Controleprotocol 2014 pdf

Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
Controleprotocol 2014
voor de accountantscontrole op de jaarrekening 2014
Docnr. 147300
1
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
Docnr. 147300
2
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
1. Inleiding en doelstelling
1.1
Inleiding
Op 14 december 2011 is door het algemeen bestuur van de stadsregio Rotterdam de “Controleverordening 2012 stadsregio Rotterdam” vastgesteld. Deze verordening is op 1 januari 2012 in
werking getreden. In de verordening is vastgelegd dat het dagelijks bestuur een accountant benoemt voor de controle van de stadsregionale jaarrekening. Daarnaast doet het dagelijks bestuur
voorstellen ten aanzien van de uitvoering van de accountantscontrole. Deze voorstellen vinden hun
weerslag in het controleprotocol. Het Controleprotocol 2014 wordt op 8 oktober 2014 vastgesteld
door het algemeen bestuur van de stadsregio en is daarmee van toepassing op het jaar 2014.
In de vergadering van 11 april 2012 is door het dagelijks bestuur besloten de secretaris van de
stadsregio Rotterdam te mandateren tot de uitvoering van de bevoegdheden van het dagelijks
bestuur ingevolge artikel 2.1 van de Controleverordening 2012. Dat betekent dat de aanbesteding
en de opdrachtverlening aan de accountant door de secretaris kan worden afgedaan.
Het vaststellen van het controleprotocol blijft echter een verantwoordelijkheid van het algemeen
bestuur. Het controleprotocol wordt jaarlijks geactualiseerd, onder andere op basis van wijzigingen
in de wet- en regelgeving.
1.2
Doelstelling
Het controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarbij te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties en het daarbij te hanteren kader van wet- en regelgeving. Dit laatste dient te worden gezien
als het normenkader voor het operationaliseren van de term rechtmatigheid en is opgenomen als
bijlage.
Het object van controle is de opgestelde jaarrekening en daarmede tevens het financieel beheer
over het boekjaar en de rechtmatigheid zoals uitgeoefend door of namens het dagelijks bestuur
van de stadsregio Rotterdam.
2
Te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties
2.1
Algemeen
De accountant hanteert in de controle toleranties en richt de controle daarop in. De accountant
controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in
dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het feit dat:
a. de jaarrekening een getrouw beeld geeft van zowel de baten en lasten als de grootte en samenstelling van het vermogen;
b. de baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen;
c. de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie dusdanig is, dat deze een
getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken.
De accountant richt de controle in volgens de regels die bij of krachtens algemene maatregel van
bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 Gemeentewet (Besluit Accountantscontrole
Decentrale Overheden), de richtlijnen voor de accountantscontrole (NIVRA), als mede de meest
recente voor het boekjaar van toepassing zijnde kadernota Rechtmatigheid Decentrale Overheden.
2.2
Rechtmatigheid
De accountant geeft een oordeel over de rechtmatigheid volgens het Besluit Accountantscontrole
Decentrale Overheden (BADO). De in de jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de
balansmutaties moeten rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting
en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder de stadsregionale verordeningen. De aspecten van rechtmatigheid worden verder uitgewerkt in hoofdstukken 3 en 4 van dit
controleprotocol.
2.3
Goedkeuringstolerantie
De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyse, vastgestelde
toleranties en statistische deelwaarnemingen en extrapolaties. De controle gebeurt zodanig dat
voldoende zekerheid wordt verkregen binnen de vastgestelde goedkeuringstolerantie. De goedkeu-
Docnr. 147300
3
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
ringstolerantie is het bedrag, dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid
van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming en de strekking van de af te geven accountantsverklaring.
Conform het Besluit Accountantscontrole Decentrale overheden (BADO) worden de in de accountantscontrole te hanteren goedkeuringstoleranties vastgesteld volgens onderstaand schema:
Goedkeuringstolerantie
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
Onzekerheden in de controle (% lasten)
Strekking accountantsverklaring:
Goedkeurend
Beperking
Oordeelonthouding
≤ 1%
>1%<3%
-
Afkeurend
≥ 3%
≤ 3%
-
>3%<10%
≥ 10%
Deze toleranties zijn van toepassing op zowel de toets op de getrouwheid als op de toets op de
rechtmatigheid.
