Praktijkdocument ELZHA T2DM 2014

PRAKTIJKDOCUMENT
Diabetes Mellitus type 2
In de huisartsenpraktijk
DBC - T2DM 2014
Referenties
- ELZHA Zorgprogramma Diabetes Mellitus type 2 - 2012
- NHG standaard D.M type 2 oktober 2013
- Zorgstandaard NDF - 2007
- Protocollaire Diabeteszorg - Langerhans 2013/2014
- Landelijke Transmurale Afspraak Chronische Nierschade Huisarts en Wetenschap-november 2009
- Haagse nierenprotocol (www.haagse nieren.nl)
Opgesteld door: Stafverpleegkundigen diabetes: Elvia Carbin, Marja Rorije.
In samenwerking met Mirjam Timmermans kaderarts diabetes, stafverpleegkundige Karin Busch
Status: Definitief augustus 2014
Inhoud
1. Leeswijzer............................................................................................................................... 3
2. Inleiding.................................................................................................................................. 5
2.1 Algemeen ......................................................................................................................... 5
2.2 Praktijk op orde ................................................................................................................ 7
3.Identificatie Diabetes mellitus type 2 populatie .................................................................... 8
3.1 Diagnostiek bij Diabetes mellitus type 2.......................................................................... 9
risico-inventarisatie ............................................................................................................... 9
4. In - en exclusie ketenzorgprogramma T2DM....................................................................... 11
5 Registratie van het ketenzorgprogramma T2DM in het HIS ............................................... 12
Wijziging extractieproces 2014 ........................................................................................... 12
Registratie hoofdbehandelaar ............................................................................................. 12
Registratie controlebeleid met uitslag 'geen geregelde zorg' ............................................ 13
Registratie- parameters T2DM........................................................................................ 13
6. Declaratiecodes.................................................................................................................... 15
7. Individueel Zorgplan ............................................................................................................ 16
8. Zorgproces ........................................................................................................................... 17
8.1 Zorgproces , instellen en follow-up ............................................................................... 17
Laboratorium bepalingen .................................................................................................... 20
Oproepsysteem .................................................................................................................... 20
9. Verwijzingen......................................................................................................................... 21
Bijlage 1 : registratieprotocol Diabetes mellitus type 2 .......................................................... 27
Bijlage 2 Behandeling van de patiënt met Diabetes Mellitus Type 2 oktober 2013 ............... 32
Insulinetherapie: randvoorwaarden en taken ..................................................................... 35
Bijlage 3: Checklist educatie injecteren met insuline pen ...................................................... 37
Bijlage : 4 Dieetadvisering ...................................................................................................... 38
Bijlage 5 Verwijsformulier diëtist DBC T2DM van ELZHA ....................................................... 42
Bijlage 6 risico tabel CVRM: bron NHG .................................................................................... 43
Bijlage 7- relevante websites ................................................................................................... 45
Bijlage 8 ELZHA leefstijlmodule............................................................................................... 46
Bijlage 9 Tandheelkundige controle ........................................................................................ 47
T2DM ELZHA
Pagina 2
1. Leeswijzer
Dit praktijkdocument bestaat uit de omschrijving van de populatie Diabetes Mellitus type 2
hoe een patiënt te includeren in de ketenzorg en dit te registreren in uw HIS,
declaratiecodes, individueel zorgplan, zorgproces, verwijzen stoppen met roken, bewegen
en voeding. Dit document is bedoeld voor de huisartsenpraktijk en de bij de ketenzorg
betrokken teamleden in de huisartsenpraktijk.
De inhoud van de hoofdstukken in het kort:
Hoofdstuk 2: inleiding. De belangrijkste wijzigingen worden hier kort benoemd met
betrekking tot het extractie proces.
Hoofdstuk 3:Identificatie van populatie voor ketenzorgprogramma Diabetes Mellitus type 2
Hierin wordt omschreven dat de behandeling voor diabetes mellitus type 2 patiënten begint
na de diagnose stelling. In het kort wordt beschreven welke diagnose criteria worden
gehanteerd en welke risico factoren worden geïnventariseerd na de diagnose stelling.
Deelname (inclusie) van patiënten wordt gebaseerd op afspraken met de zorgverzekeraar
CZ voor 2014 en de NHG standaard diabetes mellitus type 2.
Hoofdstuk 4: In - en exclusie ketenzorgprogramma T2DM
Hierin worden de gehanteerde ICPC- coderingen benoemd waarmee een patiënt binnen
T2DM valt. Dit wordt inclusie genoemd. Deze zijn gebaseerd op de NHG- standaard
Diabetes mellitus type 2.
Hoofdstuk 5: Registratie van het ketenzorgprogramma T2DM in het His
Om een juiste registratie in het HIS te bevorderen is een eenduidige registratie in het HIS va
belang. In dit hoofdstuk wordt omschreven hoe u in het HIS registreert dat een patiënt
deelneemt aan de DBC T2DM. Ook leest u hierin hoe u kan aangeven wie de
hoofdbehandelaar is (huisarts/ specialist) en hoe u een patiënt kan excluderen uit de
ketenzorg. Heeft u al eerder deelgenomen aan de DBC T2DM dan is het ook zinvol dit door
te lezen Wijzigingen m.b.t. de registratie en het extractie proces worden hierin omschreven.
Hoofdstuk 6 Declaratiecodes
De declaratie van T2DM gaat aan de hand van de aangeleverde extractiedata. Indien een
patiënt geïncludeerd is in het ketenzorgprogramma T2DM dan wordt deze patiënt niet
geboekt volgens het huisarts- declaratiesysteem. Dit gebeurt in uw HIS door een declaratie
code met een nultarief aan te maken en deze code te gebruiken om een consult te
"boeken". De hiervoor benodigde codes staan in dit hoofdstuk genoemd. Een handleiding
hoe dit in te richten in uw HIS vindt u op Circularus online.nl
T2DM ELZHA
Pagina 3
Hoofdstuk 7:Individueel zorgplan
Hierin staat omschreven wat ELZHA verstaat onder een individueel zorgplan en welke
hulpmiddelen hiervoor gebruikt kunnen worden.
Hoofdstuk 8:Zorgproces
Hierin staat de grote lijn van het zorgproces omschreven en welke controles er nodig zijn. Er
wordt een onderscheid gemaakt tussen kwartaalcontroles en de jaarcontrole. Er volgt een
uitgebreide omschrijving van de benodigde onderwerpen die tijdens het consult aan de orde
behoren te komen en welke laboratoriumuitslagen hierbij nodig zijn.
Hoofdstuk 9: Fundus, stoppen met roken, voeding en bewegen
In dit deel staan de interventiemogelijkheden en verwijzingen uitgewerkt.
Bijlagen
In de bijlagen vindt u meer achtergrondinformatie over registratie van T2DM in een HIS,
behandeling van de type 2 patiënt, insuline therapie, dieetadvisering, risicotabel CVRM,
websites en de ELZHA leefstijlmodule.
T2DM ELZHA
Pagina 4
2. Inleiding
2.1 Algemeen
Hierbij ontvangt u een handleiding voor het ketenzorgprogramma van de DBC Diabetes
Mellitus type 2 (T2DM) in de huisartsenpraktijk. In deze handleiding wordt uitgelegd voor
welke patiënten dit bedoeld is, op welke wijze u dit in uw HIS moet registreren en hoe het
bijbehorende zorgproces er uitziet.
Voor meer beleidsmatige informatie over de zorgprogramma's van ELZHA, verwijzen we u
naar het Document "Zorgprogramma's ELZHA, T2DM, CVRM en COPD 2014" (in de loop van
2014 gereed).
In 2014 worden de wijzigingen conform de NHG standaard doorgevoerd. Dit
praktijkdocument is gebaseerd op de herziene NHG standaard Diabetes Mellitus type 2
oktober 2013.
Sinds het verschijnen van de laatste NHG standaard Diabetes Mellitus type 2 in 2006 deden
zich een aantal ontwikkelingen voor die van belang zijn voor de begeleiding en behandeling
van patiënten met diabetes type 2 in de huisartsenpraktijk.
Bij het ketenzorgprogramma diabetes mellitus type 2 (T2DM) in de huisartsenpraktijk
worden werkafspraken gemaakt over de taakverdeling tussen huisarts, POH
(praktijkondersteuner of diabetesverpleegkundige) en andere zorgverleners. De Huisarts
blijft eindverantwoordelijk in het zorgproces.
Het is belangrijk dat de huisarts en andere zorgverleners (o.a. diëtist, pedicure,
podotherapeut) – als een keten - met elkaar samenwerken. Wanneer alle ketenpartners een
goede samenwerking nastreven komt dit ten goede aan de kwaliteit van zorg voor de
patiënt.
Een belangrijk onderdeel van het ketenzorgprogramma is het geven van leefstijladviezen
aan de patiënten. Stoppen met roken, gezonde voeding en voldoende bewegen kan een
verbetering van kwaliteit van leven/welbevinden van de patiënt geven. Het Individueel
zorgplan speelt hierin een steeds belangrijkere rol. Het maken van goede afspraken en een
juiste registratie hiervan in uw HIS zijn hierbij nodig.
Jaarlijks worden de afspraken geëvalueerd met de zorgverzekeraars en op onderdelen
aangepast. Ook dit praktijkdocument zal jaarlijks worden bijgesteld.
Belangrijkste Voorwaarden voor nieuwe huisartsenpraktijken die met ingang van 1 januari
2014 willen deelnemen aan de DBC Diabetes Mellitus type 2 :
 Er is voldoende POH-inzet mogelijk (uren berekenen met rekentool POH1)
 Er is voldoende kennis over het zorgprogramma Diabetes mellitus type 2.
