Orde van Dienst 25 december 2014 Kerst

Orde van Dienst
25 december 2014
KERST
Voorganger: Evert Jan de Wijer
Cantor-organist: Maurice van Elven
Ouderling van dienst: Gerard Endedijk
Diaken van dienst: Jitske de Jong
m.m.v. Esther Kuiper, mezzo-sopraan
Linda Lopes Cardozo, viool,
Wieke Meijer, violoncello,
en de Thomascantorij
PROTESTANTSE WIJKGEMEENTE
Prinses Irenestraat 36, 1077 WX Amsterdam. Koster: Roelf Koning
Tel: 673 81 71 www.thomaskerk.nl; e-mail: [email protected]
Voorafgaande aan de dienst zingen wij samen met de cantorij:
Gezang 503 (Cradle Song; tekst Sytze de Vries)
Cantorij: 1. Wij staan aan een kribbe, aanschouwen de bron,
de oorsprong der schepping, de rijzende zon,
dit leven zal stralen door God zelf bemind.
Wij groeten de toekomst, gevat in dit kind.
[
Cantorij: 3. Hier tussen de schapen is voor Hem uit het hout
van bomen uit Eden een kribbe gebouwd.
Die is deze herder tot eerste tehuis,
en nog draagt dit hout Hem als Lam aan het kruis.
Allen:
4. Hoe diep ook het duister waarin Hij verschijnt,
zijn ster aan de hemel heeft alles omlijnd.
Hij is ons tot lichtbron in donkere nacht,
het zonlicht van Pasen wint hier al aan kracht.
Het Liefste Lied van Overzee (Merton; tekst Sytze de Vries)
Cantorij: 1. In het donker hier gekomen
aangetrokken door het licht
willen wij het kind bezingen
dat op aarde vrede sticht.
2
2. In dit kind staat het te lezen
hoe God zich ons allen dacht:
zie de toekomst, hier geboren
voor het menselijk geslacht!
Cantorij: 4. Oude dromen, haast vervlogen,
uit een lang voorbije tijd,
zingen wij ons nieuw te binnen,
door de hemel begeleid.
Allen:
5. En met allen die gegaan zijn
met de dromen van oudsher,
zoeken wij naar nieuwe wegen
bij het lichten van de ster.
6. Zolang wij nog durven dromen,
uitzien naar wat toekomst biedt,
zullen wij ons laten leiden
door dit Kind, dit licht, dit lied.
Het liefste Lied van Overzee (Wareham; tekst Sytze de Vries)
Cantorij: 1. Een kind, dat als de zon verschijnt
en onze namen nieuw omlijnt,
gunt onze ogen alle licht
als glimlach van Gods aangezicht.
3
Cantorij: 3. Waar nog de sluier van de angst
en twijfel dicht rondom ons hangt,
breekt Hij in onze leegte in
en geeft zichzelf als nieuwe zin.
Allen:
4. Hij schept een vurig visioen
van liefde die ons staat te doen
die vrede in haar banen leidt
langs wegen van gerechtigheid.
5. De wolken wijken als Hij komt
en nu al zingt zijn vrede rond.
hij heeft zolang op ons gewacht
en zoekt ons hier, in deze nacht.
4
Opgang
Gemeente gaat staan
Intochtslied: Gezang 477 : 1 en 2
1. Komt allen tezamen, jubelend van vreugde:
komt nu, o komt nu naar Bethlehem!
Ziet nu de vorst der englen hier geboren.
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
2. De hemelse englen riepen eens de herders
weg van de kudde naar 't schamel dak.
Spoeden ook wij ons met eerbiedge schreden!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
Bemoediging
V:
G:
V:
G:
Onze hulp is de Naam van de Heer
Die hemel en aarde gemaakt heeft
Die trouw houdt tot in eeuwigheid
en niet laat varen het werk van zijn handen.
Groet
V:
G:
Genade zij u en vrede van God onze Vader
en van de Heer Jezus Christus
Amen.
Vervolg Gezang 477 : 3
Het licht van de Vader, licht van den beginne,
zien wij omsluierd, verhuld in 't vlees:
goddelijk Kind, gewonden in de doeken!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
5
V:
G:
Hoor Israël
De HEER is onze God
De HEER is één en enig
Gij zult de HEER uw God liefhebben
met geheel uw hart
en met geheel uw ziel
en met geheel uw kracht
Amen
Vervolg Gezang 477 : 4
O Kind, ons geboren, liggend in de kribbe,
neem onze liefde in genade aan!
U, die ons liefhebt, U behoort ons harte!
Komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden,
komt, laten wij aanbidden die Koning.
Gemeente gaat zitten
Kleine Thomas: Mini musical over de Wijzen uit het Oosten
Aan het eind van de minimusical zingen allen: Gezang 486: 1, 2 en 4
1. Midden in de winternacht ging de hemel open.
Die ons ’t heil der wereld bracht, antwoord op ons hopen.
Elke vogel zingt zijn lied. Herders waarom zingt gij niet?
Laat de cithers slaan; blaas de fluiten aan;
Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:
Christus is geboren!
2. Vrede was het overal: wilde dieren kwamen
bij de schapen in de stal en zij speelden samen.
Elke vogel zingt zijn lied. Herders waarom zingt gij niet?
Laat de cithers slaan; blaas de fluiten aan;
Laat de bel, laat de trom, laat de beltrom horen:
Christus is geboren!
4. Ziet reeds staat de morgenster stralend in het duister,
want de dag is niet meer ver, bode van de luister
die ons weldra op zal gaan. Herders blaas de fluiten aan.
