HC 4. Constitutionele traditie Duitsland

Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
HC 4. Constitutionele traditie Duitsland
Duitsland heeft een vrij complexe politieke en constitutionele geschiedenis. Net zoals
vorige week zal ten eerste de politieke geschiedenis aan bod komen en ten tweede de
aspecten van de constitutionele geschiedenis.
Politieke achtergrond
Middeleeuwen tot 1806: Heilig Roomse Rijk
Op het eerste gezicht lijkt een parallel aanwezig te zijn tussen Frankrijk en Duitsland
vanaf de Middeleeuwen. In Frankrijk krijgt de vorst het voor elkaar andere territoriale
vorsten binnen het Koninkrijk uit te schakelen. De vorst is vanaf de 16de eeuw dan een
exclusieve soeverein. In het Keizerrijk, zoals men dan Duitsland noemt, heeft men in het
begin een situatie die analoog is aan de situatie van Frankrijk. In het Keizerrijk is de
Keizer een territoriale vorst naast anderen territoriale machten en probeert alle macht
naar zich toe te trekken. Vanuit dit gelijke uitgangspunt, zullen de uitkomsten in beide
landen verschillend zijn. In tegenstelling tot de Franse koningen, zal de Keizer er niet in
slagen om de andere territoriale vorsten uit te schakelen of te onderwerpen. De Keizer
kan het zich niet permitteren om zich te bemoeien met andere machten. Sterker nog, de
territoriale vorsten zullen met de tijd een steeds grotere autonomie krijgen. Het keizerrijk
blijft desondanks bestaan tot 1806 als het Heilig Roomse Rijk van de Duitse Natie.
In dit keizerrijk is de Keizer slechts één territoriale vorst naast andere territoriale
machten. Hij is een zeer belangrijke vorst, met veel bevoegdheden maar hij heeft niet de
bevoegdheid om zich te mengen met andere territoriale machten. Er bestaat binnen het
Keizerrijk dus een ontwikkeling naar quasi onafhankelijke territoriale vorsten. . Deze
territoriale vorsten, steden of andere vormen van politieke entiteiten, zijn er heel veel.
Die situatie, is op het eerste gezicht een uitzondering op de ontwikkeling zoals deze in
week 1 besproken is: van exclusieve naar concurrerende soevereiniteit. dit is echter
niet helemaal het geval. De soevereiniteit binnen het Keizerrijk wordt wel gedeeld, door
enerzijds de Keizer en anderzijds de territoriale vorsten, maar de ontwikkeling naar het
moderne exclusieve soevereiniteitsbegrip is ook terug te vinden in de Duitse gebieden.
Dit gebeurt niet op het niveau van het gehele Keizerrijk, maar steeds meer op het niveau
van de individuele vorstendommen. Het moet genuanceerd zijn: de vorsten verwerven op
geen ogenblik de volledige soevereiniteit, maar hun bevoegdheden en politieke macht
zullen zo groot worden, dat het lijkt op de macht van soevereine vorsten binnen Europa.
Soeverein in het Keizerrijk, zijn de Keizer en de vorstendommen. Duitsland wordt door
auteurs ook wel een juridisch monster genoemd. Hiermee bedoelen zij dat Duitsland niet
tot één bepaald type staatsvorm hoort, maar een combinatie is van verschillende types.
Er is geen sprake van een monarchie of oligarchie. De auteurs zeggen, dat het geen
volledige monarchie kan worden genoemd, omdat er geen monarch is met de volledige
soevereiniteit. Er is daarnaast ook geen sprake van een oligarchie, want de territoriale
vorsten hebben ook niet de volledige soevereiniteit.
De algemene ontwikkeling is dus: het Keizerrijk blijft bestaan, maar de keizer slaagt er
niet in om buiten zijn eigen vorstendom politieke machten te hebben. De macht van de
territoriale vorsten daarentegen blijft groeien.
