Dankwoord - Acknowledgements Dankwoord - Acknowledgements 234 Dankwoord - Acknowledgements Dankwoord - Acknowledgements Many people have contributed to this dissertation. Together with curiosity and awe, the interdisciplinary approach and the collaboration with people from many places and backgrounds have been the major sources of joy and inspiration throughout the research process. I’m grateful to anyone who participated in this PhD project, whether or not mentioned by name here. De veehouders op de bedrijven waar we 81 weken lang melkmonsters, bloedmonsters, en klinische gegevens mochten verzamelen, hebben dit onderzoek mogelijk gemaakt. Zonder hun medewerking en gastvrijheid zou er geen Staph. aureus/Strep. uberis project geweest zijn. Daarom is dit proefschrift mede aan hen opgedragen. Ook de veehouders in ons praktijkgebied, en vooral op “mijn” begeleide bedrijven ben ik veel dank verschuldigd. Zij hebben er voor gezorgd dat ik niet alleen dierenarts-onderzoeker maar ook rundveepracticus ben geweest. Zij hebben mij gemotiveerd om in het wetenschappelijk werk de alledaagse werkelijkheid van de melkveehouderij niet uit het oog te verliezen. At Cornell University in Ithaca, NY, and elsewhere in the USA, Janet Best, Carlos Castillo-Chavez, Martha Contreras, Hollis Erb, Linda and Jeff Garrison-Tikofksy, Francette Geraghty, Yrjo Gröhn, Belinda Gross, Claudia Haferkamp, Julia Hertl, Steve Law, Michal Lotum, Daryl van Nijdam, the team at Quality Milk Promotion Services, Gerdien van Schaik, Theo Theobald, Bob Wise, and Caroline Zeiss contributed to successful work and enjoyable times that have kept me coming back again and again. In cyberspace, Steve Oliver and Barbara Gillespie from Knoxville, TN, Larry Fox from Pullman, WA, and Thomas Hagenaars from Oxford, UK, had the courage to start collaborative projects by e-mail, without which half the chapters from this dissertation could not have been written. I thank them for their patience and support, and I’m glad that I have had a chance to meet all of them in real space too. Het bacteriologisch laboratorium van de Gezondheidsdienst voor Dieren in Deventer heeft tienduizenden melkmonsters verwerkt ten behoeve van dit onderzoek. De inzet van velen, waaronder Ineke Berghege, Ep Hartman, Petra de Leur, Nathalie Oonk, Refke Peerboom, José Schutte en Ineke Versteeg is hiervoor onmisbaar geweest. In de begindagen van het project heeft Jan Sol ons met raad en daad terzijde gestaan. Gedurende de veldfase van het project hebben vele stagiaires meegewerkt aan het verzamelen en verwerken van gegevens. Dit alles zou niet mogelijk zijn geweest zonder de bezielende leiding en de toewijding van Otlis Sampimon. Ik hoop dat we ook in de toekomst kennis over mastitis blijven uitwisselen met elkaar en met betrokkenen uit de melkveehouderij. De bijdragen van Francesca Neijenhuis van Praktijkonderzoek Veehouderij in Lelystad, en van Gerard Wellenberg van ID-Lelystad hebben de primeurs die beschreven zijn in hoofdstuk 5 mogelijk gemaakt: de bepaling van de relatie tussen speenpuntvereelting, respectievelijk BHV4-serostatus en (sub)klinische mastitis. Alex van Belkum en Willem van Leeuwen hebben me in Rotterdam binnengelaten in de wondere wereld van de moleculaire epidemiologie, met ondersteuning van Debora 235 Dankwoord - Acknowledgements Kreft. Zij, en hun collega’s op de afdeling Medische Microbiologie en Infectieziekten van het Erasmus Ziekenhuis, hebben mij wegwijs gemaakt in het lab en zorgden voor een buitengewoon goede werksfeer. Het is mede aan hen te danken dat ik doorga met onderzoek in de moleculaire epidemiologie. Ondanks periodieke afwezigheid is Utrecht de afgelopen jaren mijn thuisbasis geweest. Collega’s van het eerste tot het laatste uur hebben bijgedragen aan zes jaar bedrijfsdiergeneeskunde, buitenpraktijk, onderwijs en onderzoek waar ik met plezier op terugkijk. Dank aan allen voor collegialiteit en vriendschap. Een woord van dank ook aan de administratieve medewerkers, chauffeurs en dierverzorgers van de Hoofdafdeling Gezondheidszorg Landbouwhuisdieren en aan de medewerkers van de Bibliotheek Diergeneeskunde, die mij talloze keren behulpzaam zijn geweest. Zij hebben een onopvallende maar belangrijke bijdrage geleverd aan het welslagen van en het plezier in het werk. Furthermore, I am grateful to Raul Almeida, Fons van Asten, Selma Hensen, Ronald Kisjes, Aart Lammers, Bert Nederbragt, Jos van Putten, Bram van Risp en Jeroen Schenkel for their input in the invasion experiments with cultures of primary udder epithelial cells. Mirjam Nielen is één van de mensen die mij voor het leven enthousiast gemaakt heeft voor de veterinaire epidemiologie. Theo Lam heeft in de vroege fase van het project wekelijks bijgedragen aan discussies over opzet en voortgang van het onderzoek. Patrick van Valkengoed heeft niet alleen geholpen om de monsterverzameling op te zetten, maar is ook maandenlang bij nacht en ontij met mij op pad geweest om koeien te melken. Zonder zijn inzet en opgewektheid zouden er geen tienduizenden melkmonsters geweest zijn, en zeker geen tepelvoeringswabs. Er zijn twee mensen in Utrecht met wie ik meer promotie-lief-enleed heb gedeeld, meer uren tussen koeien en reageerbuizen of weefselkweekplaten doorgebracht heb, en meer gediscusieerd heb dan met wie dan ook: Dörte Döpfer en Esther Kornalijnslijper. Ik ben blij dat zij mijn paranymphen zijn en dat we als “Mastitistrio” aanwezig zullen zijn bij de verdediging van mijn proefschrift. The members of my PhD committee are scattered around the world. I’m proud and happy to have Heather Allore on my PhD committee, the person who taught me modeling, cross country skiing, and perseverance. Herman Barkema has been a friend, a father and an example of a researcher rooted in practice. Jos Noordhuizen gave me the opportunity and the support to pursue my scientific ideas and follies, wherever they took me. Finally but foremost, Ynte Schukken has been a guide and inspiration throughout the PhD years. I’m grateful to have you as a mentor and friend, and happy that I’ll see more of you and your family when I start my new job at Cornell. De mensen die het meest hebben bijgedragen, en die het belangrijkst zijn geweest en zullen blijven voor mijn leven voor, tijdens en na de promotie kan ik niet allemaal bij naam noemen. Aan hen allen, mijn ouders, broers, (schoon)zussen en hun kinderen, en aan mijn vrienden, is dit proefschrift opgedragen. And to Roberta, for the design of the cover and for remembering beauty. 236
© Copyright 2024 ExpyDoc