Coaching blz. 235 1 Welke twee vragen zul je jezelf stellen voor ‘op stap’ te gaan? – welke informatie heb ik nodig? – waar kan ik die informatie vinden? 2 Op welke belangrijke vragen zul je als verkoopmedewerker in de schoenbranche een antwoord moeten vinden: – Welke maataanduidingen zijn er? W, www – Wat zijn de courante maten voor damesschoenen? Voor herenschoenen? W, www – Welke modellen zijn er? Wat is de juiste benaming ervan? B,www – Wat maakt het verschil in kwaliteit uit bij een schoen? W,K – Waarvan is de prijs van schoenen afhankelijk? – Wat is mode in het komende seizoen? B – Welke ledersoorten zijn er? Hoe onderhouden? www – Wanneer ‘past’ een schoen? K, www – Wat vinden klanten belangrijk bij de aankoop van schoenen? K – ... 3 Waar kun je de informatie vinden? – bij klanten K – in vakbladen en modebladen B – in winkels W – in de bibliotheek Bib – via internet www – ... Coaching blz. 236 1 Van de eerste groep personen de klanten, wil ik het volgende te weten komen: Noteer hieronder de vragen die je zult stellen: – wat vindt de consument belangrijk bij de aankoop van schoenen – wanneer vindt hij schoenen goed afgewerkt – wat bepaalt voor hem het comfort van schoenen – wanneer passen schoenen volgens hem ‘niet’ – welke prijs betaalt hij voor een paar schoenen – waar koopt hij zijn schoenen nu – ... 2 Ik zal ook informatie vragen aan winkeliers of verkoopmedewerkers in een schoenwinkel. Daar kan ik: – een vakblad meevragen – folders van schoenen vragen – merken van schoenen noteren om via internet te zoeken – kijken hoe zij te werk gaan: – bij het verkopen van schoenen – bij het bepalen van de maat voor schoenen – ... 3 Als derde bron van informatie kan ik in de bibliotheek onderzoekswerk verrichten: – informatie zoeken over ledersoorten – informatie zoeken over bewerking van leder – informatie zoeken over de bouw van een schoen – ... 4 Over het modebeeld en de modellen van schoenen kan ik mij documenteren en informeren via: – folders die ik thuis ontvang – modepublicaties – eventueel voorstellingen van de collecties door leveranciers – websites van merken, van groothandelaars, fabrikanten … – ... Zelfcoaching blz. 237 1 Welke aspecten zijn belangrijk bij de aankoop van schoenen? – gemak – in de mode – prijs – soepel leder – buigzame zool – afwerking – soort zool 2 Schoenen zijn al of niet in de mode door: – de hak – wel of geen hak – de hoogte van de hak – de vorm van de hak – de kleur – de sluiting – het model, de belijning, de snit – ... Coaching blz. 237-238 1 Noteer hieronder die adressen waar je heel bruikbaar materiaal hebt gevonden. – www.daniels-bogemann.be – (www.calandschoen.nl – (www.damart.be) 2 b Welke impact heeft dat op de schoencollecties voor het komende seizoen? – (bv. de omschrijving van de kleuren) – (aanduiding van de hoogte van de hakken) – (aanduiding van de leest) – ... 1 De pasvorm van een schoen (blz. 239-241) Wat kan er de oorzaak van zijn dat, van een model in eenzelfde maat, van het ene paar bijvoorbeeld de rechter schoen beter past dan van een ander paar? – bij ieder mens zijn linker- en rechtervoet verschillend van grootte – soms kan een schoen die op dezelfde leest gemaakt is, toch anders passen omdat het materiaal iets soepeler is In het ondervlak dat de vorm geeft aan de binnenzool, zijn vier delen te onderscheiden. hielvlak gelengvlak balvlak teenvlak I II IV III Plaats bij de opgesomde benamingen de letter die ermee overeenstemt. – – – – – – – – a b c d e f A B de hiellijn de binnengelenglijn de buitengelenglijn de ballijn de achteromlijn de vooromlijn het hielpunt het balpunt De afbeeldingen hieronder geven telkens een overvlak van een leest aan, waarbij de voetas is weergegeven in stippellijn. Wat merk je? de richting van de as verschilt: recht – normaal en gezwaaide richting De volgende tekening toont het zijaanzicht van de bovenbouw van de leest. Je merkt dat er vijf partijen worden onderscheiden. 