* . 'I,,, ! :I RIJKSDIENST VOOR DE 1JSSELMEERPOLDERS SMEDINGHUIS L E L Y S T A D ~ f d e l l n gWaterhuishouding Werkdocument 1975-406 Bbw EEN GESTABILISEERDE VOEDING MET OVERBELASTINGSBEVEILIGING VOOR HET INSTATIONAIR ElODELONDERZOEK door ing. J. Ardon J.. Kooring (praktikant E.T.S. - Amsterdam) januari 1975 INHOUD I. Inleiding 11. Ontwerpoverwegingen 111. De positieve stabilisator IV. De negatieve stabilisator V. De uitgongstrap VI. De complete voeding VII. Tip-toets-schakelaar VIII. Slotbeschouwing EEN GESTABILISEERDE VOEDING MET BEVEILIGING VOOR OVERBELASTING De voeding die in dit rapport beschreven wordt is ontwikkeld als voedingsbron voor de stuurbare stroombronnen van het niet-stationair modelonderzoek. Deze stroombronnen vormen de randapparstuur waarmee neerslag en verdamping nagebootst worden. De 2000 stroombronnen zijn ondergebracht in vier 19" rekken. Ieder rek heeft een eigen eenheid voor de voeding van de stroombronnen. 11. Ontwerpoverwegingen De eisen die aan de voeding gesteld dienen te worden zijn bepaald door de eigenschappen van de stroombronnen. H. Huisman ( I ) stelde vast dat een optimale werking van de srroombronnen wordt verkregen bij een positieve en negatieve voedingsspanning van 18 Volt (verder aangeduid + 18 Volt). als De stroombronnen zijn zodanig gedimensioneerd, 'dat bij 10 Volt sturing de uitgangsstroom 1 mA is. In deze situatie betrekt de schakeling ongeveer 3 mA van de voeding. Voor 500 stroombronnen in' BQn kast moet de'voeding dus in staat zijn 1,5 Ampere te leveren, zowel aan de positieve als aan de negatieve voedingspool. Om beschadiging van de stroombronnen en foutieve beinvloeding van het model te voorkomen, dient de voeding te worden uitgerust met een overbelastingsbeveiliging, die de voedingsspanning uitschakeld indien meer dan ca. 1,8 AmpOre wordt onttrokken. Door de overbelastingsschakeling op te bouwen rond het CMOS circuit CD 4011 AE, een quadruple NANDpoort, kan op eenvoudige wijze de aanluit-bediening en aanfuit-indicatie hieraan gekoppeld worden door toepassing van "tip-toets" schakelaars. 111. De positieve stabilisator De positieve stabilisator is opgebouwd met het gelntegreerde circuit uA 723. In dit circuit zijn alle benodigde regelfuncties aanI. wezig. Het principe van deze stabilisator is weergegeven in f i Het doe1 van de stabilisator is een bepaalde constante gefijkspanning te leveren, die onafhankelijk is van de belasting. De benodigde energie wordt betrokken van een niet geatabiliseerde voedingsbron. Dit kan een akku zijn of zoals in de meeste gevallen een gelijkgerichte, afgevlakte en omlaag getransformeerde netspanning. De stabilisator zorgt dat zoveel stroom aan de belasting geleverd wordt dat de spanning over die belasting altijd de gewenste waarde houdt. Dit wotdt bereikt door de uitgangsspanning of een fractie daarvan te vergelijken met de referentiespanning. Dit wordt gerealiseerd zoals fig. 2 aangeef t Het verschil tussen de referentiespanning Vre en de fractie van de uitgangsspanning R ~ / ( R ~ + R3)* VoUt wordt door e versterker G X verstrekt. De uitgangsspanning Vout 1s dus als volgt af te leiden: . 