DatacenterWorks #9

koeling
Kanaalwater koelt
datacentrum Smals
interview
‘De cloud bestaat niet’
dcw september 2011 | in samenwerking met:
advancing information transport systems
Een meerderheid van de Nederlandse bedrijven schakelt over op energie-efficiënte koelsystemen.
Hoort uw organisatie daar nog niet bij? Dan
loopt u jaarlijks duizenden tot tien­duizenden
euro’s voordeel mis.
Rittal - The System.
Faster-better-worldwide.
Steeds meer bedrijven profiteren elke dag opnieuw van de energiebesparingen die efficiënte airconditioners bieden, en de slimste
organisaties maken gebruik van Rittal Precisie-Airconditioners.
Zij realiseren daarmee 30% extra energie-efficiëntie per vierkante
meter. Dat is mogelijk dankzij de beproefde techniek die in Rittal
Precisie-Airconditioners wordt toegepast en die is gebaseerd op
een oude energetische wet: hoe groter de warmtewisselaar, hoe
energie-efficiënter de werking. Daarom bevindt de ventilator zich
bij Rittal Precisie-Airconditioners onder de verhoogde vloer van de
IT-ruimte, zodat het bovendeel meer ruimte biedt aan een grotere
warmtewisselaar dan in conventionele aircosystemen en de ventilator minder weerstand ondervindt, dus minder energie verbruikt.
Traditioneel systeem
Rittal Precisie-Airconditioner
Zuiver op de graad
Alle Rittal Precisie-Airconditioners zijn voorzien van energiebesparende en onderhoudsvriendelijke EC-ventilatoren (Elektronische
Commutatie), en de directe expansie uitvoeringen (DX) met multiple
compressortechnologie waarmee het vermogen van de airco perfect op de koellast wordt afgestemd. Het resultaat is meer energieefficiëntie bij een gelijkblijvende omvang.
Ondernemingen die eerder kozen voor Rittal Precisie-Airconditioners zagen hun investeringen al snel terugverdiend. Wilt u ook
snel met besparen beginnen? Neem dan contact met ons op en wij
berekenen graag hoeveel u jaarlijks kunt besparen.
Energie-efficiënte
Precisie-Airconditione
ers
Nu ook in
mini-uitvoering leverbaar!
Rittal IT-Infrastructuur
* Rack
* Power
* Cooling
* Security
* Global Service
Rittal bv
Postbus 246
6900 AE Zevenaar
Tel.: + 31 (0)316 59 16 70
Fax.: + 31 (0) 316 59 16 46
www.rittal.nl
www.rimatrix5.nl
DataCenter Infrastructure Solutions
First Class******
Rack IT
Power IT
Cool IT
Connect IT
Maintain IT
Different situations and different conditions require the right club on the golf course.
So success is always that bit closer when you have the right club at hand.
And it’s pretty much the same situation when we’re talking about data center
infrastructure analysis. Emerson Network Power has the right solution available
for all situations and the respective given complexity – up-to-date, as required
and highly efficient in reducing operating costs (TCO/ROI).
We give you future-proof solutions from one single source.
More information at
www.knuerr.com
www.avocent.com
www.aperture.com
www.emerson.com
E M E R S O N . C O N S I D E R I T S O L V E D . TM
Emerson Network Power and the Emerson Network Power logo are trademarks and service marks of Emerson Electric Co. • ©2010 Emerson Network Power • Ideas, Graphics, Editorial Team: Gropp/Huber
Monitor IT
datac e nte rwo r ks is hét vakblad
over de technische infrastruc­tuur van
datacenters.
jaargang 4, september 2011, nummer 7
datacenterworks verschijnt tienmaal
per jaar. toezending geschiedt op abonne­
ment­basis en controlled circulation.
u itg e v e r a r n o u d va n g e m e r e n
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp [email protected]
e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n
p o sta d r e s r e dacti e
maredijk 17, 2316 vr leiden
te l e f o o n 071 - 521 49 98
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl
a dv e rte nti e - e xp lo itati e
hans potharst
te l e f o o n 06 17 44 38 16
e m a i l [email protected]
i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
paul cornelisse, peter gloudemans,
cindy van der helm, rob hilterman,
wouter hoeffnagel, martin matse,
paul matthijsse, erik de ruijter, hans
vandam, ferry waterkamp
vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
3l drukkerij bv, rotterdam
kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen
vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie
noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van
genoemde data en prijzen.
Knus voor
de server
Cloud computing is hot, zo hot dat
je er je huis mee kunt verwarmen.
Letterlijk. In een recente white pa­
per komt Microsoft Research met het
lumineuze idee om servers niet langer
in datacenters te plaatsen, maar bij je
in de woonkamer. Iets wat de onder­
zoekers van de softwaregigant ‘data
furnace’ (dataoven) hebben genoemd.
Het idee is dat een server in een metalen
kistje naar je woning wordt verscheept
en daar tussen de waterleidingen wordt
gemonteerd om dienst te doen als cvketeltje. De servers worden zelf op afstand beheerd en beveiligd met sensornetwerken.
Slechts sporadisch komt de cloudserviceprovider op bezoek voor onderhoudswerkzaam­
heden te plaatse en in ruil daarvoor wordt de woning gratis verwarmd, zo filosofeert de
softwaregigant.
Door servers niet meer te stapelen in datacenters, maar decentraal te plaatsen in woningen
en kantoren kan worden bespaard op de koeling van de apparatuur en op de verwarming
van woningen, is de gedachte.Vanuit het oogpunt van de cloudserviceprovider zou de be­
sparing al snel kunnen oplopen tot zo’n 300 dollar per server per jaar. (De onderzoekers
gaan er daarbij vanuit dat klanten gaan betalen om zo’n siliciumkacheltje in huis te krijgen,
wat me nogal een gewaagde aanname lijkt.)
Microsoft plaatst zelf wel een kanttekening bij het idee: vanuit beheer- en beveiligings­
oogpunt heb je het meeste profijt van data furnaces bij toepassing in kantoorgebouwen en
appartementencomplexen waar grotere aantallen servers kunnen worden ingezet. Daardoor
ontstaan weer nieuwe (kleine) datacenters, alleen dan in omgevingen die niet zijn geopti­
maliseerd om servers te huisvesten en die niet beschikken over de technische infrastructuur
die nodig is om een maximale beschikbaarheid te garanderen.
Ik heb dan ook zo mijn twijfels bij het slagen van de data furnaces van Microsoft, maar laten
we de onderzoekers het voordeel van de twijfel geven. Dit idee komt natuurlijk erg dicht
in de buurt van een aanpak waarover al veel langer wordt gesproken: het verwarmen van
kantoorpanden en woonwijken met de restwarmte van datacenters. Door servers direct in
woonhuizen en kantoren te plaatsen, is het echter niet nodig lange leidingen aan te leggen
voor het transport van de warmte. Nog een pluspunt: de kracht van cloud computing is om
die geografisch gescheiden servers allemaal aan elkaar te knopen en te laten functioneren
als één geheel.
Om er warmpjes bij te zitten moet cloud computing wel hot blijven, en daar gelooft niet
iedereen in. Zo haalt technisch directeur Alex Bik van BIT in het openingsinterview in dit
nummer een flinke streep door de plannen van Microsoft. “De cloud bestaat niet.”
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan
ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en
onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en
het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
Ferry Waterkamp
[email protected]
dcw september | redactioneel
dcw colofon
3
10
06
15
dcw september | inhoud
dcw interview
4
06
‘de cloud bestaat niet’
BIT is in enkele jaren tijd uitgegroeid van een ‘pure’ isp
naar een aanbieder van connectiviteit en datacenterdien­
sten met een serverruimte van 1800 m². Momenteel wordt
de laatste hand gelegd aan de renovatie van ‘BIT-1’ en aan
het ontwerp van een compleet nieuw datacenter. Data­
centerWorks sprak met Alex Bik, de technisch directeur
van het bedrijf, over de toekomstplannen van BIT, de
cloud en god.
dcw koeling
10
k anaalwater koelt datacentrum smals
Smals, de ict-organisatie van de Belgische sociale zeker­
heid en gezondheidszorg, koelt zijn grootste datacentrum
in Anderlecht sinds kort voor een deel met water uit het
naastgelegen kanaal Brussel-Charleroi. Deze tamelijk
unieke aanpak gaat Smals naar verwachting een bespar­
ing van 45 % op de energiekosten voor koeling opleveren.
“Water blijkt energetisch gezien zeer efficiënt.”
15
statiqcooling ventileert en koelt
datacenters
“Met de nieuwste koeltechnieken, die gebruikmaken van
directe buitenlucht en verdampingskoeling, is al snel een
bezuiniging van 80 % te behalen op het energiegebruik
van de koeling van datacenters”, stelt Coen Binnerts,
directeur van StatiqCooling. “Alles staat of valt met een
ventilerend datacenter.”
dcw beheer
18
verticaal koppelen met emerson en ca
DCIM wil voor de ‘fysieke laag’ in het datacentrum het­
zelfde bereiken als Itil voor de IT-laag. Essentieel hiervoor
is de integratie van alle verschillende soorten ‘ijzer’, qua
metingen en capaciteitsbeheer. Daarna moet dat ook nog
eens worden gekoppeld aan de feitelijke IT-services.
Emerson heeft veel koppelingen in combinatie met
Itil-gerelateerde oplossingen van CA.
28 26
dcw praktijk
dcw gebouwtechniek
23
switch opent datacenter in amsterdam
Na twee jaar intensief bouwen heeft Switch Datacenters
in augustus de eerste fase afgerond van zijn hypermoderne
datacenter in Amsterdam Zuidoost.
24
moduSec-ruimte voor lets ministerie
Remtech heeft eind juli een ModuSec-ruimte voor
het Letse ministerie van Landbouw opgeleverd. Door
ruimtegebrek in het gebouw van het ministerie is de
ruimte buiten op een parkeerdek geplaatst.
28
duurzaamheid centraal in groningen
Strukton Worksphere is de afgelopen twee jaar betrokken
geweest bij één van de eerste grote nieuwbouwprojecten
van de Rijksgebouwendienst. De nieuwbouw van de
Dienst Uitvoering Onderwijs en Belastingdienst in Gron­
ingen wordt gekenmerkt door duurzaamheid, doordachte
innovatie en oog voor de ecologische omgeving.
32
kbc consolideert 23 datacenters op één plek
KBC neemt met zijn bank- en verzekeringactiviteiten een
prominente positie in op vooral de Belgische markt en in
centraal Europa. Onlangs consolideerde de onderneming
haar 23 bestaande datacenters op één plek, met een uit­
wijklocatie omwille van redundantie.
dcw management
26
van datacenter naar informatiecenter
De komst van virtualisatie heeft de manier waarop organi­
saties hun datacenter benaderen, fundamenteel veranderd,
zo stelt Rob Hilterman, SE-manager van Hitachi Data
Systems.
dcw en verder
35
37
38
45
48
bicsi
it room infra
nieuws
bouw nap of amsterdam
column
32
dcw september | inhoud
24
5
Alex Bik van BIT:
‘De cloud
bestaat niet’
bit is in enkele jaren tijd uitgegroeid van een ‘pure’ internetserviceprovider (isp)
naar een aanbieder van connectiviteit en datacenterdiensten met een serverruimte
van 1800 m2 verdeeld over drie datacenters. momenteel wordt de laatste hand
gelegd aan de renovatie van ‘bit-1’ en aan het ontwerp van een compleet nieuw
datacenter. datacenterworks sprak met alex bik, de technisch directeur van het
bedrijf, over de toekomstplannen van bit, de cloud en god.
dcw september | dcw interview
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
6
De zakelijke internetserviceprovider BIT is
opgericht in 1996, volgens technisch directeur
Alex Bik uit onvrede over het bestaande aan­
bod. “Er waren in die tijd niet veel internet­
aanbieders en de providers die er waren, had­
den geen focus en pakten eigenlijk alles aan.
Henk van Beek en Michel van Osenbruggen,
de twee oprichters van BIT, hadden direct al
het besef dat zakelijke klanten en consumen­
ten heel slecht samengaan. Als je het goed wilt
doen voor zakelijke klanten, ben je voor con­
sumenten te duur, en als je meegaat met de
prijs voor consumenten, dan ben je niet goed
genoeg meer voor zakelijke klanten.”
Bik kwam al in 1997 aan boord van het bedrijf
dat toen nog voluit Business Internet Trends
heette. “Ik kende Michel uit de Bulletin
Board-wereld. Via het Bulletin Board-systeem
had ik een koppeling met internet en Michel
haalde bij mij zijn mail op. Toen hij met de
vraag kwam of ik me met ‘de hut’ wilde be­
moeien, heb ik daarover wel even goed moe­
ten nadenken. Internet was toen nog heel be­
perkt en weinig mensen waren erin
geïnteresseerd. Het was allemaal erg onzeker.
Bovendien had ik een vaste baan op de techni­
sche dienst van een computerbedrijfje. In april
1997 ben ik toch aan het avontuur begonnen.”
“In die tijd waren we nog een traditionele in­
ternetserviceprovider (isp)”, vervolgt Bik.
“Dan heb je het over inbellen, stapels met mo­
dems, een beetje webhosting, e-mail, domein­
registratie... Vanaf het begin stond voor ons
vast dat we het beter wilden doen dan de rest.
Dat betekent dat je veel zelf moet doen, want
als je delen van je dienstverlening aan anderen
uitbesteedt, kun je nooit een hogere kwaliteit
halen dan die van de ander. We zijn een eigen
netwerk gaan bouwen en in 1997 hadden we
als een van de weinige isp’s een landelijk dek­
kend netwerk met eigen routers.”
Behalve isp is BIT nu een belangrijke
aanbieder van datacenterdiensten. Hoe
heeft zich dat ontwikkeld?
“Op een gegeven moment kwam een klant
met een server onder zijn arm binnenlopen
met de vraag of hij die bij ons mocht ophan­
gen. Toen zijn we pas voor het eerst over het
concept colocatie gaan nadenken. Vervolgens
zijn we aan de Kelvinstraat in Ede een beschei­
den serverruimte voor zo’n dertig racks gaan
bouwen, die al snel te klein was.We hebben de
capaciteit kunnen uitbreiden door het pand
ernaast erbij te trekken, maar medio 2003 was
de rek eruit en zijn we gaan nadenken over
nieuwbouw. Dat was net in de tijd dat Nina
Brink haar aandelen verkocht en internet eng
begon te worden. De onzekerheid in die tijd
heeft de plannen vertraagd, waardoor de
nieuwbouw aan de Galileilaan in Ede uitein­
delijk pas eind 2006 is opgeleverd”, vertelt Bik.
“We gingen van 200 m² serverruimte verdeeld
over kleine hokjes naar 400 m², maar ook
technisch gezien was BIT-2A een grote stap
vooruit. Het pand waarin 2A zit, is helemaal als
datacenter gebouwd. Dat betekent bijvoor­
beeld dat rekening is gehouden met een hoge
vloerbelasting en dat alles gelijkvloers is. Het
gebouw zelf is verlaagd aangelegd, zodat ook
met de verhoogde vloer erin alles gelijkvloers
is.
We dachten met BIT-2A redelijk lang vooruit
te kunnen, maar dat viel tegen. De opening
viel samen met problemen in de regio Amster­
dam, zoals grote stroomstoringen en prijzen
die omhoog schoten.We hebben niet voorzien
dat klanten met vrachtauto’s hun spullen hier
naartoe gingen verhuizen, maar dat gebeurde
wel. Hierdoor zaten we in 2008 alweer vol.
Toen zijn we achter 2A een nieuw pand gaan
bouwen voor 2BCD met een serverruimte
van 1200 m² verdeeld over drie verdiepingen.
Dat pand is opgeleverd in 2009 en een jaar la­
ter zat 2B vol. BIT heeft zich dus gaandeweg
ontwikkeld van isp naar aanbieder van coloca­
tie met aanvullende diensten.”
Als je het hebt over aanvullende diensten
naast colocatie, waar moet ik dan aan
denken?
“Dan gaat het om zaken als hoe je dingen in­
richt, hoe je het beste transmissie kunt doen en
hoe je de load-balancing regelt. Maar het gaat
ook om beheer en hosting. Zo doen we voor
Bart Smit een deel van de hosting. Op het mo­
ment dat hun platform, om wat voor reden
dan ook plat gaat, word je door onze loadba­
lancers geredirect naar ons hostingplatform.
Klanten kunnen ook van ons hostingplatform
gebruikmaken als ze tijdelijk extra capaciteit
nodig hebben en tijdelijk willen opschalen.”
En dan lijkt het me een kleine stap naar
het leveren van clouddiensten...
“Wij leveren veel ‘as-a-service’, maar we noe­
men dat bewust geen cloud. Het is een kreet
die wordt gebruikt om zoveel verschillende
dingen aan te duiden dat je zonder verdere
toelichting nog niet weet waarover het gaat. Ik
heb zelf een enorme hekel aan die term. De
cloud bestaat helemaal niet, maar is bedacht
door de media en marketingafdelingen en is
een mooi excuus voor alles wat vaag is. Als je
het ‘de cloud’ noemt, hoef je het ook niet meer
uit te leggen aan je klanten. Het is net als met
religie: alles wat we niet snappen noemen we
god en dan zijn we klaar. Dat lijkt me een
slecht beginsel. Klanten moeten weten waar ze
aan toe zijn, en dan moet je het niet vaag hou­
den zodat klanten niet meer weten hoe het in
elkaar zit. Ik denk dat de term cloud over een
paar jaar niet meer bestaat; op het moment dat
mensen zich in de materie gaan verdiepen, is
het niet meer wazig en zullen ze het geen
cloud meer noemen.’
Virtualisatie is een ander voorbeeld van een
hype waar te veel belang aan wordt gehecht.
Wij hadden in 1998 VMware draaien en heb­
ben toen besloten dat we het niks vonden. In
de tussentijd is er natuurlijk veel verbeterd,
maar de productieomgeving hebben we nog
altijd gewoon op ijzer draaien. Als je bijvoor­
beeld twaalf webservers nodig hebt, heeft het
geen zin om te virtualiseren. Dan zeggen klan­
ten tegen ons: ‘Maar als het druk is op de site,
is het wel handig in een handomdraai een ex­
tra VM aan te kunnen maken.’ Ja, maar waar
komt de capaciteit vandaan voor die extra VM?