In de 18de eeuw zal er een van de grootste politieke ontwikkelingen binnen het Heilig
Roomse Rijk zijn. Twee verschillende vorsten zullen als rivaal tegen elkaar optreden voor
het leiderschap. Sinds de 15de eeuw, leverde het Habsburgse Huis van Oostenrijk
zonder onderbreking de Keizer. In de 18de eeuw komt hier beweging in. Een van de
territoriale vorsten, die dan in Pruisen zit (voor een deel in het Heilig Roomse Rijk en
voor een deel erbuiten), zal meer het primaatschap opeisen. Er ontstaat rivaliteit met de
Oostenrijkse Habsburger die de Keizerstitel heeft.
Facebook.com/SlimStuderen
1
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
Deze Oostenrijks-Pruisische rivaliteit, gaat niet alleen maar om de Keizerstitel, die
eigenlijk slechts een symbool van leiderschap is. Er bestaan daarnaast ook nog andere
factoren waarin de twee partijen van elkaar verschillen. De Pruisen staan voor het
noorden en staan voor een protestantse cultuur, tegenover Oostenrijk, welke staat voor
het zuiden en een katholieke structuur. Naast dit ideologisch element, verschillen zij ook
met hun ideeën over de staatsvormen. Het Oostenrijks model, is een model dat kan
leven met een vrij los statenverband, waarin er een grote autonomie voor de
vorstendommen bestaat. Bij de Pruisen komt het idee van een meer strakke
staatsvorming.
Ondanks alle ontwikkelingen, blijft het Heilig Roomse Rijk bestaan. Het wordt opgeheven
in 1806 onder externe druk. De Habsburgse vorst blijft Keizer, omdat hij zijn eigen
territoria als Keizerrijk kan beschouwen. Hij laat zich dus uitroepen tot Keizer binnen die
territoria. Het keizerschap van het geheel van de Duitstalige gebieden houdt op in 1806.
Het Heilige Roomse Rijk ca. 1789
Binnen de dikgedrukte lijn bevindt zich het Heilig Roomse Rijk. Rechtsboven op de kaart
ligt het Pruisische rijk. Het donkere gedeelte ligt binnen het Rijk, het lichte gedeelte
buiten het Rijk. Het grote grijze gebied, is alles dat tot het Oostenrijkse huis hoort. Het
mozaïek van alle andere kleuren, zijn de andere vorstendommen waar overal veel
autonomie heerst.
1806-1871 zoektocht naar Duitse eenheid
In de 19de eeuw komt er een algemene context van nationalisme. Steeds meer wordt het
model waarnaar men streeft, dat een bepaalde natie/volk een eigen staat heeft. Zo krijgt
men dus enerzijds een meer traditionele gedachte die zich vasthoudt aan de autonomie
van de vorstendommen en anderzijds een meer algemene Duitse beweging die staat voor
een Duitse staat.
De vraag die in de 19de eeuw centraal staat is:
Op welke manier, volgens wel model gaat de Duitse nationale eenheid zich vormen?
Deze vraag wordt beheerst door de reeds geziene Oostenrijks-Pruisische rivaliteit.
De dynamiek en de democratische en economische kracht ligt aan de kant van Pruisen.
Er komt uiteindelijk een Duitsland onder Pruisisch leiderschap en in grote mate volgens
Facebook.com/SlimStuderen
2
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
de concepten van de Pruisische staat. Dus een meer strakke staatsvorm, dan het geval
zou zijn geweest onder Oostenrijk. Hier zijn niet alle Duitsers het mee eens, maar dit is
hoe het wordt vormgegeven. De Duitse eenheid, zal met uitsluiting gebeuren van
Oostenrijk, omdat zij het hier niet mee eens zijn. Nu lijkt dit evident, omdat het nu ook
aparte landen zijn, maar dit was destijds niet evident want Oostenrijk was een belangrijk
deel van het Heilig Roomse Rijk. De Duitse eenmaking met uitsluiting van Oostenrijk
noemt men ook wel de ‘klein-Duitse’ optie.
