KOPWERK Casper Tombrock JUNI 2014 KOPWERK Kees Kanters Leo van Rooijen JUNI 2014 Foto’s: Wouter Scheen KOPWERK JUNI 2014 KOPWERK KOPWE JUNI 2014 JUNI 20 Invloed hebben, krijgen en houden Terugblikken is meestal niet de nuttigste activiteit als je vooruit wilt, maar na het EZD en NedHIS Congres van 9 april kun je als voorzitters niet anders. Naast de prima organisatie viel de betrokkenheid met het onderwerp, huisarts en elektronische communicatie, op. Er zijn drie terreinen die het komend jaar een grote invloed krijgen op ons werk en onze automatisering. Allereerst zijn er de uitbundige onderhandelingen tussen de zorgverzekeraars en de LHV over de honoreringsstructuur. In 2017 verandert de systematiek volledig en vanaf januari 2015 wordt een tussenstap gezet. Op 1 juli aanstaande moeten de specificaties bekend zijn, zodat de leveranciers voldoende tijd hebben om ze in te bouwen. Dit betekent wel dat er minder tijd is voor de reguliere softwareontwikkeling van onze HISsen. Pech dus. Het tweede domein waarop grote veranderingen plaatsvinden is de jeugdzorg. Als huisarts krijgen we te maken met wijkteams die de taak van de grote organisaties overnemen. Als huisarts en POH-ggz kun je dicht bij deze ontwikkeling komen te staan, maar hier ligt een risico op de loer. Het is nog niet duidelijk hoe de huisarts ten opzichte van de jeugdzorg wordt gepositioneerd. Dat geldt ook voor de manier waarop informatie tussen jeugdzorg en huisarts wordt uitgewisseld. Uiteraard zullen privacyaspecten een rol gaan spelen. De regelingen zijn momenteel niet ingericht op het zonder meer beschikbaar stellen van delen van de dossiers uit het ene domein aan het andere domein (dossiers zijn ook niet met dit doel aangelegd). Let dus op uw saeck. De verandering die wellicht de meeste impact heeft is de uitbreiding van de WMO-taken voor de gemeente met bijna de hele AWBZ. Dit treft de ouderenzorg, de indicatiestelling, het contact met wijkverpleging, enzovoort. Ouderenzorg legt een groot beslag op onze dagelijkse werkzaamheden en die ontwikkeling zal alleen maar toenemen. Grofweg zijn er twee strategieën: blijf je je werk gewoon doen en laat je de rest gebeuren of probeer je het vernieuwde veld te beïnvloeden? Als je voor het laatste kiest, hoe doe je dat dan? En kan ICT je hierbij helpen? Helaas moet ik constateren dat de HISsen wat dat betreft op achterstand raken. Een enkel ketenzorginformatiesysteem is op weg met de integratie van Trazag-lijsten (Transmurale Zorg Assessment Geriatrie), maar hoe communiceer je met de rest van het veld? Op het congres werd een presentatie gegeven van een digitale overlegtafel, waarbij de patiënt bepaalt wie daaraan deelneemt. Onze boodschap op dit terrein: zorg dat je aan tafel zit met de gemeente, al was het maar om de vergadertijgers van de thuiszorgorganisaties voor te zijn. Kijk of je via een POH of wijkverpleegkundige een scharnierfunctie kunt creëren tussen de praktijk en de rest van de zorg, en onderzoek hoe je de communicatie kunt organiseren. Ik zie veel initiatieven waarbij de huisartsenpraktijk en het veld zaken rondom de patiënt dubbel organiseren. Kortom: uitdagingen genoeg. Dan nog een hartenkreet. Op veel fronten ontmoeten we collega’s, assistentes en praktijkondersteuners die zich met liefde voor de automatisering van hun vak inzetten. Vooral de groep actieve huisartsen veroudert en we merken dat de jonge huisartsen op een andere manier omgaan met het werk en hun HIS. Om de redactie van SynthesHis en de gebruikersverenigingen in staat te stellen aansluiting te blijven houden met de nieuwe generatie huisartsen vragen we u contact op te nemen, met ons of met de hoofdredacteur. Wij bieden inspirerend werk dat enkele uren per maand kost en waar een adequate vergoeding tegenover staat. De contactadressen vindt u op de laatste pagina van dit blad. O ja, niet verder vertellen. Het verhuisbericht werkt (steeds beter) en de mogelijkheid om de bestanden door te sturen via ZorgMail File Transfer is echt een oplossing. Lees de IONmail van 11 april nog eens en neem de tijd om het een keer met uw assistente uit te proberen. Zij zal u dankbaar zijn en uw collega’s ook. Aan de volgende stap, de afhandeling van de correspondentie wordt gewerkt… Onder andere door de besturen van uw HIS-gebruikers-verenigingen. 3 SynthesHis juni 2014; 2 (13) 1 Inhoud Colofon SynthesHis is het gezamenlijke tijdschrift van de HIS-gebruikersverenigingen Atlas, OmniHis en Orego. Redactie Jeroen van der Lugt (hoofdredacteur) ([email protected]) Casper Tombrock ([email protected]) René van Leeuwen ([email protected]) KOPWERK Invloed hebben, krijgen en houden Adreswijziging Bij wijziging van de tenaamstelling en/of het adres verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde gegevens op te sturen naar Bohn Stafleu van Loghum. Beëindiging abonnement Beëindiging van het abonnement kan uitsluitend schriftelijk en dient uiterlijk twee maanden voor afloop van het lopende abonnementsjaar te zijn ontvangen. Redactiesecretaris Wouter Scheen 1 NIEUWE STAP VOORWAARTS IN VEILIG ELEKTRONISCH VERHUIZEN 4 ZORGMAIL FILE TRANSFER 5 Maandelijks veranderen ongeveer 200.000 mensen in Nederland van huisarts, en als het goed is dus ook 200.000 dossiers. Een enorme administratieve belasting, vooral in de grote steden, waar soms wel 25 tot 30 procent van de praktijkpopulatie jaarlijks komt en gaat. Niet voor niets staat de wens om die dossiers veilig elektronisch over te dragen al jarenlang hoog Website www.syntheshis.nl Redactieadres Redactie SynthesHis Wouter Scheen Waterpoortweg 391, 1051 PX Amsterdam 020 488 00 75 [email protected] Abonnementsprijzen Jaarabonnement (incl. verzend- en administratiekosten) Abonnementsprijs (print): € 65,50. Prijswijzigingen voorbehouden. Voor buitenlandse abonnees geldt een toeslag op deze prijzen. Niet hiervoor genoemde prijzen op aanvraag of via www.bsl.nl. Leden van Atlas, OmniHis en Orego ontvangen vier nummers per jaar. op de agenda van veel huisartsen. Met de komst van ZorgMail File Transfer (ZFT) is die overdracht een stuk gemakkelijker geworden. TERUGBLIK OP HET NEDHIS EN EZD CONGRES 11 Christie Manintveld Communicatie en samenwerking. Dat waren de centrale thema's tijdens het 23ste NedHIS en EZD Congres. Uiteraard draaide het om de rol die ICT hier- Uitgeverij Uitgever R. Kroeks Bohn Stafleu van Loghum, onderdeel van Springer Media BV Postbus 246 3990 GA Houten 030 638 37 36, fax 030 638 39 99 www.bsl.nl Advertenties Bohn Stafleu van Loghum, Jan Peterson Postbus 246 3990 GA Houten 030 638 39 76 [email protected] Advertenties behoeven de goedkeuring van de redactie. in kan spelen. De reacties van de deelnemers waren positief en allen namen iets mee terug naar de praktijk: van stof tot nadenken tot zaken om direct de volgende dag te implementeren. Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker Marketingcoördinator Simone Lagerweij (direct marketeer) 030 638 37 97 [email protected] Nieuwe abonnementen Abonnementen kunnen op ieder gewenst moment worden aangegaan en worden stilzwijgend met telkens één jaar verlengd tot wederopzegging, tenzij twee maanden voor vervaldatum schriftelijk is opgezegd. Een abonnement wordt eenmaal per jaar bij voorfacturering voor het aankomende jaar berekend. De prijs wordt jaarlijks aangepast. Auteursrecht De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de artikelen berust bij de auteur(s). De inhoud van de artikelen hoeft niet in overeenstemming te zijn met het door de gebruikersverenigingen gevoerde beleid. Artikelen mogen alleen worden overgenomen en/of vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, na schriftelijke toestemming van de redactie en uitgever en met bronvermelding. Omslag en ontwerp Studio Reginald Lindemans BNO, Leiderdorp 14 Populatiegericht werken in de praktijk 15 Portalen in de gezondheidszorg 17 Thuisarts.nl wordt steeds visueler 19 Slimmere medicatiebewaking op komst 20 ZWIP: digitale overlegtafel voor zorgverleners, patiënt en mantelzorgers 21 OREGO NIEUWS 23 HONDERDEN VRAGEN EN TOCH NIETS VERGETEN… Levering en diensten geschieden volgens de voorwaarden van Springer Media, gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 32107635 op 17 juni 2010. De voorwaarden zijn in te zien op www.bsl.nl of worden de koper op diens verzoek toegezonden. niets blijft liggen? ISSN 1570/2693 OVERSTAPPEN OP EEN ANDER HIS 24 Jeroen van der Lugt Huisartspraktijken worden elke dag weer overstelpt met vragen van patiënten en elektronische post. Hoe organiseer je al deze vragen en informatie zo dat er 26 Eugène van Diepen Twee huisartspraktijken zijn overgestapt op een ander HIS. Wat zijn hun ervaringen? Hebben ze tips? Hoe is het ze bevallen? Het blijkt een zeer ingrijpende verandering voor een praktijk, die zorgt voor veel extra stress. Leest u de verhalen van huisartsenpraktijk Jens in Apeldoorn en huisartsenpraktijk De Noot in Nootdorp. 2 SynthesHis juni 2014; 2 (13) BODEMPROCEDURE VPH TEGEN VZVZ INZAKE HET LSP 29 SynthesHis Eugène van Diepen Afgevaardigden van de beroepsgroep van de huisartsen stonden op vrijdag 25 april lijnrecht tegenover Tijdschrift voor huisarts en automatisering elkaar in de Rechtbank Utrecht bij de bodemprocedure die de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) samen met enkele huisartsen en een patiënt juni 2014, jaargang 13, nummer 2 had aangespannen tegen de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) inzake het Landelijk Schakelpunt (LSP). De rechtbank doet voor zover nu bekend is op vrijdag 11 juni 2014 uitspraak in deze zaak. OP DE AGENDA VAN NEDHIS 30 Makkelijke dossieruitwisseling. Het is gelukt! Gerda Mensink Adriaan Mol is huisarts in Loosdrecht. Hij zet zich al jaren in om de ICT in de huisartsgeneeskundige zorg zo goed mogelijk te benutten. Onder meer als voor- kersraad van VZVZ, de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie. Deze organisatie is verantwoordelijk voor gegevensuitwisseling via het LSP. Een greep uit de onderwerpen die op de agenda staan van deze organisaties en van belang zijn of worden voor de dagelijkse huisartsenpraktijk. Foto: Wouter Scheen zitter van NedHIS, de koepel van HIS-gebruikersverenigingen, en ook als voorzitter van de gebrui- FAILLISSEMENT VAN LHV DECLARATIE DIRECT 33 Eugène van Diepen Het afwikkelen van het faillissement van de Stichting Beheer Derdengelden van LHV Declaratie Direct loopt al 4,5 jaar. De zaak dreigt zich voort te blijven slepen. Om uit de impasse te komen doet curator A.J. Verdaas de huisartsen-debiteuren een schikkingsvoorstel van 50 procent korting op hun vastgestelde schuld als zij voor 1 juli schikken en binnen vier weken betalen. Het geld dat de curator zo ontvangt gaat naar de crediteuren. Met deze schikking wordt de pijn van het faillissement verdeeld, worden advocaatkosten vermeden en kan het faillissement worden afgehandeld. Dr. Paul Höppener-prijs 2014 36 ‘AUTOMATISERING KAN DATA ONTSLUITEN’ Gerda Mensink Jos Boesten is de zeventiende winnaar van de Paul Höppener-prijs. Juryvoorzitter Wim Jongejan prijst vooral de bevlogen inzet van Jos Boesten voor het zorgvuldig registreren. Jos was al overtuigd van het nut daarvan, lang voordat er sprake was van EGR (episodegericht registreren) en ADEPD (adequate dossiervorming met het elektronisch patiëntdossier). TIPS EN TRUCS MicroHIS 38 Redactioneel Jeroen van der Lugt Soms wordt het werk van huisartsen ineens een stuk gemakkelijker. Met het beschikbaar komen van ZorgMail File Transfer heeft de beroepsgroep er een praktisch en eenvoudig te gebruiken nieuw stuk gereedschap bij. Goede probleemanalyse, heldere oplossing. De overdracht van medische gegevens van de oude naar de nieuwe huisartspraktijk is nu op een eigentijdse manier mogelijk. Op de website zijn de af te handelen taken fraai gerubriceerd: het ophalen van dossiers die voor u klaarstaan en de verzoeken tot verzenden van dossiers van recentelijk uitgeschreven patiënten. Met in grote letters de af te handelen aantallen genoemd. Elke praktijk kan hier zijn voordeel mee doen. Dit nummer opent met de uitleg van de nieuwe overdrachtmethode en u vindt ook het laatste nieuws over de actuele staat van het elektronisch uitspoelen en inlezen van de dossiers in de diverse HISsen. Het bestuur van ION (Inschrijving Op Naam) onder voorzitterschap van Menno Riemeijer heeft er hard aan getrokken. Zo hard dat hij zijn column voor dit nummer moest overslaan. Het NedHIS & EZD congres 2014 handelde over communicatie. Dit bleek een goed gekozen thema. Een keur aan onderwerpen kwam voorbij. In een serie korte artikelen van Christie Manintveld wordt u bijgepraat. U leest in dit nummer over de ervaringen van twee huisartspraktijken met het overstappen naar een ander HIS . Dit proces vereist veel aandacht en wordt conversie genoemd. Het betreft in dit geval allebei oud HetHis-gebruikers. Ze hebben voor u, mocht het nodig zijn, een aantal bruikbare tips. Verder hebben we voor u een verslag van de rechtszaak tussen de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen en de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie over het LSP. Het ging er in de rechtszaal hard aan toe. In juni volgt de uitspraak. NedHIS, de koepel van HIS-gebruikersverenigingen, ontwikkelt zich ondertussen verder. Er is schot gekomen in een oude kwestie: het ruim vier jaar oude faillissement van LHV Declaratie Direct. De curator heeft een schikkingsvoorstel gedaan. SynthesHis zet met ingang van dit nummer stap voor stap een nieuwe koers in: met kortere artikelen en de nadruk op informatie die direct bruikbaar is in de praktijk. Uw opmerkingen of suggesties voor onderwerpen en aanpak zijn welkom. U kunt die sturen aan: [email protected]. SynthesHis juni 2013; 2 (13) 3 Nieuwe stap voorwaarts in veilig elektronisch verhuizen Gerda Mensink ([email protected]) De stichting ION (Inschrijving Op Naam) heeft enkele jaren geleden het project Veilig Elektronisch Verhuizen geadopteerd. In eerste instantie is gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van het EPDoverdrachtbericht (het verhuisbericht – vroeger MEDOVD) zelf. Daarin zaten nog allerlei fouten en inconsequenties, waardoor bij het uitwisselen tussen de verschillende HISsen bepaalde gegevens verloren gingen of slechts gedeeltelijk werden overgenomen in het HIS van de nieuwe huisarts. Stap voor stap zijn er verbeteringen doorgevoerd en problemen opgelost. Elk half jaar werd en wordt de stand van zaken geanalyseerd door kruistests uit te voeren. Van elk HIS wordt een testdossier ingelezen in alle andere HISsen. De uitkomsten van de nieuwste kruistests – uitgevoerd in april 2014 – (zie pagina 7) laten zien dat dat steeds beter gaat. Alle gangbare HISsen kunnen nu onderling EPD-overdrachtberichten uitwisselen. Tests blijven noodzakelijk, want elke update – klein of groot – kan daarop van invloed zijn. Inmiddels is ook het overdrachtproces zelf onder de loep genomen. Ook daaraan zitten haken en ogen. In samenspraak met ENOVATION en VECOZO is gewerkt aan een beveiligde, betrouwbare en gemakkelijke landelijke oplossing: ZorgMail File Transfer (ZFT), voor het direct overdragen van patiëntdossiers van huis- Foto: Wouter Scheen arts naar huisarts volgens de regels der kunst. Start landelijk gebruik ZFT. Menno Riemeijer (ION) biedt ZFT aan aan Carin Littooij (LHV) en Adriaan Mol (NedHIS) 4 SynthesHis juni 2014; 2 (13) Zorgmail File Transfer – veilig elektronisch overdragen van patiëntdossiers Maandelijks veranderen ongeveer 200.000 mensen in Nederland van huisarts, en dus ook 200.000 dossiers. Een enorme administratieve belasting, vooral in de grote steden, waar soms wel 25 tot 30 procent van de praktijkpopulatie jaarlijks komt en gaat. Niet voor niets staat de wens om die dossiers veilig elektronisch over te dragen al jarenlang hoog op de agenda van veel huisartsen. Met de komst van ZorgMail File Transfer (ZFT) is die overdracht een stuk gemakkelijker geworden. Tijdens het NedHIS & EZD Congres 2014 heeft Menno Riemeijer, huisarts, SynthesHiscolumnist en voorzitter van ION, ZFT symbolisch aangeboden aan Carin Littooij, huisarts en LHV-bestuurder met ICT in haar portefeuille, en aan Adriaan Mol, huisarts en voorzitter NedHIS (koepel van HISgebruikers-verenigingen). Hij gaf hen een enkel A4'tje met daarop de gebruikersinstructie van ZFT, want het overdragen van dikke pakken papier is verleden tijd. Hij noemde de komst van ZFT een mijlpaal in de geschiedenis van het elektronisch verhuizen van patiëntdossiers. De techniek is er klaar voor, nu de huisartsen nog. Hij vroeg LHV en NedHIS om dit project samen met ION te dragen en het gebruik van ZFT te stimuleren. Carin Littooij reageerde enthousiast: ZFT betekent echt minder administratieve ballast, want huisartsen of assistentes hoeven nooit meer naar het postkantoor om aangetekend patiëntdossiers te versturen. Goed om te weten… ! Als een patiënt vertrekt, hoeft u die niet uit te schrijven. U wacht het bericht in ! ! ! ! ! ! uw Edifact-postbus af waarin staat dat de patiënt door een andere huisarts is aangemeld in ION. Dan kunt u het patiënt-dossier via ZFT klaarzetten voor de nieuwe huisarts. Zodra hij of zij dat dossier heeft opgehaald krijgt u daarvan bericht en weet u dat de overdracht heeft plaatsgevonden. U kunt via ZFT geen patiëntdossier overdragen voordat de patiënt bij een nieuwe huisarts is ingeschreven, want deze overdrachtsroute is gekoppeld aan het in- en uitschrijfproces van ION. Ook als u geen bericht krijgt, kunt u inloggen op de ZFT-website. In het dashboard kunt u altijd zien of er dossiers klaarstaan en of er nog openstaande dossieraanvragen zijn. U kunt een verzoek om een dossier over te dragen ook afwijzen, bijvoorbeeld als u het al hebt overgedragen of het er niet mee eens bent. U moet dan wel de reden daarvoor opgeven. Nagekomen post kunt u ook elektronisch naar de nieuwe huisarts van de patiënt sturen via de archieffunctie van ZFT. Voor overdracht van een dossier hebt u toestemming van de patiënt nodig. Dat vormt geen onderdeel van het ZFT-overdrachtproces, maar moet u zelf regelen. Aan het gebruik van ZFT zijn voor huisartsen geen kosten verbonden, die neemt ION voor haar rekening. ZFT is volgens haar zinnig, zuinig en veilig, en daarmee voldoet het aan alle normen voor goede huisartsenzorg. Adriaan Mol wees erop dat dit hopelijk ook het einde betekent van ongewenste manieren van overdracht, zoals het meegeven van dossiers aan patiënten en hun familieleden of het elektronisch versturen via onbeveiligde kanalen. En denkend aan de lange kronkelige weg die het elektronisch verhuizen al heeft afgelegd, sprak hij de hoop uit dat ZFT een blijvende oplossing is die nooit meer uit de lucht gaat. GESLOTEN SYSTEEM Huisartsen hebben zelf al enkele manieren gevonden om elektronisch patiëntdossiers over te dragen. Bijvoorbeeld binnen eenzelfde HIS, via regionale netwerken of via de VECOZOberichtenbox. Veelgehoorde problemen bij deze methoden zijn het moeten zoeken van de juiste gegevens van de nieuwe huisarts en te grote bestanden die het systeem niet kan verwerken. Soms is ook de veiligheid in het geding. De VECOZO-berichtenbox is eigenlijk niet bedoeld voor het overdragen van patiëntdossiers. ZFT is een landelijke oplossing, een digitaal alternatief voor het aangetekend versturen. Deze webapplicatie werkt voor alle HISsen in heel Nederland en voldoet aan alle veiligheidseisen, de werkwijze is gebruiksvriendelijk en er bestaan geen beperkingen voor aantal en grootte van de bestanden. Het is een gesloten systeem, gekoppeld aan het inschrijfproces van de ION-database (zie figuur 1). SynthesHis juni 2014; 2 (13) 5 ‘Als ik nieuwe patiënten krijg uit Amsterdam, wordt hun dossier elektronisch verstuurd. Komen ze ergens anders vandaan dan zit dat dossier doorgaans in een envelop.’ Daardoor hoef je de gegevens van de nieuwe huisarts niet meer zelf op te zoeken. De overdracht wordt beveiligd door dezelfde persoonlijke VECOZO-certificaten, die huisartsen ook gebruiken voor hun declaratieverkeer. Zodra een huisarts een patiënt inschrijft, wordt automatisch een bericht verstuurd aan de Edifact-postbus van de praktijk van de oude huisarts. Daarin staat een verwijzing naar de website waar het 1. Patiënt in ION inschrijven dossier veilig overgedragen kan worden: https://filetransfer.zorgmail.nl. Hoe dat precies in zijn werk gaat, laat huisarts Constant Mostart in 7 minuten zien, in een speciaal gemaakte film. U kunt die bekijken via de Veilig Verhuizen-pagina’s van de ION-website (www.inschrijvingopnaam.nl). Daar vindt u ook de gebruikersinstructie. ION 2. Bericht van ION in het HIS 5. Bericht van ontvangst Huisarts Nieuw 4. Dossier ophalen ZorgMail File Transfer Huisarts Oud 3. Dossier uploaden Figuur 1. ZFT is een gesloten systeem Wat draag je over aan de nieuwe huisarts van een patiënt? Gewoonlijk gaat het om vier bestanden: ! het EPD-overdrachtbericht (vroeger MEDOVD genaamd); ! een pdf-bestand van de gescande brieven en uitslagen; ! een pdf-bestand van het complete dossier, ter controle; ! een begeleidende brief voor de nieuwe huisarts, met aandachtspunten en bijzonderheden over de patiënt. Nota bene. Voordat u de bestanden die u wilt versturen overdraagt, is het handig om ze allemaal klaar te zetten op één plek of in een speciale map. Hoe u dat doet, verschilt per HIS. U vindt daarover informatie op de Veilig Verhuizen-pagina's van de ION-website (www.ion.nl) of via de helpdesk van uw eigen HIS. 6 SynthesHis juni 2014; 2 (13) POSITIEVE REACTIES Sinds 10 april is ZFT beschikbaar voor alle huisartsen in Nederland, mits ze hun patiënten hebben aangemeld in de ION-database. En dat geldt voor ruim 98 procent. Amsterdamse huisartsen konden er in februari en maart al mee werken. Zij hebben door hun ervaringen te delen geholpen om het systeem klaar te maken voor de landelijke toepassing. Het aantal gebruikers laat een stijgende lijn zien, op doordeweekse dagen worden ondertussen zo'n vierhonderd dossiers overgedragen, in de weekenden gaat het om enkele. In totaal zijn er begin mei door tweeduizend verschillende personen ruim zesduizend patiënt-dossiers daadwerkelijk overgedragen, zijn ongeveer 4300 aanvragen afgewezen en staan er nog bijna 19.000 dossieraanvragen in de wacht. Huisartsen en vooral assistentes reageren positief en denken volop mee. ION verzamelt alle wensen en suggesties en bespreekt die tijdens de evaluaties met de partners. Zo is eind april onder meer afgesproken de mogelijkheden te onderzoeken voor het toevoegen van de AGB-code van de nieuwe huisarts in het Edifact-bericht, van een HISselectieveld, zodat duidelijk wordt vanuit welk HIS het dossier afkomstig is, en van een notitieveld als een dossier vanuit het archief opnieuw wordt aangevraagd. Nu ZFT werkt, is het tijd om het volgende probleem van het elektronisch verhuizen van patiëntdossiers te gaan tackelen: de overdracht van de correspondentie die niet in het HIS is geïntegreerd. Daarvoor ontbreekt standaardisatie en daarom worden die brieven op dit moment meestal als één groot pdf-bestand of een aantal afzonderlijke bestandjes verstuurd. ION brengt alle betrokken partijen bij elkaar om de problemen te inventariseren en te analyseren, en samen te zoeken naar een praktische oplossing. 3 TetraHis (v42896) 8. Promedico-ASP (v7.27) 7. OmniHis Scipio (v3.1) 6. MIRA (v4.4) 5. MicroHIS (v12.1.2) 4. Medicom (v2014.3) 3. Promedico-VDF (10.1.1) Promedico-VDF (10.1.1) NAW-gegevens 2. Zorgdossier (v2.5.0.426) Zorgdossier (v2.5.0.426) NAW-gegevens Episodes Journaalregels Lab- & meetwaarden Medicatie Contra-indicaties Allergieën/intoleranties Memo’s Score 1. 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 2 2 0 16 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 2 3 3 3 0 17 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 0 0 0 0 0 Episodes 3 3 3 3 3 3 Journaalregels 3 3 3 3 3 3 Lab- & meetwaarden 3 3 3 3 3 3 Medicatie 3 3 3 3 3 3 Contra-indicaties 3 3 3 3 3 3 Allergieën/intoleranties 3 3 3 3 3 3 Memo’s 0 0 0 0 0 0 Score 18 18 18 18 18 18 Nieuwste kruistests Gerda Mensink ([email protected]) Wat gaat er wel of niet goed? Begin april is de kwaliteit van het importeren en exporteren van een patiëntdossier van HIS naar HIS opnieuw getest, onder leiding van Marcel Leijten, projectleider Veilig Verhuizen van ION. Acht testsessies op acht locaties, altijd samen met een technicus van de HIS-leverancier: Medicom, MicroHIS, MIRA, OmniHis Scipio, Promedico-ASP, Promedico-VDF, TetraHis en Zorgdossier. HetHis ontbreekt evenals de vorige keer in het rijtje, als gevolg van de veranderde situatie. Voor Promedico-VDF was het een vuurdoop, met goede afloop. Opnieuw zijn er grote sprongen voorwaarts gemaakt! Er zijn vier HISsen die maximaal scoren: MicroHIS, OmniHis Scipio, Promedico ASP en TetraHis. Dus alle gegevens uit een EPD-overdrachtbericht afkomstig van welk HIS dan ook, worden in deze HISsen op een goede manier verwerkt. Alleen kleine dingen gaan nog niet altijd volgens de regels der kunst. Ruiters die worden weergegeven als memoveld, bijvoorbeeld, ontbrekende meeteenheden of medicatie op PRK (prescriptiecodes) in plaats van HPK (handelsproductcodes). Bij de overige vier HISsen zijn er nog een paar grotere oneffenheden. Als u wilt weten op welke SynthesHis juni 2014; 2 (13) 7 MIRA (v4.4) OmniHis Scipio (v3.1) Promedico-ASP (v7.27) TetraHis (v42896) 8. MicroHIS (v12.1.2) 7. Medicom (v2014.3) 6. Promedico-VDF (10.1.1) 5. Zorgdossier (v2.5.0.426) 4. Medicom (v2014.3) 3. 0 3 3 3 2 3 3 0 17 0 3 3 3 2 3 3 0 17 0 3 3 3 2 3 3 0 17 0 3 3 3 2 3 3 0 17 0 3 3 3 2 3 3 0 17 0 3 3 3 2 3 3 0 17 0 3 3 3 2 3 3 0 17 0 3 3 3 2 1 3 0 15 MicroHIS (v12.1.2) 2. NAW-gegevens Episodes Journaalregels Lab- & meetwaarden Medicatie Contra-indicaties Allergieën/intoleranties Memo’s Score NAW-gegevens Episodes Journaalregels Lab- & meetwaarden Medicatie Contra-indicaties Allergieën/intoleranties Memo’s Score 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 3 18 3 3 3 3 3 3 3 3 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 3 18 punten u specifiek moet letten bij het importeren van patiëntgegevens vindt u op de Veilig Verhuizenpagina’s van ION (www.inschrijvingopnaam.nl) onder handleidingen een overzicht per HIS. Daarin staat overzichtelijk bij elkaar wat er eventueel mis kan gaan als u een dossier importeert uit de diverse HISsen. TOELICHTING BIJ DE TABELLEN In de grijze verticale kolom links staat het HIS dat de verhuisberichten heeft geïmporteerd. In de donkergrijze banen boven in de figuur staan de HISsen inclusief de versie van waaruit het verhuisbericht afkomstig is. Links staan de onderdelen van het dossier die zijn getest op correctheid en volledigheid. De scores in de tabel zijn grove indicaties. Maximale totaalscore is 18, want NAW-gegevens en memo's tellen niet mee. Enkele kolommen (van Promedico-VDF en MIRA) hebben een afwijkende donkerblauwe kleur. Daarvoor geldt dat er al bij het importeren een foutmelding kwam, 8 1. SynthesHis juni 2014; 2 (13) waardoor de kwaliteit van de dossiers niet te beoordelen was. Aangezien andere HISsen dezelfde dossiers wel goed kunnen importeren, moet het gaan om kleine problemen, aan im- en/of exportzijde. Die kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met het strakker of ruimer programmeren van de afgesproken standaard. De structurele oplossingen moeten gevonden worden door de HIS-leveranciers van beide betrokken HISsen samen. Hoopgevend is wel dat de inhoud na een ad hoc-correctie van het importbestand tijdens het testen, goed verwerkt werd in het nieuwe HIS. UITKOMSTEN De uitkomsten van de tests zijn in de tabellen onderverdeeld in vier categorieën: 0 Ú Niet aanwezig in het EPD-overdrachtbericht of uitgesloten voor import. 1 Ú Volledig ontbreken van gegevens die wel in EPD-overdrachtbericht staan. Medicom (v2014.3) OmniHis Scipio (v3.1) NAW-gegevens Episodes Journaalregels Lab- & meetwaarden Medicatie Contra-indicaties Allergieën/intoleranties Memo’s Score 3 3 3 2 3 3 3 0 18 3 2 3 3 3 0 3 0 17 NAW-gegevens Episodes Journaalregels Lab- & meetwaarden Medicatie Contra-indicaties Allergieën/intoleranties Memo’s Score 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 2 Ú Klein deel van gegevens ontbreekt of onjuiste weergave van gegevens die wel in EPD-overdrachtbericht staan. 3 Ú Volledige weergave conform EPDoverdrachtbericht of op basis van afgeleide gegevens. Geen getal Ú Niet te beoordelen. ! NOTA BENE ! Als we de NAW-gegevens, memovelden en niet te beoordelen dossiers buiten beschouwing laten, staat er in alle tabellen samen geen enkele 0 meer, nog een 1 en twaalf keer een 2. Acht van de twaalf tweeën komen voor in de Medicom-tabel en betreffen de medicatiegegevens. Dat hangt samen met het feit dat Medicom een eigen tabel 25 (Gebruiksvoorschrift) hanteert. Doseringen worden niet of niet volledig herkend, ook niet bij het inlezen van een patiëntdossier dat afkomstig is van een andere Medicom-gebruiker. In twee gevallen ! ! ! 0 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 TetraHis (v42896) 8. Promedico-ASP (v7.27) 7. MIRA (v4.4) 6. MicroHIS (v12.1.2) 5. Promedico-VDF (10.1.1) 4. Zorgdossier (v2.5.0.426) 3. MIRA (v4.4) 2. OmniHis Scipio (v3.1) 1. 