‘We hebben vanaf 1997
geroepen dat Ede het
middelpunt van de
aarde is.’
dcw september | dcw interview
Technisch directeur Alex Bik van BIT:
“Wij zijn altijd van de nuchtere blik geweest.”
7
dcw september | dcw interview
Die capaciteit draait gewoon op ijzer! Als je de
capaciteit op het ijzer gelijk aan die ene web­
server toekent, ben je meteen klaar.Virtualisa­
tie kost zelf ook cpu-power. Als je tien webser­
vers op één fysieke machine zet, krijg je alleen
maar minder capaciteit. De voordelen van vir­
tualisatie worden er door marktpartijen zo in
geramd dat mensen zelf niet meer nadenken.
Wij zijn altijd van de nuchtere blik geweest.”
8
Die nuchtere blik is ook een verklaring
voor het succes van BIT?
“Ik denk dat ons grote voordeel is dat we zelf
een jarenlange ervaring hebben als datacenter­
gebruiker en dat we daardoor heel goed kun­
nen inschatten wat een klant van een datacen­
ter verwacht. Die opgebouwde ervaring en
kennis kunnen we bovendien delen met onze
klanten.”
Kun je daar voorbeelden van geven? Zijn
er zaken die BIT door de eigen ervaringen als datacentergebruiker anders heeft
aangepakt dan de concurrentie?
“Dan gaat het om kleine praktische dingen;
zaken waar wij de afgelopen tien jaar tegenaan
zijn gelopen. We benadrukken bijvoorbeeld
graag dat onze remote hands ook brains heb­
ben. Als je bijvoorbeeld nieuwe storagedisks
hebt besteld, kun je die direct naar ons laten
sturen. Dan drukken wij die erin. Dat lijkt me
een stuk praktischer dan een uur in de auto
zitten voor een klus van vijf minuten.
Een ander voorbeeld: als je bij ons een rack
huurt, krijg je er standaard zes utp-kabels bij
voor naar de meet-me-room. Die heb je so­
wieso nodig voor het contact met de buiten­
wereld. Bij ons hoef je ze niet apart te bestellen
en te wachten tot ze erin liggen. Ook de toe­
gang is heel anders geregeld. Bij de meeste da­
tacenters zit een beveiligingsmedewerker met
een toegangslijst waar je op moet staan om
binnen te kunnen komen. Ik heb meer dan
eens meegemaakt dat het ruim een half uur
duurt, voordat je binnen bent en dat is in het
geval van een storing te lang. Wij hebben de
beveiligingsmedewerker vervangen door pas­
jes en een irisscanner. Je kijkt in de camera en
twee seconden later sta je binnen.”
Dat zijn, zoals je zegt, de kleine praktische dingen. Zijn er in de technische infrastructuur of in het ontwerp van de
datacenters punten aan te wijzen die jullie anders hebben aangepakt dan de concurrentie?
“Daar kan ik heel lastig antwoord opgeven,
omdat ik niet weet hoe anderen hun zaakjes
hebben geregeld. Maar dan lees je dat in een
groot datacenter elders in het land het licht
uitgaat, omdat slechts één van de twee feeds
een ups heeft... Dat zijn niet onze keuzes. Bij
ons hebben beide feeds een ups en zijn dusda­
nig gedimensioneerd dat ze de andere feed
kunnen opvangen. Geheimzinnigheid is overi­
gens niet nodig als je je zaakjes gewoon op
orde hebt. Bij ons staan de statistieken uit het
gebouwbeheersysteem gewoon online. En als
er iets misgaat, schrijven we een ‘reason for
outage’ die voor iedereen toegankelijk is.”
Op 28 juni ging het mis: na een stroomstoring kwam BIT-2C een kwartier zonder stroom te zitten. Is al duidelijk wat
hier misging?
“Van de twaalf ups’en zijn er drie door de
knieën gegaan, maar we zijn nog niet helemaal
achter de oorzaak. Een externe partij gaat nog
naar het ontwerp kijken. We vermoeden is dat
er een te hoge spanning uit het lichtnet is ge­
komen, waarop de overspanningsbeveiligers
zijn aangesproken door als het ware kortslui­
ting te maken. Daardoor zijn drie ups-syste­
men uitgesprongen, omdat ze vonden dat ze
werden overbelast. Het gekke is dat de proble­
men zich hebben voorgedaan op de drie feeds
waarop de minste belasting zit: A en B van zaal
2C die nog bijna leeg is en feed B van 2B. BIT2A is overeind gebleven, maar daar zitten geen
overspanningsbeveiligers achter de ups’en. We
zoeken de oorzaak daarom in de hoek van de
overspanningsbeveiligers.”
Volgens planning zou in juli de renovatie
van BIT-1 worden afgerond...
“We hebben wat vertraging opgelopen met
dank aan de gemeente. Iets met vergunningen.
Maar we zijn inmiddels wel operationeel.”
Wat zijn de belangrijkste verbeteringen
in BIT-1?
“Op een deel van de branddetectie en de blus­
installatie na hebben we hier letterlijk alles
vervangen en dat was nodig ook. BIT-1 is al
veertien jaar oud en was gaandeweg gebouwd,
en dan wordt het nooit helemaal top. Daarom
zijn de koeling en de elektrische installatie
compleet vervangen. Ook hebben we diepere
racks geplaatst en een muur verwijderd om
meer racks kwijt te kunnen. We zaten op
maximaal 6 A per rack – met af en toe een
uitschieter naar 16A – en dat is nu 32 A ge­
worden. De enkele powerfeeds zijn allemaal
vervangen door dubbele.
De koeling was organisch gegroeid en daar­
door inefficiënt en bedrijfsonzeker. Er stond
nog net geen busje van de installateur continu
op de stoep, maar dat scheelde weinig de afge­
lopen jaren. Bij wijze van proof-of-concept
koelen we BIT-1 met buitenlucht. Die filteren
we en blazen we naar binnen. Dan hoef je al­
leen nog maar te koelen als het buiten warmer
is dan 25 °C en dat komt bijna nooit voor. We
willen deze vorm van koeling ook gaan toe­
passing in BIT-3.”
Nooit overwogen om BIT-1 te sluiten en
de apparatuur te verplaatsen naar BIT-2?
“Daaraan hebben we heel even gedacht, maar
dat bleek niet haalbaar. Ten eerste hebben we
klanten die op twee gescheiden locaties willen
zitten. Het tweede probleem is dat bij BIT-1
een enorme partij infrastructuur uit de grond
komt en die wil je niet verplaatsen.We hebben
vanaf 1997 geroepen dat Ede het middelpunt
van de aarde is. Daar moesten mensen enorm
om gelachen, maar dat lachen is hen nu wel
vergaan.”
Je haalde zojuist al BIT-3 aan, het nieuw
te bouwen datacenter. Bij de opening
van 2BCD in 2009 is al aangekondigd dat
BIT op zoek zou gaan naar een geschikte bouwlocatie voor BIT-3. Is daarover al
meer bekend?
“Daarover kan ik helaas niets zeggen; we voe­
ren nu nog onderhandelingen met enkele ge­
meenten. Maar de locatie zal zich op een af­
stand van tussen de 10 en 40 kilometer van
Ede bevinden. We zijn druk bezig met het
ontwerp en dat moet in september klaar zijn.”
‘Als je het ‘de cloud’
noemt, hoef je niets
meer uit te leggen
aan je klanten. Dat
lijkt me een slecht
beginsel.’
■
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System
Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe
computerruimtes maar ook de herinrichting,
verbouwing of verhuizing van uw huidige
computerruimte is bij ons in goede handen.
Onze dienstverlening op een rij:
 Consultancy
 Ontwerp
 Project management
 Realisatie
 Service
www.allitrooms.com
Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ● [email protected]
A5 adv def.indd 1
29-09-2008 12:05:47
Besparing van 45 % op energiekosten
Kanaalwater koelt
datacentrum Smals
Paul Matthijsse is freelance journalist
dcw september | koeling
Het datacentrum van Smals in Anderlecht.
10
Smals, opgericht in 1939, is een private vzw
(vereniging zonder winstoogmerk, een Belgi­
sche rechtspersoon) die de belangen van haar
leden ondersteunt met ict-diensten op het
gebied van e-government en e-health. Deze
diensten zijn uitsluitend beschikbaar voor de
aangesloten instellingen, voornamelijk bin­
nen de sociale zekerheid en gezondheidszorg,
en worden aangeboden tegen kostprijs. Door
deze ‘shared services’-aanpak worden be­
langrijke schaalvoordelen geboekt, waardoor
steeds meer instellingen de weg naar Smals
weten te vinden.
Smals kent dan ook een groei die gerust on­
stuimig mag worden genoemd. Het aantal
medewerkers is het afgelopen decennium
bijna verdubbeld tot 1.700 (van wie meer
dan 1.100 ict-specialisten), terwijl de omzet
groeide van 124 miljoen euro in 2006 tot
181 miljoen euro in 2010, en dat is een dikke
11 % op jaarbasis. Een groeicijfer waar menig
ict-bedrijf direct voor zou tekenen! Daarmee
is Smals een van de grootste spelers op de Bel­
gische ict-markt.
wordt met ict-infrastructuur en operationele
diensten behaald, terwijl het resterende deel
met detachering wordt verdiend.
softwareontwikkelaar
strekkende meters
De organisatie levert niet alleen ict-diensten,
maar is ook actief als softwareontwikkelaar.
Zo heeft ze vorig jaar een encryptiesysteem
ontworpen, waarmee de inzage in elektroni­
sche patiëntendossiers fijnmazig kan worden
bepaald. Hiermee kan worden bereikt dat de
behandelend arts toegang tot alle velden van
het dossier heeft, terwijl de apotheker en de
fysiotherapeut alleen de voor hen relevante
informatie onder ogen krijgen. Op dit ver­
sleutelingsysteem is Europees patent aange­
vraagd.
Er wordt veel geprogrammeerd bij Smals: de
activiteiten softwareontwikkeling en analyse
zijn samen goed voor ongeveer een kwart van
de omzet. De bulk van de omzet, zo’n 40 %,
Smals heeft momenteel drie datacenters in
eigen bezit, waarvan die in Anderlecht (nabij
Brussel) met 1100 m2 netto vloeroppervlak
de grootste is. Smals rekent overigens niet in
vierkante meters maar in strekkende meters.
Wim De Keyser, directeur Infrastructuur &
Support bij Smals, licht dit toe. ”Vierkante
meters zeggen niet zo veel, daar nogal wat
ruimte verloren gaat aan gangen, nooduitgan­
gen, trappen en meer. Daarom rekenen wij in
strekkende meters: zet alle racks naast elkaar
en tel hoeveel meter racks je kwijt kunt. Zo
bezien hebben wij in totaal 292 m beschik­
baar in ons datacentrum in Anderlecht. Klan­
ten kopen racks van naar keuze 60 of 80 cm
breed en daar een x-aantal meter van, afhan­
smals, de ict-organisatie van de belgische sociale zekerheid en gezondheidszorg, koelt zijn
grootste datacentrum in anderlecht sinds kort voor een deel met water uit het naastgelegen
kanaal brussel-charleroi. deze tamelijk unieke aanpak gaat smals naar verwachting een
besparing van 45 % op de energiekosten voor koeling opleveren. in een gesprek met
datacenterworks zet wim de keyser, directeur van smals, de voordelen hiervan uiteen.
kelijk van wat ze nodig hebben.”
Gelet op de groei van de afgelopen jaren en
op de geprojecteerde groei voor de komende
jaren, besloot Smals tot een herstructurering
van deze datacenters. De twee kleinere (sa­
men goed voor ongeveer 400 m2) gaan op
termijn dicht en in plaats daarvan wordt een
nieuw datacentrum bij station Brussel-Noord
in gebruik genomen. De bouwwerkzaam­
heden hiervoor zijn inmiddels begonnen, de
aanbesteding voor de inrichting is lopende.
Dit datacentrum, dat eveneens een vloerop­
pervlak zal krijgen van ongeveer 1.000 m2
(nuttige computerruimte, bruto 1.800 m2),
moet in januari 2013 operationeel zijn.
Als onderdeel van deze herstructurering is
ook het datacentrum in Anderlecht met een
aanzienlijke investering flink onder handen
genomen. Zo zijn er onder meer nieuwe
stroomleidingen gelegd vanaf de elektrici­
teitscentrale om de stroomcapaciteit te kun­
nen verdubbelen. Daarnaast is kritisch geke­
ken naar de energie-efficiëntie en hier bleek
nog flinke winst te kunnen worden geboekt.
uit ons jasje gegroeid
“We maken gebruik van het groeimodel voor
datacenters en daardoor wisten we al dat we
over enige tijd uit ons jasje zouden groeien.
Vandaar dat we ons hele datacenterconcept
De eerste PUE-cijfers
duiden inderdaad op
een fors lager
energiegebruik.
opnieuw onder de loep hebben genomen. Dit
valt samen met de ‘verhuis’ (verhuizing op z'n
Vlaams, red.) van twee verouderde sites naar
een nieuw en modern pand bij station Brus­
sel-Noord, waar ook ons nieuwe datacentrum
wordt gebouwd. In Anderlecht hadden we
meer capaciteit nodig en dat betekent auto­
matisch meer koeling. Tot dusver deden we
dat ’s zomers met airconditioners, waarvoor
we het n+1-systeem gebruiken: er is dus altijd
een reserveairco voorhanden. Maar na de up­
grade zouden we naar 2xn moeten (twee keer
de nodige capaciteit, volledig ontdubbeld).
We hebben ons afgevraagd of dit niet anders
kon”, vertelt De Keyser over dit project.
“Het toeval wilde dat in het nieuwbouwpro­
ject bij Brussel-Noord ook een appartemen­
tencomplex van veertig verdiepingen komt,
dat met water zal worden gekoeld”, vervolgt
De Keyser zijn verhaal. “Toen ging er bij ons
een lampje branden. We vroegen ons af of we
dcw september | koeling
Het buizensysteem van de waterkoeling.
11
Het toeval wilde
dat er een
appartementencomplex in Brussel
komt, dat wordt
gekoeld met water.
dcw september | koeling
De waterpompen.
12
wij voor ons datacentrum ook waterkoeling
zouden kunnen toepassen. De site in Ander­
lecht ligt namelijk op een twintigtal meters
van het kanaal Brussel-Charleroi. We zijn aan
het rekenen en ontwerpen geslagen en daar
kwam uit naar voren dat dit niet alleen een
levensvatbare oplossing was, maar ook eentje
die ons flink wat energie zou kunnen bespa­
ren.Vervolgens hebben we de benodigde ver­
gunningen bij de Haven van Brussel aange­
vraagd en zijn we aan de slag gegaan. Dat was
overigens een van de weinige pijnpunten in
dit traject, het heeft ons heel wat papierwerk
gekost om al die vergunningen rond te krij­
gen. We moesten zeer gedetailleerd aangeven
hoeveel water we afnamen, hoeveel er weer
terugvloeide, wat de opwarming was, et ce­
tera. Daarnaast hadden we natuurlijk ook een
bouwvergunning nodig voor de uitbreiding
bovengronds, alsmede een vergunning voor
graafwerkzaamheden onder de openbare weg.
Alles bij elkaar heeft dat heel wat inspanning
gekost."
omzichtig te werk
Het leggen van het buizensysteem tussen het
kanaal en het datacentrum werd gecompli­
ceerd door twee omstandigheden. Ten eerste
lagen er buizen langs de openbare weg die
zich tussen het kanaal en het datacentrum be­
vindt. Dus, graven is daar precisiewerk. Maar
belangrijker was dat er langs het kanaal een
gasleiding loopt. “Hier in België hebben we
nog allemaal het beeld op ons netvlies staan
van de enorme gasontploffing in Gellingen in
2004. Daar is toen, ook door graafwerkzaam­
heden, een gasleiding geraakt die later voor
een zware explosie en dito brand heeft ge­
zorgd, waarbij 24 mensen het leven hebben
gelaten. Zoiets wil je natuurlijk niet nog een
keer meemaken, dus uiterste voorzichtigheid
was geboden. Uiteindelijk zijn alle leidingen
zonder problemen geplaatst en hebben we
de waterkoeling in gebruik kunnen nemen”,
zegt De Keyser. Smals heeft twee buizen ge­
legd, een voor de inlaat en een voor de uitlaat.
Bij de plek waar het water binnenkomt is een
filter geplaatst, omdat, in de woorden van De
Keyser en met een typisch Vlaams gevoel voor
understatement, ‘er wel eens dingen in het
kanaal drijven die daar niet echt thuishoren’.
Overigens wordt het water niet gezuiverd.
Met dit binnenkomende koele water wordt
het opgewarmde water in het datacentrum
gekoeld. “Daartoe hebben we een systeem
gemaakt dat lijkt op het koelsysteem van een
kerncentrale: in de grote buis met het kanaal­
Directeur Wim De Keyser van Smals.
water bevindt zich een kleinere buis met ons
opgewarmde koelwater. Het laatste wordt af­
gekoeld en het eerste gaat na gedane arbeid
weer terug het kanaal in – uiteraard een eind­
je verderop”, legt De Keyser uit. “Water blijkt
energetisch gezien zeer effectief: onze model­
len geven aan dat we met een gecombineerde
lucht- en waterkoeling maar liefst 45 % kun­
nen besparen op de kosten voor koeling. Of
we in de praktijk ook daadwerkelijk op dit
cijfer gaan uitkomen, kunnen we nu nog niet
met zekerheid zeggen. Het koelsysteem draait
daarvoor nog te kort (sinds juli jongstleden,
red.). Maar de eerste PUE-cijfers duiden in­
derdaad op een fors lager energiegebruik.”
meer dan tevreden
De Keyser vervolgt: “Zoals ik al aangaf, ge­
bruiken we meerdere koelsystemen. Als het ’s
zomers warm is gaat de airconditioning aan,
is de buitenlucht ’s winters koud genoeg dan
gebruiken we free cooling. Dat laatste heeft
natuurlijk altijd onze voorkeur. De waterkoe­
ling zullen we voornamelijk in het voor- en
najaar gaan gebruiken.”