Bij het Congres van Wenen (1815) was het nog niet zo ver. Na de val van Napoleon
beslist men het voormalige Heilig Roomse Rijk, dat al 10 jaar niet bestond, niet meer
opnieuw in het leven te roepen. Men gaat Duitsland hervormen, naar een gebied met
verschillende middelgrote staten in plaats van een gebied met veel kleine staten.
Middelgrote staten werden ten eerste geacht wat meer weerstand te kunnen bieden
tegen Frankrijk. Daarnaast dacht men, dat de middelgrote staten meer op hun
onafhankelijk gesteld waren, tegenover de Pruisische rivaliteit. In het kader van de
geostrategische hertekening van de kaart van Europa, waren er meer landen die
samen gingen (BeNeLux) om weerstand te bieden aan Frankrijk.
Duitse Bond 1815-1866
De verschillende staten, die werden opgericht na het congres van Wenen, vormen een
soort van losse statenbond, een confederatie van soevereine staten, waar ze wel
gemeenschappelijke dingen konden bespreken: Duitse Bond.
Het Heilig Roomse Rijk was eigenlijk theoretisch, maar bestond als een eigen rijk. Dit
betekent dat er verschillende onderdelen waren, die quasi-soeverein waren.
ekaart te zien zijn, zijn verschillende staten. Deze staten zijn onafhankelijk en zijn
volledig soeverein volgens het 19de eeuws model. Er is duidelijk minder verbrokkeling te
zien en grotere verbanden. Er bestaat echter nog steeds een rivaliteit tussen het
Keizerrijk Oostenrijk en het koninkrijk Pruisen. Op de kaart is te zien dat het gebied van
Pruisen steeds groter is geworden. Dit leidt tot een politiek, economisch en militair
overwicht van Pruisen.
De Duitse bond, als een statenbond, was een vorm van herleving binnen het 19de eeuws
staatsdenken van het Heilige Roomse Rijk. Het grote verschil was, dat de leden van de
Bond volledig soeverein waren en niet quasi soeverein, zoals binnen het Heilig Roomse
Rijk. Men spreekt soms ook van een permanente diplomatieke conferentie, want het
zijn soevereine staten die in het kader van de bond, een aantal gemeenschappelijke
Facebook.com/SlimStuderen
3
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
doelstellingen hebben . Deze doelstellingen worden besproken vanuit ieders
soevereiniteit.
Op sommige gebieden probeert men een zekere graad van integratie en samenwerking
te verkrijgen. Dit gebeurt in grote mate op gebied van handel en economie. In 1834
leidt dit tot de oprichting van een douane unie.
De rivaliteit binnen die statenbond tussen Oostenrijk en Pruisen, gaat over het concept
hoe Duitsland moet groeien. Het Pruisische perspectief staat hier tegenover het
Oostenrijks perspectief. Pruisen krijgt meer macht, welke zij onder bepaalde leden van
de Duitse Bond versterken. In 1866 wordt met een aantal van de Noord-Duitse staten
een Noord-Duitse Bond gesticht . Deze statenbond duurt tot 1871. Dit is geen
statenbond meer maar echt een federale staat. De leden worden deelstaten van een
federale staat.
Duitse Rijk 1871-1918
De verschuiving in de machtsverhoudingen gaan zich vertalen in militaire macht. In 1866
is er een belangrijke militaire overwinning van de Pruisen tegenover Oostenrijk. Dan is
dus duidelijk dat de Duitse eenheid onder het Pruisische leiderschap plaatsvindt .
Maar, Duitse politiek is een ruime kwestie. Het speelt een grote rol in Europa, dus ook
buitenlandse politiek is van belang. Om Duitsland één te maken, volstaat het dus niet
alleen om Oostenrijk klein te krijgen. Duitsland moet ook concurreren met Frankrijk. Een
voorbeeld hiervan is de Frans-Pruisische oorlog, welke werd uitgelokt en gewonnen door
Pruisen.