2.4
Rapporteringstolerantie
Naast de goedkeuringstolerantie is ook een rapporteringtolerantie van toepassing. De accountant
zal elke fout of onzekerheid die groter is dan 25% van de goedkeuringstolerantie rapporteren in
het verslag van bevindingen.
3
Reikwijdte accountantscontrole rechtmatigheidtoetsing
De accountantscontrole op rechtmatigheid is limitatief gericht op het normenkader, zoals opgenomen in bijlage 1 van dit protocol. Dit kader behelst:
a. de naleving van wettelijke kaders. Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen;
b. de naleving van de volgende kaders:

de begroting;

de overige kaders volgens bijlage 1 van dit protocol voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen.
Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de interne regelgeving uitsluitend een toets
plaats naar de hoogte, duur en doelgroep/object van financiële beheerhandelingen, tenzij jegens
derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden met directe financiële
consequenties zijn opgenomen. Indien en voor zover bij de accountantscontrole materiële financiele onrechtmatige handelingen worden geconstateerd, worden deze in de rapportage en oordeelsweging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door het bestuur of hogere overheden vastgestelde regels betreft.
4
Begrip rechtmatigheid en de aanvullend te controleren rechtmatigheidscriteria
In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen negen criteria worden onderkend:
het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium, het misbruik en oneigenlijk gebruikcriterium,
het calculatiecriterium, het valuteringscriterium, het adresseringscriterium, het volledigheidscriterium, het aanvaardbaarheidscriterium en het leveringscriterium.
De accountant besteedt in de reguliere controle op de getrouwheid van de jaarrekening voldoende
aandacht aan de meeste van deze criteria. Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheid van
het financieel beheer is met name extra aandacht nodig voor de volgende drie criteria:
1. het begrotingscriterium;
2. het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium);
3. het voorwaardencriterium.
Ad 1. Het begrotingscriterium
Algemeen
Het begrotingscriterium richt zich primair op de baten en lasten. Mutaties in de balanssfeer (vermogensmutaties en financieringsmutaties) die geen gevolgen hebben voor de staat van baten en
lasten in de verslaggevingsperiode, vallen onder het bevoegdheidscriterium. Het bestaande bestuursbeleid wordt afgeleid uit:
Docnr. 147300
4
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam


de primaire begroting met toelichting;
de begrotingswijzigingen met toelichting zoals blijkend uit de bestuursbesluiten.
Begrotingsonderschrijdingen
Deze zijn in principe rechtmatig tenzij deze in strijd zijn met het beleid dat het bestuur heeft vastgesteld. Er is sprake van in strijd met het beleid als:

het beleid, zonder dat exogene factoren er ten grondslag aan liggen, bewust niet wordt uitgevoerd;

het beleid indruist tegen de wil van het bestuur en hierover geen verantwoording is afgelegd.
Begrotingsoverschrijdingen
Voor het operationaliseren van de rechtmatigheidstoets worden de volgende acht categorieën onderscheiden:
1. Kostenoverschrijdingen die geheel of grotendeels worden gecompenseerd door direct gerelateerde inkomsten, bijvoorbeeld via kostendekkende omzet of subsidies. Deze overschrijdingen
zijn rechtmatig.
2. Kostenoverschrijdingen die passen binnen het bestaande beleid maar niet tijdig konden worden
gesignaleerd. Voorbeelden treffen we aan bij:
- een open einde (subsidie)regeling;
- vorderingen die niet geïnd kunnen worden.
Vaak blijken dergelijke zaken pas bij het opmaken van de jaarrekening. Deze overschrijdingen
worden als rechtmatig aangemerkt.
3. Kosten(overschrijdingen) betreffende activiteiten die niet passen binnen het bestaande beleid
en waarvoor ook geen door het bestuur goedgekeurde begrotingsaanpassingen aanwezig zijn.
Deze kosten (overschrijdingen) worden als onrechtmatig beschouwd.
4. Kosten(overschrijdingen) betreffende activiteiten die achteraf als onrechtmatig moeten worden
beschouwd, bijvoorbeeld doordat dit blijkt uit nader onderzoek door de subsidieverstrekker, belastingdienst of een toezichthouder.