Terugkijkend op het project zijn de mensen
van Smals meer dan tevreden over de upgrade.
Vooral het feit dat de dienstverlening aan de
aangesloten instellingen geen moment onder­
broken is geweest, wordt als prima prestatie
ervaren. “Dat is toch niet evident als je aan
de hoofdstroomleidingen aan het werk bent”,
vult Jan-Frans Lemmens, woordvoerder van
Smals, aan. “Maar omdat we met een tijdelijke
infrastructuur konden werken, is de stroom er
geen moment af geweest.”
“Het in aanbouw zijnde datacentrum in
Brussel zal ook worden aangesloten op het
nabijgelegen kanaal Brussel-Willebroek”,
vertelt De Keyser. Samen met de nieuwste
technieken op het gebied van ‘groen koelen’
beschikt Smals dan over twee zeer energieefficiënte datacenters, die met hun waterkoe­
ling tamelijk uniek zijn. “Naar ons weten is er
slechts één ander datacentrum in België dat
op deze manier wordt gekoeld, namelijk dat
van Google in Mons.” ■
openbron
Smals volgt de ontwikkelingen in de we­
reld van open-broncodesoftware en open
standaarden al een aantal jaar op de voet. In
2007 verscheen voor het eerst een uitge­
breide inventaris van open-sourcepakketten
die interessant zijn voor grote bedrijven en
organisaties. In juni dit jaar is versie 7 van de
OSS-inventaris gepubliceerd, waarin inmid­
dels meer dan tweehonderd softwarepakket­
ten zijn opgenomen, die een onderzoeker
Slams stuk voor stuk kort bespreekt op de site
van de vereniging.
Meer op http://inventarisoss.smals.be.
advertentie
In samenwerking met
Vaultex heeft Remtech
een computerruimte
gebouwd voor MCB
In opdracht van ICTroom
heeft Remtech een
computerruimte
gebouwd voor
Vanderlande
Remtech leverde in
opdracht van Modulair
een ruimte voor het
Vlaams Parlement
Remtech
Wethouder Raamsstr. 3d
4286 BV Almkerk
T 0183 402277
E [email protected]
I www.remtech.nl
Enabling Fast Deployment...
Deployment...
The AMP NETCONNECT Sigma-Link
Copper Cabling System from
Tyco Electronics is pre-terminated,
100% factory-tested and
easy to install.
KEY PRODUCT FEATURES:
l Plug&Go copper cabling system utilizing: Cat. 7A; Cat. 7; Cat. 6A; Cat. 6; Cat. 5e
l Integrated detection via POF for easy identification/traceability after installation
l Cables in standard lengths or “customized” to minimize unwanted cable
l Patch panels in either flat or angled high density configuration
l Pre-terminated and 100% tested at factory
l Three termination options available: cassette-to-cassette,
cassette-to-jack, cassette-to-open-end-assembly
l 25 year system performance warranty from Tyco Electronics
Tyco Electronics Nederland B.V., Rietveldenweg 32, 5222 AR `s-Hertogenbosch
Tel.: +31-[0]73-6246246, Fax: +31-[0]73-6246958
E-mail: [email protected], Web: www.ampnetconnect.nl
AMP, AMP NETCONNECT, SIGMA-LINK, NETCONNECT, TE Logo and Tyco Electronics are trademarks.
Dauwpuntkoeler koelt warme buitenlucht af
StatiqCooling ventileert
en koelt datacenters
“met de nieuwste koeltechnieken, die gebruikmaken van goed gedoseerde directe buitenlucht
en verdampingskoeling, is al snel een bezuiniging van 80 % te behalen op het energiegebruik
van de koeling van datacenters”, stelt coen binnerts, directeur van statiqcooling. de pue voor
de koeling zou hiermee maximaal 1,1 bedragen. “alles staat of valt met een ventilerend
datacenter.”
StatiqCooling heeft een systeem ontwikkeld waarmee een ‘honderd
procent ventilerend datacenter’ realiteit moet worden. Voordat het zo­
ver is, moet nog wel de nodige angst worden overwonnen, weet ook
Coen Binnerts, de directeur van het Nederlandse bedrijf. “Nog veel
datacenterbeheerders denken dat koelen met buitenlucht schadelijk is
voor de hardware, maar dat is onterecht. Je loopt misschien enig risico
als je naast een olieraffinaderij zit die in de fik vliegt, maar die kans is
bijzonder klein.”
Wel merkt Binnerts dat buitenluchtkoeling steeds breder wordt geac­
cepteerd. “In 2009 werden we tijdens een presentatie van het concept
nog met stokken de tent uitgeslagen. Nu hebben we van iedereen de
aandacht. Ik verwacht dan ook dat uiteindelijk de hele datacenterwereld
overstapt op koeling met buitenlucht.”
warmtewisselaar
StatiqCooling is producent van warmtewisselaars die oorspronkelijk
zijn ontwikkeld voor de utiliteitsbouw. “Via Jo van de Pas van Data­
Center Infra Solutions zijn we in contact gekomen met de datacenter­
wereld”, vertelt Binnerts. Met de steun van onder andere SenterNovem
Werking van de StatiqCooling-warmtewisselaar.
(thans Agentschap NL) werd een pilotproject opgezet voor SmartDC
dat is gevestigd in de Rotterdamse Van Nelle Ontwerpfabriek. Statiq­
Cooling zorgde hierbij voor de aanvoer van gekoelde lucht en Data­
Center Infra Solutions voor de verdeling van de gekoelde lucht via het
ActiefKoeldak.
“Ons concept bleek verrassend goed te werken in een datacenter”, con­
cludeert Binnerts. “De beperking die kleeft aan onze oplossing, is ook
niet zo relevant voor een datacenter. Om een kantoorgebouw te koelen
heb je koellucht met een temperatuur van zo’n 17 °C nodig en dat ha­
len we met ons systeem vaak niet. Een datacenter heeft zo’n 23 °C nodig
en dat halen we eigenlijk altijd wel. Daarmee wordt het een heel valide
systeem voor datacenters.”
Zo gaat SmartDC de inzet van StatiqCooling verder uitbreiden en heeft
ook een ander groot datacenter voor haar uitbreiding gekozen voor dit
systeem.
verdampingskoeling
Binnerts omschrijft StatiqCooling als een ‘ventilatiesysteem dat ook
koelt’. Gedurende het grootste deel van het jaar – volgens de leverancier
zelfs zo’n 97 % van de tijd – is de buitenlucht koud genoeg om direct
te gebruiken om de IT-apparatuur te koelen. StatiqCooling doet dan
verder niets met de buitenlucht en in de meeste gevallen zal de binnen­
komende lucht om de warmtewisselaar heen worden geleid. “Pas als de
buitenlucht te warm is om te koelen, moet je daar iets mee doen”, zegt
Binnerts. “Dan heb je de keuze om te koelen met een koudwatercircuit,
DX-koeling of met waterverdamping.”
StatiqCooling heeft de laatste optie geschikt gemaakt voor datacenters.
“Water is een zeer efficiënt koudemiddel; er wordt veel energie aan de
omgeving onttrokken op het moment dat je een liter water verdampt.
Uiteraard kost het verdampen van water ook energie, maar dat staat
dcw september | koeling
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
15
in geen verhouding tot het energiegebruik van bijvoorbeeld een DXkoeling. Daar komt bij dat water heel goedkoop is en dat je het kunt
laten ontsnappen zonder dat het milieu daarvan hinder ondervindt”,
zegt Binnerts.
werking statiqcooling
Als de verdampingskoeling actief is – bijvoorbeeld bij een buitenlucht­
temperatuur van boven de 24 °C – ziet de werking van het systeem er
als volgt uit. De buitenlucht wordt via een ventilator naar binnengehaald
en door de warmtewisselaar geleid. Deze warmtewisselaar, die wordt
ingebouwd in een luchtbehandelingskast, bestaat uit dunne platen met
daartussen ruimten die fungeren als luchtkanalen voor het doorlaten
van de lucht. Doordat weerstand ontstaat in het kanalensysteem keert
een deel van de gekoelde lucht (30 %) met 180 graden om en gaat weer
terug de warmtewisselaar in. Dit is de proceslucht die wordt gebruikt
om de buitenlucht te koelen.
De proceslucht passeert een hygroscopische laag (een soort doek) die
op de platen is aangebracht en die vochtig wordt gehouden met water
uit de waterverdeelbak, die boven op de warmtewisselaar zit. Wanneer
de proceslucht passeert, verdampt het water waardoor de luchtkanalen,
waarlangs de buitenlucht de warmtewisselaar passeert, worden gekoeld.
De proceslucht is bovendien afgekoeld als het aan zijn terugtocht begint
dcw september | koeling
‘Pas als de buitenlucht te warm is
om te koelen, moet je daar iets
mee doen.’
16
en zal daardoor voor koeling zorgen in de warmtewisselaar. Hierdoor
kunnen lagere temperaturen worden gehaald dan met andere adiabati­
sche koelsystemen.
Volgens Binnerts is op de ‘warmste zomerdag van het jaar’ zo’n 1.500
liter water per uur nodig om 1 MW aan vermogen te koelen. “Dat lijkt
misschien veel, maar bij gebruik van koeltorens ligt het waterverbruik
nog altijd zo’n twintig keer hoger.” Bovendien is het niet strikt noodza­
kelijk de warmtewisselaar te bevochtigen met leidingwater. “Elke vorm
van water is goed. Regenwater is zelfs nog beter, omdat hier minder
kalk in zit. Maar je kunt ook zout water gebruiken. We voeren nu een
duurzaamheidstest uit in het Dolfinarium in Harderwijk en de eerste
resultaten zijn positief. We hadden een grote bak met zout water nodig
en die hebben ze daar”, zegt Binnerts met een lach.
dauwpuntkoeler
“Het feit dat we niet de buitenlucht als proceslucht gebruiken en die
bevochtigen, maar de reeds afgekoelde lucht die extreem veel water kan
opnemen, maakt dat StatiqCooler een dauwpuntkoeler is”, legt Bin­
nerts uit. “Stel, je hebt een warme zomerdag en het is ’s ochtends 14 °C
met een hoge luchtvochtigheid zodat het gras nat is. De absolute lucht­
vochtigheid is dan 100 %. Als de zon vervolgens gaat schijnen, wordt de
lucht warmer, maar de absolute luchtvochtigheid blijft gelijk. Bij 28 °C
is de relatieve luchtvochtigheid dan gedaald tot 40 %. In theorie kunnen
we dan terugkoelen tot 14 °C, oftewel het dauwpunt.Verder kan niet.”
Bij dauwpuntkoeling kan volgens de directeur een lagere temperatuur
worden bereikt dan bij vormen van adiabatische koeling, waarbij vocht
aan de lucht wordt toegevoegd en de natteboltemperatuur de maximaal
haalbare ondergrens is. Aan de hand van het diagram van Mollier maakt
Binnerts duidelijk dat de natteboltemperatuur op een warme dag zo’n
4 °C hoger ligt dan de dauwpunttemperatuur. Bij een temperatuur van
28 °C en een relatieve luchtvochtigheid van 50 % is met dauwpuntkoe­
ling een theoretische minimumtemperatuur haalbaar van 16,5 °C (het
dauwpunt). Bij adiabatische koeling is het theoretisch haalbare mini­
mum 20,5 °C (de natteboltemperatuur).
Uit het diagram wordt eveneens duidelijk dat de grootste winst valt te
behalen bij een lage luchtvochtigheid. “In bijvoorbeeld Saudi-Arabië
werkt het systeem perfect, maar in de tropen heeft het geen zin; dan
moet je conventioneel koelen.”
luchtvochtigheid reguleren
Door het datacenter te ventileren haal je de luchtcondities van buiten
naar binnen. “Dat is onontkoombaar”, weet ook Binnerts. Maar wat te
doen als de relatieve luchtvochtigheid te laag of juist te hoog is? “Lucht­
vochtigheid kunnen we aan de onderkant goed reguleren door warme
lucht wat af te koelen; het vocht dat we door verdamping creëren, voe­
ren we terug het systeem in. Aan de bovenkant kunnen we niet regule­
ren en dat doen we dus ook niet. Het zou kunnen zijn dat we daardoor
de Ashrae-normen gedurende een paar uur per jaar overschrijden, maar
dat vormt geen enkel probleem. Voordat de lucht bij de processor is, is
de luchtvochtigheid alweer gedaald.”
gat in de muur
Als groot voordeel van StatiqCooling noemt Binnerts het feit dat het
systeem, zoals de naam al aangeeft, nauwelijks bewegende onderdelen
bevat. “Een ventilator gaat eigenlijk nooit stuk en aan de warmtewis­
selaar zit helemaal niets!”Volgens hem is het systeem ook eenvoudig te
implementeren zonder grootscheepse wijzigen door te moeten voeren
in het datacenter. “Je hebt een gat in de muur nodig, maar dat is het wel.
En je moet zelf openstaan voor koeling met buitenlucht.” ■
‘In bijvoorbeeld Saudi-Arabië
werkt het systeem perfect, maar
in de tropen heeft het geen zin;
dan moet je conventioneel
koelen.’
advertentie
Betrouwbare en voorspelbare noodstroomoplossingen hoeven
niet complex te zijn. Active Power UPS-systemen en continue
vermogensoplossingen bieden een energierendement van 98%
en een maximale bescherming van uw bedrijfsprocessen tijdens
een spanningsverstoring of netuitval. De continuïteit van uw
Noodstroomoplossingen | UPS-systemen
PowerHouse Continue
Noodstroomoplossingen
• Schaalbare standaardconfiguraties
• Hoogrendementarchitectuur
• Modulaire en/of mobiele
totaaloplossing
onderneming is hierdoor gegarandeerd.
Services
In Nederland vertrouwen o.a. Terremark en de Radbout Universiteit
• Design engineering
• Projectmanagement en implementatie
• Complete lifecycle management
Nijmegen al op de beproefde en bewezen technologie van
Active Power. Neem contact met ons op en ontdek hoe efficiënt,
UPS-Systemen
• CleanSource vliegwiel UPS
• 120-1500 kVA-systemen
• Levert het vermogen om korte
onderbrekingen en de tijd tussen
netuitval en opstart van een
generator te overbruggen
• Parallel mogelijkheid voor multimegawattoplossingen
• Eenvoudige redundantie
Meer weten? Kijk voor meer informatie op www.activepower.com of neem
contact met ons op
+31 23 822 21 43;
[email protected]
betrouwbaar en groen uw noodstroomvoorziening kan zijn met
Active Power.
©®TM
2011 Active Power, Inc. All rights reserved.
Datacenter-infrastructuurmanagement (2)
Verticaal koppelen
met Emerson en CA
datacenter-infrastructuurmanagement (dcim) wil voor de ‘fysieke laag’ in het datacentrum
hetzelfde bereiken als itil voor de it-laag. essentieel hiervoor is de integratie van alle
verschillende soorten ‘ijzer’, qua metingen en capaciteitsbeheer. daarna moet dat ook nog
eens worden gekoppeld aan de feitelijke it-services. emerson heeft veel koppelingen in
combinatie samen met itil-gerelateerde oplossingen van ca. de ‘bottom line’: grote potentie,
maar ook grote complexiteit.
Erik de Ruijter is IT-architect bij ABN-Amro Bank
dcw september | beheer
In een serie van twee verhalen inventariseren we de markt van
datacenter-infrastructuurmanagement. In het eerste artikel kwam
de ‘horizontale’ integratie aan de orde. Welke verbanden zitten er
tussen de soorten metingen? En waarin onderscheiden twee toon­
aangevende leveranciers zich? In dit tweede artikel komt vooral de
‘verticale’ integratie aan bod. Hoe wordt een DCIM-tool aan de
Itil-wereld gekoppeld? En wat biedt DCIM zelf aan server- en im­
pactbeheer?
16
Datacenter-infrastructuurmanagement (DCIM) bevindt zich qua vol­
wassenheid nu op hetzelfde niveau als Itil-denken en tooling pakweg
vijftien jaar terug zaten. Doordat alle datacenterinfrastructuur nu via IP
benaderbaar is, wordt een vergelijkbare integratie mogelijk, zoals we die
bij de serverapplicaties kennen. De nadruk ligt op configuratiebeheer,
energiegebruik en trends en de veranderingen daarbinnen; fouten in
pakweg de pdu of Crac is geen primair DCIM-aandachtsgebied.Tevens
is enige vorm van CMDB (configuration management database) aan­
wezig voor koppeling van alle soorten configuraties.
De grote vraag die niet in de DCIM-tooling van Raritan en nlyte is
ingevuld, is foutbeheer. Deze twee leveranciers, beiden niet aan be­
paalde hardware gekoppeld, laten dat over aan de ‘boxmanagers’ voor
bijvoorbeeld pdu en Crac die dan zelf weer kunnen koppelen aan een
Itil-eventbeheerder. Emerson daarentegen levert momenteel zowel een
boxmanager voor de eigen (Liebert) powerbeheeronderdelen als twee
andere DCIM-bouwstenen. In Emersons nieuwe Trellis-lijn gaan die
drie werelden samenkomen, inclusief koppeling naar Itil. De (relatief
essentiële) rol van een Itil-eventmanager in het totale plaatje komt aan
de hand van CA Spectrum aan de orde.
afkomst en bouwstenen
Het Amerikaanse Emerson Network Power is wat betreft datacenter­
aanbod afkomstig uit de airco- en pdu-wereld; daarnaast biedt het be­
drijf industriële automatisering en dataopslag. Overnames van Avocent
(KVM), Liebert (ups en ook voeding) en Aperture (capaciteitsbeheer)
hebben de positie in datacenterinfrastructuur beduidend completer
gemaakt. Trellis komt pas voorjaar 2012 in een eerste complete versie
beschikbaar; daarom is het wel zo eerlijk de huidige Emerson-tooling
kort te bespreken.
Trellis gaat in de eerste ronden geen compleet nieuwe functionaliteit
Emerson migratiepad.
