Ministerie van Verkeer en Waterstaat Ol.'MZfofo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Directie Zeeland Nummer: er: / • Bibliotheek, Koestr. 30,tel:011&O86362 postbus 5014, 4330 KA Middelburg • m m Wkm LANDSCHAPPELIJKE AFWERKING OOSTERSCHELDEKERING Visie op de landschappelijke en ecologische afwerking van de werkeilanden en damaanzetten behorend bij de Oosterscheldekering. MHMI Rijkswaterstaat directie Zeeland W E S T S landscape architects b.v. no f p i c i j itjnnrw JOi LANDSCHAPPELIJKE AFWERKING OOSTERSCHELDEKERING Visie op de landschappelijke en ecologische afwerking van de werkeilanden en damaanzetten behorend bij de Oosterscheldekering. Rotterdam, September 1994 RWS directie Zeeland West 8 landscape architects b.v. m.m.v. ir. P.J. van Beek Begeleidingsgroep: Rijkswaterstaat directie Zeeland Rijkswaterstaat Dienstkring Deltakust Rijks Instituut voor Kust en Zee Het Zeeuwse Landschap Natuurmonumenten Energy Connection Ministerie LNV directie NBLF Ministerie LNV Landinrichtingsdienst Ministerie LNV Verkeerswegen gemeente Veere gemeente Wissenkerke gemeente Westenschouwen provincie Zeeland Zeeuwse Milieufederatie Waterschap Noord- en Zuid Beveland Waterschap Schouwen en Duiveland >lfl3WT8MU^ INHOUD 1. INLEIDING 7 2. WATERSTAATKUNDIG KUNSTWERK 9 3. INVENTARISATIE - 4. DEELPLANNEN deelplannen deelplannen in ontwerp integraal plannen beheerplannen 17 22 33 40 44 MIDDELEN V O O R L A N D S C H A P P E L I J K E EN E C O L O G I S C H E A F W E R K I N G 47 5. L A N D S C H A P P E L I J K E VISIE 59 6. WINDMOLENLOKATIES 87 < o o CC 6 1 INLEIDING opdracht De opdracht omvat het ontwikkelen van een visie op de landschappelijke en ecologische afwerking van de werkeiianden en damaanzetten behorend bij de Oosterscheldekering. De visie wordt ontwikkeld in overleg en samenspraak met alle betrokkenen, zodat het plan breed gedragen kan w o r d e n . A a n de hand van de visie worden vervolgens deelplanontwerpen gemaakt: .afwerking van de noordelijke en zuidelijke damaanzetten (Kop van S c h o u w e n en Noord-Beveland), .afwerking van het broedterrein op Noordland, .afwerking van het werkeiland Roggenplaat, .afwerking van de de voormalige bouwdokdijken, de havendammen en overige restgebieden, wegbermen, verkeerslussen en de zeewering. De principes voor een landschappelijk verantwoorde plaatsing van windturbines op en aan de Oosterscheldekering behoren tevens tot dit plan. De overwegingen zijn gemaakt op basis van landschappelijke criteria en zijn niet van economische, energetische of technische aard. uitgangspunt Uitgangspunt voor deze deelplan-ontwerpen is hun praktische uitvoerbaarheid. Deze uitvoerbaarheid zal zijn gebaseerd op het door de opdrachtgever voor ogen staande materiaalgebruik en het benutten van de mogelijkheden van 'werk met w e r k ' te maken. werkwijze In de werkwijze zijn de volgende stappen te onderscheiden: 1. benoemen van de kwaliteit van de kering als waterstaatkundig kunstwerk; 2. analyseren van locaties en voorzieningen die voor beheer van de Oosterscheldekering noodzakelijk zijn; 3. inventarisatie van bestaande ideeen en plannen; 4. noemen van mogelijke middelen en scenario's voor afwerking met inbegrip van de mogelijkheden tot plaatsing van windturbines; 5. conclusies voor een uitvoerbare landschappelijke en ecologische a f w e r k i n g : keuzes en prioriteiten. De studie komt tot stand in een werkopzet waarin de opdracht, ideevorming en het eindresultaat in een begeleidingsgroep worden besproken. Samenstelling (ambtelijke) begeleidingsgroep: Rijkswaterstaat directie Zeeland Rijkswaterstaat Dienstkring Deltakust Rijks Instituut voor Kust en Zee Het Zeeuwse Landschap Natuurmonumenten Energy Connection Ministerie L N V directie N B L F Ministerie L N V Landinrichtingsdienst Ministerie L N V V e r k e e r s w e g e n gemeente Veere gemeente Wissenkerke gemeente W e s t e n s c h o u w e n provincie Zeeland Zeeuwse Milieufederatie Waterschap Noord- en Zuid Beveland Waterschap S c h o u w e n en Duiveland 2 WA TERS TAA TKUNDIG KUNS TWERK Oosterscheldekering: Waterstaatkundig kunstwerk De Oosterscheldekering is het sluitstuk van de Deltawerken, de kroon op het werk. De uiteindelijke beslissing voor de realisatie van de pijlerdam werd ingegeven door een groeiend besef het milieu te sparen. Geheel nieuwe technologie moest de brug slaan tussen veiligheid enerzijds en behoud van natuur en schelpdierculturen anderzijds. Het resultaat van deze ambitie, de Oosterscheldekering, is de nationale trots en geniet als waterstaatkundig kunstwerk wereldfaam. Het is dan ook geen w o n d e r dat het beleid aangaande landschappelijke, ecologische en recreatieve ontwikkeling van de Oosterscheldekering steeds in het teken staat het karakter en de kwaliteit van de kering te versterken. De Oosterscheldekering is niet slechts een monument, een mijlpaal in de waterstaatkundige geschiedenis van ons land, maar bovenal een functionerend deel van de zeewering. De Oosterscheldekering is in gebruik, er wordt voortdurend aan gewerkt en verbeterd. Afwerking Oosterscheldekering De realisatie van de Oosterscheldekering betekende een grote ingreep in de monding van de Oosterschelde. Werkeiianden, havens, constructiedokken, kaden en bruggen waren nodig om de kering te b o u w e n . Aanvankelijk w a s het uitgangspunt deze na de construetiefase onnodige oppervlaktes en objecten zoveel mogelijk weer af te breken, zodat de primaire Oosterscheldekering als een zo minimaal mogelijke interventie in het landschap zou overblijven. Het effect van deze afwerking zou de visueel landschappelijke kwaliteit van de kering optimaal hebben gemaakt. De Oosterscheldekering zou er dan uitzien zoals zij als waterstaatkundig kunstwerk is bedoeld. De anatomie van d a m m e n , asfalttaluds, pijlers, schuiven en sluizen z o u ten voile beleefbaar zijn. A l s man-made vorm had de kering gecontrasteerd tegen het vlakke getijdelandschap van de Oosterschelde. De kering zou ijl zijn, de majestueuze stroomgaten en platen van de Oosterschelde zouden het landschapsbeeld domineren. Een groot deel van deze doelstellingen is inmiddels gehaald. Door een afgedwongen bezuiniging op de uitvoering is echter de beoogde afwerking van Neeltje J a n s achterw e g e gebleven. En dat is zichtbaar! Neeltje J a n s heeft een uiterst grillige contour. Er komen verschillende uitstulpingen van dammen en bouwdokdijken voor. Het heeft nog steeds de vorm zoals de aannemers de constructieplek hebben verlaten. Neeltje J a n s is feitelijk de ruine van de constructieplek. De restanten van de b o u w d o k k e n , beton- en mattenhaven en de vele zanddepots bepalen het beeld. Vanaf de meeste delen van het eiland kan men de zee en de Oosterschelde niet zien. Het zicht w o r d t geblokkeerd door zandheuvels en dijken. In de loop der jaren heeft zich hier wel een veel kleinschaliger, op deelgebieden gerichte afwerking voltrokken. Een slufter is gemaakt, er zijn kunstmatige duinen g e v o r m d , er ligt een klein vogeleilandje. Deze ingrepen hebben niet geleid tot een meer afgewogen landschapsbeeld van het eiland in de Oosterschelde. De resultaten van deze deelgebiedsgewijze ecologische en landschappelijke afwerking, gecombineerd met de niet aflatende stroom van initiatieven voor de werkeiianden, legitimeren de vraag naar het benoemen van de visueel landschappelijke kwaliteit van de kering. Andersom geredeneerd geldt, dat wanneer de samenstellende onderdelen - die een karakteristieke expressie aan de Oosterscheldekering geven - voorop staan, duidelijk wordt wat de marge is voor aanvullende of andersoortige inrichting (recreatief, milieu-educatie e.d.). De landschappelijke en ecologische afwerking van de kering zal zich moeten schikken naar de mogelijkheden die de kering daartoe laat. A n d e r s wordt het kind met het badwater weggegooid. Het is zaak de steeds beoogde landschappelijke kwaliteit van het primaire waterstaatkundige kunstwerk veilig te stellen. Visueel landschappelijke kwaliteit Zoals gesteld, is reeds bij de planvorming v66r de realisatie van de Oosterscheldekering veel aandacht besteed aan het uiterlijk en de afwerking van de kering. Het ir. Topshuis en de ophangconstructie van de schuiven zijn onder architectuur tot stand gekomen. Materiaalgebruik, kleur en vorm zijn steeds zorgvuldig afgewogen. De gedane inspanningen zijn direct zichtbaar in het resultaat: Het nurkse ir. Topshuis in de w i n d ; de serene techniek van de pijlerkoppen; het speelse ritme van de cilinders die de diepte van de geul spiegelen; het ruimtelijke effect van de losse wegliggers op de pijlers; de prachtige glooiingen en slome bochten van de asfalttaluds. In het per uur wisselende licht van de delta wisselt de kering voortdurend van gedaante. In het Oosterscheldebekken gaat de kering als lineair aan de horizon een dialoog aan met de Zeelandbrug of de toren van Zierikzee. Op een iets ander ogenblik is de kering a f w e z i g , of doemt flets op uit de mist. Het water geeft steeds een ander beeld. S o m s wordt de Oosterscheldekering belaagd door de zee, stuift een zilte nevel over de dammen, dan weer is de kering vredig en lijkt zomaar neergelegd op een serie droogvallende platen. Voor de automobilist is het een welhaast filmische ervaring. De lancering uit de diepe polders van Schouwen-Duiveland en Noord-Beveland naar de hoge w e g over de pijlers, de verandering van het perspectief door de curves in de w e g , de hoge jump over de sluis. In landschappelijk opzicht is de Oosterscheldekering een van de iconen van het eigentijdse landschap. Terecht maakt een gevoel van euforie zich meester van de gebruikers van de kering. Het gevoel dringt zich op dat deze kering de mooiste is die de Deltawerken hebben voortgebracht. ir. Topshuis Hoofdregels of criteria voor toetsing Initiatieven voor functies en inrichtingen op en aan de kering zouden gewogen moeten worden op hun effect aan de hand van de volgende criteria: . de leesbaarheid van de kering als functionerend kunstwerk . de kering in dialoog met de zee, de stroomgaten, de platen en het getijde. . de kering als deel van een dynamisch landschap. De schoonheid en de beleving van de kering worden bepaald door de wisselwerking met het landschap, het weer, de lichtval, het getijde enzovoorts. Het is daarom niet zo eenvoudig te stellen w a t in absolute zin de visueel landschappelijke kwaliteiten van het waterstaatkundige kunstwerk zijn. Een van de beste ijkpunten voor landschappelijke kwaliteit is de leesbaarheid van de kering als functionerend kunstwerk. Wanneer het duidelijk is hoe de kering werkt (waar de werkeiianden en het land liggen, waar de stroomgeulen zijn, waarom daar dan ook de schuiven hangen, wat de hoogwaterlijn is etc.) kan een willekeurige beschouwer zich het object eigen maken en er een visuele kwaliteit aan toekennen. Anders dan bij veel andere waterkeringen is de Oosterscheldekering tamelijk complex. Het is dan ook zaak dat de anatomie en de structuur van de kering afleesbaar blijven. p i j | e r d a m Eenvoudig gesteld zou dit het hoofdaandachtspunt voor een verdere landschappelijke en ecologische afwerking moeten zijn. A l s de onbevooroordeelde waarnemer de onderdelen van de kering kan herkennen en onderscheiden en kan vermoeden hoe de kering werkt, is er veel g e w o n n e n . A l s de onderdelen van de kering opgaan in de veelheid aan landschappelijke objecten en sferen is de landschappelijke kwaliteit van de kering verloren gegaan. Een tweede belangrijk criterium ligt in het gegeven dat in het landschapsbeeld de kering op enige wijze een dialoog aan moet kunnen gaan met de zee, de stroomgaten, de platen en het getijde. Er kan zich geen landschappelijke kwaliteit ontwikkelen als het kunstwerk niet in zijn context als "Oosterscheldekering" begrepen kan worden. De bezoeker/gebruiker van de kering moet op zoveel mogelijk plaatsen de zee of de Oosterschelde kunnen waarnemen, de koppen van Noord-Beveland en S c h o u w e n kunnen zien. In de uitgestrektheid van de Oosterscheldemonding laat de schaal van het kunstwerk zich het best begrijpen. Het zicht op het water is vooral ook belangrijk voor het ervaren van de getijden. Het wordt dan duidelijk en afleesbaar hoe hoog het water komt of komen kan. Een derde criterium ten aanzien van de landschappelijke kwaliteit is het gegeven dat de kering deel is van een zeer dynam i s c h landschap. In het Oosterscheldebekken en de Voordelta voltrekt zich een proces van landschapsgenese, een proces dat binnen een generatie zichtbaar en ervaarbaar is. Er sedimenteert zand, de platen veranderen, er ontstaat een zich langzaam optillende ondiepte voor Neeltje J a n s , duinen wandelen enzovoorts. Voor een voile beleving van de landschappelijke kwaliteit is het nodig dit proces op zijn beloop te laten (mits niet strijdig met de uitgangspunten van veiligheid en beheer) en beleefbaar te laten zijn. 1990 landschapsgenese kustlijn, landhoofden zeekering: dammen, schuiven, sluis luchtfoto: kering als verzamelplaats buJaJ na gnljHaq gawagnagaol joqsbbnai aglJaanoov J lui •i)*BB*M joqjbbnal buJal gaW liuails JoqsbnadiaJa aoodgaja loqab abaslnad n.