Het zal hier in de praktijk vaak gaan om interpretatieverschillen bij de uitleg van wet- en regelgeving, waar de stadsregio zich na eventueel gerechtelijke uitspraken bij zal hebben neer te
leggen. Deze inbreuken op de rechtmatigheid zijn logischerwijs niet aan het licht gekomen tijdens het verantwoordingsjaar en dus ook niet in het accountantsoordeel betrokken. Vaak
vloeien deze overschrijdingen voort uit opgelegde naheffingsaanslagen of terugbetalingen. Dit
heeft wel effect op het getrouwheidsbeeld, maar beïnvloedt niet het rechtmatigheidsoordeel.
Deze categorie kan op grond van de aard van de kosten ook onder het voorwaardencriterium
worden gerubriceerd.
5. Indien onrechtmatigheden bij de omgang met investeringen worden geconstateerd (aanvraag,
uitvoering en afsluiting), dan worden deze in het jaar waarin de onrechtmatigheid heeft plaatsgevonden als onrechtmatig aangemerkt.
6. Het verschuiven van kosten tussen door het bestuur vastgestelde programma’s waarmee kostenoverschrijdingen onzichtbaar worden gemaakt en waar geen bestuursbesluit over is, wordt
als onrechtmatig aangemerkt.
7. Begrotingsoverschrijdingen op programmaniveau, welke zijn opgevangen door de post onvoorzien, zijn rechtmatig.
8. Kostenoverschrijdingen die wel in het beleid passen, maar niet tijdig zijn gesignaleerd zijn onrechtmatig.
Budgetoverheveling tussen begrotingsjaren en rechtmatigheid
Het komt voor dat de begrotingsafwijkingen worden veroorzaakt doordat activiteiten, waarvoor het
algemeen bestuur geld beschikbaar heeft gesteld nog niet (geheel) zijn uitgevoerd. Dit leidt dan tot
een voordelig resultaat ten opzichte van de begroting. De activiteiten worden in het volgende begrotingsjaar (verder) uitgevoerd. De uitvoering van de “overgehevelde” activiteiten en bijhorende
lasten komen dan ten laste van de exploitatie in het nieuwe jaar.
Bij de vaststelling van de jaarrekening van het oude jaar en de daarin opgenomen resultaatbestemming stemt het bestuur op grond van een geactualiseerde uitvoeringsplanning vervolgens al
dan niet in met het overhevelen van de niet aangewende middelen als gevolg van nog niet uitgevoerde activiteiten naar het nieuwe begrotingsjaar conform de voorgestelde resultaatsbestemming.
Ad 2. Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium)
De stadsregio voert een beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik.
In de jaarrekening verantwoordt het bestuur zich over de opzet, de uitvoering en de resultaten van
het M&O-beleid. Het M&O beleid is in verschillende stukken vormgegeven. Voorbeelden daarvan
Docnr. 147300
5
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
zijn gedragsregels voor medewerkers, interne klachtenregeling, klokkenluidersregeling en de in
diverse verordeningen en regelingen opgenomen bepalingen. Van de accountant wordt verwacht
dat hij vaststelt dat voldoende invulling wordt gegeven aan de bestaande M&O maatregelen, zoals
die in de afzonderlijke regelingen zijn opgenomen.
Met functiescheiding wordt voorkomen dat één persoon bewust of onbewust onbevoegde en/of
onjuiste handelingen verricht. In een relatief kleine organisatie als de stadsregio is het echter niet
doelmatig om dergelijke activiteiten altijd te verdelen over verschillende medewerkers. Daarmee
worden dus risico’s gelopen. Met aanvullende controlemaatregelen op basis van het voorwaardencriterium (data-analyses c.a.) wordt mogelijk misbruik van functievermenging gemonitord.
Ad 3. Het voorwaardencriterium
Besteding en inning van gelden door de stadsregio zijn aan bepaalde voorwaarden gebonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels
van hogere overheden en de (eigen) stadsregionale regelgeving.
De
-
gestelde voorwaarden hebben in het algemeen betrekking op:
de omschrijving van de doelgroep respectievelijk het project;
de heffings- en/of declaratiegrondslag;
normbedragen;
de bevoegdheden;
het voeren van een administratie;
het verkrijgen en bewaren van bewijsstukken;
aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie e.d.