De Trellis-familie.
breedte als Avocent Datacenterplanner, inclusief ups- of Crac-appara­
tuur, die niet afkomstig is van Emerson, en zaken als luchtvochtigheid
en temperatuur. De behandeling van de events is echter, door de scope
van de metingen, vrij basaal. Filtering en aggegratie zijn mogelijk, even­
als een beperkte ‘correlatie’ tussen bijvoorbeeld de pdu en de ups’en die
er serieel aangekoppeld zijn. Relatie met heel andere soorten metingen
kan niet. Er is geen ‘bronoorzaakbepaling’ en er ontbreekt een definitie
welke fysieke servers er op die voeding trekken en welke businessap­
plicaties erop draaien ontbreekt. De vraag is in welke mate Emerson die
beperkingen wil gaan oprekken en voor welke stukken, behalve DCIM,
toch echt Itil-tools nodig zijn voor een compleet low-level eventbeheer.
de trellis-plannen
Zoals reeds gemeld gaan de eerste Trellis-releases om een betere inte­
gratie van metingen en om DCIM-inzicht. Pas later moet boven op
het dan volwassen platform geheel nieuwe functionaliteit ontstaan.
Beoordelen van de tools kan vanzelfsprekend nog niet, want er zijn
Over Emerson kunnen we stellen
dat Trellis op alle vlakken
vooruitgang lijkt te gaan bieden,
en op weg is naar een leidend
geïntegreerd DCIM-platform.
dcw september | beheer
leveren, maar zorgt voor een veel nauwere integratie van alle deel­
functies. De beoordeling van Trellis kan dan ook al gedeeltelijk door te
kijken naar Aperture, Avocent Datacenterplanner/DSView en Liebert
SiteScan.
Aperture is de softwarefamilie voor configuratiebeheer en perfor­
mancemetingen. Het richt zich speciaal op racks en pdu’s en meet wat
er aan servers is geplaatst en hun energiegebruik. Integratie is aanwezig
met heel wat merken hardware en boxmanagers, en Aperture slaat dit op
in een eigen CMDB. De ‘integrated resourcemanager’ geeft alle trends
qua energiegebruik en resterende capaciteit. Ook kent Aperture ‘watals’-scenario’s.
Avocent is niet alleen een Emerson-merk voor hardware, vooral KVM’s,
maar ook van een brede boxmanager. De DSView 3 is een tool dat
KVM’s op afstand bedient, maar ook pdu’s en ‘service-processorgate­
ways’ binnen rack- en bladeservers. En Avocent Datacenterplanner is
nog veel breder dan Aperture wat CMDB betreft; hij probeert als echt
DCIM-configuratiebeheerder de pdu, Crac, ups en alle aanverwante za­
ken vast te leggen en met wat-als-scenario’s een paar stappen vooruit te
denken. Deze twee tools bieden, zoals de meeste DCIM-tools, nauwe­
lijks eventbeheer. Alleen DSView 3 kan de losse events van de beheerde
KVM’s en pdu’s en (beperkt) Windows- en Linuxservers tonen, maar
niet correleren.
De Liebert-toolset zit heel anders in elkaar. SiteScan en Nform zijn
boxmanagers, net als DSView, maar primair gericht op foutbeheer en
een deel performance. Ze zitten dus een beetje in de categorie van
HP Systems Insightmanager en Oracle Enterprisemanager: bedoeld als
breed inzetbare boxmanager voor alle vergelijkbare soorten hardware,
van verschillende merken. En bij de Liebert-tools zijn events moge­
lijk van alle ethernet-aangesloten fysieke infra. Dus ongeveer dezelfde
17
dcw september | beheer
18
momenteel slechts beperkte bètaversies, maar op basis van de Emersondocumentatie geven we een voorproefje.
Het idee is om één meetappliance te bieden, en daar bovenop software­
modules. De Trellis-appliance kan communiceren via zowel IP als seriële
verbindingen (voor legacy boards en KVM’s), en de appliance doet alle
informatievergaring. De softwaremodules heten gezamenlijk de Trellis
Applications suite, en kunnen apart van elkaar worden gebruikt en via
onderlinge integratie. De modules met hun beknopte functionaliteit:
• Inventory manager is dé CMDB-beheerder en registreert alle data­
centerapparatuur. Tot aan fysieke hosts toe; de laag binnen Windows
en/of Linux en de hypervisor is buiten scope.
•Configuration manager bouwt voort op Inventory manager en kent
extra aspecten, zoals relations en clusters.
• Facilities manager doet performance- en capaciteitsmetingen inclu­
sief trendgrafieken en daarmee voorspellingen. Verder geeft hij ook
een blik op de monitorgegevens per onderdeel, want die spelen een
rol bij bepaling hoe het apparaat eraan toe is.
• Change planner is een workflowtool dat de gegevens van Inventory
manager inzet. Alle wijzigingen worden netjes gepland en daarna
doorgevoerd; hij zit nog niet op echt wat-als-scenarioniveau, maar
dat zou in latere versies kunnen gaan komen.
• Operations manager is vergelijkbaar met Facilities manager doch dan
meer gericht op realtime inzicht. Hij beantwoordt vragen, zoals wat
er op dit moment beschikbaar is aan reservecapaciteit.
• Trellis monitoring is de directe opvolger van Liebert SiteScan, en
vergaart alle realtime events van de diverse devices.
Door de bank genomen bereikt Emerson met al deze modules onge­
veer het functiegebied dat we ook bij Raritan en nlyte zagen: volledig
configuratiebeheer inclusief changes, performance- en capaciteitsbe­
heer. Een gedetailleerd oordeel welk tool beter is qua deelgebied, valt
nog niet te geven vanweg het bètakarakter van Trellis. De ‘voorgangers’,
zoals Datacenterplanner, hebben echter hun unieke punten die zeker in
Trellis behouden zullen blijven. Naast deze drie functies heeft Trellis dat
vrij unieke extra onderdeel, de monitoring. Het biedt filtering, aggre­
gratie en correlatie. De vraag; waarom we voor DCIM-foutbeheer nog
een Itil-beheertool nodig hebben, is dan ook legitiem.
Het antwoord is vrij duidelijk en zal in de CA-uitwerking ook vanaf de
andere kant helder worden. DCIM-tools hebben door hun aard slechts
een ‘deel van de keten’ in beeld, net zoals bijvoorbeeld Microsoft System
Center nooit in staat is een ‘end to end’-applicatie inclusief netwerk­
route te beheren. De DCIM-tools kennen de wereld ‘onder’ de servers,
en misschien de hosts. En sommige gaan een stapje verder door ‘indirect’
applicaties te meten; nlyte bijvoorbeeld via VMware-support en Rari­
tan door een soort poll op netwerkverkeer. Maar ze beheren niet de
switches en andere netwerkonderdelen. Ze weten niet in detail hoe een
3-tierapplicatie over VM’s is verdeeld. En missen vaak fijne details over
DMZ-apparaten. Daardoor kunnen ze best bepaalde conclusies over
foutevents trekken, maar nooit een overall bronoorzaak. En evenmin de
SOI-servicemodel in console.
‘business service-impact’ van een storing, dus welke SLA er uiteindelijk
in de problemen kan komen, en dat is mede bepalend voor de prioriteit
van een probleem in bijvoorbeeld de Crac of ups.
Vandaar dat de fysieke datacenterwereld, onvermijdelijk, de Itil-even­
tbeheerwereld nodig heeft voor overall foutbeheer. En die is erg blij
als een DCIM-laag aanwezig is, want dat ‘praat’ voor hem veel mak­
kelijker dan dat hij zelf pakweg vijf tot tien aparte boxmanagers moet
integreren.
itil boven op dcim
Een van de vier grote Itil-beheersuites zijn de families van CA Techno­
logies. Voor de paraplu boven DCIM-beheer gaat het om CA Service
assurance, en in die familietak is Spectrum infrastructure manager de
hoeksteen met daarbovenop Operations insight.
We bespreken de modules vanaf de voor DCIM-relevante impactvraag
‘afdalend naar de datafeed’.
CA Service Operations insight (SOI) is het tool dat inzicht geeft in de
impact van technische verstoringen op de businessservices, oftewel de
heilige graal van de Itil-wereld. Een ‘service’, zoals webshopapplicatie,
hr-systeem of bedrijfsrestaurant, staat in de console en via inzoomen is
te zien welke keten daarachter valt: applicatielagen X,Y en Z, draaiend
op VM’s P, Q en R. Daarachter, veel interessanter voor de technisch
beheerders, de hosts die de VM’s in de lucht houden, en de hele keten
van pdu, ups, Crac, KVM of wat er ook maar in het datacenter ‘indirect
diensten verleent’.
CA zelf levert een aantal domainmanagers die data aan SOI kunnen
voeden via de Catalyst interfacebus: onder andere de NetQos suite voor
diepe netwerkmetingen, eHealth performance voor infraperformance
en Application performance voor responstijden. Ook kunnen externe
subdomeinmanagers, zoals Microsoft Scom of NetApp, er direct op in­
prikken, want zij kunnen zelf ‘bronoorzaken’ bepalen binnen hun scope.
Alles gebruikt configuratiedata, uit eigen CMDB’s of via die van CA.
Problemen worden gecategoriseerd als zijnde availability, quality of riskgerelateerd. De eerste heeft de hoogste prioriteit, maar ook een inzak­
kende performance of een wegvallende back-upserver inclusief ups kan
een spoedige datacenteractie vereisen.
Emerson SiteScan, en naar verwachting ook Trellis, is echter zelf niet
voldoende krachtig om een bronoorzaak te bepalen en komt dus binnen
via CA’s belangrijkste domainmanager voor infrastructuur: Spectrum
infrastructure manager. Dit is een zwaargewicht eventcorrelatie-engine,
en doordat hij zowel Emerson-events als de server- en netwerkstatus
binnenkrijgt, heeft hij het overzicht om de bronoorzaak van een pro­
bleem te bepalen. In het SOI-dashboard zien we vervolgens de business­
services, en neemt de Itil-beheerder beslissingen over het incident.
Daarna zet een ‘omgekeerde commandoketen’ zich in gang. Vanuit de
CA-console kan, als we de koppeling goed configureren, een Trellisconsole worden gestart in elk geval om op de problemen in te zoo­
men. Daarna moet de technisch beheerder het roer overnemen en, met
zijn eigen Trellis-console, acties in gang zetten om bijvoorbeeld upsverbindingen om te leggen of pdu’s bij te schakelen, Zo nodig nadat
eerst de serverbeheerder de VM-load naar elders in het serverpark heeft
verlegd. Dus hoezeer DCIM ook een veelbelovende nieuwe wereld is,
voor bepaalde taken kan hij niet zonder de ‘verticale’ integratie met een
Itil-oplossing, zoals Spectrum infrastructure manager.
dcim-balans
We hebben geprobeerd de ontluikende markt van Datacenter infra­
structure management in kaart te brengen. Een goede toolset biedt
zowel ‘horizontale’ als ‘verticale’ integratie. Horizontaal vooral in con­
figuratie- en performancemanagement voor alle soorten hardware op
de vloer, van Crac en pdu tot ups; inclusief realtime beheer voor ener­
giegebruik. En verticaal door koppeling met de Itil-laag die informatie
over servers, software en netwerkcomponenten bevat. Op welke manier
SOI-dashboard.
we foutbeheer voor datacenterapparatuur aanpakken, via het DCIMtool zelf of via aparte boxmanagers bij bijvoorbeeld ups en Crac’s, ligt
open. Emerson biedt met zijn huidige producten een brede dekking
en een voldoende ‘verticale’ koppeling met Itil-tools, zoals het hier be­
sproken CA. Maar dit is een voorbeeldkoppel; Emerson integreert met
bijvoorbeeld HP en Spectrum met nlyte, raritan, APC en al die andere
vendoren.
Over Emerson kunnen we stellen dat Trellis op alle vlakken vooruit­
gang lijkt te gaan bieden, en op weg is naar een leidend geïntegreerd
DCIM-platform.Van CA Technologies weten we, want goede wijn be­
hoeft geen krans, dat het bedrijf zich eveneens in DCIM-integratie een
leidend Itil-platform toont. ■
Van CA Technologies weten we
dat het bedrijf zich ook in DCIMintegratie een leidend Itilplatform toont.
advertentie
Nooit meer blindvliegen en een minimale PUE
Ons Datacenter Monitoring & Control Systeem (DMCS) is
gebaseerd op open industriële standaarden. Ons pakket wordt
wereldwijd gebruikt voor meer dan 1.000.000 bedrijfskritische
applicaties.
Perf-IT richt zich op betrouwbare real-time monitoring &
control toepassingen voor datacenters. Met meer dan 25 industriële-ITers zijn wij goed uitgerust voor het monitoren en
optimaliseren van uw datacenter.
Het DMCS van Perf-IT is een real-time integratie-, toezicht- en
besturingsplatform voor computerruimtes en datacenters voor
alle apparatuur ongeacht merk of type. U kunt hiermee de
performance van uw datacenter benchmarken en omzetten
in bruikbare KPI's (van Green Grid of anderen) en gebaseerd
hierop uw operatie automatisch optimaliseren.
Wij zijn er trots op dat verschillende toonaangevende data­
centers in Nederland Perf-IT gebruiken voor hun dagelijkse
operatie.
Perf-IT wordt ook ingezet voor de besturing van uw klimaat­
beheersing. Het gewenste koelvermogen wordt dan auto­
matisch aangepast aan de buitentemperatuur, luchtvochtigheid, de bezettingsgraad en het drukverschil tussen de koude
en warme gang.
Perf-IT B.V.:
Het is vooral de combinatie
tussen efficiënt
powermanagement en
intelligente klimaatbeheersing
die tot meer energie-efficiënte
informatietechnologie leidt.
T +31 (0)184 43 54 30 | E [email protected] | I www.perf-it.eu
na twee jaar intensief bouwen heeft switch datacenters in augustus de eerste fase afgerond
van zijn hypermoderne datacenter in amsterdam zuidoost. de eerste klant in switch ams1 is de
internet unie die 700 m2 datacenterruimte afneemt.
Hans Vandam is freelance journalist
Eerste faciliteit van nieuwe leverancier
Switch opent datacenter
in Amsterdam
carrierneutraal
Met een capaciteit van meer dan 1.500 racks
en 60.000 servers biedt Switch naar eigen
zeggen een ‘direct antwoord op de groeien­
de vraag naar kwalitatief hoogwaardige car­
rierneutrale datacenterruimte in Amsterdam’.
De leverancier noemt als groot voordeel van
Switch AMS1 dat het is gevestigd in Amster­
dam Zuidoost, een gebied met één van de
hoogste dichtheden aan glasvezel in de grond
van internationale carrier-backbones in de
wereld. Op dit moment is Switch AMS1 al
aangesloten op 460 glasvezelverbindingen van
veertig verschillende carriers.
Door gebruik te maken van efficiënte free
cooling en cold corridors belooft Switch een
PUE te realiseren van tussen de 1,2 en 1,3.
“Dit lagere stroomverbruik biedt een direct
prijsvoordeel van circa 25 % aan onze klan­
ten vergeleken met de meeste datacenters
in Europa”, zegt Gregor Snip, oprichter en
commercieel directeur van Switch Datacen­
ter Group.
Het nieuwe datacenter heeft in de eerste fase
een stroomcapaciteit van 5 MW. Het gemid­
delde vermogen per rack bedraagt 5 kW.
‘Hot-swappable no-break N+2’ ups’en moe­
ten zorgen voor een continue stroomvoorzie­
ning.
partners
Compertius Total Datacenter Solutions was
de primaire partner voor de ontwikkeling van
het datacenter. “Naast up-to-date en relevan­
te kennis en engineeringcapaciteiten, heeft
Compertius meer dan tien jaar ervaring in
24x7 operations management van datacenters.
Deze ervaring brengt een enorm voordeel ten
opzichte van traditionele en vooral technisch
georiënteerde marktspelers”, stelt Snip. Ande­
re partners die bij de bouw betrokken waren,
zijn Rittal, Alteco, AEG en Juniper. ■
switch ams1 in cijfers
• 5 MW stroomcapaciteit (1ste fase)
•Volledige N+1 redundancy op stroom en
koeling
•5 layer security principe
•2 meet-me-rooms voor redundante
verbindingen naar carriernetwerken
•Tot 7,4 kW (32 A) aan verbruik per rack
•ISO 27001- en 9001-certificering
(lopende aanvraag)
•24x7 on-site security en toegang tot het
datacenter
dcw september | praktijk
Switch Datacenters is een nieuwe leveran­
cier van datacenterruimte aan vooral ips’s,
systeemintegrators en grote webomgevin­
gen. Switch AMS1 is het eerste datacenter
van Switch Datacenters en telt in de eerste
fase een vloeroppervlak van 4.100 m² en in
de tweede fase een totaal vloeroppervlak van
8.320 m². Het datacenter is klimaatneutraal en
beschikt over uitgebreide faciliteiten op ge­
bied van security, stroom, koeling en glasvezel.
23
Rol van storage bij transformatie
Van datacenter naar
informatiecenter
de rol van datacenters van organisaties en de techniek in die datacenters
veranderen. de komst van virtualisatie heeft de manier waarop organisaties hun
datacenter benaderen en hun verwachtingen over hoe het de algemene
bedrijfsstrategie ondersteunt, fundamenteel veranderd.
dcw september | management
Rob Hilterman, SE-manager van Hitachi Data Systems
24
Nu virtualisatie standaard is geworden voor
datacenters over de hele wereld – onderzoek
van Gartner toont aan dat 80 % van de or­
ganisaties een virtualisatieproject of -pro­
gramma heeft – gaat de interesse uit naar hoe
‘end to end’-virtualisatie de volgende stap
kan zetten naar efficiëntie en performance.
In deze volgende fase van datacentertrans­
formatie wordt verwacht dat elke infrastruc­
tuurlaag (server, netwerk en storage) geïnte­
greerde virtualisatiediensten krijgt. Dit zorgt
voor flexibiliteit en kostenverlaging binnen
de gehele infrastructuur.
De volgende stap in de evolutie van het da­
tacenter, is de ontwikkeling van datacenter
naar ‘informatiecenter’. Hierbij moet je den­
ken aan het bieden van intelligent databeheer
dat zich automatisch aanpast aan bedrijfskri­
tische behoeften. Voor IT-afdelingen repre­
senteert het informatiecenter het uiteinde­
lijke doel: ondersteuning van bedrijfskritieke
processen met weinig manuren en lage vaste
kosten. Maar hoe kan het datacenter trans­
formeren van een functioneel vat, waarin de
informatie zich bevindt, in een duurzame
omgeving en snelle businessondersteuner?
