Eindrapport Denktank Nederland Duitsland (pdf, 1.5 MB)

 RADBOUD HONOURS ACADEMY
Hanne van Hout, Michelle Maas, Jeroen Pijnenburg, Joris Sars, Elina Schäfer, Vika Shimanskaya, Manon Smeets, Eveline Timmermans & Daniël Toebes
Hoes Errogas en de Energiewende
1
RADBOUD HONOURS ACADEMY
Colofon
Editor
Hanne van Hout
Michelle Maas
Jeroen Pijnenburg
Joris Sars
Elina Schäfer
Vika Shimanskaya
Manon Smeets
Eveline Timmermans
Daniël Toebes
Publisher
Radboud Honours Academy
Radboud Universiteit Nijmegen
© 2014 2
RADBOUD HONOURS ACADEMY
Inhoudsopgave
Woord vooraf blz. 4
Inleiding blz. 5
Hoofdstuk 1 Het bedrijf Hoes Errogas en haar toekomstvisie blz. 7
Hoofdstuk 2 Analyse van de Duitse energiemarkt blz. 14
Hoofdstuk 3 Toekomstscenario voor de Duitse energiemarkt blz. 23
Hoofdstuk 4 Onze visie blz. 33
Hoofdstuk 5 Conclusie blz. 41
Referenties blz. 43
Bijlagen blz. 45
3
RADBOUD HONOURS ACADEMY
4
Woord vooraf
Dit onderzoek is geschreven door een negental studenten van de Radboud Universiteit Nijmegen, die deelnemen aan het interdisciplinair programma van de Honours Academy. Het interdisciplinair honours programma heeft ons de mogelijkheid geboden om in de afgelopen twee jaar, samen met mede studenten met uiteenlopende achtergronden, buiten de kaders van onze opleidingen te kunnen denken en praten over allerlei onderwerpen. Dit onderzoeksrapport is de uitkomst van de afsluitende denktank. Onze denktank is verbonden aan het thema ‘Nederland ­ Duitsland’. Wij zijn Hanne van Hout, Michelle Maas, Jeroen Pijnenburg, Joris Sars, Elina Schäfer, Vika Shimanskaya, Manon Smeets, Eveline Timmermans en Daniël Toebes. In onze denktank zijn de volgende studies vertegenwoordigd: Engelse Taal en Cultuur (& Amerikanistiek), Bestuurskunde, Communicatiewetenschappen, Filosofie, Economie, Recht, Geografie Planologie Milieu, Geneeskunde, Psychologie, Wiskunde en Econometrics & Operations Research. Het Honoursprogramma van de Radboud Universiteit Nijmegen biedt ons de kans om met elkaar een onderzoek uit te voeren voor een externe opdrachtgever. Hiervoor zijn wij in contact gekomen met Robert Hoes, mede­eigenaar van Hoes Errogas. Wij willen Robert Hoes dan ook hartelijk danken voor zijn medewerking. Zonder zijn openheid en gastvrijheid had dit onderzoek niet tot hetzelfde resultaat kunnen leiden. Daarnaast willen wij ook graag Han Rouwenhorst en Liesbeth van der Grift bedanken voor hun hulp en feedback. Nijmegen, 19 juni 2014 Hanne van Hout
Michelle Maas
Jeroen Pijnenburg
Joris Sars
Elina Schäfer
Vika Shimanskaya
Manon Smeets
Eveline Timmermans
Daniël Toebes
RADBOUD HONOURS ACADEMY
5
Inleiding
De Duitse energiemarkt staat op het punt om enorm te vergroenen. Sinds de eeuwwisseling heeft Duitsland vol ingezet op het gebied van groene energie. De ambities zijn dan ook groot: Duitsland wil in 2050 80 procent van de energie uit duurzame bronnen halen, zoals wind­ en zonne­energie. De uitstoot van broeikassen moet met 80 tot 95 procent dalen. Om dit doel te realiseren moet Duitsland op zoek gaan naar een vervanging voor de fossiele brandstoffen aardolie, steenkool en aardgas. Er moet dus overgegaan worden op hernieuwbare alternatieven. Hiervoor zijn zo’n 380.000 banen gecreëerd in de groene sector (Mommers, 2014). Maar wat zal dit betekenen voor bedrijven in de huidige energiesector gebaseerd op fossiele brandstoffen, waaronder het bedrijf Hoes Errogas? Actief op zowel de Nederlandse als Duitse energiemarkt leveren zij gas aan bedrijven en particulieren. Het bedrijf levert, vervoert, installeert en onderhoudt propaangasinstallaties en gastanks. Voor Hoes Errogas heeft de uitbreiding naar de Duitse markt zijn vruchten afgeworpen, maar het is onzeker of dit in de toekomst rendabel zal blijven. Uit dit onderzoek al blijken of Hoes Errogas haar strategie wat betreft de Duitse markt moet aanpassen aan de veranderende wet­ en regelgeving om winstgevend te blijven. Probleemstelling
Het doel van dit onderzoek is om aanbevelingen voor een toekomststrategie voor het bedrijf Hoes Errogas te doen. Deze aanbevelingen worden geformuleerd in het licht van de ontwikkelingen op de Duitse energiemarkt en door middel van een analyse van het bedrijf. De aanbevelingen voor Hoes Errogas zullen bovendien leiden tot meer algemene aanbevelingen voor andere bedrijven binnen de energiesector. Om dit te onderzoeken wordt de volgende probleemstelling centraal gesteld: Inzicht verkrijgen in de ontwikkelingen op het gebied van de Duitse energiemarkt en in het bedrijf Hoes Errogas, ten einde aanbevelingen te doen wat betreft een toekomstige strategie voor het bedrijf.
Deze vraag kan worden omgezet in drie aspecten, namelijk: ●
Het bedrijf Hoes Errogas: Wat zijn de huidige activiteiten van Hoes Errogas en wat is haar visie op en strategie voor de toekomst?
RADBOUD HONOURS ACADEMY
●
6
De Duitse energiemarkt: Wat is de huidige situatie in de Duitse energiemarkt en en welke politieke maatregelen moeten worden genomen om de geschetste scenario's te realiseren? ●
Aanbevelingen: Wat is een mogelijke toekomststrategie voor het bedrijf Hoes Errogas?
Dit onderzoek is vanuit verschillende gezichtspunten relevant. Zo draagt het bij aan de huidige kennis die bestaat omtrent de veranderende energiemarkt in Duitsland. Vanuit wetenschappelijk perspectief kan deze specifieke casus als voorbeeld dienen voor alle andere bedrijven in deze sector. Ondanks het feit dat er concurrentiegevoelige informatie over Hoes Errogas in dit onderzoek is verwerkt, die in het openbare verslag niet zal kunnen worden gepubliceerd, zal dit toch leiden tot nuttige aanbevelingen voor andere bedrijven in de energiesector. Naar aanleiding van de drie aspecten is dit onderzoek ingedeeld in verschillende hoofdstukken. In het eerste hoofdstuk wordt een schets gegeven van het bedrijf Hoes Errogas. Vervolgens wordt in het tweede hoofdstuk een analyse gemaakt van de Duitse energiemarkt, aan de hand van de Energiewende. In het daaropvolgende hoofdstuk wordt een toekomstbeeld voor de Duitse energiemarkt geschetst. In het derde hoofdstuk wordt ingegaan op de visie Hoes Errogas zelf heeft voor de toekomst. Uiteindelijk worden een aantal aanbevelingen gedaan over de toekomststrategie van Hoes Errogas. RADBOUD HONOURS ACADEMY
7
1. Het bedrijf Hoes Errogas en haar toekomstvisie
In dit hoofdstuk wordt een uiteenzetting gegeven van het bedrijf Hoes Errogas. Daarbij wordt ook ingegaan op de toekomstvisie die de eigenaren zelf hebben voor het bedrijf. Er zal aandacht gegeven worden aan het ontstaan en de geschiedenis van het bedrijf. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van de aard van de activiteiten en producten die Hoes Errogas levert. Ook wordt een schets gegeven van de afzetmarkt, die zowel in Nederland als in Duitsland gelegen is. Daarnaast wordt ingegaan op het klantcontact en de belangrijkste waarden van het bedrijf. Ook wordt er aandacht besteed aan de mate waarin Hoes Errogas bereid is tot innoveren en de mogelijkheden voor Hoes Errogas om te investeren in de toekomst. Bij elk onderdeel zal ingegaan worden op de huidige stand van zaken en de toekomstverwachtingen die Hoes Errogas heeft. Deze toekomstverwachtingen zijn gebaseerd op de twee interviews die bij Robert Hoes zijn afgenomen. In het interview zijn concrete vragen hierover gesteld, maar er kwamen ook veel zaken en passant naar voren. Zoals zal blijken, heeft Robert Hoes een duidelijk beeld van de toekomst van het bedrijf.
1.1. Het familiebedrijf: van 1957 tot nu
Hoes Errogas is een typisch familiebedrijf. Het bedrijf is opgericht in 1957 door de grootvader van de huidige eigenaren. Robert Hoes en zijn broer zijn dus de derde generatie die het bedrijf leiden. De activiteiten van Hoes Errogas zijn sinds de oprichting sterk doorontwikkeld en uitgebreid. Deze uitbreiding in activiteiten is deels te verklaren door de ontwikkelingen in de markt en veranderingen die zich hebben voorgedaan in de maatschappij, maar ook door ondernemingskeuzes. In de jaren ’50 van de vorige eeuw was het gebruik van gasflessen in opkomst. In Nederland waren er toen nauwelijks propaangasinstallaties. Hoes Errogas was bij de oprichting dus vooral actief op het gebied van gasflessen. In het begin verkocht Hoes Errogas ook veel apparatuur op gas, zoals kookfornuizen, gaslampen en kleine kacheltjes. Vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw waren boven­ en ondergrondse opslagtanks in opkomst. Vanaf toen veranderden de toepassingen van gas enorm. Zo ontstond bijvoorbeeld het centrale verwarmingssysteem. Dit alles heeft tot gevolg gehad dat de installatieactiviteit sinds de oprichting enorm is toegenomen; in tijden van de oprichting was dit RADBOUD HONOURS ACADEMY
8
minimaal, enkel om de gasflessen aan te sluiten. Tegenwoordig ontwerpt Hoes Errogas complete propaangasinstallaties.
In eerste instantie bood Hoes Errogas haar diensten aan, aan de bedrijven en particulieren in een straal van ongeveer vijftig kilometer rondom Nijmegen. Door de jaren groeide het bedrijf, en daarmee ook de geografische reikwijdte in Nederland. Deze groei was vooral te verklaren door het feit dat bestaande klanten elders in Nederland óók propaangasinstallaties nodig hadden. Hoes Errogas vergrootte haar afzetgebied door als vaste aanbieder mee te gaan met haar klanten.
In 1991 werd het bedrijf overgenomen door Robert Hoes en zijn broer. Zij hebben ervoor gekozen om geen andere producten toe te voegen aan het bedrijf. Ze zijn blijven doen waar het bedrijf goed in is en hebben zich daar verder in gespecialiseerd. Zo hebben ze ervoor gekozen om het gehele pakket aan te kunnen bieden; van het adviseren en installeren van gasinstallaties tot het keuren en onderhouden ervan. Robert Hoes houdt de optie wel open om in de toekomst mogelijk wel nieuwe, duurzame producten aan het bedrijf toe te voegen. Dat is een voor de hand liggende gedachte, gezien het feit dat gas eindig is. De twee broers hebben destijds wel een andere grote stap gezet: ze hebben besloten om actief te worden in Duitsland. Dat gebeurde om twee redenen: ten eerste omdat de Nederlandse markt in bedrijfseconomische termen tegen de verzadiging aanliep en ten tweede omdat zij groeipotentie zagen in Duitsland. De broers hebben hun taakverdeling gebaseerd op de beide afzetmarkten. Zo is Robert Hoes onder andere verantwoordelijk voor de Duitse markt en zijn broer is verantwoordelijk voor de Nederlandse markt. Belangrijke besluiten nemen zij echter samen. Ze zijn dan ook erg betrokken bij elkaars werk en ze overleggen wekelijks. Ook de vorige eigenaar van het bedrijf, de vader van Robert Hoes en zijn broer, komt regelmatig langs en hij geeft graag advies. 1.2. Producten en diensten
Hoes Errogas levert verschillende producten. De belangrijkste hiervan zijn complete propaangasinstallaties. Propaangas is geschikt voor alle seizoenen van het jaar, maar het is bij uitstek geschikt voor in de wintermaanden; het kan nog worden gebruikt tot ­28 ºC. Het bedrijf biedt een volledig pakket aan, wat het bedrijf vrij uitzonderlijk maakt. Dit volledige pakket bestaat uit een aantal onderdelen: advies, ontwerp, installatie, keuring, onderhoud en het leveren van nieuw gas. Als eerste gaat Hoes Errogas in gesprek met de klant om de wensen te inventariseren. Door de RADBOUD HONOURS ACADEMY
9
jarenlange ervaring en specifieke knowhow kan het bedrijf goed advies geven over de geschikte installaties en toepassingen. Vervolgens ontwerpt Hoes Errogas deze installaties. Soms zijn hiervoor specifieke onderdelen nodig. Deze ontwerpen zij dan ook en die worden vervolgens gefabriceerd door andere bedrijven. Daarna wordt deze gasinstallatie door Hoes Errogas geïnstalleerd. Hoes Errogas keurt en onderhoudt deze installaties in de toekomst. Voor het keuren en onderhouden van gasinstallaties beschikt Hoes Errogas over de benodigde certificaten, zowel voor in Nederland als in Duitsland. Hiervoor hebben de medewerkers van Hoes Errogas erkende diploma’s behaald. Ook vult Hoes Errogas de gastanks nog voordat het gas op is, zodat de installaties niet stil vallen. De levering van dit totaal pakket maakt Hoes Errogas vrij uniek in de gasinstallatiesector. Waarbij andere gespecialiseerde bedrijven zich richten enkel richten op installatie of gas, kan de klant bij Hoes Errogas ook terecht voor advies, keuringen en onderhoud. Bij problemen hoeven de klanten niet verschillende bedrijven te bellen om de problemen op te lossen; ze kunnen voor alles terecht bij Hoes Errogas. Dit is een van de verklaringen van het succes van Hoes Errogas.
