DatacenterWorks #12

dcw december 2010
thema netwerken
Convergentie 2.0
Tijd voor echte innovatie
Network Access Protection
in samenwerking met:
Energie besparen?
Open deze cover!
advancing information transport systems
All IT Rooms,
DatacenterWorks en
Technalia lanceren dé
portal voor groene IT
en groene datacenters
Green IT Works is de enige Nederlandse portal die is
gericht op groene IT en groene datacenters.
Met dagelijks:
- nieuws
- achtergronden
- blogs
- video
- whitepapers
- en meer
Green IT Works is een initiatief van
All IT Rooms, DatacenterWorks
en Technalia.
2 | Wilt u altijd op de hoogte zijn van het laatste nieuws op het
gebied van groene IT en groene datacenters? Ga dan nu naar
www.Green-IT-Works.nl
dcw colofon
datac e nte rwo r ks is hét vakblad
over de technische infrastruc­tuur van
datacenters.
jaargang 3, december 2010, nummer 10
datacenterworks verschijnt tienmaal
per jaar. toezending geschiedt op abonne­
ment­basis en controlled circulation.
u itg e v e r robbert hoeffnagel
[email protected]
H o o f d r e dacti e
ferry waterkamp [email protected]
e i n d r e dacte u r Ma r ja n va n H o o r n
p o sta d r e s r e dacti e
postbus 82, 2460 ab ter aar
te l e f o o n 0172 - 78 21 20
e - m a i l a dm i n i strati e @fenceworks.nl
a dv e rte nti e - e xp lo itati e
bureau van vliet bv, ruud van viersen
postbus 20, 2040 aa zandvoort
te l e f o o n 023 571 47 45
e m a i l [email protected]
i n d it n u m m e r b i j d r ag e n va n
niels achtereekte, frans van der geest,
peter gloudemans, wilbert leenders,
berend-jan van maanen, paul matthijsse,
elbert raben, erik de ruijter, jack van der
schoot, alexandra schless, hans vandam,
ferry waterkamp
vo r m g e v i n g laura willemsen
grafisch ontwerp
druk
3l drukkerij bv, rotterdam
kopij kan worden ingezonden in overleg met de redactie. geplaatste artikelen
vertegenwoordigen niet noodzakelijk de mening van de redactie. de redactie
noch de uitgever aanvaarden enige aansprakelijkheid voor de inhoud van
artikelen van derden, ingezonden mededelingen, advertenties en de juistheid van
“Wat is een datacenter?” Deze vraag
werd eind november tijdens Datacen­
terDynamics in Amsterdam opgewor­
pen door Frank Koch, infrastructuur­
architect bij Microsoft. Een op het
eerste gezicht eenvoudig te beantwoor­
den vraag die, naarmate de presentatie
van Koch vorderde, steeds moeilijker
was te beantwoorden.
Koch gaf een inkijkje in de ‘meer dan
tien en minder dan honderd’ datacen­
ters die Microsoft heeft voor de onder­
steuning van diensten als Windows Live, Azure en MSN. Daarbij onderscheidde hij vier
generaties datacenters. De eerste generatie was nog het type ‘colocatiedatacenter’ waar racks
langzaam worden gevuld door steeds nieuwe servers in te schroeven. Daarop volgden de
datacenters van de tweede generatie waar de racks compleet geïnstalleerd en geconfigureerd
naar binnen werden gereden.
Bij de derde generatie datacenters, zoals Microsoft heeft gebouwd in Chicago en Dublin,
worden nog grotere eenheden naar binnen geschoven in de vorm van kant-en-klare
containers. De datacenters van deze generatie beslaan zeventien voetbalvelden en hebben
een PUE van tussen de 1,2 en 1,5. Een groot voordeel volgens Koch is dat Microsoft zich
niet meer hoeft te bekommeren om zaken als AC versus DC en de toegepaste koeling. Dat
regelt de leverancier zelf in de container en die blijft verder voor Microsoft gesloten.
In de vierde generatie datacenters wordt het concept van de containers nog een stukje
verder doorgevoerd en wordt er als het ware afscheid genomen van het datacenter, zoals wij
dat kennen. Containers in de vorm van ‘ITPAC’s’ worden dan gewoon in de buitenlucht
geplaatst waar optimaal gebruik kan worden gemaakt van vrije koeling. Volgens Koch zal
mechanische koeling dan helemaal niet meer nodig zijn.
Nu kennen we het fenomeen van datacentercontainers al langer van leveranciers als Sun
Microsystems, HP en het Nederlandse iTainer. En zo levert het Amerikaanse Active Power,
zeecontainers met daarin een complete noodstroomvoorziening. Martin Olsen van Active
Power toonde me onlangs een foto van een datacenter dat compleet is opgebouwd uit
containers die bovendien elk moment kunnen worden weggereden. Door de wielen onder
de containers wordt het datacenter niet als een permanente oplossing gezien, waardoor
enkele vergunningen niet nodig waren.
Een datacenter is kortom al lang niet meer een gebouw groot genoeg om meer servers te
huisvesten dan in een computerruimte passen. Het toekomstige datacenter maakt zich los
van het fysieke gebouw en kan zo aan de trekhaak worden gekoppeld!
genoemde data en prijzen.
fotokopie en overname van artikelen, geheel of gedeeltelijk op welke wijze dan
ook, is uitsluitend toegestaan na schriftelijke toestemming van de redactie en
onder vermelding van: ‘overgenomen uit datacenterworks, vakblad over de
technische infrastructuur van datacenters’, met vermelding van de jaargang en
het nummer. datacenterworks is een uitgave van fenceworks bv
Ferry Waterkamp
[email protected]
advertentie
Download APC White Paper 55: “Opties voor de
architectuur van luchtdistributie voor bedrijfskritische
sites” en maak kans op een iPad™!
Kijk op onze website op
www.apc.com/promo en
gebruik toegangscode 74427t
Datacenterworks_NL_74426t.indd 1
dcw december | redactioneel
Afscheid van
het datacenter
3
2010-09-08 14:42:53
10
06
dcw management
dcw december | inhoud
06
wereld-cloud in aanbouw?
Dit najaar is de Open Data Center Alliance (ODCA) van
start gegaan. Doel van het consortium is te komen tot een
open en veilige IT-omgeving waarin interoperabiliteit
tussen clouds is gewaarborgd.
4
36
2011 wordt het jaar van
cloudconvergentie
Organisaties moeten zich afvragen wat de beste manieren
zijn om gebruikers te voorzien van IT-functionaliteit. Cloud
computing biedt daarvoor zeker de nodige voordelen.
dcw thema netwerken
10
convergentie 2.0
Als je aan CIO’s zou vragen wat zij in de toekomst
verwachten van hun corporate-networkingtechnieken,
zien ze het liefst één netwerkinfrastructuur die al het data­
verkeer kan verwerken, clusteren en opslaan.
14
14
geen uitweg voor traditionele
datacenters
Datacenters zijn complex, kostbaar en bieden niet altijd
de prestaties die nodig zijn.Volgens Juniper Networks en
netwerkintegrator Infradata is het tijd voor echte innovatie.
16
beveiligde netwerktoegang tot
in de cloud
Isolationistisch gedrag zagen we dit jaar al terug rondom
facilitair en serverbeheer. Maar ook binnen het IT-domein
kunnen we er soms wat van, zoals netwerkbeveiliging
versus de ‘endpoints'. Oplossingen, zoals Microsoft
Network Access Protection, doen hier wat aan. Maar
werken ze in de praktijk ook soepel genoeg? En wat
verandert er door nieuwe trends, zoals VDI en clouds?
20
wat zijn netwerk-tap’s?
Als eigenaar van een datacenter of als beheerder van
het bedrijfsnetwerk wil je het netwerk zo goed mogelijk
in beeld hebben. Een TAP kan daarbij helpen.
34
28
dcw praktijk
dcw beheer
22
“na twee dagen had ik al tegenwind”
Een geheel nieuw datacenter aanleggen biedt vrijheid.
Architect infrastructuur Alfons Biegstraaten kon zich dan
ook goed uitleven bij de ontwikkeling van een nieuw
datacenter voor Rabobank.
31
jobscheduling maakt datacenters
efficiënter
Met de brede acceptatie van webservices neemt de druk
op de verwerkingscapaciteiten en het beheer ervan toe.
Het wordt dus nog belangrijker in de ‘loze’ uren de
batchtaken automatisch en efficiënt af te handelen.
dcw energievoorziening
25 “de t-ford onder de ups-systemen”
De ups-markt wordt vaak opgedeeld in twee categorieën:
statische systemen en roterende systemen. Active Power is
in geen van beide categorieën in te delen.
dcw energie-efficiëntie
28
energiebesparende it
IT is onmisbaar in bijna elke moderne organisatie, maar
hoge energierekeningen kun je missen als kiespijn.
Hoe realiseer je een energiezuinige IT-infrastructuur?
dcw koeling
34
sap gebruikt hybride droge koelers
Het Zwitserse bedrijf Jaggi/Gunter heeft al meer dan
twee­duizend hybride droge koelers geproduceerd, waarvan
enkele in gebruik zijn bij de Duitse softwaregigant SAP.
dcw en verder
41 nieuws
45 bicsi
46 column
36
dcw december | inhoud
25
5
Wereld-cloud in aanbouw?
Intel en Open Data Center Alliance werken aan
toekomst datacenters
dit najaar is de open data center alliance (odca), een initiatief van intel, van start
gegaan. doel van het consortium is om voor verschillende gebruiksscenario's
dwingende richtlijnen op te stellen, waar toekomstige datacentertechnologie aan
moet voldoen. dit moet leiden tot de volgende generatie datacenters: een open en
veilige it-omgeving waarin interoperabiliteit tussen clouds is gewaarborgd.
tegelijkertijd heeft intel, die geen lid, maar wel technisch adviseur is van odca, zijn
cloud 2015-visie gepresenteerd.
dcw december | management
Paul Matthijsse is freelancejournalist
6
De Open Data Center Alliance (ODCA) is
een door Intel geïnitieerd IT-consortium van
(zeer) grote eindgebruikers van datacenters die
jaarlijks voor meer dan 50 miljard dollars aan
IT besteden. ODCA is in het leven geroepen
om de zeer snelle ontwikkelingen op het ge­
bied van datacenters en cloudtechnologie voor
eindgebruikers (hier bedoeld als eigenaars of
operators van datacenters) in goede banen te
leiden. De ODCA wil enige vorm van vendor
lock-in tegengaan, vandaar dat Intel ‘alleen
maar’ technisch adviseur is en geen stemrecht
heeft binnen deze club.
invloedrijk
Fabrikanten brengen onophoudelijk nieuwe
technologie op de markt, die steeds weer meer
mogelijkheden biedt of efficiënter is, of die dit
of dat kunstje kan. Dat is natuurlijk ook de
ware spirit van IT: onophoudelijk innoveren
en de ‘sky is the limit’. Maar voor eindgebrui­
kers kleeft hier ook een groot bezwaar aan:
nieuwe technologie is niet altijd compatibel
met bestaande hardware of is alleen te gebrui­
ken met de hardware van één fabrikant.
Altijd alles maar nieuw kopen is niet voor ie­
dereen een optie. Door nu een groep grote
eindgebruikers bijeen te brengen in de ODCA
en hun (vaak uiteenlopende) behoeften nauw­
keurig in kaart te brengen, kunnen richtlijnen
worden opgesteld, waaraan nieuwe technolo­
gie moet voldoen om in aanmerking te komen
om door deze bedrijven te worden gekocht.
Zo is de gedachte. Gelet op het feit dat er in­
middels meer dan zeventig eindgebruikers lid
zijn die jaarlijks vele miljarden dollars beste­
den, zou deze club inderdaad een grote rol
kunnen gaan spelen. Sommige analisten stellen
zelfs dat de ODCA over twee tot drie jaar wel
eens de invloedrijkste organisatie zou kunnen
zijn om IT aan te sturen.
roadmap 1.0
De ‘steering members’ van de ODCA zijn on­
der meer BMW, Deutsche Bank, Lockheed
Martin en Shell, terwijl we onder de gewone
leden namen tegenkomen als AT&T, Atos Ori­
gin, Cern, Nokia en Telecom Italia. Nederland
wordt vertegenwoordigd door ING Bank en
C1000 en sinds heel kort ook door de Dutch
Hosting Provider Association (zie kader
‘DHPA sluit zich aan bij ODCA’). Zoals de
namen duidelijk maken, gaat het om bedrijven
en organisaties uit allerlei sectoren, dus niet al­
leen IT.
De aansturende leden hebben negentien ge­
bruiksmodellen van datacenters in kaart ge­
bracht en die ondergebracht in verschillende
Usage Model Roadmaps. Intel heeft hierbij
technische input gegeven in zijn rol als tech­
nisch adviseur. Het stuurcomité heeft vervol­
gens vijf werkgroepen opgericht op de gebie­
den infrastructuur, management, beveiliging,
diensten en ‘overheid & ecosystemen’. De
werkgroepen gaan de komende maanden de
vereisten vaststellen, wat moet uitmonden in
de eerste vijf Alliance Usage Models. De mo­
dellen gaan weer deel uitmaken van de offici­
ële ODCA Usage Model Roadmap 1.0, die
naar verwachting in het eerste kwartaal van
2011 zal worden gepubliceerd.
leveranciersonafhankelijk
Momenteel beoordelen de leden van de allian­
tie de 0.9-versie van de roadmap. Het doel van
de roadmap is om voor verschillende ge­
bruiksomgevingen referentiearchitecturen op
te stellen, waarmee de belangrijkste IT-uitda­
paradigmawisseling
Nu over naar Intel dat eind oktober bij het
onderzoeksinstituut Cern in Genève zijn
Cloud 2015-visie ontvouwde.Vooraf moet ge­
zegd dat dit een hele interessante visie is! Zoals
de pc vanaf de jaren tachtig van de vorige
eeuw de manier waarop mensen werken in­
grijpend heeft veranderd, en zoals de opkomst
van internet in de jaren negentig daar nog
weer eens een veel grotere verandering aan
toevoegde, zo zal de cloud over enkele jaren
opnieuw een ‘paradigmawisseling’ teweeg­
brengen, zo verwacht Intel. En dat is nodig
ook, want het bedrijf voorspelt dat het gebruik
van openbare en privéclouds de komende ja­
ren alleen maar zal toenemen.
Openbare clouds nemen toe, omdat er steeds
meer services beschikbaar komen die via een
internetverbinding kunnen worden gebruikt
of geconsumeerd. Intel schat dat in 2015 onge­
veer 2,5 miljard mensen internet zullen ge­
bruiken. Dat zullen zij met ongeveer 10 mil­
jard apparaten doen (pc's, smartphones, et
cetera). Momenteel maakt ongeveer de helft
van dit aantal gebruik van internetdiensten.
Een fikse groei in het verschiet dus, die uitslui­
tend kan worden opgevangen door cloudar­
chitecturen veel efficiënter, sneller en flexibe­
ler te maken.
Ook private (of interne) clouds zullen een
aanzienlijke groei doormaken, vooral door een
grotere vraag van zakelijke gebruikers naar
toekomstige (nieuwe) IT-diensten. Maar nu al
kampen veel datacenters met problemen op
het gebied van vloerruimte, koeling, elektrici­
teit, servercapaciteit of netwerkbandbreedte.
Een deel daarvan kon in eerste instantie wor­
den opgevangen met virtualisatietechnologie,
maar wanneer de traditionele infrastructuren
verder zullen worden uitgebreid, komt volgens
Intel steeds meer de inflexibiliteit in het ont­
werp aan het licht. Om IT geen bottleneck
voor de business te laten worden, moet dus de
Volgens Intel wordt
de cloud in 2015
gekenmerkt door drie
woorden:
gefedereerd,
geautomatiseerd en
apparaatbewust.
dcw december | management
gingen het hoofd kunnen worden geboden en
waarmee de basis wordt gelegd om ook aan
toekomstige vereisten op het gebied van
cloudinfrastructuren te kunnen voldoen. Met
de roadmap, die volgens de ODCA nadruk­
kelijk leveranciersonafhankelijk is, kunnen le­
den hun toekomstige datacenters plannen, in
de wetenschap dat deze op open, interopera­
bele en standaardoplossingen zijn gebaseerd.
Alle leden van de ODCA hebben zich gecom­
mitteerd aan deze roadmap, wat betekent dat
zij zich bij hun aankoopbeslissingen hierdoor
zullen laten leiden. Met andere woorden: tech­
nologie die niet binnen dit kader past, zal niet
worden aangeschaft. Nogmaals, de leden heb­
ben gezamenlijk 50 miljard dollar per jaar te
besteden, dus fabrikanten zullen zeker geneigd
zijn te luisteren naar wat deze klanten willen!
Overigens wordt de totale jaarlijkse omzet op
het gebied van datacenters op zo’n 500 miljard
dollar geschat.
11
dhpa sluit zich aan bij odca
De Dutch Hosting Provider Association (DHPA) heeft zich als ‘contributing member’ aan­
gemeld bij de ODCA, zo liet de belangenorganisatie van Nederlandse hosters begin no­
vember weten. Volgens Jan Willem des Tombe, voorzitter van de DHPA, sluit het initiatief
van de Open Data Center Alliance (ODCA) nauw aan bij de doelstellingen van de DHPA.
“Wij hebben als platform van Nederlandse managed hostingproviders als doel het profiel
en de rentabiliteit van de hostingsector te promoten. Daar past een dergelijk internationaal
georganiseerd initiatief goed bij. Hostingproviders moeten er immers naar streven hun
klanten zo goed mogelijk te bedienen. Cloud computing en dus ook cloudinteroperabili­
teit zijn daarbij essentieel.” De DHPA zal als contributing member van de alliantie vooral
aandacht vragen voor service-levelgaranties en het transparant maken van het servicema­
nagement.
stap naar de cloud worden gezet. Maar dan wel
een slimme cloud graag!
cloud 2015 in drie woorden
De cloud in 2015 wordt in de visie van Intel
gekenmerkt door drie woorden: gefedereerd,
geautomatiseerd en apparaatbewust.
Gefedereerd betekent in dit verband zoiets als
verenigd, dat wil zeggen dat communicatie,
data en diensten makkelijker binnen en tussen
clouds kunnen worden verplaatst. Om dit mo­
gelijk te maken is het vereist dat platforms en
oplossingen écht interoperabel zijn. Dat is op
dit moment bij lange na niet het geval, stelt
Intel. De technologie bevindt zich op een punt
waarop bedrijven workloads kunnen verplaat­
sen in hun eigen datacenter of tussen meerdere
eigen datacenters. Maar de mogelijkheid data
en diensten naadloos en veilig te schalen over
de grenzen van het eigen datacentrum heen –
met andere woorden, het aankoppelen van een
publieke cloud aan de private cloud op het
moment dat er een extra capaciteitsbehoefte
ontstaat – is nog toekomstmuziek.
Daarom is het volgens Intel noodzakelijk deze
federatie sterk uit te breiden tot het punt waar­
dcw december | management
Nieuwe technologie is niet
altijd compatibel met
bestaande hardware of is
alleen te gebruiken met de
hardware van één fabrikant.
8
op bedrijven workloads en data moeiteloos
van de ene naar de andere cloudprovider kun­
nen verplaatsen en waarop eveneens zonder
moeite publieke clouds aan het eigen datacen­
trum kunnen worden gekoppeld indien nodig.
