Bijlage 2 (toezichts- en handhavingsprogramma) (pdf, 134 kB)

BIJLAGE 2
Toezicht- en handhavingsprogramma
2014
Waterschap Rijn en IJssel
Titel rapport
: Toezicht- en handhavingsprogramma 2014
1
Inhoud
1 INLEIDING ......................................................................................................................... 3
1.1 Voorwoord ..................................................................................................................................... 3
1.2 Leeswijzer ..................................................................................................................................... 3
2 ONTWIKKELINGEN ........................................................................................................... 4
2.1 Regionale uitvoeringsdiensten en Kennispunt Water ................................................................... 4
2.2 Kwaliteitscriteria vergunningverlening en handhaving .................................................................. 4
2.3 Aanpassing Omgevingswet en Activiteitenbesluit ........................................................................ 5
2.4 Bestuursakkoord Water................................................................................................................. 5
2.5 Keurkwartet beleidsregels ............................................................................................................. 6
3 BELEIDSDOELEN HANDHAVING ..................................................................................... 7
3.1 Missie en visie ............................................................................................................................... 7
3.2 Hoofddoelen handhaving .............................................................................................................. 8
3.3 Speerpunten 2014 ......................................................................................................................... 8
4 BEDRIJFSVOERING.......................................................................................................... 9
4.1 Actualiseren werkprocessen en protocollen ................................................................................. 9
4.2 Digitaal registratieprogramma ....................................................................................................... 9
4.3 Bereikbaarheid buiten kantooruren ............................................................................................... 9
4.4 Audits ............................................................................................................................................ 9
5 PROJECTEN EN OVERIGE ACTIVITEITEN HANDHAVING 2014 ...................................10
5.1 Toezicht op agrarische bedrijven ................................................................................................ 10
5.2 Toezicht indirecte lozingen.......................................................................................................... 10
5.3 Toezicht op Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 ..................................................................... 11
5.4 Evenementen .............................................................................................................................. 11
5.5 Overleggen met partners ............................................................................................................ 11
5.6 Communicatie ............................................................................................................................. 12
5.7 Heffingen ..................................................................................................................................... 12
5.8 Projectplannen Waterwet ............................................................................................................ 12
6 TAKEN EN CONTROLES .................................................................................................13
6.1 Handhavingstaken ...................................................................................................................... 13
6.2 Geplande controles ..................................................................................................................... 13
6.3 Controles en verschillende doelgroepen..................................................................................... 13
6.4 De doelgroepen nader belicht ..................................................................................................... 14
6.4.1 Eigen werken/RWZ’s ................................................................................................................ 14
6.4.2 Toezicht recreatie- en beroepsvaart Oude IJssel .................................................................... 14
6.4.3 Besluit Bodemkwaliteit ............................................................................................................. 14
6.4.4 Grondwater .............................................................................................................................. 14
6.5 Landelijke prioriteiten handhaving .............................................................................................. 15
6.6 Strafrechtelijke handhaving ......................................................................................................... 15
7 ALGEMENE RANDVOORWAARDEN EN MONITORING UITVOERINGSPROGRAMMA 16
7.1 Roulatiesysteem controles .......................................................................................................... 16
7.2 Handhavingstoets ....................................................................................................................... 16
7.3 Voortgang programma ................................................................................................................ 16
Bijlage 1 Inzet capaciteit en middelen handhaving ...............................................................17
Bijlage 2 Projecten handhaving 2014 ...................................................................................18
Bijlage 3 Controles per groep en projecten 2014 ..................................................................19
2
1 INLEIDING
1.1 Voorwoord
Voor u ligt het Toezicht- en handhavingsprogramma 2014 van Waterschap Rijn en IJssel. In
dit jaarprogramma geven we inzicht in hoe we in het kalenderjaar 2014 uitvoering geven aan
onze toezicht- en handhavingstaken. Begin 2014 kijken we in het reguliere jaarverslag terug
op 2013. De voor 2014 gestelde taken en prioriteiten zijn gebaseerd op de ervaringen van
dat jaar.
Het toezicht- en handhavingsprogramma is een vertaling van het Bestuursprogramma 20092012, het Waterbeheerplan (WBP 2010-2015), het handhavingsbeleidsplan 2012
Waterschap Rijn en IJssel en de prioriteiten van het Landelijk Overleg Milieuhandhaving
(LOM). Bij de uitvoering van onze toezichtstaken kiezen wij voor een risicogeoriënteerde
wijze: activiteiten die risicovol en bestuurlijk of maatschappelijk belangrijk zijn, krijgen
prioriteit. Aan de hand van deze prioriteiten bepalen we de inzet van de beschikbare
mensuren. Het jaarprogramma geeft aan welke keuzes wij hierbij maken en welke resultaten
verwacht kunnen worden. Ook geeft het programma inzicht in de wijze waarop wij continue
onze werkzaamheden willen verbeteren. Daarbij staat ook de wijze van samenwerking met
onze partners centraal. Dit uitvoeringsprogramma delen wij dan ook met andere bevoegde
overheden.
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en het daarbij behorende Besluit
omgevingsrecht (Bor) en Regeling omgevingsrecht (Mor) zijn de wettelijke grondslag voor de
verplichtingen om een handhavingsbeleid te hebben, een handhavingsuitvoeringsprogramma en een handhavingsverslag op te stellen. Dit toezicht- en handhavingsprogramma voldoet aan deze eisen. Wel plaatsen we hierbij de kanttekening dat de eisen
nog niet van toepassing zijn op alle toezichtstaken van het waterschap terwijl wij deze taken
wel vast meenemen in dit jaarprogramma.
1.2 Leeswijzer
In dit jaarplan zetten we in hoofdstuk 2 de belangrijkste actuele ontwikkelingen binnen het
waterschap en in ons werkgebied op een rij. Vervolgens geven we in hoofdstuk 3 onze visie
en missie op handhaving. Het vierde hoofdstuk gaat in op de bedrijfsvoering van het
waterschap. De projecten en activiteiten voor het komende jaar staan in hoofdstuk 5,
gevolgd door een hoofdstuk over de handhavingstaken en de geplande controles. Ten slotte
noemen we enkele randvoorwaarden voor de uitvoering van toezicht en handhaving en het
realiseren van dit programma.
