Lees verder (pdf)

KOPWERK
Casper Tombrock
JUNI 2014
KOPWERK
Kees Kanters
Leo van Rooijen
JUNI 2014
Foto’s: Wouter Scheen
KOPWERK
JUNI 2014
KOPWERK
KOPWE
JUNI 2014
JUNI 20
Invloed hebben, krijgen en houden
Terugblikken is meestal niet de nuttigste activiteit als je vooruit wilt, maar na het EZD en
NedHIS Congres van 9 april kun je als voorzitters niet anders. Naast de prima organisatie
viel de betrokkenheid met het onderwerp,
huisarts en elektronische communicatie, op. Er
zijn drie terreinen die het komend jaar een
grote invloed krijgen op ons werk en onze
automatisering. Allereerst zijn er de uitbundige onderhandelingen tussen de zorgverzekeraars en de LHV over de honoreringsstructuur.
In 2017 verandert de systematiek volledig en
vanaf januari 2015 wordt een tussenstap gezet.
Op 1 juli aanstaande moeten de specificaties
bekend zijn, zodat de leveranciers voldoende
tijd hebben om ze in te bouwen. Dit betekent
wel dat er minder tijd is voor de reguliere softwareontwikkeling van onze HISsen. Pech dus.
Het tweede domein waarop grote veranderingen plaatsvinden is de jeugdzorg. Als huisarts krijgen we te maken met wijkteams die de
taak van de grote organisaties overnemen. Als
huisarts en POH-ggz kun je dicht bij deze ontwikkeling komen te staan, maar hier ligt een
risico op de loer. Het is nog niet duidelijk hoe
de huisarts ten opzichte van de jeugdzorg
wordt gepositioneerd. Dat geldt ook voor de
manier waarop informatie tussen jeugdzorg en
huisarts wordt uitgewisseld. Uiteraard zullen
privacyaspecten een rol gaan spelen. De regelingen zijn momenteel niet ingericht op het
zonder meer beschikbaar stellen van delen van
de dossiers uit het ene domein aan het andere
domein (dossiers zijn ook niet met dit doel
aangelegd). Let dus op uw saeck.
De verandering die wellicht de meeste impact
heeft is de uitbreiding van de WMO-taken
voor de gemeente met bijna de hele AWBZ.
Dit treft de ouderenzorg, de indicatiestelling,
het contact met wijkverpleging, enzovoort.
Ouderenzorg legt een groot beslag op onze
dagelijkse werkzaamheden en die ontwikkeling
zal alleen maar toenemen. Grofweg zijn er
twee strategieën: blijf je je werk gewoon doen
en laat je de rest gebeuren of probeer je het
vernieuwde veld te beïnvloeden? Als je voor
het laatste kiest, hoe doe je dat dan? En kan
ICT je hierbij helpen? Helaas moet ik constateren dat de HISsen wat dat betreft op achterstand raken. Een enkel ketenzorginformatiesysteem is op weg met de integratie van
Trazag-lijsten (Transmurale Zorg Assessment
Geriatrie), maar hoe communiceer je met de
rest van het veld? Op het congres werd een
presentatie gegeven van een digitale overlegtafel, waarbij de patiënt bepaalt wie daaraan
deelneemt. Onze boodschap op dit terrein:
zorg dat je aan tafel zit met de gemeente, al
was het maar om de vergadertijgers van de
thuiszorgorganisaties voor te zijn. Kijk of je via
een POH of wijkverpleegkundige een scharnierfunctie kunt creëren tussen de praktijk en
de rest van de zorg, en onderzoek hoe je de
communicatie kunt organiseren. Ik zie veel
initiatieven waarbij de huisartsenpraktijk en
het veld zaken rondom de patiënt dubbel organiseren.
Kortom: uitdagingen genoeg.
Dan nog een hartenkreet. Op veel fronten
ontmoeten we collega’s, assistentes en praktijkondersteuners die zich met liefde voor de
automatisering van hun vak inzetten. Vooral
de groep actieve huisartsen veroudert en we
merken dat de jonge huisartsen op een andere
manier omgaan met het werk en hun HIS. Om
de redactie van SynthesHis en de gebruikersverenigingen in staat te stellen aansluiting te
blijven houden met de nieuwe generatie huisartsen vragen we u contact op te nemen, met
ons of met de hoofdredacteur. Wij bieden
inspirerend werk dat enkele uren per maand
kost en waar een adequate vergoeding tegenover staat. De contactadressen vindt u op de
laatste pagina van dit blad.
O ja, niet verder vertellen. Het verhuisbericht
werkt (steeds beter) en de mogelijkheid om de
bestanden door te sturen via ZorgMail File
Transfer is echt een oplossing. Lees de IONmail van 11 april nog eens en neem de tijd om
het een keer met uw assistente uit te
proberen. Zij zal u dankbaar zijn en uw
collega’s ook. Aan de volgende stap, de
afhandeling van de correspondentie wordt
gewerkt… Onder andere door de besturen van
uw HIS-gebruikers-verenigingen. 3
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
1
Inhoud
Colofon
SynthesHis is het gezamenlijke tijdschrift
van de HIS-gebruikersverenigingen
Atlas, OmniHis en Orego.
Redactie
Jeroen van der Lugt (hoofdredacteur)
([email protected])
Casper Tombrock
([email protected])
René van Leeuwen
([email protected])
KOPWERK
Invloed hebben, krijgen en houden
Adreswijziging
Bij wijziging van de tenaamstelling en/of het adres
verzoeken wij u de adresdrager met de gewijzigde
gegevens op te sturen naar Bohn Stafleu van Loghum.
Beëindiging abonnement
Beëindiging van het abonnement kan uitsluitend
schriftelijk en dient uiterlijk twee maanden voor
afloop van het lopende abonnementsjaar te zijn
ontvangen.
Redactiesecretaris
Wouter Scheen
1
NIEUWE STAP VOORWAARTS IN VEILIG
ELEKTRONISCH VERHUIZEN
4
ZORGMAIL FILE TRANSFER
5
Maandelijks veranderen ongeveer 200.000 mensen
in Nederland van huisarts, en als het goed is dus ook
200.000 dossiers. Een enorme administratieve belasting, vooral in de grote steden, waar soms wel 25 tot
30 procent van de praktijkpopulatie jaarlijks komt en
gaat. Niet voor niets staat de wens om die dossiers
veilig elektronisch over te dragen al jarenlang hoog
Website
www.syntheshis.nl
Redactieadres
Redactie SynthesHis
Wouter Scheen
Waterpoortweg 391, 1051 PX Amsterdam
020 488 00 75
[email protected]
Abonnementsprijzen
Jaarabonnement (incl. verzend- en administratiekosten)
Abonnementsprijs (print): € 65,50.
Prijswijzigingen voorbehouden. Voor buitenlandse
abonnees geldt een toeslag op deze prijzen. Niet
hiervoor genoemde prijzen op aanvraag of via
www.bsl.nl.
Leden van Atlas, OmniHis en Orego ontvangen vier
nummers per jaar.
op de agenda van veel huisartsen. Met de komst van
ZorgMail File Transfer (ZFT) is die overdracht een
stuk gemakkelijker geworden.
TERUGBLIK OP HET NEDHIS EN EZD
CONGRES
11
Christie Manintveld
Communicatie en samenwerking. Dat waren de centrale thema's tijdens het 23ste NedHIS en EZD
Congres. Uiteraard draaide het om de rol die ICT hier-
Uitgeverij
Uitgever R. Kroeks
Bohn Stafleu van Loghum,
onderdeel van Springer Media BV
Postbus 246 3990 GA Houten
030 638 37 36, fax 030 638 39 99
www.bsl.nl
Advertenties
Bohn Stafleu van Loghum, Jan Peterson
Postbus 246 3990 GA Houten
030 638 39 76
[email protected]
Advertenties behoeven de goedkeuring van de
redactie.
in kan spelen. De reacties van de deelnemers waren
positief en allen namen iets mee terug naar de praktijk: van stof tot nadenken tot zaken om direct de
volgende dag te implementeren.
Informatiebeveiliging wordt steeds
belangrijker
Marketingcoördinator
Simone Lagerweij (direct marketeer)
030 638 37 97
[email protected]
Nieuwe abonnementen
Abonnementen kunnen op ieder gewenst moment
worden aangegaan en worden stilzwijgend met
telkens één jaar verlengd tot wederopzegging, tenzij
twee maanden voor vervaldatum schriftelijk is
opgezegd. Een abonnement wordt eenmaal per jaar
bij voorfacturering voor het aankomende jaar
berekend. De prijs wordt jaarlijks aangepast.
Auteursrecht
De verantwoordelijkheid voor de inhoud van de
artikelen berust bij de auteur(s). De inhoud van de
artikelen hoeft niet in overeenstemming te zijn met
het door de gebruikersverenigingen gevoerde beleid.
Artikelen mogen alleen worden overgenomen en/of
vermenigvuldigd, op welke wijze dan ook, na
schriftelijke toestemming van de redactie en uitgever
en met bronvermelding.
Omslag en ontwerp
Studio Reginald Lindemans BNO, Leiderdorp
14
Populatiegericht werken in de praktijk
15
Portalen in de gezondheidszorg
17
Thuisarts.nl wordt steeds visueler
19
Slimmere medicatiebewaking op komst
20
ZWIP: digitale overlegtafel voor zorgverleners,
patiënt en mantelzorgers
21
OREGO NIEUWS
23
HONDERDEN VRAGEN EN TOCH NIETS
VERGETEN…
Levering en diensten geschieden volgens de
voorwaarden van Springer Media, gedeponeerd bij de
Kamer van Koophandel te Utrecht onder dossiernummer 32107635 op 17 juni 2010. De voorwaarden zijn in
te zien op www.bsl.nl of worden de koper op diens
verzoek toegezonden.
niets blijft liggen?
ISSN 1570/2693
OVERSTAPPEN OP EEN ANDER HIS
24
Jeroen van der Lugt
Huisartspraktijken worden elke dag weer overstelpt
met vragen van patiënten en elektronische post. Hoe
organiseer je al deze vragen en informatie zo dat er
26
Eugène van Diepen
Twee huisartspraktijken zijn overgestapt op een
ander HIS. Wat zijn hun ervaringen? Hebben ze tips?
Hoe is het ze bevallen? Het blijkt een zeer ingrijpende verandering voor een praktijk, die zorgt voor veel
extra stress. Leest u de verhalen van huisartsenpraktijk Jens in Apeldoorn en huisartsenpraktijk De Noot
in Nootdorp.
2
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
BODEMPROCEDURE VPH TEGEN VZVZ
INZAKE HET LSP
29
SynthesHis
Eugène van Diepen
Afgevaardigden van de beroepsgroep van de huisartsen stonden op vrijdag 25 april lijnrecht tegenover
Tijdschrift voor huisarts en automatisering
elkaar in de Rechtbank Utrecht bij de bodemprocedure die de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen
(VPH) samen met enkele huisartsen en een patiënt
juni 2014, jaargang 13, nummer 2
had aangespannen tegen de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) inzake het
Landelijk Schakelpunt (LSP). De rechtbank doet voor
zover nu bekend is op vrijdag 11 juni 2014 uitspraak in
deze zaak.
OP DE AGENDA VAN NEDHIS
30
Makkelijke
dossieruitwisseling.
Het is gelukt!
Gerda Mensink
Adriaan Mol is huisarts in Loosdrecht. Hij zet zich al
jaren in om de ICT in de huisartsgeneeskundige zorg
zo goed mogelijk te benutten. Onder meer als voor-
kersraad van VZVZ, de Vereniging van Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie. Deze organisatie is
verantwoordelijk voor gegevensuitwisseling via het
LSP. Een greep uit de onderwerpen die op de agenda
staan van deze organisaties en van belang zijn of worden voor de dagelijkse huisartsenpraktijk.
Foto: Wouter Scheen
zitter van NedHIS, de koepel van HIS-gebruikersverenigingen, en ook als voorzitter van de gebrui-
FAILLISSEMENT VAN LHV DECLARATIE
DIRECT
33
Eugène van Diepen
Het afwikkelen van het faillissement van de Stichting
Beheer Derdengelden van LHV Declaratie Direct
loopt al 4,5 jaar. De zaak dreigt zich voort te blijven
slepen. Om uit de impasse te komen doet curator
A.J. Verdaas de huisartsen-debiteuren een schikkingsvoorstel van 50 procent korting op hun vastgestelde schuld als zij voor 1 juli schikken en binnen vier
weken betalen. Het geld dat de curator zo ontvangt
gaat naar de crediteuren. Met deze schikking wordt
de pijn van het faillissement verdeeld, worden advocaatkosten vermeden en kan het faillissement worden afgehandeld.
Dr. Paul Höppener-prijs 2014
36
‘AUTOMATISERING KAN DATA ONTSLUITEN’
Gerda Mensink
Jos Boesten is de zeventiende winnaar van de Paul
Höppener-prijs. Juryvoorzitter Wim Jongejan prijst
vooral de bevlogen inzet van Jos Boesten voor het
zorgvuldig registreren. Jos was al overtuigd van het
nut daarvan, lang voordat er sprake was van EGR (episodegericht registreren) en ADEPD (adequate dossiervorming met het elektronisch patiëntdossier).
TIPS EN TRUCS
MicroHIS
38
Redactioneel
Jeroen van der Lugt
Soms wordt het werk van huisartsen ineens een stuk gemakkelijker. Met het beschikbaar komen van ZorgMail File Transfer heeft de beroepsgroep er een praktisch en
eenvoudig te gebruiken nieuw stuk gereedschap bij. Goede probleemanalyse, heldere oplossing. De overdracht van medische gegevens van de oude naar de nieuwe huisartspraktijk is nu op een eigentijdse manier mogelijk. Op de website zijn de af te
handelen taken fraai gerubriceerd: het ophalen van dossiers die voor u klaarstaan en
de verzoeken tot verzenden van dossiers van recentelijk uitgeschreven patiënten.
Met in grote letters de af te handelen aantallen genoemd. Elke praktijk kan hier zijn
voordeel mee doen. Dit nummer opent met de uitleg van de nieuwe overdrachtmethode en u vindt ook het laatste nieuws over de actuele staat van het elektronisch
uitspoelen en inlezen van de dossiers in de diverse HISsen. Het bestuur van ION
(Inschrijving Op Naam) onder voorzitterschap van Menno Riemeijer heeft er hard
aan getrokken. Zo hard dat hij zijn column voor dit nummer moest overslaan.
Het NedHIS & EZD congres 2014 handelde over communicatie. Dit bleek een goed
gekozen thema. Een keur aan onderwerpen kwam voorbij. In een serie korte artikelen van Christie Manintveld wordt u bijgepraat. U leest in dit nummer over de ervaringen van twee huisartspraktijken met het overstappen naar een ander HIS .
Dit proces vereist veel aandacht en wordt conversie genoemd. Het betreft in dit
geval allebei oud HetHis-gebruikers. Ze hebben voor u, mocht het nodig zijn, een
aantal bruikbare tips. Verder hebben we voor u een verslag van de rechtszaak tussen
de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen en de Vereniging van Zorgaanbieders
voor Zorgcommunicatie over het LSP. Het ging er in de rechtszaal hard aan toe. In
juni volgt de uitspraak. NedHIS, de koepel van HIS-gebruikersverenigingen, ontwikkelt zich ondertussen verder. Er is schot gekomen in een oude kwestie: het ruim vier
jaar oude faillissement van LHV Declaratie Direct. De curator heeft een schikkingsvoorstel gedaan.
SynthesHis zet met ingang van dit nummer stap voor stap een nieuwe koers in: met
kortere artikelen en de nadruk op informatie die direct bruikbaar is in de praktijk.
Uw opmerkingen of suggesties voor onderwerpen en aanpak zijn welkom. U kunt die
sturen aan: [email protected].
SynthesHis juni 2013; 2 (13)
3
Nieuwe stap voorwaarts
in veilig elektronisch verhuizen
Gerda Mensink ([email protected])
De stichting ION (Inschrijving Op Naam) heeft enkele jaren geleden het project Veilig Elektronisch
Verhuizen geadopteerd. In eerste instantie is gewerkt aan het verbeteren van de kwaliteit van het EPDoverdrachtbericht (het verhuisbericht – vroeger MEDOVD) zelf. Daarin zaten nog allerlei fouten en inconsequenties, waardoor bij het uitwisselen tussen de verschillende HISsen bepaalde gegevens verloren gingen of
slechts gedeeltelijk werden overgenomen in het HIS van de nieuwe huisarts. Stap voor stap zijn er verbeteringen doorgevoerd en problemen opgelost. Elk half jaar werd en wordt de stand van zaken geanalyseerd
door kruistests uit te voeren. Van elk HIS wordt een testdossier ingelezen in alle andere HISsen. De uitkomsten van de nieuwste kruistests – uitgevoerd in april 2014 – (zie pagina 7) laten zien dat dat steeds beter
gaat. Alle gangbare HISsen kunnen nu onderling EPD-overdrachtberichten uitwisselen. Tests blijven noodzakelijk, want elke update – klein of groot – kan daarop van invloed zijn.
