P R O G R A M M A R E K E N I N G 2 0 1 3 P R O G R A M M A R E K E N I N G 2 0 1 3 I N H O U D S O P G A V E 1. AANBIEDINGSBRIEF 4 2. LEESWIJZER 10 3. DE PROGRAMMA'S 13 1. Publieksdiensten 14 2. Samenleving 17 3. Wonen 39 4. Milieu 45 5. Bereikbaarheid 49 6. Beheer openbare ruimte 55 7. Ruimtelijke ordening 63 8. Veiligheid 74 9. Economie 81 10. Bestuur en concern 87 4. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN 90 5. HET FINANCIEEL RESULTAAT 2013 95 6. DE PARAGRAFEN 100 6.1. Lokale heffingen 100 6.2. Weerstandsvermogen en risico's 104 6.3. Onderhoud kapitaalgoederen 116 6.4. Grondbeleid 120 6.5. Financiering 123 6.6. Bedrijfsvoering 124 6.7. Verbonden partijen 132 7. BALANS EN TOELICHTING 136 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling 136 Balans per 31 december 2013 142 Toelichting op de balans 31 december 2013 145 BIJLAGEN Bijlage I Portefeuilleverdeling 150 Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld 151 Bijlage III Sisa 153 Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen 157 Bijlage V Overzicht afgesloten kredieten 168 Bijlage VI Overzicht niet afgesloten kredieten 171 Bijlage VII Kerngegevens Purmerend 173 Bijlage VIII Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector 176 Bijlage IX Controleverklaring 178 Bijlage X Verslag Auditcommissie 179 3 Programmarekening 2013 | Inhoudsopgave 1 A A N B I E D I N G S B R I E F Geachte leden van de gemeenteraad, Met genoegen bieden wij u de programmajaarrekening 2013 aan. Hiermee legt het college verantwoording af over het gevoerde beleid en de financiële resultaten. Deze rekening is opgesteld in de bestuursperiode 2010-2014, maar wordt aangeboden aan de gemeenteraad in de nieuwe samenstelling na de verkiezingen van 19 maart jongstleden. In deze aanbiedingsbrief lichten wij de belangrijkste ontwikkelingen en besluiten kort toe: • afsluiting bestuursperiode; • het financieel resultaat; • de hoofdpunten van de inhoudelijke verantwoording; • het voorstel voor de resultaatsbestemming; • behandelingsprocedure van de jaarstukken. AFSLUITING BESTUURSPERIODE 2010-2014 Het college kijkt terug op een bestuursperiode waarin veel zaken in goed overleg met uw raad in gang zijn gezet en waarin veel voornemens voor de afgelopen bestuursperiode zijn gerealiseerd. De raad is steeds betrokken geweest bij afwijkingen in de te realiseren voornemens en er is samen met de raad richting gegeven aan de wijzigingen die voortvloeiden uit het rijksbeleid. In het afgelopen jaar was de zware financiële opgave nog steeds merkbaar. Het betekende structurele bezuinigingen om de dalende inkomsten van de gemeente op te vangen. De effecten van de financiële crisis hebben gezorgd voor de noodzaak tot omvangrijkere bezuinigingen dan in aanvang bedacht. Met de raad is daarvoor een afgewogen pakket afgesproken. INHOUDELIJKE KOERS De stad is gebaat bij een heldere en duidelijke koers in het gemeentelijk beleid. Het nakomen van beloftes en ruimte voor nieuwe ontwikkelingen zijn daarbij uitgangpunten. We richten ons nu meer op het reageren op, en faciliteren van, wensen en ideeën in de stad en minder op het zelfstandig aangeven wat goed is voor de stad. We hebben daarvoor de Visie op Purmerend vastgesteld. Verder hebben we het maatschappelijk beleidskader, de kaderstelling en beleidsplannen voor de nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatie vastgesteld. In het verlengde daarvan is gekozen voor een forse krimp van de ambtelijke organisatie en tegelijkertijd het bieden van nieuwe werkgelegenheid in het kader van sociaal rendement. De krimp van de organisatie houdt verband met zowel de mogelijkheden van Het Beter Werken met ICT en interne samenwerking, als met de invulling van de samenwerking met burgers en instellingen in de stad. In 2013 zijn alle voorbereidende maatregelen uitgevoerd om de ambtelijke dienstverlening en ondersteuning van de gemeente Beemster te realiseren. Een groot deel van de medewerkers van de gemeente Beemster is per 1 januari 2014 in dienst getreden van Purmerend. Voor beide gemeenten is dit een goede zaak. 4 Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief Tegelijkertijd is per 1 januari 2014 de brandweerorganisatie overgedragen aan de veiligheidsregio. Dit is een uitvloeisel van de Wet op de veiligheidsregio’s. In 2013 zijn alle voorbereidende maatregelen in intensieve samenwerking met de veiligheidsregio en de regiogemeenten uitgevoerd. In de voorbereiding op de nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatie werken wij samen met de regiogemeenten Zaanstreek-Waterland. Sommige taken lenen zich er goed voor om in dat verband regionaal op te pakken, anderen geven we op lokaal niveau vorm. INTEGRITEIT We staan in deze aanbiedingsbrief stil bij het begrip integriteit. Er wordt van ons verwacht dat wij bij signalen over niet integer handelen van de gemeente of diens medewerkers passend handelen. Het blijkt dat er, ook als er geen bewijs is van misstanden, publicitaire aandacht voor is. In dat verband is Purmerend vaker dan ons lief is genoemd. De publiciteit die daarop volgt is niet behulpzaam. Om die reden hebben wij als gemeentebestuur de verantwoordelijkheid bij dergelijke signalen zorgvuldig te zijn met de communicatie over deze kwesties, om de behandeling ervan niet te bemoeilijken. U heeft daarover inmiddels een motie aangenomen in uw vergadering van 6 maart 2014. Wij hopen in de toekomst op die ingeslagen weg door te gaan. We zijn hierover in gesprek gegaan met uw raad en hopen dat de nieuwe raad en het college hier een passende gespreksvorm voor vinden. HET FINANCIEEL RESULTAAT 2013 is afgesloten met een nadelig saldo van bijna € 3,3 miljoen dat ten laste komt van de algemene reserve. Dit resultaat is slechter dan geprognosticeerd in de derde bestuursrapportage van 2013. In deze rapportage werd gerekend met een tekort van bijna € 2,4 miljoen. Naast dit resultaat wordt een drietal aanvullende besluiten voorgelegd om in de bestemming van het resultaat 2013 mee te nemen. Dit betreft: • het afboeken van de boekwaarde van de J.P. Sweelinckstraat € 408.020 (NIEGG); • een dotatie aan de reserve begraafplaats van € 1.448.357, zodat de reserve in overeenstemming is met de waarde van de in het verleden afgekochte grafrechten; • een onttrekking aan de reserve Woonvisie van € 585.000, waarmee de omvang van de reserve in overeenstemming wordt gebracht met de nog begrote uitgaven voor de resterende looptijd van de Woonvisie (2014 en 2015). In totaal bedraagt na deze aanvullende besluiten het nadelig resultaat € 4.531.931. Voorgesteld wordt dit te onttrekken aan de algemene reserve. De algemene reserve komt daarmee uit op € 10,9 miljoen. Dit is boven de doelstelling voor de bestuursperiode 2010-2014 van € 10 miljoen. Gelijktijdig met de programmarekening wordt het financieel perspectief 2014-2018 aangeboden. In dit perspectief wordt aangegeven dat op basis van staand beleid, de algemene reserve de komende jaren verder aangroeit tot ruim € 21 miljoen. De belangrijkste toevoegingen aan de reserve zijn de winstneming uit de grondexploitatie Weidevenne en de laatste tranche van de verkoop van aandelen Nuon. Deze financiële situatie overziend is het college van mening dat er een goede financiële basis is bereikt in de afgelopen bestuursperiode. 5 Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief HOOFDPUNTEN VAN DE INHOUDELIJKE VERANTWOORDING Wij sommen onderstaand een aantal van de prestaties en gebeurtenissen uit het afgelopen jaar op: Fysieke domein Woningen, kantoren en projectontwikkeling Ook in 2013 heeft de economische crisis nog zijn effecten. Het aantal grotere (fysieke) projecten blijft nog steeds achter bij de mogelijkheden van de stad. Dit hangt samen met de activiteiten voor woningbouw en bedrijfsterreinen. Er is geen sprake meer van afnemende belangstelling, de belangstelling trekt zelfs aan, maar het doorzetten van idee en planvorming naar realisatie gaat nog heel langzaam. Dat zien wij terug in het aantal aangevraagde omgevingsvergunningen. In 2013 is gekozen voor het definitief ontwikkelen van de Kop van West. Hiermee is een woningbouwlocatie toegevoegd waar ruim 500 woningen gerealiseerd kunnen worden in de komende 10 jaar. Voor de Kop van West geldt dat we aansluiten op het vraaggestuurd bouwen. Organische ontwikkeling van het gebied staat voorop. In de naastgelegen wijk Weidevenne is inmiddels de bouw aangevangen van het woonzorgcomplex Heel Europa. Dit wordt een belangrijke toevoeging aan de woningvoorraad van de stad. Aan de andere kant van de stad, Baanstee-Oost, is in 2013 de bouw van de BioWarmteCentrale (BWC) gestart. De centrale wordt in 2014 in gebruik genomen. De Purmerendse Stadsverwarming wordt hiermee in één klap sterk verduurzaamd en de leveringszekerheid voor de gebruikers van de Stadsverwarming wordt hiermee voor de komende 25 jaar veiliggesteld. Verkeer en vervoer De bereikbaarheid van de binnenstad is in 2013 verder verbeterd, gehoord de ervaringen van de Purmerenders. Tegelijkertijd hebben we gemerkt dat er beter gebruik gemaakt wordt van de parkeermogelijkheden in de binnenstad. Minder vaak zijn er naheffingsaanslagen opgelegd voor het parkeren in de openbare ruimte. Dat zien wij als een goede ontwikkeling in het gebruik van de parkeerautomaten en het gedrag van de parkeerders. Voor de gemeente betekent dit een structurele vermindering van de inkomsten met € 250.000. We hebben, met subsidie van de Stadsregio Amsterdam, 147 bushaltes toegankelijker gemaakt. Ze zijn naar 18 centimeter opgehoogd waardoor een vrijwel gelijkvloerse instap wordt geboden. Ook zijn geleidelijnen aangebracht, voldoende perronbreedte en halteerlengte gerealiseerd, alsook het toevoegen van de mogelijkheid om fietsen te stallen. Een Dynamisch Reizigers Informatie Systeem (DRIS) is ingevoerd, waarmee buspassagiers over actuele reistijdinformatie op de halte beschikken. In Purmerend worden 73 haltepanelen geplaatst op de belangrijkste instaphaltes. De Stadsregio Amsterdam betaalt de investeringskosten. De Van IJsendijkstraat is heringericht met aparte fietsvoorzieningen en - last but not least - heeft Purmerend een markante brug binnen haar stadsgrenzen gerealiseerd: de Melkwegbrug. Schoon, heel en veilig 6 Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief In 2013 is besloten om de budgetten voor onderhoud te verlagen. We stoppen met de inzet van chemische bestrijdingsmiddelen en maaien minder vaak. Tegelijkertijd investeren we in een goed werkend riool- en afvalwatersysteem. Sociale domein Eén programma samenleving Halverwege 2013 is besloten om in de programmabegroting een aantal programma’s samen te voegen tot één programma Samenleving. Hiermee wordt de samenhang van de activiteiten onderstreept en zijn er geen belemmeringen vanuit onze financiële huishouding om een en ander integraal te benaderen. Drie decentralisaties Purmerend is, evenals alle andere gemeenten, volop aan de slag met de decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ en de Participatiewet. Hierbij wordt de samenhang met het Passend Onderwijs goed bewaakt. In 2013 is er vooral publiciteit geweest over het waarom, de risico’s en de zorgen vanuit de doelgroepen en professionals en uw raad over de taken die naar de gemeenten overkomen. Het is een ingewikkelde en omvangrijke operatie. De hiaten in ons beleid en uitvoering laten zich vooraf niet allemaal zien of inschatten. Het zal een periode zijn waarin we veel zullen moeten ervaren. Ongetwijfeld zullen we in de nabije toekomst situaties tegenkomen die we liever niet zo hadden gewild. We stellen ons daarin open en lerend op, zodat we doeltreffende maatregelen kunnen nemen als we hiaten in onze werkzaamheden constateren. We zijn ervan overtuigd dat het samenspel tussen de gemeenten in de regio, de betrokken instellingen en de burgers een meerwaarde voor de stad zal betekenen. Die waarde zal tot uiting komen door de voorzieningen die beschikbaar zijn voor díe burgers die zorg en ondersteuning nodig hebben. Betere afstemming vooraf, de klant, het gezin centraal in de oplossing en de instellingen en gemeente in een optimaal faciliterende rol. De financiële druk die met deze operatie op de gemeente komt is een gegeven. Uitgangspunt is dat we uit moeten komen met de middelen die aan de gemeente beschikbaar worden gesteld. Past dat niet, dan zullen wij uw raad adviseren over mogelijke keuzes. Wmo In 2013 is weer zichtbaar geworden dat de budgetten voor de Wmo niet volledig benut hoeven te worden om de inwoners goed te bedienen. Enerzijds komt dit door minder stijging van de prijzen voor de voorzieningen en anderzijds neemt het beroep op hulp minder toe dan eerder aangenomen. Met de kortingen op het budget in 2015 in het vooruitzicht is dat een gunstige ontwikkeling. In feite wordt hiermee nu al een deel van zorg over het krimpend budget weggenomen. We kunnen met minder budget de inwoners goed bedienen. Werk en inkomen Ook in Purmerend is het bestand van mensen die een beroep moeten doen op ondersteuning door de gemeente voor inkomen en werk, in 2013 verder gestegen. De groei is minder groot dan landelijk. Aan de voorkant van het ondersteuningstraject hebben we verder vorm gegeven aan het jongerenloket. Niet de geïsoleerde (aan)vraag voor het gebruik van een regeling wordt centraal gesteld maar de jongere en zijn/haar omgeving. 7 Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief In aanvang is dit een intensieve aanpak, in de uitwerking merken we dat het werken vanuit de context een structureler effect biedt en potentie heeft om effectiever en efficiënter te zijn. Mensen worden geholpen zichzelf, maar ook elkaar te helpen. De bedoeling is om hun eigen kracht te versterken. De gemeente hoeft er in het vervolg niet per definitie (blijvend) aan te pas te komen. Daarnaast is in 2013 gekozen voor een ambitieuze inzet op sociaal rendement. De komende jaren worden er 35 banen bij de gemeente gerealiseerd. Van andere werkgevers verwachten we dezelfde inzet. Sport en cultuur De voorbereiding van de bouw van een nieuwe, multifunctionele sporthal is in volle gang. Wherelant was in 2013 volop bezig met de nieuwe huisvesting. Deze is begin 2014 in gebruik genomen. Over de hogere kosten van de nieuwe huisvesting Wherelant is zowel in 2013 als begin 2014 apart met de raad gesproken. We onderzoeken nog de gang van zaken die tot een en ander heeft geleid. Veiligheid We merken dat de effecten van onze koers en route bij de werkzaamheden in het kader van de TopX, jeugdcriminaliteit, overvallen en woninginbraken meer en meer zichtbaar zijn. We hebben in de bestrijding van overlast plekken aangewezen waar het niet meer is toegestaan je als groep op te houden. Ook dit jaar heeft het team Buurttoezicht op hangplekken buiten kantooruren gehandhaafd. HET FINANCIEEL RESULTAAT In de programmarekening wordt per programma aangegeven welke afwijkingen zich hebben voorgedaan met een verschil van € 100.000 of groter. In deze aanbiedingsbrief geven we een korte samenvatting. Omwille van de leesbaarheid worden de effecten die per saldo groter dan € 250.000 zijn geduid: Programma 2: - lagere lasten subsidies voor 2013 en lagere vaststelling 2012 € 0,30 miljoen - lagere afschrijvingen investeringen onderwijs € 0,35 miljoen - lagere overige lasten onderwijshuisvesting en kinderopvang € 0,34 miljoen - lagere lasten voor bijstand, sociale werkvoorziening en participatie € 0,30 miljoen - lagere lasten van de ambtelijke organisatie € 0,40 miljoen Programma 7: - lagere winstneming Weidevenne, vertraagd naar volgende jaren -€ 1,3 miljoen - dotatie aan de voorziening gebiedsontwikkeling -€ 1,4 miljoen - lagere netto opbrengst vastgoed, vertraagd naar volgende jaren -€ 0,2 miljoen - hogere lasten organisatie door minder uren ten laste van projecten -€ 0,6 miljoen Algemene dekkingsmiddelen: - hogere baten uit het gemeentefonds en rente € 0,9 miljoen Reserves: - lagere onttrekkingen aan en hogere storting in reserves -€ 0,4 miljoen RESULTAATBESTEMMING Het resultaat uit exploitatie na bestemming bedraagt € 3.260.574 nadelig. Voorgesteld wordt om naast de bestemming van dit resultaat 2013, ook volgende besluiten te nemen: • de boekwaarde van de NIEGG J.P. Sweelinckstraat, € 408.020, af te boeken, conform de toezegging in de raadsvergadering van 6 maart 2014; 8 Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief • aan de reserve Woonvisie van € 585.000 te onttrekken, omdat de stand van de reserve hoger is dan geraamde uitgaven voor de resterende looptijd van de Woonvisie; • aan de egalisatiereserve afgekochte grafrechten van € 1.448.337 te doteren, teneinde de omvang van de reserve in overeenstemming te brengen met de waarde van de in het verleden afgekochte graf- en urnenrechten; In totaal wordt hiermee de volgende resultaatsbestemming ten laste van de algemene reserve voorgesteld: Resultaat voor bestemming (in €) -3.260.574 Voorgestelde bestemming resultaat: Programmanummer en omschrijving Onttrekking bestemmingsreserve Woonvisie 03. Wonen Dotatie egalisatiereserve begraafplaats 06. Beheer openbare ruimte Afboeking boekwaarde NIEGG J.P. Sweelinckstraat 07. Ruimtelijke Ordening 585.000 - 1.448.337 -408.020 Saldo voorgestelde mutaties rekening 2013 -1.271.357 Mutatie Algemene reserve na resultaat bestemming -4.531.931 Na resultaatbestemming bedraagt de algemene reserve € 10.916.506. BEHANDELINGSPROCEDURE VAN DE JAARSTUKKEN De programmarekening wordt op 26 maart in concept aangeboden aan de auditcommissie en de accountant. De accountant is medio maart gestart met de controle. De vergaderingen van de auditcommissie zijn nog niet gepland. Voor de planning is van belang dat het conceptverslag van de accountant wordt aangeboden op 25 april a.s. In mei kan de auditcommissie spreken met de portefeuillehouder en de accountant over de bevindingen van de accountant. Vervolgens wordt de programmarekening voorzien van een controleverklaring van de accountant. Met de controleverklaring en het verslag van de auditcommissie kan de programmarekening worden besproken en vastgesteld in de raadsvergadering van 25 juni 2014. Het college van burgemeester en wethouders Gemeente Purmerend. De secretaris, De burgemeester, Drs. M.J.H. Smulders Mr. D. Bijl 9 Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief 2 L E E S W I J Z E R HOOFDSTUKINDELING Voorliggende Programmarekening 2013 van de gemeente Purmerend is opgesteld volgens de voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Achtereenvolgens komen aan de orde: • de aanbiedingsbrief van het college van B&W; • de verantwoording van de programma’s; • het resultaat 2013; • de verplichte paragrafen bij de programmarekening; • de balans per 31 december 2013 met toelichting; • de controleverklaring; • het verslag en de aanbevelingen van de auditcommissie en de reactie op de aanbevelingen van het college (na afronding werkzaamheden). In de bijlage treft u tenslotte aan: • de portefeuilleverdeling van het college van B&W; • de kerngegevens; • de Sisa-verantwoording 2013; • het overzicht van reserves en voorzieningen; • het overzicht van in 2013 afgesloten kredieten en nog doorlopende kredieten. OPBOUW VAN DE HOOFDSTUKKEN De aanbiedingsbrief In de aanbiedingsbrief gaat het college kort in op een aantal in het oog springende resultaten in 2013 en de oorzaak van het financieel resultaat. Ook doet het college een voorstel aan de raad voor de bestemming van het resultaat. De verantwoording van de programma’s Per programma komt aan de orde: • de inleiding van het programma. Hierin staat kort het doel van het programma, zoals dit was verwoord in de begroting 2013. • wat willen we bereiken met het programma, ofwel de beoogde maatschappelijke effecten. In deze paragraaf is aangegeven wat Purmerend in de huidige bestuursperiode (2011-2014) wil bereiken met het betreffende programma. In 2013 zijn grotendeels geen realisatiecijfers voorhanden. In die gevallen waar in 2013 wel een meting is gehouden is een tabel opgenomen met in de eerste kolom de gerealiseerde maatschappelijke effecten 2013 en in de tweede kolom de vastgestelde normen/streefcijfers voor het einde van de bestuursperiode (2014). • wat hebben we gedaan om de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken. In deze paragraaf is aangegeven welke prestaties voor 2013 zijn toegezegd en wat daarvan is gerealiseerd en niet (volledig) is gerealiseerd. Als bepaalde voor 2013 toegezegde acties en prestaties niet konden worden afgerond, wordt aangegeven wat hiervan de reden is en of de actie alsnog wordt uitgevoerd en afgerond. In bijlage VI treft u deze doorlopende acties compleet aan. • wat heeft het gekost. Deze paragraaf behandelt als eerste de lasten en baten per programma en de onderverdeling hiervan naar de afzonderlijke beleidsvelden. Daarna volgt een overzicht van de reserves, voorzieningen, subsidies en doeluitkeringen. Tot slot volgen de investeringen. Afwijkingen groter dan € 100.000 ten opzichte van begroting 10 Programmarekening 2013 | Leeswijzer 2013 worden toegelicht (in de afwijkingenkolom presenteren we begroting min realisatie). Het totaal overzicht van de investeringen is opgenomen in bijlage V. In de tabellen kunnen afrondingsverschillen zichtbaar zijn tussen de som van de afzonderlijke producten en het gehele programma. Algemene dekkingsmiddelen • Lokale belastingen en heffingen; • Nog te bestemmen middelen (stelposten); • De uitkering uit het gemeentefonds; • Renteopbrengsten; • De baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen; • Incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren. Deze middelen kennen, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij besteedbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s waarvan ze voor een deel de kosten dekken, verantwoord. Het financiële resultaat 2013 Dit hoofdstuk geeft een samenvattend overzicht van de baten en lasten van de afzonderlijke programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Dit wordt het resultaat voor bestemming genoemd. Conform het BBV worden hierna de mutaties in de reserves gepresenteerd. Deze worden vergeleken met de mutaties zoals die zijn opgenomen in de begroting en de bijstellingen op de begroting die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Hierna resteert het zogenaamde resultaat voor bestemming. De gemeenteraad wordt voorgesteld aan dit bedrag een bestemming te geven. Dit resultaat krijgt een bestemming in de besluitvorming door de Raad bij de vaststelling van de programmarekening. De paragraaf eindigt met een beschrijving van de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na balansdatum en niet zijn verwerkt in de programmarekening. De paragrafen In de paragrafen wordt verslag gedaan van het (financiële) beleid en de uitvoering daarvan. De balans en toelichting In dit hoofdstuk wordt allereerst uiteengezet welke waarderingsgrondslagen worden gehanteerd in Purmerend. Daarna volgt een beschrijving en toelichting van de afzonderlijke onderdelen van de balans en de mutaties die in 2013 zichtbaar zijn. De controleverklaring Op deze plek wordt de verklaring van de accountant afgedrukt. In de verklaring geeft de accountant een oordeel over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de zaken die in de programmarekening zijn opgenomen. Het oordeel van de accountant heeft betrekking op de volgende onderdelen: • wat heeft het gekost; • het resultaat; • de balans en de toelichting hierop. Het verslag van de auditcommissie De programmarekening en de controleverklaring worden gelezen en besproken door de auditcommissie. De commissie kan vragen stellen over de inhoud en bereidt de behandeling 11 Programmarekening 2013 | Leeswijzer van de rekening door de gemeenteraad voor. Ten behoeve van de raadsvergadering reageert het college op de bevindingen en de aanbevelingen van de auditcommissie. Bijlagen In de bijlage(n) worden een aantal overzichten gegeven die deels verplicht zijn (Sisa) en deels informatief voor de raad zijn. De bijlagen worden hier verder niet toegelicht. 12 Programmarekening 2013 | Leeswijzer 3 D E � P R O G R A M M A ' S 1. PUBLIEKSDIENSTEN 14 2. SAMENLEVING 17 3. WONEN 39 4. MILIEU 45 5. BEREIKBAARHEID 49 6. BEHEER OPENBARE RUIMTE 55 7. RUIMTELIJKE ORDENING 63 8. VEILIGHEID 74 9. ECONOMIE 81 10. BESTUUR EN CONCERN 87 13 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 1 P U B L I E K S D I E N S T E N Portefeuillehouder: R. Helm Wat willen we bereiken met het programma Publieksdiensten Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 1.1 Publieksdienstverlening Wij willen graag dat onze inwoners ons stadhuis zien als een plek waar informatie en producten, digitaal en fysiek, op een toegankelijke, betrouwbare en prettige manier te vinden zijn. Ook al liggen de regels voor de uitgifte van veel producten vast, de manier waarop we onze producten uitgeven, plannen maken en uitvoeren, maakt verschil uit voor de waardering van de inwoner voor zijn gemeente en de overheid in het algemeen. Wij willen dat inwoners tevreden zijn over onze dienstverlening. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 1.1 Beleidsveld Publieksdienstverlening 1.1.1 Prestatieveld Purmerend heeft antwoord Werkdoel In 2013 lag de nadruk op het uitbreiden van digitale dienstverlening voor de burger. Om dit te realiseren, hebben we onder andere geïnvesteerd in het aanschaffen en inbouwen van slimme digitale aanvraagformulieren. Vanaf voorjaar 2014 kunnen burgers veel meer zaken digitaal met de gemeente afhandelen. De nadruk lag ook op het uitbreiden van dienstverlening door het Klantcontactcentrum (KCC) en het organisatiebreed werken met servicenormen. Het Klantcontactcentrum is niet meer alleen de spin in het web voor telefonische contacten. Het is nu ook verantwoordelijk voor het registreren, uitzetten en bewaken van afhandeling van e-mails van burgers. De vakafdelingen zorgen voor actuele informatie. Hierover heeft het KCC met hun goede afspraken gemaakt. Voor het zo goed mogelijk kunnen afhandelen van telefoongesprekken kregen alle KCC medewerkers kwaliteitscoaching. In voorbereiding is een actieve rol van het KCC in het gesprek met burgers via Twitter (webcare). Hiervoor krijgen de KCC medewerkers een interne opleiding. Kernprestaties 14 Programmarekening 2013 | De programma's Experimenten met skypen met burgers zijn uitgevoerd (ondertrouw, jongerenloket) en smaken naar meer. Burgers kunnen nu ook via Skype informatie vragen over beide verkiezingen in 2014. De klanttevredenheid is gemeten in de jaarlijkse benchmark ‘Waar staat je gemeente' 2013. De resultaten van dit onderzoek vallen ruim boven de effect- en prestatie-indicatoren programmabegroting 2013 - 2016. Ook de vriendelijkheid van de medewerkers (8,5) en de openingstijden (7,7) scoren goed. Effectindicator/ prestatieindicator Waar staat je gemeente Dienstverlening balies / bezoek Wachttijd < 15 minuten 7,9 7,5 94% 80% 1.1.2 Prestatieveld Omgevingsvergunning onderdeel bouwen Werkdoel Het toetsen van bouwplannen, toezicht houden hierop en op illegale bouwactiviteiten. Het handhaven en optreden tegen afwijkingen van verleende bouwtoestemmingen en de regelgeving op ruimtelijk gebied. Kernprestaties • beoordeling en afhandeling toestemming bouwen volgens geldende normen; • toezicht op en handhaving van verleende toestemming bouwen. Prestatie-indicatoren Omgevingsvergunning onderdeel bouwen Toezegging Resultaat 2013 2013 2014-2017 % bouwtoestemmingen dat is verleend volgens wettelijke normen (aantal aanvragen in 2013: 291 omgevingsvergunningen , 93 sloopmeldingen en 149 kapvergunningen) 95% 99% jaarlijks 95% % handhavingsprocedures met veiligheidsaspecten uitgevoerd conform nota Integrale Handhaving 2012-2015 (in 2013: 63 waarschuwingsbrieven, 32 voornemens dwangsom, 1 formeel dwangsombesluit en 10 formele bestuursdwangsombesluiten) 95% 100% jaarlijks 95% Bestuurlijke producten 2013-2016 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal Legesverordening jaarlijks gerealiseerd Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving Purmerend 2013 jaarlijks gerealiseerd Evaluatieverslag Integrale Handhaving Purmerend 2012 jaarlijks gerealiseerd Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking Lasten -7.743 -7.357 -7.344 -7.306 39 Baten 3.200 3.455 2.488 2.317 -171 Saldo -4.544 -3.902 -4.856 -4.989 -133 15 Programmarekening 2013 | De programma's (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking BV011 Publieksdienstverlening Lasten -7.743 -7.357 -7.344 -7.306 39 Baten 3.200 3.455 2.488 2.317 -171 -4.544 -3.902 -4.856 -4.989 -133 Het saldo van dit programma wijkt € 133.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 39.000 lagere lasten en € 171.000 lagere baten. Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht. EXPLOITATIE Bouwleges De inkomsten bouwleges waren in de primitieve begroting geraamd op 1,6 miljoen. Deze raming is bijgesteld naar € 833.000. Uiteindelijk zijn de inkomsten uitgekomen op € 684.000. Dit is een verschil van € 149.000. Dit verschil is gedeeltelijk gecompenseerd door bevriezing van de vacatureruimte met een bedrag van € 85.000 (conform Berap III). Over de kostendekkendheid van de gerealiseerde legesopbrengsten vindt u informatie in de paragraaf Lokale Heffingen. Aan onderzoekskosten voor de Nieuwstraat is circa € 30.000 uitgegeven. Er is in 2013 beroep bij de rechtbank ingesteld tegen het opleggen van de leges voor diverse projecten uit 2010, 2011 en 2012. Het risico dat de gemeente loopt bedraagt maximaal € 1,2 miljoen. RESERVES EN VOORZIENINGEN Er zijn geen reserves en voorzieningen in dit programma. INVESTERINGEN Niet van toepassing. 16 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 2 S A M E N L E V I N Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, R. Helm en B. Daan G. Nijenhuis: Prestatieveld Gezonde geest in een gezond lichaam Prestatieveld Verantwoordelijk voor eigen buurt Prestatieveld Aandacht en (zelf)zorg op maat Prestatieveld Individuele voorzieningen Prestatieveld Zorg voor kwetsbare inwoners Prestatieveld Mensen met lichamelijke en of verstandelijke beperkingen doen mee R. Helm: Prestatieveld Kunst en Cultuur verrijken de stad en zijn inwoners Prestatieveld Verantwoordelijk voor eigen buurt B. Daan: Prestatieveld Op de toekomst voorbereid Prestatieveld Volumebeleid Wwb Prestatieveld Participatiebeleid Prestatieveld Minimabeleid Prestatieveld Schuldhulpverlening Prestatieveld Sociale werkvoorziening Wat willen we bereiken met het programma Samenleving Inleiding Ontwikkeling transities en maatschappelijk beleidskader 2013 Vanaf 2012 is veel energie gestoken in de voorbereiding van de overdracht van de taken van Het Rijk op het terrein van jeugdzorg, langdurige zorg (uit de AWBZ) en voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook in 2013 vonden de voorbereidingen plaats, terwijl tegelijkertijd nog veel onduidelijk was over welke onderdelen precies naar de gemeenten overgaan, over de doelgroepen die het betreft en de budgetten die onder de gemeenten worden verdeeld. Duidelijk werd wel dat het niet alleen een overheveling van taken betreft maar de gemeente ook de ambitie heeft om de wijze van werken van de eigen organisatie en van de instellingen anders vorm te geven. Die nieuwe manier van werken sluit aan bij de eigen kracht en regie van de inwoners. De gemeente heeft veel meer het besef dat de oude manier 17 Programmarekening 2013 | De programma's G van werken, vanuit verschillende gemeentelijke loketten, niet meer past bij de huidige situatie en ook niet bij wat er nog op de gemeente aan taken afkomt. Het gaat er om dat gemeente en instellingen breder kijken naar wat burgers nodig hebben, niet alleen gericht zijn op de vraag die gesteld wordt, maar ook aandacht hebben voor de integraliteit en ontkokering van hulp. Het afgelopen jaar is in de gemeentelijke organisatie met die nieuwe manier van werken geëxperimenteerd (jongerenloket) en ook daarbuiten (jeugdpilot, sociale wijkteams). De ambitie om beleidsvelden meer in samenhang met elkaar te brengen vindt ook zijn neerslag in de programmabegroting en jaarrekening. Voor het eerst worden in deze jaarrekening de verschillende programma’s van het sociale domein onder 1 programma Samenleving ondergebracht met als de richtsnoer de indeling van het maatschappelijk beleidskader. Ook in het afgelopen jaar hebben instellingen samen met de gemeente uitvoering gegeven aan het beleidskader en meegedacht over de manier waarop straks uitvoering gegeven kan worden aan de nieuwe taken. Dit fundament van samenwerking wordt ook de komende jaren verder verstevigd. Instellingen zal gevraagd worden steeds meer rekenschap te geven van wat de burger nodig heeft, en ook de Raad meer te informeren over de praktijk van het werk, de doelen die gehaald worden. De Raad wil dit stimuleren door gesprekken met instellingen en bezoeken in het werkveld te organiseren. Het gaat niet alleen om kwantitatieve gegevens, de nadruk zal meer komen te liggen op zien wat in de praktijk gebeurt (het project Vertellen en tellen met deze nieuwe manier van verantwoorden is in 2013 gestart en wordt in 2014 verder uitgevoerd). Een vierde transitie (naast de jeugdzorg, AWBZ en Participatie) is de invoering van de Wet passend onderwijs. Ook hierbij was lange tijd onzeker wanneer de invoering zou plaatsvinden. Het afgelopen najaar is de voorbereiding hiervan in een stroomversnelling geraakt. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Goed leven in Purmerend Purmerend is een stad met gezonde leefomstandigheden en voorzieningen. Het uitgangspunt is dat iedereen een plek heeft in Purmerend. Het wordt inwoners gemakkelijk gemaakt om gezond te leven en elkaar te ontmoeten. Het verenigingsleven is sterk ontwikkeld. Er is sprake van een laagdrempelig aanbod en er zijn vele vrijwilligers actief. De aanwezigheid van kunst en cultuur maken Purmerend een aantrekkelijke stad om in te wonen en te verblijven. Op buurtniveau is er sprake van sterke sociale verbanden, met veel onderlinge ondersteuning en goed nabuurschap, waardoor inwoners lang zelfredzaam zijn. Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld De jeugd heeft de toekomst Eerder herkennen van problemen bij het opgroeien. Hoe vroeger interventies kunnen worden gepleegd, hoe beperkter de schade en hoe minder ingrijpend de gevolgen. Meer gebruik van het eigen netwerk en vrijwillige ondersteuning. Meer inzet van eigen kracht-instrumenten. In situaties waarbij meerdere instellingen betrokken zijn bij hulpverlening aan een kind of gezin is samenwerking vanzelfsprekend. Zij weten van elkaar wat ze doen en er is één plan, voor één gezin met één coördinerend persoon. Als het echt niet anders kan, en als dat nodig is, wordt er een alternatief geboden voor thuis, zodat de ontwikkeling door kan gaan en veiligheid geborgd is. Het kunnen ontwikkelen van een veilige hechting is een van de allerbelangrijkste onderdelen van de opvoeding. 18 Programmarekening 2013 | De programma's Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Drempels weg Meer mensen aan het werk, minder mensen in de bijstand. Meer mensen gekwalificeerd om mee te kunnen doen, meer mensen sociaal redzaam en maatschappelijk actief. Meer mensen financieel zelfredzaam. Zoveel mogelijk mensen doen mee in de maatschappij. Er is een relatief laag uitkeringsbestand en een goed bereik van participatie en armoedebeleid. Daarbij zijn de klanten tevreden over de wijze van dienstverlening. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 2.1 Beleidsveld Goed leven in Purmerend 2.1.1 Prestatieveld Gezonde geest in gezond lichaam Werkdoel Het bevorderen van gezondheid door het continu uitvoeren van samenhangende, collectieve, preventieve maatregelen. Maatregelen gericht op het voorkomen van ziekten, aandoeningen en problematiek. Het afstemmen daarvan met de curatieve gezondheidszorg, de zorg die gericht is op het genezen en behandelen van ziekten, aandoeningen en problematiek. Van zorg en ziekte naar gedrag en gezondheid. De gemeente stimuleert alle Purmerenders om - ongeacht hun leeftijd en lichamelijke gesteldheid - deel te nemen aan spel- en sportactiviteiten naar keuze. Het realiseren en in stand houden van voldoende, goed gespreide, eigentijdse, veilige en kwalitatief goede binnen- en buitensportaccommodaties die voor alle inwoners toegankelijk zijn. Verenigingen steunen vooral op vrijwillige inzet en en realiseren meer eigen inkomsten. Medegebruik van accommodaties wordt daarom steeds belangrijker. Gezondheidsbevordering In april 2013 is de nota gezondheidsbevordering 2013-2016 vastgesteld. De pilot in het project Aanpak schadelijk alcoholgebruik onder jongeren in het kader van de nieuwe dranken horecawetgeving is uitgevoerd. In 2014 vindt daar besluitvorming over plaats. De JOGG (Jongeren op gezond gewicht) activiteiten zijn uitgevoerd en worden vervolgd met een accent op kinderen van 0 - 4 jaar. Diverse projecten in het kader van een gezondere leefstijl met bijzondere aandacht voor mensen met overgewicht hebben plaatsgevonden evenals de organisatie van sport- en beweegactiviteiten voor mensen met een beperking, mede naar aanleiding van particuliere initiatieven. Sportaccommodaties Ter uitvoering van het raadsbesluit van 1 november 2012 zijn belangrijke stappen gezet in de voorbereiding van het plan voor de bouw van twee sporthallen, een 3-sterren turnhal en de verplaatsing van de rugby. Voor de sporthallen en de turnhal is in overleg met alle betrokken partijen het programma van eisen opgesteld. De ontwikkeling zal plaatsvinden volgens een design en build constructie, waarvoor de Europese aanbesteding is voorbereid. Naar verwachting kunnen de sporthallen eind 2015 conform de planning in gebruik genomen worden. Er heeft overleg plaatsgevonden met de Sportraad, de sportverenigingen en de schoolbesturen over het eerste concept van een sportaccommodatienota. Hierin is het onderzoek weergegeven naar het aanbod van en de behoefte aan gemeentelijke binnenen buitensportaccommodaties. De definitieve nota zal in 2014 ter besluitvorming worden aangeboden. 19 Programmarekening 2013 | De programma's Er heeft onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijke multifunctionele inzet van sportkantines onder de sportverenigingen met een eigen opstal. Multifunctioneel gebruik wordt zoveel mogelijk gestimuleerd. Er is gestart met de renovatie van de atletiekaccommodatie De Munnik. De dakrenovatie van De Vaart is uitgevoerd. De toplaag van de kunstgraskorfbalvelden Flevostraat is vervangen. In het Leeghwaterbad zijn diverse vervangingsinvesteringen uitgevoerd. Er heeft onderzoek plaatsgevonden naar de huisvestingsmogelijkheden voor Spurd. Hierover zal in 2014 besluitvorming plaatsvinden. 2.1.2 Prestatieveld Kunst en cultuur verrijken de stad Werkdoel Purmerend streeft naar een aantrekkelijk en gedifferentieerd aanbod van kunst- en cultuuruitingen, verschillende mogelijkheden voor professionele en amateurkunstbeoefening in adequate, toekomstbestendige en voor alle inwoners toegankelijke voorzieningen. Het stimuleren en aanbieden van kunst- en cultuuruitingen (podiumkunsten, museale kunst etcetera) die een zo breed mogelijk publiek bereiken en waarvan omvang en kwaliteit passen bij Purmerend als centrum van de regio Waterland. Het stimuleren van kunst- en cultuuruitoefening in brede zin, om te bereiken dat er een brede en gevarieerde belangstelling bestaat bij Purmerenders voor cultuur. Prestatie-indicatoren Kunst- en cultuuraccommodaties Toezegging 2013 Realisatie 2013 Uitvoering nieuwe huisvesting Wherelant in combinatie met ateliers gereed gereed Huisvesting en horeca Purmaryn basaal gereed gereed Huisvesting Purmerends Museum aanpassen gereed in uitvoering Toelichting Kunst- en cultuuraccommodaties De huisvesting voor Wherelant en de ateliers is in 2013 tot stand gekomen in het pand Van IJsendijkstraat. De opening van Wherelant vond plaats in februari 2014. In de raad van juni 2013 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de daadwerkelijke verhuizing (€ 100.000 voor de door Wherelant te maken kosten), extra budget voor de exploitatie (€ 20.000 structureel vanaf 2014) en een budget van € 50.000 voor het ingraven van een tank bij een nabijgelegen tankstation. In de loop van november 2013 is nog eens een extra bedrag van € 85.000 beschikbaar gesteld voor zaken die onder meer verband hielden met brandveiligheid en niet in het oorspronkelijke programma waren opgenomen. Van de voorziene verbouwing van de Purmaryn is afgezien. De foyer is met eenvoudige middelen aangepast zodat de verblijfs- en horecafunctie beter tot zijn recht komt. De aanpassing c.q. verbetering klimaat van het Purmerends Museum is gestart. De werkzaamheden lopen door tot 2014. Kunst- en cultuurbeleving Door het in februari 2013 genomen raadsbesluit is de uitkoop van de horeca van de Purmaryn op 1 juli 2013 gerealiseerd. De nieuwe uitstraling van de ontvangstruimte in horeca en foyer en de komst van de nieuwe horeca-uitbaters dragen merkbaar positief bij aan de beleving van de theaterbezoekers. Met 74.729 bezoekers in 2013 stabiliseert dat aantal zich. 20 Programmarekening 2013 | De programma's P3: het aantal bezoekers bedroeg in 2013 21.002 personen, waarvan 5.738 uit verhuur. Naast de vaste huurders zijn nieuwe vaste huurders bijgekomen zoals Clup met het jongerenwerk en maatjesproject en Shootlab. Het aantal bezoekers is ten opzichte van 2012 gedaald wat samenhangt met de noodzaak anders en minder te programmeren vanwege de bezuinigingen. Voor 2014 heeft P3 op basis van de eerste helft van 2013 de status “kernpodium” toebedeeld gekregen door het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten. Dat betekent dat mogelijke verliezen op producties in de kleine zaal voor een gemaximaliseerd bedrag ten laste van dit fonds kunnen worden gebracht. Festival Reuring heeft weer vele duizenden bezoekers weten te trekken evenals de Marktstadfeesten. In de centrale hal van het stadhuis worden jaarlijks zo'n 10 exposities gehouden. Ook in 2013 hebben amateurkunstenaars uit Purmerend en de regio hier gebruik van gemaakt. De gemeente is hierin facilitair. Kunst- en cultuuruitoefening De Muziekschool verkeert in de eerste fase van transitie. Dat betekent dat het muziekonderwijs zich concentreert op de basisscholen. Museum Waterland heeft in 2013 geen subsidie meer gekregen en moet met eigen middelen zijn functie zien te houden. De Bibliotheek is gestart met een pilot zondagsopenstelling. Het vertrek van de gemeente Waterland uit de regionale bibliotheek is opgelost binnen de beschikbare budgetten van de organisatie. Cultureel erfgoed De eerste fase van aanpassing van het Purmerends Museum, in verband met eisen ter behoud van het predicaat erkend museum, is gestart. Het project zal een doorloop kennen in 2014. Samen met de Vereniging Historisch Purmerend, de Archeologische Werkgroep en het Waterland Archief wordt tegemoet gekomen aan de nog steeds sterke belangstelling voor de geschiedenis van Purmerend. De facebookpagina van de gemeente Purmerend 'Geschiedenis en cultuur' die in 2013 is gelanceerd, dient hetzelfde doel. In 2013 is de voorbereiding gestart voor de overdracht van het Bätzorgel in de Nicolaaskerk aan de Stichting Garrelsorgel. De effectuering heeft in februari 2014 plaatsgevonden. 2.1.3 Prestatieveld Verantwoordelijk voor eigen buurt Werkdoel We stimuleren dat iedereen prettig kan wonen in hun buurt en dat mensen onderling prettig samenleven en zich verantwoordelijk voelen voor hun leefomgeving, zowel fysiek als sociaal. De gemeente zorgt voor een schone, hele en veilige leefomgeving (zie ook prestatieveld Wijkgericht werken en programma Openbare ruimte). Als dit op orde is, kunnen stappen worden gezet om betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij buurtbewoners voor de buurt te vergroten. Bewoners houden rekening met elkaar en lossen onderling hun problemen op. De overheid is niet de eerst aangewezene om problemen op te lossen. De overheid heeft een ondersteunende taak als het gaat om het bevorderen van de betrokkenheid bij de buurt en het versterken van sociale cohesie en zelfredzaamheid. Het gaat erom de verbinding tot stand te brengen. We stimuleren de bereidheid van mensen om maatschappelijk iets te willen betekenen door vrijwilligerswerk te doen. Ook stimuleren we dat mensen naar elkaar omzien en zich inzetten voor anderen. Vrijwilligerswerk kan gedaan worden in de buurt waar mensen wonen, in de zorg voor anderen of op het gebied van welzijn, sport en cultuur. De rol van de overheid is 21 Programmarekening 2013 | De programma's ondersteuning bieden bij het toeleiden van potentiële vrijwilligers naar vrijwilligerswerk dat bij hen past, het waarderen en ondersteunen van vrijwilligers en voorwaarden scheppen waardoor vrijwillige inzet gefaciliteerd wordt. Er is speciale aandacht voor het bevorderen van vrijwilligerswerk onder mensen met een beperking en onder jeugd en jongeren. Welzijn in de wijk Alle wijken zijn vertegenwoordigd in een sociaal wijkteam. De teams leveren een belangrijke bijdrage aan het versterken van de samenhang en leefbaarheid in wijken, het mobiliseren van eigen kracht van mensen, het activeren van eigen netwerken, vinden en inzetten van vrijwilligers. Een samenstelling van werkers van diverse organisaties die op wijkniveau bij elkaar komen om situaties, (zorg)vragen en initiatieven te bespreken die er zijn vanuit de bewoners. Dit wordt in gezamenlijkheid opgepakt, zoveel mogelijk met de bewoners. In complexere situaties is tot nu toe gebleken dat het 'erop afgaan' van hooguit twee a drie werkers goed werkt. Naast de sociale wijkteams zijn er andere initiatieven en projecten die in 2013 bijdroegen aan welzijn in de wijk: • buurtbemiddeling; • inloop voor jongeren in voormalig wijkcentrum ’t Noot; • samenwerking en oppakken van acties door de organisaties die elkaar tegenkomen in de Jeugd Netwerk Overleggen; • wijkadvies Clup Welzijn. Het welzijnsaccomodatiebeleid zoals dat door de raad is vastgesteld, heeft in 2013 geleid tot het openhouden van het wijksteunpunt Purmer-Noord en Comic. Wijkcentrum de Zuidpool is verkocht en met de nieuwe eigenaar is een convenant afgesloten voor voortzetting van maatschappelijke activiteiten in de wijk. In de Gors is in samenwerking met de Prinsenstichting een soortgelijke constructie in ontwikkeling. De Prinsenstichting stelt zijn accommodatie beschikbaar voor wijkgerichte, maatschappelijke activiteiten. In 2013 zijn daartoe de eerste afspraken gemaakt. Gelijk de Zuidpool wordt gestreefd naar beheer door bewoners zelf. Wijkcentrum De Trekschuit is afgestoten waarbij de aldaar actieve groepen een plaats hebben kunnen vinden in andere locaties. In de Purmer-Noord zijn drie locaties waar wijkgerichte actiteiten kunnen plaatsvinden: wijksteunpunt Purmer-Noord, de te ontwikkelen locatie Tilburyplein en de Comic. Jeugd en jongeren Het jeugd- en jongerenwerk en straathoekwerk zijn voor de toekomst van de Purmerendse jeugd van groot belang als schakel in de (jeugd)keten, vooral als het gaat om laagdrempelig aanbod van activiteiten/inloop, signaleringsfunctie of preventie. Concrete projecten en activiteiten in 2013: • samen met jongeren zijn er concrete plannen ontwikkeld om de skatevoorziening in het Leeghwaterpark uit te breiden; • talentenjacht Murderend, presentaties in P3; • HuisWerkClup; • inloop en activiteiten in ’t Noot/Wheermolen en voormalig wijkkantoor Dotterbloem/Gors; • Maatjesclup in P3. Wijkgericht werken 22 Programmarekening 2013 | De programma's In 2013 hebben de wijkmanagers met veel betrokken bewoners in de wijken samengewerkt om wensen en voorstellen tot verbetering van hun woon- en leefomgeving vorm te geven. Hierbij hebben de verschillende bewonersbudgetten voor een belangrijk deel bijgedragen tot de realisatie van de verschillende projecten. Door de bezuinigingen op beheerbudgetten en de wens van bewoners om zelf actief bij te dragen aan een prettige woonomgeving, geven de bewonersbudgetten de ruimte om de initiatieven van start te laten gaan waarna de bewoners vaak zelf zorgen voor het in stand houden van de verbeteringen. Naast bewoners weten ook ondernemers, instellingen, verenigingen en andere actief betrokkenen in de wijk steeds vaker de weg naar de wijkmanager te vinden voor een financiële bijdrage, advies, afstemming en ondersteuning bij de verschillende projecten. Opvallende trend is dat actieve bewonersgroepen zich steeds meer, naast de wijkkerngroepen, tot de gemeente wenden voor de diverse projecten. Door deze ontwikkeling wordt er ook meer een beroep gedaan op de inzet van de wijkmanagers. Vrijwilligerswerk In 2013 is vormgegeven aan het Vrijwilligerspunt, ontstaan door samenwerking met de organisaties Clup, MEE, Odion, SMD en Spurd. Doel van het Vrijwilligerspunt is vraag en aanbod bij elkaar te brengen met onder andere een nieuwe website, een fysieke inloop in Wijkplein Where en een (digitale) vacaturebank waar al veel organisaties bij aangesloten zijn. Ook zijn er trainingen en workshops voor bestaande vrijwilligers en wordt er regelmatig een kenniscafé georganiseerd rondom een thema, of een informatiebijeenkomst gehouden voor nieuwe vrijwilligers. Stichting Clup, Stichting Spurd en Wonen en Zorg hebben samen met het voortgezet onderwijs uitvoering gegeven aan de maatschappelijke stages, binnen de financiële kaders van de bezuinigingsoperatie. 2.2 Beleidsveld De jeugd heeft de toekomst 2.2.1 Prestatieveld Aandacht en (zelf)zorg op maat Werkdoel Het zodanig bewaken, beschermen en bevorderen van de lichamelijke, psychische, sociale en cognitieve ontwikkeling van jeugd (0-19 jaar), dat zij nu - en in de toekomst - een optimaal niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kunnen bereiken. Ondersteuning waarin het gezin in zijn totale context centraal staat, in sterke mate lokaal is gefundeerd en aansluit bij lokale structuren. Gestreefd wordt naar behoud van eigen verantwoordelijkheid en ondersteuning in de eigen omgeving. Preventie, zelfhulp, informele hulp en lichte, professionele ondersteuning vormen de basis. Wanneer zwaardere ondersteuning noodzakelijk is, wordt deze zo snel, flexibel en nabij mogelijk ingezet. Ontwikkeling CJG-locaties Purmerend heeft drie CJG’s die vier gebieden bedienen: Overwhere - Wheermolen, PurmerNoord - Purmer-Zuid, en Centrum - Gors & Weidevenne. In 2013 is besloten deze gebieden aan te laten sluiten op de gebieden van de in ontwikkeling zijnde sociale wijkteams. De netwerkfunctie is in 2013 steeds meer aangehaakt bij de ontwikkeling van de sociale wijkteams, waar het CJG ook onderdeel van is. Dat is een belangrijk uitgangspunt om de ‘jeugdpoot’ van het sociale wijkteam optimaal te ontwikkelen. Niet als apart onderdeel, wel met een eigen expertise. In het beleidsplan jeugdzorg is omschreven dat de gemeente in de toekomst een integratie ziet van de sociale wijkteams en bepaalde functies van de CJG's. De basisfuncties van het CJG, waaronder de JGZ, blijven in hun huidige vorm bestaan. Pilot ‘De JGZ-arts als poortwachter’ 23 Programmarekening 2013 | De programma's Als gevolg van de komende transitie van de jeugdzorg in 2015 kwamen in 2013 al steeds meer cliënten met een verzoek voor vrijwillige (jeugd)hulpverlening bij het CJG. Soms op eigen initiatief, soms worden ze doorverwezen door de verschillende organisaties in het veld. Om de juiste hulpverlening aan deze cliënten effectief in te zetten en te stroomlijnen is in het CJG Purmerend in 2013 gestart met een pilot. Twee jeugdartsen bekijken de casussen en zetten in overleg met de ouders de juiste hulpverlening in. Wijkteams en jeugd Een belangrijk onderwerp voor de partners uit het preventief jeugdbeleid in 2013 was de rol van jeugd binnen de sociale wijkteams. De ontwikkeling van de wijkteams loopt door verschillende opgaven heen. Zo is vanuit de partners de vraag ontstaan hoe de wijkteams er in de basis uit zouden moeten zien: welke expertise en competenties zijn er nodig? Hoeveel per wijk? Voor de betrokken organisaties is het belangrijk te weten wat ze nu en in de toekomst in welk wijkteam, of in het netwerk daaromheen, moeten kunnen leveren. Ook zijn de partners binnen het preventief jeugdbeleid actief betrokken bij de ontwikkeling van het beleidsplan jeugdzorg. Transitie jeugdzorg Het jaar 2013 was een belangrijke stap in de transitie en transformatie van de zorg voor jeugd. Er zijn pilots opgezet, waaronder de pilot ‘decentrale toegang jeugdzorg’. De wijkgerichte werkwijze, die belangrijk is voor de ontwikkelingen rondom de zorg voor jeugd, heeft een grote vlucht genomen. Het CJG en diverse partners rondom preventief jeugdbeleid zijn daarbij betrokken. Ook is het beleidsplan jeugdzorg Purmerend ontwikkeld met input van de partners. Het doel is om een samenhangend en effectief stelsel van zorg voor jeugd en gezin neer te zetten. 