Naast dit totaalpakket verkoopt Hoes Errogas ook losse onderdelen voor gasinstallaties en gasflessen. Het bedrijf heeft een kleine winkel in het bedrijfspand, waar producten worden verkocht, zoals gasflessen, barbecues, gaslampen en camping/kampeerspullen. Ten slotte vult Hoes Errogas gasflessen. Hiervoor wordt zowel propaangas als butaangas gebruikt. Het goedkope butaangas kan slechts in de periode van maart tot en met september/oktober worden gebruikt, omdat het niet meer uit de gasfles verdampt als de temperatuur onder de 6 ºC komt.
De vraag naar bepaalde producten van Hoes Errogas wisselt door het jaar heen. In de zomermaanden komen er vooral opdrachten binnen voor de op maat gemaakte gasinstallaties en wordt er camping­ en kampeergasflessen verkocht en gevuld. In de wintermaanden is er veel vraag naar energie voor met name verwarming en andere toepassingen. Dit verklaart dat er in de wintermaanden meer transport medewerkers nodig zijn; er moet dan veel gas gedistribueerd worden om de tanks op locatie te vullen.
Alle producten van Errogas zijn rendabel, maar er zit wel een verschil in de winstmarges. Zo zit op het installatiewerk een kleinere winstmarge dan op de service en het onderhoudswerk. Het installatiewerk is namelijk arbeidsintensief. Er wordt vaak voorafgaand een inschatting van de benodigde uren gemaakt, waarbij overschrijdingen om commerciële redenen niet altijd kunnen worden doorberekend. Hoes Errogas presenteert zich als een groen gasbedrijf, door middel van hun slogan: ‘Propaangas: Het milieuvriendelijke alternatief voor industrieel, agrarisch en particulier RADBOUD HONOURS ACADEMY
10
gebruik!’. Het gas dat Hoes Errogas levert is relatief groen. Relatief is hierbij een belangrijk woord, want het gas verschilt niet van andere soorten propaangas. Wel is er bewust gekozen voor propaangas, omdat dit relatief concurrerend is ten opzichte van andere energiesoorten en het geeft een zuivere verbranding. Hierdoor is het gas relatief groener dan bijvoorbeeld aardgas of olie. Het gas dat Hoes Errogas gebruikt wordt geleverd door raffinaderijen in Nederland, Duitsland en België. Het gas uit de raffinaderijen wordt gedeeltelijk opgeslagen in ondergrondse tanks in het depot dat Hoes Errogas onlangs heeft aangelegd, om het vervolgens over te laden op kleinere trucks om het verder te distribueren. Het andere gedeelte van het gas uit de raffinaderijen wordt direct getransporteerd naar de eindverbruiker, voor een zo efficiënt mogelijke logistiek. 1.3. Afzetmarkt
De klanten van Hoes Errogas kunnen ingedeeld worden in vier segmenten: particulieren, de agrarische sector, de industriële sector en de recreatiesector. De belangrijkste afzetmarkten voor Hoes Errogas zijn de agrarische sector en de recreatie sector, zowel in Nederland als in Duitsland. Hoes Errogas is echter, in vergelijking met Nederland, in Duitsland erg actief in de particuliere sector. In Duitsland zijn er namelijk nog relatief veel huishoudens niet aangesloten zijn op het aardgasnetwerk. Propaangas is in Nederland, onder andere door hoge accijnzen en BTW, ongeveer 15% duurder in €/Joule dan in Duitsland. Voor de Duitse gebruiker is het dus relatief gezien financieel interessanter om te kiezen voor propaangas, in vergelijking met de Nederlandse gebruiker.
Het aandeel van de afzetmarkt van Hoes Errogas is op dit moment ongeveer 70% Nederland en 30% Duitsland. De omzet die in Duitsland wordt gehaald is van groot belang voor Hoes Errogas. Dit aandeel is de afgelopen twintig jaar van ongeveer 2% gegroeid naar de net genoemde 30%. De Duitse energiewetgeving is echter sinds de afgelopen jaren radicaal aan het veranderen. Voor nieuwbouw gelden nu strenge regels met betrekking tot het gebruik van hernieuwbare energie. Deze strenge wet­ en regelgeving wordt in het volgende hoofdstuk nader toegelicht. Hoes Errogas merkt al dat er in Duitsland afvlakkende groei in de vraag naar nieuwe gasinstallaties is. Voor bestaande gebouwen en woningen die een renovatie of uitbreiding willen doen geldt echter tot nu toe nog de oude wetgeving. Robert Hoes geeft aan dat het behouden van het huidige klantenbestand van groot belang is.
Voor Hoes Errogas blijft Nederland, ondanks de uitbreiding naar Duitsland, ook in de toekomst de voornaamste afzetmarkt. Echter, Hoes Errogas sluit niet uit dat er verdere groei in het RADBOUD HONOURS ACADEMY
11
buitenland kan plaatsvinden in de toekomst. Zo is ook België een potentieel afzetgebied. België is een land waar van oorsprong veel olie wordt gebruikt. Dit gebruik van olie moet een keer vervangen worden, mogelijk door gas, zo stelt Robert Hoes. België is echter zeer complex qua wet­ en regelgeving op het gebied van de energiemarkt. De markt is sterk gereguleerd en, in tegenstelling tot Nederland en Duitsland, heeft Hoes Errogas in België dan ook nog niet alle bevoegdheden om installaties te plaatsen en te keuren. Ze zijn wel geïnteresseerd in de Belgische markt en willen de wet­ en regelgeving verder uitzoeken. Uiteindelijk is de ambitie om de groeiende lijn voort te zetten en Nederland aan te houden als belangrijkste thuismarkt.
1.4. Contact met klanten
Hoes Errogas onderhoudt het contact met hun klanten voornamelijk via ‘warme acquisitie’, zoals Robert Hoes dat noemt. Hiermee bedoelt hij dat Hoes Errogas direct en face­to­face contact onderhoudt met de klanten. Verder is internet (nog) ondergeschikt aan traditionele reclame manieren. Het bedrijf profiteert veel van mond­op­mond reclame. Mond­op­mond reclame heeft in Duitsland dan ook een belangrijke bijdrage geleverd aan het succes. Ondanks dat Hoes Errogas in Nederland al een goede naam had, heeft het bedrijf dit in Duitsland vanaf de grond op moeten bouwen. Dit heeft jaren geduurd. Hoes Errogas is veel aanwezig geweest op beurzen in Duitsland, maar erkent wel dat mond­op­mond reclame een van de belangrijke methoden voor het werven van klanten in Duitsland is. Mond­op­mond reclame is echter moeilijk te beïnvloeden. Men kan jaren lang iets goed doen, zonder dat mensen hierover spreken. Daar tegenover staat ook dat één blunder direct een slechte reputatie kan opleveren.
Verder is actief reclame maken niet de grootste prioriteit van het bedrijf. Zo is de informatie op de website minimaal, waardoor mogelijke toekomstige klanten nauwelijks een beeld kunnen krijgen van de activiteiten van het bedrijf. Robert Hoes is echter van mening dat het bedrijf hierdoor niet veel potentiële klanten misloopt, omdat de huidige website een contactformulier en telefoonnummer bevat. Het design voor de nieuwe website ligt wel al klaar. De website moet alleen nog ‘gevuld’ worden, en dan de definitieve versie online gaan. Deze website zal een ondersteunend karakter hebben. Het doel is om mensen aan te zetten om contact op te nemen met het bedrijf. Op de website komt voornamelijk beschreven waar Hoes Errogas voor staat en wat hun activiteiten zijn. De klanten worden aangezet tot het maken van een afspraak als ze verdere informatie of prijzen willen ontvangen.
RADBOUD HONOURS ACADEMY
12
1.5. Belangrijke waarden
Belangrijke waarden voor het bedrijf zijn veiligheid, continuïteit en betrouwbaarheid. ‘Zeggen wat je doet en doen wat je zegt’ is een vaak gebruikte uitspraak van Robert Hoes. Hoes Errogas wil degelijk en betrouwbaar op haar klanten overkomen. Het is een platte organisatie met korte lijnen. Zij concurreren nadrukkelijk niet op prijs maar op kwaliteit.
Hoes Errogas is een familiebedrijf, dit valt dan ook op te merken in de bedrijfsvoering. Het bedrijf heeft 30 mensen in dienst, velen met een gezin. Er zijn dus indirect ongeveer 120 mensen afhankelijk van het bedrijf. Hoes erkent deze verantwoordelijkheid en neemt dit dan ook altijd mee in de overwegingen alvorens tot een beslissing te komen die relevant is voor de continuïteit van het bedrijf. Robert Hoes vindt terughoudend en weloverwogen beleid dat gericht is op continuïteit belangrijk.
Hoes Errogas is middelgroot bedrijf en het is zoals gezegd een platte organisatie. Er wordt efficiënt gewerkt en klanten kunnen makkelijk de juiste persoon bereiken. In Nederland zijn er verder slechts grote partijen actief in de markt. Hoewel Duitsland ook zijn energiegiganten heeft, zijn daar regionaal ook veel kleine bedrijven actief. Hoes Errogas zit daar qua omvang tussenin. Om een sterk en zelfstandig bedrijf te blijven, is verdere groei noodzakelijk. Daarnaast is het voor Hoes Errogas van belang om het contact met de klant in stand te houden. Als zij groeien, mogen ze dit persoonlijk contact niet laten verwateren, want hierin zit juist de kracht van Hoes Errogas.
1.6. Innoveren en investeren
Hoes Errogas is op dit moment een afwachtende speler op het gebied van innovatie in de energiesector. Momenteel heeft Hoes Errogas een grote investering in bedrijfsuitbreiding en depot­bouw achter de rug, welke eerst terugverdiend moet worden. Het is op dit moment nog geen optie om te investeringen in hernieuwbare energie, maar het is wel een optie om verder te kijken. Hoes gaat er vanuit dat wat zij doen en de ontwikkeling die zij doormaken, met name wat betreft de bedrijfsuitbreiding en het aanleggen van het depot, een goede basis is voor de toekomst.
Voor een verdere toekomstige ontwikkeling voor het Duitse deel van het bedrijf, zal Hoes Errogas echter mee moeten gaan met de ontwikkelingen op de Duitse energiemarkt. Hoes Errogas is te klein voor een zelfstandige Research & Development afdeling. Hoes Errogas wil de RADBOUD HONOURS ACADEMY
13
ontwikkelingen in de markt volgen en nieuwe kennis opdoen door specialisten om uitleg te vragen. Hoes ziet toekomst in combinatiesystemen. Dit zijn systemen die worden toegepast wanneer puur werken op hernieuwbare energie niet voldoende toereikend is. Het waait immers niet altijd, noch schijnt de zon altijd. Een propaangasinstallatie zou dan een prima aanvulling zijn. Dit idee is nu sterk in ontwikkeling en Hoes wil dan ook contact leggen met bedrijven die gespecialiseerd zijn in hernieuwbare energie om samen deze combinatiesystemen te ontwikkelen. Hoes Errogas zal geen leidend bedrijf worden op het gebied van hernieuwbare energie. Dit is ook niet hun doelstelling. Zij zullen de kennis en ervaring die zij opdoen in de Duitse markt vervolgens ook in Nederland toe kunnen passen, want de Nederlandse markt loopt op dit vlak achter op de Duitse markt voor wat betreft de Energiewende.