Inmiddels is ook het overdrachtproces zelf onder de loep genomen. Ook daaraan zitten haken en ogen. In
samenspraak met ENOVATION en VECOZO is gewerkt aan een beveiligde, betrouwbare en gemakkelijke
landelijke oplossing: ZorgMail File Transfer (ZFT), voor het direct overdragen van patiëntdossiers van huis-
Foto: Wouter Scheen
arts naar huisarts volgens de regels der kunst.
Start landelijk gebruik ZFT. Menno Riemeijer (ION) biedt ZFT aan aan Carin Littooij (LHV) en Adriaan Mol (NedHIS)
4
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
Zorgmail File Transfer –
veilig elektronisch overdragen
van patiëntdossiers
Maandelijks veranderen ongeveer 200.000 mensen in Nederland van huisarts, en dus ook 200.000 dossiers. Een enorme administratieve belasting, vooral in de grote steden, waar soms wel 25 tot 30 procent
van de praktijkpopulatie jaarlijks komt en gaat. Niet voor niets staat de wens om die dossiers veilig elektronisch over te dragen al jarenlang hoog op de agenda van veel huisartsen. Met de komst van ZorgMail
File Transfer (ZFT) is die overdracht een stuk gemakkelijker geworden.
Tijdens het NedHIS & EZD Congres 2014
heeft Menno Riemeijer, huisarts, SynthesHiscolumnist en voorzitter van ION, ZFT symbolisch aangeboden aan Carin Littooij, huisarts en LHV-bestuurder met ICT in haar
portefeuille, en aan Adriaan Mol, huisarts en
voorzitter NedHIS (koepel van HISgebruikers-verenigingen). Hij gaf hen een
enkel A4'tje met daarop de gebruikersinstructie van ZFT, want het overdragen van
dikke pakken papier is verleden tijd. Hij
noemde de komst van ZFT een mijlpaal in de
geschiedenis van het elektronisch verhuizen
van patiëntdossiers. De techniek is er klaar
voor, nu de huisartsen nog. Hij vroeg LHV
en NedHIS om dit project samen met ION
te dragen en het gebruik van ZFT te stimuleren. Carin Littooij reageerde enthousiast:
ZFT betekent echt minder administratieve
ballast, want huisartsen of assistentes hoeven nooit meer naar het postkantoor om
aangetekend patiëntdossiers te versturen.
Goed om te weten…
! Als een patiënt vertrekt, hoeft u die niet uit te schrijven. U wacht het bericht in
!
!
!
!
!
!
uw Edifact-postbus af waarin staat dat de patiënt door een andere huisarts is
aangemeld in ION. Dan kunt u het patiënt-dossier via ZFT klaarzetten voor de
nieuwe huisarts. Zodra hij of zij dat dossier heeft opgehaald krijgt u daarvan
bericht en weet u dat de overdracht heeft plaatsgevonden.
U kunt via ZFT geen patiëntdossier overdragen voordat de patiënt bij een nieuwe
huisarts is ingeschreven, want deze overdrachtsroute is gekoppeld aan het in- en
uitschrijfproces van ION.
Ook als u geen bericht krijgt, kunt u inloggen op de ZFT-website. In het dashboard kunt u altijd zien of er dossiers klaarstaan en of er nog openstaande dossieraanvragen zijn.
U kunt een verzoek om een dossier over te dragen ook afwijzen, bijvoorbeeld als u
het al hebt overgedragen of het er niet mee eens bent. U moet dan wel de reden
daarvoor opgeven.
Nagekomen post kunt u ook elektronisch naar de nieuwe huisarts van de patiënt
sturen via de archieffunctie van ZFT.
Voor overdracht van een dossier hebt u toestemming van de patiënt nodig. Dat
vormt geen onderdeel van het ZFT-overdrachtproces, maar moet u zelf regelen.
Aan het gebruik van ZFT zijn voor huisartsen geen kosten verbonden, die neemt
ION voor haar rekening.
ZFT is volgens haar zinnig, zuinig en veilig,
en daarmee voldoet het aan alle normen
voor goede huisartsenzorg. Adriaan Mol
wees erop dat dit hopelijk ook het einde
betekent van ongewenste manieren van
overdracht, zoals het meegeven van dossiers
aan patiënten en hun familieleden of het
elektronisch versturen via onbeveiligde kanalen. En denkend aan de lange kronkelige
weg die het elektronisch verhuizen al heeft
afgelegd, sprak hij de hoop uit dat ZFT een
blijvende oplossing is die nooit meer uit de
lucht gaat.
GESLOTEN SYSTEEM Huisartsen hebben
zelf al enkele manieren gevonden om
elektronisch patiëntdossiers over te dragen.
Bijvoorbeeld binnen eenzelfde HIS, via
regionale netwerken of via de VECOZOberichtenbox. Veelgehoorde problemen bij
deze methoden zijn het moeten zoeken van
de juiste gegevens van de nieuwe huisarts
en te grote bestanden die het systeem niet
kan verwerken. Soms is ook de veiligheid in
het geding. De VECOZO-berichtenbox is
eigenlijk niet bedoeld voor het overdragen
van patiëntdossiers.
ZFT is een landelijke oplossing, een digitaal
alternatief voor het aangetekend versturen.
Deze webapplicatie werkt voor alle HISsen
in heel Nederland en voldoet aan alle veiligheidseisen, de werkwijze is gebruiksvriendelijk en er bestaan geen beperkingen voor
aantal en grootte van de bestanden. Het is
een gesloten systeem, gekoppeld aan het
inschrijfproces van de ION-database (zie
figuur 1).
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
5
‘Als ik nieuwe patiënten krijg uit Amsterdam, wordt hun dossier
elektronisch verstuurd. Komen ze ergens anders vandaan dan
zit dat dossier doorgaans in een envelop.’
Daardoor hoef je de gegevens van de nieuwe huisarts niet meer zelf op te zoeken. De
overdracht wordt beveiligd door dezelfde
persoonlijke VECOZO-certificaten, die huisartsen ook gebruiken voor hun declaratieverkeer. Zodra een huisarts een patiënt
inschrijft, wordt automatisch een bericht
verstuurd aan de Edifact-postbus van de
praktijk van de oude huisarts. Daarin staat
een verwijzing naar de website waar het
1. Patiënt in
ION inschrijven
dossier veilig overgedragen kan worden:
https://filetransfer.zorgmail.nl.
Hoe dat precies in zijn werk gaat, laat huisarts Constant Mostart in 7 minuten zien, in
een speciaal gemaakte film. U kunt die
bekijken via de Veilig Verhuizen-pagina’s
van de ION-website
(www.inschrijvingopnaam.nl). Daar vindt u
ook de gebruikersinstructie.
ION
2. Bericht van
ION in het HIS
5. Bericht van ontvangst
Huisarts
Nieuw
4. Dossier
ophalen
ZorgMail
File Transfer
Huisarts
Oud
3. Dossier
uploaden
Figuur 1. ZFT is een gesloten systeem
Wat draag je over aan de nieuwe huisarts van een patiënt?
Gewoonlijk gaat het om vier bestanden:
! het EPD-overdrachtbericht (vroeger MEDOVD genaamd);
! een pdf-bestand van de gescande brieven en uitslagen;
! een pdf-bestand van het complete dossier, ter controle;
! een begeleidende brief voor de nieuwe huisarts, met aandachtspunten en bijzonderheden over de patiënt.
Nota bene. Voordat u de bestanden die u wilt versturen overdraagt, is het handig
om ze allemaal klaar te zetten op één plek of in een speciale map. Hoe u dat doet,
verschilt per HIS. U vindt daarover informatie op de Veilig Verhuizen-pagina's van
de ION-website (www.ion.nl) of via de helpdesk van uw eigen HIS.
6
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
POSITIEVE REACTIES Sinds 10 april is
ZFT beschikbaar voor alle huisartsen in
Nederland, mits ze hun patiënten hebben
aangemeld in de ION-database. En dat geldt
voor ruim 98 procent. Amsterdamse
huisartsen konden er in februari en maart al
mee werken. Zij hebben door hun ervaringen te delen geholpen om het systeem klaar
te maken voor de landelijke toepassing. Het
aantal gebruikers laat een stijgende lijn zien,
op doordeweekse dagen worden ondertussen zo'n vierhonderd dossiers overgedragen,
in de weekenden gaat het om enkele. In
totaal zijn er begin mei door tweeduizend
verschillende personen ruim zesduizend
patiënt-dossiers daadwerkelijk overgedragen, zijn ongeveer 4300 aanvragen
afgewezen en staan er nog bijna 19.000
dossieraanvragen in de wacht.
Huisartsen en vooral assistentes reageren
positief en denken volop mee. ION verzamelt alle wensen en suggesties en bespreekt
die tijdens de evaluaties met de partners. Zo
is eind april onder meer afgesproken de
mogelijkheden te onderzoeken voor het
toevoegen van de AGB-code van de nieuwe
huisarts in het Edifact-bericht, van een HISselectieveld, zodat duidelijk wordt vanuit
welk HIS het dossier afkomstig is, en van
een notitieveld als een dossier vanuit het
archief opnieuw wordt aangevraagd.
Nu ZFT werkt, is het tijd om het volgende
probleem van het elektronisch verhuizen
van patiëntdossiers te gaan tackelen: de
overdracht van de correspondentie die niet
in het HIS is geïntegreerd. Daarvoor ontbreekt standaardisatie en daarom worden
die brieven op dit moment meestal als één
groot pdf-bestand of een aantal afzonderlijke bestandjes verstuurd. ION brengt alle
betrokken partijen bij elkaar om de problemen te inventariseren en te analyseren, en
samen te zoeken naar een praktische oplossing. 3
TetraHis (v42896)
8.
Promedico-ASP (v7.27)
7.
OmniHis Scipio (v3.1)
6.
MIRA (v4.4)
5.
MicroHIS (v12.1.2)
4.
Medicom (v2014.3)
3.
Promedico-VDF (10.1.1)
Promedico-VDF (10.1.1)
NAW-gegevens
2.
Zorgdossier (v2.5.0.426)
Zorgdossier (v2.5.0.426)
NAW-gegevens
Episodes
Journaalregels
Lab- & meetwaarden
Medicatie
Contra-indicaties
Allergieën/intoleranties
Memo’s
Score
1.
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
2
2
0
16
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
2
3
3
3
0
17
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
0
0
0
0
0
Episodes
3
3
3
3
3
3
Journaalregels
3
3
3
3
3
3
Lab- & meetwaarden
3
3
3
3
3
3
Medicatie
3
3
3
3
3
3
Contra-indicaties
3
3
3
3
3
3
Allergieën/intoleranties
3
3
3
3
3
3
Memo’s
0
0
0
0
0
0
Score
18
18
18
18
18
18
Nieuwste kruistests
Gerda Mensink ([email protected])
Wat gaat er wel of niet goed? Begin april is de kwaliteit van het importeren en exporteren van een
patiëntdossier van HIS naar HIS opnieuw getest,
onder leiding van Marcel Leijten, projectleider Veilig
Verhuizen van ION. Acht testsessies op acht locaties,
altijd samen met een technicus van de HIS-leverancier: Medicom, MicroHIS, MIRA, OmniHis Scipio,
Promedico-ASP, Promedico-VDF, TetraHis en
Zorgdossier. HetHis ontbreekt evenals de vorige keer
in het rijtje, als gevolg van de veranderde situatie.
Voor Promedico-VDF was het een vuurdoop, met
goede afloop.
Opnieuw zijn er grote sprongen voorwaarts gemaakt!
Er zijn vier HISsen die maximaal scoren: MicroHIS,
OmniHis Scipio, Promedico ASP en TetraHis. Dus alle
gegevens uit een EPD-overdrachtbericht afkomstig
van welk HIS dan ook, worden in deze HISsen op een
goede manier verwerkt. Alleen kleine dingen gaan
nog niet altijd volgens de regels der kunst. Ruiters die
worden weergegeven als memoveld, bijvoorbeeld,
ontbrekende meeteenheden of medicatie op PRK
(prescriptiecodes) in plaats van HPK (handelsproductcodes). Bij de overige vier HISsen zijn er nog een
paar grotere oneffenheden. Als u wilt weten op welke
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
7
MIRA (v4.4)
OmniHis Scipio (v3.1)
Promedico-ASP (v7.27)
TetraHis (v42896)
8.
MicroHIS (v12.1.2)
7.
Medicom (v2014.3)
6.
Promedico-VDF (10.1.1)
5.
Zorgdossier (v2.5.0.426)
4.
Medicom (v2014.3)
3.
0
3
3
3
2
3
3
0
17
0
3
3
3
2
3
3
0
17
0
3
3
3
2
3
3
0
17
0
3
3
3
2
3
3
0
17
0
3
3
3
2
3
3
0
17
0
3
3
3
2
3
3
0
17
0
3
3
3
2
3
3
0
17
0
3
3
3
2
1
3
0
15
MicroHIS (v12.1.2)
2.
NAW-gegevens
Episodes
Journaalregels
Lab- & meetwaarden
Medicatie
Contra-indicaties
Allergieën/intoleranties
Memo’s
Score
NAW-gegevens
Episodes
Journaalregels
Lab- & meetwaarden
Medicatie
Contra-indicaties
Allergieën/intoleranties
Memo’s
Score
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
3
18
3
3
3
3
3
3
3
3
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
3
18
punten u specifiek moet letten bij het importeren van
patiëntgegevens vindt u op de Veilig Verhuizenpagina’s van ION (www.inschrijvingopnaam.nl) onder
handleidingen een overzicht per HIS. Daarin staat
overzichtelijk bij elkaar wat er eventueel mis kan
gaan als u een dossier importeert uit de diverse
HISsen.
TOELICHTING BIJ DE TABELLEN In de grijze
verticale kolom links staat het HIS dat de verhuisberichten heeft geïmporteerd. In de donkergrijze banen
boven in de figuur staan de HISsen inclusief de versie
van waaruit het verhuisbericht afkomstig is. Links
staan de onderdelen van het dossier die zijn getest op
correctheid en volledigheid. De scores in de tabel zijn
grove indicaties. Maximale totaalscore is 18, want
NAW-gegevens en memo's tellen niet mee. Enkele
kolommen (van Promedico-VDF en MIRA) hebben
een afwijkende donkerblauwe kleur. Daarvoor geldt
dat er al bij het importeren een foutmelding kwam,
8
1.
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
waardoor de kwaliteit van de dossiers niet te
beoordelen was. Aangezien andere HISsen dezelfde
dossiers wel goed kunnen importeren, moet het gaan
om kleine problemen, aan im- en/of exportzijde. Die
kunnen bijvoorbeeld te maken hebben met het
strakker of ruimer programmeren van de afgesproken
standaard. De structurele oplossingen moeten
gevonden worden door de HIS-leveranciers van beide
betrokken HISsen samen. Hoopgevend is wel dat de
inhoud na een ad hoc-correctie van het importbestand tijdens het testen, goed verwerkt werd in het
nieuwe HIS.
UITKOMSTEN
De uitkomsten van de tests zijn in de tabellen onderverdeeld in vier categorieën:
0 Ú
Niet aanwezig in het EPD-overdrachtbericht of uitgesloten voor import.
1 Ú
Volledig ontbreken van gegevens die wel in
EPD-overdrachtbericht staan.
Medicom (v2014.3)
OmniHis Scipio (v3.1)
NAW-gegevens
Episodes
Journaalregels
Lab- & meetwaarden
Medicatie
Contra-indicaties
Allergieën/intoleranties
Memo’s
Score
3
3
3
2
3
3
3
0
18
3
2
3
3
3
0
3
0
17
NAW-gegevens
Episodes
Journaalregels
Lab- & meetwaarden
Medicatie
Contra-indicaties
Allergieën/intoleranties
Memo’s
Score
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
2 Ú
Klein deel van gegevens ontbreekt of
onjuiste weergave van gegevens die wel in
EPD-overdrachtbericht staan.
3 Ú
Volledige weergave conform EPDoverdrachtbericht of op basis van afgeleide
gegevens.
Geen getal Ú Niet te beoordelen.
!
NOTA BENE
! Als we de NAW-gegevens, memovelden en niet te
beoordelen dossiers buiten beschouwing laten,
staat er in alle tabellen samen geen enkele 0 meer,
nog een 1 en twaalf keer een 2. Acht van de twaalf
tweeën komen voor in de Medicom-tabel en
betreffen de medicatiegegevens. Dat hangt samen
met het feit dat Medicom een eigen tabel 25
(Gebruiksvoorschrift) hanteert. Doseringen worden
niet of niet volledig herkend, ook niet bij het
inlezen van een patiëntdossier dat afkomstig is van
een andere Medicom-gebruiker. In twee gevallen
!
!
!
0
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
TetraHis (v42896)
8.
Promedico-ASP (v7.27)
7.
MIRA (v4.4)
6.
MicroHIS (v12.1.2)
5.
Promedico-VDF (10.1.1)
4.
Zorgdossier (v2.5.0.426)
3.
MIRA (v4.4)
2.