2.2.2 Prestatieveld Op de toekomst voorbereid Werkdoel Purmerend is gebaat bij een aantrekkelijk en gevarieerd onderwijsaanbod in adequate en toekomstbestendige gebouwen. De voorzieningen zijn evenwichtig over de stad verspreid en afgestemd op de inhoudelijke eisen van de beoogde, doorgaande leerlijn. Indien nodig en/of gewenst heeft de gemeente een faciliterende rol. Onderwijsachterstanden worden voorkomen en bestreden. Doorlopende leer- en ontwikkelingslijnen zijn van belang, zodat iedere inwoner de kans krijgt op een goede scholing en een startkwalificatie kan behalen. Dit vergroot de kansen op de arbeidsmarkt en de mogelijkheid om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. In overleg met het veld wordt de invulling bepaald. Laaggeletterdheid bij volwassenen wordt aangepakt door in te zetten op het bevorderen van lees-, schrijf- en rekenvaardigheid. De gemeente stimuleert dat schoolbesturen een brede ontwikkeling van jongeren bewerkstelligen, waarbij ruimte is voor alle aspecten waar leerlingen in hun leven mee worden geconfronteerd. 24 Programmarekening 2013 | De programma's Effect indicatoren Educatie Toezegging 2013 Realisatie 2013 Aantal gemelde nieuwe voortijdige schoolverlaters (cijfers CFI) 204 184 Percentage meldingen aan leerplicht van personen die opleiding vervolgen die toeleidt naar startkwalificatie 90% Rapportcijfer ouders over zorg en begeleiding van kinderen op school 6,5 6,8 Rapportcijfer waardering van ouders voor peuterspeelzalen 8,1 niet beschikbaar Rapportcijfer ouders over variatie in aanbod scholen voor voortgezet onderwijs 6 niet beschikbaar Aantal noodlokalen basisonderwijs 18 8 Toezegging 2013 Realisatie 2013 Toelichting : betreft schooljaar 2012/2013 Prestatie-indicatoren Onderwijshuisvesting Nieuwbouw, aanpassing en uitbreiding PSG-campussen (bouwheerschap PSG) uitstel tot 2016 Renovatie Het Baken Purmer-Zuid (bouwheerschap CPOW) uitvoering voorbereiding oplevering 2014 Nieuwbouw M.L. Kingschool Overwhere (bouwheerschap OPSO) uitvoering Nieuwbouw 't Prisma Wheermolen/Overwhere (bouwheerschap CPOW) voorbereiding oplevering 2016 Uitbreiding Montessorischool (bouwheerschap stichting Montessorionderwijs) voorbereiding oplevering 2014 Onderwijshuisvesting Nieuwbouw en uitbreiding van de PSG zou volgens planning in 2013 zijn gerealiseerd. Vanwege onderwijskundige overwegingen (veranderende leerlingenaantallen, andere inzichten in onderwijsvernieuwing) heeft de PSG uitstel gevraagd. Nieuwe plannen worden uitgevoerd binnen het beschikbaar gestelde budget. Als gevolg van teruglopende leerlingenaantallen is gekozen voor renovatie in plaats van nieuwbouw voor Het Baken. Om dezelfde reden is gekozen voor een verhuizing van scholen in Purmer-Noord. In 2013 is een krediet beschikbaar gesteld van € 285.700 voor sloop en tijdelijke huisvesting Prisma. In 2013 is uitgegeven € 46.000. Het restant zal in 2014 en 2015 worden besteed. Overzicht investeringen 2013 Dr. J.M. den Uyllaan 3 - M.L. Kingschool nieuwbouw 3.700.000 (OPSO) Salland 38 - Montessorischool isolatieglas (subsidie ISV) 44.993 isolatieglas (subsidie ISV) 11.404 (Montessori) Hoefsmidhof 4 - Ploegschaar (CPOW) Ranonkel 3 - Alexander Roozendaalschool aanpassing/renovatie schuif Purmer(Orion) Noord Hoefsmidhof 4 - Ploegschaar (CPOW)_ aanpassing/renovatie schuif Purmer- 114.920 123.650 Noord Zichthof 9 - De Dijk (OPSO) aanpassing/renovatie schuif Purmer- 276.256 Noord Jachtwagenstraat 64 - Boemerang (OPSO)aanpassing/renovatie schuif PurmerNoord 25 Programmarekening 2013 | De programma's 103.386 Maximale onderwijskansen voor iedereen Prestatie-indicatoren Maximale onderwijskansen voor iedereen Toezegging 2013 Realisatie 2013 Aantal gesubsidieerde VVE-trajecten op peuterspeelzalen 6 8 (116 plekken) Totaal aantal beeindigde trajecten vsv 250 529 waarvan herplaatst naar opleiding 150 173 waarvan herplaatst naar werk 100 157 waarvan overig (zoals zorg, verhuisd, teruggetrokken, detentie) pm 199 Laaggeletterden die cursus taal/rekenen volgen 63 302 In 2013 is gebleken dat de vraag naar VVE-trajecten het duidelijkst is in Purmer-Noord, Overwhere en Wheermolen. Binnen het programma Aanval op Uitval is nog intensiever ingezet op het terugdringen van schoolverzuim, met name door snelle interventies vanuit leerplicht en een thuiszittersoverleg waarin op casusniveau naar oplossingen wordt gezocht. Het aantal laaggeletterden dat een cursus taal/rekenen volgt, is door een geïntensiveerde, actieve werving gestegen van 63 in 2012 naar 302 in 2013. Brede ontwikkelingskansen Prestatie-indicatoren Brede ontwikkelingskansen Toezegging 2013 Realisatie 2013 Aantal gerealiseerde combinatiefuncties 11,5 11,5 Purmerendse organisaties op gebied van sport, cultuur en educatie werken aan een visie op brede ontwikkeling van leerlingen. Doel is de bestaande middelen zodanig in te zetten dat er een gevarieerd aanbod bestaat. 2.3 Beleidsveld Drempels weg Voorbereiding decentralisaties AWBZ, Jeugdzorg en Participatie In 2013 is vooral ingezet op kader-, visie- en beleidsontwikkeling en het werken in pilots. Er is een kaderstellende notitie opgesteld en er zijn beleidsplannen voor de transities jeugdzorg en AWBZ/de nieuwe Wmo opgesteld in samenwerking met maatschappelijke partners en cliëntenvertegenwoordigers. Er zijn pilots gedraaid ten aanzien van de toegang tot jeugdzorg, het oefenen met opdrachtgeverschap voor delen van de jeugdzorg, ten aanzien van het wijkgericht samenwerken en ten aanzien van het anders benaderen van cliënten in het Loket Wmo en het jongerenloket middels het traject 'met lef en vertrouwen'. In 2013 is ook een samenwerkingsverband in de regio Zaanstreek/Waterland tot stand gebracht om de decentralisaties in onderlinge samenwerking voor te bereiden en te organiseren. De grootste hoeveelheid werk wordt in 2014 verwacht. Dan vindt de operationele voorbereiding plaats zodat er op 1 januari 2015 een goed werkende organisatie staat die de nieuwe taken kan uitvoeren als er zich klanten melden. 2.3.1 Prestatieveld Individuele voorzieningen/mantelzorg Werkdoel Purmerenders met een lichamelijke beperking, met een chronisch psychisch probleem en/of met een psychosociaal probleem, krijgen hulp bij hun beperking. Zo krijgen ze de beschikking 26 Programmarekening 2013 | De programma's over, of toegang tot voorzieningen of middelen die hen in staat stellen zelfstandig te (blijven) functioneren in het maatschappelijk leven. Concreet gaat het om hulp bij het voeren van een huishouden, aanpassingen in en om de woning, vervoer in en om het huis en in de lokale omgeving. Mensen die een beroep doen op maatschappelijke ondersteuning, krijgen de informatie en adviezen die ze nodig hebben om goed maatschappelijk te functioneren. Ze worden bij het maken van keuzes daarin zo nodig begeleid en ondersteund. We stimuleren dat mensen voor elkaar zorgen en naar elkaar omzien. Purmerenders die mantelzorgtaken op zich nemen, worden door de gemeente gewaardeerd en eventueel ondersteund, zodat ze met hun zorgtaken niet in de problemen komen en daardoor maatschappelijk minder goed gaan functioneren. Toelichting De medewerkers hebben veel aandacht gegeven aan het toepassen van de basisprincipes van de kanteling. Er wordt bewust naar de eigen kracht en het zelfoplossend vermogen van mensen gekeken. Het aantal afgehandelde informatie en/of adviesvragen is gestegen in 2013 ten opzichte van 2012. Daarentegen zijn de meeste aanvragen voor individuele voorzieningen, zoals bijvoorbeeld vervoers- of woningvoorzieningen, gedaald. Een verklaring hiervoor is dat mensen niet als eerste stap een aanvraagformulier invullen zonder dat zij weten wat precies de mogelijkheden voor een probleem zijn. Dit is mede het gevolg van het scholen van de medewerkers in het toepassen van de kantelingsprincipes. Het aantal mensen dat gebruik maakt van de alfacheque (vorm van hulp bij het huishouden) is, zoals ook bedoeld was, gestegen van 73 naar 130. De beleidswijzigingen die in 2012 zijn ingevoerd en die in 2012 al tot lagere kosten hebben geleid, zijn in 2013 verder doorgevoerd. Nieuwe cliënten of herindicaties zijn volgens deze beleidswijzigingen uitgevoerd en hebben tot nog lagere kosten geleid. De groepsbijeenkomsten voor mantelzorgers zijn in 2013 goed bezocht. De samenwerking met het Waterlandziekenhuis is geïntensiveerd. Met de 4 alliantiepartners Context, MEE Amstel en Zaan, Odion en SMD zijn samenwerkingsafspraken gemaakt over de mantelzorgondersteuning en signalering. 2.3.2 Prestatieveld Zorg voor kwetsbare inwoners Werkdoel Mensen met een psychische en sociale beperking kunnen zolang mogelijk participeren in de samenleving. Door vroegtijdige signalering en preventieve zorg en ondersteuning, worden bijvoorbeeld huisuitzetting en dakloosheid, relationeel geweld en zware verslavingsvormen zoveel mogelijk beperkt. Waar deze problemen toch voorkomen, worden de betreffende inwoners ondersteund om zoveel mogelijk zelfstandig en volwaardig mee te doen. Soms zijn hier ondersteuning, hulpmiddelen en/of zorg voor nodig. Ook hier geldt dat het automatisme van het voorzien hierin, in de vorm van een individuele voorziening, doorbroken moet worden. Toelichting De nachtopvang voor dak- en thuislozen heeft voor langere tijd een plek gekregen in het pand Wagenweg 14. Het pand is aangepast en voldoet aan alle eisen voor brandveiligheid. 27 Programmarekening 2013 | De programma's Medio 2013 is gestart met de Centrale Toegang OGGZ voor Zaanstreek en Waterland samen. Hiermee ontstaat een situatie waarin efficiënter en sneller zorg geleverd wordt en er een continu totaalbeeld bestaat van de doelgroep. De instellingen voor maatschappelijke opvang zijn aangesloten. De uitbreiding van de opvangcapaciteit van het Algemeen Opvangcentrum Purmerend is gerealiseerd. Thans zijn de wachttijden: • vrouwen zonder kinderen: 0 - 2 maanden • vrouwen met kinderen: 2 - 4 maanden • mannen combi: 0 - 1 maand • Gouwwoningen: 6 - 8 maanden (voor moelijk met andere mensen plaatsbare personen; twee mensen zijn daadwerkelijk dakloos) In 2013 zijn de betrokken instellingen twee keer bijeen geweest om de voortgang van de gemaakte afspraken te monitoren, nieuwe gemeentelijke ontwikkelingen te bespreken en de planning voor het komende jaar voor te bereiden. Daarnaast is het resultaat van dit overleg de basis geweest voor het beleidsplan AWBZ/Wmo. 2.3.3 Prestatieveld Volumebeleid Wwb Werkdoel Het uitvoeren van de Wet werk en bijstand (Wwb). Effectindicatoren Werk en Inkomen Realisatie 2013 Wwb Volumeontwikkeling Wwb Purmerend respectievelijk landelijk 13% * ≤ land. gem. p/j Klanttevredenheid dienstverlening Wwb 7.3 minimaal 7 Minima 2016 > nulmeting 2012 % klanten dat vindt dat de minimaregelingen aansluiten bij wat ze nodig hebben Wwb 79% Overige minima 86% > nulmeting 2012 % dat vindt dat ze door de minimaregelingen mee kunnen doen aan de maatschappij Wwb 73% Overige minima 78% Klanttevredenheid dienstverlening minimabeleid 7.4 minimaal 7 Schuldhulpverlening Aantal succesvol beëindigde minnelijke trajecten 32 68 Aantal succesvol beëindigde WSNP-trajecten 43 35 Klanttevredenheid dienstverlening schuldhulpverlening nulmeting 2010 7 minimaal 7 * Percentage geeft ontwikkeling in Purmerend weer. Landelijke ontwikkeling volgt in begroting. Eind 2012 is er in opdracht van de gemeente een klantonderzoek Wwb & minimabeleid afgenomen. Dit onderzoek is maart 2013 afgerond. Uit dit onderzoek komt duidelijk naar voren dat de gebruiker van de minimaregelingen in Purmerend in alle opzichten tevredener is dan de referentiegroep (bestaande uit 22 deelnemende gemeenten). 28 Programmarekening 2013 | De programma's Kernprestaties Prestatie-indicatoren Volumebeleid Wwb Toezegging 2013 Realisatie 2013 Volumeontwikkeling (standcijfer per 31/12 betreffende jaar) 1.330 * 1.369 Instroom Wwb per jaar totaal (2012: 573) (max.) 700 689 Uitstroom Wwb per jaar totaal (2012: 529) (min.) 620 500 * Bijgesteld 1ste Berap 2013 van 1286 naar 1330 Toelichting De economische situatie is in 2013 niet verbeterd. Dit heeft ook voor Purmerend geresulteerd in een toename van het bestand. In het derde kwartaal was er sprake van een stabilsatie. In het vierder kwartaal heeft de stijging gelijk met de landelijke ontwikkelingen weer doorgezet. 2.3.4 Prestatieveld Participatiebeleid Werkdoel Ondersteuning bieden daar waar nodig om mensen deel te laten nemen aan de samenleving en/of arbeid. Mensen die in onvoldoende mate participeren in de samenleving en (nog) niet aan het arbeidsproces kunnen deelnemen, activeren en ondersteunen om deel te nemen aan maatschappelijke activiteiten en meer zelfredzaam te worden. Kernprestaties Toezegging 2013 Realisatie 2013 Aantal participatietrajecten ten opzichte van klantenbestand (2012: 69%) 75% 64% Percentage opschorting/vrijstelling van arbeidsplicht per jaar (2012: 17 %) <15% 16% Geslaagde uitstroom Wwb naar werk (2012: 147) 150 180 Prestatie-indicatoren Participatiebeleid Toelichting In 2013 zijn ten opzichte van 2012 minder participatietrajecten opgestart. Hierbij dient opgemerkt te worden dat dit percentage is berekend op basis van het klantenbestand. Ten opzichte van 2012 is het klantenbestand toegenomen. Ook er is meer aandacht gekomen voor interventies richting participatie en werk die beter aansluiten bij de situatie van de klant. Maatwerk is arbeidsintensiever, maar het resultaat is duurzamer en is er een hogere uitstroom naar werk. Maatschappelijke partijen worden actiever betrokken bij de participatie van mensen die nu nog niet voldoende op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. Voorheen was dit voornamelijk een taak van commerciële re-integratiebedrijven, in opdracht van de gemeente. Vanuit de werkgroepen die vanuit het maatschappelijk beleidskader zijn ontstaan, wordt uitvoering gegeven aan nieuwe initiatieven. In 2013 is binnen de werkgroep "Ook mensen met beperkingen in financiën en taal of gestigmatiseerd op grond van achtergrond kunnen meedoen in de samenleving" ingezet op verdere samenwerking en verbinding tussen maatschappelijke organisaties. Taalketen 29 Programmarekening 2013 | De programma's In de taalketen is gewerkt aan meer afstemming in het aanbod en aan het bij elkaar brengen van vraag en aanbod. Het NL-plein vanuit de bibliotheek fungeert als centraal aanspreekpunt. Er zijn meer uren voor vrijwilligersondersteuning beschikbaar. Daarnaast is er een centraal telefoonnummer gekomen. Er is een start gemaakt met een communicatieplan dat gericht is op laaggeletterden en toeleiders. Financiële keten In de financiële keten wordt gewerkt aan integrale samenwerking aan de hand van casuïstiek. Vele organisaties zijn betrokken bij hulp gericht op financiële problematiek. In dit ketenoverleg leert men elkaar steeds beter kennen en wordt de samenwerking afgestemd. Een deel van de keten heeft zich gericht op duurzaam preventief aanbod. In 2014 zal dat tot concreet aanbod leiden. Participatie Gemeente en Stichting Clup werken aan een meer samenhangende benadering van bijstandsgerechtigden in het kader van participatie. Ook is in dit verband samenwerking tussen Stichting Clup en commerciële partijen tot stand gekomen op gebied van participatie en arbeidstoeleiding. En er is een nieuwe organisatie bij gekomen (SchuldHulpMaatje), omdat de behoefte aan thuisadministratie groot bleek te zijn, onder andere als preventief middel. Werkgevers In de regio Zaanstreek-Waterland wordt volop geïnvesteerd in een gezamenlijke werkgeversdienstverlening. Vanuit een gezamenlijke visie en doelstelling worden werkgevers benaderd. Om werkgevers optimaal te kunnen bedienen blijft voortdurende investering alsook een actieve benadering richting hen noodzakelijk. Vanuit Het Rijk wordt een beroep gedaan op de inzet van werkgevers om ruimte te maken voor mensen met een arbeidshandicap of een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In 2013 is een start gemaakt dit verder regionaal uit te werken. De gemeente Purmerend wil hier een voorbeeld in kunnen zijn. Dit heeft geresulteerd in hoge ambities in het sociaal rendementsbeleid. Sociaal rendement Sociaal rendement is één van de instrumenten om de arbeidsparticipatie en -ontwikkeling in samenspraak met werkgevers te verhogen. Met het verder ontwikkelen van dit instrument is in 2013 een flinke stap gezet. De basis is gelegd om de effectiviteit van dit beleid te intensiveren. Daarbij zijn wij een voorbeeld voor onze sociale partners. In 2013 is bij zeven aanbestedingen concreet invulling gegeven aan sociaal rendement. Dit heeft in totaal 28 plaatsingen opgeleverd. Hiervan zijn vier plaatsingen bij de gemeente gerealiseerd in de rol van voorbeeldwerkgever. 2.3.5 Prestatieveld Minimabeleid Werkdoel Vanaf 2012 zijn gemeenten verplicht om een landelijk opgelegde inkomensnorm van 110% van het sociaal minimum te hanteren voor categoriale bijzondere bijstandsregelingen. Hierdoor wordt de regeling voor minder mensen toegankelijk. Waar mogelijk heeft de gemeente Purmerend haar beleidsvrijheid genomen. Dit is terug te zien in niet-categoriale regelingen, zoals de regeling voor sportieve en culturele activiteiten en de individuele bijzondere bijstand. Voor deze regelingen geldt namelijk een inkomensnorm van 120%. Met het minimabeleid richt de afdeling zich op het optimaal bereiken van personen die daarvoor in aanmerking komen, 30 Programmarekening 2013 | De programma's met voorzieningen voor inkomensondersteuning en participatie die voor hen relevant zijn, zodat iedereen kan meedoen in de Purmerendse samenleving. Kernprestaties Toezegging 2013 Realisatie 2013 % inwoners met inkomen <110% bijstandsniveau dat gebruik maakt van regelingen voor minima (2012: 45%) > 25% 56% Aantal volwassenen dat gebruik maakt van de voorziening sport en culturele activiteiten (2012: 1.869) minimaal gelijk 1871 Aantal kinderen dat gebruik maakt van de voorziening sport en culturele activiteiten (2012: 1.039) minimaal gelijk 1070 Prestatie-indicatoren Minimabeleid Toelichting In 2013 heeft de gemeente een aantal problemen gehad met de uitvoering van een deel van de minimaregelingen. Halverwege het jaar zijn deze problemen opgelost en verliep de dienstverlening weer naar wens. Het gebruik van de regelingen voor volwassenen is vrijwel gelijk gebleven en voor kinderen licht toegenomen. 2.3.6 Prestatieveld Schuldhulpverlening Werkdoel De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is sinds 2012 in werking. Daarmee is de uitvoering van schuldhulpverlening tot gemeentelijke taak verheven. Gemeenten staan voor de uitdaging om binnen deze context tot efficiënte, doordachte beslissingen te komen voor de uitvoering van schuldhulpverlening. Activa is onderdeel van de gemeente en voert al jaren schuldhulpverlening uit. In 2012 is besloten de uitvoering van schuldhulpverlening bij de gemeente te laten. We staan in Purmerend voor de grote uitdaging om te bezien hoe de klant het beste geholpen kan worden om duurzaam uit de financiële problemen te blijven. Omdat er vaak sprake is van multiproblematiek, is samenwerking en afstemming met instellingen die zich met deze klant bezighouden, essentieel. Er is veel aandacht voor de regie op, en samenwerking met het veld. Daarnaast ligt in deze periode een belangrijke prioriteit bij de preventie van schulden. Samen met maatschappelijke instellingen wordt een aanpak ontwikkeld waarover de raad nog nader wordt geïnformeerd. Kernprestaties Prestatie-indicatoren Schuldhulpverlening Toezegging 2013 Realisatie 2013 Aantal aanmeldingen (2012: 660) 600 702 Aantal opgestarte trajecten budgetbeheer (2012: 223) 260 301 Aantal opgestarte minnelijke trajecten, fase 2 (2012: 265) 250 285 Aantal verzoeken WSNP (2012: 184) 130 206 Uitval (aantal tussentijds beëindigde trajecten, 2012: 6) < 30 13 Toelichting Zoals het landelijke beeld schetst hebben we in Purmerend ook te maken met toenemende schuldenproblematiek. Het Rijk heeft hiervoor ook extra middelen beschikbaar gesteld, met name om schuldenproblematiek te voorkomen, dus preventie van schulden. 31 Programmarekening 2013 | De programma's In 2013 is een expertmeeting gehouden met onderzoekers van de gemeente en ketenpartners om preventie bij schulden meer prioriteit te geven. Inmiddels hebben de betrokken ketenpartners gezamenlijk aangegeven voor welke doelgroepen meer aandacht voor preventie moet komen. Begin 2014 wordt hier samen met de partijen invulling aan gegeven. 2.3.7 Prestatieveld Sociale werkvoorziening Werkdoel De uitvoering van de Wsw is gericht op het creëren van aangepaste werkgelegenheid voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die als gevolg van lichamelijke, psychische of verstandelijke handicaps er niet in slagen werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt. Kernprestaties Prestatie-indicatoren Sociale werkvoorziening Aantal fte werkzaam op basis van een begeleidwerkencontract > 22 Wsw-fte in Purmerend (2012: 27) Toezegging 2013 Realisatie 2013 34 28 Toelichting Vanwege wijzigend landelijk en lokaal beleid heroriënteert het bestuur van BaanStede zich op de toekomst van de sociale werkvoorziening en alle medewerkers die daarin werkzaam zijn. Daarbij is haar visie dat iedereen met een beperking die nog kan participeren in het arbeidsproces, dit zoveel mogelijk moet kunnen doen bij een reguliere werkgever. De invulling van die visie vraagt een andere opstelling van gemeenten, werkgevers, BaanStede en van de huidige SW-werknemers. Het betekent ook een transitie van de huidige uitvoeringsorganisatie. In 2013 is hiertoe een transitieplan 2013-2017 opgesteld, met daarin een aantal belangrijke en met elkaar samenhangende maatregelen en beslissingen om de gestelde doelstellingen te bereiken. Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking Lasten -94.033 -95.803 -96.868 -94.909 1.958 Baten 35.066 34.239 38.821 38.608 -214 Saldo -58.967 -61.564 -58.046 -56.302 1.744 Het saldo van dit programma wijkt € 1.744.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 1.958.000 lagere lasten en € 214.000 lagere baten. 32 Programmarekening 2013 | De programma's (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking BV021 Goed leven in Purmerend Lasten Baten -20.531 -20.961 -21.091 -20.699 391 3.017 2.901 2.895 2.823 -72 -17.514 -18.060 -18.196 -17.876 320 -18.170 -16.632 -18.288 -17.659 629 1.513 1.415 3.220 3.283 64 -16.657 -15.217 -15.068 -14.375 693 -55.332 -58.210 -57.489 -56.552 938 BV022 De jeugd heeft de toekomst Lasten Baten BV023 Drempels weg Lasten Baten 30.536 29.922 32.706 32.501 -206 -24.796 -28.288 -24.783 -24.051 732 Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000) per beleidsveld toegelicht. EXPLOITATIE Het beleidsveld Goed leven in Purmerend heeft per saldo een voordeel van € 321.000. Dit laat zich verklaren door € 391.000 lagere lasten en € 72.000 lagere baten. Voornaamste afwijkingen Op het onderdeel sportsubsidies en speelvoorzieningen zijn twee grotere afwijkingen. Een incidenteel voordeel van € 157.000 op sportsubsidies als gevolg van een lagere subsidievaststelling voor het jaar 2012 en een lagere verlening 2013. De lagere verlening 2012 is het gevolg van lagere onderhoudslasten. De lagere verlening 2013 is het gevolg van een eenmalige lagere bijdrage voorziening groot onderhoud van stichting Spurd. Op speelvoorzieningen zijn er per saldo € 105.000 lagere lasten als gevolg van niet uitgevoerd onderhoud. Dit betreft een incidenteel voordeel omdat in 2013 eenmalig is afgezien van een aantal werkzaamheden vanwege de goede staat van de trapvelden. Vanaf 2014 worden deze weer jaarlijks uitgevoerd. Op sportaccommodaties is er sprake van een nadeel van € 76.000 als gevolg van hogere lasten (€ 31.000) voor eigenaarslasten en lagere baten vanwege met name minder dienstverlening (€ 45.000). De Purmaryn kent een incidenteel nadeel van € 52.000, onder andere toe te schrijven aan hogere (door-)belastingen (€ 15.000), een lagere bijdrage vanuit de Stichting Vrienden van de Purmaryn (€ 9.000) en lagere resultaten op de programmering. Kunst- en cultuuruitoefening (betreft Muziekschool, Bibliotheek, Wherelant en Amateurkunstbeoefening): een incidenteel nadeel van € 53.000, veroorzaakt voornamelijk door hogere kosten Wherelant van € 66.000. Van het extra budget 2013 van € 85.000 benodigd voor Wherelant, zijn in 2013 uitgaven gedaan voor een extra bedrag van ruim € 66.000. De kosten voor het ingraven van de tank van de benzinepomp komen in 2014. 33 Programmarekening 2013 | De programma's Op wijkbeheer is er zowel sprake van lagere lasten als hogere baten: een deel van het wijkbudget is niet uitgegeven (€ 22.000), er zijn hogere baten verhuur die niet begroot waren (€ 17.000) en € 39.000 lagere doorbelasting personeelskosten samenhangend met vacatureruimte en kosten van inhuur. Per saldo € 78.000 voordeel. De afwijking heeft een incidenteel karakter. Op het onderdeel welzijnswerk was € 84.000 minder benodigd dan begroot, bestaande uit minder benodigd budget voor Clup (€ 53.000 eenmalige onjuiste raming), mantelzorg (eenmalig minder benodigd budget van € 12.000) en voorts een aantal kleinere afwijkingen. HET BELEIDSVELD DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST HEEFT PER SALDO EEN VOORDEEL VAN € 693.000 Dit laat zich verklaren door € 629.000 lagere lasten en € 64.000 hogere baten. Voornaamste afwijkingen Op onderwijshuisvesting zijn er lagere lasten in verband met lagere afschrijvingen voor een bedrag van € 359.000. Dit is vooral veroorzaakt door een correctie op de investeringen PSG voor een bedrag van € 413.000. Het krediet was eerder afgesloten, maar voor € 6,6 miljoen moeten er nog bestedingen worden verantwoord. Verder zijn er lagere lasten sloop en tijdelijke huisvesting Prisma van € 240.000 en minder aanvragen kleine investeringen wat leidt tot minder beslag op midddelen van € 69.000. Preventief jeugdbeleid: € 58.000 voordeel door lagere kosten CJG, zorgcoördinatie met bemoeizorg (minder trajecten afgenomen), lagere bijdrage Halt Waterland en subsidieafrekening 2012. Onderwijsondersteunende activiteiten: Het nadeel van € 114.000 wordt vooral veroorzaakt door lagere inkomsten voor dienstverlening aan scholen (OPSO € 69.000 en ander schoolbesturen € 37.000). Kinderopvang: € 51.000 lagere lasten subsidies en afrekeningen. HET BELEIDSVELD DREMPELS WEG HEEFT PER SALDO EEN VOORDEEL VAN € 732.000. Dit laat zich verklaren door € 938.000 lagere lasten en € 206.000 lagere baten. Voornaamste afwijkingen Individuele voorzieningen Wmo: per saldo voordeel van € 31.000 als gevolg van € 281.000 lagere lasten en € 250.000 lagere baten bij Wmo voorzieningen zoals hulp bij het huishouden, taxicontract en woonvoorzieningen door minder afname uren dan begroot. Daardoor is de bijbehorende eigen bijdrage ook lager dan begroot. Drie transities: hier is sprake van lagere personeelskosten van € 245.000 vanwege het gebruik van externe subsidies. Maatschappelijke opvang: € 64.000 lagere lasten bij subsidies maatschappellijke opvang. Hierin is begrepen de afrekening van subsidies van voorgaande jaren (totaal bedrag van € 38.000). In 2013 was minder budget benodigd voor de verbouwing nachtopvang (€ 11.000) en subsidie Brijderstichting (€ 8.400). 34 Programmarekening 2013 | De programma's Uitkeringen: €71.000 nadeel door € 110.000 hogere lasten doordat het gemiddelde aantal uitkeringen hoger is dan begroot. Daar staat tegenover dat € 39.000 meer inzake uitkeringen is teruggevorderd dan begroot. Participatiebudget: € 102.000 lagere lasten. Hierdoor is ook € 102.000 minder onttrokken aan de meeneemregeling, zodat in 2014 nog € 102.000 uit de meeneemregeling kan worden ingezet. Het participatiebudget wordt nauwgezet gevolgd door het jaar heen om tot een juiste inzet van de middelen te komen. Naast het feit dat een aantal voorbereide trajecten met werkgevers geen doorgang vonden in het najaar van 2013, is de belangrijkste oorzaak het feit dat een deel van de trajecten, in tegenstelling tot eerdere aannames, exclusief btw kon worden geboekt. Dit betekende een lagere last van € 93.000 over 2013. Schuldhulpverlening, minimabeleid, sociale recherche en het actieplan jeugdwerkloosheid: € 102.000 voordeel door € 73.000 lagere lasten en € 30.000 hogere baten. Rijksbijdrage bonus begeleid werken : € 79.000 hogere lasten en baten door de niet begrote bonus die is doorbetaald aan BaanStede. Gemeenschappelijk regeling BaanStede: € 163.000 lagere lasten. De verwachting is dat het exploitatietekort van BaanStede lager is dan begroot. Daardoor is de bijdrage in de gemeenschappelijke regeling ook lager dan begroot. Lagere doorbelasting personeelskosten van €198.000, samenhangend met vacatureruimte en kosten van inhuur. RESERVES (Bedragen x € 1.000) Bestemmingsreserve gemeentelijke middelen participatie Bestemmingsreserve herstructureringskosten WSW Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 1.624 - - 1.624 - 1.639 234 1.405 Bestemmingsreserve aanval op de bijstand 250 Bestemmingsreserve sanering asbest 400 Bestemmingsreserve af te stoten panden OHW 426 250 - - - 400 - 52 374 Reserve gemeentelijke middelen participatie Deze reserve is ingesteld ter voorkoming van directe afbouw van geplande uitgaven in het participatiebudget door kortingen op de rijksbijdrage. Zoals begroot is de reserve in 2013 niet aangesproken. De middelen worden ingezet in de periode tot en met 2015. Reserves Aanval op de Bijstand Betreft projectplan Aanval op de Bijstand. In 2013 is het project afgerond en het restant bedrag onttrokken, de reserve kan worden opgeheven. Reserve herstructureringskosten BaanStede De transitie van BaanStede brengt herstructureringskosten met zich mee. Purmerend draagt bij aan deze herstructureringskosten door middel van een bijdrage in de Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland. Door het instellen van deze bestemmingsreserve wordt het rekeningresultaat van deze jaren, en daarmee het verloop van 35 Programmarekening 2013 | De programma's de algemene reserve, geschoond voor een incidentele component. De totale reserve bedraagt € 1.639.226. In 2013 is voor de herstructureringskosten een bedrag onttrokken van € 233.730 (begroot was € 280.946), zodat een saldo van € 1.405.226 resteert. Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Deze reserve is bij het vaststellen van de programmarekening 2011 voor het eerst gevuld met een bedrag van € 2.030.000. Doel van deze reserve is om de boekwaarden van de onderwijspanden gedurende de periode 2012 tot en met 2015, die worden herbestemd of worden gesloopt, te kunnen afboeken. Onttrekkingen aan reserve vinden plaats na concrete voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken. In 2013 is € 52.000 aan de reserve onttrokken vanwege extra afschrijvingen op noodlokalen. Er heeft een dotatie plaatsgevonden van € 125.000 vanuit de resultaatsbestemming 2012 vanwege het afboeken van een aantal panden. Het saldo ultimo 2013 bedraagt € 374.000. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Voorziening bruidschat OPSO 749 - 410 339 Voorziening groot onderhoud onderwijs 308 100 129 280 Voorziening groot onderhoud Purmaryn 269 46 66 249 1.326 146 605 868 Saldo Voorziening groot onderhoud De Purmaryn Doel en voeding: deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een meerjarenonderhoudsplan. Ultimo 2013 bedroeg het saldo van de voorziening € 249.000. Voorziening groot onderhoud onderwijs Deze voorziening dient ter egalisatie van de kosten voor planmatig onderhoud aan onderwijspanden. Het gemiddelde onderhoudsniveau - en daarmee de gemiddelde dotatie aan de voorziening - wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarenonderhoudsrapport en het accommodatiebeleid. In 2013 heeft dit geleid tot een dotatie van € 100.000 en is totaal € 129.000 aan groot onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening. Ultimo 2013 bedroeg het saldo van de voorziening € 280.000. Voorziening bruidschat OPSO Doel van deze voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een bruidsschat van € 2,5 miljoen. De bruidsschat wordt uitbetaald in jaarlijks afbouwende bedragen en wordt eind 2014 opgeheven. Het saldo ultimo 2013 bedraagt € 339.000. 36 Programmarekening 2013 | De programma's DOELUITKERINGEN (Bedragen x € 1.000) Ultimo 2012 Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Bijdrage stadsregio procesmanager Transitie JZ bijdrage SRA in pilots decentrale toegang Bijdrage stadsregio ambulante jeugdzorg Dotatie 2013 Onttrekking 2013 140 (4) Ultimo 2013 45 92 2 - 2 - 81 - 38 43 - 24 - 24 RMC regulier 60 - 60 - Kwalificatieplicht 58 5 26 37 - Wet inburgering 1.472 - 1.472 Inburgeringstrajecten Pardonners 314 - 314 - Participatiebudget 794 - 691 103 43 141 41 142 - 8 - 8 209 - 209 - 3.173 174 2.898 449 Nog af te rekenen doeluitkering WW Aanval op uitval Provinciaal transitietraject met lef en vertrouwen Saldo Onderwijsachterstandenbeleid (OAB) Het Rijk stelt voor onderwijsachterstandenbeleid een specifieke uitkering beschikbaar. Dit geld is bestemd voor het aanbod van voorschoolse educatie, schakelklassen en andere taalbevorderende activiteiten. Gemeenten en scholen krijgen extra geld voor leerlingen van wie de ouders laag opgeleid zijn. Het budget is voor vier jaar vastgesteld voor 2011 tot en met 2014. De periode is in 2013 verlengd tot en met 2015. Het saldo van nog te besteden middelen bedraagt € 92.000. Bijdrage Stadsregio procesmanager Het saldo is 0. In 2013 is een bedrag van € 2.461 besteed. De procesmanager is door de regio Zaanstreek-Waterland aangesteld ten behoeve van de regionale afstemming over de transitie Jeugdzorg. Bijdrage Stadsregio in Pilot decentrale toegang Het betreft een project waarin proefgedraaid wordt met verwijzing naar de jeugdzorg. Het saldo bedraagt € 42.916. In 2013 is een bedrag van € 38.302 besteed. Bijdrage Stadsregio ambulante jeugdzorg In 2013 is nog een nacalculatie/indexering ontvangen van € 24.008 van de stadsregio Amsterdam. Dit bedrag is in 2014 doorbetaald aan de desbetreffende instellingen (Altra en Spirit). Provinciaal transitietraject Met lef en vertrouwen Het saldo bedraagt 0. Het project Met lef en vertrouwen wordt mede door de provincie NoordHolland bekostigd. Dit project ondersteunt en begeleidt de veranderende werkwijze van de gemeentelijke dienstverlening op het terrein van werk en welzijn. Het project ontwikkelt diverse vormen van kennisoverdracht waaraan ook de gemeenten in de regio deelnemen. RMC Het betreft de subsidieregeling Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdige schoolverlaters (RMC). Het bedrag is in 2013 volledig ingezet. 37 Programmarekening 2013 | De programma's Kwalificatieplicht Deze regionale subsidieregeling is een verlenging van de leerplicht tot 18 jaar met als doel om meer leerlingen een startkwalificatie te laten behalen. Het restant van € 37.000 zal naar verwachting in 2015 geheel zijn besteed. Aanval op uitval Dit betreft een tijdelijke regionale subsidieregeling met als doel een zo hoog mogelijke reductie van het aantal voortijdig schoolverlaters. Dit conform het convenant Aanval op Uitval regio Amsterdam 2012 - 2015. Het bedrag van € 8.000 zal in 2014 in zijn geheel zijn besteed, betreft namelijk een subsidie voor het schooljaar 2013 - 2014. Wet inburgering De eindafrekening van deze regeling is eind 2012 ontvangen. In 2013 is afgerekend met het ministerie. Inburgeringstrajecten Pardonners De eindafrekening van deze regeling is eveneens eind 2012 ontvangen. In 2013 is afgerekend met het ministerie. Participatiebudget Betreft geoormerkte gelden voor re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie. In de meeneemregeling zat nog een bedrag van € 794.000. Hiervan is in 2013 € 692.000 gebruikt. Het resterende bedrag van € 102.000 zal in 2014 ingezet worden. INVESTERINGEN Hulpmiddelen krediet Het totale krediet voor de hulpmiddelen Wmo bedroeg in 2013 € 519.000. Hiervan is € 139.000 uitgegeven. Er zijn meer hulpmiddelen herverstrekt vanuit het regionale depot en minder hulpmiddelen nieuw verstrekt dan begroot. 38 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 3 W O N E Portefeuillehouder: H. Krieger Wat willen we bereiken met het programma Wonen Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 3.1 Wonen Het streven van de gemeente Purmerend is kwalitatief goede woningen aan te bieden, inclusief een woonomgeving die aansluit bij de behoeften en leefomstandigheden van zijn bewoners. Hierbij willen we burgers in toenemende mate de ruimte bieden om daar zelf meer invloed op uit te oefenen. Mensen die niet op eigen kracht in hun (aangepaste) woonvraag kunnen voorzien, worden daarbij door de gemeente ondersteund. In 2012 is de woonvisie vastgesteld. Doelstellingen van de woonvisie • investeren in de toegankelijkheid voor jongeren op de woningmarkt; • investeren in de stad; • investeren in leefbare wijken en buurten; • investeren ten bate van kwetsbare groepen; • investeren in duurzaamheid; • investeren in doorstroming: een rechtvaardige woonruimte verdeling. Samenwerkende partners zijn: burgers die willen huren, kopen of bouwen in Purmerend, de woningbouwcorporaties, de zorginstellingen, ondernemers die grond beschikbaar stellen voor woningbouw, ontwikkelaars, investeerders en beheerders, omliggende gemeenten. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 3.1 Beleidsveld Wonen In 2013 is de uitvoeringsagenda van de woonvisie vastgesteld. Sinds de vaststelling van de woonvisie is er veel veranderd. De heffingskorting voor de corporaties betekent dat ze fors hun investeringsplannen hebben aangepast. Aanhoudende slechte economie en het alsmaar strenger worden van de hypotheekeisen leiden ertoe dat de koopwoningmarkt is gehalveerd in omvang en de mutaties in huurwoningen worden steeds minder. Het aantal sociale huurwoningen dat verkocht wordt, blijft sterk achter bij de 39 Programmarekening 2013 | De programma's N voornemens van de corporaties. De corporaties hebben allemaal hun verkoopplannen naar beneden bijgesteld. In de samenleving is er steeds meer sprake van flexibilisering. Relatievormen worden veelzijdiger en minder voor het hele leven. Kinderen wonen soms op meerdere adressen tegelijkertijd. Arbeidscontracten worden flexibeler en tijdelijker. Allerlei combinaties van werk ontstaan. tijdelijk, periodiek, oproepkracht, ZZP, en het inkomen wordt variabel. De huidige regelgeving is hier nog niet op ingesteld. Steeds meer mensen vallen tussen wal en schip van de sociale huurwoning en de koopwoning. De omstandigheden in de woningmarkt en van de woningcorporaties hebben ertoe geleid dat de uitgaven uit de woonvisie zijn achtergebleven bij de voorgenomen uitgaven. Hierover is in de beraps gerapporteerd. Bij de derde berap is daarom besloten een deel van de reserve woonvisie af te romen. Bestuurlijke producten • Het woonwagencentrum aan de Slaperdijk is brandveilig gemaakt en het eigendom is overgedragen aan Wooncompagnie. • Samenwerkingsafspraken opgesteld tussen gemeente en de in Purmerend actieve woningcorporaties over de omvang kwaliteit en samenstelling van de sociale woningvoorraad en over investeren in leefbaarheid, duurzaamheid etcetera. • Uitvoeringsagenda Woonvisie is door de raad vastgesteld • B&W heeft besloten duurzaamheidsleningen in te voeren per 1 januari 2014. 3.1.1 Prestatieveld Gelijke kansen op de woningmarkt We willen alle Purmerenders gelijke kansen op de woningmarkt bieden, ongeacht hun leeftijd, herkomst, inkomen en zorgbehoefte. Om dit te kunnen realiseren geeft de gemeente bijzondere aandacht aan doelgroepen die (tijdelijk) moeilijk toegang hebben tot de woningmarkt, of niet zonder zorg zelfstandig kunnen wonen. Centrale aspecten van de uitvoering Om de nieuwbouw en herstructurering voor doelgroepen te bevorderen en om over een termijn van vier jaar gemiddeld 30% sociale woningen te bouwen zijn de volgende projecten ondersteund: • nieuwbouwprojecten in ontwikkeling: Kop van West, Woonzorgcomplex Heel Europa, Vlonderhof, Kometenstraat, Pampusstraat, Hoornsebuurt, de kleine Where, Wherepark, Spijkerman, Weidevenne kanaalzone 4; • nieuwbouwprojecten opgeleverd: Londenhaven, 1ste fase Convento, Pallas, Zambesilaan/ Ivoorkust; • wonen boven Winkels opgeleverd: Zuidersteeg, Nieuwstraat, Peperstraat, Padjedijk. Van de opgeleverde nieuwbouw in 2013 was 46% sociale huur. In de periode 2010-2013 was van de opgeleverde woningen 45% in de sociale huur. 40 Programmarekening 2013 | De programma's Nieuwbouwaantal particuliere huurwoningen in Aantal in % 271 100 aantal sociale huur regulier 50 23 aantal sociale huur zorg 28 13 aantal middenhuur ( 700-850) 35 16 aantal bereikbare koop > 165.000 38 18 aantal koop 66 30 2013 totaal aantal opgeleverde woningen Woningen die vrijkwamen door mutatie in 2013 Aantal aanbod verkochte sociale huurwoningen pm aantal koopwoning dat is verkocht 572 aantal leegstaande koopwoningen dat wordt verhuurd 66 aantal vrijkomende sociale huurwoningen via woningnet 506 exclusief direct bemiddelde woningen aantal direct bemiddelde woningen 237 aantal particuliere huurwoningen onbekend Van alle 743 toegewezen sociale huurwoningen had circa de helft een huur van minder dan € 562,- per maand Toewijzingen in 2013 Aantal gemiddelde woonduur doorstromers in % 18.4 gemiddelde zoektijd doorstromers 2.3 gemiddelde inschrijfduur starters 9.7 gemiddelde zoektijd starters 3.6 • Er zijn afspraken gemaakt met de regio en corporaties over de woonruimteverdeling van sociale huurwoningen en het aanbieden van woningen aan doelgroepen. Dit heeft er in 2013 toe geleid dat ruim een derde van de vrijkomende sociale huurwoningen direct is toegewezen aan de doelgroepen (starters, urgenten en jongeren) en dat nagenoeg alle nieuwbouw eerst aan Purmerenders wordt aangeboden. • Bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Om meer woningen geschikt maken voor wonen met een zorgvraag is aan zes complexen subsidie verstrekt voor het toegankelijker maken van het complex en zijn er in 31 woningen individuele aanpassingen gesubsidieerd via de Wmo. Er wordt gezamenlijk met zorginstellingen en woningcorporaties onderzoek gedaan naar de gevolgen van een gescheiden financiering van wonen en zorg voor ouderen, de woningvoorraad en verzorgingshuizen in Purmerend; • Vergroting van de kans voor eigen inwoners: voorrang voor Purmerendse doelgroepen bij de woonruimteverdeling. In 2013 is circa 65% van de sociale huurwoningen toegewezen aan Purmerenders. • Om de doelen van de woonvisie te kwantificeren is een uitvoeringsplan voor de woonvisie opgesteld en zijn er samenwerkingsafspraken met de woningcorporaties gemaakt om de doelen te bereiken. Via een jaarlijkse monitor en onderlinge afstemming van het beleid zullen de corporaties inzichtelijk maken hoe zij gestalte geven aan opgaven van de woonvisie. Vooral waar het de ontwikkeling van de betaalbare woningvoorraad, het huurbeleid en de leefbaarheid betreft. De vertaalslag naar nieuwe effect-indicatoren zal in de begroting van 2014 plaatsvinden. 41 Programmarekening 2013 | De programma's • Op verzoek van de raad is onderzoek gedaan naar het omvormen van maatschappelijk/ vastgoed/ kantoorruimte/zorgvastgoed tot jongerenwoningen. Het verslag ervan volgt in 2014. Prestatie-indicatoren Gelijke kansen op de woningmarkt Prognose 2013 Rekening 2013 % nieuwbouwwoningen beschikbaar voor doelgroep 40% ruim 40% % vrijkomende huurwoningen bestaande voorraad dat toegewezen wordt aan Purmerenders min. 30% ca. 65% 3.1.2 Prestatieveld Aanbod en kwaliteit van woningen en woonomgeving Werkdoel Purmerend streeft ernaar om de nieuwbouw- en herstructureringsprojecten te laten aansluiten bij de verschillende behoeften van de inwoners, zowel wat betreft de aard en kwaliteit van de woonvorm (duurzaam, aanpasbaar en flexibel) als de kwaliteit van de fysieke en sociale woonomgeving. Centrale aspecten van de uitvoering • Aansluiten op de vraag: realisatie van (kleinschalige) gedifferentieerde nieuwbouwprojcten in bestaand stedelijk gebied. De nieuwbouw in zowel Weidevenne als in de bestaande stad is kleinschalig en gedifferentieerd. Er wordt gestuurd op differentiatie door de keuze voor de ontwikkelaar en het woningbouwprogramma. • Herstructurering met variatie. De variatie in de herstructurering in Wheermolen West is pas volledig duidelijk na de ontwikkeling van Wherepark. Er is inmiddels wel een mix van koop-, huur- en zorgappartementen in verschillende vormen. De variatie bij wonen boven winkels is voor iedereen zichtbaar. • Voor het behouden en/of creëren van gedifferentieerde en sociaal sterke wijken en buurten zijn met de corporaties samenwerkingsafspraken gemaakt. Hier zal jaarlijks op worden geëvalueerd. Andere maatregelen hiervoor staan in programma 2. • Om energiebesparende maatregelen in de bestaande woningvoorraad en nieuwbouw te stimuleren heeft B&W een regeling voor duurzaamheidsleningen aangenomen. Vanaf 2014 kunnen mensen zich hiervoor aanmelden. Effectindicatoren prettig wonen 2012 2013 Rapportcijfer "prettig wonen in de buurt" 7,5 7,5 Rapportcijfer "kwaliteit eigen woning" 7,9 7,9 Rapportcijfer kwaliteit gebouwde omgeving (in de eigen buurt) 6,6 6,9 De cijfers voor 2016 zullen in de begroting van 2015 worden aangepast waar dit meer in overeenstemming is met de werkelijkheid. 42 Programmarekening 2013 | De programma's Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Lasten -1.497 -2.113 -1.501 Realisatie 2013 Afwijking -1.220 281 Baten 915 924 956 831 -125 Saldo -582 -1.189 -545 -389 156 Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking (bedragen x € 1.000) BV031 Wonen Lasten -1.497 -2.113 -1.501 -1.220 281 915 924 956 831 -125 -582 -1.189 -545 -389 156 Baten EXPLOITATIE Lagere lasten: € 281.000 • € 200.000 vanwege niet ontvangen en niet bestede subsidie wonen boven winkels. Er zijn in 2013 geen subsidies verstrekt aan nieuwe projecten. Er zijn wel 2 locaties in onderzoek. • € 25.000 niet verstrekte subsidies voor ondersteuning initiatieven zorgwoningen. Door alle onzekerheden over de AWBZ zijn er geen nieuwe zorginitatieven in 2013 ontwikkeld. • € 24.000 minder kosten voor onderzoek ruimte en behoefte eigenbouw. Het meeste onderzoek is in eigen beheer gedaan. Dit was mogelijk doordat er reïntegratie-kandidaten waren met onderzoekservaring. • Diverse kleinere posten Minder baten: € 125.000 • € 200.000 vanwege niet ontvangen en niet bestede subsidie wonen boven winkels. Omdat er geen uitgaven zijn, zijn er op dit onderdeel ook geen inkomsten. Zie hieronder. De gelden voor de subsidie wonen boven winkels bestaan uit ISV geld; • € 91.000 minder opbrengsten anti-speculatiebeding. Dit geld komt vrij als mensen hun huis verkopen binnen de periode dat het anti-speculatiebeding geldt. Het gaat om een kleine groep woningen. Het is niet te voorspellen of en wanneer mensen hun huis verkopen; • € 169.000 incidentele baten uit de verkoop van het woonwagencentrum aan de Slaperdijk. RESERVES Reserve Woonvisie (Bedragen x € 1.000) Bestemmingsreserve Woonvisie Ultimo 2012 1.793 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 169 97 De reserve Woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan het gelijknamige beleidsplan dat in 2012 door de raad is vastgesteld. De reserve is gevoed met het eindsaldo van de oude reserve Volkshuisvesting per 31 december 2012, de opbrengsten van anti-speculatiebedingen, provinciale ISV-gelden en een bijdrage uit de algemene reserve € 362.000. De reserve is ingesteld voor de periode 2012-2015. De onttrekking aan de reserve bedroeg € 97.000. Dit is, zoals aangekondigd in de derde bestuursrapportage, minder dan de oorspronkelijke planning van de woonvisie. In 2013 heeft een incidentele dotatie 43 Programmarekening 2013 | De programma's Ultimo 2013 1.866 plaatsgevonden van € 169.000 vanwege de verkoop van het woonwagenterrein. Ultimo 2013 bedroeg het saldo van de reserve € 1.866.000. Gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt is de verwachting dat de uitgaven de volgende jaren langzamer zullen blijven gaan dan was voorzien. De doelstellingen, zoals het omvormen van maatschappelijk vastgoed en het opplussen van complexen, blijven wel op langere termijn noodzakelijk. De reserve bevat € 585.000 meer dan begroot aan uitgaven voor het jaar 2014 en 2015. In de resultaatbestemming wordt voorgesteld dit bedrag te onttrekken aan de reserve Woonvisie. INVESTERINGEN Niet van toepassing. 