Laat de bel, bim - bam, laat de trom rom - bom
Kere om, kere om, laat de beltrom horen:
Christus is geboren!
De kinderen gaan naar de Kleine Thomas
6
Gebed om Ontferming
Gemeente zingt:
Gemeente zingt: Gezang 487: 1, 2 en 3
2. Eer zij God die onze Vader 3. Lam van God, Gij hebt gedragen
en die onze Koning is.
alle schuld tot elke prijs,
Eer zij God die op de aarde
geef in onze levensdagen
naar ons toe gekomen is.
peis en vreê, kyrieleis.
Gloria in excelsis Deo,
Gloria in excelsis Deo,
gloria in excelsis Deo.
gloria in excelsis Deo.
7
DIENST VAN DE SCHRIFTEN
Inleiding op de te lezen bijbelgedeelten
Gemeente zingt:
Eerste Schriftlezing: Jesaja 52 : 7 - 10 (NBG ’51)
Gemeente zingt: Gezang 482: 1, 2 en 3
1. Er is uit 's werelds duistre wolken
een groot licht stralend opgegaan wie wonen in het diepe donker,
zij zullen in het zonlicht staan.
Glorie aan God, de overwinning
is ongekend, de vreugde groot;
de aarde jubelt – hoor ons zingen:
wij delen in een rijke oogst!
2. De loden last die op ons drukte,
de stang, het juk, ons ongeluk,
de zweep, de stok die diep deed bukken,
verbrijzeld zijn ze, stuk voor stuk,
verbrand de laarzen der soldaten
en elke mantel rood van bloed,
geen wapentuig meer door de straten de velden vol van overvloed.
3. Godlof, een kind is ons geboren,
een held zal onze koning zijn,
die raadsman, God-met-ons zal heten –
die zoon zal ons tot vader zijn!
Vorst die met vrede ons wil kronen
van nu af tot in eeuwigheid,
de Eeuwige zal hem doen tronen
op recht en op gerechtigheid.
8
Tweede Schriftlezing: Johannes 1: 1 - 14 (NBG ’51)
Georg Philipp Telemann (1681-1767):
“Jauchzet, frohlocket” - Solocantate voor sopraan, violino obligato
en basso continuo.
Aria
Jauchzet, frohlocket, der Himmel ist offen,
schauet, beseligte Frommen, empor!
Jesus, der euch zum Vergnügen in die Welt herabgestiegen,
öffnet das verschlossne Tor und erfüllt der Väter Hoffen.
VERKONDIGING
Rezitativ
Gottlob steht mir der Himmel offen. So mag die Welt durch Elend,
Schmach und Pein mir immer eine Hölle sein. Aus dieser Hölle
kann ich noch Erlösung hoffen. Dort lieget Stephanus, mit
blut´gen Striemen rings umgeben, der schloss voll Freudigkeit
sein Leben, was aber flösst ihm dies Vergnügen ein? Er sahe
mitten im Getümmel der Blutbegierigen vorher der offnen
Himmel. So ist`s, kein
Jammer, kein Verdruss ist hier in Mesechs Gründen zu finden,
dass dieser Trost ihn nicht noch übergehe, wie uns der Himmel
offen stehe. Ein Reisender, der in der Ferne den Ort, wohin er
wünscht, bereits ins Auge fasst, er träget seine Last, so schwer
sie ist, alsdann gedoppelt gerne. Schaut unser Glaubensauge
nicht bereits die Stadt voll Glanz und Licht, wohin wir zu langen
streben? Ach ja, und dies versüsst uns die Beschwerlichkeit der
ganzen Reise dieser Zeit. Doch kann ein Tropfen uns in solche
Freude setzen, wie wird das volle Meer uns dermaleinst ergötzen!
Aria
Welche Pracht, beglücktes Auge, wartet dein in jener Zeit!
Was kein Auge sonst gesehen, siehst du in den Himmelshöhen,
Jesum in der Herrlichkeit.
9
DIENST VAN DE DANKBAARHEID
Mededelingen
De kinderen komen terug van de kleine Thomas
Inzameling van de gaven in één rondgang voor
Leefkringhuis en Thomaskerk
Orgelspel: Johann Sebastian Bach(1685-1750) - orgelkoraal
`Vom Himmel hoch da komm ich her´ BVW 606
VOORBEDEN -
Stil gebed
intenties te beantwoorden met:
Gebed des Heren
Slotlied (staande): Gezang 506: 1, 2, 3 en 4
melodie ‘God rest you merry, gentlemen’
1. Wij trekken in een lange stoet
op weg naar Bethlehem,
wij gaan uw koning tegemoet,
o stad Jeruzalem!
Gezegend die zijn komst begroet
en knielen wil voor Hem!
refrein:
Wij loven U, koning en Heer,
koning en Heer,
Wij loven U, koning en Heer!
2. Al zijt Gij nu nog maar een kind
zo kwetsbaar, teer en klein,
wij weten dat het rijk begint
waarvan Gij Heer zult zijn,
een rijk waarin de vrede wint
van oorlog van pijn.
refrein
10
3. Al gaat de vijand in het rond,
de koning van het kwaad,
al dreigt hij met zijn grote mond
dat hij U eens verslaat,
straks ligt hij dodelijk gewond
wanneer zijn rijk vergaat!
refrein
4. Wij gaan op weg naar Bethlehem,
daar ligt Hij in een stal
die koning in Jeruzalem
voor eeuwig wezen zal!
Laat klinken dan met luider stem
en blij bazuingeschal:
refrein
Zegen, beantwoord met:
Orgelspel: Johann Sebastian Bach - Praeludiuim in C gr.t. BWV 547
11