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 0 3 3 3 3 3 3 0 18 wordt bovendien niet alle medicatie uit het EPDoverdrachtbericht overgenomen. Sommige HISsen importeren geen NAW-gegevens en BSN. Dat hangt onder meer samen met de plicht van elke zorgverlener om de identiteit van een patiënt te controleren en in het HIS een BSN op te nemen uit een geverifieerde bron, bijvoorbeeld SBV-Z (Sectorale Berichten Voorziening in de Zorg). Sommige HISsen sluiten memovelden uit bij de overdracht omdat ze die beschouwen als persoonlijke, subjectieve gegevens van een huisarts. Als memovelden om die reden in een EPDoverdrachtbericht ontbreken, kunnen andere HISsen ze niet importeren. Als gegevens niet of slechts gedeeltelijk kunnen worden geïmporteerd, kan dat liggen aan het exporterende HIS, aan het importerende HIS of aan beide. Nog steeds voldoen niet alle EPD-overdracht- SynthesHis juni 2014; 2 (13) 9 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. Zorgdossier (v2.5.0.426) Promedico-VDF (10.1.1) Medicom (v2014.3) MicroHIS (v12.1.2) MIRA (v4.4) OmniHis Scipio (v3.1) Promedico-ASP (v7.27) TetraHis (v42896) 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 Promedico-ASP (7.27) 3 3 Memo’s 3 3 3 3 3 3 3 3 Score 18 18 18 18 18 18 18 18 TetraHis (v42896) NAW-gegevens Episodes NAW-gegevens Episodes Journaalregels Lab- & meetwaarden Medicatie Contra-indicaties Allergieën/intoleranties Memo’s Score 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 3 18 3 3 3 3 3 3 3 3 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 0 18 3 3 3 3 3 3 3 3 18 0 3 3 3 3 3 3 3 18 Journaalregels 3 3 3 3 3 3 3 3 Lab- & meetwaarden 3 3 3 3 3 3 3 3 Medicatie 3 3 3 3 3 3 3 3 Contra-indicaties 3 3 3 3 3 3 3 3 Allergieën/intoleranties 3 3 3 3 3 3 3 3 berichten aan de afgesproken Nictiz-standaard. Uit een test die aan de kruistests voorafgaat, blijkt dat in drie HISsen nog steeds een of veel meer syntactische en/of semantische fouten staan (MicroHIS – 1, Medicom – 5, Zorgdossier – 20). Dat kan fouten opleveren, vooral in HISsen die die standaard strikt hanteren. ! Ook het verschil in de karaktersets van de besturingssystemen (Unix, Windows, Apple) is verantwoordelijk voor bepaalde fouten, vooral bij diakritische tekens (accent, trema of cedille). ! Alle HIS-leveranciers krijgen een rapport van de testbevindingen, inclusief aanbevelingen. De volgende testronde vindt plaats in september/ oktober 2014. Tijdens de HIS DemoDag op 8 oktober 2014 worden de uitkomsten gepresenteerd. 10 1. SynthesHis juni 2014; 2 (13) Praktische en achtergrondinformatie over Veilig Verhuizen vindt u op www.inschrijvingopnaam.nl Ú Projecten ÚVeilig Verhuizen. In het onderdeel Handleidingen staan van enkele HISsen ook instructiefilmpjes. En er volgen er meer. 3 .................................................................................. Terugblik op het NedHIS en EZD Congres Christie Manintveld ([email protected]) Communicatie en samenwerking. Dat waren de centrale thema’s tijdens het 23ste NedHIS en EZD Congres. Uiteraard draaide het om de rol die ICT hierin kan spelen. De reacties van de deelnemers waren positief en allen namen iets mee terug naar de praktijk: van stof tot nadenken tot zaken om direct de volgende dag te implementeren. DATA SLIM HERGEBRUIKEN Hekkensluiter van het ochtendprogramma was hoogleraar Huisartsengeneeskunde Mattijs Numans. Hij liet zien wat er mogelijk is als we data die verschillende partijen verzamelen combineren en analyseren. Zo bleken de gezamenlijke gegevens van zorgpartijen, gemeente en welzijnsinstanties eerder onopgemerkte kwetsbare groepen zichtbaar te kunnen maken. Hiermee kan Patrick Bindels, dagvoorzitter voor het ochtendprogramma René van Leeuwen, dagvoorzitter voor het middagprogramma Foto’s congres Wouter Scheen Na de inleiding door prof.dr. Patrick Bindels trapte huisarts Roy Beijaert af met de eerste lezing ‘Thuisarts.nl als hulpmiddel bij de communicatie met de patiënt’. Hierna vertelden huisartsen Herman Levelink en Chantal Hensens over hun goede ervaring met ZWIP: een portaal waarin zorgverleners met de patiënt en mantelzorgers communiceren (zie pagina 21). SynthesHis juni 2014; 2 (13) 11 .................................................................................. bijvoorbeeld rekening worden gehouden bij het maken van plannen voor wijkgerichte zorg. Na de lezing was het tijd voor een smakelijke lunch en een bezoek aan de informatiemarkt. GOED COMMUNICEREN = SAMEN BESLISSEN In de middag hield Wilna Wind, algemeen directeur van de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie, een betoog over het nut en de noodzaak van goed communiceren en samen beslissen. Zij vertelde over het Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD) waaraan de federatie werkt. In een PGD kunnen patiënten hun medisch dossier inzien, zelf bepalen met wie ze gegevens delen, aanvullende informatie noteren (zoals bijwerkingen van medicijnen) en bijvoorbeeld een dagboek van klachten bijhouden. WORKSHOPPROGRAMMA Voordat de bezoekers zich over de verschillende zalen verdeelden voor de workshops en ledenvergaderingen, was er aandacht voor een mooie mijlpaal. Na een ontwikkelingsperiode van elf jaar is op 10 april 2014 ZorgMail File Transfer in werking getreden. Dit is een systeem DE TAAL VAN DE HUISARTS Na alle serieuze informatie was het hoog tijd voor een keynote met een knipoog. Deze werd verzorgd door taaladviseur en schrijver Wim Daniëls. Hij had zich naar eigen zeggen de afgelopen weken verdiept in en vooral verbaasd over de taal van de huisarts en kwam met communicatietips waar menig praktijkmedewerker zelf vast niet op was gekomen. Na een afsluitend walking dinner konden de bezoekers in alle opzichten voldaan huiswaarts keren. 3 Mattijs Numans Wilna Wind 12 waarbij patiëntendossiers op eenvoudige, veilige en digitale wijze van de ene naar de andere huisartsenpraktijk kunnen worden verstuurd (zie het artikel ‘Zorgmail File Transfer – veilig elektronisch overdragen van patiëntdossiers’ op pagina 5). Het workshopaanbod dat na het plenaire programma volgde, was gevarieerd. Van HIS-specifieke onderwerpen tot algemene actuele thema’s, zoals elektronisch verwijzen, ZWIPpen, veiligheidseisen en datahygiëne. Dat de onderwerpen goed aansloten op de informatiebehoefte bleek wel uit de hoge mate van interactie en de hoeveelheid vragen die er werden gesteld. SynthesHis juni 2014; 2 (13) Wim Daniëls .................................................................................. Inge van der Starre-Lagerweij en Anita Borst, doktersassistentes in Rijswijk ‘We hebben nog vragen over de veiligheid’ Inge: ‘Dit is zeker al de vierde keer dat wij dit congres bezoeken. Ik vond het interessant om de ontwikkelingen rond thuisarts.nl te horen en ZWIPpen is helemaal nieuw voor mij. Daarin zie ik echt een toegevoegde waarde voor de huisarts.’ Anita: ‘En ook voor de andere partijen die bij de zorg voor een patiënt betrokken zijn. De communicatielijnen kunnen op deze manier heel kort zijn. We hebben nog wel vragen over de veiligheid van het systeem.’ Inge: ‘Wie mag welke informatie zien? Dat moet heel goed worden afgestemd.’ Anita: ‘Of we terug in Rijswijk de huisartsen enthousiast gaan maken voor ZWIP? Dat is niet nodig, want dat zijn ze al. Ze zijn hier ook!’ .................................................. .......................................................... Bij de plenaire lezingen zat de zaal vol Fokko Douma, ict-adviseur in de huisartsenzorg ‘Het draait voor mij om mensen ontmoeten’ ‘Ik heb net de lezingen van het ochtendprogramma bijgewoond. Thuisarts.nl vind ik een goed initiatief en over ZWIP ben ik echt enthousiast. Daarin ligt de focus op de totale zorg rond de patiënt. Ook welzijn en mantelzorg worden erin meegenomen. Die brede focus ontbreekt nogal eens in de huisartsenzorg. Wat ik miste in de lezingen is het verhaal van een echte visionair. Iemand die een helder toekomstbeeld schetst. Kijk, daar gaan we heen en hier krijgen we mee te maken. Dat zou ik graag willen horen. Maar eigenlijk zijn de verhalen die je hoort en de informatie die je hier bij de stands kunt krijgen niet de hoofdreden van mijn bezoek aan het congres. In de afgelopen tien jaar heb ik met veel mensen samengewerkt en ik hoop een aantal van hen hier weer te ontmoeten. Je hebt uiteraard goede systemen en mooie tools nodig, maar de mensen met wie je samenwerkt blijven het belangrijkst.’ SynthesHis juni 2014; 2 (13) 13 .................................................................................. Informatiebeveiliging wordt steeds belangrijker Christie Manintveld ([email protected]) Het dossier van de huisarts wint aan belang en steeds meer partijen willen informatie uit het HIS. Daarom is het zaak om de dossiers goed op orde en beschikbaar te hebben, maar ook om data goed te beveiligen. Tijdens haar workshop ‘Veiligheidseisen en datahygiëne’ vertelde Carinke Buiting van het NHG wat daarvoor nodig is. voorkant wordt meestal wel nagedacht: elke medewerker moet inloggen voordat hij of zij gegevens kan inzien. Vervolgens is het van belang dat ook vastgelegd wordt wie wanneer welke dossiers heeft ingezien.' Dit vastleggen wordt ook wel 'logging' genoemd. Alleen wanneer een medewerker daar een gegronde reden voor heeft, mag hij of zij informatie inzien. Carinke Buiting Het NHG ondersteunt huisartsen op het vlak van informatiebeveiliging. ‘Huisartsen moeten ervoor zorgen dat de dossiers op orde en goed beveiligd zijn’, zegt Carinke. ‘De praktijkwijzer van de NHG laat zien hoe je als praktijk aan de NEN 7510 kunt voldoen. Op het vlak van integriteit en beschikbaarheid van dossiers hebben we al veel bereikt. Zo zijn de dossiers goed up-to-date en beschikbaar via een OZIS- of LSPkoppeling.’ TOEGANG Als het gaat om toegang zijn er aandachtspunten. Carinke: ‘Over de toegang aan de 14 SynthesHis juni 2014; 2 (13) GEEN ACHTERDEURTJES Ook ‘aan de achterkant’ verlaten gegevens soms de praktijk. ‘Hiervan zijn huisartsen zich lang niet altijd bewust’, stelt Carinke. 'Het is zaak om hier duidelijke afspraken over te maken met de beheerder van je HIS: sta geen achterdeurtjes toe. Denk ook goed na over welke organisaties je toegang geeft tot dossiers. Als een patiënt zegt dat zijn gegevens op straat liggen, moet je altijd kunnen uitleggen waarom je bepaalde informatie hebt verstrekt aan derden. Je mag ook best eisen stellen aan “ophalers”. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat je alleen gegevens wilt delen met organisaties die hun toegangscontrole op orde hebben en daartoe bijvoorbeeld een autorisatiematrix hanteren.' IN ONTWIKKELING Op dit moment werkt het NHG samen met Nictiz aan een programma van eisen en een zelftest voor HIS-leveranciers (en andere ITleveranciers in de eerste lijn). Carinke: ‘Hierin staat beschreven wat de systemen moeten kunnen om goed te “loggen”. Ook op het vlak van autorisatie en authenticatie gaan we dergelijke producten ontwikkelen. Tegelijkertijd willen we werken aan de bewustwording van de huisartsen en praktijkmedewerkers zelf. Zodat duidelijk wordt wat zij kunnen en moeten doen om de veiligheid en datahygiëne te waarborgen.’ 3 .................................................................................. Populatiegericht werken in de praktijk Christie Manintveld ([email protected]) Het goud van de toekomst: zo noemt huisarts Erik Asbreuk de data die huisartsen verzamelen. Wil je de volle waarde ervan benutten? Denk dan goed na over welke data je verzamelt en over hoe je deze in het HIS opslaat. Want straks wil je ze op een eenvoudige manier kunnen uitlezen. Hoe je data kunt benutten, illustreerde hij tijdens zijn workshop met twee praktijkvoorbeelden. In het HIS worden verschillende soorten gegevens verzameld: zorginhoudelijke en financiële data, maar ook gegevens over de zorgverlener en tijdsbesteding. Erik: ‘We kunnen heel veel met deze data. De zorg en onze bedrijfsvoering verbeteren bijvoorbeeld. Maar ook zorgverzekeraars vragen steeds meer gespecificeerde informatie. De HISsen lijken er echter niet op ingericht om verzamelde data gemakkelijk inzichtelijk te maken en te analyseren. Er zijn commerciële partijen op de markt die dit voor je kunnen doen, maar pas op dat deze partijen niet zelf met de informatie aan de haal gaan. Op die manier geef je goud weg. Ik vind dat je data beter in eigen beheer kunt houden.’ kunnen wij de kosten delen, van elkaar leren en innovatiekracht bundelen. We blijven als zorgverleners onafhankelijk van externen en kunnen over de data beschikken wanneer we maar willen.’ Leden van Eerstelijn in Cijfers betalen een vast bedrag per patiënt per jaar. ‘Het tarief, zestig cent per patiënt per jaar, gaat binnenkort waarschijnlijk dalen. Volg deze ontwikkelingen op www.eerstelijnincijfers.nl’, adviseert Erik. ‘Het systeem werkt met alle HISsen en als je eenmaal kernlid bent kun je zo veel rapporten uitspoelen als je zelf wenst. Je kunt er ook voor kiezen om abonneelid te worden, dan betaal je per rapport dat je opvraagt.’ COÖPERATIE VOOR EN DOOR DE EERSTELIJNSZORG Speciaal voor het ontsluiten van data in de eerstelijnszorg is een coöperatie opgericht: Eerstelijn In Cijfers (EIC). ‘Op die manier WIJKGERICHT WERKEN De gezondheidscentra in Nieuwegein willen wijkgericht werken en daarbij kan slim datagebruik helpen. Uit het GGZ-rapport Zorg & Gezondheid blijkt dat Nieuwegein in vergelijking met Hoe werkt het? ! Er wordt een uitspoel gemaakt van alle patiëntengegevens. ! De gegevens worden ge-upload naar de EIC-server. ! Bij het uploaden naar deze centrale EIC-server worden de gegevens ! ! ! ! ‘gepseudonimiseerd’. Op de EIC-server staan alleen anonieme gegevens. De praktijken kunnen via gedefinieerde rapporten hun eigen gegevens extraheren. Alleen de praktijk kan deze weer koppelen aan de patiënt. De upload en extractie van gegevens zijn voor leden niet aan een limiet gebonden. SynthesHis juni 2014; 2 (13) 15 andere plaatsen in Nederland een hoger percentage obesitaspatiënten telt. Daarnaast blijkt dat het percentage volwassenen dat zich wel eens eenzaam voelt opvallend hoog is. In reactie hierop hebben de gezondheidscentra twee wijk- en populatiegerichte programma's ontwikkeld: Bewegen op Recept (BOR) en Welzijn op Recept (WOR). BOR EN WOR De patiënten die deelnemen aan de programma's krijgen een recept. 'Mensen nemen een recept serieuzer dan een mondeling advies', zegt Erik. Bij BOR geeft dit recept recht op twaalf sportlessen voor een bedrag van 35 euro. De rest van de kosten worden door de gemeente Nieuwegein gedragen. Bij WOR neemt de welzijnscoach van Movactor contact op met de mensen om met hen door te nemen welke activiteit aansluit bij hun behoefte. EFFECTMETING Van tevoren is bepaald welke gegevens nodig zijn om straks het effect van de programma’s te kunnen meten. Bij de start, na afloop en na twaalf maanden vullen deelnemers vragenlijsten in. Ook is het belangrijk om deelnemers als zodanig in het HIS te categoriseren. ‘Wij doen dat bij BOR door na het uitschrijven van het recept in het HIS bij “verrichtingen” de XBOR-code “Bewegen op Recept” mee te geven’, legt Erik uit. ‘Zo kun je patiënten hier later weer op selecteren en het programma evalueren door middel van rapporten gemaakt door EIC.’ Ook deelname aan WOR wordt speciaal geregistreerd in het HIS. Op de E-regel staat de oorzaak voor Welzijn op Recept, bijvoorbeeld Eenzaamheid Z04. Op de Episoderegel wordt de episode WOR aangemaakt onder de ICPC-code Z29 (ander sociaal probleem). DOEL VAN REGISTRATIE Doel van de registraties bij BOR en WOR is om efficiënt data uit te kunnen spoelen. Erik: 'Ik denk bijvoorbeeld aan medicatiegebruik voor en na de interventie, de hoeveelheid consulten, andere contacten en meer parameters. Eerstelijn in Cijfers zal de data vergelijken. Door deze datavergelijking is te meten of BOR en WOR een bijdrage leveren aan het geluksgevoel van de deelnemers en of deze projecten de gezondheid van de cliënt meetbaar beïnvloeden.’ 