1 2 3 4 5 de neus- of teenpartij de balpartij de gelengpartij de hielpartij de wreefpartij Ook in de bovenbouw worden de lijnen benoemd. Herken je ze? –1 –2 –3 –4 de onderflank de bovenflank de achterlijn de wreefkam Wat zijn de eventuele oorzaken hiervan? Neem de antwoorden die de consumenten gegeven hebben er nog eens bij. De klant: – draagt steunzolen – heeft een zware voet – heeft een smalle voet – heeft een kleine voet – heeft een platvoet – ... 2 De maten van een schoen (blz. 241-243) Van schoenen kan de maat aangegeven worden in: – de lengtemaat – de breedtemaat – de wijdtemaat Welke maten zijn courant voor damesschoenen? Voor herenschoenen. Geef de Amerikaanse maataanduiding en plaats er de overeenstemmende Europese maat nog eens tussen haakjes naast. – damesschoenen: 6 (36) – 7 (37) – 8 (38) – 9 (39) – 9 1/2 (40) – 10 (41) – herenschoenen: 6 (39) – 7 (40) – 7 1/2 (41) – 8 (42) – 9 (43) – 10 (44) In welk maatsysteem kan de lengte bij tennisschoenen worden aangegeven? – Franse – Engelse – Europese Voor de onderlinge omzetting zijn maattabellen beschikbaar. Waardoor kan een voet van 25 cm lengte van de ene persoon verschillen t.o.v. een voet van dezelfde lengte van een ander persoon? – de hiel kan langer zijn – de wreef kan hoger zijn – de tenen kunnen breder zijn – ... Naast de lengte en de wijdte, zorgt ook de breedte ervoor dat de voet zich ‘thuis’ voelt in een schoen. De breedte, de breedte op de bal van de voet, wordt aangegeven met een letter. Waarom zijn schoenen in leder in dezelfde maat niet altijd gelijk? Leder is een natuurproduct, de rekbaarheid is niet op alle plaatsen van de dierenhuid gelijk Waarom moet een schoen altijd langer zijn dan de voet zelf? Bij het stappen verandert het dynamische deel van de voet. De voet ontrolt zich. De voet heeft in de schoen een overschot nodig. Men spreekt van een lengtetoegift en een wijdtetoegift. In een modeschoenwinkel zullen sommige consumenten geen passende schoenen vinden. Welk advies geef je aan die klanten? De klant aanraden een schoen bv in. een gepaste wijdte te nemen – hem tactvol verwijzen naar een speciaalzaak waar die schoenen verkocht worden. 3 De modellen (blz. 243-245) Voor damesschoenen: – ballerina – pump – mocassin – molière – laarzen – sandalen – slingback Voor herenschoenen – boots – mocassin – molière – broqué – veterschoen – loafer of instapschoen Soorten hakken – plat – 3/4 – hoog – 2 cm hak – ... 4 Afwerking en details bij schoenen (blz. 245-246) – elastieksluiting: – een textielweefsel waarin rubberdraden zijn verwerkt – meestal gebruikt op de wreef – soms gebruikt aan het geleng Coaching blz. 246-251 1 Schoenen kunnen vervaardigd zijn uit: – leder – kunststof – linnen – stoffen – combinatie 2 Welke aanduidingen van benamingen van leder komen in de gevonden informatie voor? – kalfsleder – nubuck – suède – geitenleder – nappa – daim – boxkalf – ... Van welke dieren kan leder afkomstig zijn? – kalf – geit – schaap – lam – rund – paard – hertekalf – slangen – krokodillen – ... Leder wordt ook gebruikt voor: – boekomslag – muurbekleding – zadels – tassen – kleding – schoenen – zetels – portefeuilles – riemen – ... 4 Wat kan hiervoor een verklaring zijn? – leder is duur omdat vee schaarser wordt – de vraag naar schoenen wordt groter door de groeiende wereldbevolking – sommige nieuwe materialen zijn voor bepaalde onderdelen van de schoen beter geschikt dan leder – ... 5 Welke eigenschappen maakt leder zo geschikt om te gebruiken als grondstof voor schoenen? – leder voelt prettig aan omdat het dezelfde eigenschappen heeft als onze huid – leder is soepel en elastisch – leder absorbeert het vocht – ... De oermens gebruikte de huiden, nu wordt leder als grondstof gebruikt. 