Dus: zorg ervoor dat er een veilige en be­
trouwbare dataflow tussen hardware en soft­
ware van fabrikanten, partners en klanten en/
of eindgebruikers tot stand komt.
automatiseren
Het tweede kernpunt is het automatiseren van
de levering van diensten, tot een punt waarop
weinig tot geen menselijke tussenkomst meer
nodig is. Ook dit is nog toekomstmuziek, want
volgens de Data Center Survey 2009 van
marktonderzoeker IDC dat Intel aanhaalt,
heeft virtualisatie niet geleid tot significant
minder complexiteit. Het aantal servers dat de
gemiddelde systeembeheerder weet te behe­
ren, is door virtualisatie weliswaar iets toege­
nomen van 37 tot 41 (vergeleken met onge­
virtualiseerde omgevingen), maar het
beschikbaar stellen van virtuele machines is
nog steeds grotendeels een handmatig proces
– terwijl dat nu juist automatisch, dynamisch
en op verzoek zou moeten gebeuren.
Intels visie hier is om te komen tot een geau­
tomatiseerd geheel, dat dynamisch bronnen al­
loceert op basis van vooraf overeengekomen
SLA’s (service level agreements) en dat het da­
tacentrum optimaliseert om zo efficiënt mo­
gelijk met de beschikbare bronnen om te gaan
en dus ook om zo min mogelijk energie te
gebruiken.
apparaatbewust
De derde pijler waarop Intel zijn visie bouwt is
‘client-aware’, of in mooi Nederlands appa­
raatbewust. Cloudapplicaties moeten de mo­
gelijkheid krijgen te achterhalen met wat voor
apparatuur de dienst wordt benaderd. Smart­
phones en iPad-achtigen zullen de komende
jaren ongetwijfeld meer en meer gaan worden
gebruikt en cloudapplicaties moeten daarom
ook naar verschillende schermresoluties kun­
nen ‘schrijven’. Dat geldt ook voor de interne
rekenkracht van een apparaat: is het een pc,
dan kan het eventuele rekenwerk daar wel ge­
beuren, is het een simpel mobiel apparaat, dan
moet je dat in de cloud doen. Tot slot moet de
cloud weet hebben van de beveiligingsvoor­
zieningen op het apparaat: indien aanwezig,
dan gebruiken!
cloud builders
Het verwoorden van toekomstvisies met brede
vergezichten op IT is één ding, die visies reali­
seren is een heel ander ding. Intel is zich hier
terdege van bewust en juist omdat het om zo’n
ingrijpende verandering gaat, kan dit alleen
maar worden gerealiseerd door een langdurige,
gecoördineerde samenwerking tussen aanbie­
ders, partners en klanten in de IT-industrie.
Het Cloud Builders-programma van de pro­
cessorfabrikant biedt hier onder meer de in­
strumenten voor.
Dit programma brengt grote hardware- en
softwarepartners bij elkaar om recepten samen
te stellen voor het bouwen van clouds en geeft
praktische richtlijnen voor het uitrollen, on­
derhouden en optimaliseren van cloudinfra­
structuren. Het programma telt op dit moment
twintig referentiearchitecturen en aan meer
wordt gewerkt. Deelnemers aan het Cloud
Builders-programma zijn onder meer Canoni­
cal, Cisco, Citrix, Dell, EMC, HP, IBM, Intel,
Microsoft, NetApp, NetSuite, Novell, Parallels,
Red Hat en VMware.
wereldcomputer
Of de ODCA en Intel erin zullen slagen in
2015 een soort gigantische wereldcomputer
van samenwerkende clouds te realiseren, moet
uiteraard worden afgewacht. Maar de techno­
logie is er (bijna), de voordelen lijken overdui­
delijk en de noodzaak eveneens. De gezamen­
lijke krachten in de markt, inclusief die van
grote eindgebruikers, worden met deze initia­
tieven nu gebundeld en wie weet werken we
in de nabije toekomst met een nooit eerder
vertoond superkrachtig en flexibel IT-apparaat.
Dat er veranderingen op til zijn, moge duide­
lijk zijn! ■
advertentie
All IT Rooms is een computerruimte System
Integrator. Wij ontwerpen en bouwen nieuwe
computerruimtes maar ook de herinrichting,
verbouwing of verhuizing van uw huidige
computerruimte is bij ons in goede handen.
Onze dienstverlening op een rij:
 Consultancy
 Ontwerp
 Project management
 Realisatie
 Service
www.allitrooms.com
Lange Kleiweg 50B ● 2288 GK Rijswijk ● Tel 070 31 98 999 ● [email protected]
A5 adv def.indd 1
29-09-2008 12:05:47
Convergentie 2.0
Het corporate-netwerk
van de toekomst
als je aan cio’s en hun teams zou vragen wat zij in de toekomst verwachten
van hun corporate-networkingtechnieken, staan lage latency, verbeterde
betrouwbaarheid en hogere doorvoersnelheden hoog op het wensenlijstje.
maar het allerliefste zien ze toch één netwerkinfrastructuur die in staat is al
het dataverkeer te verwerken, te clusteren en op te slaan.
dcw december | thema netwerken
Jack van der Schoot is regional SE-manager - European Business Group bij Brocade Communications Systems
10
Op het eerste gezicht lijkt de wens van veel CIO’s om een netwerkin­
frastructuur te hebben die al het dataverkeer kan verwerken, wellicht te
veel van het goede. Maar het is niet verrassend dat veel CIO’s na een
grondige evaluatie van hun huidige netwerk tot deze conclusie komen.
De IT-teams beheren vandaag de dag twee tot drie parallelle netwerken.
Zo hebben ze een storagenetwerk gebouwd voor betrouwbaarheid, ge­
garandeerde data-integriteit en non-blockingperformance. Daarnaast
hebben ze een datanetwerk voor performance en bandbreedte. En voor
elk netwerk zijn ook nog eens afzonderlijke switches, HBA’s (host bus
adapters), NIC’s (network interface cards) en kabels nodig.
Deze mengelmoes zorgt voor een enorme druk op de budgetten en
planning van de IT-afdelingen. Vergeet daarbij niet de negatieve mi­
lieueffecten: elke unit moet worden voorzien van stroomtoevoer en
koeling.
uitdagingen netwerkbeheer
De race om servers en storagesystemen door virtualisatie te consoli­
deren, terwijl aanzienlijke efficiënties moeten worden geleverd, heeft
alleen nog maar meer druk gelegd op de corporate-netwerkinfrastruc­
tuur. Door verschillende applicaties op één server te laten draaien,
hebben IT-afdelingen het aantal benodigde fysieke servers aanzienlijk
kunnen terugbrengen, het energiegebruik kunnen verlagen en is de
operationele efficiëntie gestegen.
Een server die plaats biedt aan misschien wel twintig VM’s (virtuele
machines), heeft een aanzienlijke bandbreedte nodig om deze VM’s te
kunnen laten draaien. De dynamische beweging van VM’s tussen ver­
schillende fysieke machines zorgt, afhankelijk van hun proceseisen en
gebruikerswensen, voor netwerkbeheeruitdagingen. Wanneer een net­
werkverbinding niet soepel tussen de gekoppelde VM’s beweegt, zal
zowel de netwerkprestatie als de ervaring van de eindgebruiker snel
verslechteren.
De volgende stappen die op deze reis zullen moeten worden gemaakt,
vormen een uitdaging voor netwerkbeheerders. Bedrijven slaan in toe­
nemende mate munt uit eerdere virtualisatiesuccessen en ontwikkelen
interne (of private) clouds waarbinnen alle IT-oplossingen zonder pro­
blemen op elkaar aansluiten. Zo kunnen ze één ‘enkele’ pool aan com­
putingresources creëren. Daarnaast zijn er plannen om met een ‘hybrid’
cloudmodel te gaan werken. Hierbij worden de applicaties en services
geleverd door een mix van interne en externe bronnen bij derden. In
beide gevallen betekent het dat er met een cloud meer dataverkeer is,
zowel binnen de bedrijfsnetwerken als voorbij de firewall.
Hierdoor verwachten CIO’s dat het corporate-netwerk van morgen
zal voldoen aan een groot aantal – soms tegenstrijdige – eisen. Ze wil­
len uitzonderlijke schaalbaarheid, maar ook minder complexiteit in het
beheer. Ze eisen naadloze mobiliteit en verhoogde flexibiliteit en de
opkomende networkingtechnieken moeten daarnaast aanvullend wer­
ken op de huidige investeringen. Ze willen niet worden gedwongen
om hun gehele omgeving te vernieuwen. Het zijn deze redenen die
ervoor zorgen dat unified netwerk steeds hoger op de agenda van de
CIO komt te staan.
de belofte van convergentie
De netwerkomgeving van morgen consolideert het gebruikersapplica­
tie- en storagedataverkeer op één enkel, high-performance en highly-
Jack van der Schoot van Brocade:
available netwerk die dankzij ingebouwde kennis verschillende ver­
keerstypen kan onderscheiden en beheren volgens de vooraf opgestelde
regels. De voordelen van een unified netwerk zijn duidelijk als het gaat
om betere performance en productiviteit, en dan wordt er nog niet
eens gesproken over terugbrenging van de complexiteit. En hoewel
de weg hiernaartoe in eerste instantie steil lijkt, kan een totaalaanpak
er juist voor zorgen deze reis niet voor onnodige opschudding zorgt,
zowel binnen het IT-team als voor de eindgebruikers.
We zitten middenin een grote IT-innovatiecyclus. Hierin stappen we
van een infrastructuur die ontworpen is om bestaande processen te au­
tomatiseren over naar servicegerichte architecturen die de levering van
innovatieve nieuwe diensten versnelt. De acceptatie van nieuwe tech­
nologieën maakt nieuwe businessmodellen mogelijk en heeft invloed
op de relatie met de klanten, partners en werknemers.
De dagen waarin het overgrote deel van de rekenkracht in het datacen­
ter verstopt zat, zijn voorbij. Vandaag de dag hebben we ongelooflijk
slimme end-points die veel rekenkracht bevatten en mobiel, verdeeld
of van een afstand te beheren zijn. Informatie en applicaties zijn gevir­
tualiseerd en kunnen zich overal binnen de infrastructuur bevinden.
Oftewel: er ontstaat een cloud.
Het computingmodel is omgekeerd: de informatie en het gebruik van
deze informatie zijn verdeeld. Deze verandering vergroot het belang
van communicatie binnen het netwerk. En omdat de rekenkracht en
storage-informatie verdeeld zijn, heb je in feite een distributed data­
center.
Nu datacenters steeds vaker zijn verdeeld, moet de netwerkinfrastruc­
tuur zich aan het datacenter aanpassen. En als het netwerk ons datacen­
ter wordt, wordt het netwerk onze business. In een hoog gedistribueer­
de en dynamische omgeving vertrouwen het commerciële model, de
klantervaring en de productiviteit van het personeel op de robuustheid
van het netwerk.
Ethernet is een bewezen en goed begrepen technologie. Ethernet is
de belangrijkste netwerkkeuze om servers met elkaar te verbinden
op de corporate Lan (local area network). Het doel: transporteren van
gebruikersapplicatieverkeer. Het convergentie 2.0-concept houdt in
feite in dat het afzonderlijke glasvezelnetwerk, dat normaalgesproken
storagedataverkeer binnen een San (storage area network) transporteert,
ook naar ethernet verschuift – ook wel DCB (datacenter bridging)
genoemd.
verbeteringen
Om San-Lan-convergentie te laten slagen moet DCB de typische Saneigenschappen bieden, zoals betrouwbaarheid en snelheid. Dit is nodig
omdat storagenetwerken vereist dat data in de juiste volgorde en 100 %
zeker worden afgeleverd. Een ’lossless and deterministic‘ infrastructuur.
Ethernet, in tegenstelling, doet op dit vlak in feite te kort. Ethernet
maakt juist gebruik van een ’best effort‘ aanpak, waarbij data niet per
se in de juiste volgorde moeten worden aangeleverd en waarbij enkele
pakketten verloren gaan in verband met netwerkcongestie.
De waarde van DCB ligt in de verbetering van de onderliggende ether­
dcw december | thema netwerken
“De dagen waarin het overgrote
deel van de rekenkracht in het
datacenter verstopt zat, zijn
voorbij.”
11
net-specificaties gebaseerd op 10 GbE. Alleen op deze manier kunnen
we de betrouwbaarheid en class-of-services die we zien in San-omge­
vingen, waarborgen.
De belangrijkste aanbieders van storage- en netwerktechnieken werken
momenteel aan specificaties om de performance van ethernet-netwer­
ken te verhogen en om glasvezelverkeer op een veilige en efficiëntie
manier een weg te laten banen door ethernet-infrastructuren.
Een voorbeeld van een standaard waar momenteel aan wordt gewerkt,
is de FCoE-standaard (fibre channel over ethernet), een protocol dat
glasvezelstorageverkeer in ethernet-pakketjes verpakt waardoor het
over een nieuw lossless ethernet-medium kan worden getransporteerd.
Deze oplossing is ontwikkeld door het T11 technische comité van het
International Committee for Information Technology Standards (IN­
CITS). Het vertrouwt op flowcontrol, waardoor direct wordt herkend
wanneer een buffer bijna vol is en vervolgens de zender vraagt de over­
dracht te stoppen totdat de buffer weer leeg is.
Een van de grote voordelen van FCoE is dat deze gebruik maakt van
dezelfde FC-drivers, switches, bekabeling en managementapplicaties
die al worden gebruikt. Hierdoor kunnen bedrijven concepten, zoals
unified netwerk, al binnen de eerste meters van hun datacenternetwer­
ken implementeren. FCoE wordt in combinatie met DCB ingezet, met
10 Gbps-snelheden, om zowel data- als storageverkeer naar de eerste
access switch waar het binnenkomt te sturen. Het verkeer wordt ver­
volgens met San verspreid naar de corporate Lan of naar de bestaande
advertentie
Rittal – Het Systeem
De complete IT-infrastructuur
voor een veilig en betrouwbaar
Data Center
IT SECURITY ROOMS
POWER DISTRIBUTION
KASTSYSTEMEN
KASTSYSTEMEN
San, waardoor het aantal benodigde kabels voor aansluiting op de ser­
verrack direct wordt verminderd.
In het vooruitzicht
Op deze manier krijgt een techniek die in feite nog in de kinderschoe­
nen staat, al vorm in de netwerk-edge van de datacenters van early
adaptors. Andere zullen hun voorbeeld volgen. Richard Villars, vicepresident of storage systems bij het marktonderzoeksbureau IDC, heeft
voorspeld dat er in 2010 een toename zal zijn in het aantal converged
networking-pilotprojecten. Deze zullen alleen maar verder toenemen
in 2011. Volgens onderzoek van het analistenbureau Dell’Oro Group
zijn er in 2008 bijna 10.000 FCoE-poorten verscheept. Zij verwachten
dat dit in 2011 rond de één miljoen zal liggen.
Uiteraard is mainstreamconvergentie ook afhankelijk van andere fac­
toren. De producten van leveranciers van storage-apparatuur moeten
uiteraard toegang bieden tot FCoE-adapters. NIC’s voor 10GbE zullen
in prijs moeten zakken en in het moederbord van servers worden geïn­
tegreerd. En voor de eindgebruikers zal het een en ander ook moeten
worden aangepast. Zo kunnen ze wensen dat hun storage-, server- en
netwerkoperations worden beheerd door één servicedesk. Storage- en
netwerkteams moeten beter gaan samenwerken dan ze vandaag de dag
doen. En wanneer datacenterswitches moeten worden vervangen, zul­
len zij moeten kunnen garanderen dat de nieuw aangeschafte oplossing
de overstap naar een unified fabric ondersteunt.
Sommige mensen uit de industrie laten hun eindgebruikers geloven dat
de convergentie van storage- en datanetwerken een relatief eenvoudig
proces is en dat deze zo snel mogelijk moet worden ingezet. Het is
echter zo dat bedrijven de migratie zullen willen uitvoeren binnen hun
eigen tijdspanne. De complexiteit van het beheer en de implementatie
van een netwerk en datacenter bereiken onacceptabele hoogtes.
Met de komst van de cloud en de wil om te convergeren, biedt deze
‘paradigm shift’ de mogelijkheid selectief te outsourcen of een groot
deel van de ict-infrastructuur uit te breiden. Bedrijven hebben tegen­
woordig de keuze uit een groot aantal modellen die perfect aansluiten
op de wensen van het bedrijf. Sommige willen wellicht snel naar een
’pay-as-you-go‘ model, terwijl andere juist langzaam willen migreren
naar een private model.
Waarvoor ze ook kiezen, bedrijven zullen profiteren van de convergen­
tierevolutie door nieuwe operatingmodellen aan te nemen en virtuele
bedrijven te creëren. Hierdoor worden ze veel flexibeler, efficiënter en
minder kapitaalintensief, waardoor ze competitiever worden, maar al­
leen als de architectuur betaalbaar en betrouwbaar is. ■
Bedrijven zullen profiteren van
de convergentierevolutie door
nieuwe operatingmodellen aan
te nemen en virtuele bedrijven te
creëren.
advertentie
Sneller – Beter – Wereldwijd
SYSTEEMKLIMATISERING
IT-SOLUTIONS
Rittal bv – Hengelder 56 – Postbus 246 – 6900 AE Zevenaar
Tel. (0316) 59 16 60 – E-mail: [email protected] – www.rittal.nl
Geen uitweg voor
traditionele datacenters
Zonder innovatie geen toekomst
datacenters zijn complex, kostbaar en bieden lang niet altijd de prestaties die nodig
zijn in een data-intensieve economie. traditionele benaderingen, die uitgaan van
steeds meer hardware, bieden op de lange termijn geen uitweg. volgens juniper
networks en netwerkintegrator infradata is het tijd voor echte innovatie.
Hans Vandam is freelancejournalist
Nino Tomovksi, directeur
operations bij Infradata, legt
uit: “In alle gevallen is een
schaalbare, flexibele en veilige
datacenterinfrastructuur nodig.”
Wim van Campen, area vicepresident NoordEuropa bij Juniper Networks, laat er geen
misverstand over bestaan: “Er is een fun­
damenteel nieuwe benadering nodig op het
gebied van datacenterinfrastructuren. Het
moet eenvoudiger, zuiniger, goedkoper en
de prestaties moeten omhoog. Dat is met een
traditionele benadering niet langer mogelijk.
Echte innovatie is nodig. Alleen een nieuwe
benadering kan voorkomen dat de wal het
schip keert.”
Van Campen wijst op de enorme toename
van verkeer over netwerken. “Eerst was er
het mainframe dat een netwerk maar beperkt
belastte. Toen kregen we de client-server­
omgevingen die zorgden voor aanmerkelijk
meer netwerkverkeer. De echt grote explosie
kwam met het internetverkeer. We zien nu
grote datastromen, ook van server naar server
en van servers naar storageomgevingen. Dat
vraagt veel van een datacenter en bottlenecks
zijn dan al snel een groot probleem. Wat we
nodig hebben, zijn structurele veranderingen
op architectuurgebied.”