6 ofwel: ' ! Vout - (R2 + R3)/R2 * (Vrer - (Vbe + Vout )/GI Er mag aangenomen worden dat de versterkingsfactor G van de versterker groter is den 10.000 x. De laatste term van vergelijking (2) is dus te verwnarlozen klein. Fig. I. Principeschema van circuitCA 723 Fig. 2. Principeschakeling van stabilisator . . . . . ., , '. , # \ .,, ., , rrgrlelen~en~in d c s~abilisilLur.w~rd~ d e ui~gangsspanning te laag dan wordt de spanning op de ingang van de versterker lager dan de referentiespanning. Het positieve vers'chil verschijnt G versterkt aan de uitgang. Itierdoor gaat een stroom door de basis-emitterovergang van transistor T 1 vloeien, zodat deie meer verzadigd raakt, waardoor in feite de weerstand tussen collector en emitter verkleind worden. Hierdoor stijgt V tot de gewenste waarde.' out Zoals fig. I laat zien bestaat het circuit PA 723 uit vier onderdelen. Ten eerate een zcer stabiele referentiebron, die een spanning afgeeft van 7 , 1 2 Volt. Ten tweede de regelversterker. Ten derde de uitgnngstrap. Dit als darlington gpschakelde transistor paar kan aan uitgang 10 een stroom leveren van maximaal 150 mA. Verder is in het ci.rcui.teen transistor aanwezig waarvan de basis en emitter resp. aan de aansluitpunten 2 en 3 bereikbaar zijn. Deze transistor kan dienst doen in cen overbelastingsbeveiligingsschakeling. * ' 1V. De negapifve stabilisator Voor de bouw van een symetrische stabilisator kunnen verschillende principe's (zie fig. 3) worden toegepast. Het koppelen van twee gelijke modules, zoals fig. 3a toont, is niet bruikbaar, omdat vier symetrische stabilisatoren gemeenschappelijk gevoed worden. De ongestabiliseerde voedingsbronnen I en 2 zijn dan niet meer onafhankelijk van elkaar. Dit betekent dat voor ons doe1 het principe volgens figuur 3b toegepast moet wordrn. Fig. 3. Enkele principes voor samenstellen van symetrische stabilisator Er kan een geheel onafhankelijke stabilisator voor negatieve spanningen worden toegepast. Het is echter veel eenvoudiger gebruik te maken van de positieve gestabiliseerde spanning. De spanning wordt gebruikt als referentie voor de negatieve.gestabiliseerde spanning. De toegepastc negatieve stabilisator is schematisch weergegeven in fig. 4. Fig. 4. Schema van negatieve stabilisator Het regelorgaan wordt gevormd door een fgn. single-ended diffamp. T I en T 2. Ingang A is verbonden met massa. ~ierd'ooris de spanningsval over R I altijd constant en dsarmee ook de voedingsstrom van T I en T 2. De som van deze twee deelstromen is dus altijd constant. De deelstromen zullen aan elkaar gelijk zijn indien ingang B ook verbonden is met een nu1 potentiaal. Dit wordt bereikt door ingang B te verbinden met het midden van de spanningsdeler die gevormd wordt door de weerstanden R 3 R 4 R 5. De werking kan nu als volgt verklaard worden. Indien door toenemende 18 V positiever wordt, dan wordt punt B positief. Tranbelasting de sistor T 2 zal hierdoor meer gaan sperren. Dit betekent dat de strom door T I en R 2 toeneernt, zodat T 3 open gestuurd wordt. De uitgangsspanning zal daardoor weer terugkeren naar de waarde van - 18 Volt. - - - V. De uitgangstra~ De tronsistoren T I en T 3 zoals die resp. in de figuren 2 en 4 zijn getekend vormen de trap die de volledige belastingsstroom moeten schakelen. Om voldoende vermogensturing te waarborgen is als uitgangstrap een darlington-schakeling toegepast. Deze schakeling wordtiopgebouwd zoals fig. 5 toont. Deze schakeling is te beschouwen als een enkele transistor waarvan de stroomversterkingsfactor ongeveer gelijk is aan het produkt van de stroomversterkingsfactoren van de transistoren waaruit de schakeling is opgebouwd. Op deze wijze is een configuratie te verkrijgen met een hoge versterkingsfactor en met een groot dissipatievermogen. , Fig. 5. Darlington-schakeling. . ,~ . C Z .. VI. De complete voeding Door de besproken onderdelen samen te voegen, ontstaat eenlvolledige voeding zoals die isweergegeven in figuur 6. Tevens is in deie figuur de detectieschakeling voor de overbelasting ondergebracht. Deze schakeling is opgebouwd rond de transistor T 1 , T 2 en T 3. De werking hiervan is als volgt. De stroom naar de belasting zal altijd via R 1 en R 7 vloeien,,resp. voor