1
De rekentool is op Circularus online te vinden onder handleidingen
T2DM ELZHA
Pagina 5





Er wordt geregistreerd en geextraheerd op basis van ELZHA indicatorenset
Aanleveren indicatoren gebeurt op peildata die door ELZHA zijn vastgesteld
In- en exclusie afspraken Diabetes Mellitus type 2 zijn bekend
Scholing aangeboden door ELZHA wordt gevolgd
Actieve deelname aan multidisciplinair wijkoverleg
Voor overige voorwaarden zie Addendum DBC T2DM, CVRM en/of COPD, Behorende bij: Overeenkomst van
opdracht tussen huisarts en ELZHA Zorg B.V. , hierna te noemen: “de overeenkomst”.
T2DM ELZHA
Pagina 6
2.2 Praktijk op orde
ElZHA werkt hard aan kwaliteit van zorg, samen met u! Met ondersteuning van
gespecialiseerde verpleegkundigen is ELZHA gestart met het project Praktijk Op Orde.
Alle praktijken worden bezocht door onze stafverpleegkundigen. Met behulp van de
indicatoren rapportage die wordt gegenereerd uit de kwartaalextracties wordt er gekeken
hoe de processen binnen uw praktijk lopen. Hierover gaan zij met u in gesprek en krijgt u
advies welke verbeteracties mogelijk zijn en hoe u daarin ondersteund kunt worden door
ELZHA.
Voor vragen kunt u zich wenden tot de stafverpleegkundige van uw wijk:
Stafverpleegkundige:
Joke Bakker
[email protected]
Escamp, Laak, Voorschoten en
Segbroek
Karin Busch
[email protected]
Centrum, Leidschenveen/Ypenburg
en Leidschendam
Marja Rorije
[email protected]
Haagse Hout, Voorburg en
Wassenaar
Jacqueline keizer
[email protected]
Loosduinen, Scheveningen en
Rijswijk
T2DM ELZHA
Pagina 7
3.Identificatie Diabetes mellitus type 2 populatie
Diabetes Mellitus type 2 omvat behandeling en follow - up van de gediagnosticeerde patiënt
met diabetes mellitus type 2. ( De diagnostiek van diabetes mellitus valt buiten de DBC
afspraak)
De in en exclusie van patiënten die deelnemen aan de keten DBC T2DM zijn gebaseerd op
de NHG standaard Diabetes mellitus type 2 oktober 2013.
Het zorgprogramma start met de inclusie en registratie in het HIS voor de doelgroep T2DM.
Dit is de basis voor het extractieproces en de kwalitatieve verantwoording van de zorg. Zie
hiervoor hoofdstuk 4.
Wat betekent DBC?
Integrale bekostiging, voorheen bekend als functionele bekostiging, is via keten- DBC's (= Diagnose Behandel
Combinatie) een financiële prikkel voor betere/intensievere multidisciplinaire samenwerking. Het uitgangspunt is
dat er niet langer betaald wordt per verrichting, maar voor de complete behandeling. Integrale bekostiging gaat
verder uit van de zorgvraag of de aandoening van de patiënt (vraagsturing) en is niet gebaseerd op de hulpverlener
of organisatie die de zorg levert (aanbodsturing). De zorgstandaard geldt hier als minimum eis voor de te leveren
zorg. Een zorggroep spreekt met de verzekeraars een bepaald bedrag per patiënt per jaar af waarvoor de zorg aan
een bepaalde chronische doelgroep geleverd wordt.
Bij ElZHA wordt de DBC diabetes mellitus type 2 uitgevoerd in een ketenzorgprogramma.
Wat betekent ketenzorg:
Ketenzorg is een breed begrip. De Inspectie voor de Gezondheidszorg omschrijft ketenzorg als het samenhangende
geheel van zorginspanningen door verschillende zorgaanbieders bij één lijder aan een bepaalde ziekte. Bij
ketenzorg treedt één zorgaanbieder op als hoofdcontractant naar de verzekeraar.
Dit is meestal de zorggroep, in dit geval ELZHA. De gecontracteerde zorgaanbieder (huisarts, diëtist,
podotherapeut) wordt dan gekwalificeerd als "onderaannemer" waarmee ELZHA op haar beurt contracten afsluit.
www.elzha.nl
T2DM ELZHA
Pagina 8
3.1 Diagnostiek bij Diabetes mellitus type 2
De diagnostiek van diabetes mellitus gaat conform de NHG standaard. De
samenvattingskaart M01, diabetes mellitus type 2, 2013, beschrijft de richtlijnen diagnostiek
en beleid. )
De huisarts bepaalt de (bij voorkeur nuchtere) bloedglucosewaarde bij mensen met
klachten of aandoeningen die het gevolg kunnen zijn van diabetes mellitus, zoals dorst,
polyurie, vermagering, pruritus vulvae op oudere leeftijd, recidiverende urineweginfecties
en balanitis, mononeuropathie, neurogene pijnen en sensibiliteitsstoornissen.
Daarnaast geldt het advies in het kader van een spreekuurbezoek 3-jaarlijks de
bloedglucosewaarde te bepalen bij personen ouder dan 45 jaar:








met een BMI ≥ 27 kg/m2;
met diabetes mellitus type 2 bij ouders, broers of zussen;
met hypertensie (Systolische bloeddruk > 140 mmHg of behandeling voor hypertensie);
met vetstofwisselingsstoornissen (HDL-cholesterol ≤ 0,90 mmol/l, triglyceriden > 2,8
mmol/l);
met (verhoogd risico op) hart- en vaatziekten (zie de NHG-Standaard Cardiovasculair
risicomanagement);
van Turkse, Marokkaanse of Surinaamse afkomst;
voor mensen van Hindoestaanse afkomst geldt hetzelfde advies maar wordt een
leeftijdsgrens van 35 jaar aangehouden.
Vrouwen die zwangerschapsdiabetes doormaakten worden gedurende de
daaropvolgende vijf jaar jaarlijks opgeroepen voor een nuchtere glucosebepaling, daarna
om de drie jaar.
Stel diagnose Diabetes Mellitus bij:
2 nuchtere plasmaglucosewaarden ≥ 7,0 mmol/l op 2 verschillende dagen;nuchtere
plasmaglucosewaarde ≥ 7,0 mmol/l of willekeurige plasmaglucosewaarde ≥ 11,1 mmol/l
in combinatie met klachten passend bij hyperglycaemie.
Diagnostiek valt buiten een DBC afspraak. De start voor de beschrijving van zorgprogramma
start met de inclusie , registratie in het HIS voor de doelgroep T2DM. Dit is de basis voor het
extractieproces en de kwalitatieve verantwoording van de zorg.
risico-inventarisatie
Inventariseer cardiovasculaire pathologie: myocardinfarct, angina pectoris, hartfalen, CVA,
TIA, PAV. Vraag naar hart- en vaatziekten bij ouders, broers of zussen vóór het 65e
levensjaar, en naar roken, mate van lichamelijke activiteit, voedingsgewoonten waaronder
alcoholgebruik. Bepaal de BMI en de bloeddruk .Bepaal HbA1c, nuchter lipidenspectrum,
creatinine (ter schatting van de eGFR), albumine/creatinine-ratio of de
albumineconcentratie in de eerste ochtendurine.
T2DM ELZHA
Pagina 9




Verricht bij patiënten < 65 jaar met eGFR 45-60 ml/min/1,73m2 of bij patiënten > 65 jaar
met eGFR 30-45 ml/min/1,73m2 een urinesediment en bepaal Hb, kalium, calcium, fosfaat,
PTH, serumalbumine en albuminurie.
Bij aanwijzingen voor een postrenale obstructie en cystenieren kan de huisarts echografie
aanvragen (zie LTA Diabetes Mellitus type 2 en LTA chronische nierschade).
Screen binnen 3 maanden na diagnose via digitale fundusfotografie op diabetische
retinopathie.
Verricht voetonderzoek: let op kleur, standsafwijkingen, drukplekken of eelt, ulcera en
amputaties; verricht sensibiliteitsonderzoek met monofilament en palpeer de
voetarteriën.
T2DM ELZHA
Pagina 10
4. In - en exclusie ketenzorgprogramma T2DM
Inclusie:
Inclusie van patiënten wordt gebaseerd op de NHG standaard Diabetes mellitus type 2. Dit
betekent dat een gediagnosticeerde Diabetes mellitus patiënt type 2 met de huisarts als
hoofdbehandelaar geïncludeerd kan worden in het ketenzorgprogramma T2DM. Dit gebeurt
met de volgende kenmerken:
- ICPC codering : T90.02
- Huisarts hoofdbehandelaar
- Controle beleid : een tot meerdere malen per jaar
Exclusie:
1. Behandeling Diabetes mellitus type 2 in de tweede lijn (specialist is hoofdbehandelaar)
2. Opname in verpleeghuis ( controlebeleid geen geregelde zorg)
3. Ernstige comorbiditeit waarbij geregelde zorg niet mogelijk of gewenst is (controle beleid
geen geregelde zorg)
4. Andere oorzaak/ oordeel huisarts (controle beleid geen geregelde zorg)
5. Patiënt wil niet (controle beleid geen geregelde zorg)
Wat betekent inclusie en exclusie?
Inclusie: de patiënt wordt opgenomen in de ketenzorg T2DM
Exclusie: de patiënt wordt niet opgenomen in de ketenzorg T2DM
T2DM ELZHA
Pagina 11
5 Registratie van het ketenzorgprogramma T2DM in het HIS
Als u deelneemt aan het ketenzorgprogramma T2DM, worden ieder kwartaal de benodigde
gegevens van de behandelde patiënten doorgegeven aan de zorggroep voor uitbetaling en
kwaliteitscontrole. Dit gebeurt via Circularus online (www.circularus-online.nl) Het
doorgeven van deze gegevens wordt het extractieproces genoemd.