3
2 ONTWIKKELINGEN
In dit hoofdstuk zetten we de belangrijkste ex- en interne beleidsontwikkelingen op een rij,
die van invloed kunnen zijn op de uitvoering van onze toezicht- en handhavingstaken.
2.1 Regionale uitvoeringsdiensten en Kennispunt Water
Op 1 januari 2013 zijn in Overijssel de twee Regionale uitvoeringsdiensten van start gegaan,
de RUD Twente en de RUD IJsselland. De gemeenten en provincies hebben besloten om
twee netwerkorganisaties op te richten. Daarnaast hebben de waterschappen in Rijn Oost
besloten samenwerkingspartner van deze organisaties te worden en het Kennispunt Water
opgericht. De samenwerking tussen de onderlinge waterschappen is vastgelegd in het
“Bestuursakkoord Kennispunt Water”. De samenwerking met de Overijsselse RUD’s is
vastgelegd in een Wabo Dienstverleningsovereenkomst.
In 2014 gaan we door met de samenwerking vanuit het Kennispunt en verwachten we dat
het aantal projecten toeneemt. Zo willen we gezamenlijk optrekken bij o.a.:
• het verbetertraject dat voortkomt bij het invullen van de zelfevaluatie rond de
kwaliteitscriteria die gelden voor de werkzaamheden die de waterschappen (lees
verrichten voor de RUD’s, zie ook paragraaf 2.2);
• onderzoeken of we vanaf 2015 het toezicht op BRZO bedrijven zelfstandig vanuit
Kennispunt kunnen uitvoeren
• vorm geven aan een gezamenlijke gecoördineerde aanpak van heffingen;
• specialisaties voor elkaar doen (o.a. glastuinbouw, RWZI toezicht, Besluit
bodemkwaliteit en toezicht op grondwater);
• afstemming in mogelijke opleidingen.
Inmiddels is waterschap Zuiderzeeland ook aangesloten bij het Kennispunt.
In de provincie Gelderland zijn vanaf 1 april 2013 zeven RUD’s opgericht, één in elke regio
waar wordt samengewerkt op basis van de Wet gemeenschappelijke regelingen, bekend als
de Gelderse maat. Hier is gekozen voor specialisatie, naast de basistaken. Het waterschap
heeft te maken met de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA) en Omgevingsdienst Regio
Arnhem (ODRA). Het is in 2013 nog niet gekomen tot het formeel vastleggen van gemaakte
werkafspraken in een dienstverleningsovereenkomst. Begin 2014 willen we dit proces net als
in de provincie Overijssel afronden.
Landelijk is door de Unie van Waterschappen een werkgroep geformuleerd om de visie ten
aanzien van de RUD’s te herijken. Mogelijk moeten we op basis van deze nieuwe visie
andere afspraken maken met onze partners (zowel in het Kennispunt Water als met de
RUD’s).
2.2 Kwaliteitscriteria vergunningverlening en handhaving
Landelijk wordt gedefinieerd aan welke kwaliteitscriteria medewerkers die vergunningen
verlenen en toezicht houden bij de waterbeheerders moeten voldoen. Hierbij wordt vergaand
aangesloten bij de kwaliteitscriteria 2.1 voor vergunningverlening, toezicht en handhaving
krachtens de Wabo. Aan deze criteria moet het Wm-bevoegde gezag, waaronder de RUD’s
en omgevingsdiensten al voldoen. Bij de vergunningverlening en het toezicht op indirecte
lozingen moet dus al voldaan worden aan de kwaliteitscriteria 2.1. Dat ook voor de overige
watertaken van de waterbeheerders criteria worden opgesteld, is een uitvloeisel van
Omgevingswet. De kwaliteitscriteria zijn bedoeld om de uitvoering van vergunningverlening,
toezicht en handhaving (de VTH-taken) door waterschappen in het Omgevingsrecht, zowel
de advisering in het kader van de Omgevingswet als de uitvoering van de Waterwet, te
professionaliseren en de kwaliteit in de organisatie te borgen. De criteria gaan over proces,
inhoud en kritieke massa. De set maakt inzichtelijk welke kwaliteit van de VTH-taken
burgers, bedrijven en instellingen, maar ook overheden onderling en als opdrachtgevers,
mogen verwachten.
4
Als overheid hebben we een belangrijke taak te vervullen op grond van de zorgplicht uit de
Grondwet voor het leefmilieu. De instrumenten vergunningverlening, toezicht en handhaving
in het watersysteembeheer geven hier, naast andere instrumenten, invulling aan. Belangrijk
hierbij zijn afspraken over wat een goede taakinvulling is. Zodra de landelijke
kwaliteitscriteria duidelijk zijn brengen we de effecten voor onze organisatie in beeld. Dit
vertalen we door naar een plan van aanpak om te voldoen aan de kwaliteitscriteria.
2.3 Aanpassing Omgevingswet en Activiteitenbesluit
In 2012 heeft de minister van Infrastructuur en Milieu aangegeven de wetgeving met
betrekking tot de omgeving flink te willen vereenvoudigen. Landelijk wordt gekoerst op een
Omgevingswet die in 2018 in werking moet treden. Hiervoor moet de benodigde
uitvoeringsregelgeving gereed zijn. Om dit te bereiken werkt het Ministerie van Infrastructuur
en Milieu (IenM) aan een zogenaamd sturend kader. Op basis van de sturingsprincipes en
keuzes in het conceptwetsvoorstel worden lijnen beschreven waarlangs de
uitvoeringsregelgeving wordt uitgewerkt. Zowel inhoudelijk als procesmatig moet dit sturend
kader richtinggevend zijn. Er worden dus nu belangrijke keuzes gemaakt voor het
vervolgtraject: de werkzaamheden rond de uitvoeringsregelgeving waarbij de 117 algemene
maatregelen van bestuur (amvb’s) en een veelvoud van ministeriele regelingen zoveel
mogelijk worden gebundeld. Onbekend is nog wat dit precies gaat betekenen voor de
watertaken. Voor 2014 blijven we dus het proces actief volgen en onze visie op de
ontwikkelingen en beschikbare informatie in de landelijke discussie inbrengen.