6 Wat is leder? leder is bewerkte dierenhuid – De voorbereiding van de huiden: – doel: huiden gereed maken voor het looien – werkwijze: soepel maken – wassen – ontharen eventueel: splitten in bovenlaag (nerfzijde) en splitleder (vleeszijde) beitsen om grondig te reinigen – Het looien van de huid: – doel: de huid omzetten tot rotvrij leer – werkwijze: onderdompeling van de huid in een vloeistof waarin looistoffen zijn toegevoegd. Leder voor schoenen is meestal chroomgelooid. – Eindbewerking – doel: het leder klaarmaken tot afgewerkte vellen voor verkoop – werkwijze: schaven om op gelijke dikte te brengen verven en vetten om soepel te maken drogen van de vellen rekken schuren met schuurpapier nabehandeling: appreturen en kleurstoffen 6 Indeling van de ledersoorten Indeling volgens de diersoort – leder van rundersoorten – leder van reptielen: slangen wordt minder gebruikt omwille van het aspect van bescherming van de diersoorten – leder van amfibieën: krokodillen Indeling volgens de leeftijd van het dier – dier jonger dan 1 jaar: nog dunne huid – levert zeer zacht leder van zeer goede kwaliteit bv. kalfsleder – dier tussen 1 en 3 jaar: huid van middelmatige dikte – normale lederkwaliteit – dier ouder dan 3 jaar: zeer dikke huid – levert sterk leder bv. rundsleder Indeling volgens de zijde van het leder die verwerkt is en het uitzicht van het leder – Gladleder – volnerfleder leder waarbij de nerfzijde – bovenzijde van het leer – bewerkt is het is compact van opbouw en daardoor goed bestand tegen olie en water – Suède – leder dat met de (bewerkte) vleeskant naar buiten wordt gedragen – de vezels zijn duidelijk zichtbaar – kan van verschillende dieren afkomstig zijn: kalf, rund, varken, geit … – Nubuck de nerfzijde of buitenzijde van de huid – van rund- of kalfsleder voelt fluweelachtig aan is fijn van structuur – Gevet of gewaxt leder leder van de nerfzijde het leder wordt bewerkt met vet of wax vetten of waxen wordt zowel op gladleder als op nubuck toegepast – Daim: geschoren leder – Splitleder de onderlaag van de huid met een minder hechte vezelstructuur sommige huiden zijn zo dik dat ze in meerdere lagen kunnen gesplitst worden is goedkoper en van mindere kwaliteit – Lakleder gelakt leder – bij het looien moet uit de huid eerst alle vet verwijderd worden voor schoenen vooral rundslak – kalfslak – mastlak – geitenlak - splitlak en paardenlak lakleder is resistent tegen vocht – Nappaleder leder uit kleine, lichte vellen gemaakt zeer soepel, maar minder sterk Op een etiket aan schoenen lees je onderstaande aanduidingen. Zoek de verklaring ervan en hun gebruik. – Boxkalf kalf: het leder is afkomstig van een jong dier (kalf) box: het betreft leder van een rund gebruikt voor overleer vooral van fijne schoenen zoals geklede pumps kenmerken: zeer soepel, voelt zacht aan, is sterk en veerkrachtig – Mastbox mast: leder afkomstig van mestkalveren – een dier dat niet voor de kweek gefokt wordt – Rundbox rund: leder afkomstig van de huid van een volwassen rund gebruikt voor dames-, heren- en kinderschoenen Welke materialen worden nog in schoenen verwerkt en in welke delen? Stoffen zoals Goretex of Romi-tex: waterdichte materialen in stapschoenen, winterlaarzen Linnen: vooral gebruikt in zomerschoenen Rubber: natuurlijk of synthetische, dikwijls gebruikt voor de zool is materiaal dat niet ademt wordt vooral gebruikt voor de zolen omdat: – het sterker is dan leder – het niet slipt Coaching blz. 253-256 1 Volgens een bepaalde methode worden de schacht, de binnenzool en de onderzool van een schoen aan elkaar bevestigd. Op welke manieren kan dat gebeuren en welk gvolg heeft die methode voor de schoen? – lijmen: schoen is minder duur, lijm kan wel eens loskomen – machinaal naaien: steviger en duurder – handnaaien: zeer degelijk methode maar maakt de schoen zeer duur – gebeurt meestal bij schoenen in leder van topkwaliteit – combinatie van lijmen en machinaal naaien: zeer degelijk door de twee bevestigingsmethoden – Het impregeren schoenen beschermen tegen indringend nat en vuil – Het verzorgen het leder voeden om zacht te maken de kleur opfrissen de glans herstellen – Het reinigen vuil en vlekken verwijderen Geef in onderstaande tabel voor een schoen in het opgegeven ledertype de passende producten en eventuele tips voor het onderhoud ervan. Ledersoort Impregneren Verzorgen Reinigen Glad leder –waterdicht – voeden met crème maken met spray – schoensmeer – wekelijks reinigen Lakleder – nooit waterafstotend maken ! – reinigen met gel en oppoetsen Gevet of gewaxt leder – waterafstotend – met speciale crème maken blijft gevette leder soepel en behoudt het zijn kleur Nubuck Suède Daim (hetzelfde vezelig uitzicht) Schoenen in textiel – voor het dragen: meerdere keren behandelen met waterafstotend middel – waterdicht maken met waterafstotend middel – wekelijks voeden met lakolie voorkomt barsten en scheurtjes – nooit blootstellen aan grote temperatuurverschille n – af en toe een vernieuwer gebruiken – vlekken mogen afgewassen worden met water of met lederreiniger – met speciale borstel vuil verwijderen – vlekken met reinigingsgom weggommen – met vlekkenschuim of shampoo voor textiel Welke tips kun je, naast onderhoudstips, als verkoopmedewerker aan een klant geven voor het behouden van de goede eigenschappen van een lederen schoen? – wissel geregeld af omdat alle voeten transpireren en het leer de tijd moet krijgen om te drogen – schoenen worden best voor het dragen waterdicht gemaakt (niet voor lakleder) – gebruik bij het poetsen niet te veel schoensmeer omdat het leder dan dichtgesmeerd wordt en niet meer kan ademen – natte schoenen niet bij een warmtebron drogen – eventueel een prop (kranten)papier insteken – bij het aantrekken van de schoenen de contrefort niet intrappen; die geeft de stevigheid aan de schoen. Gebruik best een schoentrekker. Training blz. 257-259 Sellogram Damesschoen Omschrijving Modelnaam Pump Belijning Leest Hakhoogte Modestijl Retro Details Sluiting Mooi Mode Pasvorm Onderhoud Gemak Functioneel … 1 Maak voor verschillende modellen van schoenen een sellogram op waaruit je verkoopargumentatie kunt afleiden Klassiek – afgerond 6 cm Bv. jaren ’60 - periode van … Bv. pad – verborgen knoopsluiting Mouwinzet Bv. raglanmouw Kraagsoort Bv sjaalkraag Bv. klepzak, opgezette zak Zakken Afwerking Kleur Grondstof 3.1 Stiksel Bv. sierstiksel Naden Bv. figuurnaad – gewone naad … Bv. rood: Te combineren bij: … lakleder De detailhandel in de bedrijfskolom Coaching blz. 262-263 1 Bij de branchestudie leder kwamen jullie meer te weten over de productie van schoenen. Stel dat hieronder schematisch voor in een bedrijfskolom. Noteer daarnaast nog eens de algemene bedrijfskolom. Schoenen Algemeen fokkerij oerproducen t slachterij exporteur looierij importeur schoenfabrika nt fabrikant groothandelaa r groothandel aar detailhandela ar detailhandel aar consument consument – Geef voor onderstaande begrippen een synoniem en geef de betekenis: – Collecterende handel verzamelende handel collecteren is het verzamelen van goederen uit verschillende bedrijven – Distribuerende handel verdelende handel distribueren is het verdelen van de goederen in steeds kleinere hoeveelheden Geef aan waarmee volgende wensen van Davy te maken hebben. In zijn dorp Één paar voetbalschoenen In augustus Keuze tussen twintig paar Aangename muziek Uitleg door verkoopmedewerker Ruilen 3.2 juiste plaats juiste hoeveelheid juist tijdstip grote keuze aangenaam koopgenot juiste informatie service Inkoop en samenstelling van het assortiment Coaching blz. 265-269 1 Waarmee moet een handelaar bij de aankoop rekening houden, i.v.m. de artikelkeuze? – met zijn doelgroep – met de mode – met de merken – met de voorraad – ... 