10b Programmarekening dd 03062014 def

P R O G R A M M A R E K E N I N G
2
0
1
3
P R O G R A M M A R E K E N I N G
2
0
1
3
I N H O U D S O P G A V E
1. AANBIEDINGSBRIEF
4
2. LEESWIJZER
10
3. DE PROGRAMMA'S
13
1.
Publieksdiensten
14
2.
Samenleving
17
3.
Wonen
39
4.
Milieu
45
5.
Bereikbaarheid
49
6.
Beheer openbare ruimte
55
7.
Ruimtelijke ordening
63
8.
Veiligheid
74
9.
Economie
81
10. Bestuur en concern
87
4. ALGEMENE DEKKINGSMIDDELEN
90
5. HET FINANCIEEL RESULTAAT 2013
95
6. DE PARAGRAFEN
100
6.1. Lokale heffingen
100
6.2. Weerstandsvermogen en risico's
104
6.3. Onderhoud kapitaalgoederen
116
6.4. Grondbeleid
120
6.5. Financiering
123
6.6. Bedrijfsvoering
124
6.7. Verbonden partijen
132
7. BALANS EN TOELICHTING
136
Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling
136
Balans per 31 december 2013
142
Toelichting op de balans 31 december 2013
145
BIJLAGEN
Bijlage I Portefeuilleverdeling
150
Bijlage II Overzicht baten en lasten per programma en beleidsveld
151
Bijlage III Sisa
153
Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen
157
Bijlage V Overzicht afgesloten kredieten
168
Bijlage VI Overzicht niet afgesloten kredieten
171
Bijlage VII Kerngegevens Purmerend
173
Bijlage VIII Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector
176
Bijlage IX Controleverklaring
178
Bijlage X Verslag Auditcommissie
179
3
Programmarekening 2013 | Inhoudsopgave
1
A A N B I E D I N G S B R I E F
Geachte leden van de gemeenteraad,
Met genoegen bieden wij u de programmajaarrekening 2013 aan. Hiermee legt het college
verantwoording af over het gevoerde beleid en de financiële resultaten. Deze rekening is
opgesteld in de bestuursperiode 2010-2014, maar wordt aangeboden aan de gemeenteraad in
de nieuwe samenstelling na de verkiezingen van 19 maart jongstleden.
In deze aanbiedingsbrief lichten wij de belangrijkste ontwikkelingen en besluiten kort toe:
• afsluiting bestuursperiode;
• het financieel resultaat;
• de hoofdpunten van de inhoudelijke verantwoording;
• het voorstel voor de resultaatsbestemming;
• behandelingsprocedure van de jaarstukken.
AFSLUITING BESTUURSPERIODE 2010-2014
Het college kijkt terug op een bestuursperiode waarin veel zaken in goed overleg met uw
raad in gang zijn gezet en waarin veel voornemens voor de afgelopen bestuursperiode zijn
gerealiseerd.
De raad is steeds betrokken geweest bij afwijkingen in de te realiseren voornemens en er is
samen met de raad richting gegeven aan de wijzigingen die voortvloeiden uit het rijksbeleid.
In het afgelopen jaar was de zware financiële opgave nog steeds merkbaar. Het betekende
structurele bezuinigingen om de dalende inkomsten van de gemeente op te vangen. De
effecten van de financiële crisis hebben gezorgd voor de noodzaak tot omvangrijkere
bezuinigingen dan in aanvang bedacht. Met de raad is daarvoor een afgewogen pakket
afgesproken.
INHOUDELIJKE KOERS
De stad is gebaat bij een heldere en duidelijke koers in het gemeentelijk beleid. Het nakomen
van beloftes en ruimte voor nieuwe ontwikkelingen zijn daarbij uitgangpunten. We richten
ons nu meer op het reageren op, en faciliteren van, wensen en ideeën in de stad en minder
op het zelfstandig aangeven wat goed is voor de stad. We hebben daarvoor de Visie op
Purmerend vastgesteld. Verder hebben we het maatschappelijk beleidskader, de kaderstelling
en beleidsplannen voor de nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatie vastgesteld.
In het verlengde daarvan is gekozen voor een forse krimp van de ambtelijke organisatie en
tegelijkertijd het bieden van nieuwe werkgelegenheid in het kader van sociaal rendement. De
krimp van de organisatie houdt verband met zowel de mogelijkheden van Het Beter Werken
met ICT en interne samenwerking, als met de invulling van de samenwerking met burgers en
instellingen in de stad.
In 2013 zijn alle voorbereidende maatregelen uitgevoerd om de ambtelijke dienstverlening en
ondersteuning van de gemeente Beemster te realiseren. Een groot deel van de medewerkers
van de gemeente Beemster is per 1 januari 2014 in dienst getreden van Purmerend. Voor beide
gemeenten is dit een goede zaak.
4
Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief
Tegelijkertijd is per 1 januari 2014 de brandweerorganisatie overgedragen aan de
veiligheidsregio. Dit is een uitvloeisel van de Wet op de veiligheidsregio’s. In 2013 zijn alle
voorbereidende maatregelen in intensieve samenwerking met de veiligheidsregio en de
regiogemeenten uitgevoerd. In de voorbereiding op de nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatie werken wij samen
met de regiogemeenten Zaanstreek-Waterland. Sommige taken lenen zich er goed voor om in
dat verband regionaal op te pakken, anderen geven we op lokaal niveau vorm.
INTEGRITEIT
We staan in deze aanbiedingsbrief stil bij het begrip integriteit.
Er wordt van ons verwacht dat wij bij signalen over niet integer handelen van de gemeente
of diens medewerkers passend handelen. Het blijkt dat er, ook als er geen bewijs is van
misstanden, publicitaire aandacht voor is. In dat verband is Purmerend vaker dan ons lief is
genoemd. De publiciteit die daarop volgt is niet behulpzaam.
Om die reden hebben wij als gemeentebestuur de verantwoordelijkheid bij dergelijke signalen
zorgvuldig te zijn met de communicatie over deze kwesties, om de behandeling ervan niet te
bemoeilijken.
U heeft daarover inmiddels een motie aangenomen in uw vergadering van 6 maart 2014. Wij
hopen in de toekomst op die ingeslagen weg door te gaan. We zijn hierover in gesprek gegaan
met uw raad en hopen dat de nieuwe raad en het college hier een passende gespreksvorm
voor vinden.
HET FINANCIEEL RESULTAAT
2013 is afgesloten met een nadelig saldo van bijna € 3,3 miljoen dat ten laste komt
van de algemene reserve. Dit resultaat is slechter dan geprognosticeerd in de derde
bestuursrapportage van 2013. In deze rapportage werd gerekend met een tekort van bijna €
2,4 miljoen.
Naast dit resultaat wordt een drietal aanvullende besluiten voorgelegd om in de bestemming
van het resultaat 2013 mee te nemen. Dit betreft:
• het afboeken van de boekwaarde van de J.P. Sweelinckstraat € 408.020 (NIEGG);
• een dotatie aan de reserve begraafplaats van € 1.448.357, zodat de reserve in
overeenstemming is met de waarde van de in het verleden afgekochte grafrechten;
• een onttrekking aan de reserve Woonvisie van € 585.000, waarmee de omvang van
de reserve in overeenstemming wordt gebracht met de nog begrote uitgaven voor de
resterende looptijd van de Woonvisie (2014 en 2015).
In totaal bedraagt na deze aanvullende besluiten het nadelig resultaat € 4.531.931. Voorgesteld
wordt dit te onttrekken aan de algemene reserve. De algemene reserve komt daarmee uit op €
10,9 miljoen. Dit is boven de doelstelling voor de bestuursperiode 2010-2014 van € 10 miljoen.
Gelijktijdig met de programmarekening wordt het financieel perspectief 2014-2018
aangeboden. In dit perspectief wordt aangegeven dat op basis van staand beleid, de
algemene reserve de komende jaren verder aangroeit tot ruim € 21 miljoen. De belangrijkste
toevoegingen aan de reserve zijn de winstneming uit de grondexploitatie Weidevenne en de
laatste tranche van de verkoop van aandelen Nuon.
Deze financiële situatie overziend is het college van mening dat er een goede financiële basis is
bereikt in de afgelopen bestuursperiode.
5
Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief
HOOFDPUNTEN VAN DE INHOUDELIJKE VERANTWOORDING
Wij sommen onderstaand een aantal van de prestaties en gebeurtenissen uit het afgelopen jaar
op:
Fysieke domein
Woningen, kantoren en projectontwikkeling
Ook in 2013 heeft de economische crisis nog zijn effecten. Het aantal grotere (fysieke)
projecten blijft nog steeds achter bij de mogelijkheden van de stad. Dit hangt samen met de
activiteiten voor woningbouw en bedrijfsterreinen. Er is geen sprake meer van afnemende
belangstelling, de belangstelling trekt zelfs aan, maar het doorzetten van idee en planvorming
naar realisatie gaat nog heel langzaam. Dat zien wij terug in het aantal aangevraagde
omgevingsvergunningen.
In 2013 is gekozen voor het definitief ontwikkelen van de Kop van West. Hiermee is een
woningbouwlocatie toegevoegd waar ruim 500 woningen gerealiseerd kunnen worden in de
komende 10 jaar. Voor de Kop van West geldt dat we aansluiten op het vraaggestuurd bouwen.
Organische ontwikkeling van het gebied staat voorop.
In de naastgelegen wijk Weidevenne is inmiddels de bouw aangevangen van het woonzorgcomplex Heel Europa. Dit wordt een belangrijke toevoeging aan de woningvoorraad van
de stad.
Aan de andere kant van de stad, Baanstee-Oost, is in 2013 de bouw van de
BioWarmteCentrale (BWC) gestart. De centrale wordt in 2014 in gebruik genomen. De
Purmerendse Stadsverwarming wordt hiermee in één klap sterk verduurzaamd en de
leveringszekerheid voor de gebruikers van de Stadsverwarming wordt hiermee voor de
komende 25 jaar veiliggesteld. Verkeer en vervoer
De bereikbaarheid van de binnenstad is in 2013 verder verbeterd, gehoord de ervaringen van
de Purmerenders. Tegelijkertijd hebben we gemerkt dat er beter gebruik gemaakt wordt van
de parkeermogelijkheden in de binnenstad. Minder vaak zijn er naheffingsaanslagen opgelegd
voor het parkeren in de openbare ruimte. Dat zien wij als een goede ontwikkeling in het gebruik
van de parkeerautomaten en het gedrag van de parkeerders. Voor de gemeente betekent dit
een structurele vermindering van de inkomsten met € 250.000. We hebben, met subsidie van de Stadsregio Amsterdam, 147 bushaltes toegankelijker
gemaakt. Ze zijn naar 18 centimeter opgehoogd waardoor een vrijwel gelijkvloerse instap
wordt geboden. Ook zijn geleidelijnen aangebracht, voldoende perronbreedte en halteerlengte
gerealiseerd, alsook het toevoegen van de mogelijkheid om fietsen te stallen. Een Dynamisch
Reizigers Informatie Systeem (DRIS) is ingevoerd, waarmee buspassagiers over actuele
reistijdinformatie op de halte beschikken. In Purmerend worden 73 haltepanelen geplaatst op
de belangrijkste instaphaltes. De Stadsregio Amsterdam betaalt de investeringskosten. De
Van IJsendijkstraat is heringericht met aparte fietsvoorzieningen en - last but not least - heeft
Purmerend een markante brug binnen haar stadsgrenzen gerealiseerd: de Melkwegbrug.
Schoon, heel en veilig
6
Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief
In 2013 is besloten om de budgetten voor onderhoud te verlagen. We stoppen met de inzet
van chemische bestrijdingsmiddelen en maaien minder vaak. Tegelijkertijd investeren we in een
goed werkend riool- en afvalwatersysteem. Sociale domein
Eén programma samenleving
Halverwege 2013 is besloten om in de programmabegroting een aantal programma’s samen
te voegen tot één programma Samenleving. Hiermee wordt de samenhang van de activiteiten
onderstreept en zijn er geen belemmeringen vanuit onze financiële huishouding om een en
ander integraal te benaderen.
Drie decentralisaties
Purmerend is, evenals alle andere gemeenten, volop aan de slag met de decentralisaties
Jeugdzorg, AWBZ en de Participatiewet. Hierbij wordt de samenhang met het Passend
Onderwijs goed bewaakt. In 2013 is er vooral publiciteit geweest over het waarom, de risico’s
en de zorgen vanuit de doelgroepen en professionals en uw raad over de taken die naar de
gemeenten overkomen.
Het is een ingewikkelde en omvangrijke operatie. De hiaten in ons beleid en uitvoering laten
zich vooraf niet allemaal zien of inschatten. Het zal een periode zijn waarin we veel zullen
moeten ervaren. Ongetwijfeld zullen we in de nabije toekomst situaties tegenkomen die we
liever niet zo hadden gewild. We stellen ons daarin open en lerend op, zodat we doeltreffende
maatregelen kunnen nemen als we hiaten in onze werkzaamheden constateren.
We zijn ervan overtuigd dat het samenspel tussen de gemeenten in de regio, de betrokken
instellingen en de burgers een meerwaarde voor de stad zal betekenen. Die waarde zal
tot uiting komen door de voorzieningen die beschikbaar zijn voor díe burgers die zorg en
ondersteuning nodig hebben. Betere afstemming vooraf, de klant, het gezin centraal in de
oplossing en de instellingen en gemeente in een optimaal faciliterende rol.
De financiële druk die met deze operatie op de gemeente komt is een gegeven. Uitgangspunt
is dat we uit moeten komen met de middelen die aan de gemeente beschikbaar worden
gesteld. Past dat niet, dan zullen wij uw raad adviseren over mogelijke keuzes.
Wmo
In 2013 is weer zichtbaar geworden dat de budgetten voor de Wmo niet volledig benut hoeven
te worden om de inwoners goed te bedienen. Enerzijds komt dit door minder stijging van
de prijzen voor de voorzieningen en anderzijds neemt het beroep op hulp minder toe dan
eerder aangenomen. Met de kortingen op het budget in 2015 in het vooruitzicht is dat een
gunstige ontwikkeling. In feite wordt hiermee nu al een deel van zorg over het krimpend budget
weggenomen. We kunnen met minder budget de inwoners goed bedienen.
Werk en inkomen
Ook in Purmerend is het bestand van mensen die een beroep moeten doen op ondersteuning
door de gemeente voor inkomen en werk, in 2013 verder gestegen. De groei is minder groot
dan landelijk.
Aan de voorkant van het ondersteuningstraject hebben we verder vorm gegeven aan het
jongerenloket. Niet de geïsoleerde (aan)vraag voor het gebruik van een regeling wordt centraal
gesteld maar de jongere en zijn/haar omgeving.
7
Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief
In aanvang is dit een intensieve aanpak, in de uitwerking merken we dat het werken vanuit
de context een structureler effect biedt en potentie heeft om effectiever en efficiënter te zijn.
Mensen worden geholpen zichzelf, maar ook elkaar te helpen. De bedoeling is om hun eigen
kracht te versterken. De gemeente hoeft er in het vervolg niet per definitie (blijvend) aan te pas
te komen.
Daarnaast is in 2013 gekozen voor een ambitieuze inzet op sociaal rendement. De komende
jaren worden er 35 banen bij de gemeente gerealiseerd. Van andere werkgevers verwachten we
dezelfde inzet.
Sport en cultuur
De voorbereiding van de bouw van een nieuwe, multifunctionele sporthal is in volle gang.
Wherelant was in 2013 volop bezig met de nieuwe huisvesting. Deze is begin 2014 in gebruik
genomen. Over de hogere kosten van de nieuwe huisvesting Wherelant is zowel in 2013 als
begin 2014 apart met de raad gesproken. We onderzoeken nog de gang van zaken die tot een
en ander heeft geleid.
Veiligheid
We merken dat de effecten van onze koers en route bij de werkzaamheden in het kader van
de TopX, jeugdcriminaliteit, overvallen en woninginbraken meer en meer zichtbaar zijn. We
hebben in de bestrijding van overlast plekken aangewezen waar het niet meer is toegestaan
je als groep op te houden. Ook dit jaar heeft het team Buurttoezicht op hangplekken buiten
kantooruren gehandhaafd.
HET FINANCIEEL RESULTAAT
In de programmarekening wordt per programma aangegeven welke afwijkingen zich hebben
voorgedaan met een verschil van € 100.000 of groter. In deze aanbiedingsbrief geven we een
korte samenvatting. Omwille van de leesbaarheid worden de effecten die per saldo groter dan
€ 250.000 zijn geduid:
Programma 2:
- lagere lasten subsidies voor 2013 en lagere vaststelling 2012
€ 0,30 miljoen
- lagere afschrijvingen investeringen onderwijs
€ 0,35 miljoen
- lagere overige lasten onderwijshuisvesting en kinderopvang
€ 0,34 miljoen
- lagere lasten voor bijstand, sociale werkvoorziening en participatie
€ 0,30 miljoen
- lagere lasten van de ambtelijke organisatie
€ 0,40 miljoen
Programma 7:
- lagere winstneming Weidevenne, vertraagd naar volgende jaren
-€ 1,3 miljoen
- dotatie aan de voorziening gebiedsontwikkeling
-€ 1,4 miljoen
- lagere netto opbrengst vastgoed, vertraagd naar volgende jaren
-€ 0,2 miljoen
- hogere lasten organisatie door minder uren ten laste van projecten
-€ 0,6 miljoen
Algemene dekkingsmiddelen:
- hogere baten uit het gemeentefonds en rente
€ 0,9 miljoen
Reserves:
- lagere onttrekkingen aan en hogere storting in reserves
-€ 0,4 miljoen
RESULTAATBESTEMMING
Het resultaat uit exploitatie na bestemming bedraagt € 3.260.574 nadelig. Voorgesteld wordt
om naast de bestemming van dit resultaat 2013, ook volgende besluiten te nemen:
• de boekwaarde van de NIEGG J.P. Sweelinckstraat, € 408.020, af te boeken, conform de
toezegging in de raadsvergadering van 6 maart 2014;
8
Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief
• aan de reserve Woonvisie van € 585.000 te onttrekken, omdat de stand van de reserve
hoger is dan geraamde uitgaven voor de resterende looptijd van de Woonvisie;
• aan de egalisatiereserve afgekochte grafrechten van € 1.448.337 te doteren, teneinde
de omvang van de reserve in overeenstemming te brengen met de waarde van de in het
verleden afgekochte graf- en urnenrechten;
In totaal wordt hiermee de volgende resultaatsbestemming ten laste van de algemene reserve
voorgesteld:
Resultaat voor bestemming (in €)
-3.260.574
Voorgestelde bestemming resultaat:
Programmanummer en omschrijving
Onttrekking bestemmingsreserve Woonvisie
03. Wonen
Dotatie egalisatiereserve begraafplaats
06. Beheer openbare ruimte
Afboeking boekwaarde NIEGG J.P.
Sweelinckstraat
07. Ruimtelijke Ordening
585.000
- 1.448.337
-408.020
Saldo voorgestelde mutaties rekening 2013
-1.271.357
Mutatie Algemene reserve na resultaat bestemming
-4.531.931
Na resultaatbestemming bedraagt de algemene reserve € 10.916.506.
BEHANDELINGSPROCEDURE VAN DE JAARSTUKKEN
De programmarekening wordt op 26 maart in concept aangeboden aan de auditcommissie
en de accountant. De accountant is medio maart gestart met de controle. De vergaderingen
van de auditcommissie zijn nog niet gepland. Voor de planning is van belang dat het
conceptverslag van de accountant wordt aangeboden op 25 april a.s. In mei kan de
auditcommissie spreken met de portefeuillehouder en de accountant over de bevindingen van
de accountant. Vervolgens wordt de programmarekening voorzien van een controleverklaring
van de accountant.
Met de controleverklaring en het verslag van de auditcommissie kan de programmarekening
worden besproken en vastgesteld in de raadsvergadering van 25 juni 2014.
Het college van burgemeester en wethouders Gemeente Purmerend.
De secretaris,
De burgemeester,
Drs. M.J.H. Smulders
Mr. D. Bijl
9
Programmarekening 2013 | Aanbiedingsbrief
2
L
E
E
S
W
I
J
Z
E
R
HOOFDSTUKINDELING
Voorliggende Programmarekening 2013 van de gemeente Purmerend is opgesteld volgens de
voorschriften in het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV). Achtereenvolgens komen aan
de orde:
• de aanbiedingsbrief van het college van B&W;
• de verantwoording van de programma’s;
• het resultaat 2013;
• de verplichte paragrafen bij de programmarekening;
• de balans per 31 december 2013 met toelichting;
• de controleverklaring;
• het verslag en de aanbevelingen van de auditcommissie en de reactie op de aanbevelingen
van het college (na afronding werkzaamheden).
In de bijlage treft u tenslotte aan:
• de portefeuilleverdeling van het college van B&W;
• de kerngegevens;
• de Sisa-verantwoording 2013;
• het overzicht van reserves en voorzieningen;
• het overzicht van in 2013 afgesloten kredieten en nog doorlopende kredieten.
OPBOUW VAN DE HOOFDSTUKKEN
De aanbiedingsbrief
In de aanbiedingsbrief gaat het college kort in op een aantal in het oog springende resultaten in
2013 en de oorzaak van het financieel resultaat. Ook doet het college een voorstel aan de raad
voor de bestemming van het resultaat.
De verantwoording van de programma’s
Per programma komt aan de orde:
• de inleiding van het programma. Hierin staat kort het doel van het programma, zoals dit was
verwoord in de begroting 2013.
• wat willen we bereiken met het programma, ofwel de beoogde maatschappelijke effecten.
In deze paragraaf is aangegeven wat Purmerend in de huidige bestuursperiode (2011-2014)
wil bereiken met het betreffende programma. In 2013 zijn grotendeels geen realisatiecijfers
voorhanden. In die gevallen waar in 2013 wel een meting is gehouden is een tabel
opgenomen met in de eerste kolom de gerealiseerde maatschappelijke effecten 2013
en in de tweede kolom de vastgestelde normen/streefcijfers voor het einde van de
bestuursperiode (2014).
• wat hebben we gedaan om de gewenste maatschappelijke effecten te bereiken. In deze
paragraaf is aangegeven welke prestaties voor 2013 zijn toegezegd en wat daarvan is
gerealiseerd en niet (volledig) is gerealiseerd. Als bepaalde voor 2013 toegezegde acties en
prestaties niet konden worden afgerond, wordt aangegeven wat hiervan de reden is en of
de actie alsnog wordt uitgevoerd en afgerond. In bijlage VI treft u deze doorlopende acties
compleet aan.
• wat heeft het gekost. Deze paragraaf behandelt als eerste de lasten en baten per
programma en de onderverdeling hiervan naar de afzonderlijke beleidsvelden. Daarna
volgt een overzicht van de reserves, voorzieningen, subsidies en doeluitkeringen. Tot slot
volgen de investeringen. Afwijkingen groter dan € 100.000 ten opzichte van begroting
10
Programmarekening 2013 | Leeswijzer
2013 worden toegelicht (in de afwijkingenkolom presenteren we begroting min realisatie).
Het totaal overzicht van de investeringen is opgenomen in bijlage V. In de tabellen kunnen
afrondingsverschillen zichtbaar zijn tussen de som van de afzonderlijke producten en het
gehele programma.
Algemene dekkingsmiddelen
• Lokale belastingen en heffingen;
• Nog te bestemmen middelen (stelposten);
• De uitkering uit het gemeentefonds;
• Renteopbrengsten;
• De baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen;
• Incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren.
Deze middelen kennen, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht of de afvalstoffenheffing,
geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij besteedbare heffingen worden, evenals de
ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s waarvan ze voor een deel de
kosten dekken, verantwoord.
Het financiële resultaat 2013
Dit hoofdstuk geeft een samenvattend overzicht van de baten en lasten van de afzonderlijke
programma’s en de algemene dekkingsmiddelen. Dit wordt het resultaat voor bestemming
genoemd. Conform het BBV worden hierna de mutaties in de reserves gepresenteerd.
Deze worden vergeleken met de mutaties zoals die zijn opgenomen in de begroting en de
bijstellingen op de begroting die door de gemeenteraad zijn vastgesteld. Hierna resteert het
zogenaamde resultaat voor bestemming. De gemeenteraad wordt voorgesteld aan dit bedrag
een bestemming te geven. Dit resultaat krijgt een bestemming in de besluitvorming door de
Raad bij de vaststelling van de programmarekening. De paragraaf eindigt met een beschrijving
van de gebeurtenissen die zich hebben voorgedaan na balansdatum en niet zijn verwerkt in de
programmarekening.
De paragrafen
In de paragrafen wordt verslag gedaan van het (financiële) beleid en de uitvoering daarvan.
De balans en toelichting
In dit hoofdstuk wordt allereerst uiteengezet welke waarderingsgrondslagen worden
gehanteerd in Purmerend. Daarna volgt een beschrijving en toelichting van de afzonderlijke
onderdelen van de balans en de mutaties die in 2013 zichtbaar zijn.
De controleverklaring
Op deze plek wordt de verklaring van de accountant afgedrukt. In de verklaring geeft de
accountant een oordeel over de getrouwheid en de rechtmatigheid van de zaken die in de
programmarekening zijn opgenomen. Het oordeel van de accountant heeft betrekking op de
volgende onderdelen:
• wat heeft het gekost;
• het resultaat;
• de balans en de toelichting hierop.
Het verslag van de auditcommissie
De programmarekening en de controleverklaring worden gelezen en besproken door de
auditcommissie. De commissie kan vragen stellen over de inhoud en bereidt de behandeling
11
Programmarekening 2013 | Leeswijzer
van de rekening door de gemeenteraad voor. Ten behoeve van de raadsvergadering reageert
het college op de bevindingen en de aanbevelingen van de auditcommissie.
Bijlagen
In de bijlage(n) worden een aantal overzichten gegeven die deels verplicht zijn (Sisa) en deels
informatief voor de raad zijn. De bijlagen worden hier verder niet toegelicht.
12
Programmarekening 2013 | Leeswijzer
3
D E � P R O G R A M M A ' S
1. PUBLIEKSDIENSTEN
14
2. SAMENLEVING
17
3. WONEN
39
4. MILIEU
45
5. BEREIKBAARHEID
49
6. BEHEER OPENBARE RUIMTE
55
7. RUIMTELIJKE ORDENING
63
8. VEILIGHEID
74
9. ECONOMIE
81
10. BESTUUR EN CONCERN
87
13
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
1
P U B L I E K S D I E N S T E N
Portefeuillehouder: R. Helm
Wat willen we bereiken met het programma
Publieksdiensten
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 1.1
Publieksdienstverlening
Wij willen graag dat onze inwoners ons stadhuis zien als een plek waar informatie en
producten, digitaal en fysiek, op een toegankelijke, betrouwbare en prettige manier te vinden
zijn. Ook al liggen de regels voor de uitgifte van veel producten vast, de manier waarop we
onze producten uitgeven, plannen maken en uitvoeren, maakt verschil uit voor de waardering
van de inwoner voor zijn gemeente en de overheid in het algemeen. Wij willen dat inwoners
tevreden zijn over onze dienstverlening.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
1.1
Beleidsveld Publieksdienstverlening
1.1.1
Prestatieveld Purmerend heeft antwoord
Werkdoel
In 2013 lag de nadruk op het uitbreiden van digitale dienstverlening voor de burger. Om dit te
realiseren, hebben we onder andere geïnvesteerd in het aanschaffen en inbouwen van slimme
digitale aanvraagformulieren. Vanaf voorjaar 2014 kunnen burgers veel meer zaken digitaal met
de gemeente afhandelen. De nadruk lag ook op het uitbreiden van dienstverlening door het
Klantcontactcentrum (KCC) en het organisatiebreed werken met servicenormen.
Het Klantcontactcentrum is niet meer alleen de spin in het web voor telefonische contacten.
Het is nu ook verantwoordelijk voor het registreren, uitzetten en bewaken van afhandeling
van e-mails van burgers. De vakafdelingen zorgen voor actuele informatie. Hierover heeft het
KCC met hun goede afspraken gemaakt. Voor het zo goed mogelijk kunnen afhandelen van
telefoongesprekken kregen alle KCC medewerkers kwaliteitscoaching. In voorbereiding is een
actieve rol van het KCC in het gesprek met burgers via Twitter (webcare). Hiervoor krijgen de
KCC medewerkers een interne opleiding.
Kernprestaties
14
Programmarekening 2013 | De programma's
Experimenten met skypen met burgers zijn uitgevoerd (ondertrouw, jongerenloket) en smaken
naar meer. Burgers kunnen nu ook via Skype informatie vragen over beide verkiezingen in
2014.
De klanttevredenheid is gemeten in de jaarlijkse benchmark ‘Waar staat je gemeente'
2013. De resultaten van dit onderzoek vallen ruim boven de effect- en prestatie-indicatoren
programmabegroting 2013 - 2016. Ook de vriendelijkheid van de medewerkers (8,5) en de
openingstijden (7,7) scoren goed.
Effectindicator/
prestatieindicator
Waar staat je
gemeente
Dienstverlening balies / bezoek
Wachttijd < 15 minuten
7,9
7,5
94%
80%
1.1.2
Prestatieveld Omgevingsvergunning onderdeel bouwen
Werkdoel
Het toetsen van bouwplannen, toezicht houden hierop en op illegale bouwactiviteiten.
Het handhaven en optreden tegen afwijkingen van verleende bouwtoestemmingen en de
regelgeving op ruimtelijk gebied.
Kernprestaties
• beoordeling en afhandeling toestemming bouwen volgens geldende normen;
• toezicht op en handhaving van verleende toestemming bouwen.
Prestatie-indicatoren Omgevingsvergunning onderdeel bouwen
Toezegging Resultaat
2013
2013
2014-2017
% bouwtoestemmingen dat is verleend volgens wettelijke normen (aantal
aanvragen in 2013: 291 omgevingsvergunningen , 93 sloopmeldingen en 149
kapvergunningen)
95%
99%
jaarlijks 95%
% handhavingsprocedures met veiligheidsaspecten uitgevoerd conform nota
Integrale Handhaving 2012-2015 (in 2013: 63 waarschuwingsbrieven, 32
voornemens dwangsom,
1 formeel dwangsombesluit en 10 formele bestuursdwangsombesluiten)
95%
100%
jaarlijks 95%
Bestuurlijke producten 2013-2016
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Legesverordening
jaarlijks
gerealiseerd
Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving Purmerend 2013
jaarlijks
gerealiseerd
Evaluatieverslag Integrale Handhaving Purmerend 2012
jaarlijks
gerealiseerd
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
Lasten
-7.743
-7.357
-7.344
-7.306
39
Baten
3.200
3.455
2.488
2.317
-171
Saldo
-4.544
-3.902
-4.856
-4.989
-133
15
Programmarekening 2013 | De programma's
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
BV011 Publieksdienstverlening
Lasten
-7.743
-7.357
-7.344
-7.306
39
Baten
3.200
3.455
2.488
2.317
-171
-4.544
-3.902
-4.856
-4.989
-133
Het saldo van dit programma wijkt € 133.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van
de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 39.000 lagere lasten en € 171.000 lagere baten.
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht.
EXPLOITATIE
Bouwleges
De inkomsten bouwleges waren in de primitieve begroting geraamd op 1,6 miljoen.
Deze raming is bijgesteld naar € 833.000. Uiteindelijk zijn de inkomsten uitgekomen op €
684.000. Dit is een verschil van € 149.000. Dit verschil is gedeeltelijk gecompenseerd door
bevriezing van de vacatureruimte met een bedrag van € 85.000 (conform Berap III). Over de
kostendekkendheid van de gerealiseerde legesopbrengsten vindt u informatie in de paragraaf
Lokale Heffingen.
Aan onderzoekskosten voor de Nieuwstraat is circa € 30.000 uitgegeven.
Er is in 2013 beroep bij de rechtbank ingesteld tegen het opleggen van de leges voor diverse
projecten uit 2010, 2011 en 2012. Het risico dat de gemeente loopt bedraagt maximaal € 1,2
miljoen.
RESERVES EN VOORZIENINGEN
Er zijn geen reserves en voorzieningen in dit programma.
INVESTERINGEN
Niet van toepassing.
16
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
2
S
A
M
E
N
L
E
V
I
N
Portefeuillehouders: G. Nijenhuis, R. Helm en B. Daan
G. Nijenhuis:
Prestatieveld Gezonde geest in een gezond lichaam
Prestatieveld Verantwoordelijk voor eigen buurt
Prestatieveld Aandacht en (zelf)zorg op maat
Prestatieveld Individuele voorzieningen
Prestatieveld Zorg voor kwetsbare inwoners
Prestatieveld Mensen met lichamelijke en of verstandelijke beperkingen doen mee
R. Helm:
Prestatieveld Kunst en Cultuur verrijken de stad en zijn inwoners
Prestatieveld Verantwoordelijk voor eigen buurt
B. Daan:
Prestatieveld Op de toekomst voorbereid
Prestatieveld Volumebeleid Wwb
Prestatieveld Participatiebeleid
Prestatieveld Minimabeleid
Prestatieveld Schuldhulpverlening
Prestatieveld Sociale werkvoorziening
Wat willen we bereiken met het programma
Samenleving
Inleiding
Ontwikkeling transities en maatschappelijk beleidskader 2013
Vanaf 2012 is veel energie gestoken in de voorbereiding van de overdracht van de taken
van Het Rijk op het terrein van jeugdzorg, langdurige zorg (uit de AWBZ) en voor mensen
met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook in 2013 vonden de voorbereidingen plaats, terwijl
tegelijkertijd nog veel onduidelijk was over welke onderdelen precies naar de gemeenten
overgaan, over de doelgroepen die het betreft en de budgetten die onder de gemeenten
worden verdeeld. Duidelijk werd wel dat het niet alleen een overheveling van taken betreft maar
de gemeente ook de ambitie heeft om de wijze van werken van de eigen organisatie en van
de instellingen anders vorm te geven. Die nieuwe manier van werken sluit aan bij de eigen
kracht en regie van de inwoners. De gemeente heeft veel meer het besef dat de oude manier
17
Programmarekening 2013 | De programma's
G
van werken, vanuit verschillende gemeentelijke loketten, niet meer past bij de huidige situatie
en ook niet bij wat er nog op de gemeente aan taken afkomt. Het gaat er om dat gemeente
en instellingen breder kijken naar wat burgers nodig hebben, niet alleen gericht zijn op de
vraag die gesteld wordt, maar ook aandacht hebben voor de integraliteit en ontkokering van
hulp. Het afgelopen jaar is in de gemeentelijke organisatie met die nieuwe manier van werken
geëxperimenteerd (jongerenloket) en ook daarbuiten (jeugdpilot, sociale wijkteams).
De ambitie om beleidsvelden meer in samenhang met elkaar te brengen vindt ook zijn neerslag
in de programmabegroting en jaarrekening. Voor het eerst worden in deze jaarrekening
de verschillende programma’s van het sociale domein onder 1 programma Samenleving
ondergebracht met als de richtsnoer de indeling van het maatschappelijk beleidskader.
Ook in het afgelopen jaar hebben instellingen samen met de gemeente uitvoering gegeven
aan het beleidskader en meegedacht over de manier waarop straks uitvoering gegeven kan
worden aan de nieuwe taken. Dit fundament van samenwerking wordt ook de komende jaren
verder verstevigd. Instellingen zal gevraagd worden steeds meer rekenschap te geven van wat
de burger nodig heeft, en ook de Raad meer te informeren over de praktijk van het werk, de
doelen die gehaald worden. De Raad wil dit stimuleren door gesprekken met instellingen en
bezoeken in het werkveld te organiseren. Het gaat niet alleen om kwantitatieve gegevens, de
nadruk zal meer komen te liggen op zien wat in de praktijk gebeurt (het project Vertellen en
tellen met deze nieuwe manier van verantwoorden is in 2013 gestart en wordt in 2014 verder
uitgevoerd).
Een vierde transitie (naast de jeugdzorg, AWBZ en Participatie) is de invoering van de Wet
passend onderwijs. Ook hierbij was lange tijd onzeker wanneer de invoering zou plaatsvinden.
Het afgelopen najaar is de voorbereiding hiervan in een stroomversnelling geraakt.
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Goed leven in
Purmerend
Purmerend is een stad met gezonde leefomstandigheden en voorzieningen. Het uitgangspunt
is dat iedereen een plek heeft in Purmerend. Het wordt inwoners gemakkelijk gemaakt om
gezond te leven en elkaar te ontmoeten. Het verenigingsleven is sterk ontwikkeld. Er is sprake
van een laagdrempelig aanbod en er zijn vele vrijwilligers actief. De aanwezigheid van kunst
en cultuur maken Purmerend een aantrekkelijke stad om in te wonen en te verblijven. Op
buurtniveau is er sprake van sterke sociale verbanden, met veel onderlinge ondersteuning en
goed nabuurschap, waardoor inwoners lang zelfredzaam zijn.
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld De jeugd heeft de
toekomst
Eerder herkennen van problemen bij het opgroeien. Hoe vroeger interventies kunnen worden
gepleegd, hoe beperkter de schade en hoe minder ingrijpend de gevolgen. Meer gebruik van
het eigen netwerk en vrijwillige ondersteuning. Meer inzet van eigen kracht-instrumenten. In
situaties waarbij meerdere instellingen betrokken zijn bij hulpverlening aan een kind of gezin is
samenwerking vanzelfsprekend. Zij weten van elkaar wat ze doen en er is één plan, voor één
gezin met één coördinerend persoon. Als het echt niet anders kan, en als dat nodig is, wordt er
een alternatief geboden voor thuis, zodat de ontwikkeling door kan gaan en veiligheid geborgd
is. Het kunnen ontwikkelen van een veilige hechting is een van de allerbelangrijkste onderdelen
van de opvoeding.
18
Programmarekening 2013 | De programma's
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld Drempels weg
Meer mensen aan het werk, minder mensen in de bijstand. Meer mensen gekwalificeerd om
mee te kunnen doen, meer mensen sociaal redzaam en maatschappelijk actief. Meer mensen
financieel zelfredzaam. Zoveel mogelijk mensen doen mee in de maatschappij. Er is een relatief
laag uitkeringsbestand en een goed bereik van participatie en armoedebeleid. Daarbij zijn de
klanten tevreden over de wijze van dienstverlening.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
2.1
Beleidsveld Goed leven in Purmerend
2.1.1
Prestatieveld Gezonde geest in gezond lichaam
Werkdoel Het bevorderen van gezondheid door het continu uitvoeren van samenhangende, collectieve,
preventieve maatregelen. Maatregelen gericht op het voorkomen van ziekten, aandoeningen en
problematiek. Het afstemmen daarvan met de curatieve gezondheidszorg, de zorg die gericht
is op het genezen en behandelen van ziekten, aandoeningen en problematiek. Van zorg en
ziekte naar gedrag en gezondheid.
De gemeente stimuleert alle Purmerenders om - ongeacht hun leeftijd en lichamelijke
gesteldheid - deel te nemen aan spel- en sportactiviteiten naar keuze.
Het realiseren en in stand houden van voldoende, goed gespreide, eigentijdse, veilige en
kwalitatief goede binnen- en buitensportaccommodaties die voor alle inwoners toegankelijk
zijn. Verenigingen steunen vooral op vrijwillige inzet en en realiseren meer eigen inkomsten.
Medegebruik van accommodaties wordt daarom steeds belangrijker.
Gezondheidsbevordering
In april 2013 is de nota gezondheidsbevordering 2013-2016 vastgesteld. De pilot in het
project Aanpak schadelijk alcoholgebruik onder jongeren in het kader van de nieuwe dranken horecawetgeving is uitgevoerd. In 2014 vindt daar besluitvorming over plaats. De JOGG
(Jongeren op gezond gewicht) activiteiten zijn uitgevoerd en worden vervolgd met een accent
op kinderen van 0 - 4 jaar.
Diverse projecten in het kader van een gezondere leefstijl met bijzondere aandacht voor
mensen met overgewicht hebben plaatsgevonden evenals de organisatie van sport- en
beweegactiviteiten voor mensen met een beperking, mede naar aanleiding van particuliere
initiatieven.
Sportaccommodaties
Ter uitvoering van het raadsbesluit van 1 november 2012 zijn belangrijke stappen gezet in de
voorbereiding van het plan voor de bouw van twee sporthallen, een 3-sterren turnhal en de
verplaatsing van de rugby.
Voor de sporthallen en de turnhal is in overleg met alle betrokken partijen het programma van
eisen opgesteld. De ontwikkeling zal plaatsvinden volgens een design en build constructie,
waarvoor de Europese aanbesteding is voorbereid. Naar verwachting kunnen de sporthallen
eind 2015 conform de planning in gebruik genomen worden.
Er heeft overleg plaatsgevonden met de Sportraad, de sportverenigingen en de
schoolbesturen over het eerste concept van een sportaccommodatienota. Hierin is het
onderzoek weergegeven naar het aanbod van en de behoefte aan gemeentelijke binnenen buitensportaccommodaties. De definitieve nota zal in 2014 ter besluitvorming worden
aangeboden.
19
Programmarekening 2013 | De programma's
Er heeft onderzoek plaatsgevonden naar de mogelijke multifunctionele inzet van sportkantines
onder de sportverenigingen met een eigen opstal. Multifunctioneel gebruik wordt zoveel
mogelijk gestimuleerd.
Er is gestart met de renovatie van de atletiekaccommodatie De Munnik.
De dakrenovatie van De Vaart is uitgevoerd.
De toplaag van de kunstgraskorfbalvelden Flevostraat is vervangen.
In het Leeghwaterbad zijn diverse vervangingsinvesteringen uitgevoerd.
Er heeft onderzoek plaatsgevonden naar de huisvestingsmogelijkheden voor Spurd. Hierover
zal in 2014 besluitvorming plaatsvinden.
2.1.2
Prestatieveld Kunst en cultuur verrijken de stad
Werkdoel
Purmerend streeft naar een aantrekkelijk en gedifferentieerd aanbod van kunst- en
cultuuruitingen, verschillende mogelijkheden voor professionele en amateurkunstbeoefening in
adequate, toekomstbestendige en voor alle inwoners toegankelijke voorzieningen.
Het stimuleren en aanbieden van kunst- en cultuuruitingen (podiumkunsten, museale kunst
etcetera) die een zo breed mogelijk publiek bereiken en waarvan omvang en kwaliteit passen
bij Purmerend als centrum van de regio Waterland.
Het stimuleren van kunst- en cultuuruitoefening in brede zin, om te bereiken dat er een brede
en gevarieerde belangstelling bestaat bij Purmerenders voor cultuur.
Prestatie-indicatoren Kunst- en cultuuraccommodaties
Toezegging
2013
Realisatie
2013
Uitvoering nieuwe huisvesting Wherelant in combinatie met ateliers
gereed
gereed
Huisvesting en horeca Purmaryn basaal
gereed
gereed
Huisvesting Purmerends Museum aanpassen
gereed
in uitvoering
Toelichting
Kunst- en cultuuraccommodaties
De huisvesting voor Wherelant en de ateliers is in 2013 tot stand gekomen in het pand Van
IJsendijkstraat. De opening van Wherelant vond plaats in februari 2014.
In de raad van juni 2013 zijn extra middelen beschikbaar gesteld voor de daadwerkelijke
verhuizing (€ 100.000 voor de door Wherelant te maken kosten), extra budget voor de
exploitatie (€ 20.000 structureel vanaf 2014) en een budget van € 50.000 voor het ingraven
van een tank bij een nabijgelegen tankstation. In de loop van november 2013 is nog eens een
extra bedrag van € 85.000 beschikbaar gesteld voor zaken die onder meer verband hielden
met brandveiligheid en niet in het oorspronkelijke programma waren opgenomen.
Van de voorziene verbouwing van de Purmaryn is afgezien. De foyer is met eenvoudige
middelen aangepast zodat de verblijfs- en horecafunctie beter tot zijn recht komt.
De aanpassing c.q. verbetering klimaat van het Purmerends Museum is gestart. De
werkzaamheden lopen door tot 2014.
Kunst- en cultuurbeleving
Door het in februari 2013 genomen raadsbesluit is de uitkoop van de horeca van de Purmaryn
op 1 juli 2013 gerealiseerd. De nieuwe uitstraling van de ontvangstruimte in horeca en foyer en
de komst van de nieuwe horeca-uitbaters dragen merkbaar positief bij aan de beleving van de
theaterbezoekers. Met 74.729 bezoekers in 2013 stabiliseert dat aantal zich. 20
Programmarekening 2013 | De programma's
P3: het aantal bezoekers bedroeg in 2013 21.002 personen, waarvan 5.738 uit verhuur. Naast
de vaste huurders zijn nieuwe vaste huurders bijgekomen zoals Clup met het jongerenwerk
en maatjesproject en Shootlab. Het aantal bezoekers is ten opzichte van 2012 gedaald wat
samenhangt met de noodzaak anders en minder te programmeren vanwege de bezuinigingen.
Voor 2014 heeft P3 op basis van de eerste helft van 2013 de status “kernpodium” toebedeeld
gekregen door het Nederlands Fonds voor de Podiumkunsten. Dat betekent dat mogelijke
verliezen op producties in de kleine zaal voor een gemaximaliseerd bedrag ten laste van dit
fonds kunnen worden gebracht.
Festival Reuring heeft weer vele duizenden bezoekers weten te trekken evenals de
Marktstadfeesten.
In de centrale hal van het stadhuis worden jaarlijks zo'n 10 exposities gehouden. Ook in
2013 hebben amateurkunstenaars uit Purmerend en de regio hier gebruik van gemaakt. De
gemeente is hierin facilitair.
Kunst- en cultuuruitoefening
De Muziekschool verkeert in de eerste fase van transitie. Dat betekent dat het muziekonderwijs
zich concentreert op de basisscholen.
Museum Waterland heeft in 2013 geen subsidie meer gekregen en moet met eigen middelen
zijn functie zien te houden.
De Bibliotheek is gestart met een pilot zondagsopenstelling. Het vertrek van de gemeente
Waterland uit de regionale bibliotheek is opgelost binnen de beschikbare budgetten van de
organisatie.
Cultureel erfgoed
De eerste fase van aanpassing van het Purmerends Museum, in verband met eisen ter behoud
van het predicaat erkend museum, is gestart. Het project zal een doorloop kennen in 2014.
Samen met de Vereniging Historisch Purmerend, de Archeologische Werkgroep en het
Waterland Archief wordt tegemoet gekomen aan de nog steeds sterke belangstelling voor de
geschiedenis van Purmerend. De facebookpagina van de gemeente Purmerend 'Geschiedenis
en cultuur' die in 2013 is gelanceerd, dient hetzelfde doel.
In 2013 is de voorbereiding gestart voor de overdracht van het Bätzorgel in de Nicolaaskerk
aan de Stichting Garrelsorgel. De effectuering heeft in februari 2014 plaatsgevonden.
2.1.3
Prestatieveld Verantwoordelijk voor eigen buurt
Werkdoel
We stimuleren dat iedereen prettig kan wonen in hun buurt en dat mensen onderling prettig
samenleven en zich verantwoordelijk voelen voor hun leefomgeving, zowel fysiek als sociaal.
De gemeente zorgt voor een schone, hele en veilige leefomgeving (zie ook prestatieveld
Wijkgericht werken en programma Openbare ruimte). Als dit op orde is, kunnen stappen
worden gezet om betrokkenheid en verantwoordelijkheid bij buurtbewoners voor de buurt te
vergroten. Bewoners houden rekening met elkaar en lossen onderling hun problemen op. De
overheid is niet de eerst aangewezene om problemen op te lossen. De overheid heeft een
ondersteunende taak als het gaat om het bevorderen van de betrokkenheid bij de buurt en het
versterken van sociale cohesie en zelfredzaamheid. Het gaat erom de verbinding tot stand te
brengen.
We stimuleren de bereidheid van mensen om maatschappelijk iets te willen betekenen door
vrijwilligerswerk te doen. Ook stimuleren we dat mensen naar elkaar omzien en zich inzetten
voor anderen. Vrijwilligerswerk kan gedaan worden in de buurt waar mensen wonen, in de
zorg voor anderen of op het gebied van welzijn, sport en cultuur. De rol van de overheid is
21
Programmarekening 2013 | De programma's
ondersteuning bieden bij het toeleiden van potentiële vrijwilligers naar vrijwilligerswerk dat
bij hen past, het waarderen en ondersteunen van vrijwilligers en voorwaarden scheppen
waardoor vrijwillige inzet gefaciliteerd wordt. Er is speciale aandacht voor het bevorderen van
vrijwilligerswerk onder mensen met een beperking en onder jeugd en jongeren.
Welzijn in de wijk
Alle wijken zijn vertegenwoordigd in een sociaal wijkteam. De teams leveren een belangrijke
bijdrage aan het versterken van de samenhang en leefbaarheid in wijken, het mobiliseren
van eigen kracht van mensen, het activeren van eigen netwerken, vinden en inzetten van
vrijwilligers. Een samenstelling van werkers van diverse organisaties die op wijkniveau bij elkaar
komen om situaties, (zorg)vragen en initiatieven te bespreken die er zijn vanuit de bewoners.
Dit wordt in gezamenlijkheid opgepakt, zoveel mogelijk met de bewoners. In complexere
situaties is tot nu toe gebleken dat het 'erop afgaan' van hooguit twee a drie werkers goed
werkt.
Naast de sociale wijkteams zijn er andere initiatieven en projecten die in 2013 bijdroegen aan
welzijn in de wijk:
• buurtbemiddeling;
• inloop voor jongeren in voormalig wijkcentrum ’t Noot;
• samenwerking en oppakken van acties door de organisaties die elkaar tegenkomen in de
Jeugd Netwerk Overleggen;
• wijkadvies Clup Welzijn.
Het welzijnsaccomodatiebeleid zoals dat door de raad is vastgesteld, heeft in 2013 geleid tot
het openhouden van het wijksteunpunt Purmer-Noord en Comic. Wijkcentrum de Zuidpool
is verkocht en met de nieuwe eigenaar is een convenant afgesloten voor voortzetting van
maatschappelijke activiteiten in de wijk.
In de Gors is in samenwerking met de Prinsenstichting een soortgelijke constructie in
ontwikkeling. De Prinsenstichting stelt zijn accommodatie beschikbaar voor wijkgerichte,
maatschappelijke activiteiten. In 2013 zijn daartoe de eerste afspraken gemaakt. Gelijk de
Zuidpool wordt gestreefd naar beheer door bewoners zelf.
Wijkcentrum De Trekschuit is afgestoten waarbij de aldaar actieve groepen een plaats hebben
kunnen vinden in andere locaties.
In de Purmer-Noord zijn drie locaties waar wijkgerichte actiteiten kunnen plaatsvinden:
wijksteunpunt Purmer-Noord, de te ontwikkelen locatie Tilburyplein en de Comic.
Jeugd en jongeren
Het jeugd- en jongerenwerk en straathoekwerk zijn voor de toekomst van de Purmerendse
jeugd van groot belang als schakel in de (jeugd)keten, vooral als het gaat om laagdrempelig
aanbod van activiteiten/inloop, signaleringsfunctie of preventie.
Concrete projecten en activiteiten in 2013:
• samen met jongeren zijn er concrete plannen ontwikkeld om de skatevoorziening in het
Leeghwaterpark uit te breiden;
• talentenjacht Murderend, presentaties in P3;
• HuisWerkClup;
• inloop en activiteiten in ’t Noot/Wheermolen en voormalig wijkkantoor Dotterbloem/Gors;
• Maatjesclup in P3.
Wijkgericht werken
22
Programmarekening 2013 | De programma's
In 2013 hebben de wijkmanagers met veel betrokken bewoners in de wijken samengewerkt
om wensen en voorstellen tot verbetering van hun woon- en leefomgeving vorm te geven.
Hierbij hebben de verschillende bewonersbudgetten voor een belangrijk deel bijgedragen tot
de realisatie van de verschillende projecten. Door de bezuinigingen op beheerbudgetten en
de wens van bewoners om zelf actief bij te dragen aan een prettige woonomgeving, geven de
bewonersbudgetten de ruimte om de initiatieven van start te laten gaan waarna de bewoners
vaak zelf zorgen voor het in stand houden van de verbeteringen. Naast bewoners weten ook
ondernemers, instellingen, verenigingen en andere actief betrokkenen in de wijk steeds vaker
de weg naar de wijkmanager te vinden voor een financiële bijdrage, advies, afstemming en
ondersteuning bij de verschillende projecten.
Opvallende trend is dat actieve bewonersgroepen zich steeds meer, naast de wijkkerngroepen,
tot de gemeente wenden voor de diverse projecten. Door deze ontwikkeling wordt er ook meer
een beroep gedaan op de inzet van de wijkmanagers.
Vrijwilligerswerk
In 2013 is vormgegeven aan het Vrijwilligerspunt, ontstaan door samenwerking met de
organisaties Clup, MEE, Odion, SMD en Spurd. Doel van het Vrijwilligerspunt is vraag en
aanbod bij elkaar te brengen met onder andere een nieuwe website, een fysieke inloop in
Wijkplein Where en een (digitale) vacaturebank waar al veel organisaties bij aangesloten zijn.
Ook zijn er trainingen en workshops voor bestaande vrijwilligers en wordt er regelmatig een
kenniscafé georganiseerd rondom een thema, of een informatiebijeenkomst gehouden voor
nieuwe vrijwilligers. Stichting Clup, Stichting Spurd en Wonen en Zorg hebben samen met het voortgezet onderwijs
uitvoering gegeven aan de maatschappelijke stages, binnen de financiële kaders van de
bezuinigingsoperatie.
2.2
Beleidsveld De jeugd heeft de toekomst
2.2.1
Prestatieveld Aandacht en (zelf)zorg op maat
Werkdoel
Het zodanig bewaken, beschermen en bevorderen van de lichamelijke, psychische, sociale
en cognitieve ontwikkeling van jeugd (0-19 jaar), dat zij nu - en in de toekomst - een optimaal
niveau van individueel en maatschappelijk functioneren kunnen bereiken.
Ondersteuning waarin het gezin in zijn totale context centraal staat, in sterke mate
lokaal is gefundeerd en aansluit bij lokale structuren. Gestreefd wordt naar behoud van
eigen verantwoordelijkheid en ondersteuning in de eigen omgeving. Preventie, zelfhulp,
informele hulp en lichte, professionele ondersteuning vormen de basis. Wanneer zwaardere
ondersteuning noodzakelijk is, wordt deze zo snel, flexibel en nabij mogelijk ingezet.
Ontwikkeling CJG-locaties
Purmerend heeft drie CJG’s die vier gebieden bedienen: Overwhere - Wheermolen, PurmerNoord - Purmer-Zuid, en Centrum - Gors & Weidevenne. In 2013 is besloten deze gebieden
aan te laten sluiten op de gebieden van de in ontwikkeling zijnde sociale wijkteams.
De netwerkfunctie is in 2013 steeds meer aangehaakt bij de ontwikkeling van de sociale
wijkteams, waar het CJG ook onderdeel van is. Dat is een belangrijk uitgangspunt om de
‘jeugdpoot’ van het sociale wijkteam optimaal te ontwikkelen. Niet als apart onderdeel, wel
met een eigen expertise. In het beleidsplan jeugdzorg is omschreven dat de gemeente in de
toekomst een integratie ziet van de sociale wijkteams en bepaalde functies van de CJG's. De
basisfuncties van het CJG, waaronder de JGZ, blijven in hun huidige vorm bestaan.
Pilot ‘De JGZ-arts als poortwachter’
23
Programmarekening 2013 | De programma's
Als gevolg van de komende transitie van de jeugdzorg in 2015 kwamen in 2013 al steeds
meer cliënten met een verzoek voor vrijwillige (jeugd)hulpverlening bij het CJG. Soms op eigen
initiatief, soms worden ze doorverwezen door de verschillende organisaties in het veld. Om
de juiste hulpverlening aan deze cliënten effectief in te zetten en te stroomlijnen is in het CJG
Purmerend in 2013 gestart met een pilot. Twee jeugdartsen bekijken de casussen en zetten in
overleg met de ouders de juiste hulpverlening in.
Wijkteams en jeugd
Een belangrijk onderwerp voor de partners uit het preventief jeugdbeleid in 2013 was de
rol van jeugd binnen de sociale wijkteams. De ontwikkeling van de wijkteams loopt door
verschillende opgaven heen. Zo is vanuit de partners de vraag ontstaan hoe de wijkteams er
in de basis uit zouden moeten zien: welke expertise en competenties zijn er nodig? Hoeveel
per wijk? Voor de betrokken organisaties is het belangrijk te weten wat ze nu en in de toekomst
in welk wijkteam, of in het netwerk daaromheen, moeten kunnen leveren. Ook zijn de partners
binnen het preventief jeugdbeleid actief betrokken bij de ontwikkeling van het beleidsplan
jeugdzorg.
Transitie jeugdzorg
Het jaar 2013 was een belangrijke stap in de transitie en transformatie van de zorg voor jeugd.
Er zijn pilots opgezet, waaronder de pilot ‘decentrale toegang jeugdzorg’. De wijkgerichte
werkwijze, die belangrijk is voor de ontwikkelingen rondom de zorg voor jeugd, heeft een
grote vlucht genomen. Het CJG en diverse partners rondom preventief jeugdbeleid zijn daarbij
betrokken. Ook is het beleidsplan jeugdzorg Purmerend ontwikkeld met input van de partners.
Het doel is om een samenhangend en effectief stelsel van zorg voor jeugd en gezin neer te
zetten.