De precieze invulling verschilt per wet, regeling en/of verordening. Voor alle geldstromen dient
ondubbelzinnig vast te staan welke voorwaarden er op van toepassing zijn. De door hogere overheden gestelde voorwaarden liggen volledig vast.
Dit geldt echter niet voor de voorwaarden in de gemeenschappelijke regeling van de stadsregio.
Door het bestuur zijn in verschillende verordeningen en besluiten voorwaarden opgenomen. Met
het vaststellen van de reikwijdte van de rechtmatigheidstoets door de accountant in dit Controleprotocol wordt het voorwaardencriterium nader uitgewerkt.
Ten aanzien van het voorwaardencriterium vindt voor de specifieke stadsregionale regelgeving
uitsluitend een toets plaats naar de hoogte, duur en doelgroep/object van financiële beheershandelingen, tenzij jegens derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden
met directe financiële consequenties zijn opgenomen.
5
Rapportering accountant
Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant als volgt:
Interim-controles
In de tweede helft van het jaar wordt door de accountant een zogenaamde interim-controle uitgevoerd. Over de uitkomsten van die tussentijdse controle wordt een verslag uitgebracht in de vorm
van een Managementletter. Bestuurlijk relevante zaken worden – op grond van de op dat moment
overeengekomen rapportagewensen - ook aan het bestuur gerapporteerd.
Verslag van bevindingen
Overeenkomstig de Gemeentewet wordt uiterlijk in de vierde maand van het jaar volgend op het
verslagjaar een verslag van bevindingen omtrent de controle uitgebracht aan het algemeen bestuur
en in afschrift aan het dagelijks bestuur.
In het verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële
beheer. Ook wordt daarin beoordeeld of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgt.
Uitgangspunten voor de rapportagevorm
Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht en gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.). Fouten of onzekerheden die de rapporteringstolerantie als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit Controleprotocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen. De accountant rapporteert ook over
eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de door de
stadsregio gehanteerde geautomatiseerde informatieverzorging.
Docnr. 147300
6
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
Accountantsverklaring
In de accountantsverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid
als de rechtmatigheid. Deze accountantsverklaring is bestemd voor het algemeen bestuur, zodat
deze de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening kan vaststellen.
Bijlage:
1.
Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheidscontrole bij Stadsregio
Rotterdam
Docnr. 147300
7
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
Bijlage 1: Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de
rechtmatigheidscontrole 2014 bij de stadsregio Rotterdam
In het navolgende overzicht is een inventarisatie opgenomen van de in het kader van de rechtmatigheidscontrole voor de stadsregio Rotterdam relevante wet- en regelgeving.
Relevant in dit kader is dat de genoemde wet- en regelgeving een directe relatie heeft met het
financieel beheer en de inrichting van de financiële organisatie van de stadsregio. Met deze inventarisatie wordt het normenkader geboden voor de reikwijdte van de rechtmatigheidscontrole zoals
vastgelegd in art. 213 Gemeentewet en het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden.
Uitgangspunt daarbij is dat door de wet geldende regelgeving te allen tijde van toepassing is bij de
rechtmatigheidstoets. Het algemeen bestuur mag zelf bepalen welke door algemeen en/of dagelijks
bestuur vastgestelde regelgeving eveneens deel uitmaakt van het kader dat geldt bij de rechtmatigheidstoets.
In bijlage 1 zijn de van toepassing zijnde wetten en eigen regels benoemd.
Bij een aantal regelingen/besluiten is aangegeven, dat deze zijn ingetrokken dan wel vervallen.
Deze zijn toch in het overzicht vermeld, omdat er mogelijk nog een definitieve (subsidie)afwikkeling plaats dient te vinden, welke is afgestemd op de vervallen/ingetrokken regeling.
De rapportage- en controleprotocollen zijn niet opgenomen in onderstaand overzicht, aangezien ze
pas gehanteerd worden bij de controle, die wordt uitgevoerd in het kader van de specifieke verantwoording. In het kader van de accountantscontrole bij de jaarrekening gaat het om de vraag of
de administratie zodanig is ingericht dat een rechtmatige verantwoording in beginsel mogelijk is,
alsmede op de bevindingen bij de ingediende declaraties. Hierbij hanteert de accountant de tolerantiegrenzen die ook voor de controle van de jaarrekening gelden.
