2 De 10e klas praktisch vmbo-t Dit jaar is een examenjaar met twee soorten examens: schoolexamens en centrale examens. Schoolexamens zitten voor een deel ‘verstopt’ in lessen en periodes. Centrale examens komen in mei voor de vakken Nederlands en Engels. In deze studiewijzer kun je bij elk vak terugvinden wat je kunt verwachten, en wat er van jou wordt verwacht. De opzet van deze studiewijzer is nieuw. De leraren hebben de uitleg van hun vak zelf opgesteld. Als er iets niet helemaal duidelijk is, kun je de betreffende leraar om uitleg vragen. Zo hopen we de studiewijzer elk jaar verder te verbeteren. Algemene informatie: Rapporten Je krijgt dit jaar elk trimester een rapport in cijfers. Daar kan de klassenleraar aan zien op welk niveau je resultaten liggen, en zo nagaan of de vuistregel van hierboven klopt. Dat kun je ook heel makkelijk zelf bekijken. Als de uitkomst anders is dan je had verwacht, bespreek wat je daar aan kunt doen. Magister: Alle leerlingen hebben dit jaar een account in magister. Hier worden alle deelcijfers vanaf dit jaar zichtbaar. De regels voor proefwerken en werkstukken zijn: Je moet aan alle opgegeven proefwerken deelnemen. Als je er niet bent krijg je er een 1,0 voor. Je kunt proefwerken wel herkansen. Voor elk vak mag je per trimester één proefwerk herkansen, en ook bij elke periode mag je één proefwerk herkansen. Als je een proefwerk hebt gemist gebruik je de herkansing. Mis je ook de herkansing, dan blijft het eerste cijfer staan. Je periodeschrift moet je altijd inleveren op de laatste dag van de periode, anders krijg je er zeker een 1 voor. Dit geldt ook voor werkstukken die je niet op de afgesproken datum inlevert. Overgang: Voor overgang naar de elfde klas moet je dit jaar in ieder geval je ivo diploma hebben behaald. In verband met de veranderende inrichting van de school wordt de exacte regeling later bekendgemaakt. 3 Overgang naar MBO In overleg met je klassenleraar en decaan ga je dit jaar naar een geschikte mbo opleiding kijken. Daar moet je je in februari voor inschrijven, omdat de leukste opleidingen vaak al snel vol zitten. wanneer haal je je ivo-(vmbo-) diploma? In onderstaand schema kun je aflezen aan welke eisen je moet voldoen voor het behalen van het ivo (vmbo) diploma. Gemeenschappelijk deel vakken minimaal Bepaling eindcijfers CE vakken: benodigd *Van de vakken met een centraal examen mag ten hoogste één vak het 1 Nederlands se + ce ≥ 5* eindcijfer 5 hebben. 2 Engels se + ce Bepaling CE: a maatschappijleer ≥6 Het gemiddelde van de afgelegde b kunst 1 ≥ vold centrale examens moet groter dan of c LO ≥ vold d rekentoets afgelegd gelijk zijn aan 5,5 e sectorwerkstuk ≥ vold Vier eindproeven voldoende voor onderstaande vakken 3 biologie ≥ 6 4 geschiedenis ≥ 6 5 aardrijkskunde ≥ 6 6 kunst 2 ≥ 6 Belangrijke data: In de week van 19 januari: kijk- en luistertoets Engels? In de week van 3 of 9 maart: rekentoets 2F Mei: Centrale Examens 13 mei: Nederlands 20 mei: Engels In de week van 26 mei of 1 juni: herkansing rekentoets 11 juni: uitslag CSE In de week van 15 juni: herexamens 25 juni: uitslag herexamens 9 juli: diploma-uitreiking vmbo/ivo Uitzonderlijke omstandigheden: Hierboven staan algemene regels beschreven. Soms zijn er bijzondere omstandigheden waardoor bepaalde regels niet vanzelfsprekend lijken. Bespreek bijzondere situaties altijd thuis, en met je klassenleraar. Als het echt nodig is, kan deze samen met de teamleider kijken of er aanpassingen mogelijk zijn. Den Haag, Oktober 2014 4 NEDERLANDS SCHOOLEXAMEN 1 (25% van schoolexamencijfer) -Verhaalanalyse (tijd, handeling, figuren, ruimte, perspectief) SCHOOLEXAMEN 2 (25% van schoolexamencijfer) -Goed gebekt