In januari 2014 is het reparatiebesluit Activiteitenbesluit gepubliceerd. De wijzigingen treden
naar verwachting in werking op 1 maart 2014. Met dit reparatiebesluit komen de
voorschriften voor het lozen vanuit rioolwaterzuiveringsinstallaties onder het Activiteitbesluit
te vallen. Daarnaast kan het bevoegd gezag overgaan tot maatwerk. In de planning van de
activiteiten voor 2014 is rekening gehouden met deze wijzigingen.
2.4 Bestuursakkoord Water
Het Bestuursakkoord Water is één van de vijf onderdelen die valt onder het
Hoofdlijnenakkoord tussen rijk en decentrale overheden over decentralisatie. Dit
Hoofdlijnenakkoord bevat naast afspraken over bestuur, financiën en het verminderen van
regeldruk, richtinggevende kaders voor vijf terreinen van decentralisatie, waaronder water.
Voor de waterschappen is in het Bestuursakkoord Water onder andere het volgende
opgenomen:
‘Rijkswaterstaat en de waterschappen verkennen gezamenlijk de mogelijkheden om
samenwerking op gebied van vergunningverlening en handhaving te versterken. Op basis
van deze verkenning wordt een voorstel uitgewerkt op welke punten deze samenwerking kan
worden versterkt.’
In het verlengde van het Bestuursakkoord hebben we in 2013 gekeken naar de
mogelijkheden om van elkaar te leren en kennis te ontsluiten. Daarnaast hebben we verkend
om gezamenlijk luchtsurveillances uit te voeren. In 2014 gaan we hier vervolgafspraken over
maken met als uitgangspunt kostenbeheersing.
5
2.5 Keurkwartet beleidsregels
Onder de vlag van de Unie van Waterschappen zijn er nieuwe modellen voor het
zogenaamde Keurkwartet ontwikkeld. Dit zijn modellen voor de Keur, algemene regels en
beleidsregels en beide richtlijnen voor de legger. De uniemodellen voor het Keurkwartet
verschillen echter op meerdere punten van onze Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009 en
(concept) beleidsregels. Daarnaast is in de uniemodellen een groot aantal algemene regels
toegevoegd. In 2013 zijn we gestart met het versneld actualiseren van de (concept)
beleidsregels. Effectieve en efficiënte beleidsregels voor de keur is de ambitie waarbij ook
een deregulering en vermindering van de administratieve last ontstaat. Als daarnaast een
beleidsregel zich daarvoor leent, kan deze ook in een algemene regel worden gegoten. In
2014 werken we de beleidsregels uit en stellen deze we deze vast. Dit betekent niet alleen
een aanpassing van de werkwijze van vergunningverlening, maar ook van toezicht en
handhaving binnen ons waterschap. Veel activiteiten en handelingen zullen achteraf worden
gecontroleerd in plaats van vooraf getoetst.
6
3 BELEIDSDOELEN HANDHAVING
In dit hoofdstuk zetten we onze missie en visie op het gebied van handhaving uiteen,
inclusief de verschillende hoofddoelen en prestatie-indicatoren.
3.1 Missie en visie
In september 2012 heeft het waterschap het Handhavingsbeleidsplan 2012 Waterschap Rijn
en IJssel vastgesteld. Het beleid is opgesteld in samenwerking met de Rijn-oost
waterschappen. In het handhavingsbeleidsplan liggen het wettelijk kader, het landelijke
beleidskader, de risicoanalyse, de prioriteringssystematiek en de sanctiestrategie vast. Ook
geven we onze missie en visie aan op het gebied van handhaving:
Missie
De opdracht van de waterschappen in Rijn Oost is te zorgen voor schoon water
(watersysteem en kwaliteit), voldoende water (watersysteem) en voor veilig wonen en
werken (veiligheid). We voeren deze taken uit voor én samen met de maatschappij. Dit
gebeurt vanuit een brede kijk en tegen aanvaardbare kosten. We houden daarbij rekening
met agrarische, economische, ecologische en recreatieve belangen. Ons werk draagt ertoe
bij dat iedereen op een veilige, gezonde, prettige en duurzame manier met water kan leven.
Als waterschap willen we professioneel, betrouwbaar en deskundig werken en zo onze
positie als lokale en regionale waterautoriteit waarmaken. Met onze middelen en
mogelijkheden werken we aan een duurzame ontwikkeling van het stedelijk en landelijk
gebied. Deze missie brengen we in de praktijk door het geven van voorlichting, het stellen
van voorschriften en het toezicht op naleving.
Visie
Het verder ontwikkelen van de veiligheid in het watersysteem is een belangrijke opgave voor
de waterschappen in Rijn Oost. We houden daarbij rekening met het veranderende klimaat.
De klimaatsverandering heeft gevolgen voor de manier waarop we onze gebieden
beveiligen, het water vasthouden en beheren. We bevorderen de samenhang, de
afstemming en de doelmatigheid in de afvalwaterketen; hierdoor is een betere waterkwaliteit
mogelijk tegen lagere kosten. Samenwerking met gemeenten is een voorwaarde. Ons
handhavingsbeleid is daarom op dezelfde wijze opgebouwd en overeenkomstig met het
handhavingsbeleid dat gemeenten hanteren. Ten aanzien van onze opdracht voor schoon
water voldoet dit beleid aan de wettelijke eisen die mede vanuit de Wet algemene
bepalingen omgevingsrecht zijn gesteld.
In lijn met de missie en visie kiezen we ervoor eerst in gesprek te gaan met de overtreder
voordat daadwerkelijk handhavend wordt opgetreden (bestuursrechtelijk dan wel
strafrechtelijk). Het plan beschrijft het beleid ten aanzien van de toezichts- en
handhavingstaken op gebied van Schoon water (kwaliteit), Watersystemen (voldoende
water) en Waterkeringen (veilig werken en wonen). Daarnaast werken alle waterschappen in
Rijn Oost met één sanctiestrategie: ‘Handhavings- en gedoogstrategie Fysieke
Leefomgeving Overijssel 2009’.