Alle hierna genoemde wet- en regelgeving is geldig voor het controlejaar 2014.
Docnr. 147300
8
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
PROGRAMMA STUREN OP RUIMTELIJKE SAMENHANG
Wet- en regelgeving extern:
Wet en Besluit ruimtelijke ordening;
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (WABO);
Verordening ruimte 2014 (provincie Zuid-Holland).
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing stadsregio Rotterdam 20052010: ingetrokken algemeen bestuur 29 februari 2012.
PROGRAMMA ECONOMISCHE STRUCTUURVERSTERKING
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Regionaal kantorenprogramma stadsregio Rotterdam 2013/2014: algemeen bestuur 9 oktober
2013;
Beleid detailhandelsstructuur stadsregio Rotterdam 2012: algemeen bestuur 4 juli 2012;
Programma en strategie bedrijventerreinen: dagelijks bestuur 24 oktober 2012.
PROGRAMMA MOBILITEIT & BEREIKBAARHEID
Wet- en regelgeving extern:
Planwet verkeer en vervoer;
Wet Personenvervoer 2000;
Besluit Personenvervoer 2000;
Wet BDU verkeer en vervoer tezamen met Besluit BDU verkeer en vervoer;
Uitvoeringsregeling en beleidsregels 14 maart 2005: laatstelijk gewijzigd op 12 december
2006;
Algemene Maatregel van Bestuur Single Information Single Audit (SISA), 4 juli 2006.
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Subsidieverordening verkeer en vervoer 2004: (ingetrokken, wel nog resterende verplichtingen);
Subsidieverordening verkeer en vervoer 2005: laatste wijziging regioraad 05/07/2006 (inwerking getreden op 1 januari 2007, ingetrokken met de vaststelling van de Subsidieverordening
verkeer en vervoer 2012 d.d. 14 december 2011;
Uitvoeringsregeling BDU: laatste wijziging dagelijks bestuur 1 september 2010 (in werking
getreden op 16 september 2010, ingetrokken dagelijks bestuur 9 november 2011;
Uitvoeringsregeling Brede Doel Uitkering Verkeer en Vervoer (BDU) 2014: dagelijks bestuur
12 februari 2014;
Nadeelcompensatieverordening Trampluslijnen: regioraad 10 januari 2001 (in werking getreden op 8 februari 2001);
Nadeelcompensatieverordening OV infraprojecten 2008: regioraad 9 juli 2008 (in werking getreden op 1 augustus 2008);
Nadeelcompensatieverordening Beneluxlijn : ingetrokken algemeen bestuur 13 december
2010);
Subsidieverordening Fonds Bereikbaarheidsoffensief: regioraad 20 juni 2001 (in werking getreden 28 juni 2001);
Subsidieverordening Verkeer en Vervoer 2012: algemeen bestuur 14 december 2011, laatstelijk gewijzigd in algemeen bestuur van 11 december 2013.
PROGRAMMA WONEN: DUURZAAM EN MARKTGERICHT AANBOD
Wet- en regelgeving extern:
Besluit woninggebonden subsidies, 6 oktober 1994: vervallen m.i.v. 1 november 2009;
Wet Stedelijke Vernieuwing: vervallen per 28-04-2011;
Algemene Maatregel van Bestuur Single Information Single Audit (SISA) 4 juli 2006
Huisvestingswet.