2.2.2
Prestatieveld Op de toekomst voorbereid
Werkdoel
Purmerend is gebaat bij een aantrekkelijk en gevarieerd onderwijsaanbod in adequate en
toekomstbestendige gebouwen. De voorzieningen zijn evenwichtig over de stad verspreid en
afgestemd op de inhoudelijke eisen van de beoogde, doorgaande leerlijn. Indien nodig en/of
gewenst heeft de gemeente een faciliterende rol.
Onderwijsachterstanden worden voorkomen en bestreden. Doorlopende leer- en
ontwikkelingslijnen zijn van belang, zodat iedere inwoner de kans krijgt op een goede scholing
en een startkwalificatie kan behalen. Dit vergroot de kansen op de arbeidsmarkt en de
mogelijkheid om volwaardig deel te nemen aan de samenleving. In overleg met het veld wordt
de invulling bepaald. Laaggeletterdheid bij volwassenen wordt aangepakt door in te zetten op
het bevorderen van lees-, schrijf- en rekenvaardigheid.
De gemeente stimuleert dat schoolbesturen een brede ontwikkeling van jongeren
bewerkstelligen, waarbij ruimte is voor alle aspecten waar leerlingen in hun leven mee worden
geconfronteerd.
24
Programmarekening 2013 | De programma's
Effect indicatoren Educatie
Toezegging
2013
Realisatie
2013
Aantal gemelde nieuwe voortijdige schoolverlaters (cijfers CFI)
204
184
Percentage meldingen aan leerplicht van personen die opleiding vervolgen die
toeleidt naar startkwalificatie
90%
Rapportcijfer ouders over zorg en begeleiding van kinderen op school
6,5
6,8
Rapportcijfer waardering van ouders voor peuterspeelzalen
8,1
niet beschikbaar
Rapportcijfer ouders over variatie in aanbod scholen voor voortgezet onderwijs
6
niet beschikbaar
Aantal noodlokalen basisonderwijs
18
8
Toezegging
2013
Realisatie
2013
Toelichting : betreft schooljaar 2012/2013
Prestatie-indicatoren Onderwijshuisvesting
Nieuwbouw, aanpassing en uitbreiding PSG-campussen (bouwheerschap PSG)
uitstel tot 2016
Renovatie Het Baken Purmer-Zuid (bouwheerschap CPOW)
uitvoering
voorbereiding
oplevering 2014
Nieuwbouw M.L. Kingschool Overwhere (bouwheerschap OPSO)
uitvoering
Nieuwbouw 't Prisma Wheermolen/Overwhere (bouwheerschap CPOW)
voorbereiding
oplevering 2016
Uitbreiding Montessorischool (bouwheerschap stichting Montessorionderwijs)
voorbereiding
oplevering 2014
Onderwijshuisvesting
Nieuwbouw en uitbreiding van de PSG zou volgens planning in 2013 zijn gerealiseerd.
Vanwege onderwijskundige overwegingen (veranderende leerlingenaantallen, andere inzichten
in onderwijsvernieuwing) heeft de PSG uitstel gevraagd. Nieuwe plannen worden uitgevoerd
binnen het beschikbaar gestelde budget.
Als gevolg van teruglopende leerlingenaantallen is gekozen voor renovatie in plaats van
nieuwbouw voor Het Baken. Om dezelfde reden is gekozen voor een verhuizing van scholen in
Purmer-Noord.
In 2013 is een krediet beschikbaar gesteld van € 285.700 voor sloop en tijdelijke huisvesting
Prisma. In 2013 is uitgegeven € 46.000. Het restant zal in 2014 en 2015 worden besteed.
Overzicht investeringen 2013
Dr. J.M. den Uyllaan 3 - M.L. Kingschool
nieuwbouw
3.700.000
(OPSO)
Salland 38 - Montessorischool
isolatieglas (subsidie ISV)
44.993
isolatieglas (subsidie ISV)
11.404
(Montessori)
Hoefsmidhof 4 - Ploegschaar (CPOW)
Ranonkel 3 - Alexander Roozendaalschool aanpassing/renovatie schuif Purmer(Orion)
Noord
Hoefsmidhof 4 - Ploegschaar (CPOW)_
aanpassing/renovatie schuif Purmer-
114.920
123.650
Noord
Zichthof 9 - De Dijk (OPSO)
aanpassing/renovatie schuif Purmer-
276.256
Noord
Jachtwagenstraat 64 - Boemerang (OPSO)aanpassing/renovatie schuif PurmerNoord
25
Programmarekening 2013 | De programma's
103.386
Maximale onderwijskansen voor iedereen
Prestatie-indicatoren Maximale onderwijskansen voor iedereen
Toezegging
2013
Realisatie
2013
Aantal gesubsidieerde VVE-trajecten op peuterspeelzalen
6
8 (116 plekken)
Totaal aantal beeindigde trajecten vsv
250
529
waarvan herplaatst naar opleiding
150
173
waarvan herplaatst naar werk
100
157
waarvan overig (zoals zorg, verhuisd, teruggetrokken, detentie)
pm
199
Laaggeletterden die cursus taal/rekenen volgen
63
302
In 2013 is gebleken dat de vraag naar VVE-trajecten het duidelijkst is in Purmer-Noord,
Overwhere en Wheermolen.
Binnen het programma Aanval op Uitval is nog intensiever ingezet op het terugdringen van
schoolverzuim, met name door snelle interventies vanuit leerplicht en een thuiszittersoverleg
waarin op casusniveau naar oplossingen wordt gezocht.
Het aantal laaggeletterden dat een cursus taal/rekenen volgt, is door een geïntensiveerde,
actieve werving gestegen van 63 in 2012 naar 302 in 2013.
Brede ontwikkelingskansen
Prestatie-indicatoren Brede ontwikkelingskansen
Toezegging
2013
Realisatie
2013
Aantal gerealiseerde combinatiefuncties
11,5
11,5
Purmerendse organisaties op gebied van sport, cultuur en educatie werken aan een visie op
brede ontwikkeling van leerlingen. Doel is de bestaande middelen zodanig in te zetten dat er
een gevarieerd aanbod bestaat.
2.3
Beleidsveld Drempels weg
Voorbereiding decentralisaties AWBZ, Jeugdzorg en Participatie
In 2013 is vooral ingezet op kader-, visie- en beleidsontwikkeling en het werken in pilots. Er
is een kaderstellende notitie opgesteld en er zijn beleidsplannen voor de transities jeugdzorg
en AWBZ/de nieuwe Wmo opgesteld in samenwerking met maatschappelijke partners en
cliëntenvertegenwoordigers. Er zijn pilots gedraaid ten aanzien van de toegang tot jeugdzorg,
het oefenen met opdrachtgeverschap voor delen van de jeugdzorg, ten aanzien van het
wijkgericht samenwerken en ten aanzien van het anders benaderen van cliënten in het
Loket Wmo en het jongerenloket middels het traject 'met lef en vertrouwen'. In 2013 is ook
een samenwerkingsverband in de regio Zaanstreek/Waterland tot stand gebracht om de
decentralisaties in onderlinge samenwerking voor te bereiden en te organiseren.
De grootste hoeveelheid werk wordt in 2014 verwacht. Dan vindt de operationele voorbereiding
plaats zodat er op 1 januari 2015 een goed werkende organisatie staat die de nieuwe taken kan
uitvoeren als er zich klanten melden.
2.3.1
Prestatieveld Individuele voorzieningen/mantelzorg
Werkdoel
Purmerenders met een lichamelijke beperking, met een chronisch psychisch probleem en/of
met een psychosociaal probleem, krijgen hulp bij hun beperking. Zo krijgen ze de beschikking
26
Programmarekening 2013 | De programma's
over, of toegang tot voorzieningen of middelen die hen in staat stellen zelfstandig te (blijven)
functioneren in het maatschappelijk leven. Concreet gaat het om hulp bij het voeren van een
huishouden, aanpassingen in en om de woning, vervoer in en om het huis en in de lokale
omgeving. Mensen die een beroep doen op maatschappelijke ondersteuning, krijgen de
informatie en adviezen die ze nodig hebben om goed maatschappelijk te functioneren. Ze
worden bij het maken van keuzes daarin zo nodig begeleid en ondersteund.
We stimuleren dat mensen voor elkaar zorgen en naar elkaar omzien. Purmerenders die
mantelzorgtaken op zich nemen, worden door de gemeente gewaardeerd en eventueel
ondersteund, zodat ze met hun zorgtaken niet in de problemen komen en daardoor
maatschappelijk minder goed gaan functioneren.
Toelichting
De medewerkers hebben veel aandacht gegeven aan het toepassen van de basisprincipes
van de kanteling. Er wordt bewust naar de eigen kracht en het zelfoplossend vermogen van
mensen gekeken.
Het aantal afgehandelde informatie en/of adviesvragen is gestegen in 2013 ten opzichte
van 2012. Daarentegen zijn de meeste aanvragen voor individuele voorzieningen, zoals
bijvoorbeeld vervoers- of woningvoorzieningen, gedaald. Een verklaring hiervoor is dat
mensen niet als eerste stap een aanvraagformulier invullen zonder dat zij weten wat precies
de mogelijkheden voor een probleem zijn. Dit is mede het gevolg van het scholen van de
medewerkers in het toepassen van de kantelingsprincipes.
Het aantal mensen dat gebruik maakt van de alfacheque (vorm van hulp bij het huishouden)
is, zoals ook bedoeld was, gestegen van 73 naar 130. De beleidswijzigingen die in 2012 zijn
ingevoerd en die in 2012 al tot lagere kosten hebben geleid, zijn in 2013 verder doorgevoerd.
Nieuwe cliënten of herindicaties zijn volgens deze beleidswijzigingen uitgevoerd en hebben tot
nog lagere kosten geleid.
De groepsbijeenkomsten voor mantelzorgers zijn in 2013 goed bezocht. De samenwerking met
het Waterlandziekenhuis is geïntensiveerd. Met de 4 alliantiepartners Context, MEE Amstel en
Zaan, Odion en SMD zijn samenwerkingsafspraken gemaakt over de mantelzorgondersteuning
en signalering.
2.3.2
Prestatieveld Zorg voor kwetsbare inwoners
Werkdoel
Mensen met een psychische en sociale beperking kunnen zolang mogelijk participeren in de
samenleving. Door vroegtijdige signalering en preventieve zorg en ondersteuning, worden
bijvoorbeeld huisuitzetting en dakloosheid, relationeel geweld en zware verslavingsvormen
zoveel mogelijk beperkt. Waar deze problemen toch voorkomen, worden de betreffende
inwoners ondersteund om zoveel mogelijk zelfstandig en volwaardig mee te doen. Soms zijn
hier ondersteuning, hulpmiddelen en/of zorg voor nodig. Ook hier geldt dat het automatisme
van het voorzien hierin, in de vorm van een individuele voorziening, doorbroken moet worden.
Toelichting
De nachtopvang voor dak- en thuislozen heeft voor langere tijd een plek gekregen in het pand
Wagenweg 14. Het pand is aangepast en voldoet aan alle eisen voor brandveiligheid.
27
Programmarekening 2013 | De programma's
Medio 2013 is gestart met de Centrale Toegang OGGZ voor Zaanstreek en Waterland samen.
Hiermee ontstaat een situatie waarin efficiënter en sneller zorg geleverd wordt en er een
continu totaalbeeld bestaat van de doelgroep. De instellingen voor maatschappelijke opvang
zijn aangesloten.
De uitbreiding van de opvangcapaciteit van het Algemeen Opvangcentrum Purmerend is
gerealiseerd. Thans zijn de wachttijden:
• vrouwen zonder kinderen: 0 - 2 maanden
• vrouwen met kinderen: 2 - 4 maanden
• mannen combi: 0 - 1 maand
• Gouwwoningen: 6 - 8 maanden (voor moelijk met andere mensen plaatsbare personen;
twee mensen zijn daadwerkelijk dakloos)
In 2013 zijn de betrokken instellingen twee keer bijeen geweest om de voortgang van de
gemaakte afspraken te monitoren, nieuwe gemeentelijke ontwikkelingen te bespreken en de
planning voor het komende jaar voor te bereiden. Daarnaast is het resultaat van dit overleg de
basis geweest voor het beleidsplan AWBZ/Wmo.
2.3.3
Prestatieveld Volumebeleid Wwb
Werkdoel
Het uitvoeren van de Wet werk en bijstand (Wwb).
Effectindicatoren Werk en Inkomen
Realisatie
2013
Wwb
Volumeontwikkeling Wwb Purmerend respectievelijk landelijk
13% *
≤ land. gem. p/j
Klanttevredenheid dienstverlening Wwb
7.3
minimaal 7
Minima
2016
> nulmeting 2012
% klanten dat vindt dat de minimaregelingen aansluiten bij wat ze nodig hebben
Wwb
79%
Overige minima
86%
> nulmeting 2012
% dat vindt dat ze door de minimaregelingen mee kunnen doen aan de maatschappij
Wwb
73%
Overige minima
78%
Klanttevredenheid dienstverlening minimabeleid
7.4
minimaal 7
Schuldhulpverlening
Aantal succesvol beëindigde minnelijke trajecten
32
68
Aantal succesvol beëindigde WSNP-trajecten
43
35
Klanttevredenheid dienstverlening schuldhulpverlening nulmeting 2010
7
minimaal 7
* Percentage geeft ontwikkeling in Purmerend weer. Landelijke ontwikkeling volgt in begroting.
Eind 2012 is er in opdracht van de gemeente een klantonderzoek Wwb & minimabeleid
afgenomen. Dit onderzoek is maart 2013 afgerond. Uit dit onderzoek komt duidelijk naar voren
dat de gebruiker van de minimaregelingen in Purmerend in alle opzichten tevredener is dan de
referentiegroep (bestaande uit 22 deelnemende gemeenten).
28
Programmarekening 2013 | De programma's
Kernprestaties
Prestatie-indicatoren Volumebeleid Wwb
Toezegging
2013
Realisatie 2013
Volumeontwikkeling (standcijfer per 31/12 betreffende jaar)
1.330 *
1.369
Instroom Wwb per jaar totaal (2012: 573)
(max.) 700
689
Uitstroom Wwb per jaar totaal (2012: 529)
(min.) 620
500
* Bijgesteld 1ste Berap 2013 van 1286 naar 1330
Toelichting
De economische situatie is in 2013 niet verbeterd. Dit heeft ook voor Purmerend geresulteerd
in een toename van het bestand. In het derde kwartaal was er sprake van een stabilsatie. In het
vierder kwartaal heeft de stijging gelijk met de landelijke ontwikkelingen weer doorgezet.
2.3.4
Prestatieveld Participatiebeleid
Werkdoel
Ondersteuning bieden daar waar nodig om mensen deel te laten nemen aan de samenleving
en/of arbeid. Mensen die in onvoldoende mate participeren in de samenleving en (nog) niet
aan het arbeidsproces kunnen deelnemen, activeren en ondersteunen om deel te nemen aan
maatschappelijke activiteiten en meer zelfredzaam te worden.
Kernprestaties
Toezegging
2013
Realisatie
2013
Aantal participatietrajecten ten opzichte van klantenbestand
(2012: 69%)
75%
64%
Percentage opschorting/vrijstelling van arbeidsplicht per jaar (2012: 17 %)
<15%
16%
Geslaagde uitstroom Wwb naar werk (2012: 147)
150
180
Prestatie-indicatoren Participatiebeleid
Toelichting
In 2013 zijn ten opzichte van 2012 minder participatietrajecten opgestart. Hierbij dient
opgemerkt te worden dat dit percentage is berekend op basis van het klantenbestand. Ten
opzichte van 2012 is het klantenbestand toegenomen. Ook er is meer aandacht gekomen
voor interventies richting participatie en werk die beter aansluiten bij de situatie van de klant.
Maatwerk is arbeidsintensiever, maar het resultaat is duurzamer en is er een hogere uitstroom
naar werk.
Maatschappelijke partijen worden actiever betrokken bij de participatie van mensen die
nu nog niet voldoende op eigen kracht kunnen deelnemen aan de samenleving. Voorheen
was dit voornamelijk een taak van commerciële re-integratiebedrijven, in opdracht van de
gemeente. Vanuit de werkgroepen die vanuit het maatschappelijk beleidskader zijn ontstaan,
wordt uitvoering gegeven aan nieuwe initiatieven. In 2013 is binnen de werkgroep "Ook
mensen met beperkingen in financiën en taal of gestigmatiseerd op grond van achtergrond
kunnen meedoen in de samenleving" ingezet op verdere samenwerking en verbinding tussen
maatschappelijke organisaties.
Taalketen
29
Programmarekening 2013 | De programma's
In de taalketen is gewerkt aan meer afstemming in het aanbod en aan het bij elkaar brengen
van vraag en aanbod. Het NL-plein vanuit de bibliotheek fungeert als centraal aanspreekpunt.
Er zijn meer uren voor vrijwilligersondersteuning beschikbaar. Daarnaast is er een centraal
telefoonnummer gekomen. Er is een start gemaakt met een communicatieplan dat gericht is op
laaggeletterden en toeleiders.
Financiële keten
In de financiële keten wordt gewerkt aan integrale samenwerking aan de hand van casuïstiek.
Vele organisaties zijn betrokken bij hulp gericht op financiële problematiek. In dit ketenoverleg
leert men elkaar steeds beter kennen en wordt de samenwerking afgestemd. Een deel van de
keten heeft zich gericht op duurzaam preventief aanbod. In 2014 zal dat tot concreet aanbod
leiden.
Participatie
Gemeente en Stichting Clup werken aan een meer samenhangende benadering van
bijstandsgerechtigden in het kader van participatie. Ook is in dit verband samenwerking tussen
Stichting Clup en commerciële partijen tot stand gekomen op gebied van participatie en
arbeidstoeleiding. En er is een nieuwe organisatie bij gekomen (SchuldHulpMaatje), omdat de
behoefte aan thuisadministratie groot bleek te zijn, onder andere als preventief middel.
Werkgevers
In de regio Zaanstreek-Waterland wordt volop geïnvesteerd in een gezamenlijke
werkgeversdienstverlening. Vanuit een gezamenlijke visie en doelstelling worden werkgevers
benaderd. Om werkgevers optimaal te kunnen bedienen blijft voortdurende investering alsook
een actieve benadering richting hen noodzakelijk. Vanuit Het Rijk wordt een beroep gedaan
op de inzet van werkgevers om ruimte te maken voor mensen met een arbeidshandicap of
een grote afstand tot de arbeidsmarkt. In 2013 is een start gemaakt dit verder regionaal uit te
werken. De gemeente Purmerend wil hier een voorbeeld in kunnen zijn. Dit heeft geresulteerd
in hoge ambities in het sociaal rendementsbeleid.
Sociaal rendement
Sociaal rendement is één van de instrumenten om de arbeidsparticipatie en -ontwikkeling
in samenspraak met werkgevers te verhogen. Met het verder ontwikkelen van dit instrument
is in 2013 een flinke stap gezet. De basis is gelegd om de effectiviteit van dit beleid te
intensiveren. Daarbij zijn wij een voorbeeld voor onze sociale partners. In 2013 is bij zeven
aanbestedingen concreet invulling gegeven aan sociaal rendement. Dit heeft in totaal 28
plaatsingen opgeleverd. Hiervan zijn vier plaatsingen bij de gemeente gerealiseerd in de rol van
voorbeeldwerkgever.
2.3.5
Prestatieveld Minimabeleid
Werkdoel
Vanaf 2012 zijn gemeenten verplicht om een landelijk opgelegde inkomensnorm van 110%
van het sociaal minimum te hanteren voor categoriale bijzondere bijstandsregelingen. Hierdoor
wordt de regeling voor minder mensen toegankelijk. Waar mogelijk heeft de gemeente
Purmerend haar beleidsvrijheid genomen. Dit is terug te zien in niet-categoriale regelingen,
zoals de regeling voor sportieve en culturele activiteiten en de individuele bijzondere bijstand.
Voor deze regelingen geldt namelijk een inkomensnorm van 120%. Met het minimabeleid richt
de afdeling zich op het optimaal bereiken van personen die daarvoor in aanmerking komen,
30
Programmarekening 2013 | De programma's
met voorzieningen voor inkomensondersteuning en participatie die voor hen relevant zijn, zodat
iedereen kan meedoen in de Purmerendse samenleving.
Kernprestaties
Toezegging
2013
Realisatie 2013
% inwoners met inkomen <110% bijstandsniveau dat gebruik maakt van regelingen
voor minima (2012: 45%)
> 25%
56%
Aantal volwassenen dat gebruik maakt van de voorziening sport en culturele
activiteiten (2012: 1.869)
minimaal gelijk
1871
Aantal kinderen dat gebruik maakt van de voorziening sport en culturele activiteiten
(2012: 1.039)
minimaal gelijk
1070
Prestatie-indicatoren Minimabeleid
Toelichting
In 2013 heeft de gemeente een aantal problemen gehad met de uitvoering van een deel
van de minimaregelingen. Halverwege het jaar zijn deze problemen opgelost en verliep de
dienstverlening weer naar wens. Het gebruik van de regelingen voor volwassenen is vrijwel
gelijk gebleven en voor kinderen licht toegenomen.
2.3.6
Prestatieveld Schuldhulpverlening
Werkdoel
De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening is sinds 2012 in werking. Daarmee is de uitvoering
van schuldhulpverlening tot gemeentelijke taak verheven. Gemeenten staan voor de
uitdaging om binnen deze context tot efficiënte, doordachte beslissingen te komen voor de
uitvoering van schuldhulpverlening. Activa is onderdeel van de gemeente en voert al jaren
schuldhulpverlening uit. In 2012 is besloten de uitvoering van schuldhulpverlening bij de
gemeente te laten. We staan in Purmerend voor de grote uitdaging om te bezien hoe de klant
het beste geholpen kan worden om duurzaam uit de financiële problemen te blijven. Omdat
er vaak sprake is van multiproblematiek, is samenwerking en afstemming met instellingen
die zich met deze klant bezighouden, essentieel. Er is veel aandacht voor de regie op, en
samenwerking met het veld. Daarnaast ligt in deze periode een belangrijke prioriteit bij
de preventie van schulden. Samen met maatschappelijke instellingen wordt een aanpak
ontwikkeld waarover de raad nog nader wordt geïnformeerd.
Kernprestaties
Prestatie-indicatoren Schuldhulpverlening
Toezegging
2013
Realisatie 2013
Aantal aanmeldingen (2012: 660)
600
702
Aantal opgestarte trajecten budgetbeheer (2012: 223)
260
301
Aantal opgestarte minnelijke trajecten, fase 2 (2012: 265)
250
285
Aantal verzoeken WSNP (2012: 184)
130
206
Uitval (aantal tussentijds beëindigde trajecten, 2012: 6)
< 30
13
Toelichting
Zoals het landelijke beeld schetst hebben we in Purmerend ook te maken met toenemende
schuldenproblematiek. Het Rijk heeft hiervoor ook extra middelen beschikbaar gesteld, met
name om schuldenproblematiek te voorkomen, dus preventie van schulden.
31
Programmarekening 2013 | De programma's
In 2013 is een expertmeeting gehouden met onderzoekers van de gemeente en ketenpartners
om preventie bij schulden meer prioriteit te geven. Inmiddels hebben de betrokken
ketenpartners gezamenlijk aangegeven voor welke doelgroepen meer aandacht voor preventie
moet komen. Begin 2014 wordt hier samen met de partijen invulling aan gegeven.
2.3.7
Prestatieveld Sociale werkvoorziening
Werkdoel
De uitvoering van de Wsw is gericht op het creëren van aangepaste werkgelegenheid voor
mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt, die als gevolg van lichamelijke, psychische of
verstandelijke handicaps er niet in slagen werk te vinden op de reguliere arbeidsmarkt.
Kernprestaties
Prestatie-indicatoren Sociale werkvoorziening
Aantal fte werkzaam op basis van een begeleidwerkencontract > 22 Wsw-fte in
Purmerend (2012: 27)
Toezegging
2013
Realisatie 2013
34
28
Toelichting
Vanwege wijzigend landelijk en lokaal beleid heroriënteert het bestuur van BaanStede zich
op de toekomst van de sociale werkvoorziening en alle medewerkers die daarin werkzaam
zijn. Daarbij is haar visie dat iedereen met een beperking die nog kan participeren in het
arbeidsproces, dit zoveel mogelijk moet kunnen doen bij een reguliere werkgever. De invulling
van die visie vraagt een andere opstelling van gemeenten, werkgevers, BaanStede en van de
huidige SW-werknemers. Het betekent ook een transitie van de huidige uitvoeringsorganisatie.
In 2013 is hiertoe een transitieplan 2013-2017 opgesteld, met daarin een aantal belangrijke
en met elkaar samenhangende maatregelen en beslissingen om de gestelde doelstellingen te
bereiken.
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
Lasten
-94.033
-95.803
-96.868
-94.909
1.958
Baten
35.066
34.239
38.821
38.608
-214
Saldo
-58.967
-61.564
-58.046
-56.302
1.744
Het saldo van dit programma wijkt € 1.744.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van
de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 1.958.000 lagere lasten en € 214.000 lagere baten.
32
Programmarekening 2013 | De programma's
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
BV021 Goed leven in Purmerend
Lasten
Baten
-20.531
-20.961
-21.091
-20.699
391
3.017
2.901
2.895
2.823
-72
-17.514
-18.060
-18.196
-17.876
320
-18.170
-16.632
-18.288
-17.659
629
1.513
1.415
3.220
3.283
64
-16.657
-15.217
-15.068
-14.375
693
-55.332
-58.210
-57.489
-56.552
938
BV022 De jeugd heeft de
toekomst
Lasten
Baten
BV023 Drempels weg
Lasten
Baten
30.536
29.922
32.706
32.501
-206
-24.796
-28.288
-24.783
-24.051
732
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000) per beleidsveld
toegelicht.
EXPLOITATIE
Het beleidsveld Goed leven in Purmerend heeft per saldo een voordeel van € 321.000.
Dit laat zich verklaren door € 391.000 lagere lasten en € 72.000 lagere baten.
Voornaamste afwijkingen
Op het onderdeel sportsubsidies en speelvoorzieningen zijn twee grotere afwijkingen.
Een incidenteel voordeel van € 157.000 op sportsubsidies als gevolg van een lagere
subsidievaststelling voor het jaar 2012 en een lagere verlening 2013. De lagere verlening 2012
is het gevolg van lagere onderhoudslasten. De lagere verlening 2013 is het gevolg van een
eenmalige lagere bijdrage voorziening groot onderhoud van stichting Spurd.
Op speelvoorzieningen zijn er per saldo € 105.000 lagere lasten als gevolg van niet uitgevoerd
onderhoud. Dit betreft een incidenteel voordeel omdat in 2013 eenmalig is afgezien van een
aantal werkzaamheden vanwege de goede staat van de trapvelden. Vanaf 2014 worden deze
weer jaarlijks uitgevoerd.
Op sportaccommodaties is er sprake van een nadeel van € 76.000 als gevolg van
hogere lasten (€ 31.000) voor eigenaarslasten en lagere baten vanwege met name minder
dienstverlening (€ 45.000).
De Purmaryn kent een incidenteel nadeel van € 52.000, onder andere toe te schrijven aan
hogere (door-)belastingen (€ 15.000), een lagere bijdrage vanuit de Stichting Vrienden van de
Purmaryn (€ 9.000) en lagere resultaten op de programmering.
Kunst- en cultuuruitoefening (betreft Muziekschool, Bibliotheek, Wherelant en
Amateurkunstbeoefening): een incidenteel nadeel van € 53.000, veroorzaakt voornamelijk
door hogere kosten Wherelant van € 66.000. Van het extra budget 2013 van € 85.000 benodigd
voor Wherelant, zijn in 2013 uitgaven gedaan voor een extra bedrag van ruim € 66.000. De
kosten voor het ingraven van de tank van de benzinepomp komen in 2014.
33
Programmarekening 2013 | De programma's
Op wijkbeheer is er zowel sprake van lagere lasten als hogere baten: een deel van het
wijkbudget is niet uitgegeven (€ 22.000), er zijn hogere baten verhuur die niet begroot
waren (€ 17.000) en € 39.000 lagere doorbelasting personeelskosten samenhangend met
vacatureruimte en kosten van inhuur. Per saldo € 78.000 voordeel. De afwijking heeft een
incidenteel karakter.
Op het onderdeel welzijnswerk was € 84.000 minder benodigd dan begroot, bestaande uit
minder benodigd budget voor Clup (€ 53.000 eenmalige onjuiste raming), mantelzorg (eenmalig
minder benodigd budget van € 12.000) en voorts een aantal kleinere afwijkingen.
HET BELEIDSVELD DE JEUGD HEEFT DE TOEKOMST HEEFT PER SALDO EEN VOORDEEL VAN € 693.000
Dit laat zich verklaren door € 629.000 lagere lasten en € 64.000 hogere baten.
Voornaamste afwijkingen
Op onderwijshuisvesting zijn er lagere lasten in verband met lagere afschrijvingen voor een
bedrag van € 359.000. Dit is vooral veroorzaakt door een correctie op de investeringen PSG
voor een bedrag van € 413.000. Het krediet was eerder afgesloten, maar voor € 6,6 miljoen
moeten er nog bestedingen worden verantwoord. Verder zijn er lagere lasten sloop en tijdelijke
huisvesting Prisma van € 240.000 en minder aanvragen kleine investeringen wat leidt tot
minder beslag op midddelen van € 69.000.
Preventief jeugdbeleid: € 58.000 voordeel door lagere kosten CJG, zorgcoördinatie
met bemoeizorg (minder trajecten afgenomen), lagere bijdrage Halt Waterland en
subsidieafrekening 2012.
Onderwijsondersteunende activiteiten: Het nadeel van € 114.000 wordt vooral veroorzaakt
door lagere inkomsten voor dienstverlening aan scholen (OPSO € 69.000 en ander
schoolbesturen € 37.000).
Kinderopvang: € 51.000 lagere lasten subsidies en afrekeningen.
HET BELEIDSVELD DREMPELS WEG HEEFT PER SALDO EEN VOORDEEL VAN € 732.000.
Dit laat zich verklaren door € 938.000 lagere lasten en € 206.000 lagere baten.
Voornaamste afwijkingen
Individuele voorzieningen Wmo: per saldo voordeel van € 31.000 als gevolg van € 281.000
lagere lasten en € 250.000 lagere baten bij Wmo voorzieningen zoals hulp bij het huishouden,
taxicontract en woonvoorzieningen door minder afname uren dan begroot. Daardoor is de
bijbehorende eigen bijdrage ook lager dan begroot.
Drie transities: hier is sprake van lagere personeelskosten van € 245.000 vanwege het
gebruik van externe subsidies.
Maatschappelijke opvang: € 64.000 lagere lasten bij subsidies maatschappellijke opvang.
Hierin is begrepen de afrekening van subsidies van voorgaande jaren (totaal bedrag van €
38.000). In 2013 was minder budget benodigd voor de verbouwing nachtopvang (€ 11.000) en
subsidie Brijderstichting (€ 8.400).
34
Programmarekening 2013 | De programma's
Uitkeringen: €71.000 nadeel door € 110.000 hogere lasten doordat het gemiddelde aantal
uitkeringen hoger is dan begroot. Daar staat tegenover dat € 39.000 meer inzake uitkeringen is
teruggevorderd dan begroot.
Participatiebudget: € 102.000 lagere lasten. Hierdoor is ook € 102.000 minder onttrokken
aan de meeneemregeling, zodat in 2014 nog € 102.000 uit de meeneemregeling kan worden
ingezet. Het participatiebudget wordt nauwgezet gevolgd door het jaar heen om tot een juiste
inzet van de middelen te komen. Naast het feit dat een aantal voorbereide trajecten met
werkgevers geen doorgang vonden in het najaar van 2013, is de belangrijkste oorzaak het feit
dat een deel van de trajecten, in tegenstelling tot eerdere aannames, exclusief btw kon worden
geboekt. Dit betekende een lagere last van € 93.000 over 2013.
Schuldhulpverlening, minimabeleid, sociale recherche en het actieplan
jeugdwerkloosheid: € 102.000 voordeel door € 73.000 lagere lasten en € 30.000 hogere
baten.
Rijksbijdrage bonus begeleid werken : € 79.000 hogere lasten en baten door de niet begrote
bonus die is doorbetaald aan BaanStede. Gemeenschappelijk regeling BaanStede: € 163.000 lagere lasten. De verwachting is dat
het exploitatietekort van BaanStede lager is dan begroot. Daardoor is de bijdrage in de
gemeenschappelijke regeling ook lager dan begroot.
Lagere doorbelasting personeelskosten van €198.000, samenhangend met vacatureruimte en
kosten van inhuur.
RESERVES
(Bedragen x € 1.000)
Bestemmingsreserve gemeentelijke middelen participatie
Bestemmingsreserve herstructureringskosten WSW
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
1.624
-
-
1.624
-
1.639
234
1.405
Bestemmingsreserve aanval op de bijstand
250
Bestemmingsreserve sanering asbest
400
Bestemmingsreserve af te stoten panden OHW
426
250
-
-
-
400
-
52
374
Reserve gemeentelijke middelen participatie
Deze reserve is ingesteld ter voorkoming van directe afbouw van geplande uitgaven in het
participatiebudget door kortingen op de rijksbijdrage. Zoals begroot is de reserve in 2013 niet
aangesproken. De middelen worden ingezet in de periode tot en met 2015.
Reserves Aanval op de Bijstand
Betreft projectplan Aanval op de Bijstand. In 2013 is het project afgerond en het restant bedrag
onttrokken, de reserve kan worden opgeheven.
Reserve herstructureringskosten BaanStede
De transitie van BaanStede brengt herstructureringskosten met zich mee. Purmerend draagt
bij aan deze herstructureringskosten door middel van een bijdrage in de Gemeenschappelijke
regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland. Door het instellen van deze
bestemmingsreserve wordt het rekeningresultaat van deze jaren, en daarmee het verloop van
35
Programmarekening 2013 | De programma's
de algemene reserve, geschoond voor een incidentele component. De totale reserve bedraagt
€ 1.639.226. In 2013 is voor de herstructureringskosten een bedrag onttrokken van € 233.730
(begroot was € 280.946), zodat een saldo van € 1.405.226 resteert.
Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting
Deze reserve is bij het vaststellen van de programmarekening 2011 voor het eerst gevuld
met een bedrag van € 2.030.000. Doel van deze reserve is om de boekwaarden van de
onderwijspanden gedurende de periode 2012 tot en met 2015, die worden herbestemd of
worden gesloopt, te kunnen afboeken. Onttrekkingen aan reserve vinden plaats na concrete
voorstellen om leegkomende panden volledig af te boeken. In 2013 is € 52.000 aan de reserve
onttrokken vanwege extra afschrijvingen op noodlokalen. Er heeft een dotatie plaatsgevonden
van € 125.000 vanuit de resultaatsbestemming 2012 vanwege het afboeken van een aantal
panden. Het saldo ultimo 2013 bedraagt € 374.000.
VOORZIENINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Voorziening bruidschat OPSO
749
-
410
339
Voorziening groot onderhoud onderwijs
308
100
129
280
Voorziening groot onderhoud Purmaryn
269
46
66
249
1.326
146
605
868
Saldo
Voorziening groot onderhoud De Purmaryn
Doel en voeding: deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en egalisering
van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange
termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een
meerjarenonderhoudsplan. Ultimo 2013 bedroeg het saldo van de voorziening € 249.000.
Voorziening groot onderhoud onderwijs
Deze voorziening dient ter egalisatie van de kosten voor planmatig onderhoud aan
onderwijspanden. Het gemiddelde onderhoudsniveau - en daarmee de gemiddelde dotatie
aan de voorziening - wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarenonderhoudsrapport en
het accommodatiebeleid. In 2013 heeft dit geleid tot een dotatie van € 100.000 en is totaal €
129.000 aan groot onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening. Ultimo 2013 bedroeg
het saldo van de voorziening € 280.000.
Voorziening bruidschat OPSO
Doel van deze voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair en Speciaal
Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een bruidsschat
van € 2,5 miljoen. De bruidsschat wordt uitbetaald in jaarlijks afbouwende bedragen en wordt
eind 2014 opgeheven. Het saldo ultimo 2013 bedraagt € 339.000.
36
Programmarekening 2013 | De programma's
DOELUITKERINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo
2012
Onderwijsachterstandenbeleid (OAB)
Bijdrage stadsregio procesmanager
Transitie JZ bijdrage SRA in pilots decentrale toegang
Bijdrage stadsregio ambulante jeugdzorg
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
140
(4)
Ultimo
2013
45
92
2
-
2
-
81
-
38
43
-
24
-
24
RMC regulier
60
-
60
-
Kwalificatieplicht
58
5
26
37
-
Wet inburgering
1.472
-
1.472
Inburgeringstrajecten Pardonners
314
-
314
-
Participatiebudget
794
-
691
103
43
141
41
142
-
8
-
8
209
-
209
-
3.173
174
2.898
449
Nog af te rekenen doeluitkering WW
Aanval op uitval
Provinciaal transitietraject met lef en vertrouwen
Saldo
Onderwijsachterstandenbeleid (OAB)
Het Rijk stelt voor onderwijsachterstandenbeleid een specifieke uitkering beschikbaar. Dit
geld is bestemd voor het aanbod van voorschoolse educatie, schakelklassen en andere
taalbevorderende activiteiten. Gemeenten en scholen krijgen extra geld voor leerlingen van
wie de ouders laag opgeleid zijn. Het budget is voor vier jaar vastgesteld voor 2011 tot en met
2014. De periode is in 2013 verlengd tot en met 2015. Het saldo van nog te besteden middelen
bedraagt € 92.000.
Bijdrage Stadsregio procesmanager
Het saldo is 0. In 2013 is een bedrag van € 2.461 besteed.
De procesmanager is door de regio Zaanstreek-Waterland aangesteld ten behoeve van de
regionale afstemming over de transitie Jeugdzorg.
Bijdrage Stadsregio in Pilot decentrale toegang
Het betreft een project waarin proefgedraaid wordt met verwijzing naar de jeugdzorg.
Het saldo bedraagt € 42.916. In 2013 is een bedrag van € 38.302 besteed.
Bijdrage Stadsregio ambulante jeugdzorg
In 2013 is nog een nacalculatie/indexering ontvangen van € 24.008 van de stadsregio
Amsterdam. Dit bedrag is in 2014 doorbetaald aan de desbetreffende instellingen (Altra en
Spirit).
Provinciaal transitietraject Met lef en vertrouwen
Het saldo bedraagt 0. Het project Met lef en vertrouwen wordt mede door de provincie NoordHolland bekostigd. Dit project ondersteunt en begeleidt de veranderende werkwijze van de
gemeentelijke dienstverlening op het terrein van werk en welzijn. Het project ontwikkelt diverse
vormen van kennisoverdracht waaraan ook de gemeenten in de regio deelnemen.
RMC
Het betreft de subsidieregeling Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdige
schoolverlaters (RMC). Het bedrag is in 2013 volledig ingezet.
37
Programmarekening 2013 | De programma's
Kwalificatieplicht
Deze regionale subsidieregeling is een verlenging van de leerplicht tot 18 jaar met als doel
om meer leerlingen een startkwalificatie te laten behalen. Het restant van € 37.000 zal naar
verwachting in 2015 geheel zijn besteed.
Aanval op uitval
Dit betreft een tijdelijke regionale subsidieregeling met als doel een zo hoog mogelijke reductie
van het aantal voortijdig schoolverlaters. Dit conform het convenant Aanval op Uitval regio
Amsterdam 2012 - 2015. Het bedrag van € 8.000 zal in 2014 in zijn geheel zijn besteed, betreft
namelijk een subsidie voor het schooljaar 2013 - 2014.
Wet inburgering
De eindafrekening van deze regeling is eind 2012 ontvangen. In 2013 is afgerekend met het
ministerie.
Inburgeringstrajecten Pardonners
De eindafrekening van deze regeling is eveneens eind 2012 ontvangen. In 2013 is afgerekend
met het ministerie.
Participatiebudget
Betreft geoormerkte gelden voor re-integratie, inburgering en volwasseneneducatie. In de
meeneemregeling zat nog een bedrag van € 794.000. Hiervan is in 2013 € 692.000 gebruikt.
Het resterende bedrag van € 102.000 zal in 2014 ingezet worden.
INVESTERINGEN
Hulpmiddelen krediet
Het totale krediet voor de hulpmiddelen Wmo bedroeg in 2013 € 519.000. Hiervan is € 139.000
uitgegeven. Er zijn meer hulpmiddelen herverstrekt vanuit het regionale depot en minder
hulpmiddelen nieuw verstrekt dan begroot.
38
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
3
W
O
N
E
Portefeuillehouder: H. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma
Wonen
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 3.1 Wonen
Het streven van de gemeente Purmerend is kwalitatief goede woningen aan te bieden, inclusief
een woonomgeving die aansluit bij de behoeften en leefomstandigheden van zijn bewoners.
Hierbij willen we burgers in toenemende mate de ruimte bieden om daar zelf meer invloed
op uit te oefenen. Mensen die niet op eigen kracht in hun (aangepaste) woonvraag kunnen
voorzien, worden daarbij door de gemeente ondersteund.
In 2012 is de woonvisie vastgesteld.
Doelstellingen van de woonvisie
• investeren in de toegankelijkheid voor jongeren op de woningmarkt;
• investeren in de stad;
• investeren in leefbare wijken en buurten;
• investeren ten bate van kwetsbare groepen;
• investeren in duurzaamheid;
• investeren in doorstroming: een rechtvaardige woonruimte verdeling.
Samenwerkende partners zijn:
burgers die willen huren, kopen of bouwen in Purmerend, de woningbouwcorporaties, de
zorginstellingen, ondernemers die grond beschikbaar stellen voor woningbouw, ontwikkelaars,
investeerders en beheerders, omliggende gemeenten.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
3.1
Beleidsveld Wonen
In 2013 is de uitvoeringsagenda van de woonvisie vastgesteld.
Sinds de vaststelling van de woonvisie is er veel veranderd. De heffingskorting voor de
corporaties betekent dat ze fors hun investeringsplannen hebben aangepast. Aanhoudende
slechte economie en het alsmaar strenger worden van de hypotheekeisen leiden ertoe dat
de koopwoningmarkt is gehalveerd in omvang en de mutaties in huurwoningen worden
steeds minder. Het aantal sociale huurwoningen dat verkocht wordt, blijft sterk achter bij de
39
Programmarekening 2013 | De programma's
N
voornemens van de corporaties. De corporaties hebben allemaal hun verkoopplannen naar
beneden bijgesteld.
In de samenleving is er steeds meer sprake van flexibilisering. Relatievormen worden
veelzijdiger en minder voor het hele leven. Kinderen wonen soms op meerdere adressen
tegelijkertijd. Arbeidscontracten worden flexibeler en tijdelijker. Allerlei combinaties van werk
ontstaan. tijdelijk, periodiek, oproepkracht, ZZP, en het inkomen wordt variabel. De huidige
regelgeving is hier nog niet op ingesteld. Steeds meer mensen vallen tussen wal en schip van
de sociale huurwoning en de koopwoning.
De omstandigheden in de woningmarkt en van de woningcorporaties hebben ertoe geleid dat
de uitgaven uit de woonvisie zijn achtergebleven bij de voorgenomen uitgaven. Hierover is
in de beraps gerapporteerd. Bij de derde berap is daarom besloten een deel van de reserve
woonvisie af te romen.
Bestuurlijke producten
• Het woonwagencentrum aan de Slaperdijk is brandveilig gemaakt en het eigendom is
overgedragen aan Wooncompagnie.
• Samenwerkingsafspraken opgesteld tussen gemeente en de in Purmerend actieve
woningcorporaties over de omvang kwaliteit en samenstelling van de sociale
woningvoorraad en over investeren in leefbaarheid, duurzaamheid etcetera.
• Uitvoeringsagenda Woonvisie is door de raad vastgesteld
• B&W heeft besloten duurzaamheidsleningen in te voeren per 1 januari 2014.
3.1.1
Prestatieveld Gelijke kansen op de woningmarkt
We willen alle Purmerenders gelijke kansen op de woningmarkt bieden, ongeacht hun leeftijd,
herkomst, inkomen en zorgbehoefte. Om dit te kunnen realiseren geeft de gemeente bijzondere
aandacht aan doelgroepen die (tijdelijk) moeilijk toegang hebben tot de woningmarkt, of niet
zonder zorg zelfstandig kunnen wonen.
Centrale aspecten van de uitvoering
Om de nieuwbouw en herstructurering voor doelgroepen te bevorderen en om over een
termijn van vier jaar gemiddeld 30% sociale woningen te bouwen zijn de volgende projecten
ondersteund:
• nieuwbouwprojecten in ontwikkeling: Kop van West, Woonzorgcomplex Heel Europa,
Vlonderhof, Kometenstraat, Pampusstraat, Hoornsebuurt, de kleine Where, Wherepark,
Spijkerman, Weidevenne kanaalzone 4;
• nieuwbouwprojecten opgeleverd: Londenhaven, 1ste fase Convento, Pallas, Zambesilaan/
Ivoorkust;
• wonen boven Winkels opgeleverd: Zuidersteeg, Nieuwstraat, Peperstraat, Padjedijk.
Van de opgeleverde nieuwbouw in 2013 was 46% sociale huur. In de periode 2010-2013 was
van de opgeleverde woningen 45% in de sociale huur.
40
Programmarekening 2013 | De programma's
Nieuwbouwaantal particuliere huurwoningen in
Aantal
in %
271
100
aantal sociale huur regulier
50
23
aantal sociale huur zorg
28
13
aantal middenhuur ( 700-850)
35
16
aantal bereikbare koop > 165.000
38
18
aantal koop
66
30
2013
totaal aantal opgeleverde woningen
Woningen die vrijkwamen door mutatie in 2013
Aantal
aanbod verkochte sociale huurwoningen
pm
aantal koopwoning dat is verkocht
572
aantal leegstaande koopwoningen dat wordt verhuurd
66
aantal vrijkomende sociale huurwoningen via woningnet
506
exclusief direct bemiddelde woningen
aantal direct bemiddelde woningen
237
aantal particuliere huurwoningen
onbekend
Van alle 743 toegewezen sociale huurwoningen had circa de helft een huur van minder dan €
562,- per maand
Toewijzingen in 2013
Aantal
gemiddelde woonduur doorstromers
in %
18.4
gemiddelde zoektijd doorstromers
2.3
gemiddelde inschrijfduur starters
9.7
gemiddelde zoektijd starters
3.6
• Er zijn afspraken gemaakt met de regio en corporaties over de woonruimteverdeling van
sociale huurwoningen en het aanbieden van woningen aan doelgroepen. Dit heeft er in
2013 toe geleid dat ruim een derde van de vrijkomende sociale huurwoningen direct is
toegewezen aan de doelgroepen (starters, urgenten en jongeren) en dat nagenoeg alle
nieuwbouw eerst aan Purmerenders wordt aangeboden.
• Bevorderen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Om meer woningen geschikt
maken voor wonen met een zorgvraag is aan zes complexen subsidie verstrekt voor het
toegankelijker maken van het complex en zijn er in 31 woningen individuele aanpassingen
gesubsidieerd via de Wmo.
Er wordt gezamenlijk met zorginstellingen en woningcorporaties onderzoek gedaan
naar de gevolgen van een gescheiden financiering van wonen en zorg voor ouderen, de
woningvoorraad en verzorgingshuizen in Purmerend;
• Vergroting van de kans voor eigen inwoners: voorrang voor Purmerendse doelgroepen bij de
woonruimteverdeling. In 2013 is circa 65% van de sociale huurwoningen toegewezen aan
Purmerenders.
• Om de doelen van de woonvisie te kwantificeren is een uitvoeringsplan voor de woonvisie
opgesteld en zijn er samenwerkingsafspraken met de woningcorporaties gemaakt om de
doelen te bereiken. Via een jaarlijkse monitor en onderlinge afstemming van het beleid zullen
de corporaties inzichtelijk maken hoe zij gestalte geven aan opgaven van de woonvisie.
Vooral waar het de ontwikkeling van de betaalbare woningvoorraad, het huurbeleid en de
leefbaarheid betreft. De vertaalslag naar nieuwe effect-indicatoren zal in de begroting van
2014 plaatsvinden.
41
Programmarekening 2013 | De programma's
• Op verzoek van de raad is onderzoek gedaan naar het omvormen van maatschappelijk/
vastgoed/ kantoorruimte/zorgvastgoed tot jongerenwoningen. Het verslag ervan volgt in
2014.
Prestatie-indicatoren Gelijke kansen op de woningmarkt
Prognose 2013
Rekening 2013
% nieuwbouwwoningen beschikbaar voor doelgroep
40%
ruim 40%
% vrijkomende huurwoningen bestaande voorraad dat toegewezen wordt aan
Purmerenders
min. 30%
ca. 65%
3.1.2
Prestatieveld Aanbod en kwaliteit van woningen en woonomgeving
Werkdoel
Purmerend streeft ernaar om de nieuwbouw- en herstructureringsprojecten te laten aansluiten
bij de verschillende behoeften van de inwoners, zowel wat betreft de aard en kwaliteit van
de woonvorm (duurzaam, aanpasbaar en flexibel) als de kwaliteit van de fysieke en sociale
woonomgeving.
Centrale aspecten van de uitvoering
• Aansluiten op de vraag: realisatie van (kleinschalige) gedifferentieerde nieuwbouwprojcten in
bestaand stedelijk gebied. De nieuwbouw in zowel Weidevenne als in de bestaande stad is
kleinschalig en gedifferentieerd.
Er wordt gestuurd op differentiatie door de keuze voor de ontwikkelaar en het
woningbouwprogramma.
• Herstructurering met variatie. De variatie in de herstructurering in Wheermolen West is pas
volledig duidelijk na de ontwikkeling van Wherepark. Er is inmiddels wel een mix van koop-,
huur- en zorgappartementen in verschillende vormen. De variatie bij wonen boven winkels is
voor iedereen zichtbaar.
• Voor het behouden en/of creëren van gedifferentieerde en sociaal sterke wijken en buurten
zijn met de corporaties samenwerkingsafspraken gemaakt. Hier zal jaarlijks op worden
geëvalueerd. Andere maatregelen hiervoor staan in programma 2.
• Om energiebesparende maatregelen in de bestaande woningvoorraad en nieuwbouw te
stimuleren heeft B&W een regeling voor duurzaamheidsleningen aangenomen. Vanaf 2014
kunnen mensen zich hiervoor aanmelden.
Effectindicatoren prettig wonen
2012
2013
Rapportcijfer "prettig wonen in de buurt"
7,5
7,5
Rapportcijfer "kwaliteit eigen woning"
7,9
7,9
Rapportcijfer kwaliteit gebouwde omgeving
(in de eigen buurt)
6,6
6,9
De cijfers voor 2016 zullen in de begroting van 2015 worden aangepast waar dit meer in
overeenstemming is met de werkelijkheid.
42
Programmarekening 2013 | De programma's
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Lasten
-1.497
-2.113
-1.501
Realisatie
2013
Afwijking
-1.220
281
Baten
915
924
956
831
-125
Saldo
-582
-1.189
-545
-389
156
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
(bedragen x € 1.000)
BV031 Wonen
Lasten
-1.497
-2.113
-1.501
-1.220
281
915
924
956
831
-125
-582
-1.189
-545
-389
156
Baten
EXPLOITATIE
Lagere lasten: € 281.000
• € 200.000 vanwege niet ontvangen en niet bestede subsidie wonen boven winkels. Er zijn in
2013 geen subsidies verstrekt aan nieuwe projecten. Er zijn wel 2 locaties in onderzoek.
• € 25.000 niet verstrekte subsidies voor ondersteuning initiatieven zorgwoningen. Door alle
onzekerheden over de AWBZ zijn er geen nieuwe zorginitatieven in 2013 ontwikkeld.
• € 24.000 minder kosten voor onderzoek ruimte en behoefte eigenbouw. Het meeste
onderzoek is in eigen beheer gedaan. Dit was mogelijk doordat er reïntegratie-kandidaten
waren met onderzoekservaring.
• Diverse kleinere posten
Minder baten: € 125.000
• € 200.000 vanwege niet ontvangen en niet bestede subsidie wonen boven winkels. Omdat
er geen uitgaven zijn, zijn er op dit onderdeel ook geen inkomsten. Zie hieronder. De gelden
voor de subsidie wonen boven winkels bestaan uit ISV geld;
• € 91.000 minder opbrengsten anti-speculatiebeding. Dit geld komt vrij als mensen hun huis
verkopen binnen de periode dat het anti-speculatiebeding geldt. Het gaat om een kleine
groep woningen. Het is niet te voorspellen of en wanneer mensen hun huis verkopen; • € 169.000 incidentele baten uit de verkoop van het woonwagencentrum aan de Slaperdijk.
RESERVES
Reserve Woonvisie
(Bedragen x € 1.000)
Bestemmingsreserve Woonvisie
Ultimo
2012
1.793
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
169
97
De reserve Woonvisie is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan
het gelijknamige beleidsplan dat in 2012 door de raad is vastgesteld. De reserve is gevoed met
het eindsaldo van de oude reserve Volkshuisvesting per 31 december 2012, de opbrengsten
van anti-speculatiebedingen, provinciale ISV-gelden en een bijdrage uit de algemene reserve
€ 362.000. De reserve is ingesteld voor de periode 2012-2015. De onttrekking aan de reserve
bedroeg € 97.000. Dit is, zoals aangekondigd in de derde bestuursrapportage, minder
dan de oorspronkelijke planning van de woonvisie. In 2013 heeft een incidentele dotatie
43
Programmarekening 2013 | De programma's
Ultimo
2013
1.866
plaatsgevonden van € 169.000 vanwege de verkoop van het woonwagenterrein. Ultimo 2013
bedroeg het saldo van de reserve € 1.866.000.
Gezien de huidige ontwikkelingen op de woningmarkt is de verwachting dat de uitgaven de
volgende jaren langzamer zullen blijven gaan dan was voorzien. De doelstellingen, zoals het
omvormen van maatschappelijk vastgoed en het opplussen van complexen, blijven wel op
langere termijn noodzakelijk. De reserve bevat € 585.000 meer dan begroot aan uitgaven voor
het jaar 2014 en 2015. In de resultaatbestemming wordt voorgesteld dit bedrag te onttrekken
aan de reserve Woonvisie.
INVESTERINGEN
Niet van toepassing.
44
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
4
M
I
L
I
E
U
Portefeuillehouder: R. Helm
Wat willen we bereiken met het programma
Milieu
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 4.1 Milieu
Uitgangspunt is dat de goede kwaliteit van het milieu in Purmerend behouden blijft. Het
natuurlijke milieu wordt door de activiteiten van burgers, bedrijven en instellingen 'in
beperkte mate' belast. Mede hierdoor kunnen inwoners veilig en met gering risico voor de
volksgezondheid, wonen, werken en recreëren.
Op het gebied van afvalinzameling is er sprake van een publieksvriendelijke en efficiënte
afvalinzameldienst. Deze dienstverlening wordt gekenmerkt door onder andere een
laagdrempeligheid van de brengvoorziening (het afvalbrengstation) en een hoog serviceniveau.
Toezegging
2013
Resultaat
2013
% gecontroleerde bedrijven dat na de eerste bestuursrechtelijke aanschrijving en
controle de overtreding in orde heeft gemaakt (in 2013: 43 bedrijven hercontrole
gehad)
90%
95%
% inwoners dat tevreden of neutraal is over afvalverwijdering
via minicontainers of ondergrondse containers
>90%
>90%
% inwoners dat tevreden of neutraal is over afvalverwijdering via grofvuil
90%
90%
% inwoners dat tevreden of neutraal is over functioneren Milieustraat
>90%
>90%
Gerealiseerde bronscheiding (% van totale afvalaanbod)
(als resultante van met raad afgesproken servicelevels)
>45%
<45%(44%)
Effectindicatoren Milieu
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
4.1
Beleidsveld Milieu
Het voorkomen en beperken van gevaar, schade en hinder aan het natuurlijke milieu op basis
van de uitvoering van landelijke wetgeving en (gemeentelijk) milieubeleid. Visie, werkwijze en
uitvoering zijn vastgelegd in de Nota Integrale Handhaving 2012-2015 en in het jaarlijks vast te
stellen Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving.
Prestatieveld Milieubeheer
Werkdoel
Met ingang van 2013 zijn regionale uitvoeringsdiensten (RUD's) in werking. Conform afspraken
tussen VNG, IPO en Het Rijk moeten gemeenten de uitvoering van zogenaamde basistaken
45
Programmarekening 2013 | De programma's
aan deze RUD's overdragen. In verband hiermee is de uitvoering van vergunningverlening
en handhaving aangaande enkele complexe bedrijven in Purmerend, in het 4e kwartaal
overgedragen aan de RUD Milieudienst IJmond.
Prestatie-indicatoren Milieubeheer
Toezegging
2013
Resultaat 2013
Opstellen milieuwerkplan
gerealiseerd
gerealiseerd
Afhandeling aanvragen milieutoestemming:
% jaarlijks nieuwe en gewijzigde aanvragen die zijn afgehandeld binnen de wettelijke 95%
termijn (in 2013: 81 aanvragen en 46 meldingen)
95%
Controles Wabo onderdeel Milieu:
Jaarlijks aantal gecontroleerde bedrijven dat onder de Wabo valt
(kengetal: aantal bedrijven onder de werkingssfeer van de Wabo,
in 2011: 1300)
399
530
Afhandeling milieuklachten:
% klachten dat binnen twee dagen is onderzocht en binnen 1 maand is afgehandeld 95%
c.q. bestuursrechterlijke handhaving is gestart (in 2013: 66 milieuklachten)
95%
Controles Wabo onderdeel Milieu: Door de jaarlijkse prioritering zijn dit jaar meer complexe
bedrijven bezocht, waardoor het aantal controles lager is uitgevallen. Tevens zijn er controles
overgegaan naar de Regionale Uitvoeringsdienst (RUD) per 1 oktober 2013. Daarnaast zijn door
de economische crisis bedrijven gestopt met hun activiteiten.
