelopen jaar door de politie nagenoeg geen aanhoudingen verricht. In totaal heeft de inzet van politie rondom thuiswedstrijden dit seizoen 5.500 uur gevraagd. Voorgaand seizoen was dit 4000 uur. Een stijging van 37,5 procent. Gelet op het feit dat wij dit seizoen te maken hadden met een veel groter aantal (potentiële) risicowedstrijden dan vorig jaar (zo werden we onder andere geconfronteerd met hoge risicowedstrijden tegen Ajax, Zwolle en Twente) is dit geen disproportionele stijging. In de zomer van 2014 zal functioneren van de voetbalvierhoek in het Wat gaan we nog doen afgelopen jaar, uitvoerig worden geëvalueerd. Hierbij zal worden gekeken naar: - Optreden en samenwerking voetbalvierhoek op zowel strategisch als operationeel niveau 19 Financiële consequenties - Fysieke veiligheid in –en rondom het stadion - Doelgroepen aanpak. Voor wat betreft dit laatste punt het volgende: Zowel landelijk als ook in Deventer wordt geconstateerd dat een nieuwe generatie voetbalhooligans zich aandient die om een aangepaste aanpak vraagt. De nieuwe hooligan is een gelegenheidshooligan, die over het algemeen erg jong is en onbekend bij de voetbaleenheden van de politie. Vaak is dit type relschoppers al wel eerder met de politie in aanraking geweest, veelal in verband met jeugdoverlast of deelname aan een problematische jeugdgroep. Ze hebben geen duidelijke groepsstructuur, zijn niet hiërarchisch ingericht, zoals de traditionele georganiseerde hooligans en hebben een minder grote verbondenheid met de clubs. Dit laatste maakt dat clubgeboden maatregelen (zoals stadionverboden) minder effectief zijn. Medio 2014 zal de huidige doelgroepen aanpak worden geëvalueerd waarbij zal worden nagegaan op welke wijze (nog) beter kan worden ingespeeld op de nieuwe doelgroep. De instrumenten die worden aangereikt vanuit de nieuwe Voetbalwet (die momenteel wordt behandeld in de Tweede kamer) zullen hierin worden meegenomen. Het komende jaar zal, zoals elk jaar, het voetbalconvenant - met daarin de afspraken rondom Veiligheid in het nieuwe seizoen- met de partners binnen de Voetbalvierhoek worden opgesteld. Punt van aandacht blijf, ook in het komende seizoen, de intensieve investering in de fysieke veiligheid in en rondom het stadion. De formatie voor Voetbal is in het afgelopen periode uitgebreid. Dit dat in ieder geval voor het komende seizoen worden gecontinueerd. Bestuurlijke aanpak (georganiseerde criminaliteit) 6.1 Bibob / Bestuurlijk instrumentarium De bestuurlijke aanpak van (georganiseerde) criminaliteit is gericht op het voorkomen en tegengaan van situaties waarin criminelen (on)bedoeld door de overheid worden gefaciliteerd, de vermenging van onder- en bovenwereld, witwassen van crimineel verkregen vermogen, specifiek in relatie tot onroerend goed en het tegengaan van economische machtsposities die worden opgebouwd met crimineel geld. Een belangrijk instrument bij de bestrijding van georganiseerde criminaliteit is de wet Bibob. Visie zegt Georganiseerde criminaliteit tegengehouden door inzet Bibobinstrumentarium Deskundigheidsbevordering van medewerkers Intensieve samenwerking met en opdracht aan RIEC om branches te screenen. Onderzoek naar mogelijkheden om Bibob-instrumentarium uit te breiden naar andere branches en beschikkingen Outputindicator Van alle aanvragen voor vergunningen, subsidies en aanbestedingen die binnen werkingsgebied van Bibob vallen, beoordelen wij of toepassing van de Bibob-toets noodzakelijk is. Doel afgelopen periode Uitvoering Bibib-beleidslijn. Doorontwikkeling van de bestuurlijke en geïntegreerde aanpak. Wat hebben we gedaan In het afgelopen jaar hebben wij na eigen vooronderzoek, in 3 gevallen besloten een Bibob-advies aan te vragen bij het landelijk bureau. In één