Er is sprake van een ‘klein-Duitse eenheid’, met uitsluiting van Oostenrijk en onder
Pruisische leiding met de kanselier Bismarck. De Duitse eenmaking is eigenlijk een
product geweest van deze kanselier. De eenheid was volledig afhankelijk van de
Pruisische leiding. De Pruisen dienden als ruggengraat van de Duitse nationale eenheid.
Het Duitse Rijk is dan een staat die gebaseerd was op burgerij, groot industrie en een
sterke militaire hiërarchie en staatsapparaat. Het was een federale staat. Het Rijk heeft
bestaan tot de Duitse nederlaag van de Eerste Wereldoorlog.
Oostenrijk is uit het Rijk. Dit valt buiten de donkere lijnen op het kaartje, die de grenzen
zijn van het Duitse Rijk. Binnen het Duitse Rijk is het echt een Pruisisch rijk. Het donkere
gedeelte binnen het Rijk is Pruisen.
Facebook.com/SlimStuderen
4
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
Weimar-Republiek 1918-1933
De opvolger van het Duitse Rijk is de Weimar-Republiek. Met de Duitse eenheid, komt er
een revolutionaire context. Er komt een democratisch systeem. De republiek moet al
vanaf het begin met een grote crisis omgaan. Ze zitten met de gevolgen van de Duitse
nederlaag. De leiders van het Keizerrijk nemen geen verantwoordelijkheid en de
Republiek moet dus de zeer vernederende en negatieve voorwaarden van het
vredesverdrag van Versailles aanvaarden. Het regime heeft vanaf het begin bij uiterst
links als bij uiterst rechts een zwakke legitimiteit. De communisten vinden de
Republikeinen, kapitalistische verraders die de revolutie hebben neergeslagen. Daarnaast
vinden de nationalisten, dat de revolutionairen hen een vernedering heeft aangedaan
met het tekenen van het verdrag van Versailles.
Tussen deze extreme partijen, ligt het Republikeins regime. Het centrum, slaagt erin het
politieke veld te beheersen en te stabiliseren. Op het moment dat de economische
crisis toeslaat in 1929, komt ook het Republikeins regime in zware crisis. Zowel vanuit
het communisme en ook vanuit het ultranationalistisch Duitsland komt druk. Zij gaan
zich centraliseren rondom de steeds meer groeiende steden. De confrontatie wordt zo
groot, dat de conservatieve krachten een beroep doen op de nationalisten om de
communisten uit te schakelen. De nationaalsocialisten mogen deelnemen aan de
regering. Zij worden de grootste partij en de democratie eindigt op het moment dat in
januari 1933 Hitler aan de macht komt.
Nazi-Duitsland 1933-1945
Wat de vorm betreft, behouden de nazi’s de structuur van Duitsland als federale staat,
zoals de Weimar-Republiek hem had overgenomen van het Duitse Rijk. Naar de vorm
toe, blijft het een federale staat maar, de inhoud verandert. Duitsland wordt eigenlijk als
een zeer centralistisch unitaire staat bestuurd . In 1938 zal in het kader van territoriale
uitbreiding Hitler erin slagen, Oostenrijk te annexeren bij Nazi-Duitsland. Dit is, heel
tijdelijk, het einde van de ‘klein-Duitse’ optie.
Men noemt soms Nazi-Duitsland het derde Rijk. In de telling geldt dan als eerste rijk,
het Heilig Roomse Rijk. Daarna komt dan als tweede Rijk het Duitse Rijk. Maar dit idee,
gaat met het verlies van de Tweede Wereldoorlog volledig ten onder in 1945. Duitsland
verliest enorm veel gebieden. Ten eerste het oorspronkelijke Pruisen, dat vooral aan de
Sovjet-Unie en Polen wordt gehecht. De rest van Duitsland wordt militair bezet en
bestuurd door de geallieerden (VS, Sovjet-Unie, Verenigd Koninkrijk en Frankrijk).