Bestuurlijke producten 2013
Bestuurlijk product
Jaartal
Kwartaal
Uitvoeringsprogramma Integrale Handhaving 2013
jaarlijks
gerealiseerd
Milieuwerkplan 2013
jaarlijks
gerealiseerd
Evaluatieverslag Integrale handhaving Purmerend 2012
jaarlijks
gerealiseerd
4.1.1
Prestatieveld Afvalbeheer
Werkdoel
Het aanbieden van een uitgebreid en laagdrempelig systeem van afvalinzameling, waarbij
publieksvriendelijkheid, effectieve scheiding en (op termijn) afvalbeperking, centraal staan.
Deze dienstverlening wordt gekenmerkt door onder andere de laagdrempeligheid van de
brengvoorziening (het afvalbrengstation) en een hoog serviceniveau.
Bij de omnibusenquete 2013 heeft de dienstverlening als volgt gescoord:
• afvalverwijdering via rolcontainers, verzamelcontainers en ondergronds - 7,4
klanttevredenheidsscore;
• ophalen van grof huishoudelijk afval - 7,2 klanttevredenheidsscore;
• functioneren van de Milieustraat - 7,8 klanttevredenheidsscore.
De effectieve scheiding en afvalpreventie wordt bij Purmerendse huishoudens gepromoot via
de lokale media. Invulling van deze promotie wordt gegeven door een vertaling te maken van
de afvalmonitor 2011, waarbij op het gebied van afvalpreventie inzicht wordt gegeven in de
hoeveelheid afval die geproduceerd wordt per huishouden. Op het gebied van afvalscheiding
moeten de gegevens uit deze afvalmonitor voor bewoners inzicht geven in de hoeveelheid van
herbruikbare grondstoffen die in de huidige situatie verloren gaan.
Voordat overgegaan wordt tot daadwerkelijke keuze van een te kiezen scenario, wordt na de
verkiezingen eerst politiek-bestuurlijk draagvlak getoetst alvorens een plan voor te leggen.
46
Programmarekening 2013 | De programma's
Centrale aspecten van de uitvoering
• bewustwording van de implicaties van het gebruik van de ladder van Lansink;
• voorlichting over mogelijkheden tot scheiding van afvalstromen door de bewoners en
bedrijven;
• realisatie van een afvalscheidingsproef met betrekking tot kunststof verpakkingsafval;
• handhaving op het gewenste aanbiedgedrag.
Kernprestaties
1.
Op 23 augustus 2013 werd door wethouder Helm officieel de eerste kunststof
verpakkingsafval container in gebruik gesteld. Op ieder winkelcentrum is voortaan een
mogelijkheid voor de bewoners om kunststof verpakkingsafval aan te bieden;
2.
In de periode van 7 september tot 26 oktober 2013 werd via de actie "gooi niet weg, maar
lever in" tegen inlevering van elektrische apparatuur een coupon verstrekt waarmee een
leuke prijs gewonnen kon worden.
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
Lasten
-12.822
-13.884
-13.158
-13.064
94
Baten
12.779
13.000
12.759
12.723
-36
Saldo
-42
-884
-399
-340
58
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
(bedragen x € 1.000)
BV041 Milieu
Lasten
-12.822
-13.884
-13.158
-13.064
94
Baten
12.779
13.000
12.759
12.723
-36
-42
-884
-399
-340
58
EXPLOITATIE
Het saldo van dit programma wijkt € 58.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van de
3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 94.000 lagere lasten en € 36.000 lagere baten. Er zijn
geen afwijkingen groter dan € 100.000 die toegelicht moeten worden.
RESERVES
(Bedragen x € 1.000)
Egalisatiereserve Afvalverwijdering
Ultimo
2012
Dotatie
2013
759
Onttrekking
2013
-
189
Egalisatiereserve afvalverwijdering
Ultimo 2012 was € 759.356 beschikbaar in de egalisatiereserve afvalverwijdering. Hiervan is in
2013 € 638.941 onttrokken ten gunste van het tarief afvalstoffenheffing 2013, zoals besloten in
2012. Daarnaast heeft een extra onttrekking van € 90.619 plaatsgevonden ter compensatie van
de hogere btw component (verhoging van 19% naar 21%). Door de prognose van een positief
resultaat over 2013 werd € 500.000 aan de egalisatiereserve afvalverwijdering toegevoegd. Dit
bedrag is betrokken bij de tariefstelling van de afvalstoffenheffing 2014.
In 2013 is een voordeel van € 40.119 behaald. Dit is toegevoegd aan de egalisatiereserve en is
beschikbaar voor de tariefstelling 2015, dan wel voor het opvangen van tekorten over 2014.
47
Programmarekening 2013 | De programma's
Ultimo
2013
570
VOORZIENINGEN
In dit programma zijn geen afzonderlijke voorzieningen opgenomen.
INVESTERINGEN
In het afgelopen jaar zijn voor € 273.902 investeringen gedaan in het kader van de vervanging
van bestaande tractie, zoals 2 pick-up's, een bestelbus en een veegmachine. De beide pickup's waren duurder in de aanschaf dan was opgenomen in de begroting. De afwijking is hoger
dan 3%, daarom volgt hier een toelichting.
Het benodigde laadvermogen van de oude pick-up's was onvoldoende en regelmatig werd
het laadvermogen overschreden. Dit is ongewenst en wettelijk niet toegestaan. Daarom is
gekozen voor een groter en zwaarder type voertuig (rijbewijs C). In totaal worden 5 oude pickup's vervangen door 4 nieuwe van dit grotere type. De afschrijvingstermijn van de nieuwe
voertuigen is op 10 jaar gesteld, in plaats van 8 jaar, waardoor de jaarlijkse afschrijvingslast van
deze vervanging toch lager is dan begroot.
Een groot deel van de overige vervangingsinvesteringen tractie kon worden doorgeschoven
naar 2014, omdat de technische staat hiervan voldoende is. Het totaal aan doorgeschoven
kredieten voor tractie bedraagt € 904.150.
Het krediet voor vervanging van papiercontainers in 4 jaar tijd (4 x 6.090 stuks) is vervallen.
Deze kredietaanvraag was destijds gedaan in het kader van het project MAP (Mechanische
Afvalinzameling Purmerend). De huidige containers zijn volledig afgeschreven, maar in de
praktijk blijkt dat de containers technisch nog bruikbaar zijn en dat massale vervanging niet
noodzakelijk is. Gefaseerd, dus bij defecten, worden de containers vervangen. Dit kan binnen
de exploitatie worden opgevangen.
48
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
5
B E R E I K B A A R H E I D
Portfeuillehouder: J. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma
Bereikbaarheid
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 5.1 Bereikbaarheid
Purmerend heeft een goed functionerende, veilige en duurzame infrastructuur voor alle
vervoerswijzen. Daarbij is rekening gehouden met de belangen van de leefbaarheid (milieu,
fysieke en sociale omgeving). De woon- en werklocaties, het centrumgebied, de andere
publiekstrekkende voorzieningen en de voorzieningen op wijkniveau, zijn goed bereikbaar voor
de verschillende verkeersdeelnemers. Bij verplaatsingen binnen de stad maken veel bewoners
gebruik van de (brom)fiets en het openbaar vervoer. De openbare ruimte is goed toegankelijk
en veilig voor voetgangers. Voor het woon-werkverkeer wordt veel gebruikgemaakt van de
mogelijkheden die het openbaar vervoer biedt.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
5.1
Beleidsveld Bereikbaarheid
5.1.1
Prestatieveld Openbaar vervoer
Werkdoel
Behouden van de sterke functie van het openbaar vervoer voor het woon-werkverkeer.
Daarnaast bevorderen van het gebruik van het openbaar vervoer voor sociaal/recreatief
verkeer.
Centrale aspecten van de uitvoering
• Zorgen voor toegankelijke bushaltes. In 2009 is gestart met een vierjarig project voor
het toegankelijk maken van de bushaltes in Purmerend. Het is een gemeentelijke taak
waarvoor een subsidie beschikbaar is gesteld via de Stadsregio. In 2012 zijn de laatste
haltes aangepast. Door het ophogen van 147 van de in totaal 175 bushalten is voor 98%
van de reizigers een gelijkvloerse instap gerealiseerd.
• Dynamisch reizigersinformatiesysteem (DRIS). Met DRIS beschikken buspassagiers tijdens
de reis over actuele reistijdinformatie op de halte. In Purmerend zijn 73 haltepanelen
geplaatst op de belangrijkste instaphaltes. De Stadsregio Amsterdam betaalt de
investeringskosten.
• Project Bereikbaarheid Waterland. Doel van dit regionale project is om de bereikbaarheid
op de N235/N247 voor het autoverkeer, het openbaar vervoer en de fiets te optimaliseren,
waarbij tegelijkertijd ook de verkeersveiligheid wordt verbeterd. In 2012/2013 zijn een aantal
49
Programmarekening 2013 | De programma's
korte termijn maatregelen uitgevoerd (waaronder doortrekken busbaan N235 bij Het Schouw
en verplaatsen pontje).
Prestatie-indicatoren Openbaar Vervoer
Toezeggingen
2013
Resultaten 2013
Herinrichting Tramplein (nieuw busstation)
uitvoering
uitvoering
Toegankelijke bushaltes
In 2013 zijn overeenkomstig de afspraken met de Stadsregio Amsterdam nog 6 bushaltes
toegankelijk gemaakt (Purmersteenweg (2x), S. Allendelaan (2x), Grotenhuysweg en Van
Osweg) . Hiermee is het project Toegankelijke bushaltes afgerond. Aanpassingen aan overige
bushaltes worden meegenomen in nieuwe ontwikkelingen en onderhoudsprojecten.
DRIS
Uiteindelijk zijn er in Purmerend 75 DRIS-panelen geplaatst.
Overig (bekostiging vanuit voorziening OV)
In 2013 zijn nog een aantal andere maatregelen uitgevoerd ter verbetering van het openbaar
vervoer, onder andere het aanpassen van de bochtstraat voor busverkeer op het kruispunt
Gangeslaan-Aziëlaan, het verlengen van de bushaltes op de Gedempte Where (zodat twee
bussen achter elkaar kunnen halteren), aanpassingen in de automaten van de bussluizen op de
Amazonelaan en het Beatrixplein en een bijdrage aan de Provincie voor de aanpassingen aan
de N235 zoals het doortrekken van de busbaan bij het Schouw.
5.1.2
Prestatieveld Fietsverkeer
Werkdoel
Bevorderen van het fietsgebruik, met name voor verplaatsingen binnen de gemeente.
Centrale aspecten van de uitvoering
• realiseren en onderhoud fietsinfrastructuur en -voorzieningen;
• uitvoering volgens Fietsbeleidsplan 2010-2015;
• voor de uitvoering zoveel mogelijk aanhaken bij nieuwe ontwikkelingen en
onderhoudsprojecten (werk met werk), met gebruikmaking van de subsidiemogelijkheden
van de Stadsregio.
Prestatie-indicatoren Fietsverkeer
Uitbreiding fietsparkeren en aanpassingen fietsenstalling Plantsoenstraat
(maatregelen parkeervisie)
Toezeggingen
2013
uitvoering
Resultaten 2013
nog niet
uitgevoerd
Fietsparkeren binnenstad
Betreft maatregelen uit de Parkeervisie binnenstad 2012-2015 die niet alle tegelijk uitgevoerd
worden maar over de jaren heen. Planning is om in 2014 de maatregel Uitbreiding fietsparkeren
uit te voeren.
Overig
Door mee te liften in onderhoudsprojecten en gebruik te maken van subsidie kon de gemeente
in 2013 een aantal maatregelen ter verbetering van de fiets uitvoeren, onder andere de
realisatie van fietsstroken in de Veenweidestraat, de realisatie van asfalt in plaats van tegels
50
Programmarekening 2013 | De programma's
op de Purmersteenweg (gedeelte tussen B. D. Kooimanweg en Wielingenstraat) en een
fietsstraatinrichting op de Herengracht (korte deel).
5.1.3
Prestatieveld Autoverkeer
Werkdoel
Verbeteren van de bereikbaarheid binnen de gemeente en aansluiting op het regionale
wegennet binnen de randvoorwaarden van verkeersveiligheid, leefbaarheid en duurzaamheid.
Centrale aspecten van de uitvoering
• Project Verkeer binnenstad. In 2013 zijn oplossingen bedacht voor de knelpunten in de
binnenstad op het gebied van verkeer. Over de oplossingen heeft overleg plaatsgevonden
met allerlei belanghebbenden. Uitvoering van maatregelen vindt plaats in 2014.
• Parkeervisie binnenstad. In 2012 is een parkeervisie opgesteld met daarin
parkeeroplossingen die de binnenstad aantrekkelijker maken om naartoe te gaan
(aanpassen parkeertarieven, verdiepingparkeren 't Lammetje aantrekkelijker maken
en verbeterslag parkeerbewegwijzering). Ook is de haalbaarheid van een nieuwe
parkeervoorziening onderzocht die het huidige parkeeraanbod op ontwikkellocaties
compenseert.
Prestatie-indicatoren Autoverkeer
Toezeggingen
2013
Resultaten 2013
Verdubbeling N244 (project Provincie)
voorbereiding
voorbereiding
Uitvoering maatregelen verkeer binnenstad
uitvoering
niet uitgevoerd
Uitvoering korte termijn maatregelen parkeervisie
uitvoering
uitvoering
Onderzoek en bouw nieuwe parkeervoorziening
uitvoering
uitvoering
Verkeer binnenstad
In 2013 is een visie op de ring om de binnenstad opgesteld en zijn inrichtingsvoorstellen
gedaan voor de eerste fase (nieuwe inrichting Nieuwstraat en Westerstraat). Deze zijn
behandeld in de commissie SOB. In het najaar ontstond politiek discussie over nut en
noodzaak van de investeringen. Om die reden heeft het college de inspanningen voor realisatie
van dit project vooralsnog opgeschort.
Parkeervisie
In het najaar van 2013 zijn onder andere parkeermetingen in en om de binnenstad uitgevoerd
om inzicht te krijgen in de parkeerbezetting in de parkeergarages, de betaalde parkeerplaatsen
op straat en de vergunningparkeerplaatsen. Planning is om in 2014 de maatregel Uitbreiding
fietsparkeren uit te voeren.
Onderzoek nieuwe parkeervoorziening
Afgelopen jaar is gesproken met een ontwikkelaar over een ontwikkeling op de locatie van
het oude postkantoor met daarbij een ondergrondse parkeergarage voor bezoekers van de
binnenstad. In dat kader zijn enkele onderzoeken gedaan (onder andere naar de ontsluiting van
de garage). Komende tijd moet blijken of en hoe de ontwikkeling verder kan worden gebracht.
5.1.4
Prestatieveld Verkeersveiligheid
Werkdoel
Bevorderen van verkeersveiligheid met speciale aandacht voor het terugdringen van het aantal
slachtoffers onder (brom-)fietsers en het verminderen van de subjectieve verkeersonveiligheid.
51
Programmarekening 2013 | De programma's
Met subjectieve onveiligheid wordt bedoeld 'het gevoel van onveiligheid', bijvoorbeeld
bij kruispunt Edisonweg waar (op basis van de beschikbare gegevens) weinig ongevallen
plaatsvinden, maar waar de gemeente wel veel meldingen van krijgt. De ongevallencijfers van
de politie vormen de basis voor de prioriteitstelling.
Centraal aspect van de uitvoering
• Uitvoering verkeersveiligheidsplan. De raad heeft in 2013 besloten over de wijze van
inzet van het krediet Verkeersveiligheidsplan. De afweging voor een rotonde op kruispunt
Edisonweg-Grotenhuysweg is hierin meegenomen. In 2013 en verder worden de
maatregelen uit het verkeersveiligheidsplan uitgevoerd. Het gaat om een mix van
maatregelen: infrastructuur, verkeerseducatie en handhaving (in overleg met politie).
Prestatie-indicatoren Verkeersveiligheid
Toezeggingen
2013
Resultaten 2013
Uitvoering verkeersveiligheidsplan
uitvoering
niet uitgevoerd
Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig
uitvoering
uitvoering
Uitvoering verkeersveiligheidsplan
In 2013 heeft de raad besloten om de twee verkeersveiligheidskredieten te koppelen aan het
project Verkeer binnenstad (nieuwe inrichting ring om de binnenstad). Om deze reden is de
maatregel uit het verkeersveiligheidsplan Rotonde op het kruispunt Edisonweg-Grotenhuysweg
komen te vervallen.
Herinrichting Wheermolen en Overwhere conform Duurzaam Veilig
In Wheermolen is het vervolg van het deelplan Rudolph Garrelstraat uitgevoerd, in Overwhere
Zuid is deelplan A1 uitgevoerd en deelplan B2 opgestart.
Overig
Vanuit het reguliere verkeersveiligheidsbudget is onder andere de aanpassing van diverse
uitritconctructies in de Purmer Noord bekostigd.
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
-4.079
-3.800
Realisatie
2013
Afwijking
-3.447
352
Lasten
-3.628
Baten
3.197
2.656
2.640
2.394
-247
Saldo
-431
-1.423
-1.160
-1.054
106
Het programma Bereikbaarheid heeft per saldo een nadeel van € 106.000. Dit wordt
veroorzaakt door € 352.000 lagere lasten en € 247.000 lagere baten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
BV051 Bereikbaarheid
Lasten
-3.628
-4.079
-3.800
-3.447
352
Baten
3.197
2.656
2.640
2.394
-247
-431
-1.423
-1.160
-1.054
106
52
Programmarekening 2013 | De programma's
EXPLOITATIE
Het saldo van dit programma wijkt € 106.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van
de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 352.000 lagere lasten en € 247.000 lagere baten.
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000) toegelicht.
• Vertraagde uitvoering maatregelen Parkeervisie binnenstad 2012-2015. De maatregel
'uitbreiding fietsparkeren' (vervangen van fietsnietjes door zogenaamde Tulips) is uitgesteld
en wordt uitgevoerd in 2014 (€ 101.000 incidenteel).
• Lagere kosten beheer automaten voetgangersgebied. In 2013 is minder onderhoud
nodig geweest ten gevolge van minder schades (€ 24.000 incidenteel).
• Lagere kosten parkeergarage Claxonate. In de parkeergarage is geen ander extra
onderhoud nodig geweest dan het geplande groot onderhoud. Daarom is de aanneemsom
nagenoeg niet gebruikt. Verder ook geen schades en vandalisme (€ 32.000 incidenteel).
• Lagere kosten verkeerslichten. In 2013 waren er minder storingen en schades en derhalve
ook minder doorbelaste uren (€ 95.000, waarvan € 15.000 structureel).
• Lagere kosten beheer en onderhoud van de DRIP (Dynamisch Route-informatiepaneel)
op de Waterlandlaan ter hoogte van het ziekenhuis. Dit budget is de afgelopen jaren
nog niet aangesproken omdat de DRIP in 2011 is geplaatst inclusief drie jaar beheer en
onderhoud. Vanaf 2014 is het budget benodigd voor de kosten van beheer en onderhoud ( €
22.000 incidenteel).
• Vertraagde besteding verkeersveiligheid (project BOR: Bromfiets Op de Rijbaan).
Planning was om deze maatregel uit te rollen op alle wegen binnen de gemeente (onder
andere hoofdwegen Weidevenne en Verzetslaan). In verband met bezwaren van bewoners
is de uitvoering uitgesteld. Na afstemming/overleg met de bewoners wordt de maatregel
alsnog uitgevoerd, vermoedelijk begin 2014 (€ 52.000 incidenteel).
• Vertraagde besteding verkeersonderzoeken. Dit budget is in 2013 ingezet voor
onderzoeken en ontwerpen voor een nieuwe inrichting van de ring om de binnenstad.
Naar aanleiding van politieke discussie zijn de inspanningen voor dit project vooralsnog
opgeschort. Afhankelijk van besluitvorming wordt het resterende onderzoek voortgezet in
2014 (€ 45.000 incidenteel).
• Lagere baten parkeergelden. De inkomsten uit betalingen (straatparkeren/parkeergarage
Claxonate) zijn in lijn met de cijfers zoals begroot, het verschil is gelegen in minder
naheffingsaanslagen (€ 250.000 structureel). Hiervoor zijn de volgende oorzaken aan te
geven: positief effect in het betaalgedrag door pinmogelijkheid betaalautomaten, verscherpt
toezicht de afgelopen jaren, minder bezoek aan de binnenstad, verder weg parkeren (gratis
of lager tarief) en minder inzet als gevolg van beperkt beschikbare personele capaciteit.
VOORZIENINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Voorziening openbaar vervoer
203
2
179
26
Voorziening onderhoud DRIS
500
-
45
455
Voorziening openbaar vervoer
Deze voorziening heeft tot doel het mede financieren van specifieke openbaar vervoer
projecten en infrastructurele voorzieningen ten behoeve van verbeterde doorstroming, comfort
of toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Het resterende saldo van € 26.000 wordt in 2014
ingezet voor openbaar vervoer projecten.
Voorziening onderhoud DRIS
53
Programmarekening 2013 | De programma's
Deze voorziening is in 2011 afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer voor een bedrag
van € 500.000. De voorziening is bestemd om voor een periode van tien jaar de beheer- en
onderhoudslasten te dekken van het Dynamisch Reizigers Informatie Systeem. In 2013 heeft
voor het eerst een onttrekking plaatsgevonden. Het saldo per ultimo 2013 bedraagt € 455.000.
INVESTERINGEN.
Er zijn geen afwijkingen te melden.
54
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
6
BEHEER�OPENBARE�RUIMTE
Portefeuillehouder: R. Helm
Wat willen we bereiken met het programma
Beheer openbare ruimte
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 6.1 Beheer openbare
ruimte
Met teruglopende budgetten als gevolg van bezuinigingen is de onderhoudskwaliteit van
de openbare buitenruimte op beeldkwaliteit ook in 2013 gewaarborgd. Naast het feit dat de
onderhoudsbudgetten onder druk staan, is ook de wijze van werken aan het veranderen. Er
wordt geprobeerd dat op een zo veel mogelijk contextgerichte manier te doen, dat wil zeggen
dat inwoners, ondernemers en maatschappelijke partners van Purmerend zijn en worden
betrokken. Zij zijn de ogen en oren in de wijken, naast onze eigen mensen in het veld, zoals
handhavers, Uitvoering en wijkmanagers. In het coalitieakkoord is aangegeven dat Purmerend
de verbinding zoekt met de mensen in de stad. Het activeren en stimuleren van inwoners
en ondernemers en ze betrekken bij het beheer en onderhoud van de stad heeft in allerlei
opzichten de aandacht. Er worden door bewoners veel initiatieven ontplooid op gebied van
groen, verwijderen zwerfvuil, straatmeubilair en verhardingen. Zo onderhouden bewoners
bijvoorbeeld op meerdere locaties het openbaar groen. Maatwerk is daarbij de sleutel tot
succes. Individuele begeleiding, (snoei)cursussen en goede afspraken vergroten de kansen op
een vruchtbare samenwerking. Herinrichtingplannen worden al in een vroeg stadium op basis
van een voorlopig ontwerp met de betrokken bewoners besproken, waarna het definitieve
ontwerp wordt uitgewerkt en vastgesteld. De wijkonderhoudsplannen 2013 zijn samen met
de wijkkerngroepen opgesteld. Uitgangspunt daarbij was het beeldkwaliteitsniveau op basis
waarvan de budgetten zijn vastgesteld.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
6.1
Beleidsveld Beheer openbare ruimte
6.1.1
Prestatieveld Schoon, heel en veilig
Werkdoel
De openbare ruimte is onderhouden op het afgesproken kwaliteitsniveau. Met het oog op
de gemeentebrede ontwikkelingen (onder andere het zogenaamde 'van buiten naar binnen'
werken), is meer ruimte binnen de beheerplannen gemaakt om de maatschappelijke vragen te
beantwoorden. Er is een aanzet gemaakt om weer een stap te zetten met de beheerplannen
door het effect te meten van de prestaties die geleverd zijn en in hoeverre deze hebben
55
Programmarekening 2013 | De programma's
bijgedragen aan de wensen en behoeften van de bewoners en de doelen van de gemeente. In
2014 zal dit ingezette proces voortgezet worden.
Centrale aspecten voor de uitvoering
• Op basis van de beheerplannen en de afgesproken beeldkwaliteitsniveaus zijn
wijkschouwen gehouden en zijn met behulp van de input van wijkmanagers integrale
wijkonderhoudsplannen opgesteld. Deze zijn besproken met de wijkkerngroepen.
• Er zijn vier rondes voor onkruidbestrijding op verhardingen uitgevoerd: twee keer
mechanisch (borstelen) en twee keer chemisch (vanaf 2014 gebeurt dit niet meer).
• Technisch verouderde wegen zijn vervangen (in veel gevallen op integrale wijze, dus samen
met riolering, groen, openbare verlichting en wegmeubilair). Grotere projecten waren de
Varenbuurt in de Gors en, in combinatie met rioleringswerken, herinrichtingen in Overwhere
Zuid en Wheermolen West.
• Naast de reguliere reinigingsactiviteiten zijn vijftien hotspots (pleintjes, speelplaatsen e.d.)
extra schoongemaakt. De efficiencyslag (besparing € 100.000) uit 2012 op het gebied van
straatreiniging is vanaf 2013 structureel ingevuld.
• Graffiti en wildplak op gebouwen, verkeersborden, straatmeubilair en geluidsschermen zijn
actief bestreden, daarbij is extra aandacht besteed aan het verwijderen van uitingen van
racistische aard.
• Acties naar aanleiding van meldingen van bewoners zijn waar mogelijk binnen 7 werkdagen
uitgevoerd. Het gaat daarbij onder meer om onderhoud van wegen, groenvoorzieningen en
openbare verlichting.
• In 2012 is een tussentijdse inventarisatie gedaan van het beeldkwaliteitsniveau van de
verschillende beheerdisciplines. Hieruit bleek dat in de woonwijken het streefniveau wordt
gehaald. Het hoge ambitieniveau voor het centrumgebied werd deels gehaald, maar de
kwaliteit is toch nog voldoende tot goed te noemen. De groengebieden voldoen redelijk
aan het streefniveau. Voor het groen in alle deelgebieden geldt dat de beeldkwaliteit
weliswaar aardig op orde is, maar dat de technische kwaliteit zorgelijk is. Op termijn kan
dit niet zonder gevolgen blijven. Met creatieve ingrepen, bijvoorbeeld het zo veel mogelijk
aanhaken bij reconstructieprojecten voor wegen en riolering, of de proef om relatief dure
éénjarige planten te vervangen door minder dure vaste planten, kon op sommige locaties de
technische (en daarmee ook de beeld-) kwaliteit worden verbeterd. Middels een presentatie
en fietstocht door de wijken van Purmerend zal de gemeenteraad in de loop van 2014 op de
hoogte worden gebracht van de ontwikkelingen van het onderhoudsniveau na invulling van
de in de programmabegroting 2014 - 2017 opgenomen besparingen op dit programma.
• De stormen op 28 oktober en 5 december hebben grote schade veroorzaakt aan het
bomenbestand in Purmerend. Deze schade bedraagt totaal ± € 277.000. Ten dele betreft
dit uren van ons eigen personeel maar ook de kosten van aannemers die ingezet zijn en de
kosten voor het vervangen van de omgewaaide bomen.
• Groot onderhoud aan de spoortunnel in de Purmersteenweg.
• Eind 2013 zijn de eerste oude houten fiets- en voetgangerbruggen vervangen door nieuwe
bruggen van duurzaam composietmateriaal. Dit vervangingprogramma zal ook de komende
jaren voortgezet worden.
56
Programmarekening 2013 | De programma's
Prestatieindicatoren
Schoon,
heel
en veilig
Toezegging
Resultaten
wijken
centrum
Parken
Wijken
Centrum
Parken
C
A
B
C
A
B/C
Kunstwerken C
A
B
B/C
B/C
B
Wegmeubilair B
A
B
A/B
B
B
Groen/
bomen
C
A
A
B
A
B
StraatreinigingB
A
A
A
A/B
B
Wegen
Vijfpuntschaal beeldkwaliteit openbare ruimte: A+ = zeer goed; A = goed; B = voldoende;
C = matig; D = slecht (bron: CROW). Onder toezegging is de met de raad overeengekomen
beeldkwaliteit vermeld. Onder resultaten is de werkelijke beeldkwaliteit in 2012 opgegeven. De
gegeven waarden betreffen gemiddelden, door het cyclische verloop van het onderhoud kan dit
plaatselijk afwijken.
6.1.2
Prestatieveld Zorg voor watertaken
Werkdoel
Het komen tot een goed functionerend rioolstelsel en een goede ecologische kwaliteit van
oppervlakte- en grondwater. Grondwateroverlast en te hoge grondwaterstand is daarbij een
belangrijke factor.
Centrale aspecten van de uitvoering
• De gemeente Purmerend en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK)
hebben gezamenlijk een waterplan gemaakt. De planperiode daarvan is 2006-2015.
Hierbij hoort de doelstelling om op korte termijn een gezond watersysteem te creëren
tegen minimale kosten, waarbij op lange termijn wordt gestreefd naar een duurzaam
watersysteem. De uitvoering bestaat voor een belangrijk deel uit maatregelen in de riolering.
• Grote investeringen zijn gedaan om het regenwaterriool af te koppelen van het
vuilwaterriool. Hierdoor hoeft regenwater niet onnodig te worden gezuiverd. Inwoners wordt
gevraagd vrijwillig mee te doen bij het afkoppelen van de regenwaterafvoer van hun woning.
• In 2013 zijn de werkzaamheden in de Van IJssendijkstraat e.o. (A1) afgerond. Het
plandeel Olympiastraat/Marathonstraat (A2) is volledig voorbereid en de werkzaamheden
zullen in 2014 starten. De voorbereiding van deelplan Kolfstraat/Flevostraat (A3) wordt
in 2014 afgerond zodat de werkzaamheden in 2015 kunnen starten. Het deelplan
Overweersepolderdijk e.o. (B1) is in uitvoering en zal eind 2014 worden afgerond. Deelplan
Johan Naberstraat (B2) is in voorbereiding genomen (uitvoering 2015). Ruim 80% van de
bewoners doet mee met het vrijwillige afkoppelproject.
• Samen met het HHNK en de gemeenten Beemster, Graft-De Rijp, Landsmeer, Schermer,
Waterland, Wormerland en Zeevang zijn optimalisatiemaatregelen in de afvalwaterketen
uitgevoerd. De belangrijkste maatregel was het omleiden van het verbeterde gescheiden
rioolstelsel in Weidevenne. Hierdoor hoeft de rioolwaterzuiveringsinstallatie van het
hoogheemraadschap (voorlopig) niet te worden uitgebreid en is deze minder aan slijtage
onderhevig.
• In het kader van het Bestuursakkoord Water worden, samen met Zaanstad, Beemster,
Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Waterland, Wormerland, Zeevang (en vanaf 2014
ook het HHNK), maatregelen voor een doelmatiger waterbeheer ontwikkeld. De inzet
57
Programmarekening 2013 | De programma's
daarbij is een mooi, veilig, schoon, gezond en duurzaam beheer van het watersysteem
en de waterketen, vergroting van de kwaliteit van het beheer tegen zo laag mogelijke
maatschappelijke kosten door expertise en deskundigheid meer met elkaar te delen.
• De gemeente legt natuurvriendelijke oevers aan voor een betere waterkwaliteit. Ook daarbij
wordt een actieve inbreng van de bewoners gevraagd.
• In 2013 zijn de (historische) woonboten in de Where aangesloten op het riool.
• Sinds 2012 is het beheer en onderhoud van het stedelijk water van de gemeente
overgedragen aan het HHNK. Het nog voor rekening van de gemeente uit te voeren
achterstallig baggerwerk is nog niet volledig binnen de afgesproken termijn gerealiseerd en
zal nu in 2014 plaatsvinden.
• Als gevolg van overvloedige regenval (deze hoeveelheid was sinds het begin van metingen
in 1900 nog niet eerder in Purmerend voorgekomen) is wateroverlast ontstaan in een aantal
wijken van Overwhere en Wheermolen. Door het nemen van tijdelijke maatregelen is deze
overlast binnen korte termijn verholpen en in het voorjaar van 2014 zal worden voorgesteld
welke definitieve maatregelen zullen worden uitgevoerd. De betrokken bewoners zullen van
de voortgang van het onderzoek op de hoogte worden gehouden.
Prestatie-indicator Zorg voor watertaken
Toezeggingen
2013
Resultaten
2013
Waterkwaliteit (emissievolume overstort op oppervlaktewater)
65.880 m3
61.270 m3
Wateroverlast op straat (meldingen)
435
405
6.1.3
Prestatieveld Dierenwelzijn
Werkdoel
Aandacht voor het welzijn van dieren in de openbare ruimte op basis van de kadernotitie
Dierenwelzijn.
Centrale aspecten van de uitvoering
• Centrale coördinatie (één ambtelijk aanspreekpunt).
• Hondenbeleid: samen met de wijkkerngroep Purmer-Zuid is een proef in voorbereiding op
het gebied van een nieuw hondenbeleid.
• Opvang zwerfdieren (wettelijke taak): samen met de andere deelnemende gemeenten is een
nieuw contract met de Stichting Dierenopvangcentrum Waterland (DOC) in voorbereiding
dat verder gaat dan uitsluitend een vergoeding voor de wettelijke taak op het gebied van de
opvang van zwerfdieren.
• Natuurvriendelijk beheer gemeentelijk groen (natuurvriendelijke maatregelen in
onderhoudsbestekken).
• Bestrijding schade door dieren.
• Voorlichting en communicatie: Purmerend maakt daarbij gebruik van de Nationale
Databank Flora en Fauna (NDFF). De NDFF geeft informatie over waarnemingen van
beschermde en zeldzame planten en dieren. De Flora- en Faunawet verplicht iedereen om
bij veranderingen in de buitenruimte rekening te houden met alle beschermde soorten die
door de maatregel beïnvloed kunnen worden. In dat kader zijn voorafgaand aan bouw- of
herinrichtingsactiviteiten in Purmerend onderzoeken uitgevoerd.
• Op verzoek van de gemeenteraad is, naar aanleiding van de evaluatie dierenwelzijnsbeleid,
een nieuwe Beleidsnota Dierenwelzijn opgesteld. De gemeenteraad heeft de beleidsnota in
oktober vastgesteld.
• In de Baanstee-Noord is in 2013 een vleermuizenkelder/oeverzwaluwwand gerealiseerd.
58
Programmarekening 2013 | De programma's
Ganzenbeheer
Prestatie-indicatoren Dierenwelzijn
Toezeggingen
2013
Resultaten 2013
beheer ganzen
jaarlijks
uitgevoerd
Door de gemeenteraad is bepaald dat niet meer dan driehonderd Canadese ganzen in het
openbare gebied van de gemeente mogen verblijven. Voor de boerenganzen geldt een
maximum van honderd stuks (met uitzondering van hiervoor specifiek aangewezen locaties).
Dit aantal wordt door een actief nestbeheer in de hand gehouden.
Totalen nestbeheer ganzen 2013:
- totaal aantal nesten: 92
- totaal aangetroffen eieren: 737
- direct verwijderde eieren: 292
- direct behandelde eieren: 445
- aantal onbehandelde eieren: geen
- geen overlevende jongen van behandelde nesten in 2013
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
-22.403
-23.515
-23.391
-24.139
-749
Baten
8.346
9.166
8.796
9.398
602
Saldo
-14.057
-14.349
-14.595
-14.741
-147
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
-24.139
-749
(bedragen x € 1.000)
BV061 Beheer openbare ruimte
Lasten
-22.403
Baten
-23.515
-23.391
8.346
9.166
8.796
9.398
602
-14.057
-14.349
-14.595
-14.741
-147
EXPLOITATIE
Het saldo van dit programma wijkt € 147.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van de
3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 749.000 hogere lasten en € 602.000 hogere baten.
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen (groter dan € 100.000) toegelicht.
De overschrijding op het programma wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door € 694.100 hogere
lasten voor grond- en stenendepot. Op de genoemde depots worden in het kader van
duurzaamheid kosten gemaakt voor het hergebruik van grond en stenen, welke middels
tariefstelling op een later tijdstip aan (herinrichtings)projecten worden toegerekend. Voor
2013 zijn op die wijze ook € 583.600 hogere opbrengsten gegenereerd. De structurele
werkzaamheden voor het gronddepot Baanstee-Noord zullen naar aanleiding van het besluit
d.d. 28 november 2013 (voorstel 1103068) met ingang van 2014 neutraal in de begroting
worden opgenomen.
59
Programmarekening 2013 | De programma's
Daarnaast is sprake van een overschrijding op groenonderhoud, hetgeen onder andere wordt
veroorzaakt door het herstellen van de stormschade van de twee najaarsstormen. De totale
schade binnen programma 6 Beheer Openbare Ruimte bedroeg € 277.000, waarvan € 210.000
is besteed aan het opruimen van omgewaaide bomen en afgevallen takken en € 67.000 aan
de herplanting van bomen. Een deel van deze lasten kon worden gecompenseerd met diverse
kleinere onderschrijdingen elders in het programma en hogere tegemoetkomingen in de
uitvoeringskosten ter hoogte van € 41.000, afkomstig van nutsbedrijven.
De gevolgen van de storm zijn ook zichtbaar in programma 8 Veiligheid, in verband met
verhoogde inzet van brandweer en hulpdiensten.
Wegen, kunstwerken, openbare verlichting
De voorgenomen asfaltering van de Purmerweg (€ 120.000) is niet in 2013 gerealiseerd
als gevolg van de nieuwbouwplannen op het bedrijventerrein de Where. Deze
onderhoudsmaatregel zal op een later tijdstip binnen het onderhoudsprogramma worden
ingevuld als er meer bekend is over de definitieve plannen. Aan het herstel van schades aan
lichtmasten (en de daarvoor in te zetten capaciteit) is in 2013 € 73.000 minder uitgegeven.
Begraafplaats
Bij de 3e Berap zijn de inkomsten op basis van de realisatie tot en met september gecorrigeerd
met € 300.000. Per ultimo 2013 is gebleken dat de lagere inkomsten als gevolg van het
afnemende aantal plechtigheden minder negatief was dan toen is berekend. Daardoor ontstaat
nu een voordelig saldo van € 88.500.
De verwachting is dat er wel sprake is van een structureel nadeel op de baten van gemiddeld
€ 222.000 over 2014 - 2018. Op basis van het minimaal benodigde beheer en onderhoud, kan
over dezelfde periode een structurele besparing behaald worden van gemiddeld € 112.800.
Resultaatbestemming
Het structurele beheer en onderhoud aan de begraafplaats wordt onder andere bekostigd
uit meerjarig afgekochte grafrechten. Met ingang van 2010 is om die reden besloten om
over te gaan tot egalisatie van de afkoopsommen over de gehele periode van afkoop. Vóór
2010 werden deze baten volledig verantwoord in het jaar van ontvangst. Dit houdt in dat er
voor 2783 bestaande graven en urnennissen, die voor bepaalde termijn zijn afgekocht, in
totaal € 1.448.337 (prijspeil 2013) is weggelekt in het resultaat van voorgaande jaren. Doordat
afdracht aan de egalisatiereserve begraafrechten in die jaren niet heeft plaatsgevonden,
is de omvang van de reserve op dit moment onvoldoende om dekking te bieden voor de
onderhoudskosten van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is genomen. Dit leidt
tot een structurele verslechtering van het exploitatiesaldo en daarmee tot een vertekening van
de kostendekkendheid. Om de benodigde omvang van de egalisatiereserve alsnog te bereiken
en te behouden, wordt voorgesteld om bovengenoemd bedrag bij resultaatbestemming alsnog
aan de egalisatiereserve toe te voegen en jaarlijks 2% bespaarde rente toe rekenen aan het
saldo, als inflatiecorrectie voor opvolgende jaren.
In samenhang met de structurele effecten die bij de rekening 2013 zijn gebleken, is de
verwachting dat de kostendekkendheid van de begraafplaats als zodanig op 94,5% kan
worden gehandhaafd.
Zorg voor watertaken (riolering)
60
Programmarekening 2013 | De programma's
De inkomsten (heffing gemeentelijke watertaken) zijn € 145.500 lager dan geraamd, door het
achterblijven van het in de begroting opgenomen aantal nieuwe aansluitingen.
Ook de kosten zijn € 124.500 lager dan begroot. Dit heeft betrekking op verschillende
deelproducten, waarbij onderbestedingen door vertraging van de vervangingsprojecten
in Overwhere en Wheermolen ten dele verrekend konden worden met duurder, maar
onontkoombaar, onderhoud aan de gemalen.
RESERVES
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Egalisatiereserve Gemeentelijke watertaken
169
216
169
216
Egalisatiereserve Begraafplaatsen
172
77
-
249
507
-
327
180
1.500
-
-
1.500
Bestemmingsreserve Beheer openbare ruimte
Bestemmingsreserve Infrastructuur Gorslaan
Egalisatiereserve Riolering
Deze reserve is ingesteld om fluctuaties tussen de baten en lasten verbonden aan het
rioolstelsel en het oppervlaktewater in Purmerend, voortvloeiend uit de exploitatie, het
gemeentelijk rioleringsplan en het stedelijk waterplan, op te vangen. Het saldo bestaat voor €
215.900 ten behoeve van uitgestelde baggerwerken door het Hoogheemraadschap Hollands
Noorderkwartier.
Egalisatiereserve Begraafrechten
Het doel van deze reserve is het egaliseren van meerjarig afgekochte begraafrechten. Jaarlijks
valt een evenredig deel van de afgekochte termijn vrij uit de inkomsten van grafrechten.
De meerjarig afgekochte grafhuur in 2013 vormt de dotatie aan de reserve (€ 76.558).
Aangezien de stand van de reserve niet overeenstemt met de in het verleden geregistreerde
vervaltermijne,n en de exploitatie van de begraafplaats eind 2013 met een batig saldo is
afgesloten, vindt voor 2013 geen onttrekking plaats. Het saldo van de reserve komt hiermee
per 31 december 2013 op € 248.663.
Bestemmingsreserve Infrastructuur Gorslaan
In 2011 is een reserve ingesteld voor uit te voeren werkzaamheden aan de kruising GorslaanJaagweg. Uit onderzoek is gebleken dat deze kruising verzakt en dat er herstelwerkzaamheden
nodig zijn. Deze werkzaamheden zullen worden gecombineerd met andere infrastructurele
werkzaamheden in de nabije omgeving en zullen naar verwachting in 2014 worden uitgevoerd.
De reserve is bij de programmarekening 2012 bijgesteld. De omvang per 31 december 2013 is
€ 1.500.000.
Bestemmingsreserve Beheer openbare ruimte
Deze reserve is ingesteld ter dekking van doorgeschoven werken uit 2012 voor een totaal
bedrag van € 507.000. Deze werken zijn in de loop van 2013 volledig tot uitvoering gekomen,
op de voorgenomen herinrichting van de Clara Visserstraat na. Voor dit laatste project blijft een
bedrag van € 180.000 in de reserve beschikbaar.
VOORZIENINGEN
In dit programma zijn geen voorzieningen.
61
Programmarekening 2013 | De programma's
INVESTERINGEN
Algemeen
De andere werkwijze en integrale aanpak van grote onderhoudswerken in de openbare
buitenruimte hebben tot gevolg dat de totale realisatieperiode van investeringen langer is
geworden. Vanaf het moment dat de betreffende kredieten beschikbaar zijn en het voorlopig
ontwerp in voorbereiding wordt genomen zal meer tijd moeten worden ingeruimd om, samen
met belanghebbenden (bewoners, bedrijven etcetera), te komen tot een definitief ontwerp. Pas
daarna kan de werkelijke aanbestedingprocedure in werking worden gesteld. Het zwaartepunt
in de besteding van investeringskredieten zal daarom pas een jaar na het ter beschikking
stellen daarvan plaatsvinden.
Uitvoeringsprogramma's Asfalt en Elementen 2013
Op deze kredieten is in 2013 totaal € 1.445.600 onbesteed gebleven. Dit betreft (onderdelen
van) de projecten Asfaltprogramma 2013, Integrale rioolvervanging Overwhere Zuid A1 en
Gors Varenbuurt. De nog niet uitgevoerde onderdelen zullen opnieuw worden verwerkt in de
uitvoeringsprogramma's 2014 - 2018.
Uitvoeringsprogramma Riolering, Verbreed Gemeentelijk Rioleringplan en Stedelijk Waterplan
2013
Op deze kredieten is in 2013 totaal € 2.283.000 onbesteed gebleven. Dit betreft (onderdelen
van) de projecten Integrale rioolvervanging Overwhere Zuid A1 en Gors Varenbuurt. De nog
niet uitgevoerde onderdelen zullen opnieuw worden verwerkt in de uitvoeringsprogramma's
2014-2018.
PON, groot onderhoud bruggen 2013
Op dit krediet is in 2013 totaal € 1.436.500 onbesteed gebleven. Dit betreft het project ter
vervanging van Hoornse Brug. Het niet bestede deel (€ 1.436.500) wordt in 2014 gebruikt voor
de uitvoering van deze vervanging. De nog niet uitgevoerde onderdelen zullen opnieuw worden
uitgezet in de uitvoeringsprogramma's 2014-2018.
Vervanging 5 Houten of vaste bruggen
In verband met efficiencyvoordelen, is ervoor gekozen om één onderdeel van de geplande
vervangingen van 2014 naar voren te halen. Er is daardoor in 2013 gelijktijdig met de
geplande werkzaamheden, één extra brug geplaatst. Dit veroorzaakt een overschrijding op het
beschikbaar gestelde krediet van € 68.730. Het krediet zal hiervoor worden gecorrigeerd, onder
gelijktijdige verlaging van de lopende investeringen voor 2014.
62
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
7
RUIMTELIJKE�ORDENING
Portefeuillehouder: J. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma
Ruimtelijke ordening
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 7.1 Ruimtelijke ordening
Purmerend is een hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad met een sterke samenhang
tussen de historische binnenstad en de wijken, de wijken onderling en de omliggende regio.
Daardoor zijn de inwoners optimaal gefaciliteerd om te wonen, werken en recreëren. Bewoners
worden betrokken bij nieuwe planvorming. Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen is met name
de structuurvisie van belang, veelal in combinatie met het grond- en/of vastgoedbeleid.
Verder kunnen bewoners rekenen op handhaving van de beoogde, ruimtelijke kwaliteit op
basis van actuele regelgeving op ruimtelijk gebied. Hun leefomgeving is opgenomen in
bestemmingsplannen, die binnen de daarvoor gestelde termijn worden herzien. Juridisch is het
wijzigen van bestemmingplannen met waarborgen omkleed.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
7.1
Beleidsveld Ruimtelijke ordening
7.1.1
Prestatieveld Optimale ruimtelijke hoofdstructuur
Werkdoel
Realiseren en behouden van een functioneel, hoogwaardig en duurzaam ingerichte stad.
Dit doen we door het op een zorgvuldige, functionele en financieel verantwoorde wijze
realiseren van een evenwichtig en goed toegankelijk aanbod van woningen, bedrijven- en
kantorenlocaties, maatschappelijke en recreatieve voorzieningen en infrastructuur.
Centrale aspecten van de uitvoering
• actualiseren structuurvisie Purmerend;
• toepassen gemeentelijk grondbeleid en (verplicht) kostenverhaal;
• handhaven en bevorderen beeldkwaliteit van de stad;
• waarborgen ruimtelijke samenhang van de stedelijke omgeving; • ontwikkelen van verkenningen, visies en (gebiedsgerichte) inrichtingsplannen;
• faciliteren van concrete projecten op het gebied van wonen, werken, recreëren en
verplaatsen (zie ook programma’s Wonen, Economie en Bereikbaarheid);
• belanghebbenden intensief en zo vroeg mogelijk betrekken bij ruimtelijke ontwikkelingen;
• ontwikkelinitiatieven, die aansluiten bij de structuurvisie, primair stimuleren en faciliteren en
pas als het moet: kiezen voor actief grondbeleid;
63
Programmarekening 2013 | De programma's
• aanjaagteam inbreilocaties.
Prestatie-indicatoren Woningproductie
Toezeggingen
2013 Resultaten 2013
Productie woningbouw (aantal woningen)
222
Toelichting
De structuurvisie Purmerend 2005 - 2020 is in 2006 vastgesteld. Het is de bedoeling, dat
deze visie integraal wordt herzien. Dat gebeurt met inachtneming van 3 uitgangspunten,
waarbij het gaat om een dynamisch proces. Als eerste stap in dat proces is in 2013 de bij deze
visie behorende strategische plankaart - beleidsneutraal - geactualiseerd. Op de plankaart is
onder het kopje 'actualisatie 2013' de actuele stand van zaken weergegeven, terwijl voorts op
de plankaart de wijzigingen zijn verwerkt, die in de achterliggende periode (sinds 2006) zijn
doorgevoerd in of op grond van het gemeentelijk beleid. Overeenkomstig de nota Grondbeleid
wordt (jaarlijks) het Meerjaren Programma Grondexploitaties (MPG) ter vaststelling aan de
gemeenteraad aangeboden. Dat was in 2013 voor de eerste keer. De vaststelling van het MPG
is gekoppeld aan de besluitvorming over de jaarrekening.
(Zie bijzonderheden.)
Met betrekking tot de hoofdstructuur is ook een groenstructuurplan voorbereid, waarin visie
en beleid op hoofdlijnen voor het groen van Purmerend zijn verwoord. Deze 'groenkoers'
moet overigens nog wel bestuurlijk geaccordeerd worden. In 2013 is bestuurljik al wel richting
gegeven aan het proces 'versterking lokale duurzaamheid'.
De woningproductie in 2013 is enigszins achtergebleven bij de planning. Het verschil wordt
verklaard doordat in Weidevenne een bouwplan vertraagd wordt uitgevoerd en in Wheermolen
een bouwplan is uitgesteld. Om aan te sluiten bij vraaggestuurd bouwen is voor de Kop van
West 'organische gebiedsontwikkeling' in voorbereiding genomen. De kaders daarvoor zijn in
mei 2013 vastgesteld en een bestemmingsplanherziening wordt voorbereid.
Over diverse locaties (waaronder bedrijventerrein De Where, Brandjesterrein, Kom A7)
is met (potentiële) partners en belanghebbenden - overigens verschillend in intensiteit overleg gevoerd in het kader de mogelijkheden om tot ontwikkeling te komen. Dat geldt ook
voor de (herontwikkelings) locaties, die zijn aangewezen als 'niet in exploitatie genomen
gronden' (NIEGG), en uiteraard voor de beoogde, nieuwe multifuctionele sportaccommodatie
aan de Van IJsendijkstraat.
Een discussienota voor (toekomstbestendig) welstandsbeleid in Purmerend is in voorbereiding.
Verder is in 2013 aansluiting gezocht bij de pilot 'Straatkubus'. Het gaat daarbij om het
ontwikkelen van een fijnmazig geografisch infomatie systeem, dat - op straatniveau - kan
helpen met ondersteunende informatie op het gebied van ruimtelijk en volkshuisvestingsbeleid
en in het kader van voorbereiding en uitvoering van zorgbeleid.
Bijzonderheden over "gronden in exploitatie"
In Meerjaren Programma Grondexploitaties (MPG) wordt er per grondexploitatie uitgebreid
ingegaan op de actuele stand van zaken en de risico's. Het MPG wordt als apart stuk aan de
raad ter behandeling aangeboden Hieronder volgt een korte schets van de stand van zaken:
Kop van West
Het beschikbaar gestelde werkbudget is voldoende voor de geplande werkzaamheden. In de
loop van 2014 zal, overeenkomstig de planning, een definitief stedenbouwkundig plan worden
aangeboden. Aan de hand van deze verdere uitwerking van de plannen wordt tevens een
daarop gebaseerde grondexploitatie ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.
64
Programmarekening 2013 | De programma's
196
Wheermolen West Parkzone
Het resterende deel van de Parkzone zal niet overeenkomstig het oorspronkelijke plan worden
uitgevoerd, aangezien de projectontwikkelaar dit in de huidige markt niet haalbaar acht. Uit
een indicatieve haalbaarheidsberekening blijkt dat een nieuwe ontwikkeling voor het resterende
deel van de Parkzone, samen met de NIEGG-locatie Driehoek mogelijk is. Met het risico dat
niet de volledige boekwaarde kan worden terugverdiend is rekening gehouden in het bedrag
aan benodigd weerstandsvermogen.
Weidevenne
Als gevolg van een langdurige onteigeningsprocedure wordt in de planvorming uitgegaan van
een verlenging van de looptijd van de grondexploitatie van twee jaar tot 2018. Deze vertraging
heeft geen negatieve gevolgen voor het eindresultaat van de grondexploitatie. Het heeft wel tot
gevolg dat verwachte inkomsten niet zijn gehaald, dus vallen de baten dit jaar tegen, hetgeen
ertoe heeft geleid dat de verwachte winstneming voor dit jaar niet gehaald wordt.
Baanstee-Noord
Als gevolg van de slechte economische omstandigheden is het geplande uitgiftetempo van
bedrijfskavels in 2013 van 1 hectare niet gehaald. 2014 laat een positiever beeld zien. De
eerste uitgifte voor dit jaar is bijna rond. De bestaande onderhandelingen in ogenschouw
nemend is de verwachting dat dit jaar het uitgifte tempo van 2,5 hectare wordt gehaald.
Bijzonderheden over "niet in exploitatie genomen gronden"
In het MPG worden de verschillende NIEGG-locaties afzonderlijk behandeld. In het
hiernavolgende worden de meest in het oog springende kort aangestipt.
Voor onderstaande NIEGG's is een voorziening gebiedsontwikkeling getroffen voor mogelijke
verliezen.
J.P. Sweelinckstraat
Aangezien bij nader inzien wordt afgezien van het herontwikkelen van deze locatie, zal er een
verlies moeten worden genomen ter grootte van € 408.000, zijnde de boekwaarde die nog op
deze gronden rust. De NIEGG status voor deze locatie zal komen te vervallen.
Brantjesoever
Op deze locatie rust op het deel in eigendom bij de gemeente, een boekwaarde van ruim € 0,6
miljoen. Aangezien de mede-eigenaar van deze locatie niet verder wenst mee te gaan in de
ontwikkeling, wordt nu onderzocht wat de mogelijkheden zijn om alleen het deel in eigendom
van de gemeente te herontwikkelen. Verwacht wordt dat bij een herontwikkeling het resultaat
groter zal zijn dan de boekwaarde die op deze gronden rust. Bij geen ontwikkeling blijft het
parkeerterrein in stand en zal de verhuur van de bestaande panden exploitatief kostendekkend
zijn. De boekwaarde kan dan blijven rusten op deze gronden, maar de NIEGG status voor deze
locatie zal dan komen te vervallen.
Kleine Where
Samen met de twee andere grondeigenaren in dit gebied, probeert de gemeente tot
herontwikkeling van dit voormalige bedrijventerrein te komen. De plannen voorzien in een
aantrekkelijk woongebied op deze locatie. Onder de huidige marktomstandigheden laat de
65
Programmarekening 2013 | De programma's
exploitatiebegroting (opbrengsten minus kosten) een negatief saldo zien. Met de risico's dat de
boekwaarde niet kan worden terugverdiend is rekening gehouden.
7.1.2
Prestatieveld Centrum met kwaliteit
Werkdoel
Realiseren en behouden van een hoogwaardig, duurzaam ingerichte en veilige binnenstad
met sterke (regionale) centrumfuncties. Ter bescherming van het stadsgezicht worden daarbij
- waar mogelijk - het behoud, herstel en gebruik van monumenten en cultuurhistorische
waarden, gewaarborgd.
Centrale aspecten van de uitvoering
• handhaven en bevorderen (historische) beeldkwaliteit;
• blijvende aandacht voor monumenten en cultuurhistorische waarden;
• afstemmen en waarborgen ruimtelijke samenhang binnenstad en (stedelijke) omgeving;
• stimuleren centrumfunctie binnenstad (zie ook programma Economie);
• ontwikkelen van verkenningen, visies en inrichtingsplannen voor centrumgebied;
• uitvoering concrete projecten binnenstad.
Toelichting
De binnenstad is in de structuurvisie aangewezen als cluster 1. Het gebied van dit cluster is nu
beperkt tot de binnenstad ten oosten van het Noordhollands Kanaal. Het detailhandelsbeleid
is herzien en voor dit beperkte gebied is de 'detailhandelvisie binnenstad Purmerend'
vastgesteld. Daarnaast zijn voor het gebied ten westen van het Noordhollands Kanaal in
mei 2013 de kaders vastgesteld voor 'Organische gebiedsontwikkeling Kop van West'. De
binnenstad kan een invulling krijgen onder de noemer 'Bruisend Centrum' en daarmee worden
uitgebouwd tot 'de huiskamer van Purmerend'. Hoe deze huiskamer er - qua inrichting en
gebruik - uit moet zien, is een voortdurende zoektocht. De bedoeling is om door consumeren
en beleven, in diverse vormen, mensen zoveel mogelijk aan de binnenstad te binden.