Voorlopig is Hoes Errogas nog terughoudend in deze toepassingen. Hoewel het zeker in Duitsland nu al een belangrijke meerwaarde kan leveren met betrekking tot de wettelijke eis op hernieuwbare energie voor nieuwbouw, lijkt Robert Hoes ervan overtuigd dat de firma de komende jaren op dezelfde voet verder kan. Na de grote investering in het depot en de bedrijfsuitbreiding zal er eerst kapitaal opgebouwd moeten worden en daar liggen de prioriteiten voor de komende periode. 1.7. Huidige stand van zaken en toekomstverwachting
Zoals blijkt uit al het bovenstaande, heeft Robert Hoes een duidelijk beeld van de toekomst; hij weet goed wat de ontwikkelingen zijn in de energiesector en hij heeft een duidelijk beeld van de plaats van het bedrijf in dit geheel. Robert Hoes ziet de toekomst positief in, al ziet hij wel in dat de huidige vorm van het bedrijf niet eeuwig stand kan houden.
Op dit moment wordt het bedrijf Hoes Errogas nog altijd gekenmerkt door groei, zowel op de Nederlandse als Duitse markt, maar deze groei is steeds meer afvlakkend. Dit komt deels door de strengere eisen aan nieuwbouw in Duitsland, waarbij een groter deel van de energiewinning uit alternatieve systemen moet komen. Op de Nederlandse markt is er sprake van verzadiging, waarbij groei alleen mogelijk is ten koste van concurrentie. In Duitsland bestaat er nog groeipotentie. In het volgende hoofdstuk zal dan ook verder ingegaan worden op de ontwikkelingen van de Duitse energiemarkt, die deze groei sterk kunnen beïnvloeden. De manier waarop Hoes Errogas met deze ontwikkelingen om zal gaan, is mede bepalend voor de omvang van de activiteiten voor het Duitse deel van het bedrijf. RADBOUD HONOURS ACADEMY
14
2. Analyse van de Duitse energiemarkt In maart 2011 was de aardbeving Tohoku de oorzaak van een kettingreactie van ongelukken in de kerncentrale Daiichi in Fukushima. Een grote massa radioactief materiaal contamineerde water, grond en voedingsmiddelen, leidend tot de evacuatie van 100.000 tot 150.000 mensen. Door deze zware kernramp werd de Energiewende in Duitsland geboren. Duitsland wilde de risico's die met kernenergie zijn verbonden, niet meer op zich nemen en zich in plaats daarvan tot voorbeeld strekken op het gebied van groene energie. Het Energiekonzept, die in dit hoofdstuk wordt besproken, stelt voor dat tot 2020 het aandeel hernieuwbare energieën tot 35 procent groeit. De huidige situatie van de energiemarkt is echter ver af van deze doelstelling: De Duitse energiemarkt wordt namelijk vooral gedomineerd door mineraalolie, aardgas en steenkool. Dit maakt de Energiewende tot een grote, misschien onrealistische uitdaging. In dit hoofdstuk wordt besproken welke veranderingen en verschuivingen er al plaats hebben gevonden, hoe de huidige situatie van de energiemarkt eruit ziet en hoe de Duitse regering vorm geeft aan de Energiewende en hoe succesvol ze daarmee zijn. Het tempo van de Energiewende is namelijk cruciaal voor bedrijven die met fossiele energievormen werken zoals Hoes Errogas; hoe sneller de voortgang, hoe sneller ze zich moeten aanpassen. Bovendien bepaalt het tempo de mogelijke toekomstscenario's voor de Duitse energiemarkt, die ook aan de orde worden gesteld. 2.1 De ontwikkeling van het energieverbruik 1990­2012
Sinds 1990 daalt het gemiddelde totale primaire energieverbruik in Duitsland. Met primair energieverbruik wordt gedoeld op energiegrondstoffen in hun natuurlijke vorm vóor enige technische omzetting, zoals steenkool, aardolie en aardgas. Volgens de schattingen van AGEB (Arbeitsgemeinschaft Energiebilanzen) is het totale verbruik in 2012 ongeveer tien procent minder dan in 1990. De structuur van het primaire energieverbruik is ook duidelijk veranderd. Het is opvallend dat aardgas een steeds belangrijkere rol speelt. Het aandeel aardgas is gestegen van 12,5 procent in 1990 naar rond de 21 procent in 2012 (AGEB, 2012). Ook stijgt het aandeel van de hernieuwbare energieën sterk. Van 1 procent in 1990 naar 3 procent in 2000 en in 2012 bedroeg het percentage al 12 procent (AGEB, 2012). Daarmee krijgen de hernieuwbare energieën een grotere nadruk dan de kernenergie, die maar een aandeel heeft van 8 procent in 2012. De kernenergie bereikte zijn hoogtepunt met ongeveer 12 procent in 1999 (AGEB, 2012). Als oorzaak RADBOUD HONOURS ACADEMY
15
voor de dalende belangstelling van kernenergie is de kernramp in Fukushima te noemen. Als gevolg daarvan werden 8 kerncentrales gesloten. Aardolie blijft de belangrijkste energiedrager in Duitsland, het aandeel daarvan is maar minimaal gedaald. Van 35 procent in het jaar 1990 naar 33 procent in het jaar 2012 (AGEB, 2012).
Het energieverbruik heeft zich qua gebruikersgroepen divers ontwikkeld. Waar het totale energieverbruik in 2012 in vergelijking met 1990 ongeveer 2 procent daalde, daalde het verbruik in de industrie met ongeveer 13 procent en met ongeveer 14 procent in de sectoren ambacht, handel en dienstverlening. De huishoudens verbruikten echter 12 procent meer en het verkeer verbruikte rond de 8 procent meer energie in 2012 dan in 1990 (Hesse, Klaeren & Langholz, 2013).
Met betrekking tot Hoes Errogas en onze probleemstelling zijn vooral twee elementen uit de analyse van de ontwikkeling van de energiemarkt belangrijk, namelijk aardolie en hernieuwbare energieën. Propaan en butaan waarmee Hoes Errogas werkt, zijn een bijproduct van aardolie. Dat betekent dat vloeibaar gas geen primaire energiedrager is maar een secundaire energiedrager met aardolie als bijhorende primaire energiedrager. Voor Hoes Errogas is het positief te noemen dat aardolie sinds rond 20 jaren de belangrijkste energiedrager is, want als er veel aardolie wordt geproduceerd, kan veel propaan en butaan worden gewonnen. Uit de analyse bleek dat het aandeel hernieuwbare energieën sterk groeide vooral ten koste van bruin kool en kernenergie. Maar de hernieuwbare energieën spelen nochtans een minder dominante rol in vergelijking met aardolie.
2.2 Huidige energiemarkt (2013)
Het energieverbruik in Duitsland is in 2013 met ongeveer 3,5 procent gestegen ten opzichte van 2012. Deze toename is te verklaren door het koude weer in het eerste halfjaar. Als men met deze factor rekening houdt, stijgt het energieverbruik met maar 1 procent. Het aardolieverbruik steeg met ongeveer 2 procent (4637 PJ of 158 miljoen ton SKE). Het aandeel van lichte stookolie (+6 procent), het aandeel van dieselolie (+2 procent), van ruwe benzine (+3 procent) en het aandeel van vloeibaar gas (+7 procent) namen toe. Het aandeel van zware stookolie daalde met 7 procent. In het totaal droeg aardolie 33 procent aan het totale energieverbruik bij. In het eerste halfjaar had aardgas een grote groei vanwege de koude temperaturen. In totaal steeg het binnenlandse aardgasverbruik met 7 procent naar 3153PJ of 107,5 miljoen ton SKE. Het aandeel van aardgas in het totale energieverbruik steeg met 22,5 procent (voorgaande jaar 21,6 procent). Het verbruik van steenkool nam in 2013 met ongeveer 4 procent RADBOUD HONOURS ACADEMY
16
(1779 PJ of 60,7 miljoen ton SKE) toe. Deze ontwikkeling is te verklaren door een toenemend gebruik van steenkool in de opwekking van stroom en warmte. Het percentage steenkool in het totale energieverbruik steeg licht met 12,7 procent (voorgaande jaar 12,5 procent). Het verbruik van bruinkool nam met 1 procent af (1625PJ of 55,4 miljoen ton SKE). In het voorgaande jaar werden nieuwe krachtcentrales in bedrijf genomen die efficiënter werken. Het percentage bruinkool in de totale energiemix was 11,6 procent (voorgaand jaar 12,1 procent). Het percentage kernenergie daalde met 2,5 procent op grond van de beperkte beschikbaarheid. Het percentage ligt nu bij 7,6 procent. Het percentage hernieuwbare energieën steeg in 2013 met 6 procent. Hernieuwbare energieën dragen nu 11,8 procent aan het totale energieverbruik bij. Windenergie vertoont een daling van 2 procent en het percentage waterenergie daalt met 2,5 procent. Zonne­energie (photovoltaik) steeg met 7 procent en het gebruik van biomassa steeg fors met 11 procent.
Figuur 2.1. Energiemix 2013: Struktur des Primärenergieverbrauchs in Deutschland. Anteile in Prozent (Vorjahr in Klamern) gesamt 14.05 PJ oder 477,7 Mio. T. SKE
RADBOUD HONOURS ACADEMY
17
Figuur 2.2. Entwicklung des Primärenergieverbrauchs im Jahre 2013 in Deutschland ­ Veränderungen in Prozent. Gesamt 14.005 PJ oder 477,7 Mio. t. SKE
2.2.1 Een speciale casus: Vloeibaar gas
Vloeibaar gas is een koolwaterstof dat voornamelijk uit propaan of butaan bestaat. Vloeibaar gas is een stof met een dampdruk gelijk aan of hoger dan 28 bar bij een temperatuur van 37,5 °C. In de vloeibare toestand neemt het gas rond 260 keer minder volume in dan in de gasvormige toestand. (=vloeibaar gas 1/260 volume van gasvormige toestand). Deze bijzondere eigenschap maakt vloeibaar gas tot een mobiele energievorm met een grote reikwijdte van toepassingen. Bovendien is vloeibaar gas een redelijk milieuvriendelijke energie vanwege een aantal redenen. Ten eerste is vloeibaar gas niet oplosbaar in water en niet giftig. Dat maakt vloeibaar gas bijzonder aantrekkelijk voor waterwingebieden want als er gas zou vrij komen, zou de schade beperkt blijven. Ten tweede is deze energievorm relatief zuiver want het verbrand zonder roet en schadelijke reststoffen. In Europa is 60% procent van het vloeibaar gas het product van natuurlijke bronnen, ontstaan bij het opwerken van aardgas­ en ruwe olie. De winning van gas in de Noordzee levert de belangrijkste bijdrage. De rest wordt in raffinaderijen gewonnen.
De beschikbaarheid van vloeibaar gas neemt wereldwijd steeds meer toe onder andere vanwege de trend naar LNG (vloeibaar aardgas). Vloeibaar gas/ LPG is een bijproduct van het RADBOUD HONOURS ACADEMY
18
maken van LNG, LPG bevat alleen propaan en butaan terwijl LNG bestaat uit methaan met stikstof, propaan en ethaan. Het is te verwachten dat vloeibaar gas een hoge mate van voorzieningszekerheid geeft. Niettemin blijft vloeibaar gas een aardolie product, wat impliceert dat het eindig is. Vloeibaar gas is te beschouwen als een elegante brug naar de Energiewende: Omdat de weg naar de Energiewende duur en tijdintensief is, zijn wij op dit moment aangewezen op milieuvriendelijkere alternatieven waaronder vloeibaar gas.
2.2.2 Tegenwoordige energiemarkt (2012): Vloeibaar gas Volgens de Mineralölwirtschaftsverband e.V. was er in 2012 een toename van vloeibaar gas in Duitsland (+3.8%). Deze positieve trend is op bijna alle gebieden te herkennen. De industrie en de (huishoudelijke) energieverzorging vormen een uitzondering: de omzet binnen de industrie daalde met 3,3% in vergelijking met het vorige jaar. Er is sprake van een wisselend beeld binnen de huishoudelijke energieverzorging (+0.4, voorheen steeds achteruitgang). Binnen de chemische industrie zien we een sterke stijging. De omzet van vloeibaar gas bij chemische verwerking stijgt met 8,3%. Hierbij is op te merken dat er een grote differentiatie van butaan en propaan plaats vindt. Binnen deze sector wordt butaan steeds populairder (+11,7%) terwijl het gebruik van propaan steeds meer afneemt (­16,7%). In 2010 had butaan al een groter aandeel aan “Inlandsabsatz” / binnenland­afzet dan propaan. Deze voorsprong wordt steeds duidelijker. In 2012 steeg het aandeel butaan met 7% op 55,9% (propaan 44,1%). Deze verschuivingen zijn te verklaren met te toenemende inzet van butaan binnen de chemische verwerking industrie en binnen de auto­gas sector. Het aandeel van propaan dat vooral binnen de warmte­, huishouden­, landbouw­ en vrije tijd sector wordt gebruikt, daalt naar 44.1 %.
2.3 Het Energiekonzept van de Bundesregierung en de Energiewende In september 2010 besloot de Duitse regering het Energiekonzept uit te vaardigen. Dit concept is een plan voor de politieke ontwikkelingen van de energiemarkt in Duitsland tot 2050. Het concept gaat in op maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de hernieuwbare energie en het stroomnet veranderd worden om meer efficiëntie te bereiken en het energiegebruik schoner te maken. Het energieconcept heeft betrekking op negen verschillende onderdelen, die hier achtereenvolgens worden besproken.