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Huisvestingsverordening stadsregio Rotterdam 2006: laatste wijziging algemeen bestuur
2 februari 2011;
Nadere regels omtrent het niet vereist zijn van de huisvestingsvergunning, de onttrekkingsvergunning en de splitsingsvergunning: dagelijks bestuur 11 juli 2007;
Docnr. 147300
9
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
-
Verordening Woninggebonden Subsidies 1994 (intrekking voorzien algemeen bestuur 8 oktober
2014);
Verordening Woninggebonden Subsidies 1995 (intrekking voorzien algemeen bestuur 8 oktober
2014);
Verordening Verstedelijkingsafspraken en Stedelijke Vernieuwing stadsregio Rotterdam 20052010: ingetrokken algemeen bestuur 29 februari 2012;
Verordening spelregels bodemsanering 2008-2010: ingetrokken algemeen bestuur 23 mei
2012;
Omslagverordening 2005 (voor afwikkeling omslagbijdrage productiejaar 2010);
Subsidieverordening sociaal beleid stadsregio Rotterdam: laatste wijziging 2 september 2009,
ingetrokken algemeen bestuur 23 mei 2012;
PROGRAMMA DUURZAME REGIO
Wet- en regelgeving extern:
Wet Inrichting Landelijk Gebied (WILG) 7 december 2006 is de basis voor Investeringsbudget
Landelijk Gebied;
Wet en Besluit ruimtelijke ordening;
Wet Milieubeheer;
In de Wet Milieubeheer is een nieuwe titel 5.2 opgenomen over luchtkwaliteit. Deze titel is op
15 november 2007 in werking getreden en vervangt het Besluit Luchtkwaliteit 2005;
Subsidieregeling programmafinanciering lokale luchtkwaliteitsmaatregelen;
Algemene Maatregel van Bestuur Single Information Single Audit (SISA) 4 juli 2006.
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Groenakkoord ROM Rijnmond. Liep t/m 2010, is vervallen. Er zijn afspraken gemaakt over de
besteding van de laatste middelen;
RGSP 3, DB 26 oktober 2011;
Overeenkomst Zuidvleugel Zichtbaar Groener (2005);
Uitwerkingsovereenkomst deelproject “750 hectare natuur- en recreatiegebied”;
Convenant Bestaand Rotterdams gebied (BRG) als onderdeel van de afspraken rondom het tot
stand komen van de Tweede Maasvlakte;
Subsidieverordening verbetering Luchtkwaliteit: laatste wijziging algemeen bestuur 12 december 2012;
Regionale duurzaamheidsagenda 2013-2016: algemeen bestuur 13 maart 2013;
Subsidieverordening voorziening laadpalen op eigen terrein: algemeen bestuur van 12 december 2012 en laatstelijk gewijzigd in algemeen bestuur van 13 maart 2013;
Besluit nadere regels inzake artikel 19 van de Verordening Investeringsreserve stadsregio Rotterdam voor het beleidsveld: Revitalisering stedelijk gebied: vastgesteld dagelijks bestuur 24
april 2013 en 9 april 2014;
Samenwerkingsovereenkomst Regio Rotterdam lokale luchtkwaliteitsmaatregelen voor de binnenvaart: dagelijks bestuur 13 maart 2013;
Uitvoeringsprogramma RGSP 3: dagelijks bestuur 13 maart 2013.
PROGRAMMA JEUGDZORG
Wet- en regelgeving extern:
Wet op de Jeugdzorg;
Uitvoeringsbesluit jeugdzorg;
Regeling bekostiging Jeugdzorg en geldende Algemene Maatregelen van Bestuur;
Algemene Maatregel van Bestuur Single Information Single Audit (SISA), 4 juli 2006;
Besluit beleidsinformatie jeugdzorg;
Regeling normbedragen jeugdzorg;
Regeling Hoogte Ouderbijdrage Jeugdzorg 2012.
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Subsidieverordening Jeugdzorg stadsregio Rotterdam 2005: laatste wijziging regioraad 19 december 2007;
Subsidieverordening preventief jeugdbeleid stadsregio Rotterdam: regioraad 17 december
2008;
Beleidsregels subsidieverantwoording Jeugdzorg 2012;
Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013: dagelijks bestuur 12 december 2012;
Meerjarenbeleidskader jeugdzorg stadsregio Rotterdam: algemeen bestuur 28 november 2012;
Overeenkomst jeugdzorg stadsregio Rotterdam en gemeente Rotterdam 1-1-2013: dagelijks
bestuur 28 november 2011;
Bestuursovereenkomst Regionale Agenda Samenleving;
Docnr. 147300
10
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
-
Verordening toewijzing ondersteuningsuren Regionale Agenda Samenleving 2011 en 2012:
algemeen bestuur 11 mei 2011 (uitwerkingtreding 1 januari 2014).
DB/AB-besluitvorming bij 1e wijziging begroting 2013 m.b.t. aanwending reserve Weerstandsvermogen voor (gedeeltelijke)dekking kosten Regionale Agenda Samenleving (RAS) in 2013 en
2014.