OmniHis Scipio (v3.1)
1.
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
0
3
3
3
3
3
3
0
18
wordt bovendien niet alle medicatie uit het EPDoverdrachtbericht overgenomen.
Sommige HISsen importeren geen NAW-gegevens
en BSN. Dat hangt onder meer samen met de plicht
van elke zorgverlener om de identiteit van een
patiënt te controleren en in het HIS een BSN op te
nemen uit een geverifieerde bron, bijvoorbeeld
SBV-Z (Sectorale Berichten Voorziening in de
Zorg).
Sommige HISsen sluiten memovelden uit bij de
overdracht omdat ze die beschouwen als persoonlijke, subjectieve gegevens van een huisarts. Als
memovelden om die reden in een EPDoverdrachtbericht ontbreken, kunnen andere
HISsen ze niet importeren.
Als gegevens niet of slechts gedeeltelijk kunnen
worden geïmporteerd, kan dat liggen aan het
exporterende HIS, aan het importerende HIS of
aan beide.
Nog steeds voldoen niet alle EPD-overdracht-
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
9
2.
3.
4.
5.
6.
7.
8.
Zorgdossier (v2.5.0.426)
Promedico-VDF (10.1.1)
Medicom (v2014.3)
MicroHIS (v12.1.2)
MIRA (v4.4)
OmniHis Scipio (v3.1)
Promedico-ASP (v7.27)
TetraHis (v42896)
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
Promedico-ASP (7.27)
3
3
Memo’s
3
3
3
3
3
3
3
3
Score
18
18
18
18
18
18
18
18
TetraHis (v42896)
NAW-gegevens
Episodes
NAW-gegevens
Episodes
Journaalregels
Lab- & meetwaarden
Medicatie
Contra-indicaties
Allergieën/intoleranties
Memo’s
Score
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
3
18
3
3
3
3
3
3
3
3
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
0
18
3
3
3
3
3
3
3
3
18
0
3
3
3
3
3
3
3
18
Journaalregels
3
3
3
3
3
3
3
3
Lab- & meetwaarden
3
3
3
3
3
3
3
3
Medicatie
3
3
3
3
3
3
3
3
Contra-indicaties
3
3
3
3
3
3
3
3
Allergieën/intoleranties
3
3
3
3
3
3
3
3
berichten aan de afgesproken Nictiz-standaard. Uit
een test die aan de kruistests voorafgaat, blijkt dat
in drie HISsen nog steeds een of veel meer
syntactische en/of semantische fouten staan
(MicroHIS – 1, Medicom – 5, Zorgdossier – 20). Dat
kan fouten opleveren, vooral in HISsen die die
standaard strikt hanteren.
! Ook het verschil in de karaktersets van de
besturingssystemen (Unix, Windows, Apple) is
verantwoordelijk voor bepaalde fouten, vooral bij
diakritische tekens (accent, trema of cedille).
! Alle HIS-leveranciers krijgen een rapport van de
testbevindingen, inclusief aanbevelingen. De
volgende testronde vindt plaats in september/
oktober 2014. Tijdens de HIS DemoDag op 8 oktober 2014 worden de uitkomsten gepresenteerd.
10
1.
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
Praktische en achtergrondinformatie over Veilig
Verhuizen vindt u op www.inschrijvingopnaam.nl Ú
Projecten ÚVeilig Verhuizen. In het onderdeel
Handleidingen staan van enkele HISsen ook
instructiefilmpjes. En er volgen er meer. 3
..................................................................................
Terugblik op het NedHIS en
EZD Congres
Christie Manintveld ([email protected])
Communicatie en samenwerking. Dat waren de centrale thema’s tijdens het
23ste NedHIS en EZD Congres. Uiteraard draaide het om de rol die ICT hierin
kan spelen. De reacties van de deelnemers waren positief en allen namen iets
mee terug naar de praktijk: van stof tot nadenken tot zaken om direct de
volgende dag te implementeren.
DATA SLIM HERGEBRUIKEN Hekkensluiter van
het ochtendprogramma was hoogleraar Huisartsengeneeskunde Mattijs Numans. Hij liet zien wat er
mogelijk is als we data die verschillende partijen verzamelen combineren en analyseren. Zo bleken de
gezamenlijke gegevens van zorgpartijen, gemeente
en welzijnsinstanties eerder onopgemerkte kwetsbare groepen zichtbaar te kunnen maken. Hiermee kan
Patrick Bindels, dagvoorzitter
voor het ochtendprogramma
René van Leeuwen, dagvoorzitter
voor het middagprogramma
Foto’s congres Wouter Scheen
Na de inleiding door prof.dr. Patrick Bindels trapte
huisarts Roy Beijaert af met de eerste lezing ‘Thuisarts.nl als hulpmiddel bij de communicatie met de
patiënt’. Hierna vertelden huisartsen Herman
Levelink en Chantal Hensens over hun goede ervaring met ZWIP: een portaal waarin zorgverleners met
de patiënt en mantelzorgers communiceren (zie pagina 21).
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
11
..................................................................................
bijvoorbeeld rekening worden gehouden bij het
maken van plannen voor wijkgerichte zorg.
Na de lezing was het tijd voor een smakelijke lunch
en een bezoek aan de informatiemarkt.
GOED COMMUNICEREN = SAMEN BESLISSEN In
de middag hield Wilna Wind, algemeen directeur van
de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie, een betoog over het nut en de noodzaak van goed
communiceren en samen beslissen. Zij vertelde over
het Persoonlijk Gezondheidsdossier (PGD) waaraan
de federatie werkt. In een PGD kunnen patiënten hun
medisch dossier inzien, zelf bepalen met wie ze
gegevens delen, aanvullende informatie noteren
(zoals bijwerkingen van medicijnen) en bijvoorbeeld
een dagboek van klachten bijhouden.
WORKSHOPPROGRAMMA Voordat de bezoekers
zich over de verschillende zalen verdeelden voor de
workshops en ledenvergaderingen, was er aandacht
voor een mooie mijlpaal. Na een ontwikkelingsperiode van elf jaar is op 10 april 2014 ZorgMail File
Transfer in werking getreden. Dit is een systeem
DE TAAL VAN DE HUISARTS Na alle serieuze
informatie was het hoog tijd voor een keynote met
een knipoog. Deze werd verzorgd door taaladviseur
en schrijver Wim Daniëls. Hij had zich naar eigen
zeggen de afgelopen weken verdiept in en vooral
verbaasd over de taal van de huisarts en kwam met
communicatietips waar menig praktijkmedewerker
zelf vast niet op was gekomen.
Na een afsluitend walking dinner konden de bezoekers in alle opzichten voldaan huiswaarts keren. 3
Mattijs Numans
Wilna Wind
12
waarbij patiëntendossiers op eenvoudige, veilige en
digitale wijze van de ene naar de andere huisartsenpraktijk kunnen worden verstuurd (zie het artikel
‘Zorgmail File Transfer – veilig elektronisch overdragen van patiëntdossiers’ op pagina 5).
Het workshopaanbod dat na het plenaire programma
volgde, was gevarieerd. Van HIS-specifieke onderwerpen tot algemene actuele thema’s, zoals elektronisch
verwijzen, ZWIPpen, veiligheidseisen en datahygiëne.
Dat de onderwerpen goed aansloten op de informatiebehoefte bleek wel uit de hoge mate van interactie
en de hoeveelheid vragen die er werden gesteld.
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
Wim Daniëls
..................................................................................
Inge van der Starre-Lagerweij en Anita Borst, doktersassistentes in Rijswijk
‘We hebben nog vragen over de veiligheid’
Inge: ‘Dit is zeker al de vierde keer dat wij dit congres bezoeken. Ik vond het
interessant om de ontwikkelingen rond thuisarts.nl te horen en ZWIPpen is
helemaal nieuw voor mij. Daarin zie ik echt een toegevoegde waarde voor de
huisarts.’ Anita: ‘En ook voor de andere partijen die bij de zorg voor een
patiënt betrokken zijn. De communicatielijnen kunnen op deze manier heel
kort zijn. We hebben nog wel vragen over de veiligheid van het systeem.’
Inge: ‘Wie mag welke informatie zien? Dat moet heel goed worden afgestemd.’ Anita: ‘Of we terug in Rijswijk de huisartsen enthousiast gaan maken
voor ZWIP? Dat is niet nodig, want dat zijn ze al. Ze zijn hier ook!’
..................................................
..........................................................
Bij de plenaire lezingen zat de zaal vol
Fokko Douma,
ict-adviseur in de huisartsenzorg
‘Het draait voor mij om
mensen ontmoeten’
‘Ik heb net de lezingen van het ochtendprogramma bijgewoond. Thuisarts.nl vind ik een
goed initiatief en over ZWIP ben ik echt enthousiast. Daarin ligt de focus op de totale zorg
rond de patiënt. Ook welzijn en mantelzorg
worden erin meegenomen. Die brede focus
ontbreekt nogal eens in de huisartsenzorg. Wat
ik miste in de lezingen is het verhaal van een
echte visionair. Iemand die een helder toekomstbeeld schetst. Kijk, daar gaan we heen en
hier krijgen we mee te maken. Dat zou ik graag
willen horen. Maar eigenlijk zijn de verhalen
die je hoort en de informatie die je hier bij de
stands kunt krijgen niet de hoofdreden van
mijn bezoek aan het congres. In de afgelopen
tien jaar heb ik met veel mensen samengewerkt en ik hoop een aantal van hen hier weer
te ontmoeten. Je hebt uiteraard goede systemen en mooie tools nodig, maar de mensen
met wie je samenwerkt blijven het belangrijkst.’
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
13
..................................................................................
Informatiebeveiliging
wordt steeds belangrijker
Christie Manintveld ([email protected])
Het dossier van de huisarts wint aan belang en steeds meer partijen willen
informatie uit het HIS. Daarom is het zaak om de dossiers goed op orde en
beschikbaar te hebben, maar ook om data goed te beveiligen. Tijdens haar
workshop ‘Veiligheidseisen en datahygiëne’ vertelde Carinke Buiting van het
NHG wat daarvoor nodig is.
voorkant wordt meestal wel nagedacht: elke
medewerker moet inloggen voordat hij of zij
gegevens kan inzien. Vervolgens is het van belang dat
ook vastgelegd wordt wie wanneer welke dossiers
heeft ingezien.' Dit vastleggen wordt ook wel
'logging' genoemd. Alleen wanneer een medewerker
daar een gegronde reden voor heeft, mag hij of zij
informatie inzien.
Carinke Buiting
Het NHG ondersteunt huisartsen op het vlak van
informatiebeveiliging. ‘Huisartsen moeten ervoor
zorgen dat de dossiers op orde en goed beveiligd
zijn’, zegt Carinke. ‘De praktijkwijzer van de NHG laat
zien hoe je als praktijk aan de NEN 7510 kunt voldoen.
Op het vlak van integriteit en beschikbaarheid van
dossiers hebben we al veel bereikt. Zo zijn de dossiers
goed up-to-date en beschikbaar via een OZIS- of LSPkoppeling.’
TOEGANG Als het gaat om toegang zijn er
aandachtspunten. Carinke: ‘Over de toegang aan de
14
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
GEEN ACHTERDEURTJES Ook ‘aan de achterkant’
verlaten gegevens soms de praktijk. ‘Hiervan zijn
huisartsen zich lang niet altijd bewust’, stelt Carinke.
'Het is zaak om hier duidelijke afspraken over te
maken met de beheerder van je HIS: sta geen
achterdeurtjes toe. Denk ook goed na over welke
organisaties je toegang geeft tot dossiers. Als een
patiënt zegt dat zijn gegevens op straat liggen, moet
je altijd kunnen uitleggen waarom je bepaalde
informatie hebt verstrekt aan derden. Je mag ook best
eisen stellen aan “ophalers”. Je kunt bijvoorbeeld
zeggen dat je alleen gegevens wilt delen met
organisaties die hun toegangscontrole op orde
hebben en daartoe bijvoorbeeld een autorisatiematrix
hanteren.'
IN ONTWIKKELING Op dit moment werkt het
NHG samen met Nictiz aan een programma van eisen
en een zelftest voor HIS-leveranciers (en andere ITleveranciers in de eerste lijn). Carinke: ‘Hierin staat
beschreven wat de systemen moeten kunnen om
goed te “loggen”. Ook op het vlak van autorisatie en
authenticatie gaan we dergelijke producten ontwikkelen. Tegelijkertijd willen we werken aan de bewustwording van de huisartsen en praktijkmedewerkers
zelf. Zodat duidelijk wordt wat zij kunnen en moeten
doen om de veiligheid en datahygiëne te waarborgen.’
3
..................................................................................
Populatiegericht werken
in de praktijk
Christie Manintveld ([email protected])
Het goud van de toekomst: zo noemt huisarts Erik Asbreuk de data die
huisartsen verzamelen. Wil je de volle waarde ervan benutten? Denk dan
goed na over welke data je verzamelt en over hoe je deze in het HIS opslaat.
Want straks wil je ze op een eenvoudige manier kunnen uitlezen.
Hoe je data kunt benutten, illustreerde hij tijdens zijn workshop met twee
praktijkvoorbeelden.
In het HIS worden verschillende soorten gegevens
verzameld: zorginhoudelijke en financiële data, maar
ook gegevens over de zorgverlener en tijdsbesteding.
Erik: ‘We kunnen heel veel met deze data. De zorg en
onze bedrijfsvoering verbeteren bijvoorbeeld. Maar
ook zorgverzekeraars vragen steeds meer gespecificeerde informatie. De HISsen lijken er echter niet op
ingericht om verzamelde data gemakkelijk inzichtelijk
te maken en te analyseren. Er zijn commerciële partijen op de markt die dit voor je kunnen doen, maar pas
op dat deze partijen niet zelf met de informatie aan
de haal gaan. Op die manier geef je goud weg. Ik vind
dat je data beter in eigen beheer kunt houden.’
kunnen wij de kosten delen, van elkaar leren en
innovatiekracht bundelen. We blijven als zorgverleners onafhankelijk van externen en kunnen over de
data beschikken wanneer we maar willen.’
Leden van Eerstelijn in Cijfers betalen een vast bedrag
per patiënt per jaar. ‘Het tarief, zestig cent per patiënt
per jaar, gaat binnenkort waarschijnlijk dalen. Volg
deze ontwikkelingen op www.eerstelijnincijfers.nl’,
adviseert Erik. ‘Het systeem werkt met alle HISsen en
als je eenmaal kernlid bent kun je zo veel rapporten
uitspoelen als je zelf wenst. Je kunt er ook voor kiezen
om abonneelid te worden, dan betaal je per rapport
dat je opvraagt.’
COÖPERATIE VOOR EN DOOR DE
EERSTELIJNSZORG Speciaal voor het ontsluiten
van data in de eerstelijnszorg is een coöperatie
opgericht: Eerstelijn In Cijfers (EIC). ‘Op die manier
WIJKGERICHT WERKEN De gezondheidscentra in
Nieuwegein willen wijkgericht werken en daarbij kan
slim datagebruik helpen. Uit het GGZ-rapport Zorg &
Gezondheid blijkt dat Nieuwegein in vergelijking met
Hoe werkt het?
! Er wordt een uitspoel gemaakt van alle patiëntengegevens.
! De gegevens worden ge-upload naar de EIC-server.
! Bij het uploaden naar deze centrale EIC-server worden de gegevens
!
!
!
!
‘gepseudonimiseerd’.
Op de EIC-server staan alleen anonieme gegevens.
De praktijken kunnen via gedefinieerde rapporten hun eigen gegevens extraheren.
Alleen de praktijk kan deze weer koppelen aan de patiënt.
De upload en extractie van gegevens zijn voor leden niet aan een limiet gebonden.
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
15
andere plaatsen in Nederland een hoger percentage
obesitaspatiënten telt. Daarnaast blijkt dat het
percentage volwassenen dat zich wel eens eenzaam
voelt opvallend hoog is. In reactie hierop hebben de
gezondheidscentra twee wijk- en populatiegerichte
programma's ontwikkeld: Bewegen op Recept (BOR)
en Welzijn op Recept (WOR).
BOR EN WOR De patiënten die deelnemen aan de
programma's krijgen een recept. 'Mensen nemen een
recept serieuzer dan een mondeling advies', zegt Erik.
Bij BOR geeft dit recept recht op twaalf sportlessen
voor een bedrag van 35 euro. De rest van de kosten
worden door de gemeente Nieuwegein gedragen. Bij
WOR neemt de welzijnscoach van Movactor contact
op met de mensen om met hen door te nemen welke
activiteit aansluit bij hun behoefte.
EFFECTMETING Van tevoren is bepaald welke
gegevens nodig zijn om straks het effect van de
programma’s te kunnen meten. Bij de start, na afloop
en na twaalf maanden vullen deelnemers vragenlijsten in. Ook is het belangrijk om deelnemers als
zodanig in het HIS te categoriseren. ‘Wij doen dat bij
BOR door na het uitschrijven van het recept in het
HIS bij “verrichtingen” de XBOR-code “Bewegen op
Recept” mee te geven’, legt Erik uit. ‘Zo kun je
patiënten hier later weer op selecteren en het
programma evalueren door middel van rapporten
gemaakt door EIC.’