RADBOUD HONOURS ACADEMY
19
Ten eerste moet hernieuwbare energie de belangrijkste component in de toekomstige energievoorziening worden. Om dit ambitieuze doel te bereiken, heeft de Duitse regering verschillende richtlijnen bedacht. De regering is onder andere van plan windenergie, zowel offshore als onshore, uit te bouwen en meer hernieuwbare energie te gebruiken voor het opwekken van warmte. Verdere doelen zijn om het stroomnet kwantitatief en kwalitatief uit te breiden en te investeren in nieuwe opslagtechnologieën.
Ten tweede is het belangrijk dat het energieconcept zo efficiënt mogelijk wordt omgezet. Er bestaat een Bundesstelle für Energieeffizienz . Dit is een soort bureau, dat de stroommarkt observeert en regelmatig met nieuwe suggesties komt. Het stijgen van de stroomkosten gebeurt met opzet. Het wordt namelijk verwacht dat de eindverbruikers worden gedwongen om stroom te besparen en efficiënter te gebruiken.
Ten derde bestaat er een grote aandacht voor nucleaire­energie, bruin­ en steenkool. Deze energieën hebben volgens de regering geen toekomst potentieel en ze zouden een steeds kleinere rol moeten gaan spelen.
Ten vierde is een sterkere netinfrastructuur en integratie van hernieuwbare energieën gepland. Hierbij is het belangrijk dat offshore wind een aansluiting aan het stroomnet krijgt en dat er een stapsgewijze markt­ en systeemintegratie van hernieuwbare energieën plaats vindt.
Het saneringsproces van gebouwen speelt ook een cruciale rol in het energieconcept. Tot 2050 zouden alle gebouwen 80 procent van het huidige primaire­energie verbruik moeten verminderen. Bij het saneringsproces zijn ten eerste de minst energie­efficiënte gebouwen betrokken. De eigenaren die de doelstellingen sneller bereiken of overtreffen, mogen op een financiële ondersteuning rekenen.
De mobiliteit wordt ook een uitdaging voor de Duitse regering. De regering probeert de aankoop van elektrische auto's aantrekkelijker te maken. Elektrische auto's krijgen speciale kentekens die verbonden zijn met bepaalde privileges zoals gratis parkeren. Bovendien vinden in de toekomst veranderingen plaats met betrekking tot benzine en diesel. Deze moeten in de toekomst een bepaald biogeen percentage bevatten (7 of 10 procent).
Ten zevende is het van belang om in de wetenschap te investeren om nieuwe technologieën te kunnen ontwikkelen.
In het energieconcept wordt ook aandacht besteed aan de Europese energieverzorging. De regering wil klimaatbescherming in heel Europa. Bovendien willen ze dat het stroomnet op Europese schaal wordt uitgebouwd en dat er betere concurrentie op de stroommarkt plaats vindt. Om het RADBOUD HONOURS ACADEMY
20
energieconcept te kunnen realiseren, is maatschappelijke acceptatie en transparantie cruciaal. Daarvoor werden discussie forums ingericht. Bovendien krijgen burgers makkelijk(er) toegang tot begrijpelijke informatie over de Energiewende en het energieconcept bijvoorbeeld door het Ministerium für politische Bildung (=ministerie voor politiek onderwijs) of door het open toegankelijke BMU­report.
2.3.1 Waarom de verschuivingen? De Energiewende
De Duitse regering wil de Energiewende. Dat betekent het realiseren van een energieconcept dat uiteindelijk de energievoorziening op hernieuwbare energieën baseert. Het besproken Energiekonzept, dat meer theoretisch van aard is, is de rode draad, om de Energiewende te verwerkelijken. Maar waarom en hoe willen de Duitse bevolking en regering dit ambitieuze doel bereiken?
Het wendpunt van de Duitse energiemarkt was de zware kernramp in Fukushima. Als gevolg van de ramp werd het 13. Gesetz zur Änderung des Atomgesetzes (AtG) aangenomen. Dit is te vertalen met 13. wet ter verandering van de nucleaire wetten. Deze wet houdt in dat de zeven oudste kerncentrales en de kerncentrale Kümmel op 6 Augustus 2011 buiten werking werden gesteld. De rest van de kerncentrales worden stapsgewijs gesloten. Terwijl het AtG een cruciale stap richting de Energiewende was, waren er voor de kernramp al verschillende stappen richting een groene energiemarkt genomen. In 1998 werd onder de leiding van Bündnis 90/die Grünen en SPD de wet Erneuerbare­Energien­Gesetz/EEG (= de hernieuwbare energieën wet) ontworpen. Deze wet houdt in dat hernieuwbare energieën de voorkeur krijgen om een duurzame energieverzorging te creëren. De oorspronkelijke doelstelling was om het percentage hernieuwbare energieën tot 2020 te verdubbelen. Deze wet werd door de zwart­gele coalitie (CDU/FDP) aangevuld met onder andere de volgende doelstellingen: 2020 percentage hernieuwbare energieën 35 procent, 2030 50 procent, 2040 65 procent en 2050 80 procent. Bovendien werden subsidies mogelijk bijvoorbeeld voor biogasvoorzieningen. Een ander nieuw Energiewende wet is Gesetz zur Neuregelung energiewirtschaftlichsrechtlicher Vorschriften /EnWGÄndG (=wet ter reorganisatie van energie­economische­juridische regelgeving). Deze wet probeert de neutraliteit van de energiemarkt te versterken en de keuzemogelijkheid van de afnemers te vergroten. Deze wet versterkt de bescherming van de gebruiker door bijvoorbeeld de stroom­leveranciers te verplichten om contracten begrijpelijk op te stellen en rekeningen binnen 6 weken ter beschikking te stellen. De RADBOUD HONOURS ACADEMY
21
nieuwe coalitie CDU/SPD heeft dezelfde ambitieuze doelen met betrekking tot de Energiewende. Echter werd in het coalitiecontract steeds de betaalbaarheid van de Energiewende benadrukt. Welke gevolgen dit streven naar betaalbaarheid en efficiëntie zou hebben, is nog niet duidelijk. . 2.3.2 De nieuwe regering CDU/SPD en de hernieuwing van het EEG
April 2014, Duitsland wilde de Energiewende, maar de Energiewende wordt niet meer begrepen. De maatschappelijke acceptatie, die in het energieconcept werd verondersteld, is er niet meer. De SPD minister van energie, Bundesenergieminister, Sigmar Gabriel spreekt van een “Neustart von der Energiewende” (= herstart van de Energiewende), terwijl critici de Energiewende met het slecht georganiseerde project van de Berlijnse luchthaven vergelijken. Het project werd begonnen zonder een echte aanpak en plan. Is het project gefaald? Volgens de biogas­sector wel: “ Bundesregierung setzt Energiewende in den Sand.” (= Duits spreekwoord voor falen) (EUWID Neue Energien 16/2014). Waarom zijn zo veel mensen teleurgesteld?
Het probleem is dat de Energiewende steeds meer een kostenkwestie is geworden en de idealen erachter zoals klimaatbescherming steeds meer op de achtergrond zijn geraakt. Dit gebeurt door een bijzondere eigenschap: De Energiewende wordt met de stroomprijs betaald. Met de EEG wordt sinds veertien jaar de expansie van zonne­, wind­, water­ en biomassa­energie gesubsidieerd. Vanaf de datum dat een installatie word aangesloten, krijgt het bedrijf een vaste vergoeding over een termijn van 20 jaar. De economie en de burgers betalen het verschil tussen de stroomprijs en de EEG vergoeding. Op dit moment betaalt het gemiddelde huishouden 220 euro netto per jaar voor de EEG­Umlage, dat wil zeggen voor de kosten differentie. De ongelijkheid hierbij is dat de grote industriebedrijven beschermd worden; zij hoeven de EEG­Umlage niet te betalen. Men spreekt hierbij van een “Ökostrom­Rabatt” (= eco­stroom­korting). In getallen uitgedrukt betekent dit dat een groot bedrijf maar tussen 5,6 – 6,6 cent per KWH betaalt, terwijl het gemiddelde huishouden meer dan 28cent per KWH betaalt. Onder de leiding van de nieuwe coalitie werden 2700 bedrijven van de EEG­Umlage ontlast. Dat is twee derde meer dan vorig jaar. Tegelijkertijd worden de subsidies voor zonne­, wind­ en biomassa­energie ingekort. Onshore windenergie wordt beperkt op in totaal 2500 MW, nieuwe biomassa­installaties worden beperkt op in totaal 100 MW en de subsidies voor zonne­energie stoppen bij 5200 MW. Kortom, de hernieuwing van de EEG wil de Energiewende betaalbaarder maken. Maar de stappen lijken in de verkeerde richting te gaan: De EEG­Umlage valt ten laste van de burger en van RADBOUD HONOURS ACADEMY
22
kleine bedrijven en op subsidies wordt bezuinigd. Bovendien werd niet aan de opslag van energie gedacht. Hoe zou een stabiel stroomvoorzieningssysteem tot stand komen als hernieuwbare energieën niet kunnen worden opgeslagen? Als men naar de actuele gebeurtenissen kijkt, dan lijkt het onwaarschijnlijk dat de ambitieuze doelen van het Energiekonzept worden bereikt. Uit de analyse van de energiemarkt bleek namelijk dat het aandeel hernieuwbare energieën tot 11,8 procent steeg. Dat betekent dat het aandeel tot 2020 moet verdrievoudigen om dit doel te bereiken. Dit lijkt zeer onwaarschijnlijk. In 2017 word weer een hernieuwing van de EEG geplant, die misschien meer antwoorden levert. Het volgende gedeelte van dit hoofdstuk zal op enkele toekomstscenario’s ingaan
RADBOUD HONOURS ACADEMY
23
3. Toekomstscenario voor de Duitse energiemarkt
De toekomstscenario’s die in dit gedeelte worden besproken gaan over de implementatie van het energieconcept van de federale regering in Duitsland. Dit hierboven beschreven concept zal in dit hoofdstuk niet verder toegelicht worden. De toekomst scenario’s die in dit gedeelte worden besproken zijn erg omvangrijk, daarom hebben wij er voor gekozen om deze zoveel mogelijk te beperken tot het opbouwen van een model voor de energiemarkt en hieruit conclusies voor de toekomst te trekken. Verder beperken wij ons tot de effecten van de scenario’s op de sectoren in de Duitse energiemarkt die gericht zijn op fossiele brandstoffen . De reden hiervoor is dat overige sectoren voor Hoes Errogas minder van belang zijn.
De structuur van dit onderdeel is als volgt, als eerste zal de oorsprong van de scenario’s worden besproken, hierna volgt de structuur van de scenario’s. Dan zullen de gevolgen voor de fossiele brandstofmarkt worden besproken. Vervolgens worden nog enkele opmerkingen geplaatst over het nut en de betrouwbaarheid van toekomstvoorspellingen. Een deelconclusie zal dit onderdeel afsluiten.
3.1 Oorsprong van de scenario’s
De scenario’s die in dit hoofdstuk worden besproken zijn afkomstig van Pregger, Nitsch en Naegler (2013, p. 351). De scenario’s die door deze auteurs worden gebruikt zijn zelf weer afkomstig uit een veel groter en gedetailleerder paper geschreven door medewerkers van een drietal organisaties (Deutsches Zentrum für Luft­ und Raumfahrt (DLR), Stuttgart, Fraunhofer Institut für Windenergie und Energiesystemtechnik (IWES), Kassel en Ingenieurbüro für neue Energien (IFNE), Teltow) (Nitsch, et al. 2012). De drie auteurs waren allen ten tijde van het publiceren van dit paper gelieerd aan het Deutsches Zentrum für Luft­ und Raumfahrt. Het oorspronkelijke paper is te omvangrijk en om in dit gedeelte van het hoofdstuk te bespreken, daarom wordt het kleinere paper gebruikt als hoofdbron. De scenario’s in beide papers zijn hetzelfde. De scenario’s die in het grotere paper worden gebruikt borduren zelf echter voort op eerder gemaakt werk door andere derde partijen in opdracht van het Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz, Bau und Reaktorsicherheit (BMU) en het Umweltbundesamt (UBA) (Nitsch, BMU, 2004). Wij gebruiken deze scenario’s RADBOUD HONOURS ACADEMY
24
omdat dit dezelfde scenario’s zijn die de Federale regering gebruikt bij het maken van de wetgeving met betrekking tot de Energiewende.