geval heeft dit geleid tot intrekking van de aanvraag om exploitatievergunning door aanvrager. In één geval heeft dit geleid tot een negatief advies waarbij werd aangegeven dat er ernstig gevaar bestond dat de gevraagde vergunning misbruikt zou worden voor criminele activiteiten. Naar aanleiding van dit advies is de vergunningaanvraag geweigerd en is de openbare inrichting (coffeeshop Maya) met toepassing van bestuursdwang gesloten. Recentelijk is beroep aangetekend bij de rechtsbank tegen de sluiting nadat de gemeente in het gelijk was gesteld in bezwaar. In het derde geval is door het landelijk bureau Bibob 20 Wat gaan we nog doen Financiële consequenties geadviseerd dat er geen gevaar bestaat dat de vergunning gebruikt zal worden voor criminele activiteiten. De komende periode zal een beslissing op de aanvraag worden genomen. We hebben in samenwerking met de kansspelautoriteit en de belastingdienst regelmatig opgetreden tegen illegaal gokken (in theehuizen). In het afgelopen jaar is gezamenlijk met verschillende (handhavings)partners als politie, belastingdienst, OM, arbeidsinspectie en het RIEC verder gewerkt binnen tweetal casustafels. Deze casustafels zijn door de lokale driehoek ingesteld om een op basis van signalen van misstanden een nadere analyse te maken en een (handhavings)strategie te ontwikkelen. De ervaring leert dat dit zeer complex is. Het blijkt een behoorlijk opgave om signalen en onderbuikgevoelens te staven aan de hand van feiten. Wel worden er vorderingen geboekt doordat alle partners elkaar beter weten te vinden en sneller tot een gezamenlijk beeld komen. Gelet op de gevoeligheid en vertrouwelijkheid van de materie kunnen we op inhoud geen nadere mededelingen doen. Duidelijk is dat met het al dan niet honoreren van een aanvraag grote financiële belangen van aanvragers in het geding kunnen komen. Er wordt dan ook vaak alles op alles gezet om BIBOB procedures (in langdurige juridische procedures) aan te vechten. Dit vraagt veel van betrokken gemeente ambtenaren, zowel in capaciteit als in kwaliteit. Vaak is inhuur van externe expertise noodzakelijk. Het tegenhouden van georganiseerde criminaliteit is een lastig te omschrijven outputindicator. Wel worden stappen gezet tot het beter in beeld brengen hiervan door een effectieve samenwerking en informatiedeling. De overige doelstellingen worden gehaald. In het komende jaar wordt de mogelijkheid tot het screenen van vastgoedtransacties opgenomen in de BIBOB-beleidslijn. We zijn zeer alert op criminele samenwerkingsverbanden zoals de ontwikkelingen ten aanzien van 1% motorgangs. We passen consequent het barrièremodel toe. Voor de uitvoering van het Bibob-instrumenatrium zijn geen structurele middelen opgenomen in de begroting. Gelet op de complexiteit van Bibobzaken, de grote economische en financiële belangen en het juridische afbreukrisico wordt op basis van de feitelijk gemaakte kosten in de afgelopen jaren ( 2012: € 71.208,69 / 2013: € 5407,71 en 2014 1e kwartaal € 15000,-) is bij de VJN 2014 voorgesteld een bedrag van € 40.000,- structureel aan de begroting toe te voegen Veiligheidshuis 7.1 Veiligheidshuis Het Veiligheidshuis IJsselland heeft vorm gekregen. Eén van de succesfactoren is de ketenaanpak (verbinding zorg- en veiligheidsbeleid) en de voortvarendheid waarmee complexe casussen kunnen worden opgepakt. Visie zegt Deventer doet mee aan het Veiligheidshuis IJsselland met als doel de koppeling tussen zorgbeleid en veiligheidsbeleid te verbeteren en de ketenaanpak verder te vervolmaken. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. Outputindicator Aantal casussen waarop binnen het Veiligheidshuis een aanpak is ontwikkeld Doel afgelopen periode Optimaliseren samenwerking van de partners binnen het Veiligheidshuis. Voor elke casus een plan van aanpak. 