Facebook.com/SlimStuderen
5
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
Vragen week 4
1. Op welke tijdstippen in zijn geschiedenis is Duitsland een centralistisch
bestuurde eenheidsstaat geweest? Tijdens welke periodes sedert de 19e
eeuw heeft Duitsland een nationale politieke eenheid gekend?
Duitsland is op de volgende tijdstippen een centralistisch bestuurde eenheidsstaat
geweest:
• Tweede Rijk, een federale staat met een centraal gezag;
• Weimar-Republiek, wat misschien onstabiel was, maar wel een sterk centraal
gezag had;
• Nazi-Duitsland;
• De BRD en DDR in 1949-1990;
• Herenigd Duitsland vanaf 1990.
Duitsland heeft een nationale politieke eenheid gekend tijdens alle bovengenoemde
periodes, met uitzondering van de BRD en DDR.
2. Wat werd in de 19e eeuw onder de 'klein-Duitse' optie bedoeld?
De Duitse eenmaking met uitsluiting van Oostenrijk noemt men de ‘klein-Duitse’ optie.
2bis. Waarom werd Oostenrijk in de 19e eeuwse Duitse eenmaking niet
geïntegreerd?
Oostenrijk wordt niet geïntegreerd, dankzij de grote rivaliteit tussen Pruisen en
Oostenrijk. Deze rivaliteit gaat niet alleen om de keizerstitel, maar gaat ook over andere
factoren. Pruisen staat voor protestantse cultuur en een strakke staatsvorm. Oostenrijk
daartegenover, staat voor een katholieke structuur en staat voor een staatsmodel welke
een vrij los statenverband moet zijn volgens Oostenrijk.
De dynamiek en de democratische kracht ligt aan de kant van Pruisen. Er komt dan
uiteindelijk een Duitsland volgens het concept van de Pruisen, dus een meer strakke
staatsvorm. Oostenrijk wordt dan niet geïntegreerd omdat zij het hier niet mee eens zijn.
3. Wat waren de belangrijkste constitutionele verschillen tussen de Duitse
Bond en de Noord Duitse Bond in de 19e eeuw?
De Duitse bond was een statenbond, welke bestaat uit een confederatie van soevereine
staten, waar gemeenschappelijke dingen wel besproken worden.
De Noord-Duitse Bond is daarentegen een federale staat en geen statenbond. De leden
van deze Bond worden deelstaten van een federale staat en zijn dan niet echt soeverein
en worden overkoepeld door een uitvoerende en wetgevende macht.
4. Geef de belangrijkste kenmerken van de constitutie van de SintPauluskerk. Waarom heeft de Duitse geschiedschrijving na de Tweede
Wereldoorlog een eerder welwillende aandacht aan die constitutie en de
gebeurtenissen die aanleiding hebben gegeven tot die constitutie gewijd?
Wat waren de belangrijkste (politieke) redenen voor het falen van die
constitutie?
Belangrijkste kenmerken van de Paulskirchenverfassung:
• Duitsland wordt een bondsstaat, geïnspireerd door de grondwet van de
Verenigde Staten. De bevoegdheden van de bondsstaat worden opgesomd in de
grondwet. er worden uitgebreide wetgevende competenties opgesomd en
beperkte bestuurlijke competenties. De bestuurlijke competenties worden
overgelaten aan de deelstaten;
• Er komt een lijst met fundamentele rechten en vrijheden;
• De democratische stromen, zijn terug te vinden in de waarborgen voor de
rechtsstaat. Een onderdeel heirvan is bijvoorbeeld het federaal constitutioneel
justitiehof;
Facebook.com/SlimStuderen
6
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
•
Er ontstaat een tweekamer systeem. Het Parlement (Reichstag) bestaat uit
twee kamers. Er komt een Kamer van Volksvertegenwoordigers (Volkshaus) en
een Kamer van de deelstaten (Staatenhaus).