3.2 Structuur van de scenario’s
De scenario’s zijn niet geconstrueerd als voorspellende scenario’s maar meer als doelwit georiënteerde scenario’s (Pregger, Nitsch en Naegler, 2013, p. 351). Er wordt dus vanuit de toekomst terug geredeneerd naar het heden. Het eindpunt is bekend de wegen ernaartoe worden in deze scenario’s beschreven. Hierbij wordt rekening gehouden met verschillende maatschappelijke factoren zoals de stand van de economie, sociale en politieke realiteiten, speciale interesses en andere factoren (Ibid, p. 351). Deze scenario’s proberen aan te geven welke stappen er moeten worden gezet om tot het specifieke einddoel te komen. Deze specifieke doelen zijn vastgelegd in het Energiekonzept, 2010 van de Federale regering. Pregger, Nitsch en Naegler (2013, p. 350) stellen dat de scenario’s het overkoepelend doel van het Energiekonzept (80% reductie in broeikasgassen ten opzichte van 1990) raken, en ook de meeste nevendoelen met betrekking tot de expansie van hernieuwbare energie en het efficiënter gebruik van de energie meenemen. De gekwantificeerde doelwaardes zijn hieronder aangegeven in de tabel (Ibid, p. 351):
Tabel 3.1.
Quantified targets of the German Federal government’s ‘Energy Concept
Reduction of GHG emissions (related to 1990)
2020
2030
2040
2050
­40%
­55%
­70%
­80 to ­95%
Minimum share of renewables in the (gross) final
18%
30%
45%
60%
Minimum share of renewables in the (gross electricity 35%
50%
65%
80%
energy consumption
demand
Reduction of primary energy demanda
­20%
­50%
Reduction of electricity demand
­10%
­25%
RADBOUD HONOURS ACADEMY
Reduction of final energy demand transport
25
­10%
­40%
Reduction of heat demand (2020) resp fossil primary ­20%
­80%
energy demand (2050) of buildingsb
a Increase of energy productivity with respect to GDP by on average 2.1% per year
b Increase of energy­saving renovation rate from 1% to 2% per year
3.3 Structuur Er wordt zoals al eerder is gesteld gebruik gemaakt van 3 scenario’s namelijk A, B en C. Scenario A is de middelvariant met betrekking tot de vraag naar energie en het uitbreiden van hernieuwbare energie (Pregger, Nitsch en Naegler, 2013, p. 351) . De auteurs gaan ervan uit dat volledig elektrische en hybride voertuigen in 2050, 50% van het totaal aantal gereden kilometers per jaar voor personenauto’s zullen verzorgen. De rest van deze kilometers zullen worden verzorgd door voertuigen die op waterstof, biomassa of conventionele brandstoffen rijden. Wel gaan ze ervan uit dat de conventionele voertuigen efficiënter zullen zijn in hun verbranding zodat er meer kilometers per liter benzine of diesel kan worden gereden. Waterstof zal als chemische opslagstof gaan dienen voor elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energie en deze waterstof zal ook worden gebruikt bij het opwekken van hitte en elektriciteit. Als laatste neemt dit scenario nog mee dat Duitsland in zijn geheel afstapt van kernenergie.
Scenario B bouwt voort op scenario A met enkele wijzigingen (Ibid, p. 351). Waar waterstof in scenario A nog (gedeeltelijk) wordt gebruikt voor het opwekken van elektriciteit en warmte wordt in scenario B waterstof omgezet in methaan via een scheikundig proces (methanisatie). Dit zorgt volgens de auteurs ervoor dat waterstof afkomstig uit hernieuwbare direct kan worden omgezet in methaan en daarna worden toegevoegd aan de natuurlijke gasvoorziening. Hiervoor hoeven geen extra faciliteiten te worden gebouwd.
Scenario C heeft maar één groot verschil in vergelijking met A en B (Ibid p. 351). Het gaat ervan uit dat alle totaal aantal gereden kilometers per jaar voor personenauto’s zal worden afgelegd door volledig elektrische en hybride voertuigen met 80% elektrische aandrijving. Er zal geen gebruik worden gemaakt van waterstof en/of methaan.
De algemene maatschappelijke omstandigheden zoals de economie, levensverwachting, bevolkingsgroei etc. zijn door de auteurs overgenomen uit de ramingen van de federale overheid in RADBOUD HONOURS ACADEMY
26
hun Energiekonzept (Ibid, p. 351­352). Een belangrijke assumptie van de federale overheid is de stijging van het bruto nationaal product van Duitsland met 40 % in 2050 ten opzichte van het niveau in 2010. Verder gaan de auteurs ervan uit dat de populatie van Duitsland met 10% zal dalen in de periode tot 2050. Er zal slechts een lichte stijging zijn in het aantal kilometers afgelegd per persoon per jaar voor persoonlijk vervoer (privédoeleinden, woon­werk verkeer etc.). Het aantal afgelegde kilometers per jaar voor goederen echter zal wel stijgen met een factor 1,5 in 2050 ten opzichte van 2013.
De auteurs (Ibid, 2013, p. 352) stellen dat de kosten voor het uitbreiden en het verduurzamen van deze energievoorraad afhankelijk is van wat de auteurs noemen “future cost trends of technologies” en de ontwikkeling van de prijzen van fossiele brandstoffen en CO2 emissie certificaten. De auteurs gebruiken drie “prijs­paden” om de invloed hiervan mee te nemen. Het hierna genoemde euro (2009) betekent dat de prijs van het goed wordt uitgedrukt in de waarde van de euro in 2009, dit om te corrigeren voor inflatie. In pad A wordt ervan uitgegaan dat de prijs van ruwe olie tussen 2010 en 2050 voor Duitsland van 10,5 naar 24 euro (2009)/GJ zal stijgen. De prijs van natuurlijk gas zal stijgen van 5,8 naar 14,9 euro (2009)/GJ en de prijs van kool 2,9 tot 8,9 euro (2009)/GJ in 2050. Pad B gaat ervan uit dat de stijging in de prijzen een stuk lager is dan de waardes in pad A. Pad B verwacht dat de prijzen 25­30 % lager liggen dan in pad A. Pad C gaat uit van veel kleinere stijgingen. Een grafische illustratie wordt gegeven door onderstaande grafieken. (Ibid, p. 352).
RADBOUD HONOURS ACADEMY
Figuur 3.2.
27
RADBOUD HONOURS ACADEMY
28
Figuur 3.3.
De auteurs gaan er ook van uit dat de prijzen voor CO2 emissierechten zullen stijging (Ibid, p. 352). In prijspad A verwachten zij een stijging van 75 euro (2009) per ton CO2 en een stijging van 57 euro (2009) per ton CO2.
3.4 Impact op de gasmarkt
Nu zal er dieper worden ingegaan op de ontwikkeling op de gasmarkt bij deze scenario’s. Volgens scenario A zal om de gestelde politieke doelstellingen op het gebied van CO2 uitstoot te halen, er moeten worden ingegrepen op de hoeveelheid energie die wordt geproduceerd door middel van gas (Pregger, Nitsch en Naegler, 2013, p. 353). Tegen 2050 zullen alle elektriciteitscentrales die op dit moment elektriciteit opwekken worden vervangen door hybride centrales die op andere brandstoffen werken dan fossiele. Hybride centrales zijn centrales die hernieuwbare energie en fossiele brandstoffen gebruiken voor het opwekken van elektriciteit. Te denken valt aan een aardgas/biogas elektriciteitscentrale. Momenteel gebruiken ongeveer 74% van alle energiecentrales in Duitsland nog fossiele brandstoffen of nucleaire reactoren. Tegen 2020 zal dit moeten zijn afgebouwd tot 42% en in 2030 tot 21%. In 2050 zullen alleen nog flexibele fossiele brandstof centrales bestaan om de energiezekerheid te bewaren. Deze daling van het gebruik van fossiele RADBOUD HONOURS ACADEMY
29
brandstoffen in combinatie met een stijging in de efficiëntie van het gebruik van deze brandstoffen zal volgens de auteurs leiden tot een daling van het primair energie gebruik van 52% in 2050. Het eind energie gebruik zal echter minder dalen. Onder primaire energie wordt de ruwe vorm van energie verstaan voordat er omzettingen plaatsvinden. Zonne­energie, olie, kolen en natuurlijk Uranium zijn hier voorbeelden van. Eind energie is de energie die uiteindelijk verbruikt wordt onafhankelijk van de vorm. De auteurs schatten in dat dit in 2050 nog steeds 58% van het verbruik van 2010 is (Ibid, p. 353) . De grootste daling van het energie verbruik zal plaats vinden in de commerciële en institutionele sector (52%) en in de huishoudelijke sectoren (48%) vanwege verbeteringen in verwarmingstechnieken.
In 2050 zal ook de import van fossiele brandstoffen drastisch gedaald zijn. In 2050 zal nog maar 34% van het huidige niveau worden geïmporteerd, waardoor er een import ratio van 46% ontstaat (huidig 72%) (Ibid, 2013, p. 353). Echter de bijdrage van geïmporteerde elektriciteit afkomstig uit hernieuwbare energie zal erg klein zijn (3% van de totale energie­import en 11% van de elektriciteitsimport). Er zal een grotere vraag zijn naar natuurlijk gas voor de opwekking van elektriciteit vanwege het feit dat het verbranden van gas minder CO2 vrijkomt dan bij het verbranden van kolen (Ibid, p. 355­356). De vraag naar gas van elektriciteitscentrales zal stijgen van 900 PJ (Petajoule) nu naar 1050 PJ per jaar in 2025. Echter de vraag in de verwarmingssector zal dalen en deze daling zal groter zijn de stijging van de vraag in de elektriciteitssector, dus netto zal de vraag naar gas afnemen. De auteurs stellen echter wel in dit scenario dat hoewel de vraag naar gas voor verwarming sterk zal dalen gas een zeer belangrijk onderdeel blijft voor het verwarmen van gebouwen. Dit wordt dan ook geïllustreerd in onderstaande grafiek (Ibid, 2013, p. 356) : RADBOUD HONOURS ACADEMY
30
Figuur 3.4.
Nu zijn echter alleen de effecten op de gasmarkt van scenario A besproken. Voor dit paper is dit voldoende aangezien het totale verbruik van fossiele brandstoffen waaronder dus aardgas weinig verschilt tussen de scenario’s zoals ook wordt geïllustreerd in de tabel hieronder (Ibid, p.356). Ook zit het verschil in de scenario’s met name in het gebruik van waterstof voor het aandrijven van voertuigen en niet in het gebruik van fossiele brandstoffen. De impact van de verschillende scenario’s op de transport sector is voor Hoes Errogas van minder belang en wordt daarom achterwege gelaten.
RADBOUD HONOURS ACADEMY
31
Tabel 3.5.
Comparison of coverage of energy demand in transportation (in PJ/yr) in 2050 and of the total biomass for all uses with scenarios from other studies.
Year Fossil Bio­f Renewable Renewable Electro­
Railway FEC Total 2050
fuels
uels
hydrogen
methane
Scenario 763
300
242
0
158
59
1521
1550a
782
300
0
266
158
59
1565
1550a
731
300
0
0
290
59
1379
1550a
2369
129
0
0
0
59
2557
958
mobility electricity transport biomassb
A
Scenario B
Scenario C
(Base year 2010)
a Sustainable domestic primary­energy potential FEC = Final­energy consumption.
b Consumption including biomass use for electricity and heat generation.
3.5 Beperkingen van voorspellende modellen De Duitse politiek is niet een politiek die erg geneigd is om snel te veranderen, besluiten worden goed afgewogen genomen. Nadat het besluit is genomen blijft een regering erachter staan en besluiten van vorige regeringen worden gehandhaafd door opvolgende regeringen (al dan niet van een andere politieke stroming). De hoeveelheid politieke partijen in Duitsland is beperkt vanwege de kiesdrempel zodat er niet echt veel snipper partijen bestaan die het politieke proces kunnen beïnvloeden. Echter, dit alles is geen garantie dat de politiek van nu hetzelfde wil als de politiek in 2020. Hoewel in deze scenario’s politieke realiteiten expliciet worden meegenomen zijn deze realiteiten vaak erg moeilijk te modelleren. Hoewel de toekomstscenario’s die in dit gedeelte van het paper zijn behandeld geen klassieke voorspellingsscenario’s zijn, zijn er toch een aantal kanttekeningen die moeten worden gemaakt. Het is een hele lange horizon voor je modellen wanneer je je op politieke doelstellingen voor 2050 in 2010 vastpint. Dit kan ten koste gaan van de RADBOUD HONOURS ACADEMY
32
accuraatheid en effectiviteit van je modellen. Een van de partijen die in 2010 in de regering zat, de FDP, zit inmiddels niet meer in het parlement. Dus de politiek verandert zeer snel. Het is naar onze mening gevaarlijk voor de effectiviteit en de toepasbaarheid van deze modellen om de politieke doelstellingen zo dicht te volgen.