44 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 4 M I L I E U Portefeuillehouder: R. Helm Wat willen we bereiken met het programma Milieu Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 4.1 Milieu Uitgangspunt is dat de goede kwaliteit van het milieu in Purmerend behouden blijft. Het natuurlijke milieu wordt door de activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen 'in beperkte mate' belast. Mede hierdoor kunnen inwoners veilig en met gering risico voor de volksgezondheid, wonen, werken en recreëren. Op het gebied van afvalinzameling is er sprake van een publieksvriendelijke en efficiënte afvalinzameldienst. Deze dienstverlening wordt gekenmerkt door onder andere een laagdrempeligheid van de brengvoorziening (het afvalbrengstation) en een hoog serviceniveau. Toezegging 2013 Resultaat 2013 % gecontroleerde bedrijven dat na de eerste bestuursrechtelijke aanschrijving en controle de overtreding in orde heeft gemaakt (in 2013: 43 bedrijven hercontrole gehad) 90% 95% % inwoners dat tevreden of neutraal is over afvalverwijdering via minicontainers of ondergrondse containers >90% >90% % inwoners dat tevreden of neutraal is over afvalverwijdering via grofvuil 90% 90% % inwoners dat tevreden of neutraal is over functioneren Milieustraat >90% >90% Gerealiseerde bronscheiding (% van totale afvalaanbod) (als resultante van met raad afgesproken servicelevels) >45% <45%(44%) Effectindicatoren Milieu Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 4.1 Beleidsveld Milieu Het voorkomen en beperken van gevaar, schade en hinder aan het natuurlijke milieu op basis van de uitvoering van landelijke wetgeving en (gemeentelijk) milieubeleid. Visie, werkwijze en uitvoering zijn vastgelegd in de Nota Integrale Handhaving 2012-2015 en in het jaarlijks vast te stellen Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving. Prestatieveld Milieubeheer Werkdoel Met ingang van 2013 zijn regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) in werking. Conform afspraken tussen VNG, IPO en Het Rijk moeten gemeenten de uitvoering van zogenaamde basistaken 45 Programmarekening 2013 | De programma's aan deze RUD's overdragen. In verband hiermee is de uitvoering van vergunningverlening en handhaving aangaande enkele complexe bedrijven in Purmerend, in het 4e kwartaal overgedragen aan de RUD Milieudienst IJmond. Prestatie-indicatoren Milieubeheer Toezegging 2013 Resultaat 2013 Opstellen milieuwerkplan gerealiseerd gerealiseerd Afhandeling aanvragen milieutoestemming: % jaarlijks nieuwe en gewijzigde aanvragen die zijn afgehandeld binnen de wettelijke 95% termijn (in 2013: 81 aanvragen en 46 meldingen) 95% Controles Wabo onderdeel Milieu: Jaarlijks aantal gecontroleerde bedrijven dat onder de Wabo valt (kengetal: aantal bedrijven onder de werkingssfeer van de Wabo, in 2011: 1300) 399 530 Afhandeling milieuklachten: % klachten dat binnen twee dagen is onderzocht en binnen 1 maand is afgehandeld 95% c.q. bestuursrechterlijke handhaving is gestart (in 2013: 66 milieuklachten) 95% Controles Wabo onderdeel Milieu: Door de jaarlijkse prioritering zijn dit jaar meer complexe bedrijven bezocht, waardoor het aantal controles lager is uitgevallen. Tevens zijn er controles overgegaan naar de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) per 1 oktober 2013. Daarnaast zijn door de economische crisis bedrijven gestopt met hun activiteiten. Bestuurlijke producten 2013 Bestuurlijk product Jaartal Kwartaal Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving 2013 jaarlijks gerealiseerd Milieuwerkplan 2013 jaarlijks gerealiseerd Evaluatieverslag Integrale handhaving Purmerend 2012 jaarlijks gerealiseerd 4.1.1 Prestatieveld Afvalbeheer Werkdoel Het aanbieden van een uitgebreid en laagdrempelig systeem van afvalinzameling, waarbij publieksvriendelijkheid, effectieve scheiding en (op termijn) afvalbeperking, centraal staan. Deze dienstverlening wordt gekenmerkt door onder andere de laagdrempeligheid van de brengvoorziening (het afvalbrengstation) en een hoog serviceniveau. Bij de omnibusenquete 2013 heeft de dienstverlening als volgt gescoord: • afvalverwijdering via rolcontainers, verzamelcontainers en ondergronds - 7,4 klanttevredenheidsscore; • ophalen van grof huishoudelijk afval - 7,2 klanttevredenheidsscore; • functioneren van de Milieustraat - 7,8 klanttevredenheidsscore. De effectieve scheiding en afvalpreventie wordt bij Purmerendse huishoudens gepromoot via de lokale media. Invulling van deze promotie wordt gegeven door een vertaling te maken van de afvalmonitor 2011, waarbij op het gebied van afvalpreventie inzicht wordt gegeven in de hoeveelheid afval die geproduceerd wordt per huishouden. Op het gebied van afvalscheiding moeten de gegevens uit deze afvalmonitor voor bewoners inzicht geven in de hoeveelheid van herbruikbare grondstoffen die in de huidige situatie verloren gaan. Voordat overgegaan wordt tot daadwerkelijke keuze van een te kiezen scenario, wordt na de verkiezingen eerst politiek-bestuurlijk draagvlak getoetst alvorens een plan voor te leggen. 46 Programmarekening 2013 | De programma's Centrale aspecten van de uitvoering • bewustwording van de implicaties van het gebruik van de ladder van Lansink; • voorlichting over mogelijkheden tot scheiding van afvalstromen door de bewoners en bedrijven; • realisatie van een afvalscheidingsproef met betrekking tot kunststof verpakkingsafval; • handhaving op het gewenste aanbiedgedrag. Kernprestaties 1. Op 23 augustus 2013 werd door wethouder Helm officieel de eerste kunststof verpakkingsafval container in gebruik gesteld. Op ieder winkelcentrum is voortaan een mogelijkheid voor de bewoners om kunststof verpakkingsafval aan te bieden; 2. In de periode van 7 september tot 26 oktober 2013 werd via de actie "gooi niet weg, maar lever in" tegen inlevering van elektrische apparatuur een coupon verstrekt waarmee een leuke prijs gewonnen kon worden. Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking Lasten -12.822 -13.884 -13.158 -13.064 94 Baten 12.779 13.000 12.759 12.723 -36 Saldo -42 -884 -399 -340 58 Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking (bedragen x € 1.000) BV041 Milieu Lasten -12.822 -13.884 -13.158 -13.064 94 Baten 12.779 13.000 12.759 12.723 -36 -42 -884 -399 -340 58 EXPLOITATIE Het saldo van dit programma wijkt € 58.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 94.000 lagere lasten en € 36.000 lagere baten. Er zijn geen afwijkingen groter dan € 100.000 die toegelicht moeten worden. RESERVES (Bedragen x € 1.000) Egalisatiereserve Afvalverwijdering Ultimo 2012 Dotatie 2013 759 Onttrekking 2013 - 189 Egalisatiereserve afvalverwijdering Ultimo 2012 was € 759.356 beschikbaar in de egalisatiereserve afvalverwijdering. Hiervan is in 2013 € 638.941 onttrokken ten gunste van het tarief afvalstoffenheffing 2013, zoals besloten in 2012. Daarnaast heeft een extra onttrekking van € 90.619 plaatsgevonden ter compensatie van de hogere btw component (verhoging van 19% naar 21%). Door de prognose van een positief resultaat over 2013 werd € 500.000 aan de egalisatiereserve afvalverwijdering toegevoegd. Dit bedrag is betrokken bij de tariefstelling van de afvalstoffenheffing 2014. In 2013 is een voordeel van € 40.119 behaald. Dit is toegevoegd aan de egalisatiereserve en is beschikbaar voor de tariefstelling 2015, dan wel voor het opvangen van tekorten over 2014. 47 Programmarekening 2013 | De programma's Ultimo 2013 570 VOORZIENINGEN In dit programma zijn geen afzonderlijke voorzieningen opgenomen. INVESTERINGEN In het afgelopen jaar zijn voor € 273.902 investeringen gedaan in het kader van de vervanging van bestaande tractie, zoals 2 pick-up's, een bestelbus en een veegmachine. De beide pickup's waren duurder in de aanschaf dan was opgenomen in de begroting. De afwijking is hoger dan 3%, daarom volgt hier een toelichting. Het benodigde laadvermogen van de oude pick-up's was onvoldoende en regelmatig werd het laadvermogen overschreden. Dit is ongewenst en wettelijk niet toegestaan. Daarom is gekozen voor een groter en zwaarder type voertuig (rijbewijs C). In totaal worden 5 oude pickup's vervangen door 4 nieuwe van dit grotere type. De afschrijvingstermijn van de nieuwe voertuigen is op 10 jaar gesteld, in plaats van 8 jaar, waardoor de jaarlijkse afschrijvingslast van deze vervanging toch lager is dan begroot. Een groot deel van de overige vervangingsinvesteringen tractie kon worden doorgeschoven naar 2014, omdat de technische staat hiervan voldoende is. Het totaal aan doorgeschoven kredieten voor tractie bedraagt € 904.150. Het krediet voor vervanging van papiercontainers in 4 jaar tijd (4 x 6.090 stuks) is vervallen. Deze kredietaanvraag was destijds gedaan in het kader van het project MAP (Mechanische Afvalinzameling Purmerend). De huidige containers zijn volledig afgeschreven, maar in de praktijk blijkt dat de containers technisch nog bruikbaar zijn en dat massale vervanging niet noodzakelijk is. Gefaseerd, dus bij defecten, worden de containers vervangen. Dit kan binnen de exploitatie worden opgevangen. 48 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 5 B E R E I K B A A R H E I D Portfeuillehouder: J. Krieger Wat willen we bereiken met het programma Bereikbaarheid Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 5.1 Bereikbaarheid Purmerend heeft een goed functionerende, veilige en duurzame infrastructuur voor alle vervoerswijzen. Daarbij is rekening gehouden met de belangen van de leefbaarheid (milieu, fysieke en sociale omgeving). De woon- en werklocaties, het centrumgebied, de andere publiekstrekkende voorzieningen en de voorzieningen op wijkniveau, zijn goed bereikbaar voor de verschillende verkeersdeelnemers. Bij verplaatsingen binnen de stad maken veel bewoners gebruik van de (brom)fiets en het openbaar vervoer. De openbare ruimte is goed toegankelijk en veilig voor voetgangers. Voor het woon-werkverkeer wordt veel gebruikgemaakt van de mogelijkheden die het openbaar vervoer biedt. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 5.1 Beleidsveld Bereikbaarheid 5.1.1 Prestatieveld Openbaar vervoer Werkdoel Behouden van de sterke functie van het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer. Daarnaast bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer voor sociaal/recreatief verkeer. Centrale aspecten van de uitvoering • Zorgen voor toegankelijke bushaltes. In 2009 is gestart met een vierjarig project voor het toegankelijk maken van de bushaltes in Purmerend. Het is een gemeentelijke taak waarvoor een subsidie beschikbaar is gesteld via de Stadsregio. In 2012 zijn de laatste haltes aangepast. Door het ophogen van 147 van de in totaal 175 bushalten is voor 98% van de reizigers een gelijkvloerse instap gerealiseerd. • Dynamisch reizigersinformatiesysteem (DRIS). Met DRIS beschikken buspassagiers tijdens de reis over actuele reistijdinformatie op de halte. In Purmerend zijn 73 haltepanelen geplaatst op de belangrijkste instaphaltes. De Stadsregio Amsterdam betaalt de investeringskosten. • Project Bereikbaarheid Waterland. Doel van dit regionale project is om de bereikbaarheid op de N235/N247 voor het autoverkeer, het openbaar vervoer en de fiets te optimaliseren, waarbij tegelijkertijd ook de verkeersveiligheid wordt verbeterd. In 2012/2013 zijn een aantal 49 Programmarekening 2013 | De programma's korte termijn maatregelen uitgevoerd (waaronder doortrekken busbaan N235 bij Het Schouw en verplaatsen pontje). Prestatie-indicatoren Openbaar Vervoer Toezeggingen 2013 Resultaten 2013 Herinrichting Tramplein (nieuw busstation) uitvoering uitvoering Toegankelijke bushaltes In 2013 zijn overeenkomstig de afspraken met de Stadsregio Amsterdam nog 6 bushaltes toegankelijk gemaakt (Purmersteenweg (2x), S. Allendelaan (2x), Grotenhuysweg en Van Osweg) . Hiermee is het project Toegankelijke bushaltes afgerond. Aanpassingen aan overige bushaltes worden meegenomen in nieuwe ontwikkelingen en onderhoudsprojecten. DRIS Uiteindelijk zijn er in Purmerend 75 DRIS-panelen geplaatst. Overig (bekostiging vanuit voorziening OV) In 2013 zijn nog een aantal andere maatregelen uitgevoerd ter verbetering van het openbaar vervoer, onder andere het aanpassen van de bochtstraat voor busverkeer op het kruispunt Gangeslaan-Aziëlaan, het verlengen van de bushaltes op de Gedempte Where (zodat twee bussen achter elkaar kunnen halteren), aanpassingen in de automaten van de bussluizen op de Amazonelaan en het Beatrixplein en een bijdrage aan de Provincie voor de aanpassingen aan de N235 zoals het doortrekken van de busbaan bij het Schouw. 5.1.2 Prestatieveld Fietsverkeer Werkdoel Bevorderen van het fietsgebruik, met name voor verplaatsingen binnen de gemeente. Centrale aspecten van de uitvoering • realiseren en onderhoud fietsinfrastructuur en -voorzieningen; • uitvoering volgens Fietsbeleidsplan 2010-2015; • voor de uitvoering zoveel mogelijk aanhaken bij nieuwe ontwikkelingen en onderhoudsprojecten (werk met werk), met gebruikmaking van de subsidiemogelijkheden van de Stadsregio. Prestatie-indicatoren Fietsverkeer Uitbreiding fietsparkeren en aanpassingen fietsenstalling Plantsoenstraat (maatregelen parkeervisie) Toezeggingen 2013 uitvoering Resultaten 2013 nog niet uitgevoerd Fietsparkeren binnenstad Betreft maatregelen uit de Parkeervisie binnenstad 2012-2015 die niet alle tegelijk uitgevoerd worden maar over de jaren heen. Planning is om in 2014 de maatregel Uitbreiding fietsparkeren uit te voeren. Overig Door mee te liften in onderhoudsprojecten en gebruik te maken van subsidie kon de gemeente in 2013 een aantal maatregelen ter verbetering van de fiets uitvoeren, onder andere de realisatie van fietsstroken in de Veenweidestraat, de realisatie van asfalt in plaats van tegels 50 Programmarekening 2013 | De programma's op de Purmersteenweg (gedeelte tussen B. D. Kooimanweg en Wielingenstraat) en een fietsstraatinrichting op de Herengracht (korte deel). 5.1.3 Prestatieveld Autoverkeer Werkdoel Verbeteren van de bereikbaarheid binnen de gemeente en aansluiting op het regionale wegennet binnen de randvoorwaarden van verkeersveiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid. Centrale aspecten van de uitvoering • Project Verkeer binnenstad. In 2013 zijn oplossingen bedacht voor de knelpunten in de binnenstad op het gebied van verkeer. Over de oplossingen heeft overleg plaatsgevonden met allerlei belanghebbenden. Uitvoering van maatregelen vindt plaats in 2014. • Parkeervisie binnenstad. In 2012 is een parkeervisie opgesteld met daarin parkeeroplossingen die de binnenstad aantrekkelijker maken om naartoe te gaan (aanpassen parkeertarieven, verdiepingparkeren 't Lammetje aantrekkelijker maken en verbeterslag parkeerbewegwijzering). Ook is de haalbaarheid van een nieuwe parkeervoorziening onderzocht die het huidige parkeeraanbod op ontwikkellocaties compenseert. Prestatie-indicatoren Autoverkeer Toezeggingen 2013 Resultaten 2013 Verdubbeling N244 (project Provincie) voorbereiding voorbereiding Uitvoering maatregelen verkeer binnenstad uitvoering niet uitgevoerd Uitvoering korte termijn maatregelen parkeervisie uitvoering uitvoering Onderzoek en bouw nieuwe parkeervoorziening uitvoering uitvoering Verkeer binnenstad In 2013 is een visie op de ring om de binnenstad opgesteld en zijn inrichtingsvoorstellen gedaan voor de eerste fase (nieuwe inrichting Nieuwstraat en Westerstraat). Deze zijn behandeld in de commissie SOB. In het najaar ontstond politiek discussie over nut en noodzaak van de investeringen. Om die reden heeft het college de inspanningen voor realisatie van dit project vooralsnog opgeschort. Parkeervisie In het najaar van 2013 zijn onder andere parkeermetingen in en om de binnenstad uitgevoerd om inzicht te krijgen in de parkeerbezetting in de parkeergarages, de betaalde parkeerplaatsen op straat en de vergunningparkeerplaatsen. Planning is om in 2014 de maatregel Uitbreiding fietsparkeren uit te voeren. Onderzoek nieuwe parkeervoorziening Afgelopen jaar is gesproken met een ontwikkelaar over een ontwikkeling op de locatie van het oude postkantoor met daarbij een ondergrondse parkeergarage voor bezoekers van de binnenstad. In dat kader zijn enkele onderzoeken gedaan (onder andere naar de ontsluiting van de garage). Komende tijd moet blijken of en hoe de ontwikkeling verder kan worden gebracht. 5.1.4 Prestatieveld Verkeersveiligheid Werkdoel Bevorderen van verkeersveiligheid met speciale aandacht voor het terugdringen van het aantal slachtoffers onder (brom-)fietsers en het verminderen van de subjectieve verkeersonveiligheid. 51 Programmarekening 2013 | De programma's Met subjectieve onveiligheid wordt bedoeld 'het gevoel van onveiligheid', bijvoorbeeld bij kruispunt Edisonweg waar (op basis van de beschikbare gegevens) weinig ongevallen plaatsvinden, maar waar de gemeente wel veel meldingen van krijgt. De ongevallencijfers van de politie vormen de basis voor de prioriteitstelling. Centraal aspect van de uitvoering • Uitvoering verkeersveiligheidsplan. De raad heeft in 2013 besloten over de wijze van inzet van het krediet Verkeersveiligheidsplan. De afweging voor een rotonde op kruispunt Edisonweg-Grotenhuysweg is hierin meegenomen. In 2013 en verder worden de maatregelen uit het verkeersveiligheidsplan uitgevoerd. Het gaat om een mix van maatregelen: infrastructuur, verkeerseducatie en handhaving (in overleg met politie). Prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid Toezeggingen 2013 Resultaten 2013 Uitvoering verkeersveiligheidsplan uitvoering niet uitgevoerd Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig uitvoering uitvoering Uitvoering verkeersveiligheidsplan In 2013 heeft de raad besloten om de twee verkeersveiligheidskredieten te koppelen aan het project Verkeer binnenstad (nieuwe inrichting ring om de binnenstad). Om deze reden is de maatregel uit het verkeersveiligheidsplan Rotonde op het kruispunt Edisonweg-Grotenhuysweg komen te vervallen. Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig In Wheermolen is het vervolg van het deelplan Rudolph Garrelstraat uitgevoerd, in Overwhere Zuid is deelplan A1 uitgevoerd en deelplan B2 opgestart. Overig Vanuit het reguliere verkeersveiligheidsbudget is onder andere de aanpassing van diverse uitritconctructies in de Purmer Noord bekostigd. Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld -4.079 -3.800 Realisatie 2013 Afwijking -3.447 352 Lasten -3.628 Baten 3.197 2.656 2.640 2.394 -247 Saldo -431 -1.423 -1.160 -1.054 106 Het programma Bereikbaarheid heeft per saldo een nadeel van € 106.000. Dit wordt veroorzaakt door € 352.000 lagere lasten en € 247.000 lagere baten. (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking BV051 Bereikbaarheid Lasten -3.628 -4.079 -3.800 -3.447 352 Baten 3.197 2.656 2.640 2.394 -247 -431 -1.423 -1.160 -1.054 106 52 Programmarekening 2013 | De programma's EXPLOITATIE Het saldo van dit programma wijkt € 106.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 352.000 lagere lasten en € 247.000 lagere baten. Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000) toegelicht. • Vertraagde uitvoering maatregelen Parkeervisie binnenstad 2012-2015. De maatregel 'uitbreiding fietsparkeren' (vervangen van fietsnietjes door zogenaamde Tulips) is uitgesteld en wordt uitgevoerd in 2014 (€ 101.000 incidenteel). • Lagere kosten beheer automaten voetgangersgebied. In 2013 is minder onderhoud nodig geweest ten gevolge van minder schades (€ 24.000 incidenteel). • Lagere kosten parkeergarage Claxonate. In de parkeergarage is geen ander extra onderhoud nodig geweest dan het geplande groot onderhoud. Daarom is de aanneemsom nagenoeg niet gebruikt. Verder ook geen schades en vandalisme (€ 32.000 incidenteel). • Lagere kosten verkeerslichten. In 2013 waren er minder storingen en schades en derhalve ook minder doorbelaste uren (€ 95.000, waarvan € 15.000 structureel). • Lagere kosten beheer en onderhoud van de DRIP (Dynamisch Route-informatiepaneel) op de Waterlandlaan ter hoogte van het ziekenhuis. Dit budget is de afgelopen jaren nog niet aangesproken omdat de DRIP in 2011 is geplaatst inclusief drie jaar beheer en onderhoud. Vanaf 2014 is het budget benodigd voor de kosten van beheer en onderhoud ( € 22.000 incidenteel). • Vertraagde besteding verkeersveiligheid (project BOR: Bromfiets Op de Rijbaan). Planning was om deze maatregel uit te rollen op alle wegen binnen de gemeente (onder andere hoofdwegen Weidevenne en Verzetslaan). In verband met bezwaren van bewoners is de uitvoering uitgesteld. Na afstemming/overleg met de bewoners wordt de maatregel alsnog uitgevoerd, vermoedelijk begin 2014 (€ 52.000 incidenteel). • Vertraagde besteding verkeersonderzoeken. Dit budget is in 2013 ingezet voor onderzoeken en ontwerpen voor een nieuwe inrichting van de ring om de binnenstad. Naar aanleiding van politieke discussie zijn de inspanningen voor dit project vooralsnog opgeschort. Afhankelijk van besluitvorming wordt het resterende onderzoek voortgezet in 2014 (€ 45.000 incidenteel). • Lagere baten parkeergelden. De inkomsten uit betalingen (straatparkeren/parkeergarage Claxonate) zijn in lijn met de cijfers zoals begroot, het verschil is gelegen in minder naheffingsaanslagen (€ 250.000 structureel). Hiervoor zijn de volgende oorzaken aan te geven: positief effect in het betaalgedrag door pinmogelijkheid betaalautomaten, verscherpt toezicht de afgelopen jaren, minder bezoek aan de binnenstad, verder weg parkeren (gratis of lager tarief) en minder inzet als gevolg van beperkt beschikbare personele capaciteit. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Voorziening openbaar vervoer 203 2 179 26 Voorziening onderhoud DRIS 500 - 45 455 Voorziening openbaar vervoer Deze voorziening heeft tot doel het mede financieren van specifieke openbaar vervoer projecten en infrastructurele voorzieningen ten behoeve van verbeterde doorstroming, comfort of toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Het resterende saldo van € 26.000 wordt in 2014 ingezet voor openbaar vervoer projecten. Voorziening onderhoud DRIS 53 Programmarekening 2013 | De programma's Deze voorziening is in 2011 afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer voor een bedrag van € 500.000. De voorziening is bestemd om voor een periode van tien jaar de beheer- en onderhoudslasten te dekken van het Dynamisch Reizigers Informatie Systeem. In 2013 heeft voor het eerst een onttrekking plaatsgevonden. Het saldo per ultimo 2013 bedraagt € 455.000. INVESTERINGEN. Er zijn geen afwijkingen te melden. 54 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 6 BEHEER�OPENBARE�RUIMTE Portefeuillehouder: R. Helm Wat willen we bereiken met het programma Beheer openbare ruimte Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 6.1 Beheer openbare ruimte Met teruglopende budgetten als gevolg van bezuinigingen is de onderhoudskwaliteit van de openbare buitenruimte op beeldkwaliteit ook in 2013 gewaarborgd. Naast het feit dat de onderhoudsbudgetten onder druk staan, is ook de wijze van werken aan het veranderen. Er wordt geprobeerd dat op een zo veel mogelijk contextgerichte manier te doen, dat wil zeggen dat inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners van Purmerend zijn en worden betrokken. Zij zijn de ogen en oren in de wijken, naast onze eigen mensen in het veld, zoals handhavers, Uitvoering en wijkmanagers. In het coalitieakkoord is aangegeven dat Purmerend de verbinding zoekt met de mensen in de stad. Het activeren en stimuleren van inwoners en ondernemers en ze betrekken bij het beheer en onderhoud van de stad heeft in allerlei opzichten de aandacht. Er worden door bewoners veel initiatieven ontplooid op gebied van groen, verwijderen zwerfvuil, straatmeubilair en verhardingen. Zo onderhouden bewoners bijvoorbeeld op meerdere locaties het openbaar groen. Maatwerk is daarbij de sleutel tot succes. Individuele begeleiding, (snoei)cursussen en goede afspraken vergroten de kansen op een vruchtbare samenwerking. Herinrichtingplannen worden al in een vroeg stadium op basis van een voorlopig ontwerp met de betrokken bewoners besproken, waarna het definitieve ontwerp wordt uitgewerkt en vastgesteld. De wijkonderhoudsplannen 2013 zijn samen met de wijkkerngroepen opgesteld. Uitgangspunt daarbij was het beeldkwaliteitsniveau op basis waarvan de budgetten zijn vastgesteld. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 6.1 Beleidsveld Beheer openbare ruimte 6.1.1 Prestatieveld Schoon, heel en veilig Werkdoel De openbare ruimte is onderhouden op het afgesproken kwaliteitsniveau. Met het oog op de gemeentebrede ontwikkelingen (onder andere het zogenaamde 'van buiten naar binnen' werken), is meer ruimte binnen de beheerplannen gemaakt om de maatschappelijke vragen te beantwoorden. Er is een aanzet gemaakt om weer een stap te zetten met de beheerplannen door het effect te meten van de prestaties die geleverd zijn en in hoeverre deze hebben 55 Programmarekening 2013 | De programma's bijgedragen aan de wensen en behoeften van de bewoners en de doelen van de gemeente. In 2014 zal dit ingezette proces voortgezet worden. Centrale aspecten voor de uitvoering • Op basis van de beheerplannen en de afgesproken beeldkwaliteitsniveaus zijn wijkschouwen gehouden en zijn met behulp van de input van wijkmanagers integrale wijkonderhoudsplannen opgesteld. Deze zijn besproken met de wijkkerngroepen. • Er zijn vier rondes voor onkruidbestrijding op verhardingen uitgevoerd: twee keer mechanisch (borstelen) en twee keer chemisch (vanaf 2014 gebeurt dit niet meer). • Technisch verouderde wegen zijn vervangen (in veel gevallen op integrale wijze, dus samen met riolering, groen, openbare verlichting en wegmeubilair). Grotere projecten waren de Varenbuurt in de Gors en, in combinatie met rioleringswerken, herinrichtingen in Overwhere Zuid en Wheermolen West. • Naast de reguliere reinigingsactiviteiten zijn vijftien hotspots (pleintjes, speelplaatsen e.d.) extra schoongemaakt. De efficiencyslag (besparing € 100.000) uit 2012 op het gebied van straatreiniging is vanaf 2013 structureel ingevuld. • Graffiti en wildplak op gebouwen, verkeersborden, straatmeubilair en geluidsschermen zijn actief bestreden, daarbij is extra aandacht besteed aan het verwijderen van uitingen van racistische aard. • Acties naar aanleiding van meldingen van bewoners zijn waar mogelijk binnen 7 werkdagen uitgevoerd. Het gaat daarbij onder meer om onderhoud van wegen, groenvoorzieningen en openbare verlichting. • In 2012 is een tussentijdse inventarisatie gedaan van het beeldkwaliteitsniveau van de verschillende beheerdisciplines. Hieruit bleek dat in de woonwijken het streefniveau wordt gehaald. Het hoge ambitieniveau voor het centrumgebied werd deels gehaald, maar de kwaliteit is toch nog voldoende tot goed te noemen. De groengebieden voldoen redelijk aan het streefniveau. Voor het groen in alle deelgebieden geldt dat de beeldkwaliteit weliswaar aardig op orde is, maar dat de technische kwaliteit zorgelijk is. Op termijn kan dit niet zonder gevolgen blijven. Met creatieve ingrepen, bijvoorbeeld het zo veel mogelijk aanhaken bij reconstructieprojecten voor wegen en riolering, of de proef om relatief dure éénjarige planten te vervangen door minder dure vaste planten, kon op sommige locaties de technische (en daarmee ook de beeld-) kwaliteit worden verbeterd. Middels een presentatie en fietstocht door de wijken van Purmerend zal de gemeenteraad in de loop van 2014 op de hoogte worden gebracht van de ontwikkelingen van het onderhoudsniveau na invulling van de in de programmabegroting 2014 - 2017 opgenomen besparingen op dit programma. • De stormen op 28 oktober en 5 december hebben grote schade veroorzaakt aan het bomenbestand in Purmerend. Deze schade bedraagt totaal ± € 277.000. Ten dele betreft dit uren van ons eigen personeel maar ook de kosten van aannemers die ingezet zijn en de kosten voor het vervangen van de omgewaaide bomen. • Groot onderhoud aan de spoortunnel in de Purmersteenweg. • Eind 2013 zijn de eerste oude houten fiets- en voetgangerbruggen vervangen door nieuwe bruggen van duurzaam composietmateriaal. Dit vervangingprogramma zal ook de komende jaren voortgezet worden. 56 Programmarekening 2013 | De programma's Prestatieindicatoren Schoon, heel en veilig Toezegging Resultaten wijken centrum Parken Wijken Centrum Parken C A B C A B/C Kunstwerken C A B B/C B/C B Wegmeubilair B A B A/B B B Groen/ bomen C A A B A B StraatreinigingB A A A A/B B Wegen Vijfpuntschaal beeldkwaliteit openbare ruimte: A+ = zeer goed; A = goed; B = voldoende; C = matig; D = slecht (bron: CROW). Onder toezegging is de met de raad overeengekomen beeldkwaliteit vermeld. Onder resultaten is de werkelijke beeldkwaliteit in 2012 opgegeven. De gegeven waarden betreffen gemiddelden, door het cyclische verloop van het onderhoud kan dit plaatselijk afwijken. 6.1.2 Prestatieveld Zorg voor watertaken Werkdoel Het komen tot een goed functionerend rioolstelsel en een goede ecologische kwaliteit van oppervlakte- en grondwater. Grondwateroverlast en te hoge grondwaterstand is daarbij een belangrijke factor. Centrale aspecten van de uitvoering • De gemeente Purmerend en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK) hebben gezamenlijk een waterplan gemaakt. De planperiode daarvan is 2006-2015. Hierbij hoort de doelstelling om op korte termijn een gezond watersysteem te creëren tegen minimale kosten, waarbij op lange termijn wordt gestreefd naar een duurzaam watersysteem. De uitvoering bestaat voor een belangrijk deel uit maatregelen in de riolering. • Grote investeringen zijn gedaan om het regenwaterriool af te koppelen van het vuilwaterriool. Hierdoor hoeft regenwater niet onnodig te worden gezuiverd. Inwoners wordt gevraagd vrijwillig mee te doen bij het afkoppelen van de regenwaterafvoer van hun woning. • In 2013 zijn de werkzaamheden in de Van IJssendijkstraat e.o. (A1) afgerond. Het plandeel Olympiastraat/Marathonstraat (A2) is volledig voorbereid en de werkzaamheden zullen in 2014 starten. De voorbereiding van deelplan Kolfstraat/Flevostraat (A3) wordt in 2014 afgerond zodat de werkzaamheden in 2015 kunnen starten. Het deelplan Overweersepolderdijk e.o. (B1) is in uitvoering en zal eind 2014 worden afgerond. Deelplan Johan Naberstraat (B2) is in voorbereiding genomen (uitvoering 2015). Ruim 80% van de bewoners doet mee met het vrijwillige afkoppelproject. • Samen met het HHNK en de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Landsmeer, Schermer, Waterland, Wormerland en Zeevang zijn optimalisatiemaatregelen in de afvalwaterketen uitgevoerd. De belangrijkste maatregel was het omleiden van het verbeterde gescheiden rioolstelsel in Weidevenne. Hierdoor hoeft de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het hoogheemraadschap (voorlopig) niet te worden uitgebreid en is deze minder aan slijtage onderhevig. • In het kader van het Bestuursakkoord Water worden, samen met Zaanstad, Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland, Wormerland, Zeevang (en vanaf 2014 ook het HHNK), maatregelen voor een doelmatiger waterbeheer ontwikkeld. De inzet 57 Programmarekening 2013 | De programma's daarbij is een mooi, veilig, schoon, gezond en duurzaam beheer van het watersysteem en de waterketen, vergroting van de kwaliteit van het beheer tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten door expertise en deskundigheid meer met elkaar te delen. • De gemeente legt natuurvriendelijke oevers aan voor een betere waterkwaliteit. Ook daarbij wordt een actieve inbreng van de bewoners gevraagd. • In 2013 zijn de (historische) woonboten in de Where aangesloten op het riool. • Sinds 2012 is het beheer en onderhoud van het stedelijk water van de gemeente overgedragen aan het HHNK. Het nog voor rekening van de gemeente uit te voeren achterstallig baggerwerk is nog niet volledig binnen de afgesproken termijn gerealiseerd en zal nu in 2014 plaatsvinden. • Als gevolg van overvloedige regenval (deze hoeveelheid was sinds het begin van metingen in 1900 nog niet eerder in Purmerend voorgekomen) is wateroverlast ontstaan in een aantal wijken van Overwhere en Wheermolen. Door het nemen van tijdelijke maatregelen is deze overlast binnen korte termijn verholpen en in het voorjaar van 2014 zal worden voorgesteld welke definitieve maatregelen zullen worden uitgevoerd. De betrokken bewoners zullen van de voortgang van het onderzoek op de hoogte worden gehouden. Prestatie-indicator Zorg voor watertaken Toezeggingen 2013 Resultaten 2013 Waterkwaliteit (emissievolume overstort op oppervlaktewater) 65.880 m3 61.270 m3 Wateroverlast op straat (meldingen) 435 405 6.1.3 Prestatieveld Dierenwelzijn Werkdoel Aandacht voor het welzijn van dieren in de openbare ruimte op basis van de kadernotitie Dierenwelzijn. Centrale aspecten van de uitvoering • Centrale coördinatie (één ambtelijk aanspreekpunt). • Hondenbeleid: samen met de wijkkerngroep Purmer-Zuid is een proef in voorbereiding op het gebied van een nieuw hondenbeleid. • Opvang zwerfdieren (wettelijke taak): samen met de andere deelnemende gemeenten is een nieuw contract met de Stichting Dierenopvangcentrum Waterland (DOC) in voorbereiding dat verder gaat dan uitsluitend een vergoeding voor de wettelijke taak op het gebied van de opvang van zwerfdieren. • Natuurvriendelijk beheer gemeentelijk groen (natuurvriendelijke maatregelen in onderhoudsbestekken). • Bestrijding schade door dieren. • Voorlichting en communicatie: Purmerend maakt daarbij gebruik van de Nationale Databank Flora en Fauna (NDFF). De NDFF geeft informatie over waarnemingen van beschermde en zeldzame planten en dieren. De Flora- en Faunawet verplicht iedereen om bij veranderingen in de buitenruimte rekening te houden met alle beschermde soorten die door de maatregel beïnvloed kunnen worden. In dat kader zijn voorafgaand aan bouw- of herinrichtingsactiviteiten in Purmerend onderzoeken uitgevoerd. • Op verzoek van de gemeenteraad is, naar aanleiding van de evaluatie dierenwelzijnsbeleid, een nieuwe Beleidsnota Dierenwelzijn opgesteld. De gemeenteraad heeft de beleidsnota in oktober vastgesteld. • In de Baanstee-Noord is in 2013 een vleermuizenkelder/oeverzwaluwwand gerealiseerd. 58 Programmarekening 2013 | De programma's Ganzenbeheer Prestatie-indicatoren Dierenwelzijn Toezeggingen 2013 Resultaten 2013 beheer ganzen jaarlijks uitgevoerd Door de gemeenteraad is bepaald dat niet meer dan driehonderd Canadese ganzen in het openbare gebied van de gemeente mogen verblijven. Voor de boerenganzen geldt een maximum van honderd stuks (met uitzondering van hiervoor specifiek aangewezen locaties). Dit aantal wordt door een actief nestbeheer in de hand gehouden. Totalen nestbeheer ganzen 2013: - totaal aantal nesten: 92 - totaal aangetroffen eieren: 737 - direct verwijderde eieren: 292 - direct behandelde eieren: 445 - aantal onbehandelde eieren: geen - geen overlevende jongen van behandelde nesten in 2013 Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Lasten Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking -22.403 -23.515 -23.391 -24.139 -749 Baten 8.346 9.166 8.796 9.398 602 Saldo -14.057 -14.349 -14.595 -14.741 -147 Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking -24.139 -749 (bedragen x € 1.000) BV061 Beheer openbare ruimte Lasten -22.403 Baten -23.515 -23.391 8.346 9.166 8.796 9.398 602 -14.057 -14.349 -14.595 -14.741 -147 EXPLOITATIE Het saldo van dit programma wijkt € 147.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 749.000 hogere lasten en € 602.000 hogere baten. Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000) toegelicht. De overschrijding op het programma wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door € 694.100 hogere lasten voor grond- en stenendepot. Op de genoemde depots worden in het kader van duurzaamheid kosten gemaakt voor het hergebruik van grond en stenen, welke middels tariefstelling op een later tijdstip aan (herinrichtings)projecten worden toegerekend. Voor 2013 zijn op die wijze ook € 583.600 hogere opbrengsten gegenereerd. De structurele werkzaamheden voor het gronddepot Baanstee-Noord zullen naar aanleiding van het besluit d.d. 28 november 2013 (voorstel 1103068) met ingang van 2014 neutraal in de begroting worden opgenomen. 59 Programmarekening 2013 | De programma's Daarnaast is sprake van een overschrijding op groenonderhoud, hetgeen onder andere wordt veroorzaakt door het herstellen van de stormschade van de twee najaarsstormen. De totale schade binnen programma 6 Beheer Openbare Ruimte bedroeg € 277.000, waarvan € 210.000 is besteed aan het opruimen van omgewaaide bomen en afgevallen takken en € 67.000 aan de herplanting van bomen. Een deel van deze lasten kon worden gecompenseerd met diverse kleinere onderschrijdingen elders in het programma en hogere tegemoetkomingen in de uitvoeringskosten ter hoogte van € 41.000, afkomstig van nutsbedrijven. De gevolgen van de storm zijn ook zichtbaar in programma 8 Veiligheid, in verband met verhoogde inzet van brandweer en hulpdiensten. Wegen, kunstwerken, openbare verlichting De voorgenomen asfaltering van de Purmerweg (€ 120.000) is niet in 2013 gerealiseerd als gevolg van de nieuwbouwplannen op het bedrijventerrein de Where. Deze onderhoudsmaatregel zal op een later tijdstip binnen het onderhoudsprogramma worden ingevuld als er meer bekend is over de definitieve plannen. Aan het herstel van schades aan lichtmasten (en de daarvoor in te zetten capaciteit) is in 2013 € 73.000 minder uitgegeven. Begraafplaats Bij de 3e Berap zijn de inkomsten op basis van de realisatie tot en met september gecorrigeerd met € 300.000. Per ultimo 2013 is gebleken dat de lagere inkomsten als gevolg van het afnemende aantal plechtigheden minder negatief was dan toen is berekend. Daardoor ontstaat nu een voordelig saldo van € 88.500. De verwachting is dat er wel sprake is van een structureel nadeel op de baten van gemiddeld € 222.000 over 2014 - 2018. Op basis van het minimaal benodigde beheer en onderhoud, kan over dezelfde periode een structurele besparing behaald worden van gemiddeld € 112.800. Resultaatbestemming Het structurele beheer en onderhoud aan de begraafplaats wordt onder andere bekostigd uit meerjarig afgekochte grafrechten. Met ingang van 2010 is om die reden besloten om over te gaan tot egalisatie van de afkoopsommen over de gehele periode van afkoop. Vóór 2010 werden deze baten volledig verantwoord in het jaar van ontvangst. Dit houdt in dat er voor 2783 bestaande graven en urnennissen, die voor bepaalde termijn zijn afgekocht, in totaal € 1.448.337 (prijspeil 2013) is weggelekt in het resultaat van voorgaande jaren. Doordat afdracht aan de egalisatiereserve begraafrechten in die jaren niet heeft plaatsgevonden, is de omvang van de reserve op dit moment onvoldoende om dekking te bieden voor de onderhoudskosten van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is genomen. Dit leidt tot een structurele verslechtering van het exploitatiesaldo en daarmee tot een vertekening van de kostendekkendheid. Om de benodigde omvang van de egalisatiereserve alsnog te bereiken en te behouden, wordt voorgesteld om bovengenoemd bedrag bij resultaatbestemming alsnog aan de egalisatiereserve toe te voegen en jaarlijks 2% bespaarde rente toe rekenen aan het saldo, als inflatiecorrectie voor opvolgende jaren. In samenhang met de structurele effecten die bij de rekening 2013 zijn gebleken, is de verwachting dat de kostendekkendheid van de begraafplaats als zodanig op 94,5% kan worden gehandhaafd. Zorg voor watertaken (riolering) 60 Programmarekening 2013 | De programma's De inkomsten (heffing gemeentelijke watertaken) zijn € 145.500 lager dan geraamd, door het achterblijven van het in de begroting opgenomen aantal nieuwe aansluitingen. Ook de kosten zijn € 124.500 lager dan begroot. Dit heeft betrekking op verschillende deelproducten, waarbij onderbestedingen door vertraging van de vervangingsprojecten in Overwhere en Wheermolen ten dele verrekend konden worden met duurder, maar onontkoombaar, onderhoud aan de gemalen. RESERVES (Bedragen x € 1.000) Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Egalisatiereserve Gemeentelijke watertaken 169 216 169 216 Egalisatiereserve Begraafplaatsen 172 77 - 249 507 - 327 180 1.500 - - 1.500 Bestemmingsreserve Beheer openbare ruimte Bestemmingsreserve Infrastructuur Gorslaan Egalisatiereserve Riolering Deze reserve is ingesteld om fluctuaties tussen de baten en lasten verbonden aan het rioolstelsel en het oppervlaktewater in Purmerend, voortvloeiend uit de exploitatie, het gemeentelijk rioleringsplan en het stedelijk waterplan, op te vangen. Het saldo bestaat voor € 215.900 ten behoeve van uitgestelde baggerwerken door het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Egalisatiereserve Begraafrechten Het doel van deze reserve is het egaliseren van meerjarig afgekochte begraafrechten. Jaarlijks valt een evenredig deel van de afgekochte termijn vrij uit de inkomsten van grafrechten. De meerjarig afgekochte grafhuur in 2013 vormt de dotatie aan de reserve (€ 76.558). Aangezien de stand van de reserve niet overeenstemt met de in het verleden geregistreerde vervaltermijne,n en de exploitatie van de begraafplaats eind 2013 met een batig saldo is afgesloten, vindt voor 2013 geen onttrekking plaats. Het saldo van de reserve komt hiermee per 31 december 2013 op € 248.663. Bestemmingsreserve Infrastructuur Gorslaan In 2011 is een reserve ingesteld voor uit te voeren werkzaamheden aan de kruising GorslaanJaagweg. Uit onderzoek is gebleken dat deze kruising verzakt en dat er herstelwerkzaamheden nodig zijn. Deze werkzaamheden zullen worden gecombineerd met andere infrastructurele werkzaamheden in de nabije omgeving en zullen naar verwachting in 2014 worden uitgevoerd. De reserve is bij de programmarekening 2012 bijgesteld. De omvang per 31 december 2013 is € 1.500.000. Bestemmingsreserve Beheer openbare ruimte Deze reserve is ingesteld ter dekking van doorgeschoven werken uit 2012 voor een totaal bedrag van € 507.000. Deze werken zijn in de loop van 2013 volledig tot uitvoering gekomen, op de voorgenomen herinrichting van de Clara Visserstraat na. Voor dit laatste project blijft een bedrag van € 180.000 in de reserve beschikbaar. VOORZIENINGEN In dit programma zijn geen voorzieningen. 61 Programmarekening 2013 | De programma's INVESTERINGEN Algemeen De andere werkwijze en integrale aanpak van grote onderhoudswerken in de openbare buitenruimte hebben tot gevolg dat de totale realisatieperiode van investeringen langer is geworden. Vanaf het moment dat de betreffende kredieten beschikbaar zijn en het voorlopig ontwerp in voorbereiding wordt genomen zal meer tijd moeten worden ingeruimd om, samen met belanghebbenden (bewoners, bedrijven etcetera), te komen tot een definitief ontwerp. Pas daarna kan de werkelijke aanbestedingprocedure in werking worden gesteld. Het zwaartepunt in de besteding van investeringskredieten zal daarom pas een jaar na het ter beschikking stellen daarvan plaatsvinden. Uitvoeringsprogramma's Asfalt en Elementen 2013 Op deze kredieten is in 2013 totaal € 1.445.600 onbesteed gebleven. Dit betreft (onderdelen van) de projecten Asfaltprogramma 2013, Integrale rioolvervanging Overwhere Zuid A1 en Gors Varenbuurt. De nog niet uitgevoerde onderdelen zullen opnieuw worden verwerkt in de uitvoeringsprogramma's 2014 - 2018. Uitvoeringsprogramma Riolering, Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan en Stedelijk Waterplan 2013 Op deze kredieten is in 2013 totaal € 2.283.000 onbesteed gebleven. Dit betreft (onderdelen van) de projecten Integrale rioolvervanging Overwhere Zuid A1 en Gors Varenbuurt. De nog niet uitgevoerde onderdelen zullen opnieuw worden verwerkt in de uitvoeringsprogramma's 2014-2018. PON, groot onderhoud bruggen 2013 Op dit krediet is in 2013 totaal € 1.436.500 onbesteed gebleven. Dit betreft het project ter vervanging van Hoornse Brug. Het niet bestede deel (€ 1.436.500) wordt in 2014 gebruikt voor de uitvoering van deze vervanging. De nog niet uitgevoerde onderdelen zullen opnieuw worden uitgezet in de uitvoeringsprogramma's 2014-2018. Vervanging 5 Houten of vaste bruggen In verband met efficiencyvoordelen, is ervoor gekozen om één onderdeel van de geplande vervangingen van 2014 naar voren te halen. Er is daardoor in 2013 gelijktijdig met de geplande werkzaamheden, één extra brug geplaatst. Dit veroorzaakt een overschrijding op het beschikbaar gestelde krediet van € 68.730. Het krediet zal hiervoor worden gecorrigeerd, onder gelijktijdige verlaging van de lopende investeringen voor 2014. 62 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 7 RUIMTELIJKE�ORDENING Portefeuillehouder: J. Krieger Wat willen we bereiken met het programma Ruimtelijke ordening Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 7.1 Ruimtelijke ordening Purmerend is een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad met een sterke samenhang tussen de historische binnenstad en de wijken, de wijken onderling en de omliggende regio. Daardoor zijn de inwoners optimaal gefaciliteerd om te wonen, werken en recreëren. Bewoners worden betrokken bij nieuwe planvorming. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen is met name de structuurvisie van belang, veelal in combinatie met het grond- en/of vastgoedbeleid. Verder kunnen bewoners rekenen op handhaving van de beoogde, ruimtelijke kwaliteit op basis van actuele regelgeving op ruimtelijk gebied. Hun leefomgeving is opgenomen in bestemmingsplannen, die binnen de daarvoor gestelde termijn worden herzien. Juridisch is het wijzigen van bestemmingplannen met waarborgen omkleed. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 7.1 Beleidsveld Ruimtelijke ordening 7.1.1 Prestatieveld Optimale ruimtelijke hoofdstructuur Werkdoel Realiseren en behouden van een functioneel, hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad. Dit doen we door het op een zorgvuldige, functionele en financieel verantwoorde wijze realiseren van een evenwichtig en goed toegankelijk aanbod van woningen, bedrijven- en kantorenlocaties, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen en infrastructuur. Centrale aspecten van de uitvoering • actualiseren structuurvisie Purmerend; • toepassen gemeentelijk grondbeleid en (verplicht) kostenverhaal; • handhaven en bevorderen beeldkwaliteit van de stad; • waarborgen ruimtelijke samenhang van de stedelijke omgeving; • ontwikkelen van verkenningen, visies en (gebiedsgerichte) inrichtingsplannen; • faciliteren van concrete projecten op het gebied van wonen, werken, recreëren en verplaatsen (zie ook programma’s Wonen, Economie en Bereikbaarheid); • belanghebbenden intensief en zo vroeg mogelijk betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen; • ontwikkelinitiatieven, die aansluiten bij de structuurvisie, primair stimuleren en faciliteren en pas als het moet: kiezen voor actief grondbeleid; 63 Programmarekening 2013 | De programma's • aanjaagteam inbreilocaties. Prestatie-indicatoren Woningproductie Toezeggingen 2013 Resultaten 2013 Productie woningbouw (aantal woningen) 222 Toelichting De structuurvisie Purmerend 2005 - 2020 is in 2006 vastgesteld. Het is de bedoeling, dat deze visie integraal wordt herzien. Dat gebeurt met inachtneming van 3 uitgangspunten, waarbij het gaat om een dynamisch proces. Als eerste stap in dat proces is in 2013 de bij deze visie behorende strategische plankaart - beleidsneutraal - geactualiseerd. Op de plankaart is onder het kopje 'actualisatie 2013' de actuele stand van zaken weergegeven, terwijl voorts op de plankaart de wijzigingen zijn verwerkt, die in de achterliggende periode (sinds 2006) zijn doorgevoerd in of op grond van het gemeentelijk beleid. Overeenkomstig de nota Grondbeleid wordt (jaarlijks) het Meerjaren Programma Grondexploitaties (MPG) ter vaststelling aan de gemeenteraad aangeboden. Dat was in 2013 voor de eerste keer. De vaststelling van het MPG is gekoppeld aan de besluitvorming over de jaarrekening. (Zie bijzonderheden.) Met betrekking tot de hoofdstructuur is ook een groenstructuurplan voorbereid, waarin visie en beleid op hoofdlijnen voor het groen van Purmerend zijn verwoord. Deze 'groenkoers' moet overigens nog wel bestuurlijk geaccordeerd worden. In 2013 is bestuurljik al wel richting gegeven aan het proces 'versterking lokale duurzaamheid'. De woningproductie in 2013 is enigszins achtergebleven bij de planning. Het verschil wordt verklaard doordat in Weidevenne een bouwplan vertraagd wordt uitgevoerd en in Wheermolen een bouwplan is uitgesteld. Om aan te sluiten bij vraaggestuurd bouwen is voor de Kop van West 'organische gebiedsontwikkeling' in voorbereiding genomen. De kaders daarvoor zijn in mei 2013 vastgesteld en een bestemmingsplanherziening wordt voorbereid. Over diverse locaties (waaronder bedrijventerrein De Where, Brandjesterrein, Kom A7) is met (potentiële) partners en belanghebbenden - overigens verschillend in intensiteit overleg gevoerd in het kader de mogelijkheden om tot ontwikkeling te komen. Dat geldt ook voor de (herontwikkelings) locaties, die zijn aangewezen als 'niet in exploitatie genomen gronden' (NIEGG), en uiteraard voor de beoogde, nieuwe multifuctionele sportaccommodatie aan de Van IJsendijkstraat. Een discussienota voor (toekomstbestendig) welstandsbeleid in Purmerend is in voorbereiding. Verder is in 2013 aansluiting gezocht bij de pilot 'Straatkubus'. Het gaat daarbij om het ontwikkelen van een fijnmazig geografisch infomatie systeem, dat - op straatniveau - kan helpen met ondersteunende informatie op het gebied van ruimtelijk en volkshuisvestingsbeleid en in het kader van voorbereiding en uitvoering van zorgbeleid. Bijzonderheden over "gronden in exploitatie" In Meerjaren Programma Grondexploitaties (MPG) wordt er per grondexploitatie uitgebreid ingegaan op de actuele stand van zaken en de risico's. Het MPG wordt als apart stuk aan de raad ter behandeling aangeboden Hieronder volgt een korte schets van de stand van zaken: Kop van West Het beschikbaar gestelde werkbudget is voldoende voor de geplande werkzaamheden. In de loop van 2014 zal, overeenkomstig de planning, een definitief stedenbouwkundig plan worden aangeboden. Aan de hand van deze verdere uitwerking van de plannen wordt tevens een daarop gebaseerde grondexploitatie ter vaststelling aan de raad worden aangeboden. 64 Programmarekening 2013 | De programma's 196 Wheermolen West Parkzone Het resterende deel van de Parkzone zal niet overeenkomstig het oorspronkelijke plan worden uitgevoerd, aangezien de projectontwikkelaar dit in de huidige markt niet haalbaar acht. Uit een indicatieve haalbaarheidsberekening blijkt dat een nieuwe ontwikkeling voor het resterende deel van de Parkzone, samen met de NIEGG-locatie Driehoek mogelijk is. Met het risico dat niet de volledige boekwaarde kan worden terugverdiend is rekening gehouden in het bedrag aan benodigd weerstandsvermogen. Weidevenne Als gevolg van een langdurige onteigeningsprocedure wordt in de planvorming uitgegaan van een verlenging van de looptijd van de grondexploitatie van twee jaar tot 2018. Deze vertraging heeft geen negatieve gevolgen voor het eindresultaat van de grondexploitatie. Het heeft wel tot gevolg dat verwachte inkomsten niet zijn gehaald, dus vallen de baten dit jaar tegen, hetgeen ertoe heeft geleid dat de verwachte winstneming voor dit jaar niet gehaald wordt. Baanstee-Noord Als gevolg van de slechte economische omstandigheden is het geplande uitgiftetempo van bedrijfskavels in 2013 van 1 hectare niet gehaald. 2014 laat een positiever beeld zien. De eerste uitgifte voor dit jaar is bijna rond. De bestaande onderhandelingen in ogenschouw nemend is de verwachting dat dit jaar het uitgifte tempo van 2,5 hectare wordt gehaald. Bijzonderheden over "niet in exploitatie genomen gronden" In het MPG worden de verschillende NIEGG-locaties afzonderlijk behandeld. In het hiernavolgende worden de meest in het oog springende kort aangestipt. Voor onderstaande NIEGG's is een voorziening gebiedsontwikkeling getroffen voor mogelijke verliezen. J.P. Sweelinckstraat Aangezien bij nader inzien wordt afgezien van het herontwikkelen van deze locatie, zal er een verlies moeten worden genomen ter grootte van € 408.000, zijnde de boekwaarde die nog op deze gronden rust. De NIEGG status voor deze locatie zal komen te vervallen. Brantjesoever Op deze locatie rust op het deel in eigendom bij de gemeente, een boekwaarde van ruim € 0,6 miljoen. Aangezien de mede-eigenaar van deze locatie niet verder wenst mee te gaan in de ontwikkeling, wordt nu onderzocht wat de mogelijkheden zijn om alleen het deel in eigendom van de gemeente te herontwikkelen. Verwacht wordt dat bij een herontwikkeling het resultaat groter zal zijn dan de boekwaarde die op deze gronden rust. Bij geen ontwikkeling blijft het parkeerterrein in stand en zal de verhuur van de bestaande panden exploitatief kostendekkend zijn. De boekwaarde kan dan blijven rusten op deze gronden, maar de NIEGG status voor deze locatie zal dan komen te vervallen. Kleine Where Samen met de twee andere grondeigenaren in dit gebied, probeert de gemeente tot herontwikkeling van dit voormalige bedrijventerrein te komen. De plannen voorzien in een aantrekkelijk woongebied op deze locatie. Onder de huidige marktomstandigheden laat de 65 Programmarekening 2013 | De programma's exploitatiebegroting (opbrengsten minus kosten) een negatief saldo zien. Met de risico's dat de boekwaarde niet kan worden terugverdiend is rekening gehouden. 