Wijziging extractieproces 2014
Vanaf 1 januari 2014 wordt conform de NHG standaard de diabetes populatie
geëxtraheerd op basis van de ICPC codering T90.02 in combinatie met de registratie van
de hoofdbehandelaar. In 2013 werd er op de ruiter geëxtraheerd. Deze wijziging vindt
plaats conform de NHG standaard voor extracties. Het extraheren op alleen ICPC codering
is echter niet voor alle HISSEN mogelijk. Hieronder volgt een overzicht voor welke HIS op
ruiter of op ICPC wordt geëxtraheerd.
Inclusie ketenzorg
T2DM 2014
SCIPIO
MicroHIS
Medicom
Pro medico
Zorgdossier
Tetra HIS
Mira
Ruiter
2014
ruiter
ICPC
Hoofdbehandelaar
ICPC
ICPC
ICPC
Hoofdbehandelaar Huisarts
Hoofdbehandelaar Huisarts
Hoofdbehandelaar Huisarts
Hoofdbehandelaar Huisarts
Hoofdbehandelaar Huisarts
Hoofdbehandelaar Huisarts
Hoofdbehandelaar Huisarts
ruiter
Label diab
ICPC
ruiter
Voor het includeren in de ketenzorg is registratie van ICPC met hoofdbehandelaar (als
diagnostische bepaling) noodzakelijk. Dit betekent dat de registratie van hoofdbehandelaar
regelmatig gecontroleerd moet worden en bij wijzigingen aangepast dient te worden.
Let op: voor praktijken die in 2013 al deelnamen aan de DBC T2DM is dit een wijziging in de
registratie.
Naast deze registratie kan er op praktijkniveau worden gekozen om de ruiters te blijven
gebruiken naast de benodigde registratie van controle beleid en hoofdbehandelaar.
Registratie hoofdbehandelaar
De registratie van de hoofdbehandelaar kunt u in het protocol/onderzoek registreren of als
labuitslag. Zowel de hoofdbehandelaar als het controlebeleid wordt in elk nieuw geopend
protocol/onderzoek gevraagd en zijn belangrijk in te vullen. Wanneer het controlebeleid 1
jaar niet is ingevuld wordt dit niet meegenomen in de extractie. Dit geldt ook voor de code
‘’geen geregelde zorg’’.
T2DM ELZHA
Pagina 12
Huisarts hoofdbehandelaar opgenomen in de DBC:
ICPC T90.02 met registratie hoofdbehandelaar: keuze huisarts (labcode DMHB TZ ) zorgt
voor inclusie in de ketenzorg .
Specialist hoofdbehandelaar, valt buiten de DBC:
ICPC T90.02 met registratie hoofdbehandelaar: keuze specialist (labcode DMHB TZ) zorgt
voor exclusie in de ketenzorg.
Registratie controlebeleid met uitslag 'geen geregelde zorg'
Indien de patiënt de huisarts als hoofdbehandelaar heeft maar niet gecontroleerd wordt
conform de ketenzorg afspraken dan wordt dit middels de labuitslag (diagnostische
bepaling) controlebeleid DM (labcode DMCB TZ) geregistreerd met de uitslag geen
geregelde zorg.
Daarnaast kan ook de reden van exclusie geregistreerd worden met de labcode DMRZ TZ;
(reden geen geregelde zorg) met als uitslag patiënt wil niet, op initiatief arts of overig.
Let op: het is geen verplichting om de patiënt met de code controle beleid geen geregelde
zorg te registreren. Het registreren van de patiënt met "Controle beleid geen geregelde
zorg" heeft invloed op de rapportage van de proces indicatoren. De patiënten die u als
zodanig registreert worden in de indicatoren rapportage apart benoemd, evenals de
patiënten die in de 2e lijn behandelt worden. Deze patiënten tellen dan niet mee in de
berekening van de streefwaarden. Conform afspraken met de zorgverzekeraar en ELZHA
wordt voor deze groep patiënten een apart tarief gehanteerd.
Voor patiënten die niet op controle komen, worden door de huisartsenpraktijk de volgende
acties verricht:
1. Patiënt krijgt brief met het verzoek om contact op te nemen met de praktijk voor het
maken van een afspraak.
2. Patiënt krijgt 2e herinneringsbrief met verzoek om contact op te nemen (<1 maand
na actie punt 1).
3. Patiënt wordt minimaal 2 x gebeld op verschillende dagen (<1 maand na actie punt
2).
4. Patiënt ontvangt een brief waarin staat dat er niet meer actief opgeroepen gaat
worden (<1 maand na actie punt 3).
Registratie- parameters T2DM
Goede registratie van zorg is van groot belang. Door een juiste registratie te hanteren
worden de gegevens uit uw HIS goed geëxtraheerd en gerapporteerd. Ook zijn de cijfers
(indicatorenrapportage) van uw praktijk daardoor te vergelijken met andere collega's
binnen ELZHA. De registratie van gegevens in uw HIS gebeurt door middel van coderingen
als NHG- labcode, ICPC- code of ATC- code.
T2DM ELZHA
Pagina 13
De verantwoordelijkheid van een juiste registratie in een huisarts- informatiesysteem ligt bij
de huisartsen en de praktijkondersteuner. Vanuit ELZHA wordt aangegeven welke gegevens
geregistreerd dienen worden voor de DBC T2DM. Zie hiervoor de bijlage 1:
registratieprotocol T2DM.
T2DM ELZHA
Pagina 14
6. Declaratiecodes
Het Huisartsinformatiesysteem (HIS) dient te zijn voorzien van declaratiecodes voor de
T2DM keten, met zogenaamde nultarieven. Dit betekent dat ieder T2DM consult middels
een van deze codes wordt afgeboekt. (er vindt dan geen facturatie plaats naar de
zorgverzekeraar, facturatie gaat via ELZHA) . Een handleiding hoe dit in uw HIS in te richten
vindt u op Circularus online.nl
Om onduidelijkheden in de registratie in de toekomst te voorkomen is er voor gekozen om
alle declaratiecodes uniform toe te passen dit houdt in dat de volgende codes voor T2DM
gehanteerd worden:
Declaratiecodes T2DM (let op deze codes gelden niet voor microhis)
XDIAE ELZHA Extra consult diabetes
XDIAJ ELZHA Jaarcontrole Diabetes
XDIAK ELZHA kwartaalcontrole diabetes
XDIAR ELZHA Recept diabetes patiënt
XDIAT ELZHA Telefonisch consult Diabetes
XDIAV ELZHA Visite Diabetes patiënt
XDIAS ELZHA Stoppen met roken
Micro his: Declaratiecodes T2DM MICROHIS ( alleen voor Micro His gebruikers)
DIAE
DIAJ
DIAK
DIAR
DIAT
DIAV
DIAS
ELZHA Extra consult diabetes
ELZHA Jaarcontrole Diabetes
ELZHA kwartaalcontrole diabetes
ELZHA Recept diabetes patiënt
ELZHA Telefonisch consult Diabetes
ELZHA Visite Diabetes patiënt
ELZHA Stoppen met roken
T2DM ELZHA
Pagina 15
7. Individueel Zorgplan
Ter ondersteuning van zelfmanagement wordt een individueel zorgplan opgesteld. In een
individueel zorgplan staat belangrijke informatie voor de patiënt zelf:
- Welke doelen voor de diabeteszorg met de patiënt zijn afgesproken
- Welke beslissingen zijn genomen voor het realiseren van deze doelen
- Welke begeleiding de patiënt krijgt
- Hoe wat en wanneer wordt gecontroleerd
- Of streefwaarden zijn bereikt en bijgesteld
- Wie uit het behandelteam verantwoordelijk is voor het overeengekomen
behandelbeleid.
Kortom: in het zorgplan staan de proceskenmerken (wie doet wat en wanneer) en de
concrete resultaten/afspraken.
Er kan gebruik gemaakt worden van een papieren of een digitale versie van een plan. Een
voorbeeld van een papieren versie is het individueel zorgplan van het Nationaal
Actieprogramma Diabetes (NAD, 2009-2013).( Dit actieprogramma werd uitgevoerd onder
regie van de Nederlandse Diabetes Federatie) Dit is via de volgende link te downloaden of
printen: Individueel Zorgplan Diabetes
Registratie in het HIS gebeurt door de afspraken te noteren in de P - regel van het journaal,
ofwel in het registratieprotocol van het HIS. Daarbij kunt u de labcode DMP TZ (WCIA nr
1651, plan aanvullende gegevens DM) gebruiken om dit te registreren.
T2DM ELZHA
Pagina 16
8. Zorgproces
Het zorgproces bestaat uit(1)identificatie, (2)diagnostiek, (3)risico-inventarisatie, (4) instellen
beleid
en (5) follow up.
1.Identificati
3.Inis
Niet-e
medicamente
2.Diagnostiek
us
stelliiden
beleid3.Instelle
n
4.beleid
Instellen
beleid
Niet-medicamenteus
Stoppen met roken
Medicamenteus
Bewegen
5.Follow UP
Voeding
Vanzelfsprekend staat de zorg voor de patiënt centraal. Dit betekent dat de patiënt zelf
actief deel neemt en onderdeel uitmaakt van het zorgproces. De behandelend huisarts
heeft de medische eindverantwoordelijkheid en de praktijkondersteuner (POH) heeft in
samenspraak met de patiënt de regie voor het zorgproces T2DM. Er wordt gewerkt met
een individueel zorgplan bij elke patiënt conform de zorgstandaard. De rol van de POH als
casemanager is verder geconcretiseerd in de samenwerkingsafspraken die daar
multidisciplinair op wijkniveau over zijn gemaakt. Identificatie en diagnose diabetes mellitus
type 2 stellen vallen buiten de DBC- afspraak T2DM.