Nog een kritiekpunt op dit paper is de invloed van de fossiele brandstofprijzen. Deze hebben een erg grote invloed op de implementatie van het energieconcept. Hoewel dit paper verschillende “prijspaden” hanteert is dit naar onze mening nog steeds een erg volatiele variabele. Heel veel geopolitieke factoren spelen een rol bij deze prijs en om dit op een termijn van 40 jaar vast te leggen is niet erg betrouwbaar. Niemand kon de Arabische Lente een jaar van te voren voorspellen laat staan over 40 jaar. Zulke gebeurtenissen hebben echter wel invloed op de fossiele brandstofprijs. Dit gezegd hebbende zijn zulke toekomstscenario’s wel een goed middel om uit te testen of beleidsmaatregelen effectief, redelijk en haalbaar zijn. Deze scenario’s zou je constant moeten bijwerken om ze accuraat te houden, maar zelfs dan moeten ze niet blindelings gevolgd worden. 3.6 Deelconclusie
Uit deze scenario’s volgt dat het uitvoeren van het energieconcept dat wordt nagestreefd wel degelijk mogelijk is. Wat uit de scenario’s volgt is dat er een rigoureuze wijziging nodig is van het hele Duitse energielandschap, willen alle doelstellingen behaald worden. Er zal een samenwerking nodig zijn van de overheid en de private sector. Er moeten forse investeringen gedaan worden en er zal ondersteunende wetgeving moeten komen, ook binnen Europees verband met betrekking tot de uitwisseling van energie. Vooral de transportsector zal stevig moeten veranderen: er zullen nieuwe soorten aandrijvingsmotoren moeten worden ontwikkeld die op hernieuwbare energiebronnen werken. Deze aandrijvingsmotoren zullen ook veel zuiniger moeten zijn. De veranderingen in het fossiele brandstofgebruik op de Duitse energiemarkt komen van twee kanten. Aan de ene kant de stijgende efficiëntie van het gebruik van de fossiele brandstoffen en aan de andere kant het vervangen van de fossiele brandstoffen door hernieuwbare energie. De hoeveelheid fossiele brandstoffen die kunnen worden vervangen door hernieuwbare energieën is afhankelijk van de infrastructuur die gebouwd wordt voor de opwekking, opslag en verspreiding van de nieuwe brandstoffen. Immers bij aanwezigheid van een waterstofmotor hebt zal men in het hele land waterstofpompen moeten hebben voordat personenauto’s met waterstofmotoren geleverd kunnen worden. Zo zijn er meerdere voorbeelden te bedenken. De kosten die deze infrastructuur RADBOUD HONOURS ACADEMY
33
met zich meebrengt, zijn erg afhankelijk van andere macro­economische factoren die buiten het bereik van dit paper vallen. Nieuwe energiesoorten zullen het gebruik van fossiele brandstoffen sterk terugdringen, met name in de transport­ en verwarmingssector. Het gebruik van fossiele brandstoffen zal stijgen in de elektriciteitsmarkt maar dit zal worden gecompenseerd door een daling in de verwarmingssector. Hierdoor zal de algehele vraag naar fossiele brandstoffen, waaronder gas, dalen in Duitsland.
Hoewel deze scenario’s nuttig zijn om mogelijke toekomstontwikkelingen te modelleren moet nog wel worden gesteld dat er altijd beperkingen bij toekomstvoorspellingen zijn. Als deze beperkingen in het achterhoofd worden gehouden, kunnen toekomstscenario’s nuttige beleids­ en strategiehandvaten zijn.
RADBOUD HONOURS ACADEMY
34
4. Onze visie
Nadat in een vorig de visie van Hoes Errogas is uitgewerkt, volgen in dit hoofdstuk onze aanbevelingen voor de toekomstige bedrijfsvoering voor het Duitse deel van het begrijf, op basis van de voorgaande hoofdstukken. De aanbevelingen zijn als volgt uitgewerkt: eerst zal aandacht worden besteed aan de wijze waarop het bedrijf zich profileert en hoe Hoes Errogas hiermee in onze ogen dient te anticiperen op de veranderde energiemarkt en maatschappelijke omstandigheden. Vervolgens wordt een scenario geschetst over hoe nieuwe zakenrelaties met in groene energie gespecialiseerde bedrijven in Duitsland een mogelijke bijdrage kunnen leveren aan de positie van Hoes Errogas op de Duitse markt. Tot slot zullen wat moeilijkheden en nuances aan bod komen.
4.1. Presentatie
Hoes Errogas geeft aan graag vast te willen houden aan de huidige activiteiten van het bedrijf, zoals deze beschreven zijn in hoofdstuk een. Echter wij voorzien wel mogelijke toekomstige problemen in de wijze waarop Hoes Errogas zich presenteert.
De drie meest fundamentele aspecten voor de identiteit van een merk zijn de naam, het logo en de slogan. Deze zorgen enerzijds voor de brand awareness, de bekendheid van het product, anderzijds beïnvloedt het de brand image, het beeld dat mensen van het product hebben (Chiranjeev, Leuthesser, Suri, 2007). Op de naam van het bedrijf valt niks aan te merken. Het geeft duidelijk aan welk product het bedrijf levert, namelijk gas. Daarbij duidt de naam Hoes op een familiebedrijf, wat doorgaans ook positieve associaties oproept. Ook het logo is bondig, duidelijk herkenbaar en maakt een toespeling op het product dat Hoes Errogas levert. De productslogan zou echter vragen op kunnen roepen. Als huidige slogan wordt gehanteerd: ‘Propaan: een milieuvriendelijk alternatief voor industrieel, agrarisch of particulier gebruik.’ Met de huidige stand van zaken, wat betreft de energiemarkt, is de slogan verdedigbaar. Propaan en butaan hebben immers minder CO2 uitstoot in vergelijking met andere brandstoffen als olie en dergelijke (U.S. Energy Information Administration, 2014). In de toekomst zal deze slogan echter niet langer stand houden: door de in toenemende mate aanwezigheid van daadwerkelijk duurzame energie zoals zonne­ en wind­ energie, valt de duurzaamheid van propaan in het niet. Het is volgens ons denkbaar dat hierdoor de geloofwaardigheid en daarmee het vertrouwen Hoes Errogas als potentiële partner RADBOUD HONOURS ACADEMY
35
afneemt. Dat vertrouwen en reputatie nauw samenhangen met het financiële welzijn van een bedrijf wordt in diverse onderzoeken benadrukt (Shapiro, 1982; Sternthal, Dholakia, Leavitt, 1978). Met name in Duitsland lijkt het daarom van belang propaan als product anders te presenteren. Hier doet zich echter een probleem voor. Met propaan als homogeen product zijn hier geen onbegrensde mogelijkheden voor. Ons idee is daarom het accent te verleggen van het product, naar het bedrijf. Natuurlijk, propaangas is relatief milieuvriendelijk, dat mag gezegd worden, hiermee onderscheidt het bedrijf zich ook van andere fossiele brandstof leveranciers. Maar om zich ook te onderscheiden van andere propaangas leveranciers, en in de nabije toekomst ook van leveranciers van regeneratieve energie, moet ons inziens de nadruk komen te liggen op Hoes Errogas als bedrijf in plaats van op het product. In de interviews die met Robert Hoes gehouden zijn, geeft hij ook aan dat zijn bedrijf zich in meerdere opzichten onderscheidt. Hoes geeft aan open te staan voor combi­energie en zich goed op de hoogte te houden van de ontwikkelingen op dit gebied. Hij benoemt meerdere malen service, klantvriendelijkheid en de persoonlijke benadering als sterke en belangrijke punten van de bedrijfsvoering. Hij geeft aan de klantvriendelijkheid te waarborgen en dit is een verantwoordelijkheid van iedere werknemer van het bedrijf. Service uit zich op diverse manieren. Het bedrijf is gekwalificeerd om installaties niet alleen te installeren, maar ook te keuren. Wanneer een klant met Hoes Errogas in zee gaat, krijgt de klant juist niet alleen het product gas, maar ook voorziet Hoes in advies, ontwerp, installatie, keuring, onderhoud en reparaties waar nodig.
Dat Hoes Errogas dit alles te bieden heeft, is mooi, maar in de regel komen klanten hier pas achter wanneer ze met het bedrijf in zee zijn gegaan of willen gaan. De vraag luidt dan, hoe breng je dit over?
Plannen om een vernieuwde website online te zetten zijn er al. Hoes zelf geeft aan dat in zijn werkveld mond op mond reclame van groter belang is, vandaar dat de hoogste prioriteit niet uitgaat naar het vernieuwen van de website. Veel onderzoeken beamen ook dat mond­op­mond reclame van zeer grote waarde is. Zo is er een onderzoek van Kumar, Peterson & Leone (2007) die stellen dat klanten op de eerste plaats niet moeten worden beoordeelt op de hoeveelheid die ze kopen, maar op de mond op mond reclame die ze verspreiden. Toch gaat het er nu wel van komen en dat is in meerdere opzichten een goede zet. Het kan indirect een bijdrage leveren aan de mond­op­mond reclame. Het eerste wat iemand tegenwoordig doet bij het horen van iets dat voor hem of haar interessants, is even op internet kijken wat daarover te vinden is. Met een inhoudelijke site laat het betreffende bedrijf meteen een goede indruk achter. Het plan is om op de site weer te geven welke activiteiten Hoes Errogas heeft en waar het bedrijf voor staat. Ook is het plan om de geschiedenis in RADBOUD HONOURS ACADEMY
36
beeld te brengen. Dit laatste is strategisch een goede zet, het laat een potentiële klant weten dat hij of zij te maken heeft met een ervaren bedrijf. Wat betreft de activiteiten en waar het bedrijf voor staat, zou in de toekomst mooi een koppeling kunnen worden gemaakt met, de dan naar verwachting in hoge mate aanwezige, duurzame energie. Niet alles zal snel volledig lopen op duurzame energie. Door het ‘totaalpakket’ dat Hoes levert, kan worden benadrukt dat ook bijvoorbeeld makkelijk installaties op maat worden gemaakt, waarbij reeds aanwezige duurzame energie dus niet in de weg hoeft te zitten. De site biedt dus veel kansen.
De stap om ook meteen volledig online actief te worden, door middel van sociale media als Facebook en Twitter, ligt wat genuanceerder. Enerzijds levert het meer naamsbekendheid op, en onder het mom van elke publiciteit is goede publiciteit, is dit handig. Maar Hoes heeft als bedrijf ‘slechts’ een gemiddelde grote, waardoor naar verwachting niet veel personen op sociale media zich hieraan binden. Bovendien is propaangas een homogeen product is. Een homogeen product is iets waar men in de regel, uitzonderingen daargelaten, niet enthousiast over wordt. Daarbij vergen het onderhouden van sociale media veel tijd, het is maar de vraag of dat zich loont. Naast het wereldwijde web heeft Hoes Errogas ook nog bedrijfswagens waarmee het bedrijf zich profileert. Op dit moment wordt hierop de milieuvriendelijkheid van propaan benadrukt. Natuurlijk is het goed om het product zelf te noemen. In de toekomst kan gaandeweg misschien in plaats van het product, het bedrijf meer worden aangeprezen. Ook is het, met het oog op de Duitse markt, een idee om een tweetalig onderschrift te doen. Dit verlaagt enerzijds de ervaren distantie voor Duitse klanten met een Nederlands bedrijf. Anderzijds geeft het een internationale uitstraling, wat in onze ogen kan getuigen van kwaliteit.
Door de wijze van presentatie te veranderen op een veranderende markt, verdwijnen de problemen natuurlijk niet. Maar het biedt wel een kans om staande te blijven in een markt waarin de concurrentie naar verwachting sterk zal toenemen. Om nog beter om te kunnen gaan met de veranderende markt, zullen toch met het oog op de bedrijfsplannen ook verdergaande stappen overwogen moeten worden. In het volgende deel wordt daarom het idee onderbouwd om een samenwerkingsverband aan te gaan met een bedrijf dat regeneratieve energie levert.
RADBOUD HONOURS ACADEMY
37
4.2. Samenwerking
Doordat een deel van de klanten waarschijnlijk over zal stappen op groene energie, is het belangrijk nieuwe klanten te krijgen. Al lijkt dit misschien wat tegenstrijdig, volgens ons is een samenwerking aangaan met een groene energieleverancier juist een mogelijkheid om dit te bereiken. Een samenwerkingsverband tussen Hoes Errogas en een regeneratief partnerenergiebedrijf, kan voor beide partijen voordelen opleveren. Wanneer consumenten opzoek gaan naar een nieuwe energieleverancier, zullen consumenten in de toekomst vanwege de Energiewende al snel kijken bij een groen energiebedrijf. Niet alles zal echter volledig op groene energie kunnen lopen, dan biedt Hoes Errogas de juiste aanvulling door relatief groene energie te kunnen leven. Door het milieuvriendelijke alternatief dat Hoes biedt in vergelijking met andere niet­groene energiesoorten, blijft zowel het partnerbedrijf als de klant hierdoor zo dicht mogelijk bij het ‘groene’ energieprincipe. In een onderzoek van Kaal (2001) naar de effecten van de versnelde liberalisering in de energiesector in Nederland, wordt gesteld dat op een kleinverbruikersmarkt een “sterk merk” erg belangrijk is. Zo zegt hij dat er een “meerwaarde aan het product [kan] worden toegevoegd door er associaties aan te koppelen [, en dat] [n]iet producten maar percepties concurreren” (8). Door een samenwerkingsverband met een groen partnerbedrijf aan te gaan, levert dit positieve associaties op. Voor het groene partnerbedrijf zorgt de samenwerking met Hoes voor een ervaren uitstraling, door zich te koppelen aan een ervaren energieleveranciers onderscheidt het zich van andere regeneratieve energieleveranciers. Veel regeneratieve energieleveranciers, zullen relatief nieuwe bedrijven zijn. Nieuwe groene bedrijven zullen, zeker op een onrustige veranderende markt, wellicht niet de eerste keuze zijn van de consument. Vandaar dat een samenwerking met een reeds gevestigd bedrijf als Hoes Errogas, de keuze ten gunste kan beïnvloeden. En dus zo voor beide partijen een nieuwe klant oplevert.