De principediscussie over de verkeerscirculatie rond de binnenstad is afgerond. De
(gefaseerde) herinrichting is in 2013 in voorbereiding genomen. Besluitvorming daarover
is echter uitgesteld tot 2014. De herbezinning op de ambities voor parkeren in de
binnenstad en de geplande parkeergarages is nog gaande, mede aan de hand van de
Parkeervisie Binnenstad Purmerend 2012-2015. In aansluiting op de Melkwegbrug is in
2013 gestart met de herinrichting van Tramplein/Gouw en het busstation. Met betrekking
tot diverse binnenstadslocaties (waaronder de Vijfhoek, TNT, de Doeletuin, Schapenmarkt/
Nukahal en de Zijpgarage) is - overigens verschillend in intensiteit - overlegd over
ontwikkelingsmogelijkheden. In het kader van visievorming is voor de groenblauwe 'krans'
rondom de binnenstad de 'Recreatie ideeënkaart Purmerend' opgesteld. Op het bolwerk nabij
de (voormalige) begraafplaats is een camperstandplaats ingericht. Een discussienota over
welstandsbeleid in Purmerend is in 2013 voorbereid. Wat betreft de binnenstad is daarbij
sprake van de keuze voor een optimaal welstandsniveau, dat wil zeggen, een strikt(er) beleid
voor behoud en bevordering van de bestaande kwaliteit.
Het project 'wonen boven winkels' is verlengd en de subsidieregeling is omgebouwd. De in
2012 aangepaste subsidieverordening voor gemeentelijke monumenten is in 2013 bestuurlijk
bediscussieerd. De vaststelling daarvan vindt plaats in 2014. Met de voorbereiding van
(integraal) erfgoedbeleid is in 2013 gestart.
66
Programmarekening 2013 | De programma's
7.1.3
Prestatieveld Rechtszekerheid inwoners
Werkdoel
Garanderen van de rechtsbescherming voor inwoners en bedrijven op basis van actuele
bestemmingsplannen.
Centrale aspecten van de uitvoering:
• actualiseringslag bestemmingsplannen. Alles is erop gericht om deze operatie vóór
1 juli 2013 af te ronden met de vaststelling van actuele en kwalitatief hoogwaardige
bestemmingsplannen. Voor drie ontwikkelgebieden (Kop van West, kom A7 en de driehoek
Wheermolen West) geldt dan nog een niet-actueel bestemmingsplan. Voor ontwikkelingen
in die gebieden zullen de legesinkomsten op andere wijze gewaarborgd en gerealiseerd
(moeten) worden;
• digitaliseringslag bestemmingsplannen. Sinds 1 januari 2010 moeten bestemmingsplannen
verplicht digitaal worden opgesteld, vastgesteld en op internet beschikbaar zijn via de
landelijke voorziening (www.ruimtelijkeplannen.nl);
• het voeren van planologische procedures, met name voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.
Prestatie-indicatoren Bestemmingsplannen
2012
2013
% actuele bestemmingsplannen (Wro: 1-7-'08)
75%
95%
verplicht digitale bestemmingsplannen (Wro: 1-1-'10)
5
8
Toelichting
In 2013 is voor alle daarvoor in aanmerking komende gebieden een geactualiseerd
bestemmingsplan vastgesteld. De actualiseringslag bestemmingsplannen is daarmee
afgerond. De gronden, waarvoor nog geen actuele bestemming geldt, zijn opgenomen in
een inventarisatie. Deze inventarisatie is te downloaden op de gemeentelijke website. Het
betreft 9 locaties, waarvoor in meer of mindere mate een (her)ontwikkeling aan de orde is.
Deze 9 locaties zijn ook nog niet raadpleegbaar op de landelijke voorziening (digitaliseringslag
bestemmingsplannen). Dat laatste geldt ook voor de bestemmingsregelingen voor de Purmer,
bedrijvenpark Baanstee-Noord en de locatie Beets/Weidevenne. Die regelingen zijn wél actueel
(< 10 jaar), maar nog niet digitaal beschikbaar op de landelijke voorziening.
De volgende, planologische maatregelen zijn in voorbereiding genomen, in de inspraak-/
ontwerpfase, dan wel door de raad (of B&W) vastgesteld:
67
Programmarekening 2013 | De programma's
Soort maatregel
In voorbereiding
Fase
bestemmingsplan (project)
organische gebiedsontwikkeling
Kop van West 2014
voorbereiding
bestemmingsplan (project)
Purmerdijk 13 - 2013
ontwerp
bestemmingsplan (project)
Reclamemast
Rijksweg A7 - 2013
ontwerp
uitwerkingsplan (project /
vaststelling bevoegdheid B&W)
Weidevenne, kwadrant Europa,
Kanaalzone 5e fase 2013
ontwerp
wijzigingsplan (project /
vaststelling bevoegdheid B&W)
Sportaccommodatie
Van IJsendijkstraat 2013
ontwerp
wijzigingsplan (project /
vaststelling bevoegdheid B&W)
Hoornse Buurt 2012
in werking
provinciaal inpassingsplan
(project / vaststelling
bevoegheid P.S.)
Verdubbeling N244
ontwerp
Soort maatregel
In 2013 door de raad vastgesteld
bestemmingsplan (actualisatie)
Weidevenne 2012
bestemmingsplan (actualisatie)
Wheermolen 2012
bestemmingsplan (actualisatie)
Vijfhoek en Hazepolder 2013
bestemmingsplan (actualisatie)
Bedrijventerreinen 2013
bestemmingsplan (actualisatie)
Overwhere Zuid 2012
bestemmingsplan (actualisatie)
Reparatie bestemmingsplan
Binnenstad 2010 - Hoogstraat 1 / Zuidersteeg 6 2012
beheersverordening
Purmerweg 35/35a 2013
bestemmingsplan (project)
HWC Verbindingsweg 2013
bestemmingsplan (project)
Herinrichting Tramplein 2013
Prestatieveld Verkopen niet-strategisch vastgoed
Werkdoel
Centraal organiseren van beheer van al het gemeentelijke vastgoed, zodat beter kan worden
gestuurd op financiën, beheer en bezetting ervan. Niet-strategisch vastgoed wordt (ten bate
van de algemene reserve) verkocht om het weerstandsvermogen te versterken.
Centrale aspecten van de uitvoering
• verkopen niet-strategisch vastgoed;
• voorbereiden keuze (al dan niet) uitbesteden gemeentelijk vastgoedbeheer;
• (centrale) regievoering over gronden, vastgoed en accommodaties (zie ook programma’s
Zorg en Welzijn, Educatie, Actief in de stad en Bestuur en Concern);
• opstellen uitvoeringsregels illegaal gebruik gemeentegrond.
Toelichting
In 2013 stonden met name de aspecten "verkoop van niet-strategisch vastgoed" en "(centrale)
regievoering over gronden, vastgoed en accommodaties" centraal. Sinds eind 2013 is de
Vastgoedwinkel Purmerend online. Dit is het digitale loket voor de verkoop en de verhuur van
gemeentelijk vastgoed. De Vastgoedwinkel betreft het aanbod van panden te huur en te koop,
bouw- en zelfbouwkavels en informatie over voor herontwikkeling geoormerkte gemeentelijke
eigendommen. Verder is het mogelijk interesse kenbaar te maken voor de aankoop van
restgroen. Uitbreiding van de Vastgoedwinkel met maatschappelijk vastgoed (ten behoeve van
68
Programmarekening 2013 | De programma's
een betere bezetting daarvan) is nog in voorbereiding. Met het opstellen van 'uitvoeringsregels
illegaal gebruik gemeentegrond' is in 2013 een start gemaakt .
De keuze voor een eventuele uitbesteding van het gemeentelijk vastgoed is door het
gecentraliseerd vastgoedbeheer en de daarmee bereikte resultaten op dit moment niet
meer aan de orde. Op dit moment bestaat inzicht en wordt de portefeuille verantwoord
verkleind (welzijnsaccommodaties/voormalige strategisch vastgoed). Daarnaast wordt een
overkoepelend integraal huisvestingsplan voorbereid (sport/welzijn/onderwijs) om de raad
inzicht te verschaffen over verdere inkrimping van de vastgoedportefeuille. Ook ontstaat voor
een aantal vrijkomende maatschappelijke locaties een herontwikkelingsopgave, waarvoor een
integrale en omgevingsbewuste afweging moet worden gemaakt.
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
-11.228
-20.518
-31.904
-21.300
10.604
Baten
8.859
21.282
31.721
17.872
-13.849
Saldo
-2.369
763
-183
-3.428
-3.245
Het programma Ruimtelijke Ontwikkeling heeft per saldo een nadeel van € 3.245.000. Dit is
€ 3,2 miljoen meer dan begroot en wordt veroorzaakt door € 10.604.000 lagere lasten en €
13.849.000 lagere baten.
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
BV071 Ruimtelijke ordening
Lasten
Baten
-11.228
-20.518
-31.904
-21.300
10.604
8.859
21.282
31.721
17.872
-13.849
-2.369
763
-183
-3.428
-3.245
EXPLOITATIE
De afwijking ten opzichte van de begroting concentreert zich in het prestatieveld Optimale
Ruimtelijke Hoofdstructuur. In dit prestatieveld zijn de lasten € 11,9 miljoen lager en de baten
€ 13,9 miljoen lager. In het prestatieveld Rechtszekerheid inwoners zijn de lasten € 0,1 miljoen
lager.
Hieronder worden de afwijkingen in het prestatieveld Optimale Ruimtelijke Hoofdstructuur en
het prestatieveld Rechtszekerheid inwoners verder toegelicht.
Prestatieveld Optimale ruimtelijke Hoofdstructuur
In dit prestatieveld zijn de lasten € 11,9 miljoen en de baten € 13,9 miljoen lager. Per saldo
is er sprake van een nadeel van € 2,0 miljoen ten opzichte van de prognose in de derde
bestuursrapportage. De belangrijkste oorzaken worden toelicht:
Investeringsbudget stedelijke vernieuwing (ISV)
Hogere baten en lasten (€ 172.000 incidenteel) in verband met bestedingen van de
doeluitkering Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV). In overleg met de Provincie is
in 2013 een bijdrage geleverd aan Stichting Algemeen Opvangcentrum, project Nieuwstraat,
69
Programmarekening 2013 | De programma's
Padjedijk en aan de Waterlandschool. De resterende doeluitkering is ten behoeve van de
toekomstige bestedingen toegevoegd aan de voorziening ISV.
Vastgoed, af te stoten gronden en erfpachtsgronden
Voor het geheel van eigendommen niet voor de algemene dienst, welzijnspanden,
erfpachtsgronden en af te stoten gronden is er sprake van € 1,2 miljoen hogere lasten en €
1,05 miljoen hogere baten. Per saldo een verschil van € 0,15 miljoen. Dit wordt in hoofdzaak
veroorzaakt doordat een aantal verkopen niet in 2013 kon worden afgerond maar doorschuift
naar 2014.
In de begroting 2013 was een raming opgenomen voor voorgenomen verkopen vastgoed van
netto € 1,9 miljoen. Onder aftrek van de boekwaarden van de betreffende panden is er voor
een bedrag van bijna € 1,7 miljoen verkopen gerealiseerd. Er hebben in 2013 15 verkopen
plaatsgevonden. We kunnen hierbij noemen: perceel Overwheerse Polderdijk, Driegang 1, villa
Clementine, Houttuinen 11-13 en andere.
Restgroen
Hogere baten € 0,1 miljoen. In 2013 is er een actief beleid gevoerd inzake de verkoop van
stukjes restgroen.
RO – Structuren
Op het product RO-structuren zijn de lasten € 377.000 hoger en baten € 257.000 lager. Per
saldo is er een nadeel van € 634.000. Op dit product worden de ambtelijke uren verantwoord
die direct zijn toegerekend aan de specifieke projecten maar geen betrekking hebben op
active grondexploitaties en NIEGG's. Daarnaast was in de begroting rekening gehouden
met onderzoekskosten voor de locatie Schapenmarkt (€ 142.000), met hiertegenover een
onttrekking aan de reserve gronden. De uitgaven voor de Schapenmarkt hebben in in 2013 niet
plaatsgevonden. In totaal is daardoor sprake van een overschrijding als gevolg van een lagere
dekking vanuit projecten voor € 776.000.
Een van de oorzaken van de overschrijding is een te lage bepaling van het uurtarief, een kleine
10%, dat is gehanteerd voor de doorbelasting van de inzet op projecten. Voor 2014 is het
uurtarief opnieuw bepaald.
De hoofdmoot van de onderschrijding ligt in een onvoldoende duidelijke projectenportefeuille
waarvoor specifieke dekkingsmiddelen beschikbaar zijn gesteld (grondexploitaties, NIEGG's en
anterieure overeenkomsten met marktpartijen).
Voor de begroting 2015 wordt nader beoordeeld in welke mate het effect van projecten zonder
specifieke dekking in de toekomst beter beheersbaar kan worden.
NIEGG's
In 2013 zijn twee zijn de NIEGG's Baanstee-Oost en Kop van West afgesloten. Voor BaansteeOost geldt dat de locatie is verkocht. De Kop van West is in 2013 omgezet in een actieve
grondexploitatie.
Voor het geheel van de NIEGG's is sprake van een voordelige afwijking (hogere baten €
76.000), dit betreft activering van uitgaven naar balans. De uitgaven hebben betrekking op
rente over de boekwaarde en toegerekende ambtelijke capaciteit voor de ontwikkeling van de
betreffende locaties.
Ter toelichting is nog relevant dat voor € 88.000 van de totale lasten in het hoofdstuk resultaat
een onttrekking aan de reserve gronden heeft plaatsgevonden. De onttrekking vindt plaats voor
de lasten van planvoorbereidingen die niet worden bijgeschreven op de betreffende locaties.
70
Programmarekening 2013 | De programma's
Deze inzet is € 125.000 lager begroot. Deze lagere inzet weerspiegelt de hogere uitgaven in het
onderdeel RO-structuren voor de ambtelijke capaciteit.
Voor de locatie Sweelinckstraat geldt dat in de resultaatsbestemming van de rekening wordt
voorgesteld om de boekwaarde (€ 408.020) af te schrijven. Dit in verband met de bestuurlijke
wens (college en raad) om de locatie niet langer te ontwikkelen. Deze wens is uitgesproken in
de raadsvergadering van 6 maart 2014. Dit werkt door in de omvang van de algemene reserve.
Daarnaast is de raad in vertrouwelijkheid geinformeerd over de vorming van een voorziening
Gebiedsontwikkeling. Deze voorziening is gevormd op basis van de berekende financiele
risico's die gepaard gaan met gebiedsontwikkelingprojecten.
Grondexploitaties
Weidevenne
Lagere lasten (€ 3,9 miljoen) en lagere baten (€ 5,1 miljoen), per saldo een nadeel van € 1,2
miljoen.
De begrote winstneming uit de grondexploitatie Weidevenne kon in 2013 niet plaatsvinden.
De reden hiervan is dat de vertraging in uitvoering door minder verkoop in 2013 en het uitstel
van bestedingen naar 2014 en volgende jaren, de winstneming onmogelijk maakt. Bij de
winstneming wordt een vaste berekeningswijze toegepast die uitgaat van mogelijk 10% hogere
kosten en 25% lagere baten als de realisatie nog niet heeft plaatsgevonden.
Voor de grondexploitatie als geheel wordt geen verslechtering verwacht, er is hier sprake van
een vertragingseffect.
Baanstee-Noord
Lagere lasten en baten € 9,1 miljoen, per saldo neutraal. In lijn met de derde
bestuursrapportage zijn de uitgaven voor de grondexploitatie Baanstee-Noord € 9,1 miljoen
lager dan begroot in de jaarschijf van de grondexploitatie. Voor de rekening is dit neutraal
omdat het saldo van de grondexploitatie, na aftrek van de werkelijke verkopen, wordt
geactiveerd als onderhanden werk. Het voor 2013 begrote bedrag aan verkopen van ruim € 1,7
miljoen is niet gerealiseerd. De werkelijke verkoop heeft plaatsgevonden voor € 60.000. Dit is
in de bovenstaande toelichting verwerkt. De toename van de balanspositie in 2013 is evenwel
veel minder dan begroot ( € 7,9 miljoen in plaats van € 15,7 miljoen).
Wheermolen West Lagere lasten en baten € 0,4 miljoen, per saldo neutraal. Door stagnatie in het project blijven de
lasten en baten voor Wheermolen West achter.
Kop van West
Lagere lasten en baten € 0,2 miljoen, per saldo neutraal. Voor het de Kop van West geldt dat
in 2013 is besloten hier een grondexploitatie te starten. De lasten en baten beperken zich tot
uitgaven voor de voorbereiding die op de balans worden geactiveerd.
Prestatieveld rechtszekerheid inwoners
In het prestatieveld rechtszekerheid inwoners zijn de lasten onderschreden met € 0,1
miljoen. Dit is het gevolg van de afronding van de inhaalslag om per 1 juli 2013 alle
bestemmingsplannen gereed te hebben. De onderschrijding heeft deels een structureel
karakter, maar dat is al verwerkt in de taakstelling op de ambtelijke organisatie.
71
Programmarekening 2013 | De programma's
RESERVES
(Bedragen x € 1.000)
Bestemmingsreserve Gronden
Ultimo
2012
Dotatie
2013
1.009
Onttrekking
2013
-
Ultimo
2013
313
695
Bestemmingsreserve gronden
Deze reserve wordt nog gebruikt voor mogelijke plankosten tot en met 2015. In 2013 is,
conform de besluitvorming bij het jaarverslag 2012, het verlies van € 532.000 op niet in
exploitatie genomen gronden ten laste van deze reserve gebracht. Tevens werd er een bedrag
van € 223.000 onttrokken inzake een nadelig resultaat op de Kop van West en een bedrag van
€ 14.000 wegens plankosten Brandjesterrein. De stand van deze reserve bedraagt € 771.500
per 31 december 2013.
VOORZIENINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
253
132
34
351
64
20
5
80
Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen
421
431
209
643
Voorziening civiele procedure Van IJsendijkstraat
373
185
140
419
-
1.400
-
1.400
Groot onderhoud verhuurde percelen
Voorziening streekarchief Waterland
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
Voorziening gebiedsontwikkeling
Voorziening civiele procedure Van ijsendijkstraat
Saldo
50
-
-
50
1.162
2.167
388
2.942
Voorziening verhuurde percelen
Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud te egaliseren voor
panden die de gemeente bezit en verhuurt vanuit een strategisch oogmerk. Het gemiddeld
onderhoudsniveau van deze eigendommen (en daarmee de gemiddelde dotatie aan de
voorziening), wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarig onderhoudsrapport. In 2013 is
er voor totaal € 34.000 aan planmatig onderhoud uitgevoerd ten laste van deze voorziening. Bij
een jaarlijkse dotatie van € 132.000 heeft de voorziening ook in navolgende jaren voldoende
omvang. De voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 351.000.
Voorziening streekarchief Waterland
Deze voorziening is ingesteld voor groot onderhoud aan het streekarchief. Na een dotatie van
€ 20.000 en een onttrekking van € 5.000 bedraagt de stand van de voorziening € 80.000 per 31
december 2013.
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan gemeentelijke
panden te egaliseren. In 2013 is voor € 209.000 groot onderhoud uitgevoerd ten laste van de
voorziening. De voorziening bedraagt per 31 december 2013 € 643.000.
Voorziening groot onderhoud welzijnsgebouwen
Deze voorziening is ingesteld om de kosten van planmatig onderhoud aan welzijnspanden
te egaliseren. Het gemiddeld onderhoudsniveau van deze eigendommen (en daarmee de
gemiddelde dotatie aan de voorziening) , wordt bepaald op basis van het Kraan meerjarig
72
Programmarekening 2013 | De programma's
onderhoudsrapport en het accommodatiebeleid zoals opgesteld door vastgoedbeheer en
MO-planontwikkeling. In 2013 is er voor totaal € 140.000 aan groot onderhoud uitgevoerd
ten laste van deze voorziening. Bij een jaarlijkse dotatie van € 185.000 heeft de voorziening
ook in navolgende jaren voldoende omvang. De voorziening bedraagt per 31 december 2013
€ 419.000.
Voorziening civiele procedure Van IJsendijkstraat
Deze voorziening is ingesteld om het eigen risico af te dekken in geval van een civiele
procedure, wegens vermeend onterecht weigeren van een binnenplanse vrijstelling van een
bestemmingsplan voor de locatie Van IJsendijkstraat 403-409. Het eigen risico betreft een
bedrag van € 50.000. Eventuele verdere vermogensschade is afgedekt door een verzekering.
De voorziening dient, in afwachting van de uitspraak, in stand worden gehouden.
Voorziening Gebiedsontwikkeling
Deze voorziening is in 2013 gevormd op basis van de berekende financiele risico's die gepaard
gaan met gebiedsontwikkelingprojecten.
SUBSIDIES
(Bedragen x € 1.000)
Subsidie duurzaamheidsleningen
Saldo
INVESTERINGEN
Er zijn geen afwijkingen te melden.
73
Programmarekening 2013 | De programma's
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
-
20
-
20
P�r�o�g�r�a�m�m�a
8
V
E
I
L
I
G
H
E
I
Portefeuillehouder: D. Bijl
Wat willen we bereiken met het programma
Veiligheid
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 8.1 Veiligheid
Purmerend wil haar inwoners een veilige omgeving bieden om te wonen, werken en recreëren.
Speciale aandachtsgebieden daarbij zijn brandweerzorg, verkeersveiligheid, openbare orde en
sociale veiligheid en rampenbestrijding.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
8.1
Beleidsveld Veiligheid
8.1.1
Prestatieveld Brandweerzorg
2013 was het laatste jaar dat de brandweer onderdeel was van de gemeentelijke organisatie.
Het jaar heeft voor een belangrijk deel in het teken gestaan van de ontvlechting en overdracht
naar de regio. Dit is eind van het jaar gebeurd, alleen de huisvesting is nog in gemeentelijk
eigendom en beheer. Hierover wordt met de veiligheidsregio een gebruikersovereenkomst
gesloten.
In het jaarplan 2013 was voorgenomen om naast de activiteiten voor de nieuwe organisatie te
zorgen dat de continuïteit van de brandweerzorg is geborgd. Brandweer Purmerend is immers
een professionele organisatie op het gebied van fysieke veiligheid, waar de burgers op moeten
kunnen rekenen.
De belangrijkste doelen
1. uitvoering te geven aan het landelijk programma brandveilig leven;
2. zorgen voor opgeleid en voldoende geoefend personeel;
3. veilig en verantwoord werken;
4. gegarandeerde brandweerzorg binnen de afgesproken opkomsttijden.
Wat is er van deze doelstellingen terecht gekomen?
Pro-actie, preventie
74
Programmarekening 2013 | De programma's
D
In 2013 zijn de nodige inspanningen geleverd op het terrein van pro-actie en preventie. Naast
de advisering op het gebied van ruimtelijke ordening (externe veiligheid) heeft het team
preventie het volgende gedaan:
• 84 adviezen uitgebracht voor bestaande en nieuwbouw;
• 607 controles uitgevoerd bij inrichtingen;
• 38 keer advisering, toezicht en handhaving bij evenementen zoals Reuring, Electronic
picknick en de Sinterklaas intocht.
Er is uitvoering gegeven aan het HUP (handhaving uitvoering programma), 98% van de winkels
in de binnenstad zijn gecontroleerd als uitvloeisel van de afspraken die gemaakt zijn binnen het
"Keurmerk Veilig Ondernemen Binnenstad". Net als voorgaande jaren is bij de eerste controle
gebleken dat de voorschriften niet overal worden nageleefd, terwijl bij de tweede controle 93%
van de inrichtingen in orde is. Er blijft dus een prikkel nodig om de voorschriften na te leven.
De preventiemedewerkers trokken nauw op met de inspecteurs van VTH. Gezamenlijk is
programma Squit XO in gebruik genomen.
Veel tijd is besteed aan de voorlichting aan Verenigingen van Eigenaren van woongebouwen,
woningcorporaties, scholen en maatschappelijke organisaties als het Rode Kruis. Het doel
was de burgers meer bewust maken van hun eigen verantwoordelijkheid met als effect minder
uitrukken.
Op het gebied van de social media is er dit jaar een flinke stap in de goede richting gezet.
De facebook pagina en het twitter-account van de brandweer worden structureel gevoed met
informatie over brandveilig leven.
Maar ook waren preventiemedewerkers aanwezig op weekmarkten en in de winkelcentra en
hebben ze rookmelders uitgedeeld aan de burgers.
Bij verschillende incidenten is gebleken dat voorlichting wel degelijk helpt, de goede
maatregelen waren bij aankomst van de brandweer ingezet.
Preparatie
Met de voorbereiding op het operationeel optreden is het goed gesteld. Alle 91 aanvalsplannen
en 516 bereikbaarheidskaarten zijn up to date en de 1959 brandkranen zijn gecontroleerd. Er
zijn geen onbruikbare brandkranen.
Nieuw zijn de tablets op de voertuigen waardoor de objectinformatie gemakkelijker kan worden
bijgehouden. Daarmee is afscheid genomen van de papieren info.
De bereikbaarheid tijdens wegwerkzaamheden in en om Purmerend kreeg de nodige aandacht.
Er is deelgenomen projectgroepen van RWS (A7), de provincie (N244), Stadverwarming
Purmerend, het gemeentelijk bereikbaarheidsteam en het verkeersteam. In deze groepen wordt
samengewerkt om de bereikbaarheid voor hulpdiensten zo goed mogelijk te borgen tijdens de
evenementen en wegwerkzaamheden die plaats vinden in en rondom Purmerend. Dit is gelukt,
bijvoorbeeld tijdens de kermis bleef de binnenstad goed bereikbaar voor calamiteiten.
Opleiden en oefenen
Begin 2013 is gestart met de implementatie van het beleidsplan 'opleiden en oefenen' uit 2012.
In verband met de implementatie zijn de rollen en taken binnen O&O op onderdelen gewijzigd.
Het heeft even geduurd voordat iedereen zijn draai had gevonden.
In 2013 zijn 33 manschappen opgeleid voor verschillende functies.
75
Programmarekening 2013 | De programma's
Naast de wekelijks oefeningen zijn dit jaar 11 grote of speciale oefeningen gehouden,
waaronder:
• Oefening Waterland Ziekenhuis in een operatie kamer; de beoogde leerdoelen waren
objectkennis opdoen, de bijkomende gevaren van zo'n ruimte leren kennen en de
samenwerking met het personeel van het ziekenhuis in de praktijk brengen. Het
ziekenhuispersoneel heeft zelf een belangrijke rol in geval van een calamiteit.
• Oefening Stichting Odion aan de Ismailiastraat: Hier wonen visueel gehandicapte en dove
personen. Ook hier was de samenwerking met de BHV-organisatie een speerpunt. Enkele
BHV-ers in deze organisatie zijn zelf ook slechtziend.
• Samenwerking met de ambulance dienst, stages over en weer , en instructies voor nieuw
ambulance personeel.
• Waterongeval op Markermeer met collega's van brandweer Waterland en de KNRM.
Technische dienst/facilitair
Divers materieel en uitrusting is vervangen en het wagenpark is in eigen beheer onderhouden.
De Technische Dienst voerde het dagelijks onderhoud voor de kazerne uit. Vermeldenswaardig
zijn de nieuwe balie op de begane grond en het definitief oplossen van het legionellaprobleem.
Het aanbestedingstraject van de uitrukkleding is gestart waarmee verwacht wordt dat er begin
2014 zal worden overgegaan naar een nieuwe generatie uitrukkleding.
Er is onderzoek gedaan naar een nieuw pager systeem. Met deze alarmontvangers kunnen de
gebruikers aangeven wanneer zij voor de brandweer beschikbaar zijn.
Repressie
Repressie heeft de blijvende opdracht de kosten van uitrukken zo laag mogelijk te houden.
Door het niet meer automatisch herbezetten van de kazerne is het aantal oproepen gedaald en
is de financiële doelstelling gehaald.
In 2013 was het verloop onder het personeel zoals gemiddeld: 7 medewerkers. Alle functies
konden weer ingevuld worden, het korps is op sterkte.
In 2013 is de brandweer 719 keer uitgerukt, waarvan 362 voor brand en 357 voor
hulpverlening. Onder de 362 uitrukken voor brand zijn 197 voor automatische meldingen. Dit is
ongeveer 38 minder dan het jaar daarvoor, maar nog teveel. In totaal waren er 23 slachtoffers
(gewonden of inhalatietrauma) bij brand en 53 bij hulpverlening waaronder 1 dode.
Overzicht van de vermeldenswaardige incidenten
Brand
9 januari
Brand in de nok door bouwlamp, 4 bewoners uit de woning gehaald.
15 februari
Woningbrand 6 Oostervenne, 3 slachtoffers: inhalatie rook.
2 mei
Explosie campinggastoestel Flevostraat.
9 juli
Middelbrand flat Boeierstraat door onachtzaamheid (kaars).
18 oktober
Explosie flat Mercuriusweg, woningen ontruimd, bewoners opgevangen.
e
Hulpverlening
76
Programmarekening 2013 | De programma's
17 januari
2-zijdige aanrijding Rozenstraat, slachtoffer bekneld.
24 april
Ongeval met beknelling Persijnlaan, 3 slachtoffers.
21 juli
Rolstoeler te water Lotusstraat.
29 september A7, 4 personenauto's 6 slachtoffers waarvan 1 kind met hersenletsel.
19 oktober
Ongeval afrit A7, spookrijder.
28 oktober
Storm met orkaankracht, goede samenwerking met afdeling Uitvoering en
politie: 60 inzetten.
Jeugdbrandweer
De brandweer kan zichzelf gelukkig prijzen met 18 enthousiaste jeugdbrandweerlieden.
Verschillende jeugdleden zijn doorgestroomd naar het “grote” korps.
8.1.2
Prestatieveld Fysieke veiligheid
Het jaar 2013 stond in het teken van de verdere professionalisering van de (regionale)
gemeentelijke kolom binnen de crisisbeheersing. De bedoeling is dat meer werk wordt verzet
met minder mensen maar dat deze nog beter geëquipeerd zijn om hun rol te vervullen.
Purmerend levert een aandeel van 25%. De invoering van een regionaal crisisplan en daarmee
tegelijkertijd de afschaffing van gemeentelijke rampenplannen en draaiboeken is vertraagd.
Naar verwachting zal dit in 2014 zijn beslag vinden. In dit jaar wordt een landelijk Slachtoffer
Informatie Systeem ingevoerd. Het aantal piketten is dus nog niet verminderd terwijl het budget
wel is verlaagd, dit leidt tot overschrijding op dit onderdeel.
Zowel winkelcentrum Weidevenne als winkelcentrum Meerland hebben in 2013 hun eerste
KVO (Keurmerk Veilig Ondernemen) ster behaald. Het Centrum heeft in 2013 de derde ster
bemachtigd en er worden inmiddels gesprekken gevoerd met winkelcentrum Wormerplein over
het opstarten van een KVO-traject.
Ook in 2013 zijn in veiligheidsoverleg 140 aanvragen voor evenementen besproken en
beoordeeld. Alle aanvragen zijn vergund onder voorwaarden en goed verlopen. De grotere
evenementen zijn geëvalueerd en de opmerkingen worden meegenomen bij de intakes voor
2014.
Prestatieveld Sociale veiligheid
Centrale aspecten van de uitvoering
• In 2013 heeft Purmerend 6 maal deelgenomen aan rooidagen zoals in het Convenant
Integrale Aanpak Hennepkwekerijen Zaanstreek-Waterland 2010 is afgesproken. Waar nodig
nam de gemeente de regie bij de ontmanteling van hennepplantages (gevaarzetting) en
werden de kosten verhaald. In 2013 was dat 4 keer het geval.
• Ten aanzien van de aanpak van sociale overlast is gebleken dat diverse partijen elkaar
steeds beter weten te vinden. Mede daardoor is het inzicht ontstaan dat de invoering
van één centraal meldpunt niet de enige of beste oplossing is. Een kernteam Sociale
Overlast stuurt actief op het verder ontwikkelen van een integrale aanpak om overlastzaken
tijdig op te pakken en te voorkomen. Hiervoor zal Mens Centraal, een database waarin
informatie over jongerengroepen en locaties wordt vastgelegd, worden ingezet (circa 90
overlastadressen). Met team Beleid van MO wordt nog verder uitgedacht in hoeverre er
aangesloten kan worden op bestaande initiatieven zoals de sociale wijkteams.
• Het nieuwe horecaconvenant, dat qua strekking nagenoeg gelijk is aan het vorige
convenant, blijkt in de praktijk goed hanteerbaar. Zij vormt hiermee een spil in het totale
pakket aan maatregelen die veilig uitgaan in Purmerend mogelijk moet maken. De andere
77
Programmarekening 2013 | De programma's
maatregelen zijn: live cameratoezicht, de in mei ingevoerde Collectieve Horeca Ontzegging,
de mogelijkheid van een verblijfsontzegging op de Koemarkt en het APV-artikel op het
gebied van overlast in de horeca.
• De inzet van de Jeugdnetwerkoverleggen (JNO’s) is verder geprofessionaliseerd. Met
het operationeel worden van Mens Centraal, is het mogelijk geworden dat elk JNO een
meer uniforme werkwijze hanteert. De samenwerking met en tussen de straathoek- en
welzijnswerkers, politie en het Team Buurttoezicht zorgt voor een (pro)actieve en integrale
aanpak. De introductie van het locatie/aanwezigheidsverbod maakt het mogelijk om krachtig
tegen hardnekkige overlastsituaties op te treden. Daarbij is de overlast van groepen jeugd in
de wijken in 2013 aanzienlijk afgenomen. Uit de tussentijdse evaluatie is de meerwaarde al
gebleken.
• Jjongerengroepen zijn goed in beeld gebracht, we weten steeds beter wie zich waar
ophoud.;
• Team Buurttoezicht heeft hierin een belangrijke rol, samenwerking onderling is steeds beter
en lijnen korter (gemeente/TBT – straathoekwerk – politie – welzijn). Binnen de aanpak
van (het voorkomen van) jeugdcriminaliteit speelt de TopX Jeugd een centrale rol. De
bestuurders van de betrokken instanties hebben uitgesproken dat zij meerwaarde zien
in de TopX Jeugd aanpak. Zij steunen de voortgang van de TopX Jeugd als structureel
overleg binnen het Veiligheidshuis Zaanstreek-Waterland onder regie van de gemeente
Purmerend. Bij de casussen die succesvol zijn afgesloten blijkt dat de integrale aanpak (het
net van zorg en strafrecht sluit zich om een jongere) samen met de inspanningen van het
thuisfront het verschil maakten. Een knelpunt blijkt het ontbreken van passende stage- en
leerwerktrajecten voor deze doelgroep.
• Naar aanleiding van een aantal ontwikkelingen (de nieuwe Wet Bibob, de Wet Wabo,
vergunningplicht vechtsportevenementen en de nieuwe Drank- en Horecawet) is het
Purmerendse Bibobbeleid geactualiseerd, waarbij uitgangspunt is dat Bibobtoetsing zo
effectief en efficiënt mogelijk wordt uitgevoerd.
Bestuurlijke producten 2013
In 2013 is het lokaal integraal veiligheidsplan 2013 - 2017 vastgesteld. De algemene ambities
uit dit plan worden vertaald in Jaarlijke Uitvoerings Programma’s (JUP’s). In het JUP 2013
stonden specifiekere doelen voor 2013 verwoord.
Kernprestaties
Resultaat
2013 Prestatie-indicatoren Sociale overlast
Toezegging 2013
Meldpunt sociale overlast operationeel
4e kwartaal
onderzoeksfase
afgerond
BIBOB beleid aanbestedingen en bouwvergunningen opstellen
gereed
gereed
Horecaconvenant geactualiseerd en operationeel
operationeel
operationeel
Registratiesysteem 'mens centraal' stadsbreed operationeel
operationeel
operationeel
Inzet team Buurttoezicht
effectmeting:
gerealiseerd
effectmeting (tot
1-1-2015)
Buurttoezicht
Er heeft in 2013 een tussenevaluatie plaatsgevonden bij het Buurttoezicht, waaruit bleek dat de
overlast bij de 19 overlastlocaties is afgenomen.
Toezicht en handhaving
78
Programmarekening 2013 | De programma's
Over de resultaten van Toezicht en handhaving in de openbare ruimte wordt separaat
gerapporteerd in het Evaluatieverslag Integrale Handhaving.
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Lasten
-8.099
-8.254
-8.274
Realisatie
2013
Afwijking
-8.343
-70
Baten
339
215
220
315
95
Saldo
-7.760
-8.039
-8.054
-8.029
25
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
(bedragen x € 1.000)
BV081 Veiligheid
Lasten
-8.099
-8.254
-8.274
-8.343
-70
339
215
220
315
95
-7.760
-8.039
-8.054
-8.029
25
Baten
EXPLOITATIE
Het saldo van dit programma wijkt € 25.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van de
3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 70.000 hogere lasten en € 95.000 hogere baten. Er zijn
geen afwijkingen groter dan € 100.000 die kunnen worden toegelicht.
RESERVES
In dit programma zijn er geen reserves.
VOORZIENINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer
Ultimo
2012
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Dotatie
2013
Ultimo
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne
11
8
-
19
Voorziening overgang personeel Halt
70
42
50
62
Saldo
66
-
-
66
Voorziening Halt overgang personeel
Na de samenvoeging per 1 januari 2011 met het Haltbureau regio Amsterdam, onderdeel
uitmakend van de stichting Spirit, is een voorziening getroffen voor de frictiekosten personeel.
Het gaat hierbij om frictiekosten ten behoeve van 5 voormalig medewerkers, waarvan twee uit
Zaanstad en drie uit Purmerend. Voor de medewerkers van Zaanstad werd een bedrag aan
frictiekosten gereserveerd van € 33.000.
Op dit moment is de voorziening € 66.153. Tot op heden hebben Zaanstad, Spirit en de
nieuwe Haltorganisatie (per 1 januari 2013 is dat Halt-Nederland) geen beroep gedaan op deze
voorziening.
Met het verstrijken van de jaren wordt de kans ook steeds kleiner dat er alsnog declaraties
worden ingediend. Met het besef dat de Halt-organisatie, zolang het dienstverband van de
betreffende medewerkers bij Halt voortduurt, aanspraak kunnen maken op een vergoeding
van de garantietoeslagen van de gemeente Purmerend, kan thans overwogen worden om
79
Programmarekening 2013 | De programma's
het bedrag van € 33.000 aan Zaanstad uit te betalen en het restant van de voorziening af te
wikkelen.
DOELUITKERINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Gelden regiopolitie
Saldo
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
-
170
-
170
INVESTERINGEN
De lopende investeringen zijn afgerond en de bijbehorende kredieten zijn afgesloten. Het
materieel (oud en nieuw) is tegen de boekwaarde overgedragen aan de Veiligheidsregio
Zaanstreek Waterland. Er waren 3 investeringen nog niet gestart. De hierbij horende kredieten
zijn afgesloten.
80
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
9
E
C
O
N
O
M
I
Portefeuillehouder: B. Daan
Inleiding
Economische ontwikkeling van de gemeente Purmerend wordt bepaald door marktpartijen
(vraag en aanbod) samen. De rol van de gemeente is het waar mogelijk faciliteren van de
'marktplaats', zodat meer Purmerenders in hun eigen stad kunnen wonen en werken.
De gemeente wil dit alles via twee sporen waarmaken. De eerste is het versterken van de
basisstructuur: haar rol als overheid zorgvuldig en snel vervullen en daarmee het bestaande
bedrijfsleven adequaat ondersteunen. Daarnaast zoekt de gemeente actief naar kansen om
de randvoorwaarden in Purmerend te versterken, zodat het voor marktpartijen aantrekkelijker
wordt om zich hier te vestigen.
Ambities coalitieakkoord
• verbetering dienstverlening aan ondernemers door de gemeente;
• meer betrokkenheid van lokale ondernemers bij aanbestedingen;
• aanpak vermindering regeldruk: eind 2012 resultaten geboekt;
2
• doelstelling uitgifte 3.300 m kantoren per jaar handhaven;
• bij evaluatie zondagsopenstelling supermarkten effecten voor het MKB betrekken.
Relevante beleidsnota's
• Structuurvisie Purmerend 2005-2020;
• Detailhandelsvisie binnenstad Purmerend (2012);
• Perifere detailhandelsbeleid Purmerend (2013);
• Nota accountmanagement bedrijfsleven (2011);
• Kantorenvisie (2008);
• Uitgiftebeleid Baanstee-Noord (2011);
• Nota toerisme (2011);
• Kermisbeleidsplan 2009-2011;
• Horecavisie (2010);
• Evenementenvisie (2013).
Wat willen we bereiken met het programma
Economie
81
Programmarekening 2013 | De programma's
E
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 9.1 Economie
Purmerend is een stad met een gezond economisch klimaat. De gemeente richt zich primair
op de economische versterking van de regio op basis van een concurrerend vestigingsklimaat
voor kantoren, bedrijven en instellingen. De bedrijventerreinen zijn kwalitatief hoogwaardig en
goed bereikbaar en de gemeentelijke dienstverlening voor ondernemers is optimaal. Op deze
wijze worden de economische potenties van de stad binnen de grotere omliggende regio zo
goed mogelijk benut en is er sprake van een stabiele woon-werkbalans.
Effectindicatoren Economie
2012
2016
% banen in Purmerend beschikbaar ten bate van de 15- tot 65-jarigen
53% (2010)
55%
Rapportcijfer van ondernemers voor dienstverlening van de gemeente
5,9 (2009)
≥7
Mate waarin ondernemers het prettig vinden om in Purmerend gevestigd te zijn
7,0 (2009)
≥7
% Purmerendse kopers dat niet-dagelijkse goederen meestal in Purmerend koopt
67%
> 67%*
% leegstand winkels
9%
5%
% leegstand kantoren
8%
5%
% leegstand bedrijfsruimte
4%
5%
* Het streefgetal ontbreekt, omdat hiervoor geen gemeentelijk beleid is geformuleerd.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
9.1
Beleidsveld Economie
9.1.1
Prestatieveld Economische basisstructuur
Werkdoel
Bieden van goede voorwaarden voor een sterke economische basisstructuur en daarmee
samenhangende economische groei (inclusief werkgelegenheid) in regionaal verband.
Centrale aspecten van de uitvoering
• het bevorderen en in stand houden van een positief ondernemers- en vestigingsklimaat;
• accountmanagement voor het bedrijfsleven verder professionaliseren;
• bevorderen van een arbeidsmarkt die divers en hoogwaardig is en goed aansluit bij de
behoefte aan kennis en vaardigheden van het bedrijfsleven;
• bruisend centrum: Purmerend meer profileren als centrumgemeente voor horeca,
detailhandel en als uitvalsbasis naar de regio (Beemster, Zaanse Schans, IJsselmeerstadjes);
• versterken van de evenementen in Purmerend;
• bevorderen Fiber to the Home en Fiber to the Business;
• bevorderen en in stand houden van een gezond kermis- en marktklimaat.
Prestatie-indicatoren Economische basisstructuur
ste
Resultaten bedrijvenomnibus (1
2013
bedrijvenomnibus is in 2010 uitgevoerd)
Aantal bijeenkomsten met het bedrijfsleven (of delen daarvan) per jaar
Economische visie
2014-2016
2014 gereed
4
4
ingepland
Kernprestaties
1. Bedrijvenomnibus is in 2013 bij ondernemers uitgezet. De resultaten zullen in het eerste
kwartaal van 2014 gereed zijn.
2. De gemeente is samen met het bedrijfsleven in 2013 gestart met het ontwikkelen van een
visie op de stadspromotie. Deze zal begin 2014 gereed zijn. In verband hiermee is het opstellen
van een strategische economische agenda uitgesteld.
82
Programmarekening 2013 | De programma's
3. Met de PCO en KHN zijn gesprekken gestart over het opstarten van een zogenaamd
'binnenstads-fonds' (ondernemersfonds voor de binnenstad). Deze gesprekken moeten in
2014 leiden tot concrete voorstellen.
4. Bedrijvenlunches met specifieke - in Purmerend - aanwezige bedrijfssectoren worden door
de betrokkenen zeer gewaardeerd. Dergelijke lunches vinden 4x per jaar plaats en hebben
tot doel om het contact tussen gemeente en de ondernemers te verstevigen, en leiden in een
aantal gevallen tot concrete acties. Zo wordt met het ICT-bedrijfsleven onderzoek gedaan naar
de mogelijkheden tot het realiseren van een sterker netwerk dat specifiek gaat richten op het
verbeteren van de kwaliteit van de ICT-opleidingen, het benutten van de nieuwe innovatieve
mogelijkheden (onder meer Open Data) en het promoten van Purmerend als ICT-stad. Met de
sector 'transport en logistiek' wordt gewerkt aan het project stadsdistributie.
5. Door de Stichting Purmerend 2000 Plus, waarin naast de ondernemersverenigingen ook
de gemeente is vertegenwoordigd, is opdracht gegeven tot een inventarisatie en analyse van
alle projecten die tot doel hebben om het onderwijs op de arbeidsmarkt te laten aansluiten.
Resultaten worden in 2014 verwacht.
9.1.2
Prestatieveld Bedrijven en kantoren
Werkdoel
Het bevorderen van de aantrekkingskracht van Purmerend voor relatief arbeidsintensieve
bedrijven en kantoren.
N.B. Het uitgiftetempo van Baanstee-Noord alsmede de invulling van kantoren en winkels is
afhankelijk van marktontwikkelingen.
Centrale aspecten van de uitvoering
• betrekken van bedrijven bij beheer bedrijfsterreinen;
• bevorderen van de vestiging van - met name - arbeidsintensieve bedrijven en bedrijven die
een aantoonbare meerwaarde hebben ten opzichte van bestaande bedrijven.
Prestatie-indicatoren Bedrijven en
kantoren
2013
Uitvoering Plabeka afspraken/
gereed
afsprakenkader werklocaties voor regio
Waterland
2014-2016
Kernprestaties
• Het aantal werkelijke bedrijfsvestigingen op Baanstee-Noord blijft achter bij de prognoses.
Het is de bedoeling om in 2014 meer te doen aan het acquireren van bedrijven in de directe
regio en andere delen van Nederland (zie ook punt 2). Met de ISW-gemeenten zijn afspraken
gemaakt over de afstemming van bedrijvenlocaties in de regio Waterland. Uitwerking van
deze afspraken is in 2014 voorzien.
• In 2013 is een acquisitieplan voor de Baanstee-Noord opgesteld. Op basis van dit plan is
een acquisiteur aangetrokken die zich met name gaat richten op het werven van bedrijven in
andere delen van Nederland.
• Aan bedrijven op bedrijventerreinen Baanstee-West, -Oost en De Koog zijn in 2013
energiescans aangeboden. Dit project loopt in 2014 door. Op basis van energiescans krijgen
ondernemers zicht op het energieverbruik van hun bedrijf/bedrijven en de wijze waarop
energie kan worden bespaard. Tevens kan worden nagegaan of het mogelijk is collectieve
83
Programmarekening 2013 | De programma's
maatregelen te treffen. Dit project is mede mogelijk gemaakt met subsidie in het kader van
de provinciale regeling 'Herstructurering en Intensivering Ruimtegebruik Bedrijventerreinen
(HIRB)'.
• De werkgroepen voor de bestaande bedrijventerreinen, waarin ondernemers participeren,
functioneren naar tevredenheid. Deze werkwijze zal in de komende periode worden
voortgezet. Voor Baanstee-Noord wordt een parkmanagementorganisatie opgezet.
9.1.3
Prestatieveld Detailhandel en horeca
Werkdoel
Het bevorderen van de gemeente als aantrekkelijk koop- en uitgaanscentrum voor zowel de
eigen bevolking als voor de inwoners in de directe regio. Het realiseren van een adequaat
verzorgingsniveau op wijkniveau met voldoende perspectief voor ondernemers.
Centrale aspecten van de uitvoering
• het bevorderen van de vestiging van detailhandel- en horecabedrijven, onder meer door
vooraf duidelijkheid te bieden en ontwikkelingsgerichte bestemmingsplannen, visies en
beleid aan te bieden;
• het bevorderen van de koopkrachtbinding door het aanbieden van een aantrekkelijke
winkel- en horecastructuur;
• het bevorderen van een bruisend centrum.
Prestatie-indicatoren Detailhandel en horeca
2013
2014-2016
Horecabeleid
gereed
Het monitoren van de detailhandel en horeca in de binnenstad
gerealiseerd
Kernprestaties
• In 2013 is het beleid ten aanzien van perifere detailhandel vastgesteld.
• De gemeente heeft een inventarisatie met betrekking tot de aanbodstructuur voor dagelijkse
boodschappen opgesteld. In 2014 wordt bepaald of deze inventarisatie zal uitmonden in
een herbevestiging van het bestaande beleid dan wel een nieuwe beleidsvisie.
• Uit ervaringen van de gemeente met betrekking tot aanvragen van horecaondernemers is
gebleken dat de horecavisie niet meer in alle gevallen aansluit op de huidige ontwikkelingen.
In 2014 zal worden nagegaan of aanpassing van deze visie wenselijk is.
• De winkeltijden zijn in 2013 aangepast.
• De provincie heeft subsidie verleend voor het realiseren van een wifi-netwerk in de
binnenstad. Het is de bedoeling om dit netwerk in 2014 te verwezenlijken.
9.1.4
Prestatieveld Recreatie en toerisme (inclusief markten en evenementen)
Werkdoel
Het versterken van de infrastructuur voor dag- en verblijfsrecreanten in Purmerend en regio.
Centrale aspecten van de uitvoering
• realiseren en in stand houden van voldoende, goed gespreide, veilige en kwalitatief goede
recreatievoorzieningen in en rondom de stad;
• regionale marketing en promotie van Laag Holland;
• verbetering van de informatievoorziening aan bezoekers over het gehele gebied Laag
Holland;
• ontwikkeling van routes vanuit Purmerend (wandel-, fiets- en vaarroutes);
84
Programmarekening 2013 | De programma's
• stimulering van kwalitatief hoogwaardige evenementen en speciale markten met regionale
uitstraling;
• bevorderen van overnachtingsmogelijkheden;
• bevorderen van waterrecreatie.
Prestatie-indicatoren Recreatie en toerisme (inclusief markten en evenementen) 2013
2014-2016
Realisering ligplaatsvoorzieningen Noordhollands Kanaal en botenhelling
gereed
Kernprestaties
• De provincie heeft subsidie verleend voor de realisering van ligplaatsvoorzieningen en van
de botenhelling in het Noordhollands Kanaal. De uitvoering van deze voorzieningen gaat in
2014 van start en zal in 2015 gereed zijn.
• Evenementenvisie is uitgewerkt in een uitvoeringskader/leidraad dat inzicht geeft in de
wijze waarop de gemeente evenementenvergunningen toetst en beoordeelt. Verder is uit
onderzoek gebleken dat de evenementenorganisaties positief tot zeer positief zijn over de
werkzaamheden van de gemeentelijke evenementencoördinator. Het stimuleringsbudget
voor evenementen is vooral besteed aan nieuwe evenementen.
• Eind 2013 zijn er nabij het Bolwerk camperplaatsen gerealiseerd.
• In 2013 zijn er folders uitgebracht over voorzieningen voor mindervaliden en evenementen
in Purmerend. Verder heeft de gemeente geparticipeerd in de havengids voor de provincie
Noord-Holland, de Engelstalige folder over Laag Holland (Endless), de Laag Holland krant
en de Laag Holland app.
• Het VVV i-punt is in 2013 formeel geopend. Het bezoek aan dit VVV i-punt is vooral in de
zomermaanden van 2013 toegenomen. Bij deze bezoekers bestaat een grote behoefte aan
meer informatie over de OV-verbindingen van/naar Purmerend en over fietsroutes vanuit
Purmerend.
• Het ISW heeft in 2013 opdracht gegeven voor een onderzoek naar de marktruimte voor
verblijfsaccommodaties in de regio. Resultaten worden in 2014 gepresenteerd.
• De recreatieschappen zijn in 2013 samengevoegd. Verder is in 2013 de gebiedscommissie
Laag Holland opgericht waarin de gemeente Purmerend bestuurlijk en ambtelijk is
vertegenwoordigd.
• Het nader onderzoek naar andere locaties voor de weekmarkt in de binnenstad is uitgesteld
totdat duidelijk is hoe de herinrichting van de Westerstraat en de Nieuwstraat in het kader
van de herinrichting van de centrumring zal plaatsvinden. Verder zijn er initiatieven voor het
organiseren van een streekproductenmarkt.
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Afwijking
-1.048
-95
-1.168
-1.912
Baten
559
1.186
436
440
4
Saldo
-609
-726
-518
-609
-91
85
Programmarekening 2013 | De programma's
-954
Realisatie
2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
BV091 Economie
Lasten
Baten
-1.168
-1.912
-954
-1.048
-95
559
1.186
436
440
4
-609
-726
-518
-609
-91
EXPLOITATIE
Het saldo van dit programma wijkt € 91.000 nadelig af ten opzichte van de prognose van de 3e
Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 95.000 hogere lasten en € 4.000 hogere baten.
De hogere lasten worden voor een bedrag van € 77.000 verklaard door incidentele hogere
lasten voor de begeleiding van de aanbesteding van reclamemasten.
RESERVES
Er zijn geen reserves in dit programma.
VOORZIENINGEN
Er zijn geen voorzieningen in dit programma.
INVESTERINGEN
Niet van toepassing.
86
Programmarekening 2013 | De programma's
P�r�o�g�r�a�m�m�a
10
B E S T U U R � E N � C O N C E R N
Portefeuillehouder: D. Bijl en H. Krieger
Wat willen we bereiken met het programma
Bestuur en concern
Beoogd maatschappelijk effect beleidsveld 10.1 Bestuur en concern
De gemeente wil bekend staan als voorspelbaar, transparant en efficiënt als het gaat om het te
voeren beleid en de daarbij behorende prestaties. Bovendien doorstaat de gemeente de toets
van verantwoording achteraf door accountant en publiek goed. Hiervoor zetten het bestuur en
hun ondersteuning zich in.
Programma Bestuur en Concern hangt samen met de paragraaf Bedrijfsvoering, daarin staan
welke instrumenten, doelstellingen en verbeterprogramma’s de gemeente gebruikt om de
bedrijfsvoering op orde te krijgen en te houden.
Wat hebben we daarvoor in 2013 gedaan
10.1
Beleidsveld Bestuur en concern
10.1.1
Prestatieveld Burgers
Werkdoel
De gemeente is transparant en herkenbaar voor de burgers, als organisatie en als het gaat om
wie er wanneer en waarover besluit.
Kernprestaties
• Purmerend Totaal is acht maal uitgekomen en huis-aan-huis verspreid.
10.1.2
Prestatieveld Raad
Werkdoel
De raad stelt kaders voor de begrotingen het beleid en kan rekenen op tijdige verantwoording.
Kernprestaties
• De programmarekening 2012 is met een goedkeurende accountantsverklaring vastgesteld in
juni. Dit is een maand later dan beoogd, maar binnen de wettelijke termijn.
• De planning en control cyclus functioneert. Er is een kadernota opgesteld om kaderstellend
te sturen op de voorbereiding van de begroting. De begroting en rekening zijn tijdig en
compleet aangeboden.
87
Programmarekening 2013 | De programma's
• De raad heeft driemaal een bestuursrapportage ontvangen over de uitvoering van het beleid,
voorzien van redengevende verklaringen op de verschillen en risicoanalyse voor de verdere
uitvoering.
10.1.3
Prestatieveld College/Directie
Werkdoel
Efficiency in de bedrijfsvoering wordt bevorderd en getoetst.
Kernprestaties
• Er zijn in 2013 drie 213a-onderzoeken in uitvoering genomen: doeltreffendheid voorschoolse
educatie (VVE), evaluatie klachtenafhandeling en evaluatie sportbeleid. De eerste is
afgerond, maar in omvang teruggebracht vanwege de samenloop met een rapport van
de Onderwijsinspectie. De brief hierover is in het bezit van de Raad. De evaluatie van de
klachtenafhandeling is in concept gereed. De raad wordt hierover naar verwachting in het
eerste kwartaal van 2014 geïnformeerd. Evaluatie sportbeleid zal door het college van de
agenda worden gehaald.
Verder is de financiële verordening geëvalueerd (waaronder ook het 213a-onderzoek valt),
met inbreng van de Auditcommissie. Ook hierover wordt de Raad in het eerste kwartaal van
2014 geïnformeerd.
Daarnaast zijn in 2013 vaste producten als Purmerend in cijfers, de bevolkingsprognose
en de Omnibus opgeleverd. Purmerend in Cijfers wordt in 2014 digitaal aangeboden en
openbaar toegankelijk, vergelijkbaar met de websitetoepassing van het CBS. De uitkomsten
van de Omnibus zijn verwerkt in de programmarekening.
Wat heeft het gekost in 2013
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Lasten
Realisatie
2013
Afwijking
-11.042
-7.433
-7.530
-7.375
155
Baten
221
24
30
34
4
Saldo
-10.821
-7.409
-7.499
-7.341
159
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
(bedragen x € 1.000)
BV101 Bestuur & concern
Lasten
Baten
-11.042
-7.433
-7.530
-7.375
155
221
24
30
34
4
-10.821
-7.409
-7.499
-7.341
159
EXPLOITATIE
Het saldo van dit programma wijkt € 159.000 voordelig af ten opzichte van de prognose van
de 3e Berap. Dit wordt veroorzaakt door € 155.000 lagere lasten en € 4.000 hogere baten.