2 Vul volgende begrippen op de juiste plaats in: artikelsoort, assortimentsgroep, artikel, artikelgroep, assortiment. Schoenen : Herenschoenen : Moccasin : Moccasin in boxkalf : Zwarte moccasin in boxkalf, maat 42: assortiment assortimentsgroep artikelgroep artikelsoort artikel 3 Vergelijk het volledige assortiment van Carrefour met het volledig assortiment van een schoenspeciaalzaak. – Welke assortimentsgroepen vind je er? Assortimentgroepen bij Carrefour Schoenen Zuivel Papierwaren Fruit en groenten Voeding Verzorgingsproducten Dranken Assortimentsgroepen bij een schoenspeciaalzaak Schoenen Tassen Onderhoudsproducten … Als je deze assortimentsgroepen naast elkaar plaatst, krijg je – in de Carrefour: een breed assortiment – in de schoenspeciaalzaak: een smal assortiment – Diep nu eens de assortimentsgroep fruit uit bij een kruidenierswinkel en bij Carrefour. Carrefour – appelen – peren – druiven – bananen – ananas – mango' s – pruimen – kiwi’s – sterfruit kruidenierswinkel – appelen – peren – druiven – bananen – kiwi’s … – lychees - papaja’s Als je deze artikelsoorten onder de assortiment-/artikelgroep plaatst, krijg je: – in de Carrefour: een diep assortiment – in de kruidenierszaak: een ondiep assortiment – Als je het aantal kilogram van één soort appelen in voorraad telt bij een Carrefour en vergelijkt met het aantal bij de kruidenier, krijg je: – in Carrefour: een lang assortiment – in de kruidenierszaak: een kort assortiment 4 a Geef ook het assortiment appelen bij een speciaalzaak in groenten en fruit weer. Carrefour: jonagold, golden, granny smith, renet, elstar Kruidenier: jonagold, renet Speciaalzaak in groenten en fruit: jonagold, golden, granny smith, renet, elstar b Typeer het assortiment van de opgegeven winkels: Carrefour: een breed en diep assortiment Kruidenier: een smal en ondiep assortiment Speciaalzaak: een smal en diep assortiment – Welke assortimentsgroepen tref je er aan die de consument er ook verwacht? Wat is de diepte binnen elke groep? Assortimentsgroep Diepte binnen die groep groenten en fruit droge voeding frisdranken brood diep diep diep diep – Welke andere artikelgroepen zijn er en wat is de diepte? onderhoudsartikelen papierwaren kleding ondiep ondiep ondiep 5 Welke artikelgroepen verwacht de consument vooral in een schoenwinkel? dames- , heren- , kinderschoenen en pantoffels – Daarnaast bevat het assortiment in een schoenwinkel nog andere artikelgroepen en toebehoren. Welke artikelgroepen neemt de winkelier op in zijn assortiment om: – klanten te lokken handtassen ... – als service voor de klant onderhoudsproducten … – om impulsaankopen te stimuleren sleutelhangers ... – om te voldoen aan tijdelijke vraag feestpanty’ ... – Typeer het assortiment van volgende speciaalzaken: Decathlon Standaard boekhandel Bart Smit Hünkemöller De kaaswinkel smal en diep smal en diep smal en diep smal en diep smal en diep Vaststelling: het assortiment van al deze speciaalzaken is smal en diep. – Vergelijk de breedte en diepte van de assortimenten van een Carrefour en Aldi. – Het assortiment van een Carrefour is: – Het assortiment van de Aldi-winkel is: breed en diep smal en ondiep 6 In welke winkels kun je schoenen kopen? Bedieningsvorm Schoenspeciaalzaak Bediening Brantano Zelfkeuze Carrefour Zelfbediening Neckerman Postorderverkoop Op de markt Ambulante verkoop Op internet Webwinkel In een fabriekje Zelfbediening – zelfkeuze … 7 Om de zelfbediening van snoep en dranken in blik nog klantvriendelijker te laten verlopen, worden ze op een speciale manier aangeboden. Welke? – snoep: los in zelfbediening – drank: in automaten 3.3 Winkeltypes en verkoopmethoden Coaching blz. 273 Typeer het assortiment van de opgegeven winkeltypes. Zoek voor het uitwerken van deze opdracht in het lexicon van de distributie. Oppervlakte Assortiment aard van het artikel