Download de publicatie - Gemeenten van de Toekomst

Q&A’s BRP (voorheen GBA)
Veel gemeenten kiezen ervoor om (een deel van) de taken die zij moeten uitvoeren in het kader van de
decentralisaties uit te laten voeren door andere instellingen dan voorheen, bijvoorbeeld door een sociaal (wijk)
team. Het verschilt per gemeente hoe men een sociaal (wijk)team inricht. Wanneer een gemeente er voor kiest
om de taken uit te besteden aan andere instellingen of organisaties, dan moet de gemeente wel een en ander
regelen. Zo moet zij bijvoorbeeld een mandaatbesluit opstellen met betrekking tot het uitvoeren van de jeugdof wmo-taken en de bijbehorende gegevensverwerking. Ook moet zij een bewerkersovereenkomst afsluiten
met de betreffende organisatie.
Zowel de Jeugdwet als de Wmo 2015 vereisen dat het College, bij de uitvoering van zijn taken in het kader van
die wetten, het BSN van betrokkene verifiëert. Daarnaast dient het College vaak te beschikken over andere
BRP-gegevens. Indien het College besluit (een deel van) de taken uit te laten voeren door derden, dan kan het
zijn dat deze derde daarvoor het BSN moet verifiëren en de beschikking moet hebben over de BRP-gegevens.
In deze Q&A wordt ingegaan op de vraag op welke manier de noodzakelijke toegang tot BRP-gegevens
gerealiseerd kan worden.
1.
Vraag: Hoe moet het College of de partij die onder zijn verantwoordelijkheid de taken voor de
Jeugdwet of Wmo 2015 uitvoert het BSN vaststellen?
Antwoord: Om het burgerservicenummer van betrokkene vast te stellen worden het nummerregister en de
voorzieningen, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen c en d, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer geraadpleegd. Dit betreft de voorziening waarmee het nummerregister bij de Beheersvoorziening
1
BSN kan worden geraadpleegd en de registraties waarin kan worden gecontroleerd of een ter identificatie
aangeboden document (paspoort, Nederlandse identiteitskaart, vreemdelingendocument of rijbewijs) in
omloop mag zijn. Als de derde partij in aanmerking komt voor aansluiting op de Sectorale Berichtenvoorziening
Zorg (SBV-Z) kan deze ook gebruikt worden om het nummerregister te raadplegen.
2.
Vraag: Zijn er situaties waarin het College of de partij die onder zijn verantwoordelijkheid de taken
voor de Jeugdwet of Wmo 2015 uitvoert het BSN niet hoeft te verifiëren?
Antwoord: De verificatie zoals hierboven bedoeld, kan achterwege gelaten worden, indien:
a. het burgerservicenummer is verstrekt door een andere gebruiker die volgens de wet al verplicht is om
het burgerservicenummer van betrokkene vast te stellen aan de hand van bovengenoemde
nummerregister en voorzieningen, of
b. als het burgerservicenummer is verkregen uit de basisregistratie personen (BRP, voorheen de Gba).
1
De Beheervoorziening burgerservicenummer (BV BSN) is het geheel van voorzieningen dat zorgt voor het genereren, distribueren,
beheren en raadplegen van het BSN. De Beheervoorziening regelt ook de toegang tot de identificerende gegevens in de achterliggende
authentieke registraties (BRP) en de verificatieregisters voor de identiteitsbewijzen ter verificatie van de identiteit aan het loket. Voor meer
informatie over de BV BS: http://www.bprbzk.nl/BSN/Beheervoorziening_BSN_BV_BSN.
3.
Vraag: Wat is de meest eenvoudige manier om de partij die namens het College de taken uit de
Jeugdwet en Wmo 2015 uitvoert, het BSN te laten verifiëren, dan wel noodzakelijke
persoonsgegevens op te laten vragen of raadplegen?
Antwoord: Wat het meest eenvoudig en praktisch is hangt van de situatie af. We onderscheiden vier situaties:
a. De derde partij werkt uitsluitend voor één gemeente, en maakt gebruik van de systemen van deze
gemeente voor de uitvoering van de gemandateerde taken.
b. De derde partij werkt uitsluitend voor één gemeente, en maakt gebruik van zijn eigen systemen voor
de uitvoering van de gemandateerde taken.
c. De derde partij werkt voor meerdere gemeenten, en werkt voor elke gemeente op de systemen van de
betreffende gemeente voor de uitvoering van de gemandateerde taken.
d. De derde partij werkt voor meerdere gemeenten, en maakt gebruik van zijn eigen systeem voor de
uitvoering van de gemandateerde taken.
Ad a en c.
In de gevallen a, en c, werkt de derde partij op het systeem van de gemeente waarvoor zij de taken uitvoert.