--..rt a»lu». bn.i 3 b l oortseo u i d glJaa-ioov bl..-..qo aiaajqj-iow gajaqo navarlaiau .vi.tti sbisliud aaaid aviaaai oqx.-.JJ.b gnlii.q j a a J q l J o g nav naalaalqiiau , l u i i u i n i ) lud v "• »* laJllq Jain ia-in inii»ln»aiHiaqaio3 Jnataai naJJoJv Bnlnalnoov-.lJ.via.doJ.goy Jl»»Jalv •*• | , n t ) u « M M • ** n ) | l , q , b ntatlaian l „ , j n» M f H i alJatl noodgaJi • | „ t b s D n» n a q J u l ,ans)o«bnlii « » " abn.qoJboob abasinad n » a > a J - i o > i aJoqab aallnlub b g n l T » I L lwgawad (biaaJ3»loiqag> i»JluJa $' .id.ob«-id\nl.n.l..Uqo baldagniub gn H oo 1 g J J a* aa naloJ.agta bnaua bna J i » 1 * g o v n..,.>io». galaqo . aloq.b natJaaJqana* navartx-.au baidagniub n |.-11.Jb.o-.d\.«.Jvbnl-.g . . • oodgaJa a b a s l i - i a d ^ naxlula alaila>tdo\naiiloJd gnliiaq navarlrfiaw tvitin mabaluJa aviaaai bnax jaaaJaaabnlu abaalnad na gn N J a i l i a JI a i J ~* , biaauagqo »na)o»bnI« nataaa aiui J n a o t i a o i i a b n o jaaid l a J J a v n i u b ag I x d 3 0 v \ J o q a b b n a i g a J a q o na aiaaJqaiau gllaaiioov zanddepot toegangaweg kufI vooraalige talud zanddepot tn talud parking weggetje wag vooraellg alagbooa barricade opg.u.ald bruggehoofd circuit depot alakkendepot ,, |fachera.n zand u werkplaatx opalag break rtitrvi gedetailleerde tulpan wfndaolena, bewegwijzerlng alufter d o o d l o p e n d e weg (geprojecteerd) parking cn n a r c i a a c n kasten , t « « werkhaven raaarvt van g o l f p l a a t barricade haven entree d atulfacheraen opsl.gterrein/broedgebied d.lt.-.xpo werkplaataen halte 0 dulntjat aa f a 11 g I o o I i ng Peking buittnautiua barricade duingebied afge.lot.n u en a e e t a a a t ,i, b oa 8 r , ' k depota p ,jt. r reatant atortataen coapartiaentering wrak vlotttn urak . . , , vog.lob.erv.tie-voorzlenlng viateelt a t rand duingebied grindvl.kt./broedt.rr.in barricade k > d slagboon opalag d , p da uerkplaataen o t g v o g e I e i I and *««"•«*»••" werkhaven e alulzen barricade raiIerhe11ing bIokken/obatakeI a an parking . . . o p g e w a a l d zand wlndaolena reserve werkhaven reaerva aluladeur wlndaaetaatt kaaten onderzoekacentrua braak vooraalig zanddepot/vochtIge werkplaata duinvallei an opalag 3 INVENTARISA TIE DEELPLANNEN Versnippering Vanuit het perspectief van de oorspronkelijke plannen waarin de Oosterscheldekering werd voorgesteld als een minimale interventie in de zeearm van de Oosterschelde, hebben de werkeiianden en damaanzetten een ongekende dichtheid aan inrichtingen en sferen gekregen. Niet alleen door het resteren van de bouwdokdijken en de mattenhaven, maar vooral door de snelle kolonisatie van de vele restgebieden voor bepaalde doeleinden. Het chaotische, onsamenhangende beeld van Neeltje J a n s is het onbedoelde resultaat van een serie opeenvolgende ingrepen. Ingrepen die steeds een nobel streven als basis hadden, maar die aaneengeregen tot een beeld een versnipperend en s o m s zelfs chaotisch effect veroorzaken, en op voet van spanning verkeren met de beoogde doelstelling van landschappelijke kwaliteit van de kering als waterstaatkundig kunstwerk. Dit is geen veronderstelling maar een steeds grimmiger realiteit. De kering gaat ten onder aan haar eigen succes. De aantrekkingskracht van de kering op allerlei ontwikkelingen is groter dan zijn visueel landschappelijke vermogen deze ontwikkelingen te absorberen. In dit opzicht springen er drie ontwikkelingen duidelijk in het o o g : . milieudifferentiatie op het kleine schaalniveau; . continue toevoeging van objecten die de context van de kering onwaardig zijn; . de plaatsing van windturbines. is ll I <8 17 kering als minimale interventie in het landschap, oorspronkelijk concept. mogelijk beeld bij ongewijzigd beleid kering als verzameling van verschillende milieus en functies. Allereerst wordt er sinds enige jaren een beleid gevoerd van op milieu educatie gerichte ontwikkelingen. Onderdelen of gebieden van de kering worden volgens de condities van een bepaalde biotoop ingericht. Paradoxaal is dat de transformatie van Zeeland onder invloed van de Deltawerken een ongekende landschappelijk en ecologische differentiatie heeft opgeleverd, een milieuschakering die het hele gebied van de Delta omvat, en uiteen valt in grote, veelal aaneengesloten eenheden. De milieudifferentiatie op en aan de Oosterscheldekering (natte duinvalleitjes, slufter, vogeieiland, inlaagpolder, kunstduintjes) heeft een schaal die ten opzichte van de biotopen van de Delta kleinschalig en rommelig is en voorbij gaat aan het werkelijke landschap van de Oosterschelde (platen, geulen, schorren, slikken, inlaagpolders etc.). Z o w e l de elementen als de schaal waarop deze worden toegepast doen afbreuk aan de beleving van de Oosterschelde (de reden voor de keuze voor de kostbare pijlerdam) en de Oosterscheldekering. Het tweede opvallende verschijnsel is de schijnbaar onvermijdelijke deformatie van archrtectuur, kwaliteit en duurzaamheid, en welstand van elementen die de kering gaan bevolken. Waar de kering zelf gekenmerkt wordt door voor Rijkswaterstaat zo typerende solide detaillering, duurzame materialen en intensief onderhoud, lijkt voor de toegevoegde onderdelen als huisjes, paaltjes, slagbomen, steigers e.d. het omgekeerde te gelden. De kering dreigt onteerd te worden door roestige, in onbruik geraakte, hergebruikte, gedeukte en gebutste elementen. De kwaliteit en zorg van de kering is zichtbaar aangetast nu deze verzameling van veel lager allooi de kritische massa bereikt heeft. De derde, meest opvallende aanval op de beleving van de kering wordt gevormd door de verticale objecten zoals verlichtingsmasten en windturbines, die zich niet alleen in het perspectief sterk opdringen maar door hun heftige beweging een totaal andere gemoedstoestand aan de kering dreigen te geven. VoordeIta Westerschelde Oosterschelde Veerse meer Grevelingen Har i n g v l i e t Rotterdamse haven Antwerpse haven B i esbosch Zoommeer If UJ "2 UJ UJ -i Q _j UJ CL Markiezaat en Zwin UJ $5 x in 0 cc in !" 1i Brielse B innenscheIde < ° Braakman Jj O en V o o r n s e Heer de ontstane eenheden, milieudifferentiatie op schaal van de Delta 19 overzicht van plannen Overzicht De opeenvolgende reeks van veelal ad hoc uitgedachte plannen vormen een soort automatische piloot die de Oosterscheldekering snel van gedaante veranderen. O m inzicht te krijgen in de doelstellingen, de o m v a n g , het resultaat van deze plannen en een oordeel te vormen over de noodzakelijke landschappelijke visie, die als kader voor dit soort plannen zou moeten werken, is het raadzaam de belangrijkste uitgevoerde en op stapel staande deelplannen te noemen: deelplannen: 1. inlaag noordelijke damaanzet 2. schelpenvlak 3. windmolenpark Roggenplaat 4 . aanplant struweel op de Roggenplaat 5. windmolenpark Neeltje J a n s 6. buitenruimte rond het Topshuis 7. buitenruimte rond de Delta-Expo 8. viskweek in de voormalige bouwdokken 9. kunstmatig vogeleiland 10. vogel-observatiehut 11.inlaag 12. slufter 1 3 . botenhelling en sluizencomplex 14. grindvlak Noordland 1 5 . duingebied Neeltje J a n s 16. windmolenpark J a c o b a h a v e n 17.onderzoekscentrum RIKZ 18. natte duinvallei deelplannen in o n t w e r p : 19. experiment humificatie op Roggenplaat 20.ontwerp bestemmingsplan Neeltje J a n s , Gemeente Veere 2 1 . het karwei afmaken, natuurbouw op Neeltje J a n s 2 2 . recreatief inrichtingsplan Neeltje J a n s 2 3 . kunstobject 2 4 . Themapark Delta Expo / Delta Promenade 2 5 . windmolenpark Noordland 2 6 . windturbines op de Roompotsluis, analyse 27.inrichtingsplan J a c o b a h a v e n 2 8 . projectgroep J a c o b a h a v e n 2 9 . viskweek J a c o b a h a v e n 30.landschapsbeleidsplan Noord Beveland 31 .bestemmingsplan Delta-park 32.aanvragen hangcultures integraal plannen: 1. landschapsvormgeving van de Oosterscheldekering, STILO 1 9 8 3 2. toetsing van de windmolenplannen, S B B afdeling verkeerswegen 1 9 8 7 3. landscaping Oosterscheldekering, W E S T 8 / R W S 1 9 8 9 4. conceptbeleidsnota/streekplanuitwerking windenergie, Provincie Zeeland 1 9 9 3 5. masterplan Neeltje J a n s beheerplannen: A . actuele beheersmaatregelen B. overdracht van het beheer aan Natuurmonumenten en Het Z e e u w s e Landschap . C. beheer door de beide waterschappen 22 23 24 25 25 26 26 27 27 28 28 29 29 30 30 31 31 32 33 33 34 35 35 36 36 37 37 38 38 39 39 39 40 40 41 42 43 44 44 44 Deelplannen 1. Inlaag noordelijke damaanzet ontwerp: realisatie: oppervlak: WEST 8/RWS 1989 Dienstkring 1 9 9 0 1.000 m 2 A l s onderdeel van een integraal plan voor landschappelijke en ecologische afwerking van de noordelijke damaanzet is een deel van de oorspronkelijke inlaag gerestaureerd. Om deze miniatuurinlaag te kunnen realiseren is een deel van het zanddepot tot het niveau van het oude maaiveld afgegraven. Met het uitkomende zand is het naastliggende vlak opgehoogd en basis geworden van een schelpenvlak, als experimenteel broedgebied voor kustvogels. De inlaag is kleiner dan de ontwerpvoorstellen uitgevoerd. Zij is nu niet groot genoeg om zich als een zelfstandig milieu te kunnen ontwikkelen. De wanden van de omliggende taluds dienen nog bedekt te worden met klei: bij zware regenval komt het zand naar beneden. 2. Schelpenvlak ontwerp: realisatie: oppervlak: W E S T 8/RWS 1989 Dienstkring 1 9 9 0 2 , 5 ha Met het zand uit de miniatuur-inlaag is een deel van het zanddepot opgehoogd en heel precies horizontaal gemaakt. Het horizontale vlak is met een dunne laag schelpen afgewerkt. De inrichting van dit terrein is onder andere gerealiseerd om te onderzoeken of een bedekking met schelpen betekenis zou kunnen hebben als broedterrein voor kustvogels. Verder is voor een lege en horizontale afwerking gekozen op grond van argumenten voor landschappelijke afwerking: het creeren van zoveel mogelijk leegte en uitzicht over de Oosterschelde en het waterstaatkundig werk. A l s proef is gebruik gemaakt van verschillende kleuren schelpen, zwarte mosselschelpen en witte kokkelschelpen. Het kleureffect blijkt duurzaam. De kwaliteit als landschappelijke afwerking is niet in zijn context te beoordelen, omdat de ontworpen landschappelijke afwerking slechts voor een deel is uitgevoerd aan een zijde van de rijksweg i.p.v. aan beide zijden. Evaluatie uit het oogpunt van natuurbouw (vogeltellingen) wordt verzorgd door RIKZ. Uit een eerste verslag van waarnemingen blijken de aantallen en de waargenomen vogel-soorten ongewijzigd ten opzichte van de niet ingerichte situatie. 3. Windmolenpark Roggenplaat ontwerp: realisatie: aantal: Energy Connection 1 9 8 7 1992 12 windturbines In tegenstelling tot de uitkomsten en aanbevelingen van de onderzoeken door S B B afdeling verkeerswegen uit 1 9 8 9 (zie bijlage) en de voorstellen voor landschappelijke afwerking door W E S T 8 / R W S 1 9 8 9 zijn, conform het Windplan Werkeiland Roggenplaat van Energy Connection en het beleid van de provincie, 12 windturbines op het werkeiland Roggenplaat geplaatst. De karakteristieke grote schaal van de stroomgaten Hammen en Schaar, een van de hogelijk gewaardeerde waarneembare kwaliteiten, is met de plaatsing van de molens verdwenen. De plaatsing van de windturbines gaat gepaard met trapjes, betonnen paadjes en paaltjes en bij iedere turbine een transformator. In de leegte van Roggenplaat bepaalt deze afwerking het beeld. De plaatskeuze van de molens is vanuit economisch oogpunt juist, maar vanuit landschappelijk oogpunt niet consequent: nu eens staan de molens op de waterkering, dan weer in het talud, er vlak achter of zomaar midden in het veld. 4. Aanplant van struweel op Roggenplaat ontwerp: realisatie: oppervlak: R W S direktie Zeeland 1992 Dienstkring 1 9 9 2 2.500 m2 O m de mogelijkheden voor een landschappelijke afwerking met struweel te onderzoeken, met als primair doel het voorkomen dat zilvermeeuwen het gebied als broedterrein gaan gebruiken, zijn in een zone van circa 5 0 m breed direct ten westen onderlangs de zeewering, parallel aan de rijksw e g , struiken aangeplant. Het volgende sortiment is gekozen: vlier, kruipwilg, kardinaalsmuts en duindoorn, elk 2 5 % van de aanplant. Resultaat van een eerste opname van het geplante materiaal na twee seizoenen is dat het overgrote deel van de aanplant niet is aangeslagen. Het experiment moet nog preciezer worden bekeken op welke soorten mogelijk wel zijn aangeslagen. Er is niet geexperimenteerd met en zonder een lichte bemesting en of grondbewerking. De mogelijkheden van aanplant zouden dan wellicht beter zijn te beoordelen. 