3-2-1
Juniper nam de handschoen op en introdu­
ceerde in het voorjaar van 2010 een nieuwe
infrastructuurbenadering onder het motto
3-2-1. “Daarmee doelen we op een mars­
route die loopt van de drielaagse netwerken
van nu – met access, aggregatie en core – naar
een tweelaagse omgeving met alleen access
en core. Eindpunt is een infrastructuur met
slechts één laag waarop alles gebeurt. Voor­
lopig richten we ons op het creëren van twee
lagen waarbij onze Virtual Chassis-fabric een
cruciale rol speelt. Daarmee doet virtualisa­
tie zijn intrede in het netwerk. Door Virtual
Chassis in te zetten in de accesslaag is aggre­
gatie niet langer nodig. Dat betekent minder
complexiteit, terwijl het aantal switchinter­
acties met wel 99 % vermindert ten opzichte
van drielaagse netwerken. Daarnaast neemt
de vertraging sterk af wat leidt tot aanmerke­
lijk betere applicatieprestaties. Een concreet
voorbeeld van een oplossing die we hiervoor
hebben geïntroduceerd, is de MX-serie die
duizend poorten kan bieden in één systeem.
samenwerking
Wim van Campen van Juniper Networks
benadrukt het enorme belang van de
nauwe samenwerking tussen producent
en implementatiepartner. “Wij hechten
enorme waarde aan partnerships, omdat
onze partners hun klanten kennen en met
deze klanten mee kunnen denken over
de toekomst. Infradata geeft daar op een
unieke wijze vorm aan door met onze
producten en onze architectuurbenade­
ring een sterk concept te creëren. Dat
het bedrijf daarbij veel investeert in ken­
nis en expertise rond onze producten en
dat combineert met marktkennis, is voor
klanten een extra stimulans om met een
partner als Infradata samen te werken.”
Je kunt dan spreken van een volwaardige da­
tacenterfabric”, zegt Van Campen.
innovatie
Volgens Van Campen is deze innovatieve be­
nadering ingegeven door de huidige markt­
dynamiek. “Er zijn tal van ontwikkelingen
die het datacenter direct beïnvloeden. Denk
aan consolidatie, virtualisatie en de snelle
opkomst van glasvezel. Dat lossen we niet
meer op door nog meer dozen naar binnen te
schuiven. Je zult met iets nieuws moeten ko­
men om in te spelen op al deze ontwikkelin­
gen. Bovendien moeten netwerken flexibeler
en schaalbaarder worden. Ook willen ser­
viceproviders sneller dan nu nieuwe diensten
kunnen leveren aan hun eindgebruikers.”
praktijk
Voor Juniper-partner Infradata was de nieuwe
3-2-1-benadering de ideale mogelijkheid om
een praktische propositie te creëren op basis
van het concept. Nino Tomovksi, directeur
operations bij Infradata, legt uit: “We zien
een ontwikkeling waarbij het steeds meer
voorkomt dat eindgebruikers resources gaan
delen in clouds. Dat kunnen privé- of public
clouds zijn. Ook serviceproviders kunnen
direct of op basis van een wholesale-model
clouddiensten leveren. In alle gevallen is een
schaalbare, flexibele en veilige datacenter­
infrastructuur nodig, die je zo opbouwt dat
deze aan alle eisen van de gebruikers voldoet.
We hebben op basis van Juniper en VMware
een compleet concept ontwikkeld voor orga­
nisaties van verschillende omvang. Cruciale
voordelen in dat verband zijn het gebruik van
Junos als generiek besturingssysteem voor
alle Juniper-producten en de integratie met
V-Sphere van VMware. Dat zorgt voor de
nodige standaardisatie en maakt het beheren
van de verschillende componenten veel een­
voudiger. Onze klanten zijn erg enthousiast
over deze combinatie, omdat ze maar een
keer hoeven te investeren in kennis en deze
vervolgens op alle componenten kunnen toe­
passen.”
voordelen
Als directe voordelen van het cloudconcept
van Infradata noemt Tomovksi onder meer
een betere benutting van netwerkbronnen,
hogere beschikbaarheid van het netwerk,
meer flexibiliteit en effectieve disaster reco­
very. “Deze voordelen zijn voornamelijk van
technische aard en dragen bij aan besparingen
op de TCO (total cost of ownership). Maar
daarnaast leent het concept zich ook uitste­
kend om bedrijfsvoerders en serviceproviders
te ondersteunen en te helpen bij de vraag wat
het kan betekenen voor de dienstverlening
aan eindgebruikers. Deze businessinvalshoek
is voor ons als netwerkintegrator minstens
zo belangrijk als de technische kant van de
zaak.” ■
“Wat we nodig
hebben, zijn
structurele
veranderingen op
architectuurgebied.”
dcw december | thema netwerken
Wim van Campen, area vicepresident Noord-Europa
bij Juniper Networks: “Er is een fundamenteel
nieuwe benadering nodig op het
gebied van datacenterinfrastructuren.”
15
Microsoft Network Access Protection
Beveiligde netwerktoegang
tot in de cloud
isolationistisch gedrag zagen we dit jaar al terug rondom facilitair- en serverbeheer, en bij
de diverse vormen van toegangsbeveiliging. maar ook binnen het it-domein kunnen we er
soms wat van, zoals netwerkbeveiliging versus de ‘endpoints’. oplossingen, zoals microsoft
network access protection, doen hier wat aan. maar werken ze in de praktijk ook soepel
genoeg? en wat verandert er door nieuwe trends, zoals vdi en clouds?
dcw december | thema netwerken
Erik de Ruijter is IT Architect bij ABN AMRO Bank
16
Een datacentrum en aangekoppeld pc-netwerk zijn zo sterk als hun
zwakste schakel. Desktops kunnen nog zo malware-vrij zijn en voor
usb-sticks zijn beveiligd, of servers en e-mail nog zo van de buitenwe­
reld zijn afgeschermd via firewalls en filters, als een inhuurkracht zijn
notebook of een medewerker zijn bedrijfsnotebook, na twee maanden
onderweg en met achterhaalde malware-scanner, gewoon kan inplug­
gen, dan ben je al kwetsbaar.
Zodra zo’n systeem op IP-niveau andere machines kan ‘zien’, is besmet­
ting al mogelijk. Ondanks de beschermingssoftware op servers en ande­
re desktops, want die heeft altijd gaten. Bovendien lijkt malware die via
het netwerk overspringt, eerder op een ‘achterdeur’-aanval dan op een
via de beter beschermde ‘voordeur’. En zo’n besmettingsrisico – veelal
met Windows-malware, maar ook Linux-systemen, zoals DeMilitarized
Zone (DMZ)-firewalls zijn niet onkwetsbaar – is het soms waard om
extra tegen te beveiligen. En dat gaat met een groep oplossingen die
Gartner als ‘Network Access Control’ samenvat.
Laten we eerst kijken naar de kernfuncties van netwerktoegangsoplos­
singen, zoals we ze hier zullen noemen. De crux zit ’m in ‘inpluggen’ en
‘op IP-niveau andere machines kunnen zien’. Technisch verbinden van
een gast-pc via een RJ10-kabel met een ethernet-socket in de muur is
vrijwel niet te voorkomen, maar het netwerk moet zodanig worden in­
gericht dat de verdachte pc geen TCP/IP-contact krijgt. Hiervoor kent
de netwerktoegangsoplossing drie hoofdcomponenten.
• Validatie van de endpoints. Hiervoor is hoe dan ook een agent nodig,
voor pakweg Windows of Linux. Dit is mogelijk in de vorm van een
via de browser gedownloade applet. Basisvoorwaarden waarop wordt
gevalideerd zijn patchniveau van het besturingssysteem, het zelf heb­
ben geïnstalleerd van een up-to-date malwarebescherming en het
1. Basiscomponenten NAP.
ingeschakeld zijn van een goede desktopfirewall. Dit zijn immers
dezelfde kerneisen waaraan de ‘veilige’ locked-down bedrijfs-pc’s op
hetzelfde lokale netwerk voldoen.
• Ondersteuning voor de validatie, de ‘policy servers’. Hier staat ge­
definieerd hoe de agents moeten checken, plus eventuele agentdis­
tributie. Maar ook ‘remediation servers’ vallen in deze categorie. Als
een endpoint wordt geweigerd, kan deze vanaf pakweg een Syman­
tec- of Windows update-server in de ‘quarantainezone’ van het Lan
(internettoegang is er op dat moment niet!) zijn leven gaan beteren,
waarna de inhuurkracht of andere gebruiker alsnog toegang krijgt.
• Afdwinging, want we moeten immers op netwerkniveau regelen dat
de pc een afwijkende TCP/IP-behandeling krijgt. Hier zit het las­
tigste grensgebied tussen de netwerk- en serverteams. Er zijn vier
hoofdmethoden. Ten eerste via een VPN-gateway, alleen als we over
remote toegang praten en niet over het Lan. Hier vormt de werk­
stationafdwinging een tweede laag bovenop de gebruikerslogon. De
tweede optie is door de IP-adressering vanaf een server te regelen
via DHCP of IPSec. In dat geval laten we die beïnvloeden door de
validatie en komt een verdacht endpoint in quarantaine. De derde en
vierde methoden regelen die quarantaine ‘dieper’ in de IP-techniek,
bijvoorbeeld door afdwinging in een Lan-routergateway of door
aanpassing van de Vlan’s direct op de switches.
De hoofdmoot van de praktijkervaringen komt straks aan bod, als we
over de samenwerking tussen desktop- en netwerkteams praten. Wat
opvalt is de ‘ruis’ rondom desktops bij vendoren en adviesbedrijven.
In heel wat gevallen wordt geroepen dat ‘netwerktoegang regelen niet
meer nodig is als we via pakweg een virtuele desktopinfrastructuur
(VDI) of terminalservices de applicaties of pc’s naar het datacentrum
verplaatsen’.
En het moet gezegd, ook op Microsofts Tech.Ed dat in november
plaatshad in Berlijn zijn mooie zaken getoond, zoals de RDP-extensie
RemoteFx, waardoor ook via VDI vloeiende videopresentatie mogelijk
is. Nader doorvragen toont ook gelijk de beperkingen ervan: momen­
teel eist deze per desktop 10 Mbps-bandbreedte naar de server toe, en
zelfs met glasvezelbackbones per verdieping kunnen de meeste gebou­
wen dat gewoon niet aan.Tenzij we terug zouden gaan naar serverfarms
geplaatst per verdieping, maar dat verziekt de hele centralisatiegedachte
van VDI.
Hierdoor wordt duidelijk waarom het hele VDI/Citrix-verhaal, on­
danks zijn verdiensten-in-sectoren, veelal de noodzaak tot beveiligde
netwerktoegang niet wegneemt. Of er blijven voor specifieke toepas­
singen naast echte ‘thin’ Wyse-kastjes enkele ‘fat clients’ op het netwerk
achter, of de gekozen ‘thin clients’ zijn (relatief oude en lichte) pc’s met
Linux of Windows, die de lokale cpu inzetten om intensieve schermen,
zoals Flash of Silverlight, mogelijk te maken zonder boven de 2 Mbpsbandbreedte-eis te komen. In beide gevallen staat het netwerk (inclusief
In heel wat gevallen wordt
geroepen dat ‘netwerktoegang
regelen niet meer nodig is als we
applicaties of pc’s naar het
datacentrum verplaatsen’.
2. NAP-settings in Server 2008.
het kunnen bereiken van de virtuele desktops in het datacentrum) op
IP-niveau open voor individuele inhuurnotebooks, en moeten we dus
alsnog aan de NAP (Network Access Protection).
Terug naar dit hoofdspoor. Er zijn de laatste vijf jaar drie hoofdstandaar­
den ontstaan voor toegangsbeveiliging, maar gelukkig zijn ze sinds een
jaar of twee co-existent en samenwerkend aan de desktopzijde. Pionier
was Cisco met Network Admission Control. Afdwinging gebeurt speci­
fiek op Cisco-apparatuur (gateways en switches).Voor validatie-onder­
steuning en validaties zelf begonnen ze met dedicated Cisco-software,
maar er is inmiddels een mix met Microsoft NAP mogelijk.
Trusted Network Connect (TNC) van het Trusted Computing Groupconsortium bouwt voort op de 802.1x-accesstoegangsafspraken die
voor Wifi zijn gemaakt. Ook hier is de Windows NAP-agent nu een
volwaardige validatiemethode, en wordt qua policyservers en remedia­
tionservers een brug geslagen met NAP.
Microsoft Network Access Protection, focus van dit verhaal, bestaat sinds
Server 2008 en wordt aan desktopkant ondersteund vanaf XP Service
Pack 3. Als we uitsluitend MS-techniek gebruiken, is alleen afdwin­
ging mogelijk via de VPN-gateway en via ‘soft’ IP-adresseringswijzen,
namelijk DHCP en IPSec. Samenwerking met netwerkvendoren staat
ook intranetrouters en switches toe voor afdwinging. Juist ja, veelal via
protocollen, zoals Cisco NAC of 802.1x.
nap-omgeving
Een NAP-omgeving bestaat uit de volgende onderdelen (afbeelding
1):
• NAP client computers. Hierin draait de ‘kale’ NAP-agent plus de in
dit Lan relevante system health agent (SHA): de plugin die kijkt naar
patchniveau en firewall, maar vooral ook naar het gewenste antimalwarepakket. Dit is een vorm van validatie van de endpoints, cli­
ent agent.
• NAP health policy servers, tezamen weer bestuurd vanuit een NAP
administration server. Deze doen validatiesupport, dus ondersteu­
dcw december | thema netwerken
marktstandaarden voor netwerktoegang
17
tech.ed nieuws en cloudafbakeningen
dcw december | thema netwerken
Op de recente Tech.Ed Europe in Berlijn waren vele andere trends
rondom producten van Microsoft te zien. Dat Windows, zowel qua
endpoint/desktop als op de server, goede netwerkbeveiliging heeft, is
gebleken, maar besturingssystemen als ‘applicatiedrager’ zijn in de hui­
dige markt niet meer voldoende. Cloudfunctionaliteit is waarop iedere
leverancier mede wordt afgerekend.
De annonceringen dit najaar zijn, naast VDI, dan ook primair op
cloudgebied te vinden. Clouds worden onderscheiden in SaaS, PaaS
en IaaS (Software as a Infrastructure). Microsofts SaaS-aanbod, mo­
menteel geconcentreerd rond Exchange en aanverwanten, wordt uit­
gebreid tot Office 365 dat direct met Google Apps gaat concurreren.
Enkele weken voor Ted.Ed Europe deed Microsoft op Tech.Ed en de
Developers conferentie in de Verenigde Staten een aantal belangrijkere
annonceringen rondom IaaS-clouds. Hierin levert Microsoft nu twee
smaken.
Hyper-V Clouds, een techniek die kan worden ingezet voor interne
‘capaciteit uit de kraan’, samen met System Center of andere beheer
18
ning voor de validatie. Op een HP-server draait de tegenhanger van
de SHA, de system health validator oftewel SHV.
• Remediation servers zijn niet specifiek deel van NAP, maar als een
toegangsverzoek door de HPV wordt geweigerd, dan bevat de policy
ook een url waar de client heen wordt gestuurd voor ‘heropvoeding’.
En deze server-url zal zijn gerelateerd aan de SHA’s; dus pakweg
voor McAfee- of ISS ZoneAlarm-updates als op deze malwarechec­
ker of firewall wordt gecontroleerd.
• NAP enforcement points, oftewel afdwinging. Microsoft zelf levert
DHCP en IPSec serverrollen die rekening houden met NAP. Een
client die onveilig is, krijgt simpelweg geen IP-adres in het brede
‘productie-LAN’, maar alleen in de quarantainezone. Ook speelt
Microsoft mee in de VPN-markt via de Forefront unified access
gateway, en die kan enforcement doen. Maar NAP-partners, zoals
Cisco, Juniper en Avaya, kunnen op netwerkniveau (routers en/of
gateways en switches) en op VPN-niveau afdwingen. Met andere
woorden de keuze is ruim.
NAP-partners voor de endpointbeveiliging (anti-malware en firewall)
zijn onder andere Symantec, McAfee,Trend Micro, CA Technologies en
Check Point. Maar ook Microsofts eigen Forefront client security kan
integreren en gebruikt dezelfde SHA en/of SHV API’s als de andere.
Helaas blijven ook in scenario's
als VDI en de cloud dezelfde
endpointrisico’s actueel.
tools. (Zie het artikel over de samenwerking tussen de tools van Tivoli
en APC in DatacenterWorks september 2010) over hoe zo’n complex
van bouwstenen samenhangt. Microsoft annonceerde ook ‘Fast tracks’
om een dergelijk platform makkelijk vorm te geven met hardware van
onder andere HP, Dell en IBM. Maar een Hyper-V Cloud servicepro­
vider kan ook IaaS-services aanbieden op dezelfde voet: beheer van
zo’n extern gehoste VM (virtual machine) vanuit de klant kan gebeu­
ren via de Hyper-V API’s of met System Center.
Azure Virtual Machine role is officieel bedoeld ‘als opstapje zodat
klanten applicaties eerst naar de cloud brengen en daarna op Azure
PaaS-niveau brengen’. Het fundamentele verschil tussen IaaS en PaaS
maakt dit echter op zijn minst een verwarring zaaiende zet. Ook om­
dat Azure VM’s, gebaseerd op Hyper-V, níet remote via Hyper-V API’s
kunnen worden beheerd, alleen via Azure-specifieke API’s en via we­
derom System Center.
Waar Microsoft uitstekende netwerkbeveiliging biedt en samenwer­
king over teamgrenzen heen, daar zouden de eigen Hyper-V- en Azu­
re-teams misschien nog wat beter kunnen gaan samenwerken.
samenwerking en ervaringen
Rondvragen bij Microsoft en netwerk- en implementatiepartners le­
verde het volgende beeld op. Over het algemeen wordt ervaren dat
netwerktoegang-NAP na een vrij steile leercurve gewoon doet wat het
belooft, en stabiel meehelpt om de beveiliging te regelen. Zowel de
netwerk- als de pc-teams hebben er belang bij dat deze ‘achterdeur’
goed wordt gesloten, dus kloofoverschrijdende tools, zoals dit leveren
geen grote politieke strijd op. Ook bleken de volgende vuistregels en
adviezen:
• Bij VPN-toegang wordt veelal gepionierd met netwerktoegang. De
situatie aldaar, met thuis-pc's of zelfs internetcafés, is zo overduidelijk
‘gevaarlijk’ dat iedereen snel de waarde van toegangsbeveiliging in­
ziet.
• In kleinere omgevingen is het vaak haalbaar om de DHCP-func­
tie aan het Windows serverteam over te laten, en/of voor IPSec-
3. NAP-integratie met Cisco NAC.
‘tunnels’ tussen alle systemen te kiezen. Alleen in die situatie kan de
NAP-enforcement ook via deze software lopen.
• In grotere omgevingen is de trend om enforcement via de switches
te plegen. Routers en/of gateways, zoals het Juniper Infranetconcept,
kunnen een tussenstap vormen waarbij alleen een bepaalde netwerk­
zone wordt beschermd. Maar switchafdwinging is toch wel het ide­
aalbeeld, zo mogelijk LAN-breed.