Ook voor Hoes Errogas zijn er, naast de nieuwe klanten, voordelen. Het bedrijf profileert zich enerzijds als een energiebedrijf dat de vergroening ondersteunt. Anderzijds draagt het ook bij aan de mogelijkheid voor Hoes om het ‘totaalpakket’ te kunnen leveren. Hier plukt ook het groene partnerbedrijf vruchten van. Wanneer klanten van Hoes Errogas, ofwel door wetgeving, ofwel uit milieuoverwegingen over willen stappen op regeneratieve energie, kan Hoes zich opstellen als dienstleverancier en zorgen dat alles goed verloopt. Om de samenwerking voor beide bedrijven aantrekkelijk te maken, dienen ze beide ongeveer even groot te zijn. Dit heeft als gevolg dat ook het groene energiebedrijf, waarschijnlijk niet de grootste prijsvechter op de markt zal zijn. Dit hoeft RADBOUD HONOURS ACADEMY
38
echter geen probleem te zijn. Volgens Kaal (2001) gaat de bekenheid met een bedrijf (trouw) vaak boven een kleine prijsdaling (53). Hij zegt dan ook dat “[u]it een gedateerd Amerikaans marktonderzoek bleek dat de kleinverbruikers een prijsimpuls van 6 tot 10% nodig hebben om van leverancier te veranderen” (Qt in Kaal 53). Hoes Errogas zorgt dan voor de vertrouwdheid, waardoor klanten sneller akkoord zullen gaan met het partnerbedrijf van Hoes Errogas, dan met de goedkoopste groene energieleverancier. Het zojuist genoemde aspect hoeft dan geen probleem te zijn, wel zijn er voor Hoes Errogas op de vergroenende Duitse energiemarkt andere moeilijkheden en nuances die benoemd dienen te worden. Dit zal hieronder nu worden uitgelicht.
4.3. Moeilijkheden en nuances
Met betrekking tot het hierboven geschetste scenario is er een belangrijke kanttekening. Toen in Duitsland de energiemarkt liberaliseerde, heeft dit gezorgd voor prijsconcurrentie op de kleinverbruikersmarkt (Kaal, p. 35). Wij vermoeden dat ditzelfde fenomeen zich kan voordoen met de ‘omgooi’ naar groene energie, doordat de marktverhoudingen opnieuw moeten worden verdeeld. Volgens Kaal bestaat er bij liberalisatie de kans dat er een energiemarkt ontstaat waarin kleinverbruik bedrijven in het niet vallen (en niet langer populair zijn), tegen één of twee grote spelers (35). Hierdoor verwachten wij dat het vinden van een partnerbedrijf bemoeilijkt kan worden. Ook in zijn algemeenheid moet Hoes alert blijven, wanneer dergelijke tendensen zich voor doen. Een ander obstakel voor Hoes Errogas dat de vergroening met zich mee brengt, is dat het aannemelijk is dat een deel van zijn huidige klantenkring in ieder geval ten dele gebruik zullen gaan maken van groene energie. Hieruit volgt dat Hoes Errogas per klant een mindere hoeveelheid zijn product kan leveren. Dit leidt bijvoorbeeld vervolgens weer tot relatief hogere transportkosten per hoeveelheid geleverd gas. Een volgend algemener probleem bij de hierboven genoemde aanbevelingen is het tijdsinterval waarin deze veranderingen ons inziens moeten worden doorgevoerd. Nu op dit moment het aandeel van regeneratieve energie op de markt nog relatief laag is, is het niet verstandig de hierboven genoemde aanbevelingen van de een op de andere dag door te voeren. Er is sprake van een geleidelijk proces, waarbij het aandeel groene energie op de markt geleidelijk toeneemt. Het is daarom lastig te bepalen wanneer het doorvoeren van de veranderingen in gang zal moeten worden gezet. Daarbij komt ook nog eens de wispelturigheid van de politiek kijken, die ook al in de geschetste toekomstscenario's is benoemd. Het valt niet met zekerheid vast te stellen of de plannen RADBOUD HONOURS ACADEMY
39
voor een vrijwel volledig groen Duitsland daadwerkelijk zullen worden gerealiseerd. Het is daarom van groot belang op de hoogte te blijven van alle veranderingen omtrent de politieke en economische agenda. Hier wacht Hoes dus nog een zware taak. Wanneer de Energiewende echter daadwerkelijk volledig wordt gerealiseerd, blijft het de vraag of de hierboven voorgestelde veranderingen in de toekomst voldoende zullen zijn voor Hoes Errogas om staande te blijven op de Duitse, vrijwel volledig vergroende energiemarkt. Wanneer de vraag naar propaangas afneemt, maar het aanbod ervan vrijwel onveranderd blijft, zal door de concurrentiestrijd het rendement afnemen. Een vraagstuk waar Hoes Errogas dan ook serieus aandacht aan dient te besteden, is de vraag waar Hoes Errogas zichzelf op de Duitse energiemarkt ziet in de toekomst. In interviews geeft Robert Hoes aan dat hij nog zeker de komende jaren aan de huidige bedrijfsvoering kan vasthouden. Al lijkt tien jaar nog ver weg, voor de continuïteit van het Duitse deel van het bedrijf moet er gekeken worden met een visie op een nóg langere termijn. Daarbij komen ook meer basale vragen kijken. Hoelang wil Hoes Errogas nog blijven meedingen op de Duitse propaangasmarkt? De hierboven genoemde simpele logica van vraag en aanbod geeft al aan dat er bedreigingen op de loer liggen. Misschien moet overwogen worden, niet tot het bittere eind mee te willen dingen, maar de markt op tijd te verlaten, door een afbouw­ of uittreedstrategie te hanteren. Deze nog radicalere strategie wordt in het volgende gedeelte uitgewerkt. 4.4 Het verlaten van de Duitse energiemarkt
Naar aanleiding van de hierboven genoemde redenen, kan worden besloten om energiemarkt te verlaten. Let wel, het betreft het verlaten van alleen de Duitse energiemarkt, dat is namelijk waar de moeilijkheden zich voor doen. Het zou onzinnig zijn de bezigheden in Nederland op te geven, aangezien hier nog geen sprake is van een verregaande vergroening of dergelijke uitdagingen. Het verlaten van de Duitse energiemarkt kan in onze ogen op verschillende manieren gerealiseerd worden. Een voor de hand liggende optie is het verkopen van Hoes Errogas’ aandeel op de Duitse energiemarkt. Dit gaat echter niet zonder slag of stoot. Hoes Errogas opereert namelijk vanuit een centraal punt, gelegen in Nijmegen. Hierdoor is de verkoop van een geheel bedrijf niet mogelijk, de bezigheden van Hoes Errogas in Nederland kunnen namelijk, zoals het er nu uitziet, gewoon blijven bestaan. Een gevolg hiervan is dat de ‘verkoop’ zich dan eigenlijk zou beperken tot het overdragen van het Duitse klantenbestand aan een concurrent. Dit lijkt dus al met al niet echt een gouden RADBOUD HONOURS ACADEMY
40
oplossing. Mocht het toch worden overwogen, is het van belang ­ los van of de verkoop daadwerkelijk plaats gaat vinden ­ al in een vroegtijdig stadium te beginnen met het ontwikkelen van een zogeheten ‘exit­strategy’. Het grondig ontwikkelen hiervan neemt doorgaans namelijk drie tot vijf jaar in beslag. Het is daarbij wel van groot belang dat deze overwegingen uitsluitend intern worden besproken. Het zou anders namelijk het imago van het bedrijf aan kunnen tasten (Buckingham, 2010). Los van dit alles is nog een bijkomende factor dat in een Duitsland waar de Energiewende leeft, behalve concurrenten, ook niet veel investeerder happig zullen zijn op een gasbedrijf. Vanwege de beperkte mogelijkheid om door middel van verkoop uit de Duitse energiemarkt te stappen, is een andere optie misschien een beter alternatief. Deze optie zou zijn het zich richten op een een andere markt. Aangezien de wens leeft de bezigheden op de Nederlandse energiemarkt gewoon gaande te houden, is het aanboren van een volledig andere markt niet mogelijk. Wat echter wel allicht mogelijk is ‘het verlaten van de Duitse energiemarkt’ zien als ‘het verlaten van de Duitse energiemarkt als zijnde een propaangas­aanbieder’. Hoes Errogas zou zich op verschillende manieren in Duitsland kunnen manifesteren als aanbieder van groene energie. Al ontbreekt het Hoes Errogas aan de middelen om zelf daadwerkelijk regeneratieve energie te ontwikkelen, is het goed denkbaar om te investeren in bijvoorbeeld scholing voor monteurs om ook zonnepanelen te kunnen leggen. Op die manier hoeft Hoes Errogas minder rekening te houden met de wetgeving als concurrent. Echter verloopt het transformeren van een bedrijf in zal algemeenheid nooit zonder risico’s. John Kotter besteedt in de Bussiness Harvard Review (1995) een volledig artikel aan de vraag waarom transformaties van bedrijven vaak mislukken. Hij noemt als twee grootste en algemeenste oorzaak enerzijds gehaastheid, waardoor cruciale stappen in het transformatie proces worden overgeslagen. Anderszijds door fouten plaats kunnen vinden binnen die cruciale stappen. Als laatste, maar niet de minste optie zou Hoes Errogas ook kunnen overwegen de afzetmarkt te verplaatsen naar andere nabije gebieden zoals België en Luxemburg. Door de afzetmarkt simpelweg te verplaatsen, hoeven er geen nieuwe specialismen of investeringen te komen. Hooguit zullen de transportkosten toenemen, maar als dat de voorwaarde is voor een meer zekere markt, is dit het overwegen waard. 4.5 Beperkingen
Een opmerking die bij al deze aanbevelingen wel moet worden meegenomen is het feit dat al deze aanbevelingen ervan uitgaan dat de Energiewende in Duitsland wordt doorgevoerd. Hoewel de Duitse politiek een van de meest stabiele van Europa is, blijft het toch politiek. Meningen en coalities RADBOUD HONOURS ACADEMY
41
veranderen met de loop der tijd. Het verzet tegen de huidige invoering van de Energiewende wordt steeds sterker. De visie van de nieuwe Duitse regering was tijdens het onderzoeken en schrijven van dit onderzoek nog niet voldoende uitgekristalliseerd om mee te nemen in dit onderzoek. Het is daarom wellicht verstandig om deze aanbevelingen niet op korte termijn te willen realiseren. Het is wellicht verstandig om nog een jaar of anderhalf, twee de kat uit de boom te kijken en af te wachten wat nu precies de plannen van de Duitse regering zullen worden. De doelstelling van de Energiewende ligt in 2050, nu is het pas 2014 dat betekent dat er nog 36 jaar over zijn om het plan te realiseren. De politieke onzekerheid is een belangrijk factor bij het plannen van een toekomststrategie maar is zeer moeilijk te analyseren.
Andere beperkingen aan het dit onderzoek is de beperkte hoeveelheid bedrijven die zijn geanalyseerd. Natuurlijk staat Hoes Errogas centraal in deze casestudy maar er zijn geen vergelijkingen getrokken met andere bedrijven binnen dezelfde industrie. Dit kan mogelijk invloed hebben op de effectiviteit en toepasselijkheid van de aanbevelingen. Ook is het zo dat geen van de auteurs experts zijn op het gebied van de energie en gas markt. Hierdoor ontbreekt er mogelijk technische kennis. Aanbevelingen voor vervolgstudies zijn dan ook een uitgebreidere analyse van de Duitse gasmarkt en een vergelijkingsonderzoek binnen de industrie waarin Hoes Errogas opereert. RADBOUD HONOURS ACADEMY
42
5. Conclusie
De probleemstelling die in dit onderzoek centraal stond was de stelling, inzicht verkrijgen in de ontwikkelingen op het gebied van de Duitse energiemarkt en in het bedrijf Hoes Errogas, ten einde aanbevelingen te doen wat betreft een toekomstige strategie voor het bedrijf. Om deze stelling te beantwoorden heeft dit onderzoek eerst een korte schets gegeven van het bedrijf Hoes Errogas. Hierna is dit onderzoek dieper op de ontwikkelingen in de Duitse energiemarkt ingegaan. Ook werden enkele toekomstscenario’s behandeld. Op basis van de activiteitenschets en de ontwikkelingen op de energiemarkt heeft dit onderzoek zelf nog enkele aanbevelingen aangedragen voor toekomst strategieën voor Hoes Errogas.