5. Windmolenpark Neeltje Jans ontwerp: realisatie: aantal: Energy Connection 1 9 8 6 1987 8 windturbines Het plan omvat 8 windturbines op de westelijke strekdam van de werkhaven nabij het Topshuis. De locatiekeuze op de strekdam heeft een logische lineaire opstelling van de windmolens tot gevolg. De situering van de molens zelf heeft plaatsgevonden op en naast het dijklichaam van de strekdam. Overigens is voor de plaatsing nog niet de voile lengte van de strekdam benut; er is een vergunning in aanvraag voor het plaatsen van 2 extra turbines. 6. Buitenruimte rond het Topshuis ontwerp: realisatie: oppervlakte: Wim Quist/RWS 1983 1985 2 , 5 ha Het Topshuis is een gebouw met een markante architectuur. De gerealiseerde buitenruimte is meer alledaags: het is het type buitenruimte dat men eerder verwacht bij een kerk of wijkcentrum ergens in een nieuwbouwwijk elders op het vaste land. Bestrating en verlichting zijn in de context van het (robuuste) waterstaatkundig werk en g e b o u w met veel details en veel verschillende elementen aangelegd. Verder is er gebruik gemaakt van hoogteverschillen en taluds als markering en beschutting van de entrees voor diensten en publiek. De beplanting bestaat uit kruipwilg, liguster, duinroos en plaatselijk bloembollen. 7. Buitenruimte rond de Delta-Expo ontwerp: realisatie: oppervlak: adhoc 1982-heden groeiende De stapsgewijze uitbouw van deze toeristische attractie gaat gepaard met steeds meer accommodatie in de buitenruimte rond de centrale laagbouw; een driehoek van gestapelde stortstenen als entreegebied; parking voor fietsers, bussen, invaliden; verschillende parkings voor personen auto's, op verschillende niveaus, elk met een van elkaar verschillende detaillering; boten op de wal op een g e w a s s e n betonnen vloer; dijktuin; pijler; aanlegplaats voor rondvaart etcetera. De schaal en het tempo van elkaar opvolgende aanpassingen, het totaal van de gebruikte middelen en de detaillering van de voorzieningen zijn telkens van elkaar verschillend. 8. Viskweek in de voormalige bouwdokken aanleg: oppervlak: 1989 circa 2 0 ha In de voormalige bouwdokken is een grootschalige viskweek gevestigd. Hoewel het om een grootschalig bedrijf gaat, vindt de zichtbare bedrijfsvoering geconcentreerd en nauwelijks zichtbaar plaats (loods, barak, steigers en drijvende markering van de percelen). 9. Kunstmatig vog el eiland ontwerp: realisatie: oppervlak: Provincie Zeeland/RWS 1987 1990 500 m2 Op zeer korte afstand, direct ten oosten van de noordoostelijk gelegen voormalige bouwdokken, is een miniatuur vogeleiland gerealiseerd. Het is een ophoging van zand in het water tot juist boven gemiddeld hoogwater. Zo wordt het door overspoeling bij winterstormen vrij van bepianting gehouden. Het eilandje blijft op zijn plek door een hoefijzervormige band van stortstenen, het zand is bedekt met kokkelschelpen. Bij laag water is het bereikbaar. Deze experimentele voorziening voldoet boven verwachting. Allerlei kustvogels benutten het eilandje niet alleen als hoogwatervluchtplaats (waarvoor ook de ringdijken van de voormalige bouwdokken worden gebruikt), maar zelfs als broedplaats. Evaluatie is nog niet compleet, maar de miniatuur is uit het oogpunt van de experimentele natuurbouw een s u c c e s . 5 -I UJ ui o _i o_ u i 55 X U CO OC in u i § i < o 2 o 27 10.Vogel-observatiehut ontwerp: realisatie: Rotary Zeeland idem 1991 In de ringdijk van het voormalig bouwdok is een vogel-observatiehut gerealiseerd, juist ter hoogte van het vogeleiland. De observatiehut is een gift van de regionale Rotary. E6n van de leden van de Rotary heeft de constructie en realisatie op zich genomen. De locatiekeuze van de vogel-observatiehut is pragmatisch: op de kortst mogelijke afstand tot het experimentele vogeleiland in de kruin van de dijk, zodat de toenadering tot de op het eiland verblijvende vogels ongezien plaats kan vinden en vogels niet worden gestoord. 11 .Inlaag ontwerp: realisatie: oppervlakte: Provincie Zeeland/RWS 1989 1993-heden 12 ha Het voormalig zanddepot aan de ringdijk van de bouwdokken wordt momenteel afgegraven deels tot grondwaterniveau. De bedoeling is een inlaag te creeren, om ook dat type landschap op Neeltje J a n s te kunnen a a n s c h o u w e n . De verwachting is dat met deze experimentele tuin een bijdrage wordt geleverd aan de natuurbouw op het voormalig werkeiland, met name aan het areaal zilte plas-dras situaties. Tegelijk is een belangrijke doelstelling, dat met deze afwerking een nieuwe en bezienswaardige recreatieve attractie wordt gerealiseerd. 12.Slufter ontwerp: realisatie: oppervlak: Provincie Zeeland/RWS 1989 1991 circa 15 ha D o o r verplaatsing van zand voor het duingebied ten westen van de zeewering op Neeltje J a n s is op kunstmatige wijze een slufter-milieu gerealiseerd. In het beheer is de mogelijkheid opengehouden, dat in opdracht van R W S de geul tot het sluftermilieu met een minimale verplaatsing van zand jaarlijks geschoond wordt, opdat het gewenste milieu zich ook daadwerkelijk zal kunnen ontwikkelen. 13. Botenhelling en sluizencomplex ontwerp: realisatie: R W S 1982 met het waterstaatkundig werk Het bij het waterstaatkundig werk behorende sluizencomplex en de botenhelling vormen een bijzondere recreatieve voorziening. Behalve een markant punt op de Oosterscheldekering, is het complex een belangrijke en druk gebruikte attractie. V a n hier uit kan de monding van de Oosterschelde met kleine vaartuigjes bevist w o r d e n . Een voorziening die dagelijks mensen uit de Randstad, A n t w e r p e n en het Roergebied trekt. 14. Grind vlak Noordland ontwerp: realisatie: oppervlak: R W S 1982 met het waterstaatkundig werk circa 6 ha Achttien jaren lang heeft Neeltje J a n s als werkeiland gefungeerd. Rijkswaterstaat heeft de werkgebieden voorlopig 'netjes afgewerkt'. Resultaat van deze afwerking/oplevering is het grindvlak nabij de Roompotsluizen. Door de samenstelling van de ondergrond, de gei'soleerde ligging en de blootstelling aan weer en wind en zoute neerslag is het terrein zo goed als onbegroeid. E6n van de weinige sternenkolonies heeft zich op de meest westelijke punt van het grindvlak gevestigd. 15.Duingebied Neeltje J a n s ontwerp: realisatie: oppervlak: < ± CL Ul < o I CO u tr. RWS/Provincie/ZL/NM 1987 in fases vanaf 1 9 8 8 circa 5 0 ha tot nu toe Door bewerking van de ondergrond van het uit zeezand opgespoten werkeiland, niet door aanvoer van extra zand, zijn duinen opgeworpen (hoge duinen, lage kopjesduinen, een grote duinvallei en kleine duinvalleien, paraboolduinen, kamduinen en streepduinen) een duinmeertje, een kleine slufter en duinklif gerealiseerd aan de oostzijde van de zeewering over Neeltje J a n s . Het opgeschoven zand is met helm beplant en wordt deels met stuifschermen vastgehouden. De schijnbaar willekeurige aanleg maakt een natuurlijke indruk. in u i § i <9 Ji o 30 Z^SSEl^SgK^L'- t • ^ ^ ^ ^ 16.Windmolenpark J a c o b a h a v e n ontwerp: realisatie: aantal: Energy Connection 1 9 8 9 1991 5 windturbines Het gerealiseerde project omvat 5 windturbines op de zanddepots rond de voormalige werkhaven J a c o b a h a v e n . De situering van de molens is pragmatisch en derhalve gebaseerd op de beperkt beschikbare ruimte, minimale onderlinge afstand die voldoet aan de normaal gehanteerde technische voorschriften, de nabijheid van een woonbestemming en de rijksweg. De molens zijn opgesteld in een willekeurig verband: niet lineair, niet volgens een patroon of raster. Verder zijn de molens opgesteld in twee groepen, met drie molens aan de westzijde en twee molens aan de oostzijde van het werkhaventje. 17.0nderzoekscentrum RIKZ vestiging: uitbreiding: 1988 1992 Op het zanddepot aan de voormalige zeewering van Noord Beveland is sinds 1 9 8 8 een deel van het onderzoekscentrum van het Rijks Instituut voor Kust en Zee gevestigd. A a n de tijdelijke bebouwing is n i e u w b o u w toegevoegd. Ook zijn voorzieningen ten behoeve van het parkeren gerealiseerd, een afrastering en beplanting met heesters in de directe nabijheid van de bebouwing. De bouwsels staan niet achter de dijk, maar op een verbreding van de kruin. 31 18.Natte duinvallei ontwerp: realisatie: oppervlak: R W S 1987 1988 circa 3 ha Het meest westelijke zanddepot van de zuidelijke damaanzet is afgegraven om de aansluiting van R W 5 7 over de stormvloedkering mogelijk te maken. In overleg met de technici en uitvoerders is een natuurbouwplan opgezet voor dit gedeelte van de damaanzet. Het resultaat is een miniatuur vochtige duinvallei met een duinmeer. Het resterende zand op de bodem van het depot is verschoven om duintjes te vormen, grof materiaal is verwijderd, met stuifschermen zijn de duinen op hun plaats gehouden. A a n de secundaire route en aan de strandzijde is een informatiepaneel geplaatst. Deelplannen in ontwerp 19.Plan van experiment voor humificatie op de Roggenplaat voorstel: stadium: oppervlak: RWS 1993 plan van experiment circa 0 , 5 ha In een zone van circa 1 0 0 m breed direct ten oosten achterlangs de zeewering, parallel aan de rijksweg is als experiment een perceel voor humificatie van bermmaaisel voorgesteld. 20.0rrtwerp-bestemmingsplan Neeltje Jans. opsteller: stadium: Gemeente Veere voorontwerpfase Het ontwerp-bestemmingsplan legt op het gebied, dat van belang is voor de waterkering en waterbeheersing, de bestemming waterstaatsdoeleinden. Op R W 57 met bijbehorende bermen, taluds, kunstwerken en op- en afritten is bovendien de bestemming verkeersdoeleinden gelegd. Hetzelfde geldt voor de toegangsweg naar 6n het parkeerterrein bij het ir.Topshuis. Ook de Roompotsluis heeft de bestemmingen w a terstaatsdoeleinden en verkeersdoelseinden (verkeer te water). Strand en duinen aan de Noordzeezijde hebben de bestemmingen waterstaatsdoeleinden, natuurgebied en recreatieve doeleinden. De Binnenen Buitenhaven Noordland, het ir. Topshuis en de Vluchthaven Neeltje J a n s hebben de waterstaatsbestemming. De Binnenhaven Neeltje J a n s is gedeeltelijk bestemd voor waterstaatsdoeleinden en gedeeltelijk mede voor maatschappelijke doeleinden (themapark). De Mattenhaven en een aangrenzend kunstmatig aangelegd duingebied hebben de bestemming natuurgebied. De Betonhaven heeft de dubbele bestemming waterstaatsdoeleinden en natuurgebied. In de diverse havens wordt geen jachthaven voorzien. Een gebied, gelegen aan de noordoostzijde van het eiland, tussen R W 5 7 en Bouwput Schaar heeft de bestemming maatschappelijke doeleinden, waarbij gedacht wordt aan een themacentrum met betrekking tot de waterhuishouding, waterbouwkunde, natuur, scheepvaart, visserij, offshore, energie en milieubescherming. Het bouwdok waarin de reserve-pijler staat (Delta Expohaven) heeft eveneens de bestem- < 0_ UJ 55 x tn <_> cc tn 5i 33 ming maatschappelijke doeleinden. De overige bouwdokken zijn bestemd voor bedrijfsdoeleinden, waarbij gedacht wordt aan intensieve kweek van schaal- en schelpdieren en vis. Tussen de bouwdokken en de Betonhaven ligt een voormalig werkterrein, dat volgens het ontwerpbestemmingsplan gebruikt kan worden voor het oprichten van bedrijfsgebouwen ten behoeve van kweek en verwerking van vis en schaal- en schelpdieren en van een World Fish Center project. 21 .Natuurbouw op Neeltje Jans opstellers: Natuurmonumenten, Z e e u w s Landschap 1987 In 1 9 8 7 hebben de initiatieven van onder andere Natuurmonumenten en Het Zeeuwse Landschap geleid tot een notitie waarin voorstellen worden gedaan voor een verdere natuurtechnische afwerking van de voormalige werkterreinen op Neeltje J a n s . Onder het motto 'het karwei afmaken' worden voorstellen voor de afwerking van het eiland met een gevarieerd duingebied aangeboden. In samenwerking met R W S , Provincie en het ministerie L N V , is een groot deel van de verzamelde en op deze plaats met elkaar in verband gebrachte voorstellen gerealiseerd. 