Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde

Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde
Geen aanwijzingen dat het vervangen van verzadigd vet door linolzuur het risico op
een hartinfarct zal laten dalen.
--Manuscript Draft-Manuscript Number:
Article Type:
Commentaar
Full Title:
Geen aanwijzingen dat het vervangen van verzadigd vet door linolzuur het risico op
een hartinfarct zal laten dalen.
Keywords:
linolzuur, verzadigd vet, hartinfarct, onderzoek
Manuscript Classifications:
15: Hart- en vaatziekten; 44: Overig niet klinisch
Corresponding Author:
Robert Hoenselaar
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
Nijmegen, NETHERLANDS
Corresponding Author E-Mail:
[email protected]
Order of Authors:
Robert Hoenselaar
Powered by Editorial Manager® and ProduXion Manager® from Aries Systems Corporation
Aanbiedingsbrief
Aanbiedingsbrief
Het effect uit consumptie van verschillende soorten vetten wordt zelden tot nooit transparant
beschreven door adviescommissies en voedingswetenschappers. Helaas is dit ook gebeurt in het
commentaar dat door dhr. Katan is geschreven. Het is prima dat wordt geadviseerd de inname van
verzadigd vet te beperken en de inname van linolzuur te verhogen. Voor geïnteresseerden in
voedingswetenschap is het relevant te weten waar deze adviezen op zijn gebaseerd. Resultaten uit de
wetenschappelijke literatuur dienen op objectieve, eerlijke wijze te worden gecommuniceerd.
Hoogachtend,
Robert Hoenselaar (diëtist en onderzoeksjournalist)
*Manuscript (zonder tabellen en figuren)
Click here to download Manuscript (zonder tabellen en figuren): NTvG Katan linolzuur (b).docx
Geen aanwijzingen dat het vervangen van verzadigd vet door linolzuur het risico op een
hartinfarct zal laten dalen.
Robert T.W.H. Hoenselaar. Diëtist en onderzoeksjournalist.
Geachte redactie,
In een recent commentaar besprak Prof. Dr. Katan het belang van linolzuur consumptie om het risico
1
op een hartinfarct te beperken . Linolzuur zou het gehalte van het 'slechte' LDL-cholesterol in het
bloed verlagen. Dus linolzuurrijk voedsel zou tot minder hartinfarcten moeten leiden. De
tekortkomingen van het wetenschappelijk bewijs hiervoor worden echter onvoldoende naar voren
gebracht.
Het vervangen van verzadigd vet door linolzuur
Dhr. Katan geeft aan dat het effect van linolzuurrijk voedsel op het risico op een hartinfarct onderzocht
zou zijn in de jaren 50 en 60 van de vorige eeuw. Duizenden proefpersonen zouden jarenlang
linolzuurrijke soja- en maïsolie te eten hebben gekregen in plaats van verzadigd vet uit vlees, melk en
2
kaas . De meta-analyse waaraan wordt gerefereerd, bevatte 1 niet-gerandomiseerd en 6
gerandomiseerde onderzoeken. Uit de gerandomiseerde onderzoeken bleek dat proefpersonen in de
interventie groepen een marginaal significant 13% verlaagd risico op een hartinfarct hadden,
vergeleken met deelnemers in de controle groepen. In 3 van de 6 gerandomiseerde onderzoeken is
een noemenswaardig effect gevonden. In alle 3 deze onderzoeken werd zowel de inname van
verzadigd vet als van transvet gereduceerd. Tegelijkertijd steeg de inname van zowel linolzuur als
3
alfa-linoleenzuur . In 2 van deze 3 onderzoeken werd proefpersonen geadviseerd de inname van fruit,
groenten, volkoren graanproducten en vis/visvetzuren te verhogen. In het derde onderzoek bleken
4
deelnemers in de controle groep een uitgesproken vitamine E deficiëntie te hebben . Consumptie van
transvet, fruit, groenten, volkoren graanproducten en vitamine E zijn allen gelinkt aan het risico op een
5
hartinfarct in wetenschappelijk onderzoek .
Dhr. Katan beschrijft dat grote studies in Amerika, Engeland, Noorwegen en Finland zouden hebben
aangetoond dat vervanging van verzadigd vet door linolzuur wel degelijk de kans op een hartinfarct
2
verkleint . Zoals eerder aangegeven, bevatte de meta-analyse resultaten uit 6 gerandomiseerde
onderzoeken. In de Noorse studie is een marginaal significant verlaagd risico gevonden. Verder zijn
geen significante effecten beschreven.