• De samenwerking tussen netwerk- en serverteam gaat ook vrij soe­
pel, omdat elk team zijn eigen specialiteit houdt. De hele beslissing
in welke ‘beveiligingscategorie’ een machine belandt via welke crite­
ria is aan de server-desktopmensen. De vertaling tussen die categorie
en een Vlan of andere netwerkzone is vervolgens aan de beheerder
van het enforcement point, vaak het netwerkteam.
kunnen wel degelijk bepaalde functionaliteit gaan overnemen, en onder
andere infrastructuur meer centraal, veilig en betaalbaar hosten dan het
intern kan. De Microsoft-aanbiedingen op dit vlak kennen groot po­
tentieel, maar ook de nodige interne versnippering en de bijbehorende
verwarring. Ook hier alle grond voor intensieve samenwerking tussen
de interne datacentrumteams! ■
conclusies
Netwerktoegang, veelal rondom Microsoft NAP, is stabiel en succes­
vol. Het ‘sneeuwt regelmatig onder’ door trends die nu meer aandacht
trekken, zoals VDI en cloud, maar helaas blijven ook in die scenario's
dezelfde endpoint-risico’s actueel. Reden genoeg om dit probleemge­
bied onder de aandacht van het management te blijven brengen. Clouds
Ook hier alle grond voor
intensieve samenwerking tussen
de interne datacentrumteams!
advertentie
All IT Rooms bouwt computerruimtes en datacenters. Wij zijn een van de toonaangevende partijen op dit gebied
op de Nederlandse markt. Wij zijn een dienstverlenende organisatie voor advisering, opstellen programma’s van
eisen, het maken van rapportages, bouw van computerruimtes/datacenters tot en met service en beheer.
Ervaren Projectleider computerruimtes/datacenters
In verband met een snelle groei van onze activiteiten
zijn wij op zoek naar een ervaren Projectleider.
De functie bevat een zeer grote verscheidenheid
aan werkzaamheden van techniek en project leiding.
Werkzaamheden
 Leiden en coördineren van projecten
 Aansturen partners/onderaannemers, overleg met
klanten
 Technisch inhoudelijk en financieel verantwoordelijk
voor projecten
 Mede opstellen offertes (technische aspecten)
Persoonlijk kenmerken
 Zeer sterke communicatieve vaardigheden,
klant vriendelijke houding
 Brede technische interesse en vaardigheden
 No – nonsense aanpak en geen 9 tot 5 mentaliteit
 Positief, pro actief en een enthousiaste werkhouding
 Zelfstandig en ondernemend
All IT Rooms biedt
Wij bieden een dynamische en veelzijdige functie
bij een sterk groeiend, jong en ambitieus bedrijf.
Er is volop mogelijkheid om je zelf te ontplooien
en door te groeien.
Functie vereisten
 Opleiding HTS elektrotechniek/energietechniek
 Aantoonbare werkervaring van ca. 5 jaar
(in de branche)
 Kennis van alle facetten in computerruimtes/
datacenters
Reageren
Stuur je CV en een brief met motivatie naar
[email protected]
www.allitrooms.com
Testen en monitoren van netwerken
Wat zijn netwerk-TAP’s?
als eigenaar van een datacenter of als beheerder van het bedrijfsnetwerk wil je het
netwerk zo goed mogelijk in beeld hebben. tijdens het it room infra event op 9
november 2010 is de nodige aandacht besteed aan monitoring. een veel gehoord
woord was tap en daarmee werd niet de borrel aan het einde van het event bedoeld.
wel heeft tap met monitoring te maken.
dcw december | thema netwerken
Wilbert Leenders is salesmanager bij T&M Systems
20
Een TAP of ‘test access point’ in het netwerk is hardware, die op een
specifieke plaats in het computernetwerk is aangesloten. Met een TAP
wordt toegang verkregen tot de data voor monitoring- en testdoelein­
den. De TAP wordt hoofdzakelijk toegepast om netwerkverkeer tussen
twee knooppunten in een netwerkinfrastructuur te monitoren. En de
TAP wordt vooral gebruikt om netwerkproblemen op te sporen, waar
je bovenop wilt zitten. De TAP geeft je dus mogelijkheden.
Een typische uitvoering van een TAP bestaat uit vier poorten: een Apoort, een B-poort en twee monitoringpoorten. De A- en B-poorten
verzamelen het netwerkverkeer, terwijl de monitoringpoorten de data
weer doorgeven aan het apparaat, dat daadwerkelijk de data moet mo­
nitoren.
noodzaak van tap’s
Er zijn veel manieren om toegang te krijgen tot een netwerk. Traditi­
oneel wordt vaak gebruikgemaakt van ‘Span-poorten’ die beschikbaar
zijn op de switch in het netwerk. Een andere opzet is het monitoring­
apparaat ‘inline’ te plaatsen. Aan beide methoden kleven echter nade­
len. Van belang is dat geen enkel bedrijf zich kan permitteren dat het
netwerk enige tijd niet beschikbaar is. Een goed werkend netwerk is
noodzakelijk. TAP’s en de daarop aangesloten apparatuur zorgen ervoor
dat het netwerk in optimale conditie blijft.
Span-poorten vormen de goedkoopste oplossing, ze zitten vaak al geïn­
tegreerd in de switch, waardoor geen extra investering is vereist.Volgens
T&M Systems is het nadeel van de Span-poort dat die geen prioriteit
heeft. Dus als de switch overbelast raakt, zal als eerste de data naar de
Span-poort worden gereduceerd. Dat is niet de bedoeling, want je wilt
de poort gebruiken om netwerkproblemen te kunnen opsporen. Een
ander risico aan Span-poorten is dat de error packets die je juist wilt
zien, door de switch worden geweerd.
Ook het inline plaatsen van het monitoringapparaat is volgens T&M
Systems geen goede oplossing, zeker als het netwerk 24/7 operationeel
moet zijn. Als het apparaat voor onderhoud moet worden uitgeschakeld
of defect raakt, ligt heel het netwerk plat.
TAP’s en de daarop aangesloten
apparatuur zorgen ervoor dat
het netwerk in optimale conditie
blijft.
voorkomen
Deze problemen kunnen worden voorkomen door TAP’s te gebruiken.
Elk pakket zal nu probleemloos naar het monitoringapparaat worden
gestuurd zonder verlies van data, onafhankelijk van de snelheid van het
netwerk.TAP’s kunnen per definitie niet overbelast raken, zodat er geen
datapaketten verloren gaan.
TAP’s zijn er in verschillende soorten, ze verschillen in functionaliteit
zodat voor elke netwerkstructuur en toepassing de meest optimale TAP
kan worden toegepast. ■
diverse soorten
Network-TAP’s zijn onder te verdelen in:
Fixed breakout TAP’s
V-line TAP’s
Configurable breakout TAP’s
Aggregation TAP’s
Regeneration TAP’s
Smart network access-systeem
Meer informatie: www.tmsystems.nl
Deze bijdrage is tot stand gekomen in samenwerking met IT Room Infra.
advertentie
Zeven vragen over brandbeveiliging
Brand is één van de meest desastreuze calamiteiten die een computerruimte kunnen
treffen. Een goede brandbeveiliging is dan ook een essentieel onderdeel voor de
beschikbaarheid van een computerruimte en daarmee vaak de continuïteit van
het bedrijf.
Hi-Safe Systems behandelt op deze plek de meest
essentiële vragen die gesteld moeten worden om
een goede brandbeveiliging te realiseren.
6
Brandpreventie door middel van zuurstof­
reductie
Met een blusgasinstallatie is een computerruimte
uitstekend beveiligd tegen een eventuele brand,
maar het zou natuurlijk nog beter zijn als je er voor
zorgt dat er geen brand kan ontstaan. Volledig uitsluiten van brand is in de praktijk natuurlijk onmogelijk, maar we kunnen het ontstaan van een brand
wel moeilijker maken door in een ruimte een zuurstofarme atmosfeer te creëren.
Lucht bevat normaliter ca 21% zuurstof en ca 79%
(voornamelijk) stikstof. De zuurstof is een belangrijke voedingsbron voor een brand. We kunnen in
een ruimte het zuurstofpercentage verlagen met
een OXIT generator; in principe een luchtcompressor met een filterunit die de zuurstof uit de samengeperste lucht filtert en deze afvoert. De resterende
stikstof wordt in de ruimte geblazen, waarbij een
zuurstofmeetsysteem zorgt voor de regeling. Deze
techniek wordt al langer toegepast voor het zuurstofarm bewaren van bijvoorbeeld fruit. We hoeven daarbij niet eens zover te verlagen, want bij een
zuurstofpercentage van 17% is het voor de meeste
stoffen zeer moeilijk om deze te doen ontbranden,
terwijl het in die atmosfeer voor mensen nog veilig
is om te verblijven.
De beste beveiliging wordt verkregen indien deze
installatie wordt gecombineerd met een Pro Inert
blusgasinstallatie. Als er dan onverhoopt toch een
brand zou ontstaan, kan met deze blusgasinstallatie het zuurstofpercentage versneld naar <12% worden verlaagd, het niveau waarbij een brand wordt
geblust. Het voordeel van deze beveiliging is dat
de kans op het ontstaan van brand bijna nihil is en
dan is er altijd nog de back-up van de Pro Inert installatie. De capaciteit van deze Pro Inert installatie
kan ook bijna 50% kleiner zijn in vergelijking tot een
normale inert blusgas installatie: hij hoeft immers
maar te zijn afgestemd op een zuurstofverlaging
van 17% naar <12%.
Ruimte integriteit
Om de zuurstofarme atmosfeer in de computerruimte te handhaven moet de instroom van verse
lucht zoveel mogelijk worden beperkt. Airconditioning met instroom van buitenlucht is daarom absoluut niet toepasbaar en de ruimte moet goed luchtdicht zijn waarbij toegangen bij voorkeur als sluis
moeten worden uitgevoerd. Als hieraan niet wordt
voldaan, dan zal de stikstofgenerator niet in staat
zijn voldoende stikstof in te brengen om het vereiste
zuurstofpercentage te bereiken. Tevens zullen dan
de energiekosten hoog oplopen doordat de installatie continu zal moeten draaien. Dit betekent in
de praktijk dat voor computerruimten waarin regelmatig mensen verblijven, de toepassing minder geschikt is door het te grote aantal deurbewegingen.
Investering en jaarlijkse lasten
Brandbeveiliging door een OXIT installatie in combinatie met Pro Inert blusgas is voor kleine computerruimten wellicht een te grote investering. Voor de
grotere datacenters kan de besparing door de kleinere blusgasinstallatie zodanig zijn dat de investering in de totale beveiliging op hetzelfde niveau ligt.
Er blijft dan natuurlijk wel het feit dat de luchtcompressor van een OXIT installatie jaarlijks een groter
energieverbruik heeft dan alleen maar een Pro Inert
blusgasinstallatie. Als dit het verhoogde niveau van
brandveiligheid waard is, dan is deze beveiliging zeker aan te bevelen.
http:/www.hisafe.nl
Infrastructuurarchitect Alfons Biegstraaten over
vernieuwing en standaardisatie
“Na twee dagen kreeg ik
al last van tegenwind”
een geheel nieuw datacenter aanleggen biedt vrijheid. architect infrastructuur
alfons biegstraaten kon zich dan ook goed uitleven bij de ontwikkeling van
een nieuw, geavanceerd datacenter voor rabobank. “je voert de ontwikkeling
uit met velen en de ideeën ontstaan vanzelf.”
Niels Achtereekte is freelance journalist
dcw december | interview
Alfons Biegstraaten is architect infrastructure bij Sogeti. Vanuit Sogeti
werkte hij onder andere aan grote projecten bij ING en Rabobank. Hij
heeft een achtergrond in hardware en studeerde af aan de hts, richting
elektronica. Kennis die volgens hem prima is te gebruiken in zijn hui­
dige werk. “Door heel Nederland heb ik computers gerepareerd tot ik
overstapte naar Sogeti. Daar was mijn eerste opdracht een grote migratie
van Windows-machines bij ING, zo’n tien jaar geleden. In ruim een
jaar hebben we die migratie gerealiseerd. Binnen de tijd en de resources.
Daardoor viel ik op. Vanaf dat moment richtte ik me steeds meer op
physical planning in het datacenter.”
22
tegenwind
Na deze klus was de stap naar Rabobank vrij klein. De bank had ie­
mand nodig die een datacentervloer kon inrichten voor Best en een
nieuw datacenter in Boxtel. De aanwezige kennis in de organisatie was
beperkt.
“Dan kom je terecht in een draaiende organisatie, mensen hebben idee­
ën en richten de datacentervloer volgens eigen inzichten in. Na twee
dagen kreeg ik al last van tegenwind. Ik ben het type van standaardisatie
en toen had elke afdeling zijn eigen leveranciers voor bijvoorbeeld kas­
ten en bekabeling. Is er een probleem, dan heb je vier leveranciers die
op de stoep staan en gaan discussiëren. Uiteindelijk hebben we twee
leveranciers gekozen, een voor de kasten en een voor de kabels.”
Een andere slag die Biegstraaten sloeg, was de invoering van cold cor­
ridors. “Eerder koelden we de hele ruimte, in Zeist gebeurde dat bij­
voorbeeld. Daar was de temperatuur 18 °C. In Boxtel en Best hebben
we nieuwe 19”-kasten zo geplaatst dat die een cold corridor vormen.
De temperatuur is daar 22 à 23 °C, dat levert geld op, omdat langer op
vrije koeling kan worden gedraaid.”
De EMC-omgevingen van het datacenter wijken af van de 19”-stan­
daard. “Maar deze hebben we op dezelfde wijze in een rijtje gezet en
overkapt, waardoor er rijen staan die ook een cold corridor vormen.
Door deze actie is de temperatuur op de harddisks met zeven graden
omlaag gegaan.” EMC heeft deze overkappingen geadopteerd. Ze zijn
volgens Biegstraaten eenvoudig toepasbaar. “Het monteren gebeurt
zonder dat in de kasten moet worden geboord, zodat je geen schade
toebrengt aan de apparatuur.”
brandpreventie
“Ik dacht eerst dat het niet sexy
was, werken aan datacenters.
Maar het is een heel gevarieerd
vraagstuk en de waardering van
collega’s motiveert enorm.”
Een ander streven was de bewegingen van mensen te minimaliseren.
Daarvoor dacht Biegstraaten samen met een Rabobank-collega een ka­
belinfrastructuur uit, waardoor in de rekken alleen lokaal de verbinding
moet worden gelegd. “Bij andere centers moet je nog keer op keer de
trunk-verbindingen leggen”, vertelt hij.“Bij ons kunnen we nu met een
tiental mensen alle verbindingen patchen.”
Een grote uitdaging is de invoering van een oxyreductiesysteem dat als
brandpreventie moet werken. Met dat project is Biegstraaten de laatste
anderhalf jaar bezig. Technisch is het zeker haalbaar, de uitdaging ligt in
het overtuigen van de klanten en hun leveranciers. “Als het systeem in
werking is, duurt het maar een half uur voordat je erbij kunt. Er moet
eerst voldoende zuurstof op de datacentervloer komen. Maar de com­
pressie om de oxyreductie weer op het lage niveau te krijgen, duurt
tien uur. De mindset bij de klanten en hun leveranciers is moeilijk te
veranderen”, legt Biegstraaten uit.
Bij ING bleken ze een andere aanpak te hanteren. “Ze hebben daar het
systeem gewoon aangezet. Pas na zes weken hoefde iemand de vloer op.
Daarna hebben ze hiervoor een procedure geschreven.”
De belangrijkste trends van dit moment draaien volgens Biegstraaten
om maatschappelijk verantwoord ondernemen. En dan vooral gericht
op energiebesparing. “Je ziet koelontwikkelingen door het verpakken
van lucht met chimney-achtige systemen, waarmee je lucht meteen op­
pakt en afvoert naar de crack-unit.”
Een ander voorbeeld dat hij noemt is adiabatische koeling. De warme
lucht wordt over een soort rivier gevoerd en is afgekoeld wanneer de
lucht aan het einde van de rivier is. In Brugge staat zo’n installatie.
“Maar daar heb ik nog wel wat vragen over”, zegt Biegstraaten. “Hoe
zit het met onderhoud? Hoe ga je bijvoorbeeld algengroei tegen? Doe
je dat met chemicaliën, dan is dat natuurlijk niet goed voor het milieu.
Maar het is in elk geval mooi om te volgen. Ik moet er zeker nog een
keer heen.”
Een tripje dat aansluit bij de kennisdeling die Biegstraaten belangrijk
vindt. De adviezen die hij door zijn kennis kan geven, zijn volgens hem
de krenten uit de pap. “Zo spreek ik binnenkort op een congres en
hebben we regelmatig collega-bedrijven in het datacenter. We wisselen
bijvoorbeeld kennis uit over toegang tot het datacenter. Wie laat je toe
en wanneer? Maar ook op technisch gebied. Hoever iedereen is op het
gebied van cloud computing bijvoorbeeld. Het is niet interessant om
zulke informatie achter te houden. Ik merk dat we er bij Rabobank
vrij open in zijn.”
afslag naar boxtel
Biegstraatens betrokkenheid is groot. Nu zijn opdracht bij Rabobank
er bijna opzit, moet de afdeling die hij aanstuurde volgens zijn mana­
ger de komende tijd ‘ont-Alfonsen’. “Ik ben nu bezig kennis over te
dragen naar collega’s, maar zie ook alweer een aantal projecten die we
het komende jaar kunnen doen: verbetering van de temperatuurmeting,
verhoging van de temperatuur op de vloer, noem maar op.”
Zoals hij aangaf, is hij het vak ingerold en er snel ingegroeid. Zelfs
lichtelijk tot zijn eigen verbazing. “Ik dacht eerst dat het niet sexy was,
werken aan datacenters. Maar het is een heel gevarieerd vraagstuk en de
waardering van Rabobank collega’s motiveert enorm.Voor vakantie op
weg naar Italië met mijn vrouw heb ik nog even de afslag naar Boxtel
genomen, om te laten zien waar ik zo hard aan heb gewerkt. Daar ben
ik zeer trots op.” ■
dcw december | interview
kennisdeling
23
Ook op uw bureau?
Cloud
Works
Mail uw gegevens naar [email protected]
en ontvang het magazine CloudWorks gratis!*
*Indien uw functie en werkkring relevant zijn. Vergeet deze niet te vermelden.
de ups-markt wordt vaak opgedeeld in twee
categorieën: statische systemen en roterende systemen.
de amerikaanse leverancier active power maakt echter
gebruik van een vliegwiel en is in geen van beide
categorieën in te delen. “om een vergelijk te maken, wij
ontwerpen en produceren de t-ford onder de upssystemen”, zegt vicepresident martin olsen van active
Martin Olsen van Active Power:
“We gaan onze activiteiten in Europa verder opvoeren.”
power.
Ferry Waterkamp is hoofdredacteur van DatacenterWorks
Martin Olsen van Active Power:
Active Power is in onze contreien een nog
relatief onbekende naam. Toch is de ups-leve­
rancier al ruim zeventien jaar actief op de
markt en heeft in die periode in ruim veertig
landen systemen geïnstalleerd en ruim hon­
derd patenten verworven. Onder zijn klanten
bevinden zich grote bedrijven als Lockheed
Martin,Visa, HP en AT&T.
“We zijn niet de grootste leverancier, maar we
groeien wel heel snel”, vertelt Martin Olsen,
op het moment van het interview vicepresi­
dent global channels and business develop­
ment bij Active Power (zie kader ‘Over Mar­
tin Olsen’). “Het aantal systemen dat we
"De grootste bulk
van de datacenters
zit onder de 2 MW en
daar opereren wij.”
installeren, stijgt elk jaar met 20 – 30 %. De
acceptatie is duidelijk groeiende.”