22.Recreatief Inrichtingsplan Neeltje Jans opstellers: stadium: werkgebied: buro B o s c h en Slabbers/ Natuurmonumenten, Z e e u w s Landschap 1 9 9 2 voorontwerpfase Neeltje J a n s Het aangeboden recreatief inrichtingsplan omvat voorstellen voor recreatieve voorzieningen voortbouwend op de resultaten van natuurtechnische en landschappelijke afwerking van Neeltje J a n s tot nu toe. Het inrichtingsplan spreekt zich uit over: een miniatuur slufter aan de Oosterscheldezijde, een duinklif, een boulevard met uitzicht op de voormalige b o u w d o k k e n , een als paraboolduin vormgegeven parking voor de natuurliefhebbers (los van het parkeren voor Delta-Expo), de vormgeving en situering van informatiepanelen, ontwerp en situering van betonnen observatiehutten en kijkdozen, een speciaal voor rolstoelgebruikers ingericht verkenningstrac6, een langere route die zowel slufter als inlaag aandoet en een kortere rondgang. Het inrichtingsplan is gebaseerd op het uitgangspunt van Natuurmonumenten en Het Zeeuwse Landschap, om de natuurtechnische en landschappelijke afwerking van Neeltje J a n s met name in te zetten als recreatieve voorziening: het voormalig werkeiland als staalkaart van de kustlandschappen van Nederland. il 23.Kunstobject ontwerper: stadium: werkgebied: Marinus Boezem 1991 voorontwerp Neeltje J a n s Marinus Boezem w i l , gebruikmakend van de nog resterende kolossale stortstenen, op ware grootte de plattegrond van een gotische kathedraal weergeven, de lijnen van de gewelven in schelpenpaadjes. Het beeld is bedoeld om vanuit de passerende auto te worden bekeken. Rijdend over de dam moet de plattegrond van deze imaginaire schuilplaats opduiken. o cc </) u i § i <9 j 35 o 24.Delta Promenade ontwerpers: stadium: werkgebied: Wisse/Tuinhof/Slemmer architecten 1991 concept inrichtingsplan Neeltje J a n s Delta Promenade is e6n van de plannen voor een themapark "Leven met water en wind", zoals die bij de Beheersmaatschappij Neeltje J a n s is gepresenteerd. Er zijn meerdere plannen voor een themapark de revue gepasseerd. Alle plannen zijn bestudeerd op haalbaarheid. 25.Windmolenpark Noordland ontwerp: stadium: Energy Connection 1 9 9 3 uitvoeringsvoorbereiding ' 1 1 1 % I I | | I WORO. Plan voor het opstellen van windturbines op de havendammen nabij de Roompotsluizen. Het meest recente plan gaat uit van plaatsing van windturbines uitsluitend aan de westzijde van R W 5 7 . Vergunning is aangevraagd voor 12 turbines op de havendammen aan de Noordzeezijde van de Roompotsluis. 26.Analyse windturbines op de Roompot sluis opstellers: ontwerpburo B O O M Op verzoek van de Gemeente Veere is in opdracht van Energy Connection een analyse verricht naar de consequenties van de plaatsing van windturbines op de Oosterscheldekering in het algemeen en de consequenties van plaatsing op de strekdammen van de Roompotsluizen in het bijzonder. Met behulp van getekende animaties is een indruk gegeven van de veranderingen in het landschap. Met betrekking tot het realiseren van een windmolenpark op de Roompotsluizen wordt geconcludeerd, dat plaatsing aan weerszijden van de waterkering landschappelijk aanvaardbaar is. Het nieuw te realiseren park past in de reeks van windmolenparken op de kering. De plaatsing van molens (21 stuks) op de strekdammen benadrukt de omsluiting door de strekdammen van het sluizencomplex. 27.Inrichtingsplan Jacobahaven ontwerp: stadium: oppervlakte: R W S 1987 voorstel circa 2 ha In 1 9 8 7 is binnen de organisatie van Rijkswaterstaat een plan opgesteld voor de afwerking van het zanddepot van de zuidelijke damaanzet. Dit voorstel gaat uit van het bewerken van het oppervlak van de nog resterende zanddepots tot kleine duintjes en het inplanten met helm. 28.Projectgroep Jacobahaven initiatief: stadium: werkgebied: gebruikers 1 9 8 7 goeddeels gerealiseerd Jacobahaven en aanliggende terreinen OOSTFB. SCHELDE In 1 9 8 7 is door de gebruikers en mogelijk toekomstige gebruikers van de Jacobahaven vanuit een projectgroep een programma van eisen en een inrichtingsplan voor de J a c o b a haven opgesteld. Hierin worden de gebruiksmogelijkheden vastgelegd en aan aantal bestemmingen nader gedetailleerd, waaronder de mogelijkheden voor recreatief gebruik, viskweek, werkterreinen R W S en de vestiging van het onderzoekscentrum RIKZ. 29.Viskweek Jacobahaven ontwerp: stadium: locatie: architectenburo 1 9 9 3 definitief ontwerp oostzijde Jacobahaven Het ontwerp voorziet in de b o u w van een loods waarin diverse soorten vis kunnen worden gekweekt. De milieubelasting is bestudeerd en in de door de architect opgestelde plannen zijn de ruimtelijke consequenties zichtbaar gemaakt. De loods is aan de Oosterscheldezijde aan de voet van de dijk voorgesteld, op de havendam die de voormalige werkhaven scheidt van het recreatiegebied met strand en duinen. 30. Landschapsbeleidplan opsteller: Gemeente Wissenkerke 1991 Noord-Beveland Het landschapsbeleidplan van de gemeente Wissenkerke vormt een beleidsinstrument waarin de gemeente haar w e n s e n met betrekking tot de ontwikkeling en het beheer van het landschap formuleert. Hiermee wil de gemeente sturen in kap en aanplant en het te voeren beheer op de dijken en in de natuurgebieden. Tevens geeft het plan toetsingsmogelijkheden betreft de uitbreidingsmogelijkheden van de woonkernen en de recreatieterreinen op hun landschappelijke consequenties. 31 .Bestemmingsplan Delta-Park opsteller: stadium: Grontmij/Gemeente Wissenkerke 1 9 9 3 conceptfase Het concept-bestemmingsplan brengt de consequenties van een uitbreiding van het bestaande huisjes terrein in beeld. Er wordt uitgegaan van een duinachtig aanzien en van beplantingen die het geplande huisjes terrein aan het zicht zullen moeten onttrekken. Wat betreft de landschappelijke inpassing zijn tussen de bocht van rijksweg 57 en de oude dijk die de nieuwe begrenzing van het huisjesterrein zal gaan vormen varianten voorgesteld, met en zonder opgaande beplanting. if 9 < I in !" 16 2 32. Aanvragen hangcultures Er zijn een groot aantal aanvragen voor hangcultures in de haven en bouwdokken van Neeltje J a n s en Roggenplaat. Deze zijn nog in behandeling. o 39 Integraal plannen 1 .Landschapsvormgeving van de Oosterscheldekering opsteller: status: STILO 1 9 8 3 ontwerpstudie Het door de Stichting voor Landschapsplanning en Ontwerp i.s.m. Rijkswaterstaat opgestelde rapport "Landschapsvormgeving van de Oosterscheldekering en de werklocaties langs de kusten van S c h o u w e n en Noord Beveland" is een integrale visie op de landschappelijke afwerking van de Oosterscheldekering alsmede de beide damaanzetten. In het plan en de gepresenteerde altematieven zijn het complex en de overblijfselen van het bouwproces, overeenkomstig de afwerking van de andere Deltawerken, opgeruimd of hebben zichtbaar een nieuwe bestemming gekregen. Het complex m a n i f e s t e d ! zich vooral als waterstaatkundig werk. De Oosterscheldekering is overal aanwezig, het milieu en de veranderingen in dit milieu zijn altijd zichtbaar. Natuurbouw wordt ingezet op de schaal van het hele Oosterscheldebekken: o.a. het leveren van een relevante bijdrage aan het areaal hoogwatervluchtplaatsen. 2.Toetsing windmolenplannen opstellers: S B B afdeling verkeerswegen 1 9 8 7 status: gefundeerd advies aan de beheerder De afdeling verkeerswegen van Staatsbosbeheer heeft in 1 9 8 7 een bijdrage geleverd aan de planvoorbereiding situering windmolens op de Oosterscheldekering. In de eerste plaats wordt twijfel geuit bij de plaatsing van windturbines op Roggenplaat. Verder wordt gedetailleerd ingegaan op de problemen en aandachtspunten ten behoeve van de eigenlijke plaatsing en detaillering. Consequente opstelling volgens een eenduidig principe wordt dringend geadviseerd. Opstelling van de molens wordt gevraagd op dan wel aan het talud van de dijk en niet een mengvorm van beide. 3.Landscaping Oosterscheldekering opstellers: status: WEST 8/RWS 1989 ontwerpvisie Landscaping Oosterscheldekering presenteert een gefundeerde visie op de landschappelijke en natuurtechnische afwerking van de Oosterscheldekering en damaanzetten. Het is een pleidooi voor de leegte. Het plan omvat in concreto: Het opruimen en concentreren van restanten van het werk op de daartoe bestemde werkterreinen; drie deelplannen met gedetailleerde voorstellen voor de afwerking van de nog resterende zanddepots. De uitwerking van deelplannen is voortgekomen uit de constatering, dat het areaal aan hoogwatervluchtplaatsen en mogelijke broedgelegenheid voor kustvogels nog steeds afneemt. 4.Conceptbeleidsnota/Streekplanuit werking Windenergie opstellers: status: Provincie Zeeland 1 9 9 3 concept Het doel van de nota is duidelijkheid te bieden over de plaatsingsmogelijkheden van windturbines in de provincie Zeeland. In de nota worden criteria gesteld voor het inpassen van windturbines in het Zeeuwse landschap. Tevens moet van deze nota een stimulerende werking uitgaan in de richting van initiatiefnemers van windenergieprojecten, wat vorm krijgt in het aanreiken van kansrijke gebieden voor de toepassing van grootschalige windenergieprojecten. De Oosterscheldekering en Jacobapolder vallen geheel onder een speerpuntlocatie, d . w . z . kansrijke locaties voor middelgrote ( 1 - 4 turbines) tot grote projecten (5 en meer turbines). Bij speerpuntlocaties bestaan naast de lijnopstelling en de clusteropstelling ruimere mogelijkheden voor de keuze van de opstellingsvorm. 5. Masterplan Delta-Expo ontwerper: stadium: studiegebied: Kuiper C o m p a g n o n s , A . Bhalotra conceptfase Neeltje J a n s en verder Vanuit het buro Kuiper C o m p a g n o n s w o r d t gewerkt aan een inrichtingsplan voor het Delta-Expo gebied. In deze conceptfase is een plan ontwikkeld waarbij de Delta-Expo gereorganiseerd wordt langs een vormgegeven as loodrecht op de waterkering, gebruikmakend van de aanwezige verbinding tussen het T o p s huis en de bestaande locatie van DeltaExpo. Verschillende attracties zijn thematisch geordend. Bhalotra gaat uit van het verregaand doorzetten van landschappelijke afwerking met duinen. looproules Fittsfoutas Ondardeorgang kering Topshuis Bazoak aan da Daring Bazoak aan da pijlar Aanlagplaats rondvasnboo! W.ndpaviljoan waiarspaaipiaais I 0 CO cc 1i 38 Mylfia van res an wind Waiarspaaiplaati Watarpaviljoan Vis s ar< jtam c-on stalling Vis/astaurant Wa I a rbo L-wp a vi IJ oan Oijkluin Ontvangsl/klaina horaca Zal an an groia horaca Naiuur-oezoekarscantrur Tampal in da naiuur Strandpav'ljoan Mariculturai Passantanstaigar Parkaran Rasarva-parkaran Kunst-gaiariJ Kunsl in rial landschap 43 Beheerplannen A . Actuele beheersmaatregelen beheerder: areaal: Dienstkring Delta-kust waterstaatkundig object en terreinen Het beheer van het waterstaatkundig object is gehouden aan een gedetailleerd onderhouds- en beheerplan. Het beheer en onderhoud van de omliggende terreinen is niet gebonden aan een dergelijk gedetailleerd beheerplan. Het dageiijks beheer van de terreinen rond de Oosterscheldekering heeft een grote invloed op de verschijningsvorm van het complex. Het terreinbeheer omvat: Het opschonen van alle terreinen die horen bij het waterstaatkundig werk: Keien, restanten, reserve materialen, wrakken en werktuigen zijn ondergebracht op verschillende nog voor onderhoudswerkzaamheden gereserveerde terreinen bij de werkhavens. De voor werkzaamheden gereserveerde ruimten zijn groot en liggen verspreid, maar de materialen zwerven niet meer over het hele c o m plex, uitgezonderd de grote 1 x 1 x 1 m betonblokken op en langs het secundaire verkeerssysteem. Op dit moment worden de oppervlakten van de voor onderhoudswerkzaamheden gereserveerde terreinen opnieuw bekeken op de mogelijkheid 3 0 schuiven opnieuw te conserveren. Er wordt gezocht de beheersmaatregelen nog verdergaand te concentreren. Verkeersmaatregelen: De grote waterstaatkundige werken in Nederland en met name de Deltawerken kennen een heel eenduidige organisatie van het verkeer. De Oosterscheldekering is hierop een uitzondering. Met behulp van obstakels (betonnen stortblokken van 1 x 1 x 1 m en slagbomen) is een verkeersscheiding teweeggebracht. Deze verkeersscheiding wijkt af van de toegankelijke en karakteristieke verkeerscirculatie, zoals die op de andere Delta-werken wordt onderhouden. Plaatselijk stimuleren van duinvorming. Incidentele vogelwacht: het rapen van eieren van zilvermeeuwen op Roggenplaat. Bermenbeheer/maairegime. B. Overdracht van het beheer aan Natuurmonumenten/Zeeuws Landschap beheerders: areaal: Natuurmonumenten, het Z e e u w s Landschap natuurbouwprojecten op Neeltje J a n s De natuurbouwprojecten op Neeltje J a n s worden na realisatie in beheer en onderhoud overgedragen aan Natuurmonumenten en Z e e u w s Landschap. Voor het overgrote deel is dit al het geval. C . Beheer door de waterschappen beheerders: areaal: de beide waterschappen Noord Beveland, Schouw e n en Duiveland Het beheer door de waterschappen richt zich op de actuele en voormalige zeewering. Het beheer is gebonden aan heel gedetailleerde onderhouds- en beheerplannen. Nieuwe ontwikkelingen op, aan of rond de zeewering worden getoetst op hun consequentie voor de waterkering. Dertig meter uit de teen van de dijk vindt geen bebouwing plaats. Conclusie H o e w e l beslist gesteld kan worden dat het merendeel van de genoemde deelplannen tot stand komt vanuit een afgewogen doelstelling en een breed draagvlak, blijkt duidelijk dat door hun veelvoud een onsamenhangend totaalbeeld onvermijdelijk is. Daar komt nog bij, dat de ruimtelijke ingrepen die de realisatie van enkele van deze plannen zouden beogen zonder meer strijdig zijn met een of meer van de in hoofdstuk 2 gestelde hoofdregels of criteria van toetsing. Gesteld dat er daarnaast steeds weer nieuwe initiatieven en deelplannen op de Oosterscheldekering af zullen komen, zal het noodzakelijkerwijs moeten komen tot een bijtijdse landschappelijke visie voor de kering. Met dit instrument als toetsingskader en initiator voor deelplanvorming wordt de beoogde landschappelijke kwaliteit van het kunstwerk veilig gesteld. 