taak 1 t/m 5; (woordenschat en uitdrukkingen) -Zinsdeelfunctie van de bijzin; -Goed gebekt taak 6 t/m 10; -Stijl I: (contaminatie, pleonasme, tautologie); -Goed gebekt taak 11 t/m 15; -Stijl II: ( incongruentie, foutieve inversie, foutief beknopte bijzin, foutieve samentrekking); -Spelling SCHOOLEXAMEN 3 (25% van schoolexamencijfer) -2/3 leesverslagen, 1 filmverslag - Gesprek over 2 gelezen boeken SCHOOLEXAMEN 4 (25% van schoolexamen) -Zakelijk lezen -Gedocumenteerd schrijven Een compleet dossier bestaat uit: - leesverslagen en filmverslag Weging: schoolexamen 50 % Weging: centraal schriftelijk examen 50 % 5 ENGELS September/oktober schrijfvaardigheid oefenen t.b.v. SE informele brief. November : SE informele brief. Na de stage spreekbeurt van 10 minuten over zelfgekozen onderwerp: - Stad - Land - Drugs/alcohol - Beroep - Sport Voortdurend vaardighedendossier bijhouden gekoppeld aan spreekbeurt. 10 x tekstopdracht inleveren met woordenlijst of korte samenvatting. 5 x filmpje/audiofragment. Circa 10 inlevermomenten ter controle en voor het geven van feedback. Het voldoen aan de inlevermomenten worden meegenomen in eindbeoordeling Na kerst vaardighedendossier inleveren. Na de stage spreek-, kijk- en luistervaardigheid oefenen. Februari landelijke toets kijk en luistervaardigheid. Maart: Taaldorp, kleine gesprekjes. Vanaf maart oefenen voor het centraal schriftelijk. Medio mei zakelijke brief schrijven. Schoolexamen 50 % van het cijfer. Centraal schriftelijk 50% van het cijfer. GESCHIEDENIS Periode 1: In de eerste periode wordt de geschiedenis van Nederland van voor WO 2 behandeld. Staatsinrichting van Nederland en de veranderingen die vanaf 1848 werden doorgevoerd: onderwerpen: rechtsstaat, scheiding tussen de wetgevende, de uitvoerende en de rechterlijke macht. Grondrechten. Grondwet, van wetsvoorstel tot wet. De monarchie, parlement/ volksvertegenwoordiging, Staten Generaal: Eerste en Tweede Kamer: democratie en de organisatie van de verkiezingen op alle niveaus. De onafhankelijke rechtspraak: rechtsgang en de strafzaak. 6 Maar ook voor 1945: historisch overzicht vanaf 1900, de relatie met Indonesië, industrialisatie met zijn gevolgen voor oorzaken van de Eerste Wereldoorlog (1914-1918). Het Interbellum: herstel en crisis (1918-1939). De beoordeling wordt als volgt samengesteld: • Schrift/map verslaggeving periodestof • Werkhouding • S.o. 3 keer (Onderwerpen van de week) • Proefwerk • Keuzeopdracht (werkstuk onderwerp uit de periode 4 pagina tekst 1 illustraties donderdag week 40) Totaal weging: 1 1 1 1 1 inleveren :5 Periode 2: In de tweede periode wordt de geschiedenis van Nederland van na WO 2 behandeld. Na 1945: de koude oorlog en de tegenstellingen oost (communisme en de Palestijns-Israëlische kwestie) en west (USA en de kolonisatie). Maar ook de staat van Nederland met het milieu, de verzorgingsstaat en de EU als motieven. 7 De beoordeling wordt als volgt samengesteld: • Schrift/map verslaggeving periodestof • Werkhouding • S.O. 3 keer (Onderwerpen van de week) • Proefwerk • Keuzeopdracht (werkstuk onderwerp uit de periode 4 pagina tekst 1 illustraties donderdag week 50) Totaal weging: 1 1 1 1 1 inleveren gedeeld door 5 Geschiedenis vaklessen Tijdens de vaklessen Geschiedenis komen ter voorbereiding van het examen geschiedenis de volgende onderwerpen aan bod: staatsinrichting, historisch overzicht van de vorige eeuw, Indonesië, de Koude Oorlog en de Europese Unie. Boeken: Methode Geschiedenis werkplaats, boek 3/4 VMBO + examenboek Beoordeling: Enkele kleine toetsen, waarvan het gemiddelde het eindcijfer oplevert. IVO examencijfer Geschiedenis: Het IVO eindcijfer voor bepaald door het gemiddelde van de drie eindcijfers van de periodes en van de vaklessen. 