Olsen heeft het dan over de acceptatie van de
vliegwieltechniek die Active Power toepast in
zijn CleanSource ups-productlijn. Deze tech­
niek maakt gebruik van een wiel met een ge­
wicht van 275 kg, dat als het ware los in een
metalen omhulsel ‘zweeft’. In dit omhulsel
wordt een vacuüm gecreëerd waardoor er
bijna geen wrijving is. Om te zorgen dat het
wiel in het omhulsel met minimale wrijving
‘zweeft’, wordt gebruikgemaakt van een mag­
netisch veld dat het wiel naar boven trekt.
Hierdoor wordt het gewicht op de onderste
lager met 75 % of tot 68 kg gereduceerd.
Elektromagnetische impulsen zorgen ervoor
dat het wiel blijft draaien op een snelheid van
7.700 toeren per minuut. Tijdens dit proces
wordt de kinetische energie opgeslagen.
Als de stroom wegvalt – en daarmee ook de
magnetische aandrijving – zal de aanwezige
kinetische energie ervoor zorgen dat het wiel
blijft draaien. Het ronddraaiende wiel in een
magnetische veld functioneert nu als genera­
tor en zal de kinetische energie omvormen
naar elektrische energie. Een enkel vliegwiel
kan gedurende 15 sec een maximaal vermo­
gen van 250 kVA/225 kW leveren. 15 sec is in
de meeste gevallen voldoende om het gat tus­
sen netuitval en opstart van de noodgenerator
te overbruggen. Het CleanSource ups-systeem
is voor een extra overbruggingstijd, capaciteit
of redundantie eenvoudig uit te breiden door
vliegwielmodules in stappen van 250 kVA toe
te voegen. Het systeem heeft tevens parallel
mogelijkheden voor inzetbaarheid in multimegawattsystemen. Om het wiel draaiende te
houden is slechts een vermogen van 1.450 W
nodig.
losgekoppeld
Op het eerste gezicht lijken de vliegwielsyste­
men van Active Power nog het meest op de
roterende ups-systemen, zoals die bijvoor­
beeld worden geleverd door Piller en het Ne­
derlandse Hitec. In beide gevallen gaat het om
dcw december | energievoorziening
“De T-Ford onder de
ups-systemen”
25
De PowerHouse biedt een complete vermogensinfrastructuur in een 20 of 40 foot-container.
dcw december | energievoorziening
over martin olsen
26
Active Power heeft Martin Olsen in no­
vember benoemd tot vicepresident sales
en general manager voor de ‘Americas’.
Daarvoor was hij vicepresident global
channels and business development. In
zijn nieuwe functie wordt Olsen verant­
woordelijk voor een verdere groei en
marktpenetratie in Noord- en LatijnsAmerika. Daarnaast zal bij blijven toezien
op de wereldwijde business development.
Olsen heeft al ruim dertien jaar ervaring
in de datacentermarkt en vervulde diverse
functies op het gebied van marketing, pro­
ductontwikkeling en business develop­
ment.Voordat hij in 2007 in dienst kwam
bij Active Power was hij onder andere
werkzaam bij APC.
“We willen relevant
zijn voor onze
klanten.”
parallel online systemen die kinetische ener­
gie opslaan. Maar volgens Olsen zijn er ook
duidelijke verschillen. Zo worden bij de rote­
rende systemen ook de motor en de generator
op hetzelfde chassis gemonteerd. “Als één
component plat gaat, gaat alles plat. Wij heb­
ben die componenten allemaal los van elkaar
gekoppeld.” Hierdoor is een vliegwielsysteem
volgens Active Power ook makkelijker uit te
breiden.
Maar het belangrijkste verschil is toch wel dat
het bedrijf zich op een ander marktsegment
richt dan de leveranciers van roterende syste­
men. “Boven een ‘footprint’ van 1,5 MW zijn
roterende systemen duidelijk in het voordeel”,
zegt Olsen.Vliegwielsystemen nemen bij der­
gelijke vermogens te veel plaats in. “Voor de
multi-megawattdatacenters zijn roterende sys­
temen daarom de beste oplossing, maar de
grootste bulk van de datacenters zit onder de
2 MW en daar opereren wij.”
Het bedrijf concurreert dan ook vooral met
de leveranciers van statische ups-systemen,
zoals Schneider Electric, Eaton en Emerson,
en hier zijn de systemen van Active Power
volgens Olsen op een aantal punten in het
voordeel. Zo belooft het bedrijf dat de
CleanSource ups-systemen efficiënter, be­
trouwbaarder en groener zijn dan batterijge­
baseerde ups-systemen.
powerhouse
Inmiddels heeft Active Power al ruim 2.700
vliegwielen in meer dan veertig landen geïn­
stalleerd. Deze ‘repeteerbaarheid’ heeft volgens
Olsen een gunstig effect op de betrouwbaar­
heid van de systemen.“In onze fabriek produ­
ceren we keer op keer hetzelfde waardoor
onze producten volledig zijn doorontwikkeld
en uitgetest. Wij maken eigenlijk de T-Ford
onder de ups-systemen.”
Toch heeft er sinds de introductie van Clean­
Source in 1999 nog wel enige productdiffe­
rentiatie plaatsgehad. Zo is het assortiment
uitgebreid met de PowerHouse, een 20 of 40
foot-container die alle kritische componen­
ten bevat die noodzakelijk zijn voor een goe­
de en op elkaar afgestemde noodstroominstal­
latie. “Vliegwielen kunnen opereren bij
temperaturen variërend van -20 tot +40 °C
cleansource voor
zoekmachine
Eerder dit jaar ontving Active Power een
opdracht van ‘een van ’s werelds grootste
zoekmachineproviders’ voor de bescher­
ming van in totaal 11 MW aan kritische
IT-load in een van de datacenters van de
klant. Als de bestelde apparatuur is geïn­
stalleerd heeft het bedrijf voor in totaal
36 MW aan ups-apparatuur bij de zoek­
machineprovider staan. De naam van de
betreffende klant is door Active Power niet
gecommuniceerd, maar bekend is dat
Yahoo al enkele jaren klant is.
Het CleanSource ups-systeem kan stapsgewijs worden
uitgebreid door telkens een nieuwe 250 kVA-module
met daarin een 225 kW-vliegwiel toe te voegen.
en lenen zich daardoor uitstekend voor plaat­
sing buiten in een container”, constateert Ol­
sen. De vicepresident omschrijft de Power­
House als een ‘infrastructure in a box’,
bestaande uit een standby generator, ups, scha­
kelapparatuur, koeling en monitoringappara­
tuur. In principe zorgt het bedrijf ervoor dat de
componenten optimaal op elkaar zijn afge­
stemd, maar klanten zijn wel vrij om voor de
aanvullende componenten, zoals de generator
en de koeling, zelf een leverancier te selecteren.
activiteiten opvoeren
Active Power bedient verschillende kritische
toepassingen in meerdere marktsegmenten
waaronder ziekenhuizen, luchthavens en de
financiële markten.“Maar de datacentermarkt
is voor ons verreweg de grootste”, zegt Olsen.
In Nederland heeft het onder andere het da­
tacenter ‘Gymnasion’ van de Radboud Uni­
versiteit in Nijmegen als klant. Het St. Jansdal
ziekenhuis in Harderwijk en het Deventer
Ziekenhuis te Deventer waren enkele jaren
geleden de eerste Nederlandse klanten van
Active Power.
Eerder dit jaar is Ramon de Jong aangesteld
als salesmanager voor de Benelux en Scandi­
navië. De Jong, die een lange geschiedenis
heeft bij AEG Power Solutions, moet ervoor
zorgen dat Active Power in onze contreien
een vastere voet aan de grond krijgt.
“We gaan onze activiteiten in Europa verder
opvoeren en dit is het moment”, zegt Olsen
stellig. Momenteel behaalt het bedrijf 65 %
van zijn omzet in Noord- en Zuid-Amerika
en 35 % in Europa en Azië. De doelstelling
voor 2015 is om 40 % van de omzet in Eu­
ropa te behalen bij een marktaandeel van zo'n
10 %. “We willen relevant zijn voor onze
klanten.” ■
“We zijn niet de
grootste
leverancier, maar we
groeien wel heel
snel."
Het vliegwiel met het metalen omhulsel, zoals Active
Power dat toepast in zijn CleanSource ups-systemen.
Energiebesparende IT: een kwestie van gezond verstand
Vandaag investeren, morgen
terugverdienen
informatietechnologie is onmisbaar in bijna elke moderne organisatie, maar
hoge energierekeningen kun je missen als kiespijn. hoe realiseer je een
energiezuinige it-infrastructuur? waar begin je en welke maatregelen werken
het best? een overzicht.
dcw december | energie-efficiëntie
Elbert Raben is productmanager IT-Solutions bij Rittal (www.rittal.nl)
28
Jarenlang draaide alles uitsluitend om hogere prestaties. Snellere
processors en compactere servers. Kortom: meer rekenkracht per
vierkante centimeter en de miniaturisering maakte het mogelijk. In
menig bedrijf groeide de rekenkracht exponentieel, maar doorgaans
bleef de ruimte die beschikbaar was om al die informatietechnologie
te herbergen, beperkt. Het gevolg was: meer energiegebruik en dus
meer warmteproductie per server en per rack en een grotere kans
op hotspots. Terwijl de ruimteairco’s dag en nacht op volle toeren
draaiden leken ict-medewerkers maar te moeten leren leven met een
loeiend risico op oververhitting en uitval.
Die tijden zijn gelukkig voorbij. Hedendaagse servers, energie-effi­
ciënte ups- en slimme koelsystemen roepen niet alleen een halt toe
aan de ongebreidelde energieverspilling van de afgelopen jaren, ze
zorgen ook voor meer betrouwbaarheid en comfort. Alleen nieuwe
componenten staan op zichzelf nog niet garant voor een optimale
energiebesparing. Wie echt fors op zijn energierekening wil bespa­
ren, moet op zoek naar de juiste balans tussen prestaties, beschikbaar­
heid, energiegebruik en koelcapaciteit. We lopen de afzonderlijke
IT-oplossingen even na.
servers
De nieuwste energiezuinige serversystemen beschikken over stroom­
besparende processors die doorgaans op een fractie van het totale ver­
mogen opereren en alleen omschakelen naar een full-speedmodus
als dat echt nodig is. Dit principe wordt ook toegepast op moderne
voedingen, waarvan het rendement de afgelopen jaren aanzienlijk is
verbeterd.
Daarnaast wordt gebruik gemaakt van klassieke energiebesparings­
technieken, zoals APM (avanced power management) en ACPI (ad­
vanced configuration and power interface). De stelling dat krachtige
processors nu eenmaal energie vreten, gaat al geruime tijd niet meer
op. Compacte servers kunnen zonder stroomverslindende koelsyste­
men duurzaam én effectief worden gekoeld en ook de beschikbaar­
heid van IT-systemen kan tegenwoordig op een energie-efficiënte
wijze worden gewaarborgd.
Het grote voordeel is dat energie die je niet verstookt, ook geen over­
bodige warmte genereert die je weer moet af koelen. Ook dat be­
spaart weer energie. Dubbele winst dus.
ups
Naast compacte servers gebruiken ups-units (uninterruptible power
supply) en koelsystemen de grootste hoeveelheid energie in IT-om­
gevingen. Bij een ups is het met name het gemiddelde rendement
gedurende de gehele levensduur die van invloed is op de bedrijfs­
kosten. Waar conventionele ups-systemen een gemiddeld rendement
bieden van 88 %, daar realiseren de meest geavanceerde modulaire
ups-systemen rendementen van maximaal 96 % bij volledige belas­
ting (en 95 % bij halve belasting). Dit staat gelijk aan een besparing
van 55.000 euro bij een 100 kVA ups in tien jaar en voor een reductie
van de CO2-uitstoot tot 50 %.
Om de accu’s van ups-systemen zo lang mogelijk te benutten wordt
voorkomen dat deze onnodig vaak moeten worden vervangen. Nieu­
we accu’s kosten geld en belasten het milieu. Met zogenoemde ac­
cumanagementsystemen kan de levensduur van accu’s met een derde
worden verlengd.
koeling
Nederlandse bedrijven besteden gemiddeld iets minder dan een der­
de van hun totale ict-budget aan de koeling van hun IT-faciliteiten.
Door de juiste balans te vinden tussen ruimte- en hotspotkoeling kan
besparende nieuwe rijden). De winstpercentages kunnen ook wor­
den verhoogd (tot 50 %) door gebruik te maken van nieuwe zoge­
noemde hoog efficiënte precisie-airconditioners die beschikken over
zeer energiezuinige elektronisch gecommuteerde (EC) PlugFans.
Wanneer IT-professionals kiezen voor deze precisie-airconditioners
(waarbij de EC-ventilatoren onder de verhoogde vloer worden ge­
plaatst) kunnen zij de efficiëntie van de koeling met nog eens circa
35 % verhogen.
tips voor een energiezuinig gebruik van de airco
•A irco’s in de computerruimte voorzien van EC-PlugFans. De
grootste efficiëntiewinst wordt behaald door de ventilator onder
de verhoogde vloer te plaatsen en het daardoor ontstane extra
warmtewisselaaroppervlak.
• A irco’s optimaal dimensioneren, zodat de ventilatoren nooit
100 % in toerental gaan draaien
• A irco’s voorzien van meerdere compressoren op één koudemid­
delcircuit, zodat in deellast bedrijf en/of running redundancy
minder energie nodig is voor het gevraagde koelvermogen.
• A lle airco’s altijd laten draaien op een lager pitje (running
redundancy), dus niet een aantal airco’s laten draaien en een
aantal niet.
LCP Inline
veel winst worden behaald. Wanneer de klimaatbalans is verstoord,
bijvoorbeeld doordat er extra nieuwe IT-racks zijn bijgeplaatst, heeft
dat grote gevolgen voor de efficiëntie van het totale koelsysteem.
Door koude en warme luchtstromen effectief van elkaar te scheiden
kan het rendement van een koelsysteem met meer dan 40 % worden
verhoogd (en het stroomverbruik met 40 % afnemen).
Dat kan op verschillende manieren: je kunt warme en koude gangen
realiseren, je kunt compartimenten creëren door gebruik te maken
van Cold- of HotCubes, door daken en schuifdeuren aan te brengen
of je kunt direct op rackniveau koelen. Het resultaat van deze schei­
ding tussen warme en koude luchtstromen is een hogere dT over de
airconditioning apparatuur, waardoor deze hun taak veel efficiënter
kunnen volbrengen.
Hotspots, ofwel warmteophopingen, ontstaan vaak op specifieke
plaatsen in IT-racks. Een koelsysteem op rackniveau dat de koude
lucht direct in het rack blaast, bereikt een aanzienlijk hoger koelver­
mogen dan een conventionele koeling via een verhoogde vloer en
is bovendien efficiënter, omdat direct daar wordt gekoeld waar de
warmte ontstaat: in het rack zelf.
Daardoor mag de temperatuur van het koelwater hoger liggen, met
als resultaat: een lager energiegebruik van het totale koelsysteem. Het
gebruik van een traploze toerengeregelde koelunit (bijvoorbeeld in
combinatie met een energiezuinig CooledRack) bespaart extra ener­
gie, omdat de unit continu op een laag toerental draait in plaats van
incidenteel op een hoog toerental (vergelijkbaar met het brandstof­
Hoe groot het effect van een relatief kleine aanpassing in het ITsysteem kan zijn op het totale energiegebruik toont het voorbeeld
van de zogenoemde vrije koeling. In water- of water-glycolsystemen
wordt het opgewarmde koelwater doorgaans door chillers afgekoeld
tot een temperatuur die laag genoeg is om de IT-apparatuur opnieuw
te kunnen af koelen. Maar omdat de koeling efficiënter werkt (bij­
voorbeeld doordat de warme en koude lucht beter worden gescheiden
en/of omdat de koeling direct in het rack plaatsheeft), mag hierdoor
ook de temperatuur van het koelwater hoger liggen (circa 25 °C in
plaats van de gangbare 15 of 20 °C).
Hierdoor kan veel eerder gebruik worden gemaakt van droge koelers
of hybride koeltorens die doorgaans op het dak van gebouwen wor­
den geplaatst. Zij worden vrije koelers genoemd, omdat zij de gratis
koele buitenlucht benutten om het opgewarmde koelwater weer op
de juiste temperatuur te brengen. In ons koude kikkerlandje kan dat
energiegebruik dus voor een groot deel (>> 6000 uur!) van het jaar
tot bijna nul worden teruggebracht.
Het is vooral de combinatie
tussen efficiënt
powermanagement en
intelligente klimaatbeheersing
die tot meer energie-efficiënte
informatietechnologie leidt.
dcw december | energie-efficiëntie
vrije (gratis) koeling
29
Door de juiste balans te vinden
tussen ruimte- en hotspotkoeling
kan veel winst worden behaald.
Precisie-Airconditioner
dcw december | energie-efficiëntie
virtualisatie en monitoring
30
Twee informatietechnologische ontwikkelingen die veelal niet direct
in verband worden gebracht met energiebesparing zijn virtualisatie
en monitoring. Met virtualisatiesystemen kan worden voorkomen
dat systemen die niet worden gebruikt, toch operationeel zijn. Pro­
ducten als XEN of de Vmware Virtual Infrastructure maken het mo­
gelijk meerdere servers op één computer te laten draaien. Dit verlaagt
niet alleen het totale stroomverbruik van de systemen, maar ook dat
van verbindende elementen, zoals switches.
Wie nog meer kosten wil besparen kan bovendien een bewakings­
systeem installeren dat voorziet in belangrijke meetwaarden, onder
andere over de temperatuur en het stroomverbruik, waardoor ser­
verracks optimaal kunnen worden ingericht en koelsystemen nog
nauwkeuriger kunnen worden afgesteld. Dus nog meer energie kan
worden bespaard.
Fluisterstille, efficiënte en betrouwbare informatietechnologie neemt
het stokje over. Daarvoor zijn investeringen nodig, maar die verdie­
nen zich sneller terug dan menigeen denkt. Het is een simpel reken­
sommetje dat iedereen zelf kan maken en waarmee veel te winnen
valt, voor zowel onze portemonnee als ons milieu. De toekomst is
hoe dan ook groen, dus hoe eerder je investeert in energiebesparende
informatietechnologie, hoe eerder je de vruchten van die investe­
ring plukt. Ook de volledige uitfasering van het koudemiddel R22
in 2015 moet je in je overwegingen meenemen of je tot aanschaf van
efficiënte koelinstallaties moet overgaan.
Maar ongeacht of het bij jou gaat om een groot datacenter of om
een handvol servers in een bezemkast – nu investeren in een uitge­
balanceerd en energiebesparend IT-systeem is de bedrijfseconomisch
slimste methode om een conventioneel bedrijf om te vormen tot een
toekomstgerichte en duurzame organisatie. ■
conclusie
Het is vooral de combinatie tussen efficiënt powermanagement en in­
telligente klimaatbeheersing die tot meer energie-efficiënte informa­
tietechnologie leidt. Moderne energie-efficiënte IT-componenten,
doordachte koelsystemen met de meest geavanceerde meet- en regel­
techniek die alleen daar koelen waar nodig en temperatuurkortslui­
ting voorkomen, vrije koeling, modulaire ups, virtualisatie en con­
stante monitoring, kortom elke maatregel brengt het energiegebruik
van IT-installaties verder omlaag.