Hieronder worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht.
• Lagere lasten voor de Griffie en de Raad, € 111.000, doordat er in 2013 minder dan
gemiddeld activiteiten voor de Raad zijn geweest en de verwachting is dat met de nieuwe
Raad dat weer wordt opgepakt. Daarnaast heeft er door omstandigheden dit jaar minder
onderzoek plaatsgevonden door de secretaris-onderzoeker van de RKC. De afwijking heeft
een incidenteel karakter. Tevens is in de begroting 2014 al rekening gehouden met een
verlaging van de budgetten.
88
Programmarekening 2013 | De programma's
• Per saldo € 48.000 lagere lasten voor de overige onderdelen. Het grootste deel hiervan
heeft betrekking op het ISW en het Waterland archief (€ 28.000). Ook dit deel heeft een
incidenteel karakter omdat in de meerjarenbegroting al rekening is gehouden met het
goedkoper worden van de gemeentelijke organisatie.
RESERVES
Ultimo
2012
(Bedragen x € 1.000)
Bestemmingsreserve Werkbudget ombuigingen
Saldo
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
150
-
150
-
Bestemmingsreserve werkbudget ombuigingen
De reserve is ingesteld om de lasten te dekken van uitwerkingsonderzoeken voor de
taakstelling op de ambtelijke organisatie. Een deel van de taakstelling moet gerealiseerd
worden door het project Beter Werken. In 2013 zijn de kosten van de projectondersteuning
Beter Werken ten laste van het werkbudget ombuigingen gebracht. Ultimo 2013 is het saldo
van de reserve nihil en wordt de reserve opgeheven.
VOORZIENINGEN
(Bedragen x € 1.000)
Ultimo
2012
Voorziening wachtgeldverplichtingen wethouders
Spaarverlof Purmerend
Saldo
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
271
5
76
200
52
2
28
26
Voorziening wachtgeldverplichtingen
Voor de afwikkeling van de opgebouwde wachtgeldrechten van voormalige wethouders is een
voorziening ingesteld. Het risico ten aanzien van zittende bestuurders is meegenomen in de
risicoparagraaf Weerstandsvermogen. De voorziening wordt jaarlijks geactualiseerd op basis
van de ingeschatte aanspraak op wachtgeld van ex-bestuurders. In 2013 is het wachtgeld
van één voormalig wethouder ten laste van de voorziening gekomen. Het betreft verlengd
wachtgeld in verband met ziekte.
Voorziening Streekarchief Waterland, Spaarverlof
Deze voorzieningen worden niet binnen dit programma toegelicht. Deels door de geringe
impact, deels doordat het onderwerp onder de bedrijfsvoering valt en geen onderdeel is van de
mutaties op het programma Bestuur en concern.
SUBSIDIES
(Bedragen x € 1.000)
Voorziening Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing
Saldo
89
Programmarekening 2013 | De programma's
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
Ultimo
2012
Dotatie
2013
Onttrekking
2013
Ultimo
2013
2.592
165
-
2.757
4
ALGEMENE�DEKKINGSMIDDELEN
ALGEMEEN
De netto kosten van de gemeentelijke programma's worden gedekt uit de algemene middelen
van de gemeente. Het gaat dan om middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel
aan ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste
vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. De hoogte van de algemene uitkering
wordt door Het Rijk bepaald. De gemeente heeft ook de mogelijkheid om zelf inkomsten te
genereren door het heffen van belastingen. Het gaat dan met name om de onroerende zaak
belastingen. De opbrengst van belastingen kent, in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht
en afvalstoffenheffing, geen vooraf bepaald bestedingsdoel en behoren tot de algemene
dekkingsmiddelen. Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en
het renteresultaat verbonden aan de financieringsfunctie.
Tot de algemene dekkingsmiddelen behoren de baten en lasten van:
• lokale belastingen en heffingen;
• de algemene uitkering uit het gemeentefonds;
• het gemeentelijk financieringsbeleid waaronder de externe vaste geldleningen en de intern
verantwoorde bespaarde rente over de eigen financieringsmiddelen;
• de baten en lasten die verbonden zijn aan financiële deelnemingen;
• incidentele baten en lasten met betrekking tot voorgaande jaren;
• algemene baten en lasten waaronder onvoorziene inkomsten en nog te bestemmen
middelen (stelposten).
INHOUDELIJKE ONTWIKKELINGEN
Gemeentefonds
De landelijke ontwikkelingen en rijksbezuinigingen in 2013 hebben direct gevolgen gehad
voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds. De afgesproken toepassing van de
normeringssystematiek heeft in 2013 geleid tot een lagere uitkering dan begroot. In 2013 is de
gemeenteraad op diverse momenten geïnformeerd over de gevolgen op de uitkering uit het
gemeentefonds.
In de meerjarenbegroting 2014-2017 zijn alle effecten verwerkt. Voor het lopende jaar 2013
bleek eind december, dus na de derde bestuursrapportage, dat er nieuwe afwijkingen
optreden. Hieronder zijn laatste afwijkingen financieel toegelicht.
Stadsverwarming
De aandelen in Stadsverwarming zijn voor 100% in handen van de gemeente Purmerend.
Sinds 2012 is de deelneming gewaardeerd op € 38,28 miljoen. In 2013 hebben zich de
volgende ontwikkelingen voorgedaan:
1.
Energietransitie naar duurzaam opgewekte warmte. Sinds het besluit in juli 2012 om te
kiezen voor een eigen BioWarmteCentrale (BWC) die werkt op basis van de verbranding
van biomassa (schone houtsnippers) is veel inspanning geleverd. De aanbesteding van
de bouw is goed verlopen. De bouwactiviteiten liggen licht voor op schema en nog in het
tweede kwartaal van 2014 zal worden begonnen met het proefdraaien van de installatie.
2.
Warmtewet. In de laatste week van 2013 zijn de uitwerkingsbesluiten voor de Warmtewet
bekend geworden. Hiermee is een eind gekomen aan de jarenlange onzekerheid over de
gevolgen van de Warmtewet voor zowel het bedrijf als de klanten. Belangrijk onderdeel van
de uitwerking zijn de tarieven, die vanaf nu door de Autoriteit Consument en Markt (ACM)
worden vastgesteld en waarop toezicht wordt gehouden. Daarnaast kent de wet richtlijnen
90
Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen
over het eigendom van de afleverset. Financieel heeft het uitwerkingsbesluit gevolgen voor
zowel de klanten als het bedrijf. In de nieuwe meerjarenraming zijn deze effecten verwerkt.
3.
Verbetering warmtenet. In 2013 zijn extra investeringen gedaan om lekken in het
warmtenet te herstellen, doordat nieuwe technieken om lekken op te sporen middels
infraroodopnamen vanuit de lucht beschikbaar kwamen. De verwachting is dat het
terugdringen van het warmteverlies in het netwerk in 2016 wordt bereikt.
Resultaat 2013
In 2013 heeft de Stadsverwarming een verlies geleden van € 2,5 miljoen, dit is gelijk aan de
bijgestelde prognose voor 2013. Dit verlies is ten laste gebracht van het eigen vermogen van
de Stadsverwarming. Het eigen vermogen bedraagt nu € 33,8 miljoen. Het verlies werkt niet
door in de waarde van de deelneming op de balans van de gemeente. Om te beoordelen of dit
wel of niet het geval is wordt jaarlijks een zogenaamde impairment test uitgevoerd. De uitkomst
van de impairment test laat zien dat op de waarde van de activa van de BV Stadsverwarming
geen extra afschrijving hoeft te worden doorgevoerd.
Op basis van de meest recente meerjarenraming van de Stadsverwarming zal de BV vanaf
2018 uit de rode cijfers komen. In de periode daarna zal het eigen vermogen zich herstellen tot
ruim € 38,2 miljoen (de waardering bij de gemeente) en kan er dividend worden uitgekeerd. Het
afsluiten van de periode van voortdurende verliezen komt daarmee dichtbij.
Blijvende onzekerheden voor de Stadsverwarming zijn de hoogte van de inflatie en
het aantal graaddagen. Alles afwegend is er geen aanleiding meer om in het benodigd
weerstandsvermogen nog rekening te houden met een bedrag voor een eventuele afboeking
van de deelneming van de gemeente. In 2012 én in de programmabegroting 2014 was hiervoor
nog een bedrag van € 5 miljoen opgenomen.
FINANCIËLE TOELICHTING
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
Lasten
-2.039
-394
-1.699
-1.785
-86
Baten
97.846
96.036
94.287
95.313
1.026
Saldo
95.808
95.643
92.588
93.528
939
De algemene dekkingsmiddelen hebben een voordelig resultaat van € 939.000. De
belangrijkste elementen zijn:
• hogere baten gemeentefonds € 765.000;
• hogere baten eigen financieringsmiddelen, per saldo € 96.000;
• lagere baten lokale heffingen € 31.000;
• hogere lasten en hogere baten op nog te bestemmen middelen, per saldo € 40.000
voordelig;
• vrijval van het budget voor onvoorziene lasten € 50.000.
91
Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen
(bedragen x € 1.000)
Realisatie 2012 Begroting 2013 Begroting 2013
primitief
bijgesteld
Realisatie
2013
Afwijking
BV111 Lokale heffingen
Lasten
-32
-33
-33
-33
0
11.201
11.811
11.811
11.779
-31
11.169
11.777
11.777
11.746
-31
Lasten
35
1.704
382
226
-156
Baten
0
0
0
196
196
35
1.704
382
422
40
3
-11
-11
-1
10
79.319
79.105
78.055
78.820
765
79.322
79.093
78.043
78.818
775
Lasten
-315
-315
-299
-285
14
Baten
2.601
3.496
3.397
3.479
82
2.286
3.181
3.098
3.194
96
Lasten
-1.730
-1.688
-1.687
-1.690
-3
Baten
4.569
1.625
1.025
1.036
11
2.839
-62
-662
-655
7
49
Baten
BV112 Nog te bestemmen
middelen
BV113 Gemeentefonds
Lasten
Baten
BV114 Eigen
financieringsmiddelen
BV115 Deelnemingen
BV116 Incidentele baten en lasten
Lasten
Baten
0
-50
-50
-1
156
0
0
4
4
156
-50
-50
2
52
0
0
0
0
0
BV117 Begrotingsaldo
TOELICHTING PER PRODUCT
Hieronder wordt per product van de algemene dekkingsmiddelen de afwijking toegelicht. De
relevante afwijkingen zijn hieronder toegelicht.
Lokale heffingen
De baten zijn incidenteel € 31.000 lager dan begroot. Deze afwijking is het resultaat van een
hogere opbrengst uit OZB op niet woningen ( € 55.000), een lagere opbrengst uit OZB op
woningen ( € 74.000) en een lagere opbrengst uit precariobelasting (€ 13.000).
Het beleid inzake lokale heffingen is verder toegelicht in de paragraaf Lokale heffingen.
Ontwikkeling stelposten
Het resultaat nog te bestemmen middelen is in 2013 € 40.000 incidenteel hoger dan geraamd.
Dit wordt veroorzaakt door:
• Een deel van de taakstelling op de ambtelijke organisatie hier is begroot, terwijl de realisatie
plaatsvindt via de verantwoording van de afzonderlijke programma's. Dit verklaart de
afwijking van € 156.000 in de lasten.
92
Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen
• Een incidenteel voordeel van € 196.000 terugontvangen premie WAO/WIA 2013. Deze
teruggave is heeft plaatsgevonden eind 2013 door de belastingdienst en kan niet worden
toegerekend aan de individuele onderdelen van de ambtelijke organisatie.
Gemeentefonds
Uitkering uit het gemeentefonds
De uitkering uit het gemeentefonds is in 2013 verantwoord voor € 78,8 miljoen. Dit is € 765.000
hoger dan begroot en is in onderstaande tabel samengevat:
Uitkeringsjaar
Realisatie
Raming
Afwijking
2011
€ 538.196
€ 452.973
€ 85.223
2012
€ 118.700
€ 40.507
€ 78.193
2013
€ 78.162.641 € 77.561.028
€ 601.613
Totaal gemeentefonds
€ 78.819.537 € 78.054.507
€ 765.030
De miljoenennota 2014 is verwerkt in de septembercirculaire gemeentefonds 2013
en bijgesteld in de derde bestuursrapportage 2013. Naderhand heeft het kabinet een
Herfstakkoord gesloten met drie oppositiepartijen. Het aanvullende pakket maatregelen van
€ 6 miljard is qua hoogte intact gebleven, wel is een andere samenstelling gevonden. In de
decembercirculaire 2013 zijn de laatste bijstellingen verwerkt.
In 2014 kan nog een verrekening plaatsvinden op basis van de werkelijke rijksuitgaven.
Informatie hierover komt pas beschikbaar na afronding van de rekening 2013 en zal worden
betrokken bij de 2e bestuurrapportage 2014.
Uitkeringsjaar 2013
Het resultaat van de algemene uitkering 2013 wordt op basis van de laatste specificatie BZK
(2014-03: d.d. 20-02-2014) berekend op € 78.162.641. Ten opzichte van de raming betekent dit
dat de baten € 601.613 hoger zijn.
In 2013 is met betrekking tot de maatstaven € 69.000 meer ontvangen dan geraamd.
Daarnaast wordt de afwijking verklaard door een hoger accres van € 408.000 dat wordt
veroorzaakt doordat de extra middelen voor onderwijs op de rijksbegroting een jaar naar
voren zijn gehaald (van 2014 naar 2013) en de onderuitputting op departementale begroting.
Per saldo is er sprake van, en positieve bijstelling van, het accres 2013. Het restant wordt
verklaard door de toevoeging van gelden voor de decentralisatie-uitkeringen uitvoeringskosten
inburgering (€ 54.000) en de maatschappelijke opvang en OGGZ (€ 70.000). Deze middelen
konden in 2013 niet meer tot besteding worden gebracht en maken daarom onderdeel
uit van het financieel resultaat. Voorgesteld wordt om de middelen in 2014 te onttrekken
aan de algemene reserve en alsnog toe te voegen aan de budgetten voor de betreffende
beleidsvelden. Deze wijziging maakt onderdeel uit van de 1e bestuursrapportage 2014.
Nabetalingen over vorige jaren 2011 en 2012
De nabetalingen over de jaren 2010 en 2011 zijn € 163.416 hoger dan begroot. Deze zijn
ontstaan na de derde bestuursrapportage 2013 en worden veroorzaakt door bijstellingen
via de tussentijdse uitkeringsspecificaties en de decembercirculaire 2013. Dit betreft nadere
vaststellingen in de maatstaven belastingcapaciteit OZB (hogere baten € 113.415), lage
inkomens en aanpassingen in de uitkeringsfactor (hogere baten € 50.000).
Financieringsmiddelen
93
Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen
Door terughoudendheid bij het aantrekken van vaste geldleningen en gedurende 2013 meer
gebruik te maken van kasgeldleningen met een looptijd korter dan 1 jaar, is er een incidenteel
voordeel gerealiseerd van per saldo € 96.000.
Deelnemingen
De toelichting op de deelnemingen kan gelet op de geringe afwijkingen achterwege blijven.
Incidentele baten en lasten
Het saldo van incidentele baten en lasten geeft per saldo een voordeel van € 52.000. Dit is
inclusief een bedrag van onvoorziene uitgaven, die voldoen aan de volgende criteria:
• op het moment van totstandkoming van de begroting waren de kosten nog niet te voorzien;
• het is niet mogelijk om deze kosten te vermijden;
• de kosten zijn niet uit te stellen naar de toekomst voor afweging bij de volgende Kadernota.
In 2013 is de post onvoorzien van € 50.000 niet aangesproken door de raad en zijn kleine
afwikkelingen verantwoord met betrekking tot oude jaren met per saldo een voordeel van
€ 2.500.
RESERVES
(Bedragen x € 1.000)
Reserve afkoop geldleningen
Saldo
Ultimo
2012
Ultimo
2012
2.736
Dotatie Onttrekking Ultimo
2013
2013
2013
Dotatie Onttrekking
2013
2013
-
Ultimo
2013
754
1.982
Egalisatiereserve rente
Deze reserve is ontstaan door het sneller aflossen van de leningen door Wherestad, waardoor
er jaarlijks een nadeel is op de renteverschillen. Om dit nadeel op te vangen is de reserve
gevoed met de ontvangen boeterente van Wherestad. Jaarlijks wordt het gemiste voordeel aan
rente opgevangen door een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen
in de algemene dekkingsmiddelen (onderdeel eigen financieringsmiddelen). Dit is een jaarlijks
aflopende bedrag en eind 2018 zal de reserve volledig zijn besteed. Voor 2013 is een bedrag
van € 754.056 onttrokken.
94
Programmarekening 2013 | Algemene dekkingsmiddelen
5
H E T � F I N A N C I E E L
R E S U L T A A T � 2 0 1 3
ALGEMEEN
In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is bepaald
dat alle toevoegingen en onttrekkingen aan reserves altijd geschieden in het kader van
de resultaatbestemming (artikel 27 BBV). Daardoor worden ze niet als lasten of baten
gekwantificeerd. Dit betekent dat het resultaat vóór bestemming bestaat uit de resultante
van het totaal van baten en lasten volgens de diverse programma’s, de algemene
dekkingsmiddelen en onvoorzien (= resultaatbepaling). Daarna worden hierop de toevoegingen
en onttrekkingen aan de reserves verwerkt, waarna het uiteindelijke resultaat na bestemming
volgt (= resultaatbestemming). Aangegeven moet worden, voor welke programma’s deze
toevoegingen en onttrekkingen zijn. Resultaatbestemming is een bevoegdheid van de raad.
Alle stortingen in en onttrekkingen aan de reserves vereisen dus de goedkeuring van de raad.
Dit kan expliciet bij de resultaatbestemming in het kader van de rekening of vooraf bij de
vaststelling van de begroting
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves (algemene, egalisatie en bestemmingsreserves)
en het resultaat na bestemming, volgend uit de rekening (artikel 42 BBV). Het resultaat
na bestemming is in feite het saldo van het resultaat voor bestemming en de werkelijke
toevoegingen en onttrekkingen aan reserves, op grond van eerdere besluitvorming. In de
huidige terminologie is dit dan een rekeningresultaat waaraan nog geen bestemming is
gegeven en waarvoor in de aanbiedingsbrief een voorstel is gedaan voor de bestemming
ervan in de programmarekening. Op de balans wordt dit tot uitdrukking gebracht als
“rekeningresultaat” en behoort dus tot het eigen vermogen. De feitelijke bestemming van dit
saldo vindt pas plaats nadat de raad heeft besloten over een voorstel tot de bestemming
ervan.
In de programmarekening kunnen de toevoegingen en onttrekkingen aan elk van
de bestemmingsreserves worden verwerkt tot maximaal het bedrag dat via de
begroting(swijzigingen) door de raad is goedgekeurd voor de betreffende bestemmingsreserve.
Dit kan leiden tot begrotingsonrechtmatigheid. Voor 2013 zijn de bijstellingen middels de
tussentijdse bestuursrapportages tijdig aan de raad voorgelegd en geaccordeerd.
VOOR DE MUTATIES OP ONDERSTAANDE RESERVES GELDEN DE VOLGENDE CRITERIA:
Algemene reserve
Aan de algemene reserve wordt het voordelige rekeningresultaat toegevoegd of het nadelige
resultaat onttrokken van het voorgaande exploitatiejaar. Voor deze reserve is geen specifieke
bestemming en ze mag slechts worden ingezet als incidenteel dekkingsmiddel. In de
actualisatie van het beleid inzake reserves en voorzieningen heeft de gemeenteraad in 2012
bepaald dat de minimale omvang van de algemene reserve gelijk moet zijn aan het benodigde
weerstandsvermogen én minimaal € 15 miljoen bedraagt.
Egalisatiereserves
Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering, in de
resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door
95
Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013
de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. In
principe zijn de egalisatiereserves niet aan een termijn gekoppeld.
Bestemmingsreserves
Voor bestemmingsreserves geldt dat deze voor concrete, in principe binnen vooraf bepaalde
tijd te realiseren, door een door de raad vast te stellen doel zijn ingesteld. Reservevorming
dient hiervoor gemotiveerd noodzakelijk te zijn. Blijft realisatie binnen de gestelde termijn uit,
dan vindt opnieuw afweging door de raad plaats. Dit kan betekenen dat de reserve kan worden
gehandhaafd voor het doel waarvoor deze is gevormd, of dat de bestemming wordt veranderd
en de reserve om die reden kan worden opgeheven.
In 2013 zijn de volgende bestemmingsreserves afgesloten:
• reserve werkbudget ombuigingen;
• reserve aanval op de bijstand.
Daarnaast wordt voorgesteld om resultaatbestemming te onttrekken aan de
bestemmingsreserve Woonvisie, toe te voegen aan de bestemmingsreserve begraafplaats en
de NIEGG op de Sweelinckstraat stop te zetten.
RESULTAAT VOOR BESTEMMING
Het resultaat vóór bestemming wordt veroorzaakt door de afzonderlijke programma's (1 t/m
10) en het onderdeel algemene dekkingsmiddelen (inkomsten van de gemeente zonder vooraf
bepaald bestedingsdoel). Er is daarbij een verband tussen de mutaties op de reserves en de
uitgaven en ontvangsten in de programma's. Het resultaat vóór bestemming is toegelicht in de
hoofdstukken per programma en bij de algemene dekkingsmiddelen. Uit onderstaande tabel
blijkt dat het resultaat voor mutaties op reserves € 427.000 nadeliger is dan opgenomen in de
bijgestelde begroting 2013.
Tabel Totaaloverzicht baten en lasten per programma
Bedragen (x€ 1.000)
Primitieve begroting 2013
Lasten
01 Publieksdiensten
02 Samenleving
Baten
Begroot primitief bijgesteld 2013
Saldo
Lasten
Baten
Geboekt 2013
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
-7.357
3.455
-3.902
-7.344
2.488
-4.856
-7.306
2.317
-4.989
-95.803
34.239
-61.564
-96.868
38.821
-58.046
-94.909
38.608
-56.302
03 Wonen
-2.113
924
-1.189
-1.501
956
-545
-1.220
831
-389
04 Milieu
-13.884
13.000
-884
-13.158
12.759
-399
-13.064
12.723
-340
05 Bereikbaarheid
-4.079
2.656
-1.423
-3.800
2.640
-1.160
-3.447
2.394
-1.054
06 Beheer openbare ruimte
-23.515
9.166
-14.349
-23.391
8.796
-14.595
-24.139
9.398
-14.741
07 Ruimtelijke ordening
-20.518
21.282
763
-31.904
31.721
-183
-21.300
17.872
-3.428
08 Veiligheid
-8.254
215
-8.039
-8.274
220
-8.054
-8.343
315
-8.029
09 Economie
-1.912
1.186
-726
-954
436
-518
-1.048
440
-609
11 Bestuur en Concern
Resultaat programma's
Algemene dekkingsmiddelen
Resultaat voor mutatie reserves
Resultaat bestemming
Resultaat na mutatie reserves
96
-7.433
24
-7.409
-7.530
30
-7.499
-7.375
34
-7.341
-184.869
86.146
-98.723
-194.723
98.867
-95.855
-182.153
84.931
-97.222
-394
96.036
95.643
-1.699
94.287
92.588
-1.785
95.313
93.528
-185.263
182.182
-3.080
-196.421
193.155
-3.267
-183.938
180.244
-3.694
-397
3.478
3.080
-5.428
8.695
3.267
-2.641
3.074
433
-185.660
185.660
-
-201.850
201.850
-
-186.579
183.319
-3.261
Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013
RESULTAAT NA BESTEMMING
Het verschil tussen het resultaat vóór bestemming en het resultaat ná bestemming wordt
veroorzaakt door de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves. In de tabellen is
weergegeven hoe het rekeningresultaat 2013 na bestemming tot stand is gekomen. In tabel 1
wordt een overzicht gegeven van de mutaties op de bestemmings- en egalisatiereserves.
In tabel 2 wordt een overzicht gegeven van de mutaties op de algemene reserve en de
voorgestelde resultaatbestemming. De onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves
zijn conform de (bijgestelde) begroting 2013 verwerkt, omdat deze mutaties al door de
gemeenteraad zijn goedgekeurd. De mutaties die voortvloeien uit de bestemming van het
rekeningsresultaat 2012 maken hier deel van uit.
De afzonderlijke reserves en mutaties zijn toegelicht in de toelichting per programma en in
de bijlage "overzicht reserves en voorzieningen". Uit onderstaande tabel blijkt dat in 2013 in
afwijking van de bijgestelde begroting bijna € 310.000 minder is onttrokken en € 157.000 meer
is toegevoegd aan de bestemmings- en egalisatiereserves.
Tabel 1 Bestemming- en egalisatiereserves
(-/- = nadeel exploitatie en +/+ = voordeel exploitatie)
Programmanummer en
omschrijving
Resultaat programma's 1 t/m 13 (saldo van de baten en lasten)
Begroting
bijgesteld
2013
Rekening
2013
-95.855.059
-97.221.780
Algemene dekkingsmiddelen (saldo programma 14)
92.588.431
93.527.874
Resultaat VOOR bestemming 2013
-3.266.628
-3.693.905
Resultaatbepaling 2013 via egalisatiereserves:
Saldo onttrekking aan reserve Egalisatie afvalverwijdering
04. Milieu
229.560
189.441
Saldo toevoeging aan reserve Egalisatie Gemeentelijke watertaken
06. Beheer openbare ruimte
-68.182
-47.082
Saldo toevoeging aan reserve Begraafrechten
06. Beheer openbare ruimte
-18.096
-76.558
Saldo onttrekking aan reserve Rente
Algemene dekkingsmiddelen
754.056
754.056
897.338
819.857
Resultaatbepaling 2013 na mutaties egalisatiereserves
Resultaatbepaling 2013 via bestemmingsreserves:
Saldo onttrekking reserve af te stoten panden OHW
02. Samenleving
-
51.603
Saldo onttrekking aan reserve Aanval op de bijstand
02. Samenleving
250.000
250.000
Saldo toevoeging reserve herstructureringskosten WSW
02. Samenleving
-1.358.280
-1.405.496
Saldo lagere onttrekking reserve Woonvisie
03. Wonen
54.000
-72.588
Saldo onttrekking reserve beheer openbare ruimte
06. Beheer openbare ruimte
327.000
327.000
Saldo onttrekking reserve gronden
07. Ruimtelijke ordening
580.610
313.192
Saldo onttrekking werkbudget ombuigingen
10. Bestuur en Concern
149.760
149.763
Resultaatbepaling 2013 na mutaties bestemmingsreserves
Resultaatbestemming 2013 NA mutaties bestemmingsreserves
3.090
-386.526
-2.366.200
-3.260.574
Toelichting
Het resultaat voor bestemming bedraagt € 3.693.905 nadelig. Na de mutaties op de
bestemmings- en egalisatiereserves bedraagt het rekeningresultaat € 3.260.574. Na
bestemming van het resultaat resulteert er een onttrekking aan de algemene reserve van
€ 4.531.931.
Algemene reserve
De begrote onttrekkingen en toevoegingen, per saldo € 2.366.200 in 2013, aan de algemene
reserve zijn niet in de rekening 2013 verwerkt. Alleen voor die specifieke onderdelen waarvoor
97
Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013
in 2013 daadwerkelijk bestedingen op hebben plaatsgevonden zijn onttrokken. Voor 2013
is dit niet van toepassing. Het geheel van de overige extra afwijkingen aan onttrekkingen en
toevoegingen is dus te beschouwen als rekeningresultaat.
Tabel 2 Ontwikkeling algemene reserve en voorstel resultaatbestemming
Begroting
bijgesteld 2013
Resultaatbepaling 2013 via de algemene reserve:
Resultaat na mutaties bestemmingsreserves
Rekening 2013
-2.366.200
-3.260.574
Onttrekking Algemene reserve
2.366.200
-
Toevoeging Algemene reserve
-
-
-
-3.260.574
Resultaat na bestemming 2013
Programmanummer
en omschrijving
Voorgestelde bestemming resultaat:
Onttrekking bestemmingsreserve Woonvisie
03. Wonen
-
585.000
Toevoeging bestemmingsreserve begraafplaats
06. Beheer openbare ruimte
-
-1.448.337
Stopzetten NIEGG Sweelinckstraat
07. Ruimtelijke ordening
-
-408.020
Saldo voorgestelde mutaties rekening 2013
-
-1.271.357
Toevoeging Algemene reserve na resultaat bestemming
-
-4.531.931
Voorgestelde bestemmingsresultaat
Onderstaand wordt een toelichting gegeven op de voorgestelde onttrekkingen en
toevoegingen aan reserve. Deze zijn niet begroot en dus niet verwerkt in de rekening 2013. De
niet begrote mutaties worden vervolgens in het jaar 2013 verwerkt.
Bestemmingsreserve Woonvisie
Deze reserve is bedoeld voor investeringen in de volkshuisvesting en is gekoppeld aan
het gelijknamige beleidsplan dat in 2012 door de raad is vastgesteld. Gezien de huidige
ontwikkelingen op de woningmarkt is de verwachting dat de uitgaven de volgende jaren
langzamer zullen blijven gaan dan was voorzien. Voorgesteld wordt om een bedrag
van € 585.000 minder te onttrekken. In de eerste Berap 2014 zullen een aantal mogelijkheden
worden voorgesteld om de reserve Woonvisie anders in te richten.
Egalisatiereserve begraafplaats
Deze reserve is ingesteld in 2010 om het structurele beheer en onderhoud aan de
begraafplaats te kunnen bekostigen uit de meerjarig afgekochte grafrechten. Gebleken is van
de bestaande graven en urnnissen dat er een deel is weggelekt in het resultaat van voorgaande
jaren. Doordat de afdracht aan de egalisatiereserve begraafrechten in die jaren niet heeft
plaatsgevonden, is de omvang van de reserve op dit moment onvoldoende om dekking te
bieden voor de onderhoudskosten van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is
genomen. Dit leidt tot een structurele verslechtering van het exploitatiesaldo en daarmee tot
een vertekening van de kostendekkendheid. Daarom wordt voorgesteld om € 1.448.000 toe te
voegen.
Stopzetten NIEGG Sweelinckstraat 8
In november 2012 is J.P. Sweelinckstraat 8 aangewezen als ontwikkellocatie. Gebleken is dat
deze locatie een belangerijke functie heeft als groene ontmoetingsplek en speelplaats. Dit
heeft geleid tot een heroverweging van deze locatie als ontwikkellocatie. Voorgesteld wordt
98
Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013
om de aanwijziging als NIEGG-locatie ongedaan te maken en de boekwaarde ter waarde van
€ 408.000 volledig af te waarderen.
Het resultaat na bestemming
Het resultaat na bestemming van de reserves in 2013 bedraagt € 3.260.574 (nadelig) en is
als zodanig opgenomen in de aanbiedingsbrief ten geleide van de programmarekening 2013.
In de voordracht aan de gemeenteraad zijn een drietal bestemmingen voorgesteld voor een
totaalbedrag van € 1.271.357. Het restant van per saldo € 4.531.931 wordt onttrokken aan de
algemene reserve.
NA BALANSDATUM GEBLEKEN GEBEURTENISSEN
1. Programma 10 Bestuur en concern
1.
ISW bijdrage 2013: nog te ontvangen € 22.367,51 (voorschot/jaarrekening € 310.729,
definitief € 288.361,49).
2.
Streekarchief/Waterlands archief bijdrage 2013: nog te ontvangen € 3.044,93 (voorschot/
jaarrekening € 450.005, definitief € 446.960,07)
2. Labelling BTW en compensatiefonds
Eind maart 2014 is er een concept verslag ontvangen met betrekking tot het onderzoek BTW
labelling boekjaar 2011. Uit dit verslag is gebleken dat er mogelijk een financieel effect uit
kan komen van maximaal € 165.000 nadelig. Dit is veroorzaakt door onjuiste labelling voor €
6.000 en een factuur met onterechte btw van € 20.178 die uit de steekproef is gekomen en
geextrapoleerd wordt naar € 159.000.
1.
Deze constatering bespreken met de Belastingdienst in het kader van de entree naar het
horizontaal toezicht
2.
99
Een herhaling van de audit labelling en BCF aan de hand van 2014.
Programmarekening 2013 | Het financieel resultaat 2013
6
D E � P A R A G R A F E N
6.1
Lokale heffingen
De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in de gemeentelijke heffingen in totaliteit.
Het betreft hier zowel heffingen met een specifiek doel (retributies) als belastingen waarvan de
besteding niet gebonden is.
KOSTENDEKKENDHEID VAN DE HEFFINGEN
In de onderstaande tabel is inzichtelijk gemaakt welk percentage kostendekkendheid in de
bijgestelde begroting was geraamd en in de rekening is gerealiseerd.
Tabel kostendekkendheid product afvalverwijdering
Bedrag in €
Primitieve
begroting 2013
Bijgestelde
begroting 2013
Rekening
2013
12.447.335
11.719.130
11.636.327
1.171.354
1.261.973
1.261.973
Totaal lasten
13.618.689
12.981.103
12.898.300
Baten
12.979.748
12.751.543
12.708.859
Saldo
638.941
229.560
189.441
-/- 638.941
-/- 729.560
-/- 729.560
Dotatie egalisatiereserve
afvalverwijdering
-
500.000
540.119
Kostendekkenheid
-
-
-
100%
100%
100%
Lasten
Btw
Onttrekking egalisatiereserve
afvalverwijdering
Kostendekkendheid in %
Ultimo 2012 was € 759.356 beschikbaar in de egalisatiereserve afvalverwijdering. Hiervan is in
2013 € 638.941 onttrokken ten gunste van het tarief afvalstoffenheffing 2013, zoals besloten in
2012. Daarnaast heeft een extra onttrekking van € 90.619 plaatsgevonden ter compensatie van
de hogere btw component (verhoging van 19% naar 21%). Door de prognose van een positief
resultaat over 2013 werd € 500.000 aan de egalisatiereserve afvalverwijdering toegevoegd. Dit
bedrag is betrokken bij de tariefstelling van de afvalstoffenheffing 2014, evenals het saldo van
€ 29.796 van de egalisatiereserve afvalverwijdering.
In 2013 is een voordeel van € 40.119 behaald. Dit is toegevoegd aan de egalisatiereserve en
is beschikbaar voor de tariefstelling 2015, dan wel voor het opvangen van tekorten over 2014.
Het tarief van de afvalstoffenheffing 2013 is volledig kostendekkend.
Tabel kostendekkendheid product riolering
100
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Bedrag in €
Lasten
Btw
Primitieve
begroting 2013
Bijgestelde
begroting 2013
Rekening
2013
5.871.394
5.682.836
5.558.241
378.432
498.808
498.808
Totaal lasten
6.249.826
6.181.644
6.057.049
Baten
6.249.826
6.249.826
6.104.131
Saldo
-
-68.182
-47.082
Onttrekking egalisatiereserve riolering
-
-/- 168.818
-/- 168.818
Dotatie egalisatiereserve riolering
-
237.000
215.900
Kostendekkenheid
-
-
-
100%
100%
100%
Kostendekkenheid in %
In de berekening van het tarief van de rioolheffing is rekening gehouden met de btw die aan de
burgers wordt doorgerekend. Hierbij is rekening gehouden met een bedrag van € 0,4 miljoen
extra dekking als gevolg van btw (primitieve begroting). Voor uitgestelde werkzaamheden
uit 2012 is € 142.499 onttrokken uit de egalisatiereserve riolering ter dekking van de kosten
in 2013. Daarnaast is een bedrag van € 26.319 onttrokken voor gedeeltelijke compensatie
van de verhoging van de btw component (van 19% naar 21%). De totale verhoging van de
btw component bedroeg € 120.376. Door uitgestelde werken 2013 die in 2014 plaats zullen
vinden is € 237.000 gedoteerd aan de egalisatiereserve riolering. Over het jaar 2013 is op
het product riolering een nadeel van € 21.100 gerealiseerd. Dit nadeel wordt verrekend in de
egalisatiereserve riolering. Het tarief van de rioolheffing 2013 is volledig kostendekkend.
Tabel overige producten inzake kostendekkendheid
Product (bedragen in € 1.000)
Primitieve
begroting
2013
3e Berap
2013
Rekening
2013
Lasten
1.783
1.757
1.729
Baten
1.641
833
684
Saldo
142
924
1.045
92
47
40
Lasten
1.336
1.342
1.260
Baten
1.176
1.011
997
Saldo
160
330
262
88
75
79
Leges omgevingsvergunningen:
Kostendekkenheid in %
Leges Burgerzaken:
Kostendekkenheid in %
Onder de leges Burgerzaken bevinden zich de volgende producten die afzonderlijk bezien de
volgende kostendekkendheid hebben:
Product (bedragen in € 1.000)
Primitieve
begroting
2013
3e Berap
2013
Rekening
2013
Lasten
892
896
869
Baten
798
698
750
Saldo
94
198
119
Kostendekkenheid in %
89
78
86
Leges Reisdocumenten:
101
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Product (bedragen in € 1.000)
Primitieve
begroting
2013
3e Berap
2013
Rekening
2013
Lasten
444
446
391
Baten
378
313
248
Saldo
65
132
143
Kostendekkenheid in %
85
70
63
Lasten
868
817
799
Baten
802
502
591
Saldo
66
315
208
Kostendekkendheid in %
92
61
74
Lasten
276
217
193
Baten
191
191
160
Saldo
85
27
33
Kostendekkendheid in %
69
88
83
Leges Rijbewijzen:
Leges Begraafplaatsen:
Leges Markten:
De afwijkingen op de producten omgevingsvergunningen en burgerzaken zijn toegelicht in
Programma 1 en het product Begraafplaatsen in programma 6.
Voor de meeste legessoorten wordt het percentage kostendekkendheid beïnvloed door de
gerealiseerde verstrekte aantallen. Dit is variabel en niet altijd goed vooraf in te schatten. De
lasten zijn voornamelijk personeel en minder variabel.
Beleid ten aanzien van lokale heffingen
Het uitgangspunt bij heffing en inning van lokale belastingen is het leveren van kwaliteit en
continuïteit tegen zo laag mogelijke kosten. Het externe beleid is gericht op actieve informatie
uitwisseling op transparante wijze.
Overzicht diverse heffingen
Onroerendezaakbelastingen (OZB)
Onroerendezaakbelastingen zijn te onderscheiden in een eigenarenbelasting voor zowel
woningen als niet-woningen en een gebruikersbelasting voor alleen de niet-woningen.
De tarieven voor 2013:
Onroerendezaakbelasting (OZB)
Tarief
2013
Eigenaar woning
0,1028%
Eigenaar nietwoning
0,1763%
Gebruiker nietwoning
0,1670%
Bezwaarschriften 2013
Er zijn 755 bezwaarschriften binnengekomen naar aanleiding van de herwaardering van de
waardes van woningen en niet-woningen met waardepeildatum 1 januari 2012 (jaar ervoor 541
stuks). 13% hiervan (98 stuks) hadden betrekking op niet-woningen. Alle bezwaarschriften zijn
102
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
afgehandeld binnen de daarvoor wettelijke termijn. De WOZ waarden zijn in ongeveer de helft
van de gevallen aangepast.
Roerende woon- en bedrijfsruimtebelastingen
Deze belasting wordt ook wel de roerende zaakbelasting (RZB) genoemd, vanwege de
gelijkenis met de OZB. De belasting is per 2001 ingevoerd en vervangt het voormalige
liggeld voor woonschepen. Deze belasting wordt geheven van alle roerende zaken (bijv.
woonschepen, woonwagens en kiosken). De tarieven zijn gelijk aan die van de OZB.
Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen zijn te onderscheiden in een belasting voor feitelijk parkeren en een
belasting voor gemeentelijke parkeervergunningen. Beide dienen de regulering van het
parkeerbeleid. Jaarlijks wordt het maximumtarief van de naheffingsaanslag vastgesteld
bij Ministerieel Besluit. In 2013 zijn er bijna 4.600 naheffingsaanslagen opgelegd voor een
totaalbedrag van € 257.600.
Precariobelasting
Deze belasting moet worden betaald voor 'het hebben van voorwerpen op de openbare
gemeentegrond'. Tarieven zijn opgebouwd per periode en binnen/buiten Centrum gebied.
In 2013 zijn er aanslagen opgelegd voor een bedrag van € 210.000 tegenover € 216.000 in
2012.
Hondenbelasting
Iedere hondenbezitter in Purmerend betaalt hondenbelasting. Dit geld komt terecht in de
Algemene Middelen van de gemeente. Daaruit betalen we het schoonmaken van de openbare
ruimte en onderhoud aan voorzieningen, zoals uitlaatroutes en losloopgebieden. Maar ook
controle op hondenbezit en het naleven van de regels door het team Handhaving wordt
betaald van de hondenbelasting. Vrijgesteld van deze belasting zijn onder meer politiehonden,
Soho-honden en puppies jonger dan drie maanden. In 2013 heeft er weer een actieve huisaan-huis controle plaatsgevonden. Mede hierdoor is het aantal geregistreerde honden weer
gestegen. Het tarief bedroeg in 2013 € 66,48 per hond. In totaal is er € 358.000 in rekening
gebracht tegenover € 347.000 over 2012.
Kwijtschelding
Er kan gehele of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend voor de afvalstoffenheffing en
het rioolrecht gebruik. De redenen om verzoeken af te wijzen, zijn het beschikken over een te
ruime betalingscapaciteit, een te hoog inkomen of te veel vermogen. Onderstaande aantallen
zijn inclusief toegekende verzoeken voor voorgaande belastingjaren (2011 en 2012) .
Tabel kwijtschelding 2013
103
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Omschrijving
aantal
bedrag
bedrag
Verleend
1.711
551.877 1.711
84.468
636.345
Automatische kwijtschelding 2013
1.377
452.155 1.377
82.045
534.201
Kwijtschelding op verzoek
2012
481
137.903 481
20.904
158.807
Kwijtschelding op verzoek
2013
725
225.569 725
40.700
266.269
Totaal
Automatische kwijtschelding 2012
Rioolrecht
Afvalstoffenheffing (gebruik)
aantal
Totaal
2012
2.192
689.780 2192
105.372 795.152
Totaal
2013
2.102
677.725 2.102
122.747 800.472
In de bovenstaande cijfers is rekening gehouden met verruiming van de
kwijtscheldingsmogelijkheden met betrekking tot AOW'ers en de kosten kinderopvang. Voor
de kwijtschelding aan de zogenaamde ZZP’ers zijn nog geen cijfers te geven. De afhandeling
van deze verzoeken (10 stuks) vindt pas plaats als de betrokkenen de definitieve cijfers hebben
kunnen overleggen.
Stand van zaken afboeken oninbare posten
Van rechtswege bestaat de mogelijkheid om openstaande vorderingen tot 5 jaar terug te
incasseren. In 2013 zijn de oninbare posten over het jaar 2008 administratief afgeboekt.
Redenen dat opgelegde aanslagen oninbaar worden verklaard, zijn bijvoorbeeld dat burgers
verhuizen, zonder dat zij doorgeven waarheen. Ook maken burgers gebruik van WSNP (Wet
Schuldsanering Natuurlijke Personen). Bij bedrijven gaat het vaak om faillissementen. Voor
de gemeentelijke belastingen is 0,23% (in 2012 0,27%) van het totaal opgelegde bedrag
afgeboekt en voor de overige leges is 0,38% (in 2012 0,70%) van het opgelegde bedrag als
oninbaar afgeboekt.
6.2
Weerstandsvermogen en risico's
DOELSTELLING
De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat
is om niet begrote kosten te dekken. Door de beschikbaarheid van weerstandsvermogen
hoeft bij een financiële tegenvaller in de begrotingsuitvoering niet direct tot een bezuiniging
te worden overgegaan. Onderscheid wordt gemaakt tussen incidenteel en structureel
weerstandsvermogen. Het eerste is bedoeld voor eenmalige tegenvallers en het tweede voor
structurele tegenvallers. Het begrip weerstandsvermogen als volgt gedefinieerd:
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen:
A. De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente
beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken;
B. Alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen
zijn in relatie tot de financiële positie.
OMVANG WEERSTANDSCAPACITEIT
Tot de weerstandscapaciteit worden de algemene reserve, stille reserves en de onbenutte
belastingcapaciteit gerekend. Hoewel bestemmingsreserves in principe ook tot de
104
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
weerstandscapaciteit behoren worden ze niet meegerekend. Dit vanwege het feit dat
bestemmingsreserves niet vrij inzetbaar zijn zonder heroverweging van (politieke) keuzes en de
uitvoering van projecten ten laste van bestemmingsreserves al in gang gezet is.
De algemene reserve en stille reserves behoren tot de incidentele weerstandscapaciteit. Dit is
het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen, zonder
dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau. Voor de algemene
reserve geldt daarbij de kanttekening dat dit wel doorwerkt op omvang van leningen die de
gemeente aantrekt.
Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet
kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten
koste gaat van de uitvoering van de bestaande taken. In de literatuur wordt hiertoe soms ook
de bezuinigingsmogelijkheden die een gemeente heeft, gerekend. Bezuinigingsmogelijkheden
zijn echter niet met één raadsbesluit gerealiseerd, daarvoor is meer nodig aan voorbereiding en
uitvoering. Wel kan onbenutte belastingcapaciteit tot structurele weerstandscapaciteit worden
gerekend.
STILLE RESERVES
Stille reserves zijn de meerwaarden van activa die lager dan de werkelijke economische
waarde of tegen nul zijn gewaardeerd en die direct verkoopbaar zijn, zonder dat de normale
bedrijfsgang daaronder te lijden heeft. Dit betreft dan met name de nu door de gemeente
verhuurde, niet voor de openbare dienst bestemde gebouwen. Evenmin mogen deze
gebouwen in gebruik zijn bij maatschappelijke voorzieningen. In feite moet er sprake zijn
van bijna direct verkoopbare gebouwen. Ook als een gebouw onderdeel uitmaakt van de
voorgenomen te ontwikkelen gebieden, maakt het geen onderdeel uit van de stille reserves.
Op deze stille reserves wordt actief beleid gevoerd dat moet leiden tot afstoting en het
realiseren van een netto opbrengst. De af te stoten gebouwen worden afgestemd met de
gemeenteraad en de raming van de netto opbrengst is verwerkt in de meerjarenbegroting ten
gunste van de jaren waarin verkoop wordt verwacht.
Naast de af te stoten panden spelen ook nieuwe ontwikkellocaties een rol. Diverse
onderwijspanden hebben en gaan hun functie verliezen en komen in aanmerking voor
herbestemming. Indien tot volledige herontwikkeling van de betreffende locaties wordt
gekomen wordt hiermee de boekwaarde van de grond en opstallen plus de sloopkosten
goedgemaakt en kan er sprake zijn van een resterende winst. Deze locaties zijn betrokken
bij de Niet in exploitaie genomen gronden (NIEGG's). De mogelijke opbrengst is in financiële
termijnen beperkt tot enkele tonnen en komt beschikbaar als de ontwikkeling feitelijk heeft
plaatsgevonden.
ONBENUTTE BELASTINGCAPACITEIT
De onbenutte belastingcapaciteit van de gemeente Purmerend is het verschil tussen het
werkelijke tarief (on)roerende zaakbelastingen dat de gemeente heeft vastgesteld en het
tarief dat de gemeente minimaal zou moeten hanteren om in aanmerking te komen voor extra
steun van Het Rijk (de zogenaamde artikel 12 status). Daarnaast telt mee het verschil tussen
kostendekkende tarieven en de werkelijk gehanteerde tarieven. Omdat in Purmerend gewerkt
wordt met kostendekkende tarieven resteert als onbenutte belastingcapaciteit alleen de OZB.
De omvang van deze onbenutte belastingcapaciteit is afhankelijk van het gemiddelde dat
alle andere gemeenten hanteren als tarief voor de OZB. Uitgaande van het al voor 2014
105
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
vastgestelde OZB tarief is er een ruimte van circa € 0,8 miljoen, circa 8% van de huidige
opbrengst. Om in aanmerking te komen voor de zogenaamde artikel 12 status zou de OZB
daarna met nog eens € 0,8 miljoen omhoog moeten. Deze dekkingsmogelijk moet gezien
worden als een laatste oplossing in een noodscenario.
RISICO’S
Voor een goed begrip van wat er onder risico's valt en wat er niet onder valt, is de
onderstaande vuistregel behulpzaam:
Kortingen op algemene en specifieke uitkeringen
Voor kortingen op algemene (het gemeentefonds) en specifieke uitkeringen geldt dat deze
worden ingeschat en verwerkt in de begroting. Het weerstandsvermogen is nadrukkelijk niet
bedoeld als buffer hiervoor. De begroting moet hier dus op inspelen. Dat geldt ook voor de
risico's van het onvolledig kunnen declareren van uitgaven op specifieke uitkeringsregelingen.
Deze risico's kunnen vooraf worden ingeschat en hierop kan de administratieve organisatie
worden aangepast.
Kosten
Voor gebeurtenissen waarvan het zeker is dat ze zich voor gaan doen en waarvan de omvang
ook bekend is, worden voorzieningen ingesteld. Bij het weerstandsvermogen kunnen kosten
derhalve buiten beschouwing worden gelaten. De voorzieningen zijn ook daadwerkelijk op
orde.
Kleine risico's
Voor kleine risico's geldt dat de financiële betekenis hiervan niet zodanig materieel
is dat hiermee rekening moet worden gehouden bij de bepaling van het benodigde
weerstandsvermogen. In de begroting is een post onvoorzien opgenomen van € 50.000 om
gedurende het jaar hierop te kunnen antwoorden als inpassing van de uitgaven niet binnen een
programma is op te vangen. We hebben het dan niet over reguliere afwijkingen bij de uitvoering
van de begroting. Hiervoor geldt dat meerdere malen per jaar er bijstelling van de begroting
plaatsvindt.
Rampen en crisis
Voor rampen en crisissituaties geldt dat er een scala aan beheersmaatregelen is getroffen. Dit
betreft enerzijds het rampenplan waarmee aangegeven wordt hoe een (dreigende) ramp of
crisis te lijf wordt gegaan en anderzijds is er sprake van een verzekerd risic, en voor zover dit
niet het geval is zal worden teruggevallen op de Rijksoverheid. Uiteraard kan er sprake zijn van
een financieel nadeel voor de gemeente. De omvang hiervan is niet vooraf in te schatten en de
inpassingen zijn er hoe dan ook op gericht om een dergelijke schade te voorkomen, dan wel te
minimaliseren. Voor zover het in de beïnvloedingssfeer ligt van de gemeente wordt via de weg
van vergunningen en periodieke toetsing gezorgd voor het minimaliseren van de risico's.
Voor de bepaling van de wenselijke omvang van het weerstandsvermogen zijn de financiële
risico's in kaart gebracht. Bij deze risico's wordt een ondergrens gehanteerd van € 100.000.
Risico's onder deze grens worden hier verder niet toegelicht omdat het gaat om een lange
reeks van kleine risico's. Daadwerkelijke opgetreden risico's komen terug als afwijking in de
programmarekening ter verklaring van het resultaat.
106
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
De risico’s die bij deze paragraaf worden meegenomen zijn de niet reguliere, strategische, niet
kwantificeerbare risico’s. De reguliere horen immers in de begroting tot uitdrukking te komen.
Veelal kunnen deze via een verzekering worden afgedekt. Hieronder worden deze risico‘s
beschreven. Bij de risico’s geldt dat een inschatting gemaakt kan worden van de kans dat het
risico zich daadwerkelijk zal manifesteren en de omvang van het risico.
Om de risico’s op te vangen, zijn er verschillende maatregelen mogelijk:
• bijstelling van de geldende beleidskaders, hierdoor kunnen de uitvoeringskosten worden
beperkt. Dit kan bijvoorbeeld door de grenzen waarboven een bijdrage door de gemeente
wordt verleend, te verhogen;
• inkomstenverhogende maatregelen nemen indien de risico’s zich manifesteren op
onderdelen waar sprake is van kostendekkende dienstverlening;
• frequent(er) toetsen of het risico zich al voordoet en zo goed mogelijk maatregelen treffen
ter beheersing van de onzekerheden. Deze maatregel kan worden ingezet op die onderdelen
waarvan de uitkomst niet door de gemeente kan worden gestuurd, maar waarvan de
uitkomsten wel kunnen worden gevolgd. Het doel van de maatregel is dan het voorkomen
dat 'ongemerkt' de begroting en de werkelijkheid uiteen groeien en er nadelen optreden.
Bij het hierna wegen en waarderen van de risico’s is meegewogen dat de gemeente de
komende periode zware bezuinigingen moet doorvoeren. Zolang deze bezuinigingen niet
volledig zijn gerealiseerd zal het niet eenvoudig zijn om extra bezuinigingen te realiseren
die nodig kunnen zijn om structurele tegenvallers, zoals hieronder benoemd, op te vangen.
Daarom wordt in de weging van het benodigde weerstandsvermogen uitgegaan dat het steeds
drie jaar zal duren voordat een structureel effect van de risico’s kan worden gecompenseerd
met lagere uitgaven elders. In de opstelling is afgewogen of alle risico's zich gelijktijdig
kunnen en zullen voordoen. De risico's zijn daarom opgeteld. Zodra risico's zich daadwerkelijk
manifesteren wordt afgewogen of structurele maatregelen genomen moeten worden.
Het totaal aan benodigd weerstandsvermogen wordt eind 2013 ingeschat op € 8,1 miljoen.
Dit is lager dan de door de gemeenteraad vastgestelde minimale omvang van de algemene
reserve van € 15 miljoen. De algemene reserve komt na resultaatsbestemming eind 2013 uit
op € 12,3 miljoen. In het financieel perspectief 2014-2018 wordt aangegeven dat de reserve
zal groeien tot ruim € 21 miljoen in 2017. Het benodigde weerstandsvermogen is ruimschoots
afgedekt met de omvang van de algemene reserve.
Overzicht meegewogen financiële risico's:
107
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
1.
inkomsten leges omgevingsvergunningen, programma 1:
2.
verstrekkingen openeind regeling Wmo, programma 2:
3.
Wet werk en bijstand (inkomensverstrekking), programma 2:
4.
Sociale werkvoorziening, programma 2:
5.
Transities nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatiewet:
6.
Wijziging taken onderhoud onderwijshuisvesting:
7.
parkeeropbrengsten, programma 5:
8.
9.
€ 1,5
miljoen
€0
miljoen
€ 2,0
miljoen
€0
miljoen
€0
miljoen
grondexploitaties en NIEGGS, programma 7:
€ 0,6
miljoen
asbestsaneringen panden, programma 7:
€ 0,0
miljoen
10. wachtgeldregeling zittende bestuurders, programma 10:
€ 0,5
miljoen
11. vertraging realisatie bezuinigingen, diverse programma's:
€ 1,5
miljoen
12. deelneming BV Stadsverwarming, programma 11:
€ 0,0
miljoen
13. ontwikkeling lonen en prijzen, diverse programma's:
€ 0,6
miljoen
Totaal benodigd weerstandsvermogen:
€ 6,7 miljoen
1. Inkomsten leges omgevingsvergunningen
De inkomsten (voorheen: bouwleges) zijn relatief sterk afhankelijk van externe ontwikkelingen.
Voor de begrotingsuitvoering is dit een risico. Uitgegaan wordt van een kostendekkend tarief
en op grond hiervan wordt vooraf in belangrijke mate het niveau van uitgaven bepaald. Als het
aantal werkelijke aanvragen vervolgens sterk negatief afwijkt, dan is het niet goed mogelijk om
in gelijke mate alsnog de uitgaven te laten dalen.
De omvang van de afwijking kan gelet op de schommelingen in de afgelopen jaren variëren
van € 100.000 tot € 1.000.000. De kans dat de inkomsten afwijken van de begroting is
groot. Voor de komende jaren zijn de prognoses kritisch doorgenomen en is de tariefstelling
aangepast naar 3,9% als zijnde een kostendekkend niveau. Voor de komende jaren is de
geraamde opbrengst verlaagd van € 1,7 naar € 1,3 miljoen per jaar. De kosten zijn evenredig
teruggebracht. Ondanks deze maatregelen blijft het risico op lagere opbrengsten door
achterblijvende grote aanvragen bestaan.
In 2013 zijn voor € 0,6 miljoen leges opgelegd. Dit is € 0,2 miljoen minder dan geraamd in de
actuele begroting. Voor heel 2013 is er sprake van € 1,1 miljoen hogere lasten dan opbrengsten
uit leges. Dit nadeel is volledig verwerkt in de rekening 2013.
Voor de komende jaren bestaat het risico op lagere legesopbrengsten nog steeds. Hoewel in
de media wordt gesproken over economisch herstel, zal het mogelijk enige tijd duren voordat
wij dat in onze gemeente terugzien in aanvragen voor vergunningen voor grote bouwprojecten.
Mede gelet op het resultaat van 2013 wordt voor de komende drie jaar rekening gehouden met
mogelijk achterblijvende inkomsten. Vanwege de onvoorspelbaarheid van dit risico zijn wij voor
de bepaling van het beslag op het weerstandsvermogen uitgegaan van 3 jaar een gemiddeld
bedrag van € 500.000: € 1.500.000
Tegen een aantal afgegeven bouwvergunningen is bezwaar aangetekend. De berekening van
de kostendekkendheid wordt in het bezwaarschrift ter discussie gesteld. Tegen de uitspraak
'ongegrond', is bezwaarde inmiddels in beroep gegaan. De gemeente staat op het standpunt
dat de kostendekkendheid correct is bepaald en wordt gesteund door de VNG. Indien het
bezwaar wel wordt gehonoreerd moet maximaal € 1,2 miljoen worden terugbetaald. Dit risico is
108
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
niet betrokken in de bepaling van het benodigde weerstandsvermogen omdat wij van mening
zijn dat ook in beroep de bezwaarde in het ongelijk zal worden gesteld.