De 'Sydney Diet Heart'-studie
Dhr. Katan beschrijft potentiële tekortkomingen van recent gepubliceerde resultaten uit de Sydney Diet
6
Heart studie . De auteurs van deze studie bespreken tevens de resultaten uit andere
gerandomiseerde studies. Hierbij maken ze onderscheid tussen:
 Studies waarin verzadigd vet is vervangen door linolzuur en alfa-linoleenzuur.
 Studies waarin verzadigd vet is vervangen door linolzuur.
In totaal zijn er 3 gerandomiseerde studies waarin verzadigd vet is vervangen door linolzuur. In alle 3
de studies was het Relatief Risico hoger dan 1. Wat erop duidt dat het vervangen van verzadigd vet
door linolzuur niet leidt tot een lager risico op een hartinfarct.
Dhr. Katan geeft aan dat verzadigd vet werd vervangen door zowel linolzuur als transvet in de Sydney
5
Diet Heart studie. Consumptie van transvet is gelinkt aan een verhoogd risico op hartinfarcten . Hieruit
wordt geconcludeerd dat niet linolzuur maar transvet de oorzaak zou zijn van de hogere incidentie van
hartinfarcten in de experimentele groep van het onderzoek. Zoals aangegeven waren er 2 andere
gerandomiseerde onderzoeken waarin verzadigd vet vervangen is door linolzuur. In deze
3
onderzoeken kreeg niet de experimentele groep, maar de controle groep meer transvet binnen .
Conclusie
Er bestaat geen gerandomiseerd onderzoek waarin verzadigd werd vervangen door linolzuur om het
effect op het risico op een hartinfarct te meten. Te allen tijde waren transvet - en soms ook alfalinoleenzuur storende factoren in deze correlatie. In alle 3 de gerandomiseerde onderzoeken waarin
alfa-linoleenzuur geen storende factor was, lag het Relatief Risico boven de 1. Gerandomiseerd
onderzoek geeft dus geen enkele aanwijzing dat het vervangen van verzadigd vet door linolzuur het
risico op een hartinfarct daadwerkelijk zou kunnen laten dalen.
Referenties
(1) Katan MB. Linolzuur en hartinfarct. Ned Tijdschr Geneeskd. 2013;157:A629.
(2) Mozaffarian D, Micha R, Wallace S. Effects on coronary heart disease of increasing
polyunsaturated fat in place of saturated fat: a systematic review and meta-analysis of randomized
controlled trials. PLoS Med 2010;7:e1000252.
(3) Ramsden CE, Hibbeln JR, Majchrzak SF, Davis JM. n-6 fatty acid-specific and mixed
polyunsaturate dietary interventions have different effects on CHD risk: a meta-analysis of randomised
controlled trials. Br J Nutr. 2010 Dec;104(11):1586-600. doi: 10.1017/S0007114510004010.
(4) Hoenselaar R. Further response from Hoenselaar. Br J Nutr. 2012 Sep;108(5):939-42. doi:
10.1017/S0007114512000402.
(5) Mente A, de Koning L, Shannon HS, Anand SS. A systematic review of the evidence supporting a
causal link between dietary factors and coronary heart disease. Arch Intern Med. 2009 Apr
13;169(7):659-69. doi: 10.1001/archinternmed.2009.38.
(6) Ramsden CE, Zamora D, Leelarthaepin B, Majchrzak-Hong SF, Faurot KR, Suchindran CM, et al.
Use of dietary linoleic acid for secondary prevention of coronary heart disease and death: evaluation
of recovered data from the Sydney Diet Heart Study and updated meta-analysis. BMJ
2013;346:e8707-e8707.
*Abstract (Engelstalig)
Click here to download Abstract (Engelstalig): Abstract.docx
Abstract
Replacing intake of saturated fat by linoleic acid may lower LDL-cholesterol levels. Lowering of LDLcholesterol is linked to lower rates of coronary heart disease. For this reason advice is given to lower
intakes of saturated and increase intakes of linoleic acid in order to reduce risk of coronary events.
Randomized trials have tested the hypothesis. However, results from this type of study do not in any
way justify current advice to replace saturated fats by linoleic acid.