ALGEMEEN BESTUUR
Wet- en regelgeving extern:
Algemene Wet Bestuursrecht;
Gemeentewet;
Wet gemeenschappelijke regelingen;
Wet Openbaarheid van bestuur.
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Gemeenschappelijke regeling stadsregio Rotterdam: vastgesteld in regioraad 16 december
2009, opgenomen in Register Plusregio’s 14 april 2010;
Delegatie- en mandaatbesluiten algemeen bestuur en dagelijks bestuur;
Verordening 2002 regelende de vergoeding voor leden dagelijks bestuur stadsregio Rotterdam:
regioraad 10 juni 2002;
Verordening regionale ombudsman stadsregio Rotterdam: regioraad 31 januari 2001;
Verordening Bezwaarschriftencommissie stadsregio Rotterdam 2014: algemeen bestuur 12
februari 2014;
Reglement van orde van het algemeen bestuur: algemeen bestuur 3 juni 2010;
Delegatiebesluit 2011: algemeen bestuur 2-2-2011.
ALGEMEEN FINANCIEEL BEHEER
Wet- en regelgeving extern:
Europese richtlijnen;
Aanbestedingswet 2012;
Aanbestedingsbesluit;
Gemeentewet;
Besluit accountantscontrole decentrale overheden (Bado).
Wet op het BTW-compensatiefonds;
Besluit Begroting en Verantwoording Besluit van 4 juli 2006, houdende wijziging van het Besluit financiële verhouding 2001 en enkele andere besluiten in verband met invoering van single-information en single-audit voor specifieke uitkeringen;
Ministeriële regeling Iv3
De volgende door de Commissie BBV vastgestelde notities, welke van toepassing kunnen zijn op de
stadsregio:
2007: Hoofdlijnennotitie resultaat bestemmen;
2007: Notitie software;
2008: Notitie gebeurtenissen na balansdatum;
2008: Notitie Het BBV en de IPSAS;
2010: Notitie meerjarige contracten PRPG 15-6-2010;
2011: Notitie Het BBV en stelsel-/schattingswijzigingen;
2012: Notitie Investeringen;
2012: Notitie Incidentele en structurele baten en lasten;
2013: Notitie Het BBV en arbeidskosten gerelateerde verplichtingen;
-
Wet financiering decentrale overheden (FIDO);
Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (RUDDO);
Uitvoeringsregeling financiering decentrale overheden (UFDO);
Besluit leningvoorwaarden decentrale overheden (BLDO).
Ambtenarenwet;
Fiscale wetgeving, jaarlijks geactualiseerd;
Sociale verzekeringswetten, jaarlijks geactualiseerd;
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (CAR/UWO) voor gemeentelijk personeel;
Kadernota rechtmatigheid 2013.
Wet- en regelgeving stadsregio specifiek:
Financiële verordening 2012: algemeen bestuur 14 december 2011;
Docnr. 147300
11
Controleprotocol 2014 stadsregio Rotterdam
-
Controleverordening 2012: algemeen bestuur 14 december 2011.
Overzicht Tekenbevoegdheden stadsregio Rotterdam;
Treasurystatuut 2012: algemeen bestuur 29 februari 2012, intrekking voorzien 8 oktober 2014
Treasurystatuut 2014: voorzien algemeen bestuur 8 oktober 2014.
-
Ambtenarenreglement gemeente Rotterdam en andere regelingen op gebied van rechtspositie;
Vaststellingsovereenkomst BTW met RET N.V. en belastingdienst: 14 oktober 2010;
Omslagverordening 2011: algemeen bestuur 2 februari 2011; Ingetrokken algemeen bestuur
van 9 juli 2014.
Nota Reserves, Voorzieningen en Fondsen: algemeen bestuur 13 oktober 2010;
Subsidieverordening investeringsreserve stadsregio Rotterdam 2011: laatste wijziging algemeen bestuur 22 juni 2011; Ingetrokken met terugwerkende kracht tot 1 januari 2014 in algemeen bestuur van 12 februari 2014.
Toetsingskader Investeringsreserve: algemeen bestuur 22 juni 2011;
Procesbeschrijvingen t.b.v. AO/IC, welke in 2012 zijn vastgesteld door het DT en verzameld
zijn in zaaknummer 109763,
-
-
Docnr. 147300
12