De identificatie en de diagnostiek is in eerdere hoofdstukken al toegelicht. het zorgproces
gaat hier dan ook verder bij het instellen van het beleid.
8.1 Zorgproces , instellen en follow-up
Tijdens het eerste consult, waarbij de diagnose Diabetes Mellitus type 2 wordt gesteld door
de huisarts, wordt kort uitleg gegeven over het ziektebeeld en ook lichamelijk onderzoek
verricht. De patiënt wordt vervolgens verwezen naar de praktijkondersteuner,
praktijkverpleegkundige of diabetesverpleegkundige (POH/PVK/DVK).
Elk kwartaal komt de patiënt bij de POH/PVK/DVK en minimaal 1 x per jaar doet de huisarts
een diabetescontrole.
T2DM ELZHA
Pagina 17
Globaal is de inhoud van de consulten als in onderstaand overzicht, dit komt overeen met
de NHG-standaard Diabetes Mellitus type 2 oktober 2013.
Driemaandelijkse (kwartaalcontrole)
Dit is een korte controle waarbij het informeren naar klachten en de mate van compliance
centraal staat. Bij patiënten die zowel een goede of acceptabele nuchtere
bloedglucosewaarde/HbA1c, lipidenspectrum als bloeddruk hebben kan in principe worden
volstaan met een 6-maandelijkse controle.
Samenvattend houdt de 3 maandelijkse controle het volgende in:
* inventarisatie van klachten en verschijnselen die kunnen wijzen op hypo-of
hyperglycaemie;
* inventarisatie van compliance/ leefstijl en therapie;
* bepalen van het gewicht;dagcurve bij patiënten die insuline gebruiken en bij patiënten
met insuline bepalen van het HbA1c;
* bepalen van bloeddruk bij patiënten met hypertensie en voetonderzoek bij
risicopatiënten.
Anamnese:
- welbevinden
- klachten (opname, sociale gebeurtenissen, alert op cardiovasculaire klachten)
- hypo/hyper
- medicatie
- zelfcontrole bloedglucosewaarden
- compliance van medicatie en leefstijl
- follow up afspraken
- registratie in behandelprotocol
Lichamelijk onderzoek:
- gewicht
- BMI
- bloeddruk
- zo nodig inspectie spuitplekken
- z.n voetonderzoek (bij klachten, doorgemaakt ulcus, standsafwijkingen of neuropathie)
Jaarcontrole
Deze controle is een stuk uitgebreider dan de driemaandelijkse controle.
Van elke patiënt wordt bij de jaarcontrole een actueel beeld gevormd van zijn of haar
diabetische situatie. Er vindt een her evaluatie plaats van de streefwaarden, de behandeling
kan op deze waarden zo nodig worden aangepast.
T2DM ELZHA
Pagina 18
Anamnese:
- welbevinden
- klachten (opname, sociale gebeurtenissen, alert op cardiovasculaire klachten)
- hypo/hyper
- evalueren medicatiebeleid
- zelfcontrole bloedglucosewaarden
- extra labbepaling en/of aanvullend onderzoek
- compliance van medicatie en leefstijl
- visusproblemen
- cardiovasculaire klachten (angina pectoris, claudicatio intermittens , hartfalen, CVA/TIA)
- neuropatische klachten (sensibiliteitsverlies, pijn/tintelingen extremiteiten)
- autonome neuropathie (maagontledigingsproblemen of diarree)
- seksuele problemen (erectieproblemen, libidoverlies of verminderde lubricatie)
- cardio vasculair risicoprofiel en/of bespreken uitslagen risicofactoren
- Inspectie van de mond (let op tekenen van parodontitis). Advies twee maal per jaar
bezoek aan tandarts/ mondhygiëniste. (zie ook bijlage 9)
- evalueren ICPC/ruiters (klopt alles nog?), hoofdbehandelaar, controlebeleid
- evalueren individueel zorgplan: zelfmanagement, leefstijl, therapietrouw
- registeren in behandelprotocol
- verwijzing andere disciplines
- bespreken controleschema
- uitgifte informatiemateriaal (NHG patiëntenbrieven,
- ELZHA folders: zie bijlage 10 : informatiemateriaal
Lichamelijk onderzoek:
- gewicht
- BMI
- Bloeddruk
- Inspectie spuitplekken
- Voetonderzoek: hierbij wordt aandacht besteed aan : inspectie voeten en benen,
(standsafwijkingen, kleur druk plekken, wonden).neuropathie (reflexen, sensibiliteit en
vibratiezin, monofilamenten, voetafwijkingen), angiopathie (perifere pulsaties)
- overig onderzoek op indicatie
T2DM ELZHA
Pagina 19
Laboratorium bepalingen
Jaarcontrole
Nuchter glucose
HbA1c
Lipiden
ALAT
Kreatinine + MDRD
Urine op albumine
Natrium, Kalium
kwartaal controle
(nuchtere) glucose
HBA1c
Oproepsysteem
De mogelijkheid bestaat om patiënten te laten oproepen via Bronovo Ziekenhuis, het
HAGA Ziekenhuis, SHL., MCH of Reinier de Graaf. Patiënten worden dan in hun
geboortemaand opgeroepen. (Labkosten en oproepkosten komen ten laste van het wettelijk
eigen risico).
U kunt ook vanuit uw eigen praktijk een oproepsysteem hanteren.
T2DM ELZHA
Pagina 20
9. Verwijzingen
Fundusscreening:
Bij een nieuw gestelde diagnose vindt binnen 3 maanden een Fundus screening plaats.
Wanneer er geen sprake is van diabetische retinopathie vindt er een tweejaarlijkse
screening plaats. Wanneer de patiënt bij de oogarts in behandeling is voor een andere
oogaandoening zal bekeken moeten worden of deze ook de diabetische retinopathie heeft
beoordeeld. Wanneer dit in een brief beschreven staat zal dit tweejaarlijks in het HIS
geregistreerd moeten worden. Met de oogartsen is besproken dat zij dit ook met deze
regelmaat zullen terugrapporteren. Zo niet wordt de patiënt alsnog voor funduscontrole
verwezen.
Op www.elzha.nl vindt u de meest recente lijst met gecontracteerde aanbieders voor de
fundusscreening waarheen doorverwezen dient te worden. De oogartsen zijn
verantwoordelijk voor de kwaliteitscontrole van de optometrist en dragen zorg voor
gerichte en adequate feedback aan de optometristen.
Voetonderzoek: Podotherapeut, pedicure
Sinds 1 januari 2012 is podotherapie opgenomen in de DBC T2DM. Het gaat om eerstelijns
voetenscreening bij patiënten met T2DM. Dit betekent dat patiënten volgens protocol door
de huisarts/POH doorverwezen worden naar een (eerstelijns) podotherapeut vanaf een
Simm’s classificatie 2. Op www.elzha.nl vindt u de meest recente lijst van gecontracteerde
podotherapeuten waarheen verwezen dient te worden.
Dit protocol is door ELZHA samen met de regionale podotherapeuten opgesteld en is in
overeenstemming met de CBO richtlijn “Diabetische voet”(2006) en de NHG – standaard
Diabetes Type 2 (oktober 2013).
T2DM ELZHA
Pagina 21
Met de podotherapeuten is afgesproken dat volgens onderstaand protocol wordt
doorverwezen.
Simm’s Classificatie
Risicoprofiel
Controlefrequentie
0
Geen verlies PS* of
PAV**
1x12 maanden
Verlies PS of PAV,
zondertekenen van
lokaal verhoogde
druk
1x6maanden
Voetenscreening bij
half jaar controle
Verlies PS in
combinatie met
PAV en/of tekenen
van lokaal
verhoogde druk
1x3 maanden
Voetenscreening/
controle door
podotherapeut
Voetinspectie bij
jaarcontrole
Doorverwijzen naar
podotherapeut
Ulcus of amputatie
in
voorgeschiedenis
1x1-3 maanden
Voetenscreening/
Controle door
podotherapeut
Voetinspectie bij
Jaarcontrole
Doorverwijzen naar
podotherapeut
1
2
3
Aktie
HA/POH/PVK/DVK
Voetenscreening bij
jaarcontrole
*PS; protectieve sensibiliteit
**PAV; Perifeer arterieel vaatlijden
In 2013 is ook de pedicure met diabetes aantekening in de DBC T2DM van ELZHA
toegelaten. Op www.elzha.nl vindt u de meest recente lijst van gecontracteerde pedicures waarheen
verwezen dient te worden. Alleen patiënten met een Simm’s 1 classificatie of hoger komen voor een
vergoeding binnen de DBC in aanmerking.
Op de website van de ELZHA vindt u onder de zorgprogramma's - T2DM - verwijzen, meer
informatie. Hier vindt u onder andere de werkafspraken met pedicures en podotherapeuten; het
verwijsschema Simm's classificatie; het protocol screening diabetische voet en het verwijsformulier
voetzorg.
Verwijzing Stoppen met roken:
Roken is een belangrijke risicofactor voor hart en vaatziekten en een risicofactor voor het
ontstaan van diabetes mellitus. Stoppen met roken verlaagd het risico fors.
Stoppen met roken begeleiding kan individueel via de POH/huisarts binnen de DBC afspraak
of er kan verwezen worden naar een groepsinterventie. Voor gecontracteerde zorgverleners
raadpleeg de ELZHA website. www.elzha.nl
T2DM ELZHA
Pagina 22
Om te garanderen dat zorgverleners kwalitatieve en effectieve zorg bij stoppen met roken
aanbieden, dienen zorgverleners aan bepaalde kwaliteitscriteria te voldoen. Ook de
zorgverzekeraar heeft daarvoor criteria gesteld. Zorgverleners die aan deze criteria voldoen,
zijn opgenomen in het Kwaliteitsregister ´Stop met roken´.
(http://www.kwaliteitsregisterstopmetroken.nl).