de positieve en negatieve stabilisator. Deze weerstanden zijn zo gedimensioneerd, dat bij een belastingastrow van meer dan ongeveer 1,7 AmpEre transistor T I of T 2 opengestuurd wordt. Dit betekent dat ook T 3 in geleiding komt zodat het signaal CONTR"0" wordt. Hierdoor zal d e tip-toets-schakelaar op CONTReen " I " laten verschijven waardoor de positieve en de negatieve uitgangsspanningen nu1 worden., VI1. Tip-toets-schakelaar De tip-toets-schakelaar is een elektronische schakelaar die bediend wordt door twee aanraakcontacten " A M " en "UIT". De toestand waarin de schakelaar zich bevindt wordt aangegeven door LED'S (light emitting diode). De opbouw van de schakeling is aangegeven in het schema van figuur 7. ONDERDELENLIJST: WEEHSTANDEN: ' CONDENSATOR: HALFGELEIDERS : TI, T2 = BC 237 I.C. = MC 1601 1CP Fig. 7. Tip-toets-schakelaar ONDERDELENLIJST WEE RSTANDEN HALFGELEIDERS: Rl , R 7 = 0 . 3 3 n RI2, H Z,R6 = L 7 0 n R13=1K R3.Rl0: RZ1 : 22K RlL,RI8~=10K l . T2',T3 ,T7 ,T9 =.'Bc 2 3 7 ~ R L ::82,O.n RI6 R18 = l 0 0 n H5::27K R17 = 2 K 2 R ~ * =3 K 3 CONDENSATOR R e -33 K T1.T5oTL=BC177 D l = B Z X 55-ClO I.C.yA 7 23 T8 , T g ' 2 N 1711 T 6 , T 1 l 9 = 2 N 3055 Fig. 6. Volledig schema van gestabiliseerde voeding Het hart van de schakeling wordt gevormd door het geintegreerde circuit (I.C.) KC 14011. Van deze quadruple two input NAND gate,zijn twee poorten geschakeld als bistabiele multivibrator. De resterende poorten dienen als buffertrap voor de beide uitgangen van de multivibrator. De poorten hebben een inverterende werking. De toestand van de schakeling wordt nu bepaald door het aanraakcontact, dat het laatst geactiveerd is. Indien "AAN" is aangeraakt verschijnt op CONTReen "0". Tevens wordt T I in verzadiging gestuurd waardoor T 2 gaat sperren en D 2 zal oplichten. Bij activering van "UIT" gebeurt het tegenovergestelde: CONTR -D wordt "I" . T I spert en T 2 komt in verzadiging, dus D 2 dooft en D 3 licht op. De uitgang CONTR+ is verbonden met het I . C . p A 723 van de gestabiliseerde voeding (zie fig. 6). Afhankelijk van-de toestand zal de voeding in- of uitgeschakeld zijn. Het controle-circuit in de voeding van fig. 6, dat detecteerd of de voedingsstroom niet te groot wordt, geeft d.m.v. T 3 in fig. 6.via D I in fig. 7 zijn informatie door. Verschijnt hier een "0" dan zal onmiddelijk de voeding uitgeschakeld worden. Het toepassen van de tip-toets-schakelaar heeft tevens het voordeel dat op eenvoudige wijze de bediening uitgevoerd kan worden door de Processor Alpha-16. V11I. ~lotbeschouwin~ De bovenomschreven schakeling is opgebouwd op universeelprint. Hierdoor is een opstelling ontstaan die voor een stabilisator niet het meest gunstig is. Door de lange bedrading ontstond aanvankelijk nogal wat instabiliteit. Door de frequentiecompensatie iets aan te passen kon dit euvel worden verholpen. Het verdient echter we1 aanheveling de gehele schakeling op te bouwen op een speciaa? ontworpen plaat met gedrukte bedrading. Dit zal de eigenschappen van de voeding zeker ten goede komen. Overigens is de werking voor het gestelde doe1 zeker bevredigend te noemen. Dit is tevens af te leiden uit de belastingskarskteristiek zoals die voor 6611van de voedingen bepaald is (zie bijlage I). Deze grafiek toont de uitgangsspanning bij toenemende belasting. Indien de belasting de maximaal ingestelde stroomwaarde overschreidt wordt direct de voeding uitgeschakeld. Literatuur, 1. Stroombronnen ten behoeve van het instationair modelonderzoek door H. Huisman, Kampen, april 1973. Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders doc.nr. 1749. 2. Fairchild linear application manual.
© Copyright 2024 ExpyDoc