Na de Tweede Wereldoorlog is er opnieuw aandacht gekomen voor deze constitutie. Uit
dit model is veel overgenomen in de constitutie van 1949. De constitutie van 1849 was
een begin voor een rechtsstaat met fundamentele rechten en vrijheden. Tijdens de
Tweede Wereldoorlog was hier niet veel van terug te zien. Na de Tweede Wereldoorlog is
hier opnieuw aandacht voor gekomen, omdat men niet terug wilde naar een periode
waarin deze rechten niet werden gewaarborgd.
De constitutie van de Sint-Pauluskerk is ontstaan tijdens een revolutie. Een belangrijke
reden dat deze constitutie is gefaald, is dat de revolutie ten einde komt na het aannemen
van deze constitutie. De politieke ontwikkelingen die dan plaatsvinden, verhinderen de
verwezelijking van het politiek systeem zoals vastgelegd in de constitutie. De wet, die
had moeten worden doorgevoerd, wordt in verschillende deelstaten niet doorgevoerd. In
sommige deelstaten waren opnieuw conservatieve kabinetten aan de macht, die deze
wet niet wilde doorvoeren.
Daarnaast werd in 1849 de Pruisische koning gekozen tot keizer van de Duitsers. Ook hij
weigerde de Constitutie in te voeren en verwierp hem zelfs. Een geweldadige pogingn om
de constititutie door te voeren werd militair onderdrukt.
4bis. Op welk punt herken je de invloed van de Amerikaanse grondwet op de
constitutie van de Sint-Pauluskerk? Waarom verschilt de Duitse
constitutionele regeling van die van de V.S.? Waarom?
De Amerikaanse grondwet werd gebruikt als model voor de constitutie van de SintPauluskerk. De bondsbevoegdheden werden naar Amerikaans model opgesomd.
Daarnaast wordt er onder Amerikaanse invloed een Rijksgerecht ingesteld. Deze treedt
op als hoogste federaal justitiehof.
Er komt in tegenstelling van de constitutionele regeling van de Verenigde Staten geen
parlementair regime. De rijkssoevereiniteit wordt in de constitutie van de Pauluskerk
verdeeld tussen de Keizer en de Rijksdag.
5. Geef de belangrijkste kenmerken van het in 1871 opgerichte Duitse Rijk
wat betreft de verhouding tussen deelstaten en de bond.
Het Duitse Rijk werd in 1871 opgericht als een bondsstaat met eigen wetgevende en
uitvoerende organen. Het was een federale unie met 22 vorstendommen en 3
stadsstaten. De uitvoerende macht werd uitgeoefend door de keizer onder leiding van de
bondskanselier. De rijksdag vertegenwoordigden het zwaartepunt van de federale macht.
De deelstaten kregen belangrijke bevoegdheden en controle over de federale politiek.
De constitutie waarmee het Rijk werd opgericht, maakte geen onderscheid tussen
exclusieve en concurrerende competenties. Op het moment dat er een wetsconflict
bestond tussen een federale rechtsregel en een rechtsregel van een deelstaat, kwam er
voorrang toe aan een federale rechtsregel.
6. Geef de belangrijkste kenmerken van die constitutie wat betreft de
verhoudingen tussen federale regering en federaal parlement.
In de constitutie wordt een federaal parlement uitgewerkt. De wetgevende macht bestaat
uit de Bondsraad en de Rijksdag. De Bondsraad werkt mee aan de federale wetgeving en
werkt mee aan een aantal weksties van buitenlands beleid. De competenties van de
Rijksdag betroffen de federale wetgeving en de goedkeuring van de begroting en
verdragen.