21 Wat hebben we gedaan? In 2013 heeft het Veiligheidshuis IJsselland op regioniveau deelgenomen aan in totaal 359 Multidisciplinaire overleggen (overleg op casusniveau bij complexe problematiek met zorg- en veiligheidscomponent). Dit terwijl er voor 2013, 278 MDO’s waren geprognosticeerd. Voor Deventer zijn in totaal 150 MDO’s uitgevoerd. Daarnaast heeft het Veiligheidshuis in 2013 ingezet op de volgende ontwikkelingen: - Ondersteuning bij de totstandkoming van het JOR IJsselland Zuid ( zie verder onder het thema Veilig Opgroeien) - Opstellen van een samenwerkingsmodel voor de lastige plaatsbare groep binnen de regio: GGZ-agressie/criminaliteit. Samenwerkende partijen hierin zijn: 11 gemeenten, OM, GGZ, politie, Tactus Verslavingsreclassering, Leger des Heils reclassering, Reclassering Nederland en de GGD IJsselland. Inmiddels hebben alle partijen getekend en contactpersonen aangewezen. In 2014 zal dit initiatief een vervolg krijgen. - Stroomlijnen van gemeentelijke casusaanpak zorg/veiligheid met de ZSM aanpak. Binnen de ZSM aanpak pakken politie, OM en strafrechtelijke ketenpartners veelvoorkomende misdrijven op daadkrachtige wijze aan. In de ZSM-werkwijze beslissen zij na aanhouding van de verdachte zo spoedig mogelijk over het afdoeningstraject. Het is van groot belang dat bij de afdoening, de informatie die voorhanden is vanuit het lokale casusoverleg wordt meegenomen. Het veiligheidshuis heeft een verbeterslag gemaakt door de informatie , afkomstig vanuit de lokale overleggen, structureel op te nemen in het politie-informatie systeem Amazone, welke door de strafrechtelijke keten bij afdoening wordt geraadpleegd. De afstemming loopt beter, maar is nog niet altijd vlekkeloos. Het veiligheidshuis participeert in een landelijke pilot op dit thema - Specifiek in Deventer heeft de Veiligheidsmakelaar geïnvesteerd op een casusaanpak voetbalhooligans (donderrode groep) waarbij is nagegaan welk instrumentarium partners ter beschikking staat in de aanpak van deze groep. De voorgestelde maatregelen zullen worden meegenomen in de evaluatie van de doelgroepaanpak voetbal hooligans (zie verder onder Voetbal). Wat gaan we nog doen Het veiligheidshuis zal in de komende periode een ondersteunende rol vervullen bij de koppeling van het Veiligheidsdomein aan het Sociaal domein in het kader van de drie transities. Het zal dan gaan om zowel deskundigheidsbevordering, ondersteuning ten aanzien van beleidsontwikkeling als begeleiding op casusniveau. De gemeente Deventer heeft in 2013 voor een bedrag ter hoogte van € 27.650 bijgedragen aan het veiligheidshuis. Deze middelen zijn bekostigd vanuit het programma Veiligheid. Bij de jaarrekening 2012 is door de Stuurgroep Veiligheidshuis het besluit genomen dat bij de jaarrekening 2013 gekeken zou worden of er eenmalig een korting op de bijdragen van gemeenten wenselijk is om de reserve op de maximale hoogte van € 50.000,= te brengen. Door het positief resultaat van 2013 is de hoogte van de reserve ultimo 2013 € 120.236,=. Op korte termijn zijn geen investeringen te verwachten en een teruggaaf van een deel van de reserve aan de gemeenten is mogelijk. Voor de gemeente Deventer bedraagt de teruggave € 17.752. Financiële consequenties Brandweer en rampenbestrijding 8.1 Brandweer en rampenbestrijding De organisatie en uitvoering van crisisbeheersing en rampenbestrijding ligt voornamelijk bij de veiligheidsregio IJsselland in nauwe samenwerking met alle 11 gemeenten. De gemeente wordt bij deze taken steeds meer geconfronteerd met wettelijke, operationele eisen. De brandweer is per 1-12014 een regionaal korps en daarmee een belangrijk onderdeel van de veiligheidsregio. De 22 gemeente