2. Wet maatschappelijke ondersteuning
In het kader van de Wmo biedt de gemeente tal van individuele en collectieve voorzieningen
aan. In de uitvoering van de begroting en de meerjarenraming is een belangrijk risico het
gebruik van deze voorzieningen door de doelgroep. In de meerjarenbegroting is rekening
gehouden met aanbestedingen en daarmee is het risico van stijgende prijzen in belangrijke
mate afgedekt. De omvang van het gebruik door de doelgroep laat zich moeilijker voorspellen.
De ervaring heeft geleerd dat kwalitatief goede voorzieningen leiden tot een hoger gebruik. Dit
risico erkennend, gaat de gemeente onverminderd door met het streven om de kwaliteit op een
hoog niveau te krijgen of te houden. De groeiende omvang van de doelgroep is in de begroting
verwerkt door rekening te houden met jaarlijkse stijging van het gebruik met 2%. Deze stijging
is gedekt uit de landelijk beschikbaar gestelde middelen via de integratieuitkering Wmo in het
gemeentefonds.
Na verwerking van de groei van de doelgroep en inflatie, is er een marge die oploopt tot
structureel € 0,5 miljoen in 2016. Deze marge is onder andere bedoeld om een sterkere stijging
van het gebruik dan begroot te kunnen opvangen, zonder direct over te hoeven gaan op
ingrijpen in het voorzieningenpakket of nieuwe taakstellingen elders in de begroting.
Voor de beheersing van de risico’s geldt dat afwijkingen in enig jaar geacht worden onderdeel
uit te maken van de reguliere bedrijfsvoering en dus worden opgevangen via de algemene
reserve en het weerstandsvermogen. Op de langere termijn worden de risico’s afgewogen via
de ruimte voor de Wmo als geheel en de inrichting van het voorzieningenpakket. Op basis van
de ervaringen tot en met 2010 werd een risico van circa € 300.000 op hogere uitgaven dan
begroot ingeschat. Dit risico heeft zich in 2011 en 2012 niet voorgedaan, er is zelfs sprake van
een forse onderschrijding.
In 2013 zijn de uitgaven wederom onder de raming in de begroting gebleven. Het verschil is
ongeveer 1%. Het risico vanuit de huidige Wmo is gering. Door de wijzigingen in de taken
en de kortingen op het budget kan deze situatie veranderen. Risico's moeten voor 2015 en
volgende jaren opnieuw worden ingeschat.
3. Wet werk en bijstand (Wwb)
Bij de uitvoering van de Wwb doen zich twee risico’s voor die van belang zijn voor het
meerjarenperspectief. Het betreft de cliëntenaantallen en de hoogte van de rijksbijdrage.
Allereerst de aantallen cliënten (65-) met een bijstandsuitkering: afwijkingen van het aantal
cliënten werken direct door in de uitgaven. De ontwikkeling van het aantal cliënten laat zich
moeilijk schatten. In de begroting wordt om die reden een marge in de uitvoering als afwijking
redelijk geacht.
Alvorens deze cliënten in aanmerking komen voor bijstand zijn er voorliggende voorzieningen,
zoals de werkloosheidsuitkeringen. Deze voorzieningen zorgen ervoor dat in een teruglopende
economie het aantal bijstandscliënten pas na enige tijd oploopt. In de begroting wordt
rekening gehouden met nog steeds stijgende aantallen uitkeringen, gemiddeld 30 per kwartaal.
Onzeker is hoelang de periode van economische verslechtering aanhoudt en of landelijk het
macrobudget voor het inkomensdeel voldoende wordt bijgesteld.
Het tweede risico is de ontwikkeling van de rijksbijdrage (inkomensdeel) Wwb. Deze bijdrage
wordt driemaal per jaar bijgesteld door de Rijksoverheid. In het verdeelsysteem voor de
109
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
rijksbijdrage is sprake van een aanpassing aan de landelijke omvang van de Wwb, en wordt de
daling of stijging van het aantal cliënten op het niveau van een individuele gemeente niet direct
verwerkt. Het verdeelsysteem dempt de schommelingen in de tijd.
Om het risico van de afwijkingen in de cliëntenaantallen en de omvang van de rijksbijdrage
zo goed mogelijk te volgen, wordt in de bestuursrapportages specifiek aandacht worden
besteed aan de bijstellingen. Voor de afwijkingen in enig jaar geldt dat deze moeten worden
opgevangen in het weerstandsvermogen van de gemeente.
Omdat de rijksbijdrage wordt aangepast op basis van de landelijke ontwikkelingen is er niet
alleen sprake van een risico maar ook van een kans. Als de ontwikkeling in Purmerend gunstig
afwijkt van de landelijke trend ontstaat hieruit een voordeel. Concreet is dit het geval als de
stijging in Purmerend minder groot is dan de landelijke trend of, in het geval van een daling, de
daling sterker is dan de landelijke trend.
Tot begin 2014 is het macrobudget steeds voldoende bijgesteld, dat wil zeggen Purmerend
ontvangt als aandeel uit het landelijke budget meer dan de werkelijke uitgaven aan bijstand.
Het risico in de uitvoering van het inkomensdeel van de Wwb kan oplopen van € 1,5 tot €
2 miljoen per jaar. De kans op afwijkingen is groot. In de situatie dat er sprake is van zeer
excessieve groei van het aantal uitkeringen, kan er een beroep worden gedaan op een
landelijke regeling.
Dit is een blijvend onderdeel in de onderbouwing van het weerstandsvermogen. Voor de
waardering van het risico wordt uitgegaan van afwijking over meerdere jaren.
Naast dit risico is er, zoals hierboven ook aangegeven, de kans dat de situatie in Purmerend
zich gunstig ontwikkelt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. In 2012 en 2013 was dit het
geval, dit is als voordeel verwerkt in de rekening. Ten opzichte van de actuele begroting is er in
2013 een kleine onderschrijding geweest: circa 0,3%.
Ook voor 2014 wordt een voordeel verwacht. Los van dit voordeel blijft de raming voor per
saldo hogere uitgaven gehandhaafd in het benodigd weerstandsvermogen omdat hiermee
uitdrukking wordt gegeven aan de risico's op langere termijn.
Op grond van de uitkomsten van 2012 en 2013, een overschot, en het groeiende
cliëntenbestand, wordt het risico gewaardeerd op € 2 miljoen.
4. Sociale werkvoorziening BaanStede
De sociale werkvoorziening kampt met tekorten als gevolg van een afbouw van de rijksbijdrage
per SW-dienstverband. Om deze tekorten te beperken wordt een herstructurering voorbereid.
De oplopende tekorten en maatregelen om het tekort te verminderen zijn verwerkt in de
programmabegroting. Daarbij is rekening gehouden met het bekostigen van de herstructurering
door de deelnemende gemeenten in de gemeenschappelijke regeling.
Met het nieuwe regeerakkoord zijn de oorspronkelijke bezuinigingen op de sociale
werkvoorziening weer in beeld gekomen. De opdracht is dan om in 6 jaar tijd toe te groeien
naar een lagere bijdrage per SW-dienstverband en een veel kleiner aantal dienstverbanden.
Deze nieuwe opgave moet worden ingepast in de structurele uitgaven van de begroting en kan
niet worden opgevangen met de inzet van weerstandsvermogen. Het opnemen van een apart
bedrag als weerstandsvermogen is daarom niet aan de orde. In 2013 geeft zich geen tekort
voorgedaan. De exploitatie is zelfs licht voordelig geweest en het beroep op middelen voor
herstructurering was ook lager dan begroot.
Voor de kosten van de herstructurering van BaanStede is een bestemmingsreserve gevormd.
5. Transities nieuwe taken Jeugdzorg, AWBZ en Participatie
Per 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de Jeugdzorg, een deel van de AWBZ en
uitbreiding van de participatie. Met deze taakoverdracht is een aanzienlijke uitbreiding van de
110
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
financiële verantwoordelijkheid gemoeid. De uitkering uit het gemeentefonds zal toenemen met
een bedrag van circa € 19,5 miljoen voor Jeugdzorg en € 15 miljoen voor AWBZ-taken.
Na de overdracht aan de gemeenten wordt door Het Rijk een forse efficiencywinst mogelijk
geacht. De over te dragen budgetten worden om die reden in de komende jaren ook weer
verlaagd.
In de programmabegroting 2015 kan een meer gefundeerde analyse gegeven worden
op de risico's. Voor incidentele risico's zal dit worden betrokken in het benodigd
weerstandsvermogen. Eventuele structurele tekorten moeten worden ingepast binnen de
begroting. Uitgangspunt is dat de gemeente uitkomt met de middelen die Het Rijk hiervoor
beschikbaar stelt.
6. Wijziging in de taken onderhoud onderwijshuisvesting
Per 2015 zal de uitkering uit het gemeentefonds worden verlaagd in verband met een
overheveling van budget van de gemeenten naar de schoolbesturen voor de uitvoering van
onderhoud aan de buitenkant van schoolgebouwen. In 2014 wordt nader in beeld gebracht
welke gevolgen er optreden in de afstemming tussen de gemeente en de schoolbesturen en
wat de mogelijke financiële effecten zijn. Een eventueel structureel tekort zal moeten worden
ingepast in de begroting. Als er sprake is van frictiekosten dan komen deze terug als onderdeel
van de begrotingsbehandeling 2015. Daarbij zal tevens inzicht worden geboden in de mate
waarin de gemeente in het verleden onderhoud heeft geactiveerd en of hieraan nog voor een
reeks van jaren rente en afschrijvingen verbonden zijn.
7. Parkeeropbrengsten
In de begroting wordt jaarlijks rekening gehouden met een bedrag van ruim € 2,0 miljoen
aan opbrengsten uit parkeergelden en naheffingsaanslagen. Dit bedrag is gebaseerd op de
opbrengst zoals die zich in de afgelopen jaren heeft voorgedaan. De opbrengst kan in enig jaar
ook tegenvallen doordat er minder gebruik wordt gemaakt van de mogelijkheid om betaald
te parkeren. In rekening 2012 is er een duidelijk lagere opbrengst voor het betaald parkeren
en eventuele naheffingsaanslagen gerealiseerd. Het verschil van ruim € 145.000 heeft een
structureel karakter. Deze afwijking is ook verwerkt in de begroting voor 2013 en volgende
jaren.
In de rekening 2013 doet zich een nieuwe onderschrijding voor van de opbrengst uit betaald
parkeren en de daaraan verbonden naheffingsaanslagen. De baten bleven in 2013 € 250.000
achter bij de raming. De lagere baten worden veroorzaakt door een veel kleiner aantal
naheffingsaanslagen dat in 2013 is opgelegd.
De lagere parkeeropbrengsten lenen zich niet goed voor een raming aan benodigd
weerstandsvermogen. De lagere opbrengst dient direct te worden verwerkt in de begroting
en het meerjarensperspectief. In het meerjarenperspectief is daarom rekening gehouden met
structureel € 0,25 miljoen lagere inkomsten.
8. Grondexploitaties en voorraad gronden
In de grondexploitaties doen zich drie soorten risico’s voor:
a. de ontwikkeling van de kosten van de grondexploitatie ten opzichte van de vastgestelde
grondexploitatie;
b. de afzetbaarheid van de gronden;
c. de nog niet in grondexploitatie opgenomen voorraad gronden.
Voor de drie lopende grondexploitaties geldt het volgende:
111
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
• Baanstee-Noord
Het risico bestaat dat de uitgifte van grond zich zal uitstrekken over een langere periode
dan opgenomen in de grondexploitatie (2029) of dat zelfs een deel van de gronduitgifte
helemaal niet plaatsvindt. In de meerjarenprognose grondexploitaties is dit risico inzichtelijk
gemaakt. Bij een geringe vertraging van 5 jaar neemt de netto contante waarde van de
grondexploitatie af, maar is er nog steeds zicht op een positief resultaat.
Indien een substantieel deel van de gronduitgifte uiteindelijk niet plaatsvindt is het effect
groter. Ook in deze situatie is er nog geen sprake van een verlies, de netto contante waarde
van de grondexploitatie neemt dan wel af tot een bedrag kleiner dan € 1,0 miljoen.
• Wheermolen West
Voor Wheermolen West geldt dat er reële risico's zijn waarvoor afdekking met
weerstandsvermogen noodzakelijk is. Er zijn weliswaar kansen om het gebied Parkzone in
combinatie met de NIEGG Driehoek tot een financieel sluitend resultaat te brengen, maar
de bewegingsruimte daarbinnen is klein. Het bedrag waarvoor het gebied wordt meegeteld
in het benodigd weerstandsvermogen wordt hier niet apart vermeld omdat dit gevoelige
informatie is voor marktpartijen.
• Weidevenne
Deze grondexploitatie wordt naar verwachting afgesloten in 2018. Dit is twee jaar later dan
in de begroting is aangenomen. In 2013 is er geen winstneming geweest omdat de marges
op nog te realiseren lasten en baten die bij de berekening in acht worden gehouden, dit niet
toestaan.
In de actualisatie van de grondexploitatie is de winstneming nog steeds mogelijk en zelfs
iets groter dan vorig jaar in de begroting geraamd. Verliezen uit deze grondexploitatie
worden niet verwacht. Als de winstneming in de komende jaren lager uitvalt, werkt dat door
in het rekeningresultaat en zal de algemene reserve minder aangroeien.
• Kop van West
Voor de Kop van West geldt dat de grondexploitatie in 2013 is vastgesteld. Het verwachte
verlies is direct verwerkt in de rekening 2013, conform het raadsbesluit. In 2013 en
2014 worden nadere uitwerkingen gemaakt voor de invulling van het gebied en is
er nog geen nieuwe informatie die leidt tot opname van een bedrag in het benodigd
weerstandsvermogen.
NIEGG's
In de meerprognose grondexploitatie is een apart hoofdstuk opgenomen voor de Niet in
exploitatie genomen gronden (NIEGG's). Op een tweetal locaties leidt dit tot een expliciet
risico. Voor wat betreft de locatie Sweelinckstraat is in de resultaatbestemming van het
rekeningresultaat 2013 voorgesteld de boekwaarde volledig af te schrijven. Hiervoor
hoeft in deze paragraaf niet aanvullend rekening te worden gehouden met benodigd
weerstandsvermogen.Omdat NIEGG's met een potentieel voordelig resultaat niet kunnen
worden meegewogen, zal een eventueel verlies direct doorwerken in het rekeningresultaat.
Op grond van de huidige inzichten wordt in het benodigd weerstandsvermogen rekening
gehouden met het niet kunnen goedmaken van de boekwaarde en de plankosten.
Voor het geheel van de grondexploitaties en NIEGG's wordt rekening gehouden met een
bedrag van € 0,6 miljoen aan benodigd weerstandsvermogen.
9. Asbestsanering
In 2011 en 2012 hebben zich onvoorziene situaties voorgedaan bij onderwijspanden als gevolg
waarvan er substantiële kosten zijn gemaakt voor asbestsanering. Voor een aantal panden
112
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
heeft nader onderzoek plaats gevonden naar de aanwezigheid van asbest en de kosten die
moeten worden gemaakt bij sanering.
Uit het onderzoek bleek dat de mogelijk te maken kosten € 400.000 kunnen zijn. Gekozen kan
worden om deze uitgaven uit te stellen tot het moment waarop ook andere werkzaamheden in
de betreffende panden plaatsvinden en de werkzaamheden zolang mogelijk uit te stellen. Deze
afweging neemt het risico op het doen van niet begrote uitgaven niet weg. Om die reden is er
bij de vaststelling van de programmarekening 2013 een bestemmingsreserve sanering asbest
ingesteld. Hierin is € 400.000 opgenomen.
Het apart aanhouden van een bedrag als benodigd weerstandsvermogen is daarom niet meer
aan de orde.
10. Wachtgeld zittende collegeleden
De maximale aanspraak die niet is afgedekt in een voorziening bedraagt circa € 1,0 miljoen.
Dit is maximale opbouw aan het eind van deze bestuursperiode. In de praktijk zal dit anders
uitvallen, afhankelijk van de verdiensten van ex-bestuurders in een nieuwe betrekking. Mede
om deze reden is het binnen de regelgeving niet toegestaan om op voorhand een maximale
voorziening te treffen. Op het moment dat ex-bestuurders daadwerkelijk aanspraak op
wachtgeld maken, zal de omvang daarvan moeten worden bepaald en ten laste van de
exploitatie worden gebracht. De omvang van de voorziening wordt vervolgens jaarlijks opnieuw
getoetst aan de hand van de werkelijke situatie van de betreffende ex-wethouders.
Als benodigd weerstandsvermogen wordt rekening gehouden met een mogelijke aanspraak
van 50%: € 0,5 miljoen. Het percentage van 50% is niet exact onderbouwd.
11. Vertraagd realiseren van taakstellingen en bezuinigingen
Bij de uitvoering van de begroting doen zich elk jaar vertragingseffecten voor in de realisatie
van nieuwe uitgaven en bezuinigingen. De begroting van Purmerend bevat relatief weinig
nieuwe uitgaven en relatief omvangrijke bezuinigingsopdrachten. Bij het opstellen van de
begroting wordt getracht de bezuinigingen zo realistisch mogelijk te begroten en rekening te
houden met vertragingen. Toch kunnen zich in de praktijk nog steeds vertragingen voordoen.
Ook kunnen zich frictiekosten voordoen bij het afbouwen van de ambtelijke organisatie in de
vorm van extra opleidingskosten en vertraging in het vinden van een andere werkplek. Voor dit
element moet rekening gehouden worden met een vast bedrag in het weerstandsvermogen.
Dat kan pas worden losgelaten als de vertragingen zich niet meer voordoen. De omvang
van het bedrag is niet goed te onderbouwen. Begin 2011 is uitgegaan van een bedrag van €
3,5 miljoen om mee te nemen in de bepaling van het weerstandsvermogen. In de begroting
2012 was dit bedrag al verlaagd naar € 2,5 miljoen. Voor de komende jaren is het risico
van vertraging kleiner geworden, maar nog niet helemaal weggenomen. Het risico houdt
verband met het tempo waarin de gemeentelijke organisatie kleiner wordt en de tot medio
2017 doorlopende huur van het gebouw Marktplein. De gemeente wil het pand verlaten en de
activiteiten van de afdeling Werk en Inkomen onderbrengen in het stadhuis. Dit leidt tot een
structurele besparing die al in de begroting is verwerkt. De nog tot medio 2017 doorlopende
huurlasten voor Werkplein zijn in de begroting verwerkt voor in totaal € 1,0 miljoen.
113
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
In het weerstandsvermogen wordt nu nog rekening gehouden met € 1,5 miljoen als mogelijke
effect van het later realiseren van besparingen. Dit betreft zowel de gemeentelijke organisatie
als de externe uitgaven.
12. BV Stadsverwarming Purmerend
De activiteiten voor de stadsverwarming zijn per 2007 ondergebracht in de BV
Stadsverwarming Purmerend. De BV is bij de gemeente gewaardeerd voor ruim € 38 miljoen.
Dit is gelijk aan het eigen vermogen in de jaarrekening 2011 van de BV.
Tegenover de waardering bij de gemeente staan langlopende geldleningen. Omdat de BV geen
winst maakt, staat tegenover de rentelast voor de deelneming geen dividendopbrengsten. Met
het onderbrengen in de BV heeft de gemeente de oude stadsverwarming feitelijk verdeeld in
twee risico’s.
Allereerst is dit het risico dat de BV onvoldoende winst maakt om dividend over de deelneming
uit te keren. De waarde van de deelneming tegen 4% vergt jaarlijks een dividend van ruim €
1,5 miljoen. Tot en met 2018 wordt in het meerjarenperspectief geen rekening gehouden met
dividend.
Er is een transitieprogramma voor de stadsverwarming dat ertoe moet bijdragen dat de BV een
gezonde onderneming wordt die jaarlijks ook aan de aandeelhouder een redelijke vergoeding
kan uitkeren. Het transitieprogramma is in het najaar van 2010 goedgekeurd. In dit programma
is sprake van een goed toekomstperspectief na een reeks van verliesgevende jaren waarin
het eigen vermogen daalt. Sindsdien is duidelijk geworden dat de aannames zich structureel
hebben verbeterd. Toch zullen er nog een paar jaar zijn waarin het bedrijf een negatief resultaat
maakt. Dividend wordt verwacht vanaf het jaar 2019.
Aan Stadsverwarming is gevraagd om een deel van de jaarlijkse vergoeding vorm te geven
als een zogenaamd cumulatief preferent dividend. Dit betekent dat de gemeente dit dividend
ontvangt zodra er winst wordt gemaakt en dat dit dividend ook voor de jaren 2013 tot
en met 2018 wordt opgebouwd. Alvorens er tot uitkering kan worden overgegaan zal er
winst moeten worden gemaakt. Uitkeringen groter dan de daadwerkelijk winst zijn niet
toegestaan. Dit 'winstrecht' kan niet worden verwerkt in de gemeentelijke resultatenrekening.
Feitelijk is er sprake van stille reserve die pas wordt gerealiseerd op het moment dat de BV
Stadsverwarming daadwerkelijk positieve resultaten boekt.
Begin 2014 is inmiddels ook de warmtewet ingevoerd en zijn daarop de voorwaarden en
tarieven door Stadsverwarming aangepast. Dit alles is verwerkt in de meerjarenprognose
2014 - 2017 die eind 2013 is vastgesteld. Deze prognose biedt, inclusief de toegekende SDE+
subsidies een hard vooruitzicht op renderend bedrijf.
Hiermee zijn nog niet alle risico’s gekeerd. Het belangrijkste risico dat resteert is de
ontwikkeling van de inflatie voor algemene pijzen en specifiek de gasprijs. Op basis van de
huidige inzichten zijn alle investeringen die de stadsverwarming doet bedrijfseconomisch
rendabel. Bij het terugverdienen van de investeringen horen wel aanloopverliezen waardoor
het eigen vermogen eerst daalt en zich daarna weer herstelt. Hierdoor zal er de komende jaren
een verschil ontstaan tussen de waardering bij de gemeente en het in het bedrijf beschikbare
eigen vermogen. Jaarlijks wordt met behulp van een impairment test getoetst of er reden is
om de activa van de stadsverwarming af te waarderen en daarmee ook de deelneming van de
114
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
gemeente in de stadsverwarming. Op grond van de impairment test is er geen reden om over
te gaan tot afwaardering.
Tot slot bestaat altijd het risico dat in enig jaar er minder graaddagen (koude dagen) zijn dan
gemiddeld per jaar opgenomen in meerjarenprognose.
Waardering van het risico: Op grond van de meest recente inzichten is er geen aanleiding
meer om in het weerstandsvermogen rekening te houden met mogelijk verlies als gevolg van
afboekingen op de waarde van de deelneming. Dit is voor 2013 bevestigd in de uitkomsten van
de impairment test.
13. Nominale ontwikkelingen loon en prijzen
In de begroting is gerekend met een stijging van de loonkosten van 1,5% per jaar. De uitkomst
van de loonstijging is afhankelijk van de onderhandelingen tussen de werkgevers en de
werknemers. Een complicerende factor in de berekeningen voor de loonstijging is het effect
van met name de premies voor pensioen en de volksverzekeringswetten.
Premies worden aangepast zonder directe invloed van de gemeente en staan het laatste
jaar onder grote druk. Deze druk wordt veroorzaakt door de lage rentestand, de discussie
over de verhoging van de pensioenleeftijd, de stijgende levensverwachting en de behaalde
rendementen bij de pensioenmaatschappij. Voor de volksverzekeringswetten geldt dat de
stijgende uitgaven voor de zorg ook worden doorvertaald in hogere werkgeverslasten.
Voor de begroting is relevant dat indien de bruto-brutoloonstijging 0,5% hoger ligt dan
aangenomen, dit doorwerkt op de gemeentebegroting voor circa € 0,3 miljoen. In deze €
0,3 miljoen is verwerkt dat de tarieven gedurende het begrotingsjaar niet kunnen worden
aangepast en dat de afspraak geldt dat de nominale stijging van subsidies is gekoppeld aan
het looneffect van de ambtenaren.
Het jaar daaropvolgend zal de hogere stijging wel in de tarieven zijn verwerkt en resteert er een
gat van € 0,26 miljoen. Voor de eerste twee jaar samen bedraagt het risico bij 0,5% verschil €
0,56 miljoen.
Een alternatief voor de raming is het op voorhand rekening houden met grotere stijgingen van
de lonen en prijzen, dit heeft als keerzijde dat er een groter beroep wordt gedaan op structurele
begrotingsruimte.
In bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit wordt de schommeling van de loon en
prijzen meegewogen voor € 0,6 miljoen.
RISICO'S OP EIGENDOMMEN
Hierbij moet met name gedacht worden aan schade door ontvreemding, brand, storm en
dergelijke, waar de gemeente overigens voor verzekerd is. De gemeente-eigendommen
dienen periodiek opnieuw te worden getaxeerd. Mutaties in waarde kan leiden tot forse
premieaanpassing. De verzekeringsmaatschappij beveelt aan eenmaal in de zes jaar een
algehele hertaxatie uit te voeren. Verwacht wordt dat de hertaxaties in juni 2014 zullen worden
uitgevoerd. In het weerstandsvermogen is geen aparte component hiervoor opgenomen.
RISICO'S OP BEDRIJFSVOERING
Bedrijfsvoering
Hiermee wordt vooral bedoeld de wijze waarop de informatievoorziening, de administratieve
organisatie en de interne controle gestalte hebben gekregen. Concrete risico’s zijn overigens
op dit punt niet te kwantificeren. Indirect kunnen zich financiële tegenvallers of claims van
115
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
derden voordoen, indien de ambtelijke en bestuurlijke contacten naar buiten daar aanleiding
toe geven.
Urentoerekening aan gesloten budgetten en investeringen
In de programmabegroting is voor een bepaald bedrag aan organisatie-uren toegerekend
aan investeringen en gesloten budgetten (grondexploitaties, afval en riolering). Indien
deze werkzaamheden niet of deels tot uitvoering komen, komen de bij de desbetreffende
investeringen geraamde uren ten laste van de exploitatie. Hierop wordt via tussentijdse
informatie zo goed mogelijk gestuurd. Het risico in enig jaar wordt gerekend tot de reguliere
uitvoeringsrisico's.
6.3
Onderhoud kapitaalgoederen
Klein (dagelijks) onderhoud
Dit is het reguliere dagelijks onderhoud dat noodzakelijk is om het object in goede staat
te houden en komt jaarlijks terug. Deze lasten worden in de begroting opgenomen en dus
rechtstreeks ten laste van de exploitatie gebracht.
Planmatig onderhoud (niet levensduurverlengend)
Dit is onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het eigendom
wordt uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Deze lasten,
waaronder het binnenschilderwerk, worden niet aangemerkt als levensduurverlengend.
Niet elk jaar is hiervoor een gelijk bedrag nodig. Voor het egaliseren van de lasten in de
gemeentebegroting wordt voor vastgoed gebruikgemaakt van voorzieningen. Het bedrag
dat in de begroting is opgenomen moet toereikend zijn voor de gemiddelde uitgaven aan
planmatig onderhoud over deze periode. In een jaar dat er minder nodig is, wordt er aan
de voorziening gedoteerd en in een jaar dat er meer dan het gemiddelde nodig is, wordt er
onttrokken. In principe heeft de voorziening nooit een negatief saldo. Hierdoor komt er een
beter en evenwichtiger begrotingsbeslag. Deze voorzieningen worden onderbouwd met een
meerjarenonderhoudsplan, per object, dat periodiek wordt geactualiseerd. Het werken met
voorzieningen is toegestaan in het Besluit Begroting en Verantwoording en heeft als voordeel
dat hiermee zowel de programma’s als het rekeningresultaat een rustiger beeld tonen en
eenvoudiger leesbaar worden. Voor de verschillende kapitaalgoederen wordt hieronder steeds
vermeld welk budget voor regulier onderhoud is opgenomen.
Planmatig groot onderhoud (levensduurverlengend)
Dit betreft de uitgaven voor planmatig groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van
daken, dakbedekking, elektrische installaties en vloeren. Uitgaven boven de € 25.000 worden
geactiveerd mits het oorspronkelijke onderdeel ook is afgeschreven. In deze paragraaf is de
staat van onderhoud van de volgende kapitaalgoederen opgenomen:
1. Wegen
2. Riolering
3. Openbare verlichting
4. Kunst- en waterwerken
5. Groen
6. Begraafplaatsen
7. Sportfaciliteiten
8. Gebouwen
9. Wagenpark
116
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Algemeen – Onderhoudsniveau van kapitaalgoederen in de buitenruimte
In het verleden is onderzoek gedaan naar de benodigde en beschikbare budgetten voor
onderhoud van de kapitaalgoederen. Samen met de gemeenteraad is het gewenste
onderhoudsniveau vastgesteld. In de studie zijn de budgetten voor onderhoud aan het areaal
wegen, kunstwerken en groen aangepast aan de groei van het areaal als gevolg van de
stadsuitbreiding. Daarnaast is er berekend wat de verschillende kwaliteitsniveaus kosten.
De uitkomsten hiervan zijn betrokken bij de keuzes in de kadernota 2009-2016. Gekozen is
voor een niveau van onderhoud dat gelijk blijft aan het huidige niveau en dat achterstanden,
onder andere als gevolg van areaaluitbreidingen, ten opzichte van het gekozen niveau worden
ingelopen. Voor de beleidsterreinen straatreiniging en wegmeubilair wordt uitgegaan van een
onderhoudsniveau dat verantwoord is maar geen extra financiële middelen vraagt.
In 2014 zal een nieuwe toetsing van het onderhoudsniveau plaatsvinden, daarin zullen, naast
de effecten van de besparingen in de afgelopen jaren, ook de effecten van de vanaf 2015
opgenomen besparingen worden meegenomen.
In principe is er geen sprake van grootschalig achterstallig onderhoud van de kapitaalgoederen
in de openbare buitenruimte. Wel zal, als gevolg van de reguliere onderhoudscycli,
tijdelijk voor een bepaald goed een lager niveau van kwaliteit aanwezig zijn omdat
onderhoudswerkzaamheden pas plaats zullen vinden als het kwaliteitsniveau onder het
gewenste niveau daalt. Hiermee wordt kapitaalvernietiging voorkomen.
1. Wegen
Om te komen tot een optimaal beheer van de Purmerendse wegen is begin 2011 een
Beheerplan Wegen opgesteld. Dit plan is een nadere uitwerking van de door de gemeenteraad
vastgestelde kwaliteitsambities. Voor wegen geldt een minimaal kwaliteitsniveau C ('matig'),
conform de CROW normering. Op basis van tweejaarlijkse visuele inspecties van het
wegenareaal en het beheerpakket wegen wordt het planmatige groot onderhoud in beeld
gebracht. De werkplanning wordt daarna integraal afgestemd op de riolerings-, kabel- en
leidingwerkzaamheden en verkeerskundige of maatschappelijk gewenste aanpassingen.
Naast het groot onderhoud wordt ook het klein onderhoud planmatig (wijkgericht) opgepakt,
doorgaans op basis van meldingen van bewoners of eigen waarnemingen. In de loop van het
jaar voorafgaand aan de uitvoering wordt het jaarlijkse onderhoudsplan opgesteld dat wordt
voorgelegd aan de wijkkerngroepen.
Ondanks het streven om het wegenareaal op C-niveau te houden, is het in de
onderhoudscyclus van een evenwichtig onderhouden areaal normaal dat een deel van de
wegen tijdelijk afzakt tot onder de norm richting kwaliteitsniveau D ('slecht tot zeer slecht').
Hierdoor ontstaat incidenteel achterstallig onderhoud, zoals ook het geval is in Purmerend.
Het wegennet hoeft dus niet alleen uit wegen in topconditie te bestaan, want het op het
juiste moment onderhouden van de wegen is het volgens een glijdende schaal toepassen
van onderhoud op basis van de kwaliteit van de actuele situatie. Het is vanuit technisch
en financieel oogpunt noodzakelijk om het onderhoud - zoals in de wegbeheeranalyse is
voorgesteld - op het juiste moment (cyclisch) uit te voeren. Hiermee wordt kapitaalvernietiging
voorkomen. Uit oogpunt van een verhoogd risico voor verkeersonveiligheid wordt het
'achterstallig onderhoud' binnen een redelijke termijn weer opgelost middels (groot) onderhoud
of een reconstructie.
Onderhoudsmaatregelen waarbij de levensduur van een weggedeelte kan worden verlengd,
worden geactiveerd en afgeschreven conform de financiële verordening. In 2013 is er € 4,9
117
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting van € 5,3
miljoen.
2. Riolering
De huidige werkwijze is, dat op basis van visuele inspecties - met een camera - de meest
noodzakelijke maatregelen worden bepaald. In mei 2013 is het Verbreed Gemeentelijk
Rioleringsplan 2013-2016 (GRP+) vastgesteld, met daaraan gekoppeld een operationeel
plan voor vervanging en aanpassing van het rioolstelsel. Naast het GRP+, waarin de
technische onderhoudsmaatregelen zijn opgenomen, is in 2005 een overeenkomst met het
Hoogheemraadschap Hollands NoorderKwartier (HHNK) afgesloten, waarin gezamenlijk
werkzaamheden op milieugebied (verbeteren kwaliteit oppervlaktewater) in de komende
jaren worden uitgevoerd. Het afkoppelen van de riolering maakt hier deel van uit. Met ingang
van 2009 zijn de werkzaamheden uit het GRP+ en die van het Stedelijk Waterplan (SWP)
gecombineerd, waardoor besparingen in de komende jaren kunnen worden gerealiseerd.
Grote rioolvervangingsprojecten zijn vervangingsinvesteringen en worden conform het
activabeleid geactiveerd. De aanleg van nieuwe riolering in uitbreidingsgebieden loopt via
de grondexploitatie. Toekomstige onderhoudskosten komen daarentegen wel ten laste van
het reguliere onderhoudsbudget. Uitgangspunt voor het onderhoud aan de riolering en de
begroting is dat er kostendekkende tarieven (heffing gemeentelijke watertaken) zijn. In 2013 is
er € 4,9 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen op een bijgestelde begroting
van € 5,0 miljoen.
3. Openbare verlichting
In 2005 is de beleidsnota, met daarin onder meer welke wegcategorieën op welke wijze
worden verlicht, door de raad vastgesteld. Actualisering van deze beleidsnota staat gepland
voor 2014. De uitval van de openbare verlichting is voor 80% het gevolg van defecte lampen.
Herstel gebeurt binnen drie werkdagen na melding of direct tijdens de periodieke dagcontrole.
Het herstel van de overige storingen (kabels, armaturen, vandalisme en dergelijke) duurt
in het algemeen langer, deels als gevolg van de noodzakelijke inzet van de netbeheerder
(ContiNuon). De aanleg van nieuwe openbare verlichting in uitbreidingsgebieden loopt via de
grondexploitatie. De vervanging van lichtmasten gebeurt onregelmatig - vaak door schades
of uitval - en betreft kleine hoeveelheden, die rechtstreeks uit het onderhoudsbudget worden
gedekt. Het aanpassen van het kabelnet varieert sterk en is afhankelijk van de mate van de
wegreconstructies. In 2013 is er € 0,5 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen,
op een bijgestelde begroting van € 0,6 miljoen.
4. Kunst- en waterwerken
Volgens de huidige werkwijze worden op basis van visuele inspecties en gedetailleerde
technische inspecties de meest noodzakelijke maatregelen bepaald. Hierbij wordt gebruik
gemaakt van het digitaal beheersysteem DG‑Dialog. Zowel bruggen, duikers, beschoeiing
en damwanden maken deel uit van het product kunst- en waterwerken. Voor het onderhoud
van kunstwerken geldt dat grote vervangingsinvesteringen geactiveerd en afgeschreven
worden conform de financiële verordening. De budgetten voor regulier onderhoud staan op het
product Kunst- en waterwerken. In 2013 is er € 2,3 miljoen besteed aan onderhoudslasten en
investeringen conform bijgestelde begroting.
5. Groen
In 2009 zijn beheerplannen voor het groen en voor de bomen opgesteld. De verschillende
onderdelen (Groenstructuurplan, Bomenstructuurplan en Natuurstructuurplan) van de
118
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Groene Ambitie uit 2006 hebben als belangrijke input gediend. Ook het niveau van het
groenonderhoud maakte deel uit van de discussie met de gemeenteraad over de gewenste
beeldkwaliteit. Er is voor gekozen de budgetten zodanig aan te passen dat, gelet op de
grote areaaluitbreidingen in de afgelopen jaren, de huidige beeldkwaliteit kan worden
gehandhaafd. De technische kwaliteit loopt echter niet meer in de pas met deze beeldkwaliteit.
Noodzakelijke aanpassingen om de techiche kwaliteit weer in de pas te laten lopen met de
beeldkwaliteit zullen deel uitmaken van de toetsing die in 2014 zal plaatsvinden. Kleinschalige
groenreconstructies op wijkniveau, worden in samenspraak met de bewoners ingevuld. In
2013 is er € 4,3 miljoen besteed aan onderhoudslasten en investeringen, op een bijgestelde
begroting van € 3,9 miljoen.
6. Begraafplaatsen
De Nieuwe Algemene Begraafplaats Purmerend is in 2013 uitgebreid met een nieuw grafveld.
Tevens zijn nieuwe urnenmuren geplaatst. In 2010 is een onderzoek afgerond over de
wijze waarop in de begraafplaats moet worden geïnvesteerd en geëxploiteerd, zodat de
beschikbaarheid voor de lange termijn kan worden gegarandeerd. Ten behoeve van, mogelijke,
verdere uitbreidingen in de toekomst zijn nog - aangrenzend aan de huidige begraafplaats
- terreinen beschikbaar. Deze terreinen zijn enkele jaren geleden al door de gemeente
aangekocht. Op de begraafplaats staat bebouwing, bestaande uit een aulacomplex en een
machineberging. De aula is een aantal jaren geleden uitgebreid en voldoet in 90% van de
plechtigheden aan de vraag. Het op de begraafplaats aanwezige crematorium wordt door
particulieren geëxploiteerd. In 2013 is er € 0,7 miljoen besteed aan onderhoudslasten en
investeringen, op een bijgestelde begroting van € 0,8 miljoen.
7. Sportfaciliteiten en speelvoorzieningen
De gebouwen en voorzieningen zijn eigendom van de gemeente, maar worden geëxploiteerd
door stichting Spurd. De gemeente blijft dan ook verantwoordelijk voor de gangbare
eigenaarlasten, waaronder groot onderhoud en opstalverzekeringen. Voor het Leeghwaterbad,
de binnensportaccommodaties en de voor rekening van de gemeente komende
buitensportaccommodaties (inclusief toplagen) zijn onderhoudsplannen opgesteld. De plannen
worden regelmatig geactualiseerd. De gemeente begroot de vervangingsinvesteringen in
meerjarenperspectief en stelt deze middelen ter beschikking aan de stichting. Stichting Spurd
beheert de sportterreinen en gebouwen en beschikt over de middelen voor het dagelijks en
planmatig (groot) onderhoud, waarvoor zij een subsidie ontvangt van de gemeente.
De speelvoorzieningen heeft de gemeente zelf in beheer. Voor het in stand houden en een
veilig gebruik worden de onderhoudsplannen geactualiseerd. In 2013 is er € 2,8 miljoen
besteed aan onderhoudslasten en investeringen, op een bijgestelde begroting van € 2,9
miljoen.
8. Gebouwen
De vervanging- en onderhoudslasten voor de panden die de gemeente in gebruik heeft,
worden in meerjarenperspectief geactualiseerd. Het betreft de diverse panden die door de
gemeente zelf worden gebruikt (zoals het stadhuis, kantoor de Koog, de brandweerkazerne
en Theater de Purmaryn), gebouwen in gebruik bij schoolbesturen, welzijnsinstellingen en
overige verhuurde percelen. Aan de gebouwen wordt zodanig onderhoud verricht dat deze in
een toestand blijven, die voor de dagelijkse functievervulling noodzakelijk is.
Het onderhoud valt uiteen in:
• jaarlijks terugkerende gebruiks- en onderhoudslasten (energielasten en dagelijks
onderhoud);
119
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
• planmatig onderhoud voor vervanging van technische en bouwkundige installaties
(vervanging dak, cv- installatie) dat met een zekere regelmaat terugkeert.
Het noodzakelijke onderhoud wordt gepland en jaarlijks wordt de begroting in
meerjarenperspectief geactualiseerd conform de systematiek van de beheersapplicatie
Kraan. Zo mogelijk wordt het groot planmatig onderhoud opgenomen in de lijst met
vervangingsinvesteringen en geactiveerd conform de financiële verordening. Het overige
planmatig en dagelijks onderhoud wordt in de exploitatie geactualiseerd. Het planmatig
onderhoud kent fluctuaties in het uitgavenpatroon. Om deze schommelingen in de lasten te
egaliseren wordt er gebruikgemaakt van onderhoudsvoorzieningen (zie de bijlage Reserves en
Voorzieningen).
9. Wagenpark
De vervanging van het wagenpark wordt in meerjarenperspectief geraamd, waarbij wordt
afgeschreven conform de financiële verordening. Het moment van vervangen gebeurt waar
mogelijk op basis van een langere technische levensduur. Van jaar tot jaar wordt de vervanging
geactualiseerd. Het gehele wagenpark heeft in 2013 een exploitatielast van € 1,3 miljoen
(inclusief kapitaalslasten) ten opzichte van een bijgestelde begroting van € 1,2 miljoen.
De lasten zijn doorgerekend aan diverse producten waar voertuigen worden ingezet. Soms
gebeurt de doorbelasting als directe last, zoals het inzetten van de afvalinzamelvoertuigen
voor de afvalverwijdering. In andere gevallen, wanneer de auto onlosmakelijk behoort tot
de inzet van personeel, gebeurt de doorbelasting via de afdelingsgebonden kosten naar de
kostendrager.
6.4
Grondbeleid
ALGEMEEN
Op 24 mei 2012 heeft de raad de nota grondbeleid vastgesteld. Deze nota speelt in op de
ontwikkelingen, zoals onder andere de wijzigingen in de wet- en regelgeving en de financiële
en economische crisis. De nota geeft in belangrijke mate de wijze weer waarop de gemeente
Purmerend invulling kan en/of moet geven aan de uitvoeringsstrategie voor het gemeentelijk
grondbeleid. Onderdeel daarvan is de wijziging van de gewenste strategie op het grondbeleid.
De uitvoeringsstrategie, waarvoor deze nota het kader biedt, is afhankelijk van inhoudelijke
ontwikkel- en beleidsvisies van de gemeente en hoe de gemeente deze ambities (ontwikkel- en
beleidsvisies) optimaal waarborgt. Daarbij zijn marktomstandigheden en het risicoprofiel van
ontwikkelingen belangrijke aspecten. Essentieel hierbij is dat per geval een strategische keuze
(ontwikkelingsstrategie) moet worden gemaakt met betrekking tot de samenwerkingsvorm.
DOELSTELLING
De gemeente zal per geval en locatie een keuze maken voor het voeren van een actief
of faciliterend grondbeleid, op welke wijze zij grondexploitatie wil (laten) voeren en welke
samenwerkingsvorm het meest geschikt is. Om deze doelstelling te realiseren is het volgende
beleid geformuleerd:
• op basis van het beperken van risico’s en gemeentelijke investeringen, faciliteren waar kan
en actief waar nodig;
• het voeren van actief grondbeleid waar noodzakelijk in verband met beoogde
winstbestemming en daar waar mogelijk ter versterking van onderhandelingspositie;
• het voeren van faciliterend grondbeleid, als het risicoprofiel of de grondpositie daartoe
aanleiding geeft;
120
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
• vooraf bepaalt het college in een vertrouwelijke notitie per afzonderlijk project welke
grondbeleidstrategie wordt toegepast. Een risico-inschatting en een eventueel
verwervingsplan maken hiervan onderdeel uit. De gemeenteraad wordt hierover
vertrouwelijk geïnformeerd;
• bij het sluiten van een overeenkomst met een initiatiefnemer vormt het exploitatieplan het
uitgangspunt voor het kostenverhaal, waarbij gelijktijdig afspraken worden gemaakt over de
levering van gronden die tot het openbaar gebied zullen gaan behoren; • bij de jaarrekening legt het college verantwoording af aan de gemeenteraad over het
gevoerde grondbeleid. ACTIEF EN FACILITEREND GRONDBELEID
In de afgelopen decennia heeft de gemeente voornamelijk actieve grondpolitiek bedreven
als instrument om het ruimtelijk ordeningsbeleid vorm te geven. Dit betekende aankoop van
gronden, in eigen regie een plan ontwikkelen en de grond weer uitgeven. Het voordeel hiervan
was maximale invloed op het te realiseren (woningbouw-) programma en het tempo van
uitvoering. Bijkomend voordeel was een inkomstenstroom in het grondbedrijf als gevolg van
de succesvolle exploitatie van deze plannen. In toenemende mate dienen zich echter projecten
aan die niet door middel van actieve grondpolitiek uitgevoerd kunnen worden. Dit omdat de
grond simpelweg niet te koop is, omdat het risico van een ontwikkeling te groot is of omdat de
financiële haalbaarheid aan grote financiële risico's verbonden is. Daarom zal in de toekomst
de rol van de gemeente bij het grondbeleid zich steeds meer gaan richten op een faciliterende
rol. Hierbij zal de rol van de gemeente zich beperken tot een regierol, waarbij getracht wordt
de gemeentelijke doelstellingen te realiseren, zonder dat de gronden in eigendom zijn van de
gemeente.
Onder de huidige marktomstandigheden vragen de marktpartijen een actieve rol bij het
grondbeleid. Dit betekent dat de gemeente het bouwrijp maken van de gronden en het
woonrijp maken van het openbaar gebied voor haar rekening neemt. De insteek van
gemeentewege is om zoveel mogelijk faciliterend grondbeleid te voeren. De afweging
over het te voeren grondbeleid wordt, overeenkomstig de Nota Grondbeleid per locatie ter
besluitvorming voorgelegd.
Kerngegevens projecten in ontwikkeling
Boekwaarde
01-01-2014
V/N
Indicatie mogelijk
einddatum projectresultaat
Actief grondbeleid
Wheermolen-West Parkzone
Brantjesstraat
Kop van West
€ 1.136.268 N
€0
€ 6.887.434 N
2017 V
NB
2015 V
€ 365.000
2023 V
€ 24.790
Facilitair grondbeleid
nvt
€ 0,00
€ 8.023.702 N
121
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
€ 389.790
Niegg
Industrieterrein Purmerweg*
Brantjesterrein, Purmersteenweg*
Grootte Boekwaarde
Boekwaarde plangebied
per m²
1.383.144
10.626
130
615.654
4.820
128
53.069
1.612
33
0
45.193
-
Riekstraat 21/Gaffelstraat 44
Wheermolen West Parkzone en De Driehoek
Tarwestraat
3.785
Goudenregenstraat
1.600
Graeffweg 70/Grotenhuysweg
2.740
Vijfhoek
2.229
Totaal
1.488.117
72.605
33
*Voor de projecten Brantjesterrein en het industrietrerrein Purmerweg ( de Where) geldt
dat de boekwaarde voor een belangrijk deel bestaat uit opstallen die momenteel worden
verhuurd. De beheerskosten( rentekosten en belastingen ) worden goedgemaakt door de
huuropbrengsten.Voor het industrieterrein Purmerweg is een voorziening getroffen.
Voor zowel het industriegebied Purmerweg als voor Wheermolen-West Parkzone en Driehoek
zijn ontwikkelingsvoorstellen in voorbereiding die in 2014 aan de gemeenteraad worden
aangeboden. Voor de projecten Wheermolen-West parkzone en Driehoek is in de berekening
van het benodigd weerstandsvermogen een bedrag mee genomen voor het risico dat beide
projecten niet neutraal ontwikkelt kunnen worden. In 2014 aangewezen Niegg's (nog niet opgenomen in de programmarekening 2013)
Niegg's 2014
GrootteBoekwaarde
Boekwaarde plangebied
per m²
Etserstraat 1-3
304.198
4.157
73
Karekietpark 4-14. 20 en Oudslaan 2
409.025
23.000
18
56.836
4.674
12
3.564
0
Primulastraat 2
Koggenland 90
Grootstraat ('t Noot)
Totaal
770.059
2.419
0
37.814
20
WINSTNEMING GRONDEXPLOITATIES KOMENDE JAREN
Bij het verwerken van gerealiseerde, dan wel nog te realiseren, winsten en verliezen ten aanzien
van grondcomplexen, wordt binnen het grondbeleid in Purmerend de volgende methodiek
gehanteerd:
1. Verliesneming
Zodra onomstotelijk duidelijk wordt dat een complex verliesgevend zal worden afgesloten,
wordt dit verlies genomen (als correctie van de boekwaarde) en wordt aan de raad voorgesteld
als dekking een onttrekking aan de algemene reserve te laten plaatsvinden.
2. Winstneming
Van projecten die zich in de planuitvoeringsfase bevinden worden winsten toegevoegd
aan de algemene reserve. In principe is dat het geval bij afsluiting van de grondexploitatie,
122
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
tenzij tussentijdse winstneming verantwoord is. Als stelregel voor tussentijdse winstneming
dient in de rekenwijze rekening te worden gehouden met mogelijke financiële risico’s die in
de toekomst van invloed kunnen zijn op het positieve eindresultaat van de desbetreffende
grondexploitatie. De risico’s hebben zowel betrekking op de kosten- als opbrengstenkant. Bij
tussentijdse winstneming worden deze risico’s als volgt ingeschat:
1.
25 % over de nog te ontvangen opbrengst.
2.
10 % over de nog te maken kosten.
Concreet betekent dit dat alleen voor het project Weidevenne in de meerjarenbegroting
rekening wordt gehouden met een winstneming van € 3,7 miljoen over de jaren 2015-2017. De
winstneming van het project Baanstee Noord ligt te ver weg in de tijd om mee te nemen.
6.5
Financiering
A. DOELSTELLING
In deze paragraaf wordt helder gemaakt hoe de financieringsfunctie is ingericht en hoe
daarmee wordt gewerkt. Sturen, beheersen en controleren behoren hierdoor tot de
mogelijkheden. De hoofdlijnen op treasurygebied zijn vastgelegd in de verordening 212 en
213a die in 2010 is vastgesteld. In de verordening staan regels over:
• de algemene doelstelling van de financieringsfunctie;
• te hanteren richtlijnen en limieten;
• de administratieve organisatie, daaronder begrepen taken, bevoegdheden,
verantwoordelijkheidsrelaties en informatievoorziening.
B. RISICOBEHEER
In de Wet Fido is een kasgeldlimiet en een renterisiconorm gegeven om de invloed van
(externe) rentewijzigingen op de financiële resultaten van de gemeente te beperken.
Renterisico
Het renterisico is het risico dat het saldo van de rentebaten en de rentelasten nadelig
verandert door wijzigingen in het rentepercentage op uitzettingen en leningen, kort- en
langlopend. De risiconorm wordt berekend door een in de Uitvoeringsregeling Fido vastgesteld
rentepercentage van 20% te vermenigvuldigen met de totale vaste schuld per 1 januari
van enig jaar. Het doel van deze norm is het beheersen van de renterisico's op de vaste
schuld (schuld met een rentetypische looptijd van één jaar of langer) door onder andere het
aanbrengen van spreiding in de looptijden in de leningenportefeuille.
In 2013 is binnen de wettelijke norm ten aanzien van de vaste schuld, de renterisiconorm,
gebleven. Zowel op kasbasis als contractbasis. In de volgende tabel wordt het renterisico in
relatie tot de norm aangegeven.
(bedragen x duizend euro).
123
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Kasbasis
Contractbasis
(1a) Renteherziening op vaste schuld o/g
-
-
(1b) Renteherziening op vaste schuld u/g
-
-
(2 ) Renteherziening op vaste schuld (1a-/- 1b)
-
-
(3a) Nieuw aangetrokken vaste schuld
53.000
53.000
(3b) Nieuw verstrekte lange leningen
- 8.000
-8.000
(4 ) Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-/- 3b)
45.000
45.000
(5 ) Betaalde aflossingen
71.532
71,532
(6 ) Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
45.000
45.000
(7 ) Renterisico op de vaste schild (2+6)
45.000
45.000
(8 ) Renterisiconorm
58.832
58.832
(9a ) Ruimte onder renterisiconorm (8 -/- 7)
13.832
13.832
(9b ) Overschrijding renterisiconorm (7 -/- 8)
-
-
(10 ) Stand van de vaste schuld 01/01/2013
294.160
294.160
(11 ) Het bij ministeriële regeling vastgesteld percentage
20%
20%
(12 ) Renterisiconorm (10 maal 11)
58.832
58.832
Renterisiconorm en renterisico's vaste schuld
Berekening renterisiconorm
Kredietrisico (prudent beheer)
Het kredietrisico is het risico van een waardedaling van een vordering ten gevolge van het niet
(tijdig) na kunnen komen van de verplichtingen door de tegenpartij als gevolg van insolventie
of deficit. In de verordening is vastgelegd dat uit hoofde van de treasuryfunctie, uitzettingen
alleen mogen worden gedaan bij financiële instellingen die een AAA-rating hebben. In 2013 zijn
er geen uitzettingen van middelen geweest.
Koersrisico
Dit is het risico dat de financiële activa van de organisatie in waarde verminderen door
negatieve koersontwikkelingen. Door gebruik te maken van díe instrumenten voor de
kortlopende uitzettingen (zoals daggeld en rekening courant), is het te lopen koersrisico
minimaal. Langlopende uitzettingen uit hoofde van de treasuryfunctie hebben niet plaats
gevonden.
Met betrekking tot het verstrekken van geldleningen en garantstellingen uit hoofde van de
publieke functie, hebben zich geen bijzondere risico’s voorgedaan. De risico’s voor het afgeven
van garanties op woningbouwleningen zijn voor de gemeente beperkt. Bij calamiteiten bij
woningbouwverenigingen is als eerste het WSW aansprakelijk voor mogelijke claims.
Valutarisico’s
Valutarisico’s worden in de gemeente uitgesloten door uitsluitend leningen te verstrekken, aan
te gaan of te garanderen in de Nederlandse geldeenheid (de euro).
C. RELATIEBEHEER
Op het gebied van de relaties met financiële instellingen hebben zich in 2013 geen relevante
ontwikkelingen voorgedaan.
124
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
6.6
Bedrijfsvoering
ALGEMEEN
Uitvoering van de gemeentelijke taken is mogelijk bij een adequate bedrijfsvoering. De
Gemeentewet schrijft voor dat de werkzaamheden rechtmatig, doelmatig en doeltreffend
worden uitgevoerd. De borging en toetsing daarvan ligt besloten in de wijze van
bedrijfsvoering. De bedrijfsvoering is in belangrijke mate de verantwoordelijkheid van het
directieteam van de gemeente. Het directieteam opereert voor de bedrijfsvoering binnen de
wettelijke kaders, bewaakt een adequate rolverdeling tussen het college en de directie en
zoekt afstemming met het college over de na te streven doelstellingen. Naast de algemene
en wettelijke doelstellingen betreft die afstemming in belangrijke mate de richting waarin de
gemeentelijke organisatie zich dient te begeven. Er wordt gestuurd op een meer faciliterende
rol. Doelen stellen, plannen maken en die uitvoeren worden getoetst aan de vraag of dit de
burger helpt.
In 2013 heeft de bedrijfsvoering met name in het teken gestaan van:
1. de voorbereiding van het overnemen van de taken en het personeel van de Beemster;
2. het uitwerken van de bezuinigingsdoelstelling op de ambtelijke organisatie;
3. het opzetten van programma Het Beter Werken (HBW);
4. vertrek/ontvlechting brandweer.
GEMEENTE BEEMSTER
In samenwerking met Beemster is bekeken welke taken Purmerend voor Beemster zou
gaan uitvoeren. Hierop is een capaciteitsplan gemaakt en in samenwerking met een
plaatsingscommissie zijn medewerkers van Beemster geplaatst. In november is een
introductiedag voor de nieuwe collega's georganiseerd en per 1 januari 2014 zijn ze
daadwerkelijk in dienst van Purmerend getreden.
KRIMP ORGANISATIE
Bij het opstellen van de Kadernota 2014 bleek dat de gemeente met een aanzienlijke
taakstelling werd geconfronteerd. De uitwerking van de bezuinigingsmaatregelen leidde onder
andere tot een besluit tot krimp van de organisatie van 92 fte in 2017. In 2013 is enerzijds
een begin gemaakt met de formatiereductie, anderzijds zijn en worden er door de afdelingen
plannen uitgewerkt om tot een taken-/formatiereductie te komen. De krimp 2013 bedraagt
12,87 fte. Daarnaast heeft de besparing op materieel budget van bedrijfsvoering ook geleid tot
een bijdrage aan de gemeentelijke taakstelling voor een bedrag van circa € 0,5 miljoen.