Maar het is de juiste mix van maatregelen die werkelijk effectief blijkt
te zijn. Het totale resultaat is groter dan de som der afzonderlijke
delen en organisaties die kiezen voor een combinatie van bovenge­
noemde maatregelen, zien hun energiekosten in korte tijd kelderen.
Energiezuinige koelsystemen verdienen zich niet alleen snel terug, ze
brengen ook een hoop extra comfort in de computerruimte. Voorbij
zijn de tijden van loeiende airco’s, van dreigende hotspots en grenze­
loze energieverkwisting.
Cold Cube
Jobscheduling maakt datacenters efficiënter
Nieuwe impuls aan
beschikbaarheid online
toepassingen
toen computercapaciteit schaars en dus duur was, werden processen uitgevoerd in
'batchverwerking'. nu hebben we het over ‘jobs’ en ‘batches’. in de testomgeving is virtualisatie
een goede omweg rond de verschillende systemen. maar in de productieomgeving wordt
volgens gartner bijna 70 % van alle bedrijfsprocessen nog steeds als batchtaken op de
computer uitgevoerd. met de brede acceptatie van webservices neemt de druk op de
verwerkingscapaciteiten en het beheer ervan toe. het wordt dus nog belangrijker in de ’loze’
uren de batchtaken automatisch en efficiënt af te handelen.
Het in de juiste volgorde activeren van de jobs en het controleren op
een correct verloop zijn van eminent belang voor de beschikbaarheid
en bruikbaarheid van online applicaties. Het reorganiseren van databa­
ses, herstellen van indexstructuren of laden en verversen van dataware­
houses kan alleen in de beperkte uren geschieden, wanneer gebruikers
niet actief zijn.
Soms blijkt er meer ‘legacy’ aanwezig te zijn dan gedacht. Er zijn com­
plete bouwwerken van CRM, HRM en ERP en (relationele) databases
opgetuigd, die nog altijd hun diensten bewijzen. Databestanden en SQL
hebben een onvoorstelbare omvang aangenomen. En alles moet (snel)
toegankelijk blijven, denk aan de gigantische zoekmachines als Google,
of aan alles wat er via IP over het net raast.
Door de hoge eisen die de samenleving stelt aan de beschikbaarheid
van systeembronnen, zijn IT-beheertaken als monitoring, scheduling en
integriteitsbewaking thans van meer belang dan ooit.
GEA Refrigeration produceert imposante koelmachines voor toepassing in de industrie
en de recreatiesector, zoals skiehallen. Als het ERP-systeem uitvalt, komt er geen
machine meer de fabriek uit. Batchmanagementsoftware waakt over de kwaliteit van
de circa 1500 batchverwerkingsprocessen per dag.
dcw december | beheer
Frans van der Geest is freelancejournalist
31
dcw december | beheer
it process automation
32
Workload automation (WLA) is de naam die IT-analist Enterprise Ma­
nagement Associates (EMA) gebruikt voor software op server- en main­
frameniveau, die het organiseren van de vele automatiseringsprocessen
moet stroomlijnen en verbeteren. De taken van deze (op de achtergrond
werkende) software worden ook wel met IT process automation (ITPA)
aangeduid. In meer traditionele termen denken we dan aan jobschedu­
ling en batchmanagement.
EMA vergeleek en analyseerde oplossingen van dertien aanbieders en
sprak ook een oordeel uit over die aanbieders. Tenslotte zijn kwaliteit,
service, sterkte en visie van leveranciers ook niet geheel onbelangrijk.
Om nog maar niet te spreken over de kosten. Ook dit aspect heeft EMA
meegenomen. De aanbieders zijn: Arcana, Advanced Systems Concepts,
ASG, BMC, Computer Associates, IBM, OpsWise, Orsyp, ROC, SMA,
Stonebranch, Tidal (Cisco) en UC4. Waar Gartner scores visualiseert
met kwadranten, heeft EMA een indeling in drie maal drie blokken.
Het Franse Orsyp scoorde met Dollar Universe zeer hoog en kreeg de
kwalificaties ‘value leader’ en ‘most scalable architecture’. Ook waren
de EMA-rapporteurs lovend over de peer-to-peer-architectuur, waarin
dus geen sprake was van een ‘master scheduler’. Dit is bevorderlijk voor
de uitbreidbaarheid, voor transities en/of migraties, voor testen en voor
de toegankelijkheid. Vanaf elke werkplek kan in principe de scripttaal,
waarmee het geheel wordt bestuurd, worden opgeroepen en (indien
“Door proactief handelen
voorkomen we dat we achteraf
herstelwerkzaamheden moeten
verrichten.”
nodig) aangepast. En voor toegang op afstand is er een extra Java-inter­
face. Het bijbehorend product, Unijob vergemakkelijkt het converteren
en standaardiseren van taken op Windows- en Unix/Linux-platforms.
proactief beslissen
Omdat het beheer van IT-processen niet alleen vraagt om snel reage­
ren op incidenten of ontwikkelingen, maar ook dat proactief opera­
tionele beslissingen kunnen worden genomen, heeft Orsyp recentelijk
UniViewer uitgebracht. Daarmee wil het bedrijf een bijdrage leveren
om de totale exploitatiekosten gedurende de totale levensduur van de
infrastructuur(componenten) terug te dringen.
Flexibiliteit en alertheid zijn sleutelbegrippen voor hedendaagse orga­
nisaties. Optimale prestaties van de te gebruiken ict-infrastructuur zijn
absoluut noodzakelijk voor een efficiënt functioneren. UniViewer is
een uitgebreid en universeel bruikbaar besturingscentrum voor alle on­
der Orsyp-software beheerde automatiseringsprocessen. Klanten kun­
nen nu met één standaard‘dashboard’ inzicht krijgen in alle data van
IT-operaties die Orsyp-producten vergaren en analyseren.
Daarmee is dit product de eerste stap naar een compleet universeel
bruikbaar informatiebeheer dat fungeert als een ‘parapluprogramma
waarin alle (realtime) rapporten van en opdrachten naar automatise­
ringsplatforms worden verenigd. Dankzij de uitgebreide webfunctiona­
liteit zijn alle relevante data wereldwijd via internet toegankelijk, zodat
vanaf elke locatie (status)rapporten zijn op te vragen en interventies zijn
uit te voeren.
De gedachte dat verwerkingscapaciteit kan worden ‘bijgekocht’ door er
simpelweg meer hardware tegenaan te gooien of een extra glasvezeltje
te leggen is een misvatting. Door extra hardware neemt de complexiteit
juist toe en dit vormt weer een grotere belasting voor beheer en con­
trole. Een lapmiddel dus, dat te vergelijken valt met de komst van drie-,
vier- en vijfdekkers in de vroege luchtvaartgeschiedenis. De vermeende
voordelen keren zich tegen je.
Bovendien blijkt het vaak niet eens een gebrek aan verwerkingskracht
te zijn. Zo benutten servers en cpu’s maar een fractie van hun capaciteit,
meestal tussen de 5 à 10 %.Voor het grootste deel van de tijd staan ze
alleen maar elektriciteit in warmte om te zetten. Nee, de bottleneck is
vooral: het inefficiënte gebruik van infrastructuren en resources. Dus
toepassing van de juiste software voor WLA zet meer zoden aan de
dijk.
jobcontrole
“Als ons ERP-systeem uitvalt, zal wellicht alleen het onderhanden werk
op onze productiemachines worden afgemaakt, maar verder komt er
bijna geen enkel product meer tot stand en kunnen we geen reser­
veonderdelen meer leveren”, zegt Stephan Kouwenberg, IT-consultant
GEA Refrigeration IT Services. Deze in ’s-Hertogenbosch gevestigde
interne IT-dienstverlener van de koeltechnische tak van de Duitse GEA
Group draagt de zorg voor alle beheertaken rondom het concernbreed
toegepaste ERP-systeem (Microsoft Dynamics AX).
Wereldwijd telt het systeem dertienhonderd gebruikers, van wie on­
geveer vijfhonderd gelijktijdig actief zijn. In de komende jaren zal het
ERP-systeem bij nog eens twintig GEA-bedrijfsonderdelen worden
geïnstalleerd. Het controleren van de in de nachtelijke uren uitge­
voerde batchverwerking vergt bij een totaal van 2500 jobs veel van de
beperkt voorhanden beheercapaciteit. Toezicht op het correcte
verloop van de processen is van vitaal belang in een productieomgeving
met veel MRP-runs (material requirement planning) die de berekenin­
gen uitvoeren om de stuklijsten van de te fabriceren producten samen
te stellen.
“Omdat we onze handen vol hebben aan de uitrol van het ERP-sys­
teem, besloten we de controle op de batchverwerking te gaan automa­
tiseren”, vertelt Kouwenberg en vervolgt: “Voor Dynamics AX was
geen geschikte jobscheduler voorhanden. Dus moesten we buiten de
Microsoft-gemeenschap op zoek naar een geschikte standaardoplossing.
Zo kwamen we terecht bij Dollar Universe, een product dat zich el­
ders al geruime tijd had bewezen. De producent Orsyp bleek bereid
om op basis van de generieke interface een standaardconnectie met
Dynamics AX te maken. Na een korte training waren we in staat om
met deze software simpel en gemakkelijk de dagelijkse batches te be­
heren (ongeveer 1500 batches per dag). De systematiek, flexibiliteit en
betrouwbaarheid van de software bevalt ons zo goed, dat we overwegen
de jobscheduler ook in te zetten bij andere applicaties, bijvoorbeeld om
SQL-jobs te beheren.”
Voor het in de lucht houden van de ERP-applicatie zijn 10 HP-blade­
servers ingezet, ondergebracht in het dubbel uitgevoerde rekencentrum
van GEA RT.Voor alle add-ons en databaseservers zijn er nog eens een
dertigtal servers in gebruik. “Dankzij Dollar Universe weten we direct
wat er aan de hand is, wanneer jobs niet goed zijn verlopen”, vertelt
Kouwenbergs collega Gerrit Zwartjes. “Een interface kan defect zijn
geraakt of er kan sprake zijn van invloeden van buitenaf, bijvoorbeeld
dat de interface waarmee de batch connectie maakt niet of niet juist
functioneert. Ook ondergaat het verloop van een programma soms een
stagnatie doordat bepaalde data niet voorhanden zijn. Door proactief
handelen voorkomen we dat we achteraf herstelwerkzaamheden moe­
ten verrichten.” ■
Softwarematige aansturing van
de taken in het rekencentrum
moet vooral leiden tot een
efficiënter gebruik van de
voorhanden middelen.
advertentie
We apologise for making data centre planning so boring.
End all the unpleasant surprises.
Avocent Data Centre Planner gives you more time to plan and manage your data centre.
Find out how you can benefit at www.avocent.com/dcp
Emerson Network Power.
The global leader in enabling Business-Critical ContinuityTM.
AC Power
Connectivity
Embedded Computing
Embedded Power
DC Power
Infrastructure Management & Monitoring
EmersonNetworkPower.com
Outside Plant
Power Switching & Controls
Precision Cooling
Racks & Integrated Cabinets
Services
Surge Protection
Energie-efficiënt en waterbesparend
SAP gebruikt hybride
droge koelers
eerder dit jaar introduceerde jäggi/güntner zijn hybride droge koelers op de nederlandse en
belgische markt. intussen heeft het zwitserse bedrijf al meer dan tweeduizend hybride droge
koelers geproduceerd. daarvan zijn 185 koelers met een totaal van 230 mw aan koelvermogen
in gebruik bij datacenters. onder andere de duitse softwaregigant sap past het principe toe op
zijn energie-efficiënte datacenter in st. leon-rot.
Hans Vandam is freelancejournalist
Als een modern en innovatief koelconcept heeft het Zwitserse bedrijf
Jäggi in 1982 de gepatenteerde hybride droge koeler ontwikkeld. Deze
hybride koeler combineert de voordelen van de conventionele droge
en natte koeling zonder haar nadelen over te nemen. Zo krijgen klan­
ten een hoog-rendementkoeling met zeer weinig stroom- en water­
verbruik. Daarnaast is de koeler stil, bestaat er nagenoeg geen risico op
legionella en voorkomt de HybriMatic-controller pluimvorming.
duurzame bedrijfsvoering
Het hybride koelconcept is onder andere opgepikt door de Duitse be­
drijfssoftwareleverancier SAP die de hybride koelers van Jäggi toepast
in zijn bedrijfsgebouw in St. Leon-Rot. SAP maakt hier gebruik van 24
hybride droogkoelers die samen een vermogen leveren van 30 MW. De
hybride droogkoelers worden gebruikt voor gesloten koelcircuits van
dcw december | koeling
hybride technologie
34
De hybride technologie maakt het mogelijk een energie-efficiënte koel­
methode op basis van natuurlijke verdamping in één apparaat te com­
bineren met waterbesparende droge koeling. Tijdens de koudere dagen
van het jaar of bij een gedeeltelijke belasting zorgt de Jäggi HybriMaticsturing ervoor dat de koeler alleen droog koelt (dus free cooling), dat
wil zeggen met convectieve warmteoverdracht aan de omgevingslucht.
Pas als de vereiste koudwatertemperatuur in droogbedrijf niet meer
wordt bereikt, wordt de bevochtigingspomp automatisch ingeschakeld.
Hierdoor werkt de hybride koeler op basis van het natuurlijke verdam­
ping-koelingsprincipe en daarmee volledig energie-efficiënt.
Omdat de hybride koelers gedurende vele uren per jaar alleen droog
koelen en maar deels nat, is de waterbesparing ten opzichte van con­
ventionele natte koeltorens aanzienlijk (zie afbeelding 1). In dit voor­
beeld is de Zuid-Duitse stad München als standplaats genomen. Met
een koelcapaciteit van 1.000 kW en een watertemperatuur van 38 – 28
°C verbruikt de hybride droge koeler in een jaar 1.210 m3 drinkwater
(verdamping en suppletie op drievoudige verdikking) en 403 m3 wa­
terafvoer. Daarentegen zou bij gebruik van een natte koeltoren deze
15.060 m3 drinkwater en 5.020 m3 afvoerwater verbruiken.
1. Door de hybride koeling wordt in dit voorbeeld het waterverbruik verlaagd met
ongeveer 90 %.
Eerder dit jaar werden twee
datacenters van SAP door TÜV
Rheinland gecertificeerd als
‘energy efficient’.
koelgroepen en voor vrije koeling. De koelers beschikken allemaal over
een individuele HybriMatic-koelersturing met een databusinterface om
de communicatie met het CTM (centralized technical management) te
beveiligen. Zo is het mogelijk de verbruikers van water en elektriciteit
rechtstreeks vanaf het CTM het optimaliseren.
SAP besteedt veel aandacht aan de ‘sustainable operations’ van zijn da­
tacenters wereldwijd. Eerder dit jaar werden twee datacenters van SAP
door TÜV Rheinland gecertificeerd als ‘energy efficient’. Het datacen­
ter in St. Leon-Rot ontving de hoogste waardering die totnogtoe door
de instantie is toegekend. De datacenters scoorden onder andere hoog
op het gebied van ‘climate control’.TÜV Rheinland roemde vooral het
gebruik van geavanceerde technologieën waardoor in 2009 zo'n 55 mil­
joen kWh/14.000 ton aan CO2-uitstoot werd bespaard. Dit staat gelijk
aan het energiegebruik van 13.000 huishoudens. ■
advertentie
In samenwerking met
Lasent bouwde
Remtech voor Exact in
Delft een ModuSec
computerruimte van
35 vierkante meter
Samen met Modul
bouwde Remtech
voor Gazprom in
Ekaterin­en­burg,
Rusland een room-inroom com­puterruimte
van 50 vierkante meter
Remtech leverde in
opdracht van Hewlett
Packard een
computerruimte van
230 vierkante meter
aan de Gemeente
Utrecht
Voor Kellogg’s leverde
Remtech samen met
Modul een room-inroom computerruimte
van 100 vierkante
meter in Voronesh,
Rusland.
In opdracht van Fugro
heeft Remtech in
Montfoort een 160
vierkante meter grote
tapestore opgeleverd
In samenwerking met
ICTroom heeft Remtech
een 36 vierkante meter
grote ModuSec computerruimte geleverd aan
Afval Energie Bedrijf.
in Amsterdam
In opdracht van
Lasent heeft Remtech
een 50 vierkante
meter grote room-inroom computerruimte
geleverd aan ONVZ in
Houten
Remtech
Wethouder Raamsstr. 3d
4286 BV Almkerk
T 0183 402277
E [email protected]
I www.remtech.nl
op dit moment is de schatting dat minder dan 25 % van alle servers binnen de grootschalige
markt wereldwijd ondergebracht is ‘in de cloud’. dat staat in schril contrast met de 100 %
aandacht voor cloud computing in de vakpers en de it-wereld. die aandacht leidt ertoe dat
veel organisaties zich afvragen of, en zo ja hoe ze iets moeten doen met cloud computing? dat
is eigenlijk de verkeerde vraag. organisaties moeten zich afvragen wat de beste manieren zijn
om gebruikers te voorzien van it-functionaliteit. en cloud computing biedt daarvoor zeker de
nodige voordelen.
Berend-Jan van Maanen is countrymanager bij Interoute Benelux
Weloverwogen en bewuste keuzes maken
2011 wordt het jaar van
cloudconvergentie
dcw december | management
Cloud computing staat sterk in de belangstel­
ling. Aansprekende partijen als Amazon en
Google hebben zich op dit fenomeen gestort
en er inmiddels ook commercieel succes mee.
Toch laten de nuchtere cijfers zien dat cloud
36
Een cloudoplossing
zorgt voor
centralisatie en
consolidatie van
hardware naar een of
twee grote
datacenters.
computing nog aan het begin van de klassieke
hype cycle staat. Daarin gaat het vooral om de
beloften. Wie over cloud leest, leest over effi­
ciëntiewinst, kostenbesparingen, vereenvou­
digd beheer en andere voordelen. Maar bin­
nen afzienbare tijd wordt duidelijk dat het
cloudconcept niet de gouden bergen biedt
waarop we hopen. Dan zal de belangstelling
naar verwachting even afnemen, maar zich
uiteindelijk herstellen op een reëel niveau,
doordat cloudtechnologie concrete voorde­
len biedt. Deze ontwikkeling zou best wel
eens snel kunnen gaan, gezien het tempo
waarin aan twee belangrijke voorwaarden van
cloud computing wordt voldaan: bandbreedte
en virtualisatie. De beschikbare bandbreedte
blijft groeien, waarbij de prijzen dalen. Daar­
naast is virtualisatie in het datacenter nu ge­
meengoed.
def initie
Gartner definieert cloud computing als
schaalbare en elastische IT-functionaliteit (IT-
enabled capabilities) die als een service aan
klanten wordt geleverd met behulp van inter­
nettechnieken. Als belangrijke voordelen die
in theorie te behalen zijn, noemt Gartner kos­
tenverlaging, eenvoudiger beheer en compli­
ancy, en benutting van externe expertise. Dit
zijn juist de punten waar veel organisaties op
dit moment in meer of mindere mate mee
worstelen. Zij zien tegelijkertijd dat de kosten
van bandbreedte drastisch dalen, terwijl de
beschikbaarheid enorm toeneemt.