levert een evenredig aandeel in de intergemeentelijke crisisorganisatie onder de naam Bevolkingszorg. Visie zegt De brandweer en gemeentelijke rampenorganisatie voldoen aan wettelijke eisen, regionale afspraken en kennen actuele plannen. Outputindicator Doel afgelopen periode Voldoen aan wettelijke eisen en afspraken m.b.t. personele invulling en opleiding en oefening Wat hebben we gedaan De brandweerorganisatie is per 1-1-2014 geregionaliseerd. Aan alle wettelijke eisen voor de crisisorganisatie is steeds voldaan door aanwijzing personeel, scholing en oefening conform regionale afspraken van alle functionarissen in de intergemeentelijke crisisorganisatie Team Bevolkingszorg. Verder gerealiseerd: 2 grootschalige regionale oefeningen 1 oefening van (loco-)burgemeesters 1 oefening van het gemeentelijk beleidsteam Vanuit het bestaande piket voor openbare orde en veiligheid wordt ondersteuning geboden aan de burgemeesters van Olst-Wijhe en Raalte. Wat gaan we nog doen Financiële consequenties De crisisorganisatie en de gemeentelijke kolom in het bijzonder, wordt geconfronteerd met toenemende kwaliteitseisen qua voorbereiding en inzet. Deze eisen zullen in de toekomst – met name op het vlak van persoonlijke competenties van medewerkers en de mate van geoefendheid –nog verder toenemen. In samenwerking met andere hulpdiensten en de 10 andere gemeenten wordt voldaan aan de wettelijke eisen. De intergemeentelijke samenwerking noodzaakt alle gemeenten tot een gelijktijdige inspanning. Als gevolg van succesvolle regionalisering van de brandweer per 1-12014 is de gemeente als opdrachtgever gaan optreden richting regionale brandweer IJsselland. De raad kan zo sturing blijven geven aan de uitvoering van brandweertaken. In 2014 zal een bestaand protocol voor sociale calamiteiten worden geactualiseerd. Nog in 2014 worden het regionale crisisplan, het teamplan bevolkingszorg, handboeken en een verplicht rampenbestrijdingsplan geactualiseerd. Naast de reguliere bijdragen geen extra claim. Communicatie 9.1 Communicatie algemeen Betere en frequentere communicatie kan bijdragen aan een effectiever veiligheidsbeleid en zorgen voor meer betrokkenheid bij dat beleid. Visie zegt De nadruk in de aanpak moet liggen op beleving van veiligheid en op het nemen van eigen verantwoordelijkheid. Deze ambitie moet worden vertaald in een vernieuwde communicatieaanpak, die Deventer samen met politie gaat opstellen en uitvoeren. Doel afgelopen periode Bepalen gezamenlijke communicatiestrategie Wat hebben we gedaan Politie en gemeente trekken inmiddels samen op in de communicatie over: Burgernet, veilig wonen, veiligheid rond evenementen, uitgaan en voetbal. Onderdeel van de kernboodschap is een appèl doen op de eigen verantwoordelijkheid van inwoners en bedrijven. Veiligheid maak je samen. Ook met Go Ahead Eagles en andere partners werken we langs die lijn. De rol van de gemeente verandert daardoor ook. Wij zijn niet altijd de partij die communiceert of de communicatie organiseert. We doen dit gezamenlijk en soms de partner alleen. Het veiligheidsgevoel van mensen blijft achter bij de objectieve cijfers over veiligheid. Dit is een landelijk fenomeen dat (deels) kan worden 23 Wat gaan we nog doen Financiële consequenties ondervangen door in de communicatie meer nadruk te leggen op veiligheid dan op onveiligheid. Het communiceren van veiligheid is dan ook een van de uitgangspunten. Verder uitbouwen van de gezamenlijke communicatiethema’s met de politie en andere partners. Aandachtspunten zijn het ontbreken van budget voor communicatieactiviteiten en het wegbezuinigen van communicatie-expertise en -uitvoering bij de politie. - 9.2 Burgernet Burgernet is een instrument waarmee de politie burgers kan vragen om