HET BETER WERKEN
Begin 2013 is een businesscase voor Het Nieuwe Werken opgesteld. In juni heeft
de gemeenteraad op basis hiervan het krediet van bijna € 7,8 miljoen beschikbaar
gesteld om de noodzakelijke veranderingen in resultaatgericht werken, huisvesting en
informatievoorziening mogelijk te maken. Het voteren van het krediet was nodig om met de
inhoudelijke voorbereidingen te kunnen starten. Er is gekozen voor een programma met drie
hoofdprojecten: 1. Mens en sturen (rolneming en cultuur), 2. Huisvesting (verbouw stadhuis
en verhuur aan derden) en 3. Digitaal werken (tijd- en plaatsonafhankelijk werken). Omdat het
programma nadrukkelijk focust op de andere rolopvatting van de gemeente en zich niet alleen
richt op het werkconcept 'Nieuwe Werken', is ervoor gekozen om het programma de naam
'Het Beter Werken' te geven. In de tweede helft van 2013 heeft de directie een officiële programmaopdracht opgesteld
en verstrekt. Er is een multidisciplinair programmateam samengesteld met mensen uit
de eigen organisatie. Het eerste product van dit programmateam was de risicoanalyse.
125
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Deze is medio oktober aan de raad aangeboden zodat het meegewogen kon worden bij de
begrotingsbehandeling. Er is veel tijd en energie gestoken in het creëren van draagvlak voor
het programma in de ambtelijke organisatie.
Het hoofdproject Digitaal Werken is gedeeld in 2 projecten: Vernieuwing ICT infrastructuur,
en Digitalisering (documenten en processen). Er is gestart met de ontwerpen voor de tijd-,
plaats- en apparaatonafhankelijke werkplek (werkplekvirtualisatie). Tevens is gestart met
de verplaatsing en verbouwing van de hiervoor benodigde serverruimte. In het project
Digitalisering werken we volgens een iteratieve manier. Dit betekent kleine behapbare
resultaten waarvan we leren voor het vervolg, dat we dan ook steeds weer herijken.
Eerst is een inventarisatie van de wensen gemaakt samen met alle afdelings MT’s. In het
directie/afdelingsmanagers overleg is vervolgens een keuze gemaakt voor welke vier
digitaliseringsprojecten er nu als eerste business cases gemaakt worden.
VERTREK / ONTVLECHTING BRANDWEER
Voor een soepele overgang naar de veiligheidsregio is relevante informatie overgedragen,
zijn er afspraken gemaakt over tijdelijke continuering van faciliteiten na 1 januari 2014 en
doorbelasting van deze kosten. Ook zijn er middelen overgedragen en is de boekwaarde van
de activa in rekening gebracht. Omdat de brandweerkazerne voorlopig eigendom blijft van de
gemeente is er een gebruikersovereenkomst opgesteld die begin 2014 zal worden getekend.
Het beheer van het gebouw is bij team Vastgoed ondergebracht. De overgang naar de
veiligheidsregio heeft als gevolg dat taken bij de verschillende onderdelen van bedrijfsvoering
zijn vervallen, terwijl personeel achterblijft omdat dit slechts een deel van hun werkzaamheden
betrof. Dit betekent dat er een extra opgave voor de formatiekrimp ligt. Overigens is de zorg
voor het beleidsveld veiligheid bij het team Integrale Veiligheid ondergebracht.
INFORMATIEVOORZIENING EN DIGITALISERING
In toenemende mate speelt het belang van de veranderende rol van de informatievoorziening
(IV) van Purmerend. Aandachtsvelden van een viertal bedrijfsvoeringsteams die verschillende
IV focusgebeiden hebben, zijn door diverse gemeentelijke en technische ontwikkelingen aan
het samensmelten en versterken elkaar. Het gaat hier om basisregistraties, documentaire
informatie, processen en automatisering, en data-analyse en beleidsinformatie.
Het stelsel van basisregistraties speelt een belangrijke rol in het aanpakken van
maatschappelijke vraagstukken. Of het nu gaat om uitrukkende hulpdiensten, het efficiënt
vaststellen van het recht op uitkering, het toetsen van vergunningaanvragen of het
bestrijden van fraude; alle betrokkenen hebben baat bij slim gebruik van veel gebruikte
overheidsgegevens zoals adressen, persoonsgegevens, bedrijfsnamen en geo-informatie.
Deze gegevens worden vastgelegd in basisregistraties. Door al bekende gegevens binnen
de overheid met elkaar te delen, kan de overheid efficiënter opereren en de dienstverlening
leveren, en volstaat één melding. Hiervoor zet de Nederlandse overheid dit stelsel van
basisregistraties op. Het streven is ook zoveel als vooral binnen privacy-kaders mogelijk, de
gegevens open te stellen voor raadpleging of gebruik door burgers en bedrijven.
Onderstaande is een opsomming van belangrijke mijlpalen in 2013 op het gebied van de
informatievoorziening en digitalisering:
• De oplevering van het digitale vergunningssysteem SquitXO voor VTH (vergunning aanvraag,
status, interne workflow, historie). De burger kan nu meer zelf doen in de aanvraag en dat op
de plaats en tijd dat het hem/haar het beste uitkomt. De inspecteurs hebben via Squit2Go
de mogelijkheid op locatie op de tabletcomputer gegevens in te zien en te muteren.
126
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
• De digitale begraafplaatsadministratie voor Stadsbeheer en de aansluiting ervan op de GBA.
Voor begrafenisondernemers betekent dit een verlaging van de administratieve lastendruk.
Binnen de gemeente is de eerste efficiëntiewinst zichtbaar in zowel het foutlozer lopen van
de processen, als door de inzichtelijkheid van werkvoorraad en statussen.
• Er is een koppeling gerealiseerd tussen GWS en Decade: respectievelijk het backoffice
systeem van afdeling Werk & Welzijn (W&W), en het financiële systeem van de gemeente.
Hierdoor kunnen nu ook alle facturen over re-integratie afgehandeld worden met behulp
van het digitale factuurafhandeling systeem 2020Vision, zoals dat al met de externe
facturen voor de gemeente gebeurt. Verder heeft de koppeling ervoor gezorgd dat de
boekhoudkundige overdracht tussen GWS en Decade plaatsvindt zonder arbeidsintensieve
en foutkans vergrotende, handmatige handelingen.
• De implementatie van een datadistributiesysteem (DDS) inclusief de aansluiting erop van de
basisregistraties GBA en BAG (basisadministratie gebouwen). Het datadistributiesysteem
zorgt dat de gegevens uit de aangesloten basisregistraties op eenvoudige en
gestandaardiseerde wijze bij “afnemende” applicaties kunnen komen. Key2begraven (de
nieuwe digitale begraafplaatsadministratie), SquitXO en GWS zijn als afnemende applicaties
al aangesloten op het DDS en worden daarmee automatisch voorzien van de juiste BAG en/
of GBA gegevens.
• Ten behoeve van uitbreiding van het aantal e-formulieren op internet is een overeenkomst
gesloten met een leverancier die hier veel gemeenten mee helpt. Op basis hiervan worden in
de eerste helft van 2014 verschillende nieuwe e- formulieren geïmplementeerd waardoor de
digitale ingang voor de burgers en bedrijven verbreed wordt.
• Er zijn wederom stappen gezet in het meerjarentraject van het verder uitbouwen van het
stelsel van basisregistraties en het professionaliseren van het beheer en gebruik ervan.
De gemeente ligt op schema om te blijven voldoen aan de wettelijke verplichtingen die er
gelden voor de basisregistraties. De BAG (basisadministratie gebouwen) is gekoppeld aan
de WOZ registratie. Voor de BGT (basisregistratie grootschalige topografie) is in 2013 de
benodigde software aanbesteed en initieel uitgerold. Het principe van eenmalige inwinning
en meervoudig gebruik leidt tot efficiëntie, kostenbesparing en hogere kwaliteit.
• Er is gestart met één van de infrastructurele randvoorwaarden voor verdere digitalisering:
de verbouw van de serverruimte en het opstellen van de functioneel detail ontwerp voor de
nieuwe ICT-werkplek.
• De vervanging van het leerling volgsysteem voor W&W is aanbesteed en gegund. Met dit
systeem kunnen onder andere de leerplichtambtenaren makkelijker bij de dossiers, ook via
een tablet op locatie. Dit betekent betere en snellere dienstverlening aan de burgers, en
efficiëntie in het proces door het vervallen van handmatige administratieve handelingen.
• Er is een groot aantal ICT-systemen voor de dienstverlening aan Beemster gereed gemaakt.
De begrotingscyclus van Beemster is verwerkt in de financiële systemen van Purmerend.
En Aris is heringericht zodat het Klantcontactcentrum (KCC) de meldingen van burgers uit
Beemster goed kan verwerken.
• Er zijn diverse pilots met nieuwe ICT-middelen gehouden. W&W en Inwoners zijn
ondersteund met een Skype-werkplek. Ook is een team van W&W als pilot voorzien van
volledig mobiele werkplekken: laptops en mobiele telefoons, en de vaste telefoons zijn
weggehaald. Het betreffende team was enthousiast om de voor- en nadelen van een
dergelijke ICT-inrichting aan den lijve te ervaren. En ervaring op te doen met de kansen die
het biedt, maar ook met de aanpassingen die het van de inrichting van het werk vergt.
• In 2013 is de eerste verplichte beveiligingsaudit gehouden op de DigiD aansluitingen die de
gemeente gebruikt. Onderdeel daarvan is ook het (legaal) proberen te "hacken" van onze
ICT-omgeving. DigiD wordt in een aantal gevallen gebruikt voor authenticatie van burgers
127
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
bij het aanvragen van diensten of het inzien van de status. Bij één van die toepassingen
bleek de leverancier van de gemeente slecht te scoren. Dit heeft ons doen besluiten de
vervanging van die toepassing en daarmee het wisselen van leverancier te versnellen.
PLANNING EN CONTROL
In 2013 is er een start gemaakt naar een betere balans tussen tellen (cijfermatige, kwantitatieve
verantwoordingsgegevens) en vertellen (kwalitatieve verantwoordingsgegevens). De raad is
in mei 2013 meegenomen om een beter inzicht te krijgen in de effectiviteit van de inzet van
de beschikbaar gestelde middelen en de betrokkenheid van de inwoners en instellingen te
verbeteren. Als uitgangspunt geldt dat inwoners en gebruikers actief worden betrokken bij
het meten van de effecten, en dat, afhankelijk van het onderwerp, het verantwoordingsproces
anders kan worden ingevuld. Dit heeft geleid tot één programma Samenleving.
RECHTMATIGHEID/INKOOP
Door bundeling en aanbesteding van inkoop wil de gemeente bevorderen dat doelmatig en
rechtmatig wordt omgegaan met de besteding van de aan haar toevertrouwde middelen.
Het jaarlijks opgestelde Inkoop Jaarplan is hiervoor een belangrijk sturingsinstrument. De
speerpunten die het college heeft vastgesteld, zijnde sociaal rendement, duurzaamheid,
regionaal aanbesteden en locale ondernemers daar waar mogelijk uitnodigen, zijn inmiddels
standaard toegepast bij de aanbestedingen. De nieuwe aanbestedingswet is geïmplementeerd
en tevens zijn de inkoopvoorwaarden en het inkoopbeleid van de VNG aangevuld en
overgenomen. Inmiddels zijn 400 contracten die zijn aanbesteed ingevoerd in het digitale
systeem. De eerste digitale aanbesteding via Tenderned staat op de planning voor de eerste
maand van 2014.
BETALINGSGEDRAG CREDITEUREN
In 2013 is de gemiddelde betalingstermijn gedaald naar 24 dagen. Alle facturen te betalen
binnen 30 dagen is niet mogelijk omdat de geleverde prestatie niet altijd voldoet en de factuur
niet altijd conform onze inkoopvoorwaarden wordt ingediend. Op dit moment wordt 80% van
de facturen binnen 30 dagen betaald. In 2014 zal er actief leveranciers benaderd worden om
de factuur conform inkoopvoorwaarden in te dienen. Tevens zal er onderzocht worden of we
intern nog een bijdrage kunnen leveren om 90% te realiseren.
Prestatie-indicator betalingsgedrag crediteuren
2013
Realisatie
% van de ingekomen facturen die binnen 30 dagen betaald zijn
90%
80%
HUISVESTING/FACILITAIR
Huisvesting Werkplein. De Kamer van Koophandel heeft kenbaar gemaakt de
huurovereenkomst op te zeggen en Purmerend te verlaten onder druk van bezuinigingen. Per 1
januari 2014 is de vestiging voor bezoekers reeds gesloten. Onderzocht wordt welke invulling
2
gegeven kan worden aan de vrijgekomen m 's.
MOBILITEIT EN ONTWIKKELING
Ontwikkelen en krimpen gaan de komende jaren hand in hand. Daarnaast zijn er landelijke
trends (zoals langer doorwerken) die vragen om een actieve regie op in-, door- en
uitstroom. Actief werkgever- en werknemerschap is de afgelopen tijd vooral ingezet om
de bewustwording te creëren rondom vitaal en inzetbaar zijn en blijven. De flexbank is
uitgebreid naar een carrièreplatform, een site waar alles te vinden is over wat met loopbaan,
ontwikkeling en mobiliteit te maken heeft zoals vacatures en flexklussen, instrumenten,
nieuwtjes, succesverhalen van collega’s en workshops. In november is in samenwerking met
128
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
de ondernemingsraad de Week van de Mobiliteit gehouden, waarin medewerkers allerlei
workshops en lezingen konden volgen.
VERZUIM
De verzuimdoelstelling en Eigen Regie waren de uitgangspunten bij de start van de
samenwerking met de Arbo Unie in maart 2011. Eind 2012 was de doelstelling van 5,27%
(verzuimpercentage) met 5,28% bijna bereikt. De verzuimfrequentie was in dat jaar nog wel
hoger dan de doelstelling. In 2013 is het verzuimpercentage met 1,21% gestegen naar 6,49%.
De de verzuimfrequentie is licht gedaald naar 1,54 maar ligt nog steeds boven de norm (1,46).
Vier afdelingen hebben een verzuimpercentage dat meer dan 20% boven de norm ligt. Drie
van deze afdelingen hebben ook een hoge meldingsfrequentie. Op dit moment wordt in
samenwerking tussen het management, de arbodienst en team P&O, een analyse van de
mogelijke oorzaken van het hoge verzuim en de te ondernemen acties voorbereid. In 2014 zal
actief op het voorkomen en beheersen van verzuim worden gestuurd.
ARBO
In 2013 is er uitvoering gegeven aan de inzet van preventiemedewerkers. In 2014 zullen we
daar de eerste revenuen van ondervinden. In 2013 is ook het onderzoek naar de benodigde
vorm van PMO (periodiek medisch onderzoek) afgerond. In 2014 zal dit worden uitgerold. In
het voorjaar zijn er aanpassingen aan de klimaatinstallatie van het Werkplein doorgevoerd.
Deze aanpassing zorgt ervoor dat ook in de zomerperiode de binnentemperatuur binnen
acceptabele normen blijft.
PERSONEEL IN DIENST VERSUS INHUUR DERDEN
Formatie
Organogram per 1-1 (aantal fte's)
2011
2012
2013
775,17 756,10 752,54
Vacatures per 1-1 (aantal functies)
19
5
5
Instroom (aantal medewerkers)
49
33
34
Uitstroom (aantal medewerkers)
36
35
81
Het aantal fte's per 1-1-2014 is 726,76 fte. Dit aantal is exclusief brandweer maar inclusief
formatie Beemster.
Instroom en uitstroom 2013 is inclusief de uitstroom van de beroepsmedewerkers van de
Brandweer per 31 december naar de Veiligheidsregio.
Inhuur derden
In 2013 is de daling van de inhuur van het aantal externen gestopt. Gemiddeld zijn in 2013 103
externen per kwartaal ingezet bij gemeente Purmerend. In 2012 lag dat gemiddelde nog op
94,25 per kwartaal.
Er is in 2013 voor een bedrag van € 4,3 miljoen aan inhuurkosten verantwoord. In 2012 was dit
nog € 4,7 miljoen.
129
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Personeel versus inhuur derden (bedragen x €
1.000)
Loonsom (realisatie)
Loonsom vacatures
2012
2013
42.567
43.178
2.468
1.963
1
Verrekeningen/detacheringen
Totaal loonsom vacatures
253
549
2.721
2.512
389
291
Vergoedingen ziekte en zwangerschapsverlof
Begrote inzet inhuur tijdelijke krachten
Begrote inzet externe expertise
625
729
1.849
1.378
Begrote inhuur expertise t.l.v. investeringskredieten
100
82
Totaal beschikbaar budget inhuur
5.684
4.992
Inhuurkosten t.l.v. vacatureruimte
3.221
3.171
Inhuurkosten expertise
1.469
1.120
Totaal kosten inhuur derden
4.690
4.291
994
701
Verschil inhuur derden
1. Betreft niet functioneel begrote verrekeningen t.l.v. projecten en/of niet begrote opbrengst detacheringen.
Het verschil tussen de begrote loon-/inhuurkosten en gerealiseerde loon-/inhuurkosten is in
2013 € 0,7 miljoen. Het voordeel resulteert in een lagere doorbelasting aan de verschillende
producten/programma's. Door dit voordelig reultaat wordt de begrote gemeentebrede
taakstelling gerealiseerd en is er in 2013 geen sprake van frictiekosten.
RECHTMATIGHEID
Begrotingsrechtmatigheid
Een onderdeel van de rechtmatigheidtoetsing vormt het controleprotocol van de accountant.
Dit protocol bevat de volgende punten:
• 1% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2013 voor fouten ;
• 3% tolerantie van de bruto-lasten van de programmarekening 2013 voor onzekerheden .
Door de raad zijn geen specifieke te controleren aandachtspunten opgegeven.
Begrotingsonrechtmatigheden binnen de exploitatie
Op programmaniveau zijn alle begrotingsoverschrijdingen op de lasten onrechtmatig en
moeten op programmaniveau worden toegelicht (artikel 189, lid 3 van de Gemeentewet). Bij
het uitvoeren van de begroting wordt als zogenaamde begrotingsonrechtmatigheid aangemerkt
lasten op een programma voor zover deze hoger zijn dan de vastgestelde actuele begroting.
Dit betekent dat er geen besluiten tot wijziging van de begroting meer tot stand zijn gekomen,
na afloop van het begrotingsjaar 2013. Voor deze overschrijding geldt dat moet worden
toegelicht wat de oorzaken zijn, en dat voor zover kan worden toegelicht dat er samenhang
is met andere onderschrijdingen of hogere baten, deze uitleg toereikend is. De programma’s
die zijn overschreden zijn hieronder in een tabel bijeengebracht. Vanwege de samenhang met
het rekeningresultaat (lees de onttrekkingen en toevoegingen aan reserves) wordt ook getoond
voor welk bedrag (eventueel) de overschrijding gecompenseerd wordt met een mutatie op
specifieke reserves.
130
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
Programma (bedragen x € 1.000)
06. Beheer Openbare Ruimte
Bijgestelde
Samenhang
begrotingOverschrijding met reserves
-23.391
-749
Nee
08. Veiligheid
-8.274
-70
Nee
09. Economie
-954
-95
Nee
-1.699
-86
Nee
Algemene dekkingsmiddelen
Toelichting
De begrotingsonrechtmatigheid in 2012 was € 0,3 miljoen. Voor 2013 is de
begrotingsonrechtmatigheid € 1,0 miljoen. Deze onrechtmatigheid wordt veroorzaakt in de
volgende programma's:
Programma Beheer Openbare Ruimte
De overschrijding op het programma Beheer Openbare Ruimte wordt hoofdzakelijk veroorzaakt
door € 694.100 hogere lasten voor grond- en stenendepot. Op de genoemde depots
worden, in het kader van duurzaamheid, kosten gemaakt voor het hergebruik van grond en
stenen, welke middels tariefstelling op een later tijdstip aan (herinrichtings)projecten worden
toegerekend. Voor 2013 zijn op die wijze ook € 583.600 hogere opbrengsten gegenereerd.
De structurele werkzaamheden voor het gronddepot Baanstee-Noord zullen naar aanleiding
van het besluit d.d. 28 november 2012 (voorstel 1103068) met ingang van 2014 neutraal in de
begroting worden opgenomen.
Daarnaast is sprake van een overschrijding op groenonderhoud, hetgeen onder andere wordt
veroorzaakt door het herstellen van de stormschade van de twee najaarsstormen. De totale
schade binnen programma 6: Beheer Openbare Ruimte bedroeg € 277.000, waarvan € 210.000
is besteed aan het opruimen van omgewaaide bomen en afgevallen takken en € 67.000 aan
de herplanting van bomen. Een deel van deze lasten kon worden gecompenseerd met diverse
kleinere onderschrijdingen elders in het programma en hogere tegemoetkomingen in de
uitvoeringskosten ter hoogte van € 41.000, afkomstig van nutsbedrijven.
De gevolgen van de storm zijn ook zichtbaar in programma 8 Veiligheid, in verband met
verhoogde inzet van brandweer en hulpdiensten.
Programma Veiligheid
Zie programma Beheer openbare ruimte.
Programma Economie
De kostenoverschrijding wordt voor € 24.000 veroorzaakt door extra ureninzet en voor
€ 77.000 voor incidentele begeleiding en aanbesteding van reclame billboards.
Algemene dekkingsmiddelen
De overschrijding op de lasten bedraagt € 86.000 en wordt veroorzaakt door invulling van de
ambtelijke taakstelling.
Begrotingsonrechtmatigheden op investeringen
Ook voor de investeringen geldt dat uitgaven boven het bedrag waarvoor krediet is verleend
aangemerkt worden als onrechtmatig. Overschrijdingen dienen vooraf te worden gemeld
aan de raad. Voor de investeringskredieten 2013 geldt dat overschrijdingen zijn benoemd en
toegelicht per programma in de financiële toelichting. Voor een aantal overschrijdingen geldt
131
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
dat ze lastig te voorkomen zijn als gevolg van de openeind regeling waarop de uitgaven zijn
gebaseerd. In deze categorie zijn geen overschrijdingen te melden.
WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE EN SEMIPUBLIEKE SECTOR
Per 1 januari 2013 is de Wet Normering Topinkomens (WNT) in de plaats gekomen voor de Wet
Openbaarmaking uit Publieke middelen gefinancierde Topinkomens (WOPT). Voorgeschreven
is dat jaarlijks openbaar gemaakt wordt welke personen een inkomen hebben ontvangen dat
boven de vastgestelde grens uitkomt. Voor 2013 is het normbedrag € 228.599. Dit inkomen
bestaat uit brutoloon, onkostenvergoeding, en de pensioenbijdrage werkgever. Voor de
gemeente Purmerend geldt dat er voor 2013 geen meldingen zijn.
6.7
Verbonden partijen
Doelstelling
De gemeente Purmerend is verbonden aan een aantal partijen. Deze paragraaf geeft inzicht in
de partijen waarmee Purmerend is verbonden. Het streven is erop gericht om de partijen mee
te laten lopen in de reguliere Planning en Control-cyclus van de gemeente. Dat betekent dat de
begroting en de rekening van de partijen, tijdig beschikbaar moet zijn.
Wat is een verbonden partij
Een privaat- of publiekrechtelijke organisatie waarin de gemeente een bestuurlijk en financieel
belang heeft (artikel 1 Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten).
Hoe kijken wij aan tegen inhoudelijke aansturing verbonden partijen?
De gemeente Purmerend heeft om diverse redenen een belang in verbonden partijen. Dit kan
diverse oorzaken hebben:
• vanuit het verleden ontstaan, gemeentelijk belang beperkt, maar financieel interessant
vanwege dividendinkomsten;
• strategisch belang; de gemeente heeft er belang bij of is wettelijk verplicht om via
gemeenschappelijke regelingen of besturen invloed te hebben in bepaalde meer
inhoudelijke zaken. Door deze verbonden partijen wordt het mogelijk bepaalde
voorzieningen voor (de inwoners van) de gemeente beschikbaar te hebben en daarbij ook
bestuurlijke invloed uit te oefenen;
• verzelfstandigde gemeentelijke onderdelen; qua bestuur en organisatie zijn er voormalige
gemeentelijke onderdelen op afstand gezet. Door financiële relaties of bestuurlijke
vertegenwoordiging heeft de gemeente nog invloed op de koers van deze verzelfstandigde
onderdelen.
Al deze samenwerkingsverbanden hebben als overeenkomst dat het bestuur van de gemeente
Purmerend via deze samenwerkingsverbanden een bijdrage kan leveren aan het behalen van
de verschillende programmadoelstellingen. Als dit wijzigt moet de gemeente stilstaan bij de
wijze van betrokkenheid in de betreffende partij.
Begrotingscriterium in relatie tot verbonden partijen
Het begrotingscriterium houdt in dat binnen de spelregels van de raad geen overschrijdingen
op programmaniveau mogen plaatsvinden. Een belangrijk dilemma in het kader van de
verbonden partijen is, dat de uitkomsten van de begroting en jaarverslag van de verbonden
partijen en de gemeentelijke bijdrage uiteen kunnen lopen.
De gemeente Purmerend hanteert hierbij de lijn:
132
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
• financieel effect gebaseerd op nieuw beleid van verbonden partij: kan alleen opgenomen
worden in de begroting en de budgetten, na instemming van de raad, passende binnen de
(financiële) spelregels voor nieuw beleid van de gemeente;
• financieel effect gebaseerd op bestaand beleid van verbonden partij: beschouwen
als onvermijdelijke wijziging en deze als zodanig behandelen in de begroting en
begrotingsaanpassingen.
Programma 2 Samenleving
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Zaanstreek-Waterland
Dit betreft een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Waterland, Zaanstad en
Oostzaan. Gemeenten zijn verplicht om alleen, of samen met anderen, een gezondheidsdienst
in stand te houden. Bestuurlijk is de gemeente vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur. De
bijdrage voor 2013 van de gemeente Purmerend bedroeg € 2.599.190.
Gemeenschappelijke regeling werkvoorzieningschap Zaanstreek-Waterland BaanStede
De Wet sociale werkvoorziening (Wsw) maakt het mogelijk dat mensen met een
arbeidsbeperking die (begeleid) willen werken, dat kunnen doen in een zo normaal mogelijke
arbeidsomgeving. Mensen die ook met behulp van de Wsw via detachering of begeleid
werken geen werkplek vinden, kunnen op een meer beschutte werkplek binnen het sociaal
werkvoorzieningsbedrijf (sw-bedrijf) aan de slag.
De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2013 bedraagt € 688.126 (exclusief de onderdelen
welke in een subsidierelatie zijn ondergebracht). De jaarcijfers 2013 van BaanStede waren ten
tijde van het opstellen van de programmarekening nog niet bekend. De bijdrage is gebaseerd
op de concept jaarrekening met een verwacht exploitatietekort van € 2,4 miljoen inclusief
herstructureringskosten. De laatst vastgestelde jaarrekening is de jaarrekening 2012. Het
exploitatietekort bedroeg € 715.848. Het eigen vermogen bedroef € 102.500. Dit eigen
vermogen wordt in 2013 volledig onttrokken aan de reserve. Bestuurlijk is de gemeente
vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur van BaanStede.
Recreatieschappen Het Twiske en Landschap Waterland
Op dit moment participeert de gemeente Purmerend in recreatieschap Het Twiske en
Landschap Waterland. De bijdrage aan de recreatieschappen is in 2012 voor Het Twiske
€ 69.383 en voor Landschap Waterland € 70.982 geweest. Daarnaast is er totaal € 24.958 aan
doorgeschoven btw gerealiseerd. Ten tijde van de programmarekening Purmerend 2013 waren
er nog geen definitieve jaarcijfers van deze recreatieschappen beschikbaar.
Programma 8 Veiligheid
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Dit betreft het openbaar lichaam de Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland. Het
rechtsgebied van het openbaar lichaam omvat het grondgebied van de deelnemende
gemeenten. De doelstelling van het openbaar lichaam is door samenwerking een zo
doelmatig mogelijk georganiseerde en gecoördineerde brandbestrijding en hulpverlening te
bewerkstelligen bij rampen en zware ongevallen in de regio Zaanstreek-Waterland en - in
geval van bijstandsverlening - daarbuiten. Waar mogelijk moet de Regionale Brandweer een
bijdrage leveren aan het ontwikkelen en in stand houden van een veiligheidsregio ZaanstreekWaterland.
133
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
De bijdrage van de gemeente Purmerend in 2013 is € 1.246.654. Ten tijde van het opstellen van
deze programmarekening waren de definitieve jaarcijfers 2013 van de veiligheidsregio nog niet
bekend.
Als gevolg van een wetswijziging is de gemeentelijke brandweer van Purmerend per 1
januari 2014 geregionaliseerd en opgegaan in de veiligheidsregio. Bestuurlijk is de gemeente
vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur.
Programma 10 Bestuur en Concern
Intergemeentelijke Samenwerkingsorgaan Waterland (ISW)
De samenwerking op Waterlandse schaal richt zich vooral op beleidsafstemming op terreinen
als ruimtelijke ordening, verkeer en vervoer en economie. Daarvoor heeft het ISW een klein
ambtelijk apparaat beschikbaar. De nadruk ligt op het overleg van de portefeuillehouders.
Begin 2011 is gekozen voor een andere vorm van ambtelijke ondersteuning waarbij deze voor
grotere projecten is ondergebracht bij deelnemende gemeenten, eventueel aangevuld met
externe inhuur. Dit heeft geleid tot een kostenbesparing vanaf 2012. De gemeentelijke bijdrage
aan het ISW bedraagt voor 2013 € 310.729. In dit bedrag is ook begrepen de financiële
bijdragen die via het ISW lopen voor Stichting Laag Holland en de Stadsregio Amsterdam
(SRA).
Daarnaast wordt de wettelijke taak van de gemeenten om een streekarchief te voeren,
uitgevoerd door het Waterlands archief. De gemeente Purmerend draagt ongeveer 50% van de
lasten. In 2013 bedraagt de bijdrage aan het Waterlands archief € 450.005.
Eind maart is de concept rekening 2013 aangeboden. De rekening heeft een voordelig saldo
van € 25.000. De afwikkeling vindt plaats in 2014. Zie ook het onderdeel gebeurtenissen na
balansdatum in het hoofdstuk financieel resultaat.
Algemene Dekkingsmiddelen
BV Stadsverwarming Purmerend
De BV stadsverwarming is een 100% deelneming van de gemeente Purmerend. De BV
koopt en verkoopt warmte en heeft hiervoor een eigen distributienet. De deelneming van de
gemeente in de BV bedraagt ruim € 38,0 miljoen en staat ongeveer gelijk aan 50% van de
omvang van de activa van de BV.
De gemeente is enig aandeelhouder en moet als zodanig instemmen met de benoeming van de
commissarissen.
De exploitatieresultaten van de BV staan niet toe dat er dividend aan de gemeente kan worden
uitgekeerd.
BV Stadsverwarming heeft plannen voorgelegd om zelf een biowarmtecentrale te gaan
exploiteren. Deze plannen zijn, na consultatie van de gemeenteraad goedgekeurd. De
financiering voor deze plannen vindt plaats onder garantstelling van de aandeelhouder.
De prognose voor 2013 is dat de BV een verlies lijdt van € 2,5 miljoen en het eigen vermogen
zakt naar € 33,8 miljoen. In de meerjarenraming van de BV ontstaat er winst vanaf 2017/2018
en kan in de jaren daarna worden gerekend op een jaarlijks dividend.
HVC (Huisvuil Centrale Alkmaar)
134
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
De deelneming HVC is in 2011 geactiveerd op 102 aandelen met een waarde van € 45,45.
De totale waarde van de deelneming bedraagt € 4.636. Het aandeel van Purmerend in HVC
is 3,5% van het totaal. Door HVC wordt er op dit moment nog geen dividend uitgekeerd.
Daarnaast staat Purmerend via het aandeelhouderschap garant voor circa € 22,0 miljoen
langlopende leningen. Jaarlijks wordt 1% van de garantstellingprovisie door de HVC
uitgekeerd. Het beleid van HVC is om de omvang van de leningen te laten afnemen.
HVC heeft in 2013 samen met de aandeelhouders de koers en strategie getoetst. Samengevat
is de uitkomst dat de koers wordt onderschreven en het in gang gezette besparingsprogramma
voldoende is om de onderneming financieel gezond te maken. Het huidige eigen vermogen
kan aangroeien naar 20 - 30% van het balanstotaal. Voor nieuwe investeringen is een
toetsingskader afgesproken waarbij gemeenten niet mee hoeven te doen als de investering niet
direct gerelateerd is aan de afvalverwerking. Eventuele voorstellen worden apart voorgelegd en
bij een positief besluit in een aparte onderneming ondergebracht.
De risicoinschatting voor HVC is dat de afverwerking gezond geëxploiteerd kan worden en
beperkte kostenstijgingen passen binnen de reguliere tariefsontwikkeling voor de deelnemende
gemeenten.
De eerder genoemde risicoprovisie die de gemeente jaarlijks ontvangt kan niet in een
voorziening worden ondergebracht.
Indien zich risico's manifesteren en de gemeenten worden aangesproken komt dit direct ten
laste van het rekeningresultaat. De verwachting is dat HVC in staat is om de onderneming
zo te exploiteren dat de gemeenten niet apart aangesproken hoeven te worden. In de
meerjarenraming van HVC ontstaat zelfs de mogelijkheid voor dividend in de jaren na 2017.
135
Programmarekening 2013 | De Paragrafen
7
BALANS�EN�TOELICHTING
Grondslagen voor waardering en
resultaatbepaling
A. Inleiding
De programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften die het Besluit
begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor geeft. Dit is een nadere
uitwerking van de financiële verordening en ex artikel 212 van de gemeentewet. Met ingang
van 1 januari 2004 is het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV)
in werking getreden. De voornaamste uitgangspunten zijn:
• eenheid van begroting en programmarekening;
• het opnemen van een balans waaruit de financiële positie van de gemeente blijkt;
A1. Wijzigingen ten opzichte van 2012
In 2013 is de indeling van de programma's aangepast. Dit is gebeurd in de tweede
bestuursrapportage 2013. Er zijn nu 10 programma's, de wijziging betreft de samenvoeging
van programma's 2, 9, 11 en 12 tot één programma 2 samenleving.
A2. Algemene grondslagen voor het opstellen van de programmarekening
In de programmarekening zijn gegevens verwerkt met betrekking tot 2013 voor zover
deze bekend waren tot en met 20 mei 2014. Gegevens na deze datum zijn benoemd in de
paragraaf “gebeurtenissen na balansdatum” en zijn opgenomen in het hoofdstuk algemene
dekkingsmiddelen van de programmarekening 2013.
De waardering van de activa en de passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op
basis van historische kosten.
De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en
winsten worden slechts genomen voor zover zij op de balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen
en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht
genomen indien zij voor het opmaken van de programmarekening bekend zijn geworden.
Dividendopbrengsten van deelnemingen zijn als bate verantwoord in het jaar waarin het
dividend is ontvangen en/of het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt.
Personeelslasten worden toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als
gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde
van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume
worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin de uitbetaling
plaatsvindt; dit betreft ziektekostenpremie voor gepensioneerden en overlopende vakantiegeld.
B. Balans
1. VASTE ACTIVA
Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs.
136
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
1.1. Materiële vaste activa
In erfpacht uitgegeven gronden
De erfpachtgronden op de balans betreffen voornamelijk grondwaarden waarvoor een canon
wordt betaald. De waarde van de afgekochte eeuwigdurende erfpachtsgronden zijn met ingang
van 2005 op de registratiewaarde van € 1,00 per kavel gesteld.
Materiële vaste activa met economisch nut
Alle investeringen met economisch nut worden geactiveerd en dus afgeschreven. Een
investering is van economisch nut als activum verhandelbaar is of wanneer er opbrengsten
mee kunnen worden gegenereerd. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op
de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt er op het saldo
afgeschreven.
Materiële vaste activa met maatschappelijk nut
Investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte, o.a. wegen,
pleinen, bruggen worden in beginsel altijd geactiveerd en afgeschreven, conform de
in de financiële verordening opgenomen afschrijvingstabel. Het argument daarvoor
is dat de lasten evenredig worden toegerekend volgens de economische levensduur
(gebruiksduur) van de objecten. Indien van toepassing worden op deze investeringen
(beschikkingen over) bestemmingsreserves in mindering gebracht. Dit geldt ook voor
specifieke investeringsbijdragen van derden. In beide gevallen wordt er op het saldo
afgeschreven.
Nog niet afgesloten activa
In de materiele vaste activa worden verstrekte maar nog niet volledig verantwoorde
investeringssubsidies meegerekend. Dit betreft het investeringssubsidie aan de
Purmerendse Scholen Gemeenschap (PSG) en diverse investeringsubsidies aan Spurd voor
sportaccomodaties. In de rekening wordt de rentelast hiervoor genomen, de afschrijvingen
vinden hierover niet plaats. In 2013 is een correctie doorgevoerd op het investeringssubsidie
PSG. Voor € 6,6 miljoen was dit krediet ten onrechte afgesloten. De afschrijvingen voor 2011,
2012 en 2013 zijn hiervoor gecorrigeerd.
Afschrijvingsmethoden- en termijnen
In principe worden alle materiële activa lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur,
waarbij bij een enkele investering rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde.
In het verleden werden nog kredieten beschikbaar gesteld met afschrijvingen gebaseerd
op een annuïtaire basis. Deze investeringen worden vanaf boekjaar 2010 eveneens lineair
afgeschreven waardoor voor Purmerend alle materiële activa lineair wordt afgeschreven.
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren:
50 jaar: gebouwen
45 jaar: stedelijk waterplan, riolering
40 jaar: schoolgebouwen, verharding / terreininrichting, dijken en kades, asfalt (wegen),
elementen (wegen)
30 jaar: oeverbeschoeiing, herstel kademuren
25 jaar: rotondes, verkeerslichten en lantaarnpalen, speeltoestellen
20 jaar: inrichting / renovatie sport -, speel- en schoolterreinen, noodgebouwen, gebouw
e
gebonden technische installaties, functie verbeterende verbouwingen, 1 inrichting
137
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
schoolgebouwen, inrichting gymnastieklokalen / sporthallen, containers anders dan glas-,
papier - en rolcontainers, kunststof sportveld (onderlaag)
15 jaar: kunststof sportveld (bovenlaag en onderlaag gecombineerd aangelegd), vrachtwagens
en bijzondere voertuigen, tankautospuiten, glas-, papier- en rolcontainers
10 jaar: kunststof bovenlaag sportveld, gebouw inrichting (w.o. stoffering / meubilair),
installaties / machines en overige materiële vaste activa, huisvuilauto's, veeg - en
containerauto’s
8 jaar: personenauto’s, bestelbusjes en (losse) apparaten
6 jaar: ICT software
4 jaar: ICT hardware
niet: gronden en terreinen
Activa met een verkrijgingsprijs van minder dan € 25.000 worden niet geactiveerd,
uitgezonderd gronden en terreinen. Deze laatstgenoemde worden altijd geactiveerd.
Moment van eerste jaar afschrijving
Als ingangsdatum van de afschrijving geldt het jaar volgend op het jaar ná oplevering c.q.
vervaardiging. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt in
principe niet afgeschreven.
Levensduurverlengende investeringen
Dit betreft uitgaven voor groot onderhoud, zoals vervanging van (delen) van daken,
dakbedekking, elektrische installaties, vloeren e.d. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten:
Kosten van klein onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie
gebracht;
Kosten van groot onderhoud komen ten laste van een hiervoor gevormde voorziening (op basis
van een actueel beheerplan);
Levensduurverlengende investeringen worden geactiveerd en afgeschreven (eventueel via de
componentenbenadering).
1.2. Financiële vaste activa
Participaties
Participaties in het aandelenkapitaal zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de
aandelen. De gemeente Purmerend heeft de volgende participaties:
a. Bank Nederlandse gemeenten 7020 aandelen van € 2,50 ofwel € 17.750
b. EZW (betreft aandelen in het voormalig Energiebedrijf Zaanstreek - Waterland).
Het aantal aandelen EZW bedraagt 13.595. Deze zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs
van € 6.466.
c. De deelneming in de Stadsverwarming Purmerend B.V. is een 100% deelneming.
In de waardering is in 2011, vanuit het voorzichtigheidsbeginsel, rekening gehouden met
exploitatieverliezen sinds de oprichting van de BV. Op de agio is € 4,397 miljoen afgeboekt. In
2012 is hierop een correctie gedaan van € 20.000 zodat de totale afboeking € 4,417 miljoen
bedraagt.
138
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
Deelneming NV Huisvuilcentrale Alkmaar N-H (HVC)
In 2011 zijn 102 aandelen tegen € 45,45 per aandeel in HVC verworven. Het totale
aandelenbelang bedraagt € 4.635,90. Als aandeelhouder kan de gemeente gebruik maken
van de dienstverlening van HVC. De dienstverlening bestaat naast de verwerking van
reststoffen uit advisering. De baten en lasten van de dienstverlening wordt verantwoord
in de afzonderlijke programma's. De deelneming zelf wordt verantwoord in de algemene
dekkingsmiddelen. Onderdeel van het aandeelhouderschap is de garantstelling voor leningen
die zijn aangetrokken voor de afvalinzameling en verwerking. Voor deze garantstelling wordt
1% risicoprovisie uitgekeerd.
Verstrekte langlopende geldleningen
De verstrekte langlopende geldleningen zijn opgenomen tegen nominale waarde,verminderd
met de ontvangen aflossingen. Onder deze balanspost per 31 december 20132 zijn
voornamelijk opgenomen de verstrekte geldleningen aan woningcorporaties en de
hypotheekverstrekkingen aan gemeentepersoneel.
Bijdragen aan derden
Bijdragen aan activa van derden worden geactiveerd. Dergelijke geactiveerde bijdragen zijn
gewaardeerd op het bedrag van de verstrekte bijdragen, verminderd met afschrijvingen. De
verleende bijdragen worden afgeschreven in de periode waarin het betrokken actief van de
derde op basis van door de gemeente gesteld voorwaarden moet bijdragen aan de publieke
taak
2. VLOTTENDE ACTIVA
2.1. Voorraden
De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs.
De overige grond - en hulpstoffen (magazijnvoorraden) zijn gewaardeerd tegen vaste
verrekenprijzen die gebaseerd zijn op de gemiddelde betaalde inkoopprijs.
De verantwoording van de grondexploitatie verloopt via de exploitatie, als onderdeel van
programma 7 Ruimtelijke ordening. Bij deze methode worden jaarlijks in de rekening van
baten en lasten zowel de werkelijke lasten van het bouwrijp maken als de werkelijke verkopen
getoond. Het (positieve dan wel negatieve) saldo daarvan is de mutatie onderhanden werk
(OHW).
De als onderhanden werken opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd
tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs
omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals
grondaankopen, plankosten en kosten van bouw- en woonrijp maken), evenals een redelijk te
achten aandeel in de rentekosten en de administratie- en beheerskosten.
Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voorzover die met
voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden
(realisatieprincipe). Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten
ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.
2.2. Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is
een voorziening in mindering gebracht. 139
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
2.3.en 2.4. Liquide middelen en overlopende activa
Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. De liquide middelen zijn opgenomen
volgens de laatste dagafschriften van het jaar 2012. In kader van inzichtelijkheid laten we de
eventuele negatieve balanssaldi staan onder de vlottende activa.
3. VASTE PASSIVA
3.1. Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit reserves en het saldo van de rekening van baten en lasten. De
waardering vindt plaats tegen nominale waarden. De reserves worden onderscheiden in een
algemene reserve, egalisatie reserves en bestemmingsreserves.
De algemene reserve dient als algemeen financieel weerstandsvermogen, waarbij op grond
van de notitie reserves en voorzieningen minimaal een bedrag van € 15,0 miljoen wordt
aangehouden. De algemene reserve is tot stand gekomen dankzij (batige) saldi. De algemene
reserve ontwikkelt zich in 2013 negatief en staat op € 10,9 miljoen (na resultaat bestemming)
Er is sprake van een bestemmingsreserve zodra via afzonderlijke besluitvorming voor een
bepaald doel een reserve wordt ingesteld. Onder de egalisatiereserves zijn de reserves
opgenomen die dienen ter afdekking van kapitaallasten van geactiveerde kosten met een
economisch nut en ongewenste schommelingen in tarieven die aan derden in rekening worden
gebracht op te vangen.
3.2. Voorzieningen
Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting
c.q. het voorzienbare verlies en zijn getroffen voor op de balansdatum bestaande risico's,
verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch
redelijkerwijs in te schatten. Daarnaast zijn onderhouds-/egalisatievoorzieningen getroffen ter
gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal boekjaren en mede gebaseerd op meerjarige
onderhoudsplannen.
Kosten die in een volgend jaar begrotingsjaar worden gemaakt maar waarvan de oorsprong
wel (mede) ligt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar. De getroffen
voorzieningen voorzien in de dekking van deze kosten voor zover deze niet op een andere
wijze al zijn afgedekt in de meerjarenbegroting.
3.3. Vaste schulden
Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane
aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer.
4. VLOTTENDE PASSIVA
De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Onder de overlopende
passiva zijn opgenomen de meerjarige uitkeringen. Deze uitkeringen zijn beklemd door de
voorwaarden gesteld door een geldgever (bv. rijksbijdrage, subsidie) en de hoogte van de
opgenomen bedragen is overeenkomstig de door de geldgevers verstrekte subsidies en/of
bijdragen. 140
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
5. GEWAARBORGDE GELDLENINGEN EN GARANTSTELLINGEN.
Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag
geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. In de toelichting op de balans is
meer informatie opgenomen.
C. Niet uit de balans blijkende rechten/plichten
C1. Plichten
Dit betreft langlopende verplichtingen die samenhangen met opdrachten voor leveringen of
opdrachten voor dienstverleningen. De kosten van dergelijke opdrachtverleningen worden op
basis van de jaarlijkse prestaties als (exploitatie)lasten aan de jaren toegerekend. Hieronder
worden de belangrijkste meerjarige verplichtingen toegelicht.
A. Onderhoudsovereenkomsten en licenties
De gemeente heeft diverse meerjarige overeenkomsten afgesloten voor het uitvoeren van
onderhoud en licenties. Deze overeenkomsten zijn niet apart gekwantificeerd. De lasten zijn
opgenomen in de begroting. Voor het vrijvallen van deze lasten moeten opzegtermijnen in acht
te worden genomen.
B. Periodieke subsidies
Door de gemeente wordt een aantal periodieke subsidies verleend. Voor het beëindigen en
wijzigen van deze subsidies moeten termijnen van redelijkheid in acht te worden genomen.
Hieruit kan een overbruggingsperiode vloeien. De periodieke subsidies zijn opgenomen in de
programmabegroting.
C2. Rechten. De gemeente Purmerend heeft een zeer beperkt belang (0,22%) in het
aandelenpakket NUON. In 2009 is 49% van de aandelen NUON verkocht aan Vattenfall.
Dit is verwerkt in de programmarekening 2009. Het restant aandelenpakket wordt in
drie fases verkocht verdeeld over de jaren 2011 (15%), 2013 (15%) en 2015 (21%). In
de meerjarenbegroting zijn deze drie bedragen ook verantwoord voor respectievelijk €
3,2 mln, € 3,2 mln en € 4,6 mln. Het bedrag van 2015 is niet als vordering vermeld in de
balans omdat de programmarekening is opgemaakt met inachtneming van de voorschriften
die het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) daarvoor
aangeeft. Deze voorschriften geven aan dat de aandelen niet in eigendom zijn maar via een
houdstermaatschappij lopen en daarom niet verantwoord mogen worden in de balans van de
gemeente Purmerend.
141
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
142
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
Balans per 31 december 2013
bedragen
*€
1.000.-
ultimo
2012
ultimo 2013
ACTIVA
1.
Vaste activa
1.1
Materiële vaste activa
205.075
206.218
Investeringen met een economisch nut
- gronden uitgegeven in erfpacht
- overige investeringen met economisch nut
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend een maatschappelijk nut
1.2
2.092
2.122
169.830
175.427
33.153
28.669
Financiële vaste activa
72.819
69.924
Kapitaalverstrekkingen aan:
- overige verbonden partijen
38.311
38.311
Leningen aan:
- woningbouwcorporaties
7.231
11.167
-Stadsverwarming Purmerend
13.000
5.000
Overige langlopende leningen u/g
13.818
14.967
459
479
Biidrage aan activa van derden:
- VV Wherevogels
Totaal vaste activa
2.
Vlottende activa
2.1
Voorraden:
277.894
276.142
43.475
34.760
Grond- en hulpstoffen
- niet in exploitatie genomen bouwgronden
- Af: Voorziening gebiedsontwikkeling
- magazijnvoorraad stadsbeheer
Overige voorraden
Onderhanden werk: bouwgronden in exploitatie
2.2
- Overige vorderingen
- Bank - en girosaldi
- Kruisposten
2.4
95
91
190
42.658
25.513
17.247
Overlopende activa
Totaal vlottende activa
143
19.413
607
317
16.640
19.096
Liquide middelen
- Kassaldi
8.967
226
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar
- Rekening courantverhoudingen met niet financiële instellingen
2.3
1.896
1.400-
4.150-
20.231
22
22
4.172-
20.184
-
25
1.562
873
58.134
75.277
336.029
351.419
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
Totaal generaal
bedragen
*€
1.000.-
ultimo
2012
ultimo 2013
PASSIVA
3.
Vaste passiva
3.1
Eigen vermogen
23.249
26.942
Algemene reserves:
- Algemene reserve
15.449
8.405
- Voor egalisatie van tarieven
1.034
1.099
- Voor egalisatie van rente
1.982
2.736
- Overige bestemmingsreserves
8.044
7.457
3.260-
7.245
Bestemmingsreserves:
Nog te bestemmen resultaat
3.2
Voorzieningen
- Voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's
3.3
3.263
3.263
Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer
3.662
3.662
275.668
294.206
Onderhandse leningen van:
- binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsinstellingen
- binnenlandse banken en overige financiële instellingen
- binnenlandse bedrijven
- overige binnenlandse sectoren
Legaten
Waarborgsommen
-
1.792
251.221
248.161
17.600
37.400
6.807
6.807
2
2
38
44
Totaal vaste passiva
4.
Vlottende passiva
4.1
Netto vlottende schulden met rente typische looptijd korter dan één jaar
- Crediteuren
4.2
Overlopende passiva
Totaal vlottende passiva
Totaal generaal
5.
302.180
324.810
24.785
14.078
24.785
14.078
9.064
12.531
33.849
26.609
336.029
351.419
Gewaarborgde geldleningen
64.997
69.150
Idem, via achtervang WSW
483.780
496.438
144
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
145
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
Toelichting op de balans 31 december 2013
(bedragen * € 1.000)
ACTIVA
1.
Vaste activa
1.1
Materiële vaste activa
De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:
Boekwaarde
Boekwaarde
31-12-201331-12-2012
In erfpacht uitgegeven gronden
Overige investeringen met economisch nut
2.092
2.122
169.830
175.427
Investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend
maatschappelijk nut
Totaal
33.153
28.669
205.075
206.218
2013
2012
De overige investeringen met economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:
Boekwaarde overige investeringen met economisch nut ultimo:
Gronden en terreinen
20.489
21.072
Bedrijfsgebouwen
97.196
100.967
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
23.372
22.907
Vervoersmiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
1.787
2.617
24.725
26.208
2.260
1.656
169.830
175.427
Het onderstaand overzicht geeft het verloop van de overige investeringen met economisch nut weer:
BoekwaardeMutaties
1-1-2013
in de
balans
Saldo
Investe-
Bijdrage
van
1-1-2013
ringen
derden
Afschrijv- Boekwaarde
ingen
31-12-2013
na
mutaties
Gronden en terreinen
Bedrijfsgebouwen
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
Vervoersmiddelen
Machines, apparaten en installaties
Overige materiële vaste activa
Totaal
21.072
21.072
-118
465
20.489
100.967
100.967
1.981
5.752
97.196
22.907
22.907
1.114
649
23.372
2.617
2.617
196
509
518
1.787
26.208
26.208
2.598
692
3.388
24.725
215
2.260
1.201
10.986
169.830
1.656
175.427
-
1.656
820
175.427
6.590
De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met uitsluitend maatschappelijk nut had het volgende verloop:
Boekwaarde Investe1-1-2013
Grond-, weg- en waterbouwkundige werken
146 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
Overige materiële vaste activa
ringen
Bijdrage
van
Afschrijv- Boekwaarde
derden
ingen
31-12-2013
25.190
5.901
153
1.072
29.865
3.479
61-
5
125
3.289
28.669
5.840
158
1.198
33.153
147
Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
PASSIVA
3.
Vaste passiva
3.1
Eigen vermogen
2013
2012
15.449
8.405
- voor egalisatie van tarieven
1.034
1.099
- voor egalisatie van rente
1.982
2.736
- overige bestemmingsreserves
8.044
7.457
Totaal
26.509
19.697
Resultaat vóór bestemming
3.260-
7.245
Totaal eigen vermogen
23.249
26.942
Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten:
Algemene reserves:
- algemene reserve
Bestemmingsreserves:
Het verloop van de algemene reserves en bestemmingsreserves in 2013 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo
Mutaties
Saldo
1-1-2013
in de
balans
Toevoeging OnttrekkingBestemming
1-1-2013
resultaat
na
mutaties
2012
8.405
8.405
Egalisatiereserves
3.836
3.836
832
1.652
7.457
1.808
1.422
201
8.044
19.698
2.640
3.074
7.245
26.509
7.457
Totaal
19.698
-
7.044
Voorzieningen
Het verloop van de voorzieningen in 2013 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:
Saldo
Mutaties
Saldo
1-1-2013
in de
balans
1-1-2013
Toevoeging Onttrekking
Saldo
31-12-2013
na
mutaties
Voorzieningen
3.662
Totaal
3.662
-
3.662
972
1.371
3.263
3.662
972
1.371
3.263
2013
2012
-
1.792
251.221
248.161
17.600
37.400
6.807
6.807
275.628
294.160
2
2
38
44
De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen.
Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar.
De onderverdeling van de in de balans opgenomen langlopende schulden is als volgt:
Onderhandse leningen:
Binnenlandse pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen
Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
Binnenlandse bedrijven
Overige binnenlandse sectoren
148 Programmarekening 2013 | Balans en Toelichting
Legaten
Waarborgsommen
15.449
3.016
De uitgebreide specificatie en het verloop is opgenomen in de bijlage reserves en voorzieningen.