4 MIDDELEN VOOR LANDSCHAPPELIJKE EN ECOLOGISCHE AFWERKING getijde landschap Oosterschelde O m te komen tot een visie voor de landschappelijke en ecologische afwerking voor de kering, zowel wat betreft de voormalige bouwdokdijken, de havendammen en overige restgebieden als de wegbermen, verkeerslussen en de zeewering, dienen allereerst de verschillende mogelijkheden en middelen daartoe te worden geVnventariseerd. Het spreekt voor zich dat niet beoogd wordt uitputtelijk esthetische of ecologische mogelijkheden te benoemen. Globaal gesteld zullen binnen het bereik van de in hoofdstuk 2 genoemde criteria voor behoud van de landschappelijke k w a liteit van de kering als waterstaatkundig kunstwerk, toekomstige initiatieven ontplooid kunnen worden. In de discussie van de begeleidingsgroep en in de interviewrondes zijn een aantal concrete suggesties genoemd voor de meest wenselijke altematieven voor afwerking. W a t betreft het kader voor landschappelijke en ecologische afwerking onderscheiden zich scenario's of middelen voor: . de afwerking van het maaiveld en . aandachtspunten voor detaillering en plaatsing van elementen. A. MIDDELEN VOOR AFWERKING MAAIVELD 1. Terugbrengen in de oorspronkelijke toestand Voor een aantal locaties op en aan de kering zou een optimale landschappelijke afwerking juist bestaan uit het opheffen van de gegroeide status quo door een duidelijke stap terug in de ontwikkelingsreeks. Dit scenario leent zich bijvoorbeeld bijzonder goed voor de zanddepots op de noordelijke damaanzet. Een groot deel van dit zanddepot is gesitueerd in de prachtige inlaagpolder, die zich tot aan de duinen van W e s t e n s c h o u w e n uitstrekt. Wanneer het zand van dit depot zou worden gebruikt of verkocht, komt een substantieel deel van de inlaagpolder terug en ontstaat er een duidelijke zichtrelatie voor de automobilist over de inlaagpolder met de duinen. Hetzelfde soort scenario is denkbaar aan de binnenkant van Neeltje J a n s . Terreinen met zanddepots, kunstmatige duinen, dammen van constructiedokken of voormalige werkhavens zouden kunnen worden teruggegeven aan de zee. Door ontgraving of verwijdering van oeververdediging zouden delen van Neeltje J a n s , die geen betekenis hebben als deel van de primaire zeekering, weer deel kunnen gaan uitmaken van de Oosterschelde. Neeltje Jans zou hierdoor veel slanker worden en als lineair waterstaatkundig element veel duidelijker. Slechts de uiteinden van het eiland - de werkhaven, het ir. Topshuis en Delta Expo aan de ene kant, het sluizencomplex aan de andere kant - zouden zich verbreden. Vanaf de w e g over de kering en ook de serviceweg aan de binnenkant zouden de gebruikers eindeloos ver over de vlakke zee naar het oosten kunnen kijken. inlaagpolder Westenschouwen 2. Schaars begroeide vlakte Grote delen van het voor landschappelijke afwerking beschikbare oppervlakte zijn voormalige werkterreinen en kenmerken zich nu als vlakke gebieden, waar door de harde wind het zand is uitgewaaid en de bodem is bedekt met schelpen, slakken, puin en stenen. De textuur van deze vlakken heeft nog het meest w e g van een woestijn. In een nat zomerseizoen kiemen er enkele vegetatiesoorten, her en der weet een duindoorn zich te redden. In het winterseizoen met zijn zilte nevel verdwijnt alles weer. Op zich is dit landschapsbeeld een geschikt scenario voor afwerking. Met schelpen of met grind kunnen bepaalde zones worden afgewerkt. Dit levert nette, in de horizontaliteit van het wijdse perspektief wegvallende vlakken op. O m de zomers opkomende vegetatie tegen te gaan, is nog in onderzoek welke samenstelling en dikte van de toplaag precies toegepast zouden moeten worden en wordt naar ervaringen elders gekeken. Het visuele resultaat zou optimaal zijn als dit soort vlakken omzoomd zouden worden met een randzone van stortsteen of betonelementen. Dit zou niet alleen een strakker beeld van het terrein geven, maar ook onwelkome betreding door voetgangers of honden tegengaan. A l s mogelijke samenstelling van het profiel is gesuggereerd dat een onderlaag van puin met een gemengde bovenlaag van zand, grind en schelpen effectief is. A l s onderhoud zou deze toplaag jaarlijks geegd moeten w o r d e n . Feitelijk is het scenario een extreme vorm van verschraling. Op bepaalde plaatsen vestigen zich ook zeldzame kustvogels, zoals de dwergstern en het visdiefje. Het recentelijk gereed gekomen vogeleilandje bij Neeltje J a n s bewijst het succes van dit soort vlakten als die onder invloed staan van het getijde. Het vogeleiland ligt circa 2 . 0 0 m boven gemiddeld hoogwater. Een aantal keer per jaar wordt deze kunstmatige plaat overstroomd, zodat opgaande vegetatie en bepaalde soorten roofdieren geen voet aan de grond krijgen. Er overtijen en nestelen honderden vogels. 3. Creeren van duingebied duindoorn De grote hoeveelheden zand die zich langs de kering bevinden bieden de mogelijkheid tot het maken van duinen. Voor deze vorm van afwerking is op veel plaatsen reeds gekozen. Binnen dit scenario van verplaatsen van zand blijken drie beelden en dito biotopen te realiseren: .blanke duinen met helmgras, -onder direkte invloed van de harde zeewind- die verstuiven en dynamisch zijn; .stabiele duinen met een dicht tapijt van duindoorn en struweel, aan de luwe kant van de kering; .natte duinvallei, een florarijke depressie in het zand. In zekere zin geldt dat zich door kustsedimentatie aan de zeezijde bij de damaanzetten en Neeltje J a n s een conditie voordoet van spontane duinvorming en vorming van banken en zandplaten. Hierdoor zal zich naar verwacht een zandtong vormen met een ondiepe geul of slufter erachter. Niemand weet hoe snel en in w e l ke vorm dit natuurlijke proces zal verlopen, wat er precies zal gebeuren of wanneer dit proces zal stoppen. In dit perspectief is het op kunstmatige wijze creeren van duinen uit zanddepots, zoals dit is gebeurd bij het slufterproject aan de zeezijde van de kering, een mogelijkheid om met de natuur mee te werken. De natuur wordt als het ware een handje geholpen. §a <i U l UJ UJ 3 ri ui Q. | a _, Ul i in o cc IO m % » < 9 —i o 51 helmgras 4. Grazige vlakten Het traditionele middel voor afwerking van 'rest'gebieden van kunstwerken van Rijkswaterstaat is vaak grasvlakte (een schrale laag met inzaaien van B3-mengsel). Het hierop logisch volgend beheer is 6en a twee maal per jaar maaien en het maaisel afvoeren. In een aantal gevallen (dijken) vindt beweiding door bijvoorbeeld schapen plaats. Dit beeld van vredig grazende schapen op dijken is van oudsher bekend. In het plangebied zijn de bermen, verkeerslussen en aansluitingen grotendeels op deze manier afgewerkt. Het huidige beheer bestaat uit twee maal maaien en afvoeren, waardoor een bloemrijke berm ontstaat. Het maaien betreft alleen de eerste twee meter vanaf de w e g . de rest van de bermen kent het beheer 'niets d o e n ' . Op deze plaatsen waar niet gemaaid wordt zal het nodig zijn om te maaien op het moment dat struikvorming gaat plaatsvinden. Onderzocht moet worden of er reele kansen zijn voor beweiding van de bermen waar voor grasvlakte is gekozen. Een andere mogelijkheid is het jaarlijks maaien teneinde het beeld van een strakke grasmat te krijgen. Hieraan zijn dan wel financiele consequenties verbonden. vredig grazende schapen op de dijk B. AANDACHTSPUNTEN VOOR DETAILLERING EN PLAATSING V A N ELEMENTEN 1 Gelijkschakelen van niveau van afwerking en detaillering De bouwkundige afwerking en detaillering van de technische onderdelen van de kering is van hoog niveau. Er is veel aandacht besteed aan het uiterlijk van de pijlerkoppen met de hydraulische installaties. Niet alleen daaraan, ook de brug, het sluiscomplex met b e b o u w i n g , de vele randdetails en leuningen en andere bouwkundige elementen hebben een voor het oog interessante o v e r w o g e n uitstraling. Ook het centrale regel- en beheergeb o u w , het ir. Topshuis, is een erkend architectonisch landmark. Zelfs voor meetmasten, objecten voor plaatsbepaling en kustlichten geldt dat hun afgewerktheid en netheid kenmerkend zijn. A l deze schijnbaar vanzelfsprekende details dragen in grote mate bij tot het totaalbeeld van samenhang, soliditeit en welstand. A l s zelfs alle bouten en moeren blinken, masten netjes in de verf zitten met een zelfde soort kleur, dan ontstaat niet alleen het voor veel ingenieurskunst zo aanstekelijke schoonheidsgevoel maar ook een uitstraling dat het object goed en betrouwbaar is. Wanneer het uitgangspunt geldt dat de landschappelijke kwaliteit van de kering voorop staat, is een niet aflatende aandacht voor de afwerkingskwaliteit van elk soort technisch of bouwkundig object vereist. Elk gei'mproviseerd bouwwerkje, bouwvallige of roestende constructie, ondeugdelijk of versleten element dat aan de kering wordt toegevoegd, doet afbreuk aan het zo zorgvuldig gekoesterde totaalbeeld. 'De ketting is zo sterk als de zwakste schakel'. De door de ingenieurs (en architect prof. W . Quist) en de beheerder gehanteerde detaillering zou moeten gelden als norm voor duurzaamheid, materiaalkeuze en mate van afwerking voor alle aan de kering toe te voegen objecten. geaetameerae arwerKing pijieraam Steigers, regelhuisjes, windturbines, vogel-observatiehutten, slagbomen, verkeerspaaltjes en al die andere elementen die onvermijdelijk de kering zijn gaan bevolken of nog zullen gaan bevolken, dienen zich aan deze norm aan te passen. S o m s zal er deugdelijker materiaal gewenst zijn of zal er een architect bij betrokken moeten worden. Bij veel grote bedrijven en gemeentes zijn er zelfs speciaal mensen aangetrokken die toezien vanuit een rol van supervisie op de kwaliteit van dit soort interventies in de voor het imago of stadsbeeld belangrijke binnen- en buitenruimten. 