7
3.2 Hoofddoelen handhaving
Bij de uitvoering van onze toezichttaken kiezen wij voor een risicogeoriënteerde wijze. Dit
betekent dat activiteiten die risicovol en bestuurlijk of maatschappelijk belangrijk zijn, prioriteit
krijgen. De prioritering bepaalt uiteindelijk de inzet van de beschikbare mensuren. Waarbij wij
ons richten op een zo hoog mogelijk naleefgedrag voor lozingen die een groot negatief effect
kunnen hebben op de kwaliteit van het oppervlaktewater of de doelmatige werking van de
rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij lozingen met minder invloed ligt onze doelstelling iets
lager.
In het verlengde van de hoofddoelen van vorige uitvoeringsjaren en het
handhavingsbeleidsplan 2012 komen we zo tot de volgende hoofddoelen:
Bij lozingen met een zeer hoge prioriteit:
1. Het naleefgedrag met betrekking tot de vergunde normen bedraagt tenminste 85%.
2. Het naleefgedrag met betrekking tot de meet- en registratieverplichtingen bedraagt 100%.
Bij alle overige lozingen:
1. Het naleefgedrag met betrekking tot de vergunde normen bedraagt 75%.
2. Het naleefgedrag met betrekking tot de meet- en registratieverplichtingen bedraagt 100%.
Bovenstaande doelstellingen zijn vooral afgestemd op de toezichtstaak lozingen. We hebben
nog geen doelen gesteld voor de overige toezichts- en handhavingstaken……
Voor de volgende uitvoeringsjaren stellen we mogelijk ook doelen voor de overige toezichtsen handhavingstaken. Bij het uitvoeren van de werkzaamheden en projecten in 2014 nemen
we dit mee als aandachtspunt.
3.3 Speerpunten 2014
Vanaf 2013 werken we niet meer prestatie-indicatoren voor toezicht en handhaving. Deze
kwamen namelijk altijd nagenoeg overheen met wat we in voorgaande jaren hadden
aangegeven. Sinds 2013 benoemen we speerpunten die aansluiten op het continue
verbeteren van onze uitvoeringstaken. Voor 2014 zijn deze speerpunten:
• Digitaal handhaven en Sharepoint (zaakgericht werken);
• Omgevingswet;
• Keurkwartet beleidsregels;
• Kwaliteitscriteria vergunningverlening en handhaving;
• Procesoptimalisatie heffingen in samenwerking met GBLT.
8
4 BEDRIJFSVOERING
In dit hoofdstuk geven we aan wat we al met betrekking tot de bedrijfsvoering hebben
gedaan op het gebied van handhaving en wat betekent voor onze bedrijfsvoering. De nadruk
ligt hierbij vooral op het continue verbeteren van onze toezicht- en handhavingstaken.
4.1 Actualiseren werkprocessen en protocollen
Om de totale toezichts- en handhavingsorganisatie te laten handelen conform het
handhavingsbeleid en de toezichtsplannen hebben we werkprocessen en protocollen
opgesteld. Deze moeten in 2014 worden herzien aan de hand van de afspraken die
voortvloeien uit het in 2013 gesloten “Bestuursakkoord Kennispunt Water” en de Wabo
Dienstverleningsovereenkomst met de Overijsselse RUD’s. Hierbij betrekken we meteen de
werkafspraken die we begin dit jaar ook met de Gelderse omgevingsdiensten willen maken.
4.2 Digitaal registratieprogramma
In 2012 zijn de bouwstenen afgerond om binnen het SharePoint traject zaaksgewijs werken
(processenportaal) mogelijk te maken. Uit vooronderzoek bleekt dat het proces van
vergunningverlening daar optimaal gebruik van kan maken. Sinds juli 2013 is de
werkomgeving voor vergunningen ‘live’. Daarnaast is de nieuwe geo-infrastructuur begin dat
jaar opgeleverd om mobiel werken te faciliteren met een directe koppeling naar de backoffice
systemen. Een eerste test heeft uitgewezen dat het proces van handhaving daar een
kwaliteitsslag mee kan maken.
Gezien de minder goede ervaringen met maatwerk applicaties is in het traject van
zaakgericht werken gekozen voor standaard componenten. De applicaties die gebruikt gaan
worden (SharePoint en Digitale Checklisten) zijn standaard te verkrijgen in de markt. De
werkzaamheden die nu nog moeten gebeuren betreffen de inrichting van beide applicaties
om deze zoveel mogelijk aan te laten sluiten op de gehanteerde werkprocessen en het
bijbehorende handhavingsbeleid. Ook willen we via Geoweb handhavingsdossier digitaal
ontsluiten.
4.3 Bereikbaarheid buiten kantooruren
Het waterschap is 24 uur per dag bereikbaar via een speciaal telefoonnummer. Mensen
kunnen hier zowel klachten als overtredingen melden. We handelen deze zaken zo snel
mogelijk af. Onze medewerkers draaien hiervoor 24-uurs beschikbaarheidsdiensten.
4.4 Audits
Voor het handhaven hebben we verschillende Kwaliteit-, arbo- en milieu- (KAM)procesbeschrijvingen. Regelmatig onderwerpen we deze aan een interne audit. Het jaarplan
vermeldt welk proces voor een audit in aanmerking komt. Dit jaar hebben we een audit
gepland voor de procedure toezicht en handhaving Waterwet.
9
5 PROJECTEN EN OVERIGE ACTIVITEITEN HANDHAVING 2014
In dit hoofdstuk geven we een toelichting op de projecten en activiteiten die we in 2014
uitvoeren. In bijlage 2 staan alle projecten voor 2014 genoemd.
5.1 Toezicht op agrarische bedrijven
In aansluiting op het in 2012 opgestelde toezichtsplan Agrarische Activiteiten worden jaarlijks
projecten in het kader van toezicht benoemd. In hoofdlijnen komt dit voor 2014 neer op de
volgende activiteiten:
- Nieuw beregeningsbeleid. Inventarisatie van onttrekkers in de gebieden waar nieuwe
onttrekkingen niet meer toegestaan zijn. Aan de hand van deze inventarisatie de
beleidskaders bepalen voor deze bestaande onttrekkingen.