Verwijzen voeding:
Binnen het ketenzorgprogramma van de DBC T2DM is een voedingsinterventie mogelijk
door te verwijzen naar de diëtiste. Conform de NHG standaard wordt iedere diabetespatiënt
doorverwezen naar de diëtiste. In bijlage 4 (waaronder verwijsprotocol voedingsadvies)
kunt u terugvinden op basis van welke indicaties u kunt verwijzen en volgens welke module
de patiënt dan zijn dieetadvies zal krijgen.
Verwijzing beweging:
Alle patiënten die op het spreekuur diabetes spreekuur komen krijgen het advies voldoende
te bewegen. Binnen de mogelijkheden van de patiënt betekent dit dat er minstens 5 dagen
per week een half uur matig tot intensief bewogen wordt.
Om patiënten goed te kunnen ondersteunen bij de mogelijkheden van bewegen in hun
buurt is kennis van de sociale kaart noodzakelijk.
Beweeginterventies vallen buiten het ketenzorgprogramma van de DBC T2DM. Overleg bij
verwijzing naar een fysiotherapeut met de patiënt naar de vergoedingsmogelijkheden van
de zorgverzekering van de patiënt.
Voor een beperkt aantal patiënten (afhankelijk van verzekering en wijk) is een
Leefstijlmodule beschikbaar. Zie voor meer informatie bijlage 7.
T2DM ELZHA
Pagina 23
T₂DM
Verwijsindicaties HA ↔ tweede lijn en paramedici
Arts en Zorg en ELZHA hebben gezamenlijk met de ziekenhuizen in de regio Haaglanden
(Bronovo ziekenhuis, Haga ziekenhuis, MC Haaglanden en Reinier de Graaf Groep) en de
paramedici afspraken gemaakt over door- en terugverwijzen van Diabetes Mellitus type 2
(T₂DM) patiënten. Deze afspraken zijn in onderstaand schema te lezen:
Verwijzing van huisarts naar 2e lijn en naar paramedici
Naar wie
Indicatie
Internist / diabetesteam
Absoluut:
- Alle patiënten met DM type 1
- Vrouwen met T₂DM en zwangerschapswens of al aanwezige
zwangerschap
- Instelling op insuline als de noodzakelijke randvoorwaarden
ontbreken (geen POH of DVK, of huisarts niet in staat)
- T₂DM met pomp
- Ernstige hyperglycemie en/of persisterende, of recidiverende
hyperglycemie met sufheid, coma, snelle en/of diepe
ademhaling, dehydratie, braken
- Frequent optredende hypoglycemie
- Onvoldoende herstel hypoglycemie
- Bij hypoglycemie unawareness
- Alle ernstige complicaties van voeten, ogen, nieren.
Nefroloog of internist met
nefrologische belangstelling
Voetenteam of vaatchirurg
T2DM ELZHA
Relatief:
- CVA, coronairlijden of myocardinfarct < 6 mnd geleden
- Bij onvoldoende correctie van een te hoog HbA1c en niet
bereiken streefwaarden
- Ondanks optimale therapie aanpassingen langer dan 6
maanden HbA1c > 69 mmol/mol (met in acht nemen van de
leeftijd en co-morbiditeit)
- Hypertensie niet reagerend op triple therapie, SBD > 140 mm
Hg (met in acht nemen van de leeftijd en comorbiditeit)
- T₂DM die wordt behandeld met insuline vaker dan 2x daags,
tenzij huisarts ervaring heeft
- Streefwaarde dyslipidemie niet bereikt, ondanks maximale
mono- of duotherapie (met in acht nemen van de leeftijd en
comorbiditeit)
- Pijnlijke neuropathie niet reagerend op therapie (internist of
diabetesteam!)
- Consultatie indicatie GLP1-therapie
- Consultatie indicatie bariatrische chirurgie
Verwijzing op basis protocol Screening Nierschade (feb 2011), zie
verderop bij de verwijsindicaties en www.haagsenieren.nl.
Spoedverwijzing bij diabetisch geïnfecteerd ulcus, bij tekenen
perifeer arteriaal vaatlijden, hoog-risicovoet, (verdenking) Charcotvoet.
Pagina 24
Naar wie
Fundusscreening:
Retinacamera (nonmydriatisch of mydriatisch,
twee velden per oog,
voorkeur zwart-wit met roodvrij filter).
Indicatie
Een oppervlakkig niet plantair gelegen ulcus zonder tekenen van
infectie kan de huisarts zelf behandelen. Wanneer er geen genezing
optreedt binnen 2 weken dient de patiënt alsnog verwezen te
worden naar een voetenteam.
Mydriatisch (tropicamide) of non-mydriatisch. Voorkeur nonmydriatisch i.v.m. minste ongemak voor patiënt.
Eerste screening binnen drie maanden na diagnose.
Twee-jaarlijks fundusfoto voor elke patiënt, ongeacht andere
pathologie waarvoor patiënt ook onder controle is bij oogarts. Indien
er sprake is van retinopathie jaarlijks controle. De patiënt is dan
onder controle van de oogarts.
Bij instellen op insuline: indien meest recente fundusfoto > 3 mnd
tevoren is gemaakt.
Oogarts
Diëtist 1e lijn
Podotherapeut
Pedicure met
diabetesaantekening of
medisch pedicures
T2DM ELZHA
Optometrist adviseert in digitaal verslag aan huisarts over verwijzing
naar oogarts.
Bij elke verdenking op Diabetische retinopathie.
Altijd verwijzen:
-Module 1:nieuwe T₂DM patiënt (in het 1e jaar na stellen diagnose)
-Module 3: instellen T₂DM patiënt op insuline
In overleg tussen huisarts en patiënt:
- Module 2: controle T₂DM patiënt met orale medicatie
- Module 4: controle T₂DM patiënt met insuline
- Module 5:T₂DM patiënt met gewichtsproblematiek en/of
nevendiagnose
Simm's 2: Verlies protectieve sensibiliteit in combinatie met perifeer
arterieel vaatlijden en/of tekenen van lokaal verhoogde druk.
Simm's 3: Ulcus of amputatie in voorgeschiedenis.
Simm's 1 indien patiënt niet in staat is tot zelfmanagement.
Simm's 2, onder supervisie van de podotherapeut.
Pagina 25
Terugverwijzing van internist/ diabetesteam naar de huisarts mits goed georganiseerde
zorg in 1e lijns praktijk
Terugverwijzing
Internist/diabetesteam naar
huisarts
Stabiel hbA1c of niet beter
Stabiele glucoseregulatie
Indicatie, omschrijving
-
CVA, coronairlijden of myocardinfarct > 6mnd geleden
Perifeer vaatlijden operatie > 6 maanden geleden
-
Stabiele glucoseregulatie, met HbA1c < 58 mmol/mol dalend
onder ingestelde therapie of niet beter haalbaar
Alleen orale diabetesmedicatie
-
Insuline schema ≥ 2dd
Stabiele nierfunctie
Insuline schema ≥ 2x daags, bij voldoende ervaring huisarts
-
stabiele nefropathie, alleen fysiologische achteruitgang
MDRD en stabiele proteïnurie (onafhankelijk van het MDRD)
klaring MDRD > 50 ml/ min
Gereguleerde dyslipidemie
Op streefwaarden of niet beter haalbaar
Gereguleerde hypertensie
Bloeddruk onder controle of niet beter haalbaar met maximaal 4
middelen
Procedure bij consultatie/ advies vraag:
POH vraagt advies aan huisarts
Alleen de huisarts consulteert en verwijst naar de 2e lijn en deelt deze kennis desgevraagd
met de POH. Via Zorgdomein kan de huisarts digitaal advies vragen. Antwoord volgt binnen
24 uur.
Verwijzing naar 2e lijn:
Bij verwijzing naar 2e lijn wordt dringend geadviseerd gebruik te maken van Zorgdomein.
Bij verwijzing naar de 2e lijn is het raadzaam patiënt te wijzen op gevolgen voor eigen risico.
Zorgverleners kunnen op basis van individuele patiëntenkenmerken zo nodig afwijken van
bovengenoemde richtlijn. Als van de richtlijn wordt afgeweken, is het raadzaam dit
gedocumenteerd te doen .
Bij terugverwijzing wordt binnen 10 werkdagen in brief aan huisarts vermeld: conform
regionale afspraken.