2. Beperking vertikale objecten A n d e r s dan de strakke taluds en de logge, robuuste in stortsteen en asfalt gegoten grondlichamen die basis zijn van de kering, bepalen de cilinders van de schuifophanging en de pijlerkoppen de skyline van de kering. Deze skyline, die de Oosterscheldekering zijn kenmerkende identiteit geeft, is het meest belangrijke object van zorg. Zoals de landschappelijke kwaliteit van Kinderdijk door het siihouet van de 15 molens in slagorde wordt bepaald en de verkeerstoren die van Schiphol, zo bepalen het ir. Topshuis en de cilinders van de drie stroomgaten het siihouet van de Oosterscheldekering. In de langsrichting, over de w e g , worden de cilinders tot een smalle serie vertikale elementen met een boogvormige contour, die de diepte van de stroomgeul spiegelen, verdicht. In dit perspectief is de skyline dan ook gemakkelijk te verstoren. Dwars op de kering, vanuit de zee of vanaf de koppen van de eilanden vormen de cilinders en de pijlerkoppen juist een breed panorama tussen de eilanden. In zekere zin kan gesteld worden dat nagenoeg elk toegevoegd vertikaal object een onregelmatigheid, een verstoring is van dit siihouet van de pijlers. Toen na een hevige najaarsstorm enkele van de, langs de w e g over de pijlers, geplaatste lichtmasten door corrosie afbraken en de beheerders genoodzaakt waren uit voorzorg voor eventuele ongelukken alle lichtmasten te verwijderen, veranderde het beeld van de kering ingrijpend. Plotseling waren de pijlerkoppen en de cilinders de enige verticale elementen tussen de eilanden. Het beeld van de kering wordt rustiger en eleganter, de nadruk k w a m op de pijlerkoppen. Een bijkomend aspect is dat de kering nu "s nachts donker is en nog meer in de leegte van de zee verdwijnt; de automobilist rijdt nu liever 1 0 0 km/uur dan 1 2 0 km/uur, zoals in verlichte toestand vaak het geval w a s . De negatieve invloed van vertikale elementen op het beeld van de kering is het duidelijkst te illustreren met de plaatsing van de windturbines op Roggenplaat. Gezien vanaf de noordelijke damaanzet op S c h o u w e n Duiveland waren de cilinders van de schuiven tussen de pijlers in de stroomgaten van de Hammen en de Schaar duidelijk zichtbaar. Het w a s goed waarneembaar dat deze doorstroomopeningen enigszins ten opzichte van elkaar gedraaid staan en dat er enige afstand is tussen de twee openingen. Verder w e g ligt het ir. Topshuis vierkant in de w i n d . De plaatsing van de turbines op Roggenplaat heeft dit beeld volkomen ontregeld. In het perspectief beslaan de molens de voile breedte van de beeldhoek. T u s s e n al deze vertikalen met hun draaiende wieken zijn de cilinders op de pijlers onopvallend. De onderlinge afstand van de stroomgaten is moeilijk te bepalen, omdat niet meer duidelijk is wat v66r en wat achter iets staat. Ook de verdraaiing van de doorstroomgaten valt nauwelijks meer op. Ongeacht de vraag of windturbines gewenst zijn of niet, mooi of lelijk zijn, kan hier eenvoudig worden vastgesteld dat turbines op deze wijze geplaatst een enorme w i s s e l trekken op de beleving en de leesbaarheid van de kering en de landschappelijke kwaliteit van de kering teniet doen. Voor het handhaven en versterken van de landschappelijke kwaliteit van de kering als kunstwerk is het noodzakelijk een preventief beleid te voeren ten aanzien van vertikale objecten en plaatsing en locatie van verticale objecten als windturbines uiterst zorgvuldig te o v e r w e g e n . zioht over pijlerdam met lichtmasten pijlerdam na verwijdering lichtmasten 1 llUtiW markante boogvormige contour pijlerdam hinderlijke ruis in het beeld van de pijlerdam door windturbines en lichtmasten 5 LANDSCHAPPELIJKE VISIE Met in het vorige hoofdstuk genoemde middelen voor afwerking van het maaiveld (terug brengen in de oorspronkelijke toestand; schaars begroeide vlakte; creeren van duingebied; grazige vlakten) is een afgewogen keuze gemaakt voor de meest geeigende oplossingen voor de landschappelijke afwerking van de Oosterscheldekering. Gemakshalve zijn deze samengevat in ingrepen en voorstellen per deelgebied. Damaanzet Schouwen Duiveland Het meest bepalende landschappelijke element van deze damaanzet is de inlaagpolder. Het is een van de interessantste inlaagpolders langs de Oosterschelde omdat er niet alleen sprake is van de karakteristieke overgang van zoet-zilt maar door zijn ligging ook de klei-zand en nat-droog gradient aanwezig is. Dat wil zeggen dat deze inlaagpolder zowat het hele spectrum aan mogelijke biotopen omvat en er een grote verscheidenheid aan planten leeft. Bovendien heeft deze polder niet alleen een prachtige situering tegen het duinmassief van W e s t e n s c h o u w e n maar vormt de w e g naar de kering een ideale 'tribune' om dit karakteristieke Zeeuwse landschapsbeeld waar te nemen. Afwerkingsbeleid en beheer zullen er dan ook op gericht moeten worden het, ten opzichte van de w e g over de kering, w e s telijk gelegen zand van het zanddepot zo snel als mogelijk te verkopen of te gebruiken zodat de inlaagpolder zich gaat uitstrekken tot aan het wegtalud. Voorts zou gestreefd moeten worden naar een waterverbinding (duiker) tussen beide, door de weg van elkaar gescheiden, delen van de polder zodat een uitwisseling van waterplanten en dieren tot stand kan komen. De kleine driehoekige inlaagpolder ten oosten van de weg kan nog iets worden vergroot, de taluds kunnen worden gestabiliseerd met een dun laagje klei. Het schelpenvlak ten oosten van de weg garandeert een vrij uitzicht over het water vanaf de w e g . Dit vlak wat duidelijk deel uitmaakt van de aanzet van de kering, doordat het uit de oorspronkelijke kustlijn steekt, zou blijvend het karakter moeten houden van schaars begroeide vlakte. Het aan de zeezijde sedimenterende zand wordt zoveel mogelijk ingevangen door het smalle duinrandje tegen de asfalttaluds. A l s eventuele verkeersbelemmerende voorzieningen op de kruin van de dijk, die dienst doet als fietspad, wordt uitgegaan van een voor de kering specifiek gekozen integraal toegepaste stijl van straatmeubilair (paaltjes, hekken, bankjes e.d.). driehoekige inlaagpolder It**-' " ' anatomische les asfalttalud groene taluds, dijken inlaagpolder schrale vlakte, schelpenvlak duingebied, overgangszone Eiland Roggenplaat Vanuit landschappelijk oogpunt zijn voor Roggenplaat de altematieven van de groene al of niet begraasde vlakte en de schrale vlakte het meest adequaat. Met een streven naar vlakte wordt het monumentale karakter van de hoefijzervormige dijk en het hoger liggende plateau, onderaan het snelwegtalud, het best gediend. In het stormseizoen spookt het hier indrukwekkend, het water stuift dan over de gebogen dijk. J u i s t door dit zilte milieu is de conditie voor vegetatie -en ook gras- niet goed. Een schrale vlakte, waar zich mogelijk nog vogels gaan ophouden, is daarom het beste wensbeeld. Daartoe zou het huidige oppervlak van de Roggenplaat moeten worden opgeschoond en geegaliseerd en mogelijk met stenen of schelpen worden afgestrooid. Het hiertoe te realiseren bodemprofiel dat uit het oogpunt van beeld en beheer het meest praktisch is, zal nog worden onderzocht. De kade en de zone er direct achter, ten westen van de w e g , zullen ten alle tijden als te reserveren bouw/werkterrein voor R W S moeten worden bestemd. De windturbines op de Roggenplaat hebben een aantoonbaar negatieve werking op de landschappelijke kwaliteit van de kering. Gestreefd moet worden in ieder geval die molens, die niet gerelateerd zijn aan de hoefijzervormige dijk, niet opnieuw te plaatsen als de molens aan vervanging toe zijn. anatomische les asfalttalud groene taluds, dijken schrale vlakte, schelpenvlak windturbines reservering werkterrein RWS Eiland Neeltje Jans Op Neeltje Jans zijn een aantal belangrijke stappen voor de landschappelijke afwerking te nemen. Hier zijn niet alleen de meeste restgebieden, maar hier is het opwaarderen van het landschappelijk beeld het meest urgent. In de afgelopen jaren zijn er reeds enkele belangrijke beslissingen genomen, voor het gebied bij het ir. T o p s h u i s en de DeltaExpo ligt een voorlopig masterplan klaar. De landschappelijke afwerking van Neeltje J a n s omvat enkele verschillende deelgebieden: Delta-Expo, ir. Topshuis Voor dit gebied is een toeristische attractie voorzien als hoofdfunctie. De voorstellen hiervoor zijn vastgelegd in een masterplan (buro Kuiper Compagnons) waarbij de Delta-Expo georganiseerd wordt langs een nieuwe as, loodrecht op de waterkering (gebruikmakend van de aanwezige verbinding), met als kern twee paviljoens. Verschillende attracties zijn thematisch geordend. Het masterplan gaat verder uit van het versterken van het duinmilieu voor de noordelijke kop van Neeltje J a n s . Parkeerterreinen worden volledig gei'ntegreerd in het duinlandschap. Vanuit het perspectief van landschappelijke afwerking is het idee van duinen een verstandige keuze. Op Neeltje Jans zijn reeds kunstmatige duinen gemaak an ook de slufter. Het is raadzamer te kiezen voor 66n milieu dan voor een afwerking waarbij iedere plek anders is. Deze strategie is een belangrijke voorwaarde voor een samenhangend beeld met een goede schaalverhouding ten opzichte van de kering. Dit duinmilieu zal daarom ook het gebied van de verkeerslussen naar het ir. Topshuis en de Delta-Expo moeten gaan omvatten, zodat de automobilist vanaf de hoofdweg afslaat in een duinachtig gebied met relief en duindoorns. Voor de afleesbaarheid van de kering is de anatomie van de samenstellende onderdelen van belang. Neeltje J a n s is geen duinlandschap, maar een kunstmatig eiland met een dijk, waar toevalligerwijze duinen aan toegevoegd zijn. Voor de helderheid is het van groot belang dat in een eventueel te versterken duinmilieu de snelweg en de taluds als een lineair element ervaarbaar blijven. De taluds zijn strak en groen. De werkhaven aan de zeezijde blijft zoals die is. De zone erlangs is een reserveringszone voor de beheerder van de kering. Op de strekdam kunnen enkele windmolens worden bijgeplaatst (zie laatste hoofdstuk). transformatie dam bouwdok tot vogeleiland bestaande situatie aftoppen dam verlagen tot 2.00m + hoogwater ideaal contour mogelijke contour Neeltje Jans bestaande situatie doorsteken bouwdok, isolement verwijderen koppen dammen en mattenhaven De bouwdokken, het vogeleiland Het succes van het vogeleiland maakt duidelijk dat in een situatie met relatief isolement, vlakte en periodieke overstroming grote kansen liggen voor verantwoorde natuurbouw. Het succes van de kleine opgeworpen plaat voor kustvogels inspireert tot een aanpak die meer strookt met de schaal van de Oosterschelde en de kering. Er dient zich een mogelijkheid aan de enorme bouwdokdijk los te leggen van het eiland, door het maken van een doorsteek. Afhankelijk van de waterstaatkundige, hydraulische randvoorwaarden en het beschikbare budget zijn een aantal varianten mogelijk. De technische detaillering van deze mogelijke varianten zal nog nader moeten worden ingevuld; daarnaast dienen andere aspecten te worden onderzocht, zoals de milieu-aspecten van het te verwijderen materiaal, de mogelijkheden voor hergebruik en 'werk met werk' maken en de consequenties voor de mogelijkheden voor aquacultures in de voormalige bouwdokken en havens. • Het losleggen van de U-vormige bouwdokdijk door een doorsteek langs het eiland is de meest simpele variant. De met asfalt beklede dammen komen dan als een eiland geTsoleerd te liggen en zullen voor bepaalde kustvogels een van mensen gevrijwaarde plaats zijn. • Een iets verdergaande variant is het doorsteken van de dijk en het wegnemen van het bovenste talud van de dam. Hierdoor wordt het getrapte b o u w d o k lichaam veranderd in een vlak profiel dat een veel grotere waarde heeft als hoogwatervluchtplaats voor kustvogels. Dit alternatief vraagt echter een verwijdering van veel asfalt en zand en een aanvullend beheer om er voor te w a k e n dat het resterende oppervlakte niet gaat begroeien. Deze voor natuurbouw veel gunstiger variant heeft ook grote waarde vanuit landschappelijke afwerking. De bezoeker van het Delta Expo gebied heeft vanaf het 'vaste land' van Neeltje J a n s opeens weer een zichtrelatie met de zee en de platen. M e t het verdwijnen van het hoogste deel van de bouwdokdijken ontstaat een wijds panorama over de Oosterschelde met de Zeelandbrug aan de horizon. • Het optimale model is de derde variant waarbij een situatie wordt nagestreefd zoals bij het huidige vogeleiland. Wanneer de taluds van de b o u w d o k k e n worden ontmanteld tot boven c a . 2 . 