- Aandachtsbedrijven kuilvoer en gewasbescherming. In voorgaande uitvoeringsjaren
hebben we controles uitgevoerd in het kader van het Lozingenbesluit open teelt en
veehouderij (sinds 1 januari 2013 Activiteitenbesluit) en de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden op agrarische bedrijven en percelen. Bij een aantal bedrijven zijn
destijds overtredingen van de regelgeving geconstateerd. Na het inzetten van de
handhavingsinstrumenten zijn deze overtredingen opgeheven. De vraag is of dit heeft
geleid tot gedragsverbetering. Om emissies van schadelijke stoffen naar oppervlaktewater
zoveel mogelijk terug te dringen moet de naleving van de regelgeving tussen de oren
zitten. Bij zowel de projectmatige aanpak uit 2013 gericht op erfafspoeling, als bij het
gebruik van gewasbeschermingsmiddelen zagen we nog tekortkomingen in de
bedrijfsvoering. Het project betreft zowel bedrijfscontroles als toezicht tijdens de
toepassing van gewasbeschermingsmiddelen.
- Project paardenhouderijen. Het aantal paardenhouderijen binnen ons beheersgebied
neemt de laatste jaren behoorlijk toe. Deze sector heeft tot nu toe minder aandacht
gekregen dan de reguliere veehouderijen. Met dit project willen we een inhaalslag maken.
Ervaring van enkele controles uit voorgaande jaren leert dat de sector een aantal
specifieke aandachtsgebieden kent, namelijk de wasplaatsen en mestopslagen.
- Project bloembollenteelt/vollegrondsgroente. Lozingen die vrijkomen van het spoelen van
bloembollen en groente kunnen de kwaliteit van het oppervlaktewater negatief
beinvloeden. Het komend uitvoeringsjaar willen we een beter inzicht krijgen in de
daadwerkelijke omvang van de sector en/of de regelgeving goed wordt nageleefd.
- Project campings. De laatste jaren breiden steeds meer agrarische bedrijven uit met
allerlei nevenactiviteiten. We zien vooral veel bedrijven starten van een zogenaamde
boerencamping. Deze activiteit heeft veelal gevolgen voor de waterhuishouding op het
bedrijf. Zo wordt er meer afvalwater geloosd en worden voorzieningen aangebracht nabij
watergangen. Bij dit project kijken we dan ook naar alle aspecten die ons als
waterbeheerder aangaan, dat wil zeggen we letten op de gevolgen voor mogelijke
lozingen als het voldoen aan de Keur van het Waterschap 2009.
- Registratie glastuinbouw. Dit is een jaarlijks terugkerende activiteit.
- Luchtsurveillances. We blijven vooralsnog samen met de provincie Gelderland periodiek
surveillances vanuit de lucht uitvoeren. Daarnaast zoeken we de samenwerking met
Rijkswaterstaat om vanuit kostenbeheersing mogelijk tot een nieuwe werkwijze te komen.
5.2 Toezicht indirecte lozingen
Voor de komst van de omgevingsdiensten gaven we kant- en klare adviezen op gebied van
handhaving aan gemeenten en provincies. Hiervoor hebben we in 2010 zogenaamde
dienstverleningsovereenkomsten gesloten. Met de komst van de omgevingsdiensten blijven
we de advisering voortzetten. Hiervoor hebben we nieuwe afspraken gemaakt met betrokken
partners, zowel gemeente en provincies, als de Regionale omgevingsdiensten (zie paragraaf
2.1). Basis voor de planning van 2014 is de nieuwe methodiek risicoanalyse en selectietool
die we in 2013 met de Rijn Oost waterschappen hebben afgesproken. In het verlengde
hiervan willen we de toezicht intensiteit meer op elkaar gaan afstemmen.
10
Naast de reguliere planning besteden we dit jaar specifiek aandacht aan de zogenaamde
BRZO bedrijven. BRZO is de Nederlandse invulling van een Europese richtlijn. Het doel
hiervan is het voorkomen en beheersen van zware ongevallen met gevaarlijke stoffen. Voor
bedrijven die onder de BRZO vallen gelden strengere regels dan andere bedrijven. Gesteld
kan worden dat BRZO bedrijven in verhouding tot andere bedrijven risicovoller zijn. Vanuit de
Unie van Waterschappen is in 2013 een plan opgesteld om tot een landelijke gezamenlijke
uitvoering van het toezicht te komen met de verschillende bevoegde gezagen. Voor ons
waterschap betekent dit dat in 2014 de BRZO bedrijven door een toezichthouder van
Waterschap Vallei en Veluwe worden gecontroleerd. Deze toezichthouder maakt onderdeel
uit van een inspectieteam waar alle bevoegde gezagen onderdeel van uit maken. De
controles worden integraal uitgevoerd.
5.3 Toezicht op Keur Waterschap Rijn en IJssel 2009
In 2014 zetten we de lijn van voorgaande uitvoeringsjaren van de eerste lijns toezicht op de
Keur van het Waterschap Rijn en IJssel 2009 door. Wel willen we voor het toezicht op grote
projecten het proces verbeteren. Bij deze projecten zijn vaak meerdere mensen vanuit
verschillende units van het waterschap betrokken. Dit heeft in het verleden tot
onduidelijkheid in zowel de uitvoering als de communicatie geleidt. Voor de grote projecten
willen we het toezicht vanaf de start van een groot project waarbij meerdere disciplines aan
bod komen, verbeteren. Hiervoor stellen we een plan van aanpak op waarbij de regie op het
toezicht uitgangspunt is.
5.4 Evenementen
Gemeenten hebben een eigen evenementen beleid. In dit beleid is vaak onvoldoende
aandacht voor de lozingsaspecten en keuraspecten die mogelijk aan de kunnen orde zijn. In
het najaar van 2013 hebben we de gemeenten middels een brief geïnformeerd over
mogelijke lozing- en keuraspecten die aan de orde kunnen zijn bij het verlenen van een
toestemming c.q. vergunning voor een evenement. In 2014 willen we het effect van deze
actie in beeld brengen. Hiervoor willen we enkele grote evenementen bezoeken en
controleren op mogelijke lozingen en keuraspecten.