7.1.2 Prestatieveld Centrum met kwaliteit Werkdoel Realiseren en behouden van een hoogwaardig, duurzaam ingerichte en veilige binnenstad met sterke (regionale) centrumfuncties. Ter bescherming van het stadsgezicht worden daarbij - waar mogelijk - het behoud, herstel en gebruik van monumenten en cultuurhistorische waarden, gewaarborgd. Centrale aspecten van de uitvoering • handhaven en bevorderen (historische) beeldkwaliteit; • blijvende aandacht voor monumenten en cultuurhistorische waarden; • afstemmen en waarborgen ruimtelijke samenhang binnenstad en (stedelijke) omgeving; • stimuleren centrumfunctie binnenstad (zie ook programma Economie); • ontwikkelen van verkenningen, visies en inrichtingsplannen voor centrumgebied; • uitvoering concrete projecten binnenstad. Toelichting De binnenstad is in de structuurvisie aangewezen als cluster 1. Het gebied van dit cluster is nu beperkt tot de binnenstad ten oosten van het Noordhollands Kanaal. Het detailhandelsbeleid is herzien en voor dit beperkte gebied is de 'detailhandelvisie binnenstad Purmerend' vastgesteld. Daarnaast zijn voor het gebied ten westen van het Noordhollands Kanaal in mei 2013 de kaders vastgesteld voor 'Organische gebiedsontwikkeling Kop van West'. De binnenstad kan een invulling krijgen onder de noemer 'Bruisend Centrum' en daarmee worden uitgebouwd tot 'de huiskamer van Purmerend'. Hoe deze huiskamer er - qua inrichting en gebruik - uit moet zien, is een voortdurende zoektocht. De bedoeling is om door consumeren en beleven, in diverse vormen, mensen zoveel mogelijk aan de binnenstad te binden. De principediscussie over de verkeerscirculatie rond de binnenstad is afgerond. De (gefaseerde) herinrichting is in 2013 in voorbereiding genomen. Besluitvorming daarover is echter uitgesteld tot 2014. De herbezinning op de ambities voor parkeren in de binnenstad en de geplande parkeergarages is nog gaande, mede aan de hand van de Parkeervisie Binnenstad Purmerend 2012-2015. In aansluiting op de Melkwegbrug is in 2013 gestart met de herinrichting van Tramplein/Gouw en het busstation. Met betrekking tot diverse binnenstadslocaties (waaronder de Vijfhoek, TNT, de Doeletuin, Schapenmarkt/ Nukahal en de Zijpgarage) is - overigens verschillend in intensiteit - overlegd over ontwikkelingsmogelijkheden. In het kader van visievorming is voor de groenblauwe 'krans' rondom de binnenstad de 'Recreatie ideeënkaart Purmerend' opgesteld. Op het bolwerk nabij de (voormalige) begraafplaats is een camperstandplaats ingericht. Een discussienota over welstandsbeleid in Purmerend is in 2013 voorbereid. Wat betreft de binnenstad is daarbij sprake van de keuze voor een optimaal welstandsniveau, dat wil zeggen, een strikt(er) beleid voor behoud en bevordering van de bestaande kwaliteit. Het project 'wonen boven winkels' is verlengd en de subsidieregeling is omgebouwd. De in 2012 aangepaste subsidieverordening voor gemeentelijke monumenten is in 2013 bestuurlijk bediscussieerd. De vaststelling daarvan vindt plaats in 2014. Met de voorbereiding van (integraal) erfgoedbeleid is in 2013 gestart. 66 Programmarekening 2013 | De programma's 7.1.3 Prestatieveld Rechtszekerheid inwoners Werkdoel Garanderen van de rechtsbescherming voor inwoners en bedrijven op basis van actuele bestemmingsplannen. Centrale aspecten van de uitvoering: • actualiseringslag bestemmingsplannen. Alles is erop gericht om deze operatie vóór 1 juli 2013 af te ronden met de vaststelling van actuele en kwalitatief hoogwaardige bestemmingsplannen. Voor drie ontwikkelgebieden (Kop van West, kom A7 en de driehoek Wheermolen West) geldt dan nog een niet-actueel bestemmingsplan. Voor ontwikkelingen in die gebieden zullen de legesinkomsten op andere wijze gewaarborgd en gerealiseerd (moeten) worden; • digitaliseringslag bestemmingsplannen. Sinds 1 januari 2010 moeten bestemmingsplannen verplicht digitaal worden opgesteld, vastgesteld en op internet beschikbaar zijn via de landelijke voorziening (www.ruimtelijkeplannen.nl); • het voeren van planologische procedures, met name voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Prestatie-indicatoren Bestemmingsplannen 2012 2013 % actuele bestemmingsplannen (Wro: 1-7-'08) 75% 95% verplicht digitale bestemmingsplannen (Wro: 1-1-'10) 5 8 Toelichting In 2013 is voor alle daarvoor in aanmerking komende gebieden een geactualiseerd bestemmingsplan vastgesteld. De actualiseringslag bestemmingsplannen is daarmee afgerond. De gronden, waarvoor nog geen actuele bestemming geldt, zijn opgenomen in een inventarisatie. Deze inventarisatie is te downloaden op de gemeentelijke website. Het betreft 9 locaties, waarvoor in meer of mindere mate een (her)ontwikkeling aan de orde is. Deze 9 locaties zijn ook nog niet raadpleegbaar op de landelijke voorziening (digitaliseringslag bestemmingsplannen). Dat laatste geldt ook voor de bestemmingsregelingen voor de Purmer, bedrijvenpark Baanstee-Noord en de locatie Beets/Weidevenne. Die regelingen zijn wél actueel (< 10 jaar), maar nog niet digitaal beschikbaar op de landelijke voorziening. De volgende, planologische maatregelen zijn in voorbereiding genomen, in de inspraak-/ ontwerpfase, dan wel door de raad (of B&W) vastgesteld: 67 Programmarekening 2013 | De programma's Soort maatregel In voorbereiding Fase bestemmingsplan (project) organische gebiedsontwikkeling Kop van West 2014 voorbereiding bestemmingsplan (project) Purmerdijk 13 - 2013 ontwerp bestemmingsplan (project) Reclamemast Rijksweg A7 - 2013 ontwerp uitwerkingsplan (project / vaststelling bevoegdheid B&W) Weidevenne, kwadrant Europa, Kanaalzone 5e fase 2013 ontwerp wijzigingsplan (project / vaststelling bevoegdheid B&W) Sportaccommodatie Van IJsendijkstraat 2013 ontwerp wijzigingsplan (project / vaststelling bevoegdheid B&W) Hoornse Buurt 2012 in werking provinciaal inpassingsplan (project / vaststelling bevoegheid P.S.) Verdubbeling N244 ontwerp Soort maatregel In 2013 door de raad vastgesteld bestemmingsplan (actualisatie) Weidevenne 2012 bestemmingsplan (actualisatie) Wheermolen 2012 bestemmingsplan (actualisatie) Vijfhoek en Hazepolder 2013 bestemmingsplan (actualisatie) Bedrijventerreinen 2013 bestemmingsplan (actualisatie) Overwhere Zuid 2012 bestemmingsplan (actualisatie) Reparatie bestemmingsplan Binnenstad 2010 - Hoogstraat 1 / Zuidersteeg 6 2012 beheersverordening Purmerweg 35/35a 2013 bestemmingsplan (project) HWC Verbindingsweg 2013 bestemmingsplan (project) Herinrichting Tramplein 2013 Prestatieveld Verkopen niet-strategisch vastgoed Werkdoel Centraal organiseren van beheer van al het gemeentelijke vastgoed, zodat beter kan worden gestuurd op financiën, beheer en bezetting ervan. Niet-strategisch vastgoed wordt (ten bate van de algemene reserve) verkocht om het weerstandsvermogen te versterken. Centrale aspecten van de uitvoering • verkopen niet-strategisch vastgoed; • voorbereiden keuze (al dan niet) uitbesteden gemeentelijk vastgoedbeheer; • (centrale) regievoering over gronden, vastgoed en accommodaties (zie ook programma’s Zorg en Welzijn, Educatie, Actief in de stad en Bestuur en Concern); • opstellen uitvoeringsregels illegaal gebruik gemeentegrond. Toelichting In 2013 stonden met name de aspecten "verkoop van niet-strategisch vastgoed" en "(centrale) regievoering over gronden, vastgoed en accommodaties" centraal. Sinds eind 2013 is de Vastgoedwinkel Purmerend online. Dit is het digitale loket voor de verkoop en de verhuur van gemeentelijk vastgoed. De Vastgoedwinkel betreft het aanbod van panden te huur en te koop, bouw- en zelfbouwkavels en informatie over voor herontwikkeling geoormerkte gemeentelijke eigendommen. Verder is het mogelijk interesse kenbaar te maken voor de aankoop van restgroen. Uitbreiding van de Vastgoedwinkel met maatschappelijk vastgoed (ten behoeve van 68 Programmarekening 2013 | De programma's een betere bezetting daarvan) is nog in voorbereiding. Met het opstellen van 'uitvoeringsregels illegaal gebruik gemeentegrond' is in 2013 een start gemaakt . De keuze voor een eventuele uitbesteding van het gemeentelijk vastgoed is door het gecentraliseerd vastgoedbeheer en de daarmee bereikte resultaten op dit moment niet meer aan de orde. Op dit moment bestaat inzicht en wordt de portefeuille verantwoord verkleind (welzijnsaccommodaties/voormalige strategisch vastgoed). Daarnaast wordt een overkoepelend integraal huisvestingsplan voorbereid (sport/welzijn/onderwijs) om de raad inzicht te verschaffen over verdere inkrimping van de vastgoedportefeuille. Ook ontstaat voor een aantal vrijkomende maatschappelijke locaties een herontwikkelingsopgave, waarvoor een integrale en omgevingsbewuste afweging moet worden gemaakt. Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Lasten Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking -11.228 -20.518 -31.904 -21.300 10.604 Baten 8.859 21.282 31.721 17.872 -13.849 Saldo -2.369 763 -183 -3.428 -3.245 Het programma Ruimtelijke Ontwikkeling heeft per saldo een nadeel van € 3.245.000. Dit is € 3,2 miljoen meer dan begroot en wordt veroorzaakt door € 10.604.000 lagere lasten en € 13.849.000 lagere baten. (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking BV071 Ruimtelijke ordening Lasten Baten -11.228 -20.518 -31.904 -21.300 10.604 8.859 21.282 31.721 17.872 -13.849 -2.369 763 -183 -3.428 -3.245 EXPLOITATIE De afwijking ten opzichte van de begroting concentreert zich in het prestatieveld Optimale Ruimtelijke Hoofdstructuur. In dit prestatieveld zijn de lasten € 11,9 miljoen lager en de baten € 13,9 miljoen lager. In het prestatieveld Rechtszekerheid inwoners zijn de lasten € 0,1 miljoen lager. Hieronder worden de afwijkingen in het prestatieveld Optimale Ruimtelijke Hoofdstructuur en het prestatieveld Rechtszekerheid inwoners verder toegelicht. Prestatieveld Optimale ruimtelijke Hoofdstructuur In dit prestatieveld zijn de lasten € 11,9 miljoen en de baten € 13,9 miljoen lager. Per saldo is er sprake van een nadeel van € 2,0 miljoen ten opzichte van de prognose in de derde bestuursrapportage. De belangrijkste oorzaken worden toelicht: Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV) Hogere baten en lasten (€ 172.000 incidenteel) in verband met bestedingen van de doeluitkering Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). In overleg met de Provincie is in 2013 een bijdrage geleverd aan Stichting Algemeen Opvangcentrum, project Nieuwstraat, 69 Programmarekening 2013 | De programma's Padjedijk en aan de Waterlandschool. De resterende doeluitkering is ten behoeve van de toekomstige bestedingen toegevoegd aan de voorziening ISV. Vastgoed, af te stoten gronden en erfpachtsgronden Voor het geheel van eigendommen niet voor de algemene dienst, welzijnspanden, erfpachtsgronden en af te stoten gronden is er sprake van € 1,2 miljoen hogere lasten en € 1,05 miljoen hogere baten. Per saldo een verschil van € 0,15 miljoen. Dit wordt in hoofdzaak veroorzaakt doordat een aantal verkopen niet in 2013 kon worden afgerond maar doorschuift naar 2014. In de begroting 2013 was een raming opgenomen voor voorgenomen verkopen vastgoed van netto € 1,9 miljoen. Onder aftrek van de boekwaarden van de betreffende panden is er voor een bedrag van bijna € 1,7 miljoen verkopen gerealiseerd. Er hebben in 2013 15 verkopen plaatsgevonden. We kunnen hierbij noemen: perceel Overwheerse Polderdijk, Driegang 1, villa Clementine, Houttuinen 11-13 en andere. Restgroen Hogere baten € 0,1 miljoen. In 2013 is er een actief beleid gevoerd inzake de verkoop van stukjes restgroen. RO – Structuren Op het product RO-structuren zijn de lasten € 377.000 hoger en baten € 257.000 lager. Per saldo is er een nadeel van € 634.000. Op dit product worden de ambtelijke uren verantwoord die direct zijn toegerekend aan de specifieke projecten maar geen betrekking hebben op active grondexploitaties en NIEGG's. Daarnaast was in de begroting rekening gehouden met onderzoekskosten voor de locatie Schapenmarkt (€ 142.000), met hiertegenover een onttrekking aan de reserve gronden. De uitgaven voor de Schapenmarkt hebben in in 2013 niet plaatsgevonden. In totaal is daardoor sprake van een overschrijding als gevolg van een lagere dekking vanuit projecten voor € 776.000. Een van de oorzaken van de overschrijding is een te lage bepaling van het uurtarief, een kleine 10%, dat is gehanteerd voor de doorbelasting van de inzet op projecten. Voor 2014 is het uurtarief opnieuw bepaald. De hoofdmoot van de onderschrijding ligt in een onvoldoende duidelijke projectenportefeuille waarvoor specifieke dekkingsmiddelen beschikbaar zijn gesteld (grondexploitaties, NIEGG's en anterieure overeenkomsten met marktpartijen). Voor de begroting 2015 wordt nader beoordeeld in welke mate het effect van projecten zonder specifieke dekking in de toekomst beter beheersbaar kan worden. NIEGG's In 2013 zijn twee zijn de NIEGG's Baanstee-Oost en Kop van West afgesloten. Voor BaansteeOost geldt dat de locatie is verkocht. De Kop van West is in 2013 omgezet in een actieve grondexploitatie. Voor het geheel van de NIEGG's is sprake van een voordelige afwijking (hogere baten € 76.000), dit betreft activering van uitgaven naar balans. De uitgaven hebben betrekking op rente over de boekwaarde en toegerekende ambtelijke capaciteit voor de ontwikkeling van de betreffende locaties. Ter toelichting is nog relevant dat voor € 88.000 van de totale lasten in het hoofdstuk resultaat een onttrekking aan de reserve gronden heeft plaatsgevonden. De onttrekking vindt plaats voor de lasten van planvoorbereidingen die niet worden bijgeschreven op de betreffende locaties. 70 Programmarekening 2013 | De programma's Deze inzet is € 125.000 lager begroot. Deze lagere inzet weerspiegelt de hogere uitgaven in het onderdeel RO-structuren voor de ambtelijke capaciteit. Voor de locatie Sweelinckstraat geldt dat in de resultaatsbestemming van de rekening wordt voorgesteld om de boekwaarde (€ 408.020) af te schrijven. Dit in verband met de bestuurlijke wens (college en raad) om de locatie niet langer te ontwikkelen. Deze wens is uitgesproken in de raadsvergadering van 6 maart 2014. Dit werkt door in de omvang van de algemene reserve. Daarnaast is de raad in vertrouwelijkheid geinformeerd over de vorming van een voorziening Gebiedsontwikkeling. Deze voorziening is gevormd op basis van de berekende financiele risico's die gepaard gaan met gebiedsontwikkelingprojecten. Grondexploitaties Weidevenne Lagere lasten (€ 3,9 miljoen) en lagere baten (€ 5,1 miljoen), per saldo een nadeel van € 1,2 miljoen. De begrote winstneming uit de grondexploitatie Weidevenne kon in 2013 niet plaatsvinden. De reden hiervan is dat de vertraging in uitvoering door minder verkoop in 2013 en het uitstel van bestedingen naar 2014 en volgende jaren, de winstneming onmogelijk maakt. Bij de winstneming wordt een vaste berekeningswijze toegepast die uitgaat van mogelijk 10% hogere kosten en 25% lagere baten als de realisatie nog niet heeft plaatsgevonden. Voor de grondexploitatie als geheel wordt geen verslechtering verwacht, er is hier sprake van een vertragingseffect. Baanstee-Noord Lagere lasten en baten € 9,1 miljoen, per saldo neutraal. In lijn met de derde bestuursrapportage zijn de uitgaven voor de grondexploitatie Baanstee-Noord € 9,1 miljoen lager dan begroot in de jaarschijf van de grondexploitatie. Voor de rekening is dit neutraal omdat het saldo van de grondexploitatie, na aftrek van de werkelijke verkopen, wordt geactiveerd als onderhanden werk. Het voor 2013 begrote bedrag aan verkopen van ruim € 1,7 miljoen is niet gerealiseerd. De werkelijke verkoop heeft plaatsgevonden voor € 60.000. Dit is in de bovenstaande toelichting verwerkt. De toename van de balanspositie in 2013 is evenwel veel minder dan begroot ( € 7,9 miljoen in plaats van € 15,7 miljoen). Wheermolen West Lagere lasten en baten € 0,4 miljoen, per saldo neutraal. Door stagnatie in het project blijven de lasten en baten voor Wheermolen West achter. Kop van West Lagere lasten en baten € 0,2 miljoen, per saldo neutraal. Voor het de Kop van West geldt dat in 2013 is besloten hier een grondexploitatie te starten. De lasten en baten beperken zich tot uitgaven voor de voorbereiding die op de balans worden geactiveerd. Prestatieveld rechtszekerheid inwoners In het prestatieveld rechtszekerheid inwoners zijn de lasten onderschreden met € 0,1 miljoen. Dit is het gevolg van de afronding van de inhaalslag om per 1 juli 2013 alle bestemmingsplannen gereed te hebben. De onderschrijding heeft deels een structureel karakter, maar dat is al verwerkt in de taakstelling op de ambtelijke organisatie. 71 Programmarekening 2013 | De programma's RESERVES (Bedragen x € 1.000) Bestemmingsreserve Gronden Ultimo 2012 Dotatie 2013 1.009 Onttrekking 2013 - Ultimo 2013 313 695 Bestemmingsreserve gronden Deze reserve wordt nog gebruikt voor mogelijke plankosten tot en met 2015. In 2013 is, conform de besluitvorming bij het jaarverslag 2012, het verlies van € 532.000 op niet in exploitatie genomen gronden ten laste van deze reserve gebracht. Tevens werd er een bedrag van € 223.000 onttrokken inzake een nadelig resultaat op de Kop van West en een bedrag van € 14.000 wegens plankosten Brandjesterrein. De stand van deze reserve bedraagt € 771.500 per 31 december 2013. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 253 132 34 351 64 20 5 80 Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen 421 431 209 643 Voorziening civiele procedure Van IJsendijkstraat 373 185 140 419 - 1.400 - 1.400 Groot onderhoud verhuurde percelen Voorziening streekarchief Waterland Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Voorziening gebiedsontwikkeling Voorziening civiele procedure Van ijsendijkstraat Saldo 50 - - 50 1.162 2.167 388 2.942 Voorziening verhuurde percelen Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud te egaliseren voor panden die de gemeente bezit en verhuurt vanuit een strategisch oogmerk. Het gemiddeld onderhoudsniveau van deze eigendommen (en daarmee de gemiddelde dotatie aan de voorziening), wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarig onderhoudsrapport. In 2013 is er voor totaal € 34.000 aan planmatig onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening. Bij een jaarlijkse dotatie van € 132.000 heeft de voorziening ook in navolgende jaren voldoende omvang. De voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 351.000. Voorziening streekarchief Waterland Deze voorziening is ingesteld voor groot onderhoud aan het streekarchief. Na een dotatie van € 20.000 en een onttrekking van € 5.000 bedraagt de stand van de voorziening € 80.000 per 31 december 2013. Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan gemeentelijke panden te egaliseren. In 2013 is voor € 209.000 groot onderhoud uitgevoerd ten laste van de voorziening. De voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 643.000. Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan welzijnspanden te egaliseren. Het gemiddeld onderhoudsniveau van deze eigendommen (en daarmee de gemiddelde dotatie aan de voorziening) , wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarig 72 Programmarekening 2013 | De programma's onderhoudsrapport en het accommodatiebeleid zoals opgesteld door vastgoedbeheer en MO-planontwikkeling. In 2013 is er voor totaal € 140.000 aan groot onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening. Bij een jaarlijkse dotatie van € 185.000 heeft de voorziening ook in navolgende jaren voldoende omvang. De voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 419.000. Voorziening civiele procedure Van IJsendijkstraat Deze voorziening is ingesteld om het eigen risico af te dekken in geval van een civiele procedure, wegens vermeend onterecht weigeren van een binnenplanse vrijstelling van een bestemmingsplan voor de locatie Van IJsendijkstraat 403-409. Het eigen risico betreft een bedrag van € 50.000. Eventuele verdere vermogensschade is afgedekt door een verzekering. De voorziening dient, in afwachting van de uitspraak, in stand worden gehouden. Voorziening Gebiedsontwikkeling Deze voorziening is in 2013 gevormd op basis van de berekende financiele risico's die gepaard gaan met gebiedsontwikkelingprojecten. SUBSIDIES (Bedragen x € 1.000) Subsidie duurzaamheidsleningen Saldo INVESTERINGEN Er zijn geen afwijkingen te melden. 73 Programmarekening 2013 | De programma's Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 - 20 - 20 P�r�o�g�r�a�m�m�a 8 V E I L I G H E I Portefeuillehouder: D. Bijl Wat willen we bereiken met het programma Veiligheid Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 8.1 Veiligheid Purmerend wil haar inwoners een veilige omgeving bieden om te wonen, werken en recreëren. Speciale aandachtsgebieden daarbij zijn brandweerzorg, verkeersveiligheid, openbare orde en sociale veiligheid en rampenbestrijding. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 8.1 Beleidsveld Veiligheid 8.1.1 Prestatieveld Brandweerzorg 2013 was het laatste jaar dat de brandweer onderdeel was van de gemeentelijke organisatie. Het jaar heeft voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de ontvlechting en overdracht naar de regio. Dit is eind van het jaar gebeurd, alleen de huisvesting is nog in gemeentelijk eigendom en beheer. Hierover wordt met de veiligheidsregio een gebruikersovereenkomst gesloten. In het jaarplan 2013 was voorgenomen om naast de activiteiten voor de nieuwe organisatie te zorgen dat de continuïteit van de brandweerzorg is geborgd. Brandweer Purmerend is immers een professionele organisatie op het gebied van fysieke veiligheid, waar de burgers op moeten kunnen rekenen. De belangrijkste doelen 1. uitvoering te geven aan het landelijk programma brandveilig leven; 2. zorgen voor opgeleid en voldoende geoefend personeel; 3. veilig en verantwoord werken; 4. gegarandeerde brandweerzorg binnen de afgesproken opkomsttijden. Wat is er van deze doelstellingen terecht gekomen? Pro-actie, preventie 74 Programmarekening 2013 | De programma's D In 2013 zijn de nodige inspanningen geleverd op het terrein van pro-actie en preventie. Naast de advisering op het gebied van ruimtelijke ordening (externe veiligheid) heeft het team preventie het volgende gedaan: • 84 adviezen uitgebracht voor bestaande en nieuwbouw; • 607 controles uitgevoerd bij inrichtingen; • 38 keer advisering, toezicht en handhaving bij evenementen zoals Reuring, Electronic picknick en de Sinterklaas intocht. Er is uitvoering gegeven aan het HUP (handhaving uitvoering programma), 98% van de winkels in de binnenstad zijn gecontroleerd als uitvloeisel van de afspraken die gemaakt zijn binnen het "Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad". Net als voorgaande jaren is bij de eerste controle gebleken dat de voorschriften niet overal worden nageleefd, terwijl bij de tweede controle 93% van de inrichtingen in orde is. Er blijft dus een prikkel nodig om de voorschriften na te leven. De preventiemedewerkers trokken nauw op met de inspecteurs van VTH. Gezamenlijk is programma Squit XO in gebruik genomen. Veel tijd is besteed aan de voorlichting aan Verenigingen van Eigenaren van woongebouwen, woningcorporaties, scholen en maatschappelijke organisaties als het Rode Kruis. Het doel was de burgers meer bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid met als effect minder uitrukken. Op het gebied van de social media is er dit jaar een flinke stap in de goede richting gezet. De facebook pagina en het twitter-account van de brandweer worden structureel gevoed met informatie over brandveilig leven. Maar ook waren preventiemedewerkers aanwezig op weekmarkten en in de winkelcentra en hebben ze rookmelders uitgedeeld aan de burgers. Bij verschillende incidenten is gebleken dat voorlichting wel degelijk helpt, de goede maatregelen waren bij aankomst van de brandweer ingezet. Preparatie Met de voorbereiding op het operationeel optreden is het goed gesteld. Alle 91 aanvalsplannen en 516 bereikbaarheidskaarten zijn up to date en de 1959 brandkranen zijn gecontroleerd. Er zijn geen onbruikbare brandkranen. Nieuw zijn de tablets op de voertuigen waardoor de objectinformatie gemakkelijker kan worden bijgehouden. Daarmee is afscheid genomen van de papieren info. De bereikbaarheid tijdens wegwerkzaamheden in en om Purmerend kreeg de nodige aandacht. Er is deelgenomen projectgroepen van RWS (A7), de provincie (N244), Stadverwarming Purmerend, het gemeentelijk bereikbaarheidsteam en het verkeersteam. In deze groepen wordt samengewerkt om de bereikbaarheid voor hulpdiensten zo goed mogelijk te borgen tijdens de evenementen en wegwerkzaamheden die plaats vinden in en rondom Purmerend. Dit is gelukt, bijvoorbeeld tijdens de kermis bleef de binnenstad goed bereikbaar voor calamiteiten. Opleiden en oefenen Begin 2013 is gestart met de implementatie van het beleidsplan 'opleiden en oefenen' uit 2012. In verband met de implementatie zijn de rollen en taken binnen O&O op onderdelen gewijzigd. Het heeft even geduurd voordat iedereen zijn draai had gevonden. In 2013 zijn 33 manschappen opgeleid voor verschillende functies. 75 Programmarekening 2013 | De programma's Naast de wekelijks oefeningen zijn dit jaar 11 grote of speciale oefeningen gehouden, waaronder: • Oefening Waterland Ziekenhuis in een operatie kamer; de beoogde leerdoelen waren objectkennis opdoen, de bijkomende gevaren van zo'n ruimte leren kennen en de samenwerking met het personeel van het ziekenhuis in de praktijk brengen. Het ziekenhuispersoneel heeft zelf een belangrijke rol in geval van een calamiteit. • Oefening Stichting Odion aan de Ismailiastraat: Hier wonen visueel gehandicapte en dove personen. Ook hier was de samenwerking met de BHV-organisatie een speerpunt. Enkele BHV-ers in deze organisatie zijn zelf ook slechtziend. • Samenwerking met de ambulance dienst, stages over en weer , en instructies voor nieuw ambulance personeel. • Waterongeval op Markermeer met collega's van brandweer Waterland en de KNRM. Technische dienst/facilitair Divers materieel en uitrusting is vervangen en het wagenpark is in eigen beheer onderhouden. De Technische Dienst voerde het dagelijks onderhoud voor de kazerne uit. Vermeldenswaardig zijn de nieuwe balie op de begane grond en het definitief oplossen van het legionellaprobleem. Het aanbestedingstraject van de uitrukkleding is gestart waarmee verwacht wordt dat er begin 2014 zal worden overgegaan naar een nieuwe generatie uitrukkleding. Er is onderzoek gedaan naar een nieuw pager systeem. Met deze alarmontvangers kunnen de gebruikers aangeven wanneer zij voor de brandweer beschikbaar zijn. Repressie Repressie heeft de blijvende opdracht de kosten van uitrukken zo laag mogelijk te houden. Door het niet meer automatisch herbezetten van de kazerne is het aantal oproepen gedaald en is de financiële doelstelling gehaald. In 2013 was het verloop onder het personeel zoals gemiddeld: 7 medewerkers. Alle functies konden weer ingevuld worden, het korps is op sterkte. In 2013 is de brandweer 719 keer uitgerukt, waarvan 362 voor brand en 357 voor hulpverlening. Onder de 362 uitrukken voor brand zijn 197 voor automatische meldingen. Dit is ongeveer 38 minder dan het jaar daarvoor, maar nog teveel. In totaal waren er 23 slachtoffers (gewonden of inhalatietrauma) bij brand en 53 bij hulpverlening waaronder 1 dode. Overzicht van de vermeldenswaardige incidenten Brand 9 januari Brand in de nok door bouwlamp, 4 bewoners uit de woning gehaald. 15 februari Woningbrand 6 Oostervenne, 3 slachtoffers: inhalatie rook. 2 mei Explosie campinggastoestel Flevostraat. 9 juli Middelbrand flat Boeierstraat door onachtzaamheid (kaars). 18 oktober Explosie flat Mercuriusweg, woningen ontruimd, bewoners opgevangen. e Hulpverlening 76 Programmarekening 2013 | De programma's 17 januari 2-zijdige aanrijding Rozenstraat, slachtoffer bekneld. 24 april Ongeval met beknelling Persijnlaan, 3 slachtoffers. 21 juli Rolstoeler te water Lotusstraat. 29 september A7, 4 personenauto's 6 slachtoffers waarvan 1 kind met hersenletsel. 19 oktober Ongeval afrit A7, spookrijder. 28 oktober Storm met orkaankracht, goede samenwerking met afdeling Uitvoering en politie: 60 inzetten. Jeugdbrandweer De brandweer kan zichzelf gelukkig prijzen met 18 enthousiaste jeugdbrandweerlieden. Verschillende jeugdleden zijn doorgestroomd naar het “grote” korps. 8.1.2 Prestatieveld Fysieke veiligheid Het jaar 2013 stond in het teken van de verdere professionalisering van de (regionale) gemeentelijke kolom binnen de crisisbeheersing. De bedoeling is dat meer werk wordt verzet met minder mensen maar dat deze nog beter geëquipeerd zijn om hun rol te vervullen. Purmerend levert een aandeel van 25%. De invoering van een regionaal crisisplan en daarmee tegelijkertijd de afschaffing van gemeentelijke rampenplannen en draaiboeken is vertraagd. Naar verwachting zal dit in 2014 zijn beslag vinden. In dit jaar wordt een landelijk Slachtoffer Informatie Systeem ingevoerd. Het aantal piketten is dus nog niet verminderd terwijl het budget wel is verlaagd, dit leidt tot overschrijding op dit onderdeel. Zowel winkelcentrum Weidevenne als winkelcentrum Meerland hebben in 2013 hun eerste KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) ster behaald. Het Centrum heeft in 2013 de derde ster bemachtigd en er worden inmiddels gesprekken gevoerd met winkelcentrum Wormerplein over het opstarten van een KVO-traject. Ook in 2013 zijn in veiligheidsoverleg 140 aanvragen voor evenementen besproken en beoordeeld. Alle aanvragen zijn vergund onder voorwaarden en goed verlopen. De grotere evenementen zijn geëvalueerd en de opmerkingen worden meegenomen bij de intakes voor 2014. Prestatieveld Sociale veiligheid Centrale aspecten van de uitvoering • In 2013 heeft Purmerend 6 maal deelgenomen aan rooidagen zoals in het Convenant Integrale Aanpak Hennepkwekerijen Zaanstreek-Waterland 2010 is afgesproken. Waar nodig nam de gemeente de regie bij de ontmanteling van hennepplantages (gevaarzetting) en werden de kosten verhaald. In 2013 was dat 4 keer het geval. • Ten aanzien van de aanpak van sociale overlast is gebleken dat diverse partijen elkaar steeds beter weten te vinden. Mede daardoor is het inzicht ontstaan dat de invoering van één centraal meldpunt niet de enige of beste oplossing is. Een kernteam Sociale Overlast stuurt actief op het verder ontwikkelen van een integrale aanpak om overlastzaken tijdig op te pakken en te voorkomen. Hiervoor zal Mens Centraal, een database waarin informatie over jongerengroepen en locaties wordt vastgelegd, worden ingezet (circa 90 overlastadressen). Met team Beleid van MO wordt nog verder uitgedacht in hoeverre er aangesloten kan worden op bestaande initiatieven zoals de sociale wijkteams. • Het nieuwe horecaconvenant, dat qua strekking nagenoeg gelijk is aan het vorige convenant, blijkt in de praktijk goed hanteerbaar. Zij vormt hiermee een spil in het totale pakket aan maatregelen die veilig uitgaan in Purmerend mogelijk moet maken. De andere 77 Programmarekening 2013 | De programma's maatregelen zijn: live cameratoezicht, de in mei ingevoerde Collectieve Horeca Ontzegging, de mogelijkheid van een verblijfsontzegging op de Koemarkt en het APV-artikel op het gebied van overlast in de horeca. • De inzet van de Jeugdnetwerkoverleggen (JNO’s) is verder geprofessionaliseerd. Met het operationeel worden van Mens Centraal, is het mogelijk geworden dat elk JNO een meer uniforme werkwijze hanteert. De samenwerking met en tussen de straathoek- en welzijnswerkers, politie en het Team Buurttoezicht zorgt voor een (pro)actieve en integrale aanpak. De introductie van het locatie/aanwezigheidsverbod maakt het mogelijk om krachtig tegen hardnekkige overlastsituaties op te treden. Daarbij is de overlast van groepen jeugd in de wijken in 2013 aanzienlijk afgenomen. Uit de tussentijdse evaluatie is de meerwaarde al gebleken. • Jjongerengroepen zijn goed in beeld gebracht, we weten steeds beter wie zich waar ophoud.; • Team Buurttoezicht heeft hierin een belangrijke rol, samenwerking onderling is steeds beter en lijnen korter (gemeente/TBT – straathoekwerk – politie – welzijn). Binnen de aanpak van (het voorkomen van) jeugdcriminaliteit speelt de TopX Jeugd een centrale rol. De bestuurders van de betrokken instanties hebben uitgesproken dat zij meerwaarde zien in de TopX Jeugd aanpak. Zij steunen de voortgang van de TopX Jeugd als structureel overleg binnen het Veiligheidshuis Zaanstreek-Waterland onder regie van de gemeente Purmerend. Bij de casussen die succesvol zijn afgesloten blijkt dat de integrale aanpak (het net van zorg en strafrecht sluit zich om een jongere) samen met de inspanningen van het thuisfront het verschil maakten. Een knelpunt blijkt het ontbreken van passende stage- en leerwerktrajecten voor deze doelgroep. • Naar aanleiding van een aantal ontwikkelingen (de nieuwe Wet Bibob, de Wet Wabo, vergunningplicht vechtsportevenementen en de nieuwe Drank- en Horecawet) is het Purmerendse Bibobbeleid geactualiseerd, waarbij uitgangspunt is dat Bibobtoetsing zo effectief en efficiënt mogelijk wordt uitgevoerd. Bestuurlijke producten 2013 In 2013 is het lokaal integraal veiligheidsplan 2013 - 2017 vastgesteld. De algemene ambities uit dit plan worden vertaald in Jaarlijke Uitvoerings Programma’s (JUP’s). In het JUP 2013 stonden specifiekere doelen voor 2013 verwoord. Kernprestaties Resultaat 2013 Prestatie-indicatoren Sociale overlast Toezegging 2013 Meldpunt sociale overlast operationeel 4e kwartaal onderzoeksfase afgerond BIBOB beleid aanbestedingen en bouwvergunningen opstellen gereed gereed Horecaconvenant geactualiseerd en operationeel operationeel operationeel Registratiesysteem 'mens centraal' stadsbreed operationeel operationeel operationeel Inzet team Buurttoezicht effectmeting: gerealiseerd effectmeting (tot 1-1-2015) Buurttoezicht Er heeft in 2013 een tussenevaluatie plaatsgevonden bij het Buurttoezicht, waaruit bleek dat de overlast bij de 19 overlastlocaties is afgenomen. Toezicht en handhaving 78 Programmarekening 2013 | De programma's Over de resultaten van Toezicht en handhaving in de openbare ruimte wordt separaat gerapporteerd in het Evaluatieverslag Integrale Handhaving. Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Lasten -8.099 -8.254 -8.274 Realisatie 2013 Afwijking -8.343 -70 Baten 339 215 220 315 95 Saldo -7.760 -8.039 -8.054 -8.029 25 Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking (bedragen x € 1.000) BV081 Veiligheid Lasten -8.099 -8.254 -8.274 -8.343 -70 339 215 220 315 95 -7.760 -8.039 -8.054 -8.029 25 Baten EXPLOITATIE Het saldo van dit programma wijkt € 25.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 70.000 hogere lasten en € 95.000 hogere baten. Er zijn geen afwijkingen groter dan € 100.000 die kunnen worden toegelicht. RESERVES In dit programma zijn er geen reserves. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer Ultimo 2012 Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Dotatie 2013 Ultimo 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne 11 8 - 19 Voorziening overgang personeel Halt 70 42 50 62 Saldo 66 - - 66 Voorziening Halt overgang personeel Na de samenvoeging per 1 januari 2011 met het Haltbureau regio Amsterdam, onderdeel uitmakend van de stichting Spirit, is een voorziening getroffen voor de frictiekosten personeel. Het gaat hierbij om frictiekosten ten behoeve van 5 voormalig medewerkers, waarvan twee uit Zaanstad en drie uit Purmerend. Voor de medewerkers van Zaanstad werd een bedrag aan frictiekosten gereserveerd van € 33.000. Op dit moment is de voorziening € 66.153. Tot op heden hebben Zaanstad, Spirit en de nieuwe Haltorganisatie (per 1 januari 2013 is dat Halt-Nederland) geen beroep gedaan op deze voorziening. Met het verstrijken van de jaren wordt de kans ook steeds kleiner dat er alsnog declaraties worden ingediend. Met het besef dat de Halt-organisatie, zolang het dienstverband van de betreffende medewerkers bij Halt voortduurt, aanspraak kunnen maken op een vergoeding van de garantietoeslagen van de gemeente Purmerend, kan thans overwogen worden om 79 Programmarekening 2013 | De programma's het bedrag van € 33.000 aan Zaanstad uit te betalen en het restant van de voorziening af te wikkelen. DOELUITKERINGEN (Bedragen x € 1.000) Gelden regiopolitie Saldo Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 - 170 - 170 INVESTERINGEN De lopende investeringen zijn afgerond en de bijbehorende kredieten zijn afgesloten. Het materieel (oud en nieuw) is tegen de boekwaarde overgedragen aan de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland. Er waren 3 investeringen nog niet gestart. De hierbij horende kredieten zijn afgesloten. 80 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 9 E C O N O M I Portefeuillehouder: B. Daan Inleiding Economische ontwikkeling van de gemeente Purmerend wordt bepaald door marktpartijen (vraag en aanbod) samen. De rol van de gemeente is het waar mogelijk faciliteren van de 'marktplaats', zodat meer Purmerenders in hun eigen stad kunnen wonen en werken. De gemeente wil dit alles via twee sporen waarmaken. De eerste is het versterken van de basisstructuur: haar rol als overheid zorgvuldig en snel vervullen en daarmee het bestaande bedrijfsleven adequaat ondersteunen. Daarnaast zoekt de gemeente actief naar kansen om de randvoorwaarden in Purmerend te versterken, zodat het voor marktpartijen aantrekkelijker wordt om zich hier te vestigen. Ambities coalitieakkoord • verbetering dienstverlening aan ondernemers door de gemeente; • meer betrokkenheid van lokale ondernemers bij aanbestedingen; • aanpak vermindering regeldruk: eind 2012 resultaten geboekt; 2 • doelstelling uitgifte 3.300 m kantoren per jaar handhaven; • bij evaluatie zondagsopenstelling supermarkten effecten voor het MKB betrekken. Relevante beleidsnota's • Structuurvisie Purmerend 2005-2020; • Detailhandelsvisie binnenstad Purmerend (2012); • Perifere detailhandelsbeleid Purmerend (2013); • Nota accountmanagement bedrijfsleven (2011); • Kantorenvisie (2008); • Uitgiftebeleid Baanstee-Noord (2011); • Nota toerisme (2011); • Kermisbeleidsplan 2009-2011; • Horecavisie (2010); • Evenementenvisie (2013). Wat willen we bereiken met het programma Economie 81 Programmarekening 2013 | De programma's E Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 9.1 Economie Purmerend is een stad met een gezond economisch klimaat. De gemeente richt zich primair op de economische versterking van de regio op basis van een concurrerend vestigingsklimaat voor kantoren, bedrijven en instellingen. De bedrijventerreinen zijn kwalitatief hoogwaardig en goed bereikbaar en de gemeentelijke dienstverlening voor ondernemers is optimaal. Op deze wijze worden de economische potenties van de stad binnen de grotere omliggende regio zo goed mogelijk benut en is er sprake van een stabiele woon-werkbalans. Effectindicatoren Economie 2012 2016 % banen in Purmerend beschikbaar ten bate van de 15- tot 65-jarigen 53% (2010) 55% Rapportcijfer van ondernemers voor dienstverlening van de gemeente 5,9 (2009) ≥7 Mate waarin ondernemers het prettig vinden om in Purmerend gevestigd te zijn 7,0 (2009) ≥7 % Purmerendse kopers dat niet-dagelijkse goederen meestal in Purmerend koopt 67% > 67%* % leegstand winkels 9% 5% % leegstand kantoren 8% 5% % leegstand bedrijfsruimte 4% 5% * Het streefgetal ontbreekt, omdat hiervoor geen gemeentelijk beleid is geformuleerd. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 9.1 Beleidsveld Economie 9.1.1 Prestatieveld Economische basisstructuur Werkdoel Bieden van goede voorwaarden voor een sterke economische basisstructuur en daarmee samenhangende economische groei (inclusief werkgelegenheid) in regionaal verband. Centrale aspecten van de uitvoering • het bevorderen en in stand houden van een positief ondernemers- en vestigingsklimaat; • accountmanagement voor het bedrijfsleven verder professionaliseren; • bevorderen van een arbeidsmarkt die divers en hoogwaardig is en goed aansluit bij de behoefte aan kennis en vaardigheden van het bedrijfsleven; • bruisend centrum: Purmerend meer profileren als centrumgemeente voor horeca, detailhandel en als uitvalsbasis naar de regio (Beemster, Zaanse Schans, IJsselmeerstadjes); • versterken van de evenementen in Purmerend; • bevorderen Fiber to the Home en Fiber to the Business; • bevorderen en in stand houden van een gezond kermis- en marktklimaat. Prestatie-indicatoren Economische basisstructuur ste Resultaten bedrijvenomnibus (1 2013 bedrijvenomnibus is in 2010 uitgevoerd) Aantal bijeenkomsten met het bedrijfsleven (of delen daarvan) per jaar Economische visie 2014-2016 2014 gereed 4 4 ingepland Kernprestaties 1. Bedrijvenomnibus is in 2013 bij ondernemers uitgezet. De resultaten zullen in het eerste kwartaal van 2014 gereed zijn. 2. De gemeente is samen met het bedrijfsleven in 2013 gestart met het ontwikkelen van een visie op de stadspromotie. Deze zal begin 2014 gereed zijn. In verband hiermee is het opstellen van een strategische economische agenda uitgesteld. 82 Programmarekening 2013 | De programma's 3. Met de PCO en KHN zijn gesprekken gestart over het opstarten van een zogenaamd 'binnenstads-fonds' (ondernemersfonds voor de binnenstad). Deze gesprekken moeten in 2014 leiden tot concrete voorstellen. 4. Bedrijvenlunches met specifieke - in Purmerend - aanwezige bedrijfssectoren worden door de betrokkenen zeer gewaardeerd. Dergelijke lunches vinden 4x per jaar plaats en hebben tot doel om het contact tussen gemeente en de ondernemers te verstevigen, en leiden in een aantal gevallen tot concrete acties. Zo wordt met het ICT-bedrijfsleven onderzoek gedaan naar de mogelijkheden tot het realiseren van een sterker netwerk dat specifiek gaat richten op het verbeteren van de kwaliteit van de ICT-opleidingen, het benutten van de nieuwe innovatieve mogelijkheden (onder meer Open Data) en het promoten van Purmerend als ICT-stad. Met de sector 'transport en logistiek' wordt gewerkt aan het project stadsdistributie. 5. Door de Stichting Purmerend 2000 Plus, waarin naast de ondernemersverenigingen ook de gemeente is vertegenwoordigd, is opdracht gegeven tot een inventarisatie en analyse van alle projecten die tot doel hebben om het onderwijs op de arbeidsmarkt te laten aansluiten. Resultaten worden in 2014 verwacht. 9.1.2 Prestatieveld Bedrijven en kantoren Werkdoel Het bevorderen van de aantrekkingskracht van Purmerend voor relatief arbeidsintensieve bedrijven en kantoren. N.B. Het uitgiftetempo van Baanstee-Noord alsmede de invulling van kantoren en winkels is afhankelijk van marktontwikkelingen. Centrale aspecten van de uitvoering • betrekken van bedrijven bij beheer bedrijfsterreinen; • bevorderen van de vestiging van - met name - arbeidsintensieve bedrijven en bedrijven die een aantoonbare meerwaarde hebben ten opzichte van bestaande bedrijven. Prestatie-indicatoren Bedrijven en kantoren 2013 Uitvoering Plabeka afspraken/ gereed afsprakenkader werklocaties voor regio Waterland 2014-2016 Kernprestaties • Het aantal werkelijke bedrijfsvestigingen op Baanstee-Noord blijft achter bij de prognoses. Het is de bedoeling om in 2014 meer te doen aan het acquireren van bedrijven in de directe regio en andere delen van Nederland (zie ook punt 2). Met de ISW-gemeenten zijn afspraken gemaakt over de afstemming van bedrijvenlocaties in de regio Waterland. Uitwerking van deze afspraken is in 2014 voorzien. • In 2013 is een acquisitieplan voor de Baanstee-Noord opgesteld. Op basis van dit plan is een acquisiteur aangetrokken die zich met name gaat richten op het werven van bedrijven in andere delen van Nederland. • Aan bedrijven op bedrijventerreinen Baanstee-West, -Oost en De Koog zijn in 2013 energiescans aangeboden. Dit project loopt in 2014 door. Op basis van energiescans krijgen ondernemers zicht op het energieverbruik van hun bedrijf/bedrijven en de wijze waarop energie kan worden bespaard. Tevens kan worden nagegaan of het mogelijk is collectieve 83 Programmarekening 2013 | De programma's maatregelen te treffen. Dit project is mede mogelijk gemaakt met subsidie in het kader van de provinciale regeling 'Herstructurering en Intensivering Ruimtegebruik Bedrijventerreinen (HIRB)'. • De werkgroepen voor de bestaande bedrijventerreinen, waarin ondernemers participeren, functioneren naar tevredenheid. Deze werkwijze zal in de komende periode worden voortgezet. Voor Baanstee-Noord wordt een parkmanagementorganisatie opgezet. 9.1.3 Prestatieveld Detailhandel en horeca Werkdoel Het bevorderen van de gemeente als aantrekkelijk koop- en uitgaanscentrum voor zowel de eigen bevolking als voor de inwoners in de directe regio. Het realiseren van een adequaat verzorgingsniveau op wijkniveau met voldoende perspectief voor ondernemers. Centrale aspecten van de uitvoering • het bevorderen van de vestiging van detailhandel- en horecabedrijven, onder meer door vooraf duidelijkheid te bieden en ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen, visies en beleid aan te bieden; • het bevorderen van de koopkrachtbinding door het aanbieden van een aantrekkelijke winkel- en horecastructuur; • het bevorderen van een bruisend centrum. Prestatie-indicatoren Detailhandel en horeca 2013 2014-2016 Horecabeleid gereed Het monitoren van de detailhandel en horeca in de binnenstad gerealiseerd Kernprestaties • In 2013 is het beleid ten aanzien van perifere detailhandel vastgesteld. • De gemeente heeft een inventarisatie met betrekking tot de aanbodstructuur voor dagelijkse boodschappen opgesteld. In 2014 wordt bepaald of deze inventarisatie zal uitmonden in een herbevestiging van het bestaande beleid dan wel een nieuwe beleidsvisie. • Uit ervaringen van de gemeente met betrekking tot aanvragen van horecaondernemers is gebleken dat de horecavisie niet meer in alle gevallen aansluit op de huidige ontwikkelingen. In 2014 zal worden nagegaan of aanpassing van deze visie wenselijk is. • De winkeltijden zijn in 2013 aangepast. • De provincie heeft subsidie verleend voor het realiseren van een wifi-netwerk in de binnenstad. Het is de bedoeling om dit netwerk in 2014 te verwezenlijken. 9.1.4 Prestatieveld Recreatie en toerisme (inclusief markten en evenementen) Werkdoel Het versterken van de infrastructuur voor dag- en verblijfsrecreanten in Purmerend en regio. Centrale aspecten van de uitvoering • realiseren en in stand houden van voldoende, goed gespreide, veilige en kwalitatief goede recreatievoorzieningen in en rondom de stad; • regionale marketing en promotie van Laag Holland; • verbetering van de informatievoorziening aan bezoekers over het gehele gebied Laag Holland; • ontwikkeling van routes vanuit Purmerend (wandel-, fiets- en vaarroutes); 84 Programmarekening 2013 | De programma's • stimulering van kwalitatief hoogwaardige evenementen en speciale markten met regionale uitstraling; • bevorderen van overnachtingsmogelijkheden; • bevorderen van waterrecreatie. Prestatie-indicatoren Recreatie en toerisme (inclusief markten en evenementen) 2013 2014-2016 Realisering ligplaatsvoorzieningen Noordhollands Kanaal en botenhelling gereed Kernprestaties • De provincie heeft subsidie verleend voor de realisering van ligplaatsvoorzieningen en van de botenhelling in het Noordhollands Kanaal. De uitvoering van deze voorzieningen gaat in 2014 van start en zal in 2015 gereed zijn. • Evenementenvisie is uitgewerkt in een uitvoeringskader/leidraad dat inzicht geeft in de wijze waarop de gemeente evenementenvergunningen toetst en beoordeelt. Verder is uit onderzoek gebleken dat de evenementenorganisaties positief tot zeer positief zijn over de werkzaamheden van de gemeentelijke evenementencoördinator. Het stimuleringsbudget voor evenementen is vooral besteed aan nieuwe evenementen. • Eind 2013 zijn er nabij het Bolwerk camperplaatsen gerealiseerd. • In 2013 zijn er folders uitgebracht over voorzieningen voor mindervaliden en evenementen in Purmerend. Verder heeft de gemeente geparticipeerd in de havengids voor de provincie Noord-Holland, de Engelstalige folder over Laag Holland (Endless), de Laag Holland krant en de Laag Holland app. • Het VVV i-punt is in 2013 formeel geopend. Het bezoek aan dit VVV i-punt is vooral in de zomermaanden van 2013 toegenomen. Bij deze bezoekers bestaat een grote behoefte aan meer informatie over de OV-verbindingen van/naar Purmerend en over fietsroutes vanuit Purmerend. • Het ISW heeft in 2013 opdracht gegeven voor een onderzoek naar de marktruimte voor verblijfsaccommodaties in de regio. Resultaten worden in 2014 gepresenteerd. • De recreatieschappen zijn in 2013 samengevoegd. Verder is in 2013 de gebiedscommissie Laag Holland opgericht waarin de gemeente Purmerend bestuurlijk en ambtelijk is vertegenwoordigd. • Het nader onderzoek naar andere locaties voor de weekmarkt in de binnenstad is uitgesteld totdat duidelijk is hoe de herinrichting van de Westerstraat en de Nieuwstraat in het kader van de herinrichting van de centrumring zal plaatsvinden. Verder zijn er initiatieven voor het organiseren van een streekproductenmarkt. Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Lasten Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Afwijking -1.048 -95 -1.168 -1.912 Baten 559 1.186 436 440 4 Saldo -609 -726 -518 -609 -91 85 Programmarekening 2013 | De programma's -954 Realisatie 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking BV091 Economie Lasten Baten -1.168 -1.912 -954 -1.048 -95 559 1.186 436 440 4 -609 -726 -518 -609 -91 EXPLOITATIE Het saldo van dit programma wijkt € 91.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 95.000 hogere lasten en € 4.000 hogere baten. De hogere lasten worden voor een bedrag van € 77.000 verklaard door incidentele hogere lasten voor de begeleiding van de aanbesteding van reclamemasten. RESERVES Er zijn geen reserves in dit programma. VOORZIENINGEN Er zijn geen voorzieningen in dit programma. INVESTERINGEN Niet van toepassing. 86 Programmarekening 2013 | De programma's P�r�o�g�r�a�m�m�a 10 B E S T U U R � E N � C O N C E R N Portefeuillehouder: D. Bijl en H. Krieger Wat willen we bereiken met het programma Bestuur en concern Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 10.1 Bestuur en concern De gemeente wil bekend staan als voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om het te voeren beleid en de daarbij behorende prestaties. Bovendien doorstaat de gemeente de toets van verantwoording achteraf door accountant en publiek goed. Hiervoor zetten het bestuur en hun ondersteuning zich in. Programma Bestuur en Concern hangt samen met de paragraaf Bedrijfsvoering, daarin staan welke instrumenten, doelstellingen en verbeterprogramma’s de gemeente gebruikt om de bedrijfsvoering op orde te krijgen en te houden. Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan 10.1 Beleidsveld Bestuur en concern 10.1.1 Prestatieveld Burgers Werkdoel De gemeente is transparant en herkenbaar voor de burgers, als organisatie en als het gaat om wie er wanneer en waarover besluit. Kernprestaties • Purmerend Totaal is acht maal uitgekomen en huis-aan-huis verspreid. 10.1.2 Prestatieveld Raad Werkdoel De raad stelt kaders voor de begrotingen het beleid en kan rekenen op tijdige verantwoording. Kernprestaties • De programmarekening 2012 is met een goedkeurende accountantsverklaring vastgesteld in juni. Dit is een maand later dan beoogd, maar binnen de wettelijke termijn. • De planning en control cyclus functioneert. Er is een kadernota opgesteld om kaderstellend te sturen op de voorbereiding van de begroting. De begroting en rekening zijn tijdig en compleet aangeboden. 87 Programmarekening 2013 | De programma's • De raad heeft driemaal een bestuursrapportage ontvangen over de uitvoering van het beleid, voorzien van redengevende verklaringen op de verschillen en risicoanalyse voor de verdere uitvoering. 10.1.3 Prestatieveld College/Directie Werkdoel Efficiency in de bedrijfsvoering wordt bevorderd en getoetst. Kernprestaties • Er zijn in 2013 drie 213a-onderzoeken in uitvoering genomen: doeltreffendheid voorschoolse educatie (VVE), evaluatie klachtenafhandeling en evaluatie sportbeleid. De eerste is afgerond, maar in omvang teruggebracht vanwege de samenloop met een rapport van de Onderwijsinspectie. De brief hierover is in het bezit van de Raad. De evaluatie van de klachtenafhandeling is in concept gereed. De raad wordt hierover naar verwachting in het eerste kwartaal van 2014 geïnformeerd. Evaluatie sportbeleid zal door het college van de agenda worden gehaald. Verder is de financiële verordening geëvalueerd (waaronder ook het 213a-onderzoek valt), met inbreng van de Auditcommissie. Ook hierover wordt de Raad in het eerste kwartaal van 2014 geïnformeerd. Daarnaast zijn in 2013 vaste producten als Purmerend in cijfers, de bevolkingsprognose en de Omnibus opgeleverd. Purmerend in Cijfers wordt in 2014 digitaal aangeboden en openbaar toegankelijk, vergelijkbaar met de websitetoepassing van het CBS. De uitkomsten van de Omnibus zijn verwerkt in de programmarekening. Wat heeft het gekost in 2013 (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Lasten Realisatie 2013 Afwijking -11.042 -7.433 -7.530 -7.375 155 Baten 221 24 30 34 4 Saldo -10.821 -7.409 -7.499 -7.341 159 Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking (bedragen x € 1.000) BV101 Bestuur & concern Lasten Baten -11.042 -7.433 -7.530 -7.375 155 221 24 30 34 4 -10.821 -7.409 -7.499 -7.341 159 EXPLOITATIE Het saldo van dit programma wijkt € 159.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 155.000 lagere lasten en € 4.000 hogere baten. Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht. • Lagere lasten voor de Griffie en de Raad, € 111.000, doordat er in 2013 minder dan gemiddeld activiteiten voor de Raad zijn geweest en de verwachting is dat met de nieuwe Raad dat weer wordt opgepakt. Daarnaast heeft er door omstandigheden dit jaar minder onderzoek plaatsgevonden door de secretaris-onderzoeker van de RKC. De afwijking heeft een incidenteel karakter. Tevens is in de begroting 2014 al rekening gehouden met een verlaging van de budgetten. 88 Programmarekening 2013 | De programma's • Per saldo € 48.000 lagere lasten voor de overige onderdelen. Het grootste deel hiervan heeft betrekking op het ISW en het Waterland archief (€ 28.000). Ook dit deel heeft een incidenteel karakter omdat in de meerjarenbegroting al rekening is gehouden met het goedkoper worden van de gemeentelijke organisatie. RESERVES Ultimo 2012 (Bedragen x € 1.000) Bestemmingsreserve Werkbudget ombuigingen Saldo Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 150 - 150 - Bestemmingsreserve werkbudget ombuigingen De reserve is ingesteld om de lasten te dekken van uitwerkingsonderzoeken voor de taakstelling op de ambtelijke organisatie. Een deel van de taakstelling moet gerealiseerd worden door het project Beter Werken. In 2013 zijn de kosten van de projectondersteuning Beter Werken ten laste van het werkbudget ombuigingen gebracht. Ultimo 2013 is het saldo van de reserve nihil en wordt de reserve opgeheven. VOORZIENINGEN (Bedragen x € 1.000) Ultimo 2012 Voorziening wachtgeldverplichtingen wethouders Spaarverlof Purmerend Saldo Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 271 5 76 200 52 2 28 26 Voorziening wachtgeldverplichtingen Voor de afwikkeling van de opgebouwde wachtgeldrechten van voormalige wethouders is een voorziening ingesteld. Het risico ten aanzien van zittende bestuurders is meegenomen in de risicoparagraaf Weerstandsvermogen. De voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van de ingeschatte aanspraak op wachtgeld van ex-bestuurders. In 2013 is het wachtgeld van één voormalig wethouder ten laste van de voorziening gekomen. Het betreft verlengd wachtgeld in verband met ziekte. Voorziening Streekarchief Waterland, Spaarverlof Deze voorzieningen worden niet binnen dit programma toegelicht. Deels door de geringe impact, deels doordat het onderwerp onder de bedrijfsvoering valt en geen onderdeel is van de mutaties op het programma Bestuur en concern. SUBSIDIES (Bedragen x € 1.000) Voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing Saldo 89 Programmarekening 2013 | De programma's Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 Ultimo 2012 Dotatie 2013 Onttrekking 2013 Ultimo 2013 2.592 165 - 2.757 4 ALGEMENE�DEKKINGSMIDDELEN ALGEMEEN De netto kosten van de gemeentelijke programma's worden gedekt uit de algemene middelen van de gemeente. Het gaat dan om middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering wordt door Het Rijk bepaald. De gemeente heeft ook de mogelijkheid om zelf inkomsten te genereren door het heffen van belastingen. Het gaat dan met name om de onroerende zaak belastingen. De opbrengst van belastingen kent, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het renteresultaat verbonden aan de financieringsfunctie. Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de baten en lasten van: • lokale belastingen en heffingen; • de algemene uitkering uit het gemeentefonds; • het gemeentelijk financieringsbeleid waaronder de externe vaste geldleningen en de intern verantwoorde bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen; • de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen; • incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren; • algemene baten en lasten waaronder onvoorziene inkomsten en nog te bestemmen middelen (stelposten). INHOUDELIJKE ONTWIKKELINGEN Gemeentefonds De landelijke ontwikkelingen en rijksbezuinigingen in 2013 hebben direct gevolgen gehad voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De afgesproken toepassing van de normeringssystematiek heeft in 2013 geleid tot een lagere uitkering dan begroot. In 2013 is de gemeenteraad op diverse momenten geïnformeerd over de gevolgen op de uitkering uit het gemeentefonds. In de meerjarenbegroting 2014-2017 zijn alle effecten verwerkt. Voor het lopende jaar 2013 bleek eind december, dus na de derde bestuursrapportage, dat er nieuwe afwijkingen optreden. Hieronder zijn laatste afwijkingen financieel toegelicht. Stadsverwarming De aandelen in Stadsverwarming zijn voor 100% in handen van de gemeente Purmerend. Sinds 2012 is de deelneming gewaardeerd op € 38,28 miljoen. In 2013 hebben zich de volgende ontwikkelingen voorgedaan: 1. Energietransitie naar duurzaam opgewekte warmte. Sinds het besluit in juli 2012 om te kiezen voor een eigen BioWarmteCentrale (BWC) die werkt op basis van de verbranding van biomassa (schone houtsnippers) is veel inspanning geleverd. De aanbesteding van de bouw is goed verlopen. De bouwactiviteiten liggen licht voor op schema en nog in het tweede kwartaal van 2014 zal worden begonnen met het proefdraaien van de installatie. 2. Warmtewet. In de laatste week van 2013 zijn de uitwerkingsbesluiten voor de Warmtewet bekend geworden. Hiermee is een eind gekomen aan de jarenlange onzekerheid over de gevolgen van de Warmtewet voor zowel het bedrijf als de klanten. Belangrijk onderdeel van de uitwerking zijn de tarieven, die vanaf nu door de Autoriteit Consument en Markt (ACM) worden vastgesteld en waarop toezicht wordt gehouden. Daarnaast kent de wet richtlijnen 90 Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen over het eigendom van de afleverset. Financieel heeft het uitwerkingsbesluit gevolgen voor zowel de klanten als het bedrijf. In de nieuwe meerjarenraming zijn deze effecten verwerkt. 3. Verbetering warmtenet. In 2013 zijn extra investeringen gedaan om lekken in het warmtenet te herstellen, doordat nieuwe technieken om lekken op te sporen middels infraroodopnamen vanuit de lucht beschikbaar kwamen. De verwachting is dat het terugdringen van het warmteverlies in het netwerk in 2016 wordt bereikt. Resultaat 2013 In 2013 heeft de Stadsverwarming een verlies geleden van € 2,5 miljoen, dit is gelijk aan de bijgestelde prognose voor 2013. Dit verlies is ten laste gebracht van het eigen vermogen van de Stadsverwarming. Het eigen vermogen bedraagt nu € 33,8 miljoen. Het verlies werkt niet door in de waarde van de deelneming op de balans van de gemeente. Om te beoordelen of dit wel of niet het geval is wordt jaarlijks een zogenaamde impairment test uitgevoerd. De uitkomst van de impairment test laat zien dat op de waarde van de activa van de BV Stadsverwarming geen extra afschrijving hoeft te worden doorgevoerd. Op basis van de meest recente meerjarenraming van de Stadsverwarming zal de BV vanaf 2018 uit de rode cijfers komen. In de periode daarna zal het eigen vermogen zich herstellen tot ruim € 38,2 miljoen (de waardering bij de gemeente) en kan er dividend worden uitgekeerd. Het afsluiten van de periode van voortdurende verliezen komt daarmee dichtbij. Blijvende onzekerheden voor de Stadsverwarming zijn de hoogte van de inflatie en het aantal graaddagen. Alles afwegend is er geen aanleiding meer om in het benodigd weerstandsvermogen nog rekening te houden met een bedrag voor een eventuele afboeking van de deelneming van de gemeente. In 2012 én in de programmabegroting 2014 was hiervoor nog een bedrag van € 5 miljoen opgenomen. FINANCIËLE TOELICHTING (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking Lasten -2.039 -394 -1.699 -1.785 -86 Baten 97.846 96.036 94.287 95.313 1.026 Saldo 95.808 95.643 92.588 93.528 939 De algemene dekkingsmiddelen hebben een voordelig resultaat van € 939.000. De belangrijkste elementen zijn: • hogere baten gemeentefonds € 765.000; • hogere baten eigen financieringsmiddelen, per saldo € 96.000; • lagere baten lokale heffingen € 31.000; • hogere lasten en hogere baten op nog te bestemmen middelen, per saldo € 40.000 voordelig; • vrijval van het budget voor onvoorziene lasten € 50.000. 91 Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen (bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013 primitief bijgesteld Realisatie 2013 Afwijking BV111 Lokale heffingen Lasten -32 -33 -33 -33 0 11.201 11.811 11.811 11.779 -31 11.169 11.777 11.777 11.746 -31 Lasten 35 1.704 382 226 -156 Baten 0 0 0 196 196 35 1.704 382 422 40 3 -11 -11 -1 10 79.319 79.105 78.055 78.820 765 79.322 79.093 78.043 78.818 775 Lasten -315 -315 -299 -285 14 Baten 2.601 3.496 3.397 3.479 82 2.286 3.181 3.098 3.194 96 Lasten -1.730 -1.688 -1.687 -1.690 -3 Baten 4.569 1.625 1.025 1.036 11 2.839 -62 -662 -655 7 49 Baten BV112 Nog te bestemmen middelen BV113 Gemeentefonds Lasten Baten BV114 Eigen financieringsmiddelen BV115 Deelnemingen BV116 Incidentele baten en lasten Lasten Baten 0 -50 -50 -1 156 0 0 4 4 156 -50 -50 2 52 0 0 0 0 0 BV117 Begrotingsaldo TOELICHTING PER PRODUCT Hieronder wordt per product van de algemene dekkingsmiddelen de afwijking toegelicht. De relevante afwijkingen zijn hieronder toegelicht. Lokale heffingen De baten zijn incidenteel € 31.000 lager dan begroot. Deze afwijking is het resultaat van een hogere opbrengst uit OZB op niet woningen ( € 55.000), een lagere opbrengst uit OZB op woningen ( € 74.000) en een lagere opbrengst uit precariobelasting (€ 13.000). Het beleid inzake lokale heffingen is verder toegelicht in de paragraaf Lokale heffingen. Ontwikkeling stelposten Het resultaat nog te bestemmen middelen is in 2013 € 40.000 incidenteel hoger dan geraamd. Dit wordt veroorzaakt door: • Een deel van de taakstelling op de ambtelijke organisatie hier is begroot, terwijl de realisatie plaatsvindt via de verantwoording van de afzonderlijke programma's. Dit verklaart de afwijking van € 156.000 in de lasten. 92 Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen • Een incidenteel voordeel van € 196.000 terugontvangen premie WAO/WIA 2013. Deze teruggave is heeft plaatsgevonden eind 2013 door de belastingdienst en kan niet worden toegerekend aan de individuele onderdelen van de ambtelijke organisatie. Gemeentefonds Uitkering uit het gemeentefonds De uitkering uit het gemeentefonds is in 2013 verantwoord voor € 78,8 miljoen. Dit is € 765.000 hoger dan begroot en is in onderstaande tabel samengevat: Uitkeringsjaar Realisatie Raming Afwijking 2011 € 538.196 € 452.973 € 85.223 2012 € 118.700 € 40.507 € 78.193 2013 € 78.162.641 € 77.561.028 € 601.613 Totaal gemeentefonds € 78.819.537 € 78.054.507 € 765.030 De miljoenennota 2014 is verwerkt in de septembercirculaire gemeentefonds 2013 en bijgesteld in de derde bestuursrapportage 2013. Naderhand heeft het kabinet een Herfstakkoord gesloten met drie oppositiepartijen. Het aanvullende pakket maatregelen van € 6 miljard is qua hoogte intact gebleven, wel is een andere samenstelling gevonden. In de decembercirculaire 2013 zijn de laatste bijstellingen verwerkt. In 2014 kan nog een verrekening plaatsvinden op basis van de werkelijke rijksuitgaven. Informatie hierover komt pas beschikbaar na afronding van de rekening 2013 en zal worden betrokken bij de 2e bestuurrapportage 2014. Uitkeringsjaar 2013 Het resultaat van de algemene uitkering 2013 wordt op basis van de laatste specificatie BZK (2014-03: d.d. 20-02-2014) berekend op € 78.162.641. Ten opzichte van de raming betekent dit dat de baten € 601.613 hoger zijn. In 2013 is met betrekking tot de maatstaven € 69.000 meer ontvangen dan geraamd. Daarnaast wordt de afwijking verklaard door een hoger accres van € 408.000 dat wordt veroorzaakt doordat de extra middelen voor onderwijs op de rijksbegroting een jaar naar voren zijn gehaald (van 2014 naar 2013) en de onderuitputting op departementale begroting. Per saldo is er sprake van, en positieve bijstelling van, het accres 2013. Het restant wordt verklaard door de toevoeging van gelden voor de decentralisatie-uitkeringen uitvoeringskosten inburgering (€ 54.000) en de maatschappelijke opvang en OGGZ (€ 70.000). Deze middelen konden in 2013 niet meer tot besteding worden gebracht en maken daarom onderdeel uit van het financieel resultaat. Voorgesteld wordt om de middelen in 2014 te onttrekken aan de algemene reserve en alsnog toe te voegen aan de budgetten voor de betreffende beleidsvelden. Deze wijziging maakt onderdeel uit van de 1e bestuursrapportage 2014. Nabetalingen over vorige jaren 2011 en 2012 De nabetalingen over de jaren 2010 en 2011 zijn € 163.416 hoger dan begroot. Deze zijn ontstaan na de derde bestuursrapportage 2013 en worden veroorzaakt door bijstellingen via de tussentijdse uitkeringsspecificaties en de decembercirculaire 2013. Dit betreft nadere vaststellingen in de maatstaven belastingcapaciteit OZB (hogere baten € 113.415), lage inkomens en aanpassingen in de uitkeringsfactor (hogere baten € 50.000). Financieringsmiddelen 93 Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen Door terughoudendheid bij het aantrekken van vaste geldleningen en gedurende 2013 meer gebruik te maken van kasgeldleningen met een looptijd korter dan 1 jaar, is er een incidenteel voordeel gerealiseerd van per saldo € 96.000. Deelnemingen De toelichting op de deelnemingen kan gelet op de geringe afwijkingen achterwege blijven. Incidentele baten en lasten Het saldo van incidentele baten en lasten geeft per saldo een voordeel van € 52.000. Dit is inclusief een bedrag van onvoorziene uitgaven, die voldoen aan de volgende criteria: • op het moment van totstandkoming van de begroting waren de kosten nog niet te voorzien; • het is niet mogelijk om deze kosten te vermijden; • de kosten zijn niet uit te stellen naar de toekomst voor afweging bij de volgende Kadernota. In 2013 is de post onvoorzien van € 50.000 niet aangesproken door de raad en zijn kleine afwikkelingen verantwoord met betrekking tot oude jaren met per saldo een voordeel van € 2.500. RESERVES (Bedragen x € 1.000) Reserve afkoop geldleningen Saldo Ultimo 2012 Ultimo 2012 2.736 Dotatie Onttrekking Ultimo 2013 2013 2013 Dotatie Onttrekking 2013 2013 - Ultimo 2013 754 1.982 Egalisatiereserve rente Deze reserve is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad, waardoor er jaarlijks een nadeel is op de renteverschillen. Om dit nadeel op te vangen is de reserve gevoed met de ontvangen boeterente van Wherestad. Jaarlijks wordt het gemiste voordeel aan rente opgevangen door een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in de algemene dekkingsmiddelen (onderdeel eigen financieringsmiddelen). Dit is een jaarlijks aflopende bedrag en eind 2018 zal de reserve volledig zijn besteed. Voor 2013 is een bedrag van € 754.056 onttrokken. 94 Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen 5 H E T � F I N A N C I E E L R E S U L T A A T � 2 0 1 3 ALGEMEEN In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is bepaald dat alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves altijd geschieden in het kader van de resultaatbestemming (artikel 27 BBV). Daardoor worden ze niet als lasten of baten gekwantificeerd. Dit betekent dat het resultaat vóór bestemming bestaat uit de resultante van het totaal van baten en lasten volgens de diverse programma’s, de algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien (= resultaatbepaling). Daarna worden hierop de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves verwerkt, waarna het uiteindelijke resultaat na bestemming volgt (= resultaatbestemming). Aangegeven moet worden, voor welke programma’s deze toevoegingen en onttrekkingen zijn. Resultaatbestemming is een bevoegdheid van de raad. Alle stortingen in en onttrekkingen aan de reserves vereisen dus de goedkeuring van de raad. Dit kan expliciet bij de resultaatbestemming in het kader van de rekening of vooraf bij de vaststelling van de begroting Het eigen vermogen bestaat uit de reserves (algemene, egalisatie en bestemmingsreserves) en het resultaat na bestemming, volgend uit de rekening (artikel 42 BBV). Het resultaat na bestemming is in feite het saldo van het resultaat voor bestemming en de werkelijke toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, op grond van eerdere besluitvorming. In de huidige terminologie is dit dan een rekeningresultaat waaraan nog geen bestemming is gegeven en waarvoor in de aanbiedingsbrief een voorstel is gedaan voor de bestemming ervan in de programmarekening. Op de balans wordt dit tot uitdrukking gebracht als “rekeningresultaat” en behoort dus tot het eigen vermogen. De feitelijke bestemming van dit saldo vindt pas plaats nadat de raad heeft besloten over een voorstel tot de bestemming ervan. In de programmarekening kunnen de toevoegingen en onttrekkingen aan elk van de bestemmingsreserves worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd voor de betreffende bestemmingsreserve. Dit kan leiden tot begrotingsonrechtmatigheid. Voor 2013 zijn de bijstellingen middels de tussentijdse bestuursrapportages tijdig aan de raad voorgelegd en geaccordeerd. VOOR DE MUTATIES OP ONDERSTAANDE RESERVES GELDEN DE VOLGENDE CRITERIA: Algemene reserve Aan de algemene reserve wordt het voordelige rekeningresultaat toegevoegd of het nadelige resultaat onttrokken van het voorgaande exploitatiejaar. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming en ze mag slechts worden ingezet als incidenteel dekkingsmiddel. In de actualisatie van het beleid inzake reserves en voorzieningen heeft de gemeenteraad in 2012 bepaald dat de minimale omvang van de algemene reserve gelijk moet zijn aan het benodigde weerstandsvermogen én minimaal € 15 miljoen bedraagt. Egalisatiereserves Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering, in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door 95 Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013 de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. In principe zijn de egalisatiereserves niet aan een termijn gekoppeld. Bestemmingsreserves Voor bestemmingsreserves geldt dat deze voor concrete, in principe binnen vooraf bepaalde tijd te realiseren, door een door de raad vast te stellen doel zijn ingesteld. Reservevorming dient hiervoor gemotiveerd noodzakelijk te zijn. Blijft realisatie binnen de gestelde termijn uit, dan vindt opnieuw afweging door de raad plaats. Dit kan betekenen dat de reserve kan worden gehandhaafd voor het doel waarvoor deze is gevormd, of dat de bestemming wordt veranderd en de reserve om die reden kan worden opgeheven. In 2013 zijn de volgende bestemmingsreserves afgesloten: • reserve werkbudget ombuigingen; • reserve aanval op de bijstand. Daarnaast wordt voorgesteld om resultaatbestemming te onttrekken aan de bestemmingsreserve Woonvisie, toe te voegen aan de bestemmingsreserve begraafplaats en de NIEGG op de Sweelinckstraat stop te zetten. RESULTAAT VOOR BESTEMMING Het resultaat vóór bestemming wordt veroorzaakt door de afzonderlijke programma's (1 t/m 10) en het onderdeel algemene dekkingsmiddelen (inkomsten van de gemeente zonder vooraf bepaald bestedingsdoel). Er is daarbij een verband tussen de mutaties op de reserves en de uitgaven en ontvangsten in de programma's. Het resultaat vóór bestemming is toegelicht in de hoofdstukken per programma en bij de algemene dekkingsmiddelen. Uit onderstaande tabel blijkt dat het resultaat voor mutaties op reserves € 427.000 nadeliger is dan opgenomen in de bijgestelde begroting 2013. Tabel Totaaloverzicht baten en lasten per programma Bedragen (x€ 1.000) Primitieve begroting 2013 Lasten 01 Publieksdiensten 02 Samenleving Baten Begroot primitief bijgesteld 2013 Saldo Lasten Baten Geboekt 2013 Saldo Lasten Baten Saldo -7.357 3.455 -3.902 -7.344 2.488 -4.856 -7.306 2.317 -4.989 -95.803 34.239 -61.564 -96.868 38.821 -58.046 -94.909 38.608 -56.302 03 Wonen -2.113 924 -1.189 -1.501 956 -545 -1.220 831 -389 04 Milieu -13.884 13.000 -884 -13.158 12.759 -399 -13.064 12.723 -340 05 Bereikbaarheid -4.079 2.656 -1.423 -3.800 2.640 -1.160 -3.447 2.394 -1.054 06 Beheer openbare ruimte -23.515 9.166 -14.349 -23.391 8.796 -14.595 -24.139 9.398 -14.741 07 Ruimtelijke ordening -20.518 21.282 763 -31.904 31.721 -183 -21.300 17.872 -3.428 08 Veiligheid -8.254 215 -8.039 -8.274 220 -8.054 -8.343 315 -8.029 09 Economie -1.912 1.186 -726 -954 436 -518 -1.048 440 -609 11 Bestuur en Concern Resultaat programma's Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor mutatie reserves Resultaat bestemming Resultaat na mutatie reserves 96 -7.433 24 -7.409 -7.530 30 -7.499 -7.375 34 -7.341 -184.869 86.146 -98.723 -194.723 98.867 -95.855 -182.153 84.931 -97.222 -394 96.036 95.643 -1.699 94.287 92.588 -1.785 95.313 93.528 -185.263 182.182 -3.080 -196.421 193.155 -3.267 -183.938 180.244 -3.694 -397 3.478 3.080 -5.428 8.695 3.267 -2.641 3.074 433 -185.660 185.660 - -201.850 201.850 - -186.579 183.319 -3.261 Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013 RESULTAAT NA BESTEMMING Het verschil tussen het resultaat vóór bestemming en het resultaat ná bestemming wordt veroorzaakt door de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. In de tabellen is weergegeven hoe het rekeningresultaat 2013 na bestemming tot stand is gekomen. In tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de mutaties op de bestemmings- en egalisatiereserves. In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de mutaties op de algemene reserve en de voorgestelde resultaatbestemming. De onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves zijn conform de (bijgestelde) begroting 2013 verwerkt, omdat deze mutaties al door de gemeenteraad zijn goedgekeurd. De mutaties die voortvloeien uit de bestemming van het rekeningsresultaat 2012 maken hier deel van uit. De afzonderlijke reserves en mutaties zijn toegelicht in de toelichting per programma en in de bijlage "overzicht reserves en voorzieningen". Uit onderstaande tabel blijkt dat in 2013 in afwijking van de bijgestelde begroting bijna € 310.000 minder is onttrokken en € 157.000 meer is toegevoegd aan de bestemmings- en egalisatiereserves. Tabel 1 Bestemming- en egalisatiereserves (-/- = nadeel exploitatie en +/+ = voordeel exploitatie) Programmanummer en omschrijving Resultaat programma's 1 t/m 13 (saldo van de baten en lasten) Begroting bijgesteld 2013 Rekening 2013 -95.855.059 -97.221.780 Algemene dekkingsmiddelen (saldo programma 14) 92.588.431 93.527.874 Resultaat VOOR bestemming 2013 -3.266.628 -3.693.905 Resultaatbepaling 2013 via egalisatiereserves: Saldo onttrekking aan reserve Egalisatie afvalverwijdering 04. Milieu 229.560 189.441 Saldo toevoeging aan reserve Egalisatie Gemeentelijke watertaken 06. Beheer openbare ruimte -68.182 -47.082 Saldo toevoeging aan reserve Begraafrechten 06. Beheer openbare ruimte -18.096 -76.558 Saldo onttrekking aan reserve Rente Algemene dekkingsmiddelen 754.056 754.056 897.338 819.857 Resultaatbepaling 2013 na mutaties egalisatiereserves Resultaatbepaling 2013 via bestemmingsreserves: Saldo onttrekking reserve af te stoten panden OHW 02. Samenleving - 51.603 Saldo onttrekking aan reserve Aanval op de bijstand 02. Samenleving 250.000 250.000 Saldo toevoeging reserve herstructureringskosten WSW 02. Samenleving -1.358.280 -1.405.496 Saldo lagere onttrekking reserve Woonvisie 03. Wonen 54.000 -72.588 Saldo onttrekking reserve beheer openbare ruimte 06. Beheer openbare ruimte 327.000 327.000 Saldo onttrekking reserve gronden 07. Ruimtelijke ordening 580.610 313.192 Saldo onttrekking werkbudget ombuigingen 10. Bestuur en Concern 149.760 149.763 Resultaatbepaling 2013 na mutaties bestemmingsreserves Resultaatbestemming 2013 NA mutaties bestemmingsreserves 3.090 -386.526 -2.366.200 -3.260.574 Toelichting Het resultaat voor bestemming bedraagt € 3.693.905 nadelig. Na de mutaties op de bestemmings- en egalisatiereserves bedraagt het rekeningresultaat € 3.260.574. Na bestemming van het resultaat resulteert er een onttrekking aan de algemene reserve van € 4.531.931. Algemene reserve De begrote onttrekkingen en toevoegingen, per saldo € 2.366.200 in 2013, aan de algemene reserve zijn niet in de rekening 2013 verwerkt. Alleen voor die specifieke onderdelen waarvoor 97 Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013 in 2013 daadwerkelijk bestedingen op hebben plaatsgevonden zijn onttrokken. Voor 2013 is dit niet van toepassing. Het geheel van de overige extra afwijkingen aan onttrekkingen en toevoegingen is dus te beschouwen als rekeningresultaat. Tabel 2 Ontwikkeling algemene reserve en voorstel resultaatbestemming Begroting bijgesteld 2013 Resultaatbepaling 2013 via de algemene reserve: Resultaat na mutaties bestemmingsreserves Rekening 2013 -2.366.200 -3.260.574 Onttrekking Algemene reserve 2.366.200 - Toevoeging Algemene reserve - - - -3.260.574 Resultaat na bestemming 2013 Programmanummer en omschrijving Voorgestelde bestemming resultaat: Onttrekking bestemmingsreserve Woonvisie 03. Wonen - 585.000 Toevoeging bestemmingsreserve begraafplaats 06. Beheer openbare ruimte - -1.448.337 Stopzetten NIEGG Sweelinckstraat 07. Ruimtelijke ordening - -408.020 Saldo voorgestelde mutaties rekening 2013 - -1.271.357 Toevoeging Algemene reserve na resultaat bestemming - -4.531.931 Voorgestelde bestemmingsresultaat Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de voorgestelde onttrekkingen en toevoegingen aan reserve. Deze zijn niet begroot en dus niet verwerkt in de rekening 2013. De niet begrote mutaties worden vervolgens in het jaar 2013 verwerkt. Bestemmingsreserve Woonvisie Deze reserve is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan het gelijknamige beleidsplan dat in 2012 door de raad is vastgesteld. Gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt is de verwachting dat de uitgaven de volgende jaren langzamer zullen blijven gaan dan was voorzien. Voorgesteld wordt om een bedrag van € 585.000 minder te onttrekken. In de eerste Berap 2014 zullen een aantal mogelijkheden worden voorgesteld om de reserve Woonvisie anders in te richten. Egalisatiereserve begraafplaats Deze reserve is ingesteld in 2010 om het structurele beheer en onderhoud aan de begraafplaats te kunnen bekostigen uit de meerjarig afgekochte grafrechten. Gebleken is van de bestaande graven en urnnissen dat er een deel is weggelekt in het resultaat van voorgaande jaren. Doordat de afdracht aan de egalisatiereserve begraafrechten in die jaren niet heeft plaatsgevonden, is de omvang van de reserve op dit moment onvoldoende om dekking te bieden voor de onderhoudskosten van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is genomen. Dit leidt tot een structurele verslechtering van het exploitatiesaldo en daarmee tot een vertekening van de kostendekkendheid. Daarom wordt voorgesteld om € 1.448.000 toe te voegen. Stopzetten NIEGG Sweelinckstraat 8 In november 2012 is J.P. Sweelinckstraat 8 aangewezen als ontwikkellocatie. Gebleken is dat deze locatie een belangerijke functie heeft als groene ontmoetingsplek en speelplaats. Dit heeft geleid tot een heroverweging van deze locatie als ontwikkellocatie. Voorgesteld wordt 98 Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013 om de aanwijziging als NIEGG-locatie ongedaan te maken en de boekwaarde ter waarde van € 408.000 volledig af te waarderen. Het resultaat na bestemming Het resultaat na bestemming van de reserves in 2013 bedraagt € 3.260.574 (nadelig) en is als zodanig opgenomen in de aanbiedingsbrief ten geleide van de programmarekening 2013. In de voordracht aan de gemeenteraad zijn een drietal bestemmingen voorgesteld voor een totaalbedrag van € 1.271.357. Het restant van per saldo € 4.531.931 wordt onttrokken aan de algemene reserve. NA BALANSDATUM GEBLEKEN GEBEURTENISSEN 1. Programma 10 Bestuur en concern 1. ISW bijdrage 2013: nog te ontvangen € 22.367,51 (voorschot/jaarrekening € 310.729, definitief € 288.361,49). 2. Streekarchief/Waterlands archief bijdrage 2013: nog te ontvangen € 3.044,93 (voorschot/ jaarrekening € 450.005, definitief € 446.960,07) 2. Labelling BTW en compensatiefonds Eind maart 2014 is er een concept verslag ontvangen met betrekking tot het onderzoek BTW labelling boekjaar 2011. Uit dit verslag is gebleken dat er mogelijk een financieel effect uit kan komen van maximaal € 165.000 nadelig. Dit is veroorzaakt door onjuiste labelling voor € 6.000 en een factuur met onterechte btw van € 20.178 die uit de steekproef is gekomen en geextrapoleerd wordt naar € 159.000. 1. Deze constatering bespreken met de Belastingdienst in het kader van de entree naar het horizontaal toezicht 2. 99 Een herhaling van de audit labelling en BCF aan de hand van 2014. Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013 6 D E � P A R A G R A F E N 6.1 Lokale heffingen De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de gemeentelijke heffingen in totaliteit. Het betreft hier zowel heffingen met een specifiek doel (retributies) als belastingen waarvan de besteding niet gebonden is. KOSTENDEKKENDHEID VAN DE HEFFINGEN In de onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt welk percentage kostendekkendheid in de bijgestelde begroting was geraamd en in de rekening is gerealiseerd. Tabel kostendekkendheid product afvalverwijdering Bedrag in € Primitieve begroting 2013 Bijgestelde begroting 2013 Rekening 2013 12.447.335 11.719.130 11.636.327 1.171.354 1.261.973 1.261.973 Totaal lasten 13.618.689 12.981.103 12.898.300 Baten 12.979.748 12.751.543 12.708.859 Saldo 638.941 229.560 189.441 -/- 638.941 -/- 729.560 -/- 729.560 Dotatie egalisatiereserve afvalverwijdering - 500.000 540.119 Kostendekkenheid - - - 100% 100% 100% Lasten Btw Onttrekking egalisatiereserve afvalverwijdering Kostendekkendheid in % Ultimo 2012 was € 759.356 beschikbaar in de egalisatiereserve afvalverwijdering. Hiervan is in 2013 € 638.941 onttrokken ten gunste van het tarief afvalstoffenheffing 2013, zoals besloten in 2012. Daarnaast heeft een extra onttrekking van € 90.619 plaatsgevonden ter compensatie van de hogere btw component (verhoging van 19% naar 21%). Door de prognose van een positief resultaat over 2013 werd € 500.000 aan de egalisatiereserve afvalverwijdering toegevoegd. Dit bedrag is betrokken bij de tariefstelling van de afvalstoffenheffing 2014, evenals het saldo van € 29.796 van de egalisatiereserve afvalverwijdering. In 2013 is een voordeel van € 40.119 behaald. Dit is toegevoegd aan de egalisatiereserve en is beschikbaar voor de tariefstelling 2015, dan wel voor het opvangen van tekorten over 2014. Het tarief van de afvalstoffenheffing 2013 is volledig kostendekkend. Tabel kostendekkendheid product riolering 100 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Bedrag in € Lasten Btw Primitieve begroting 2013 Bijgestelde begroting 2013 Rekening 2013 5.871.394 5.682.836 5.558.241 378.432 498.808 498.808 Totaal lasten 6.249.826 6.181.644 6.057.049 Baten 6.249.826 6.249.826 6.104.131 Saldo - -68.182 -47.082 Onttrekking egalisatiereserve riolering - -/- 168.818 -/- 168.818 Dotatie egalisatiereserve riolering - 237.000 215.900 Kostendekkenheid - - - 100% 100% 100% Kostendekkenheid in % In de berekening van het tarief van de rioolheffing is rekening gehouden met de btw die aan de burgers wordt doorgerekend. Hierbij is rekening gehouden met een bedrag van € 0,4 miljoen extra dekking als gevolg van btw (primitieve begroting). Voor uitgestelde werkzaamheden uit 2012 is € 142.499 onttrokken uit de egalisatiereserve riolering ter dekking van de kosten in 2013. Daarnaast is een bedrag van € 26.319 onttrokken voor gedeeltelijke compensatie van de verhoging van de btw component (van 19% naar 21%). De totale verhoging van de btw component bedroeg € 120.376. Door uitgestelde werken 2013 die in 2014 plaats zullen vinden is € 237.000 gedoteerd aan de egalisatiereserve riolering. Over het jaar 2013 is op het product riolering een nadeel van € 21.100 gerealiseerd. Dit nadeel wordt verrekend in de egalisatiereserve riolering. Het tarief van de rioolheffing 2013 is volledig kostendekkend. Tabel overige producten inzake kostendekkendheid Product (bedragen in € 1.000) Primitieve begroting 2013 3e Berap 2013 Rekening 2013 Lasten 1.783 1.757 1.729 Baten 1.641 833 684 Saldo 142 924 1.045 92 47 40 Lasten 1.336 1.342 1.260 Baten 1.176 1.011 997 Saldo 160 330 262 88 75 79 Leges omgevingsvergunningen: Kostendekkenheid in % Leges Burgerzaken: Kostendekkenheid in % Onder de leges Burgerzaken bevinden zich de volgende producten die afzonderlijk bezien de volgende kostendekkendheid hebben: Product (bedragen in € 1.000) Primitieve begroting 2013 3e Berap 2013 Rekening 2013 Lasten 892 896 869 Baten 798 698 750 Saldo 94 198 119 Kostendekkenheid in % 89 78 86 Leges Reisdocumenten: 101 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Product (bedragen in € 1.000) Primitieve begroting 2013 3e Berap 2013 Rekening 2013 Lasten 444 446 391 Baten 378 313 248 Saldo 65 132 143 Kostendekkenheid in % 85 70 63 Lasten 868 817 799 Baten 802 502 591 Saldo 66 315 208 Kostendekkendheid in % 92 61 74 Lasten 276 217 193 Baten 191 191 160 Saldo 85 27 33 Kostendekkendheid in % 69 88 83 Leges Rijbewijzen: Leges Begraafplaatsen: Leges Markten: De afwijkingen op de producten omgevingsvergunningen en burgerzaken zijn toegelicht in Programma 1 en het product Begraafplaatsen in programma 6. Voor de meeste legessoorten wordt het percentage kostendekkendheid beïnvloed door de gerealiseerde verstrekte aantallen. Dit is variabel en niet altijd goed vooraf in te schatten. De lasten zijn voornamelijk personeel en minder variabel. Beleid ten aanzien van lokale heffingen Het uitgangspunt bij heffing en inning van lokale belastingen is het leveren van kwaliteit en continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten. Het externe beleid is gericht op actieve informatie uitwisseling op transparante wijze. Overzicht diverse heffingen Onroerendezaakbelastingen (OZB) Onroerendezaakbelastingen zijn te onderscheiden in een eigenarenbelasting voor zowel woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor alleen de niet-woningen. De tarieven voor 2013: Onroerendezaakbelasting (OZB) Tarief 2013 Eigenaar woning 0,1028% Eigenaar nietwoning 0,1763% Gebruiker nietwoning 0,1670% Bezwaarschriften 2013 Er zijn 755 bezwaarschriften binnengekomen naar aanleiding van de herwaardering van de waardes van woningen en niet-woningen met waardepeildatum 1 januari 2012 (jaar ervoor 541 stuks). 13% hiervan (98 stuks) hadden betrekking op niet-woningen. Alle bezwaarschriften zijn 102 Programmarekening 2013 | De Paragrafen afgehandeld binnen de daarvoor wettelijke termijn. De WOZ waarden zijn in ongeveer de helft van de gevallen aangepast. Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen Deze belasting wordt ook wel de roerende zaakbelasting (RZB) genoemd, vanwege de gelijkenis met de OZB. De belasting is per 2001 ingevoerd en vervangt het voormalige liggeld voor woonschepen. Deze belasting wordt geheven van alle roerende zaken (bijv. woonschepen, woonwagens en kiosken). De tarieven zijn gelijk aan die van de OZB. Parkeerbelastingen Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een belasting voor gemeentelijke parkeervergunningen. Beide dienen de regulering van het parkeerbeleid. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld bij Ministerieel Besluit. In 2013 zijn er bijna 4.600 naheffingsaanslagen opgelegd voor een totaalbedrag van € 257.600. Precariobelasting Deze belasting moet worden betaald voor 'het hebben van voorwerpen op de openbare gemeentegrond'. Tarieven zijn opgebouwd per periode en binnen/buiten Centrum gebied. In 2013 zijn er aanslagen opgelegd voor een bedrag van € 210.000 tegenover € 216.000 in 2012. Hondenbelasting Iedere hondenbezitter in Purmerend betaalt hondenbelasting. Dit geld komt terecht in de Algemene Middelen van de gemeente. Daaruit betalen we het schoonmaken van de openbare ruimte en onderhoud aan voorzieningen, zoals uitlaatroutes en losloopgebieden. Maar ook controle op hondenbezit en het naleven van de regels door het team Handhaving wordt betaald van de hondenbelasting. Vrijgesteld van deze belasting zijn onder meer politiehonden, Soho-honden en puppies jonger dan drie maanden. In 2013 heeft er weer een actieve huisaan-huis controle plaatsgevonden. Mede hierdoor is het aantal geregistreerde honden weer gestegen. Het tarief bedroeg in 2013 € 66,48 per hond. In totaal is er € 358.000 in rekening gebracht tegenover € 347.000 over 2012. Kwijtschelding Er kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend voor de afvalstoffenheffing en het rioolrecht gebruik. De redenen om verzoeken af te wijzen, zijn het beschikken over een te ruime betalingscapaciteit, een te hoog inkomen of te veel vermogen. Onderstaande aantallen zijn inclusief toegekende verzoeken voor voorgaande belastingjaren (2011 en 2012) . Tabel kwijtschelding 2013 103 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Omschrijving aantal bedrag bedrag Verleend 1.711 551.877 1.711 84.468 636.345 Automatische kwijtschelding 2013 1.377 452.155 1.377 82.045 534.201 Kwijtschelding op verzoek 2012 481 137.903 481 20.904 158.807 Kwijtschelding op verzoek 2013 725 225.569 725 40.700 266.269 Totaal Automatische kwijtschelding 2012 Rioolrecht Afvalstoffenheffing (gebruik) aantal Totaal 2012 2.192 689.780 2192 105.372 795.152 Totaal 2013 2.102 677.725 2.102 122.747 800.472 In de bovenstaande cijfers is rekening gehouden met verruiming van de kwijtscheldingsmogelijkheden met betrekking tot AOW'ers en de kosten kinderopvang. Voor de kwijtschelding aan de zogenaamde ZZP’ers zijn nog geen cijfers te geven. De afhandeling van deze verzoeken (10 stuks) vindt pas plaats als de betrokkenen de definitieve cijfers hebben kunnen overleggen. Stand van zaken afboeken oninbare posten Van rechtswege bestaat de mogelijkheid om openstaande vorderingen tot 5 jaar terug te incasseren. In 2013 zijn de oninbare posten over het jaar 2008 administratief afgeboekt. Redenen dat opgelegde aanslagen oninbaar worden verklaard, zijn bijvoorbeeld dat burgers verhuizen, zonder dat zij doorgeven waarheen. Ook maken burgers gebruik van WSNP (Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen). Bij bedrijven gaat het vaak om faillissementen. Voor de gemeentelijke belastingen is 0,23% (in 2012 0,27%) van het totaal opgelegde bedrag afgeboekt en voor de overige leges is 0,38% (in 2012 0,70%) van het opgelegde bedrag als oninbaar afgeboekt. 6.2 Weerstandsvermogen en risico's DOELSTELLING De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is om niet begrote kosten te dekken. Door de beschikbaarheid van weerstandsvermogen hoeft bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct tot een bezuiniging te worden overgegaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen incidenteel en structureel weerstandsvermogen. Het eerste is bedoeld voor eenmalige tegenvallers en het tweede voor structurele tegenvallers. Het begrip weerstandsvermogen als volgt gedefinieerd: Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: A. De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. OMVANG WEERSTANDSCAPACITEIT Tot de weerstandscapaciteit worden de algemene reserve, stille reserves en de onbenutte belastingcapaciteit gerekend. Hoewel bestemmingsreserves in principe ook tot de 104 Programmarekening 2013 | De Paragrafen weerstandscapaciteit behoren worden ze niet meegerekend. Dit vanwege het feit dat bestemmingsreserves niet vrij inzetbaar zijn zonder heroverweging van (politieke) keuzes en de uitvoering van projecten ten laste van bestemmingsreserves al in gang gezet is. De algemene reserve en stille reserves behoren tot de incidentele weerstandscapaciteit. Dit is het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Voor de algemene reserve geldt daarbij de kanttekening dat dit wel doorwerkt op omvang van leningen die de gemeente aantrekt. Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. In de literatuur wordt hiertoe soms ook de bezuinigingsmogelijkheden die een gemeente heeft, gerekend. Bezuinigingsmogelijkheden zijn echter niet met één raadsbesluit gerealiseerd, daarvoor is meer nodig aan voorbereiding en uitvoering. Wel kan onbenutte belastingcapaciteit tot structurele weerstandscapaciteit worden gerekend. STILLE RESERVES Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die lager dan de werkelijke economische waarde of tegen nul zijn gewaardeerd en die direct verkoopbaar zijn, zonder dat de normale bedrijfsgang daaronder te lijden heeft. Dit betreft dan met name de nu door de gemeente verhuurde, niet voor de openbare dienst bestemde gebouwen. Evenmin mogen deze gebouwen in gebruik zijn bij maatschappelijke voorzieningen. In feite moet er sprake zijn van bijna direct verkoopbare gebouwen. Ook als een gebouw onderdeel uitmaakt van de voorgenomen te ontwikkelen gebieden, maakt het geen onderdeel uit van de stille reserves. Op deze stille reserves wordt actief beleid gevoerd dat moet leiden tot afstoting en het realiseren van een netto opbrengst. De af te stoten gebouwen worden afgestemd met de gemeenteraad en de raming van de netto opbrengst is verwerkt in de meerjarenbegroting ten gunste van de jaren waarin verkoop wordt verwacht. Naast de af te stoten panden spelen ook nieuwe ontwikkellocaties een rol. Diverse onderwijspanden hebben en gaan hun functie verliezen en komen in aanmerking voor herbestemming. Indien tot volledige herontwikkeling van de betreffende locaties wordt gekomen wordt hiermee de boekwaarde van de grond en opstallen plus de sloopkosten goedgemaakt en kan er sprake zijn van een resterende winst. Deze locaties zijn betrokken bij de Niet in exploitaie genomen gronden (NIEGG's). De mogelijke opbrengst is in financiële termijnen beperkt tot enkele tonnen en komt beschikbaar als de ontwikkeling feitelijk heeft plaatsgevonden. ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is het verschil tussen het werkelijke tarief (on)roerende zaakbelastingen dat de gemeente heeft vastgesteld en het tarief dat de gemeente minimaal zou moeten hanteren om in aanmerking te komen voor extra steun van Het Rijk (de zogenaamde artikel 12 status). Daarnaast telt mee het verschil tussen kostendekkende tarieven en de werkelijk gehanteerde tarieven. Omdat in Purmerend gewerkt wordt met kostendekkende tarieven resteert als onbenutte belastingcapaciteit alleen de OZB. De omvang van deze onbenutte belastingcapaciteit is afhankelijk van het gemiddelde dat alle andere gemeenten hanteren als tarief voor de OZB. Uitgaande van het al voor 2014 105 Programmarekening 2013 | De Paragrafen vastgestelde OZB tarief is er een ruimte van circa € 0,8 miljoen, circa 8% van de huidige opbrengst. Om in aanmerking te komen voor de zogenaamde artikel 12 status zou de OZB daarna met nog eens € 0,8 miljoen omhoog moeten. Deze dekkingsmogelijk moet gezien worden als een laatste oplossing in een noodscenario. RISICO’S Voor een goed begrip van wat er onder risico's valt en wat er niet onder valt, is de onderstaande vuistregel behulpzaam: Kortingen op algemene en specifieke uitkeringen Voor kortingen op algemene (het gemeentefonds) en specifieke uitkeringen geldt dat deze worden ingeschat en verwerkt in de begroting. Het weerstandsvermogen is nadrukkelijk niet bedoeld als buffer hiervoor. De begroting moet hier dus op inspelen. Dat geldt ook voor de risico's van het onvolledig kunnen declareren van uitgaven op specifieke uitkeringsregelingen. Deze risico's kunnen vooraf worden ingeschat en hierop kan de administratieve organisatie worden aangepast. Kosten Voor gebeurtenissen waarvan het zeker is dat ze zich voor gaan doen en waarvan de omvang ook bekend is, worden voorzieningen ingesteld. Bij het weerstandsvermogen kunnen kosten derhalve buiten beschouwing worden gelaten. De voorzieningen zijn ook daadwerkelijk op orde. Kleine risico's Voor kleine risico's geldt dat de financiële betekenis hiervan niet zodanig materieel is dat hiermee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen. In de begroting is een post onvoorzien opgenomen van € 50.000 om gedurende het jaar hierop te kunnen antwoorden als inpassing van de uitgaven niet binnen een programma is op te vangen. We hebben het dan niet over reguliere afwijkingen bij de uitvoering van de begroting. Hiervoor geldt dat meerdere malen per jaar er bijstelling van de begroting plaatsvindt. Rampen en crisis Voor rampen en crisissituaties geldt dat er een scala aan beheersmaatregelen is getroffen. Dit betreft enerzijds het rampenplan waarmee aangegeven wordt hoe een (dreigende) ramp of crisis te lijf wordt gegaan en anderzijds is er sprake van een verzekerd risic, en voor zover dit niet het geval is zal worden teruggevallen op de Rijksoverheid. Uiteraard kan er sprake zijn van een financieel nadeel voor de gemeente. De omvang hiervan is niet vooraf in te schatten en de inpassingen zijn er hoe dan ook op gericht om een dergelijke schade te voorkomen, dan wel te minimaliseren. Voor zover het in de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente wordt via de weg van vergunningen en periodieke toetsing gezorgd voor het minimaliseren van de risico's. Voor de bepaling van de wenselijke omvang van het weerstandsvermogen zijn de financiële risico's in kaart gebracht. Bij deze risico's wordt een ondergrens gehanteerd van € 100.000. Risico's onder deze grens worden hier verder niet toegelicht omdat het gaat om een lange reeks van kleine risico's. Daadwerkelijke opgetreden risico's komen terug als afwijking in de programmarekening ter verklaring van het resultaat. 106 Programmarekening 2013 | De Paragrafen De risico’s die bij deze paragraaf worden meegenomen zijn de niet reguliere, strategische, niet kwantificeerbare risico’s. De reguliere horen immers in de begroting tot uitdrukking te komen. Veelal kunnen deze via een verzekering worden afgedekt. Hieronder worden deze risico‘s beschreven. Bij de risico’s geldt dat een inschatting gemaakt kan worden van de kans dat het risico zich daadwerkelijk zal manifesteren en de omvang van het risico. Om de risico’s op te vangen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk: • bijstelling van de geldende beleidskaders, hierdoor kunnen de uitvoeringskosten worden beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door de grenzen waarboven een bijdrage door de gemeente wordt verleend, te verhogen; • inkomstenverhogende maatregelen nemen indien de risico’s zich manifesteren op onderdelen waar sprake is van kostendekkende dienstverlening; • frequent(er) toetsen of het risico zich al voordoet en zo goed mogelijk maatregelen treffen ter beheersing van de onzekerheden. Deze maatregel kan worden ingezet op die onderdelen waarvan de uitkomst niet door de gemeente kan worden gestuurd, maar waarvan de uitkomsten wel kunnen worden gevolgd. Het doel van de maatregel is dan het voorkomen dat 'ongemerkt' de begroting en de werkelijkheid uiteen groeien en er nadelen optreden. Bij het hierna wegen en waarderen van de risico’s is meegewogen dat de gemeente de komende periode zware bezuinigingen moet doorvoeren. Zolang deze bezuinigingen niet volledig zijn gerealiseerd zal het niet eenvoudig zijn om extra bezuinigingen te realiseren die nodig kunnen zijn om structurele tegenvallers, zoals hieronder benoemd, op te vangen. Daarom wordt in de weging van het benodigde weerstandsvermogen uitgegaan dat het steeds drie jaar zal duren voordat een structureel effect van de risico’s kan worden gecompenseerd met lagere uitgaven elders. In de opstelling is afgewogen of alle risico's zich gelijktijdig kunnen en zullen voordoen. De risico's zijn daarom opgeteld. Zodra risico's zich daadwerkelijk manifesteren wordt afgewogen of structurele maatregelen genomen moeten worden. Het totaal aan benodigd weerstandsvermogen wordt eind 2013 ingeschat op € 8,1 miljoen. Dit is lager dan de door de gemeenteraad vastgestelde minimale omvang van de algemene reserve van € 15 miljoen. De algemene reserve komt na resultaatsbestemming eind 2013 uit op € 12,3 miljoen. In het financieel perspectief 2014-2018 wordt aangegeven dat de reserve zal groeien tot ruim € 21 miljoen in 2017. Het benodigde weerstandsvermogen is ruimschoots afgedekt met de omvang van de algemene reserve. Overzicht meegewogen financiële risico's: 107 Programmarekening 2013 | De Paragrafen 1. inkomsten leges omgevingsvergunningen, programma 1: 2. verstrekkingen openeind regeling Wmo, programma 2: 3. Wet werk en bijstand (inkomensverstrekking), programma 2: 4. Sociale werkvoorziening, programma 2: 5. Transities nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet: 6. Wijziging taken onderhoud onderwijshuisvesting: 7. parkeeropbrengsten, programma 5: 8. 