8 Biologie Periode Periode 1 Onderwerpen. • Bloed • Erfelijkheid • Spijsvertering • Voortplanting mens • Maken werkstuk over een dier of boom Doelen • Werken met de verschillende begrippen uit de biologie. • Functie van bloed en bloedsomloop. • Spijsvertering van de mens kunnen beschrijven. • Voortplanting van de mens beschrijven. Werkwijze • Klassikaal les met readers. • Woordenlijsten met de belangrijkste begrippen uit de teksten. • Audiovisuele informatie. • Zelfstandig werken voor werkstuk. Afsluiting • Proefwerk. Dit bestaat uit twee delen. Een basis deel waarin de begrippenkennis getoetst wordt. En een GT deel waarin de kennis over de verschillende onderwerpen getoetst wordt. • Werkstuk. Aan het eind van de tweede periode werkstuk inleveren. Periode 2 Onderwerpen. • Skelet, Spieren, Zenuwen • Cellen • Evolutie • Plantenrijk • Zintuigen Doelen • Werken met de verschillende begrippen uit de biologie • Functie van Skelet, Spieren, Zenuwen • Plantencel, dieren/mensen cel. • Werking van de verschillende zintuigen kunnen beschrijven. Verschillende lagen van de plantenwereld kunnen beschrijven (van alg tot boom). • Maken van werkstuk over een dier of boom Werkwijze • Klassikaal les met readers. • Woordenlijsten met de belangrijkste begrippen uit de teksten 9 • • Audiovisuele informatie Zelfstandig werken voor werkstuk Afsluiting • Proefwerk. Dit bestaat uit twee delen. Een basis deel waarin de begrippenkennis getoetst wordt. En een GT deel waarin de kennis over de verschillende onderwerpen getoetst wordt. • Werkstuk. Aan het eind van de tweede periode werkstuk inleveren. Vaklessen Onderwerpen THEMA 1 § 1 Stoffen worden omgezet § 2 Fotosynthese § 3 Glucose als grondstof § 4 Verbranding § 5 Fotosynthese en verbranding THEMA 2 § 1 HET ORDENEN VAN ORGANISMEN § 2 HET RIJK VAN BACTERIEN § 3 HET RIJK VAN DE SCHIMMELS § 4 HET RIJK VAN DE PLANTEN § 5 HET RIJK VAN DE DIEREN § 6 GELEEDPOTIGEN § 7 GEWERVELDEN § 8 HET INDELEN VAN ORGANISMEN THEMA 3 § 1 Invloeden uit het milieu § 2 Voedselrelaties § 3 Kringlopen § 4 Piramides § 5 Populaties § 6 Aanpassingen bij dieren § 7 Aanpassingen bij planten THEMA 4 § 1 De mens en het milieu § 2 Voedselproductie § 3 Landbouw in Nederland § 4 De lucht § 5 Het water THEMA 5 § 1 DE EVOLUTIE THEORIE § 2 EEN VOORBEELD VAN EVOLUTIE 10 § 3 FOSSIELEN § 4 ARGUMENTEN VOOR EVOLUTIE § 5 DE GESCHIEDENIS VAN HET LEVEN OP AARDE THEMA 6 § 1 Gaswisseling bij dieren §2 Het ademhalingsstelsel van de mens § 3 De longblaasjes § 4 Ventilatie in de longen § 5 Gezonde longen en luchtwegen THEMA 7 § 1 bloed § 2 de bloedsomloop § 3 het hart § 4 de bloedvaten § 5 hart- en vaatziekten § 6 weefselvloeistof en lymfe THEMA 8 § 1 Een constant inwendig milieu § 2 De lever § 3 De nieren en de urinewegen § 4 De huid en het onderhuidse bindweefsel § 5 afweer § 6 transplantaties en bloedtransfusies Doelen • Onderwerpen van de thema’s eigen maken Werkwijze • Twee keer per week 50 minuten vakles. • Werken in het werkboek. • Bespreken oefeningen uit het werkboek • audiovisuele informatie kijken • De les voor overhoring geen nieuwe informatie. Daar is tijd voor extra verduidelijking van de onderwerpen van het voorafgaande thema. Afsluiting • Aan het eind van ieder thema een overhoring. • Eindcijfer = cijfers proefwerken : 8 11 MAATSCHAPPIJLEER In de 9e klas hebben we behandeld: Een aantal kernbegrippen werd besproken, zoals normen en waarden en cultuur, aansluitend bij de directe belevingswereld van de leerlingen. In de stage van drie weken werd kennis gemaakt met economie en maatschappij aan de hand van concrete activiteiten in een bedrijf of winkel. Het