Een aantal recente storage-innovaties is in­
teressant om nader te bekijken en om zo de
infrastructuur te begrijpen die nodig is voor
het informatiecenter van de toekomst.
storagevirtualisatie
Storagevirtualisatie staat toe dat data vrijelijk
kunnen worden verplaatst naar verschillende
storagemedia en kunnen worden toebedeeld
aan de applicatie die ze op dat moment nodig
hebben. Als legacy storageplatforms worden
gevirtualiseerd achter een modern strategisch
platform, krijgen zij alle softwarefunctiona­
liteiten van die storagevirtualisatielaag. Dit
zorgt voor het eenvoudig beheren en rege­
len van storagediensten, zoals replicatie en
thin provisioning, over een heterogeen goed.
Complexe heterogene omgevingen kunnen
door storagevirtualisatie snel overstappen van
onsamenhangende storageoplossingen, naar
een consistente en technologisch geavanceer­
de storagestrategie over het hele informatie­
center.
schijf. Door deze techniek te combineren met
heterogene virtualisatie, wordt dataplaatsing
geautomatiseerd over het hele informatiecen­
ter, in plaats van alleen ‘tiering op één plek’.
Door verplaatsing van dynamisch storage­
bronbeheer van de servervirtualisatie naar de
storagevirtualisatielaag, vereenvoudigt ook
het omgevingsbeheer en worden operatio­
nele risico’s verkleind.
thin provisioning
Veel IT-beheerders gebruiken tegenwoordig
thin provisioning om meer controle te krij­
gen over de stijgende hoeveelheid data. Thin
provisioning gaat de neiging van applicaties
tegen om meer opslagruimte te gebruiken
dynamische en
geautomatiseerde tiering
Recente ontwikkelingen in storage-auto­
matiseringsprocessen zorgen ervoor dat data
automatisch worden verplaatst naar verschil­
lende storage-tiers. Een voorbeeld hiervan
is dat gegevens die applicaties regelmatig
opgevragen, kunnen worden verplaatst naar
een tier nul voor snellere toegang. Andersom
kunnen data die zelden worden opgevraagd,
veilig worden opgeslagen op een minder dure
Het datacenter
evolueert zich van
datacenter naar
‘informatiecenter’
dan echt nodig is. In plaats daarvan onder­
houdt de storagecontroller dit op virtuele ba­
sis met minder fysieke ruimte dan voorheen
was toegewezen. Dit kan worden uitgebreid,
mocht dit voor de applicatie nodig zijn. In
veel gevallen is de initiële hoeveelheid die
wordt geboden echter genoeg. Wanneer dit
wordt ingezet in het hele datacenter, wordt
het voor datacenterbeheerders eenvoudiger
controle te houden over de hoeveelheid data
die nodig zijn voor het opslaan en blijven de
kosten voor de apparatuur overzichtelijk.
IT-problemen kunnen tegenwoordig niet
meer worden opgelost door simpelweg meer
compute-, storage-, of capaciteitsbronnen
in te zetten. Organisaties beginnen storage
te zien als een ‘ondersteunende’ techniek,
in plaats van een puur functioneel onder­
deel van het datacenter. Met de komst van
nieuwe technieken, zoals storagevirtualisatie
en automatische en dynamische tiering van
data gebaseerd op gebruik, zorgt storage voor
toenemende efficiëntie binnen het datacen­
ter. De voordelen van snellere applicaties en
meer en beter beschikbare informatie liggen
voor de hand. De rol van storage hierin wordt
steeds duidelijker. ■
In de volgende fase
van datacentertransformatie wordt
verwacht dat elke
infrastructuurlaag
geïntegreerde
virtualisatiediensten
krijgt
advertentie
DFC² : het geld komt u aanwaaien!
Meer computervermogen op een kleiner oppervlak zorgt voor een stijging van de vraag naar energie-efficiënte
airconditioners voor computerruimten.
DFC², het ‘Directe Vrije Koeling’ concept van Stulz met innovatieve wegklapbare warmtewisselaar, is de meest
milieuvriendelijke en energiezuinige koeloplossing die wordt toegepast in de CyberAir airconditioners.
Ook bij een hoge buitentemperatuur kan dankzij de intelligente DFC² besturing de computerruimte met buitenlucht
vrij gekoeld worden.
Behaal een enorme energiebesparing in uw computerruimte met DFC² !
STULZ Groep BV
Weverij 7-9 1185ZE AMSTELVEEN
Tel.: +31(20) 545 1111
WWW.STULZ.NL
ModuSec-ruimte voor Lets ministerie
‘Bij verhuizing kan
ruimte gewoon mee’
remtech heeft eind juli een modusec-ruimte opgeleverd voor het letse ministerie
van landbouw. door ruimtegebrek in het gebouw van het ministerie is de
dcw september | gebouwtechniek
ruimte buiten op een parkeerdek geplaatst.
26
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
“Voor de bouw van de nieuwe ModuSec-ruimte (modular security) in
de Letse hoofdstad Riga is gebruikgemaakt van diverse EU-fondsen”,
vertelt Bas van Asten, directeur van Remtech Nederland.“Als lid van de
Europese Unie wordt Letland geconfronteerd met uitgebreide regelge­
ving waaraan moet worden voldaan. Een voorbeeld daarvan is dat ook
in Letland al het vee zal worden geregistreerd.”
Een uitbreiding van de IT-omgeving van het ministerie van Landbouw
was hierdoor noodzakelijk. “In het gebouw van het ministerie was ech­
ter geen ruimte meer voor uitbreiding”, zegt Van Asten. “Het is boven­
dien een oud, Russisch gebouw dat niet voldoet aan de eisen van deze
tijd. De beperkte hoogte in het gebouw was ook een probleem.”
parkeerdek
Uiteindelijk is ervoor gekozen om buiten op het parkeerdek een Mo­
duSec-ruimte te realiseren. Eerst is een betonnen ondergrond gestort
om het onder afschot liggende parkeerdek te egaliseren. Daarop is de
computerruimte geplaatst. “Maar op zich is elke ondergrond geschikt
om een ModuSec-ruimte op te plaatsen.” In principe gaat het bij het
Letse ministerie van Landbouw om een tijdelijke oplossing. “Maar niets
is zo permanent als tijdelijk. Een dergelijk project voer je niet voor een
korte periode uit. Maar er bestaat inderdaad een kans dat het ministerie
verhuist naar nieuwbouw en dan kan de ModuSec-ruimte gewoon
mee”, vertelt Van Asten.
De ModuSec room-in-room serverruimte is een modulair bouwcon­
cept waarmee in een zeer kort tijdbestek een gecertificeerde ‘IT secu­
rity room’ kan worden gerealiseerd die IT-apparatuur beschermt tegen
rook, water en vuur. Op het gebied van brandwerendheid is de bescher­
ming tweeledig: fysieke bescherming tegen branddoorslag en brand­
overslag voor de duur van 90 minuten en daarnaast bescherming voor
ict-omgevingen voor de duur van 60 minuten. Behalve tegen brand
beschermt de computerruimte ook tegen rook en hoge temperaturen.
“Zo’n ModuSec-ruimte wordt helemaal op maat gemaakt”, licht Van
Asten toe. In Riga gaat het om een ruimte van 11,50 m lang, 5,30 m
breed en 3,20 m hoog. De ruimte zal verder worden ingericht door de
lokale partner Moduls Riga. ■
advertentie
De Multimaster-Technologie
Modulaire UPS oplossingen
10 – 20 kW Module
met geïntegreerde Decentrale
Parallel Architectuur
Voordelen
• Schaalbaar (tot 120kW per rack)
• Flexibele batterij-configuratie
• Minimale bedrijfskosten
• In normaal bedrijf veilig uitbreidbaar
Technische Details
• THDi < 3 %
• Ingangsvermogensfactor > 0.99
• Efficiency tot 95.5 %
• 100 % actief vermogen bij cos  1
• Vermogensdichte 272 kW/m2
Newave UPS Systems B.V.
[email protected] / www.newaveups.nl
GreenCart vervangt verpakkingsmateriaal
Uniek project in
Groningen
installatietechnisch dienstverlener strukton worksphere is de afgelopen twee jaar betrokken
geweest bij één van de eerste grote nieuwbouwprojecten van de rijksgebouwendienst die via
publiek-private samenwerking (pps) zijn aanbesteed. de nieuwbouw van de dienst uitvoering
onderwijs en belastingdienst in groningen is een bijzonder project dat wordt gekenmerkt
door een hoge mate van duurzaamheid, doordachte innovatie en oog voor de ecologische
omgeving. de gezamenlijke huisvesting biedt naast kantoorruimte ook onderdak aan twee
computerzalen, tweeëntwintig ser- en twee efr-ruimten.
dcw september | praktijk
Cindy van der Helm
28
DUO² (Strukton Worksphere, Ballast Nedam,
John Laing) is verantwoordelijk voor het ont­
werp, de bouw en de financiering van het
nieuwe kantoor van de Dienst Uitvoering
Onderwijs en de Belastingdienst, inclusief het
beheer en onderhoud van het gebouw en de
verzorging van facilitaire diensten voor een
periode van twintig jaar: een DBFMO-aan­
pak (design, build, finance, maintain and ope­
rate). Behalve de kantoorruimte zijn er in het
gebouw, dat een bruto vloeroppervlak heeft
van 48.000 m², twee computerzalen (500 m2
per zaal), tweeëntwintig SER- en twee EFR-
“Veel mensen hebben
werkelijk geen idee
van de kosten van de
te verwerken
materialen”
ruimten. Het project is via een publiek-priva­
te samenwerking aanbesteed. Zo’n pps-con­
structie draagt bij aan transparantie in het
aanbestedingsproces en beperking van de
bouw- en exploitatiekosten en leidt tot in­
novatie, omdat een integrale aanpak vraagt
om nieuwe werkwijzen en oplossingen.
Vanuit Strukton is Raymond van den Tempel
in de ontwerpfase, namens DUO², werkzaam
geweest als lead engineer voor de ict-infra­
structuur. Voor dit project is veel onderzoek
gedaan naar de manier om een integraal ont­
werp op te leveren, waarin alle aspecten mee­
genomen zijn. “Dit was echt een uniek pro­
ject. De outputspecificatie, het bestek met
eisen en wensen, besloeg maar liefst 1098 pa­
gina’s. Ik kon bijvoorbeeld voor het eerst zelf
aan de architect aangeven waar de wanden
van technische ruimten moesten worden ge­
plaatst. Voor mij was dat heel bijzonder, dat
heb ik in al die jaren dat ik dit werk doe nog
niet eerder meegemaakt. De opdracht was het
ontwerpen en realiseren van een Landmark
Building, een opvallend gebouw in een speci­
fieke omgeving, in Groningen. Kijkend naar
het eindresultaat denk ik dat we als team hier­
in goed zijn geslaagd. De specifieke vormge­
ving, de vele betonnen kolommen in het
pand en het ontbreken van een verlaagd pla­
fond heeft het project tot een echte uitdaging
gemaakt.”
Van den Tempel vervolgt: “Het was voor mij
een uitdaging om te bedenken wat het beste
paste in het plaatje van duurzaamheid, flexibi­
liteit, schaalbaarheid, redundantie, doordachte
innovaties en oog voor de ecologische omge­
ving. Als team hebben we zes maanden inten­
sief gewerkt om alle eisen en wensen te ver­
werken in het ontwerp van onder andere de
ict-ruimten. De architect had de contouren
van het gebouw bepaald en daarmee ook het
aantal vierkante meters vloeroppervlak. Het
was een puzzel om aan alle eisen en wensen
van de opdrachtgever te voldoen. Voorname­
lijk de transparantie van het gebouw, de vloer­
belasting van ict-gerelateerde producten
(denk aan ups’en, 19”-cabinets, precisieruim­
tekoelers en dergelijke) en de positionering
van specifieke ruimten waren een hele uitda­
ging.”
duurzaamheid en innovatie
Zoals gebruikelijk is bij een pps-project,
wordt het werk gegund aan de partij met de
slimste totaaloplossing en de beste prijs-kwa­
liteitverhouding. In het geval van dit project
zijn duurzaamheid, innovatie en de ecologi­
sche omgeving belangrijke peilers geweest bij
het gunnen van de opdracht. Strukton Work­
sphere heeft op een juiste manier in kunnen
spelen op deze eisen. De onderneming heeft
dit onder andere gedaan door in te zetten op
vermindering van verpakkingsmateriaal.
Hierbij is gebruikgemaakt van de CO2-pres­
tatieladder en de inzet van GreenCarts.
Naast het ontwerpen van een ict-netwerk was
het voor Van den Tempel een uitgangspunt
om invulling te geven aan de CO2-prestatie­
ladder. De CO2-prestatieladder is een instru­
ment om bedrijven die deelnemen aan aanbe­
stedingen, te stimuleren CO2-bewust te
handelen in de eigen bedrijfsvoering en bij de
uitvoering van projecten. Het gaat daarbij
voornamelijk om energiebesparing, efficiënte
toepassing van materialen en gebruik van
duurzame energie.
Door een fictieve korting te hanteren wordt
de gehele keten gestimuleerd groener te den­
ken en te produceren. Strukton staat op ni­
veau vijf van de CO2-prestatieladder, het
hoogst haalbare niveau.
verpakkingsmaterialen
De beperkte bouwplaatsoppervlakte bij de
nieuwbouwlocatie, evenals de hoogte van het
gebouw (24 verdiepingen) en de beperkte
liftcapaciteit tijdens de bouw, maakte de logis­
tiek tot een uitdaging om invulling te geven
aan terugdringen van verpakkingsmaterialen,
zoals houten pallets, karton en plastic. Daar­
naast was er rondom het nieuwe gebouw zeer
beperkt ruimte aanwezig om afvalcontainers
te plaatsen.
Het terugdringen van verpakkingsmateriaal
woog voor Strukton Worksphere nog eens
extra zwaar, omdat het de eerste organisatie is
die met het gehele concern op niveau vijf van
de CO2-prestatieladder staat. Om die plek op
de CO2-prestatieladder te behouden verlangt
het ook van zijn leveranciers zuinig om te
gaan met grondstoffen en energie. “Dat bete­
kent dat we met elkaar aantoonbaar klimaat­
bewust moeten produceren,” zegt Van den
Tempel.
Samen met Ronald Koelink, datacenterspeci­
alist namens de Dienst Uitvoering Onderwijs,
heeft Van den Tempel bekeken hoe het ver­
pakkingsmateriaal op de bouwplaats tot een
minimum kon worden beperkt. “Tijdens de
inrichting van het uitwijkdatacenter van de
Dienst Uitvoering Onderwijs, dat in april
2010 is opgeleverd, was goed zichtbaar hoe­
veel verpakkingsmateriaal er wordt gebruikt”,
vertelt Koelink. “Voor de 36 racks die we daar
hebben geïnstalleerd, ging het al om vele
kuubs afvalmateriaal. We wisten dat dit anders
moest kunnen. Op ons verzoek om de pdu's
(power distribution unit) op een andere ma­
nier te verpakken heeft leverancier Schleifen­
bauer positief gereageerd.”
Om de plek op de
CO2-prestatieladder
te behouden
verlangt Strukton
ook van zijn
leveranciers zuinig
om te gaan met
grondstoffen en
energie.
dcw september | praktijk
Foto: Roland Koelink
29
co2-prestatieladder
De CO2-prestatieladder is een instrument om bedrijven die deelnemen aan aan­
bestedingen, te stimuleren tot CO2-bewust handelen in de eigen bedrijfsvoering
en bij de uitvoering van projecten. Het gaat daarbij voral om energiebesparing,
het efficiënt gebruikmaken van materialen en het gebruik van duurzame energie.
In eerste instantie is dit instrument door ProRail ontwikkeld en sinds 2009 wordt
het gebruikt voor aanbestedingen in de spoorsector.
Bij de ontwikkeling van de CO2-prestatieladder is gekozen voor twee belangrijke
uitgangspunten, te weten:
• maximale gerichtheid op eigen initiatief, praktische resultaten en innovatie;
• minimale belasting en belemmering van de onderneming door regels en
voorschriften.
De ladder werkt daarom niet met regelgeving voor productiemethoden of pro­
ductvoorschriften, maar schept ruimte voor creativiteit en vernieuwing van be­
drijfsvoering en product. De ambitie is dat bedrijven die zich laten certificeren
volgens de ladder, dit zullen ervaren als een investering die zich onmiddellijk te­
rugverdient in termen van lagere energiekosten, materiaalbesparing en innovatie­
winst.
Het doel van de ladder is om bedrijven te stimuleren de eigen CO2-uitstoot – en
die van hun leveranciers – te kennen (1) en permanent te zoeken naar nieuwe
mogelijkheden om de uitstoot door de eigen bedrijfsvoering en de eigen projec­
ten terug te dringen (2). De ladder stimuleert bedrijven vervolgens om die maat­
regelen daadwerkelijk uit te voeren (3) en bovendien de verworven kennis trans­
parant te delen (4) en samen met collega’s, kennisinstellingen, maatschappelijke
partijen en overheden actief te zoeken naar mogelijkheden de uitstoot gezamen­
lijk verder terug te dringen (5).
De ladder is een concrete uitwerking om te streven naar één helder en toeganke­
lijk instrumentarium voor duurzaamheid bij het gunnen van opdrachten. Het
instrument wordt door overheidsorganisaties en bedrijven gebruikt bij veelal
complexe aanbestedingen. Het uitgangspunt van de ladder is dat inspanningen
worden gehonoreerd. Een hogere score op de ladder wordt namelijk beloond met
een concreet voordeel in het aanbestedingsproces, in de vorm van een – fictieve
– korting op de inschrijfprijs.