9. € 1,5 miljoen €0 miljoen € 2,0 miljoen €0 miljoen €0 miljoen grondexploitaties en NIEGGS, programma 7: € 0,6 miljoen asbestsaneringen panden, programma 7: € 0,0 miljoen 10. wachtgeldregeling zittende bestuurders, programma 10: € 0,5 miljoen 11. vertraging realisatie bezuinigingen, diverse programma's: € 1,5 miljoen 12. deelneming BV Stadsverwarming, programma 11: € 0,0 miljoen 13. ontwikkeling lonen en prijzen, diverse programma's: € 0,6 miljoen Totaal benodigd weerstandsvermogen: € 6,7 miljoen 1. Inkomsten leges omgevingsvergunningen De inkomsten (voorheen: bouwleges) zijn relatief sterk afhankelijk van externe ontwikkelingen. Voor de begrotingsuitvoering is dit een risico. Uitgegaan wordt van een kostendekkend tarief en op grond hiervan wordt vooraf in belangrijke mate het niveau van uitgaven bepaald. Als het aantal werkelijke aanvragen vervolgens sterk negatief afwijkt, dan is het niet goed mogelijk om in gelijke mate alsnog de uitgaven te laten dalen. De omvang van de afwijking kan gelet op de schommelingen in de afgelopen jaren variëren van € 100.000 tot € 1.000.000. De kans dat de inkomsten afwijken van de begroting is groot. Voor de komende jaren zijn de prognoses kritisch doorgenomen en is de tariefstelling aangepast naar 3,9% als zijnde een kostendekkend niveau. Voor de komende jaren is de geraamde opbrengst verlaagd van € 1,7 naar € 1,3 miljoen per jaar. De kosten zijn evenredig teruggebracht. Ondanks deze maatregelen blijft het risico op lagere opbrengsten door achterblijvende grote aanvragen bestaan. In 2013 zijn voor € 0,6 miljoen leges opgelegd. Dit is € 0,2 miljoen minder dan geraamd in de actuele begroting. Voor heel 2013 is er sprake van € 1,1 miljoen hogere lasten dan opbrengsten uit leges. Dit nadeel is volledig verwerkt in de rekening 2013. Voor de komende jaren bestaat het risico op lagere legesopbrengsten nog steeds. Hoewel in de media wordt gesproken over economisch herstel, zal het mogelijk enige tijd duren voordat wij dat in onze gemeente terugzien in aanvragen voor vergunningen voor grote bouwprojecten. Mede gelet op het resultaat van 2013 wordt voor de komende drie jaar rekening gehouden met mogelijk achterblijvende inkomsten. Vanwege de onvoorspelbaarheid van dit risico zijn wij voor de bepaling van het beslag op het weerstandsvermogen uitgegaan van 3 jaar een gemiddeld bedrag van € 500.000: € 1.500.000 Tegen een aantal afgegeven bouwvergunningen is bezwaar aangetekend. De berekening van de kostendekkendheid wordt in het bezwaarschrift ter discussie gesteld. Tegen de uitspraak 'ongegrond', is bezwaarde inmiddels in beroep gegaan. De gemeente staat op het standpunt dat de kostendekkendheid correct is bepaald en wordt gesteund door de VNG. Indien het bezwaar wel wordt gehonoreerd moet maximaal € 1,2 miljoen worden terugbetaald. Dit risico is 108 Programmarekening 2013 | De Paragrafen niet betrokken in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen omdat wij van mening zijn dat ook in beroep de bezwaarde in het ongelijk zal worden gesteld. 2. Wet maatschappelijke ondersteuning In het kader van de Wmo biedt de gemeente tal van individuele en collectieve voorzieningen aan. In de uitvoering van de begroting en de meerjarenraming is een belangrijk risico het gebruik van deze voorzieningen door de doelgroep. In de meerjarenbegroting is rekening gehouden met aanbestedingen en daarmee is het risico van stijgende prijzen in belangrijke mate afgedekt. De omvang van het gebruik door de doelgroep laat zich moeilijker voorspellen. De ervaring heeft geleerd dat kwalitatief goede voorzieningen leiden tot een hoger gebruik. Dit risico erkennend, gaat de gemeente onverminderd door met het streven om de kwaliteit op een hoog niveau te krijgen of te houden. De groeiende omvang van de doelgroep is in de begroting verwerkt door rekening te houden met jaarlijkse stijging van het gebruik met 2%. Deze stijging is gedekt uit de landelijk beschikbaar gestelde middelen via de integratieuitkering Wmo in het gemeentefonds. Na verwerking van de groei van de doelgroep en inflatie, is er een marge die oploopt tot structureel € 0,5 miljoen in 2016. Deze marge is onder andere bedoeld om een sterkere stijging van het gebruik dan begroot te kunnen opvangen, zonder direct over te hoeven gaan op ingrijpen in het voorzieningenpakket of nieuwe taakstellingen elders in de begroting. Voor de beheersing van de risico’s geldt dat afwijkingen in enig jaar geacht worden onderdeel uit te maken van de reguliere bedrijfsvoering en dus worden opgevangen via de algemene reserve en het weerstandsvermogen. Op de langere termijn worden de risico’s afgewogen via de ruimte voor de Wmo als geheel en de inrichting van het voorzieningenpakket. Op basis van de ervaringen tot en met 2010 werd een risico van circa € 300.000 op hogere uitgaven dan begroot ingeschat. Dit risico heeft zich in 2011 en 2012 niet voorgedaan, er is zelfs sprake van een forse onderschrijding. In 2013 zijn de uitgaven wederom onder de raming in de begroting gebleven. Het verschil is ongeveer 1%. Het risico vanuit de huidige Wmo is gering. Door de wijzigingen in de taken en de kortingen op het budget kan deze situatie veranderen. Risico's moeten voor 2015 en volgende jaren opnieuw worden ingeschat. 3. Wet werk en bijstand (Wwb) Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het meerjarenperspectief. Het betreft de cliëntenaantallen en de hoogte van de rijksbijdrage. Allereerst de aantallen cliënten (65-) met een bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal cliënten werken direct door in de uitgaven. De ontwikkeling van het aantal cliënten laat zich moeilijk schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering als afwijking redelijk geacht. Alvorens deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende voorzieningen, zoals de werkloosheidsuitkeringen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. In de begroting wordt rekening gehouden met nog steeds stijgende aantallen uitkeringen, gemiddeld 30 per kwartaal. Onzeker is hoelang de periode van economische verslechtering aanhoudt en of landelijk het macrobudget voor het inkomensdeel voldoende wordt bijgesteld. Het tweede risico is de ontwikkeling van de rijksbijdrage (inkomensdeel) Wwb. Deze bijdrage wordt driemaal per jaar bijgesteld door de Rijksoverheid. In het verdeelsysteem voor de 109 Programmarekening 2013 | De Paragrafen rijksbijdrage is sprake van een aanpassing aan de landelijke omvang van de Wwb, en wordt de daling of stijging van het aantal cliënten op het niveau van een individuele gemeente niet direct verwerkt. Het verdeelsysteem dempt de schommelingen in de tijd. Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage zo goed mogelijk te volgen, wordt in de bestuursrapportages specifiek aandacht worden besteed aan de bijstellingen. Voor de afwijkingen in enig jaar geldt dat deze moeten worden opgevangen in het weerstandsvermogen van de gemeente. Omdat de rijksbijdrage wordt aangepast op basis van de landelijke ontwikkelingen is er niet alleen sprake van een risico maar ook van een kans. Als de ontwikkeling in Purmerend gunstig afwijkt van de landelijke trend ontstaat hieruit een voordeel. Concreet is dit het geval als de stijging in Purmerend minder groot is dan de landelijke trend of, in het geval van een daling, de daling sterker is dan de landelijke trend. Tot begin 2014 is het macrobudget steeds voldoende bijgesteld, dat wil zeggen Purmerend ontvangt als aandeel uit het landelijke budget meer dan de werkelijke uitgaven aan bijstand. Het risico in de uitvoering van het inkomensdeel van de Wwb kan oplopen van € 1,5 tot € 2 miljoen per jaar. De kans op afwijkingen is groot. In de situatie dat er sprake is van zeer excessieve groei van het aantal uitkeringen, kan er een beroep worden gedaan op een landelijke regeling. Dit is een blijvend onderdeel in de onderbouwing van het weerstandsvermogen. Voor de waardering van het risico wordt uitgegaan van afwijking over meerdere jaren. Naast dit risico is er, zoals hierboven ook aangegeven, de kans dat de situatie in Purmerend zich gunstig ontwikkelt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. In 2012 en 2013 was dit het geval, dit is als voordeel verwerkt in de rekening. Ten opzichte van de actuele begroting is er in 2013 een kleine onderschrijding geweest: circa 0,3%. Ook voor 2014 wordt een voordeel verwacht. Los van dit voordeel blijft de raming voor per saldo hogere uitgaven gehandhaafd in het benodigd weerstandsvermogen omdat hiermee uitdrukking wordt gegeven aan de risico's op langere termijn. Op grond van de uitkomsten van 2012 en 2013, een overschot, en het groeiende cliëntenbestand, wordt het risico gewaardeerd op € 2 miljoen. 4. Sociale werkvoorziening BaanStede De sociale werkvoorziening kampt met tekorten als gevolg van een afbouw van de rijksbijdrage per SW-dienstverband. Om deze tekorten te beperken wordt een herstructurering voorbereid. De oplopende tekorten en maatregelen om het tekort te verminderen zijn verwerkt in de programmabegroting. Daarbij is rekening gehouden met het bekostigen van de herstructurering door de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling. Met het nieuwe regeerakkoord zijn de oorspronkelijke bezuinigingen op de sociale werkvoorziening weer in beeld gekomen. De opdracht is dan om in 6 jaar tijd toe te groeien naar een lagere bijdrage per SW-dienstverband en een veel kleiner aantal dienstverbanden. Deze nieuwe opgave moet worden ingepast in de structurele uitgaven van de begroting en kan niet worden opgevangen met de inzet van weerstandsvermogen. Het opnemen van een apart bedrag als weerstandsvermogen is daarom niet aan de orde. In 2013 geeft zich geen tekort voorgedaan. De exploitatie is zelfs licht voordelig geweest en het beroep op middelen voor herstructurering was ook lager dan begroot. Voor de kosten van de herstructurering van BaanStede is een bestemmingsreserve gevormd. 5. Transities nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatie Per 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de Jeugdzorg, een deel van de AWBZ en uitbreiding van de participatie. Met deze taakoverdracht is een aanzienlijke uitbreiding van de 110 Programmarekening 2013 | De Paragrafen financiële verantwoordelijkheid gemoeid. De uitkering uit het gemeentefonds zal toenemen met een bedrag van circa € 19,5 miljoen voor Jeugdzorg en € 15 miljoen voor AWBZ-taken. Na de overdracht aan de gemeenten wordt door Het Rijk een forse efficiencywinst mogelijk geacht. De over te dragen budgetten worden om die reden in de komende jaren ook weer verlaagd. In de programmabegroting 2015 kan een meer gefundeerde analyse gegeven worden op de risico's. Voor incidentele risico's zal dit worden betrokken in het benodigd weerstandsvermogen. Eventuele structurele tekorten moeten worden ingepast binnen de begroting. Uitgangspunt is dat de gemeente uitkomt met de middelen die Het Rijk hiervoor beschikbaar stelt. 6. Wijziging in de taken onderhoud onderwijshuisvesting Per 2015 zal de uitkering uit het gemeentefonds worden verlaagd in verband met een overheveling van budget van de gemeenten naar de schoolbesturen voor de uitvoering van onderhoud aan de buitenkant van schoolgebouwen. In 2014 wordt nader in beeld gebracht welke gevolgen er optreden in de afstemming tussen de gemeente en de schoolbesturen en wat de mogelijke financiële effecten zijn. Een eventueel structureel tekort zal moeten worden ingepast in de begroting. Als er sprake is van frictiekosten dan komen deze terug als onderdeel van de begrotingsbehandeling 2015. Daarbij zal tevens inzicht worden geboden in de mate waarin de gemeente in het verleden onderhoud heeft geactiveerd en of hieraan nog voor een reeks van jaren rente en afschrijvingen verbonden zijn. 7. Parkeeropbrengsten In de begroting wordt jaarlijks rekening gehouden met een bedrag van ruim € 2,0 miljoen aan opbrengsten uit parkeergelden en naheffingsaanslagen. Dit bedrag is gebaseerd op de opbrengst zoals die zich in de afgelopen jaren heeft voorgedaan. De opbrengst kan in enig jaar ook tegenvallen doordat er minder gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om betaald te parkeren. In rekening 2012 is er een duidelijk lagere opbrengst voor het betaald parkeren en eventuele naheffingsaanslagen gerealiseerd. Het verschil van ruim € 145.000 heeft een structureel karakter. Deze afwijking is ook verwerkt in de begroting voor 2013 en volgende jaren. In de rekening 2013 doet zich een nieuwe onderschrijding voor van de opbrengst uit betaald parkeren en de daaraan verbonden naheffingsaanslagen. De baten bleven in 2013 € 250.000 achter bij de raming. De lagere baten worden veroorzaakt door een veel kleiner aantal naheffingsaanslagen dat in 2013 is opgelegd. De lagere parkeeropbrengsten lenen zich niet goed voor een raming aan benodigd weerstandsvermogen. De lagere opbrengst dient direct te worden verwerkt in de begroting en het meerjarensperspectief. In het meerjarenperspectief is daarom rekening gehouden met structureel € 0,25 miljoen lagere inkomsten. 8. Grondexploitaties en voorraad gronden In de grondexploitaties doen zich drie soorten risico’s voor: a. de ontwikkeling van de kosten van de grondexploitatie ten opzichte van de vastgestelde grondexploitatie; b. de afzetbaarheid van de gronden; c. de nog niet in grondexploitatie opgenomen voorraad gronden. Voor de drie lopende grondexploitaties geldt het volgende: 111 Programmarekening 2013 | De Paragrafen • Baanstee-Noord Het risico bestaat dat de uitgifte van grond zich zal uitstrekken over een langere periode dan opgenomen in de grondexploitatie (2029) of dat zelfs een deel van de gronduitgifte helemaal niet plaatsvindt. In de meerjarenprognose grondexploitaties is dit risico inzichtelijk gemaakt. Bij een geringe vertraging van 5 jaar neemt de netto contante waarde van de grondexploitatie af, maar is er nog steeds zicht op een positief resultaat. Indien een substantieel deel van de gronduitgifte uiteindelijk niet plaatsvindt is het effect groter. Ook in deze situatie is er nog geen sprake van een verlies, de netto contante waarde van de grondexploitatie neemt dan wel af tot een bedrag kleiner dan € 1,0 miljoen. • Wheermolen West Voor Wheermolen West geldt dat er reële risico's zijn waarvoor afdekking met weerstandsvermogen noodzakelijk is. Er zijn weliswaar kansen om het gebied Parkzone in combinatie met de NIEGG Driehoek tot een financieel sluitend resultaat te brengen, maar de bewegingsruimte daarbinnen is klein. Het bedrag waarvoor het gebied wordt meegeteld in het benodigd weerstandsvermogen wordt hier niet apart vermeld omdat dit gevoelige informatie is voor marktpartijen. • Weidevenne Deze grondexploitatie wordt naar verwachting afgesloten in 2018. Dit is twee jaar later dan in de begroting is aangenomen. In 2013 is er geen winstneming geweest omdat de marges op nog te realiseren lasten en baten die bij de berekening in acht worden gehouden, dit niet toestaan. In de actualisatie van de grondexploitatie is de winstneming nog steeds mogelijk en zelfs iets groter dan vorig jaar in de begroting geraamd. Verliezen uit deze grondexploitatie worden niet verwacht. Als de winstneming in de komende jaren lager uitvalt, werkt dat door in het rekeningresultaat en zal de algemene reserve minder aangroeien. • Kop van West Voor de Kop van West geldt dat de grondexploitatie in 2013 is vastgesteld. Het verwachte verlies is direct verwerkt in de rekening 2013, conform het raadsbesluit. In 2013 en 2014 worden nadere uitwerkingen gemaakt voor de invulling van het gebied en is er nog geen nieuwe informatie die leidt tot opname van een bedrag in het benodigd weerstandsvermogen. NIEGG's In de meerprognose grondexploitatie is een apart hoofdstuk opgenomen voor de Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG's). Op een tweetal locaties leidt dit tot een expliciet risico. Voor wat betreft de locatie Sweelinckstraat is in de resultaatbestemming van het rekeningresultaat 2013 voorgesteld de boekwaarde volledig af te schrijven. Hiervoor hoeft in deze paragraaf niet aanvullend rekening te worden gehouden met benodigd weerstandsvermogen.Omdat NIEGG's met een potentieel voordelig resultaat niet kunnen worden meegewogen, zal een eventueel verlies direct doorwerken in het rekeningresultaat. Op grond van de huidige inzichten wordt in het benodigd weerstandsvermogen rekening gehouden met het niet kunnen goedmaken van de boekwaarde en de plankosten. Voor het geheel van de grondexploitaties en NIEGG's wordt rekening gehouden met een bedrag van € 0,6 miljoen aan benodigd weerstandsvermogen. 9. Asbestsanering In 2011 en 2012 hebben zich onvoorziene situaties voorgedaan bij onderwijspanden als gevolg waarvan er substantiële kosten zijn gemaakt voor asbestsanering. Voor een aantal panden 112 Programmarekening 2013 | De Paragrafen heeft nader onderzoek plaats gevonden naar de aanwezigheid van asbest en de kosten die moeten worden gemaakt bij sanering. Uit het onderzoek bleek dat de mogelijk te maken kosten € 400.000 kunnen zijn. Gekozen kan worden om deze uitgaven uit te stellen tot het moment waarop ook andere werkzaamheden in de betreffende panden plaatsvinden en de werkzaamheden zolang mogelijk uit te stellen. Deze afweging neemt het risico op het doen van niet begrote uitgaven niet weg. Om die reden is er bij de vaststelling van de programmarekening 2013 een bestemmingsreserve sanering asbest ingesteld. Hierin is € 400.000 opgenomen. Het apart aanhouden van een bedrag als benodigd weerstandsvermogen is daarom niet meer aan de orde. 10. Wachtgeld zittende collegeleden De maximale aanspraak die niet is afgedekt in een voorziening bedraagt circa € 1,0 miljoen. Dit is maximale opbouw aan het eind van deze bestuursperiode. In de praktijk zal dit anders uitvallen, afhankelijk van de verdiensten van ex-bestuurders in een nieuwe betrekking. Mede om deze reden is het binnen de regelgeving niet toegestaan om op voorhand een maximale voorziening te treffen. Op het moment dat ex-bestuurders daadwerkelijk aanspraak op wachtgeld maken, zal de omvang daarvan moeten worden bepaald en ten laste van de exploitatie worden gebracht. De omvang van de voorziening wordt vervolgens jaarlijks opnieuw getoetst aan de hand van de werkelijke situatie van de betreffende ex-wethouders. Als benodigd weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met een mogelijke aanspraak van 50%: € 0,5 miljoen. Het percentage van 50% is niet exact onderbouwd. 11. Vertraagd realiseren van taakstellingen en bezuinigingen Bij de uitvoering van de begroting doen zich elk jaar vertragingseffecten voor in de realisatie van nieuwe uitgaven en bezuinigingen. De begroting van Purmerend bevat relatief weinig nieuwe uitgaven en relatief omvangrijke bezuinigingsopdrachten. Bij het opstellen van de begroting wordt getracht de bezuinigingen zo realistisch mogelijk te begroten en rekening te houden met vertragingen. Toch kunnen zich in de praktijk nog steeds vertragingen voordoen. Ook kunnen zich frictiekosten voordoen bij het afbouwen van de ambtelijke organisatie in de vorm van extra opleidingskosten en vertraging in het vinden van een andere werkplek. Voor dit element moet rekening gehouden worden met een vast bedrag in het weerstandsvermogen. Dat kan pas worden losgelaten als de vertragingen zich niet meer voordoen. De omvang van het bedrag is niet goed te onderbouwen. Begin 2011 is uitgegaan van een bedrag van € 3,5 miljoen om mee te nemen in de bepaling van het weerstandsvermogen. In de begroting 2012 was dit bedrag al verlaagd naar € 2,5 miljoen. Voor de komende jaren is het risico van vertraging kleiner geworden, maar nog niet helemaal weggenomen. Het risico houdt verband met het tempo waarin de gemeentelijke organisatie kleiner wordt en de tot medio 2017 doorlopende huur van het gebouw Marktplein. De gemeente wil het pand verlaten en de activiteiten van de afdeling Werk en Inkomen onderbrengen in het stadhuis. Dit leidt tot een structurele besparing die al in de begroting is verwerkt. De nog tot medio 2017 doorlopende huurlasten voor Werkplein zijn in de begroting verwerkt voor in totaal € 1,0 miljoen. 113 Programmarekening 2013 | De Paragrafen In het weerstandsvermogen wordt nu nog rekening gehouden met € 1,5 miljoen als mogelijke effect van het later realiseren van besparingen. Dit betreft zowel de gemeentelijke organisatie als de externe uitgaven. 12. BV Stadsverwarming Purmerend De activiteiten voor de stadsverwarming zijn per 2007 ondergebracht in de BV Stadsverwarming Purmerend. De BV is bij de gemeente gewaardeerd voor ruim € 38 miljoen. Dit is gelijk aan het eigen vermogen in de jaarrekening 2011 van de BV. Tegenover de waardering bij de gemeente staan langlopende geldleningen. Omdat de BV geen winst maakt, staat tegenover de rentelast voor de deelneming geen dividendopbrengsten. Met het onderbrengen in de BV heeft de gemeente de oude stadsverwarming feitelijk verdeeld in twee risico’s. Allereerst is dit het risico dat de BV onvoldoende winst maakt om dividend over de deelneming uit te keren. De waarde van de deelneming tegen 4% vergt jaarlijks een dividend van ruim € 1,5 miljoen. Tot en met 2018 wordt in het meerjarenperspectief geen rekening gehouden met dividend. Er is een transitieprogramma voor de stadsverwarming dat ertoe moet bijdragen dat de BV een gezonde onderneming wordt die jaarlijks ook aan de aandeelhouder een redelijke vergoeding kan uitkeren. Het transitieprogramma is in het najaar van 2010 goedgekeurd. In dit programma is sprake van een goed toekomstperspectief na een reeks van verliesgevende jaren waarin het eigen vermogen daalt. Sindsdien is duidelijk geworden dat de aannames zich structureel hebben verbeterd. Toch zullen er nog een paar jaar zijn waarin het bedrijf een negatief resultaat maakt. Dividend wordt verwacht vanaf het jaar 2019. Aan Stadsverwarming is gevraagd om een deel van de jaarlijkse vergoeding vorm te geven als een zogenaamd cumulatief preferent dividend. Dit betekent dat de gemeente dit dividend ontvangt zodra er winst wordt gemaakt en dat dit dividend ook voor de jaren 2013 tot en met 2018 wordt opgebouwd. Alvorens er tot uitkering kan worden overgegaan zal er winst moeten worden gemaakt. Uitkeringen groter dan de daadwerkelijk winst zijn niet toegestaan. Dit 'winstrecht' kan niet worden verwerkt in de gemeentelijke resultatenrekening. Feitelijk is er sprake van stille reserve die pas wordt gerealiseerd op het moment dat de BV Stadsverwarming daadwerkelijk positieve resultaten boekt. Begin 2014 is inmiddels ook de warmtewet ingevoerd en zijn daarop de voorwaarden en tarieven door Stadsverwarming aangepast. Dit alles is verwerkt in de meerjarenprognose 2014 - 2017 die eind 2013 is vastgesteld. Deze prognose biedt, inclusief de toegekende SDE+ subsidies een hard vooruitzicht op renderend bedrijf. Hiermee zijn nog niet alle risico’s gekeerd. Het belangrijkste risico dat resteert is de ontwikkeling van de inflatie voor algemene pijzen en specifiek de gasprijs. Op basis van de huidige inzichten zijn alle investeringen die de stadsverwarming doet bedrijfseconomisch rendabel. Bij het terugverdienen van de investeringen horen wel aanloopverliezen waardoor het eigen vermogen eerst daalt en zich daarna weer herstelt. Hierdoor zal er de komende jaren een verschil ontstaan tussen de waardering bij de gemeente en het in het bedrijf beschikbare eigen vermogen. Jaarlijks wordt met behulp van een impairment test getoetst of er reden is om de activa van de stadsverwarming af te waarderen en daarmee ook de deelneming van de 114 Programmarekening 2013 | De Paragrafen gemeente in de stadsverwarming. Op grond van de impairment test is er geen reden om over te gaan tot afwaardering. Tot slot bestaat altijd het risico dat in enig jaar er minder graaddagen (koude dagen) zijn dan gemiddeld per jaar opgenomen in meerjarenprognose. Waardering van het risico: Op grond van de meest recente inzichten is er geen aanleiding meer om in het weerstandsvermogen rekening te houden met mogelijk verlies als gevolg van afboekingen op de waarde van de deelneming. Dit is voor 2013 bevestigd in de uitkomsten van de impairment test. 13. Nominale ontwikkelingen loon en prijzen In de begroting is gerekend met een stijging van de loonkosten van 1,5% per jaar. De uitkomst van de loonstijging is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de werkgevers en de werknemers. Een complicerende factor in de berekeningen voor de loonstijging is het effect van met name de premies voor pensioen en de volksverzekeringswetten. Premies worden aangepast zonder directe invloed van de gemeente en staan het laatste jaar onder grote druk. Deze druk wordt veroorzaakt door de lage rentestand, de discussie over de verhoging van de pensioenleeftijd, de stijgende levensverwachting en de behaalde rendementen bij de pensioenmaatschappij. Voor de volksverzekeringswetten geldt dat de stijgende uitgaven voor de zorg ook worden doorvertaald in hogere werkgeverslasten. Voor de begroting is relevant dat indien de bruto-brutoloonstijging 0,5% hoger ligt dan aangenomen, dit doorwerkt op de gemeentebegroting voor circa € 0,3 miljoen. In deze € 0,3 miljoen is verwerkt dat de tarieven gedurende het begrotingsjaar niet kunnen worden aangepast en dat de afspraak geldt dat de nominale stijging van subsidies is gekoppeld aan het looneffect van de ambtenaren. Het jaar daaropvolgend zal de hogere stijging wel in de tarieven zijn verwerkt en resteert er een gat van € 0,26 miljoen. Voor de eerste twee jaar samen bedraagt het risico bij 0,5% verschil € 0,56 miljoen. Een alternatief voor de raming is het op voorhand rekening houden met grotere stijgingen van de lonen en prijzen, dit heeft als keerzijde dat er een groter beroep wordt gedaan op structurele begrotingsruimte. In bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt de schommeling van de loon en prijzen meegewogen voor € 0,6 miljoen. RISICO'S OP EIGENDOMMEN Hierbij moet met name gedacht worden aan schade door ontvreemding, brand, storm en dergelijke, waar de gemeente overigens voor verzekerd is. De gemeente-eigendommen dienen periodiek opnieuw te worden getaxeerd. Mutaties in waarde kan leiden tot forse premieaanpassing. De verzekeringsmaatschappij beveelt aan eenmaal in de zes jaar een algehele hertaxatie uit te voeren. Verwacht wordt dat de hertaxaties in juni 2014 zullen worden uitgevoerd. In het weerstandsvermogen is geen aparte component hiervoor opgenomen. RISICO'S OP BEDRIJFSVOERING Bedrijfsvoering Hiermee wordt vooral bedoeld de wijze waarop de informatievoorziening, de administratieve organisatie en de interne controle gestalte hebben gekregen. Concrete risico’s zijn overigens op dit punt niet te kwantificeren. Indirect kunnen zich financiële tegenvallers of claims van 115 Programmarekening 2013 | De Paragrafen derden voordoen, indien de ambtelijke en bestuurlijke contacten naar buiten daar aanleiding toe geven. Urentoerekening aan gesloten budgetten en investeringen In de programmabegroting is voor een bepaald bedrag aan organisatie-uren toegerekend aan investeringen en gesloten budgetten (grondexploitaties, afval en riolering). Indien deze werkzaamheden niet of deels tot uitvoering komen, komen de bij de desbetreffende investeringen geraamde uren ten laste van de exploitatie. Hierop wordt via tussentijdse informatie zo goed mogelijk gestuurd. Het risico in enig jaar wordt gerekend tot de reguliere uitvoeringsrisico's. 6.3 Onderhoud kapitaalgoederen Klein (dagelijks) onderhoud Dit is het reguliere dagelijks onderhoud dat noodzakelijk is om het object in goede staat te houden en komt jaarlijks terug. Deze lasten worden in de begroting opgenomen en dus rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht. Planmatig onderhoud (niet levensduurverlengend) Dit is onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het eigendom wordt uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Deze lasten, waaronder het binnenschilderwerk, worden niet aangemerkt als levensduurverlengend. Niet elk jaar is hiervoor een gelijk bedrag nodig. Voor het egaliseren van de lasten in de gemeentebegroting wordt voor vastgoed gebruikgemaakt van voorzieningen. Het bedrag dat in de begroting is opgenomen moet toereikend zijn voor de gemiddelde uitgaven aan planmatig onderhoud over deze periode. In een jaar dat er minder nodig is, wordt er aan de voorziening gedoteerd en in een jaar dat er meer dan het gemiddelde nodig is, wordt er onttrokken. In principe heeft de voorziening nooit een negatief saldo. Hierdoor komt er een beter en evenwichtiger begrotingsbeslag. Deze voorzieningen worden onderbouwd met een meerjarenonderhoudsplan, per object, dat periodiek wordt geactualiseerd. Het werken met voorzieningen is toegestaan in het Besluit Begroting en Verantwoording en heeft als voordeel dat hiermee zowel de programma’s als het rekeningresultaat een rustiger beeld tonen en eenvoudiger leesbaar worden. Voor de verschillende kapitaalgoederen wordt hieronder steeds vermeld welk budget voor regulier onderhoud is opgenomen. Planmatig groot onderhoud (levensduurverlengend) Dit betreft de uitgaven voor planmatig groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, elektrische installaties en vloeren. Uitgaven boven de € 25.000 worden geactiveerd mits het oorspronkelijke onderdeel ook is afgeschreven. In deze paragraaf is de staat van onderhoud van de volgende kapitaalgoederen opgenomen: 1. Wegen 2. Riolering 3. Openbare verlichting 4. Kunst- en waterwerken 5. Groen 6. Begraafplaatsen 7. Sportfaciliteiten 8. Gebouwen 9. Wagenpark 116 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Algemeen – Onderhoudsniveau van kapitaalgoederen in de buitenruimte In het verleden is onderzoek gedaan naar de benodigde en beschikbare budgetten voor onderhoud van de kapitaalgoederen. Samen met de gemeenteraad is het gewenste onderhoudsniveau vastgesteld. In de studie zijn de budgetten voor onderhoud aan het areaal wegen, kunstwerken en groen aangepast aan de groei van het areaal als gevolg van de stadsuitbreiding. Daarnaast is er berekend wat de verschillende kwaliteitsniveaus kosten. De uitkomsten hiervan zijn betrokken bij de keuzes in de kadernota 2009-2016. Gekozen is voor een niveau van onderhoud dat gelijk blijft aan het huidige niveau en dat achterstanden, onder andere als gevolg van areaaluitbreidingen, ten opzichte van het gekozen niveau worden ingelopen. Voor de beleidsterreinen straatreiniging en wegmeubilair wordt uitgegaan van een onderhoudsniveau dat verantwoord is maar geen extra financiële middelen vraagt. In 2014 zal een nieuwe toetsing van het onderhoudsniveau plaatsvinden, daarin zullen, naast de effecten van de besparingen in de afgelopen jaren, ook de effecten van de vanaf 2015 opgenomen besparingen worden meegenomen. In principe is er geen sprake van grootschalig achterstallig onderhoud van de kapitaalgoederen in de openbare buitenruimte. Wel zal, als gevolg van de reguliere onderhoudscycli, tijdelijk voor een bepaald goed een lager niveau van kwaliteit aanwezig zijn omdat onderhoudswerkzaamheden pas plaats zullen vinden als het kwaliteitsniveau onder het gewenste niveau daalt. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. 1. Wegen Om te komen tot een optimaal beheer van de Purmerendse wegen is begin 2011 een Beheerplan Wegen opgesteld. Dit plan is een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad vastgestelde kwaliteitsambities. Voor wegen geldt een minimaal kwaliteitsniveau C ('matig'), conform de CROW normering. Op basis van tweejaarlijkse visuele inspecties van het wegenareaal en het beheerpakket wegen wordt het planmatige groot onderhoud in beeld gebracht. De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd op de riolerings-, kabel- en leidingwerkzaamheden en verkeerskundige of maatschappelijk gewenste aanpassingen. Naast het groot onderhoud wordt ook het klein onderhoud planmatig (wijkgericht) opgepakt, doorgaans op basis van meldingen van bewoners of eigen waarnemingen. In de loop van het jaar voorafgaand aan de uitvoering wordt het jaarlijkse onderhoudsplan opgesteld dat wordt voorgelegd aan de wijkkerngroepen. Ondanks het streven om het wegenareaal op C-niveau te houden, is het in de onderhoudscyclus van een evenwichtig onderhouden areaal normaal dat een deel van de wegen tijdelijk afzakt tot onder de norm richting kwaliteitsniveau D ('slecht tot zeer slecht'). Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud, zoals ook het geval is in Purmerend. Het wegennet hoeft dus niet alleen uit wegen in topconditie te bestaan, want het op het juiste moment onderhouden van de wegen is het volgens een glijdende schaal toepassen van onderhoud op basis van de kwaliteit van de actuele situatie. Het is vanuit technisch en financieel oogpunt noodzakelijk om het onderhoud - zoals in de wegbeheeranalyse is voorgesteld - op het juiste moment (cyclisch) uit te voeren. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen. Uit oogpunt van een verhoogd risico voor verkeersonveiligheid wordt het 'achterstallig onderhoud' binnen een redelijke termijn weer opgelost middels (groot) onderhoud of een reconstructie. Onderhoudsmaatregelen waarbij de levensduur van een weggedeelte kan worden verlengd, worden geactiveerd en afgeschreven conform de financiële verordening. In 2013 is er € 4,9 117 Programmarekening 2013 | De Paragrafen miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 5,3 miljoen. 2. Riolering De huidige werkwijze is, dat op basis van visuele inspecties - met een camera - de meest noodzakelijke maatregelen worden bepaald. In mei 2013 is het Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan 2013-2016 (GRP+) vastgesteld, met daaraan gekoppeld een operationeel plan voor vervanging en aanpassing van het rioolstelsel. Naast het GRP+, waarin de technische onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen, is in 2005 een overeenkomst met het Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier (HHNK) afgesloten, waarin gezamenlijk werkzaamheden op milieugebied (verbeteren kwaliteit oppervlaktewater) in de komende jaren worden uitgevoerd. Het afkoppelen van de riolering maakt hier deel van uit. Met ingang van 2009 zijn de werkzaamheden uit het GRP+ en die van het Stedelijk Waterplan (SWP) gecombineerd, waardoor besparingen in de komende jaren kunnen worden gerealiseerd. Grote rioolvervangingsprojecten zijn vervangingsinvesteringen en worden conform het activabeleid geactiveerd. De aanleg van nieuwe riolering in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. Toekomstige onderhoudskosten komen daarentegen wel ten laste van het reguliere onderhoudsbudget. Uitgangspunt voor het onderhoud aan de riolering en de begroting is dat er kostendekkende tarieven (heffing gemeentelijke watertaken) zijn. In 2013 is er € 4,9 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 5,0 miljoen. 3. Openbare verlichting In 2005 is de beleidsnota, met daarin onder meer welke wegcategorieën op welke wijze worden verlicht, door de raad vastgesteld. Actualisering van deze beleidsnota staat gepland voor 2014. De uitval van de openbare verlichting is voor 80% het gevolg van defecte lampen. Herstel gebeurt binnen drie werkdagen na melding of direct tijdens de periodieke dagcontrole. Het herstel van de overige storingen (kabels, armaturen, vandalisme en dergelijke) duurt in het algemeen langer, deels als gevolg van de noodzakelijke inzet van de netbeheerder (ContiNuon). De aanleg van nieuwe openbare verlichting in uitbreidingsgebieden loopt via de grondexploitatie. De vervanging van lichtmasten gebeurt onregelmatig - vaak door schades of uitval - en betreft kleine hoeveelheden, die rechtstreeks uit het onderhoudsbudget worden gedekt. Het aanpassen van het kabelnet varieert sterk en is afhankelijk van de mate van de wegreconstructies. In 2013 is er € 0,5 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen, op een bijgestelde begroting van € 0,6 miljoen. 4. Kunst- en waterwerken Volgens de huidige werkwijze worden op basis van visuele inspecties en gedetailleerde technische inspecties de meest noodzakelijke maatregelen bepaald. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het digitaal beheersysteem DG‑Dialog. Zowel bruggen, duikers, beschoeiing en damwanden maken deel uit van het product kunst- en waterwerken. Voor het onderhoud van kunstwerken geldt dat grote vervangingsinvesteringen geactiveerd en afgeschreven worden conform de financiële verordening. De budgetten voor regulier onderhoud staan op het product Kunst- en waterwerken. In 2013 is er € 2,3 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen conform bijgestelde begroting. 5. Groen In 2009 zijn beheerplannen voor het groen en voor de bomen opgesteld. De verschillende onderdelen (Groenstructuurplan, Bomenstructuurplan en Natuurstructuurplan) van de 118 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Groene Ambitie uit 2006 hebben als belangrijke input gediend. Ook het niveau van het groenonderhoud maakte deel uit van de discussie met de gemeenteraad over de gewenste beeldkwaliteit. Er is voor gekozen de budgetten zodanig aan te passen dat, gelet op de grote areaaluitbreidingen in de afgelopen jaren, de huidige beeldkwaliteit kan worden gehandhaafd. De technische kwaliteit loopt echter niet meer in de pas met deze beeldkwaliteit. Noodzakelijke aanpassingen om de techiche kwaliteit weer in de pas te laten lopen met de beeldkwaliteit zullen deel uitmaken van de toetsing die in 2014 zal plaatsvinden. Kleinschalige groenreconstructies op wijkniveau, worden in samenspraak met de bewoners ingevuld. In 2013 is er € 4,3 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen, op een bijgestelde begroting van € 3,9 miljoen. 6. Begraafplaatsen De Nieuwe Algemene Begraafplaats Purmerend is in 2013 uitgebreid met een nieuw grafveld. Tevens zijn nieuwe urnenmuren geplaatst. In 2010 is een onderzoek afgerond over de wijze waarop in de begraafplaats moet worden geïnvesteerd en geëxploiteerd, zodat de beschikbaarheid voor de lange termijn kan worden gegarandeerd. Ten behoeve van, mogelijke, verdere uitbreidingen in de toekomst zijn nog - aangrenzend aan de huidige begraafplaats - terreinen beschikbaar. Deze terreinen zijn enkele jaren geleden al door de gemeente aangekocht. Op de begraafplaats staat bebouwing, bestaande uit een aulacomplex en een machineberging. De aula is een aantal jaren geleden uitgebreid en voldoet in 90% van de plechtigheden aan de vraag. Het op de begraafplaats aanwezige crematorium wordt door particulieren geëxploiteerd. In 2013 is er € 0,7 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen, op een bijgestelde begroting van € 0,8 miljoen. 7. Sportfaciliteiten en speelvoorzieningen De gebouwen en voorzieningen zijn eigendom van de gemeente, maar worden geëxploiteerd door stichting Spurd. De gemeente blijft dan ook verantwoordelijk voor de gangbare eigenaarlasten, waaronder groot onderhoud en opstalverzekeringen. Voor het Leeghwaterbad, de binnensportaccommodaties en de voor rekening van de gemeente komende buitensportaccommodaties (inclusief toplagen) zijn onderhoudsplannen opgesteld. De plannen worden regelmatig geactualiseerd. De gemeente begroot de vervangingsinvesteringen in meerjarenperspectief en stelt deze middelen ter beschikking aan de stichting. Stichting Spurd beheert de sportterreinen en gebouwen en beschikt over de middelen voor het dagelijks en planmatig (groot) onderhoud, waarvoor zij een subsidie ontvangt van de gemeente. De speelvoorzieningen heeft de gemeente zelf in beheer. Voor het in stand houden en een veilig gebruik worden de onderhoudsplannen geactualiseerd. In 2013 is er € 2,8 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen, op een bijgestelde begroting van € 2,9 miljoen. 8. Gebouwen De vervanging- en onderhoudslasten voor de panden die de gemeente in gebruik heeft, worden in meerjarenperspectief geactualiseerd. Het betreft de diverse panden die door de gemeente zelf worden gebruikt (zoals het stadhuis, kantoor de Koog, de brandweerkazerne en Theater de Purmaryn), gebouwen in gebruik bij schoolbesturen, welzijnsinstellingen en overige verhuurde percelen. Aan de gebouwen wordt zodanig onderhoud verricht dat deze in een toestand blijven, die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is. Het onderhoud valt uiteen in: • jaarlijks terugkerende gebruiks- en onderhoudslasten (energielasten en dagelijks onderhoud); 119 Programmarekening 2013 | De Paragrafen • planmatig onderhoud voor vervanging van technische en bouwkundige installaties (vervanging dak, cv- installatie) dat met een zekere regelmaat terugkeert. Het noodzakelijke onderhoud wordt gepland en jaarlijks wordt de begroting in meerjarenperspectief geactualiseerd conform de systematiek van de beheersapplicatie Kraan. Zo mogelijk wordt het groot planmatig onderhoud opgenomen in de lijst met vervangingsinvesteringen en geactiveerd conform de financiële verordening. Het overige planmatig en dagelijks onderhoud wordt in de exploitatie geactualiseerd. Het planmatig onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te egaliseren wordt er gebruikgemaakt van onderhoudsvoorzieningen (zie de bijlage Reserves en Voorzieningen). 9. Wagenpark De vervanging van het wagenpark wordt in meerjarenperspectief geraamd, waarbij wordt afgeschreven conform de financiële verordening. Het moment van vervangen gebeurt waar mogelijk op basis van een langere technische levensduur. Van jaar tot jaar wordt de vervanging geactualiseerd. Het gehele wagenpark heeft in 2013 een exploitatielast van € 1,3 miljoen (inclusief kapitaalslasten) ten opzichte van een bijgestelde begroting van € 1,2 miljoen. De lasten zijn doorgerekend aan diverse producten waar voertuigen worden ingezet. Soms gebeurt de doorbelasting als directe last, zoals het inzetten van de afvalinzamelvoertuigen voor de afvalverwijdering. In andere gevallen, wanneer de auto onlosmakelijk behoort tot de inzet van personeel, gebeurt de doorbelasting via de afdelingsgebonden kosten naar de kostendrager. 6.4 Grondbeleid ALGEMEEN Op 24 mei 2012 heeft de raad de nota grondbeleid vastgesteld. Deze nota speelt in op de ontwikkelingen, zoals onder andere de wijzigingen in de wet- en regelgeving en de financiële en economische crisis. De nota geeft in belangrijke mate de wijze weer waarop de gemeente Purmerend invulling kan en/of moet geven aan de uitvoeringsstrategie voor het gemeentelijk grondbeleid. Onderdeel daarvan is de wijziging van de gewenste strategie op het grondbeleid. De uitvoeringsstrategie, waarvoor deze nota het kader biedt, is afhankelijk van inhoudelijke ontwikkel- en beleidsvisies van de gemeente en hoe de gemeente deze ambities (ontwikkel- en beleidsvisies) optimaal waarborgt. Daarbij zijn marktomstandigheden en het risicoprofiel van ontwikkelingen belangrijke aspecten. Essentieel hierbij is dat per geval een strategische keuze (ontwikkelingsstrategie) moet worden gemaakt met betrekking tot de samenwerkingsvorm. DOELSTELLING De gemeente zal per geval en locatie een keuze maken voor het voeren van een actief of faciliterend grondbeleid, op welke wijze zij grondexploitatie wil (laten) voeren en welke samenwerkingsvorm het meest geschikt is. Om deze doelstelling te realiseren is het volgende beleid geformuleerd: • op basis van het beperken van risico’s en gemeentelijke investeringen, faciliteren waar kan en actief waar nodig; • het voeren van actief grondbeleid waar noodzakelijk in verband met beoogde winstbestemming en daar waar mogelijk ter versterking van onderhandelingspositie; • het voeren van faciliterend grondbeleid, als het risicoprofiel of de grondpositie daartoe aanleiding geeft; 120 Programmarekening 2013 | De Paragrafen • vooraf bepaalt het college in een vertrouwelijke notitie per afzonderlijk project welke grondbeleidstrategie wordt toegepast. Een risico-inschatting en een eventueel verwervingsplan maken hiervan onderdeel uit. De gemeenteraad wordt hierover vertrouwelijk geïnformeerd; • bij het sluiten van een overeenkomst met een initiatiefnemer vormt het exploitatieplan het uitgangspunt voor het kostenverhaal, waarbij gelijktijdig afspraken worden gemaakt over de levering van gronden die tot het openbaar gebied zullen gaan behoren; • bij de jaarrekening legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad over het gevoerde grondbeleid. ACTIEF EN FACILITEREND GRONDBELEID In de afgelopen decennia heeft de gemeente voornamelijk actieve grondpolitiek bedreven als instrument om het ruimtelijk ordeningsbeleid vorm te geven. Dit betekende aankoop van gronden, in eigen regie een plan ontwikkelen en de grond weer uitgeven. Het voordeel hiervan was maximale invloed op het te realiseren (woningbouw-) programma en het tempo van uitvoering. Bijkomend voordeel was een inkomstenstroom in het grondbedrijf als gevolg van de succesvolle exploitatie van deze plannen. In toenemende mate dienen zich echter projecten aan die niet door middel van actieve grondpolitiek uitgevoerd kunnen worden. Dit omdat de grond simpelweg niet te koop is, omdat het risico van een ontwikkeling te groot is of omdat de financiële haalbaarheid aan grote financiële risico's verbonden is. Daarom zal in de toekomst de rol van de gemeente bij het grondbeleid zich steeds meer gaan richten op een faciliterende rol. Hierbij zal de rol van de gemeente zich beperken tot een regierol, waarbij getracht wordt de gemeentelijke doelstellingen te realiseren, zonder dat de gronden in eigendom zijn van de gemeente. Onder de huidige marktomstandigheden vragen de marktpartijen een actieve rol bij het grondbeleid. Dit betekent dat de gemeente het bouwrijp maken van de gronden en het woonrijp maken van het openbaar gebied voor haar rekening neemt. De insteek van gemeentewege is om zoveel mogelijk faciliterend grondbeleid te voeren. De afweging over het te voeren grondbeleid wordt, overeenkomstig de Nota Grondbeleid per locatie ter besluitvorming voorgelegd. Kerngegevens projecten in ontwikkeling Boekwaarde 01-01-2014 V/N Indicatie mogelijk einddatum projectresultaat Actief grondbeleid Wheermolen-West Parkzone Brantjesstraat Kop van West € 1.136.268 N €0 € 6.887.434 N 2017 V NB 2015 V € 365.000 2023 V € 24.790 Facilitair grondbeleid nvt € 0,00 € 8.023.702 N 121 Programmarekening 2013 | De Paragrafen € 389.790 Niegg Industrieterrein Purmerweg* Brantjesterrein, Purmersteenweg* Grootte Boekwaarde Boekwaarde plangebied per m² 1.383.144 10.626 130 615.654 4.820 128 53.069 1.612 33 0 45.193 - Riekstraat 21/Gaffelstraat 44 Wheermolen West Parkzone en De Driehoek Tarwestraat 3.785 Goudenregenstraat 1.600 Graeffweg 70/Grotenhuysweg 2.740 Vijfhoek 2.229 Totaal 1.488.117 72.605 33 *Voor de projecten Brantjesterrein en het industrietrerrein Purmerweg ( de Where) geldt dat de boekwaarde voor een belangrijk deel bestaat uit opstallen die momenteel worden verhuurd. De beheerskosten( rentekosten en belastingen ) worden goedgemaakt door de huuropbrengsten.Voor het industrieterrein Purmerweg is een voorziening getroffen. Voor zowel het industriegebied Purmerweg als voor Wheermolen-West Parkzone en Driehoek zijn ontwikkelingsvoorstellen in voorbereiding die in 2014 aan de gemeenteraad worden aangeboden. Voor de projecten Wheermolen-West parkzone en Driehoek is in de berekening van het benodigd weerstandsvermogen een bedrag mee genomen voor het risico dat beide projecten niet neutraal ontwikkelt kunnen worden. In 2014 aangewezen Niegg's (nog niet opgenomen in de programmarekening 2013) Niegg's 2014 GrootteBoekwaarde Boekwaarde plangebied per m² Etserstraat 1-3 304.198 4.157 73 Karekietpark 4-14. 20 en Oudslaan 2 409.025 23.000 18 56.836 4.674 12 3.564 0 Primulastraat 2 Koggenland 90 Grootstraat ('t Noot) Totaal 770.059 2.419 0 37.814 20 WINSTNEMING GRONDEXPLOITATIES KOMENDE JAREN Bij het verwerken van gerealiseerde, dan wel nog te realiseren, winsten en verliezen ten aanzien van grondcomplexen, wordt binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek gehanteerd: 1. Verliesneming Zodra onomstotelijk duidelijk wordt dat een complex verliesgevend zal worden afgesloten, wordt dit verlies genomen (als correctie van de boekwaarde) en wordt aan de raad voorgesteld als dekking een onttrekking aan de algemene reserve te laten plaatsvinden. 2. Winstneming Van projecten die zich in de planuitvoeringsfase bevinden worden winsten toegevoegd aan de algemene reserve. In principe is dat het geval bij afsluiting van de grondexploitatie, 122 Programmarekening 2013 | De Paragrafen tenzij tussentijdse winstneming verantwoord is. Als stelregel voor tussentijdse winstneming dient in de rekenwijze rekening te worden gehouden met mogelijke financiële risico’s die in de toekomst van invloed kunnen zijn op het positieve eindresultaat van de desbetreffende grondexploitatie. De risico’s hebben zowel betrekking op de kosten- als opbrengstenkant. Bij tussentijdse winstneming worden deze risico’s als volgt ingeschat: 1. 25 % over de nog te ontvangen opbrengst. 2. 10 % over de nog te maken kosten. Concreet betekent dit dat alleen voor het project Weidevenne in de meerjarenbegroting rekening wordt gehouden met een winstneming van € 3,7 miljoen over de jaren 2015-2017. De winstneming van het project Baanstee Noord ligt te ver weg in de tijd om mee te nemen. 6.5 Financiering A. DOELSTELLING In deze paragraaf wordt helder gemaakt hoe de financieringsfunctie is ingericht en hoe daarmee wordt gewerkt. Sturen, beheersen en controleren behoren hierdoor tot de mogelijkheden. De hoofdlijnen op treasurygebied zijn vastgelegd in de verordening 212 en 213a die in 2010 is vastgesteld. In de verordening staan regels over: • de algemene doelstelling van de financieringsfunctie; • te hanteren richtlijnen en limieten; • de administratieve organisatie, daaronder begrepen taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheidsrelaties en informatievoorziening. B. RISICOBEHEER In de Wet Fido is een kasgeldlimiet en een renterisiconorm gegeven om de invloed van (externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te beperken. Renterisico Het renterisico is het risico dat het saldo van de rentebaten en de rentelasten nadelig verandert door wijzigingen in het rentepercentage op uitzettingen en leningen, kort- en langlopend. De risiconorm wordt berekend door een in de Uitvoeringsregeling Fido vastgesteld rentepercentage van 20% te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld per 1 januari van enig jaar. Het doel van deze norm is het beheersen van de renterisico's op de vaste schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door onder andere het aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille. In 2013 is binnen de wettelijke norm ten aanzien van de vaste schuld, de renterisiconorm, gebleven. Zowel op kasbasis als contractbasis. In de volgende tabel wordt het renterisico in relatie tot de norm aangegeven. (bedragen x duizend euro). 