staatsbestel werd behandeld. De programma’s van politieke partijen werden onderzocht en vergeleken. Het debat werd geoefend: aan de hand van maatschappelijke problemen werden partijstandpunten ingenomen en verdedigd. De periode kreeg zijn besluit met een bezoek aan de Tweede Kamer. (Is nog niet gebeurd in klas 9.4) In de 10e behandelen we: In de maatschappijleer worden de burgerschapscompetenties behandeld met de volgende vragen als uitgangspunt: Wat verwacht de gemeenschap van haar burgers? Hoe ga je in de moderne maatschappij met elkaar om? Hoe werkt het zorgstelsel? De nadruk komt te liggen op Zorg en Welzijn (zie ook onderdeel stage). Ook wordt de werking van de huidige democratie uitgelegd en wordt er geoefend in debatteren over maatschappelijke onderwerpen die de klas als groep aangaan. Tevens worden de basisbegrippen van het economie behandeld. Begrippen als schaarste, productie, distributie, welvaart en consumptie, worden behandeld en uitgelegd. Ook komt het ontstaan en gebruik van papiergeld en andere betaalmiddelen aan bod. De beoordeling wordt als volgt samengesteld: weging: • 2 so’s weekstof • Map/ schrift (compleet) • Proefwerk • Werkstuk + presentatie o Werkstuk (1) o Presentatie (1) Werkhouding 1 1 2 2 Totaal :7 1 12 Taken en opdrachten: • S.O’s: Over de stof behandeld in de week, afgenomen op donderdag. • Map/schrift: Je kiest zelf een vorm voor de presentatie van je verwerking. Minimaal 1 A4 blad waarop de inhoud van je verwerking staat vermeld. • Proefwerk: laatste woensdag periode. • Werkstuk + presentatie: o Werkstuk: je maakt een werkstukje van minimaal 3 keer A4 over een onderdeel van de zorg of politiek (Verdana 12 minimaal 2 blz. eigen tekst (bij overname van een derde: onvoldoende!) inleveren op donderdag 2e week van de periode. o Presentatie: laatste donderdag periode AARDRIJKSKUNDE ‘Weer en klimaat’ we behandelen de hydrosfeer en de atmosfeer van de aarde; dus zeestromingen, luchtlagen, klimaten en het weer. Weerkaarten voor typische weerssituaties in Nederland moet je kunnen interpreteren. Belangrijke klimatologische verschijnselen zoals stralingsbalans, windsystemen en zeestromen worden uitgelegd, evenals het klimaatssysteem van Köppen. Ook milieubeheer hoort erbij. Hoe beschermt de atmosfeer ons? Hoe kunnen wij de aarde en haar omgeving ‘in conditie’ houden? De beoordeling wordt als volgt samengesteld: • • • • weging: 3 S.O’s elke donderdag van de week, laatste week de woensdag, Een miniwerkstukje ‘de zeestroom en zijn invloed’ o Kies een zeestroom en beschrijf de invloed van die stroom op land en leven, o Kies een dier dat leeft in die stroom en beschrijf de levensomstandigheden en biografie. o 3 blz. A4 ( 2 tekst, 2 illustraties, Arial 12) o Inleveren op donderdag week 10 Afsluitend proefwerk Werkhouding 1 1 2 1 13 Totaal :5 14 LICHAMELIJKE OPVOEDING Thema`s: Atletiek, spelen, turnen, zelfverdediging en overige spelen Per thema is de inhoud als volgt. Atletiek: discuswerpen hoogspringen (fosbury flop) duurloop (shuttle run) sprint (60 m) Spelen: doelspelen (voetbal, basketbal) terugslagspelen (volleybal) slag en loopspel (softbal) tik en afgooispelen (meerdere vormen van trefbal) Overige spelen: frisbeespelen badminton veldhockey unihockey Turnen: ringzwaaien (strekhangzwaai en vouwhang met salto afsprong) springen (steunsprongen bok en kast minitrampoline salto) grondturnen (loopsalto, flikflak) Zelfverdediging: karate Beoordeling: De leerlingen worden beoordeeld op algemene participatie (aanwezigheid en inzet). Als deze onvoldoende is kan er geen voldoende gehaald worden voor het betreffende vaardigheidsdeel. Het vaardigheidsresultaat wordt als volgt 15 bepaald: Het thema