Uit de schets kwam naar voren dat Hoes Errogas een familiebedrijf is dat een sterke ontwikkeling heeft doorgemaakt sinds haar oprichting in 1957. De producten die Hoes Errogas levert hebben zich sterk ontwikkeld in de loop der jaren. Het belangrijkste huidige product zijn propaangasinstallaties en propaangasleveringen in gastanks. Hoes Errogas levert hier een totaalpakket aan services bij. Deze dienstverlening is vrij uniek in de sector. Hoes Errogas levert producten en diensten voor vier verschillende marktsegmenten. De particuliere sector, de agrarische sector, de commerciële sector en de recreatieve sector. Hierbij zijn agrarische en recreatieve sector het belangrijkste voor Hoes Errogas. Hoes Errogas zoekt voornamelijk contact met klanten op een face­to­face basis. Hierdoor is de klanttevredenheid erg belangrijk en vormt mond­op­mond reclame een zeer belangrijke methode van klantenwerving. Hoes Errogas wil nadrukkelijk concurreren op basis van kwaliteit en niet op prijs waardoor het voor het bedrijf zeer belangrijk is afspraken na te komen. Hoes Errogas zet niet zwaar in op innovatie vanwege haar grootte maar is wel van plan de ontwikkelingen op de Duitse energiemarkt te blijven volgen.
De Duitse energiemarkt heeft zich sterk ontwikkelde de afgelopen decennia waarbij het met name opvallend is dat het verbruik van primaire brandstoffen is gedaald. Aardgas is hier een uitzondering op. Hernieuwbare energieën hebben een sterke vlucht genomen. Het verbruik van energie heeft zich echter divers ontwikkeld. Waar het verbruik van de industrie daalde, steeg het verbruik van huishoudens in Duitsland. In 2010 vaardigde de Duitse regering het Energiekonzept uit. Dit concept moet de ontwikkeling van de energiemarkt in Duitsland tot 2050 gaan regelen. Een van de kernpunten van dit plan is het vervangen van fossiele brandstoffen door hernieuwbare energie. Er RADBOUD HONOURS ACADEMY
43
is echter de laatste tijd verzet opgestaan tegen de uitvoering van het concept vanwege de hoge kosten die dit plan met zich mee brengt.
Om enigszins een goed beeld te vormen van de specifieke gevolgen van de invoering van het Energiekonzept worden toekomstscenario’s geanalyseerd die gebruikt zijn bij het opstellen van dit stuk wetgeving. De ontwikkelingen op het gebied van aardgas zijn het meest relevant voor Hoes Errogas. Het algemeen gebruik van aardgas zal over de hele linie dalen. Er zal echter een stijging plaatsvinden in het gebruik van aardgas voor de opwekking van elektriciteit. Het gebruik van aardgas bij het verwarmen van woon en werkruimtes zal ook dalen maar minder hard dan de gemiddelde daling van het gebruik van aardgas.
Dit onderzoek draagt verder nog enkele aanbevelingen aan voor de toekomststrategie van Hoes Errogas. Als eerste zou de ontwikkeling van de website van het bedrijf kunnen helpen bij het werven van klanten. Ook zou dit onderzoek willen aanbevelen dat de slogan van het bedrijf wordt geactualiseerd. De definitie van duurzaamheid in deze slogan komt namelijk niet meer overeen met de algeheel heersende maatschappelijke opvattingen, waardoor deze slogan mogelijk kan leiden tot onbedoelde misleiding. Een verdere aanbeveling is het aangaan van een samenwerking met een bedrijf dat duurzame energie produceert. Met deze samenwerking kan Hoes Errogas een nieuwe afzetmarkt aanboren. Wij hopen dat deze aanbevelingen en de analyses van het bedrijf en de energiemarkt een nuttige tool voor Hoes Errogas zullen zijn om een toekomststrategie uit te zetten.
RADBOUD HONOURS ACADEMY
44
Referenties AGEB (2013). Bruttostromerzeugung in Deutschland von 1990 ­ 2013 nach Energieträgern. Gevonden 14 april 2014, op: www.ag­energiebilanzen.de/index.php?article_id=29&fileName=20131220_brd_stromerzeugung19
90­2013.pdf AGEB (2013). Entwicklung des Primärenergieverbrauchs im Jahre 2013 in Deutchland ­ Veränderungen in Prozent. Gevonden op: www.ag­energiebilanzen.de/index.php?article_id=29&fileName=ageb_pressedienst_02_2014_jahre
sbericht.pdf
AGEB (2012). Auswertungstabellen zur Energiebilanz für die Bundesrepublik Deutschland 1990 bis 2011. Gevonden 14 april, op: http://www.umweltbundesamt.de/sites/default/files/medien/384/bilder/2_abb_entw­ pev­energietraeger_2013­09­25_neu.png
Buckingham, L., B. (2010). Prepare to sell your company. Oxford: How to Books
CDU, CSU, & SPD (2014). Deutschlands Zukunft gestalten. Koalitionsvertrag zwischen CDU, CSU und SPD ­ 18. Legislaturperiode, 49­61. Gevonden 14 april 2014, op: http://www.tagesschau.de/inland/koalitionsvertrag136.pdf
Chiranjeev, K., Leuthesser, L., Rajneesh, S. (2007). Got slogan? Guidelines for creating effective slogans. Business Horizons, Vol. 50 pp. 425­422.
EUWID Neue Energien (2014). Biogasbranche: Bundesregierung setzt Energiewende in den Sand. Gevonden 17 april 2014, op: http://www.euwid­energie.de/news/bioenergie/einzelansicht/archive/2014/april/Artikel/biogasbranche
­bundesregierung­setzt­energiewende­in­den­sand.html
Hesse, C. , Klaeren, J. , & Langholz, M. (2013). Energie und Umwelt (319). Bonn: Bundeszentrale für politische Bildung. ‘
Kaal, M.B.T. (2001) Effecten van de versnelde liberalisering: Consequenties van de versnelde liberalisering voor de concurrentiepositie van Nederlandse Energiebedrijven. Gevonden op: http://www.ecn.nl/docs/library/report/2001/c01034.pdf
Kotter, J., P. (1995). Leading Change: Why transformation Effords Fail. Harvard Business review.
Kumar, V., Andrew Petersen, J., Leone, R.P. (2007). How valuable is word of mouth? Harvard Business review. Mommers, J. (2014). De drie keerzijden van Duurzaam Duitsland. Gevonden 29 maart 2014, op: https://decorrespondent.nl/711/de­drie­keerzijden­van­duurzaam­duitsland/18222930­bd93a545 RADBOUD HONOURS ACADEMY
45
Nitsch et al., March 2012. Langfristszenarien und Strategien für den Ausbau der erneuerbaren
Energien in Deutschland bei Berücksichtigung der Entwicklung in Europa und global. Final Report., DLR Stuttgart, Fraunhofer IWES Kassel and IFNE Teltow for the Federal Ministry for the Environment. Nature Conservation, and Nuclear Safety (BMU).
Nitsch J., e.a. (2004). Ökologisch optimierter Ausbau der Nutzung erneuerbarer Energien in Deutschland. DLR Stuttgart, IFEU Heidelberg, WI Wuppertal
Pregger, T., J. Nitsch en T. Naegler (2013). Long­term scenarios and strategies for the deployment of renewable energies in Germany. Energy Policy, 59, 350­360.
Shapiro, C. (1982), " Consumer information, product quality, and seller reputation,", Bell Journal of Economics, Vol. 13 pp.20­35.
Sternthal, B., Dholakia, R., Leavitt, C. (1978), "The persuasive effect of source credibility: tests of cognitive response", Journal of Consumer Research, Vol. 4 No.March, pp.252­60.
RADBOUD HONOURS ACADEMY
46
Bijlagen
Bijlage A: Interviewvragen Robert Hoes, gecategoriseerd Afzetmarkt
­ Wat (waar) is de afzetmarkt voor Hoes Errogas?
­ Hoe groot is uw reikwijdte in Duitsland?/ Hoeveel procent van uw afzetgebied ligt waar?
­ Waarom kiest u voor deze afzetmarkt dit afzetgebied?
­ Verkoopt u voornamelijk in Duitsland of in Nederland?
­ Welk omzetpercentage behaalt u in Duitsland?
­ Ziet u er potentie in om uw afzetmarkt meer naar Nederland te verplaatsen i.p.v. Duitsland?
­ Merkt u een groot verschil in zaken doen in Duitsland vs Nederland?
Klanten
­ Wat voor soort klanten heeft u in Duitsland? (particulier/bedrijf)
­ Wat voor soort klanten heeft u in Nederland? (particulier/bedrijf)
­ Voornamelijk onderhoud/ gasvoorziening?
­ Veel nieuwe klanten?
­ Hoe bereikt u uw nieuwe klanten?
­ Wat komt er op uw nieuwe website te staan?
­ Waarom heeft het zo lang geduurd voordat er een nieuwe website kwam?
­ Als u vaste klanten heeft, heeft u verandering gezien in dit klantenbestand sinds de nieuwe regelgeving?
­ Is het aantal klanten op het moment ruim voldoende voor een winstgevend bedrijf?
­ Waarom denkt u dat klanten voor u kiezen?
Concurrentie
­ Wat voor een soort producten biedt u aan?
­ Hoe wordt het gas aan u geleverd? Waar koopt u in?
­ Voert u zelf nog enige bewerking uit?
­ Levert u uw gas zelf of huurt u een transportbedrijf in?
­ Zet u in Duitsland dezelfde producten af als in Nederland?
­ Zijn bepaalde producten in Duitsland populairder of andersom?
­ Zijn al uw producten winstgevend?
­ Is er een afname in de winstgevendheid van bepaalde producten te zien?
­ Wat doet u aan innovatie?
­ Heeft u de afgelopen jaren nieuwe producten ontwikkeld?
­ Bent u op de hoogte van de concurrentie in Duitsland?
­ Waarin verschilt u van uw concurrenten op basis van:
soort producten
prijs producten
service
RADBOUD HONOURS ACADEMY
47
­ Heeft u grote concurrenten in Duitsland/Nederland?
Bedrijfsvisie
­ Zijn de activiteiten van het bedrijf sinds de oprichting veel veranderd?
­ Waarom bent u de Duitse markt opgegaan?
­ Hoe kijkt u hier op terug?
­ Is de overstap makkelijk verlopen, wat viel mee, wat viel tegen?
­ Waarom denkt u dat u tot nu toe succesvol was op de Duitse markt?
­ Verwacht u dat de gasverkoop op de Duitse markt zal teruglopen naar aanleiding van de veranderingen op de Duitse Energiemarkt?
­ Wat zijn uw ambities voor de toekomst?
­ Bent u bereid te investeren?
­ Zo ja, op welk gebied zou u willen investeren?
­ Overweegt u om biogas te gaan verkopen/produceren?
­ Wat zouden daar de voor­ en nadelen van zijn voor uw bedrijf?
­ Wilt u in Duitsland ook een depot of kantoor openen?
­ Welke doelen heeft u gesteld voor het bedrijf?
­ Wat wil uw bedrijf uitstralen? Is dit hetzelfde voor Nederland en Duitsland?
Bedrijfsvoering
­ Sinds wanneer heeft u de leiding in het bedrijf?
­ Hoe is de taakverdeling met uw broer?
­ Beide verantwoordelijk voor verschillende takken binnen het bedrijf?
­ Beslist u altijd samen of neemt u alleen beslissingen?
­ Verloopt de besluitvorming soepel of is er vaak discussie?
­ Komt uw vader nog wel eens langs op het bedrijf?
­ Vind u uw bedrijf een typisch familiebedrijf?
Regelgeving
­ Heeft u meer beperkingen wat betreft de regelgeving voor energie opgelegd gekregen vanuit de Duitse overheid?
­ Is de Duitse regelgeving duidelijk en makkelijk te vinden?
­ Bent u altijd op de hoogte van de verschillen in regelgeving tussen Nederland/Duitsland?
­ Hoe gaat u om met deze verschillen?
­ Staan er sancties op een verkeerde op niet naleven van de regelgeving?
­ Is de verandering in de regelgeving van de energiemarkt in Duitsland terug te zien in uw omzet?
Personeel
­ Hoe groot is uw personeelsbestand?
­ Heeft u ook Duitse werknemers in dienst?
­ Spreken uw medewerkers goed Duits?
­ Selecteert u hierop? of leidt u uw personeel op?
RADBOUD HONOURS ACADEMY
48
­ Heeft u alleen vast personeel in dienst?
Bijlage B: Primaire energieverbruik 1990 ­ 2012
RADBOUD HONOURS ACADEMY
Bijlage C: Energiedrager 1990 ­ 2013
49
RADBOUD HONOURS ACADEMY
50