3 16 ................................................................. ................................. .................................................................................. SynthesHis juni 2014; 2 (13) Evelien Hofstede, praktijkmanager in Brummen ‘Kunnen we dat koppelen?' ‘Ik ben hier vandaag om informatie op te pikken en mee te nemen. Terug in de praktijk breng ik verslag uit en waar nodig zet ik vervolgacties uit. Ik vond de lezing over ZWIP interessant. Ook in de praktijk waar ik werk hebben we te maken met een groeiende groep kwetsbare ouderen. Hoe houd je alles rond deze groep goed in kaart is een actuele vraag. ZWIP lijkt hiervoor een goede tool. Toch denk ik ook meteen: “Weer een tool erbij, kunnen we dat koppelen?” Dat geldt eigenlijk voor al die leuke, nieuwe dingen: de mogelijkheid om deze te koppelen aan het HIS is cruciaal. En dat koppelen lukt nog lang niet altijd.' .................................................................................. Portalen in de gezondheidszorg Christie Manintveld ([email protected]) Wat zijn portalen eigenlijk? Wat is het nut en is er een noodzaak? Tijdens zijn workshop beantwoordde huisarts Leo van Rooijen uit Zwijndrecht onder andere deze vragen. Zijn boodschap? Keep it simple! En voorkom een overdaad aan portalen, want daardoor wordt communiceren juist omslachtig in plaats van eenvoudig. De workshop 'Portalen in de gezondheidszorg' door Leo van Rooijen Onlineportalen geven toegang tot informatie en bieden vaak ook communicatiemogelijkheden. Er zijn volgens Leo te veel portalen om een compleet overzicht te geven tijdens de workshop en dat is ook wat hem zorgen baart. ‘Iedereen probeert zelf het wiel uit te vinden en komt met een eigen portaal. Straks moet je als zorgverlener op tien verschillende portalen inloggen, omdat je in verschillende samenwerkingsverbanden werkt.’ CATEGORIEËN De portalen zijn op te delen in diverse categorieën. Zo zijn er portalen die links en informatie bieden, gesorteerd op thema – denk aan HaWeb.nl. Er zijn regionale, maar ook diagnosegebonden portalen, zoals het Parkinsonportaal op mijnzorgnet.nl en digitale overlegtafels, zoals ZWIP, een portaal waarin zorgverleners met de patiënt en mantelzorgers communiceren (zie pagina 21). Leo verwacht dat gemeenten om een portaal als ZWIP zitten te springen. ‘Het is zeer nuttig als elke zorgverlener weet wie wat doet. Wat mij aanspreekt is dat het hier om een gebundeld portaal gaat, waarin de patiënt centraal staat en de verschillende partijen samenwerken.’ PORTAAL IN HET HIS Ook diverse HISsen bieden interactiemogelijkheden, waardoor een praktijk zijn eigen patiëntenportaal kan hebben. Leo: 'Ik zat er niet om te springen, maar ben nu toch enthousiast. Ik heb het portaal geïnstalleerd en de tweede patiënt die zich aanmeldde was iemand van 93! Ik heb hem direct gebeld om hem – niet letterlijk – de hemel in te SynthesHis juni 2014; 2 (13) 17 Leo van Rooijen prijzen. En ik dacht: “Als hij het kan, moet het een succes worden.” Via het portaal kunnen patiënten afspraken in de agenda zetten, gebruikmaken van de receptservice of een e-consult en binnenkort kunnen ze ook metingen doorgeven. Wat ze doen, wordt direct binnen het HIS verwerkt. Binnen vijf weken had ik circa 85 gebruikers.’ STANDAARD AFSPREKEN Leo ziet de WMO als een stimulans om mensen aan tafel te krijgen en zaken bottom-up te organiseren. ‘Een portaal is dan een effectief middel om met alle bij de zorg betrokken partijen te communiceren. Het is verstandig om voor een bewezen portaal te kiezen, waarmee een van de partijen al bekend is. Het vaststellen van een standaard waardoor bestaande en nieuwe systemen met elkaar kunnen communiceren biedt ook mogelijkheden. Daarnaast heb ik ook de groeiende hoeveelheid apps in gedachten. Daarmee verzamelen mensen data die ook voor ons interessant zijn. Met je telefoon kun je bijvoorbeeld stappen tellen, je slaapgedrag registreren en je hartslag of zuurstofsaturatie meten. Zo bouwen mensen zelf een patiëntgebonden dossier op. Het zou toch mooi zijn als die informatie ook bij de huisarts in het dossier terechtkomt en dat het dossier vanuit je HIS verrijkt wordt met gegevens?!’ 3 18 ............................................................. ....................... .................................................................................. SynthesHis juni 2014; 2 (13) Paul Bucx, huisarts in Nootdorp (foto hieronder, rechts) ‘Ik ben onder de indruk’ ‘Ik ben net naar de workshop over het Landelijk Schakelpunt geweest. Ik ben onder de indruk van hoe goed dat functioneert. Er zijn nog steeds veel huisartsen die veel bedenkingen hebben, maar ik ben nu echt enthousiast. Je hebt bijvoorbeeld heel snel overzicht van wat iemand aan medicatie gebruikt en hebt ook snel een episodelijst boven tafel. Onze huisartsenpost draait al op LSP en mijn UZI-pas is doorgegeven, dus ik ga het binnenkort zelf proberen.’ Bernard Bruinsma, huisarts (midden), en Anneke van Lieshout, praktijkassistente in Reeuwijk ‘Ik zie hier vaak mooie verbeteringsmogelijkheden' Bernard: ‘Ik ben een vaste bezoeker van dit congres. Ik wil op de hoogte blijven van de voor mij als huisarts relevante ontwikkelingen op het vlak van ICT. Ik zie hier vaak mooie verbeteringsmogelijkheden. Zo gaan we vanaf morgen werken met ZorgMail File Transfer. Een betere manier om gegevens van patiënten door te sturen aan een andere huisarts.’ Anneke: ‘Het gaat bijna vanzelf. Op het moment dat je iemand op naam inschrijft, krijgt de oude huisarts automatisch een melding met het verzoek de gegevens over te dragen. Dat gaat niet meer via de post, maar digitaal via een veilig systeem. Een heel goede verbetering.’ Bernard: ‘Verder stappen wij binnenkort over op MIRA. Er is een workshop over de nieuwe agendafunctie. Een mooie moment om vast wat meer over het programma te weten te komen.’ .................................................................................. Thuisarts.nl wordt steeds visueler Christie Manintveld ([email protected]) Een van de plenaire sessies tijdens het ochtendprogramma ging over Thuisarts.nl. Huisarts Roy Beijaert is betrokken bij de ontwikkeling van deze website. Vooral het zoeken naar de manier waarop informatie echt bij mensen binnenkomt, intrigeert hem. ‘Het zit hem niet alleen in de woorden die je kiest, maar ook het gebruik van beeld en film kan bijdragen.’ Tijdens zijn lezing gaf hij onder andere antwoord op de volgende drie vragen. IN WELKE BEHOEFTE VOORZIET THUISARTS.NL? 'Thuisarts.nl is een website met betrouwbare patiëntenvoorlichting. Dankzij Thuisarts.nl kunnen mensen zich voorafgaand aan een consult inlezen en kunnen zij achteraf bepaalde informatie nog eens nalezen. Huisartsen gebruiken de website ook geregeld om tijdens een consult zaken uit te leggen en te verduidelijken. Ook zou je als huisarts patiënten wellicht “huiswerk” mee kunnen geven, zodat ze goed voorbereid op het volgende consult komen.’ WORDT THUISARTS.NL AL VEEL GEBRUIKT? ‘Voor veel huisartsen was het wel even wennen: van folders en patiëntenbrieven op papier moesten ze een omslag maken naar webbased voorlichting. De voordelen worden echter snel duidelijk. Zo is de informatie altijd up-to-date. Waar je vroeger nog wel eens lang moest wachten voordat een nieuwe Standaard in je HIS stond, kun je deze nu binnen een week online nalezen. Met gemiddeld circa 70.000 bezoekers per dag mogen we concluderen dat Thuisarts.nl een succes is. We zijn uiteraard zelf nog niet tevreden en gaan door met het verbeteren van de site.’ WAT KUNNEN WE IN DE NABIJE TOEKOMST VAN THUISARTS.NL VERWACHTEN? ‘Op verschillende fronten is Thuisarts.nl volop in ontwikkeling. Zo werken we aan het uitbreiden van een visuele, anatomische zoekstructuur. Door het aanklikken van een lichaamsdeel kom je bij de informatie die je zoekt. We willen meer informatie op een visuele manier aanbieden: met icoontjes, plaatjes en filmpjes Roy Beijaert bijvoorbeeld. Thuisarts-films zullen in de toekomst op Thuisarts.nl een belangrijke plaats innemen. De aanstormende digigeneraties en de minder lezenden verlangen dat. Het gaat erom dat iedereen op zijn of haar manier de weg vindt op Thuisarts.nl. Verder zou ik het handig vinden als ik in mijn HIS kan aangeven dat ik iets heb besproken of uitgelegd aan de hand van Thuisarts.nl. Het liefst met een druk op de knop. Als er mensen zijn die ideeën hebben over hoe je dit goed zou kunnen realiseren, dan nodig ik ze van harte uit om contact met mij op te nemen.’ 3 SynthesHis juni 2014; 2 (13) 19 .................................................................................. Slimmere medicatiebewaking op komst Christie Manintveld ([email protected]) Het voorschrijven van medicijnen kan veiliger en effectiever. Leonora Grandia (apotheker en Productmanager Farmacotherapie bij Z-Index) legde tijdens een workshop uit hoe Z-Index hieraan werkt en wat de rol van de HISsen en eindgebruikers hierin is. krijgen voorschrijvers minder onnodige meldingen, terwijl relevante, patiëntgebonden risico’s juist vaker zichtbaar zijn. Aan de hand van enkele casussen liet Leonora zien hoe het toevoegen van beslisregels medicatiebewaking kan verbeteren. ‘Als we niet alleen informatie over de medicijnen in het systeem gebruiken, maar deze koppelen aan patiëntgegevens stijgt de kwaliteit van de meldingen.’ Het aantal ouderen neemt toe en daarmee krijgt de huisarts steeds vaker te maken met multimorbiditeit en polyfarmacie. Aan de andere kant blijft de druk op efficiënt werken toenemen. De verbetering van de medicatiebewaking zal dan ook in toenemende mate zijn vruchten afwerpen. EEN VOORBEELD ‘Als u een patiënt alendroninezuur voorschrijft, zou het bijvoorbeeld handig zijn als het systeem zelf nagaat of deze persoon een verminderde nierfunctie heeft op basis van de waarden van de nierfunctie. Mocht het medicijn alleen problemen geven bij mensen met een lagere waarde dan 30 ml/minuut, dan krijgt u geen melding meer bij elke patiënt met een hogere waarde.’ Welke beslisregels worden toegevoegd, bepaalt aanvankelijk een expertgroep. In de toekomst is het de bedoeling om per discipline een strategische werkgroep samen te stellen die bepaalt welke beslisregels wenselijk zijn. Leonora Grandia Als een arts een medicijn voorschrijft, verschijnt er op het scherm soms automatisch een melding. Dit is meestal een waarschuwing met betrekking tot interacties, contra-indicaties, dubbelmedicatie of allergie. De informatie op basis waarvan deze meldingen worden gemaakt, komt uit de G-Standaard, waarvan Z-index maandelijks een versie uitbrengt met de meest actuele informatie. Op dit moment is de medicatiebewaking slechts in beperkte mate gekoppeld aan patiëntgegevens, waardoor voorschrijvers geregeld onnodige meldingen te zien krijgen. KOPPELEN AAN PATIËNTGEGEVENS Z-Index werkt samen met de KNMP aan slimmere medicatiebewaking in het HIS. Hierdoor 20 SynthesHis juni 2014; 2 (13) VOORWAARDEN VOOR SUCCES Deze nieuwe generatie medicatiebewaking schotelt je risicovolle situaties voor, maar je moet wel al je gegevens op orde hebben wil dit systeem mooi lopen. Hier zijn nog zeker verbeteringen mogelijk. Zo zou het mooi zijn als labwaarden die in het ziekenhuis gemeten zijn ook op een eenvoudige en gemakkelijk uitleesbare manier in het HIS terechtkomen. 'Nu er steeds meer multidisciplinair wordt samengewerkt, zie ik de drempels hiervoor lager worden. Een andere voorwaarde is dat het systeem geïmplementeerd wordt in de HISsen. Van de ontwikkelaars horen wij dan vaak: “We willen het wel inbouwen, maar het moet wel een wens van de eindgebruiker zijn.” Dus daar ligt ook nog een taak voor jullie als huisartsen: laat weten dat je hier met smart op zit te wachten!' 3 .................................................................................. ZWIP: digitale overlegtafel voor zorgverleners, patiënt en mantelzorgers Christie Manintveld ([email protected]) Gaan huisartsen naast appen en tweeten straks ook ZWIPpen? Het enthousiasme van huisartsen Herman Levelink en Chantal Hensens werkte in elk geval aanstekelijk. Veel congresgangers toonden interesse en zij kregen na de plenaire sessie over dit onderwerp de kans om zich er meer in te verdiepen tijdens een workshop. Herman Levelink Huisartsen zijn gewend reactief te werken. Maar voor de groeiende groep kwetsbare ouderen die zich in een complexe zorgsituatie bevinden, is een proactieve houding en aanpak gewenst. Een huisartsenpraktijk telt nu gemiddeld vijftien tot dertig patiënten in deze categorie. De komende jaren loopt dit op tot een gemiddelde van honderdvijftig! Dat vraagt om een slimme tool die zorgverleners ondersteunt bij het bieden van adequate zorg. COMMUNICEREN OVER EN MET DE PATIËNT ZWIP is in de regio Nijmegen ontwikkeld. ZWIP staat Chantal Hensens voor Zorg- en WelzijnsInfoPortaal. Het is in feite een digitale overlegtafel, een veilig platform om samen te werken en informatie te delen. Via dit portaal kunnen zorgverleners en mantelzorgers onderling goed afstemmen en kan er over en met de patiënt gecommuniceerd worden. Tijdens de workshop werd een filmpje getoond waarin patiënte mevrouw Van Wijk en haar dochter aan het woord komen. Zij vinden het fijn dat via ZWIP iedereen kan meedenken als er iets aan de hand is. Het feit dat je als patiënt zelf bepaalt wie er in het netwerk betrokken wordt, is ook prettig. ‘Nee, de SynthesHis juni 2014; 2 (13) 21 pedicure hoeft er niet bij, maar de fysiotherapeut straks misschien wel.' MAKKELIJKER OVERLEGGEN VOORKOMT CRISIS Huisarts Chantal Hensens uit Wijchen werkt inmiddels twee jaar met ZWIP. Zij vertelt over haar ervaringen in de praktijk. ‘Twee jaar geleden keek ik vooral naar somatiek. Nu heb ik de patiënt ook functioneel/ maatschappelijk veel beter in kaart. Verandert er iets in de situatie, dan zet degene die dit constateert een berichtje in ZWIP. Zo blijft iedereen op de hoogte. Als ik een niet-dringende vraag heb, is ZWIP voor mij de handigste manier om deze beantwoord te krijgen. Hulpverleners zijn vaak telefonisch lastig bereikbaar. Doordat ik nu makkelijker kan overleggen met bijvoorbeeld de specialist ouderenzorg kunnen we geregeld crisisinterventies voorkomen. Het scheelt veel brandjes blussen op vrijdagmiddag.’ GEEN VERVANGING VOOR DOSSIER In de zaal blijkt enige verwarring over welke informatie ZWIP nu precies bevat. Hensens: ‘Het is beslist geen vervanging van het patiëntendossier dat je als huisarts bijhoudt. Het kan dus voorkomen dat je bepaalde informatie zowel in je dossier als in ZWIP zet: dat is een kwestie van kopiëren en plakken. In het begin is het wel even wennen en in het eerste jaar kost het veel tijd. Na ruim een jaar wordt het eenvoudiger en werpt het zijn vruchten af.’ IMPLEMENTATIETIJD Ook zijn er vragen over de implementatietijd. ‘Zodra je zorgverleners bij elkaar hebt die via ZWIP willen samenwerken, kan er een trainingsbijeenkomst gepland worden. Tijdens deze bijeenkomst word je wegwijs gemaakt in het systeem. De Organisatie voor Chronische Eerstelijnszorg Nijmegen ondersteunt vervolgens door alle hulpverleners aan het netwerk toe te voegen. Elke hulpverlener krijgt passende autorisatierechten. Vervolgens start je met je eerste patiënt. Het ZWIP-platform is meteen klaar voor gebruik, de implementatietijd is vervolgens afhankelijk van het enthousiasme en de bereidheid van hulpverleners om te starten met het gebruik ervan.’ 