te fungeren als extra oren en ogen in de gemeente bij heterdaad-zaken als overvallen of vermissingen. De politie verzendt berichten. De gemeente werft de deelnemers en betaalt de kosten van registratie en het administratieve beheer door de politie. Visie zegt In 2013 heeft de raad besloten tot invoering van Burgernet in Deventer voor 1-1-2014. Outputindicator Invoering voor 1-1-2014 Doel afgelopen periode Wat hebben we gedaan Wat gaan we nog doen Financiële consequenties Burgernet operationeel. Deelname aan Burgernet , eind 2014 circa 8-9% van aantal inwoners. Sinds 1-12-2013 is Burgernet in Deventer operationeel. In april 2014 bedroeg het aantal deelnemers 7.300 (7,4%). Over de effectiviteit is nog niet veel bekend gezien de korte termijn waarop Burgernet actief is. In 2014 zal een herhaalde wervingsactie plaatsvinden om het aantal deelnemers te verhogen cq op peil te houden. Ook de spreiding van deelnemers over de gemeente is een punt van aandacht. . Een deel van het succes van de wervingsacties zal afhangen van het gebruik (politie) en succes van de Burgernetacties in 2014. Gezien de toename van woninginbraken is het dringend gewenst dat ook deze categorie misdrijven wordt toegevoegd aan de Burgernetacties. Dit zal de effectiviteit en het animo voor deelname vergroten. Via een motie is jaarlijks € 30.000 uitgetrokken voor Burgernet. In 2014 worden hieruit de kosten van relatiebeheer door de politie en herhaalde werving (communicatie, drukwerk) betaald. Toezicht 10. 1 Toezicht Team Toezicht houdt bestuursrechtelijk en strafrechtelijk toezicht op het gebied van openbare orde, milieu en bouwen & wonen ter bevordering van een veilige, gezonde en leefbare omgeving en het verbeteren van het veiligheidsgevoel van burgers. . Visie zegt • Het door het college en raad begin 2013 geaccordeerde plan Toekomst Toezicht wordt uitgevoerd. • Het jaarlijkse Handhavinguitvoering- programma(HUP) wordt uitgevoerd. • 80 % van de meldingen worden binnen drie werkdagen in behandeling genomen. • Er worden 13.000 verbalen op jaarbasis geschreven. Toekomst Toezicht/ Taakstelling In januari 2013 is een nota aan college en raad voorgelegd over de toekomst van team Toezicht in het licht van de stevige bezuinigingen. In totaal moet er een bedrag bezuinigd worden van afgerond € 720.000, - waarvan het overgrote deel in de periode 2012 tot en met 2014 gerealiseerd moet worden. Ten gevolge van deze bezuinigingen is team Toezicht een stuk kleiner geworden( schrappen van 15 werkervaringsplaatsen en 7,2 formatieplaatsen). 24 In de nota is een toelichting gegeven op: • de taakstelling en de directe consequenties: het realiseren van de taakstelling ligt op schema. • het al dan niet inbedden van nieuwe taken: toezicht evenementen en diftar, is succesvol gerealiseerd in 2013. Toezicht horeca is zeer sterk beperkt vanaf 1 januari 2014 vanwege het wegvallen van budget( in principe alleen excessen en handhavingverzoeken is de lijn). Voor de Drank- en Horeca Wet is op jaarbasis gedurende een periode van 3 jaar € 30.000,beschikbaar voor jeugd en alcohol in de openbare ruimte; aan de hand van een preventieplan wordt daar vanaf medio 2014 invulling aan gegeven. • de consequenties van nieuwe ontwikkelingen: de nieuwe BOA- opleiding is gestart, de regionalisering is volop in ontwikkeling( RUD en DOWR) en de verschuiving van strafrecht naar bestuursrecht en de gevolgen van de kerntakendiscussie bij de politie zien we terug in de dagelijkse praktijk. Veiligheid Zowel uit ervaringen al uit cijfers blijkt dat de kans om met agressie te maken te krijgen voor BOA’s is toegenomen. In het komende jaar wordt nagegaan of de uitrusting van BOA’s daarop kan worden aangepast. Daarnaast wordt in de jaarlijkse beroepsvaardigheden