Ook deelname aan WOR wordt speciaal geregistreerd in het HIS. Op de E-regel staat de oorzaak voor
Welzijn op Recept, bijvoorbeeld Eenzaamheid Z04.
Op de Episoderegel wordt de episode WOR aangemaakt onder de ICPC-code Z29 (ander sociaal probleem).
DOEL VAN REGISTRATIE Doel van de registraties
bij BOR en WOR is om efficiënt data uit te kunnen
spoelen. Erik: 'Ik denk bijvoorbeeld aan medicatiegebruik voor en na de interventie, de hoeveelheid
consulten, andere contacten en meer parameters.
Eerstelijn in Cijfers zal de data vergelijken. Door deze
datavergelijking is te meten of BOR en WOR een
bijdrage leveren aan het geluksgevoel van de
deelnemers en of deze projecten de gezondheid van
de cliënt meetbaar beïnvloeden.’ 3
16
................................................................. .................................
..................................................................................
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
Evelien Hofstede, praktijkmanager in Brummen
‘Kunnen we dat koppelen?'
‘Ik ben hier vandaag om informatie op te pikken en mee te nemen. Terug in
de praktijk breng ik verslag uit en waar nodig zet ik vervolgacties uit. Ik
vond de lezing over ZWIP interessant. Ook in de praktijk waar ik werk hebben we te maken met een groeiende groep kwetsbare ouderen. Hoe houd
je alles rond deze groep goed in kaart is een actuele vraag. ZWIP lijkt hiervoor een goede tool. Toch denk ik ook meteen: “Weer een tool erbij, kunnen we dat koppelen?” Dat geldt eigenlijk voor al die leuke, nieuwe dingen:
de mogelijkheid om deze te koppelen aan het HIS is cruciaal. En dat koppelen lukt nog lang niet altijd.'
..................................................................................
Portalen in de
gezondheidszorg
Christie Manintveld ([email protected])
Wat zijn portalen eigenlijk? Wat is het nut en is er een noodzaak? Tijdens zijn
workshop beantwoordde huisarts Leo van Rooijen uit Zwijndrecht onder
andere deze vragen. Zijn boodschap? Keep it simple! En voorkom een overdaad aan portalen, want daardoor wordt communiceren juist omslachtig in
plaats van eenvoudig.
De workshop 'Portalen in de gezondheidszorg' door Leo van Rooijen
Onlineportalen geven toegang tot informatie en bieden vaak ook communicatiemogelijkheden. Er zijn
volgens Leo te veel portalen om een compleet overzicht te geven tijdens de workshop en dat is ook wat
hem zorgen baart. ‘Iedereen probeert zelf het wiel uit
te vinden en komt met een eigen portaal. Straks moet
je als zorgverlener op tien verschillende portalen
inloggen, omdat je in verschillende samenwerkingsverbanden werkt.’
CATEGORIEËN De portalen zijn op te delen in
diverse categorieën. Zo zijn er portalen die links en
informatie bieden, gesorteerd op thema – denk aan
HaWeb.nl. Er zijn regionale, maar ook diagnosegebonden portalen, zoals het Parkinsonportaal op
mijnzorgnet.nl en digitale overlegtafels, zoals ZWIP,
een portaal waarin zorgverleners met de patiënt en
mantelzorgers communiceren (zie pagina 21). Leo
verwacht dat gemeenten om een portaal als ZWIP
zitten te springen. ‘Het is zeer nuttig als elke
zorgverlener weet wie wat doet. Wat mij aanspreekt is
dat het hier om een gebundeld portaal gaat, waarin de
patiënt centraal staat en de verschillende partijen
samenwerken.’
PORTAAL IN HET HIS Ook diverse HISsen bieden
interactiemogelijkheden, waardoor een praktijk zijn
eigen patiëntenportaal kan hebben. Leo: 'Ik zat er niet
om te springen, maar ben nu toch enthousiast. Ik heb
het portaal geïnstalleerd en de tweede patiënt die
zich aanmeldde was iemand van 93! Ik heb hem direct
gebeld om hem – niet letterlijk – de hemel in te
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
17
Leo van Rooijen
prijzen. En ik dacht: “Als hij het kan, moet het een
succes worden.” Via het portaal kunnen patiënten
afspraken in de agenda zetten, gebruikmaken van de
receptservice of een e-consult en binnenkort kunnen
ze ook metingen doorgeven. Wat ze doen, wordt
direct binnen het HIS verwerkt. Binnen vijf weken
had ik circa 85 gebruikers.’
STANDAARD AFSPREKEN Leo ziet de WMO als
een stimulans om mensen aan tafel te krijgen en
zaken bottom-up te organiseren. ‘Een portaal is dan
een effectief middel om met alle bij de zorg betrokken partijen te communiceren. Het is verstandig om
voor een bewezen portaal te kiezen, waarmee een
van de partijen al bekend is. Het vaststellen van een
standaard waardoor bestaande en nieuwe systemen
met elkaar kunnen communiceren biedt ook mogelijkheden. Daarnaast heb ik ook de groeiende
hoeveelheid apps in gedachten. Daarmee verzamelen
mensen data die ook voor ons interessant zijn. Met je
telefoon kun je bijvoorbeeld stappen tellen, je
slaapgedrag registreren en je hartslag of zuurstofsaturatie meten. Zo bouwen mensen zelf een patiëntgebonden dossier op. Het zou toch mooi zijn als die
informatie ook bij de huisarts in het dossier terechtkomt en dat het dossier vanuit je HIS verrijkt wordt
met gegevens?!’ 3
18
............................................................. .......................
..................................................................................
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
Paul Bucx, huisarts in Nootdorp (foto hieronder, rechts)
‘Ik ben onder de indruk’
‘Ik ben net naar de workshop over het Landelijk Schakelpunt geweest. Ik ben
onder de indruk van hoe goed dat functioneert. Er zijn nog steeds veel
huisartsen die veel bedenkingen hebben, maar ik ben nu echt enthousiast.
Je hebt bijvoorbeeld heel snel overzicht van wat iemand aan medicatie
gebruikt en hebt ook snel een episodelijst boven tafel. Onze huisartsenpost
draait al op LSP en mijn UZI-pas is doorgegeven, dus ik ga het binnenkort
zelf proberen.’
Bernard Bruinsma, huisarts (midden), en
Anneke van Lieshout, praktijkassistente in Reeuwijk
‘Ik zie hier vaak mooie verbeteringsmogelijkheden'
Bernard: ‘Ik ben een vaste bezoeker van dit congres. Ik wil op de hoogte blijven van de voor mij als huisarts relevante ontwikkelingen op het vlak van
ICT. Ik zie hier vaak mooie verbeteringsmogelijkheden. Zo gaan we vanaf
morgen werken met ZorgMail File Transfer. Een betere manier om gegevens
van patiënten door te sturen aan een andere huisarts.’ Anneke: ‘Het gaat
bijna vanzelf. Op het moment dat je iemand op naam inschrijft, krijgt de
oude huisarts automatisch een melding met het verzoek de gegevens over te
dragen. Dat gaat niet meer via de post, maar digitaal via een veilig systeem.
Een heel goede verbetering.’ Bernard: ‘Verder stappen wij binnenkort over
op MIRA. Er is een workshop over de nieuwe agendafunctie. Een mooie
moment om vast wat meer over het programma te weten te komen.’
..................................................................................
Thuisarts.nl wordt
steeds visueler
Christie Manintveld ([email protected])
Een van de plenaire sessies tijdens het ochtendprogramma ging over
Thuisarts.nl. Huisarts Roy Beijaert is betrokken bij de ontwikkeling van deze
website. Vooral het zoeken naar de manier waarop informatie echt bij mensen binnenkomt, intrigeert hem. ‘Het zit hem niet alleen in de woorden die je
kiest, maar ook het gebruik van beeld en film kan bijdragen.’ Tijdens zijn
lezing gaf hij onder andere antwoord op de volgende drie vragen.
IN WELKE BEHOEFTE VOORZIET THUISARTS.NL?
'Thuisarts.nl is een website met betrouwbare patiëntenvoorlichting. Dankzij Thuisarts.nl kunnen mensen
zich voorafgaand aan een consult inlezen en kunnen
zij achteraf bepaalde informatie nog eens nalezen.
Huisartsen gebruiken de website ook geregeld om
tijdens een consult zaken uit te leggen en te verduidelijken. Ook zou je als huisarts patiënten wellicht
“huiswerk” mee kunnen geven, zodat ze goed voorbereid op het volgende consult komen.’
WORDT THUISARTS.NL AL VEEL GEBRUIKT?
‘Voor veel huisartsen was het wel even wennen: van
folders en patiëntenbrieven op papier moesten ze
een omslag maken naar webbased voorlichting. De
voordelen worden echter snel duidelijk. Zo is de
informatie altijd up-to-date. Waar je vroeger nog wel
eens lang moest wachten voordat een nieuwe
Standaard in je HIS stond, kun je deze nu binnen een
week online nalezen. Met gemiddeld circa 70.000
bezoekers per dag mogen we concluderen dat
Thuisarts.nl een succes is. We zijn uiteraard zelf nog
niet tevreden en gaan door met het verbeteren van
de site.’
WAT KUNNEN WE IN DE NABIJE TOEKOMST VAN
THUISARTS.NL VERWACHTEN? ‘Op verschillende fronten is Thuisarts.nl volop in ontwikkeling. Zo
werken we aan het uitbreiden van een visuele,
anatomische zoekstructuur. Door het aanklikken van
een lichaamsdeel kom je bij de informatie die je
zoekt. We willen meer informatie op een visuele
manier aanbieden: met icoontjes, plaatjes en filmpjes
Roy Beijaert
bijvoorbeeld. Thuisarts-films zullen in de toekomst op
Thuisarts.nl een belangrijke plaats innemen. De
aanstormende digigeneraties en de minder lezenden
verlangen dat. Het gaat erom dat iedereen op zijn of
haar manier de weg vindt op Thuisarts.nl. Verder zou
ik het handig vinden als ik in mijn HIS kan aangeven
dat ik iets heb besproken of uitgelegd aan de hand
van Thuisarts.nl. Het liefst met een druk op de knop.
Als er mensen zijn die ideeën hebben over hoe je dit
goed zou kunnen realiseren, dan nodig ik ze van harte
uit om contact met mij op te nemen.’ 3
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
19
..................................................................................
Slimmere medicatiebewaking op komst
Christie Manintveld ([email protected])
Het voorschrijven van medicijnen kan veiliger en effectiever.
Leonora Grandia (apotheker en Productmanager Farmacotherapie bij
Z-Index) legde tijdens een workshop uit hoe Z-Index hieraan werkt en wat de
rol van de HISsen en eindgebruikers hierin is.
krijgen voorschrijvers minder onnodige meldingen, terwijl relevante,
patiëntgebonden risico’s juist vaker zichtbaar zijn. Aan de hand van
enkele casussen liet Leonora zien hoe het toevoegen van beslisregels medicatiebewaking kan verbeteren. ‘Als we niet alleen
informatie over de medicijnen in het systeem gebruiken, maar deze
koppelen aan patiëntgegevens stijgt de kwaliteit van de meldingen.’
Het aantal ouderen neemt toe en daarmee krijgt de huisarts steeds
vaker te maken met multimorbiditeit en polyfarmacie. Aan de andere
kant blijft de druk op efficiënt werken toenemen. De verbetering van
de medicatiebewaking zal dan ook in toenemende mate zijn vruchten afwerpen.
EEN VOORBEELD ‘Als u een patiënt alendroninezuur voorschrijft,
zou het bijvoorbeeld handig zijn als het systeem zelf nagaat of deze
persoon een verminderde nierfunctie heeft op basis van de waarden
van de nierfunctie. Mocht het medicijn alleen problemen geven bij
mensen met een lagere waarde dan 30 ml/minuut, dan krijgt u geen
melding meer bij elke patiënt met een hogere waarde.’
Welke beslisregels worden toegevoegd, bepaalt aanvankelijk een
expertgroep. In de toekomst is het de bedoeling om per discipline
een strategische werkgroep samen te stellen die bepaalt welke
beslisregels wenselijk zijn.
Leonora Grandia
Als een arts een medicijn voorschrijft, verschijnt er op het scherm
soms automatisch een melding. Dit is meestal een waarschuwing
met betrekking tot interacties, contra-indicaties, dubbelmedicatie of
allergie. De informatie op basis waarvan deze meldingen worden
gemaakt, komt uit de G-Standaard, waarvan Z-index maandelijks een
versie uitbrengt met de meest actuele informatie. Op dit moment is
de medicatiebewaking slechts in beperkte mate gekoppeld aan
patiëntgegevens, waardoor voorschrijvers geregeld onnodige meldingen te zien krijgen.
KOPPELEN AAN PATIËNTGEGEVENS Z-Index werkt samen met
de KNMP aan slimmere medicatiebewaking in het HIS. Hierdoor
20
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
VOORWAARDEN VOOR SUCCES Deze nieuwe generatie
medicatiebewaking schotelt je risicovolle situaties voor, maar je
moet wel al je gegevens op orde hebben wil dit systeem mooi lopen.
Hier zijn nog zeker verbeteringen mogelijk. Zo zou het mooi zijn als
labwaarden die in het ziekenhuis gemeten zijn ook op een
eenvoudige en gemakkelijk uitleesbare manier in het HIS
terechtkomen. 'Nu er steeds meer multidisciplinair wordt
samengewerkt, zie ik de drempels hiervoor lager worden. Een andere
voorwaarde is dat het systeem geïmplementeerd wordt in de
HISsen. Van de ontwikkelaars horen wij dan vaak: “We willen het wel
inbouwen, maar het moet wel een wens van de eindgebruiker zijn.”
Dus daar ligt ook nog een taak voor jullie als huisartsen: laat weten
dat je hier met smart op zit te wachten!' 3
..................................................................................
ZWIP: digitale overlegtafel
voor zorgverleners, patiënt
en mantelzorgers
Christie Manintveld ([email protected])
Gaan huisartsen naast appen en tweeten straks ook ZWIPpen? Het enthousiasme van huisartsen Herman Levelink en Chantal Hensens werkte in elk geval
aanstekelijk. Veel congresgangers toonden interesse en zij kregen na de plenaire sessie over dit onderwerp de kans om zich er meer in te verdiepen tijdens een workshop.
Herman Levelink
Huisartsen zijn gewend reactief te werken. Maar voor
de groeiende groep kwetsbare ouderen die zich in
een complexe zorgsituatie bevinden, is een proactieve houding en aanpak gewenst. Een huisartsenpraktijk telt nu gemiddeld vijftien tot dertig patiënten in
deze categorie. De komende jaren loopt dit op tot
een gemiddelde van honderdvijftig! Dat vraagt om
een slimme tool die zorgverleners ondersteunt bij het
bieden van adequate zorg.
COMMUNICEREN OVER EN MET DE PATIËNT
ZWIP is in de regio Nijmegen ontwikkeld. ZWIP staat
Chantal Hensens
voor Zorg- en WelzijnsInfoPortaal. Het is in feite een
digitale overlegtafel, een veilig platform om samen te
werken en informatie te delen. Via dit portaal kunnen
zorgverleners en mantelzorgers onderling goed
afstemmen en kan er over en met de patiënt
gecommuniceerd worden.
Tijdens de workshop werd een filmpje getoond waarin patiënte mevrouw Van Wijk en haar dochter aan
het woord komen. Zij vinden het fijn dat via ZWIP
iedereen kan meedenken als er iets aan de hand is.
Het feit dat je als patiënt zelf bepaalt wie er in het
netwerk betrokken wordt, is ook prettig. ‘Nee, de
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
21
pedicure hoeft er niet bij, maar de fysiotherapeut
straks misschien wel.'
MAKKELIJKER OVERLEGGEN VOORKOMT CRISIS
Huisarts Chantal Hensens uit Wijchen werkt inmiddels twee jaar met ZWIP. Zij vertelt over haar ervaringen in de praktijk. ‘Twee jaar geleden keek ik vooral
naar somatiek. Nu heb ik de patiënt ook functioneel/
maatschappelijk veel beter in kaart. Verandert er iets
in de situatie, dan zet degene die dit constateert een
berichtje in ZWIP. Zo blijft iedereen op de hoogte. Als
ik een niet-dringende vraag heb, is ZWIP voor mij de
handigste manier om deze beantwoord te krijgen.
Hulpverleners zijn vaak telefonisch lastig bereikbaar.
Doordat ik nu makkelijker kan overleggen met
bijvoorbeeld de specialist ouderenzorg kunnen we
geregeld crisisinterventies voorkomen. Het scheelt
veel brandjes blussen op vrijdagmiddag.’