Facebook.com/SlimStuderen
7
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
Een federale regering daarentegen, werd door de constitutie niet uitgewerkt. De
regeringsleden waren echter wel aan de bondskanselier ondergeschikt, welke op zijn
beurt weer afhankelijk was van de keizer. Er bestond buiten de bondskanselier
constitutioneelrechtelijk geen federale regering.
7. Wat bedoelt men met de dualiteit van het 'Rijk' en 'Pruisen' die zowel het
Duitse Rijk als de Weimar-Republiek kenmerkte? Waarom is er van een
dergelijke dualiteit na de Tweede Wereldoorlog geen sprake meer?
Met de dualiteit bedoelt men, dat Pruisen altijd een belangrijke en invloedrijke deelstaat
is geweest. Het overwicht van Pruisen binnen de Duitse eenheid, of het Rijk, wordt
hiermee bedoelt. Pruisen is een belangrijke deelstaat binnen de Weimar-Republiek en de
koning van Pruisen heeft de keizerstitel in het Duitse Rijk.
Na de Tweede Wereld oorlog was geen sprake meer van een dergelijke dualiteit. Dit
kwam omdat Pruisen volledig ontmanteld werd. De geallieerden zagen Pruisen als een
van de factoren van het Duits imperialisme, dus werd Pruisen onder hen verdeeld. De
Sovjet- Unie kreeg de oostelijke gebieden en de rest werd verdeeld onder de Verenigde
Staten, Frankrijk en Engeland.
8. Waarom kon de Weimar Republiek vanaf het begin van haar bestaan bij
sommige bevolkingsgroepen op weinig legitimiteit rekenen?
De Weimar republiek komt tot stand in een revolutionaire context. Er komt een
democratisch systeem, welke al vanaf het begin met een grote crisis moet omgaan. De
Republiek moet de negatieve voorwaarden van het verdrag van Versailles aanvaarden,
aangezien de leiders van het Keizerrijk geen verantwoordelijkheid nemen. Het regime
heeft vanaf het begin bij uiterst links en bij uiterst rechts een zwakke legitimiteit. De
communisten vinden de Republikeinen, kapitalistische verraders die de revolutie
hebben neergeslagen. Daarnaast vinden de nationalisten, dat de revolutionairen hen
een vernedering heeft aangedaan met het tekenen van het verdrag van Versailles.
8bis. Waarom noemden de nazi’s hun regime het ‘Derde rijk’?
Men noemt soms Nazi-Duitsland het derde Rijk. In de telling geldt dan als eerste rijk, het
Heilig Roomse Rijk. Daarna komt dan als tweede Rijk het Duitse Rijk. De nazi’s zagen
hun regime als het Derde Rijk, omdat er opnieuw sprake was van een groot Duits rijk.
9. Hoe kwam de Duitse Grondwet na de Tweede Wereldoorlog tot stand?
Waarom werd van een goedkeuring door een volksraadpleging afgezien?
De context was het begin van de Koude Oorlog, waarbij Duitsland helemaal bezet is. De
Verenigde Staten vonden het beter, als de Westelijke bezettingszones samen gingen
werken. Zij wilden een pro-Westerse Duitse staat opgerichten binnen de bezettingszones.
In 1948 wordt er een zes-mogendhedenconferentie gehouden in Londen. Dit waren ten
eerste Verenigde Staten, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk en de BeNeLux landen. Op
basis van deze conferentie, krijgen de bestuurders een aantal richtlijnen voor de Duitse
staat. De nadruk lag op een democratie en op de rechtsstaat. De afgevaardigden van de
deelstaten, komen op basis hiervan tot een ontwerp. In 1949 wordt de grondwet
goedgekeurd, door de geallieerde militaire bezettingsoverheid en door een meerderheid
van de parlementen van de deelstaten. De grondwet wordt afgekondigd op 23 mei 1949.