123 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Kasbasis Contractbasis (1a) Renteherziening op vaste schuld o/g - - (1b) Renteherziening op vaste schuld u/g - - (2 ) Renteherziening op vaste schuld (1a-/- 1b) - - (3a) Nieuw aangetrokken vaste schuld 53.000 53.000 (3b) Nieuw verstrekte lange leningen - 8.000 -8.000 (4 ) Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-/- 3b) 45.000 45.000 (5 ) Betaalde aflossingen 71.532 71,532 (6 ) Herfinanciering (laagste van 4 en 5) 45.000 45.000 (7 ) Renterisico op de vaste schild (2+6) 45.000 45.000 (8 ) Renterisiconorm 58.832 58.832 (9a ) Ruimte onder renterisiconorm (8 -/- 7) 13.832 13.832 (9b ) Overschrijding renterisiconorm (7 -/- 8) - - (10 ) Stand van de vaste schuld 01/01/2013 294.160 294.160 (11 ) Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage 20% 20% (12 ) Renterisiconorm (10 maal 11) 58.832 58.832 Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld Berekening renterisiconorm Kredietrisico (prudent beheer) Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet (tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie of deficit. In de verordening is vastgelegd dat uit hoofde van de treasuryfunctie, uitzettingen alleen mogen worden gedaan bij financiële instellingen die een AAA-rating hebben. In 2013 zijn er geen uitzettingen van middelen geweest. Koersrisico Dit is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door negatieve koersontwikkelingen. Door gebruik te maken van díe instrumenten voor de kortlopende uitzettingen (zoals daggeld en rekening courant), is het te lopen koersrisico minimaal. Langlopende uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie hebben niet plaats gevonden. Met betrekking tot het verstrekken van geldleningen en garantstellingen uit hoofde van de publieke functie, hebben zich geen bijzondere risico’s voorgedaan. De risico’s voor het afgeven van garanties op woningbouwleningen zijn voor de gemeente beperkt. Bij calamiteiten bij woningbouwverenigingen is als eerste het WSW aansprakelijk voor mogelijke claims. Valutarisico’s Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (de euro). C. RELATIEBEHEER Op het gebied van de relaties met financiële instellingen hebben zich in 2013 geen relevante ontwikkelingen voorgedaan. 124 Programmarekening 2013 | De Paragrafen 6.6 Bedrijfsvoering ALGEMEEN Uitvoering van de gemeentelijke taken is mogelijk bij een adequate bedrijfsvoering. De Gemeentewet schrijft voor dat de werkzaamheden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend worden uitgevoerd. De borging en toetsing daarvan ligt besloten in de wijze van bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering is in belangrijke mate de verantwoordelijkheid van het directieteam van de gemeente. Het directieteam opereert voor de bedrijfsvoering binnen de wettelijke kaders, bewaakt een adequate rolverdeling tussen het college en de directie en zoekt afstemming met het college over de na te streven doelstellingen. Naast de algemene en wettelijke doelstellingen betreft die afstemming in belangrijke mate de richting waarin de gemeentelijke organisatie zich dient te begeven. Er wordt gestuurd op een meer faciliterende rol. Doelen stellen, plannen maken en die uitvoeren worden getoetst aan de vraag of dit de burger helpt. In 2013 heeft de bedrijfsvoering met name in het teken gestaan van: 1. de voorbereiding van het overnemen van de taken en het personeel van de Beemster; 2. het uitwerken van de bezuinigingsdoelstelling op de ambtelijke organisatie; 3. het opzetten van programma Het Beter Werken (HBW); 4. vertrek/ontvlechting brandweer. GEMEENTE BEEMSTER In samenwerking met Beemster is bekeken welke taken Purmerend voor Beemster zou gaan uitvoeren. Hierop is een capaciteitsplan gemaakt en in samenwerking met een plaatsingscommissie zijn medewerkers van Beemster geplaatst. In november is een introductiedag voor de nieuwe collega's georganiseerd en per 1 januari 2014 zijn ze daadwerkelijk in dienst van Purmerend getreden. KRIMP ORGANISATIE Bij het opstellen van de Kadernota 2014 bleek dat de gemeente met een aanzienlijke taakstelling werd geconfronteerd. De uitwerking van de bezuinigingsmaatregelen leidde onder andere tot een besluit tot krimp van de organisatie van 92 fte in 2017. In 2013 is enerzijds een begin gemaakt met de formatiereductie, anderzijds zijn en worden er door de afdelingen plannen uitgewerkt om tot een taken-/formatiereductie te komen. De krimp 2013 bedraagt 12,87 fte. Daarnaast heeft de besparing op materieel budget van bedrijfsvoering ook geleid tot een bijdrage aan de gemeentelijke taakstelling voor een bedrag van circa € 0,5 miljoen. HET BETER WERKEN Begin 2013 is een businesscase voor Het Nieuwe Werken opgesteld. In juni heeft de gemeenteraad op basis hiervan het krediet van bijna € 7,8 miljoen beschikbaar gesteld om de noodzakelijke veranderingen in resultaatgericht werken, huisvesting en informatievoorziening mogelijk te maken. Het voteren van het krediet was nodig om met de inhoudelijke voorbereidingen te kunnen starten. Er is gekozen voor een programma met drie hoofdprojecten: 1. Mens en sturen (rolneming en cultuur), 2. Huisvesting (verbouw stadhuis en verhuur aan derden) en 3. Digitaal werken (tijd- en plaatsonafhankelijk werken). Omdat het programma nadrukkelijk focust op de andere rolopvatting van de gemeente en zich niet alleen richt op het werkconcept 'Nieuwe Werken', is ervoor gekozen om het programma de naam 'Het Beter Werken' te geven. In de tweede helft van 2013 heeft de directie een officiële programmaopdracht opgesteld en verstrekt. Er is een multidisciplinair programmateam samengesteld met mensen uit de eigen organisatie. Het eerste product van dit programmateam was de risicoanalyse. 125 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Deze is medio oktober aan de raad aangeboden zodat het meegewogen kon worden bij de begrotingsbehandeling. Er is veel tijd en energie gestoken in het creëren van draagvlak voor het programma in de ambtelijke organisatie. Het hoofdproject Digitaal Werken is gedeeld in 2 projecten: Vernieuwing ICT infrastructuur, en Digitalisering (documenten en processen). Er is gestart met de ontwerpen voor de tijd-, plaats- en apparaatonafhankelijke werkplek (werkplekvirtualisatie). Tevens is gestart met de verplaatsing en verbouwing van de hiervoor benodigde serverruimte. In het project Digitalisering werken we volgens een iteratieve manier. Dit betekent kleine behapbare resultaten waarvan we leren voor het vervolg, dat we dan ook steeds weer herijken. Eerst is een inventarisatie van de wensen gemaakt samen met alle afdelings MT’s. In het directie/afdelingsmanagers overleg is vervolgens een keuze gemaakt voor welke vier digitaliseringsprojecten er nu als eerste business cases gemaakt worden. VERTREK / ONTVLECHTING BRANDWEER Voor een soepele overgang naar de veiligheidsregio is relevante informatie overgedragen, zijn er afspraken gemaakt over tijdelijke continuering van faciliteiten na 1 januari 2014 en doorbelasting van deze kosten. Ook zijn er middelen overgedragen en is de boekwaarde van de activa in rekening gebracht. Omdat de brandweerkazerne voorlopig eigendom blijft van de gemeente is er een gebruikersovereenkomst opgesteld die begin 2014 zal worden getekend. Het beheer van het gebouw is bij team Vastgoed ondergebracht. De overgang naar de veiligheidsregio heeft als gevolg dat taken bij de verschillende onderdelen van bedrijfsvoering zijn vervallen, terwijl personeel achterblijft omdat dit slechts een deel van hun werkzaamheden betrof. Dit betekent dat er een extra opgave voor de formatiekrimp ligt. Overigens is de zorg voor het beleidsveld veiligheid bij het team Integrale Veiligheid ondergebracht. INFORMATIEVOORZIENING EN DIGITALISERING In toenemende mate speelt het belang van de veranderende rol van de informatievoorziening (IV) van Purmerend. Aandachtsvelden van een viertal bedrijfsvoeringsteams die verschillende IV focusgebeiden hebben, zijn door diverse gemeentelijke en technische ontwikkelingen aan het samensmelten en versterken elkaar. Het gaat hier om basisregistraties, documentaire informatie, processen en automatisering, en data-analyse en beleidsinformatie. Het stelsel van basisregistraties speelt een belangrijke rol in het aanpakken van maatschappelijke vraagstukken. Of het nu gaat om uitrukkende hulpdiensten, het efficiënt vaststellen van het recht op uitkering, het toetsen van vergunningaanvragen of het bestrijden van fraude; alle betrokkenen hebben baat bij slim gebruik van veel gebruikte overheidsgegevens zoals adressen, persoonsgegevens, bedrijfsnamen en geo-informatie. Deze gegevens worden vastgelegd in basisregistraties. Door al bekende gegevens binnen de overheid met elkaar te delen, kan de overheid efficiënter opereren en de dienstverlening leveren, en volstaat één melding. Hiervoor zet de Nederlandse overheid dit stelsel van basisregistraties op. Het streven is ook zoveel als vooral binnen privacy-kaders mogelijk, de gegevens open te stellen voor raadpleging of gebruik door burgers en bedrijven. Onderstaande is een opsomming van belangrijke mijlpalen in 2013 op het gebied van de informatievoorziening en digitalisering: • De oplevering van het digitale vergunningssysteem SquitXO voor VTH (vergunning aanvraag, status, interne workflow, historie). De burger kan nu meer zelf doen in de aanvraag en dat op de plaats en tijd dat het hem/haar het beste uitkomt. De inspecteurs hebben via Squit2Go de mogelijkheid op locatie op de tabletcomputer gegevens in te zien en te muteren. 126 Programmarekening 2013 | De Paragrafen • De digitale begraafplaatsadministratie voor Stadsbeheer en de aansluiting ervan op de GBA. Voor begrafenisondernemers betekent dit een verlaging van de administratieve lastendruk. Binnen de gemeente is de eerste efficiëntiewinst zichtbaar in zowel het foutlozer lopen van de processen, als door de inzichtelijkheid van werkvoorraad en statussen. • Er is een koppeling gerealiseerd tussen GWS en Decade: respectievelijk het backoffice systeem van afdeling Werk & Welzijn (W&W), en het financiële systeem van de gemeente. Hierdoor kunnen nu ook alle facturen over re-integratie afgehandeld worden met behulp van het digitale factuurafhandeling systeem 2020Vision, zoals dat al met de externe facturen voor de gemeente gebeurt. Verder heeft de koppeling ervoor gezorgd dat de boekhoudkundige overdracht tussen GWS en Decade plaatsvindt zonder arbeidsintensieve en foutkans vergrotende, handmatige handelingen. • De implementatie van een datadistributiesysteem (DDS) inclusief de aansluiting erop van de basisregistraties GBA en BAG (basisadministratie gebouwen). Het datadistributiesysteem zorgt dat de gegevens uit de aangesloten basisregistraties op eenvoudige en gestandaardiseerde wijze bij “afnemende” applicaties kunnen komen. Key2begraven (de nieuwe digitale begraafplaatsadministratie), SquitXO en GWS zijn als afnemende applicaties al aangesloten op het DDS en worden daarmee automatisch voorzien van de juiste BAG en/ of GBA gegevens. • Ten behoeve van uitbreiding van het aantal e-formulieren op internet is een overeenkomst gesloten met een leverancier die hier veel gemeenten mee helpt. Op basis hiervan worden in de eerste helft van 2014 verschillende nieuwe e- formulieren geïmplementeerd waardoor de digitale ingang voor de burgers en bedrijven verbreed wordt. • Er zijn wederom stappen gezet in het meerjarentraject van het verder uitbouwen van het stelsel van basisregistraties en het professionaliseren van het beheer en gebruik ervan. De gemeente ligt op schema om te blijven voldoen aan de wettelijke verplichtingen die er gelden voor de basisregistraties. De BAG (basisadministratie gebouwen) is gekoppeld aan de WOZ registratie. Voor de BGT (basisregistratie grootschalige topografie) is in 2013 de benodigde software aanbesteed en initieel uitgerold. Het principe van eenmalige inwinning en meervoudig gebruik leidt tot efficiëntie, kostenbesparing en hogere kwaliteit. • Er is gestart met één van de infrastructurele randvoorwaarden voor verdere digitalisering: de verbouw van de serverruimte en het opstellen van de functioneel detail ontwerp voor de nieuwe ICT-werkplek. • De vervanging van het leerling volgsysteem voor W&W is aanbesteed en gegund. Met dit systeem kunnen onder andere de leerplichtambtenaren makkelijker bij de dossiers, ook via een tablet op locatie. Dit betekent betere en snellere dienstverlening aan de burgers, en efficiëntie in het proces door het vervallen van handmatige administratieve handelingen. • Er is een groot aantal ICT-systemen voor de dienstverlening aan Beemster gereed gemaakt. De begrotingscyclus van Beemster is verwerkt in de financiële systemen van Purmerend. En Aris is heringericht zodat het Klantcontactcentrum (KCC) de meldingen van burgers uit Beemster goed kan verwerken. • Er zijn diverse pilots met nieuwe ICT-middelen gehouden. W&W en Inwoners zijn ondersteund met een Skype-werkplek. Ook is een team van W&W als pilot voorzien van volledig mobiele werkplekken: laptops en mobiele telefoons, en de vaste telefoons zijn weggehaald. Het betreffende team was enthousiast om de voor- en nadelen van een dergelijke ICT-inrichting aan den lijve te ervaren. En ervaring op te doen met de kansen die het biedt, maar ook met de aanpassingen die het van de inrichting van het werk vergt. • In 2013 is de eerste verplichte beveiligingsaudit gehouden op de DigiD aansluitingen die de gemeente gebruikt. Onderdeel daarvan is ook het (legaal) proberen te "hacken" van onze ICT-omgeving. DigiD wordt in een aantal gevallen gebruikt voor authenticatie van burgers 127 Programmarekening 2013 | De Paragrafen bij het aanvragen van diensten of het inzien van de status. Bij één van die toepassingen bleek de leverancier van de gemeente slecht te scoren. Dit heeft ons doen besluiten de vervanging van die toepassing en daarmee het wisselen van leverancier te versnellen. PLANNING EN CONTROL In 2013 is er een start gemaakt naar een betere balans tussen tellen (cijfermatige, kwantitatieve verantwoordingsgegevens) en vertellen (kwalitatieve verantwoordingsgegevens). De raad is in mei 2013 meegenomen om een beter inzicht te krijgen in de effectiviteit van de inzet van de beschikbaar gestelde middelen en de betrokkenheid van de inwoners en instellingen te verbeteren. Als uitgangspunt geldt dat inwoners en gebruikers actief worden betrokken bij het meten van de effecten, en dat, afhankelijk van het onderwerp, het verantwoordingsproces anders kan worden ingevuld. Dit heeft geleid tot één programma Samenleving. RECHTMATIGHEID/INKOOP Door bundeling en aanbesteding van inkoop wil de gemeente bevorderen dat doelmatig en rechtmatig wordt omgegaan met de besteding van de aan haar toevertrouwde middelen. Het jaarlijks opgestelde Inkoop Jaarplan is hiervoor een belangrijk sturingsinstrument. De speerpunten die het college heeft vastgesteld, zijnde sociaal rendement, duurzaamheid, regionaal aanbesteden en locale ondernemers daar waar mogelijk uitnodigen, zijn inmiddels standaard toegepast bij de aanbestedingen. De nieuwe aanbestedingswet is geïmplementeerd en tevens zijn de inkoopvoorwaarden en het inkoopbeleid van de VNG aangevuld en overgenomen. Inmiddels zijn 400 contracten die zijn aanbesteed ingevoerd in het digitale systeem. De eerste digitale aanbesteding via Tenderned staat op de planning voor de eerste maand van 2014. BETALINGSGEDRAG CREDITEUREN In 2013 is de gemiddelde betalingstermijn gedaald naar 24 dagen. Alle facturen te betalen binnen 30 dagen is niet mogelijk omdat de geleverde prestatie niet altijd voldoet en de factuur niet altijd conform onze inkoopvoorwaarden wordt ingediend. Op dit moment wordt 80% van de facturen binnen 30 dagen betaald. In 2014 zal er actief leveranciers benaderd worden om de factuur conform inkoopvoorwaarden in te dienen. Tevens zal er onderzocht worden of we intern nog een bijdrage kunnen leveren om 90% te realiseren. Prestatie-indicator betalingsgedrag crediteuren 2013 Realisatie % van de ingekomen facturen die binnen 30 dagen betaald zijn 90% 80% HUISVESTING/FACILITAIR Huisvesting Werkplein. De Kamer van Koophandel heeft kenbaar gemaakt de huurovereenkomst op te zeggen en Purmerend te verlaten onder druk van bezuinigingen. Per 1 januari 2014 is de vestiging voor bezoekers reeds gesloten. Onderzocht wordt welke invulling 2 gegeven kan worden aan de vrijgekomen m 's. MOBILITEIT EN ONTWIKKELING Ontwikkelen en krimpen gaan de komende jaren hand in hand. Daarnaast zijn er landelijke trends (zoals langer doorwerken) die vragen om een actieve regie op in-, door- en uitstroom. Actief werkgever- en werknemerschap is de afgelopen tijd vooral ingezet om de bewustwording te creëren rondom vitaal en inzetbaar zijn en blijven. De flexbank is uitgebreid naar een carrièreplatform, een site waar alles te vinden is over wat met loopbaan, ontwikkeling en mobiliteit te maken heeft zoals vacatures en flexklussen, instrumenten, nieuwtjes, succesverhalen van collega’s en workshops. In november is in samenwerking met 128 Programmarekening 2013 | De Paragrafen de ondernemingsraad de Week van de Mobiliteit gehouden, waarin medewerkers allerlei workshops en lezingen konden volgen. VERZUIM De verzuimdoelstelling en Eigen Regie waren de uitgangspunten bij de start van de samenwerking met de Arbo Unie in maart 2011. Eind 2012 was de doelstelling van 5,27% (verzuimpercentage) met 5,28% bijna bereikt. De verzuimfrequentie was in dat jaar nog wel hoger dan de doelstelling. In 2013 is het verzuimpercentage met 1,21% gestegen naar 6,49%. De de verzuimfrequentie is licht gedaald naar 1,54 maar ligt nog steeds boven de norm (1,46). Vier afdelingen hebben een verzuimpercentage dat meer dan 20% boven de norm ligt. Drie van deze afdelingen hebben ook een hoge meldingsfrequentie. Op dit moment wordt in samenwerking tussen het management, de arbodienst en team P&O, een analyse van de mogelijke oorzaken van het hoge verzuim en de te ondernemen acties voorbereid. In 2014 zal actief op het voorkomen en beheersen van verzuim worden gestuurd. ARBO In 2013 is er uitvoering gegeven aan de inzet van preventiemedewerkers. In 2014 zullen we daar de eerste revenuen van ondervinden. In 2013 is ook het onderzoek naar de benodigde vorm van PMO (periodiek medisch onderzoek) afgerond. In 2014 zal dit worden uitgerold. In het voorjaar zijn er aanpassingen aan de klimaatinstallatie van het Werkplein doorgevoerd. Deze aanpassing zorgt ervoor dat ook in de zomerperiode de binnentemperatuur binnen acceptabele normen blijft. PERSONEEL IN DIENST VERSUS INHUUR DERDEN Formatie Organogram per 1-1 (aantal fte's) 2011 2012 2013 775,17 756,10 752,54 Vacatures per 1-1 (aantal functies) 19 5 5 Instroom (aantal medewerkers) 49 33 34 Uitstroom (aantal medewerkers) 36 35 81 Het aantal fte's per 1-1-2014 is 726,76 fte. Dit aantal is exclusief brandweer maar inclusief formatie Beemster. Instroom en uitstroom 2013 is inclusief de uitstroom van de beroepsmedewerkers van de Brandweer per 31 december naar de Veiligheidsregio. Inhuur derden In 2013 is de daling van de inhuur van het aantal externen gestopt. Gemiddeld zijn in 2013 103 externen per kwartaal ingezet bij gemeente Purmerend. In 2012 lag dat gemiddelde nog op 94,25 per kwartaal. Er is in 2013 voor een bedrag van € 4,3 miljoen aan inhuurkosten verantwoord. In 2012 was dit nog € 4,7 miljoen. 129 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Personeel versus inhuur derden (bedragen x € 1.000) Loonsom (realisatie) Loonsom vacatures 2012 2013 42.567 43.178 2.468 1.963 1 Verrekeningen/detacheringen Totaal loonsom vacatures 253 549 2.721 2.512 389 291 Vergoedingen ziekte en zwangerschapsverlof Begrote inzet inhuur tijdelijke krachten Begrote inzet externe expertise 625 729 1.849 1.378 Begrote inhuur expertise t.l.v. investeringskredieten 100 82 Totaal beschikbaar budget inhuur 5.684 4.992 Inhuurkosten t.l.v. vacatureruimte 3.221 3.171 Inhuurkosten expertise 1.469 1.120 Totaal kosten inhuur derden 4.690 4.291 994 701 Verschil inhuur derden 1. Betreft niet functioneel begrote verrekeningen t.l.v. projecten en/of niet begrote opbrengst detacheringen. Het verschil tussen de begrote loon-/inhuurkosten en gerealiseerde loon-/inhuurkosten is in 2013 € 0,7 miljoen. Het voordeel resulteert in een lagere doorbelasting aan de verschillende producten/programma's. Door dit voordelig reultaat wordt de begrote gemeentebrede taakstelling gerealiseerd en is er in 2013 geen sprake van frictiekosten. RECHTMATIGHEID Begrotingsrechtmatigheid Een onderdeel van de rechtmatigheidtoetsing vormt het controleprotocol van de accountant. Dit protocol bevat de volgende punten: • 1% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2013 voor fouten ; • 3% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2013 voor onzekerheden . Door de raad zijn geen specifieke te controleren aandachtspunten opgegeven. Begrotingsonrechtmatigheden binnen de exploitatie Op programmaniveau zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten onrechtmatig en moeten op programmaniveau worden toegelicht (artikel 189, lid 3 van de Gemeentewet). Bij het uitvoeren van de begroting wordt als zogenaamde begrotingsonrechtmatigheid aangemerkt lasten op een programma voor zover deze hoger zijn dan de vastgestelde actuele begroting. Dit betekent dat er geen besluiten tot wijziging van de begroting meer tot stand zijn gekomen, na afloop van het begrotingsjaar 2013. Voor deze overschrijding geldt dat moet worden toegelicht wat de oorzaken zijn, en dat voor zover kan worden toegelicht dat er samenhang is met andere onderschrijdingen of hogere baten, deze uitleg toereikend is. De programma’s die zijn overschreden zijn hieronder in een tabel bijeengebracht. Vanwege de samenhang met het rekeningresultaat (lees de onttrekkingen en toevoegingen aan reserves) wordt ook getoond voor welk bedrag (eventueel) de overschrijding gecompenseerd wordt met een mutatie op specifieke reserves. 130 Programmarekening 2013 | De Paragrafen Programma (bedragen x € 1.000) 06. Beheer Openbare Ruimte Bijgestelde Samenhang begrotingOverschrijding met reserves -23.391 -749 Nee 08. Veiligheid -8.274 -70 Nee 09. Economie -954 -95 Nee -1.699 -86 Nee Algemene dekkingsmiddelen Toelichting De begrotingsonrechtmatigheid in 2012 was € 0,3 miljoen. Voor 2013 is de begrotingsonrechtmatigheid € 1,0 miljoen. Deze onrechtmatigheid wordt veroorzaakt in de volgende programma's: Programma Beheer Openbare Ruimte De overschrijding op het programma Beheer Openbare Ruimte wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door € 694.100 hogere lasten voor grond- en stenendepot. Op de genoemde depots worden, in het kader van duurzaamheid, kosten gemaakt voor het hergebruik van grond en stenen, welke middels tariefstelling op een later tijdstip aan (herinrichtings)projecten worden toegerekend. Voor 2013 zijn op die wijze ook € 583.600 hogere opbrengsten gegenereerd. De structurele werkzaamheden voor het gronddepot Baanstee-Noord zullen naar aanleiding van het besluit d.d. 28 november 2012 (voorstel 1103068) met ingang van 2014 neutraal in de begroting worden opgenomen. Daarnaast is sprake van een overschrijding op groenonderhoud, hetgeen onder andere wordt veroorzaakt door het herstellen van de stormschade van de twee najaarsstormen. De totale schade binnen programma 6: Beheer Openbare Ruimte bedroeg € 277.000, waarvan € 210.000 is besteed aan het opruimen van omgewaaide bomen en afgevallen takken en € 67.000 aan de herplanting van bomen. Een deel van deze lasten kon worden gecompenseerd met diverse kleinere onderschrijdingen elders in het programma en hogere tegemoetkomingen in de uitvoeringskosten ter hoogte van € 41.000, afkomstig van nutsbedrijven. De gevolgen van de storm zijn ook zichtbaar in programma 8 Veiligheid, in verband met verhoogde inzet van brandweer en hulpdiensten. Programma Veiligheid Zie programma Beheer openbare ruimte. Programma Economie De kostenoverschrijding wordt voor € 24.000 veroorzaakt door extra ureninzet en voor € 77.000 voor incidentele begeleiding en aanbesteding van reclame billboards. Algemene dekkingsmiddelen De overschrijding op de lasten bedraagt € 86.000 en wordt veroorzaakt door invulling van de ambtelijke taakstelling. Begrotingsonrechtmatigheden op investeringen Ook voor de investeringen geldt dat uitgaven boven het bedrag waarvoor krediet is verleend aangemerkt worden als onrechtmatig. Overschrijdingen dienen vooraf te worden gemeld aan de raad. Voor de investeringskredieten 2013 geldt dat overschrijdingen zijn benoemd en toegelicht per programma in de financiële toelichting. Voor een aantal overschrijdingen geldt 131 Programmarekening 2013 | De Paragrafen dat ze lastig te voorkomen zijn als gevolg van de openeind regeling waarop de uitgaven zijn gebaseerd. In deze categorie zijn geen overschrijdingen te melden. WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE EN SEMIPUBLIEKE SECTOR Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topinkomens (WNT) in de plaats gekomen voor de Wet Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). Voorgeschreven is dat jaarlijks openbaar gemaakt wordt welke personen een inkomen hebben ontvangen dat boven de vastgestelde grens uitkomt. Voor 2013 is het normbedrag € 228.599. Dit inkomen bestaat uit brutoloon, onkostenvergoeding, en de pensioenbijdrage werkgever. Voor de gemeente Purmerend geldt dat er voor 2013 geen meldingen zijn. 6.7 Verbonden partijen Doelstelling De gemeente Purmerend is verbonden aan een aantal partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in de partijen waarmee Purmerend is verbonden. Het streven is erop gericht om de partijen mee te laten lopen in de reguliere Planning en Control-cyclus van de gemeente. Dat betekent dat de begroting en de rekening van de partijen, tijdig beschikbaar moet zijn. Wat is een verbonden partij Een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft (artikel 1 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten). Hoe kijken wij aan tegen inhoudelijke aansturing verbonden partijen? De gemeente Purmerend heeft om diverse redenen een belang in verbonden partijen. Dit kan diverse oorzaken hebben: • vanuit het verleden ontstaan, gemeentelijk belang beperkt, maar financieel interessant vanwege dividendinkomsten; • strategisch belang; de gemeente heeft er belang bij of is wettelijk verplicht om via gemeenschappelijke regelingen of besturen invloed te hebben in bepaalde meer inhoudelijke zaken. Door deze verbonden partijen wordt het mogelijk bepaalde voorzieningen voor (de inwoners van) de gemeente beschikbaar te hebben en daarbij ook bestuurlijke invloed uit te oefenen; • verzelfstandigde gemeentelijke onderdelen; qua bestuur en organisatie zijn er voormalige gemeentelijke onderdelen op afstand gezet. Door financiële relaties of bestuurlijke vertegenwoordiging heeft de gemeente nog invloed op de koers van deze verzelfstandigde onderdelen. Al deze samenwerkingsverbanden hebben als overeenkomst dat het bestuur van de gemeente Purmerend via deze samenwerkingsverbanden een bijdrage kan leveren aan het behalen van de verschillende programmadoelstellingen. Als dit wijzigt moet de gemeente stilstaan bij de wijze van betrokkenheid in de betreffende partij. Begrotingscriterium in relatie tot verbonden partijen Het begrotingscriterium houdt in dat binnen de spelregels van de raad geen overschrijdingen op programmaniveau mogen plaatsvinden. Een belangrijk dilemma in het kader van de verbonden partijen is, dat de uitkomsten van de begroting en jaarverslag van de verbonden partijen en de gemeentelijke bijdrage uiteen kunnen lopen. De gemeente Purmerend hanteert hierbij de lijn: 132 Programmarekening 2013 | De Paragrafen • financieel effect gebaseerd op nieuw beleid van verbonden partij: kan alleen opgenomen worden in de begroting en de budgetten, na instemming van de raad, passende binnen de (financiële) spelregels voor nieuw beleid van de gemeente; • financieel effect gebaseerd op bestaand beleid van verbonden partij: beschouwen als onvermijdelijke wijziging en deze als zodanig behandelen in de begroting en begrotingsaanpassingen. Programma 2 Samenleving Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek-Waterland Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Waterland, Zaanstad en Oostzaan. Gemeenten zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een gezondheidsdienst in stand te houden. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De bijdrage voor 2013 van de gemeente Purmerend bedroeg € 2.599.190. Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland BaanStede De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) maakt het mogelijk dat mensen met een arbeidsbeperking die (begeleid) willen werken, dat kunnen doen in een zo normaal mogelijke arbeidsomgeving. Mensen die ook met behulp van de Wsw via detachering of begeleid werken geen werkplek vinden, kunnen op een meer beschutte werkplek binnen het sociaal werkvoorzieningsbedrijf (sw-bedrijf) aan de slag. De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2013 bedraagt € 688.126 (exclusief de onderdelen welke in een subsidierelatie zijn ondergebracht). De jaarcijfers 2013 van BaanStede waren ten tijde van het opstellen van de programmarekening nog niet bekend. De bijdrage is gebaseerd op de concept jaarrekening met een verwacht exploitatietekort van € 2,4 miljoen inclusief herstructureringskosten. De laatst vastgestelde jaarrekening is de jaarrekening 2012. Het exploitatietekort bedroeg € 715.848. Het eigen vermogen bedroef € 102.500. Dit eigen vermogen wordt in 2013 volledig onttrokken aan de reserve. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van BaanStede. Recreatieschappen Het Twiske en Landschap Waterland Op dit moment participeert de gemeente Purmerend in recreatieschap Het Twiske en Landschap Waterland. De bijdrage aan de recreatieschappen is in 2012 voor Het Twiske € 69.383 en voor Landschap Waterland € 70.982 geweest. Daarnaast is er totaal € 24.958 aan doorgeschoven btw gerealiseerd. Ten tijde van de programmarekening Purmerend 2013 waren er nog geen definitieve jaarcijfers van deze recreatieschappen beschikbaar. Programma 8 Veiligheid Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Dit betreft het openbaar lichaam de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland. Het rechtsgebied van het openbaar lichaam omvat het grondgebied van de deelnemende gemeenten. De doelstelling van het openbaar lichaam is door samenwerking een zo doelmatig mogelijk georganiseerde en gecoördineerde brandbestrijding en hulpverlening te bewerkstelligen bij rampen en zware ongevallen in de regio Zaanstreek-Waterland en - in geval van bijstandsverlening - daarbuiten. Waar mogelijk moet de Regionale Brandweer een bijdrage leveren aan het ontwikkelen en in stand houden van een veiligheidsregio ZaanstreekWaterland. 133 Programmarekening 2013 | De Paragrafen De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2013 is € 1.246.654. Ten tijde van het opstellen van deze programmarekening waren de definitieve jaarcijfers 2013 van de veiligheidsregio nog niet bekend. Als gevolg van een wetswijziging is de gemeentelijke brandweer van Purmerend per 1 januari 2014 geregionaliseerd en opgegaan in de veiligheidsregio. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. Programma 10 Bestuur en Concern Intergemeentelijke Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW) De samenwerking op Waterlandse schaal richt zich vooral op beleidsafstemming op terreinen als ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer en economie. Daarvoor heeft het ISW een klein ambtelijk apparaat beschikbaar. De nadruk ligt op het overleg van de portefeuillehouders. Begin 2011 is gekozen voor een andere vorm van ambtelijke ondersteuning waarbij deze voor grotere projecten is ondergebracht bij deelnemende gemeenten, eventueel aangevuld met externe inhuur. Dit heeft geleid tot een kostenbesparing vanaf 2012. De gemeentelijke bijdrage aan het ISW bedraagt voor 2013 € 310.729. In dit bedrag is ook begrepen de financiële bijdragen die via het ISW lopen voor Stichting Laag Holland en de Stadsregio Amsterdam (SRA). Daarnaast wordt de wettelijke taak van de gemeenten om een streekarchief te voeren, uitgevoerd door het Waterlands archief. De gemeente Purmerend draagt ongeveer 50% van de lasten. In 2013 bedraagt de bijdrage aan het Waterlands archief € 450.005. Eind maart is de concept rekening 2013 aangeboden. De rekening heeft een voordelig saldo van € 25.000. De afwikkeling vindt plaats in 2014. Zie ook het onderdeel gebeurtenissen na balansdatum in het hoofdstuk financieel resultaat. Algemene Dekkingsmiddelen BV Stadsverwarming Purmerend De BV stadsverwarming is een 100% deelneming van de gemeente Purmerend. De BV koopt en verkoopt warmte en heeft hiervoor een eigen distributienet. De deelneming van de gemeente in de BV bedraagt ruim € 38,0 miljoen en staat ongeveer gelijk aan 50% van de omvang van de activa van de BV. De gemeente is enig aandeelhouder en moet als zodanig instemmen met de benoeming van de commissarissen. De exploitatieresultaten van de BV staan niet toe dat er dividend aan de gemeente kan worden uitgekeerd. BV Stadsverwarming heeft plannen voorgelegd om zelf een biowarmtecentrale te gaan exploiteren. Deze plannen zijn, na consultatie van de gemeenteraad goedgekeurd. De financiering voor deze plannen vindt plaats onder garantstelling van de aandeelhouder. De prognose voor 2013 is dat de BV een verlies lijdt van € 2,5 miljoen en het eigen vermogen zakt naar € 33,8 miljoen. In de meerjarenraming van de BV ontstaat er winst vanaf 2017/2018 en kan in de jaren daarna worden gerekend op een jaarlijks dividend. HVC (Huisvuil Centrale Alkmaar) 134 Programmarekening 2013 | De Paragrafen De deelneming HVC is in 2011 geactiveerd op 102 aandelen met een waarde van € 45,45. De totale waarde van de deelneming bedraagt € 4.636. Het aandeel van Purmerend in HVC is 3,5% van het totaal. Door HVC wordt er op dit moment nog geen dividend uitgekeerd. Daarnaast staat Purmerend via het aandeelhouderschap garant voor circa € 22,0 miljoen langlopende leningen. Jaarlijks wordt 1% van de garantstellingprovisie door de HVC uitgekeerd. Het beleid van HVC is om de omvang van de leningen te laten afnemen. HVC heeft in 2013 samen met de aandeelhouders de koers en strategie getoetst. Samengevat is de uitkomst dat de koers wordt onderschreven en het in gang gezette besparingsprogramma voldoende is om de onderneming financieel gezond te maken. Het huidige eigen vermogen kan aangroeien naar 20 - 30% van het balanstotaal. Voor nieuwe investeringen is een toetsingskader afgesproken waarbij gemeenten niet mee hoeven te doen als de investering niet direct gerelateerd is aan de afvalverwerking. Eventuele voorstellen worden apart voorgelegd en bij een positief besluit in een aparte onderneming ondergebracht. De risicoinschatting voor HVC is dat de afverwerking gezond geëxploiteerd kan worden en beperkte kostenstijgingen passen binnen de reguliere tariefsontwikkeling voor de deelnemende gemeenten. De eerder genoemde risicoprovisie die de gemeente jaarlijks ontvangt kan niet in een voorziening worden ondergebracht. Indien zich risico's manifesteren en de gemeenten worden aangesproken komt dit direct ten laste van het rekeningresultaat. De verwachting is dat HVC in staat is om de onderneming zo te exploiteren dat de gemeenten niet apart aangesproken hoeven te worden. In de meerjarenraming van HVC ontstaat zelfs de mogelijkheid voor dividend in de jaren na 2017. 135 Programmarekening 2013 | De Paragrafen 7 BALANS�EN�TOELICHTING Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling A. Inleiding De programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Dit is een nadere uitwerking van de financiële verordening en ex artikel 212 van de gemeentewet. Met ingang van 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) in werking getreden. De voornaamste uitgangspunten zijn: • eenheid van begroting en programmarekening; • het opnemen van een balans waaruit de financiële positie van de gemeente blijkt; A1. Wijzigingen ten opzichte van 2012 In 2013 is de indeling van de programma's aangepast. Dit is gebeurd in de tweede bestuursrapportage 2013. Er zijn nu 10 programma's, de wijziging betreft de samenvoeging van programma's 2, 9, 11 en 12 tot één programma 2 samenleving. A2. Algemene grondslagen voor het opstellen van de programmarekening In de programmarekening zijn gegevens verwerkt met betrekking tot 2013 voor zover deze bekend waren tot en met 20 mei 2014. Gegevens na deze datum zijn benoemd in de paragraaf “gebeurtenissen na balansdatum” en zijn opgenomen in het hoofdstuk algemene dekkingsmiddelen van de programmarekening 2013. De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de programmarekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als bate verantwoord in het jaar waarin het dividend is ontvangen en/of het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling plaatsvindt; dit betreft ziektekostenpremie voor gepensioneerden en overlopende vakantiegeld. B. Balans 1. VASTE ACTIVA Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs. 136 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting 1.1. Materiële vaste activa In erfpacht uitgegeven gronden De erfpachtgronden op de balans betreffen voornamelijk grondwaarden waarvoor een canon wordt betaald. De waarde van de afgekochte eeuwigdurende erfpachtsgronden zijn met ingang van 2005 op de registratiewaarde van € 1,00 per kavel gesteld. Materiële vaste activa met economisch nut Alle investeringen met economisch nut worden geactiveerd en dus afgeschreven. Een investering is van economisch nut als activum verhandelbaar is of wanneer er opbrengsten mee kunnen worden gegenereerd. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt er op het saldo afgeschreven. Materiële vaste activa met maatschappelijk nut Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte, o.a. wegen, pleinen, bruggen worden in beginsel altijd geactiveerd en afgeschreven, conform de in de financiële verordening opgenomen afschrijvingstabel. Het argument daarvoor is dat de lasten evenredig worden toegerekend volgens de economische levensduur (gebruiksduur) van de objecten. Indien van toepassing worden op deze investeringen (beschikkingen over) bestemmingsreserves in mindering gebracht. Dit geldt ook voor specifieke investeringsbijdragen van derden. In beide gevallen wordt er op het saldo afgeschreven. Nog niet afgesloten activa In de materiele vaste activa worden verstrekte maar nog niet volledig verantwoorde investeringssubsidies meegerekend. Dit betreft het investeringssubsidie aan de Purmerendse Scholen Gemeenschap (PSG) en diverse investeringsubsidies aan Spurd voor sportaccomodaties. In de rekening wordt de rentelast hiervoor genomen, de afschrijvingen vinden hierover niet plaats. In 2013 is een correctie doorgevoerd op het investeringssubsidie PSG. Voor € 6,6 miljoen was dit krediet ten onrechte afgesloten. De afschrijvingen voor 2011, 2012 en 2013 zijn hiervoor gecorrigeerd. Afschrijvingsmethoden- en termijnen In principe worden alle materiële activa lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij bij een enkele investering rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. In het verleden werden nog kredieten beschikbaar gesteld met afschrijvingen gebaseerd op een annuïtaire basis. Deze investeringen worden vanaf boekjaar 2010 eveneens lineair afgeschreven waardoor voor Purmerend alle materiële activa lineair wordt afgeschreven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: 50 jaar: gebouwen 45 jaar: stedelijk waterplan, riolering 40 jaar: schoolgebouwen, verharding / terreininrichting, dijken en kades, asfalt (wegen), elementen (wegen) 30 jaar: oeverbeschoeiing, herstel kademuren 25 jaar: rotondes, verkeerslichten en lantaarnpalen, speeltoestellen 20 jaar: inrichting / renovatie sport -, speel- en schoolterreinen, noodgebouwen, gebouw e gebonden technische installaties, functie verbeterende verbouwingen, 1 inrichting 137 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting schoolgebouwen, inrichting gymnastieklokalen / sporthallen, containers anders dan glas-, papier - en rolcontainers, kunststof sportveld (onderlaag) 15 jaar: kunststof sportveld (bovenlaag en onderlaag gecombineerd aangelegd), vrachtwagens en bijzondere voertuigen, tankautospuiten, glas-, papier- en rolcontainers 10 jaar: kunststof bovenlaag sportveld, gebouw inrichting (w.o. stoffering / meubilair), installaties / machines en overige materiële vaste activa, huisvuilauto's, veeg - en containerauto’s 8 jaar: personenauto’s, bestelbusjes en (losse) apparaten 6 jaar: ICT software 4 jaar: ICT hardware niet: gronden en terreinen Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemde worden altijd geactiveerd. Moment van eerste jaar afschrijving Als ingangsdatum van de afschrijving geldt het jaar volgend op het jaar ná oplevering c.q. vervaardiging. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt in principe niet afgeschreven. Levensduurverlengende investeringen Dit betreft uitgaven voor groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken, dakbedekking, elektrische installaties, vloeren e.d. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: Kosten van klein onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht; Kosten van groot onderhoud komen ten laste van een hiervoor gevormde voorziening (op basis van een actueel beheerplan); Levensduurverlengende investeringen worden geactiveerd en afgeschreven (eventueel via de componentenbenadering). 1.2. Financiële vaste activa Participaties Participaties in het aandelenkapitaal zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. De gemeente Purmerend heeft de volgende participaties: a. Bank Nederlandse gemeenten 7020 aandelen van € 2,50 ofwel € 17.750 b. EZW (betreft aandelen in het voormalig Energiebedrijf Zaanstreek - Waterland). Het aantal aandelen EZW bedraagt 13.595. Deze zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van € 6.466. c. De deelneming in de Stadsverwarming Purmerend B.V. is een 100% deelneming. In de waardering is in 2011, vanuit het voorzichtigheidsbeginsel, rekening gehouden met exploitatieverliezen sinds de oprichting van de BV. Op de agio is € 4,397 miljoen afgeboekt. In 2012 is hierop een correctie gedaan van € 20.000 zodat de totale afboeking € 4,417 miljoen bedraagt. 138 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting Deelneming NV Huisvuilcentrale Alkmaar N-H (HVC) In 2011 zijn 102 aandelen tegen € 45,45 per aandeel in HVC verworven. Het totale aandelenbelang bedraagt € 4.635,90. Als aandeelhouder kan de gemeente gebruik maken van de dienstverlening van HVC. De dienstverlening bestaat naast de verwerking van reststoffen uit advisering. De baten en lasten van de dienstverlening wordt verantwoord in de afzonderlijke programma's. De deelneming zelf wordt verantwoord in de algemene dekkingsmiddelen. Onderdeel van het aandeelhouderschap is de garantstelling voor leningen die zijn aangetrokken voor de afvalinzameling en verwerking. Voor deze garantstelling wordt 1% risicoprovisie uitgekeerd. Verstrekte langlopende geldleningen De verstrekte langlopende geldleningen zijn opgenomen tegen nominale waarde,verminderd met de ontvangen aflossingen. Onder deze balanspost per 31 december 20132 zijn voornamelijk opgenomen de verstrekte geldleningen aan woningcorporaties en de hypotheekverstrekkingen aan gemeentepersoneel. Bijdragen aan derden Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de derde op basis van door de gemeente gesteld voorwaarden moet bijdragen aan de publieke taak 2. VLOTTENDE ACTIVA 2.1. Voorraden De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs. De overige grond - en hulpstoffen (magazijnvoorraden) zijn gewaardeerd tegen vaste verrekenprijzen die gebaseerd zijn op de gemiddelde betaalde inkoopprijs. De verantwoording van de grondexploitatie verloopt via de exploitatie, als onderdeel van programma 7 Ruimtelijke ordening. Bij deze methode worden jaarlijks in de rekening van baten en lasten zowel de werkelijke lasten van het bouwrijp maken als de werkelijke verkopen getoond. Het (positieve dan wel negatieve) saldo daarvan is de mutatie onderhanden werk (OHW). De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen, plankosten en kosten van bouw- en woonrijp maken), evenals een redelijk te achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden (realisatieprincipe). Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. 2.2. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. 139 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting 2.3.en 2.4. Liquide middelen en overlopende activa Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. De liquide middelen zijn opgenomen volgens de laatste dagafschriften van het jaar 2012. In kader van inzichtelijkheid laten we de eventuele negatieve balanssaldi staan onder de vlottende activa. 3. VASTE PASSIVA 3.1. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het saldo van de rekening van baten en lasten. De waardering vindt plaats tegen nominale waarden. De reserves worden onderscheiden in een algemene reserve, egalisatie reserves en bestemmingsreserves. De algemene reserve dient als algemeen financieel weerstandsvermogen, waarbij op grond van de notitie reserves en voorzieningen minimaal een bedrag van € 15,0 miljoen wordt aangehouden. De algemene reserve is tot stand gekomen dankzij (batige) saldi. De algemene reserve ontwikkelt zich in 2013 negatief en staat op € 10,9 miljoen (na resultaat bestemming) Er is sprake van een bestemmingsreserve zodra via afzonderlijke besluitvorming voor een bepaald doel een reserve wordt ingesteld. Onder de egalisatiereserves zijn de reserves opgenomen die dienen ter afdekking van kapitaallasten van geactiveerde kosten met een economisch nut en ongewenste schommelingen in tarieven die aan derden in rekening worden gebracht op te vangen. 3.2. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies en zijn getroffen voor op de balansdatum bestaande risico's, verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs in te schatten. Daarnaast zijn onderhouds-/egalisatievoorzieningen getroffen ter gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren en mede gebaseerd op meerjarige onderhoudsplannen. Kosten die in een volgend jaar begrotingsjaar worden gemaakt maar waarvan de oorsprong wel (mede) ligt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar. De getroffen voorzieningen voorzien in de dekking van deze kosten voor zover deze niet op een andere wijze al zijn afgedekt in de meerjarenbegroting. 3.3. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. 4. VLOTTENDE PASSIVA De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder de overlopende passiva zijn opgenomen de meerjarige uitkeringen. Deze uitkeringen zijn beklemd door de voorwaarden gesteld door een geldgever (bv. rijksbijdrage, subsidie) en de hoogte van de opgenomen bedragen is overeenkomstig de door de geldgevers verstrekte subsidies en/of bijdragen. 140 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting 5. GEWAARBORGDE GELDLENINGEN EN GARANTSTELLINGEN. Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans is meer informatie opgenomen. C. Niet uit de balans blijkende rechten/plichten C1. Plichten Dit betreft langlopende verplichtingen die samenhangen met opdrachten voor leveringen of opdrachten voor dienstverleningen. De kosten van dergelijke opdrachtverleningen worden op basis van de jaarlijkse prestaties als (exploitatie)lasten aan de jaren toegerekend. Hieronder worden de belangrijkste meerjarige verplichtingen toegelicht. A. Onderhoudsovereenkomsten en licenties De gemeente heeft diverse meerjarige overeenkomsten afgesloten voor het uitvoeren van onderhoud en licenties. Deze overeenkomsten zijn niet apart gekwantificeerd. De lasten zijn opgenomen in de begroting. Voor het vrijvallen van deze lasten moeten opzegtermijnen in acht te worden genomen. B. Periodieke subsidies Door de gemeente wordt een aantal periodieke subsidies verleend. Voor het beëindigen en wijzigen van deze subsidies moeten termijnen van redelijkheid in acht te worden genomen. Hieruit kan een overbruggingsperiode vloeien. De periodieke subsidies zijn opgenomen in de programmabegroting. C2. Rechten. De gemeente Purmerend heeft een zeer beperkt belang (0,22%) in het aandelenpakket NUON. In 2009 is 49% van de aandelen NUON verkocht aan Vattenfall. Dit is verwerkt in de programmarekening 2009. Het restant aandelenpakket wordt in drie fases verkocht verdeeld over de jaren 2011 (15%), 2013 (15%) en 2015 (21%). In de meerjarenbegroting zijn deze drie bedragen ook verantwoord voor respectievelijk € 3,2 mln, € 3,2 mln en € 4,6 mln. Het bedrag van 2015 is niet als vordering vermeld in de balans omdat de programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor aangeeft. Deze voorschriften geven aan dat de aandelen niet in eigendom zijn maar via een houdstermaatschappij lopen en daarom niet verantwoord mogen worden in de balans van de gemeente Purmerend. 141 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting 142 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting Balans per 31 december 2013 bedragen *€ 1.000.- ultimo 2012 ultimo 2013 ACTIVA 1. Vaste activa 1.1 Materiële vaste activa 205.075 206.218 Investeringen met een economisch nut - gronden uitgegeven in erfpacht - overige investeringen met economisch nut Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut 1.2 2.092 2.122 169.830 175.427 33.153 28.669 Financiële vaste activa 72.819 69.924 Kapitaalverstrekkingen aan: - overige verbonden partijen 38.311 38.311 Leningen aan: - woningbouwcorporaties 7.231 11.167 -Stadsverwarming Purmerend 13.000 5.000 Overige langlopende leningen u/g 13.818 14.967 459 479 Biidrage aan activa van derden: - VV Wherevogels Totaal vaste activa 2. Vlottende activa 2.1 Voorraden: 277.894 276.142 43.475 34.760 Grond- en hulpstoffen - niet in exploitatie genomen bouwgronden - Af: Voorziening gebiedsontwikkeling - magazijnvoorraad stadsbeheer Overige voorraden Onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie 2.2 - Overige vorderingen - Bank - en girosaldi - Kruisposten 2.4 95 91 190 42.658 25.513 17.247 Overlopende activa Totaal vlottende activa 143 19.413 607 317 16.640 19.096 Liquide middelen - Kassaldi 8.967 226 Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar - Rekening courantverhoudingen met niet financiële instellingen 2.3 1.896 1.400- 4.150- 20.231 22 22 4.172- 20.184 - 25 1.562 873 58.134 75.277 336.029 351.419 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting Totaal generaal bedragen *€ 1.000.