type Hypermarkt diep + 2500 m² food + non-food breed en Superette ondiep tussen 100 en 400 m² food breed en Supermarkt tussen 400 en 2500 m² food diep of ondiep breed en Coaching blz. 274-278 1 Wat zijn de voordelen hiervan voor: Inno Benetton – extra aantrekking door het assortiment van Beneton – meer potentiële klanten – eigen assortiment kan beperkter zijn – minder kosten voor vestiging – het is een vorm van inkomsten 2 Vergelijk een Colruyt-winkel met een Aldi wat betreft: Colruyt Aldi – aard van het artikel in het kernassortiment – food – food – assortimentstype – breed en diep – smal en ondiep – merken binnen een artikelgroep – merkartikelen – huismerken – huismerken – geen merkartikelen – prijsstelling – de laagste prijs voor een bepaald artikel – een artikel van de allerlaagste prijs – inrichting – sober met minimale kosten – tot het strikte minimum beperkt – verkoopmethode – zelfbediening (behalve – zelfbediening aan slagerij) – reclamevoering – meestal zeer gerichte – algemeen – in dagbladen reclamevoering op naam voor prijsartikelen – soms algemeen 3 Je kent in je omgeving wellicht ook een fabriekswinkel. Geef hiervan een voorbeeld. Little David, Broeckaert Typeer dergelijke fabriekswinkel aan de hand van: – het assortimentstype: – smal en meestal ondiep – de vestigingsplaats: – verspreid over het land of aan de fabriek gelegen – rechtstreekse klanten: – de consument zelf 4 a Het assortimentstype is: smal en ondiep b Waarom koopt de consument er: tandpasta? snoep? uit noodzaak impulsaankoop 5 Meer en meer kan de consument zich verse en biologisch geteelde producten rechtstreeks bij de kweker aanschaffen. Die hebben hiervoor thuis of soms zelfs in een winkelstraat een pand als winkel ingericht. Geef hiervan voorbeelden: – groenten bij de tuinder thuis of in een winkelpand – hormonenvrij vlees bij de boerderijwinkel – zuivelproducten bij het landbouwbedrijf 6 a Welke artikelen worden zo aangeboden? groenten en fruit, snoep … b Beschrijf de werkwijze. – Bij de artikelen ligt verpakking. – De consument neemt de artikelen naar keuze in de hoeveelheid die hij wenst. – Hij sluit de zak af via een speciaal apparaat. – Hij weegt deze op de weegschaal en kleeft het prijsetiket op de zak. – Hij betaalt aan de kassa. 7 Geef in de tabel, voor elk winkeltype, de relatie weer tussen de kenmerken van het assortiment en de verkoopmethode. Winkeltypes Assortiment Speciaalzaak Type smal en diep Superette breed en ondiep Supermarkt breed en diep Hypermarkt breed en diep Warenhuis Aard Verkoopmethode – bediening – zelfkeuze – zelfbediening Specifieke ken breed en diep – food – non-food – food – non-food – good – non-food – food – non-food – non-Food – kwaliteit en serv – zelfbediening – bulkverkoop – zelfbediening – bulkverkoop – zelfkeuze Shop-in-theshop smal en diep/ondiep – non-food (meestal) – bediening – zelfkeuze – een zelfstandige een grote winkel a – biedt de voordel – de klanten van d potentiële klanten –… Discount (zachte) breed en diep – food – zelfbediening – postorderverkoop (soms) – bulkverkoop – verkoopt naast z merken – de reclamevoeri algemeen – de winkelinrichti – oppervlakte tuss – oppervlakte tuss – oppervlakte is gr – bestaat meestal – op elke afdeling Verbruikersmark smal en ondiep t (harde discount) – food – zelfbediening – verkoopt geen of b – de reclamevoering – zeer sobere winke Fabriekswinkel smal en meestal – non-food ondiep – zelfbediening – meestal worden hi artikelen die nog mo – er wordt rechtstree consument – die winkel is op va – die winkel kan gev op een andere vestig Vitrinewinkel smal en meestal – non-food ondiep – zelfkeuze met voorkeuze Varietystore smal en ondiep – food – non-food – zelfbediening – van elk artikel wor kast, de klant kan he –… – men koopt hier art anderzijds vindt men – er is een variëteit v kan men nog moeili 24-urenwinkel