Er is afgezien van een goedkeuring door een volksraadpleging, omdat er een principiële
afkeer bestond tegen een referendum als uitdrukkingsmiddel van volkssoevereiniteit. Zij
had negatieve ervaringen met de nazi-periode. Er was daarnaast politieke vrees van een
afwijzing door een deel van de bevolking. De politiek wilde voorkomen dat er nog meer
een verdeling van de bevolking ontstaat, na de traumatische ervaringen van het nazibewind.
Facebook.com/SlimStuderen
8
Supplement Geschiedenis van het Europees publiekrecht 2014-2015
10. Geef enkele karakteristieke aspecten van de GG uit 1949 die erop wijzen
dat die grondwet mede een aantal zwakheden die men in de Weimarconstitutie meende te herkennen, wilde voorkomen.
De GG van 1949 was een reactie op de Weimar-Republiek, omdat de staatsmachten in de
grondwet tot grotere regeringsstabiliteit werden gedwongen. Er werd een nadruk op
regeringsstabiliteit gelegd, omdat de instabiliteit van voor 1933 als belangrijke factor
voor de machtsgreep van Hitler werd gezien. Er werd een tweekamersysteem ingevoerd
en het principe van checks and balances wordt ingevoerd om een constructieve
samenwerking te bevorderen tussen staatsmachten.
10bis. Wat bedoelt men in de Duitse Bondsrepubliek onder 'constructieve
wantrouwensmotie'? Wat wil men daarmee bereiken cq voorkomen?
De Bondsregering kan alleen door een constructieve motie van wantrouwen ten val
worden gebracht. Dit houdt in dat een regering door een negatieve stemming mag
worden weggestemd, mits er een alternatieve meerderheid aanwezig is voor een nieuwe
regering. Hiermee wil men bereiken dat twee regeringspartijen de ander niet kunnen
laten vallen zonder nieuwe regering te kunnen vormen.
11.Geef enkele karakteristieke aspecten van de GG uit 1949 die erop wijzen
dat die grondwet een reactie was op het nazi-regime.
De GG is een reactie op het nazisme, door de nadruk die werd gelegd op de
fundamentele rechten en op de rechtstaat. In de tijd van de Nazi’s werden deze rechten
zomaar opzij gezet en dit wilde men voorkomen in de toekomst.
Het was daarnaast ook een reactie op de Weimar-Republiek, door de staatmachten tot
een grotere regeringsstabiliteit te dwingen.
12.Wat zijn de rechtsmiddelen om een zaak aanhangig te maken bij het
Federaal Constitutioneel Hof?
Het Federaal Constitutioneel Hof controleert de toepassing van de fundamentele rechten.
Het Hof is daarnaast bevoegd over geschillen die gaan over de competentieverdeling
tussen de staatsmachten en tussen de deelstaten en federale staat.
12bis. Wat verstaat men onder abstrakte Normenkontrolle?
Voor de abstrakte normenkontrolle is er geen specifiek geschil nodig. Er vindt een
abstracte controle plaats op de grondwettelijkheid, onafhankelijk van een concreet
geschil. Deze controle gebeurd op verzoek van de federale regering, van een
deelstaatsregering of één derde van de Bundestag.
12ter. Wat verstaat men onder konkrete Normenkontrolle?
Bij een concrete controle, moet er wel een concreet geval zijn waarover geprocedeerd
wordt. Van een concrete controle is sprake, op het moment dat een rechtsmacht een
prejudiciële vraag voorlegt aan het Hof. Het hof kan dan de conformiteit van een wet met
de grondwet toetsen.
12quater. Wat verstaat men onder Verfassungsbeschwerde?
De Verfassungsbeschwerde is een constitutioneel rechtsmiddel, welke door een individu
kan worden ingediend. Hiervoor is vereist dat alle rechtsmiddelen zijn uitgeput en dat het
individu zelf een schending van een fundamenteel recht heeft ondergaan. Wanneer aan
deze twee eisen is voldaan, kan een beroep worden gedaan op dit rechtsmiddel.
Facebook.com/SlimStuderen
9