- ultimo 2012 ultimo 2013 PASSIVA 3. Vaste passiva 3.1 Eigen vermogen 23.249 26.942 Algemene reserves: - Algemene reserve 15.449 8.405 - Voor egalisatie van tarieven 1.034 1.099 - Voor egalisatie van rente 1.982 2.736 - Overige bestemmingsreserves 8.044 7.457 3.260- 7.245 Bestemmingsreserves: Nog te bestemmen resultaat 3.2 Voorzieningen - Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's 3.3 3.263 3.263 Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 3.662 3.662 275.668 294.206 Onderhandse leningen van: - binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen - binnenlandse banken en overige financiële instellingen - binnenlandse bedrijven - overige binnenlandse sectoren Legaten Waarborgsommen - 1.792 251.221 248.161 17.600 37.400 6.807 6.807 2 2 38 44 Totaal vaste passiva 4. Vlottende passiva 4.1 Netto vlottende schulden met rente typische looptijd korter dan één jaar - Crediteuren 4.2 Overlopende passiva Totaal vlottende passiva Totaal generaal 5. 302.180 324.810 24.785 14.078 24.785 14.078 9.064 12.531 33.849 26.609 336.029 351.419 Gewaarborgde geldleningen 64.997 69.150 Idem, via achtervang WSW 483.780 496.438 144 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting 145 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting Toelichting op de balans 31 december 2013 (bedragen * € 1.000) ACTIVA 1. Vaste activa 1.1 Materiële vaste activa De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen: Boekwaarde Boekwaarde 31-12-201331-12-2012 In erfpacht uitgegeven gronden Overige investeringen met economisch nut 2.092 2.122 169.830 175.427 Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut Totaal 33.153 28.669 205.075 206.218 2013 2012 De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld: Boekwaarde overige investeringen met economisch nut ultimo: Gronden en terreinen 20.489 21.072 Bedrijfsgebouwen 97.196 100.967 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 23.372 22.907 Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal 1.787 2.617 24.725 26.208 2.260 1.656 169.830 175.427 Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de overige investeringen met economisch nut weer: BoekwaardeMutaties 1-1-2013 in de balans Saldo Investe- Bijdrage van 1-1-2013 ringen derden Afschrijv- Boekwaarde ingen 31-12-2013 na mutaties Gronden en terreinen Bedrijfsgebouwen Grond-, weg- en waterbouwkundige werken Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal 21.072 21.072 -118 465 20.489 100.967 100.967 1.981 5.752 97.196 22.907 22.907 1.114 649 23.372 2.617 2.617 196 509 518 1.787 26.208 26.208 2.598 692 3.388 24.725 215 2.260 1.201 10.986 169.830 1.656 175.427 - 1.656 820 175.427 6.590 De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop: Boekwaarde Investe1-1-2013 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 146 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting Overige materiële vaste activa ringen Bijdrage van Afschrijv- Boekwaarde derden ingen 31-12-2013 25.190 5.901 153 1.072 29.865 3.479 61- 5 125 3.289 28.669 5.840 158 1.198 33.153 147 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting PASSIVA 3. Vaste passiva 3.1 Eigen vermogen 2013 2012 15.449 8.405 - voor egalisatie van tarieven 1.034 1.099 - voor egalisatie van rente 1.982 2.736 - overige bestemmingsreserves 8.044 7.457 Totaal 26.509 19.697 Resultaat vóór bestemming 3.260- 7.245 Totaal eigen vermogen 23.249 26.942 Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten: Algemene reserves: - algemene reserve Bestemmingsreserves: Het verloop van de algemene reserves en bestemmingsreserves in 2013 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Saldo Mutaties Saldo 1-1-2013 in de balans Toevoeging OnttrekkingBestemming 1-1-2013 resultaat na mutaties 2012 8.405 8.405 Egalisatiereserves 3.836 3.836 832 1.652 7.457 1.808 1.422 201 8.044 19.698 2.640 3.074 7.245 26.509 7.457 Totaal 19.698 - 7.044 Voorzieningen Het verloop van de voorzieningen in 2013 wordt in onderstaand overzicht weergegeven: Saldo Mutaties Saldo 1-1-2013 in de balans 1-1-2013 Toevoeging Onttrekking Saldo 31-12-2013 na mutaties Voorzieningen 3.662 Totaal 3.662 - 3.662 972 1.371 3.263 3.662 972 1.371 3.263 2013 2012 - 1.792 251.221 248.161 17.600 37.400 6.807 6.807 275.628 294.160 2 2 38 44 De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen. Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar. De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt: Onderhandse leningen: Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Binnenlandse bedrijven Overige binnenlandse sectoren 148 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting Legaten Waarborgsommen 15.449 3.016 De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen. 3.3 31-12-2013 Algemene reserve Bestemmingsreserves 3.2 Saldo B I J L A G E N I. PORTEFEUILLEVERDELING 150 II. OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER PROGRAMMA EN BELEIDSVELD 151 III. SISA 153 IV. OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN 157 V. OVERZICHT AFGESLOTEN KREDIETEN 168 VI. OVERZICHT NIET AFGESLOTEN KREDIETEN 171 VII. KERNGEGEVENS PURMEREND 173 VIII. WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE SECTOR 176 IX. CONTROLEVERKLARING 178 X. VERSLAG AUDITCOMMISSIE 179 149 Programmarekening 2013 | Bijlagen Bijlage I Portefeuilleverdeling Bijl, D. (Don) Burgemeester • Coördinatie collegebeleid • Politie, Brandweer, Veiligheidsbeleid • Bestuurszaken, Algemene & Juridische Zaken • Externe betrekkingen, Regionale Samenwerking, Nieuwe Steden • Wijkwethouderschap Centrum Krieger, J. (Hans) e 1 loco burgemeester • Ruimtelijke Ordening en Wonen • Financiën en grondbedrijf • Verkeer en vervoer • Personeel en organisatie • Vermindering regeldruk • Wijkwethouderschap: De Gors Daan, B. (Berent) 2e loco burgemeester • Werk en Inkomen • Economische Zaken • Onderwijs • Ontwikkeling Kop van West • Stadsverwarming • Wijkwethouderschap: Purmer-Noord Nijenhuis, G. (Geoffrey) e 3 loco burgemeester • Wmo en Welzijn • Zorg en Jeugdzorg • Sport en Recreatie • Wijkwethouderschap Overwhere en Wheermolen Helm, R (Roald) e 4 loco burgemeester • Fysieke leefomgeving (civiel, groen, reiniging), Duurzaamheid • Dierenwelzijn • Wijkgericht werken, Publieksdienstverlening, Bewonersparticipatie (incl. communicatie) • Informatievoorzieningen en Automatisering • Kunst en Cultuur • Jongerenwerk • Handhaving • Wijkwethouderschap Weidevenne en Purmer-Zuid 150 Programmarekening 2013 | Bijlagen Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld (Bedragen x € 1.000) BV011 Publieksdienstverlening Realisatie 2012 Begroting 2013 primitief Begroting 2013 bijgesteld Lasten -7.743 -7.357 -7.344 -7.306 39 Baten 3.200 3.455 2.488 2.317 -171 -4.544 -3.902 -4.856 -4.989 -133 -20.531 -20.961 -21.091 -20.699 391 PGR01 PUBLIEKSDIENSTEN BV021 Goed leven in Purmerend BV022 De jeugd heeft de toekomst BV023 Drempels weg Lasten Baten 3.017 2.901 2.895 2.823 -72 Saldo -17.514 -18.060 -18.196 -17.876 320 Lasten -18.170 -16.632 -18.288 -17.659 629 Baten 1.513 1.415 3.220 3.283 64 Saldo -16.657 -15.217 -15.068 -14.375 693 Lasten -55.332 -58.210 -57.489 -56.552 938 Baten 30.536 29.922 32.706 32.501 -206 Saldo -24.796 -28.288 -24.783 -24.051 732 -58.967 -61.564 -58.046 -56.302 1.744 -1.497 -2.113 -1.501 -1.220 281 915 924 956 831 -125 PGR02 SAMENLEVING BV031 Wonen Lasten Baten PGR03 WONEN BV041 Milieu -582 -1.189 -545 -389 156 Lasten -12.822 -13.884 -13.158 -13.064 94 Baten 12.779 13.000 12.759 12.723 -36 -42 -884 -399 -340 58 Lasten -3.628 -4.079 -3.800 -3.447 352 Baten 3.197 2.656 2.640 2.394 -247 -431 -1.423 -1.160 -1.054 106 -22.403 -23.515 -23.391 -24.139 -749 8.346 9.166 8.796 9.398 602 -14.057 -14.349 -14.595 -14.741 -147 -11.228 -20.518 -31.904 -21.300 10.604 8.859 21.282 31.721 17.872 -13.849 -2.369 763 -183 -3.428 -3.245 -8.099 -8.254 -8.274 -8.343 -70 95 PGR04 MILIEU BV051 Bereikbaarheid PGR05 BEREIKBAARHEID BV061 Beheer openbare ruimte Lasten Baten PGR06 BEHEER OPENBARE RUIMTE BV071 Ruimtelijke ordening Lasten Baten PGR07 RUIMTELIJKE ORDENING BV081 Veiligheid Lasten Baten PGR08 VEILIGHEID BV091 Economie Lasten Baten PGR09 ECONOMIE BV101 Bestuur & concern Lasten Baten PGR10 BESTUUR & CONCERN BV111 Lokale heffingen 151 Realisatie Afwijking 2013 Lasten Programmarekening 2013 | Bijlagen 339 215 220 315 -7.760 -8.039 -8.054 -8.029 25 -1.168 -1.912 -954 -1.048 -95 559 1.186 436 440 4 -609 -726 -518 -609 -91 -11.042 -7.433 -7.530 -7.375 155 221 24 30 34 4 -10.821 -7.409 -7.499 -7.341 159 -32 -33 -33 -33 - (Bedragen x € 1.000) BV112 Nog te bestemmen middelen BV113 Gemeentefonds BV114 Eigen financieringsmiddelen BV115 Deelnemingen BV116 Incidentele baten en lasten Realisatie 2012 Begroting 2013 primitief Begroting 2013 bijgesteld Baten 11.201 11.811 11.811 11.779 -31 Saldo 11.169 11.777 11.777 11.746 -31 Lasten 35 1.704 382 226 -156 Baten - - - 196 196 Saldo 35 1.704 382 422 40 Lasten 3 -11 -11 -1 10 Baten 79.319 79.105 78.055 78.820 765 Saldo 79.322 79.093 78.043 78.818 775 Lasten -315 -315 -299 -285 14 Baten 2.601 3.496 3.397 3.479 82 Saldo 2.286 3.181 3.098 3.194 96 Lasten -1.730 -1.688 -1.687 -1.690 -3 Baten 4.569 1.625 1.025 1.036 11 Saldo 2.839 -62 -662 -655 7 Lasten - -50 -50 -1 49 Baten 156 - - 4 4 Saldo 156 -50 -50 2 52 95.808 95.643 92.588 93.528 939 PGR11 ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN R121 Egalisatiereserve R122 Bestemmingsreserves R123 Algemene reserve Lasten -894 -35 -772 -833 -60 Baten 2.311 1.551 1.670 1.652 -17 Saldo 1.418 1.516 897 820 -77 Lasten -1.943 -362 -1.639 -1.809 -169 Baten 12.144 1.327 1.642 1.422 -220 Saldo 10.201 965 3 -387 -390 Lasten - - -3.017 - 3.017 Baten - 599 5.383 - -5.383 Saldo - 599 2.366 - -2.366 11.618 3.080 3.267 433 -2.833 Lasten -178.538 -185.660 -201.850 -186.579 15.271 Baten 185.783 185.660 201.850 183.319 -18.531 Saldo 7.245 - - -3.261 -3.261 PGR12 RESULTAAT BESTEMMING Totaal resultaat * In de afwijkingenkolommen presenteren we begroting minus realisatie. 152 Realisatie Afwijking 2013 Programmarekening 2013 | Bijlagen G1 SZW 153 D9 OCW Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_gemeente 2013 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of er in (jaar T) geen, enkele of alle inwoners werkzaam waren bij een Openbaar lichaam o.g.v. de Wgr. Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren Aard controle R Indicatornummer: G1 / 02 Aard controle R Indicatornummer: G1 / 01 € 149.338 Het totaal aantal geïndiceerde inwoners van uw gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T) € 391.596 Aard controle R Indicatornummer: D9 / 02 Aard controle R Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO) Indicatornummer: D9 / 01 Onderwijsachterstandenbeleid Besteding (jaar T) aan 2011-2014 (OAB) voorzieningen voor Gemeenten voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO) Indicatornummer: G1 / 03 Aard controle n.v.t. Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze €0 Indicatornummer: D9 / 03 Aard controle R € 95.341 Indicatornummer: D9 / 04 Aard controle R Besteding (jaar T) aan Opgebouwde reserve ultimo afspraken over voor- en (jaar T-1) vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO) SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N Programmarekening 2013 | Bijlagen DepartementNummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger Bijlage III Sisa G2 SZW 154 G1A SZW Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB_gemeente 2013 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Indicatornummer: G1A / 02 Indicatornummer: G1A / 01 Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Gemeente I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen Gemeente I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004) Indicatornummer: G2 / 02 € 573.572 Indicatornummer: G2 / 01 € 18.235.942 Aard controle R Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk) Gemeente I.1 Wet werk en bijstand (WWB) Aard controle R Besteding (jaar T) algemene bijstand Gemeente I.1 Wet werk en bijstand (WWB) 398,50 Aard controle R Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (T-1); inclusief deel openbaar lichaam 2,72 Aard controle n.v.t. Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen 24,00 1 0439 (Purmerend) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)_totaal 2012 Wet sociale werkvoorziening (Wsw) Alle gemeenten verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G1B + deel gemeente uit (jaar T-1) regeling G1C-1) na controle door de gemeente. Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk) Gemeente I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK) € 540.091 Indicatornummer: G2 / 03 Aard controle R Besteding (jaar T) IOAW Gemeente I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) 28,28 Indicatornummer: G1A / 03 Aard controle R Het totaal aantal inwoners dat is uitgestroomd uit het werknemersbestand in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; inclusief deel openbaar lichaam Nee Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze. € 3.528 Indicatornummer: G2 / 04 Aard controle R Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk) Gemeente I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) 305,98 Indicatornummer: G1A / 04 Aard controle R Het totaal aantal gerealiseerde arbeidsplaatsen voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; inclusief deel openbaar lichaam Aard controle R Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk) Gemeente I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) € 101.226 € 744 Indicatornummer: G2 / 05 Indicatornummer: G2 / 06 Aard controle R Besteding (jaar T) IOAZ Gemeente I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) 24,34 Indicatornummer: G1A / 05 Aard controle R Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T-1), uitgedrukt in arbeidsjaren; inclusief deel openbaar lichaam SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N Programmarekening 2013 | Bijlagen DepartementNummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger G5 SZW 155 G3 SZW Wet participatiebudget (WPB)_gemeente 2013 Wet participatiebudget (WPB) Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeente 2013 Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr. € 1.147 € 27.000 1660 Indicatornummer: G5 / 01 Aard controle D1 Het aantal in (jaar T) bij een ROC ingekochte contacturen Let op: Dit is de enige gelegenheid om verantwoording af te leggen over deze taakuitvoering Let op: Deze verantwoording kan niet door een gemeenschappelijke regeling worden uitgevoerd, ongeacht de keuze van de gemeente bij indicator G5/02 €0 €0 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 08 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 07 Baten (jaar T) Bob (exclusief Besteding (jaar T) aan Rijk) uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 € 121.310 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 02 Aard controle R Indicatornummer: G3 / 01 Besteding (jaar T) Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde kapitaalverstrekking zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Bob) € 61.358 Aard controle R Indicatornummer: G2 / 08 Aard controle R Indicatornummer: G2 / 07 Ja Indicatornummer: G3 / 09 Aard controle n.v.t. Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze. € 5.911 Indicatornummer: G3 / 03 Aard controle R Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk) €0 Indicatornummer: G2 / 09 Aard controle R € 46.540 Indicatornummer: G3 / 04 Aard controle R Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk) Ja Indicatornummer: G2 / 10 Aard controle n.v.t. Aard controle R Besteding (jaar T) Bob € 59.126 €0 Indicatornummer: G3 / 05 Indicatornummer: G3 / 06 Aard controle R Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob) SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N Programmarekening 2013 | Bijlagen DepartementNummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger 156 Ja Indicatornummer: G5 / 03 Indicatornummer: G5 / 02 € 3.270.401 Aard controle R Aard controle n.v.t. Volledig zelfstandige Besteding (jaar T) uitvoering Ja/Nee De participatiebudget zelfstandige uitvoering betreft de indicatoren G5/03 tot en met G5/07 Zie de toelichting in de invulwijzer voor hulp bij het invullen en de mogelijke consequenties van een verkeerde keuze € 214.446 Indicatornummer: G5 / 04 Aard controle R Waarvan besteding (jaar T) van educatie bij roc's €0 Indicatornummer: G5 / 05 Aard controle R Baten (jaar T) (niet-Rijk) participatiebudget €0 Aard controle R Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op gemeenten die in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk hebben gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk Indicatornummer: G5 / 06 Indicatornummer: G5 / 07 Aard controle R Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N Programmarekening 2013 | Bijlagen DepartementNummer Specifieke uitkering Juridische grondslag Ontvanger 759.356 Totaal programma milieu 172.105 340.923 Reserve begraafrechten Totaal programma Beheer openbare ruimte 2.736.132 3.836.411 Totaal programma Bestuur en Concern Totaal Egalisatiereserves 157 Programmarekening 2013 | Bijlagen Programma 2: Samenleving C: BESTEMMINGSRESERVES. 2.736.132 Reserve afkoop geldleningen Programma 11: Algemene dekkingsmiddelen 168.818 Egalisatiereserve Gemeentelijke Watertaken Programma 6: Beheer openbare ruimte 759.356 Reserve afvalverwijdering Programma 4: Milieu B: EGALISATIERESERVES 15.649.437 7.244.480 Totaal algemene reserve 8.404.957 Resultaat jaarrekening Boekwaarde per 31 december 2012 Algemene reserve Algemene Dekkingsmiddelen A: ALGEMENE RESERVE. naam reserve / voorziening - - - - -201.000 -7.244.480 7.043.480 Resultaat uit jaarrekening 2012 Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen 2013 baten 832.577 - 292.458 76.558 215.900 540.119 540.119 - 2013 lasten 1.652.434 754.056 754.056 168.818 168.818 729.560 729.560 3.260.574 3.260.574 3.016.554 1.982.076 1.982.076 464.563 248.663 215.900 569.915 569.915 12.187.862 -3.260.574 15.448.437 Boekwaarde per 31 december 2013 300.821 1.800.000 Totaal programma beheer openbare ruimte 1.539.627 Totaal programma ruimtelijke ordening 158 Programmarekening 2013 | Bijlagen D. VOORZIENINGEN. Totaal RESERVES 26.942.632 7.456.784 149.763 Totaal programma 10: Bestuur en Concern Totaal bestemmingsreserves 149.763 Reserve werkbudget ombuigingen Programma 10: Bestuur en Concern 1.539.627 Reserve gronden Programma 7: Ruimtelijke ordening 1.800.000 Infrastructuur Gorslaan/Jaagweg Beheer openbare ruimte - 1.792.956 Totaal programma wonen: Programma 6: Beheer openbare ruimte 1.792.956 Woonvisie Programma 3: Wonen 2.174.438 - Herstructureringskosten WSW Totaal programma samenleving 250.000 Reserve aanval op de bijstand 1.623.617 - 201.000 - -531.000 -531.000 207.000 -300.000 507.000 - 525.000 125.000 Reserve gem. middelen participatie Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting Resultaat uit jaarrekening 2012 400.000 Boekwaarde per 31 december 2012 Sanering asbest naam reserve / voorziening 2013 baten 2.641.153 1.808.576 - - - 169.350 169.350 1.639.226 1.639.226 2013 lasten 6.335.058 1.422.050 149.763 149.763 313.192 313.192 327.000 327.000 96.762 96.762 535.333 233.730 250.000 51.603 23.248.726 8.044.310 - - 695.435 695.435 1.680.000 1.500.000 180.000 1.865.544 1.865.544 3.803.331 1.405.496 - 1.623.617 374.218 400.000 Boekwaarde per 31 december 2013 703.178 Totaal programma bereikbaarheid 66.154 Voorziening overgang personeel halt 159 Programmarekening 2013 | Bijlagen Totaal voorzieningen 3.661.505 387.438 51.886 Totaal programma bestuur en concern 64.483 Spaarverlof Purmerend 271.070 Voorziening Streekarchief Waterland Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders Programma 10: Bestuur en concern 146.782 10.641 Totaal programma veiligheid 69.987 Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer 1.405.875 - 50.000 Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne Programma 8: Veiligheid Totaal programma ruimtelijke ordening Voorziening Gebiedsontwikkeling Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen 1.355.875 500.000 Onderhoud DRIS Programma 7: Ruimtelijke ordening 203.178 Openbaar vervoer Programma 5: Bereikbaarheid 1.018.232 269.232 Totaal programma samenleving 749.000 Groot onderhoud/vervangingsinventaris De Purmarijn Boekwaarde per 31 december 2012 Verzelfstandiging OPSO bruidsschat Programma 2: Samenleving naam reserve / voorziening Resultaat uit jaarrekening 2012 - - - - - - - 2013 baten 2.372.313 26.904 2.234 20.000 4.670 50.000 8.000 42.000 2.247.378 1.400.000 847.378 2.032 2.032 46.000 46.000 2013 lasten 1.370.706 109.146 28.493 4.821 75.832 50.094 50.094 511.448 - 511.448 224.119 45.272 178.847 475.899 65.899 410.000 4.663.112 305.196 25.626 79.662 199.908 146.687 66.154 18.641 61.893 3.141.805 1.400.000 50.000 1.691.805 481.090 454.728 26.362 588.333 249.333 339.000 Boekwaarde per 31 december 2013 160 Programmarekening 2013 | Bijlagen Totaal generaal reserves / voorzieningen naam reserve / voorziening 30.604.136 Boekwaarde per 31 december 2012 Resultaat uit jaarrekening 2012 - 2013 baten 5.013.466 2013 lasten 7.705.764 27.911.838 Boekwaarde per 31 december 2013 Toelichting Reserves en voorzieningen ALGEMEEN Ter toelichting op het totaaloverzicht wordt per reserve en voorziening aangegeven het doel waarvoor deze is ingesteld, de wijze van voeding en waaraan de reserve of voorziening wordt besteed. De specifieke mutaties in 2013 zijn toegelicht in het onderdeel financiële toelichting per programma. ALGEMENE RESERVE Doel en voeding: Het doel van de algemene reserve is het opvangen van risico's in de algemene zin en risico's waarvoor geen bestemmingsreserve of voorziening is gevormd. Het voor- en/of nadelig resultaat van de jaarrekening wordt verrekend met de algemene reserve. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming, anders dan dat een deel van de algemene reserve is aangemerkt als weerstandsvermogen en bedoeld is om tegenvallers in enig (verslag-)jaar op te kunnen vangen. In de actualisatie van het beleid inzake reserves en voorzieningen heeft de gemeenteraad in 2012 bepaald dat de minimale omvang van de algemene reserve gelijk moet zijn aan het benodigde weerstandsvermogen én minimaal € 15 miljoen bedraagt. De verwachting voor de omvang van de algemene reserve eind 2013 was dat deze zou uitkomen op een positieve stand van € 13,0 miljoen postief (derde bestuursrapportage 2013). Na resultaatbestemming daalt de algemene reserve begin 2013 van € 15,4 miljoen naar eind 2013 € 10,9 miljoen. In de aanbiedingsbrief worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht tussen de bijgestelde begroting en de rekening 2013 per programma. Stand eind 2013: € 12.187.863 (vóór voorgestelde resultaatsbestemming) EGALISATIERESERVE Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. De egalisatiereserves zijn ingesteld om een overschot op een bepaalde heffing te voorkomen als uitgaven en investeringen vertraging oplopen. De egalisatiereserves zijn niet aan een termijn gekoppeld. Programma 4 Milieu Egalisatiereserve afvalverwijdering Doel en voeding: Doel van deze reserve is om de fluctuaties tussen de baten en lasten voor het inzamelen en verwijderen van afval, op te vangen. Indien in enig jaar de baten voor de afvalinzameling hoger zijn dan de kosten, wordt het verschil toegevoegd aan de egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt vervolgens ingezet voor (tijdelijke) matiging van het tarief of incidentele uitgaven. De egalisatiereserve kan geen nadelig saldo hebben. Het saldo van het product afvalverwijdering laat aan het einde van het jaar een voordeel zien van € 570.000 over 2013. Dit bedrag is toegevoegd aan de egalisatiereserve ter egalisering van de kosten of ter egalisatie van het tarief in de toekomst. Stand eind 2013: € 569.915 Programma 6 Beheer openbare ruimte Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken 161 Programmarekening 2013 | Doelen voeding: Het doel van deze reserve is om de fluctuaties in de onderhoudskosten aan het rioolstelsel en vanuit het Stedelijk Waterplan in Purmerend op te vangen. Er wordt uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de lastenbijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo toegevoegd aan de egalisatie reserve en later gebruikt voor tijdelijk lagere tarieven. In 2012 is € 216.000 toegevoegd aan de egalisatiereserve gemeentelijke watertaken. Stand eind 2013: € 215.900 Egalisatiereserve begraafrechten Doel en voeding: Het doel van deze egalisatiereserve is om de inkomsten te egaliseren uit de grafrechten. Jaarlijks valt eentiende deel vrij uit de inkomsten van de grafrechten. Deze egalisatiereserve is bij de jaarrekening 2009 ingesteld.Gebleken is dat de omvang van de reserve op dit moment onvoldoende is om dekking te bieden voor de onderhoudskosten van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is genomen. In de resultaatbestemming wordt voorgesteld om € 1.448.000 toe te voegen. Hiermee komt de stand eind 2013 uit op € 1.696.663 Stand eind 2013: € 248.663 (vóór voorgestelde resultaatbestemming) Algemene dekkingsmiddelen Egalisatiereserve afkoop geldleningen Doel en voeding: Het doel van deze egalisatiereserve is het opvangen van het onstane jaarlijkse nadeel op de renteverschillen. Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage 2010 (besluitnummer 10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door jaarlijks een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in het onderdeel algemene dekkingsmiddelen (eigen financieringsmiddelen). De reserve zal eind 2018 volledig zijn besteed. In 2012 is een bedrag van€ 754.056 onttrokken ter dekking van de rentelast in het onderdeel algemene dekkingsmiddelen. Stand eind 2013: € 1.982.076 BESTEMMINGSRESERVES Voor bestemmingsreserve geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een vastgestelde termijn. In 2013 zijn de volgende reserves volledig besteed en kunnen worden opgeheven: • Aanval op de bijstand • Werkbudget ombuigingen Programma 2 Samenleving Reserve sanering asbest Doel en voeding: doel van deze reserve is het (gedeeltelijk) afdekken van de kosten die gepaard gaan bij het verwijderen van asbest uit de gemeentelijke onderwijsgebouwen. Deze reserve is bij de jaarrekening 2009 ingesteld door een bedrag van € 400.000 te storten. In 2013 is deze reserve niet aangesproken. Stand eind 2013: € 400.000 Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting 162 Programmarekening 2013 | Doel en voeding: Deze bestemmingsreserve heeft als doel om de boekwaarden van de onderwijspanden gedurende de periode 2012 tot en met 2015 die worden herbestemd of worden gesloopt te kunnen afboeken. Deze afboeking is noodzakelijk, omdat naar huidige inschatting de boekwaarde niet kan worden terugverdiend bij herbestemming van de locaties. De voorgenomen afboeking heeft betrekking op een zevental onderwijslocaties en is als resultaatbestemming ingesteld bij de jaarrekening 2011 (besluitnummer 1037563). Hiervoor is eenmalig een bedrag van € 2.030.000 beschikbaar gesteld. In de loop van 2012 is gebleken dat deze reserve niet toereikend was voor de afboeking van de overige locaties, op het daarvoor geplande tijdstip. Om deze reden is in 2012, via resultaatbestemming, de reserve aangevuld met een bedrag van € 125.000. In totaal is er een bedrag van € 1.780.783 inmiddels onttrokken. Stand eind 2013: € 374.217 Reserve gemeentelijke middelen participatie Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is het gefaseerd kunnen aanpassen van de geplande uitgaven als gevolg van de grote daling van de rijksbijdrage participatie vanaf 2010. Hiermee wordt voorkomen dat het programma voor participatie direct moet worden aangepast of deels worden stopgezet. De reserve is ingesteld voor de periode 2010 – 2014. Door meevallers en vroegtijdig inspelen op de kortingen op de rijksbijdrage zullen de middelen (pas) ingezet worden vanaf 2013. In 2013 is deze reserve niet aangesproken. Stand eind 2013: € 1.623.617 Reserve Aanval op de bijstand Doel en voeding: Doel van deze bestemmingsreserve is de verwachte toename van het aantal uitkeringen op te kunnen vangen door het verlagen van het uitkeringsbestand zoals uitgewerkt in het project aanval op de bijstand. Deze reserve is éénmalig gevoed met € 1,5 miljoen (besluitnummer 11-052) in 2011. Binnen dit project wordt in drie deelprojecten geinvesteerd: arbeidsmarktaansluiting, mogelijkheden Wwb-ers voor uitvoering van maatschappelijke taken (waaronder de uitvoering Wmo) en handhaving. In 2013 is het restantbedrag van € 250.000 besteed aan het project aanval op de bijstand en is de reserve volledig uitgenut. Stand eind 2013: € 0 Reserve herstucturering WSW Doel en voeding: Doel van deze reserve is het afdekken van kosten in verband met herstructurering van het werkvoorzieningschap Waterland. In 2013 is voor dit doel € 1.639.000 in de reserve gestort. De verwachting is dat de reserve een looptijd heeft tot en met 2019. Stand eind 2013: €1.405.496 Programma 3 Wonen Reserve Woonvisie Doel en voeding: Het doel van de bestemmingsreserve Volkshuisvesting is het het bekostigen van uitgaven voor volkshuisvestingsdoelen die in een specifiek programma zijn vastgelegd met een incidenteel karakter. In maart 2012 (besluitnummer 643894) heeft de raad besloten de reserve volkshuisvesting per 31 december 2012 op te heffen. Het saldo eind 2012 is hierbij overgeheveld in de nieuwe bestemmingsreserve Woonvisie 2012 – 2016. De voeding van deze 163 Programmarekening 2013 | reserve betreft het door de gemeenten ontvangen deel van de overwaarde van de verkochte koopwoningen waarvoor het anti-speculatiebeding van toepassing is. Gebleken is dat het saldo van de reserve woonvisie hoger is dan begroot en er in 2013 opnieuw vertragingen zijn ontstaan. In 2014 zal een herrijking plaatsvinden van de Woonvisie. In de resultaatbestemming wordt voorgesteld om € 585.000 minder te onttrekken. Hiermee komt de stand eind 2013 uit op € 1.280.544. Stand eind 2013: € 1.865.544 (vóór voorgestelde resultaatbestemming) Programma 6 Beheer openbare ruimte Reserve infrastructuur Gorslaan/Jaagweg Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is om herstelwerkzaamheden uit te voeren aan de kruising Gorslaan/Jaagweg voor gebrekkige fundering en beschadigd asfalt (medio 2014). Deze reserve is in 2011 ingesteld bij de kadernota 2012 als voorziening en in de jaarrekening 2011(besluitnummer 1037563) omgezet in een bestemmingsreserve. In 2013 is deze reserve niet aangesproken. Stand eind 2013: € 1.500.000 Reserve Beheer openbare ruimte Doel en voeding: In de jaarrekening 2012 is bij de resultaatbestemming een bedrag van € 507.000 gestort in deze reserve voor niet uitgevoerde werkzaamheden aan de openbare ruimte (met name kunstwerken, wegen). Omdat de planmatige onderbouwing van een voorziening voor deze werkzaamheden niet in 2012 kon worden afgerond is er onvoldoende onderbouwing om dit bedrag "vanzelfsprekend" toe te voegen aan een voorziening. De werkzaamheden zijn in 2013 uitgevoerd voor een bedrag van € 317.000, met uitzondering voor werkzaamheden aan de Clara Visserstraat (besluit raad 3e Berap 2012) van € 180.000. Stand eind 2013: € 180.000 Programma 7 Ruimtelijke ordening Reserve Gronden Doel en voeding: Het oorspronkelijke doel van deze bestemmingsreserve was het opvangen van risico’s in de grondexploitatie voor specifieke bestemmingen. Het doel van deze reserve is in 2012 gewijzigd in de derde bestuursrapportage 2012 (besluitnummer 645125) en als nieuw beleid in de nota reserves en voorzieningen. Het restant van deze reserve wordt vanaf 2013 en verder ingezet voor plankosten en voorbereidingskrediet Schapenmarkt. Stand eind 2013: € 695.435 VOORZIENINGEN De voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen is opgenomen in programma 7 Ruimtelijke ordening en is opgebouwd uit de volgende vier voorzieningen: 164 Programmarekening 2013 | Stand Voorziening Programma eind 2013 Groot onderhoud onderwijs Programma 2 Samenleving € 280.000 Verhuurde percelen Programma 7 Ruimtelijke ordening € 351.000 Groot onderhoud welzijnsgebouwen Programma 7 Ruimtelijke ordening € 419.000 Programma 13 Bestuur en concern € 643.000 Groot onderhoud gemeentelijke huisvesting De mutaties van deze voorzieningen zijn separaat opgenomen en toegelicht in de betreffende programma's. Programma 2 Samenleving Voorziening bruidschat OPSO Doel en voeding: Doel van deze voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair en Speciaal Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een bruidschat van € 2,5 miljoen. De bruidschat zal uitbetaald worden in jaarlijks afbouwende bedragen en eind 2014 worden opgeheven. In 2013 is een bedrag van € 410.000 uitgekeerd. Stand eind 2013 € 339.000 Voorziening onderhoud De Purmaryn Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een Meerjarenonderhoudsplan ('Kraan'). Stand eind 2013: € 249.332 Programma 5 Bereikbaarheid Voorziening openbaar vervoer Doel en voeding: De voorziening wordt ingezet voor het mede financiëren van openbaar vervoer projecten en infrastructurele maatregelen voor een verbeterde doorstroming en toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Eind 2013 is het saldo van de voorziening € 26.000. Het restant zal in 2013 worden aangesproken. Stand eind 2013: € 26.362 Voorziening onderhoud DRIS Doel en voeding: Deze voorziening is afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer en bestemd om de beheer- en onderhoudkosten voor het Dynamisch Reizigers Informatie Systeem voor een periode van tien jaar te kunnen dekken. De DRIS-panelen worden volgens planning tot en met 2013 bij de diverse bushaltes geplaatst.In 2013 is er voor € 45.000 aan werkzaamheden verricht. Stand eind 2013: € 454.728 Programma 7 Ruimtelijke ordening Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel de onderhoudslasten te egaliseren van de panden die de gemeente bezit. Deze voorziening is opgebouwd uit een viertal 165 Programmarekening 2013 | onderhoudsvoorzieningen: verhuurde percelen, groot onderhoud welzijnsgebouwen, onderwijs en gemeentelijke huisvesting. Stand eind 2013: € 1.691.805 Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat Doel en voeding: Deze voorziening is ingesteld om de kosten voor de civiele procedure met betrekking tot de Van IJsendijkstraat te dekken. Dit betreffen de kosten voor het eigen risico van € 50.000. De gemeente is verzekerd voor vermogensschade veroorzaakt door onrechtmatig genomen besluiten. Stand eind 2013: € 50.000 Voorziening streekarchief Waterland Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel om de kosten van groot onderhoud van het pand Streekarchief Waterland (SAW) aan de Wielingenstraat 75 te dekken. De voorziening wordt jaarlijks gevoed met de door het ISW afgesproken jaarlijkse verhoging van de canon met 3,725%. Stand eind 2013: € 79.662 Voorziening Gebiedsontwikkeling Doel en voeding: Deze voorziening is in 2013 gevormd op basis van de berekende financiele risico's die gepaard gaan met gebiedsontwikkelingprojecten. Stand eind 2013: € 1.400.000 Programma 8 Veiligheid Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het dekken van de kosten voor het groot bouwkundig onderhoud. De voeding van deze voorziening geschied aan de hand van het groot onderhoudsplan en is gebaseerd op de bestaande beheer- en onderhoudsgegevens uit Kraan. Voor 2013 waren de onderhoudswerkzaamheden € 50.000. Stand eind 2013: € 61.893 Voorziening Halt overgang personeel Bij het fuseren van het bureau Halt Zaanstreek-Waterland zullen frictiekosten ontstaan. Bij het voorstel om te fuseren is besloten de frictiekosten te financieren uit het positieve resultaat van de jaarrekening 2010. In 2013 is deze voorziening niet aangesproken. Stand eind 2013: € 66.154 Programma 10 Bestuur en concern Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders Doel en voeding: Voor de afwikkeling van de opgebouwde wachtgeldrechten van voormalige wethouders is een voorziening ingesteld. Het risico ten aanzien van zittende bestuurders is meegenomen in de risicoparagraaf weerstandsvermogen. De voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd op basis van het de ingeschatte aanspraak op wachtgeld van ex-bestuurders. 166 Programmarekening 2013 | Stand eind 2013: € 199.908 Voorziening pensioenverplichtingen Doel en voeding: De voorziening pensioenverplichtingen is een in 2012 nieuw ingestelde voorziening. De voorziening was bedoeld om de verplichting die bestaat ten opzichte van bestuurders die vóór 2002 wethouder zijn geweest af te dekken. In de loop van 2012 is besloten omde pensioenverplichtingen uit te besteden en onder te brengen bij Loyalis. De financiële afwikkeling vindt in 2013 plaats en de voorziening zal daarna worden opgeheven. Aangezien de afwikkeling in 2013 wordt voltrokken wordt het saldo dat per 31-12-2012 in de voorziening zat, niet als voorziening maar als kortlopende schuld op de balans gepresenteerd. Voorziening Spaarverlof Doel en voeding: In deze voorziening is de waarde opgenomen van verlofuren die in het verleden konden worden opgespaard. De voorziening is gevormd ter dekking van de kosten van vervangend personeel van deelnemers aan de gemeentelijke spaarverordening op het moment dat zij spaarverlof opnemen. Aangezien de regeling is opgeheven bestaat de dotatie uit een mutatie ten behoeve van het opvangen van prijsstijgingen. De onttrekking betreft de compensatie aan een afdeling op het moment dat spaarverlof wordt opgenomen door een deelnemer. Stand eind 2013: € 25.626 167 Programmarekening 2013 | 09-118 645128 Dakrenovatie De Vaart Dakrenovatie sporthal De Vaart (lage dak) 645128 645128 10-21 Renovatie verharding sportcomplex Savannestraat Vervanging toplaag handbalveld De Dop Verplaatsing rugbyclub (voorbereiding) Programmarekening 2013 | Bijlagen 07-65/10-79 24360 rolcontainers (restafval) 168 07-65/09-60 Clusterplaatsen 27.694 18.991 196.098 4.889.724 PGR02 Samenleving 10-90 519.029 Papiercontainers 4x6090 st. (2012) 519.029 BV023 Drempels weg 519.029 PV0231 Individuele voorzieningen 645128 2.483.586 WMO Hulpmiddelen 2013 2.483.586 BV022 De jeugd heeft de toekomst 68.506 872.083 1.475.291 67.706 PV0222 Op de toekomst voorbereid 640635/1061251 10-37/11-32 Slenkstraat 50, Tangram, installaties Inrichting praktijklokaal M.L. Kingschool, Den Uyllaan 3 10-37/11-32 Slenkstraat 50, Tangram, bouw & terrein 645128 1.887.109 Dakbedekking, Pinksterbloem 67 BV021 Goed leven in Purmerend 351.333 195.762 1.887.109 645128 Vervangingsbeleid speelvoorzieningen 2013 561.250 - 135.822 25.386 51.864 155.923 - 55.871 88.037 189.828 76.033 PV0211 Gezonde geest in gezond lichaam 645128 Vervanging speeltoestellen 2013 1) 08-105/11-24/636369/1061253 637736 Renovatie honkbalveld jeugd sportcomplex De Dop Stadsspeeltuin Purmerend 637736 Toplaag Kunstgras Flevostraat (korfbalvereniging BEP) 11-14 645128 Vervanging verl. en installaties kelder Leeghwaterbad Voorber.krediet multifunctionele sporthal Van IJsendijkstraat 645128 Raad/B&W besluit Geraamd bedrag Vervanging antiverdrinking onderwatercamera Leeghwaterbad Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Bijlage V Overzicht afgesloten kredieten 15.492 - - 3.209.684 - - - 2.215.267 2.215.267 - 824.102 1.391.166 - 994.416 994.416 - - 503.827 76.230 - - 51.864 155.923 118.535 - 88.037 - - - - - 759.003 139.277 139.277 139.277 180.344 180.344 67.260 43.085 2.293 67.706 439.381 439.381 82.336 9.262 59.609 -76.230 135.822 25.385 - - -118.535 55.871 - 189.828 76.033 Totaal besteed t/ Totaal besteed in m 2012 2013 15.492 - - 3.968.686 139.277 139.277 139.277 2.395.612 2.395.612 67.260 867.187 1.393.459 67.706 1.433.798 1.433.798 82.336 9.262 563.436 - 135.822 25.385 51.864 155.923 - 55.871 88.037 189.828 76.033 Totaal besteed t/ m 2013 12.202 18.991 196.098 921.038 379.752 379.752 379.752 87.974 87.974 1.246 4.896 81.832 - 453.311 453.311 268.997 186.500 -2.186 - - 1 - - - - - - - Over (-) of onderschr. (+) 297.000 Ombouw Parkeerautomaten 645128 645128 645128 Uitvoeringsprogramma 2013 Riolering Stedelijk Waterplan 2013 (uitvoering oeverplan) Stedelijk Waterplan 2013 169 Programmarekening 2013 | Bijlagen 106.135 BV071 Ruimtelijke ordening 70.000 106.135 1037563 PV0711 Optimale ruimtelijke hoofdstructuur Loirestraat 9 Kinderopvang De Weide 36.135 10.804.490 PGR06 Beheer openbare ruimte 1080649 10.804.490 BV061 Beheer openbare ruimte Grond Kerkstraat 20 6.105.287 PV0612 Zorg voor watertaken 1.592.990 178.452 140.000 4.193.845 645128 Verbreed GRP(GRP+)2013 (incl.aanvulling) 1.242.660 1.280.647 4.699.203 645128 Uitvoeringsprogramma 2013 Elementen 105.480 611.246 1.459.170 PV0611 Schoon, heel en veilig 645128 Uitvoeringsprogramma 2013 Asfalt 08-95 645128 5 Houten of vaste bruggen Looproutes 2010 645128 627.470 PGR05 Bereikbaarheid PON, groot onderhoud bruggen 2013 627.470 BV051 Bereikbaarheid 89.665 330.470 637736 60.005 90.400 90.400 PV0514 Verkeersveiligheid Verkeersregelinstallatie Verzetslaan-Meerland 10-90 09-118 Verkeersregelinstallatie Waterlandlaan/Landsrekenweg VAT-kosten 11 Verkeersregelinstallaties 2012-2015 09-118 Verkeersregelinstallatie Waterlandlaan/Basisveenstraat 297.000 542.783 PGR04 Milieu PV0513 Autoverkeer 542.783 637736 542.783 300.000 BV041 Milieu 645125 Raad/B&W besluit Geraamd bedrag PV0412 Afvalbeheer 60x OC's glas binnencontainers Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld - - - - 25.745 25.745 - - - - - 25.745 - - 25.745 - - 433.661 433.661 215.396 48.491 20.666 62.874 83.365 218.265 218.265 147.992 147.992 147.992 132.500 165.143 165.143 129.008 36.135 5.613.799 5.613.799 3.822.230 1.341.570 95.102 26.567 2.358.992 1.791.569 460.314 617.361 11.253 679.976 22.665 13.054 13.054 13.054 1.536 - 11.518 - - - 132.500 132.500 132.500 132.500 Totaal besteed t/ Totaal besteed in m 2012 2013 165.143 165.143 129.008 36.135 5.639.545 5.639.545 3.822.230 1.341.570 95.102 26.567 2.358.992 1.817.315 460.314 617.361 36.998 679.976 22.665 446.715 446.715 228.450 50.027 20.666 74.392 83.365 218.265 218.265 280.492 280.492 280.492 265.000 Totaal besteed t/ m 2013 -59.008 -59.008 -59.008 - 5.164.945 5.164.945 2.283.057 251.420 83.350 113.433 1.834.853 2.881.888 782.346 663.286 68.482 -68.730 1.436.505 180.755 180.755 102.020 39.638 39.339 16.008 7.035 78.735 78.735 262.291 262.291 262.291 35.000 Over (-) of onderschr. (+) 645128 645128 645128 645128 645128 645128 Dienstverlening hardware 2013 Dienstverlening software 2013 Basisregistraties en GEO hardware 2013 Basisregistraties en GEO software 2013 Overige onderzoeken en projectmatige hardware 2013 Overige onderzoeken en projectmatige software 2013 09-118 645125 645128 Mercedes sprinter Servicebus Wijken 21893 Veegmachine Schmidt Swingo 22840 19.256.038 2.180.750 244.750 107.000 25.000 61.500 51.250 1.723.487 95.883 122.407 561.985 45.000 151.036 100.000 3.889.103 72.021 - - - - - - - - - - - - - - 72.021 60.673 - 11.348 - - - - - - - 7.946.320 1.198.071 273.902 106.729 26.566 76.074 64.533 820.662 140.328 128.972 88.537 - 77.473 - 87.884 297.470 103.507 3.661 84.175 15.671 64.751 64.751 64.751 26.917 9.027 28.807 165.143 Totaal besteed t/ Totaal besteed in m 2012 2013 11.835.423 1.270.092 273.902 106.729 26.566 76.074 64.533 820.662 140.328 128.972 88.537 - 77.473 - 87.884 297.470 175.528 64.333 84.175 27.019 64.751 64.751 64.751 26.917 9.027 28.807 165.143 Totaal besteed t/ m 2013 7.420.615 910.658 -29.152 170 Programmarekening 2013 | Bijlagen overgeheveld naar het overzicht niet afgesloten kredieten per 31-12-2013 In totaliteit is een bedrag van € 186.500 overgeheveld. 271 -1.566 -14.574 -13.283 902.825 -44.445 -6.564 473.448 45.000 73.563 100.000 109.932 151.890 36.985 39.005 - -2.019 39.935 39.935 39.935 1.083 33.973 4.879 -59.008 Over (-) of onderschr. (+) In het overzicht afgesloten kredieten per 31-12-2013 is de jaargebonden investering uit 2013, gemarkeerd met een 1), voor het restantbedrag doorgeschoven en opgehoogd bij de investering 2014. Het restantbedrag bij de betreffende investering is voor de rekening 2013 Eindtotaal Bedrijfsvoering & Tractie Tractie 09-118 Mercedes sprinter Bedrijfsvoering/ICT 645128 Randvoorwaarde ICT software 2013 197.816 449.360 645128 Randvoorwaarde ICT hardware 2013 103.338 212.513 637736 Kozijnen/deuren, Garage De Koog 84.175 Bedrijfsvoering/Huisvesting 645128 Koudeopwekking/distributie Stadhuis 25.000 104.686 616448 PGR08 Veiligheid Brandbeveiliging kluis BZ SH2012 104.686 28.000 BV081 Veiligheid 645128 Vervanging warmtebeeldcamera's 43.000 33.686 104.686 645128 PV0811 Brandweerzorg 645128 Aanpassing optische en geluidsignalen 106.135 Raad/B&W besluit Geraamd bedrag OVD voertuig 5002 790 PGR07 Ruimtelijke ordening Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld 171 Programmarekening 2013 | Bijlagen 637736 Sportvloer gymlokaal doplaan 10-90 Toplaag skeelerbaan trimpad Hockeyveld toplaag de Munnik Clubgebouw rugby 1075376 1075376 1075376 Beschoeiing volkstuinen ISIS Paden volkstuinen FENIX Beschoeiing volkstuinen FENIX 645128 645128 Vervanging installaties horeca Purmaryn Vervanging armaturen Purmaryn 172 Programmarekening 2013 | Bijlagen PV0212 Kunst/Cultuur verrijken stad en inwoners Hoefsmid 1, Smidse, Uitbreiding (terrein & bouw) 10-107 637736 Vervanging dakbedekking platte daken Purmaryn BV021 Goed leven in Purmerend 637736 Kassasysteem Purmaryn SW2008 planningspakket Purmaryn 08-62 1075375 Parkeervoorzieningen volkstuinen ISIS PV0211 Gezonde geest in gezond lichaam 1061253 Outdoor sport en recreatie voor jeugd 645128 1039533 Velden en terreininrichting Rugby Vervanging speeltoestellen 2013 645128 1039533 Atletiekbaan toplaag de Munnik 645128 637736 Renovatie voetbalveld Wherevogels, Westerweg A-veld Renovatie voetbalveld Savannestraat veld 3 toplaag 09-131 637736 Den Uyllaan 3, bouw Gymlokaal 1061251 645128 Sportzaal De Karekiet, vervanging buitenkozijnen Inrichting motorisch therapielokaal 09-118 645128 1039533 Inrichting multifunctionele sporthal Sportzaal De Karekiet boeiboorden 1039533 Vervanging vloertegels De Karekiet 1039533 09-118 Vervanging luchtbehandeling De Vaart Installaties multifunctionele sporthal 637736 Vervanging gevelbeplating wanden zwembad Gebouw multifunctionele sporthal 1061253 530.835 178.434 1.026.791 23.275 325.444 20.091.322 - - 14.760 - 8.515 1.003.516 - - - - - - - - - - 158.428 651.943 65.513 - - 47.826 - - 40.145 - - - - 39.661 - 510.516 2.406.619 107.554 18.500 33.074 - 55.980 - 2.299.065 43.952 67.692 49.400 14.251 - - - 83.169 395.820 65.313 - - - 915.338 38.339 - 84.151 38.782 - 26.173 98.194 192.492 - - 186.000 Totaal besteed t/ Totaal besteed in m 2012 2013 52.665 80.000 64.779 66.000 62.000 19.765.878 87.903 82.400 133.458 25.000 190.325 186.500 698.153 1.606.700 400.820 65.513 158.428 651.943 65.513 915.338 46.390 47.826 84.151 38.782 40.145 1.000.000 3.750.000 9.135.759 129.170 39.661 186.000 Raad/B&W besluit Geraamd bedrag 4 luchtbehandelingskasten Leeghwaterbad Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld Bijlage VI Overzicht niet afgesloten kredieten 688.950 3.433.410 130.829 18.500 33.074 14.760 55.980 8.515 3.302.581 43.952 67.692 49.400 14.251 - - - 83.169 395.820 65.313 158.428 651.943 65.513 915.338 38.339 47.826 84.151 38.782 40.145 26.173 98.194 192.492 - 39.661 186.000 Totaal besteed t/ m 2013 -158.115 16.657.912 194.615 34.166 46.926 50.019 10.020 53.485 16.463.297 43.951 14.708 84.058 10.749 190.325 186.500 698.153 1.523.531 5.000 200 - - - - 8.051 - - - - 973.827 3.651.806 8.943.267 129.170 - - Over (-) of onderschr. (+) Bijlage VII Kerngegevens Purmerend ALGEMEEN Inwoners naar leeftijd 1 januari 2014 Inwoners naar leeftijd 1 januari 2014 Leeftijd Aantal <15 jaar 12.898 15-64 jaar 52.873 ≥65 jaar 13.831 Totaal aantal inwoners 79.602 PROGRAMMA 2 SAMENLEVING Overzicht aanbod van dienstverlening zorg in 2013 Dienst Aantal Huisartspraktijken 19 Apotheken 9 Fysiotherapie/oefentherapie 29 Bedden in Waterlandziekenhuis 351 Opnamen in Waterlandziekenhuis 13.963 Verzorgingshuizen 5 Plaatsen in verzorgingshuizen 377 Verpleeghuizen 2 Plaatsen in verpleeghuizen 310 Woningen naar eigendom, 2013 Sociale huur Koop Aantal % Centrum 1091 Overwhere 3625 Wheermolen Gors Overige huur Aantal % Aantal % 49,3 870 39,3 251 11,3 55,0 2347 35,6 624 9,5 1245 36,0 2141 62,0 68 2,0 2449 60,2 1401 34,4 217 5,3 Purmer-Noord 3259 52,0 2839 45,3 171 2,7 Purmer-Zuid 3646 71,7 1210 23,8 230 4,5 Weidevenne 4948 74,5 1562 23,5 129 1,9 Totaal 20263 59,0 12370 36,0 1690 4,9 Bijstandsuitkeringen (WWB) Purmerend, 1 januari 2013 2013 WWB* uitkeringen (<65 jaar) WWB* uitkeringen (≥65 jaar) WWB* uitkeringen totaal IOAW, IOAZ en Bbz* 173 Programmarekening 2013 | Bijlagen 1.244 1.244 Arbeidsongeschiktheidsuitkering Purmerend, 2013 2013 WIA 1.030 WAJONG 1.300 WAZ 79 WAO 2.669 174 Programmarekening 2013 | Bijlagen 175 Programmarekening 2013 | Bijlagen 176 Programmarekening 2013 | Bijlagen griffier (gewezen) topfunctionaris (ja/nee) functie(s) ja ja ja ja dienstverband beëindigd met dienstbetrekking (ja/nee) uitkeringen bij einde dienstverband 94.531 138.110 beloning (herrekende) WNT norm 264 894 belastbare vaste en variabele onkosten-vergoed. noot - - zo nodig is herrekend op basis van een dienstverband korter dan een vol jaar en/of een dienstverband lager dan een voltijdsdienstverband. 177personen Programmarekening 2013 | Bijlagen Bij de volgende / functionarissen bedraagt de totale bezoldiging méér dan de van toepassing zijnde WNT-norm, waarbij de WNT-norm Toelichting bij overschrijdingen van de van toepassing zijnde WNT normen van niet belaste zakelijke lasten via factuur of creditcard die rechtstreeks ten laste gekomen zijn van de producten college ondersteuning of ondersteuning raad. In bovenstaande opstelling is niet als bezoldigingscomponent beschouwd: Vergoeding OV-kaart t.b.v. woon-werkverkeer, vergoeding van een parkeervergunning. Tevens betalingen <= Alleen opnemen indien dergelijke bijzondere gevallen zich hebben voorgedaan. 365 365 duur van het dienstverband in het jaar (in dagen) bij dienstbetrekking = nee: wel verplicht In de volgende bijzondere gevallen bieden de beleidsregels onvoldoende aanknopingspunten. Hiervoor heeft de gemeente Purmerend de volgende standpunten ingenomen: <= Deze of een vergelijkbare zin op te nemen indien instelling géén verantwoording aflegt over externe niet-topfunctonarissen. van deze tot de beleidsregels horende Regeling te kunnen afwijken dient dit toegelicht en gemotiveerd te worden. <= indien instelling meent op grond van de MvT bij de Regeling bezoldigingscompontenten WNT op bijzondere gronden niet-topfunctionarissen. niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de stichting geen verantwoording af over externe De gemeente Purmerend herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd. 94.795 139.004 voorz. ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn Totale bezoldiging Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde vande WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014, Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording n.v.t. Naam (gewezen) topfunctionaris (ja/nee) Gegevens uitkeringen bij beëindiging dienstverband gemeentesecr. J.F. Kamminga functie(s) M.J. Smulders Naam Bezoldigingsgegevens bij dienstbetrekking = nee: nvt Omvang in fte 1 1 228.599 228.599 (herrekende) WNT norm Bijlage VIII Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector Bijlage IX Controleverklaring 178 Programmarekening 2013 | Bijlagen Bijlage X Verslag Auditcommissie 179 Programmarekening 2013 | Bijlagen
© Copyright 2024 ExpyDoc