GEEN VERVANGING VOOR DOSSIER In de zaal
blijkt enige verwarring over welke informatie ZWIP
nu precies bevat. Hensens: ‘Het is beslist geen
vervanging van het patiëntendossier dat je als
huisarts bijhoudt. Het kan dus voorkomen dat je
bepaalde informatie zowel in je dossier als in ZWIP
zet: dat is een kwestie van kopiëren en plakken. In het
begin is het wel even wennen en in het eerste jaar
kost het veel tijd. Na ruim een jaar wordt het
eenvoudiger en werpt het zijn vruchten af.’
IMPLEMENTATIETIJD Ook zijn er vragen over de
implementatietijd. ‘Zodra je zorgverleners bij elkaar
hebt die via ZWIP willen samenwerken, kan er een
trainingsbijeenkomst gepland worden. Tijdens deze
bijeenkomst word je wegwijs gemaakt in het systeem.
De Organisatie voor Chronische Eerstelijnszorg
Nijmegen ondersteunt vervolgens door alle hulpverleners aan het netwerk toe te voegen. Elke hulpverlener krijgt passende autorisatierechten. Vervolgens
start je met je eerste patiënt. Het ZWIP-platform is
meteen klaar voor gebruik, de implementatietijd is
vervolgens afhankelijk van het enthousiasme en de
bereidheid van hulpverleners om te starten met het
gebruik ervan.’ 3
Kijk voor meer informatie op www.zwip.nl.
22
............................... .................................... .................................
..................................................................................
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
De informatiemarkt
Dhr. van Rijswoud, arts verstandelijk gehandicapten
‘Ik ga het morgen direct proberen te implementeren'
‘Twee jaar geleden bezocht ik voor het eerst dit congres. We stonden toen
op het punt om een nieuw HIS te kiezen of met een nieuwe versie van het
systeem dat we al gebruikten verder te gaan. Ook nu was er een specifieke
aanleiding om naar Vianen te komen. We werken nu sinds een halfjaar met
die nieuwe versie en ik had nog wat vragen over hoe ik bepaalde zaken beter
kan stroomlijnen. Ik heb heel aardige suggesties gekregen, die ik morgen
direct probeer te implementeren. Verder was de workshop over ADEPD voor
mij nuttig. De interactie tijdens de workshops vind ik heel leuk. Sommige
collega's stuiten op dezelfde problemen en dan kun je het daar samen over
hebben. Ook vind het ik prettig om over de komende digitale ontwikkelingen te horen. Het geeft je de mogelijkheid daarop te anticiperen. Zo had ik
bijna een beslissing genomen die ik nu nog even laat wachten, omdat ik net
hoorde wat er binnen ons HIS aan komt. Dat wil ik nu toch even afwachten.’
Informeel overleg
O R E G O
N I E U W S
Orego werkt aan heden en toekomst
Gerda Mensink ([email protected])
Geaccrediteerde cursus Tips & Trucs in de regio
De eerste bijeenkomst was in Rotterdam,
eind mei volgt Amsterdam en na de zomer is
het de beurt aan Noord-Nederland, Limburg
en Brabant. Van Orego voor de huisartsleden en hun praktijkassistentes en praktijkondersteuners. De doelstelling is tweeledig: ontmoeting en kennis. De Oregobestuurders – Kees Kanters, Frits Schueler
en Pieter Vrijdag – gaan met de aanwezigen
in gesprek over de belangrijkste actuele
agendapunten, de functie van een HISgebruikersvereniging anno 2014 en de rol
van de leden daarin. Ook nieuwe functionaliteiten, veranderingen en aanpassingen in
MicroHIS komen aan de orde.
Daarna verzorgt Wim Jongejan – huisartsdocent van Proficio HIS Support en het oliemannetje van Orego – een drie uur durende
cursus met allerlei praktische zaken waardoor huisartsen, assistentes en praktijkondersteuners hun HIS beter leren kennen en
er nog meer profijt van hebben. Het gaat
niet om technische hoogstandjes maar om
te ontdekken hoe alledaagse dingen gemakkelijk en handig opgepakt kunnen worden.
Zoals het sorteren van episodes op alfabet
van de omschrijving of ICPC, het gebruik van
functietoetsen om schermen te benaderen
of het verplaatsen van een deelcontact in de
tijd, als je vandaag nog een visite van giste-
ren moet registreren in je HIS. De deelnemers kunnen van tevoren eigen vragen
insturen en natuurlijk ter plekke vragen stellen. De antwoorden komen niet alleen van
Wim Jongejan, maar ook van Pieter Vrijdag
en Frits Schueler. Zij zijn al jaren nauw
betrokken bij de ontwikkelingen van
MicroHIS, ook als testers, en kennen dit HIS
als geen ander.
In alle opzichten een interactieve avond, die
door de deelnemers, het bestuur en de
docent als uitermate positief is ervaren.
Belangstelling? Uitnodigingen volgen per
post. Of raadpleeg www.orego.nl en de
groep Orego op HAweb.
Reünie prijswinnaars dr. Paul Höppener-prijs
Eind maart heeft een select gezelschap zich
gebogen over verleden en toekomst van de
huisartsenautomatisering: winnaars van de
dr. Paul Höppener-prijs. Grotendeels grijze
heren en één dame: huisartsen die MicroHIS
gebruiken of gebruikten, en een paar
NHG’ers. Als gast waren uitgenodigd Ian
Keppler, adviseur inzake ICT voor huisartsen
van de Engelse National Health Service, en
Johan van der Lei, hoogleraar Medische
Informatica Erasmus MC. Ook het Oregobestuur was vertegenwoordigd. Zij kwamen
twee dagen bijeen en iedereen die dat wilde
kreeg de kans een voordracht te houden.
Aan de orde kwamen thema’s als: hebben de
HISsen ons gebracht wat we ervan verwachtten? Waaraan moeten HISsen in de nabije
toekomst voldoen? Nut en noodzaak van
standaarden. De invloed van de automatisering op de kwaliteit van de zorg. HISsen en
veiligheid. De gevolgen van steeds meer
medewerkers in de huisartsenpraktijk voor
de HISsen. De rol van Orego.
Het leverde boeiende en verrassende discussies op, die niet direct vertaald worden in
daden, maar wel degelijk van belang zijn
voor de nabije toekomst. De overwegingen
en ideeën worden meegewogen bij de toekomstige koersbepaling en visieontwikkeling
van Orego en het NHG.
Multidisciplinair samenwerken in de huisartspraktijk
In januari vond de jaarlijkse heidag van
Orego plaats. Een brainstormbijeenkomst
voor MicroHIS-gebruikers die actief zijn voor
of namens de gebruikersvereniging, als
bestuurder, lid van de pakketcommissie,
vertegenwoordiger of adviseur. Er waren
huisartsen, praktijkondersteuners en assistentes. Ook Bertine Uithoven, productmanager MicroHIS X, en Martin Pruijsers, teammanager development MicroHIS X, van CSC
waren aanwezig.
Centraal stond het Individuele Zorgplan
(IZP) in de HISsen, en in MicroHIS in het
bijzonder. Khing Njoo (senior stafmedewerker automatisering NHG) leidde het onderwerp in. De huisartsgeneeskundige zorg
verandert. Samenwerken neemt een steeds
belangrijker plaats in, zowel met steeds
meer medewerkers in de eigen praktijk als
met andere zorgverleners. Vooral patiënten
met complexe problematiek krijgen te
maken met steeds meer verschillende zorgverleners. Maar wie regelt wat? Wie is
hoofdbehandelaar? Wat zijn de haalbare
doelen van de behandeling op korte en langere termijn? En hoe leg je zulke belangrijke
zaken vast? Daar komt nog bij dat patiënten
meer te zeggen willen hebben over hun
behandeling en inzage in hun eigen dossiers.
Deze veranderingen vragen om steeds meer
interne en externe communicatie en het
uitwisselen van informatie. In hoeverre kunnen en moeten de HISsen en KISsen daarop
inspelen? Biedt het Individueel Zorg Plan de
juiste oplossing? En zo ja, voor welke patiënten? De deelnemers zijn in kleine groepen
aan het werk gezet: aan de hand van een
casus hebben ze geïnventariseerd aan welke
informatie op welk moment behoefte is,
welke informatie vastgelegd moet worden in
HIS of IZP, en welke informatie gedeeld
moet worden en met wie. Dat leverde een
lijst op met zinvolle plus- en verbeterpunten.
Geconcludeerd wordt dat het IZP nog een
lange weg te gaan heeft, van overleggen,
aftasten, concretiseren en afstemmen. De
uitkomsten van deze dag helpen om de volgende stappen te zetten op weg naar een
toekomstbestendig (Micro)HIS.
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
23
Honderden vragen
en toch niets vergeten…
Jeroen van der Lugt ([email protected])
Huisartspraktijken worden elke dag weer overstelpt met vragen van
patiënten en elektronische post. Hoe organiseer je al deze vragen en
informatie zo dat er niets blijft liggen? Een antwoord op deze vraag
werd gegeven tijdens een speciale workshop interne workflow
binnen de huisartspraktijk.
Een goede
doktersassistente
denkt verder!
Bij een inventarisatie in de zaal bleek er een behoorlijke diversiteit in wijze van werken: grofweg een gelijke
verdeling tussen een dagelijks overlegmoment, helemaal geen overleg en overleg via het HIS. Wat is nu
het voordeel van een overleg via het HIS? Het geeft
meer mogelijkheden om de hoeveelheid werk te
structureren en maakt kwaliteitsverbetering mogelijk.
Sinds de praktijken beter bereikbaar zijn door nieuwe
telefooncentrales met wachtrijen weten de patiënten
ons nog beter te vinden dan daarvoor. Er zijn sinds
kort ook patiëntportalen gekomen. Door substitutie
vanuit de tweede lijn neemt het werk toe. De praktijkondersteuning somatiek en ggz veroorzaken een toename van de workload. Verder neemt ook het aantal
ouderen toe. En de regie van de zorg onder de
gemeente geeft meer druk op de eerste lijn. Deze
ontwikkelingen leiden tot meer werk voor de spin in
24
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
het web: de praktijkassistente. Alle contacten, ook die
van de assistente, moeten worden vastgelegd, zodat
gedeclareerd kan worden.
Wat kan een HIS bijdragen aan een betere workflow?
Allereerst kent een HIS, anders dan een papieren verslaglegging, geen ruimteprobleem. Episodegericht
registreren geeft op zichzelf meer overzicht, maar
keerzijde is wel dat de episodelijst onderhouden moet
worden. Gebeurt dat onvoldoende, dan leidt het juist
tot wanorde en desinformatie. Verder is het van
belang om informatie daar vast te leggen waar deze
thuishoort. Dus meetwaarden niet in het journaal,
maar in de module meetwaarden. Vermijd in elk geval
meetwaarden in de O-regel. Sla de correspondentie
liever in de aparte module correspondentie op en
neem alleen een samenvatting in het journaal op.
Vermijd dus complete correspondentieteksten te plakken in het medisch journaal. De overlegregels kunnen
ook een eigen plek vinden. Kies een contactsoort
zoals O (van overleg), N (van notitie) of X (van overig).
Gebruik dus liever niet de contactsoort C (van consult) voor overleg.
De volgende situaties kunnen voor de assistente aanleiding zijn om een overlegvraag aan de huisarts te
stellen:
! een vraag van de patiënt, die aan de huisarts doorgespeeld kan worden;
! een beleidsvraag naar aanleiding van de uitkomst
van een urineonderzoek;
! een medicatieverzoek, zoals een slaappil of een
pijnstiller;
! een elektronisch poststuk (laboratoriumuitslag,
specialistenbrief, röntgenuitslag) dat onder de aandacht van de huisarts gebracht moet worden;
SynthesHis
Tijdschrift voor huisarts en automatisering
juni 2014, jaargang 13, nummer 2
ZorgMail File Transfer
NedHIS & EZD congres 2014
Conversie naar ander HIS
VPH contra VZVZ over LSP
Schikkingsvoorstel faillissement LDD
Tips en trucs: meetwaarden
www.syntheshis.nl
! autoriseren van consulten die de assistente deed,
bijvoorbeeld tijdens haar hypertensiespreekuur;
! vragen van de POH’s;
! verzoek om een verwijzing te maken.
KWALITEITSWINST Wat zijn de voordelen van een
papierloos overleg? Ten eerste hoeven twee personen
niet tegelijk van hun werk afgehouden te worden
voor een overlegmoment. Verder hoeft de huisarts
niet direct iets op te lossen. De huisarts kan uit de
overleglijst belangrijke dingen halen voor directe
afhandeling en de rest doorschuiven naar een later
moment. Het overleg zelf wordt vastgelegd in het
HIS. Al met al is er sprake van kwaliteitswinst.
Voor de patiënt is het een voordeel dat het antwoord
op vragen genoteerd staat in het HIS, zodat het gelezen kan worden als de patiënt belt. Parttimewerken
wordt hierdoor gefaciliteerd: de assistente kan in de
middag voort met het werk dat in de ochtend is
gestart. Deze efficiënte communicatie leidt tot meer
vertrouwen bij de patiënt.
Welke opties zijn er om deze workflow uit te voeren?
Eén HIS heeft hiervoor een speciale assistentemodule
ontwikkeld. De andere HISsen gebruiken hiervoor de
agenda. Dit gaat in de praktijk ook goed, hoewel voorkomen moet worden dat het overleg te veel tussen de
spreekuren wordt ingepland. Een tijdblokje kiezen na
het spreekuur voor de bulk van het overleg is dan een
goede keuze. Wanneer de assistente de vraag van de
patiënt in de agenda zet, kan de arts direct in het dossier de achtergrondinformatie teruglezen. Het antwoord komt in het journaal en aan het eind van de
dag is meteen duidelijk of alles is afgehandeld en
gedeclareerd. 3
Figuur 1. Assistentemodule
Promedico-ASP:
overzichtsscherm
overlegvragen huisarts
Figuur 2. Assistentemodule
Promedico-ASP:
overzichtscherm assistente
met antwoorden op de
overlegvragen
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
25
Solopraktijk Jens
stapt over naar
Promedico-ASP
Overstappen op een ander HIS
Twee huisartspraktijken zijn overgestapt op
een ander HIS. Wat zijn hun ervaringen?
Hebben ze tips? Hoe is het ze bevallen? Het
blijkt een zeer ingrijpende verandering voor
een praktijk, die zorgt voor veel extra stress.
Leest u de verhalen van huisartsenpraktijk
Jens in Apeldoorn en huisartsenpraktijk
De Noot in Nootdorp.
Eugène van Diepen ([email protected])
Manage de verwachtingen en zorg ervoor dat op de eerste dag dat je daadwerkelijk met het nieuwe systeem werkt er iemand bij is die het nieuwe HIS goed kent. Dat zijn aanbevelingen die de Apeldoornse
huisarts Jasper Jens zijn collega's wil geven voor het geval zij willen overstappen op een ander HIS. En de
conversie van data naar het nieuwe HIS kun je goedkoper zelf doen.
‘Ik heb de hele praktijk erop voorbereid dat het de
eerste maanden niet allemaal vlekkeloos zou verlopen’, vertelt Jasper Jens. ‘We gingen in maart over en
ik heb tegen iedereen vanaf het begin gezegd, laten
we blij zijn als we de zaak tegen de zomervakantie
goed onder controle hebben. Dan heb je een paar
maanden de tijd om net zo goed met het nieuwe systeem te leren werken als je met het oude deed. Dat
voorkomt teleurstelling als iemand na een paar weken
26
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
nog niet lekker werkt. Het is de eerste tijd zoeken
naar de functies.’
Jens stapte vorig jaar maart over van HetHis naar
Promedico-ASP, voordat bekend werd dat HetHis op
zou houden te bestaan. ‘Er was personeelsverloop, de
helpdesk werd minder en twee HISsen in één bedrijf
in een kleine markt is niet rendabel. Ik ben op tijd
weggegaan.’ In januari 2013 startte zijn praktijk, waar
één huisarts, twee assistentes en twee praktijkonder-
steuners werken, met de voorbereiding van de conversie. Op 6 maart 2013 was de overstap een feit. 'Van
tevoren hadden we twee dagen cursus in Utrecht en
ik ben een paar dagen enkele uren bezig geweest data
op te snuffelen.’
De conversie door Promedico verliep goed, op een
paar kleine strubbelingen na. De koppeling tussen
apotheken en patiënten werd eerst niet goed gelegd,
maar dat probleem was vrij snel opgelost, en de titelregel van de correspondentie is niet goed overgegaan.
‘Daardoor is niet meer zo duidelijk waar het bericht
op sloeg, maar het is wel werkbaar. Ik laat het maar
verder zo’, zegt Jasper.
TEGENVALLER Voor de assistentes verliep de
overstap prima. ‘De eerste dag moet je natuurlijk
leren hoe de nieuwe functies werken. Dan is het
makkelijk als er een ervaren gebruiker in de buurt is
die het nieuwe HIS goed kent die je even kunt vragen
hoe iets moet en die de juiste handelingen kan
voordoen, want in een nieuw systeem kun je al die
functies niet meteen vinden. Dat scheelt veel tijd,
zodat de patiënten ook de eerste dag snel geholpen
worden. Na één, twee uurtjes heb je het invoeren van
consulten, controleren van verrichtingen, maken van
afspraken en uitschrijven van recepten wel aardig in
de peiling. Hoe het invullen van een contra-indicatie
of allergie gaat, vind je dan wel uit. Dat komt ook niet
bij elk consult voor. De kennis breid je later stap voor
stap uit met de werkwijze voor handelingen die
minder vaak gedaan moeten worden. Dat is wel op te
zoeken.’