Volgens recent onderzoek van TeleGeo­
graphica Research is de prijs van bandbreedte
in de afgelopen vijf jaar elk jaar met een kwart
gedaald. De groei in beschikbare bandbreedte
is jaarlijks met maar liefst 40 % gestegen en
virtualisatie met 35 %.
voordelen
Kostenbeheersing staat hoog op de agenda nu
de economie tegenzit en investeringen vaak
beperkt mogelijk zijn. Een cloudoplossing
zorgt voor centralisatie en consolidatie van
f lexibiliteit
De hierboven genoemde voordelen van cloud
computing leiden makkelijk tot de conclusie
dat organisaties het concept snel moeten om­
armen om er ook van te profiteren. Maar die
conclusie gaat voorbij aan het feit dat de ITsector zeer trendgevoelig is. Uit de CIO
Agenda Study 2010 van Gartner blijkt dat
virtualisatie in 2010 de hoogste prioriteit van
CIO’s heeft, gevolgd door cloud computing
en business intelligence.
Het frappante is, dat de nummers 1 en 2 van
dit jaar (virtualisatie en cloud computing) in
2009 niet eens de top 10 haalden. Business
intelligence stond op nummer 1, gevolgd
door service-oriented architectures en secu­
rity op een gedeelde tweede plaats. Deze zijn
een jaar later al weer verdrongen naar respec­
tievelijk de derde, achtste en negende plaats.
Deze uitkomsten maken duidelijk dat het
moeilijk kiezen is voor een IT-afdeling.
De prioriteit van vandaag kan morgen al weer
anders zijn. Deze situatie dwingt organisaties
tot flexibiliteit. En het is wel duidelijk dat
cloud computing daarbij kan helpen. Blijft de
vraag welke keuzes een organisatie op dit
punt moet maken.
public en private
Op dit moment zijn er in grote lijnen twee
typen clouds te onderscheiden: de public
cloud en de private of enterprise cloud. De
public cloud is in principe voor iedereen via
internet beschikbaar. De belangrijkste ken­
merken zijn de extreme schaalbaarheid, de
generieke diensten die er te vinden zijn, de
lage kosten door de enorme schaal en het
principe van ‘best effort’. Het is niet onge­
woon dat een internetverbinding af en toe uit
de lucht is of wat langzamer is dan normaal.
De diensten die via de public cloud beschik­
baar zijn, zijn dan in de regel ook niet heel
kritisch.
Bij de private of enterprise cloud is het be­
drijfskritische karakter juist cruciaal. Beschik­
baarheid is een eerste vereiste, omdat de orga­
dcw december | management
hardware naar een of twee grote datacenters,
waardoor er op allerlei vestigingen van een
organisatie minder apparatuur nodig is. Deze
centralisatie brengt meteen ook vereenvou­
digd beheer met zich mee. Het is niet langer
nodig verspreide apparatuur over diverse
sublocaties te controleren. Deze staat over­
zichtelijk opgesteld op een of eventueel op
twee locaties.
Verder zorgen centralisatie en consolidatie
ook voor meer overzicht, wat de compliancy
vereenvoudigt. Allerlei regels met betrekking
tot opslag of toegang tot data (online of fy­
siek) zijn veel beter te controleren in een ge­
centraliseerde omgeving. Tot slot leggen
cloudleveranciers zich volledig toe op infor­
matieontsluiting. Daardoor bouwen ze veel
expertise op verschillende terreinen op, zoals
beveiliging of efficiënt stroomverbruik. Dat is
voor individuele organisaties moeilijker door­
dat ze meestal niet de middelen en de schaal
hebben om kennis op te bouwen op alle rele­
vante terreinen.
37
cloud in de praktijk
nisatie anders stil staat en bijvoorbeeld geen
klanten meer te woord kan staan, orders kan
boeken of productieactiviteiten kan uitvoe­
ren. De private cloud blijft schaalbaar, zij het
minder dan de public cloud en is ook kost­
baarder. Daarentegen is compliancy goed te
organiseren en kan een organisatie maatwerk
inrichten om de cloud aan te passen aan de
specifieke eisen en wensen.
dcw december | management
keuzes
38
In dit verband zal een organisatie zich niet
moeten afvragen of zij moet kiezen voor een
private of public cloud. Daar gaat het in es­
sentie niet om. Het gaat erom welke dienst de
organisatie onder welke voorwaarden aan
eindgebruikers wil bieden. Hoe bedrijfskri­
tisch is die dienst? In welke mate speelt com­
pliancy een belangrijke rol? Is beschikbaar­
heid cruciaal of is ‘best effort’ ook goed? De
antwoorden op die vragen bepalen in hoge
mate voor welk model een organisatie kiest.
Het is duidelijk dat een generieke dienst als
e-mail of agenda eenvoudiger in een public
cloud is onder te brengen dan een complexe
ERP-omgeving, zware e-commercesite of
HRM-systeen. Bij het laatste spelen zoveel
bedrijfsspecifieke aspecten een rol en is de be­
schikbaarheid zo cruciaal, dat een enterprise
cloud meer voor de hand ligt.
Overigens is de kans groot dat deze twee va­
rianten in 2011 steeds dichter naar elkaar toe
groeien. Het resultaat is dan een hybride cloud
die de kostenvoordelen en flexibiliteit van de
public cloud combineert met de controle en
tuningmogelijkheden van de private cloud.
trends
Tot nu toe zijn het vooral de datagerelateerde
diensten die profiteren van cloudtechnologie.
Het ligt voor de hand dat het daar niet bij
blijft. De afgelopen jaren hebben sterk in het
teken gestaan van convergentie van netwer­
ken, waarbij data en spraak via hetzelfde IPnetwerk af te handelen zijn. Steeds meer orga­
nisaties maken nu gebruik van deze
convergente netwerken.
Bovendien groeit er een generatie op, die ge­
wend is om via andere apparatuur dan de te­
lefoon mondeling te communiceren. Applica­
ties als de Office Communication Server van
Microsoft stimuleren deze ontwikkeling nog
verder. Een en ander betekent dat ook spraak­
communicatie steeds meer ‘in de cloud’ mo­
gelijk is en dat spraak dezelfde schaal- en kos­
tenvoordelen ervaart als datacommunicatie.
Verder zal de beschikbare bandbreedte voor­
lopig blijven groeien en komt er voorlopig
ook geen eind aan de prijsdaling. Dat bete­
kent dat cloud computing de wind in de rug
heeft. Niettemin is het voor elke organisatie
van belang om op dit terrein weloverwogen
en bewuste keuzes te maken. Dan is de kans
op het optimaal benutten van alle voordelen
het grootst. ■
Het van oorsprong Duitse opinieonder­
zoeksbureau YouGov is actief in NoordAmerika, Europa en de Golfregio. De circa
480 medewerkers voeren markt- en opi­
nieonderzoek uit voor grote bedrijven in
verschillende sectoren. Door groei in
klanten en onderzoeksprojecten sloot de
bestaande IT-infrastructuur van YouGov
steeds minder aan bij de eisen vanuit de
organisatie. Het bureau zocht naar een
manier om zowel de beveiliging als de be­
schikbaarheid te verbeteren. Ook het de­
len van informatie tussen de verschillende
wereldwijde vestigingen was voor YouGov
een belangrijk aandachtspunt.
Het onderzoeksbureau besloot tot het mi­
greren van al zijn data en applicaties naar
een virtuele omgeving bij Interoute. You­
Gov maakt gebruik van vijf servers die
met VMware gevirtualiseerd zijn. Daar­
naast richtte Interoute een San (storage
area network) in.
Een belangrijk onderdeel van de infra­
structuur is het platform voor opinieon­
derzoek.Voor goed onderzoek is beschik­
baarheid – ook bij pieken – een
belangrijke voorwaarde. Door de flexibili­
teit in capaciteit in het datacenter van In­
teroute is extra capaciteit makkelijk dyna­
misch toe te voegen en later weer uit te
schakelen. Dat sluit aan bij de cloudbena­
dering die voorziet in dynamisch op- en
neerschalen bij pieken en dalen. Dit is
vooral van belang voor organisaties die re­
gelmatig met piekbelastingen te maken
hebben, zoals e-commerce­organisaties,
ticketingbureaus en onderzoeksbureaus.
De private cloud
blijft schaalbaar,
zij het minder dan
de public cloud en
is ook kostbaarder.
GET IN CONTROL
Varicontrol 1.0: Hoe u met een slimme monitoringsoplossing data kunt omzetten in kennis
Kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) als luchtvochtigheid, temperatuur
Varicontrol 1.0 is een geïntegreerd systeem voor het bewaken van alle
en energieverbruik worden vaak door verschillende individuele systemen
infrastructurele datacenterindicatoren.
gemeten, waardoor een datacenter zeer complex te beheren kan zijn.
Open structuur maakt eenvoudige integratie met Building
Management Systems mogelijk.
Minkels lanceert daarom Varicontrol 1.0, een geïntegreerd
Real-time PUE visualisatie.
datacenterbeheersysteem waarin de lokale intelligentie van individuele
Gebruiksvriendelijke user interface.
systemen samengebracht wordt.
www.minkels.com/varicontrol
Varicontrol 1.0 bouwt voort op de uitgebreide ervaring van Minkels op
Neem contact met ons op als u wilt weten hoe Varicontrol 1.0. u
het gebied van datacenterinfrastructuur en kennis van de specifieke
kan helpen operational excellence te realiseren in uw dagelijkse
behoeften van datacenterbeheerders.
datacenteroperaties.
A N A E G I D E C O M PA N Y
WWW.MI N KELS.COM • I N FO@MI N KELS.COM • TEL. 0413-311 100
Word lid van
DatacenterWorks
mail uw persoonsgegevens naar [email protected]
en ontvang het magazine datacenterworks gratis
Schneider Electric
koopt Uniflair
Schneider Electric kondigt de overname aan van het Italiaanse Uniflair,
een leverancier van oplossingen voor precisiekoeling en modulaire vloe­
ren voor datacenters en telecommunicatieapplicaties. Het bedrijf heeft
hier een overeenkomst voor gesloten. Met de overname wil Schneider
Electric zijn positie in de Europese markt voor datacenterkoeling ver­
stevigen.
Het productportfolio van Uniflair wordt toegevoegd aan het portfolio
van Schneider Electric, waardoor klanten een groter aanbod aan koelop­
lossingen aangeboden krijgt. Daarnaast krijgt het bedrijf kennis op het
gebied van ontwerp en techniek en een ‘build to order’-model voor be­
drijfskritische applicaties in handen. De transactie wordt naar verwach­
ting in het eerste kwartaal van 2011 afgerond. De overname moet nog
door de autoriteiten worden goedgekeurd. ■
Datacenter TelecityGroup
krijgt AMS-IX-certificering
TelecityGroup heeft van Amsterdam Internet Exchange het ‘AMS-IX
certified datacenter’-keurmerk ontvangen voor zijn Amstel Business
Park datacenter. De certificering van Amstel Business Park volgt op de
succesvolle realisatie van de AMS-IX’s allereerste extensielocatie in dit
datacenter in september 2010. In april 2010 werd TelecityGroup al door
AMS-IX gecertificeerd voor zijn datacenter in Amsterdam Zuid-Oost.
AMS-IX ontwikkelde zijn eigen keurmerk om aan partijen uit binnenen buitenland die willen aansluiten op het populaire internetknooppunt,
een objectief oordeel te kunnen geven over de verschillende datacenters
in Nederland waar directe aansluiting mogelijk is.Vanwege omgevings­
factoren (onder andere bebouwingsdichtheid en locatie ten opzicht van
de zeespiegel), die alleen gelden voor de Nederlandse datacentermarkt,
zijn internationale standaarden als de Amerikaanse Tier-indeling in Ne­
derland niet volledig van toepassing. ■
Het Nederlandse bedrijf LeaseWeb, een van de grootste Europese aan­
bieders van geavanceerde hostinginfrastructuur, heeft vandaag bekend
gemaakt dat het zijn eerste datacenter in de Verenigde Staten zal openen.
De opening van het datacenter is onderdeel van een programma om de
internationale aanwezigheid uit te breiden.
Het datacenter – LeaseWebs eerste locatie buiten Europa – zal begin
volgend jaar worden geopend in Manassas (Virginia) en zal zowel be­
staande als nieuwe klanten bedienen. Managing director Con Zwin­
kels van LeaseWeb heeft bevestigd dat een aantal bestaande klanten
van LeaseWeb al een overeenkomst voor het gebruik van het nieuwe
datacenter heeft getekend. “De concurrentie op de Amerikaanse hos­
tingmarkt is hevig”, licht hij toe, “maar we verwachten dat het nieuwe
datacenter zeer aantrekkelijk zal zijn voor veel van onze klanten die
wereldwijd actief zijn en die in Amerika dezelfde hostingdiensten en
bandbreedte willen hebben als we nu in Europa leveren. Sommige klan­
ten hebben zelfs al een overeenkomst voor het gebruik van het nieuwe
datacenter getekend.”
Zwinkels kondigde aan dat het Amerikaanse datacenter de eerste stap
is in een serie nieuwe activiteiten waarmee LeaseWeb volgend jaar zijn
wereldwijde aanwezigheid zal uitbreiden. “We zijn van plan ons aandeel
in de wereldwijde hostingmarkt flink uit te breiden om onze klanten zo
overal ter wereld dezelfde hoogwaardige data-infrastructuurvoorzienin­
gen en technisch geavanceerde hostingproducten en -diensten te kun­
nen bieden.” ■
dcw december | nieuws
LeaseWeb opent datacenter in Verenigde Staten
41
APC EcoBreeze vermindert
energiegebruik datacenters
APC by Schneider Electric introduceert EcoBreeze, een koeloplossing
waarmee lucht in datacenters op verschillende manieren wordt gekoeld.
Voor het koelen van de lucht maakt EcoBreeze gebruik van zowel airto-air als indirecte verdamping. Bij de air-to-air-warmtewisseling wordt
warme lucht die afkomstig is van ict-apparatuur door EC-ventilatoren
(electronically commutated) naar binnen gezogen en langs interne ka­
nalen van de verdampingskoeler geleid. De gekoelde lucht wordt via
een koelspiraal terug in het datacenter gebracht.
Als de buitentemperatuur niet koel genoeg is voor de air-to-air-warm­
tewisseling, dan wordt de warme lucht gekoeld door indirecte ver­
damping. Daarbij wordt water in de kanalen aan de buitenkant van de
warmtewisselaar verdampt. EcoBreeze kan vrij schakelen tussen deze
twee methoden. Beide koelingsfuncties maken maximaal gebruik van
de buitenlucht, zodat het systeem, ongeacht de buitentemperatuur, het
efficiëntste pad kiest. Losse modules van 50 kW zijn vanaf 2011 afzon­
derlijk verkrijgbaar en te bundelen tot groepen van vier modules (200
kW) of acht modules (400 kW). Dankzij deze schaalbaarheid kunnen
datacenters alleen de modules aanschaffen waaraan ze op dat moment
behoefte hebben. Ook zorgt de modulariteit voor constante beschik­
baarheid, zelfs tijdens onderhoudsbeurten. Omdat EcoBreeze buiten het
gebouw wordt geïnstalleerd, hoeven datacenters geen vloerruimte in
het gebouw op te offeren. ■
advertentie
OPTIMALISEER HET BEHEER VAN UW STEEDS
COMPLEXER WORDENDE OMGEVING
• Beheren, automatiseren en optimaliseren van IT Operations en het
automatiseren van “IT Housekeeping” taken met Dollar Universe® & UniJob®
• Monitoring en Performance & Capacity management met Sysload®
ORSYP is een onafhankelijke leverancier van operationele IT-beheeroplossingen,
die klanten helpen hun IT-dienstverlening op tijd aan te bieden. ORSYP heeft
hoofdkantoren in Parijs, Boston en Hong Kong. ORSYP groeit al meer dan 20 jaar
en heeft circa 1400 grote klanten. De software van ORSYP omvat Enterprise Job
Scheduling, IT Automation, Performance and Capacity Management alsmede
ITSM consulting services, stuk voor stuk voorbeelden van betrouwbaarheid die
zich hebben bewezen in 's werelds meest veeleisende fysieke en virtuele omgevingen.
www.orsyp.com
PDU's beheren met
iPhone-app
Brocade introduceert
switches voor de cloud
Brocade introduceert de VDX 6720 datacenter switch. Deze 10 GbEswitches zijn ontwikkeld voor gevirtualiseerde en voor de cloud in­
gerichte datacenters. De switches maken het mogelijk toegangs- en
aggregatienetwerklagen samen te voegen tot een multipathnetwerk.
Hierdoor krijgen virtuele machines volgens Brocade meer mobiliteit,
waardoor flexibelere netwerken worden gecreëerd en het beheer van
grotere omgevingen eenvoudiger moet worden.
De switches komen beschikbaar in zowel een 1U- als 2U-model. Het
1U-model krijgt 24 poorten en het 2U-model 60. De poorten zijn
schaalbaar, waarbij de hoeveelheid poorten via een pay-per-use-model
wordt opgeschaald. De switches zijn geschikt voor alle type data- en
storageverkeer en ondersteunen servers, hyporvisers en storage-omge­
vingen van andere leveranciers. ■
Avocent datcenterplanner
helpt bij datacenteroptimalisatie
Emerson Network Power introduceert Avocent datacenterplanner, een
softwareoplossing die het visueel plannen en beheren van de infrastruc­
tuur voor datacenteroptimalisatie mogelijk maakt.
Avocent datacenterplanner is een upgrade van de vroegere Avocent
mergepoint 0nfrastructure explorer. De software geeft inzicht in de lo­
catie, huidige capaciteit van het datacenter en voorspelde groei van alle
apparatuur en randapparaten. Hierdoor moet de software helpen bij het
beheren van datacenters.
In de oplossing is een aantal functies nieuw en andere zijn verbeterd.
Voorbeelden zijn vereenvoudigde interfaces en sjablonen waarmee
de gebruiker efficiënt planningen en wijzigingen in datacenters kan
doorvoeren. Zo is de interface drag-and-drop en biedt de mogelijkheid
meerdere overzichten op één scherm te bekijken. Ook wordt inzicht
gegeven in lopende projecten voor alle bedrijfsonderdelen voor en is
er de mogelijkheid de gevolgen van wijzigingen te zien voordat deze
plaatshebben.
Daarnaast kunnen met voorkeursinstellingen de grafische overzichten
worden bijgewerkt zodra een apparaat wordt geïnstalleerd, verwijderd
of verplaatst binnen de infrastructuur. De modelleerfunctie heeft ook
een bibliotheek van apparaatsymbolen, waarin alle belangrijke informa­
tie van de fabrikant is opgenomen.. ■
Raritan kondigt de beschikbaarheid aan van zijn PowerIQ iPhoneapplicatie waarmee datacentermanagers realtime de stroombelasting en
de PDU’s (power distribution units) in de gaten kunnen houden. De
gratis applicatie maakt het mogelijk
de gegevens die worden verzameld
door de PowerIQ-beheersoftware
van Raritan te benaderen van een
iPhone, iPad of iPod Touch. Daarbij
worden ook geavanceerde functies,
zoals roterende schermen en ‘pinch
zoom’, ondersteund.
Raritans PowerIQ iPhone-appli­
catie is beschikbaar voor Appleapparatuur met aan boord iOS
versie 3.1 of hoger en kan worden
gedownload via de Apple iTunes
Store. ■
advertentie
De Multimaster-Technologie
Modulaire UPS oplossingen
10 – 20 kW Module
met geïntegreerde Decentrale
Parallel Architectuur
Voordelen
• Schaalbaar (tot 120kW per rack)
• Flexibele batterij-configuratie
• Minimale bedrijfskosten
• In normaal bedrijf veilig uitbreidbaar
Technische Details
• THDi < 3 %
• Ingangsvermogensfactor > 0.99
• Efficiency tot 95.5 %
• 100 % actief vermogen bij cos  1
• Vermogensdichte 272 kW/m2
Newave UPS Systems B.V.