3 Kijk voor meer informatie op www.zwip.nl. 22 ............................... .................................... ................................. .................................................................................. SynthesHis juni 2014; 2 (13) De informatiemarkt Dhr. van Rijswoud, arts verstandelijk gehandicapten ‘Ik ga het morgen direct proberen te implementeren' ‘Twee jaar geleden bezocht ik voor het eerst dit congres. We stonden toen op het punt om een nieuw HIS te kiezen of met een nieuwe versie van het systeem dat we al gebruikten verder te gaan. Ook nu was er een specifieke aanleiding om naar Vianen te komen. We werken nu sinds een halfjaar met die nieuwe versie en ik had nog wat vragen over hoe ik bepaalde zaken beter kan stroomlijnen. Ik heb heel aardige suggesties gekregen, die ik morgen direct probeer te implementeren. Verder was de workshop over ADEPD voor mij nuttig. De interactie tijdens de workshops vind ik heel leuk. Sommige collega's stuiten op dezelfde problemen en dan kun je het daar samen over hebben. Ook vind het ik prettig om over de komende digitale ontwikkelingen te horen. Het geeft je de mogelijkheid daarop te anticiperen. Zo had ik bijna een beslissing genomen die ik nu nog even laat wachten, omdat ik net hoorde wat er binnen ons HIS aan komt. Dat wil ik nu toch even afwachten.’ Informeel overleg O R E G O N I E U W S Orego werkt aan heden en toekomst Gerda Mensink ([email protected]) Geaccrediteerde cursus Tips & Trucs in de regio De eerste bijeenkomst was in Rotterdam, eind mei volgt Amsterdam en na de zomer is het de beurt aan Noord-Nederland, Limburg en Brabant. Van Orego voor de huisartsleden en hun praktijkassistentes en praktijkondersteuners. De doelstelling is tweeledig: ontmoeting en kennis. De Oregobestuurders – Kees Kanters, Frits Schueler en Pieter Vrijdag – gaan met de aanwezigen in gesprek over de belangrijkste actuele agendapunten, de functie van een HISgebruikersvereniging anno 2014 en de rol van de leden daarin. Ook nieuwe functionaliteiten, veranderingen en aanpassingen in MicroHIS komen aan de orde. Daarna verzorgt Wim Jongejan – huisartsdocent van Proficio HIS Support en het oliemannetje van Orego – een drie uur durende cursus met allerlei praktische zaken waardoor huisartsen, assistentes en praktijkondersteuners hun HIS beter leren kennen en er nog meer profijt van hebben. Het gaat niet om technische hoogstandjes maar om te ontdekken hoe alledaagse dingen gemakkelijk en handig opgepakt kunnen worden. Zoals het sorteren van episodes op alfabet van de omschrijving of ICPC, het gebruik van functietoetsen om schermen te benaderen of het verplaatsen van een deelcontact in de tijd, als je vandaag nog een visite van giste- ren moet registreren in je HIS. De deelnemers kunnen van tevoren eigen vragen insturen en natuurlijk ter plekke vragen stellen. De antwoorden komen niet alleen van Wim Jongejan, maar ook van Pieter Vrijdag en Frits Schueler. Zij zijn al jaren nauw betrokken bij de ontwikkelingen van MicroHIS, ook als testers, en kennen dit HIS als geen ander. In alle opzichten een interactieve avond, die door de deelnemers, het bestuur en de docent als uitermate positief is ervaren. Belangstelling? Uitnodigingen volgen per post. Of raadpleeg www.orego.nl en de groep Orego op HAweb. Reünie prijswinnaars dr. Paul Höppener-prijs Eind maart heeft een select gezelschap zich gebogen over verleden en toekomst van de huisartsenautomatisering: winnaars van de dr. Paul Höppener-prijs. Grotendeels grijze heren en één dame: huisartsen die MicroHIS gebruiken of gebruikten, en een paar NHG’ers. Als gast waren uitgenodigd Ian Keppler, adviseur inzake ICT voor huisartsen van de Engelse National Health Service, en Johan van der Lei, hoogleraar Medische Informatica Erasmus MC. Ook het Oregobestuur was vertegenwoordigd. Zij kwamen twee dagen bijeen en iedereen die dat wilde kreeg de kans een voordracht te houden. Aan de orde kwamen thema’s als: hebben de HISsen ons gebracht wat we ervan verwachtten? Waaraan moeten HISsen in de nabije toekomst voldoen? Nut en noodzaak van standaarden. De invloed van de automatisering op de kwaliteit van de zorg. HISsen en veiligheid. De gevolgen van steeds meer medewerkers in de huisartsenpraktijk voor de HISsen. De rol van Orego. Het leverde boeiende en verrassende discussies op, die niet direct vertaald worden in daden, maar wel degelijk van belang zijn voor de nabije toekomst. De overwegingen en ideeën worden meegewogen bij de toekomstige koersbepaling en visieontwikkeling van Orego en het NHG. Multidisciplinair samenwerken in de huisartspraktijk In januari vond de jaarlijkse heidag van Orego plaats. Een brainstormbijeenkomst voor MicroHIS-gebruikers die actief zijn voor of namens de gebruikersvereniging, als bestuurder, lid van de pakketcommissie, vertegenwoordiger of adviseur. Er waren huisartsen, praktijkondersteuners en assistentes. Ook Bertine Uithoven, productmanager MicroHIS X, en Martin Pruijsers, teammanager development MicroHIS X, van CSC waren aanwezig. Centraal stond het Individuele Zorgplan (IZP) in de HISsen, en in MicroHIS in het bijzonder. Khing Njoo (senior stafmedewerker automatisering NHG) leidde het onderwerp in. De huisartsgeneeskundige zorg verandert. Samenwerken neemt een steeds belangrijker plaats in, zowel met steeds meer medewerkers in de eigen praktijk als met andere zorgverleners. Vooral patiënten met complexe problematiek krijgen te maken met steeds meer verschillende zorgverleners. Maar wie regelt wat? Wie is hoofdbehandelaar? Wat zijn de haalbare doelen van de behandeling op korte en langere termijn? En hoe leg je zulke belangrijke zaken vast? Daar komt nog bij dat patiënten meer te zeggen willen hebben over hun behandeling en inzage in hun eigen dossiers. Deze veranderingen vragen om steeds meer interne en externe communicatie en het uitwisselen van informatie. In hoeverre kunnen en moeten de HISsen en KISsen daarop inspelen? Biedt het Individueel Zorg Plan de juiste oplossing? En zo ja, voor welke patiënten? De deelnemers zijn in kleine groepen aan het werk gezet: aan de hand van een casus hebben ze geïnventariseerd aan welke informatie op welk moment behoefte is, welke informatie vastgelegd moet worden in HIS of IZP, en welke informatie gedeeld moet worden en met wie. Dat leverde een lijst op met zinvolle plus- en verbeterpunten. Geconcludeerd wordt dat het IZP nog een lange weg te gaan heeft, van overleggen, aftasten, concretiseren en afstemmen. De uitkomsten van deze dag helpen om de volgende stappen te zetten op weg naar een toekomstbestendig (Micro)HIS. SynthesHis juni 2014; 2 (13) 23 Honderden vragen en toch niets vergeten… Jeroen van der Lugt ([email protected]) Huisartspraktijken worden elke dag weer overstelpt met vragen van patiënten en elektronische post. Hoe organiseer je al deze vragen en informatie zo dat er niets blijft liggen? Een antwoord op deze vraag werd gegeven tijdens een speciale workshop interne workflow binnen de huisartspraktijk. Een goede doktersassistente denkt verder! Bij een inventarisatie in de zaal bleek er een behoorlijke diversiteit in wijze van werken: grofweg een gelijke verdeling tussen een dagelijks overlegmoment, helemaal geen overleg en overleg via het HIS. Wat is nu het voordeel van een overleg via het HIS? Het geeft meer mogelijkheden om de hoeveelheid werk te structureren en maakt kwaliteitsverbetering mogelijk. Sinds de praktijken beter bereikbaar zijn door nieuwe telefooncentrales met wachtrijen weten de patiënten ons nog beter te vinden dan daarvoor. Er zijn sinds kort ook patiëntportalen gekomen. Door substitutie vanuit de tweede lijn neemt het werk toe. De praktijkondersteuning somatiek en ggz veroorzaken een toename van de workload. Verder neemt ook het aantal ouderen toe. En de regie van de zorg onder de gemeente geeft meer druk op de eerste lijn. Deze ontwikkelingen leiden tot meer werk voor de spin in 24 SynthesHis juni 2014; 2 (13) het web: de praktijkassistente. Alle contacten, ook die van de assistente, moeten worden vastgelegd, zodat gedeclareerd kan worden. Wat kan een HIS bijdragen aan een betere workflow? Allereerst kent een HIS, anders dan een papieren verslaglegging, geen ruimteprobleem. Episodegericht registreren geeft op zichzelf meer overzicht, maar keerzijde is wel dat de episodelijst onderhouden moet worden. Gebeurt dat onvoldoende, dan leidt het juist tot wanorde en desinformatie. Verder is het van belang om informatie daar vast te leggen waar deze thuishoort. Dus meetwaarden niet in het journaal, maar in de module meetwaarden. Vermijd in elk geval meetwaarden in de O-regel. Sla de correspondentie liever in de aparte module correspondentie op en neem alleen een samenvatting in het journaal op. Vermijd dus complete correspondentieteksten te plakken in het medisch journaal. De overlegregels kunnen ook een eigen plek vinden. Kies een contactsoort zoals O (van overleg), N (van notitie) of X (van overig). Gebruik dus liever niet de contactsoort C (van consult) voor overleg. De volgende situaties kunnen voor de assistente aanleiding zijn om een overlegvraag aan de huisarts te stellen: ! een vraag van de patiënt, die aan de huisarts doorgespeeld kan worden; ! een beleidsvraag naar aanleiding van de uitkomst van een urineonderzoek; ! een medicatieverzoek, zoals een slaappil of een pijnstiller; ! een elektronisch poststuk (laboratoriumuitslag, specialistenbrief, röntgenuitslag) dat onder de aandacht van de huisarts gebracht moet worden; SynthesHis Tijdschrift voor huisarts en automatisering juni 2014, jaargang 13, nummer 2 ZorgMail File Transfer NedHIS & EZD congres 2014 Conversie naar ander HIS VPH contra VZVZ over LSP Schikkingsvoorstel faillissement LDD Tips en trucs: meetwaarden www.syntheshis.nl ! autoriseren van consulten die de assistente deed, bijvoorbeeld tijdens haar hypertensiespreekuur; ! vragen van de POH’s; ! verzoek om een verwijzing te maken. KWALITEITSWINST Wat zijn de voordelen van een papierloos overleg? Ten eerste hoeven twee personen niet tegelijk van hun werk afgehouden te worden voor een overlegmoment. Verder hoeft de huisarts niet direct iets op te lossen. De huisarts kan uit de overleglijst belangrijke dingen halen voor directe afhandeling en de rest doorschuiven naar een later moment. Het overleg zelf wordt vastgelegd in het HIS. Al met al is er sprake van kwaliteitswinst. Voor de patiënt is het een voordeel dat het antwoord op vragen genoteerd staat in het HIS, zodat het gelezen kan worden als de patiënt belt. Parttimewerken wordt hierdoor gefaciliteerd: de assistente kan in de middag voort met het werk dat in de ochtend is gestart. Deze efficiënte communicatie leidt tot meer vertrouwen bij de patiënt. Welke opties zijn er om deze workflow uit te voeren? Eén HIS heeft hiervoor een speciale assistentemodule ontwikkeld. De andere HISsen gebruiken hiervoor de agenda. Dit gaat in de praktijk ook goed, hoewel voorkomen moet worden dat het overleg te veel tussen de spreekuren wordt ingepland. Een tijdblokje kiezen na het spreekuur voor de bulk van het overleg is dan een goede keuze. Wanneer de assistente de vraag van de patiënt in de agenda zet, kan de arts direct in het dossier de achtergrondinformatie teruglezen. Het antwoord komt in het journaal en aan het eind van de dag is meteen duidelijk of alles is afgehandeld en gedeclareerd. 3 Figuur 1. Assistentemodule Promedico-ASP: overzichtsscherm overlegvragen huisarts Figuur 2. Assistentemodule Promedico-ASP: overzichtscherm assistente met antwoorden op de overlegvragen SynthesHis juni 2014; 2 (13) 25 Solopraktijk Jens stapt over naar Promedico-ASP Overstappen op een ander HIS Twee huisartspraktijken zijn overgestapt op een ander HIS. Wat zijn hun ervaringen? Hebben ze tips? Hoe is het ze bevallen? Het blijkt een zeer ingrijpende verandering voor een praktijk, die zorgt voor veel extra stress. Leest u de verhalen van huisartsenpraktijk Jens in Apeldoorn en huisartsenpraktijk De Noot in Nootdorp. Eugène van Diepen ([email protected]) Manage de verwachtingen en zorg ervoor dat op de eerste dag dat je daadwerkelijk met het nieuwe systeem werkt er iemand bij is die het nieuwe HIS goed kent. Dat zijn aanbevelingen die de Apeldoornse huisarts Jasper Jens zijn collega's wil geven voor het geval zij willen overstappen op een ander HIS. En de conversie van data naar het nieuwe HIS kun je goedkoper zelf doen. ‘Ik heb de hele praktijk erop voorbereid dat het de eerste maanden niet allemaal vlekkeloos zou verlopen’, vertelt Jasper Jens. ‘We gingen in maart over en ik heb tegen iedereen vanaf het begin gezegd, laten we blij zijn als we de zaak tegen de zomervakantie goed onder controle hebben. Dan heb je een paar maanden de tijd om net zo goed met het nieuwe systeem te leren werken als je met het oude deed. Dat voorkomt teleurstelling als iemand na een paar weken 26 SynthesHis juni 2014; 2 (13) nog niet lekker werkt. Het is de eerste tijd zoeken naar de functies.’ Jens stapte vorig jaar maart over van HetHis naar Promedico-ASP, voordat bekend werd dat HetHis op zou houden te bestaan. ‘Er was personeelsverloop, de helpdesk werd minder en twee HISsen in één bedrijf in een kleine markt is niet rendabel. Ik ben op tijd weggegaan.’ In januari 2013 startte zijn praktijk, waar één huisarts, twee assistentes en twee praktijkonder- steuners werken, met de voorbereiding van de conversie. Op 6 maart 2013 was de overstap een feit. 'Van tevoren hadden we twee dagen cursus in Utrecht en ik ben een paar dagen enkele uren bezig geweest data op te snuffelen.’ De conversie door Promedico verliep goed, op een paar kleine strubbelingen na. De koppeling tussen apotheken en patiënten werd eerst niet goed gelegd, maar dat probleem was vrij snel opgelost, en de titelregel van de correspondentie is niet goed overgegaan. ‘Daardoor is niet meer zo duidelijk waar het bericht op sloeg, maar het is wel werkbaar. Ik laat het maar verder zo’, zegt Jasper. TEGENVALLER Voor de assistentes verliep de overstap prima. ‘De eerste dag moet je natuurlijk leren hoe de nieuwe functies werken. Dan is het makkelijk als er een ervaren gebruiker in de buurt is die het nieuwe HIS goed kent die je even kunt vragen hoe iets moet en die de juiste handelingen kan voordoen, want in een nieuw systeem kun je al die functies niet meteen vinden. Dat scheelt veel tijd, zodat de patiënten ook de eerste dag snel geholpen worden. Na één, twee uurtjes heb je het invoeren van consulten, controleren van verrichtingen, maken van afspraken en uitschrijven van recepten wel aardig in de peiling. Hoe het invullen van een contra-indicatie of allergie gaat, vind je dan wel uit. Dat komt ook niet bij elk consult voor. De kennis breid je later stap voor stap uit met de werkwijze voor handelingen die minder vaak gedaan moeten worden. Dat is wel op te zoeken.’ Een tegenvaller was dat de conversie van de complete historie van 30 Gb van alle correspondentie twee maanden duurde, dat was veel langer dan gedacht. Promedico had hier nog geen ervaring mee en moest alles uitzoeken. Nu zij het kunstje kennen loopt het bij andere praktijken die overstappen beter. Verontwaardigd was Jasper Jens over een offerte voor het beschikbaar maken van zijn gegevens uit HetHis in Promedico. ‘Die was naar mijn idee onredelijk hoog en ik heb het uiteindelijk zelf gedaan. Na een half dagje puzzelen en wat googlen was ik er uit. Dat scheelde me veel geld.’ Inmiddels maakt een cluster van zo’n vijftien tot twintig gebruikers van HetHis uit de regio Apeldoorn de overstap naar Promedico-ASP. ‘Nu er ervaring is opgedaan met de overstap en is uitgezocht hoe de extractie gaat, is dat binnen een paar weken voor elkaar. Binnen anderhalf tot twee maanden is een praktijk helemaal over. Dat is lekker snel.’ 3 SynthesHis juni 2014; 2 (13) 27 Overstap huisartsenpraktijk De Noot van HetHis naar MIRA Eugène van Diepen ([email protected]) Huisartsenpraktijk De Noot uit Nootdorp stapte afgelopen juli 2013 over van het ene HIS naar het andere. Het vertrouwde HetHis, waarvan de ontwikkeling stopt, werd vervangen door MIRA. Huisarts Paul Bucx coördineerde namens De Noot deze conversie. Hij vertelt over zijn ervaringen met de overstap. Bij De Noot werken vijf huisartsen, vier assistentes, een praktijkverpleegkundige, een praktijkondersteuner en twee huisartsen in opleiding. ‘Je moet niet verwachten dat alles meteen goed loopt' De conversie roept bij Paul een ambivalent gevoel op. ‘Enerzijds is het een uitdaging, anderzijds vraagt het toch wel veel van onze praktijk. Het heeft een grote impact en eist een grote inzet van ons personeel.’ Vanwege zijn centrale rol kwam er veel op Pauls schouders terecht. ‘Als coördinator moest ik een flink aantal dingen aanleveren. Verder moest ik de proefconversies beoordelen. Dat was nogal veel en kostte ook best wel veel tijd, maar het leverde ook dingen op. Daar hebben mijn collega’s minder last van gehad.’ De eerste maanden na de overstap zijn lastig. De vertrouwde routine van werken met HetHis is weg, iedereen moet zich een nieuw pakket eigen maken en van elkaar leren is er dan niet bij. ‘Collega's vinden dat MIRA niet lekker intuïtief werkt’, zegt Paul. ‘Je moet je er toch wel in verdiepen. Je krijgt een voorscholingsen een nascholingscursus. Als je dan weer nieuwe dingen wilt leren, moet je je toch echt in handleidingen verdiepen. Het is niet zoals met Windows, dat meteen heel makkelijk werkt. Je moet het allemaal uitvinden, het is niet vertrouwd.’ ERVARINGEN ASSISTENTES ‘Onze assistentes vonden MIRA in het begin erg rommelig. Dingen die 28 SynthesHis juni 2014; 2 (13) normaal heel snel verliepen, kostten nu veel tijd, vooral het agendabeheer. Er werden fouten gemaakt in de planning, dan werden er dingen geselecteerd en niet in de agenda gezet. Dat ging in het begin een paar keer fout. Wel heeft MIRA voordelen, zoals een betere registratie en vooral de medicatiekoppeling. Bij receptenverwerking en bij het herhalen van chronische medicatie was MIRA veel kritischer, nauwkeuriger dan HetHis. Er kwamen meer blokkades van herhaalrecepten, dan konden de assistentes niet herhalen, konden ze niet verder, maar moesten ze kijken wat er aan de hand was. In feite is dat veel nauwkeuriger. Ze ervaren dan: “Ik moet verder, ik moet er wat mee, de blokkade moet eraf.” In feite is dat een verbetering’, stelt Paul. Op meer terreinen is MIRA anders dan het oude HetHis. ‘Ook de processen van de financiële administratie lopen net iets anders, maar na een aantal maanden is dat ook opgelost. Grofweg, na twee maanden gaat het veel beter dan in het begin. We ervaren MIRA als een pakket dat evolueert, er zit veel ontwikkeling is. Het patiëntenportaal komt eraan, dat wordt eind mei opgeleverd, we hebben goede hoop dat de patiënten daar veel aan hebben. Dan kunnen we e-consult gaan doen en nieuwe dingen ontwikkelen. ZORGGROEP OP PAMIRES De Zorggroep Eerste Lijn (ZEL) in Westland, Schieland, Delfland, waar 160 huisartsen bij zijn aangesloten, gebruikt Pamires als KIS-pakket om de prestatie-indicatoren van de verschillende praktijken makkelijk te kunnen verzamelen voor de Zorggroep. ‘Dat zit volledig geïntegreerd in MIRA, wat een extra reden is om daarnaar over te stappen. Dat is voor ons heel makkelijk, daar hoeven we niets extra's voor te doen en dan kunnen we eenvoudig communiceren binnen de ZEL’, oordeelt Paul. RUSTIGE PERIODE Paul adviseert om de overstap naar een ander HIS in een rustige periode te doen. ‘Dan heb je er tijd voor. Het is vervelend om het in een hectische periode te moeten doen. En verwacht niet dat het à la minute loopt. We hadden goede ondersteuning van MIRA, daar zijn we tevreden over. Maar als wij het in november en december hadden moeten doen, waren we minder blij geweest, dan is het veel te druk.’ 3 , Bodemprocedure VPH tegen VZVZ inzake het LSP Eugène van Diepen ([email protected]) Afgevaardigden van de beroepsgroep van de huisartsen stonden op vrijdag 25 april lijnrecht tegenover elkaar in de Rechtbank Utrecht bij de bodemprocedure die de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen (VPH) samen met enkele huisartsen en een patiënt had aangespannen tegen de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) inzake het Landelijk Schakelpunt (LSP). Voor een driekoppige rechtbank mocht eerst de VPH haar pleidooi door haar jurist laten houden. Daarna was het de beurt aan de jurist van de VZVZ om zich in zijn pleidooi tegen de dagvaarding te verdedigen. In een tweede ronde konden beide juristen ingaan op de beweringen van de tegenpartij. De rechtbank doet, voor zover nu bekend is, zes weken na deze zitting, op woensdag 11 juni 2014, uitspraak in deze zaak. De VPH vraagt op 13 maart 2013 in een schriftelijke dagvaarding de rechter om de LSP-activiteiten stop te zetten vanwege de schending van de privacy van de patiënten en het beroepsgeheim van de huisartsen. De VZVZ, verantwoordelijk voor het LSP, reageert hierop met een conclusie van antwoord, waarna de VPH weer aan de beurt is met haar conclusie van repliek, waarop de VZVZ middels haar conclusie van dupliek antwoordt. Al met al liggen er dan enkele ordners vol papier op tafel. Op vrijdag 25 april vond de mondelinge behandeling van deze zaak plaats, waarbij beide juristen hun pleitnota’s van twintig A4’tjes voorlazen en er een ronde met discussie volgde. BEZWAREN In het kort gezegd vindt de VPH dat VZVZ onrechtmatig handelt door een LSP in te voeren dat zulke ernstige tekortkomingen vertoont dat huisartsen bij deelname hun beroepsgeheim en de privacy van patiënten schenden. De patiënt geeft eenmalig generiek toestemming om in de toekomst zijn gegevens uit te wisselen met nu nog onbekende behandelaars. Hij kan niet zelf kiezen welke specifieke medische gegevens voor welke behandelaar beschikbaar komen. De huisarts heeft geen controle op wie zijn gegevens kan inzien, maar kan wel aansprakelijk gesteld worden bij verkeerde inzage. Het VPH vindt het LSP onveilig vanwege het massale gebruik van honderdduizenden UZI-passen en de grootschalige landelijke opzet. Er kan weliswaar gecontroleerd worden wie de gegevens inziet, maar dat is altijd achteraf. Het kan leiden tot privacyschendingen en ondermijning van het vertrouwen in zorgverleners en in het beroepsgeheim. Patiënten vragen nu al of hetgeen zij in de spreekkamer zeggen wel binnen de muren van de spreekkamer blijft. Wie heeft de sleutel van de spreekkamer in handen? WEERWOORD Ook in het kort gezegd vindt VZVZ dat de VPH er geen belang bij heeft om het LSP stop te zetten. Als zij het LSP niet zien zitten kunnen zij ervoor kiezen zich niet bij het LSP aan te sluiten en is er geen sprake van een onrechtmatige daad. Als de rechter hierin meegaat is de VPH niet-ontvankelijk in hun eis en is de rechtszaak van de baan. Als het LSP wordt stopgezet worden ook apothekers en huisartsenposten getroffen. Verder vindt de VZVZ, die benadrukt dat zij is opgericht door zorgverleners zelf, juist dat de patiëntenzorg in het geding komt als het LSP wordt uitgezet, en dat de toestemming van de patiënt wel specifiek en gericht is. Dat de toestemming toekomstgericht en ongedefinieerd is gebeurt wel vaker. Aangesloten zorgverleners op het LSP moeten gebruikmaken van een Goed Beheerd Zorgsysteem, wat hoge eisen aan de veiligheid stelt. Data worden versleuteld verzonden tussen huisarts en LSP en tussen LSP en opvrager. Wel worden data ontsleuteld en bewerkt in het LSP om data uit verschillende bronnen samen te vereniging praktijkhoudende huisartsen voegen tot één bericht. Het zichtbaar maken van de logging in het LSP heeft een afschrikwekkend effect tegen misbruik. Het College Bescherming Persoonsgegevens heeft meegekeken. Dat beschermt het slot op de deur. AFWACHTEN De rechter vraagt zich aan het einde van de zitting af of er leden van de VPH zijn die zijn aangesloten bij het LSP. En heeft de huisarts de keuze om zaken weg te laten uit het systeem of het patiëntendossier? Ook hoort de rechter dat er problemen zijn in Almelo omdat de huisartsenpost eenzijdig OZIS heeft stopgezet. Daardoor is communicatie in de nacht, avond en weekenddienst niet meer mogelijk, wat zelfs tot een VIM-procedure (Veilig Incident Melden) heeft geleid. De rechter vindt dat deze zaak geen spoedeisend karakter heeft en zet de uitspraak daarom gewoon op de rol, wat betekent dat over zes weken, op woensdag 11 juni 2014, schriftelijk de uitspraak wordt gedaan, tenzij de rechtbank meer tijd nodig heeft. Na afloop van de zitting is er geen zinnig woord te zeggen over de richting waarheen het vonnis zal gaan. De drie rechters hebben de hele zitting stoïcijns en aandachtig geluisterd, zonder een spoor van sympathie voor de ene of de andere partij te laten blijken. Huisarts Adriaan Mol hoopt dat het niet voor niets is geweest: ‘Het ergste dat ons kan overkomen is dat de rechter de VPH niet-ontvankelijk verklaart en geen uitspraak doet. Dan zijn we geen stap opgeschoten.’ 3 SynthesHis juni 2014; 2 (13) 29 Op de agenda van NedHIS Adriaan Mol is huisarts in Loosdrecht. Hij zet zich al jaren in om de ICT in de huisartsgeneeskundige zorg zo goed mogelijk te benutten. Onder meer als voorzitter van NedHIS, de koepel van HISgebruikersverenigingen, en ook als voorzitter van de gebruikersraad van VZVZ, de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie. Deze organisatie is verantwoordelijk voor gegevensuitwisseling via het LSP. Een greep uit de onderwerpen die op de agenda staan van deze organisaties en van belang zijn of worden voor de dagelijkse huisartsenpraktijk. Foto: Wouter Scheen Gerda Mensink ([email protected]) Adriaan Mol Goed samenwerken vraagt om adequaat communiceren: een krachtig voorbeeld ‘De eyeopener van het NedHIS & EZD Congres 2014 voor mij was ZWIP, het zorg- en welzijnsinfoportaal dat alle betrokken hulpverleners om één digitale overlegtafel krijgt. Eerlijk gezegd dacht ik dat de ondersteuning van patiënt, mantelzorgers en thuiszorg nog een braakliggend terrein was, maar tot mijn verrassing bestaat er dus al twee jaar een pakket waarvan ik nog nooit had gehoord. ZWIP maakt meer dan duidelijk dat je zonder goede communicatie niet goed kunt samenwerken. ZWIP leert ook hoe je die communicatie onderling kunt opzetten, zodat het veilig is voor de patiënt en de patiënt daar zelf voldoende zeggenschap in heeft… De crux is, en 30 SynthesHis juni 2014; 2 (13) daar geloof ik echt in, dat in ZWIP de patiënt bepaalt wie zijn gegevens wel of niet mag inzien, en dus ook voor een deel het medisch beroepsgeheim. In Amerika gaan ze nog een stap verder, daar kunnen patiënten altijd al hun eigen gegevens inzien. Daar gaan wij uiteindelijk ook naartoe, misschien wel sneller dan we nu denken… Natuurlijk zitten niet alle patiënten daarop te wachten, maar een actieve groep is zeer geïnteresseerd. Veel jonge collega’s vinden het een vanzelfsprekendheid. De NPCF hamert er voortdurend op. Als het aan Wilna Wind ligt, is die inzage met ingang van morgenochtend 08.00 uur voor elkaar.’ Primeur op NedHIS & EZD Congres 2014: LSP live – het werkt! ‘Het grappige is dat een aantal deelnemers LSP live een saaie workshop noemde. Het punt is: dit is het... Je gaat in een auto zitten, draait de sleutel om en je kunt wegrijden. Mensen hadden blijkbaar iets spectaculairs verwacht, en het bijzondere is juist dat het er heel gewoon uitziet en dat alles het doet.’ Adriaan Mol was de initiator van deze workshop. Er was veel belangstelling. Tijdens drie sessies lieten verschillende mensen uit de regio’s Nijmegen en WestFriesland via een live-verbinding met hun huisartsenposten zien hoe de professionele samenvatting van een patiëntdossier van de huisarts en de elektronische medicatiedossiers (EMD) van de apotheek ingezien konden worden op de huisartsenpost. Uiteraard werden daarvoor – met het oog op privacy – testpatiënten gebruikt. Er is altijd slechts één professionele samenvatting, want een patiënt heeft een huisarts die zijn dossier bijhoudt en beheert. Er kunnen wel verschillende EMD's van één patiënt zijn, want steeds meer mensen halen hun medicatie bij verschillende apotheken. De ene keer om de hoek, een andere keer vlakbij hun werk of bij een avondapotheek. Patiënten hebben geen preferente apotheek die hun dossier bijhoudt. Er gaat ook nog geen bericht dat het EMD is geraadpleegd naar een apotheek, want de vraag is naar welke zou dat moeten… De huisarts ontvangt een waarneembericht via het LSP; de gegevens daarvan worden direct of na een akkoord gestructureerd verwerkt in het HIS. MEMOVELDEN Voor de inhoud van een professionele samenvatting bestaat er een landelijke standaard. Het gaat om de journaalregels van de laatste vijf consulten of de laatste vier maanden, actieve episodes met en zonder probleemstatus, medicatie en intoleranties, contra-indicaties en allergieën. Op de huisartsenpost West-Friesland ontstaat naar aanleiding hiervan tussen de huisartsen onderling een discussie over hun eigen patiëntdossiers. In het bijzonder over de inhoud van attentieregels of memovelden. De ene huisarts gebruikt die voor zaken als ‘rekening nog niet betaald’, een ander voor medische aandachtspunten. In dat laatste geval vraagt het om herbezinning, want deze gegevens komen niet terecht in een professionele samenvatting. ONDER WATER De triagist op de huisartsenpost is gemandateerd om de dossiers op te vragen. Zodra er een afspraak is gemaakt en op de knop dossier opvragen is gedrukt, worden de gegevens op de achtergrond – onder water – opgehaald. Wat de meeste deelnemers verrast is dat die dossiers ook zonder dat ze geraadpleegd worden een actieve rol spelen: op grond van de opgehaalde gegevens wordt bewaakt op intoleranties, contra-indicaties, allergieën en medicatie. Er waren vragen over de logging. In het centrale LSP-systeem is het altijd terug te