Het ligt het meest voor de hand de derde partij in staat te stellen om de lokale registratie waarin de
betreffende persoonsgegevens zijn opgeslagen te bevragen via de betreffende gemeentelijke systemen. Dit kan
een bevraging zijn van een gemeentelijke gegevensbank of van een registratie van een gemeentelijke dienst,
waarin de persoonsgegevens zijn opgeslagen. De gegevens in de gemeentelijke gegevensbank of die
registraties zijn gewoonlijk weer ontleend aan de BRP, hetzij door een binnengemeentelijke verstrekking uit de
gemeentelijke BRP-voorziening (het huidige gemeentelijke GBA-systeem), hetzij door een systematische
2
verstrekking door de minister van BZK uit de centrale voorzieningen (de nog bestaande GBA-V). De derde
partij kan als bewerker van het college in het kader van de uitvoering van taken van het college op grond van
de WMO/Jeugdwet de beschikking krijgen over deze gegevens.
Het is ook denkbaar de gegevens rechtstreeks uit de gemeentelijke BRP-voorziening te leveren aan de derde
3
partij. In dat geval dient er in juridische zin sprake te zijn van een binnengemeentelijke verstrekking van BRPgegevens aan een gemeentelijke dienst die verantwoordelijk is voor de uitvoering van de Jeugdwet/WMO (in
feite is dit een verstrekking door het College aan zichzelf voor een andere taak), waarbij de gegevens echter
worden geleverd aan de gemandateerde partij die deze gegevens uitsluitend mag gebruiken voor de aan haar
gemandateerde taken.
Alternatieven voor de bovengenoemde vormen van lokale beschikbaarstelling c.q. verstrekking van gegevens
zijn een aansluiting op de BV-BSN of rechtstreeks op de BRP. Zie daarover vraag X en Y.
Ad b.
In geval b werkt de derde partij uitsluitend voor een gemeente, op zijn eigen systeem. Hierbij gelden dezelfde
mogelijkheden als bij a en c.
Ad d.
In het geval de derde partij voor meerdere gemeenten werkt en daarbij zijn eigen systeem gebruikt, ligt het
voor de hand dat de betreffende partij – in technische zin – dan zelf direct wordt aangesloten op een van de
voorzieningen van de BRP (zie ook vraag 4). De juridische basis daarvoor is een autorisatiebesluit van de
minister van BZK als bedoeld in de Wet BRP, waarbij de afzonderlijke gemeenten voor wie de derde partij als
2
Het is ook denkbaar dat de gegevens in het afzonderlijke gemeentelijke systeem dat door de derde partij wordt gebruikt, afkomstig zijn
uit een gemeentelijke gegevensbank (die deze weer heeft ontvangen uit de BRP). De verstrekking uit de gemeentelijke gegevensbank aan
het afzonderlijke gemeentelijke systeem valt juridisch onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp).
3
Deze verstrekking valt juridisch onder de Wet BRP.
bewerker optreedt, moeten worden geautoriseerd(zie ook vraag 4). Zo’n directe aansluiting ligt niet voor de
hand als het zal gaan om slechts een gering aantal personen, en de noodzakelijk gegevens op eenvoudige wijze
door de gemeenten zelf, hetzij vanuit de eigen gemeentelijke gegevensbank of een andere gemeentelijke
registratie beschikbaar kunnen worden gesteld, hetzij uit de gemeentelijke BRP-voorziening kunnen worden
aangeleverd (waarbij in juridische zin de verstrekking geldt als een verstrekking onder de Wet BRP van het
College aan zichzelf.
4.
Vraag: welke andere mogelijkheden zijn er voor de partij die onder verantwoordelijkheid van het
College de taken voor de Jeugdwet of Wmo 2015 uitvoert om het BSN te verifiëren en BRP-gegevens
op te vragen of te raadplegen?
Antwoord: In principe zijn er de volgende mogelijkheden:
a. Aansluiting op de Beheersvoorziening BSN (BV-BSN) of op de Sectorale Berichtenvoorziening Zorg
(SBV-Z)
b. Aansluiting op de BRP (GBA-V)
Ad a.
In de uitvoering van gemandateerde taken kan de gemeente de derde partij als gemachtigde aansluiten op de
Beheervoorziening BSN (BV-BSN) als derde namens gemeente, of op de Sectorale Berichtenvoorziening in de
Zorg BSN (SBV-Z). Beide zijn voorzieningen die hier speciaal voor ingericht zijn. De eerste is bedoeld voor
overheid en partijen die handelen in opdracht van de overheid, de tweede voor zorgaanbieders, en
zorgverleners, jeugdhulpverleners. Het is daarom verstandig om bij de juridische vormgeving van de organisatie
in het sociaal domein naar de voorwaarden van deze voorzieningen te kijken zoals opgenomen in de Wet
algemene bepalingen Burgerservicenummer) en de Wet BSN in de Zorg.