T2DM ELZHA
Pagina 26
Bijlage 1 : registratieprotocol Diabetes mellitus type 2
WCIA Bepaling nr
WCIA Memocode
Antwoord ID
Antwoordcode
ICPC T 90.02
Hoofdbehandelaar T2
DM
Registratie frequentie
Eenmalig + wijzigingen
2206
DMHB TZ
Controlebeleid
1775
DMCBTZ
Reden geen geregelde
zorg
1789
DMRZ
HBA1c
368
2816
Een
registratiewaarde
is voldoende
GLHB B
HBAC B
Een
registratiewaarde
is voldoende
Huisarts
Specialist
Overig- onbekend
1 x per jaar
2 x per jaar
3 x per jaar
4 x per jaar
Elke 2 maanden
Elke 6 weken
Elke maand
Overig
Geen geregelde zorg
48
49
212
54
422
423
301
424
425
426
210
55
Per consult
Patiënt wil niet
Controle specialist
Op initiatief arts
Overig- onbekend
58
59
60
212
Indien gewenst
Per consult
jaarlijks
WCIA Bepaling nr
Systolische/
diastolische
bloeddrukmeting 1
van onderstaande 3
methoden
Systolische /
diastolische bloeddruk
Systolische/diastolisch
e bloeddruk
thuismeting
Systolische/
diastolische 24 uurs
meting
Lipidenprofiel
Totaal cholesterol
HDL
Triglyceriden
LDL
Of LDL Direct
Cholesterol/ HDL cholesterol ratio
T2DM ELZHA
WCIA Memocode
Antwoord ID
Antwoordcode
Registratie frequentie
Per consult
1744
1740
2055
2056
RRSY KA
RRDI KA
RRSY KA MH
RRDI KA MH
2659
2660
RRGS KA MH
RRGD KA MH
192
446
1377
542
2683
181
CHOL B MT
HDL B
TRIG B
LDL B
LDLD B
CHHD B MI
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
jaarlijks
Pagina 28
WCIA Bepaling nr
WCIA Memocode
Antwoord ID
Antwoordcode
Nierfunctie ( 1 van
onderstaande 3
methoden)
MDRD (egfr,
voorkeur)
Cockcroft - Gault
Kreatinine klaring
Urine op albumine of
albumine /creatinine
ratio
Funduscontrole
Diabetische
retinopathie
T2DM ELZHA
Registratie frequentie
jaarlijks
1919
1918
524
KREM O FB
KREA O FB
KREA O MK
38
40
Een registratie is
voldoende
1638
2129
1652
1653
Een registratie is
voldoende
F83.01 (ICPC) of
1652 of
1653
ALB U
ALBK U MI
Een registratie is
voldoende
DAFU FZ
FUFO FA
DMRP FA LI
DMRP FA RE
Een registratie is
voldoende
ICPC of
DMRP FA LI of
DMRP FA RE
jaarlijks
Een maal in 24 maanden
Een maal in 24 maanden
Nee
Ja
Onduidelijk
Niet te bepalen
2
1
8
89
Pagina 29
WCIA Bepaling nr
WCIA Memocode
Antwoord ID
Antwoordcode
Registratie frequentie
1641
1642
1697
1698
1710
1711
Een registratie is
voldoende
2196
DBLO LV LI
DBLO LV RE
INSP LV LI
INSP LV RE
MOFV NS LI
MOFV NS RE
Een registratie is
voldoende
RIVU SQ
Normaal
Afwijkend
Onduidelijk
12
13
8
Jaarlijks
* Antwoord voor de 6
indicatoren mogelijk
* idem
Niet verhoogd (simm's 0)
Matig
(simm's1)
Hoog
(simm's2)
Sterk verhoogd(simm's3)
295
296
445
446
jaarlijks
Voetulcus
Roken
ICPC S 97
1739
ROOK AQ
Ja
Voorheen
Nooit
1
4
3
jaarlijks
Advies stoppen met
roken gegeven
BMI (Quetelet- index)
1814
ADMI AQ
jaarlijks
1272
QUET AQ
jaarlijks
Advies
lichaamsbeweging
gegeven
Opmerking
bijzonderheden
voedingspatroon
1816
ADLB AQ
jaarlijks
2138
2718
Een registratie is
voldoende
BYVD AA
BZVD AA
Een registratie is
voldoende
jaarlijks
Voetonderzoek
Risico voetulcera =
Simm's classificatie
T2DM ELZHA
Pagina 30
Alcoholgebruik
geregistreerd
(aanvullende
gegevens) plan DM2
Griepvaccinatie
Inschakelen zorg/
verwijzing
T2DM ELZHA
WCIA Bepaling nr
WCIA Memocode
1591
2423
Een registratie is
voldoende
1651
ALCO PQ
5SHT PQ
Een registratie is
voldoende
DMP TZ
ICPC R 44
2141
DMVW TZ
Antwoord ID
Antwoordcode
Registratie frequentie
jaarlijks
diabetesverpleegkundige
Diëtist
Internist
oogarts
Fysiotherapeut
podotherapeut
thuiszorg
Overig
216
220
218
226
221
217
219
210
Jaarlijks, wordt voorlopig gebruikt
als registratie IZP
jaarlijks
Indien nodig
Pagina 31
Bijlage 2 Behandeling van de patiënt met Diabetes Mellitus
Type 2 oktober 2013
Niet medicamenteuze adviezen: NHG Samenvattingskaart M01
* Educatie : geef informatie overT2 DM en de situaties waarin maatregelen nodig zijn.
* Niet medicamenteuze adviezen:- niet roken, voldoende lichaamsbeweging, afvallen bij
BMI>25kg/m2, gezonde voeding;verwijs naar een diëtist.
- Streefwaarden bloedglucose: nuchter 4,5 tot 8 mmol/l; 2 uur post prandiaal <9mmol/l
- HbA1c-streefwaarde: zie (schema)
Medicamenteuze therapie:
Stap 1
Start met metformine.
Stap 2
Voeg een sulfonylureumderivaat aan metformine toe.*
Stap 3
Voeg NPH-insuline eenmaal daags toe aan orale bloedglucoseverlagende middelen.†
Indien één van bovenstaande middelen (metformine, sulfonylureumderivaat, insuline) op
bezwaren (bijwerkingen, contra-indicaties) stuit, dan dienen eerst de andere twee
genoemde middelen uit het stappenplan te worden ingezet. Blijven er daarna desondanks
dwingende redenen bestaan om één van de overige middelen voor te schrijven, dan kunnen
bij het maken van de keuze de gegevens in de
tabel : “Beknopte weergave kenmerken overige middelen”worden gebruikt.
* Van de sulfonylureumderivaten gaat de voorkeur uit naar gliclazide
Toelichting stappenplan:
* verhoog de dosering elke twee tot vier weken. Ga naar volgende stap als dosisverhoging
niet meer
mogelijk is ( door bijwerkingen of bereiken van maximale dagdosis)
* bij bijwerkingen van of contra-indicaties voor een van de middelen uit het stappenplan
dienen eerst de andere 2 genoemde middelen uit het stappenplan te worden ingezet.
Onderstaand schema kan hierbij als hulpmiddel dienen [kader] .
Min./max.
dagdosering
Doserings- en gebruiksadvies
Tablet 500/850/1000
Metformine
mg
500-3000 mg
1-3 dd bij maaltijd innemen .zie voor
dosering bij afwijkende nierfunctiewww.haagsenieren.nl
Tablet (mga) 80 mg
Tablet (mga)* 30 mg
Gliclazide(SUderivaat)
80-240 mg30120 mg
Tablet 80 mg: 1-3 dd bij maaltijd
innemen. Tablet 30 mg: 1 dd bij ontbijt
innemen
Glimepiride
(SUDerivaat)
1-6mg
1 dd voor of tijdens ontbijt- dit middel
verdient geen voorkeur
Tolbutamide
(SUDerivaat)
500-2000mg
1-2 dd bij maaltijd innemen
Preparaat
Tablet 1/2/3/4/6mg
Tablet 500/1000mg
Stofnaam
Doseringen van de orale bloedglucoseverlagende middelen uit het stappenplan
* 1 tablet 80 mg gliclazide mga (kortwerkend) komt overeen met 1 tablet 30 mg gliclazide mga
(langwerkend)
T2DM ELZHA
Pagina 33
Beknopte weergave kenmerken overige middelen
HbA1cdaling t.o.v.
placebo
Kans op
hypoglykemieën
Effect op
gewicht
Langetermijnveiligheid Kosten
Repaglinide
11
mmol/mol
Gering
Duidelijke
toename
Goed
Goedkoop
Acarbose
8-9
Mmol/mol
Geen
Geen
Goed
Goedkoop
DPP-4remmers
7-9
mmol/mol
Geen
Geringe
toename
Onbekend
Duur
GLP-1analogen
11
mmol/mol
Geen
Afname
Onbekend
Duur
Pioglitazon
9-11
mmol/mol
Geen
Duidelijke
toename
Slecht
Goedkoop
Metformine en vitamine B12
Behandeling met metformine is geassocieerd met een verhoogd risico op vitamine B12
deficiëntie.
Op basis van de huidige literatuur is geen goed advies te geven aangaande de noodzaak van
het controleren van de vitamine B12 spiegel bij metformine gebruik.
Veelal verloopt een vitamine B12 deficiëntie asymptomatisch. Er bestaan echter teveel
onduidelijkheden en vragen rondom screening op vitamine B12 deficiëntie bij metformine
gebruikers. Het belangrijkste is echter dat er geen bewijs is dat screenen op vitamine B12
deficiëntie bij metformine gebruikers leidt tot gezondheidswinst, noch dat het kosten
effectief is.
T2DM ELZHA
Pagina 34
Insulinetherapie: randvoorwaarden en taken
Insulinetherapie kan in de eerste lijn verantwoord worden toegepast, mits de hulpverleners
specifiek deskundig zijn en goede afspraken maken over taakverdeling en samenwerking.
Hierbij moet de continuïteit en 24-uurs bereikbaarheid van zorgverleners gegarandeerd zijn.
Bij het maken van een keuze zijn de volgende factoren van belang: de mate van HbA 1cdaling, het risico op hypoglykemieën, eventuele gewichtstoename, veiligheid op langere
termijn en het kostenaspect.





Huisarts: stelt indicatie, delegeert en superviseert, is eindverantwoordelijk.
POH/PVK/DVK: geeft educatie (leefstijladviezen, hypo- en hyperglykemie), instructie
zelfmeting bloedglucose (maken en documenteren vierpuntsdagcurven), gebruik
insulinepen en zelfaanpassing insulinedosering (mits de patiënt daartoe in staat is),
past insulinedosering aan (protocol), doet periodieke controles.
Diëtist: geeft voedings- en leefstijlvoorlichting passend bij insulinegebruik.
Internist (of kaderhuisarts): is beschikbaar voor (telefonische) consultatie en
verwijzing, verwijst terug zodra een zo goed mogelijk behandelingsresultaat is
bereikt en de huisarts de ingestelde behandeling en controles kan voortzetten, of
volgens tevoren gemaakte ketenzorgafspraken (zie Consultatie en verwijzing).