spel telt voor de ½ mee. De thema’s atletiek en turnen, tellen ieder voor 1/4 mee. Examenonderdelen: Thema Atletiek: Discuswerpen, hoogspringen en duurloop Thema Spel: voetbal, volleybal en softbal Thema Turnen: ringzwaaien, steunspringen Examenbeoordeling is O, V of G. Het vak moet tenminste voldoende worden afgesloten DUITS (bijspijkertraject) Dit vak wordt uitsluitend gevolgd door de leerlingen die daar voor in aanmerking komen. Zij volgen dit vak om daarmee, met een voldoende resultaat, mogelijk een HAVO traject kunnen volgen binnen de Vrijeschool Den Haag. - Voortdurend idiomen en grammatica oefenen met kleine SO’s. - Spreken oefenen in de les. - Lezen oefenen met 1 boek het hele jaar door met opdrachten van samenvattingen en vertalingen van het boek. - Oefenen van opdrachten voor taaldorp in het voorjaar - na de stage zelfgekozen onderwerp voor een spreekbeurt - na kerstvakantie kijk en luistertoetsen oefenen - SO voor de kerstvakantie - SO voor de meivakantie 16 KUNST Het vak kunst is onder te verdelen in Kunst 1 en Kunst 2. Kunst 1 In de wekelijks vaklessen Kunst 1 wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste kunsthistorische onderwerpen van de westerse kunstgeschiedenis. In de periode Kunst Geschiedenis (week 5-7, 2015) komen kunstgeschiedenis en architectuur van de stad Venetië aanbod. Onderstaande activiteiten komen aanbod bij de verwerking van de stof: Oriëntatie op leren en werken: De leerlingen oriënteren zich op de eigen loopbaan en het belang van kunst en cultuur in de maatschappij. Basisvaardigheden: De leerlingen leren basisvaardigheden toe te passen die betrekking hebben op communiceren, samenwerken en informatie verwerven en verwerken m.b.t. cultuur en kunst. Culturele activiteiten: De leerlingen hebben deelgenomen aan tenminste 4 culturele activiteiten en kunnen een eigen keuze maken uit het culturele aanbod. De culturele activiteiten zijn daarbij gespreid over verschillende kunstdisciplines. Reflectie en kunstdossier: De leerlingen stellen met betrekking tot de culturele activiteiten een kunstdossier samen waarbij verslag wordt gedaan van het voorbereiden en ondernemen van culturele activiteiten. Zij reflecteren op eigen ervaringen, interpretaties en waarderingen. 17 De beoordeling wordt als volgt samengesteld: Kunstgeschiedenis vaklessen: • 4 Proefwerken: n.a.v. de behandelde stof : o Week 41 o Week 50 o Week 7 o Week 16 • 4 culturele activiteiten: o Waarvan in elke geval de klassikaal georganiseerde. o Kunst- en reflectiedossier 1 Totaal weging: 1 1 1 1 2 :6 Kunstgeschiedenis periode (week 5-7, 2015) (MGN): De beoordeling wordt als volgt samengesteld: • • • • • weging: Schrift/map verslaggeving periodestof Werkhouding S.o. 3 keer (Onderwerpen van de week) Proefwerk Keuzeopdracht o Werkstuk 2 onderwerpen (een beeldend en een architectonisch onderwerp) uit de periode 2 keer 2 pagina tekst 2 illustraties. Inleveren donderdag week 6.) (1) o Presentatie: Op de kunstreis wordt door de leerling ter plekke het beeldend en architectonisch werk besproken.(1) Totaal: 1 1 1 1 2 :6 18 Kunst 2 Kunstvakken(KV): Dit onderdeel bestaat uit de volgende vakken: • 3D: maquette bouw (MGN) • 2D: tekenen en schilderen • 2D: grafische technieken • Drama: toneel (MGN) • Muziek: (DKL) De jaarthema’s van de kunstvakken voor klas 10, voor het schooljaar 20142015 door de kunstsectie bepaald, zijn: • Architectonische- en Constructieve Vormen • Mens & Emotie Deze thema’s komen expliciet aan de orde binnen de beeldende vakken. Praktisch Ambachtelijke Kunstzinnige vakken(PAK): Dit onderdeel bestaat uit de volgende vakken: • Kartonnage (JMT) • Koken (BLO) • Smeden (RLV) • Hout (JMT) De leerlingen