Een tegenvaller was dat de conversie van de complete
historie van 30 Gb van alle correspondentie twee
maanden duurde, dat was veel langer dan gedacht.
Promedico had hier nog geen ervaring mee en moest
alles uitzoeken. Nu zij het kunstje kennen loopt het bij
andere praktijken die overstappen beter.
Verontwaardigd was Jasper Jens over een offerte voor
het beschikbaar maken van zijn gegevens uit HetHis
in Promedico. ‘Die was naar mijn idee onredelijk hoog
en ik heb het uiteindelijk zelf gedaan. Na een half
dagje puzzelen en wat googlen was ik er uit. Dat
scheelde me veel geld.’
Inmiddels maakt een cluster van zo’n vijftien tot
twintig gebruikers van HetHis uit de regio Apeldoorn
de overstap naar Promedico-ASP. ‘Nu er ervaring is
opgedaan met de overstap en is uitgezocht hoe de
extractie gaat, is dat binnen een paar weken voor
elkaar. Binnen anderhalf tot twee maanden is een
praktijk helemaal over. Dat is lekker snel.’ 3
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
27
Overstap huisartsenpraktijk
De Noot van HetHis naar MIRA
Eugène van Diepen ([email protected])
Huisartsenpraktijk De Noot uit Nootdorp stapte afgelopen juli 2013 over van
het ene HIS naar het andere. Het vertrouwde HetHis, waarvan de ontwikkeling stopt, werd vervangen door MIRA. Huisarts Paul Bucx coördineerde
namens De Noot deze conversie. Hij vertelt over zijn ervaringen met de overstap. Bij De Noot werken vijf huisartsen, vier assistentes, een praktijkverpleegkundige, een praktijkondersteuner en twee huisartsen in opleiding.
‘Je moet
niet verwachten
dat alles
meteen
goed
loopt'
De conversie roept bij Paul een ambivalent gevoel op.
‘Enerzijds is het een uitdaging, anderzijds vraagt het
toch wel veel van onze praktijk. Het heeft een grote
impact en eist een grote inzet van ons personeel.’
Vanwege zijn centrale rol kwam er veel op Pauls
schouders terecht. ‘Als coördinator moest ik een flink
aantal dingen aanleveren. Verder moest ik de proefconversies beoordelen. Dat was nogal veel en kostte
ook best wel veel tijd, maar het leverde ook dingen
op. Daar hebben mijn collega’s minder last van gehad.’
De eerste maanden na de overstap zijn lastig. De vertrouwde routine van werken met HetHis is weg,
iedereen moet zich een nieuw pakket eigen maken en
van elkaar leren is er dan niet bij. ‘Collega's vinden dat
MIRA niet lekker intuïtief werkt’, zegt Paul. ‘Je moet je
er toch wel in verdiepen. Je krijgt een voorscholingsen een nascholingscursus. Als je dan weer nieuwe
dingen wilt leren, moet je je toch echt in handleidingen verdiepen. Het is niet zoals met Windows, dat meteen heel makkelijk werkt. Je moet het allemaal uitvinden, het is niet vertrouwd.’
ERVARINGEN ASSISTENTES ‘Onze assistentes
vonden MIRA in het begin erg rommelig. Dingen die
28
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
normaal heel snel verliepen, kostten nu veel tijd,
vooral het agendabeheer. Er werden fouten gemaakt
in de planning, dan werden er dingen geselecteerd en
niet in de agenda gezet. Dat ging in het begin een
paar keer fout. Wel heeft MIRA voordelen, zoals een
betere registratie en vooral de medicatiekoppeling.
Bij receptenverwerking en bij het herhalen van
chronische medicatie was MIRA veel kritischer,
nauwkeuriger dan HetHis. Er kwamen meer blokkades van herhaalrecepten, dan konden de assistentes
niet herhalen, konden ze niet verder, maar moesten
ze kijken wat er aan de hand was. In feite is dat veel
nauwkeuriger. Ze ervaren dan: “Ik moet verder, ik
moet er wat mee, de blokkade moet eraf.” In feite is
dat een verbetering’, stelt Paul.
Op meer terreinen is MIRA anders dan het oude
HetHis. ‘Ook de processen van de financiële administratie lopen net iets anders, maar na een aantal maanden is dat ook opgelost. Grofweg, na twee maanden
gaat het veel beter dan in het begin. We ervaren
MIRA als een pakket dat evolueert, er zit veel ontwikkeling is. Het patiëntenportaal komt eraan, dat wordt
eind mei opgeleverd, we hebben goede hoop dat de
patiënten daar veel aan hebben. Dan kunnen we
e-consult gaan doen en nieuwe dingen ontwikkelen.
ZORGGROEP OP PAMIRES De Zorggroep Eerste
Lijn (ZEL) in Westland, Schieland, Delfland, waar 160
huisartsen bij zijn aangesloten, gebruikt Pamires als
KIS-pakket om de prestatie-indicatoren van de
verschillende praktijken makkelijk te kunnen
verzamelen voor de Zorggroep. ‘Dat zit volledig
geïntegreerd in MIRA, wat een extra reden is om
daarnaar over te stappen. Dat is voor ons heel
makkelijk, daar hoeven we niets extra's voor te doen
en dan kunnen we eenvoudig communiceren binnen
de ZEL’, oordeelt Paul.
RUSTIGE PERIODE Paul adviseert om de overstap
naar een ander HIS in een rustige periode te doen.
‘Dan heb je er tijd voor. Het is vervelend om het in
een hectische periode te moeten doen. En verwacht
niet dat het à la minute loopt. We hadden goede
ondersteuning van MIRA, daar zijn we tevreden over.
Maar als wij het in november en december hadden
moeten doen, waren we minder blij geweest, dan is
het veel te druk.’ 3
,
Bodemprocedure VPH
tegen VZVZ inzake het LSP
Eugène van Diepen ([email protected])
Afgevaardigden van de beroepsgroep van de huisartsen stonden op vrijdag 25 april lijnrecht tegenover
elkaar in de Rechtbank Utrecht bij de bodemprocedure die de Vereniging Praktijkhoudende Huisartsen
(VPH) samen met enkele huisartsen en een patiënt had aangespannen tegen de Vereniging van
Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie (VZVZ) inzake het Landelijk Schakelpunt (LSP). Voor een driekoppige rechtbank mocht eerst de VPH haar pleidooi door haar jurist laten houden. Daarna was het de
beurt aan de jurist van de VZVZ om zich in zijn pleidooi tegen de dagvaarding te verdedigen. In een tweede ronde konden beide juristen ingaan op de beweringen van de tegenpartij. De rechtbank doet, voor
zover nu bekend is, zes weken na deze zitting, op woensdag 11 juni 2014, uitspraak in deze zaak.
De VPH vraagt op 13 maart 2013 in een
schriftelijke dagvaarding de rechter om de
LSP-activiteiten stop te zetten vanwege de
schending van de privacy van de patiënten
en het beroepsgeheim van de huisartsen. De
VZVZ, verantwoordelijk voor het LSP, reageert hierop met een conclusie van antwoord, waarna de VPH weer aan de beurt is
met haar conclusie van repliek, waarop de
VZVZ middels haar conclusie van dupliek
antwoordt. Al met al liggen er dan enkele
ordners vol papier op tafel. Op vrijdag 25
april vond de mondelinge behandeling van
deze zaak plaats, waarbij beide juristen hun
pleitnota’s van twintig A4’tjes voorlazen en
er een ronde met discussie volgde.
BEZWAREN In het kort gezegd vindt de
VPH dat VZVZ onrechtmatig handelt door
een LSP in te voeren dat zulke ernstige
tekortkomingen vertoont dat huisartsen bij
deelname hun beroepsgeheim en de privacy
van patiënten schenden. De patiënt geeft
eenmalig generiek toestemming om in de
toekomst zijn gegevens uit te wisselen met
nu nog onbekende behandelaars. Hij kan
niet zelf kiezen welke specifieke medische
gegevens voor welke behandelaar beschikbaar komen. De huisarts heeft geen controle
op wie zijn gegevens kan inzien, maar kan
wel aansprakelijk gesteld worden bij verkeerde inzage. Het VPH vindt het LSP onveilig vanwege het massale gebruik van honderdduizenden UZI-passen en de grootschalige landelijke opzet. Er kan weliswaar
gecontroleerd worden wie de gegevens
inziet, maar dat is altijd achteraf. Het kan
leiden tot privacyschendingen en ondermijning van het vertrouwen in zorgverleners en
in het beroepsgeheim. Patiënten vragen nu
al of hetgeen zij in de spreekkamer zeggen
wel binnen de muren van de spreekkamer
blijft. Wie heeft de sleutel van de spreekkamer in handen?
WEERWOORD Ook in het kort gezegd
vindt VZVZ dat de VPH er geen belang bij
heeft om het LSP stop te zetten. Als zij het
LSP niet zien zitten kunnen zij ervoor kiezen
zich niet bij het LSP aan te sluiten en is er
geen sprake van een onrechtmatige daad.
Als de rechter hierin meegaat is de VPH
niet-ontvankelijk in hun eis en is de rechtszaak van de baan. Als het LSP wordt stopgezet worden ook apothekers en huisartsenposten getroffen. Verder vindt de VZVZ, die
benadrukt dat zij is opgericht door zorgverleners zelf, juist dat de patiëntenzorg in het
geding komt als het LSP wordt uitgezet, en
dat de toestemming van de patiënt wel specifiek en gericht is. Dat de toestemming
toekomstgericht en ongedefinieerd is
gebeurt wel vaker. Aangesloten zorgverleners op het LSP moeten gebruikmaken van
een Goed Beheerd Zorgsysteem, wat hoge
eisen aan de veiligheid stelt. Data worden
versleuteld verzonden tussen huisarts en
LSP en tussen LSP en opvrager. Wel worden
data ontsleuteld en bewerkt in het LSP om
data uit verschillende bronnen samen te
vereniging praktijkhoudende huisartsen
voegen tot één bericht. Het zichtbaar maken
van de logging in het LSP heeft een afschrikwekkend effect tegen misbruik. Het College
Bescherming Persoonsgegevens heeft meegekeken. Dat beschermt het slot op de deur.
AFWACHTEN De rechter vraagt zich aan
het einde van de zitting af of er leden van de
VPH zijn die zijn aangesloten bij het LSP. En
heeft de huisarts de keuze om zaken weg te
laten uit het systeem of het patiëntendossier? Ook hoort de rechter dat er problemen
zijn in Almelo omdat de huisartsenpost eenzijdig OZIS heeft stopgezet. Daardoor is
communicatie in de nacht, avond en weekenddienst niet meer mogelijk, wat zelfs tot
een VIM-procedure (Veilig Incident Melden)
heeft geleid.
De rechter vindt dat deze zaak geen spoedeisend karakter heeft en zet de uitspraak
daarom gewoon op de rol, wat betekent dat
over zes weken, op woensdag 11 juni 2014,
schriftelijk de uitspraak wordt gedaan, tenzij
de rechtbank meer tijd nodig heeft.
Na afloop van de zitting is er geen zinnig
woord te zeggen over de richting waarheen
het vonnis zal gaan. De drie rechters hebben
de hele zitting stoïcijns en aandachtig
geluisterd, zonder een spoor van sympathie
voor de ene of de andere partij te laten
blijken. Huisarts Adriaan Mol hoopt dat het
niet voor niets is geweest: ‘Het ergste dat
ons kan overkomen is dat de rechter de VPH
niet-ontvankelijk verklaart en geen uitspraak
doet. Dan zijn we geen stap opgeschoten.’ 3
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
29
Op de agenda van NedHIS
Adriaan Mol is huisarts in Loosdrecht. Hij zet zich
al jaren in om de ICT in de huisartsgeneeskundige
zorg zo goed mogelijk te benutten. Onder meer
als voorzitter van NedHIS, de koepel van HISgebruikersverenigingen, en ook als voorzitter van
de gebruikersraad van VZVZ, de Vereniging van
Zorgaanbieders voor Zorgcommunicatie. Deze
organisatie is verantwoordelijk voor gegevensuitwisseling via het LSP. Een greep uit de onderwerpen die op de agenda staan van deze organisaties
en van belang zijn of worden voor de dagelijkse
huisartsenpraktijk.
Foto: Wouter Scheen
Gerda Mensink ([email protected])
Adriaan Mol
Goed samenwerken vraagt om adequaat
communiceren: een krachtig voorbeeld
‘De eyeopener van het NedHIS & EZD Congres 2014
voor mij was ZWIP, het zorg- en welzijnsinfoportaal
dat alle betrokken hulpverleners om één digitale
overlegtafel krijgt. Eerlijk gezegd dacht ik dat de
ondersteuning van patiënt, mantelzorgers en thuiszorg nog een braakliggend terrein was, maar tot
mijn verrassing bestaat er dus al twee jaar een pakket waarvan ik nog nooit had gehoord. ZWIP maakt
meer dan duidelijk dat je zonder goede communicatie niet goed kunt samenwerken. ZWIP leert ook
hoe je die communicatie onderling kunt opzetten,
zodat het veilig is voor de patiënt en de patiënt daar
zelf voldoende zeggenschap in heeft… De crux is, en
30
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
daar geloof ik echt in, dat in ZWIP de patiënt
bepaalt wie zijn gegevens wel of niet mag inzien, en
dus ook voor een deel het medisch beroepsgeheim.
In Amerika gaan ze nog een stap verder, daar kunnen patiënten altijd al hun eigen gegevens inzien.
Daar gaan wij uiteindelijk ook naartoe, misschien
wel sneller dan we nu denken… Natuurlijk zitten
niet alle patiënten daarop te wachten, maar een
actieve groep is zeer geïnteresseerd. Veel jonge
collega’s vinden het een vanzelfsprekendheid. De
NPCF hamert er voortdurend op. Als het aan Wilna
Wind ligt, is die inzage met ingang van morgenochtend 08.00 uur voor elkaar.’
Primeur op NedHIS & EZD Congres 2014:
LSP live – het werkt!
‘Het grappige is dat een aantal deelnemers LSP live een saaie workshop noemde. Het punt is: dit is het... Je gaat in een auto zitten,
draait de sleutel om en je kunt wegrijden. Mensen hadden blijkbaar
iets spectaculairs verwacht, en het bijzondere is juist dat het er heel
gewoon uitziet en dat alles het doet.’ Adriaan Mol was de initiator
van deze workshop. Er was veel belangstelling. Tijdens drie sessies
lieten verschillende mensen uit de regio’s Nijmegen en WestFriesland via een live-verbinding met hun huisartsenposten zien hoe
de professionele samenvatting van een patiëntdossier van de huisarts en de elektronische medicatiedossiers (EMD) van de apotheek
ingezien konden worden op de huisartsenpost. Uiteraard werden
daarvoor – met het oog op privacy – testpatiënten gebruikt. Er is
altijd slechts één professionele samenvatting, want een patiënt heeft
een huisarts die zijn dossier bijhoudt en beheert. Er kunnen wel verschillende EMD's van één patiënt zijn, want steeds meer mensen
halen hun medicatie bij verschillende apotheken. De ene keer om de
hoek, een andere keer vlakbij hun werk of bij een avondapotheek.
Patiënten hebben geen preferente apotheek die hun dossier bijhoudt. Er gaat ook nog geen bericht dat het EMD is geraadpleegd
naar een apotheek, want de vraag is naar welke zou dat moeten… De
huisarts ontvangt een waarneembericht via het LSP; de gegevens
daarvan worden direct of na een akkoord gestructureerd verwerkt in
het HIS.
MEMOVELDEN Voor de inhoud van een professionele samenvatting bestaat er een landelijke standaard. Het gaat om de journaalregels van de laatste vijf consulten of de laatste vier maanden,
actieve episodes met en zonder probleemstatus, medicatie en
intoleranties, contra-indicaties en allergieën. Op de huisartsenpost
West-Friesland ontstaat naar aanleiding hiervan tussen de huisartsen onderling een discussie over hun eigen patiëntdossiers. In het
bijzonder over de inhoud van attentieregels of memovelden. De ene
huisarts gebruikt die voor zaken als ‘rekening nog niet betaald’, een
ander voor medische aandachtspunten. In dat laatste geval vraagt
het om herbezinning, want deze gegevens komen niet terecht in een
professionele samenvatting.
ONDER WATER De triagist op de huisartsenpost is gemandateerd
om de dossiers op te vragen. Zodra er een afspraak is gemaakt en op
de knop dossier opvragen is gedrukt, worden de gegevens op de
achtergrond – onder water – opgehaald. Wat de meeste deelnemers
verrast is dat die dossiers ook zonder dat ze geraadpleegd worden
een actieve rol spelen: op grond van de opgehaalde gegevens wordt
bewaakt op intoleranties, contra-indicaties, allergieën en medicatie.