0 0 m boven gemiddeld hoogwater, zullen de dijken transformeren in een kilometerslange platte U-vormige plaat die bij hoge waterstanden (enkele keren per jaar) zal overstromen. Vegetatie en relatief weinig roofdieren krijgen dan geen grip op de platen en er ontstaat een ideale en grootschalige hoogwatervluchtplaats voor kustvogels. V a n z o ' n plaat kan v e r w a c h t worden dat soorten als sterns en plevieren er zullen broeden. Doordat deze variant een nog lagere oplossing biedt dan de tweede variant, is het landschappelijk nut ook groter. De in een plaat getransformeerde bouwdokdijken vervlakken in de horizon. De geinteresseerde natuurbeschouwer heeft vanaf Neeltje J a n s een schitterend gezicht op een grote concentratie van kustvogels. Een ander verschil tussen variant 2 en 3 is dat bij de lage variant (3) het eventueel te creeren inlaagpoldertje aan de zuidzijde van de dokken vervalt. Dit poldertje zou bij het eerste hoge water onderlopen en daarna niet meer leeg komen. Model 3 levert daarom een eenduidiger landschapsbeeld op. -werk met werk makenHet is duidelijk dat de varianten 2 en 3 niet op zich staan. Er zullen grote volumes grondverzet mee gemoeid zijn en dat is een kostbare zaak. Uitgangspunt is daarom dat dit soort ingrijpende operaties tot stand zouden moeten komen in een situatie van 'werk met w e r k ' maken. Wanneer bijvoorbeeld elders stortsteen nodig is, zou een deel van de taluds kunnen worden ontmanteld of wanneer voor het masterplan Delta-Expo veel zand vereist is, kan het van de b o u w d o k k e n worden verwijderd. -viskweekVoor zover niet belastend voor het milieu, is het goed denkbaar dat de bouwdokken de lokatie zijn voor commerciele viskweek. De viskweker zal zijn percelen, bij het doorsteken van de bouwdokdijken, niet meer over de w e g kunnen bereiken. De visser bereikt zijn percelen per boot en heeft zijn opstallen bij het sluiscomplex aan de binnenkant, een lokatie die voor aanvoer van voer en materiaal ideaal is en past binnen de gedachte van zonering van functies. 71 Betonhaven, Mattenhaven Het middengebied van Neeltje J a n s aan de Oosterscheldezijde is voorzien van enig relief, windschermen en helmaanplant. Het zuidelijk deel van deze kunstmatige duinen heeft een leemachtige, korstige bodem en staat qua beeld ver af van het beoogde duinmilieu. In principe heeft dit gebied (in de luwte van het hoge snelweg talud) het meeste baat bij aanplant van duindoorn, kruipwilg, vlier en liguster, zodat het in beeld gaat lijken op de duinen direkt achter de zeereep. Door het duingebied zou een voetgangerspad wenselijk zijn. De vraag rijst of de grillige en onnuttige tentakels, die voorheen de strekdammen vormden van de matten- en betonhaven, niet beter kunnen worden afgegraven. Net als bij de b o u w d o k k e n is hier een serie varianten denkbaar van het aflobben van de strekdammen tot het afslanken van het eiland tot aan de s e r v i c e w e g . De meest simpele en in het oogpunt van landschappelijke afwerking meest wenselijke ingreep is het afgraven van de uiteinden van de havendammen. Hierdoor verliest de mattenhaven zijn introvertie en a. iu < o I co (J cc CO " J i3 S i Ji O 72 gaat weer deel uitmaken van de zee. V a n af het eiland (de duinen) heeft men zicht op de Oosterschelde. De keuze voor de uiteindelijke modellering van de contour van Neeltje J a n s is een afweging van de mate van realiteit van verschillende varianten. Bovengenoemde variant lijkt het meest realistisch. Een verdergaande variant is het saneren van de volledige strekdammen, zodat er een gladde kustlijn ontstaat. Dit is de meest ideale contour van Neeltje J a n s . De zuidelijke strekdam van de mattenhaven blijft gehandhaafd als noodzakelijke bescherming voor het sluiscomplex en vanwege zijn functie als opslagdepot voor bouwmaterialen. Afhankelijk van de hoeveelheid grondverzet is denkbaar dat grotere delen van het eiland teruggegeven worden aan de zee. De voor landschappelijke uitwerking optimale variant is het stroomlijnen van de kustlijn tot aan de service-weg. Hierdoor wordt het eiland slanker en duidelijker lineair. De koppen van Neeltje J a n s zouden dan ook als koppen werken, omdat het eiland hier breder wordt en er strekdammen zijn. Het vrijkomende zand kan, zo mogelijk, in de mattenhaven worden gestort of juist worden gebruikt voor het duingebied bij de Delta Expo. Slufter Noordland, sluiscomplex De slufter is een kunstmatige, met de zee verbonden geul. De kust voor Neeltje J a n s is een zeer dynamisch gebied waar door het sedimentatieproces en harde stormen de situatie snel veranderen kan. A l s open verbinding is de slufter dan ook een tijdelijk gegeven. V o o r de slufter ontstaat een ondiepte die kan veranderen in een plaat of een uitgestrekte strandvlakte met w e l licht zelfs duinvorming. Uit berekeningen wordt voorspeld, dat zich hier veel zand zal gaan afzetten. Hoeveel, hoe snel en hoe hoog is niet duidelijk. In landschappelijk oogpunt is het van groot belang dat dit proces zich kan voltrekken en zichtbaar is voor de terugkerende gebruiker of bezoeker van de kering. Om de zandverplaatsing te beheersen moeten schermen worden toegepast en moet er helm worden ingeplant, zodat de veiligheid niet in het geding komt. Het is zaak het voetgangerspad van het Expo gebied door het viaduct te verlengen naar de slufter, zodat er een circuit ontstaat. Noordland is door zijn b o d e m o p b o u w en ruige klimaat een schraal vlak dat gevrijwaard blijft van vegetatie. In dit opzicht kan het gebied bruikbaar zijn voor kustvogels hoewel de oppervlakte te weinig geisoleerd gelegen is om van grote waarde te kunnen spreken. V o o r het gebied geldt bovendien dat de zone grenzend aan de kade een werkterrein voor Rijkswaterstaat is. Het beleid zou zich daarom moeten richten op een versterking van het karakter als schaars begroeide vlakte. Omwille van afscherming tegen wandelaars en honden zou dit vlak kunnen worden o m zoomd met een rand van keien. V o o r de strekdammen langs de zee- en Oosterschelde zijde zijn windturbines gepland. Het sluiscomplex (sluizen en brugwachtershuis) is een meer bedrijfsmatig gebied met hellingbaan, reddingsboot, werkkaden, bijgebouwen windmolens, steigers en passanten. Juist voor dit gebied zal veel zorg besteed moeten worden aan het bewaken van het afwerkings- en detailleringsniveau van de gebouwde elementen en andersoortige objecten. kunstmatige duinen middengebied aan Oosterschelde zijde landschappelijk ideaal model Neeltje Jans anatomische les duinen asfalttalud o groene taluds, dijken schrale vlakte, schelpenvlak werkterreinen bebouwing windturbines / wandelroute stijgende auto weg naar damaanzet Jacobahaven z Damaanzet Jacobahaven De naast de damaanzet gecreeerde natte duinvallei is uit landschappelijk oogpunt een waardevolle afwerking. Deze vallei is weliswaar erg klein maar sluit goed aan bij de nabijgelegen duinen en zandwallen tegen de zware zeedijk. De natte vallei vormt ook enigszins een buffer tussen de plannen voor recreatiebungalows en de kering. De restgebiedjes langs de snelweg zijn zo klein dat een scenario als groene berm of als schrale vlakte het meest zinvol is. O m de samenhang met de andere delen van de kering te handhaven ligt een afwerking als schrale vlakte het meest voor de hand (noordelijke damaanzet, Roggenplaat, Noordland). Het gebied aan de binnenzijde van de kering heeft momenteel een bestemming voor een onderzoekslaboratorium van het Rijks Instituut voor Kust en Zee, een te realiseren viskweekbedrijf en een werkkade met reserve schuif. Het ligt voor de hand dat deze bestemmingen in de onderzoeks- en werksfeer gehandhaafd blijven, en dat eventueel toekomstige voorzieningen die bij de Oosterscheldekering noodzakelijk zijn hier kunnen worden geaccommodeerd. De precieze plaatsing van de vijf, ogenschijnlijk willekeurig geplaatste, windturbines zouden op lange termijn heroverw o g e n moeten worden. Het zou beter zijn als de molens de contour van de haven volgen. De damaanzet waar men vanuit zuidelijke richting komend de grote doorstroomopening van de Roompot waarneemt, blijft een kwetsbaar punt. De landschappelijke kwaliteit van de kering, in het bijzonder de cilinders op de pijlerkoppen, wordt gemakkelijk verstoord door vertikale objecten. Het is uit landschappelijk oogpunt dan ook ondenkbaar dat naast de reeds bestaande molens oostelijk van de w e g ook zou worden overwogen westelijk van de weg turbines te plaatsen. bebouwing ll UJ uj ^K —J u i Q rl r< Oin U DC o o Landschappelijke afwerking Oosterscheldekering: ideaal model J> I L A N D S C H A P P E L I J K E AFWERKING | OOSTERSCHELDEKERING Q) a a CO O rr u TJ TJ CD "3? CD CD CO o o Co CO o rr CD a CD ?r —» 5' co CD CD: 2L 3 o LANDSCHAPPELIJKE AFWERKING OOSTERSCHELDEKERING 6 WINDMOLENL OKA TIES Een onderdeel van deze visie is het definieren van objectieve criteria voor een verantwoorde plaatsing van windturbines op de stormvloedkering, bekeken vanuit het perspectief van het veiligstellen - en versterken - van de landschappelijke k w a liteit van de kering. De basis voor het formuleren van randvoorwaarden en richtlijnen wordt in hoofdzaak gevormd door een evaluatie van de effecten van de huidige windturbines op de kering, met als houvast de in hoofdstuk 2 genoemde criteria voor toetsing van het effect van interventies op de visueel landschappelijke kwaliteit van de kering. Gezien de aard van deze visie is het onvermijdelijk dat de gekozen invalshoek tot eenzijdige conclusies kan leiden. Er wordt bewust gezocht naar argumenten voor plaatsing en detaillering, voortkomend uit een optimalisatie van de vooropgestelde bewaking van het karakter van de kering als waterstaatkundig kunstwerk. Er heeft geen weging plaatsgevonden op andere aspecten zoals waterstaatkundige, technische, beheersmatige, ecologische, planologische of economische argumenten. De overheid stimuleert de plaatsing van windmolens om het aandeel duurzaam opgewekte energie te vergroten. In aansluiting op dit beleid zijn de afgelopen jaren op de Oosterscheldekering een twintigtal windturbines geplaatst. Er zijn plannen om het aantal windturbines en lokaties uit te breiden. In het algemeen kan gesteld worden dat de Oosterscheldekering een van de meest complexe en, qua esthetiek, uitzonderlijke onderdelen vormt van de Delta-werken. A l s zodanig ligt het dan ook niet voor de hand veel visueel landschappelijke argumenten te verwachten voor een voortvarend plaatsingsbeleid van windturbines op de Oosterscheldekering. Integendeel, nabij andere Delta-werken zoals bijvoorbeeld de Oesterdam, de Grevelingendam, de Brouw e r s d a m - met een veel eenduidiger en simpeler waterstaatkundige structuur - , komen windturbines landschappelijk gezien veel beter tot hun recht. Een zorgvuldige afweging van vormgeving en lokatiekeuze voor windturbines op de Oosterscheldekering is absoluut noodzakelijk om zowel de esthetiek van de kering tot zijn recht te doen komen, als om het creeren van een meerwaarde aan het landschap. In dit hoofdstuk zullen achtereenvolgens zo systematisch mogelijk een reeks van criteria en randvoorwaarden voor de vormgeving en vervolgens voor een verantwoorde lokatiekeuze worden o p g e b o u w d . VORMGEVING VAN WINDTURBINES maat De unieke eigenschappen en visuele karakteristieken van de Oosterscheldekering vereisen een specifieke vormgeving van de windturbines. De vormgeving van de windturbines zou moeten aansluiten bij het karakter van hoogwaardige techniek van de installaties en voorzieningen op de kering. Verder moet de vormgeving van de windturbines aansluiten bij de kwaliteit van het Oosterscheldelandschap die bepaald wordt door de eenvoud en de leegte. De maat van de windturbines zou in overeenstemming moeten zijn met de schaal van het landschap en de andere beeldbepalende elementen (de pijlers, het T o p s huis, schepen, etc.). Windturbines met een masthoogte van ± 4 5 m. passen qua maat het best bij de stormvloedkering. Lagere windturbines zijn te klein voor het landschap en staan niet in verhouding tot andere beeldbepalende elementen en verstoren de schaal. Schaalverwarring, doordat de maten van de windturbines niet in verhouding staan Masthoogte windturbines in verhouding tot ir. Topshuis en schepen. i ^ M k s U masthoogte 15 m. masthoogte 30 m. masthoogte 45 m. t o t die van het landschap, ZOU v o o r k o m e n moeten worden. f f f mast Het is wenselijk dat de mast een tijdloze, eenvoudige vormgeving heeft die de windturbine een ranke, schaalloze verschijning geeft. De conische mast voldoet het best aan deze w e n s e n . vakwerk mast constructie refereert aan het tijdperk van de industriele revolutie, vorm/functie vervreemding met hoogspanningsmasten, brengt schaal aan, relatief zware belasting van de horizon. getrapte mast plomp, onelegant, geeft enigszins schaal aan. conische mast schaalloos, ijl, rank, tijdloze vormgeving. fundatieblok Met een hoog, groot fundatieblok oogt de windturbine plomp en zwaar. Een fundatieplaat op maaiveldniveau verdient dan ook de voorkeur omdat dit de ranke verschijningsvorm en