3.3
31-12-2013
Algemene reserve
Bestemmingsreserves
3.2
Saldo
B
I
J
L
A
G
E
N
I. PORTEFEUILLEVERDELING
150
II. OVERZICHT BATEN EN LASTEN PER PROGRAMMA EN BELEIDSVELD
151
III. SISA
153
IV. OVERZICHT RESERVES EN VOORZIENINGEN
157
V. OVERZICHT AFGESLOTEN KREDIETEN
168
VI. OVERZICHT NIET AFGESLOTEN KREDIETEN
171
VII. KERNGEGEVENS PURMEREND
173
VIII. WET NORMERING BEZOLDIGING TOPFUNCTIONARISSEN PUBLIEKE SECTOR
176
IX. CONTROLEVERKLARING
178
X. VERSLAG AUDITCOMMISSIE
179
149
Programmarekening 2013 | Bijlagen
Bijlage I Portefeuilleverdeling
Bijl, D. (Don)
Burgemeester
• Coördinatie collegebeleid
• Politie, Brandweer, Veiligheidsbeleid
• Bestuurszaken, Algemene & Juridische Zaken
• Externe betrekkingen, Regionale Samenwerking, Nieuwe Steden
• Wijkwethouderschap Centrum
Krieger, J. (Hans)
e
1 loco burgemeester
• Ruimtelijke Ordening en Wonen
• Financiën en grondbedrijf
• Verkeer en vervoer
• Personeel en organisatie
• Vermindering regeldruk
• Wijkwethouderschap: De Gors
Daan, B. (Berent)
2e loco burgemeester
• Werk en Inkomen
• Economische Zaken
• Onderwijs
• Ontwikkeling Kop van West
• Stadsverwarming
• Wijkwethouderschap: Purmer-Noord
Nijenhuis, G. (Geoffrey)
e
3 loco burgemeester
• Wmo en Welzijn
• Zorg en Jeugdzorg
• Sport en Recreatie
• Wijkwethouderschap Overwhere en Wheermolen
Helm, R (Roald)
e
4 loco burgemeester
• Fysieke leefomgeving (civiel, groen, reiniging), Duurzaamheid
• Dierenwelzijn
• Wijkgericht werken, Publieksdienstverlening, Bewonersparticipatie (incl. communicatie)
• Informatievoorzieningen en Automatisering
• Kunst en Cultuur
• Jongerenwerk
• Handhaving
• Wijkwethouderschap Weidevenne en Purmer-Zuid
150
Programmarekening 2013 | Bijlagen
Bijlage II Overzicht baten en lasten per
programma en beleidsveld
(Bedragen x € 1.000)
BV011
Publieksdienstverlening
Realisatie
2012
Begroting
2013
primitief
Begroting
2013
bijgesteld
Lasten
-7.743
-7.357
-7.344
-7.306
39
Baten
3.200
3.455
2.488
2.317
-171
-4.544
-3.902
-4.856
-4.989
-133
-20.531
-20.961
-21.091
-20.699
391
PGR01
PUBLIEKSDIENSTEN
BV021 Goed leven in
Purmerend
BV022 De jeugd heeft de
toekomst
BV023 Drempels weg
Lasten
Baten
3.017
2.901
2.895
2.823
-72
Saldo
-17.514
-18.060
-18.196
-17.876
320
Lasten
-18.170
-16.632
-18.288
-17.659
629
Baten
1.513
1.415
3.220
3.283
64
Saldo
-16.657
-15.217
-15.068
-14.375
693
Lasten
-55.332
-58.210
-57.489
-56.552
938
Baten
30.536
29.922
32.706
32.501
-206
Saldo
-24.796
-28.288
-24.783
-24.051
732
-58.967
-61.564
-58.046
-56.302
1.744
-1.497
-2.113
-1.501
-1.220
281
915
924
956
831
-125
PGR02 SAMENLEVING
BV031 Wonen
Lasten
Baten
PGR03 WONEN
BV041 Milieu
-582
-1.189
-545
-389
156
Lasten
-12.822
-13.884
-13.158
-13.064
94
Baten
12.779
13.000
12.759
12.723
-36
-42
-884
-399
-340
58
Lasten
-3.628
-4.079
-3.800
-3.447
352
Baten
3.197
2.656
2.640
2.394
-247
-431
-1.423
-1.160
-1.054
106
-22.403
-23.515
-23.391
-24.139
-749
8.346
9.166
8.796
9.398
602
-14.057
-14.349
-14.595
-14.741
-147
-11.228
-20.518
-31.904
-21.300
10.604
8.859
21.282
31.721
17.872
-13.849
-2.369
763
-183
-3.428
-3.245
-8.099
-8.254
-8.274
-8.343
-70
95
PGR04 MILIEU
BV051 Bereikbaarheid
PGR05 BEREIKBAARHEID
BV061 Beheer openbare
ruimte
Lasten
Baten
PGR06 BEHEER OPENBARE
RUIMTE
BV071 Ruimtelijke ordening
Lasten
Baten
PGR07 RUIMTELIJKE
ORDENING
BV081 Veiligheid
Lasten
Baten
PGR08 VEILIGHEID
BV091 Economie
Lasten
Baten
PGR09 ECONOMIE
BV101 Bestuur & concern
Lasten
Baten
PGR10 BESTUUR &
CONCERN
BV111 Lokale heffingen
151
Realisatie Afwijking
2013
Lasten
Programmarekening 2013 | Bijlagen
339
215
220
315
-7.760
-8.039
-8.054
-8.029
25
-1.168
-1.912
-954
-1.048
-95
559
1.186
436
440
4
-609
-726
-518
-609
-91
-11.042
-7.433
-7.530
-7.375
155
221
24
30
34
4
-10.821
-7.409
-7.499
-7.341
159
-32
-33
-33
-33
-
(Bedragen x € 1.000)
BV112 Nog te bestemmen
middelen
BV113 Gemeentefonds
BV114 Eigen
financieringsmiddelen
BV115 Deelnemingen
BV116 Incidentele baten en
lasten
Realisatie
2012
Begroting
2013
primitief
Begroting
2013
bijgesteld
Baten
11.201
11.811
11.811
11.779
-31
Saldo
11.169
11.777
11.777
11.746
-31
Lasten
35
1.704
382
226
-156
Baten
-
-
-
196
196
Saldo
35
1.704
382
422
40
Lasten
3
-11
-11
-1
10
Baten
79.319
79.105
78.055
78.820
765
Saldo
79.322
79.093
78.043
78.818
775
Lasten
-315
-315
-299
-285
14
Baten
2.601
3.496
3.397
3.479
82
Saldo
2.286
3.181
3.098
3.194
96
Lasten
-1.730
-1.688
-1.687
-1.690
-3
Baten
4.569
1.625
1.025
1.036
11
Saldo
2.839
-62
-662
-655
7
Lasten
-
-50
-50
-1
49
Baten
156
-
-
4
4
Saldo
156
-50
-50
2
52
95.808
95.643
92.588
93.528
939
PGR11 ALGEMENE
DEKKINGSMIDDELEN
R121 Egalisatiereserve
R122 Bestemmingsreserves
R123 Algemene reserve
Lasten
-894
-35
-772
-833
-60
Baten
2.311
1.551
1.670
1.652
-17
Saldo
1.418
1.516
897
820
-77
Lasten
-1.943
-362
-1.639
-1.809
-169
Baten
12.144
1.327
1.642
1.422
-220
Saldo
10.201
965
3
-387
-390
Lasten
-
-
-3.017
-
3.017
Baten
-
599
5.383
-
-5.383
Saldo
-
599
2.366
-
-2.366
11.618
3.080
3.267
433
-2.833
Lasten
-178.538
-185.660
-201.850
-186.579
15.271
Baten
185.783
185.660
201.850
183.319
-18.531
Saldo
7.245
-
-
-3.261
-3.261
PGR12 RESULTAAT
BESTEMMING
Totaal resultaat
* In de afwijkingenkolommen presenteren we begroting minus realisatie.
152
Realisatie Afwijking
2013
Programmarekening 2013 | Bijlagen
G1
SZW
153
D9
OCW
Wet sociale
werkvoorziening
(Wsw)_gemeente
2013 Wet sociale
werkvoorziening
(Wsw) Alle gemeenten
verantwoorden hier het
gemeentedeel over (jaar
T), ongeacht of er in
(jaar T) geen, enkele of
alle inwoners werkzaam
waren bij een Openbaar
lichaam o.g.v. de Wgr.
Het totaal aantal inwoners
dat is uitgestroomd uit het
werknemersbestand in (jaar
T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R
Indicatornummer: G1 / 02
Aard controle R
Indicatornummer: G1 / 01
€ 149.338
Het totaal aantal
geïndiceerde inwoners
van uw gemeente dat een
dienstbetrekking heeft of
op de wachtlijst staat en
beschikbaar is om een
dienstbetrekking als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, of
artikel 7 van de wet te
aanvaarden op 31 december
(jaar T)
€ 391.596
Aard controle R
Indicatornummer: D9 / 02
Aard controle R
Besteding (jaar T) aan
overige activiteiten (naast
VVE) voor leerlingen met
een grote achterstand in de
Nederlandse taal (conform
artikel 165 WPO)
Indicatornummer: D9 / 01
Onderwijsachterstandenbeleid
Besteding (jaar T) aan
2011-2014 (OAB)
voorzieningen voor
Gemeenten
voorschoolse educatie die
voldoen aan de wettelijke
kwaliteitseisen (conform
artikel 166, eerste lid WPO)
Indicatornummer: G1 / 03
Aard controle n.v.t.
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee Zie de
toelichting in de invulwijzer
voor hulp bij het invullen en
de mogelijke consequenties
van een verkeerde keuze
€0
Indicatornummer: D9 / 03
Aard controle R
€ 95.341
Indicatornummer: D9 / 04
Aard controle R
Besteding (jaar T) aan
Opgebouwde reserve ultimo
afspraken over voor- en
(jaar T-1)
vroegschoolse educatie met
bevoegde gezagsorganen
van scholen, houders
van kindcentra en
peuterspeelzalen (conform
artikel 167 WPO)
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Programmarekening 2013 | Bijlagen
DepartementNummer
Specifieke uitkering
Juridische grondslag
Ontvanger
Bijlage III Sisa
G2
SZW
154
G1A
SZW
Gebundelde uitkering
op grond van artikel
69 WWB_gemeente
2013 Alle gemeenten
verantwoorden hier
het gemeentedeel over
(jaar T), ongeacht of
de gemeente in (jaar
T) geen, enkele of alle
taken heeft uitbesteed
aan een Openbaar
lichaam opgericht op
grond van de Wgr.
Indicatornummer: G1A / 02
Indicatornummer: G1A / 01
Baten (jaar T) Bbz
2004 levensonderhoud
beginnende zelfstandigen
Gemeente I.4 Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud
beginnende zelfstandigen)
(Bbz 2004)
Besteding (jaar T) Bbz
2004 levensonderhoud
beginnende zelfstandigen
Gemeente I.4 Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen 2004
(levensonderhoud
beginnende zelfstandigen)
(Bbz 2004)
Indicatornummer: G2 / 02
€ 573.572
Indicatornummer: G2 / 01
€ 18.235.942
Aard controle R
Baten (jaar T) algemene
bijstand (exclusief Rijk)
Gemeente I.1 Wet werk en
bijstand (WWB)
Aard controle R
Besteding (jaar T) algemene
bijstand Gemeente I.1 Wet
werk en bijstand (WWB)
398,50
Aard controle R
Het totaal aantal
geïndiceerde inwoners
per gemeente dat een
dienstbetrekking heeft of
op de wachtlijst staat en
beschikbaar is om een
dienstbetrekking als bedoeld
in artikel 2, eerste lid, of
artikel 7 van de wet te
aanvaarden op 31 december
(T-1); inclusief deel openbaar
lichaam
2,72
Aard controle n.v.t.
Hieronder per regel één
gemeente(code) uit (jaar
T-1) selecteren en in de
kolommen ernaast de
verantwoordingsinformatie
voor die gemeente invullen
24,00
1 0439 (Purmerend)
Wet sociale
werkvoorziening
(Wsw)_totaal 2012 Wet
sociale werkvoorziening
(Wsw) Alle gemeenten
verantwoorden hier
het totaal (jaar T-1).
(Dus: deel Openbaar
lichaam uit SiSa (jaar
T-1) regeling G1B +
deel gemeente uit (jaar
T-1) regeling G1C-1)
na controle door de
gemeente.
Baten (jaar T) WWIK
(exclusief Rijk) Gemeente
I.6 Wet werk en inkomen
kunstenaars (WWIK)
€ 540.091
Indicatornummer: G2 / 03
Aard controle R
Besteding (jaar T) IOAW
Gemeente I.2 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (IOAW)
28,28
Indicatornummer: G1A / 03
Aard controle R
Het totaal aantal inwoners
dat is uitgestroomd uit
het werknemersbestand
in (jaar T-1), uitgedrukt in
arbeidsjaren; inclusief deel
openbaar lichaam
Nee
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee Zie de
toelichting in de invulwijzer
voor hulp bij het invullen en
de mogelijke consequenties
van een verkeerde keuze.
€ 3.528
Indicatornummer: G2 / 04
Aard controle R
Baten (jaar T) IOAW
(exclusief Rijk) Gemeente I.2
Wet inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte werkloze
werknemers (IOAW)
305,98
Indicatornummer: G1A / 04
Aard controle R
Het totaal aantal
gerealiseerde
arbeidsplaatsen voor
geïndiceerde inwoners
in (jaar T-1), uitgedrukt in
arbeidsjaren; inclusief deel
openbaar lichaam
Aard controle R
Baten (jaar T) IOAZ
(exclusief Rijk)
Gemeente I.3 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen
(IOAZ)
€ 101.226
€ 744
Indicatornummer: G2 / 05 Indicatornummer: G2 / 06
Aard controle R
Besteding (jaar T) IOAZ
Gemeente I.3 Wet
inkomensvoorziening
oudere en gedeeltelijk
arbeidsongeschikte gewezen
zelfstandigen (IOAZ)
24,34
Indicatornummer: G1A / 05
Aard controle R
Het totaal aantal
gerealiseerde begeleid
werkenplekken voor
geïndiceerde inwoners
in (jaar T-1), uitgedrukt in
arbeidsjaren; inclusief deel
openbaar lichaam
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Programmarekening 2013 | Bijlagen
DepartementNummer
Specifieke uitkering
Juridische grondslag
Ontvanger
G5
SZW
155
G3
SZW
Wet participatiebudget
(WPB)_gemeente 2013
Wet participatiebudget
(WPB) Alle gemeenten
verantwoorden hier
het gemeentedeel over
(jaar T), ongeacht of
de gemeente in (jaar
T) geen, enkele of alle
taken heeft uitbesteed
aan een Openbaar
lichaam opgericht op
grond van de Wgr.
Besluit bijstandverlening
zelfstandigen
2004 (exclusief
levensonderhoud
beginnende
zelfstandigen)_gemeente
2013 Besluit
bijstandverlening
zelfstandigen (Bbz)
2004 Alle gemeenten
verantwoorden hier
het gemeentedeel over
(jaar T), ongeacht of
de gemeente in (jaar
T) geen, enkele of alle
taken heeft uitbesteed
aan een Openbaar
lichaam opgericht op
grond van de Wgr.
€ 1.147
€ 27.000
1660
Indicatornummer: G5 / 01
Aard controle D1
Het aantal in (jaar T) bij
een ROC ingekochte
contacturen Let op: Dit is
de enige gelegenheid om
verantwoording af te leggen
over deze taakuitvoering Let
op: Deze verantwoording
kan niet door een
gemeenschappelijke
regeling worden uitgevoerd,
ongeacht de keuze van de
gemeente bij indicator G5/02
€0
€0
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 08
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 07
Baten (jaar T) Bob (exclusief Besteding (jaar T) aan
Rijk)
uitvoeringskosten Bob als
bedoeld in artikel 56 Bbz
2004
€ 121.310
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 02
Aard controle R
Indicatornummer: G3 / 01
Besteding (jaar T)
Besteding (jaar T)
levensonderhoud gevestigde kapitaalverstrekking
zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Bob)
€ 61.358
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 08
Aard controle R
Indicatornummer: G2 / 07
Ja
Indicatornummer: G3 / 09
Aard controle n.v.t.
Volledig zelfstandige
uitvoering Ja/Nee Zie de
toelichting in de invulwijzer
voor hulp bij het invullen en
de mogelijke consequenties
van een verkeerde keuze.
€ 5.911
Indicatornummer: G3 / 03
Aard controle R
Baten (jaar T)
levensonderhoud gevestigde
zelfstandigen (exclusief Bob)
(exclusief Rijk)
€0
Indicatornummer: G2 / 09
Aard controle R
€ 46.540
Indicatornummer: G3 / 04
Aard controle R
Baten (jaar T)
kapitaalverstrekking
(exclusief Bob) (exclusief
Rijk)
Ja
Indicatornummer: G2 / 10
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Besteding (jaar T) Bob
€ 59.126
€0
Indicatornummer: G3 / 05 Indicatornummer: G3 / 06
Aard controle R
Besteding (jaar T) aan
onderzoek als bedoeld
in artikel 56 Bbz 2004
(exclusief Bob)
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Programmarekening 2013 | Bijlagen
DepartementNummer
Specifieke uitkering
Juridische grondslag
Ontvanger
156
Ja
Indicatornummer: G5 / 03
Indicatornummer: G5 / 02
€ 3.270.401
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Volledig zelfstandige
Besteding (jaar T)
uitvoering Ja/Nee De
participatiebudget
zelfstandige uitvoering
betreft de indicatoren G5/03
tot en met G5/07 Zie de
toelichting in de invulwijzer
voor hulp bij het invullen en
de mogelijke consequenties
van een verkeerde keuze
€ 214.446
Indicatornummer: G5 / 04
Aard controle R
Waarvan besteding (jaar T)
van educatie bij roc's
€0
Indicatornummer: G5 / 05
Aard controle R
Baten (jaar T) (niet-Rijk)
participatiebudget
€0
Aard controle R
Besteding (jaar T)
Regelluw Dit onderdeel is
uitsluitend van toepassing
op gemeenten die in (jaar
T-1) duurzame plaatsingen
van inactieven naar werk
hebben gerealiseerd en
verantwoord aan het Rijk
Indicatornummer: G5 / 06 Indicatornummer: G5 / 07
Aard controle R
Waarvan baten (jaar T) van
educatie bij roc’s
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2013 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa I N D I C A T O R E N
Programmarekening 2013 | Bijlagen
DepartementNummer
Specifieke uitkering
Juridische grondslag
Ontvanger
759.356
Totaal programma milieu
172.105
340.923
Reserve begraafrechten
Totaal programma Beheer openbare ruimte
2.736.132
3.836.411
Totaal programma Bestuur en Concern
Totaal Egalisatiereserves
157
Programmarekening 2013 | Bijlagen
Programma 2: Samenleving
C: BESTEMMINGSRESERVES.
2.736.132
Reserve afkoop geldleningen
Programma 11: Algemene dekkingsmiddelen
168.818
Egalisatiereserve Gemeentelijke Watertaken
Programma 6: Beheer openbare ruimte
759.356
Reserve afvalverwijdering
Programma 4: Milieu
B: EGALISATIERESERVES
15.649.437
7.244.480
Totaal algemene reserve
8.404.957
Resultaat jaarrekening
Boekwaarde per
31 december 2012
Algemene reserve
Algemene Dekkingsmiddelen
A: ALGEMENE RESERVE.
naam reserve / voorziening
-
-
-
-
-201.000
-7.244.480
7.043.480
Resultaat uit
jaarrekening 2012
Bijlage IV Overzicht reserves en voorzieningen
2013
baten
832.577
-
292.458
76.558
215.900
540.119
540.119
-
2013
lasten
1.652.434
754.056
754.056
168.818
168.818
729.560
729.560
3.260.574
3.260.574
3.016.554
1.982.076
1.982.076
464.563
248.663
215.900
569.915
569.915
12.187.862
-3.260.574
15.448.437
Boekwaarde per
31 december 2013
300.821
1.800.000
Totaal programma beheer openbare ruimte
1.539.627
Totaal programma ruimtelijke ordening
158
Programmarekening 2013 | Bijlagen
D. VOORZIENINGEN.
Totaal RESERVES
26.942.632
7.456.784
149.763
Totaal programma 10: Bestuur en Concern
Totaal bestemmingsreserves
149.763
Reserve werkbudget ombuigingen
Programma 10: Bestuur en Concern
1.539.627
Reserve gronden
Programma 7: Ruimtelijke ordening
1.800.000
Infrastructuur Gorslaan/Jaagweg
Beheer openbare ruimte
-
1.792.956
Totaal programma wonen:
Programma 6: Beheer openbare ruimte
1.792.956
Woonvisie
Programma 3: Wonen
2.174.438
-
Herstructureringskosten WSW
Totaal programma samenleving
250.000
Reserve aanval op de bijstand
1.623.617
-
201.000
-
-531.000
-531.000
207.000
-300.000
507.000
-
525.000
125.000
Reserve gem. middelen participatie
Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting
Resultaat uit
jaarrekening 2012
400.000
Boekwaarde per
31 december 2012
Sanering asbest
naam reserve / voorziening
2013
baten
2.641.153
1.808.576
-
-
-
169.350
169.350
1.639.226
1.639.226
2013
lasten
6.335.058
1.422.050
149.763
149.763
313.192
313.192
327.000
327.000
96.762
96.762
535.333
233.730
250.000
51.603
23.248.726
8.044.310
-
-
695.435
695.435
1.680.000
1.500.000
180.000
1.865.544
1.865.544
3.803.331
1.405.496
-
1.623.617
374.218
400.000
Boekwaarde per
31 december 2013
703.178
Totaal programma bereikbaarheid
66.154
Voorziening overgang personeel halt
159
Programmarekening 2013 | Bijlagen
Totaal voorzieningen
3.661.505
387.438
51.886
Totaal programma bestuur en concern
64.483
Spaarverlof Purmerend
271.070
Voorziening Streekarchief Waterland
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders
Programma 10: Bestuur en concern
146.782
10.641
Totaal programma veiligheid
69.987
Voorziening 2e loopbaanbeleid brandweer
1.405.875
-
50.000
Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne
Programma 8: Veiligheid
Totaal programma ruimtelijke ordening
Voorziening Gebiedsontwikkeling
Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
1.355.875
500.000
Onderhoud DRIS
Programma 7: Ruimtelijke ordening
203.178
Openbaar vervoer
Programma 5: Bereikbaarheid
1.018.232
269.232
Totaal programma samenleving
749.000
Groot onderhoud/vervangingsinventaris De Purmarijn
Boekwaarde per
31 december 2012
Verzelfstandiging OPSO bruidsschat
Programma 2: Samenleving
naam reserve / voorziening
Resultaat uit
jaarrekening 2012
-
-
-
-
-
-
-
2013
baten
2.372.313
26.904
2.234
20.000
4.670
50.000
8.000
42.000
2.247.378
1.400.000
847.378
2.032
2.032
46.000
46.000
2013
lasten
1.370.706
109.146
28.493
4.821
75.832
50.094
50.094
511.448
-
511.448
224.119
45.272
178.847
475.899
65.899
410.000
4.663.112
305.196
25.626
79.662
199.908
146.687
66.154
18.641
61.893
3.141.805
1.400.000
50.000
1.691.805
481.090
454.728
26.362
588.333
249.333
339.000
Boekwaarde per
31 december 2013
160
Programmarekening 2013 | Bijlagen
Totaal generaal reserves / voorzieningen
naam reserve / voorziening
30.604.136
Boekwaarde per
31 december 2012
Resultaat uit
jaarrekening 2012
-
2013
baten
5.013.466
2013
lasten
7.705.764
27.911.838
Boekwaarde per
31 december 2013
Toelichting Reserves en voorzieningen
ALGEMEEN
Ter toelichting op het totaaloverzicht wordt per reserve en voorziening aangegeven het doel
waarvoor deze is ingesteld, de wijze van voeding en waaraan de reserve of voorziening wordt
besteed. De specifieke mutaties in 2013 zijn toegelicht in het onderdeel financiële toelichting
per programma.
ALGEMENE RESERVE
Doel en voeding: Het doel van de algemene reserve is het opvangen van risico's in de
algemene zin en risico's waarvoor geen bestemmingsreserve of voorziening is gevormd.
Het voor- en/of nadelig resultaat van de jaarrekening wordt verrekend met de algemene
reserve. Voor deze reserve is geen specifieke bestemming, anders dan dat een deel van de
algemene reserve is aangemerkt als weerstandsvermogen en bedoeld is om tegenvallers in
enig (verslag-)jaar op te kunnen vangen.
In de actualisatie van het beleid inzake reserves en voorzieningen heeft de gemeenteraad
in 2012 bepaald dat de minimale omvang van de algemene reserve gelijk moet zijn aan het
benodigde weerstandsvermogen én minimaal € 15 miljoen bedraagt.
De verwachting voor de omvang van de algemene reserve eind 2013 was dat deze zou
uitkomen op een positieve stand van € 13,0 miljoen postief (derde bestuursrapportage 2013).
Na resultaatbestemming daalt de algemene reserve begin 2013 van € 15,4 miljoen naar eind
2013 € 10,9 miljoen. In de aanbiedingsbrief worden de belangrijkste afwijkingen toegelicht
tussen de bijgestelde begroting en de rekening 2013 per programma.
Stand eind 2013: € 12.187.863 (vóór voorgestelde resultaatsbestemming)
EGALISATIERESERVE
Deze reserves worden gebruikt om schommelingen in de tijd en in de uitvoering in de
resultaten voor specifieke onderdelen te egaliseren. Egalisatiereserves worden expliciet door
de raad ingesteld en de onttrekkingen en dotaties worden vanuit de resultaten voorgesteld. De
egalisatiereserves zijn ingesteld om een overschot op een bepaalde heffing te voorkomen als
uitgaven en investeringen vertraging oplopen. De egalisatiereserves zijn niet aan een termijn
gekoppeld.
Programma 4 Milieu
Egalisatiereserve afvalverwijdering
Doel en voeding: Doel van deze reserve is om de fluctuaties tussen de baten en lasten
voor het inzamelen en verwijderen van afval, op te vangen. Indien in enig jaar de baten
voor de afvalinzameling hoger zijn dan de kosten, wordt het verschil toegevoegd aan de
egalisatiereserve. De egalisatiereserve wordt vervolgens ingezet voor (tijdelijke) matiging van
het tarief of incidentele uitgaven. De egalisatiereserve kan geen nadelig saldo hebben. Het
saldo van het product afvalverwijdering laat aan het einde van het jaar een voordeel zien van
€ 570.000 over 2013. Dit bedrag is toegevoegd aan de egalisatiereserve ter egalisering van de
kosten of ter egalisatie van het tarief in de toekomst.
Stand eind 2013: € 569.915
Programma 6 Beheer openbare ruimte
Egalisatiereserve gemeentelijke watertaken
161
Programmarekening 2013 |
Doelen voeding: Het doel van deze reserve is om de fluctuaties in de onderhoudskosten
aan het rioolstelsel en vanuit het Stedelijk Waterplan in Purmerend op te vangen. Er wordt
uitgegaan van een kostendekkend tarief. Indien in enig jaar de baten hoger zijn dan de lastenbijvoorbeeld door vertragingen in investeringen in het rioolstelsel - dan wordt het batig saldo
toegevoegd aan de egalisatie reserve en later gebruikt voor tijdelijk lagere tarieven. In 2012 is
€ 216.000 toegevoegd aan de egalisatiereserve gemeentelijke watertaken.
Stand eind 2013: € 215.900
Egalisatiereserve begraafrechten
Doel en voeding: Het doel van deze egalisatiereserve is om de inkomsten te egaliseren uit
de grafrechten. Jaarlijks valt eentiende deel vrij uit de inkomsten van de grafrechten. Deze
egalisatiereserve is bij de jaarrekening 2009 ingesteld.Gebleken is dat de omvang van de
reserve op dit moment onvoldoende is om dekking te bieden voor de onderhoudskosten
van het deel van de begraafplaats dat nu in gebruik is genomen. In de resultaatbestemming
wordt voorgesteld om € 1.448.000 toe te voegen. Hiermee komt de stand eind 2013 uit op €
1.696.663
Stand eind 2013: € 248.663 (vóór voorgestelde resultaatbestemming)
Algemene dekkingsmiddelen
Egalisatiereserve afkoop geldleningen
Doel en voeding: Het doel van deze egalisatiereserve is het opvangen van het onstane
jaarlijkse nadeel op de renteverschillen. Dit nadeel is ontstaan door het sneller aflossen van
de leningen door Wherestad en is beschikbaar gesteld in de derde bestuursrapportage 2010
(besluitnummer 10-115). Het jaarlijkse voordeel wat nu wordt gemist wordt opgevangen door
jaarlijks een bedrag te onttrekken aan deze reserve en als bate op te nemen in het onderdeel
algemene dekkingsmiddelen (eigen financieringsmiddelen). De reserve zal eind 2018 volledig
zijn besteed. In 2012 is een bedrag van€ 754.056 onttrokken ter dekking van de rentelast in het
onderdeel algemene dekkingsmiddelen.
Stand eind 2013: € 1.982.076
BESTEMMINGSRESERVES
Voor bestemmingsreserve geldt dat deze worden ingesteld voor één specifiek doel binnen een
vastgestelde termijn. In 2013 zijn de volgende reserves volledig besteed en kunnen worden
opgeheven:
• Aanval op de bijstand
• Werkbudget ombuigingen
Programma 2 Samenleving
Reserve sanering asbest
Doel en voeding: doel van deze reserve is het (gedeeltelijk) afdekken van de kosten die
gepaard gaan bij het verwijderen van asbest uit de gemeentelijke onderwijsgebouwen. Deze
reserve is bij de jaarrekening 2009 ingesteld door een bedrag van € 400.000 te storten. In 2013
is deze reserve niet aangesproken.
Stand eind 2013: € 400.000
Reserve af te stoten panden onderwijshuisvesting
162
Programmarekening 2013 |
Doel en voeding: Deze bestemmingsreserve heeft als doel om de boekwaarden van de
onderwijspanden gedurende de periode 2012 tot en met 2015 die worden herbestemd of
worden gesloopt te kunnen afboeken. Deze afboeking is noodzakelijk, omdat naar huidige
inschatting de boekwaarde niet kan worden terugverdiend bij herbestemming van de locaties.
De voorgenomen afboeking heeft betrekking op een zevental onderwijslocaties en is als
resultaatbestemming ingesteld bij de jaarrekening 2011 (besluitnummer 1037563). Hiervoor is
eenmalig een bedrag van € 2.030.000 beschikbaar gesteld. In de loop van 2012 is gebleken
dat deze reserve niet toereikend was voor de afboeking van de overige locaties, op het
daarvoor geplande tijdstip. Om deze reden is in 2012, via resultaatbestemming, de reserve
aangevuld met een bedrag van € 125.000. In totaal is er een bedrag van € 1.780.783 inmiddels
onttrokken.
Stand eind 2013: € 374.217
Reserve gemeentelijke middelen participatie
Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is het gefaseerd kunnen aanpassen
van de geplande uitgaven als gevolg van de grote daling van de rijksbijdrage participatie vanaf
2010. Hiermee wordt voorkomen dat het programma voor participatie direct moet worden
aangepast of deels worden stopgezet. De reserve is ingesteld voor de periode 2010 – 2014.
Door meevallers en vroegtijdig inspelen op de kortingen op de rijksbijdrage zullen de middelen
(pas) ingezet worden vanaf 2013. In 2013 is deze reserve niet aangesproken.
Stand eind 2013: € 1.623.617
Reserve Aanval op de bijstand
Doel en voeding: Doel van deze bestemmingsreserve is de verwachte toename van het aantal
uitkeringen op te kunnen vangen door het verlagen van het uitkeringsbestand zoals uitgewerkt
in het project aanval op de bijstand. Deze reserve is éénmalig gevoed met € 1,5 miljoen
(besluitnummer 11-052) in 2011. Binnen dit project wordt in drie deelprojecten geinvesteerd:
arbeidsmarktaansluiting, mogelijkheden Wwb-ers voor uitvoering van maatschappelijke taken
(waaronder de uitvoering Wmo) en handhaving. In 2013 is het restantbedrag van € 250.000
besteed aan het project aanval op de bijstand en is de reserve volledig uitgenut.
Stand eind 2013: € 0
Reserve herstucturering WSW
Doel en voeding: Doel van deze reserve is het afdekken van kosten in verband met
herstructurering van het werkvoorzieningschap Waterland. In 2013 is voor dit doel € 1.639.000
in de reserve gestort. De verwachting is dat de reserve een looptijd heeft tot en met 2019.
Stand eind 2013: €1.405.496
Programma 3 Wonen
Reserve Woonvisie
Doel en voeding: Het doel van de bestemmingsreserve Volkshuisvesting is het het bekostigen
van uitgaven voor volkshuisvestingsdoelen die in een specifiek programma zijn vastgelegd
met een incidenteel karakter. In maart 2012 (besluitnummer 643894) heeft de raad besloten
de reserve volkshuisvesting per 31 december 2012 op te heffen. Het saldo eind 2012 is hierbij
overgeheveld in de nieuwe bestemmingsreserve Woonvisie 2012 – 2016. De voeding van deze
163
Programmarekening 2013 |
reserve betreft het door de gemeenten ontvangen deel van de overwaarde van de verkochte
koopwoningen waarvoor het anti-speculatiebeding van toepassing is. Gebleken is dat het
saldo van de reserve woonvisie hoger is dan begroot en er in 2013 opnieuw vertragingen zijn
ontstaan. In 2014 zal een herrijking plaatsvinden van de Woonvisie. In de resultaatbestemming
wordt voorgesteld om € 585.000 minder te onttrekken. Hiermee komt de stand eind 2013 uit
op € 1.280.544.
Stand eind 2013: € 1.865.544 (vóór voorgestelde resultaatbestemming)
Programma 6 Beheer openbare ruimte
Reserve infrastructuur Gorslaan/Jaagweg
Doel en voeding: Het doel van deze bestemmingsreserve is om herstelwerkzaamheden uit
te voeren aan de kruising Gorslaan/Jaagweg voor gebrekkige fundering en beschadigd asfalt
(medio 2014). Deze reserve is in 2011 ingesteld bij de kadernota 2012 als voorziening en in de
jaarrekening 2011(besluitnummer 1037563) omgezet in een bestemmingsreserve. In 2013 is
deze reserve niet aangesproken.
Stand eind 2013: € 1.500.000
Reserve Beheer openbare ruimte
Doel en voeding: In de jaarrekening 2012 is bij de resultaatbestemming een bedrag van €
507.000 gestort in deze reserve voor niet uitgevoerde werkzaamheden aan de openbare ruimte
(met name kunstwerken, wegen). Omdat de planmatige onderbouwing van een voorziening
voor deze werkzaamheden niet in 2012 kon worden afgerond is er onvoldoende onderbouwing
om dit bedrag "vanzelfsprekend" toe te voegen aan een voorziening. De werkzaamheden zijn
in 2013 uitgevoerd voor een bedrag van € 317.000, met uitzondering voor werkzaamheden aan
de Clara Visserstraat (besluit raad 3e Berap 2012) van € 180.000.
Stand eind 2013: € 180.000
Programma 7 Ruimtelijke ordening
Reserve Gronden
Doel en voeding: Het oorspronkelijke doel van deze bestemmingsreserve was het opvangen
van risico’s in de grondexploitatie voor specifieke bestemmingen. Het doel van deze reserve is
in 2012 gewijzigd in de derde bestuursrapportage 2012 (besluitnummer 645125) en als nieuw
beleid in de nota reserves en voorzieningen. Het restant van deze reserve wordt vanaf 2013 en
verder ingezet voor plankosten en voorbereidingskrediet Schapenmarkt.
Stand eind 2013: € 695.435
VOORZIENINGEN
De voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen is opgenomen in programma 7
Ruimtelijke ordening en is opgebouwd uit de volgende vier voorzieningen:
164
Programmarekening 2013 |
Stand
Voorziening
Programma
eind 2013
Groot onderhoud onderwijs
Programma 2 Samenleving
€ 280.000
Verhuurde percelen
Programma 7 Ruimtelijke ordening
€ 351.000
Groot onderhoud welzijnsgebouwen
Programma 7 Ruimtelijke ordening
€ 419.000
Programma 13 Bestuur en concern
€ 643.000
Groot onderhoud gemeentelijke
huisvesting
De mutaties van deze voorzieningen zijn separaat opgenomen en toegelicht in de betreffende
programma's.
Programma 2 Samenleving
Voorziening bruidschat OPSO
Doel en voeding: Doel van deze voorziening is om verzelfstandiging van het Openbaar Primair
en Speciaal Onderwijs (OPSO) per 1 januari 2011 te begeleiden door het verstrekken van een
bruidschat van € 2,5 miljoen. De bruidschat zal uitbetaald worden in jaarlijks afbouwende
bedragen en eind 2014 worden opgeheven. In 2013 is een bedrag van € 410.000 uitgekeerd.
Stand eind 2013 € 339.000
Voorziening onderhoud De Purmaryn
Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel het realiseren van dekking en
egalisering van de uitgaven planmatig onderhoud en vervanging inventaris op middellange
termijn. Het onderhoud van het gebouw de Purmaryn vindt plaats op grond van een
Meerjarenonderhoudsplan ('Kraan').
Stand eind 2013: € 249.332
Programma 5 Bereikbaarheid
Voorziening openbaar vervoer
Doel en voeding: De voorziening wordt ingezet voor het mede financiëren van openbaar
vervoer projecten en infrastructurele maatregelen voor een verbeterde doorstroming en
toegankelijkheid van het openbaar vervoer. Eind 2013 is het saldo van de voorziening € 26.000.
Het restant zal in 2013 worden aangesproken.
Stand eind 2013: € 26.362
Voorziening onderhoud DRIS
Doel en voeding: Deze voorziening is afgesplitst uit de voorziening openbaar vervoer en
bestemd om de beheer- en onderhoudkosten voor het Dynamisch Reizigers Informatie
Systeem voor een periode van tien jaar te kunnen dekken. De DRIS-panelen worden volgens
planning tot en met 2013 bij de diverse bushaltes geplaatst.In 2013 is er voor € 45.000 aan
werkzaamheden verricht.
Stand eind 2013: € 454.728
Programma 7 Ruimtelijke ordening
Voorziening groot onderhoud gemeentelijke gebouwen
Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel de onderhoudslasten te egaliseren
van de panden die de gemeente bezit. Deze voorziening is opgebouwd uit een viertal
165
Programmarekening 2013 |
onderhoudsvoorzieningen: verhuurde percelen, groot onderhoud welzijnsgebouwen, onderwijs
en gemeentelijke huisvesting.
Stand eind 2013: € 1.691.805
Voorziening civiele procedure IJsendijkstraat
Doel en voeding: Deze voorziening is ingesteld om de kosten voor de civiele procedure
met betrekking tot de Van IJsendijkstraat te dekken. Dit betreffen de kosten voor het eigen
risico van € 50.000. De gemeente is verzekerd voor vermogensschade veroorzaakt door
onrechtmatig genomen besluiten.
Stand eind 2013: € 50.000
Voorziening streekarchief Waterland
Doel en voeding: Deze voorziening heeft tot doel om de kosten van groot onderhoud van
het pand Streekarchief Waterland (SAW) aan de Wielingenstraat 75 te dekken. De voorziening
wordt jaarlijks gevoed met de door het ISW afgesproken jaarlijkse verhoging van de canon met
3,725%.
Stand eind 2013: € 79.662
Voorziening Gebiedsontwikkeling
Doel en voeding: Deze voorziening is in 2013 gevormd op basis van de berekende financiele
risico's die gepaard gaan met gebiedsontwikkelingprojecten.
Stand eind 2013: € 1.400.000
Programma 8 Veiligheid
Voorziening groot onderhoud brandweerkazerne
Doel en voeding: Doel van deze voorziening is het dekken van de kosten voor het groot
bouwkundig onderhoud. De voeding van deze voorziening geschied aan de hand van het groot
onderhoudsplan en is gebaseerd op de bestaande beheer- en onderhoudsgegevens uit Kraan.
Voor 2013 waren de onderhoudswerkzaamheden € 50.000.
Stand eind 2013: € 61.893
Voorziening Halt overgang personeel
Bij het fuseren van het bureau Halt Zaanstreek-Waterland zullen frictiekosten ontstaan. Bij het
voorstel om te fuseren is besloten de frictiekosten te financieren uit het positieve resultaat van
de jaarrekening 2010. In 2013 is deze voorziening niet aangesproken.
Stand eind 2013: € 66.154
Programma 10 Bestuur en concern
Voorziening wachtgeldverplichtingen bestuurders
Doel en voeding: Voor de afwikkeling van de opgebouwde wachtgeldrechten van voormalige
wethouders is een voorziening ingesteld. Het risico ten aanzien van zittende bestuurders
is meegenomen in de risicoparagraaf weerstandsvermogen. De voorziening wordt jaarlijks
geactualiseerd op basis van het de ingeschatte aanspraak op wachtgeld van ex-bestuurders.
166
Programmarekening 2013 |
Stand eind 2013: € 199.908
Voorziening pensioenverplichtingen
Doel en voeding: De voorziening pensioenverplichtingen is een in 2012 nieuw ingestelde
voorziening. De voorziening was bedoeld om de verplichting die bestaat ten opzichte van
bestuurders die vóór 2002 wethouder zijn geweest af te dekken. In de loop van 2012 is
besloten omde pensioenverplichtingen uit te besteden en onder te brengen bij Loyalis. De
financiële afwikkeling vindt in 2013 plaats en de voorziening zal daarna worden opgeheven.
Aangezien de afwikkeling in 2013 wordt voltrokken wordt het saldo dat per 31-12-2012 in de
voorziening zat, niet als voorziening maar als kortlopende schuld op de balans gepresenteerd.
Voorziening Spaarverlof
Doel en voeding: In deze voorziening is de waarde opgenomen van verlofuren die in het
verleden konden worden opgespaard. De voorziening is gevormd ter dekking van de kosten
van vervangend personeel van deelnemers aan de gemeentelijke spaarverordening op het
moment dat zij spaarverlof opnemen. Aangezien de regeling is opgeheven bestaat de dotatie
uit een mutatie ten behoeve van het opvangen van prijsstijgingen. De onttrekking betreft de
compensatie aan een afdeling op het moment dat spaarverlof wordt opgenomen door een
deelnemer.
Stand eind 2013: € 25.626
167
Programmarekening 2013 |
09-118
645128
Dakrenovatie De Vaart
Dakrenovatie sporthal De Vaart (lage dak)
645128
645128
10-21
Renovatie verharding sportcomplex Savannestraat
Vervanging toplaag handbalveld De Dop
Verplaatsing rugbyclub (voorbereiding)
Programmarekening 2013 | Bijlagen
07-65/10-79
24360 rolcontainers (restafval)
168
07-65/09-60
Clusterplaatsen
27.694
18.991
196.098
4.889.724
PGR02 Samenleving
10-90
519.029
Papiercontainers 4x6090 st. (2012)
519.029
BV023 Drempels weg
519.029
PV0231 Individuele voorzieningen
645128
2.483.586
WMO Hulpmiddelen 2013
2.483.586
BV022 De jeugd heeft de toekomst
68.506
872.083
1.475.291
67.706
PV0222 Op de toekomst voorbereid
640635/1061251
10-37/11-32
Slenkstraat 50, Tangram, installaties
Inrichting praktijklokaal M.L. Kingschool, Den Uyllaan 3
10-37/11-32
Slenkstraat 50, Tangram, bouw & terrein
645128
1.887.109
Dakbedekking, Pinksterbloem 67
BV021 Goed leven in Purmerend
351.333
195.762
1.887.109
645128
Vervangingsbeleid speelvoorzieningen 2013
561.250
-
135.822
25.386
51.864
155.923
-
55.871
88.037
189.828
76.033
PV0211 Gezonde geest in gezond lichaam
645128
Vervanging speeltoestellen 2013 1)
08-105/11-24/636369/1061253
637736
Renovatie honkbalveld jeugd sportcomplex De Dop
Stadsspeeltuin Purmerend
637736
Toplaag Kunstgras Flevostraat (korfbalvereniging BEP)
11-14
645128
Vervanging verl. en installaties kelder Leeghwaterbad
Voorber.krediet multifunctionele sporthal Van IJsendijkstraat
645128
Raad/B&W besluit Geraamd bedrag
Vervanging antiverdrinking onderwatercamera Leeghwaterbad
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld
Bijlage V Overzicht afgesloten kredieten
15.492
-
-
3.209.684
-
-
-
2.215.267
2.215.267
-
824.102
1.391.166
-
994.416
994.416
-
-
503.827
76.230
-
-
51.864
155.923
118.535
-
88.037
-
-
-
-
-
759.003
139.277
139.277
139.277
180.344
180.344
67.260
43.085
2.293
67.706
439.381
439.381
82.336
9.262
59.609
-76.230
135.822
25.385
-
-
-118.535
55.871
-
189.828
76.033
Totaal besteed t/ Totaal besteed in
m 2012
2013
15.492
-
-
3.968.686
139.277
139.277
139.277
2.395.612
2.395.612
67.260
867.187
1.393.459
67.706
1.433.798
1.433.798
82.336
9.262
563.436
-
135.822
25.385
51.864
155.923
-
55.871
88.037
189.828
76.033
Totaal besteed t/
m 2013
12.202
18.991
196.098
921.038
379.752
379.752
379.752
87.974
87.974
1.246
4.896
81.832
-
453.311
453.311
268.997
186.500
-2.186
-
-
1
-
-
-
-
-
-
-
Over (-) of
onderschr. (+)
297.000
Ombouw Parkeerautomaten
645128
645128
645128
Uitvoeringsprogramma 2013 Riolering
Stedelijk Waterplan 2013 (uitvoering oeverplan)
Stedelijk Waterplan 2013
169
Programmarekening 2013 | Bijlagen
106.135
BV071 Ruimtelijke ordening
70.000
106.135
1037563
PV0711 Optimale ruimtelijke hoofdstructuur
Loirestraat 9 Kinderopvang De Weide
36.135
10.804.490
PGR06 Beheer openbare ruimte
1080649
10.804.490
BV061 Beheer openbare ruimte
Grond Kerkstraat 20
6.105.287
PV0612 Zorg voor watertaken
1.592.990
178.452
140.000
4.193.845
645128
Verbreed GRP(GRP+)2013 (incl.aanvulling)
1.242.660
1.280.647
4.699.203
645128
Uitvoeringsprogramma 2013 Elementen
105.480
611.246
1.459.170
PV0611 Schoon, heel en veilig
645128
Uitvoeringsprogramma 2013 Asfalt
08-95
645128
5 Houten of vaste bruggen
Looproutes 2010
645128
627.470
PGR05 Bereikbaarheid
PON, groot onderhoud bruggen 2013
627.470
BV051 Bereikbaarheid
89.665
330.470
637736
60.005
90.400
90.400
PV0514 Verkeersveiligheid
Verkeersregelinstallatie Verzetslaan-Meerland
10-90
09-118
Verkeersregelinstallatie Waterlandlaan/Landsrekenweg
VAT-kosten 11 Verkeersregelinstallaties 2012-2015
09-118
Verkeersregelinstallatie Waterlandlaan/Basisveenstraat
297.000
542.783
PGR04 Milieu
PV0513 Autoverkeer
542.783
637736
542.783
300.000
BV041 Milieu
645125
Raad/B&W besluit Geraamd bedrag
PV0412 Afvalbeheer
60x OC's glas binnencontainers
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld
-
-
-
-
25.745
25.745
-
-
-
-
-
25.745
-
-
25.745
-
-
433.661
433.661
215.396
48.491
20.666
62.874
83.365
218.265
218.265
147.992
147.992
147.992
132.500
165.143
165.143
129.008
36.135
5.613.799
5.613.799
3.822.230
1.341.570
95.102
26.567
2.358.992
1.791.569
460.314
617.361
11.253
679.976
22.665
13.054
13.054
13.054
1.536
-
11.518
-
-
-
132.500
132.500
132.500
132.500
Totaal besteed t/ Totaal besteed in
m 2012
2013
165.143
165.143
129.008
36.135
5.639.545
5.639.545
3.822.230
1.341.570
95.102
26.567
2.358.992
1.817.315
460.314
617.361
36.998
679.976
22.665
446.715
446.715
228.450
50.027
20.666
74.392
83.365
218.265
218.265
280.492
280.492
280.492
265.000
Totaal besteed t/
m 2013
-59.008
-59.008
-59.008
-
5.164.945
5.164.945
2.283.057
251.420
83.350
113.433
1.834.853
2.881.888
782.346
663.286
68.482
-68.730
1.436.505
180.755
180.755
102.020
39.638
39.339
16.008
7.035
78.735
78.735
262.291
262.291
262.291
35.000
Over (-) of
onderschr. (+)
645128
645128
645128
645128
645128
645128
Dienstverlening hardware 2013
Dienstverlening software 2013
Basisregistraties en GEO hardware 2013
Basisregistraties en GEO software 2013
Overige onderzoeken en projectmatige hardware 2013
Overige onderzoeken en projectmatige software 2013
09-118
645125
645128
Mercedes sprinter
Servicebus Wijken 21893
Veegmachine Schmidt Swingo 22840
19.256.038
2.180.750
244.750
107.000
25.000
61.500
51.250
1.723.487
95.883
122.407
561.985
45.000
151.036
100.000
3.889.103
72.021
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
72.021
60.673
-
11.348
-
-
-
-
-
-
-
7.946.320
1.198.071
273.902
106.729
26.566
76.074
64.533
820.662
140.328
128.972
88.537
-
77.473
-
87.884
297.470
103.507
3.661
84.175
15.671
64.751
64.751
64.751
26.917
9.027
28.807
165.143
Totaal besteed t/ Totaal besteed in
m 2012
2013
11.835.423
1.270.092
273.902
106.729
26.566
76.074
64.533
820.662
140.328
128.972
88.537
-
77.473
-
87.884
297.470
175.528
64.333
84.175
27.019
64.751
64.751
64.751
26.917
9.027
28.807
165.143
Totaal besteed t/
m 2013
7.420.615
910.658
-29.152
170
Programmarekening 2013 | Bijlagen
overgeheveld naar het overzicht niet afgesloten kredieten per 31-12-2013 In totaliteit is een bedrag van € 186.500 overgeheveld.
271
-1.566
-14.574
-13.283
902.825
-44.445
-6.564
473.448
45.000
73.563
100.000
109.932
151.890
36.985
39.005
-
-2.019
39.935
39.935
39.935
1.083
33.973
4.879
-59.008
Over (-) of
onderschr. (+)
In het overzicht afgesloten kredieten per 31-12-2013 is de jaargebonden investering uit 2013, gemarkeerd met een 1), voor het restantbedrag doorgeschoven en opgehoogd bij de investering 2014. Het restantbedrag bij de betreffende investering is voor de rekening 2013
Eindtotaal
Bedrijfsvoering & Tractie
Tractie
09-118
Mercedes sprinter
Bedrijfsvoering/ICT
645128
Randvoorwaarde ICT software 2013
197.816
449.360
645128
Randvoorwaarde ICT hardware 2013
103.338
212.513
637736
Kozijnen/deuren, Garage De Koog
84.175
Bedrijfsvoering/Huisvesting
645128
Koudeopwekking/distributie Stadhuis
25.000
104.686
616448
PGR08 Veiligheid
Brandbeveiliging kluis BZ SH2012
104.686
28.000
BV081 Veiligheid
645128
Vervanging warmtebeeldcamera's
43.000
33.686
104.686
645128
PV0811 Brandweerzorg
645128
Aanpassing optische en geluidsignalen
106.135
Raad/B&W besluit Geraamd bedrag
OVD voertuig 5002 790
PGR07 Ruimtelijke ordening
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld
171
Programmarekening 2013 | Bijlagen
637736
Sportvloer gymlokaal doplaan
10-90
Toplaag skeelerbaan trimpad
Hockeyveld toplaag de Munnik
Clubgebouw rugby
1075376
1075376
1075376
Beschoeiing volkstuinen ISIS
Paden volkstuinen FENIX
Beschoeiing volkstuinen FENIX
645128
645128
Vervanging installaties horeca Purmaryn
Vervanging armaturen Purmaryn
172 Programmarekening 2013 | Bijlagen
PV0212 Kunst/Cultuur verrijken stad en inwoners
Hoefsmid 1, Smidse, Uitbreiding (terrein & bouw)
10-107
637736
Vervanging dakbedekking platte daken Purmaryn
BV021 Goed leven in Purmerend
637736
Kassasysteem Purmaryn
SW2008 planningspakket Purmaryn
08-62
1075375
Parkeervoorzieningen volkstuinen ISIS
PV0211 Gezonde geest in gezond lichaam
1061253
Outdoor sport en recreatie voor jeugd
645128
1039533
Velden en terreininrichting Rugby
Vervanging speeltoestellen 2013
645128
1039533
Atletiekbaan toplaag de Munnik
645128
637736
Renovatie voetbalveld Wherevogels, Westerweg A-veld
Renovatie voetbalveld Savannestraat veld 3 toplaag
09-131
637736
Den Uyllaan 3, bouw Gymlokaal
1061251
645128
Sportzaal De Karekiet, vervanging buitenkozijnen
Inrichting motorisch therapielokaal
09-118
645128
1039533
Inrichting multifunctionele sporthal
Sportzaal De Karekiet boeiboorden
1039533
Vervanging vloertegels De Karekiet
1039533
09-118
Vervanging luchtbehandeling De Vaart
Installaties multifunctionele sporthal
637736
Vervanging gevelbeplating wanden zwembad
Gebouw multifunctionele sporthal
1061253
530.835
178.434
1.026.791
23.275
325.444
20.091.322
-
-
14.760
-
8.515
1.003.516
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
158.428
651.943
65.513
-
-
47.826
-
-
40.145
-
-
-
-
39.661
-
510.516
2.406.619
107.554
18.500
33.074
-
55.980
-
2.299.065
43.952
67.692
49.400
14.251
-
-
-
83.169
395.820
65.313
-
-
-
915.338
38.339
-
84.151
38.782
-
26.173
98.194
192.492
-
-
186.000
Totaal besteed t/ Totaal besteed in
m 2012
2013
52.665
80.000
64.779
66.000
62.000
19.765.878
87.903
82.400
133.458
25.000
190.325
186.500
698.153
1.606.700
400.820
65.513
158.428
651.943
65.513
915.338
46.390
47.826
84.151
38.782
40.145
1.000.000
3.750.000
9.135.759
129.170
39.661
186.000
Raad/B&W besluit Geraamd bedrag
4 luchtbehandelingskasten Leeghwaterbad
Omschrijving object, programma, beleidsveld en prestatieveld
Bijlage VI Overzicht niet afgesloten kredieten
688.950
3.433.410
130.829
18.500
33.074
14.760
55.980
8.515
3.302.581
43.952
67.692
49.400
14.251
-
-
-
83.169
395.820
65.313
158.428
651.943
65.513
915.338
38.339
47.826
84.151
38.782
40.145
26.173
98.194
192.492
-
39.661
186.000
Totaal besteed t/
m 2013
-158.115
16.657.912
194.615
34.166
46.926
50.019
10.020
53.485
16.463.297
43.951
14.708
84.058
10.749
190.325
186.500
698.153
1.523.531
5.000
200
-
-
-
-
8.051
-
-
-
-
973.827
3.651.806
8.943.267
129.170
-
-
Over (-) of
onderschr. (+)
Bijlage VII Kerngegevens Purmerend
ALGEMEEN
Inwoners naar leeftijd
1 januari 2014
Inwoners
naar leeftijd
1 januari
2014
Leeftijd
Aantal
<15 jaar
12.898
15-64 jaar
52.873
≥65 jaar
13.831
Totaal aantal inwoners
79.602
PROGRAMMA 2 SAMENLEVING
Overzicht aanbod van
dienstverlening zorg in 2013
Dienst
Aantal
Huisartspraktijken
19
Apotheken
9
Fysiotherapie/oefentherapie
29
Bedden in Waterlandziekenhuis
351
Opnamen in Waterlandziekenhuis
13.963
Verzorgingshuizen
5
Plaatsen in verzorgingshuizen
377
Verpleeghuizen
2
Plaatsen in verpleeghuizen
310
Woningen naar eigendom, 2013
Sociale
huur
Koop
Aantal
%
Centrum
1091
Overwhere
3625
Wheermolen
Gors
Overige
huur
Aantal
%
Aantal
%
49,3
870
39,3
251
11,3
55,0
2347
35,6
624
9,5
1245
36,0
2141
62,0
68
2,0
2449
60,2
1401
34,4
217
5,3
Purmer-Noord
3259
52,0
2839
45,3
171
2,7
Purmer-Zuid
3646
71,7
1210
23,8
230
4,5
Weidevenne
4948
74,5
1562
23,5
129
1,9
Totaal
20263
59,0
12370
36,0
1690
4,9
Bijstandsuitkeringen (WWB) Purmerend, 1 januari 2013
2013
WWB* uitkeringen (<65 jaar)
WWB* uitkeringen (≥65 jaar)
WWB* uitkeringen totaal
IOAW, IOAZ en Bbz*
173
Programmarekening 2013 | Bijlagen
1.244
1.244
Arbeidsongeschiktheidsuitkering Purmerend, 2013
2013
WIA
1.030
WAJONG
1.300
WAZ
79
WAO
2.669
174
Programmarekening 2013 | Bijlagen
175
Programmarekening 2013 | Bijlagen
176
Programmarekening 2013 | Bijlagen
griffier
(gewezen)
topfunctionaris
(ja/nee)
functie(s)
ja
ja
ja
ja
dienstverband beëindigd
met dienstbetrekking (ja/nee)
uitkeringen
bij einde
dienstverband
94.531
138.110
beloning
(herrekende)
WNT norm
264
894
belastbare vaste
en variabele
onkosten-vergoed.
noot
-
-
zo nodig is herrekend op basis van een dienstverband korter dan een vol jaar en/of een dienstverband lager dan een voltijdsdienstverband.
177personen
Programmarekening
2013
| Bijlagen
Bij de volgende
/ functionarissen
bedraagt
de totale bezoldiging méér dan de van toepassing zijnde WNT-norm, waarbij de WNT-norm
Toelichting bij overschrijdingen van de van toepassing zijnde WNT normen
van niet belaste zakelijke lasten via factuur of creditcard die rechtstreeks ten laste gekomen zijn van de producten college ondersteuning of ondersteuning raad.
In bovenstaande opstelling is niet als bezoldigingscomponent beschouwd: Vergoeding OV-kaart t.b.v. woon-werkverkeer, vergoeding van een parkeervergunning. Tevens betalingen
<= Alleen opnemen indien dergelijke bijzondere gevallen zich hebben voorgedaan.
365
365
duur van het
dienstverband in
het jaar (in dagen)
bij dienstbetrekking = nee:
wel verplicht
In de volgende bijzondere gevallen bieden de beleidsregels onvoldoende aanknopingspunten. Hiervoor heeft de gemeente Purmerend de volgende standpunten ingenomen:
<= Deze of een vergelijkbare zin op te nemen indien instelling géén verantwoording aflegt over externe niet-topfunctonarissen.
van deze tot de beleidsregels horende Regeling te kunnen afwijken dient dit toegelicht en gemotiveerd te worden.
<= indien instelling meent op grond van de MvT bij de Regeling bezoldigingscompontenten WNT op bijzondere gronden
niet-topfunctionarissen.
niet-topfunctionarissen. In lijn met paragraaf 6 van de (gewijzigde) Beleidsregels toepassing WNT legt de stichting geen verantwoording af over externe
De gemeente Purmerend herkent de door de Minister van BZK in zijn kamerbrief d.d. 27 februari 2014 onderkende uitvoeringsproblemen met betrekking tot externe
inclusief de wijziging van 12 maart 2014, van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties als uitgangspunt gehanteerd.
94.795
139.004
voorz. ten behoeve
van beloningen
betaalbaar
op termijn
Totale bezoldiging
Bij de samenstelling van de in deze paragraaf opgenomen verantwoording uit hoofde vande WNT zijn de Beleidsregels toepassing WNT d.d. 27 februari 2014,
Toelichting bij het samenstellen van de WNT verantwoording
n.v.t.
Naam
(gewezen)
topfunctionaris
(ja/nee)
Gegevens uitkeringen bij beëindiging dienstverband
gemeentesecr.
J.F. Kamminga
functie(s)
M.J. Smulders
Naam
Bezoldigingsgegevens
bij
dienstbetrekking
= nee: nvt
Omvang
in fte
1
1
228.599
228.599
(herrekende) WNT norm
Bijlage VIII Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke sector
Bijlage IX Controleverklaring
178
Programmarekening 2013 | Bijlagen
Bijlage X Verslag Auditcommissie
179
Programmarekening 2013 | Bijlagen