Meer informatie: www.SKAO.nl
De GreenCart van Schleifenbauer om pdu’s te vervoeren.
advertentie
greencart
Schleifenbauer heeft de GreenCart-rolcontai­
ner ontwikkeld waarin de pdu’s kunnen wor­
den vervoerd. Hiermee is het gebruik van
verpakkingsmateriaal tot nul gereduceerd. Zo
wordt niet alleen het milieu minder belast,
maar het zorgt tevens voor een aanzienlijke
besparing in kosten en tijd. Bovendien vormt
de GreenCart bescherming tegen diefstal en
beschadiging. “Met de GreenCart kun je de
onderdelen snel en eenvoudig over de weg en
op de bouwplaats verplaatsen. Je kunt meer
producten per vierkante meter kwijt, wat leidt
tot lagere transportkosten en er zijn minder
handelingskosten voor zowel de producent als
de installateur die het product moet verwer­
ken. Er is minder opslagruimte op de werk­
vloer nodig, want het materiaal ligt niet op
een pallet, maar staat verticaal in een afsluit­
bare GreenCart. Ook is de kans op beschadi­
gingen kleiner, omdat het product niet meer
op de grond ligt. Daarnaast hoef je het voor­
heen gebruikte verpakkingsmateriaal niet
meer over de bouwplaats te verplaatsen”, legt
Van den Tempel uit.
“Bovendien”, vervolgt hij, “hebben veel men­
sen werkelijk geen idee van de kosten van de
te verwerken materialen, zoals de pdu’s. Die
liggen normaal gesproken open en bloot er­
gens op een vloer en kunnen zo beschadigen.
Door de toepassing van GreenCarts zijn de
pdu’s op een speciale manier in de rolcontai­
ner bevestigd en dus in beeld. Hierdoor zijn
de werknemers op de bouwplaats zich be­
wuster van het feit dat het om een hoogwaar­
dig product gaat, waardoor ze er automatisch
voorzichtiger mee omgaan. In een werkend
datacenter mag je bovendien geen dozen
meenemen. Dat betekent dat je normaal ge­
sproken buiten het datacenter eerst alles moet
uitpakken. Nu wordt een schone rolcontainer
naar binnen gereden. Het gebruik van de
GreenCart heeft ons uiteindelijk nog veel
meer voordelen opgeleverd. We hebben geen
werk of kosten meer aan het scheiden en af­
voeren van de normale verpakkingsmateria­
len, zoals hout, karton en plastic. Kortom, de
toepassing heeft een win-winsituatie opgele­
verd voor zowel de klant als Worksphere.”
gesteld om tot een vermindering van verpak­
kingsmaterialen te komen. Omdat pdu’s zo
kwetsbaar zijn, moeten ze goed worden be­
schermd, dus verpakt. Met de rolcontainer
zijn ze goed beschermd en hanteerbaar.
Voor ons reden om nu zo vaak mogelijk de
Schleifenbauer GreenCart in te zetten." ■
stimuleren
Schleifenbauer stimuleert het gebruik van de
GreenCarts, zoals de rolcontainers officieel
heten, door ze kosteloos in te zetten. “Het is
ons zeer goed bevallen en het past uitstekend
in onze filosofie om duurzaam te produceren.
Op elk niveau van het productieproces probe­
ren we zoveel mogelijk CO2-uitstoot te voor­
komen”, geeft Ronald Timmermans, direc­
teur marketing van Schleifenbauer aan.“Onze
pdu’s hebben een extreem lange levensduur
waardoor minder grondstoffen worden ge­
bruikt.We selecteren onze leveranciers op ba­
sis van hun omgang met het milieu en onze
toeleveranciers zitten binnen een straal van
50 km, waardoor het transport wordt vermin­
derd. In feite komt het erop neer dat wij
Worksphere dankbaar zijn dat het de eis heeft
Raymond van den Tempel van Strukton Worksphere
over de nieuwbouw van de Dienst Uitvoering Onderwijs
en Belastingdienst in Groningen: “Het was een hele
puzzel om aan alle eisen en wensen van de opdrachtgever te voldoen.”
advertentie
Drie uitdagingen voor iedere datacenter manager –
garanderen van betrouwbaar dataverkeer, plannen voor
toekomstige migratie en energiebeheer
Nexans helpt met betrouwbare netwerkinfrastructuren die een migratiepad
bieden naar hoge data snelheden (40G/100G) en tegelijk meeste potentieel
biedt voor energiebesparing. Met Environmental Monitoring en Access Control
( EMAC ) en LANsense Intelligent Infrastructure Management, biedt Nexans een
compleet pakket van infrastructuuroplossingen voor datacenters.
Nexans Cabling Solutions
Overschieseweg 317
NL - 3112 NC Schiedam
Tel: 010 248 3470 • [email protected]
www.nexans.com/LANsystems
Global expert in cables
and cabling systems
KBC consolideert 23 datacenters op één plek
‘Volledige migratie zal
enige tijd in beslag nemen’
KBC neemt met zijn bank- en verzekeringactiviteiten een prominente positie in op vooral de
Belgische markt en in centraal Europa. De 23 bestaande datacenters in 18 kantoorgebouwen
in Centraal Europa wilde de onderneming op energie-efficiënte wijze consolideren op één
plek, met een uitwijklocatie omwille van redundantie. Na een uitvoerig selectieproces koos
KBC voor Minkels om 460 (maatwerk) datacenterracks en 20 Minkels cold corridors te
leveren. Systeemintegrator Simac verzorgde het projectmanagement.
Hans Vandam is freelance journalist
dcw september | praktijk
KBC is een van oorsprong Belgische financiële onderneming die zich
bezighoudt met retail en private banking, verzekeringen en dienstver­
lening aan mkb en grote bedrijven. De bank staat in de top-3 in België
en is een middelgrote marktspeler in Europa. KBC telt wereldwijd meer
dan 54.000 medewerkers, van wie ongeveer 18.000 werkzaam zijn in
België en ongeveer 36.000 in Centraal Europa. De onderneming die
door een fusie van banken in 1998 is opgericht, kent een lange ge­
schiedenis. De geschiedenis van fusiepartner Cera Bank gaat terug tot
de 19de eeuw.
32
datacenter hongarije
KBC stond voor een belangrijke keuze. “Wij hadden drie opties”, ver­
telt Barry Martens, expert systems engineer bij ict-divisie KBC Global
Services en verantwoordelijk voor de datacenterinfrastructuur van de
bank. “Niets doen en alle bestaande datacenters in Centraal Europa be­
klantvraag
460 datacenterracks met standaardmaatvoering
64 maatwerk datacenterracks (voor Cisco switches)
20 cold-corridorsystemen
Servicenetwerk met Europees bereik
Proactieve en meedenkende businesspartner
Energie-efficiënte oplossingen, bewezen technologie
Zeer flexibele instelling toeleverancier
Scherpe prijs-kwaliteitverhouding
houden, wat op termijn operationeel een kostbare zaak zou worden. Of
in elk land in Centraal Europa twee datacenters bouwen. Wij hebben
echter besloten op één plaats te consolideren. De locatie is Hongarije
geworden.”
Op twee verschillende stukken grond in de regio Boedapest zijn twee
volledig nieuwe datacenters verrezen. De datacenters zijn sinds het
tweede kwartaal van 2011 operationeel en de vier datazalen per gebouw
hebben elk een omvang van 4x500 m2, met een optionele groei naar
6x500 m2. KBC Global Services, de eigen ict-organisatie, heeft zelf het
ontwerp geleid en de bouw van de ruimten geregeld. Er is een tender
uitgeschreven om een toeleverancier voor datacenterracks en cold cor­
ridors te selecteren, waarop acht Europese leveranciers reageerden.
“Minkels stak met kop en schouders boven de andere leveranciers uit”,
zegt Martens. “Technologisch gezien loopt dit bedrijf voorop. De kwa­
liteit van zijn racks en cold corridors, gecombineerd met een scherpe
prijs-kwaliteitverhouding en vooral ook zijn flexibiliteit, maakt het tot
een ideale businesspartner. Ook belangrijk voor ons was of de leveran­
cier in zowel België als Hongarije onsite-services zou kunnen verlenen.
De te kiezen leverancier zou onze huisleverancier in Europa worden.
Minkels is nu de standaard voor heel KBC.”
Systeemintegrator Simac is aangesteld voor het projectmanagement en
voor het concept voor en realisatie van gestructureerde databekabeling.
pue-doelstelling: 1,3
“Het project was complex, met een sterke focus op virtualisatie en
high-densitykoelvermogens, en moest onder grote tijdsdruk worden
gerealiseerd”, legt Martens uit. “Daarom zocht ik geen leverancier die
mij een catalogus voorschotelt. Ik wilde een businesspartner om snel
en economisch tot een technisch adequate oplossing te komen. In de
aanloopfase heb ik mij enorm opgetrokken aan klanten van Minkels. Zij
bleken stuk voor stuk zeer tevreden, maar ook in de uitvoering zijn die
kwaliteiten gebleken.”
De beschikbare stroomcapaciteit zal uiteindelijk 9 MW bedragen, een
omvangrijke energievoorziening. KBC heeft aan de andere kant zeer
ambitieuze doelstellingen in termen van energiezuinigheid – het uit­
eindelijke doel is een PUE van maximaal 1,3 te creëren. “We willen
graag onze CO2-footprint beperken. Een PUE van 1,3 is enorm ener­
gie-efficiënt en we werken er hard aan die waarde te bereiken”, zegt
Martens. “Energiezuinigheid is belangrijk voor ons, maar het moet wel
met bewezen technieken worden gerealiseerd.”
Om een PUE van 1,3 te bereiken gebruikt KBC behalve de energie­
zuinige cold corridors en datacenterracks bijvoorbeeld ook thermische
koeling en energiezuinige ups’en.
cisco switchracks
“De engineers denken proactief met ons mee, dat is wat ik van busi­
nesspartners verwacht”, zegt Martens. “Zo hebben zij een oplossing
bedacht, waarbij we lege racks tijdelijk met folie in plaats van blind­
plates kunnen afsluiten. Dat is technisch en economisch een zeer ver­
antwoorde oplossing.” De huisvesting van Cisco-switches was een van
de grootste uitdagingen voor KBC.“We moesten voor deze switches 64
racks op maat laten maken. High-density- en high-connectivityracks. Er
moest een zijdelingse luchtafvoer komen en de eisen voor bekabeling
en energie-efficiëntie in luchtstromen zijn hoog. Ook daarin hebben
die engineers uitvoerig met ons meegedacht.”
Volgens Martens is Minkels een voorbeeld in de markt als het gaat om
het uitdenken van technische oplossingen in het datacenter. “Tot op
detailniveau zijn oplossingen uitgedacht. Anderen kopiëren veelal wat
Minkels maakt. Zo kun je bijvoorbeeld zijn glazen dakpanelen openzet­
ten, zonder dat wrijving tussen de panelen schade veroorzaakt. En zijn
automatische deursluitsysteem kent in het begin een kleine versnelling
om wrijving van eventueel scheef liggende vloertegels te overwinnen.”
De volledige migratie van apparatuur naar de twee nieuwe datacenters
zal enige tijd in beslag nemen. Naar verwachting wordt het project me­
dio 2013 afgerond.
geleverde oplossing
Minkels leverde 20 cold corridors en 460 datacenterracks met een stan­
daardmaatvoering van 46U, 800 cm breed en 1200 cm diep.Voor Ciscoswitches zijn racks op maat gemaakt, met onder andere een zijdelingse
luchtafvoer en een optimale efficiëntie ten aanzien van bekabeling en
luchtstromen. De engineers hebben uitvoerig meegedacht bij de tech­
nische realisatie van het project en de creatie van energie-efficiëntie in
de geleverde oplossingen. Het Europese servicenetwerk van Minkels
heeft voor de lokale onsite installatie en ondersteuning in Hongarije
gezorgd. ■
’Energiezuinigheid is belangrijk
voor ons, maar het moet wel met
bewezen technologie worden
gerealiseerd.‘
Barry Martens, expert systems egineer bij KBC’s ict-divisie KBC Global Services:
“Het project was complex, met een sterke focus op virtualisatie en high-densitykoel­
vermogens, en moest onder grote tijdsdruk worden gerealiseerd.”
Enabling Fast Deployment...
The AMP NETCONNECT Sigma-Link
Copper Cabling System from
TE Connectivity is pre-terminated,
100% factory-tested and
easy to install.
KEY PRODUCT FEATURES:
l Plug&Go copper cabling system utilizing: Cat. 7A; Cat. 7; Cat. 6A; Cat. 6; Cat. 5e
l Integrated detection via POF for easy identification/traceability after installation
l Cables in standard lengths or “customized” to minimize unwanted cable
l Patch panels in either flat or angled high density configuration
l Pre-terminated and 100% tested at factory
l Three termination options available: cassette-to-cassette,
cassette-to-jack, cassette-to-open-end-assembly
l 25 year system performance warranty from TE Connectivity
Tyco Electronics Nederland B.V., Rietveldenweg 32, 5222 AR `s-Hertogenbosch
Tel.: +31-[0]73-6246246, Fax: +31-[0]73-6246958
E-mail: [email protected], Web: www.ampnetconnect.nl
AMP, AMP NETCONNECT, SIGMA-LINK, NETCONNECT, TE Logo and TE Connectivity are trademarks.
Turbo voor datacenters
Trends en innovaties in datacenters zijn de hoofdmoot in de najaarseditie van het Bicsi News
Magazine. Kortom een absolute aanrader voor zowel datacenterspecialisten als IT-managers die
zich meer in de techniek van hun computerruimten willen verdiepen. Aan bod komen uiteraard
groene ontwikkelingen, de stand van zaken wat betreft vloeistofgekoelde datacenters, hoe
perforaties in kastdeuren de luchtstroming beïnvloeden en hoe je de SAN-prestaties kunt
opvoeren met flashgeheugen.
Peter Gloudemans is directeur/eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi.
Vloeistofkoeling
In de rubriek technology & innovation pleit Herbert Zien overtui­
gend voor vloeistofgekoelde datacenters. Volgens hem is deze tech­
niek inmiddels zover ontwikkeld en volwassen geworden dat hij grote
voordelen biedt in vergelijking met de traditionele luchtkoelingme­
thoden. Hij vergelijkt deze visie met de ontwikkeling in auto’s, die
in het begin ook luchtgekoeld waren. Op basis van een aantal onder­
zoeken die Zien aanhaalt, biedt vloeistofkoeling grote voordelen op
zowel het gebied van benodigde bouwkundige voorzieningen als het
energiegebruik. Kortom, vloeistofkoeling is een natuurlijke ontwik­
keling die de komende jaren tot aanzienlijke efficiëntere datacenters
leidt.
Perforaties in kastdeuren
Zolang de meeste datacenters nog met lucht worden gekoeld, is het
volgens Travis North belangrijk kritisch te kijken naar het percen­
tage en de vorm van de perforaties in alle server- en patchkastdeu­
ren. Omdat de experts nogal met elkaar van mening verschillen over
dit datacenteronderwerp, geeft North met diverse berekeningen en
grafieken beter inzicht in de invloed die perforaties op de luchtstro­
ming hebben. Gezien de technische diepgang is zijn artikel een soort
minimasterclass geworden, als aanvulling en toelichting op de Bicsi
002-2011 datacenterstandaard.
SAN-turbo
Door de toename van het aantal cloudtoepassingen en enorme groei
in gebruikte data en daarvoor benodigde opslagsystemen, kan een
bottleneck in het datacenter de toegankelijkheid van informatie sterk
vertragen. Daarom pleit dr. Allon Cohen in een technology & inno­
vation artikel ervoor speciale SAN-appliances met flashgeheugen in
datacenters te installeren. Zo’n appliance tussen alle opslagsystemen
en de gevirtualiseerde servers heeft volgens hem namelijk hetzelfde
effect als een turbo in automotoren. Uiteraard belicht hij zowel de
technische aspecten als de voordelen van flashgeheugens. Komen er
dan, net als in de autowereld, ook van die mooie Biturbo-modellen?
Het Bicsi News Magazine is
via http://www.bicsi.org gra­
tis online toegankelijk.
Voor meer informatie over
de lidmaatschapsvoordelen of
het opleidingenprogramma,
kunt u contact opnemen met
de Benelux vertegenwoordi­
gers: RCDD Joop Ierschot van
Deerns, via j.ierschot@deerns.
nl en RCDD Gert-Jan Rooze­
boom van R&M, via gert-jan.
[email protected]. ■
dcw september | bicsi
In de coverstory van het Bicsi News Magazine beschrijft RCDD Todd
Boucher de belangrijkste groene trends voor datacenters. De eenvou­
digste manier om energie te besparen is volgens hem te realiseren
door een hogere luchttoevoertemperatuur naar het datacenter te ac­
cepteren. Veel datacenters werken met een operationele temperatuur
tussen de 20 en 22 °C, terwijl de geadviseerde maximale temperatuur
verhoogd is van 25 naar 27 °C. Volgens Boucher levert elke graad
een energiebesparing van 3 tot 4 % op, dus zeker de moeite waard om
te overwegen. Uiteraard bespreekt hij in zijn artikel ook een aantal
andere koel- en luchttoevoertechnieken die het energiegebruik van
datacenters beïnvloeden.
35
DatacenterWorks
nu ook online
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op
www.datacenterworks.nl
(En voor datacentervideo’s op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
Kan monitoring
ook geld opleveren?
in september 2010 heeft idc het rapport ‘energy management software in the
datacenter’ uitgebracht. in het artikel wordt vooral ingegaan op de noodzaak
van monitoringsoftware binnen datacenters, het ontbreken hiervan op de markt
en de toekomst voor dit soort producten. wat is nu elf maanden later de stand
van zaken en wat kan je met monitoringsoftware?
Martin Matse is directeur van Perf-IT.
past), gebaseerd op bewezen technologie, volwassen en hebben een
groot pallet aan functionaliteiten.
monitoring in de praktijk
De monitoringoplossing van Perf-IT is gebaseerd op een open indu­
striële standaard. Naast allerlei functionaliteiten, zoals KPI/Green­
Grid-dashboard, integratie van alle infrastructurele apparatuur, in­
tegratie van financiële en ERP-pakketten, integratie met externe
informatie als vervuiling en temperatuur en koppeling met redun­
dantiestrategieën, kan deze monitoringoplossing ook worden ingezet
om de gemeten en gerapporteerde informatie realtime te gebruiken
voor de besturing van de gehele klimaathuishouding.