smal en ondiep – food – vekoop via automaten – in één grote autom aangeboden Webwinkel smal en diep/ondiep breed en dep/ondiep – food – non-Food – ecommerce – de artikelen worde 3.4 Distributievormen 3.4.2 Geassocieerde handel Coaching blz. 282-283 Op welk niveau van de bedrijfskolom is die samenwerking voor de detaillist voor de hand liggend? – met andere detaillisten: horizontaal – binnen één niveau van de distributie – met de groothandelaar: verticaal – tussen twee verschillende niveaus van de distributieketen a Binnen de drogisterijbranche kopen verschillende detaillisten gezamenlijk aan. Welk voordeel kunnen zijn hieruit halen? – lagere aankoopprijzen – gezamenlijke verkoopacties voeren – gezamenlijke reclame voeren – minder administratie – nemen – gezamenlijk – de functie van de groothandel over b Ook groothandelaars kunnen binnen het niveau van de groothandel tot samenwerking overgaan, een voorbeeld hiervan is Integros. Wat kan het voordeel voor die groothandelaars zijn? – Betere prijzen bij de fabrikant omdat ze meer aankopen. – Betere prijzen geven aan de detaillist. ... Het verkooppersoneel heeft wel te maken met die samenwerking. Op welke manier? – bij het binnenkomen van de leveringen – op de documenten bij de leveringen – bij het prijzen – verkoopprijzen worden soms afgesproken Coaching blz. 283-285 1 Zowel de groothandelaar als de detaillist kunnen tot samenwerking overgaan met handelaars van een ander niveau in de distributieketen. – De detaillist kan ‘verticaal’ samenwerken met: de groothandelaar. – De groothandelaar kan ‘verticaal’ samenwerken met: de detaillist eventueel de fabrikant 2 a Met welke partijen gaat Free Record samenwerken? – met Kinepolis – met de NMBS b Wat houdt de samenwerking in? – Kinepolis zal in haar bioscoopcomplexen Free Record Shops openen. – NMBS zal in stations kiosken plaatsen voor de verkoop van producten van Free Record Shop. c Welke naam krijgt Free Record in verband met die samenwerking? franchisegever d Wie is de franchisenemer? NMBS en Kinepolis eWie staat in voor het personeel van de shop in de bioscoopcomplexen? Kinepolis f Waarom is dat is geen toevallige samenwerking? er wordt een contract afgesloten g Welk voordeel heeft de Kinepolis-groep hierbij? – geniet van de naam van Free Record – het assortiment is al samengesteld en uitgetest h Wat is het voordeel voor Free Record Shop – moet zelf niet instaan voor personeel – de ruimte is er – het is een ruimte waar veel publiek – potentiële kopers – komt Coaching blz. 285 a Welke taken moet hij zelf uitvoeren? – medewerkers aannemen en motiveren – hij controleert zelf voorraad, uitgaven en kosten – richtlijnen volgen b Over welke persoonlijke vaardigheden moet de franchisenemer beschikken? – motiveren – organiseren – controleren – filosofie van Casa begrijpen en toepassen c Welk verschil in taken kun je vaststellen tussen de franchisenemer en de onafhankelijke detaillist? De franchisenemer: – krijgt richtlijnen en moet die opvolgen – krijgt informatie over bereikte resultaten 3.4.2 Geïntegreerde handel Coaching blz. 287-288 a Wie is de eigenaar van de winkels waarover sprake is? Petit Bateau Gémo b Wie is verantwoordelijk voor de exploitatie van de winkel? – Bij Petit Bateau: de winkelmanager. – Bij Gémo: de winkeldirecteur. 2 a Wie koopt aan in de fabriek en vervult dus de functie van groothandel bij C&A en bij Inno? – C&A zelf en bij INNO zelf b Wie verzorgt de verkoop aan de consument en is dus detaillist bij C&A? – C&A zelf – Het assortimentstype bij C&A is: smal en diep. 4 De naam ‘warenhuis’ slaat dus op twee kenmerken van die detailhandelszaak. Welke? – een geïntegreerde distributievorm: het bedrijf is groothandel en detailhandel tegelijk – een winkeltype: verkoop van non-food, in zelfbediening; meestal verschillende verdiepingen
© Copyright 2024 ExpyDoc