Bij mogelijk langdurig bestaande sterk verhoogd bloedglucosewaarden ( HbA1c >85
mmol/mol) moet de huisarts vóór eventuele instelling op insuline op de hoogte zijn
van reeds aanwezige retinopathie en deze zo nodig laten behandelen.
Eenmaal daags insuline toevoegen aan orale bloedglucoseverlagende middelen
* Start met 10 E NPH insuline tussen avondeten en bedtijd.
* Bepaal dagelijks de nuchtere glucose en pas bij (herhaald) verhoogde nuchtere
bloedglucosewaarde
zo nodig elke 2 tot 3 dagen de insulinedosering aan tot een waarde van 4,5 tot 8 mmol.
Bij nachtelijke hypoglykemieën kan worden overgestapt op een langwerkend analoog .
Tweemaal daags mixinsuline
*Neem 80% van de totale dagdosis insuline tijdens het eenmaal daagse regime en verdeel
deze
hoeveelheid: tweederde van het aantal E vóór het ontbijt en een derde van het aantal E
vóór het
avondeten.
* Pas de dosering aan tot de nuchtere bloedglucose 4,5 tot 8 mmol/l en postprandiale
glucose <10
mmol/l
Basaalbolusregime
* Neem 80% van de totale dagdosis insuline en verdeel deze hoeveelheid in 3 maal 20%
kortwerkende
insuline vóór de maaltijden en 1 maal 40% (middel)langwerkende insuline voor de nacht
(bij
omzetting naar 4 maal daags basaalbolusregime);
* Pas de dosering aan tot een nuchtere bloedglucose 4,5 tot 8 mmol/l en postprandiale
T2DM ELZHA
Pagina 35
glucose <10 mmol/l
Bij kwetsbare ouderen en mensen met een verkorte levensverwachting met diabetes
mellitus type 2 is het belangrijkste doel van de glykemische regulering het voorkómen van
symptomatische hypo- of hyperglykemieën. Er is geen bewijs dat intensieve glykemische
behandeling bij kwetsbare ouderen met diabetes mellitus type 2 zinvol is. Bovendien
verhoogt dit het risico op hypoglykemieën.
T2DM ELZHA
Pagina 36
Bijlage 3: Checklist educatie injecteren met insuline pen.
T2DM ELZHA
Pagina 37
Bijlage : 4 Dieetadvisering
Voor dieetadvisering dienen T2DM patiënten naar een van de diëtisten doorverwezen te
worden waarmee ELZHA een overeenkomst heeft gesloten. Belangrijk bij de verwijzing is dat
de huisarts/POH aangeeft in welke module de patiënt valt.
Verwijzing gaat volgens het hieronder beschreven verwijsprotocol voedingsadvies
Daarnaast is voor de declaratie van de diëtist bij de ELZHA belangrijk dat de patiënt juist
geïncludeerd is in de DBC T2DM Voor de meest recente lijst van gecontracteerde diëtisten zie www.elzha.nl. In deze
paragraaf staat verder vermeld welke richtlijnen de diëtist hanteert tijdens de behandeling
van de verschillende soorten T2DM patiënten. De dieetadvisering wordt door de diëtist
gegeven volgens de meest recente “NDF Voedingsrichtlijnen bij diabetes”.
Verwijsprotocol voedingsadvies binnen ketenzorgprogramma diabetes mellitus type 2
ELZHA
Stel periodiek ( minimaal één keer per jaar) multidisciplinair overleg (MDO) in waarbij
huisarts(en), praktijkondersteuner(s) en diëtist(en) o.a. het volgende bespreken:
- dit protocol en de bijbehorende uitwerkingen per module;
- werkafspraken:
o wie heeft welke competenties?
o wie doet wat in lokale setting?
- verbeterafspraken voor komende periode;
- eventueel kan MDO uitgebreid worden met casuïstiek/patiëntenbespreking.
Verwijzingsactiviteiten huisarts (HA) - POH - diëtist
Activiteit
Toelichting
HA verwijst na
stellen van diagnose
T2DM door naar
POH.
De diagnose diabetes mellitus mag worden gesteld
bij:
- 2 nuchtere plasmaglucosewaarden ≥ 7,0 mmol/l
op 2 verschillende dagen;
- nuchtere plasmaglucosewaarde ≥ 7,0 mmol/l of
willekeurige plasmaglucosewaarde ≥ 11,1 mmol/l
in combinatie met klachten passend bij
hyperglykemie.
Module waarin
patiënt valt
Patiënt wordt binnen 2 weken door POH gezien
T2DM ELZHA
Pagina 38
Activiteit
Toelichting
Module waarin
patiënt valt
POH verwijst naar diëtist. Patiënt wordt binnen 2
weken door diëtist gezien. Bij voorkeur benadert
diëtist patiënt voor 1e afspraak.
Module 1
Wanneer T2DM
patiënt overgaat
van orale medicatie
naar insuline
POH verwijst naar diëtist. Diëtist benadert bij
voorkeur patiënt voor 1e afspraak.
Patiënt wordt bij voorkeur gezien door diëtist vóór
dat met insuline gestart wordt.
Module 3
In bijzondere
situaties:
T2DM patiënt met gewichtsproblematiek:
- te hoog gewicht BMI >30 kg/m2 en/of
middelomtrek>102 cm voor mannen en voor
vrouwen >88 cm
- te laag gewicht BMI < 20 kg/m2
Module 5
T2DM patiënt met een nevendiagnose waardoor
dieetadvies geïndiceerd is. Nevendiagnosen zijn
aandoeningen die naast de hoofddiagnose
aanwezig zijn of zich tijdens de
begeleiding/behandeling ontwikkelen en die een
impact hebben op de patiëntenzorg en daarmee
de behandeltijd (bijvoorbeeld eetstoornis,
voedselallergie, maag-darmaandoeningen).
Module 5
bij verandering van de soort, dosering en toediening
van de bloedglucoseverlagende medicatie (tabletten
en/of insuline) ;
Module 2 bij
oraal, module 4
bij insuline
Module 2 bij
oraal, module 4
bij insuline
Module 2 bij
oraal, module 4
bij insuline
Module 2 bij
oraal, module 4
bij insuline
Module 2 bij
oraal, module 4
bij insuline
Voorkeursmoment
voor verwijzing
naar de diëtist:
Direct na het stellen
van de diagnose;
Indien de patiënt optimaal effect wil behalen met
zelfcontrole ;
indien onderzocht moet worden of de
voedingsgewoonten van de patiënt een optimale
regulatie in de weg staan;
indien er sprake is van een niet optimale
diabetesregulatie in het algemeen ;
bij verandering van leef- of werkomstandigheden;
POH (of huisarts)
verwijst bij
voorkeur via
verwijsformulier
T2DM ELZHA
Medicom
Het verwijsformulier heeft in Medicom de volgende
naam
DMDIEDBC
Verwijsformulier ELZHA
Diëtist T2DM
Pagina 39
Activiteit
Toelichting
"Verwijsformulier
ELZHA Diëtist
T2DM" in Medicom
of Scipio
De verwijsbrief staat op clusterniveau. Wij adviseren u
om een kopie te maken van de brief naar
praktijkniveau. Dit kunt u als volgt doen:
Heeft u een ander
HIS dan kunt u
gebruik maken van
het verwijsformulier
(word-document) op
de website van
ELZHA of van uw
eigen verwijsbrief
(wees er dan van
verzekerd dat de
gegevens zoals ze
op het
verwijsformulier
staan, zijn
toegevoegd).
Module waarin
patiënt valt
1. Open hoofdmenu in Medicom;
2. Ga naar communicatie en waarneming;
3. Open het menu correspondentie;
4. Druk op het menu aan de linkerbovenkant (lijkt op
creditcard);
5. Druk op “Wissel praktijk/Algemeen” en kies voor
Discipline Medicom;
6. Filter op ELZHA om de brief te vinden;
7. Selecteer de brief en druk in het menu op “Kopieer
brief naar ander niveau”;
8. Kies praktijk;
9. Een nieuw venster verschijnt met de naam van de
brief en briefnaam al ingevuld;
10. Zet bewaartermijn op 999;
11. Vink Maskerbrief aan;
12. Druk op OK.
De brief is nu in uw lokale praktijkgegevens
opgeslagen.
Wanneer u bij een patiënt in Medicom een nieuwe
verwijsbrief maakt, kunt u de briefnaam DMDIEDBC
intypen, of de brief via het vergrootglas (zoekfunctie)
opzoeken en gebruiken.
Scipio
In Scipio staan onder het scherm Tekstverwerker en
tabblad Eigen layout het verwijsformulier direct
zichtbaar onder de volgende naam: Verwijsformulier
Diëtist DBC DM2ELZHA
Definities modules: (het zorgprogramma ELZHA voor patiënten met T2DM is opgedeeld in
vijf modules)
Module 1
Nieuwe T2DMpatiënt (binnen het 1e jaar na stellen van de diagnose
T2DMdoor huisarts)
Module 2
Controle T2DMpatiënt met orale medicatie
Module 3
T2DMpatiënt instellen op insuline
Module 4
Controle T2DMpatiënt met insuline
Module 5
DM 2 patiënt met gewichtsproblematiek en/of nevendiagnose
Voor de uitwerking van de protocollen en bijbehorende activiteiten per module wordt
verwezen naar de website van ELZHA: www.elzha.nl
T2DM ELZHA
Pagina 40
Verwijzingsactiviteiten Diëtist
Activiteit
Voorkeursmoment voor terugverwijzing van diëtist naar POH/HA
- Doelstellingen niet haalbaar m.b.v. diëtistische interventies;
- Patiënt laat zich niet behandelen;
- Doelstellingen behaald.
Diëtist koppelt terug aan POH binnen 2 weken (bij voorkeur via Zorgmail) op de volgende
momenten:
- Na het eerste consult;
- Tussentijds, indien noodzakelijk;
- Bij de afronding van de behandeling.