Tijdens de presentatie op IT Room Infra (www.itroominfra.nl) zal
Perf-IT samen met Nedzone laten zien hoe al deze gemeten infor­
matie in praktijk wordt gebruikt voor de automatische besturing en
optimalisatie van een datacenter waardoor op eenvoudige wijze een
PUE onder de 1.2 is gerealiseerd. ■
dcw september | it room infra
Alhoewel de datacentermarkt op allerlei gebieden voorloopt op de
industrie zie je op het gebied van monitoring het tegenovergestelde.
Net als vijftien jaar geleden in de industrie, zie je momenteel de ont­
wikkeling van drie typen monitoringsoftware.
Allereerst zijn er de ‘grote’ mondiale leveranciers. Deze bedrijven
hebben eigen ‘propriety’ softwareproduct ontwikkeld. Kenmerkend
van deze software is dat gericht is op het communiceren met appara­
ten van het eigen merk, vaak is het mogelijk om producten van der­
den te integreren maar hieraan hangt een flink prijskaartje. Wanneer
je als datacenter voor deze oplossing kiest, ben je zeer gebonden aan
de producten en diensten van deze leverancier.
Daarnaast zijn er bedrijven die hun monitoring software (laten) ont­
wikkelen door bijvoorbeeld een universiteit of een eigen softwareafdeling. Het mooie van het pakket is dat het fit-to-purpose is. Het
nadeel is dat het nog erg onvolwassen is, allerlei functionaliteiten ont­
breken en ook hier is het datacenter sterk gebonden aan de leverancier
en/of ontwikkelaar. Daarnaast zal het nog lang duren voordat deze
software robuust, compleet, stabiel en open is.
Ten derde zijn er datacenters die hun monitoringoplossing ontwik­
keld hebben vanuit moderne open industriële standaardproducten.
Dit soort oplossingen zijn open (kunnen door derden worden aange­
43
HellermannTyton
breidt RapidNet uit
HellermannTyton heeft RapidNet uitgebreid met een twaalfvoudige
RapidNet-cassette en MTP VHD-cassettes. Beide nieuwe telgen van
dit portfolio van HellermannTyton zijn te aanschouwen op de beurs
Elektrotechniek 2011, die van 3 tot en met 7 oktober plaatsheeft in de
Jaarbeurs Utrecht.
Met de twaalfvoudige RapidNet-cassette voor Cat5E en Cat6 zijn bin­
nen één rekhoogte-eenheid (HE) 48 aansluitingen te realiseren. De
ruimtebesparende cassette bevat twaalf RJ45-poorten met een centraal
aangebracht labelveld, zodat elke aansluiting eenvoudig kan worden
herkend. De cassette is pre-terminated (dus ook getest) via twee looms,
elk voorzien van zes gebundelde kabels. Aan de andere zijde van de
loom zijn diverse opties beschikbaar.
De twaalfvoudige cassette is beschikbaar met alle mogelijkheden die het
RapidNet-systeem biedt. Afhankelijk van de eisen kan de loom wor­
den uitgevoerd als cassette naar cassette, cassette naar gesplitste cassette
(twee traditionele zesvoudige cassettes), cassette naar RJ45-connector
(eventueel staggered uitgevoerd), cassette naar pod en cassette naar open
einde. Het systeem wordt gecompleteerd door het bijbehorende 1HEpaneel.
Daarnaast heeft HellermannTyton het pre-terminated RapidNetsysteem uitgebreid met de MTP VHD-cassettes. De cassettes, op de
leest van het bestaande systeem geschoeid, omvatten zes twaalfvoudige
MTP-connectoren, voor maximaal 288 fibers in 1HE-rackruimte. De
MTP VHD-cassette is volledig uitwisselbaar met andere RapidNetvarianten, zodat koper en fiber door elkaar kunnen worden geplaatst
in een paneel. ■
Emerson Network Power
introduceert Trellis
Cisco integreert
datacenters Getronics
Emerson Network Power lanceert het Trellis-platform om de infrastructuur
in datacenters te optimaliseren. Het platform combineert de functionaliteit
van Liebert SiteScan, Avocent-datacenterplanner en de Aperture-beheerop­
lossingen.
Trellis moet een einde maken aan gefragmenteerde besluitvorming, zodat
datacenterprofessionals elk aspect van hun bedrijfskritische infrastructuurom­
geving kunnen optimaliseren. Hierdoor moet een hogere beschikbaarheid,
operationele efficiëntie en een grotere flexibiliteit worden gerealiseerd.
Het Trellis-platform is gericht op gebruikers van de softwareoplossingen van
Avocent, Aperture en Liebert. Voor bestaande gebruikers van deze software­
producten is een migratiepad beschikbaar naar het platform. ■
Cisco heeft een flexibel netwerk geleverd aan Getronics, onder­
deel van KPN. De Cisco ASR 9000-routers vormen de kern
van het netwerk. Met het transparante netwerk gaat Getronics
nieuwe clouddiensten, videotoepassingen en IPv6 aanbieden.
Het netwerk van Cisco zorgt ervoor dat de datacenters van
Getronics geïntegreerd zijn in een
flexibel inzetbare en centraal te behe­
ren datacenteromgeving. Cisco denkt
met de integratie van zijn verschillen­
de datacenters naar één omgeving te
beschikken over een netwerk waar­
mee het bedrijf de komende vijf jaar
de ontwikkelingen in de markt kan
ondersteunen.
Het datacenternetwerk is opge­
bouwd in diverse lagen. Redundan­
te Cisco ASR 9000-routers in elk
datacenter vormen het core MPLSnetwerk (multi protocol label swit­
ching). Dit zorgt er onder andere
voor dat datacenters als één
geheel functioneren. ■
Raritan treedt toe tot Green
IT Amsterdam Region
Raritan kondigt aan toe te treden tot Green IT Amsterdam Region. Dit
consortium richt zich op het opzetten van een ‘Green Collar Economy’ en
terugdringen van CO2-uitstoot.
Green IT Amsterdam Region bestaat uit bedrijven in de ict- en energiesec­
tor, regionale overheden, kennisinstituten en andere bedrijven. Het consor­
tium werkt aan een programma met specifieke projecten waaraan tijd wordt
besteed. Het consortium is opgericht om bij te dragen aan de klimaatdoelstel­
ling van Amsterdam. De stad wil in 2025 uitstoot van CO2 met 40 % hebben
verminderd. ■
Lasent bouwt datacenter
voor windturbinepark
Lasent bouwt in België een datacenter voor het windturbinepark van
C-Power op de Thorntonbank. Het windturbinepark wordt op dit mo­
ment gerealiseerd.
Lasent bouwt een brand- en waterdichte ruimte van ongeveer 75 m2
waarin 21 stuks 19”-kasten worden geplaatst. De koeling van het da­
tacenter maakt gebruik
van een afgesloten koude
straat. De koelinstallatie
wordt redundant aange­
legd. Daarnaast wordt het
datacenter uitgerust met
een inerte gasblusinstal­
latie, een verhoogde vloer,
een ups en een generator.
Lasent verzorgt ook de
elektrotechnische bekabe­
ling en de databekabeling
van het datacenter. ■
Siemon bespaart ruimte met
nieuwe patchoplossing
Siemon introduceert een overhead patchoplossing voor datacenters.
Het 4U-frame kan aan de bovengelegen ladderbaan of kabelgoot wor­
den gemonteerd en biedt 19”-rackspace zonder vloer- of kastruimte in
beslag te nemen.
Het frame kan worden gecombineerd met patchpanelen en glasvezel­
boxen waardoor de kabeldichtheid kan worden vergroot zonder af­
breuk te doen aan een ordelijk kabelmanagement. Doordat de ruimte
boven het cabinet eenvoudig te bereiken is, moeten verhuizingen, uit­
breidingen of aanpassingen worden vereenvoudigd.
Het product is voorzien van de kwartslag twistlock-kabelmanagers,
waarmee de oplossing eenvoudig op zijn plek kan worden vergrendeld. ■
advertentie
effiCiënte en duurzaMe
CoMputerruiMtes en dataCenters
computerruimtes en datacenters
Met Lasent zijn uw iCt-systeMen
aLtijd veiLig en besChikbaar
Uw computerruimte moet feilloos functioneren. Zodat u altijd kunt vertrouwen op uw servers en netwerken. En u uw opdrachtgevers
altijd een goede service kunt bieden. Lasent weet als geen ander hoe uw computerruimte of datacenter zo optimaal mogelijk moet worden
ontworpen, gerealiseerd en beheerd.
KijK voor meer informatie op www.lasent.nl
REINIGEN, RECONDITIONEREN EN CONSERVEREN
VAN KLIMAATTECHNISCHE INSTALLATIES
PROGREEN® CONDENSORCOATING
Duurzaam elastisch
Wering vuilaangroei
Goed geleidend
Alu-membraam
Titaandioxide
Zeer goede hechting en bescherming
Watergedragen
GROEN!
Kijk voor meer informatie op: WWW.CONPRO.NL
Bunsenstraat 90 | 3316 GC Dordrecht | T 078 - 621 38 51
Conpro adv..indd 1
advertentie
12-10-2010 13:16:15
Interconnect reduceert risico’s
verkoop colocatie
APC by Schneider Electric introduceert de Next generation swit­
ched rack pdu’s. De pdu’s maken het mogelijk het energiegebruik
van individuele apparaten te meten. Hierdoor kunnen datacenter­
beheerders precies in kaart te brengen hoeveel energie welk onder­
deel van het datacenter gebruikt.
De pdu’s meten de hoeveelheid energie die door een individuele
pdu wordt geleverd. De gegevens die deze meting oplevert, kunnen
worden gepresenteerd als trend, waardoor het mogelijk is de capa­
citeit nauwkeurig te plannen.
Daarnaast is in een overzicht af te lezen hoeveel energie apparatuur
momenteel gebruikt. Datacenterbeheerders kunnen hier direct op
inspelen door de energietoevoer naar individuele apparaten aan te
passen. Ook genereert de software logbestanden die informatie ver­
zamelen die kan worden gebruikt bij toekomstige uitbreidingen of
reorganisaties. ■
AMD experimenteert
met duurzame energie
AMD gaat in samenwerking met de Universiteit van Clarkson, HP en
de New York State Energy Research and Development Authority on­
derzoeken of datacenters geheel of nagenoeg geheel kunnen draaien op
duurzame energiebronnen als windenergie of zonne-energie.
Het bedrijf gaat de testen uitvoeren met de performance-optimized data­
centers (POD) van HP, behuizingen van klein formaat die zijn voorzien
van servers, storagesystemen en netwerkvoorzieningen (bijgaande foto
toont de EcoPOD). De computing pods worden verspreid over een regio
geplaatst en worden aangedreven door duurzame energiebronnen die op
locatie aanwezig zijn.
Door gebruik te maken van bijvoorbeeld zonne-energie kan het zijn
dat een computing pod tijdelijk minder energie krijgt. Het is daarom in
het ontwerp van AMD mogelijk taken door te schuiven naar computing
pods die op dat moment optimaal presteren. ■
Cloud stimuleert
uitgaven datacenters
De uitgaven van organisaties aan datacenters en bijbehorende ITinfrastructuur groeien in de komende vijf jaar. Vooral de opkomst
van cloudoplossingen spelen hierbij een grote rol. Door de opkomst
van private en publieke cloudomgevingen moeten datacenters
vernieuwen en consolideren. Dit zegt onderzoeksbureau Canalys.
Het onderzoeksbureau voorspelt dat de wereldwijde markt voor data­
centers en IT-infrastructuur in 2015 een waarde heeft van 149 miljard
dollar. Ook in de EMEA-regio groeien de uitgaven aanzienlijk. De
uitgaven aan datacenters en IT-infrastructuur in deze regio ligt vol­
gens Canalys in 2015 op veertig miljard dollar. De uitgaven lagen in
2010 nog op 29 miljard dollar. ■
Afgelopen maand te zien en te lezen op
www.green-it-works.nl:
OEC Power Distribution Units &
Monitoring Software
Interconnect introduceert Private Datacenter, een verkoopmodel voor
datacenterdiensten. Met Private Datacenter krijgen ondernemingen de
middelen om colocatie te verkopen zonder hierbij grote financiële ri­
sico’s te lopen.
Bedrijven die gebruikmaken van Private Datacenter beschikken over een
schaalbaar aantal racks die naar eigen wens kunnen worden voorzien van
stroom- en netwerkfaciliteiten. Hierbij hoeft geen minimale contactter­
mijn te worden afgesloten, wat volgens Interconnect uniek is. Daarnaast
worden er geen setupkosten berekend.
Te veel ingekochte resources kunnen per maand worden opgezegd. Be­
drijven lopen hierdoor niet het risico dat zij de rekening blijven betalen
voor leegstaande racks. De ‘pay per use’-oplossing moet een alternatief
zijn voor bijvoorbeeld een eigen suite. ■
Pdu APC meet
individuele apparaten
• Vraag naar capaciteit datacenters verdubbelt zich
• Goed alternatief voor traditionele koelsystemen
• Microsoft: gebruik server als centrale verwarming
• Cloud minder duurzaam dan gedacht
• Leegstaande kantoren herontwikkelen tot groene
datacenters
WWW.OEC.NU
Datahouse opent vijfde datacenter
Datahouse kondigt de komst van zijn vijfde
datacenter aan. Datahouse heeft het datacen­
ter aan de Boyleweg 2 in Spijkenissen over­
genomen van EDS/HP. Het datacenter wordt
aangepast aan de eisen van de nieuwe eigenaar.
De overname van het datacenter is onder­
deel van de strategie om meer regionale da­
tacenters in te richten. Het datacenter biedt
advertentie
RapidNet MTP very high density
42
st a n d 7E 0
•
•
•
•
•
288 fibers op 1HE
6 x 12-voudige MTP connectoren
beproefd RapidNet-concept
koper en fiber binnen een paneel
efficiënt gebruik van ruimte
www.HellermannTyton.nl
HellermannTyton.nl
1000 m2 aan datacenterruimte, verspreid over
drie locaties. Daarnaast is op de locatie kan­
toorruimte beschikbaar. Het datacenter is op
2 september 2011 geopend. ■
Check Point beveiligt
datacenters
Check Point introduceert de 61000- en 21400-beveiligingssystemen
voor datacenters. De 61000-appliance is een schaalbaar, multibladed
platform dat zeventig miljoen verbindingen en zeshonderdduizend
sessies per seconde ondersteunt.
Het systeem heeft een doorvoer van 1 Tbps op de firewall en 200 Gbps
IPS-doorvoer. De Check Point 61000 is compatible met de IPv4-,
IPv6- en Dynamic- en Multicast-routingprotocollen. Daarnaast intro­
duceert het bedrijf de Check Point 21400. De appliance heeft een
throughput van 100 Gbps op de firewall en een IPS-doorvoer van
21 Gbps. Met de Check Point 21400 kunnen gebruikers specifieke
segmenten van een omgeving beveiligingen.
Beide beveiligingssystemen zijn redundant uitgevoerd met bijvoor­
beeld hot-swappable stroomvoorzieningen. ■
Op 8 november 2011 wordt in De
Kuip in Rotterdam het IT Room In­
fra event georganiseerd door de bran­
cheorganisatie FHI - IT Room Infra
samen met bijna dertig exposanten.
Het doel van dit event is technische
managers, ondernemers en beheerders
van computerruimten en datacenters
te informeren over de laatste trends en
ontwikkelingen om de prestaties van
hun ruimte te optimaliseren. Zowel
duurzaamheid, de computerruimte van
de toekomst als de kabelinfrastructuur
komen in de presentaties aan de orde.
In één dag wordt de bezoeker volledig
geïnformeerd.
De plenaire sprekers haken in op ap­
plicaties, infrastructuur en wetgeving.
Jack van Driel van Advanced Programs
gaat als eerste plenaire spreker in op de
trends die aan de ‘voorkant’ gebeuren
en die uiteindelijk bepalen wat er aan
de achterkant gebeurt. Sleutelwoorden
in zijn presentatie zijn: SaaS, ASP, cloud,
apps, networked organizations en in­
formatiemanagement. Vervolgens ver­
telt Andre Kwakernaat van Twinfield
(online boekhouding) hoe zijn bureau
als aanbieder van SaaS-oplossingen er­
voor zorgt dat de gegevens van klanten
veilig staan. Volledige controle is voor
Twinfield van groot belang.
Na de aftrap begint het parallelle pro­
gramma met vier tracks (circa 26 pre­
sentaties). In de twee tracks van Energie
& Duurzaamheid gaan de sprekers via
praktijkcases of inhoudelijke presenta­
ties verder in op besparing van ener­
gie door het gebruik van de nieuwste
technologieën en monitoringsoftware.
In de track Computerruimte in de
toekomst geven de sprekers advies aan
beheerders, managers en ondernemers
over het bouwen van een ruimte die
ook over een aantal jaar nog aan de
standaarden voldoet.
Kabelinfrastructuur is de vierde track
en hier gaan de sprekers in op de ex­
ponentiële groei aan data. Om in de
toekomst de dan gewenste snelheid en
stabiliteit te garanderen, moet de be­
heerder goed letten op keuzes in ka­
bels, verbindingen en infrastructuur.
Het lezingenprogramma wordt afge­
sloten door twee plenaire sprekers. Ka­
rel Haverkorn van Rijsewijk (Agent­
schap NL) geeft als voorlaatste spreker
een lezing over de zin en onzin van de
PUE (Power Usage Effectiveness). Hij
zal de toehoorders motiveren juiste
beslissingen te nemen. Tot slot geeft
Jan Wiersma vanuit DatacenterPulse
(het platform voor en door datacen­
tereigenaren) een samenvatting van de
belangrijkste ontwikkelingen op het
gebied van de infrastructuur.
Aanmelden of het totale programma bekijken kan via www.itroominfra.nl. ■
OEC Power Distribution Units &
Monitoring Software
De computerruimte van de toekomst
WWW.OEC.NU
lmende helpt Greenclouds
Ict-onderzoeksbedrijf Almende gaat Greenclouds ondersteunen bij
de doorontwikkeling van zijn platform. Beide bedrijven hebben hier
deze week een researchcontact voor gesloten. Het contact heeft een
loopduur van minimaal anderhalf jaar.