5.5 Overleggen met partners
Hoe de overleggen en daarmee ook samenwerking met de partners in 2014 verder vorm
wordt gegeven is nog niet helemaal bekend. Door de komst van de Regionale
Uitvoeringsdiensten zijn in 2013 enkele al jaren bestaande overlegstructuren opgeheven.
Met name hoe we vorm gaan geven aan de afstemming en overleggen met de Regionale
Uitvoeringsdiensten moeten we verder vorm geven. Wel blijven we ‘agendalid’ bij het lokale
handhavingsoverleg van gemeenten en schuiven op verzoek daadwerkelijk aan tafel aan.
We streven ernaar om met elke gemeente minimaal drie keer per jaar fysiek overleg te
hebben. Dit kan tijdens het handhavingsoverleg, maar ook bij een gezamenlijke
handhavingsactie of een bezoek aan de gemeente.
Onder het voorbehoud dat er ook in 2014 een Gelderse Handhavingsweek wordt
georganiseerd nemen we daaraan deel.
11
5.6 Communicatie
In 2014 versturen we twee nieuwsbrieven/informatiefolders aan onze doelgroepen. Eén
nieuwsbrief is gericht op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen door particulieren.
Het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen is toegestaan, mits aan de wettelijke
voorwaarden wordt voldaan. Uit de reguliere veldcontroles van 2013 bleek dat er onder met
name particulier gebruik veel overtredingen plaatsvinden. Sommige middelen zijn vrij
verkrijgbaar voor particulieren, maar zij zijn nagenoeg niet bekend met de
gebruiksvoorschriften en gevolgen voor het watersysteem. Ook willen we in een huis-aanhuisblad hier aandacht aan besteden.
Een tweede nieuwsbrief willen we versturen aan zogenaamde bronneerders en aannemers
over de regelgeving bij het onttrekken van grondwater en het lozen hiervan. Hierbij geven we
ook voorlichting over het handhavingsinstrument de bestuurlijke strafbeschikking.
Net als in voorgaande jaren leveren wij een bijdrage tijdens een voorlichtings- en
demonstratiedag over het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen voor de agrarische
sector. Deelname aan deze levert de agrariër een punt voor het verlengen van de
spuitlicentie op.
5.7 Heffingen
Om ‘de vervuiler betaalt’ inzichtelijk te krijgen, voeren we verschillende werkzaamheden uit
op gebied van heffing. Deze werkzaamheden omvatten, naast het uitvoeren van
heffingscontroles en afhandelen van bezwaarschriften, tevens het opstellen van
heffingsberekeningen van meetbedrijven.
De afgelopen twee uitvoeringsjaren hebben we met ondersteuning van het waterschap Groot
Salland het werkproces geoptimaliseerd en meer grip gekregen op de grotere lozers van
afvalwater. Inmiddels is deze nieuwe wijze van werken voor zowel meet- als tabelbedrijven
ingevoerd waardoor er een betere bewaking is van het proces. Hier gaan we in 2014 mee
door. Daarnaast gaan we gezamenlijk vanuit het Kennispunt water vorm geven aan een
gezamenlijke gecoördineerde aanpak van heffingen en de samenwerking met GBLT.
5.8 Projectplannen Waterwet
Het projectplan Waterwet heeft als doelstelling, om op een gelijkwaardige manier als bij een
watervergunning, belanghebbenden te informeren over komende aanpassingen in het
watersysteem. Belanghebbenden krijgen hiermee de gelegenheid hun zienswijze in te
brengen. Het waterschap heeft twee rollen bij dit proces, namelijk de rol van initiatiefnemer
en de rol van toetser. Deze rolverdeling kan toe onduidelijkheden in zowel de voorbereiding
als de besluitvorming leiden. In 2014 willen we de communicatieve waarde van het
projectplan Waterwet zowel intern als extern verduidelijken. Daarnaast de rol van toezicht en
handhaving in het proces nog onderbelicht. Dit willen we vastleggen.
12
6 TAKEN EN CONTROLES
Zoals al eerder vermeld, hebben we te maken met veel nieuwe ontwikkelingen die de
afgelopen jaren zijn ingezet. Dit heeft natuurlijk gevolgen voor onze handhavingstaken. Deze
taken en onze geplande controles komen in dit hoofdstuk aan de orde. Voor de beschikbare
capaciteit en middelen verwijzen we naar bijlage 2.
6.1 Handhavingstaken
Als waterschap houden we toezicht op verschillende activiteiten die van invloed zijn op de
kwaliteit en kwantiteit van het oppervlaktewater. Ook houden we toezicht op het onttrekken
van grondwater. De volgende wetten en regelgeving zijn hierop van toepassing:
- Waterwet
- Activiteitenbesluit (voor zowel agrarische als industriële lozingen)
- Besluit buiten inrichtingen
- Besluit bodemkwaliteit
- Besluit lozing afvalwater huishoudens
- Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
- Scheepvaartverkeerswet en Binnenvaart Politiereglement
- Keur van het Waterschap Rijn en IJssel 2009
Daarnaast houden we indirect toezicht. Zo kunnen we ons adviesrecht op grond van de
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) goed uitoefenen. Het indirect toezicht
heeft betrekking op inrichtingen die via de gemeentelijke riolering lozen op onze
zuiveringstechnische werken (RWZI) en die de werking hiervan kunnen beïnvloeden.
Bij deze niet-inrichtingsgebonden handhavingstaken houden we toezicht op de volgende
activiteiten:
- IBA’s
- Snelheidscontroles vaartuigen
- Overstorten
- Evenementen
- Bodemsaneringen, bronneringen
- Werkzaamheden bij vaste objecten
- Teeltactiviteiten
Waar mogelijk combineren we handhavingscontroles met controles op de heffingen. GBLT de organisatie die voor ons de waterschapslasten heft en int - huurt hiervoor onze
medewerkers in.