training specifiek aandacht besteed aan de vaardigheden om met (fysieke) agressie om te gaan zelfverdediging/ handgrepen. Meldingen De cijfers met betrekking tot de meldingen worden in deze rapportage mede genoemd vanwege een eerder verzoek uit de raad. Voor team Toezicht zijn de meldingen een belangrijke basis voor de inzet van toezichthouders ( naast input buurt veilig, signalen politie, eigen waarneming en diverse projecten). In 2013 zijn in totaal 4760 meldingen gedaan. Opvallend gestegen zijn de meldingen over afval, parkeeroverlast ( schilwijken), verkeersveiligheid, overlast personen en algemene veiligheid. De afspraak is dat Toezicht meldingen binnen 3 werkdagen oppakt en terugkoppelt aan de melder. Dit wordt in de praktijk ook in de meeste gevallen gerealiseerd ( rond de 85%). KIM /Mozard -categorie: 2009 2010 2011 2012 2013 Aangetroffen goederen 631 632 572 Afval 2209 1290 3079 Bouwen 32 0 50 Bodem 14 5 5 Parkeeroverlast 323 199 375 Sluizen 5 0 Overlast personen, vernieling algemeen 13 21 58 214 47 Overlast personen, overlast volwassenen 21 73 76 137 Overlast personen, overlast jeugd 33 118 109 47 Openbare veiligheid, gevaarlijke 59 102 91 14 242 verkeerssituatie Openbare veiligheid, algemeen 41 98 113 45 133 Milieu, overige klachten buiten 29 58 64 76 52 Hondenpoep, overlast/handhaving 73 241 249 146 Geluidsoverlast, geluidsoverlast personen 17 36 109 8 21 Meldingen categorie Overig (niet 442 981 1078 noodzakelijk overlast) Verbalen. In 2013 zijn in totaal 13.238 verbalen geschreven. Ter vergelijking in 2012, 2011 en 2010 zijn er respectievelijk 14.817,15.038 en 15.850 verbalen geschreven(de GSB- norm was 13.000). In de afgelopen jaren is het aantal uitgeschreven verbalen gedaald. In 2013 speelt daarbij een rol dat de betalingsbereidheid groot is en er minder geparkeerd wordt. Verloren en gevonden voorwerpen. In 2013 is er 823 maal aangifte van verloren goederen( 2012: 632 maal) en 679 maal van een gevonden goed(2012: 474 maal). Een forse stijging van de meldingen verloren en gevonden goederen ten opzichte van het voorafgaande jaar. Uiteindelijk zijn er wel minder goederen teruggekeerd bij de rechtmatige eigenaar( 243 stuks). In vergelijking met 2012 is dat percentage 25 gedaald van 50% naar 35%( voor 2012 lag dat percentage rond de 15 %). Het werken met een landelijke database maakt het eenvoudiger om beide zaken te melden, zeker nu deze steeds bekender en breder verspreid wordt. Handhaving Uitvoering Programma (HUP) In februari heeft het college het HUP 2014 vastgesteld en is het ook besproken in de gemeenteraad. De raad heeft daarbij aangegeven in het vervolg eerder bij de opstelling van het HUP betrokken te willen worden om invloed te hebben op de prioritering. Dit heeft ook geleid tot een motie van de raad m.b.t. de onderwerpen hondentoezicht, afval, reclame en asbest. Vanwege de verschillende bevoegdheden per vakdiscipline is het overigens niet altijd mogelijk taken uit te ruilen. Het HUP is ook dit jaar opgesteld samen met de gemeenten Olst- Wijhe en Raalte (DOWR- verband). Het gezamenlijke programma is een gevolg van de intensievere samenwerking tussen de drie gemeenten. Wel stelt iedere gemeente zijn eigen prioriteiten, zodat op de lokale situatie kan worden ingespeeld. Daarnaast speelt de daadwerkelijke wabo –brede invulling van de Regionale Uitvoering Dienst(RUD) een belangrijke rol. Binnenkort wordt de evaluatie van het HUP 2013 aan het college voorgelegd en ter kennisneming aan de raad gestuurd. Voor het HUP 2015 zullen wij, conform de in het collegeprogramma neergelegde uitgangspunten, nagaan hoe wij vanuit de samenleving meer betrokkenheid kunnen organiseren ten aanzien van de prioriteitenstelling en de uitvoering. 26
© Copyright 2024 ExpyDoc