vinden als een professionele samenvatting of EMD is opgevraagd, daaraan is de UZI-pas van de dienstdoende supervisor van de huisartsenpost gekoppeld. Ook de logging van de huisartspraktijk waar het dossier is opgevraagd, registreert dat. De logging van de huisartsenpost zelf laat zien wie een dossier heeft ingezien. De huisarts kan aan de hand van het waarneembericht nagaan wie een patiënt heeft gezien en/of een recept heeft voorgeschreven. Patiënten kunnen – als zij dat willen – een sms ontvangen als een huisartsenpost hun dossiers heeft opgevraagd. Dat wil dus nog niet zeggen dat de gegevens ook daadwerkelijk zijn ingezien. Van de live demonstraties zijn video-opnamen gemaakt. U kunt die bekijken via www.vzvz.nl. LSP stand van zaken per 21 april 2014 Aangesloten zorgverleners Huisartsenpraktijken Apotheken Huisartsenposten Ziekenhuizen Totaal 3.303 1.687 111 25 5.126 (81%) (85%) (90%) (27%) (81%) Nota bene ! Aangesloten wil niet zeggen dat het LSP actief wordt gebruikt. Aansluiten is een onderdeel van de voorbereidingen daarop. Meestal is de feitelijke overstap naar werken via het LSP een regionale keuze. ! Het totaal slaat op alle zorgverleners en -instellingen die op dit moment kunnen aansluiten. Aangemelde patiëntgegevens Patiëntgegevens 6.343.076 Unieke BSN’s 3.533.902 Nota bene ! Een patiënt kan zowel zijn huisarts als een of meer apotheken toestemming geven om de professionele samenvatting van zijn medische dossier of zijn EMD beschikbaar te stellen via het LSP. Dat verklaart het verschil tussen het aantal aanmeldingen en unieke burgerservicenummers. ! Voordat de gegevens van een patiënt die daarvoor toestemming heeft gegeven, opvraagbaar zijn, moet een zorgverlener die gegevens aanmelden bij het LSP. SynthesHis juni 2014; 2 (13) 31 NedHIS – de organisatie zelf ! Elke HIS-gebruikersvereniging (GV) is autonoom en neemt eigen- standige beslissingen. NedHIS, de koepel van de HISgebruikersverenigingen, fungeert vooral als ideeën- en brainstormplatform voor automatisering en huisartsenzorg. Ook HISoverstijgende zaken staan op de NedHIS-agenda. ! Bijna alle gebruikersverenigingen zijn bezig met hun statuten en in gesprek met hun HIS-leveranciers over hun mantelovereenkomsten. Adriaan Mol: ‘Bij het aanpassen aan de situatie anno 2014 is het van belang om in deze documenten te borgen dat een bestuur mag optreden namens alle gebruikers en dat afspraken met leveranciers voor alle leden gelden. Wat dat betreft was de NHGDocdiscussie nuttig. Daarin stelden huisarts-leden van een GV dat zij niet wilden meebetalen aan de verdere ontwikkelkosten van deze tool omdat zij daar zelf niet om hadden gevraagd. Het bestuur had daarover echter afspraken gemaakt.’ ! Een punt van zorg is dat de achterban steeds minder goed op de hoogte is van het nut en het doen en laten van HIS- gebruikersverenigingen. Daarmee hangt samen het gebrek aan betrokkenheid van jongere huisartsen in de gelederen van de gebruikersverenigingen. ‘De huidige besturen en vertegenwoordigers willen graag plaats maken! We zoeken niet alleen nieuwe bestuursleden, ook mensen die de gebruikers willen vertegenwoordigen, redactieleden en mensen die mee willen denken over een bepaald (deel)onderwerp. Bijvoorbeeld over aspecten van veiligheid, het jaarthema van NedHIS, LHV en NHG samen. We zoeken niet alleen nieuwe mensen, maar ook nieuwe wegen en vormen voor het bepalen van de koers met het oog op de nabije toekomst. Al uw ideeën en suggesties zijn van harte welkom!’ ! Er waren TetraHis-gebruikers aanwezig op het congres en de leverancier was er met een stand. 'We hebben kennisgemaakt. Ze willen graag meedoen, in het bijzonder met de HIS DemoDag. Maar ze moeten eerst knopen doorhakken en een gebruikersvereniging oprichten. Daarna kunnen ze lid worden van NedHIS.’ Veiligheid – nummer 1 op de gezamenlijke ICT-agenda van LHV, NHG en NedHIS ‘Over één ding zijn we het eens. We stevenen af op een tweefactorenauthenticatie. Inloggen met alleen een gebruikersnaam en wachtwoord is niet veilig en te gemakkelijk te hacken. Bovendien voldoen we daarmee niet aan de Europese wetgeving. Het moet dus anders. Tweefactorenauthenticatie betekent een extra stap in het authenticatieproces. De meesten van u kennen dat van het elektronisch bankieren. U hebt een extra code nodig die u via een externe bron – een token (paslezer) of uw mobiele telefoon – verkrijgt. We gaan concrete stappen zetten. Voordat deze wijze van authenticatie kan worden ingevoerd, moeten de HISsen worden aangepast. Omdat NedHIS de verbinding vormt met de HIS-leveranciers, bren- gen wij hen formeel op de hoogte van deze gezamenlijke wens. We vertellen erbij hoe urgent dit onderwerp voor ons is. Een lastige kwestie, omdat de ontwikkelagenda's altijd vol zijn en er bij de meeste HISsen nog veel mooie ideeën en wensen op de plank liggen… De concrete uitwerking per HIS is een zaak van de HIS-leveranciers in samenspraak met de gebruikersverenigingen en pakketcommissies’, aldus Adriaan Mol. Ondertussen werkt Tjeerd van Althuis (NHG) verder aan de inventarisatie en analyse van de huidige stand van zaken met betrekking tot veiligheid in de huisartsenzorg. De uitkomsten daarvan vormen de basis voor toekomstige veiligheidsnormen. VZVZ – nieuwe ontwikkelingen ! Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) verricht een at random-onderzoek onder 150 huisartsen naar de opt-in-procedure. Welke vraag hebt u aan de patiënten gesteld en hoe hebt u het antwoord daarop geregistreerd? Dezelfde vragen zijn aan de betreffende patiënten voorgelegd, en aan hen is ook toestemming gevraagd voor het opvragen van gegevens bij de huisartsen. Uit de eerste uitkomsten blijkt dat de meeste huisartsen een brede vraag hebben gesteld en de originele handtekening van de patiënt hebben bewaard, ook al was dat laatste geen vereiste van het CBP. Het was wel het advies van VZVZ en NedHIS. Wordt vervolgd. ! Sinds begin maart is Ben Miltenburg de nieuwe bestuurder van VZVZ, als opvolger van Edwin Velzel. Van Miltenburg heeft brede 32 SynthesHis juni 2014; 2 (13) ervaring, zowel in de ICT als in de gezondheidszorg. Adriaan Mol: ‘Een goede keuze! De afgelopen jaren was hij bestuurslid van zorgverzekeraar De Friesland. In die functie heeft hij de LSP-discussie meegemaakt. Want De Friesland had te maken met de stichting Gerrit. Deze regionale organisatie heeft uitdrukkelijk gekozen voor regionaal blijven werken in combinatie met aansluiting op het LSP.’ ! De vacature van voorzitter van de Raad van Toezicht is ingevuld door Wim Schimmel. ‘Een echt onafhankelijke buitenstaander, maar wel een LSP-believer. Hij is consultant geweest in de ICT. Sinds een jaar is hij directeur van de Arbo Unie, waar veiligheid van de ICT hoog in het vaandel staat.’ Faillissement van LHV Declaratie Direct Eugène van Diepen ([email protected]) Het afwikkelen van het faillissement van de Stichting Beheer Derdengelden van LHV Declaratie Direct (LDD) loopt al 4,5 jaar. De zaak dreigt zich voort te blijven slepen. Om uit de impasse te komen doet curator A.J. Verdaas de huisartsen-debiteuren een schikkingsvoorstel van 50 procent korting op hun vastgestelde schuld als zij voor 1 juli schikken en binnen vier weken betalen. Het geld dat de curator zo ontvangt gaat naar de crediteuren. Met deze schikking wordt de pijn van het faillissement verdeeld, worden advocaatkosten vermeden en kan het faillissement worden afgehandeld. Het betalingsverkeer van de declaraties van de 1668 huisartsen die bij LHV Declaratie Direct (LDD) waren aangesloten liep via de Stichting Beheer Derdengeld (SBD). LDD werd in 2005 opgericht en ging 15 september 2009 failliet, waardoor op 6 oktober 2009 ook SBD failleerde. Op dat moment hadden huisartsen declaraties voor uitgevoerde verrichtingen ingediend waarvoor ze nog geen betaling hadden ontvangen en Declaraties niet betaald Zorgverzekeraars hebben te weinig declaraties betaald, stellen betrokkenen bij het faillissement, omdat declaraties niet goed zijn verwerkt. Dan gaat het om minimaal 20 miljoen tot maximaal 80 miljoen euro aan niet betaalde declaraties. ‘Een bedrag van 35 miljoen euro wordt het meest genoemd’, zegt Theo van Ardenne van de LHV. Er is geen juridische grond om deze declaraties voor uitgevoerde verrichtingen alsnog te claimen en de vervaltermijn voor het opnieuw indienen van declaraties is inmiddels verstreken. Een beroep op coulance van de verzekeraars leverde nul op het rekest. hadden huisartsen voorschotten op declaraties ontvangen die nog niet door zorgverzekeraars waren goedgekeurd. VORDERINGEN Het moest eerst duidelijk worden voor welke huisartsen geld was gestort op de derdenrekening en welke huisartsen geld hadden ontvangen vanaf de derdenrekening. Daarvoor heeft it-bedrijf Cerios alle 3,9 miljoen bankmutaties van SBD opnieuw verwerkt. Door beide posten van elkaar af te trekken werd berekend welke huisartsen geld tegoed hebben (huisartsen-crediteuren) en welke huisartsen moeten terugbetalen (huisartsendebiteuren). Cerios kon niet vaststellen welke declaraties zijn ingediend, welke zijn goedgekeurd of welke zijn afgewezen. Ook is niet duidelijk, zegt Frank Garnier van de Vereniging van Gedupeerde Huisartsen (VvGH), ‘waarom de een zijn declaraties voor uitgevoerde verrichtingen wel betaald heeft gekregen en de ander niet.’ Huisartsen-crediteuren hadden zo hun twijfels over deze rekenwijze, waarop de curator met ze in de SynthesHis juni 2014; 2 (13) 33 Schikkingsvoorstel moet faillissement uit impasse halen het bestuur van de Vereniging van Gedupeerde Huisartsen. Van links naar rechts: Willem Bax (penningmeester, lid Crediteuren Commissie), Peter van Liere (adviserend lid Crediteuren Commissie), Frank Garnier (voorzitter); Nico Zee (secretaris), Aad Schreuders (lid) Mooie boel is dat. Ik heb declaraties ingediend en die heb ik betaald gekregen. Maar ze zijn door LDD niet ingediend en nu moet ik terugbetalen wat ik van LDD heb gekregen. Zijn ze helemaal gek geworden?’ Parafrase van een uitspraak van een boze debiteur clinch ging. De Rechtbank Utrecht keurde op 18 april 2012 in een zogenaamde renvooiprocedure de betwiste rekenmethode van de curator goed. Per saldo had SBD 14,1 miljoen euro in kas toen het Verrijking Enkele huisartsen hebben erop gewezen dat er huisartsen zijn die van zorgverzekeraars en SBD meer hebben ontvangen dan de som van hun ingediende declaraties. Daarmee zouden zij zich hebben verrijkt ten koste van huisartsen-crediteuren. De curator verzoekt deze huisartsen, die hiertoe evenwel niet verplicht zijn, het te veel ontvangen bedrag te storten in de boedel, op bankrekening NL34ABNA081.85.46.573, ten name van mr. A.J. Verdaas inzake Stichting Beheer Derdengelden LHV Declaratie Direct, bij voorkeur onder vermelding van ‘afdracht ten behoeve van huisartsen’. 34 SynthesHis juni 2014; 2 (13) bedrijf failliet ging, moesten 452 huisartsen 7,8 miljoen euro terugbetalen en hadden 1116 huisartsen recht op 22,6 miljoen euro uit de boedel. Eind oktober 2013 had de curator in twee tranches 11,3 miljoen euro uitbetaald aan de crediteuren. Inmiddels is de curator ook bezig geld te innen van debiteuren. In april 2012 hebben alle debiteuren een brief ontvangen met de hoogte van hun uitstaande schuld en de mededeling van de curator dat hij het geld zo nodig via juridische procedures zal innen. Deze procedure loopt nog. ZELF OPLOSSEN ‘Dit faillissement duurt te lang, huisartsen staan tegenover huisartsen en er was anderhalf jaar geleden geen uitzicht op een snelle afwikkeling’, vertelt Frank Garnier tijdens een vergadering van de VvGH met debiteuren. Zowel debiteuren als crediteuren voelen zich benadeeld en willen de rekenmethode van Cerios juridisch aanvechten. Dat levert vertraging en hoge juridische kosten op, die uit de boedel betaald moeten worden. De curator bereidt proefprocessen voor om dit tot de bodem uit te zoeken. Frank Garnier wil samen met jurist Fokke Oldenhuis een snelle oplossing vinden. Zij hebben zorgverzekeraars benaderd met het verzoek om een deel van de declaraties die in het faillissement van LDD in het ongewisse zijn geraakt en nooit zijn betaald, alsnog uit te betalen. Daarmee zouden de schulden van de ‘Je vindt dat je niets schuldig bent, en dan doet de curator je het voorstel dat je slechts de helft hoeft te betalen. Dat is geen winst.’ Anonieme debiteur debiteuren betaald kunnen worden en kon het faillissement afgewikkeld worden. Zorgverzekeraars wilden daar niet aan meewerken, ze stelden geen betaalverplichting te hebben. ‘Niets doen is geen optie. Als dit faillissement zich voort blijft slepen, lekt het geld weg als meel uit een lekke meelzak. De curator blijft geld kosten’, zegt Frank Garnier. ‘Omdat niet duidelijk is waarom sommige declaraties wel zijn betaald en andere niet, hangt het van het toeval af of je als huisarts op de lijst met crediteuren staat, of op de lijst met debiteuren. We willen de pijn op een transparante wijze verdelen, dat is niet per se de meest eerlijke.’ SCHIKKINGSAANBOD Een petit comité, bestaande uit jurist Theo van Ardenne van de LHV, de Hilversumse huisarts Willem Bax van de crediteurencommissie, huisarts Frank Garnier, voorzitter van de VvGH, de heer Helsdingen van Arag Rechtsbijstand en Fokke Oldenhuis van de VvAA Rechtsbijstand, kwam bij elkaar om een schikkingsaanbod voor te bereiden. In een reeks overleggen met de crediteurencommissie, met het bestuur van de VvGH, met de curator, waarbij nog wat randjes werden weggevijld, werd een voorstel geformuleerd. Na een positief advies van de crediteurencommissie en een akkoord van de rechter-commissaris, kwam uiteindelijk het voorstel debiteuren de helft van hun schuld, met een minimum van 5.000 euro, kwijt te schelden. De pijn wordt hiermee eerlijker verdeeld en er wordt tijdwinst behaald omdat er minder of helemaal geen juridische procedures gevoerd hoeven te worden. Dat scheelt ook in de kosten van juristen en de curator, die uit de boedel betaald worden. De curator is ervan gecharmeerd dat de beroepsgroep zelf met een oplossing komt. Volgens hem is er zowel onder debiteuren als crediteuren een draagvlak voor deze schikking. Crediteuren krijgen de zekerheid dat ze op korte termijn geld ontvangen, waar zij anders jarenlang op zouden moeten wachten en dure juridische procedures hoeven niet uit de boedel betaald te worden. Debiteuren krijgen korting. Als eis stelt de curator wel dat 80 procent van de debiteuren die gezamenlijk goed zijn voor 50 procent van het uitstaande schuldbedrag de schikking voor 1 juli accepteren en binnen vier weken betalen nadat de curator akkoord is gegaan met de aanvaarde schikking. Wie niet voor 1 juli reageert of niet binnen vier weken betaalt, wordt geacht niet te willen schikken en wordt aangeslagen voor het hele schuldbedrag, inclusief wettelijke rente op rente die dan over de periode vanaf 3 mei 2012 wordt berekend. Uiteindelijk is de aangeboden schikking de verantwoordelijkheid van de curator en wordt deze tussen hem en de debiteuren gesloten. Crediteuren hebben hierin geen stemrecht. PROEFPROCEDURE De voorbereiding van de proefprocedure, die noodzakelijk is geworden omdat vier huisartsen-debiteuren al hebben aangegeven niet te willen schikken, loopt gewoon door. Deze dient om de rechter diepgaand te laten vaststellen of de curator de Cerios-procedure terecht heeft toegepast. Omdat bij de proefprocedure tegen de debiteuren dezelfde vragen beantwoord moeten worden als bij de renvooiprocedure van crediteuren die de hoogte van hun claim aanvechten tegen de curator, heeft de curator de renvooiprocedure uit kostenoverweging gepauzeerd. Inmiddels heeft de curator zijn dagvaarding van tachtig pagina’s verstuurd. Advocatenkantoor Kennedy van der Laan heeft namens de gedaagde huisarts uit Maassluis zijn eerste verweer, de conclusie van antwoord, van zeventig pagina’s ingediend. Volgens ingewijden kan dit proces heel lang duren en wordt het mogelijk pas in 2017 afgerond. Ten minste 302 debiteuren die gezamenlijk 3,7 miljoen euro schuldig zijn moeten de schikking accepteren. Dan resten er nog maximaal 75 gerechtelijke procedures. Als alle debiteuren schikken, haalt de curator 3,5 miljoen euro binnen en krijgen crediteuren nog 15 procent van hun vordering uitbetaald. Vier huisartsen hebben inmiddels de schikking verworpen. CONCLUSIE De bal ligt nu bij de debiteuren die voor 1 juli moeten aangeven al dan niet akkoord te gaan met het schikkingsvoorstel van de curator. Daarna zal de curator reageren en moeten de artsen binnen vier weken betalen. Wellicht dat de crediteuren van de curator dit jaar nog een mooie kerstuitbetaling krijgen. 