Om een derde die handelt onder mandaat van het College in technische zin aansluiting te laten verkrijgen op
de BV-BSN, geldt dat het College moet worden geautoriseerd voor bevraging van de BV-BSN. In het geval de
derde partij werkt voor meerdere gemeenten, geldt dat alle betrokken gemeenten moeten worden
geautoriseerd. Zij kunnen daartoe een gezamenlijk autorisatiebesluit opstellen dat door alle betrokken
gemeenten wordt ondertekend. De betreffende organisatie zal dan één aansluiting op de BV BSN beheren
namens één of meer geautoriseerde gemeenten. Hiermee wordt mogelijk gemaakt dat de derde partij zelf
actief de BV BSN kan bevragen. Echter, wel moet geprotocolleerd worden wanneer en namens welke
gemeente de BV BSN wordt bevraagd.
Ad b.
De derde partij kan – in technische zin – ook rechtstreeks aangesloten worden op de BRP (GBA-V). De GBA-V is
de centrale voorziening in de basisregistratie personen die dient om op systematische wijze gegevens te
verstrekken uit die basisregistratie. Dat gebeurt primair aan overheidsorganen en daarnaast aan derden die
werkzaamheden verrichten met een gewichtig maatschappelijk belang. Welke werkzaamheden dat zijn en aan
welke categorieën derden kan worden verstrekt is geregeld in het Besluit BRP (bijlage 4).
Om een derde die handelt onder mandaat van het College in technische zin aansluiting te laten verkrijgen op
de BRP, geldt dat het College moet worden geautoriseerd voor bevraging van de BRP. De derde treedt in dat
geval op als bewerker, maar kan de gegevens wel direct aangeleverd krijgen (in technische zin staat de
aansluiting niet bij het College, maar bij de derde).
In het geval de derde werkt voor meerdere gemeenten, geldt dat alle betrokken gemeenten moeten worden
geautoriseerd. Zij kunnen daartoe een gezamenlijk autorisatiebesluit opstellen dat door alle betrokken
gemeenten wordt ondertekend. De aan de gemeenten verstrekte gegevens worden afgeleverd bij de derde
partij die als bewerker optreedt.
Deze partij moet via logging bijhouden welke BRP-gegevens ten behoeve van welke gemeente worden
verwerkt. De partij mag de BRP-gegevens uitsluitend gebruiken voor de door de betreffende gemeente aan
4
haar gemandateerde taken.
De vraag is echter of een dergelijke rechtstreekse verificatie van de gegevens in de BRP wel een praktische weg
is. Bij een dergelijke autorisatie komt immers erg veel kijken (juridisch traject met autorisatiebesluit en
technische aspecten). Het ligt meer voor de hand om de verificatie te doen via de beheervoorziening BSN, al
dan niet door tussenkomst van de SBV-Zorg als sectorale berichtenvoorziening.
Voor nadere informatie over de procedure voor een dergelijke autorisatie kunnen de gemeenten zich wenden
tot het agentschap BPR.
5.
Vraag: Welke gegevens worden via de Beheervoorziening BSN verstrekt?
Antwoord: Indien het BSN bekend is en bij de verificatie de vraag wordt gesteld aan welke persoon dit BSN is
toegekend, worden over de betrokken persoon de gegevens verstrekt die in bijlage 3 bij het Besluit BSN zijn
vermeld. Hiertoe behoren o.a. het BSN, geslacht, voornamen, geboortedatum en plaats, en adresgegevens.
Voor verstrekking aan derden kan een beperking gelden, indien de betrokkene op grond van de Wet BRP (waar
deze gegevens aan worden ontleend) heeft verzocht om beperking van de verstrekking van gegevens aan een
derde. Het geval waar we in deze Q&A over spreken, waarbij de partij gemandateerd is door het College, en
optreedt namens het College speelt dit niet. De verstrekking uit de BRP wordt in dit geval gezien als een
verstrekking aan het College.
Vraag: wat houdt verificatie van het BSN precies in?
BSN verificatie is meer dan alleen maar de gegevens opzoeken in GBA-V/BRP, BV BSN of SBV-Z. Het is van groot
belang dat de organisatie die het BSN verifieert ook eenduidig de identiteit vaststelt van de cliënt/burger (dat is
vastgelegd in de wetgeving BRP/GBA, Wbsn en Wbsn-z).
Hoe die verificatie plaats moet vinden staat beschreven in de Factsheet Identificatie en opvragen BSN
http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/brochures/2007/04/10/factsheet-identificatie-enopvragen-bsn.html).
4
In het kader van het logisch Ontwerp BRP, dat de GBA-V gaat vervangen, wordt bekeken of dergelijke loggingen bij bewerkers nog
worden toegestaan. Het uitgangspunt is dat de bevragingen telkens voor iedere geautoriseerde afzonderlijk worden gedaan en in het BRP
systeem worden geprotocolleerd.