Er waren vragen over de logging. In het centrale LSP-systeem is het
altijd terug te vinden als een professionele samenvatting of EMD is
opgevraagd, daaraan is de UZI-pas van de dienstdoende supervisor
van de huisartsenpost gekoppeld. Ook de logging van de huisartspraktijk waar het dossier is opgevraagd, registreert dat. De logging
van de huisartsenpost zelf laat zien wie een dossier heeft ingezien.
De huisarts kan aan de hand van het waarneembericht nagaan wie
een patiënt heeft gezien en/of een recept heeft voorgeschreven.
Patiënten kunnen – als zij dat willen – een sms ontvangen als een
huisartsenpost hun dossiers heeft opgevraagd. Dat wil dus nog niet
zeggen dat de gegevens ook daadwerkelijk zijn ingezien.
Van de live demonstraties zijn video-opnamen gemaakt. U kunt die
bekijken via www.vzvz.nl.
LSP stand van zaken per 21 april 2014
Aangesloten zorgverleners
Huisartsenpraktijken
Apotheken
Huisartsenposten
Ziekenhuizen
Totaal
3.303
1.687
111
25
5.126
(81%)
(85%)
(90%)
(27%)
(81%)
Nota bene
! Aangesloten wil niet zeggen dat het LSP actief wordt gebruikt.
Aansluiten is een onderdeel van de voorbereidingen daarop.
Meestal is de feitelijke overstap naar werken via het LSP een
regionale keuze.
! Het totaal slaat op alle zorgverleners en -instellingen die op dit
moment kunnen aansluiten.
Aangemelde patiëntgegevens
Patiëntgegevens
6.343.076
Unieke BSN’s
3.533.902
Nota bene
! Een patiënt kan zowel zijn huisarts als een of meer apotheken
toestemming geven om de professionele samenvatting van zijn
medische dossier of zijn EMD beschikbaar te stellen via het
LSP. Dat verklaart het verschil tussen het aantal aanmeldingen
en unieke burgerservicenummers.
! Voordat de gegevens van een patiënt die daarvoor toestemming heeft gegeven, opvraagbaar zijn, moet een zorgverlener
die gegevens aanmelden bij het LSP.
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
31
NedHIS – de organisatie zelf
! Elke HIS-gebruikersvereniging (GV) is autonoom en neemt eigen-
standige beslissingen. NedHIS, de koepel van de HISgebruikersverenigingen, fungeert vooral als ideeën- en brainstormplatform voor automatisering en huisartsenzorg. Ook HISoverstijgende zaken staan op de NedHIS-agenda.
! Bijna alle gebruikersverenigingen zijn bezig met hun statuten en
in gesprek met hun HIS-leveranciers over hun mantelovereenkomsten. Adriaan Mol: ‘Bij het aanpassen aan de situatie anno 2014 is
het van belang om in deze documenten te borgen dat een bestuur
mag optreden namens alle gebruikers en dat afspraken met leveranciers voor alle leden gelden. Wat dat betreft was de NHGDocdiscussie nuttig. Daarin stelden huisarts-leden van een GV dat zij
niet wilden meebetalen aan de verdere ontwikkelkosten van deze
tool omdat zij daar zelf niet om hadden gevraagd. Het bestuur had
daarover echter afspraken gemaakt.’
! Een punt van zorg is dat de achterban steeds minder goed op de
hoogte is van het nut en het doen en laten van HIS-
gebruikersverenigingen. Daarmee hangt samen het gebrek aan
betrokkenheid van jongere huisartsen in de gelederen van de
gebruikersverenigingen. ‘De huidige besturen en vertegenwoordigers willen graag plaats maken! We zoeken niet alleen nieuwe
bestuursleden, ook mensen die de gebruikers willen vertegenwoordigen, redactieleden en mensen die mee willen denken over
een bepaald (deel)onderwerp. Bijvoorbeeld over aspecten van
veiligheid, het jaarthema van NedHIS, LHV en NHG samen. We
zoeken niet alleen nieuwe mensen, maar ook nieuwe wegen en
vormen voor het bepalen van de koers met het oog op de nabije
toekomst. Al uw ideeën en suggesties zijn van harte welkom!’
! Er waren TetraHis-gebruikers aanwezig op het congres en de leverancier was er met een stand. 'We hebben kennisgemaakt. Ze willen graag meedoen, in het bijzonder met de HIS DemoDag. Maar
ze moeten eerst knopen doorhakken en een gebruikersvereniging
oprichten. Daarna kunnen ze lid worden van NedHIS.’
Veiligheid – nummer 1 op de gezamenlijke
ICT-agenda van LHV, NHG en NedHIS
‘Over één ding zijn we het eens. We stevenen af op een tweefactorenauthenticatie. Inloggen met alleen een gebruikersnaam en wachtwoord is niet veilig en te gemakkelijk te hacken. Bovendien voldoen
we daarmee niet aan de Europese wetgeving. Het moet dus anders.
Tweefactorenauthenticatie betekent een extra stap in het authenticatieproces. De meesten van u kennen dat van het elektronisch bankieren. U hebt een extra code nodig die u via een externe bron – een
token (paslezer) of uw mobiele telefoon – verkrijgt.
We gaan concrete stappen zetten. Voordat deze wijze van authenticatie kan worden ingevoerd, moeten de HISsen worden aangepast.
Omdat NedHIS de verbinding vormt met de HIS-leveranciers, bren-
gen wij hen formeel op de hoogte van deze gezamenlijke wens. We
vertellen erbij hoe urgent dit onderwerp voor ons is. Een lastige
kwestie, omdat de ontwikkelagenda's altijd vol zijn en er bij de meeste HISsen nog veel mooie ideeën en wensen op de plank liggen… De
concrete uitwerking per HIS is een zaak van de HIS-leveranciers in
samenspraak met de gebruikersverenigingen en pakketcommissies’,
aldus Adriaan Mol.
Ondertussen werkt Tjeerd van Althuis (NHG) verder aan de inventarisatie en analyse van de huidige stand van zaken met betrekking tot
veiligheid in de huisartsenzorg. De uitkomsten daarvan vormen de
basis voor toekomstige veiligheidsnormen.
VZVZ – nieuwe ontwikkelingen
! Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) verricht een
at random-onderzoek onder 150 huisartsen naar de opt-in-procedure. Welke vraag hebt u aan de patiënten gesteld en hoe hebt u
het antwoord daarop geregistreerd? Dezelfde vragen zijn aan de
betreffende patiënten voorgelegd, en aan hen is ook toestemming
gevraagd voor het opvragen van gegevens bij de huisartsen. Uit de
eerste uitkomsten blijkt dat de meeste huisartsen een brede vraag
hebben gesteld en de originele handtekening van de patiënt hebben bewaard, ook al was dat laatste geen vereiste van het CBP.
Het was wel het advies van VZVZ en NedHIS. Wordt vervolgd.
! Sinds begin maart is Ben Miltenburg de nieuwe bestuurder van
VZVZ, als opvolger van Edwin Velzel. Van Miltenburg heeft brede
32
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
ervaring, zowel in de ICT als in de gezondheidszorg. Adriaan Mol:
‘Een goede keuze! De afgelopen jaren was hij bestuurslid van zorgverzekeraar De Friesland. In die functie heeft hij de LSP-discussie
meegemaakt. Want De Friesland had te maken met de stichting
Gerrit. Deze regionale organisatie heeft uitdrukkelijk gekozen
voor regionaal blijven werken in combinatie met aansluiting op
het LSP.’
! De vacature van voorzitter van de Raad van Toezicht is ingevuld
door Wim Schimmel. ‘Een echt onafhankelijke buitenstaander,
maar wel een LSP-believer. Hij is consultant geweest in de ICT.
Sinds een jaar is hij directeur van de Arbo Unie, waar veiligheid
van de ICT hoog in het vaandel staat.’
Faillissement van
LHV Declaratie Direct
Eugène van Diepen ([email protected])
Het afwikkelen van het faillissement van de Stichting Beheer Derdengelden
van LHV Declaratie Direct (LDD) loopt al 4,5 jaar. De zaak dreigt zich voort te
blijven slepen. Om uit de impasse te komen doet curator A.J. Verdaas de huisartsen-debiteuren een schikkingsvoorstel van 50 procent korting op hun vastgestelde schuld als zij voor 1 juli schikken en binnen vier weken betalen. Het
geld dat de curator zo ontvangt gaat naar de crediteuren. Met deze schikking
wordt de pijn van het faillissement verdeeld, worden advocaatkosten vermeden en kan het faillissement worden afgehandeld.
Het betalingsverkeer van de declaraties van de 1668
huisartsen die bij LHV Declaratie Direct (LDD) waren
aangesloten liep via de Stichting Beheer Derdengeld
(SBD). LDD werd in 2005 opgericht en ging 15 september 2009 failliet, waardoor op 6 oktober 2009 ook
SBD failleerde. Op dat moment hadden huisartsen
declaraties voor uitgevoerde verrichtingen ingediend
waarvoor ze nog geen betaling hadden ontvangen en
Declaraties niet betaald
Zorgverzekeraars hebben te weinig declaraties betaald, stellen betrokkenen bij het faillissement, omdat declaraties niet goed zijn verwerkt. Dan
gaat het om minimaal 20 miljoen tot maximaal 80 miljoen euro aan niet
betaalde declaraties. ‘Een bedrag van 35 miljoen euro wordt het meest
genoemd’, zegt Theo van Ardenne van de LHV. Er is geen juridische grond
om deze declaraties voor uitgevoerde verrichtingen alsnog te claimen en
de vervaltermijn voor het opnieuw indienen van declaraties is inmiddels
verstreken. Een beroep op coulance van de verzekeraars leverde nul op
het rekest.
hadden huisartsen voorschotten op declaraties ontvangen die nog niet door zorgverzekeraars waren
goedgekeurd.
VORDERINGEN Het moest eerst duidelijk worden
voor welke huisartsen geld was gestort op de
derdenrekening en welke huisartsen geld hadden
ontvangen vanaf de derdenrekening. Daarvoor heeft
it-bedrijf Cerios alle 3,9 miljoen bankmutaties van
SBD opnieuw verwerkt. Door beide posten van elkaar
af te trekken werd berekend welke huisartsen geld
tegoed hebben (huisartsen-crediteuren) en welke
huisartsen moeten terugbetalen (huisartsendebiteuren). Cerios kon niet vaststellen welke
declaraties zijn ingediend, welke zijn goedgekeurd of
welke zijn afgewezen. Ook is niet duidelijk, zegt
Frank Garnier van de Vereniging van Gedupeerde
Huisartsen (VvGH), ‘waarom de een zijn declaraties
voor uitgevoerde verrichtingen wel betaald heeft
gekregen en de ander niet.’
Huisartsen-crediteuren hadden zo hun twijfels over
deze rekenwijze, waarop de curator met ze in de
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
33
Schikkingsvoorstel moet
faillissement uit impasse halen
het bestuur van de Vereniging van Gedupeerde Huisartsen.
Van links naar rechts: Willem Bax (penningmeester, lid Crediteuren Commissie), Peter van Liere
(adviserend lid Crediteuren Commissie), Frank Garnier (voorzitter); Nico Zee (secretaris), Aad Schreuders (lid)
Mooie boel is dat. Ik heb declaraties
ingediend en die heb ik betaald gekregen.
Maar ze zijn door LDD niet ingediend en nu
moet ik terugbetalen wat ik van LDD heb
gekregen. Zijn ze helemaal gek geworden?’
Parafrase van een uitspraak van een boze
debiteur
clinch ging. De Rechtbank Utrecht keurde op 18 april
2012 in een zogenaamde renvooiprocedure de
betwiste rekenmethode van de curator goed. Per
saldo had SBD 14,1 miljoen euro in kas toen het
Verrijking
Enkele huisartsen hebben erop gewezen dat er huisartsen zijn die van zorgverzekeraars en SBD meer hebben ontvangen dan de som van hun ingediende declaraties. Daarmee zouden zij zich hebben verrijkt ten koste van
huisartsen-crediteuren. De curator verzoekt deze huisartsen, die hiertoe
evenwel niet verplicht zijn, het te veel ontvangen bedrag te storten in de
boedel, op bankrekening NL34ABNA081.85.46.573, ten name van mr. A.J.
Verdaas inzake Stichting Beheer Derdengelden LHV Declaratie Direct, bij
voorkeur onder vermelding van ‘afdracht ten behoeve van huisartsen’.
34
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
bedrijf failliet ging, moesten 452 huisartsen 7,8 miljoen euro terugbetalen en hadden 1116 huisartsen
recht op 22,6 miljoen euro uit de boedel. Eind oktober
2013 had de curator in twee tranches 11,3 miljoen euro
uitbetaald aan de crediteuren. Inmiddels is de curator
ook bezig geld te innen van debiteuren. In april 2012
hebben alle debiteuren een brief ontvangen met de
hoogte van hun uitstaande schuld en de mededeling
van de curator dat hij het geld zo nodig via juridische
procedures zal innen. Deze procedure loopt nog.
ZELF OPLOSSEN ‘Dit faillissement duurt te lang,
huisartsen staan tegenover huisartsen en er was
anderhalf jaar geleden geen uitzicht op een snelle
afwikkeling’, vertelt Frank Garnier tijdens een
vergadering van de VvGH met debiteuren. Zowel
debiteuren als crediteuren voelen zich benadeeld en
willen de rekenmethode van Cerios juridisch
aanvechten. Dat levert vertraging en hoge juridische
kosten op, die uit de boedel betaald moeten worden.
De curator bereidt proefprocessen voor om dit tot de
bodem uit te zoeken.
Frank Garnier wil samen met jurist Fokke Oldenhuis
een snelle oplossing vinden. Zij hebben zorgverzekeraars benaderd met het verzoek om een deel van de
declaraties die in het faillissement van LDD in het
ongewisse zijn geraakt en nooit zijn betaald, alsnog
uit te betalen. Daarmee zouden de schulden van de
‘Je vindt dat je niets schuldig bent, en dan
doet de curator je het voorstel dat je slechts
de helft hoeft te betalen. Dat is geen winst.’
Anonieme debiteur
debiteuren betaald kunnen worden en kon het faillissement afgewikkeld worden. Zorgverzekeraars wilden
daar niet aan meewerken, ze stelden geen betaalverplichting te hebben.
‘Niets doen is geen optie. Als dit faillissement zich
voort blijft slepen, lekt het geld weg als meel uit een
lekke meelzak. De curator blijft geld kosten’, zegt
Frank Garnier. ‘Omdat niet duidelijk is waarom sommige declaraties wel zijn betaald en andere niet,
hangt het van het toeval af of je als huisarts op de
lijst met crediteuren staat, of op de lijst met debiteuren. We willen de pijn op een transparante wijze verdelen, dat is niet per se de meest eerlijke.’
SCHIKKINGSAANBOD Een petit comité,
bestaande uit jurist Theo van Ardenne van de LHV, de
Hilversumse huisarts Willem Bax van de crediteurencommissie, huisarts Frank Garnier, voorzitter van de
VvGH, de heer Helsdingen van Arag Rechtsbijstand
en Fokke Oldenhuis van de VvAA Rechtsbijstand,
kwam bij elkaar om een schikkingsaanbod voor te
bereiden. In een reeks overleggen met de crediteurencommissie, met het bestuur van de VvGH, met de
curator, waarbij nog wat randjes werden weggevijld,
werd een voorstel geformuleerd. Na een positief
advies van de crediteurencommissie en een akkoord
van de rechter-commissaris, kwam uiteindelijk het
voorstel debiteuren de helft van hun schuld, met een
minimum van 5.000 euro, kwijt te schelden. De pijn
wordt hiermee eerlijker verdeeld en er wordt
tijdwinst behaald omdat er minder of helemaal geen
juridische procedures gevoerd hoeven te worden. Dat
scheelt ook in de kosten van juristen en de curator,
die uit de boedel betaald worden.
De curator is ervan gecharmeerd dat de beroepsgroep
zelf met een oplossing komt. Volgens hem is er zowel
onder debiteuren als crediteuren een draagvlak voor
deze schikking. Crediteuren krijgen de zekerheid dat
ze op korte termijn geld ontvangen, waar zij anders
jarenlang op zouden moeten wachten en dure juridische procedures hoeven niet uit de boedel betaald te
worden. Debiteuren krijgen korting. Als eis stelt de
curator wel dat 80 procent van de debiteuren die
gezamenlijk goed zijn voor 50 procent van het uitstaande schuldbedrag de schikking voor 1 juli accepteren en binnen vier weken betalen nadat de curator
akkoord is gegaan met de aanvaarde schikking. Wie
niet voor 1 juli reageert of niet binnen vier weken
betaalt, wordt geacht niet te willen schikken en wordt
aangeslagen voor het hele schuldbedrag, inclusief
wettelijke rente op rente die dan over de periode
vanaf 3 mei 2012 wordt berekend.
Uiteindelijk is de aangeboden schikking de verantwoordelijkheid van de curator en wordt deze tussen
hem en de debiteuren gesloten. Crediteuren hebben
hierin geen stemrecht.