dienen deze vakken ieder afzonderlijk voldoende af te sluiten (werkhouding en resultaat). Het gemiddelde van (PAK) en (KV), dient voldoende te zijn. Eindresultaat: Het uiteindelijk resultaat voor Kunst IVO wordt bepaald door het gemiddelde van Kunst 1 (vaklessen én periode) en Kunst 2 19 Bijzondere vakken: In de 10e klas heb je ook vakken en onderwerpen die van belang zijn voor je examen: STAGE EN SECTORWERKSTUK: Zorg en Welzijn klas 10.4 (MGN) Stageverslag sociale stage: Maak je stageverslag van de sociale stage tot een sectorwerkstuk. Gebruik je ervaringen en verslaggeving zo goed mogelijk in het werkstuk. Je maakt je verslag naar aanleiding van de volgende opzet en vragen: • Titel: (Hier zet je neer de naam van je activiteit in de zorg ) ( • Inhoud: (Hier gaaf je aan op welke pagina een onderdeel te vinden is) • Inleiding: (Hier geef je aan waarom je ging werken in deze zorginstelling) • Onderzoeksvraag: (Hier zet je kort neer welke aspecten van het werken in jouw zorgonderdeel je wilde ervaren en onderzoeken. Je formuleert een goede onderzoeksvraag) • Ervaringen en bevindingen n.a.v. de onderzoeksvraag: • Wat is…..?: (Toelichting en beschrijving van de Zorgsector waarin je stage plaats vond • Conclusie: (Beantwoording van je onderzoeksvraag en kritische opmerkingen over de Zorgsector en de plek waar je stage plaats vond) • Nawoord: (Hierin bedank je iedereen die je heeft geholpen en bespreek je waarom je wel of niet in de Zorgsector waarin je stage plaats vond zou willen werken) Er is geen eis betreffende de kwantiteit (hoeveelheid en lengte) wel betreffende de kwaliteit. Het werkstuk moet voldoende worden beoordeeld voor het verkrijgen van het IVO VMBO-t diploma. Lever het in voor de kerstvakantie op woensdag 17 december 2014 20 REKENEN: In dit examenjaar moeten de leerlingen van de VMBO-t examenklassen de rekentoets 2F maken. De rekentoets is in 2014-2015 voor alle leerlingen een verplicht onderdeel van het eindexamen. De rekentoets maakt echter tot 2015-2016 nog geen deel uit van de slaag-/zakregeling. Leerlingen die in 2014-2015 hun opleiding afronden, kunnen niet zakken vanwege een laag cijfer voor de rekentoets. Dat zal anders zijn in de jaren daarna wanneer zij de rekentoets 3F moeten maken in hun vervolg schooltraject op het MBO of anderszins. De leerlingen zullen de toets maken in de 1e afnameperiode. De exacte datum zal later in het jaar bekend worden. De herkansingen zijn in de 2e afnameperiode. 1e afnameperiode 4 maart - 17 maart 2015 2e afnameperiode 28 mei - 9 juni 2015 De leerlingen moeten zich goed voorbereiden voor deze toets. Daarom hebben zij reeds vorig schooljaar een account aangemaakt voor de site www.beterrekenen.nl, Op deze site wordt zo veel mogelijk dagelijks geoefend. Daarnaast worden er in de vaklessen rekenen oefeningen en proeftoetsen gemaakt. EPC Europees portfoliocertificaat: Op de Praktisch VMBO-t wordt ook een portfolio gemaakt. Het portfolio kan bestaan uit een onderzoek of ‘best werk’ portfolio. Als je 2 portfolio onderwerpen hebt gemaakt die voldoende zijn beoordeeld is het een Europees Porfolio Certificaat waardig portfolio. Je kunt het gebruiken bij je intake in het vervolgonderwijs waarmee je laat zien dat je meer kunt dan alleen je diploma laat zien. Voor de opzet verwijs ik naar het format dat ik op vraag toestuur. Maak het portfolio af voor dat je op bezoek gaat op een school. Dit onderdeel is niet verplicht maar kan je kansen vergroten bij aanname op het MBO bij overschrijving. Maar misschien wel het belangrijkste: Het is een mogelijkheid om anderen te laten zien wat je in je mars hebt, een soort reclamebrochure voor jezelf. 21 22
© Copyright 2024 ExpyDoc