Dit protocol is tot stand gekomen in de werkgroep dieetadvisering van ELZHA, bestaande
uit kaderhuisarts T2DM, praktijkondersteuners, diabetesverpleegkundigen en diëtisten
T2DM ELZHA
Pagina 41
Bijlage 5 Verwijsformulier diëtist DBC T2DM van ELZHA
Datum:
NAW gegevens patiënt:
Naam:
Adres:
Woonplaats:
BSN:
Geboortedatum:
Patiënt wordt doorverwezen volgens:
0 Keten DBC T2DM van ELZHA
Het betreft een patiënt die in de volgende module valt:
0
0
0
0
0
Module 1: nieuwe diabeet;
Module 2: controle oraal;
Module 3: instellen insuline;
Module 4: controle insuline;
Module 5: gewichtsproblematiek/nevendiagnose
Medische gegevens:
Relevante voorgeschiedenis (diabetes duur):
Leefstijl : actief /inactief
Lengte:
Gewicht:
BMI:
HbA1c:
Kalium:
Ngluc:
RR:
Chol.:
HDL:
LDL:
Kreat:
Triglyceriden:
Natrium:
Medicatie (print medicatielijst uit):
Diabetes medicatie
Naam
T2DM ELZHA
Overige medicatie
Dosering/sterkte
Naam
Dosering/sterkte
Pagina 42
Bijlage 6 risico tabel CVRM: bron NHG
Toelichting bij het gebruik van de risicotabel 2
Het 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ wordt uitgedrukt in een percentage en
afgelezen op basis van leeftijd, geslacht, rookstatus en actuele SBD en TC/HDL-ratio.
Weergegeven zijn de risico’s van 40-, 50-, 55-, 60-, 65- en 70-jarigen. De risico’s behorende
2
bron: Multidisciplinaire Richtlijn Cardiovasculair Management herziening 2011
T2DM ELZHA
Pagina 43
bij tussenliggende leeftijden kunnen worden verkregen door interpolatie. Bij 70-plussers kan
men ervan uitgaan dat hun risico ten minste dat van 70 jarigen bedraagt
De kleurcodering in de tabel kan worden gebruikt voor het aangeven van het globale risico
en de algemene indicaties voor behandeling (zie hoofdstuk 4 van de CBO richtlijn CVRM)
- Groen: 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ < 10% (laag risico). Behandeling met
leefstijladvisering is geïndiceerd indien er modificeerbare risicofactoren zijn, zoals DM,
hypertensie, hypercholesterolemie, roken, obesitas of weinig lichaamsbeweging.
Medicamenteuze behandeling is zelden geïndiceerd.
- Geel: 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ 10% tot 20% (matig risico). Behandeling
met leefstijladvisering is geïndiceerd. Medicamenteuze behandeling wordt alleen
geadviseerd bij risicoverhogende factoren (tabel 4) in combinatie met een SBD > 140
mmHg of een LDL > 2,5 mmol/l. Afwezigheid van deze risicoverhogende factoren
verlaagt juist het risico op HVZ.
- Rood: 10-jaarsrisico op ziekte of sterfte door HVZ ≥ 20% (hoog risico). Behandeling met
leefstijladvisering is geïndiceerd. Medicamenteuze behandeling is geïndiceerd als de SBD
> 140 mmHg of het LDL > 2,5 mmol/l.
Bij aanvullende risicofactoren zoals een belaste familieanamnese, lichamelijke
inactiviteit,obesitas of vermindering van nierfunctie, is het risico hoger dan in de tabel
aangegeven. Slechts in de categorie patiënten bij wie het 10-jaarsrisico tussen de 10
en 20% valt, wegen deze aanvullende risicofactoren mee bij de keuze om al dan niet met
medicamenteuze behandeling te starten.
T2DM ELZHA
Pagina 44
Bijlage 7- relevante websites
ELZHA
Nederlands huisartsen Genootschap
Algemene Website huisartsenzorg
Haagse nieren
Langerhans
Diabetes Vereniging Nederland
Diabetesfederatie
DIEP
Nationaal actieprogramma diabetes
Tolk en Vertaalcentrum Nederland
Pharos kennis en advies centrum migranten
Recente wetgeving
Huisartsenkring Haaglanden
T2DM ELZHA
www.elzha.nl
NHG.artsennet.nl
www.thuisarts.nl
www.haagsenieren.nl
www.diabetes2.nl
www.dvn.nl
www.diabetesfederatie.nl
www.diep.info
www.actieprogrammadiabetes.nl
www.tvcn.nl
www.pharos.nl
www.overheid.nl
www.kringhaaglanden.nl
Pagina 45
Bijlage 8 ELZHA leefstijlmodule
Uit onderzoek van de Hart stichting is gebleken dat leefstijlinterventie het risico op hart- en
vaatziekten daadwerkelijk kan verlagen.
Conclusie samenvatting effectiviteit leefstijlinterventie Hartstichting, jan 2009 :
Bij hart- en vaatpatiënten kunnen multifactoriële leefstijlinterventies het optreden van harten vaatziekten en/of sterfte verminderen. Daarnaast verbeteren deze interventies zowel bij
patiënten als bij hoog- risicogroepen de niveaus van verschillende biologische risicofactoren
en leefstijlfactoren en kunnen ze de kans op het krijgen van diabetes verlagen. Interventies
waarbij er intensief contact is met de patiënt over een wat langere periode lijken hierbij het
grootste effect te hebben. Het is daarom aan te bevelen om, als onderdeel van de
behandeling van patiënten met hart- en vaatziekten, een uitgebreid leefstijladvies te geven,
waarbij de patiënt goed en langdurig wordt begeleid. Dit geldt ook voor personen met een
verhoogd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten.
ELZHA vindt het ook belangrijk om aandacht te besteden aan aanpassing van de leefstijl.
Op basis van de ervaringen met de pilot CVRM in de wijk (2012-2013) adviseert ELZHA
aanpassingen in leefstijl op weg naar Gezond Gedrag: Leefstijlmodule ELZHA
Deze aanpak is gebaseerd op onderstaande uitgangspunten:
 gericht op zelfmanagement
 gericht op veranderbehoefte
 is gekaderd in tijd
 heeft als kenmerk SIM (stimulerend, inspirerend en motiverend)
 continuïteit is geborgd (jaarlijks terugkombijeenkomst)
 gericht op gebruik maken van bestaande voorzieningen in de wijk
1. De leefstijlmodule ELZHA is beperkt beschikbaar in 2013 en 2014 voor
achterstandswijken. Indien u geïnteresseerd bent in deze module kunt u informatie
opvragen bij Zorggroep ELZHA (Rineke van Woerden, Joke Bakker of Karin Busch)
2. De leefstijlmodule ElZHA is een gecombineerde leefstijlinterventie. Dit betekent dat de
interventie erop gericht is blijvende gedragsverandering te creëren bij patiënten op
zowel het gebied van voeding (eetgewoontes) als op het gebied van bewegen. Ook is er
aandacht voor ander 'ongezond' gedrag zoals roken, alcoholgebruik en stressfactoren.
3. De Leefstijlmodule ELZHA is een groepsinterventie. Dit betekent dat de voorlichting en
bijeenkomsten in groepsverband plaatsvinden. Op indicatie is de intake en/of
interventie eventueel individueel mogelijk.
4. De module wordt wijkgebonden en multidisciplinair ingezet. Dit houdt in dat in een wijk
huisartsen en POH's samen met de leefstijlcoach, diëtiste en fysiotherapeut het
programma lokaal uitwerken en implementeren met ondersteuning vanuit ELZHA.
Daarbij vindt samenwerking met de Gemeente plaats zodat er voor de patiënt
aansluiting plaats kan vinden met het lokale sportaanbod.
T2DM ELZHA
Pagina 46
Bijlage 9 Tandheelkundige controle
Voetnoot 92 uit de HNG standaard
NHG-standaard Diabetes mellitus type 2 (derde herziening)2013
Tandheelkundige controle
Tussen diabetes en parodontitis bestaat een wisselwerking. Enerzijds komt een verminderde
mondgezondheid (xerostomie, schimmelinfecties, cariës, gingivitis en parodontitis) vaker
voor bij diabetespatiënten; anderzijds leidt een verminderde mondgezondheid tot een
verslechterde glucoseregulatie. De chronische hyperglykemie veroorzaakt een inflammatie
van het parodontium die (veelal irreversibele) schade toebrengt aan het steunweefsel van
de gebitselementen, waardoor tanden verloren kunnen gaan. De parodontitis veroorzaakt
een systemische stijging van cytokines zoals de interleukines- 1 en -6 en
tumornecrosefactor-alfa. Hierdoor wordt de insulineresistentie bevorderd en daarmee de
kans op verslechtering van de glykemische regulatie [Van Beekveld 2013]. In een Cochranereview werd gevonden dat indien de parodontitis wordt behandeld, een HbA1c-daling werd
bereikt van 0,40% (95%-BI −0,78-−0,01%) [Simpson 2010]. Echter, lang niet alle
diabetespatiënten gaan voor controle naar de tandarts of mondhygiënist. Tijdens de
diabetescontroles kan besproken worden of de patiënt de tandarts en/of mondhygiënist
regelmatig bezoekt en of er klachten zijn van pijn in de mond, een droge mond, veranderde
smaak, slechte adem, bloedend en/of gezwollen tandvlees of losstaande gebitselementen.
Geadviseerd wordt om tweemaal per jaar de mondgezondheid te laten controleren door
een tandarts en/of mondhygiënist. Ook voor patiënten met een volledige gebitsprothese is
regelmatig bezoek aan de tandarts en/of mondhygiënist geïndiceerd, vanwege het verhoogd
risico op schimmelinfecties.
T2DM ELZHA
Pagina 47