PROEFPROCEDURE De voorbereiding van de
proefprocedure, die noodzakelijk is geworden omdat
vier huisartsen-debiteuren al hebben aangegeven
niet te willen schikken, loopt gewoon door. Deze
dient om de rechter diepgaand te laten vaststellen of
de curator de Cerios-procedure terecht heeft
toegepast. Omdat bij de proefprocedure tegen de
debiteuren dezelfde vragen beantwoord moeten
worden als bij de renvooiprocedure van crediteuren
die de hoogte van hun claim aanvechten tegen de
curator, heeft de curator de renvooiprocedure uit
kostenoverweging gepauzeerd. Inmiddels heeft de
curator zijn dagvaarding van tachtig pagina’s
verstuurd. Advocatenkantoor Kennedy van der Laan
heeft namens de gedaagde huisarts uit Maassluis zijn
eerste verweer, de conclusie van antwoord, van
zeventig pagina’s ingediend. Volgens ingewijden kan
dit proces heel lang duren en wordt het mogelijk pas
in 2017 afgerond.
Ten minste 302 debiteuren die gezamenlijk 3,7
miljoen euro schuldig zijn moeten de schikking accepteren. Dan resten er nog maximaal
75 gerechtelijke procedures. Als alle debiteuren schikken, haalt de curator 3,5 miljoen euro
binnen en krijgen crediteuren nog 15 procent
van hun vordering uitbetaald. Vier huisartsen
hebben inmiddels de schikking verworpen.
CONCLUSIE De bal ligt nu bij de debiteuren die
voor 1 juli moeten aangeven al dan niet akkoord te
gaan met het schikkingsvoorstel van de curator.
Daarna zal de curator reageren en moeten de artsen
binnen vier weken betalen. Wellicht dat de crediteuren van de curator dit jaar nog een mooie kerstuitbetaling krijgen. 3
‘We hebben allemaal nota’s ingediend en ervoor gewerkt. Bij de een zijn
de nota’s wel betaald, bij de ander niet. Het is niet duidelijk waarom.’
Frank Garnier (VvGH)
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
35
Dr. Paul Höppener-prijs 2014
‘Automatisering kan data ontsluiten’
Gerda Mensink ([email protected])
‘Een grote eer. Met deze prijs verkeer ik in goed gezelschap als ik kijk naar het rijtje illustere
voorgangers. Zij hebben stuk voor stuk veel betekend voor de automatisering in de huisartsgeneeskunde. Ieder was dienstbaar vanuit zijn of haar eigen invalshoek: technisch, inhoudelijk of bestuurlijk.’
Jos Boesten, huisarts in het Zuid-Limburgse Elsloo, is de blij verraste winnaar van
de dr. Paul Höppener-prijs 2014. Juryvoorzitter Wim Jongejan prijst vooral zijn bevlogen inzet voor
het zorgvuldig registreren. Jos was al overtuigd van het nut daarvan, lang voordat er sprake was
van EGR (episodegericht registreren) en ADEPD (adequate dossiervorming met het elektronisch
patiëntdossier). En niet te vergeten: ‘Dankzij Jos heeft MicroHIS een prachtige EGR-module.’
Jos Boesten studeerde geneeskunde in Maastricht. ‘Ik
had een soort natuurlijke affiniteit met automatisering. Al tijdens mijn studie leerde ik programmeren en
deed ik een onderzoekje op de Spoedeisende Hulp
met behulp van een Commodore 64 (met een werkgeheugen van 64 Kb, waarvan 37 Kb vrije ruimte voor de
MicroHIS en dr. Paul Höppener
De bakermat van MicroHIS is Zuid-Limburg. Huisarts Paul Höppener
stond samen met zijn collega's Geert-Jan van Schendel en Frank
Guldemond, en psycholoog Ton Burgemeester aan de wieg van dat HIS.
Deze vier mannen trokken dertig jaar geleden in een busje door het
land om MicroHIS te demonstreren. Zij zagen al vroeg het belang van
automatisering voor de huisartsgeneeskunde in. Dat was toen beslist
nog geen gelopen race. In 1985 hebben zij OrgHis opgericht, de gebruikersvereniging van MicroHIS en voorloper van Orego. Jos Boesten is de
zeventiende winnaar van de Paul Höppener-prijs. Paul Höppener zelf
was de eerste. Hij kreeg de prijs in 1990. In dat jaar promoveerde hij op
een baanbrekend onderzoek naar de betekenis van automatisering in de
huisartsgeneeskunde. Toen al wees hij op de mogelijkheden van kwaliteitsbevordering, medicatiebewaking, overzicht in het patiëntdossier,
wetenschappelijk onderzoek en gegevens die de patiënt volgen.
36
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
gebruiker). Het werd me al vroeg duidelijk dat automatisering veel mogelijkheden bood voor ons vak.’
GROEN SCHERM ‘Als huisarts heb ik nog net met
de groene kaart gewerkt. Huisartsen gebruikten in de
beginperiode hun HIS vooral voor administratieve
doeleinden. De medische zaken werden achter elkaar
genoteerd, zoals ze gewend waren op de groene
kaart. Het eerste HIS was daar een elektronische
kopie van, met dezelfde lay-out en zelfs een groen
scherm. Dat voegde dus niets toe. Op die manier
bleven de data ontoegankelijk, terwijl automatisering
juist data kan ontsluiten. De kern is goed en
gestructureerd registreren, dat wil zeggen gegevens
op de juiste plek opslaan, en vooral dubbel noteren
oftewel data-redundancy voorkomen. Episodegericht
werken is daarvan een belangrijk onderdeel. Dat biedt
huisartsen overzicht en inzicht in wat er met een
persoon allemaal aan de hand is.’
REGISTRATIENET HUISARTSPRAKTIJKEN Jos is
sinds 1987 huisarts. De duopraktijk van toen is
uitgegroeid tot een groepspraktijk met vier parttimehuisartsen. Drie van hen zijn verbonden aan de
vakgroep Huisartsgeneeskunde van Universiteit
Maastricht. Jos ook, sinds 1996, als wetenschappelijk
een episode. Niet alleen met het oog op wetenschappelijk onderzoek, maar ook in het belang van de
praktijk van de zorg. Vooral voor de samenwerking,
want als je relevante medische gegevens van een
patiënt wilt communiceren – binnen de eigen
praktijk, in een verwijsbrief of via de professionele
samenvatting voor de huisartsenpost –, moet je ze
wel op de juiste manier vastleggen.’
Foto: Wouter Scheen
KWALITEITSSLAG ‘De laatste jaren zitten het
registreren en coderen in de lift, dankzij de variabiliseringsgelden. Een verfoeilijke methode, die inhoudelijk veel heeft opgeleverd. Het is gewoon een sigaar
uit eigen doos. Huisartsen moeten geld inleveren en
vervolgens kunnen ze dat weer terugverdienen door
te voldoen aan de gestelde eisen. De afgelopen twee
jaar ging dat over de kennis en praktijk van ADEPD.
Daardoor zijn steeds meer huisartsen genereuzer
gaan coderen en registreren. En het loopt door. Dit
jaar ligt de nadruk onder meer op de probleemstatus
van episodes. Dat betekent opnieuw een kwaliteitsslag.’
Jos Boesten met de oorkonde
onderzoeker en als datacoördinator van het
RegistratieNet Huisartspraktijken (RNH). In die
laatste functie volgde hij Geert-Jan van Schendel op,
na diens onverwachte overlijden. Geert-Jan was een
van de pioniers in de HIS-wereld. ‘Het RNH verzamelt
gegevens uit de HISsen ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en het medisch onderwijs. Als
een onderzoeker voor zijn werk een bepaalde
categorie patiënten nodig heeft, dient het RNH als
steekproefkader. Op basis van de door huisartsen in
hun HISsen ingevoerde gegevens kunnen patiënten
worden geselecteerd. Ook daarvoor is het noodzakelijk dat er goed geregistreerd en gecodeerd wordt. We
hebben als RNH ook veel aandacht besteed aan het
wel of niet toekennen van een probleemstatus aan
PAKKETCOMMISSIE Jos is van meet af aan een
actieve HIS-gebruiker. Dat hing ook samen met zijn
functie bij het RNH. Als datacoördinator vervult hij
een brugfunctie tussen de huisartsenpraktijken die
gegevens leveren aan het RNH en de academische
onderzoekers, ook als inhoudelijke expert van de
HISsen. ‘Ik leg de nadruk op wat er allemaal kan in
een HIS. En er kan veel meer dan de meeste huisartsen weten. Het overgrote deel gebruikt slechts 10
tot 20 procent van de functionaliteiten van hun HIS.’
Samen met collega Bem Bruls uit Hoensbroek vertegenwoordigt Jos de Limburgse MicroHIS-gebruikers in
de pakketcommissie van gebruikersvereniging Orego.
‘Wij fungeren enerzijds als klankbordgroep voor de
leverancier. Anderzijds brengen wij de noden en wensen van de gebruikers over aan CSC. En mijn ervaring
is dat we worden gehoord!’
De dr. Paul Höppener-prijs is voor Jos geen reden om
achterover te gaan leunen. ‘In tegendeel. Ik vind het
meewerken aan het verbeteren en promoten van ons
HIS een van de leuke kanten van mijn vak. Voor mij
speelt het HIS vakinhoudelijk een essentiële rol.
Zonder dat zou ik mijn vak niet kunnen uitoefenen
zoals ik wil en nu doe.’ 3
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
37
Tips & Trucs
MicroHIS
Clusters van meetwaarden
samenstellen in MicroHIS
In het vorige nummer van SynthesHis (maart
2014;1) werd aandacht besteed aan het zelf
samenstellen van een cluster van bepalingen. In MicroHIS heet zo'n cluster een
Onderzoek (met hoofdletter). Dergelijke
Onderzoeken zijn te vinden in het gelijknamige scherm, met als schermcode
PRE_M_10. U vindt dit scherm via de knop
‘Onderzoeken’, die op diverse plaatsen aanwezig is bij een geselecteerde patiënt.
Uw systeem bevat verschillende kant-enklare Onderzoeken. Met het programma
Prodigmo kunt u daarnaast ‘prefab’ clusters
van bepalingen voor onder andere diabetes
mellitus, COPD, astma en CVRM snel importeren. Het blijft echter confectiewerk. Er
kunnen bepalingen in zitten waarin u niet
bent geïnteresseerd. U kunt echter gemakkelijk zelf een cluster van bepalingen componeren.
VOORWERK U moet alleen zelf bedenken
welke bepalingen u bij elkaar in een cluster
wilt hebben. Voor dit artikel bedacht ik een
cluster ‘tensie en pols’, met daarin de systolische en diastolische bloeddruk die in de praktijk gemeten worden, en de polsfrequentie
met de diverse kenmerken van de polsslag.
Daarvoor moeten we de WCIA-codes opzoeken die bij de diverse bepalingen horen. Deze
codes zijn te achterhalen via de Codeviewer
van het NHG, die te vinden is op:
www.nhgonline.nl/viewers/labcodeviewer/.
De bestanddelen worden de systolische
bloeddruk (RRSY KA, nummer 1744), de diastolische bloeddruk (RRDI KA, nummer 1740),
38
de polsfrequentie (POLS AO, nummer 1875),
het polsritme (POLR AO, nummer 2102), de
polskwaliteit (POLQ AO, nummer 2103), de
polskracht (POLK AO, nummer 2104) en de
pols opmerkingen (POLO AO, nummer
2126). Hiermee gaat u aan de slag. Het
Onderzoek krijgt als korte naam ‘Tensie en
pols’ en als lange naam ‘Tensie en pols eigen
praktijk’. U kunt hier uiteraard uw eigen
naam of praktijknaam zetten.
ONDERZOEK MAKEN U gaat daarvoor
naar het hoofdmenu van MicroHIS X, klikt
op ‘Systeembeheer’ en dubbelklikt op de
tabel ‘Onderhoud Onderzoeken’. U komt
dan in het gelijknamige scherm TAB_M_09.
Daar klikt u op de knop ‘Nieuw’. U kunt dan
een Onderzoek een korte naam en omschrijving geven. Het volgnummer dat dit Onderzoek krijgt, wordt door MicroHIS zelf
bepaald, afhankelijk van wat er al aan
Onderzoeken in uw systeem aanwezig is. U
vult dan in de vakjes eerst een korte naam in
(15 posities), dan een lange omschrijving
(maximaal 43 posities). Daarna tikt u in het
vakje ‘Type’ met 1 positie de letter ‘D’ en laat
u in het laatste vakje het vinkje bij ‘Auto’ aan
staan. U ziet dan de volgende situatie
(figuur 1).
Met de knop ‘Meting toevoegen’ gaat u de
gekozen metingen toevoegen aan dit
Onderzoek. Na klikken op deze knop komt u
in het scherm PRE-S-11 ‘Selecteer metingen’.
Zoek in het zoekvenster van het tabblad
‘WCIA’ met de zoekterm ‘RR’ naar de bloed-
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
drukbepalingen. Dubbelklik op de bepaling
‘RRSY KA’. U zult dan zien dat die meting is
toegevoegd aan het Onderzoek. Doe daarna
hetzelfde voor de diastolische bloeddruk en
met de zoekterm ‘pols’ voor de polsslagbepalingen. Het resultaat ziet er als volgt uit
(figuur 2).
Bevalt de volgorde niet, dan kunt u met een
enkele linker muisklik een bepaling selecteren rechts boven in het scherm TAB_M_09
'Onderhoud Onderzoeken' en met de pijltjesknoppen de bepaling hoger of lager in de
rij zetten.
U sluit het scherm af door op ‘OK’ te klikken. Ga terug naar het hoofdmenu.
ONDERZOEK INVULLEN Deze zelfgemaakte cluster, die voor alle medewerkers
beschikbaar is, kunt u oproepen bij een
patiënt door bijvoorbeeld bij het invullen
van een deelcontact op de knop ’Onderzoeken’ te klikken. U klikt dan in het scherm
PRE_M_10 ‘Onderzoeken’ even rechts van
het midden op de knop ‘Nieuw Onderzoek’
Als u in het volgende schermpje even naar
beneden scrolt, ziet u het zelf gemaakte
Onderzoek ‘Tensie en pols eigen praktijk’
staan (figuur 3). Dubbelklik er op en u kunt
deze zelfgemaakte bepalingscluster gaan
invullen.
Het is echt niet moeilijk om op de beschreven wijze allerlei eigen Onderzoeken te
maken. 3
Wim J. Jongejan ([email protected])
Tips & Trucs
MicroHIS
Figuur 1.
Figuur 2.
Figuur 3.
SynthesHis juni 2014; 2 (13)
39
.............................................
NedHIS, koepel van
HIS-gebruikersverenigingen
..............................................................................................
Bestuur
#
Adriaan Mol, voorzitter
#
Frits Schueler, penningmeester
#
Ron Dingjan
#
Casper Tombrock (a.i.)
#
Kees Kanters
#
Leo van Rooijen
#
Hans van Selm
Secretariaat
Bep Otterloo
#
.............................................
Orego, vereniging van
MicroHIS-gebruikers
Atlas, vereniging van
HetHis-, MIRA- en
Promedico-gebruikers
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Website
www.orego.nl
Secretariaat en
ledenadministratie
HIS-gebruikersverenigingen
.............................................
40
071 525 67 89
071 525 67 47
[email protected]
[email protected]
..............................................................................................
Bestuur
#
Leo van Rooijen, voorzitter
#
Adriaan Mol, vicevoorzitter
#
Michiel Zwartkruis, penningmeester
#
René van Leeuwen
#
Jeroen Stroucken
#
Hanneke Tan
#
Aldert van der Vinne
#
Willem van der Linden
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Adviseur
#
Herman Levelink
[email protected]
Website
www.syntheshis.nl
020 4307777
0900 3876633
0900 3876435
030 6016620
030 6016655
030 6016655
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
..............................................................................................
Bestuur
#
Casper Tombrock (a.i.)
#
Lydia Voorkamp, secretaris
#
Piet Molenaar, penningmeester
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Website
www.omnihis.nl
OmniHis Scipio
#
OmniHis BV
.............................................
[email protected]
Bestuur
#
Kees Kanters, voorzitter
#
Frits Schueler, penningmeester
#
Pieter Vrijdag
HetHis
#
Microbais
MIRA
#
CompuGroup Medical
#
Helpdesk
#
Softwarewensen MIRA
Promedico
#
Promedico ICT BV
#
Servicedesk ASP
#
Servicedesk VDF
.............................................
Omnihis, vereniging van
OmniHis Scipio-gebruikers
06 46813881
..............................................................................................
MicroHIS
#
Healthcare Group CSC
#
Service Centre
.............................................
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
0900 6664447
[email protected]
..............................................................................................
Atlas en Orego
secretariaat en ledenadministratie
#
Secretariaat NedHIS, Bep Otterloo
OmniHis
#
OmniHis BV
Yvonne Vroom
06 468 13 881
[email protected]
0900 666 44 47
[email protected]
..............................................................................................
SynthesHis juni 2014; 2 (13)