eenvoud behoudt aan de turbine geeft. De mast heeft hierdoor een sterkere visuele autonomie ten opzichte van het landschap. Hoog fundatieblok. Huidige windturbines op Roggenplaat. Fundatieblok op maaiveldniveau. Huidige windturbines rond Jacobahaven. kleur Wit is de gewenste kleur voor de windturbines op de stormvloedkering. Het gaat hierbij niet om spierwit maar om wit met een vleugje grijsblauw. wit steekt af tegen blauwe lucht, valt w e g in grijze horizon. neutrale kleur, laat de omgeving en de vormgeving van de turbine tot hun recht k o m e n . veranderend beeld bij verschillende belichtingen, lichtintensiteit en weertypes; s c h a d u w versterkt de plastiek en sculptuur van de molenonderdelen. kleur uitzondering in kleurenpallet van het landschap. accentueert extra de windturbine. verandert nauwelijks in verschijning bij diverse lichtintensiteit en weertypes. rotorbladen Windturbines met 2 rotorbladen zouden de voorkeur verdienen, omdat deze eleganter en meer high-tech zijn. Hiermee krijgen de turbines een uitstraling die past bij het karakter van de stormvloedkering. Windturbines met 3 rotorbladen refereren eerder aan het traditionele beeld van molens. Echter, omdat er op dit moment alleen turbines met drie rotorbladen zijn geplaatst, is een eventuele afweging van een ander type een gepasseerd stadium. Op de kering zullen daarom, voor de huidige generatie w i n d m o l e n s , 3-bladige turbines het uitgangspunt blijven. Daarna kan gekozen worden voor turbines met 2 rotorbladen. windturbines met 2 of 3 rotorbladen. besturingshuis transformator Besturingshuizen (en eventueel centrale transformatorhuizen) verdienen een eigen vormgeving die past bij het detailleringsen afwerkingsniveau van de installaties van de kering. Transformatorhuisjes naast de mast zijn toevoegingen die de eenvoud, en daarmee de kracht, van het beeld van de ranke windturbine in het wijdse landschap verstoren. Het verdient de voorkeur turbinetypes te kiezen waarbij de transformator ingebouwd kan worden in de mast of specifiek architectonische aandacht te schenken aan de transformatorhuisjes. windmeetmast O m de eenheid tussen en het ritme van de windturbines niet te verstoren, is het w e n selijk de windmeetmast duidelijk buiten dit ritme te plaatsen. De vormgeving, maat en kleur zouden in overeenstemming moeten zijn met de windturbines. huidig besturingshuis Roggenplaat samenvatting O m te komen tot visueel hoogwaardige windturbines die een meerwaarde geven aan het landschap van de stormvloedkering is het belangrijk dat: de windturbines op de storm vloedkering alle dezelfde vormge ving hebben; het aantal toevoegingen aan en rond de turbines tot een absoluut minimum w o r d t beperkt; de windturbines zeer zorgvuldig worden gedetailleerd en afgewerkt zodat ze in overeenstemming zijn met het hoogwaardige niveau van afwerking van de kering; de vormgeving van de mast, het fundatieblok, de rotorbladen, de gondel en de overige componenten op elkaar w o r d e n afgestemd. transformatorhuisjes naast de windturbines op Roggenplaat verstoren de eenvoud van het landschap. De windturbines versterken het perspectief, zeezijde Roompotsluizen (ideaal situatie met 2 rotorbladen; fotomontage) UITGANGSPUNTEN VOOR LOKATIES Met de criteria voor visueel landschappelijke kwaliteit van de kering zoals genoemd in hoofdstuk 2 kan de volgende reeks uitgangspunten voor plaatsing van turbines worden gesteld: het ruimtelijke onderscheid tussen de koppen van de pijlers en de windturbines. Het sterke ritme van de pijlerkoppen in het wijdse landschap is een belangrijke visuele kwaliteit die in hoge mate bijdraagt aan de leesbaarheid en beleving van de Oosterscheldekering. De lineariteit van de pijlerkoppen brengt een sterke noord-zuid richting aan in het landschap en accentueert de verbinding tussen S c h o u w e n en Duiveland en Noord-Beveiand. De groepen windturbines zouden zodanig geplaatst moeten worden dat ze als afzonderlijke eenheden worden waargenomen, zonder dat ze het lineaire karakter van de pijlers verstoren, of het beeld zodanig domineren dat de in het lengteperspectief samenvallende pijlerkoppen niet meer opvallen. Op de kering blijkt dat wanneer de turbines aan beide zijden van de weg staan (Roggenplaat), vanaf de w e g gezien, de molens de hele beeldhoek vullen en de pijlers domineren. het versterken van het perspectief in het landschap. In het schaalloze, lege landschap kunnen windturbines die geplaatst zijn in een lineaire structuur het perspectief en daarmee de wijdsheid van het landschap versterken. Dit werkt vooral in de richting loodrecht op de kering. Gebrek aan aandacht voor detaillering en afwerking geeft de windturbine lokatie Vluchthaven Neeltje Jans een rommelig aanzien. • het handhaven van de wijdsheid van het landschap. Een ongewild effect van grote objecten in een schaalloos landschap kan zijn dat door het cognitieve waarnemingsproces de objecten als schaalelement gaan werken. De waarnemer krijgt als het ware een iliusie van de maat van het landschap door een inschatting van de maat van het object. Bij een windturbine op afstand in een schaalloos landschap is het niet mogelijk te stellen of het een grote of kleine turbine betreft. Door gebrek aan maatreferenties is de waarnemer van nature geneigd het object kleiner te schatten dan het is. Dit heeft dan tot gevolg dat het landschap waarin de turbine staat ook kleiner wordt ingeschat, of anders gesteld, de afstand tot de turbine wordt onderschat. Dit effect van optisch bedrog of schaalverkleining treedt niet meer op wanneer een object op grote afstand staat en deel uit gaat maken van de horizon. Bij de twee kleine stroomgeulen, de Hammen en de Schaar, treedt dit optisch effect in sterke mate op. Gezien vanaf S c h o u w e n en Duiveland of Neeltje J a n s lijkt Roggenplaat door de plaatsing van de windturbines veel dichterbij dan die in werkelijkheid is. Door de turbines is de schaal van de stroomgeulen en daarmee van het Oosterschelde landschap sterk aangetast. Een landschappelijk verantwoorde plaatsing van turbines zal dus rekening houden met dit onwelkome optische effect. • de architectonische kwaliteiten van het Topshuis tot hun recht laten komen. Om de architectonische kwaliteiten van het Topshuis ten voile tot hun recht te laten komen is het wenselijk g66n windturbines in haar direkte omgeving ( ± straal van 5 0 0 m) te plaatsen. at random autonoom patroon volgens ondergrond PLAATSINGSPRINCIPES Er onderscheiden zich drie plaatsingsprincipes: a. 'at random' plaatsing De turbines staan willekeurig ten opzichte van het landschap. Ze volgen en versterken het landschap niet en ontwikkelen ook geen autonomie. Op de Oosterscheldekering is dit principe onacceptabel. b. plaatsing in een autonoom patroon; lineair of een grid. De turbines vormen een autonoom grid dat in principe contrasteert met het landschap. Theoretisch zou dit principe op de kering kunnen worden toegepast. In de praktijk blijkt dat de molens geplaatst volgens dit principe de beleefbaarheid van de pijlerkoppen zou frustreren en de schaal van het landschap zou verstoren. c. plaatsing op de ondergrond Gezien de aard van de kering met zijn vele loodrechte strekdammen is dit plaatsingsprincipe het meest plausibel. Op een aantal plaatsen zouden turbines geplaatst in lineair verband het perspectief versterken en de kering een visuele meerwaarde kunnen geven. SCENARIO S VOOR scenario 1: PLAATSING windturbines op alle dammen. Windturbines op alle dammen geeft een enorme hoeveelheid windturbines. Voor de leesbaarheid van het landschap is dit een nachtmerrie: de stormvloedkering verwordt tot windturbinepark. Met name wanneer de turbines aan beide zijden van de weg staan, wordt voor de gemiddelde waarnemer op de w e g , de kering (de koppen van de pijlers) visueel ondergeschikt aan de turbines. scenario 2: windturbines op de dammen zeezijde Windturbines op de dammen van S c h o u w e n en Duiveland en Noord-Beveland concurreren in het beeld met de duinen. Het duidelijke, leesbare landschap van een duinmassief met natuurlijke vormen, met haaks daarop de stormvloedkering wordt verstoord door de windturbines op de hoge dam. De windturbines op Roggenplaat hebben een nadelig optisch effect op de beleving van de schaal van de Hammen en de Schaar. scenario 3: landschappelijk optimum Windturbines op de dammen van de vluchthaven Neeltje J a n s en van de sluizen Roompot zeezijde geven een meerwaarde aan het landschap door het versterken van het perspectief. Daarnaast hebben ze nauwelijks visuele invloed op de pijlerkoppen, omdat de lokaties ten opzichte van de doorgaande w e g in de buitenbocht liggen en dus niet c o n curreren met de pijlers. Ook blijft in dit scenario de wijdsheid van de geulen gehandhaafd. scenario 4: compromis landschappelijk optimum en bestaande situatie < I De bestaande windturbines op Roggenplaat en Jacobahaven vallen buiten het landschappelijk optimum (scenario 3). Deze windturbines hebben echter nog een heel leven voor zich waardoor een compromis noodzakelijk is. UJ UJ 58 101 Zicht op Roggenplaat, vanaf Ir. Topshuis, met windturbines geplaatst volgens ideaal situatie (fotomontage) VOORSTELLEN VOOR PLAATSING Roggenplaat De huidige 12 windturbines op Roggenplaat zijn geplaatst in 1 9 9 2 . De plaatskeuze van de turbines is vanuit landschappelijk oogpunt niet geheel consequent. S o m s staan ze op de d a m , vlak achter het talud of zomaar in de grasvlakte. De turbines staan niet in lijn of raster, maar een beetje met de w e g mee. In het perspectief levert dit een ongunstig, rommelig beeld op. Vanuit landschappelijke overweging verdient het de voorkeur het beeld te vereenvoudigen door de middelste turbines te verwijderen. Ook hier geldt dat het huidige besturings- en transformatorhuis een waardige vormgeving krijgen. Vluchthaven Neeltje Jans met 10 windturbines (fotomontage) Vluchthaven Neeltje Jans Sinds 1 9 8 7 staan er 8 windturbines op een deel van de dam rond de vluchthaven Neeltje J a n s . Terwijl de overige windturbines halverwege de helling staan, staat helaas de laatste windturbine in deze reeks onder aan de helling. Het zou aanbevelingswaardig zijn deze turbine in het lood te plaatsen en de reeks te voltooien door het bijplaatsen van twee windturbines op de kop van de d a m . Verder zouden het huidige besturingsgeb o u w en de transformatorhuisjes een waardige vormgeving moeten krijgen, die overeenkomt met het niveau van afwerking van de installaties van de kering. Turbines concurreren niet met pijlers van Roompot (ideaal situatie: turbines met 2 rotorbladen; fotomontage) Roompotsluizen zeezijde Op de dammen aan de zeezijde van de Roompotsluizen zouden 16 windturbines geplaatst kunnen worden. De turbines komen slechts aan de zeezijde, zodat vanaf de kering gezien de koppen van de pijlers niet verdwijnen in een, over de voile breedte van het beeldperspectief, dominante serie masten. Gezien vanaf de sluizen versterken de turbines op de havendammen, loodrecht op de kering, het landschappelijk perspectief. Versterking perspectief van het landschap (ideaal situatie: turbines met 2 rotorbladen; fotomontage) Jacobahaven Hoewel niet optimaal geplaatst worden de 5 turbines aan de Jacobahaven gehandhaafd. Vanaf de w e g gezien zijn ze geen visuele concurrentie voor de pijlers van de Roompot. Landschappelijk geredeneerd zou iedere aanleiding tot het aanpassen van de willekeurige plaatsing in een plaatsing met lineair verband, dat de contour van de haven volgt, moeten worden aangegrepen. CONCLUSIES vormgeving windturbines 3 rotorbladen (na afschrijving huidige generatie allemaal 2 rotorbladen) wit conische mast ingebouwde transformator laag fundatieblok lokaties - vluchthaven Neeltje J a n s zeezijde sluizen Roompot Roggenplaat Jacobahaven 10 16 10 5 Vanuit het landschappelijk optimum is het mogelijk 31 windturbines op de Oosterscheldekering te plaatsen. Vanuit het c o m promis met de huidige situatie is het voorstel om vooralsnog van de 12 windturbines op Roggenplaat er op termijn 10 te handhaven. Voor de Jacobahaven zou een lineair verband van de 5 turbines om de haven moeten worden nagestreefd. | <g z < — cc Ui | 5 5 | | g 109 afwerking en detaillering De afwerking en detaillering van de windturbines en de besturingshuizen, maar ook de omgeving is verzorgd en in overeenstemming met de afwerking en detaillering van de pijlerdammen.
© Copyright 2024 ExpyDoc