6.2 Geplande controles
Uit het jaarverslag 2013 blijkt dat de voorschriften van verschillende wetgeving binnen ons
beheersgebied goed worden nageleefd. We willen dit goede ‘naleefgedrag’ in 2014
behouden en mogelijk verder stimuleren.
6.3 Controles en verschillende doelgroepen
Het waterschap houdt toezicht op verschillende doelgroepen, die we met onze huidige
capaciteit en middelen niet allemaal kunnen controleren. Daarom stellen we prioriteiten op
basis van onze risicoanalyse. Zo is de inzet van het toezicht afgestemd op de objecten die
de grootste invloed (kunnen) hebben op het milieu. In bijlage 4 staat het aantal controles per
doelgroep.
Voor het toezicht op de Keur van het Waterschap en de grondwatertaak hebben we nog
geen risicoanalyse gedaan. Voor het uitvoeren van toezicht zijn uren gereserveerd in de
planning.
13
6.4 De doelgroepen nader belicht
Voor zover een doelgroep nog niet is beschreven in hoofdstuk 5, gaan we in de volgende
paragrafen kort in op de prioriteiten van verschillende doelgroepen. Hierbij is rekening
gehouden met de uitkomsten van toezicht en handhaving over 2013.
6.4.1 Eigen werken/RWZI’s
In het verlengde van de wijze van toezicht in 2013 richten we ons ook dit uitvoeringsjaar
weer op controle van de registratie- en meetverplichtingen die in de vergunningen zijn
opgenomen. Hierbij houden we rekening met het reparatiebesluit Activiteitenbesluit waardoor
de voorschriften voor het lozen vanuit rioolwaterzuiveringsinstallaties onder het
Activiteitenbesluit komen te vallen.
Daarnaast nemen we weer deel aan het project met de Rijn-Oost waterschappen ‘Onderling
toezicht RWZI’s’. Een toezichthouder uit een aangrenzend Rijn-Oost waterschap voert de
fysieke controle uit op onze zuiveringsinstallatie. Bij overtredingen handelen we conform de
beleidslijn toezicht en handhaving RWZI’s, vastgesteld door het college van dijkgraaf en
heemraden. We bezoeken minimaal alle zuiveringen één keer.
Ook blijven we samenwerken en intensief overleggen met de collega’s van zuiveringsbeheer.
Zo proberen we samen oorzaken en/of veroorzakers van problemen op de
zuiveringsinstallaties te achterhalen. Eén van de acties hierbij is het op een laagdrempelige
wijze eventuele verschillen in belaste VE’s en verwerkte IE’s op de zuiveringen analyseren
(discrepantie). Dit heeft als doel onbekende potentiële lozers in beeld te brengen.
6.4.2 Toezicht recreatie- en beroepsvaart Oude IJssel
In het toezichtsplan uit 2013 hebben we beschreven hoe we de komende jaren invulling
geven aan de controles en handhavingsactiviteiten op de Oude IJssel. Voor 2014 hebben
we naast het reguliere toezicht om de veiligheid, leefbaarheid en de ecologische gesteldheid
van de Oude IJssel te waarborgen, twee projecten gedefinieerd. Zo richten we ons ook op
het in beeld brengen van eventuele lozingen afkomstig van het vaarklaar maken van
schepen zoals dat bij de jachthavens in het voorjaar gebeurd. Daarnaast blijven we
samenwerken in het toezicht met partners (met name KLPD, toezicht op gebied van snelheid
en alcoholgebruik).
6.4.3 Besluit bodemkwaliteit
In het kader van het Besluit bodemkwaliteit houden we voornamelijk toezicht op (licht)
verontreinigde grondstromen bij onder andere bouwlocaties en civiele weg- en
waterbouwprojecten. Daarnaast worden steeds meer initiatieven opgestart voor het
verondiepen van zandwinplassen. Dit vraagt van ons een adequaat toezicht en gepast
beleid. Daarvoor hebben we in 2013 gekozen voor de beleidsvrijheid om een nadere
invulling te geven aan het generieke kader uit de landelijke handreiking voor het herinrichten
van diepe plassen en het Besluit bodemkwaliteit. Hiermee stellen we geen gebiedsspecifiek
beleid op maar geven we sturing aan de elementen die belangrijk zijn voor het waterschap.
Het betreft met name het beschrijven en bewaken van het functionele karakter van de
herinrichting, de monitoring van de waterkwaliteit en de verantwoordelijkheid van de
eigenaar en initiatiefnemer. Doelstelling bij het toezicht is het voorkomen dat als gevolg van
een toepassing van (licht) verontreinigde grond het watersysteem wordt vervuild.
14
6.4.4 Grondwater
Basis voor de werkwijze bij het toezicht op grond water is de werkwijze van de provincie
Gelderland en de bijbehorende risicoanalyse voor de overdracht van deze taak. De ingezette
lijn van de afgelopen jaren vervolgen we. Hierbij maken we onderscheidt in toezicht op grote
projecten, bronneringen, industriële en agrarische onttrekkingen. Specifiek gaan we
communiceren over het lozen van vrijkomend grondwater bij bronneringen (zie paragraaf
5.6). Met name het naleefgedrag op het gebied van lozingen laat te wensen over.
Daarnaast is eind 2013 een inventarisatie geweest naar bestaande grondwateronttrekkingen
ten behoeve van beregening in de zogenaamde aangewezen kwetsbare gebieden. In mei
2013 is nieuw beleid vastgesteld waardoor nieuwe onttrekkingen in deze gebieden niet meer
worden toegestaan. Om goed uitvoering te geven aan het toezicht is het nodig de bestaande
onttrekkingen in beeld te hebben. Ook worden deze gegevens gebruikt bij de verdere
beleidsontwikkeling.