3 ‘We hebben allemaal nota’s ingediend en ervoor gewerkt. Bij de een zijn de nota’s wel betaald, bij de ander niet. Het is niet duidelijk waarom.’ Frank Garnier (VvGH) SynthesHis juni 2014; 2 (13) 35 Dr. Paul Höppener-prijs 2014 ‘Automatisering kan data ontsluiten’ Gerda Mensink ([email protected]) ‘Een grote eer. Met deze prijs verkeer ik in goed gezelschap als ik kijk naar het rijtje illustere voorgangers. Zij hebben stuk voor stuk veel betekend voor de automatisering in de huisartsgeneeskunde. Ieder was dienstbaar vanuit zijn of haar eigen invalshoek: technisch, inhoudelijk of bestuurlijk.’ Jos Boesten, huisarts in het Zuid-Limburgse Elsloo, is de blij verraste winnaar van de dr. Paul Höppener-prijs 2014. Juryvoorzitter Wim Jongejan prijst vooral zijn bevlogen inzet voor het zorgvuldig registreren. Jos was al overtuigd van het nut daarvan, lang voordat er sprake was van EGR (episodegericht registreren) en ADEPD (adequate dossiervorming met het elektronisch patiëntdossier). En niet te vergeten: ‘Dankzij Jos heeft MicroHIS een prachtige EGR-module.’ Jos Boesten studeerde geneeskunde in Maastricht. ‘Ik had een soort natuurlijke affiniteit met automatisering. Al tijdens mijn studie leerde ik programmeren en deed ik een onderzoekje op de Spoedeisende Hulp met behulp van een Commodore 64 (met een werkgeheugen van 64 Kb, waarvan 37 Kb vrije ruimte voor de MicroHIS en dr. Paul Höppener De bakermat van MicroHIS is Zuid-Limburg. Huisarts Paul Höppener stond samen met zijn collega's Geert-Jan van Schendel en Frank Guldemond, en psycholoog Ton Burgemeester aan de wieg van dat HIS. Deze vier mannen trokken dertig jaar geleden in een busje door het land om MicroHIS te demonstreren. Zij zagen al vroeg het belang van automatisering voor de huisartsgeneeskunde in. Dat was toen beslist nog geen gelopen race. In 1985 hebben zij OrgHis opgericht, de gebruikersvereniging van MicroHIS en voorloper van Orego. Jos Boesten is de zeventiende winnaar van de Paul Höppener-prijs. Paul Höppener zelf was de eerste. Hij kreeg de prijs in 1990. In dat jaar promoveerde hij op een baanbrekend onderzoek naar de betekenis van automatisering in de huisartsgeneeskunde. Toen al wees hij op de mogelijkheden van kwaliteitsbevordering, medicatiebewaking, overzicht in het patiëntdossier, wetenschappelijk onderzoek en gegevens die de patiënt volgen. 36 SynthesHis juni 2014; 2 (13) gebruiker). Het werd me al vroeg duidelijk dat automatisering veel mogelijkheden bood voor ons vak.’ GROEN SCHERM ‘Als huisarts heb ik nog net met de groene kaart gewerkt. Huisartsen gebruikten in de beginperiode hun HIS vooral voor administratieve doeleinden. De medische zaken werden achter elkaar genoteerd, zoals ze gewend waren op de groene kaart. Het eerste HIS was daar een elektronische kopie van, met dezelfde lay-out en zelfs een groen scherm. Dat voegde dus niets toe. Op die manier bleven de data ontoegankelijk, terwijl automatisering juist data kan ontsluiten. De kern is goed en gestructureerd registreren, dat wil zeggen gegevens op de juiste plek opslaan, en vooral dubbel noteren oftewel data-redundancy voorkomen. Episodegericht werken is daarvan een belangrijk onderdeel. Dat biedt huisartsen overzicht en inzicht in wat er met een persoon allemaal aan de hand is.’ REGISTRATIENET HUISARTSPRAKTIJKEN Jos is sinds 1987 huisarts. De duopraktijk van toen is uitgegroeid tot een groepspraktijk met vier parttimehuisartsen. Drie van hen zijn verbonden aan de vakgroep Huisartsgeneeskunde van Universiteit Maastricht. Jos ook, sinds 1996, als wetenschappelijk een episode. Niet alleen met het oog op wetenschappelijk onderzoek, maar ook in het belang van de praktijk van de zorg. Vooral voor de samenwerking, want als je relevante medische gegevens van een patiënt wilt communiceren – binnen de eigen praktijk, in een verwijsbrief of via de professionele samenvatting voor de huisartsenpost –, moet je ze wel op de juiste manier vastleggen.’ Foto: Wouter Scheen KWALITEITSSLAG ‘De laatste jaren zitten het registreren en coderen in de lift, dankzij de variabiliseringsgelden. Een verfoeilijke methode, die inhoudelijk veel heeft opgeleverd. Het is gewoon een sigaar uit eigen doos. Huisartsen moeten geld inleveren en vervolgens kunnen ze dat weer terugverdienen door te voldoen aan de gestelde eisen. De afgelopen twee jaar ging dat over de kennis en praktijk van ADEPD. Daardoor zijn steeds meer huisartsen genereuzer gaan coderen en registreren. En het loopt door. Dit jaar ligt de nadruk onder meer op de probleemstatus van episodes. Dat betekent opnieuw een kwaliteitsslag.’ Jos Boesten met de oorkonde onderzoeker en als datacoördinator van het RegistratieNet Huisartspraktijken (RNH). In die laatste functie volgde hij Geert-Jan van Schendel op, na diens onverwachte overlijden. Geert-Jan was een van de pioniers in de HIS-wereld. ‘Het RNH verzamelt gegevens uit de HISsen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en het medisch onderwijs. Als een onderzoeker voor zijn werk een bepaalde categorie patiënten nodig heeft, dient het RNH als steekproefkader. Op basis van de door huisartsen in hun HISsen ingevoerde gegevens kunnen patiënten worden geselecteerd. Ook daarvoor is het noodzakelijk dat er goed geregistreerd en gecodeerd wordt. We hebben als RNH ook veel aandacht besteed aan het wel of niet toekennen van een probleemstatus aan PAKKETCOMMISSIE Jos is van meet af aan een actieve HIS-gebruiker. Dat hing ook samen met zijn functie bij het RNH. Als datacoördinator vervult hij een brugfunctie tussen de huisartsenpraktijken die gegevens leveren aan het RNH en de academische onderzoekers, ook als inhoudelijke expert van de HISsen. ‘Ik leg de nadruk op wat er allemaal kan in een HIS. En er kan veel meer dan de meeste huisartsen weten. Het overgrote deel gebruikt slechts 10 tot 20 procent van de functionaliteiten van hun HIS.’ Samen met collega Bem Bruls uit Hoensbroek vertegenwoordigt Jos de Limburgse MicroHIS-gebruikers in de pakketcommissie van gebruikersvereniging Orego. ‘Wij fungeren enerzijds als klankbordgroep voor de leverancier. Anderzijds brengen wij de noden en wensen van de gebruikers over aan CSC. En mijn ervaring is dat we worden gehoord!’ De dr. Paul Höppener-prijs is voor Jos geen reden om achterover te gaan leunen. ‘In tegendeel. Ik vind het meewerken aan het verbeteren en promoten van ons HIS een van de leuke kanten van mijn vak. Voor mij speelt het HIS vakinhoudelijk een essentiële rol. Zonder dat zou ik mijn vak niet kunnen uitoefenen zoals ik wil en nu doe.’ 3 SynthesHis juni 2014; 2 (13) 37 Tips & Trucs MicroHIS Clusters van meetwaarden samenstellen in MicroHIS In het vorige nummer van SynthesHis (maart 2014;1) werd aandacht besteed aan het zelf samenstellen van een cluster van bepalingen. In MicroHIS heet zo'n cluster een Onderzoek (met hoofdletter). Dergelijke Onderzoeken zijn te vinden in het gelijknamige scherm, met als schermcode PRE_M_10. U vindt dit scherm via de knop ‘Onderzoeken’, die op diverse plaatsen aanwezig is bij een geselecteerde patiënt. Uw systeem bevat verschillende kant-enklare Onderzoeken. Met het programma Prodigmo kunt u daarnaast ‘prefab’ clusters van bepalingen voor onder andere diabetes mellitus, COPD, astma en CVRM snel importeren. Het blijft echter confectiewerk. Er kunnen bepalingen in zitten waarin u niet bent geïnteresseerd. U kunt echter gemakkelijk zelf een cluster van bepalingen componeren. VOORWERK U moet alleen zelf bedenken welke bepalingen u bij elkaar in een cluster wilt hebben. Voor dit artikel bedacht ik een cluster ‘tensie en pols’, met daarin de systolische en diastolische bloeddruk die in de praktijk gemeten worden, en de polsfrequentie met de diverse kenmerken van de polsslag. Daarvoor moeten we de WCIA-codes opzoeken die bij de diverse bepalingen horen. Deze codes zijn te achterhalen via de Codeviewer van het NHG, die te vinden is op: www.nhgonline.nl/viewers/labcodeviewer/. De bestanddelen worden de systolische bloeddruk (RRSY KA, nummer 1744), de diastolische bloeddruk (RRDI KA, nummer 1740), 38 de polsfrequentie (POLS AO, nummer 1875), het polsritme (POLR AO, nummer 2102), de polskwaliteit (POLQ AO, nummer 2103), de polskracht (POLK AO, nummer 2104) en de pols opmerkingen (POLO AO, nummer 2126). Hiermee gaat u aan de slag. Het Onderzoek krijgt als korte naam ‘Tensie en pols’ en als lange naam ‘Tensie en pols eigen praktijk’. U kunt hier uiteraard uw eigen naam of praktijknaam zetten. ONDERZOEK MAKEN U gaat daarvoor naar het hoofdmenu van MicroHIS X, klikt op ‘Systeembeheer’ en dubbelklikt op de tabel ‘Onderhoud Onderzoeken’. U komt dan in het gelijknamige scherm TAB_M_09. Daar klikt u op de knop ‘Nieuw’. U kunt dan een Onderzoek een korte naam en omschrijving geven. Het volgnummer dat dit Onderzoek krijgt, wordt door MicroHIS zelf bepaald, afhankelijk van wat er al aan Onderzoeken in uw systeem aanwezig is. U vult dan in de vakjes eerst een korte naam in (15 posities), dan een lange omschrijving (maximaal 43 posities). Daarna tikt u in het vakje ‘Type’ met 1 positie de letter ‘D’ en laat u in het laatste vakje het vinkje bij ‘Auto’ aan staan. U ziet dan de volgende situatie (figuur 1). Met de knop ‘Meting toevoegen’ gaat u de gekozen metingen toevoegen aan dit Onderzoek. Na klikken op deze knop komt u in het scherm PRE-S-11 ‘Selecteer metingen’. Zoek in het zoekvenster van het tabblad ‘WCIA’ met de zoekterm ‘RR’ naar de bloed- SynthesHis juni 2014; 2 (13) drukbepalingen. Dubbelklik op de bepaling ‘RRSY KA’. U zult dan zien dat die meting is toegevoegd aan het Onderzoek. Doe daarna hetzelfde voor de diastolische bloeddruk en met de zoekterm ‘pols’ voor de polsslagbepalingen. Het resultaat ziet er als volgt uit (figuur 2). Bevalt de volgorde niet, dan kunt u met een enkele linker muisklik een bepaling selecteren rechts boven in het scherm TAB_M_09 'Onderhoud Onderzoeken' en met de pijltjesknoppen de bepaling hoger of lager in de rij zetten. U sluit het scherm af door op ‘OK’ te klikken. Ga terug naar het hoofdmenu. ONDERZOEK INVULLEN Deze zelfgemaakte cluster, die voor alle medewerkers beschikbaar is, kunt u oproepen bij een patiënt door bijvoorbeeld bij het invullen van een deelcontact op de knop ’Onderzoeken’ te klikken. U klikt dan in het scherm PRE_M_10 ‘Onderzoeken’ even rechts van het midden op de knop ‘Nieuw Onderzoek’ Als u in het volgende schermpje even naar beneden scrolt, ziet u het zelf gemaakte Onderzoek ‘Tensie en pols eigen praktijk’ staan (figuur 3). Dubbelklik er op en u kunt deze zelfgemaakte bepalingscluster gaan invullen. Het is echt niet moeilijk om op de beschreven wijze allerlei eigen Onderzoeken te maken. 3 Wim J. Jongejan ([email protected]) Tips & Trucs MicroHIS Figuur 1. Figuur 2. Figuur 3. SynthesHis juni 2014; 2 (13) 39 ............................................. NedHIS, koepel van HIS-gebruikersverenigingen .............................................................................................. Bestuur # Adriaan Mol, voorzitter # Frits Schueler, penningmeester # Ron Dingjan # Casper Tombrock (a.i.) # Kees Kanters # Leo van Rooijen # Hans van Selm Secretariaat Bep Otterloo # ............................................. Orego, vereniging van MicroHIS-gebruikers Atlas, vereniging van HetHis-, MIRA- en Promedico-gebruikers [email protected] [email protected] [email protected] Website www.orego.nl Secretariaat en ledenadministratie HIS-gebruikersverenigingen ............................................. 40 071 525 67 89 071 525 67 47 [email protected] [email protected] .............................................................................................. Bestuur # Leo van Rooijen, voorzitter # Adriaan Mol, vicevoorzitter # Michiel Zwartkruis, penningmeester # René van Leeuwen # Jeroen Stroucken # Hanneke Tan # Aldert van der Vinne # Willem van der Linden [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] Adviseur # Herman Levelink [email protected] Website www.syntheshis.nl 020 4307777 0900 3876633 0900 3876435 030 6016620 030 6016655 030 6016655 [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] .............................................................................................. Bestuur # Casper Tombrock (a.i.) # Lydia Voorkamp, secretaris # Piet Molenaar, penningmeester [email protected] [email protected] [email protected] Website www.omnihis.nl OmniHis Scipio # OmniHis BV ............................................. [email protected] Bestuur # Kees Kanters, voorzitter # Frits Schueler, penningmeester # Pieter Vrijdag HetHis # Microbais MIRA # CompuGroup Medical # Helpdesk # Softwarewensen MIRA Promedico # Promedico ICT BV # Servicedesk ASP # Servicedesk VDF ............................................. Omnihis, vereniging van OmniHis Scipio-gebruikers 06 46813881 .............................................................................................. MicroHIS # Healthcare Group CSC # Service Centre ............................................. [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] 0900 6664447 [email protected] .............................................................................................. Atlas en Orego secretariaat en ledenadministratie # Secretariaat NedHIS, Bep Otterloo OmniHis # OmniHis BV Yvonne Vroom 06 468 13 881 [email protected] 0900 666 44 47 [email protected] .............................................................................................. SynthesHis juni 2014; 2 (13)
© Copyright 2024 ExpyDoc