Greenclouds is een onafhankelijke aggregator en distributeur van
overcapaciteit in datacenters. Datacentereigenaren kunnen via het
platform hun eigen surplus verkopen, of extra capaciteit inkopen
wanneer ze die nodig hebben. De schaalbaarheid van een datacenter
wordt hierdoor vergroot, terwijl wordt voorkomen dat datacenters
een groot deel van de tijd energie verspillen om eventuele pieken op
te kunnen vangen.
In de energiemarkt wordt deze manier van werken al langer toege­
past, maar voor de ict-markt is het concept nieuw. Door principes
van zelforganisatie toe te passen binnen het Greenclouds-platform wil
Almende het platform robuuster maken. Basisprincipes zijn schaal­
baarheid, het vermijden van ‘single points of failure’, adaptiviteit en
communicatie tussen alle entiteiten. ■
Personalia
vaultex benoemt
voor belgië
manager
Vaultex heeft voor haar Belgische vestiging
in Leuven Régis De Clercq als nieuwe busi­
nessunitmanager aangetrokken. De Clercq
is voorheen actief geweest als accountma­
nager Electronics bij datacenterleverancier
Knürr in Breda. ■
EuNetworks neemt
TeraGate over
EuNetworks neemt het Duitse TeraGate Storage Optical Network over.
TeraGate is een serviceprovider voor next generation corporate WAN.
TeraGate levert oplossingen op basis van intelligent ethernet en efficiën­
te datacenter- en clouddiensten. De oplossingen zijn gericht op zowel
middelgrote als grote ondernemingen. In mei nam euNetworks ook al
LambdaNet over. ■
advertentie
INSTALLATIEVLOEREN
ESD Veilig
Stabiel
Betrouwbaar
Economisch
Meer installatievloeren op alteco.nl
NAP of Amsterdam
Laatste loodjes
in februari 2011 is de bouw van het nap of amsterdam gestart. de oplevering van het
datacenter staat voor de deur en de laatste loodjes worden gelegd: testen van de
facilitaire infrastructuur, inrichting van de vloeren en de checklist die moet zijn
afgerond voor de opening. daarnaast kijkt eric lisica, vp datacenters europe bij
terremark, terug op dit omvangrijke project.
In DatacenterWork nummer 1, 2011 hebben
we de bouw van Terremarks NAP of Amster­
dam op Schiphol geïntroduceerd. Het bouw­
proces hebben we vervolgens op de voet ge­
volgd, in zowel tekst als beeld. In deze een
na laatste aflevering staan we stil bij de ople­
vering van het datacenter. Volgende maand
zullen we een bezoek brengen aan het gerede
gebouw voor het uiteindelijke resultaat.
Op zijn top hebben 250 mensen op de bouw­
plaats gebikkeld om ervoor te zorgen dat het
datacenter in september live kan gaan. En
dat is gelukt. In augustus hebben de meeste
bouwvakkers het bouwterrein verlaten en
per 23 augustus is de inrichting van het data­
center begonnen.
leveltesten
Voordat een datacenter in gebruik kan wor­
den genomen, moet een uitgebreid protocol
van testen worden doorlopen. Dit begint al bij
de fabriekstesten. Tijdens alle fabriekstesten
van facilitaire apparatuur zijn medewerkers
van Terremark ter plaatse geweest om getui­
ge te zijn van de testresultaten. Bij aankomst
op de site wordt een aantal visuele inspecties
gedaan en na installatie wordt gekeken of de
apparatuur naar behoren functioneert. De
meest kritische testen gebeuren echter in de
laatste weken voor oplevering plaats. Dit is de
‘IST’ ofwel ‘integrated system test’.
Tijdens de laatste weken worden naast de
standaardtesten diverse rampscenario’s gesi­
muleerd. Dit geeft Terremark de gelegenheid
de functionaliteit ook in de meest uitdagende
omstandigheden te kunnen beoordelen. De
specialisten van Terremark kijken bijvoor­
beeld naar wat er gebeurt als de netspanning
wegvalt, of als er een aantal koelunits uitvalt.
Ook testen zij of het datacenter voldoende
koelingcapaciteit heeft. Om dit te testen zijn
er ongeveer 270 kacheltjes van 15 kW ge­
plaatst, zo was te zien of de installatie vol­
doende koelvermogen levert om ook bij een
volledig bezet datacenter de datahal toch op
de juiste temperatuur te houden. Wanneer
het datacenter volledig vol zou zijn, zou dit
gelijk staan aan ongeveer 4 MW. Deze test is
succesvol doorstaan.
Vanuit eigen specialisme, en dat van externe
specialisten zijn allerlei testscripts geschre­
ven. Behalve Terremark bekijkt Quantum als
derde partij de resultaten van de scripts. Deze
datacenter-commisioningspecialist vat de
scriptresultaten samen en doet aanbevelingen
voor verdere optimalisatie. In de testscripts
gaat Terremark uit van de gedefinieerde le­
vels van redundantie van het datacenter. Bin­
nen deze bandbreedte moeten de tests wor­
den uitgevoerd. Als het datacenter alle testen
en testscripts heeft doorstaan, is het laatste
testlevel voltooid. Het succesvol afronden
van deze fase is een randvoorwaarde om het
datacenter in werking te stellen.
dcw september | praktijk
Hans Vandam is freelance journalist
45
standaarden en zaalinrichting
Voor de Terremark-datacenters gelden we­
reldwijde standaarden voor de inrichting.
Alle datacenters hebben over de hele wereld
dezelfde look&feel die in zoveel mogelijk
aspecten terugkomt. De racks, kabelgoten,
apparatuur, materialen, alles wordt vanuit
dezelfde standaard ingericht. In Nederland is
ICTroom partner voor de levering en instal­
latie van materialen die voor de zaal bestemd
zijn. Per 23 augustus zijn de medewerkers
van ICTroom hier druk mee aan de slag. Zo
plaatsen zij onder andere pdu’s (power distri­
bution units), racks en bekabeling, sluiten zij
de racks aan en monteren de kabelgoten. Ook
worden er, waar nodig, kooien om de racks
geplaatst.
de laatste loodjes
dcw september | praktijk
Op 22 september wordt het NAP of Amster­
dam officieel geopend. Er is nog een aantal
laatste belangrijke stappen die Terremark
in de tussentijd moet zetten. Hierbij moet
je niet alleen denken aan technische zaken.
Ook een aantal administratieve processen
moet op orde zijn. De contracten, SLA’s en
bijbehorende orderformulieren moeten klaar
zijn voor gebruik. Maar tevens de nodige
46
workflowprocedures moeten zijn ontwor­
pen en ingericht opdat alle afdelingen over
de juiste instructies beschikken om het data­
center tot een succes te maken. Dit varieert
van salesprocedures tot evacuatieprocessen en
onderhoudscontracten.
Daarnaast moet Terremark voor voldoende
bezetting zorgen en moeten er voldoende
medewerkers beschikbaar zijn om het data­
center ‘up and running’ te houden. Een an­
der item waaraan volop wordt gewerkt, is het
binnen brengen van zoveel mogelijk carriers.
megaproject
“Het gebeurt niet vaak dat je een dergelijk
proces vanaf het begin kunt meemaken. Van­
af de eerste paal in de grond hebben we er
met onze neus bovenop gezeten. Dat heeft
als voordeel dat we daadwerkelijk van elke
schroef weten waar hij zit en waarom hij daar
zit. Dat maakt het tot een uniek en heel eigen
project”, vertelt Eric Lisica, VP datacenters
Europe bij Terremark. “Qua doorlooptijden
is het een heftig project geweest. De bouw
is in februari gestart en in augustus zijn de
meeste bouwvakkers alweer vertrokken. Op
de top zijn 250 mensen in de weer geweest
op het bouwterrein om dit te verwezenlijken
en dan is het toch echt een indrukwekkende
prestatie. Al met al was het een megaproject
dat ik niet had willen missen en ik kijk erg
uit naar de eerste implementaties van klan­
tomgevingen.”
In het datacenter is vanaf het begin de ITinfrastructuur van Terremark en van Schip­
hol gehuisvest. Andere partijen zullen er snel
bij komen, want er zijn volop onderhande­
lingen gaande. Alles bij elkaar is het NAP
of Amsterdam een boegbeeld voor de ITinfrastructuur in Nederland en misschien wel
voor heel Europa. Het NAP of Amsterdam is
in elk geval, naast Miami en Washington, het
derde ‘flagship’-datacenter van Terremark.
Deze datacenters zijn de pareltjes in de kroon
van de complete datacenterportfolio van Ter­
remark, die inmiddels bestaat uit zo’n vijftig
datacenters wereldwijd.■
‘Qua doorlooptijden
is het een heftig
project geweest.’
advertentie
People are the basis for our success: clients,
employees,
partners
and
stakeholders.
And
many other people whose lives we want to
improve through our work. That is what makes
us a people’s business. Close to the markets,
in which our clients operate and close to their
projects, in which we are personally involved.
Worldwide, local Tebodin. Always close.
Datacenter services
Our ability to offer consulting and engineering
services provides our clients with a single point
of contact for all their needs. Our datacenter
specialists are on hand with the experience
Part of Royal BAM Group
and expertise necessary to assist in the selec-
Tebodin
always
close
tion, development, design, construction and
maintenance of datacenters on both greenfield
and brownfield sites.
For further information please contact
Bramske Dudok van Heel via
[email protected]
www.tebodin.com
|49
datacentereigenaars wrijven zich in de handen. door
de pijlsnelle evolutie van dienstverlening uit de cloud
is de vraag naar datacenterdiensten exponentieel
gestegen. want migratie naar de cloud komt in essentie
neer op het onderbrengen van software en data in
datacenters van derden. branchevereniging ict~office
berekende in februari 2011 dat nederlandse bedrijven
15 % van hun it uit de cloud halen, en in 2015 zal dat
al 40 % zijn.
Paul Cornelisse is algemeen directeur van Cegeka Outsourcing
dcw september | column
Dreigende onweersbui
48
Datacenters zijn, ook bij ons, als paddenstoelen uit de grond geschoten. Niet alleen de bekende giganten, zoals Microsoft, Google,
IBM of Amazon, maar ook heel wat kleinere bedrijven bieden ruimte aan in een commercieel datacenter om van daaruit via internet
services aan te kunnen bieden. In 2015 zullen clouddiensten een miljardenbusiness zijn.Volgens IDC liefst 70 miljard euro!
Over de voor- en nadelen van deze beweging is de afgelopen tijd al meer dan genoeg gezegd. Althans, voor organisaties die de cloud
ingaan en hun IT-hebben-en-houden naar zo’n datacenter overhevelen. Maar hoe vergaat het al die aanbieders? Een miljardenmarkt
klinkt fantastisch, en die prachtomzet zal er waarschijnlijk komen, maar gaan al die aanbieders ook geld verdienen? Dat valt nog maar
te bezien, want boven IT-land betrekt de lucht en pakt een grote onweerscloud zich samen.
Een van de grote voordelen van cloud computing is dat IT kan meegroeien en -krimpen met de behoeften van IT en de business.
Er zijn weinig directe investeringen nodig, de kosten zijn voorspelbaar en heel transparant, enzovoort. Klanten kunnen naar believen
bijschakelen, maar evengoed downsizen: diezelfde IT kan dus ook krimpen met de business. Om de bekende redenen is de business
van menig klant de aflopen tijd sterk gekrompen. De vraag naar IT-diensten nam af en er kwam veel capaciteit vrij in datacenters.
Anderzijds werden contracten heronderhandeld om dezelfde diensten goedkoper in te kopen, het rampscenario voor de aanbieders
van datacenterdiensten.
Immers, op downsizing was niet gerekend! Er staat nog erg veel ‘ijzer’ in de datacenters dat nog lang niet is afgeschreven. Datacenters
kunnen niet zomaar krimpen door servers, storage of een gebouw, enzovoort, weg te doen. Vrijgekomen capaciteit moet dan ook
direct weer aan de man worden gebracht. Letterlijk koste wat het kost. Dus ook maar aan kleinere bedrijven, noodgedwongen tegen
lagere prijzen. En prijzen staan naar aloude IT-gewoonte ook nog eens voortdurend onder druk. Marge-erosie en verliezen zijn het
gevolg. We hebben elkaar weer gek gehyped dat de cloud lekker goedkoop was. Dat kan niet lang goed gaan.
Daarbij komt dat nogal wat grote aanbieders, onder druk van steeds zwaarder wordende compliance-en security-regels, allerlei dure
extra’s in hun aanbod hebben moeten opnemen. Denk aan hoogwaardige beveiliging en beschikbaarheid. Noodzakelijke voorzien­
ingen voor een bepaald type bedrijven, dat is zeker. Maar kleinere bedrijven – die onder impuls van consumer IT de cloud
over­wegen – hoeven echt niet ‘alles erop en eraan’ en willen dus zeker niet voor dure extra’s betalen. Tier 4 staat goed, maar je moet
het ook aan de man kunnen brengen.
IT-leveranciers hebben dus moeite om hun – vaak nog legacy – omgeving even om te buigen naar een hippe cloud-computingtrend.
Dat gaat niet enkel over de kleine jongens. De verkoop van een volwaardige licentie met maintenance is bedrijfseconomisch ook
heel wat interessanter dan een 365-cloudpakketje. Er zit een groot gat tussen wat de datacenteraanbieders roepen en wat zij daadwer­
kelijk kunnen en willen leveren en dit is meteen de belangrijkste reden voor deze dreigende ‘onweersbui’.
De keerzijde van dit alles is dat het echte prijsvoordeel van een overstap naar de cloud minder groot wordt. Maar dat betekent al­
lerminst dat die overstap geen zin zou hebben. Er blijven nog genoeg voordelen over. Stel een businesscase op die je met rekenwerk
onderbouwt. En dan lekker schalen maar.
Word lid van
DatacenterWorks
mail uw persoonsgegevens naar [email protected]
en ontvang het magazine datacenterworks gratis
Eindelijk! Datacenter management
software waarmee u alles te zien krijgt
Waar moet ik de volgende
server plaatsen?
U weet precies welk rack, welke rij of zone het
vermogen en de koeling voor nieuwe hardware
kan ondersteunen
Hoeveel vermogen en koeling heb
ik volgend jaar nodig?
Hoeveel moet ik budgetteren voor
het vervangen van batterijen?
Breng uw infrastructuur in lijn met uw bedrijfsbehoeften door toekomstige vraag naar
vermogen en koeling in kaart te brengen
U ziet precies wanneer en welke UPSbatterijen vervangen moeten worden
Alleen de APC InfraStruxure Management Suite verbindt IT
en Facilities voor een betere beschikbaarheid en efficiëntie
Als IT of Datacenter Manager doet u er alles aan om uitval te voorkomen, terwijl u tegelijkertijd de
energie-efficiëntie en operationele effectiviteit wilt verbeteren. Als u uw werk goed doet, bespaart u geld
en tijd. Maar u beschikt slechts over de helft van alle informatie!
Historisch gezien is uw inzicht in de datacenter-architectuur beperkt tot de IT-Infrastructuur. Vanaf
vandaag kunt u echter met de InfraStruxureTM Management Suite-software, bestaande uit InfraStruxure
Central en InfraStruxure Operations, uw complete datacenter-architectuur bekijken. Hierdoor kunt u
de beschikbaarheid verbeteren en nog efficiënter worden. U kunt ook een oogje houden op onderling
afhankelijke apparatuur die zich buiten het datacenter bevindt en vaak een grote invloed heeft op de
beschikbaarheid en efficiëntie.
Geïntegreerd management van rack tot rij en van ruimte tot gebouw
Het open platform van deze software biedt u een totaaloverzicht. Door de meter af te lezen weet u
bijvoorbeeld of de totale vermogenscapaciteit van het gebouw meer IT-apparatuur aan kan. Of u inspecteert
de generator via Modbus om te zien of er genoeg brandstof is, mocht de stroom lange tijd uitvallen. U kunt
ook de koelers en schakelaars controleren — gewoon via het IT-managementsysteem! Met andere woorden,
u krijgt een voortdurende controle over de beschikbaarheid en de efficiëntie van uw datacenter. Met dit
duidelijke inzicht kunt u uw IT-apparatuur veel beter aan uw bedrijfsbehoeften aanpassen.
Een gezond en groen datacenter
Met de InfraStruxure Management Suite kunt u uw huidige en historische PUE/DCiE bekijken. Dit stelt u in
staat om precies te identificeren waar de energie wordt gebruikt en wat de bijbehorende kosten zijn. Op basis
van real-time data kunt u voorspellen wat de gevolgen van de wijzigingen zijn voor uw dagelijkse activiteiten en
uw energieverbruik en dus ook voor uw budget en uw toekomstige bedrijfsactiviteiten.
De InfraStruxure Management Suite maakt deel uit van
de APC by Schneider ElectricTM InfraStruxure-oplossing
van Schneider ElectricTM: de unieke, schaalbare,
aanpasbare en on-demand datacenter-architectuur.
InfraStruxure is de enige complete en gebruiksvriendelijke
datacenteroplossing. Van concept tot inbedrijfstelling, u
kunt uw infrastructuur snel aan uw bedrijfsstrategie en aan
de voortdurend wijzigende IT-technologie aanpassen.
InfraStruxure Management Suite is geschikt
voor een groot aantal systemen, waaronder:
> PowerLogicTM ION-E Power Management
> TACTM Building Management
> Microsoft® System Centre Operations Manager
> Microsoft System Centre Virtual Machine Manager
> IBM®/Tivoli®
Download White Paper “Classification of Data Center Operations
Technology (OT) Management Tools” en maak kans op een
Lenovo® all-in-one touch screen PC!
Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 85703t
Tel 0800 020 3244 • Fax 0347 325225
©2011 Schneider Electric. All Rights Reserved. Schneider Electric, InfraStruxure, PowerLogic, TAC and APC are trademarks owned by Schneider Electric Industries SAS or its affiliated
companies. All other trademarks are property of their respective owners. APC Benelux – Postbus 219 – 4130 EE Vianen – Nederland • 998-3823_NL-NL
Datacenterworks_NL_85703t.indd 1
2011-09-01 14:39:40