6.5 Landelijke prioriteiten handhaving
Bij de uitvoering van onze handhavingstaken houden we ook rekening met de prioriteiten van
het Bestuurlijk Landelijk Overleg Handhaving (BLOM). Sinds 2010 worden de landelijke
prioriteiten uit 2010 in de daarop volgende jaren voortgezet. Deze prioriteiten zijn:
- Asbest/bouw- en sloopafval
- Bodemsaneringen/grondstromen
- EVOA
- Natuur (inheemse soorten)
- Verboden consumentenvuurwerk
(bron: brief LOM-prioriteiten 2011, 20 september 2010)
Er zijn voor 2014 geen nieuwe prioriteiten kenbaar gemaakt. Daarnaast zorgen wij alleen bij
grondstromen voor toezicht op en handhaving van het Besluit bodemkwaliteit. Op de overige
terreinen hebben we geen toezicht- en handhavingstaak.
6.6 Strafrechtelijke handhaving
We hebben vier buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) in dienst voor het
strafrechtelijk handhaven van de (water)regelgeving. In het verlengde van het nieuwe boastelsel met gewijzigd leertraject uit 2011, hebben we in ons programma tijd en capaciteit
gereserveerd om de kennis en kunde van onze boa’s in 2014 op peil te houden.
15
7 ALGEMENE RANDVOORWAARDEN EN MONITORING UITVOERINGSPROGRAMMA
In dit hoofdstuk noemen we enkele randvoorwaarden voor handhaving en beschrijven we
hoe we de voortgang van het programma bewaken.
7.1 Roulatiesysteem controles
Bij de controle van complexere bedrijven zorgen we dat deze niet ieder jaar door dezelfde
toezichthouder worden gecontroleerd. Ons uitgangspunt is om minimaal eens in de twee jaar
de toezichthouders en handhavers te rouleren
7.2 Handhavingstoets
Alle ontwerpvergunningen met betrekking op waterkwaliteit worden door één van onze
handhavers beoordeeld op handhaafbaarheid. Hierbij maken we onder andere gebruik van
aanwezige toezichtplannen en de geschiedenis van het betreffende bedrijf. Bij twijfel of
onduidelijkheden bespreekt de handhaver de zaak in het werkoverleg. Zo waarborgen we de
handhavingstoets en leren vergunningverleners en handhavers van elkaar. Daarnaast zorgt
de coördinator handhaving dat eventuele onduidelijkheden bij controles tijdens het
werkoverleg aan bod komen. Daar heeft iedereen wat aan voor de toekomst.
7.3 Voortgang programma
We monitoren de voortgang drie keer per jaar tijdens onze algemene planning- en
controlcyclus, door het aantal geplande controles te vergelijken met de aantallen in dit
handhavingsprogramma. Waar nodig zorgen we voor aanpassing van de capaciteit.
Eind 2014 stellen we - overeenkomstig het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer een verslag op over de activiteiten die we hebben uitgevoerd.
16
Bijlage 1 Inzet capaciteit en middelen handhaving
In de begroting, het formatieplan en het jaarplan van Waterschap Rijn en IJssel is binnen de
unit Vergunningverlening en Handhaving personele capaciteit gereserveerd voor toezicht en
handhaving. Net als in 2013 ziet dit er als volgt uit:
Functie
Coördinator handhaving
Juridisch medewerker
Medewerker handhaving (taakveld agrarisch, Bbk,
grondwater en keur)
Medewerker handhaving (taakveld industrie, heffing,
grondwater en overig)
Medewerker handhaving (senior)
FTE
1
0,33
Uren
1.395
465
3,8
5.301
3
2
4.185
2.790
In de begroting voor 2014 hebben we met deze capaciteitsinzet rekening gehouden. En dus
ook in dit toezicht- en handhavingsprogramma.
Loopt de geplande ambitie achterstand op, bijvoorbeeld door wijziging in prioritering,
calamiteit of personele oorzaken? Dan moet de betreffende verantwoordelijke dit bij de
MARAP aangeven en benoemen hoe de ambitie toch gehaald kan worden of dat bijstelling
noodzakelijk is. Eventueel houden we de output op peil door externe capaciteit in te huren.
17
Bijlage 2 Projecten handhaving 2014
In onderstaande tabel staan de handhavingsprojecten van Waterschap Rijn en IJssel voor
2014. Deze projecten voeren we uit naast de reguliere geplande controles. Voor deze
projecten hebben we dit jaar tijd en capaciteit gereserveerd.
Tabel: projecten 2014
Projecten 2014
Kwaliteitscriteria vergunningverlening en handhaving
Sharepoint voor toezicht en handhaving en digitaal handhaven ( zaakgericht
werken - LEAN)
Keurkwartet beleidsregels, algemene regels
Projectplan Waterwet
Procesoptimalisatie heffingen in samenwerking met Rijn Oost waterschappen en
GBLT
Toezicht op agrarische bedrijven
- Aandachtsbedrijven kuilvoer en gewasbescherming, inclusief communicatie
activiteiten
- Paardenhouderijen.
- Bloembollenteelt/vollegrondsgroenteteelt
- Lozingen en keuraspecten vanuit campings
- Registratie glastuinbouw
- Luchtsurveillances
Nieuw beregeningsbeleid
Keur (toezicht grote projecten)
Evenementen
Advisering en toezicht BRZO
Voorlichting bronneringen en inzet bestuurlijke strafbeschikking
Toezicht RWZI’s/discrepantie
Toezicht vaarweg en jachthavens Oude IJssel
Gelderse Handhavingsweek (onder voorbehoud doorgang)
18
Bijlage 3 Controles per groep en projecten 2014
In de risicoanalyse staat welke branches onder de verschillende groepen vallen. De
aantallen geplande controle zijn naast conform risicoanalyse geplande controles ook
ingeschatte controles op basis van uit te voeren projecten. Afhankelijk van de uitvoer van de
projecten kan de daadwerkelijk uitgevoerde controles afwijken.
Groep
Industrie
Agrarisch
Eigen werken
Overig (IBA’s, overstorten e.d., bronneringen)
Diffuse bronnen
Totaal
Controles
435
705
28
184
3
1355
Niet alle taken en bevoegdheden staan in de risicoanalyse. Het betreft hier vooral de taken
en bevoegdheden rondom de keur, grondwater, scheepvaart maar ook voor heffingen. Voor
de uitvoering van deze taken hebben we in 2014 de volgende uren gereserveerd.
Taakveld
Keur
Grondwater
Scheepvaart
Heffingen
Uren
2250
1100
220
820
19