[email protected] / www.newaveups.nl
Personalia
siemon benoemt accountmanager
voor benelux
Siemon, leverancier van netwerkinfrastructuur, heeft René Proost
aangesteld als accountmanager voor de Benelux. Als accountma­
nager gaat Proost zich richten op eindgebruikers en systeeminte­
grators in verschillende belangrijke verticale markten. Hieronder
vallen onder meer datacenters en gestructureerde kantoorbeka­
beling.
Proost was voorheen werkzaam bij Forehand, de distributeur
van Siemon op de Nederlandse markt gespecialiseerd in netwerkinfra­
structuren en aanverwante productlijnen. Bij Forehand was Proost
infrastructuurconsultant voor de eindgebruikersmarkt en adviseerde hij
organisaties in de verticale markten binnen de sectoren financiën,
gezondheidszorg, industrie en overheid over infrastructuur en
netwerkplanning. ■
vaultex trekt projectmanager
en accountmanager aan
Vaultex, specialist in advisering, ontwerp, realisatie en projectbege­
leiding voor datacenterinfrastructuur, heeft twee nieuwe medewer­
kers in dienst genomen voor zijn vestiging in Nederland. Bart van
Spaandonk gaat aan de slag als projectmanager en Peter van den
Broek (foto links) wordt actief als accountmanager.
Van Spaandonk is vanaf 2003 bij Convencience Food Systems actief
geweest als international projectmanager. Hiervoor werkte hij als
projectmanager en in diversie logistieke functies bij verschillende
bedrijven, zoals Koninklijke Verhulst
Luchtbehandeling en Stork.Van den
Broek is voorheen werkzaam geweest als
accountmanager beheer en hosting
managed services bij ict-dienstverlener
Cta.Van 1999 tot 2007 werkte Van den
Broek in verschillende functies bij
Rabobank Nederland. ■
Rittal introduceert
PMC 12 ups-reeks
Rittal heeft een nieuwe reeks PMC 12 ups-systemen geïntroduceerd.
De systemen beschikken over een dubbele conversietechniek waarmee
zij als basis kunnen dienen voor een optimale stroomtoevoer naar alle
verbonden ladingen.
De systemen worden geleverd in maten van 1, 2, 3, 4,5 en 6 kVA. De 1,
2 en 3 kVA-versies beschikken over een interne batterijen en de 4,5 en
6 kVA over externe batterijen. De 4,5 en 6 kVA-versie kunnen paral­
lel worden geïnstalleerd om extra stroom en flexibiliteit te verkrijgen.
Hierdoor kan een vermogen van 12 kVA worden bereikt. ■
advertentie
Integraal technisch advies en
projectmanagement
-
-
-
-
-
-
Projectmanagement en bouwbegeleiding;
Ontwerp en technisch advies bouw en installaties;
Beheer en onderhoud;
Energieoptimalisatie;
Beschikbaarheid en EUE berekening;
Nieuwbouw, uitbreiding en opwaardering.
Ontwerp, technisch advies en projectmanagement
De Vlieg Techniek BV is verantwoordelijk en betrokken bij tal van opwaardering, uitbreiding
en nieuwbouwprojecten van computerruimtes en datacenters. De Vlieg Techniek BV beschikt over een omvangrijke lijst van aantoonbare referenties op het vlak van hoge vertrouwelijkheid, hoge beschikbaarheid en zeer goede energie efficiency. Onze ervaringen gaan
van 2 tot 1.700 racks, van 6 kW tot 20 MW, van TIER 1 tot TIER 3+ en een eigen realisatie van
een TIER 3 datacenter met een EUE van 1,14.
ISO-9001, 14001, 27001 gecertificeerd en 100% onafhankelijk
Als volstrekt merk en leverancier onafhankelijk adviseur is De Vlieg Techniek BV ISO-9001,
ISO-14001 en ISO-27001 gecertificeerd. Dit betekent dat de borging van de kwaliteit en
de informatiebeveiliging op een gestandaardiseerde en gecertificeerde wijze wordt uitgevoerd. Vanuit de ISO-14001 (milieu) certificering is een zo energie-efficiënt en duurzaam
datacenter (groen) een vanzelfsprekende invulling.
DE VLIEG TECHNIEK
Voor verdere kennismaking en unieke case studies:
Bezoek onze website www.devlieg.nl
of bel met Rik Vos op 030-2238690.
D T
De paradox van stroomvretende datacenters in een groene wereld, draadloze netwerken in
ziekenhuizen en industrie en BIM (building information modeling). Dat zijn opvallende
onderwerpen uit het tweemaandelijkse Bicsi News Magazine, dat zowel leden als niet-leden
kunnen lezen op http://www.bicsi.org. In deze bijdrage een impressie van de artikelen uit Bicsi
News en een link naar Nederlandse nieuwsfeiten.
Peter Gloudemans is directeur/eigenaar van AddIT Benelux en nauw betrokken bij de ontwikkeling van Bicsi.
Onverenigbare paradox
in Bicsi News
Draadloze netwerken in industrie en
ziekenhuizen
Na een periode van argwaan over de toepassing van draadloze net­
werken in industrie en ziekenhuizen, vanwege signaalverstoring en
onvoldoende beveiliging van gevoelige informatie, keren de voor­
delen het tij. In het Bicsi News Magazine behandelt Bill Wotruba,
director networking & connectivity products bij Belden, de voor- en
nadelen van Wlan’s in de industrie. Hoewel niet voor elke fabriek ge­
schikt kunnen draadloze netwerken in veel gevallen productieproces­
sen tegen veel lagere kosten helpen stroomlijnen dan via een bekabeld
netwerk. Uiteraard moet dit vooraf goed worden getest en gepland.
Terwijl Wotruba nog pleit voor een mix van bekabeling in de back­
bone en draadloos naar de werkplek (ook industrieel), verkoopt zijn
werkgever Belden de Wlan-techniek en patenten van Trapeze Net­
works aan Juniper. Blijkbaar heeft netwerkspecialist Juniper meer oog
voor de successen van Trapeze, die onlangs nog de academische zie­
kenhuizen Vumc en VU Brussel van een nieuw Wlan hebben voor­
zien. Meer informatie over het ontwerpen van draadloze netwerken
voor ziekenhuizen is te vinden in Bicsi News Magazine.
Building information modelling
Voor netwerkadviseurs en -installateurs lijken BIM (building infor­
mation modelling) en datacenters op het eerste gezicht misschien wei­
nig met elkaar te maken te hebben. Die schijn bedriegt, omdat BIM
een nieuwe manier is om gebouwen en alles wat daarbij hoort te ont­
werpen en dat ontwerp vervolgens met alle betrokken projectpartners
te communiceren. Dus ook met de installateurs en ict-leveranciers.
De RCDD’s Dennis Manes en Dave Pomierski voorspellen dat BIM
een zodanig grote vlucht neemt dat niemand het gebruik van de bij­
behorende ontwerptools meer kan negeren. Volgens hen maakt BIM
veel gedetailleerder ontwerpen mogelijk, verbetert het de samenwer­
king in projecten, bespaart het geld en helpt het kostbare fouten te
voorkomen. Ten slotte biedt het opdrachtgevers, dus klanten, veel
voordeel in de exploitatieperiode.
Is Nederland daar ook al mee bezig? Jazeker, getuige de vele recente
publicaties over met BIM innoverende architecten, aannemers en in­
stallateurs, loopt Nederland vooraan in die ontwikkelingen mee.
Voor meer informatie over Bicsi en de lidmaatschapvoordelen kunt u terecht bij:
Joop Ierschot, RCDD, Benelux Country Chair, via: [email protected]
Gertjan Roozeboom, RCDD, via: [email protected]
Gertjan Roozeboom
dcw december | bicsi
Het lijkt een onverenigbare paradox: stroomvretende datacenters en
onze behoefte aan een groenere wereld. Volgens datacenterconsultant
Robert McFarlane ligt de sleutel tot energiebesparing in de koeling.
Daarom bespreekt hij in zijn artikel ‘Strategy & development’ de be­
langrijkste richtlijnen uit de Bicsi 002-2010 Data Center Design and
Implementation Best Practices om het stroomverbruik van datacen­
ters drastisch te verlagen. Een aanrader voor zowel adviseurs, instal­
lateurs als opdrachtgevers. Zijn ze daar alleen in de Verenigde Staten
mee bezig of ook in onze lage landen? Dat laatste is zeker het geval,
want DatacenterWorks van oktober belichtte al de energiezuinige
EcoServers die Hyves gebruikt en de Nederlandse betrokkenheid bij
het onderzoeksproject Fit4Green.
Verder heeft HP Labs onlangs een onderzoek verricht en een rapport
gepubliceerd over de mogelijkheden datacenters op koeienmest te la­
ten draaien. Dat klinkt misschien vies, maar de synergie van goedko­
pe grondprijzen en groene energie kan wel eens erg interessant zijn.
45
Joop Ierschot
trends in de datacentermarkt zijn net als die in andere
branches onderhevig aan een golfbeweging. het begint
met een of twee partijen die een thema benoemen,
andere bedrijven haken aan, het geluid neemt toe en
bereikt een top. hierna zwakt de aandacht af – meestal
onder invloed van een nieuwe opkomende trend –
om soms helemaal van het strijdtoneel te verdwijnen.
vaker komt het na enige tijd in aangepaste vorm
opnieuw naar voren.
Alexandra Schless is algemeen directeur van TelecityGroup Nederland
It’s all about the people…
Met deze wetenschap in het achterhoofd was ik dan ook blij dat binnen een paar weken na mijn keynote met de titel ‘It’s all about
the people behind the infrastructure’ en op de Dutch Datacenter & Hosting Summit het onderwerp ‘mens’ ook vanuit de branche
bijval kreeg. Het bewijst in mijn ogen dat we in onze branche de weg naar volwassenheid hebben ingeslagen.
dcw december | column
Een kleine terugblik op de afgelopen tien jaar levert een hele serie aan datacentertrends op. Eerst draaide het om nieuwbouw,
beveiliging en het binnenhalen van zoveel mogelijk carriers. Daarna leek beschikbaarheid van stroom een heikel punt, maar na het
uiteenspatten van de dotcom-zeepbel sloeg het sentiment om naar efficiënte inzet van bestaande middelen. Pas onder invloed van
ontwikkelingen in de hardware – met exponentiële toename van de prestaties en het energiegebruik – en de opmars van internet­
activiteiten vanuit ‘traditionele’ marktsectoren ontstond vervolgens de noodzaak voor nieuwe datacenters.
46
Voor onze branche een kans om met alle ‘lessons learned’ en nieuwe technologieën in te spelen op de groeiende maatschappelijke
bezorgdheid over ‘ons’ energiegebruik. De bekendmaking van de nieuwe richtlijnen voor datacenters van de gemeente Amsterdam
was daarin een mijlpaal (ook voor ons met de opening van ons vierde datacenter Amstel Business Park, dat als eerste aan die richt­
lijnen voldeed). Anno 2010 is energie-efficiëntie door initiatieven als de Code of Conduct for Datacenters en de Nederlandse MJA
(Meerjarenafspraak) voor de meeste datacenterleveranciers standaard geworden.
En laten we dan nu gaan kijken naar een onderwerp dat in al het technologiegeweld in mijn ogen te lang onderbelicht is gebleven,
namelijk dat van de mens in de wereld van techniek. Want na alle optimalisatieprocessen blijkt in veel hightechomgevingen niet de
apparatuur, maar de mens bepalend. Journalist Malcom Gladwell zocht voor zijn bestseller ‘Outliers’ bijvoorbeeld uit dat grote vlieg­
rampen vaak het resultaat zijn van een serie van verkeerde beslissingen volgend op een storend, maar niet direct levensbedreigend
technisch mankement. Juist ingrijpen van de bemanning had in veel gevallen de uiteindelijke ramp kunnen voorkomen. Ik denk dat
u het met me eens bent dat dit scenario ook in de ict en datacenters herkenbaar is. Zonder de mens ‘doet’ de techniek nog niets.
Vanuit TelecityGroup maken wij ons er sterk voor dat ‘de mens’ binnen de branche in 2011 de aandacht gaat krijgen die hij (of zij)
verdient. Want ook in deze tijden van cloud computing zijn de woorden van John F. Kennedy onverminderd van toepassing: “Man is
still the most extraordinary computer of all”.
DatacenterWorks
ook onlinekernkwaliteiten
Duurzaamheidnu
en energiebesparing
Lasent bouwt datacenter
Hoogheemraadschap
computerruimte- en datacenterspecialist lasent gaat voor hoogheemraadschap
hollands noorderkwartier het datacenter in het nieuwe gebouw uitvoeren.
het noord-hollandse waterschap verhuist in het voorjaar van 2011 van de
huidige drie werklocaties naar een nieuw kantoor in heerhugowaard.
Hans Vandam is freelancejournalist
Duurzaamheid en energiebesparing zijn herkenbaar voor het nieuwe
onderkomen van het hoogheemraadschap. Dat zijn ook de kernkwaliteiten van het nieuwe datacenter.
In de bedrijfsvoering van het hoogheemraadschap speelt, zoals in alle
moderne bedrijven, automatisering een grote rol. De invoering van een
flexwerkconcept voor 600 kantoormedewerkers in de nieuwe behuizing maar ook de geautomatiseerde waterbeheerstaken (rioolzuiveringen, bediening gemalen en stuwen, et cetera) stellen hoge eisen aan de
informatie- en communicatietechnologie van het hoogheemraadschap.
Uiteraard gelden die eisen ook voor de condities waaronder de systemen en data worden beheerd (datacenter).
verwarmen kantoor
96 kW N+1. Na aanpassing van het beschikbaar elektrisch vermogen
is zelfs een groei mogelijk tot 144 kW N+1. Er zal worden gestart met
het in gebruik nemen van zestien stuks 19-inch kasten en drie computerairconditioners. Ook zal Lasent een deel van de elektrotechnische
installatie en de verhoogde computervloer leveren.
samenwerking
Het hoogheemraadschap werkt in de dagelijkse praktijk veel samen met
partners (gemeentes, provincie, belangenorganisaties, et cetera). Ook bij
het ontwerp van het datacenter wordt die samenwerkingsmogelijkheid
zichtbaar. Bij het ontwerp van het datacenter is er ruimte gereserveerd
voor housing en hosting van hardware ten behoeve van andere semioverheidsinstellingen zoals omliggende gemeentes.
Het nieuwe gebouw van het hoogheemraadschap kenmerkt zich door
specifieke kwaliteiten op gebied van duurzaamheid en energiebesparing.
Ook het datacenter dat Lasent creëert, voldoet aan deze kwaliteiten. De
door het datacenter gecreëerde warmte wordt in een bron onder de
grond opgeslagen en gebruikt voor het verwarmen van het kantoor.
Lasent levert het hoogheemraadschap een ‘koude/warme-straat’-oplossing met een startvermogen van 48 kW N+1 welke uitbreidbaar is tot
Kijk voor alle artikelen en het laatste nieuws op
www.datacenterworks.nl
De door het datacenter
gecreëerde warmte wordt in een
bron onder
de datacentervideo’s
grond opgeslagen
(En voor
op www.youtube.com/user/DatacenterWorks)
en gebruikt voor het verwarmen
van het kantoor.
Duurzaamheid en energiebesparing kernkwaliteiten
Lasent bouwt datacenter
Hoogheemraadschap
computerruimte- en datacenterspecialist lasent gaat voor hoogheemraadschap
hollands noorderkwartier het datacenter in het nieuwe gebouw uitvoeren.
het noord-hollandse waterschap verhuist in het voorjaar van 2011 van de
huidige drie werklocaties naar een nieuw kantoor in heerhugowaard.
Hans Vandam is freelancejournalist
Duurzaamheid en energiebesparing zijn herkenbaar voor het nieuwe
onderkomen van het hoogheemraadschap. Dat zijn ook de kernkwaliteiten van het nieuwe datacenter.
dcw december | praktijk
In de bedrijfsvoering van het hoogheemraadschap speelt, zoals in alle
moderne bedrijven, automatisering een grote rol. De invoering van een
flexwerkconcept voor 600 kantoormedewerkers in de nieuwe behuizing maar ook de geautomatiseerde waterbeheerstaken (rioolzuiveringen, bediening gemalen en stuwen, et cetera) stellen hoge eisen aan de
informatie- en communicatietechnologie van het hoogheemraadschap.
Uiteraard gelden die eisen ook voor de condities waaronder de systemen en data worden beheerd (datacenter).
48
verwarmen kantoor
Het nieuwe gebouw van het hoogheemraadschap kenmerkt zich door
specifieke kwaliteiten op gebied van duurzaamheid en energiebesparing.
Ook het datacenter dat Lasent creëert, voldoet aan deze kwaliteiten. De
door het datacenter gecreëerde warmte wordt in een bron onder de
grond opgeslagen en gebruikt voor het verwarmen van het kantoor.
Lasent levert het hoogheemraadschap een ‘koude/warme-straat’-oplossing met een startvermogen van 48 kW N+1 welke uitbreidbaar is tot
De door het datacenter
gecreëerde warmte wordt in een
bron onder de grond opgeslagen
en gebruikt voor het verwarmen
van het kantoor.
96 kW N+1. Na aanpassing van het beschikbaar elektrisch vermogen
is zelfs een groei mogelijk tot 144 kW N+1. Er zal worden gestart met
het in gebruik nemen van zestien stuks 19-inch kasten en drie computerairconditioners. Ook zal Lasent een deel van de elektrotechnische
installatie en de verhoogde computervloer leveren.
samenwerking
Het hoogheemraadschap werkt in de dagelijkse praktijk veel samen met
partners (gemeentes, provincie, belangenorganisaties, et cetera). Ook bij
het ontwerp van het datacenter wordt die samenwerkingsmogelijkheid
zichtbaar. Bij het ontwerp van het datacenter is er ruimte gereserveerd
voor housing en hosting van hardware ten behoeve van andere semioverheidsinstellingen zoals omliggende gemeentes.
Meer
klantwaarde
realiseren
begint met
beter
luisteren.
(En meestal is dat ook beter voor uw portemonnee)
Goed luisteren is volgens ons essentieel bij ICT-projecten. Dan lever je pas echt oplossingen waar een opdrachtgever behoefte aan heeft.
Ook dat maakt de mensen van Sogeti tot ideale partners. Of het nu gaat om ontwerpen, bouwen, implementeren of beheren. In testen en
architectuur lopen wij door onze aanpak zelfs voorop. Sogeti kan opdrachtgevers in alle sectoren verder helpen. Voor vandaag, morgen en
overmorgen. Dankzij mensen met Passie voor ICT.
sogeti.nl
Staat voor resultaat.
Nu kunt u datacenters
efficiënt ontwerpen op basis
van ¤70 miljoen aan onderzoek
cture
rchite
ved A y,
ro
p
c
Im
ien
An
h-Effic
for Hig nsity
e
-D
h
Hig
entres
Data C
rgy
Ene
ting Centres
n
e
ta
lem
Imp ient Da
Effic
ow
Row
The Advantages of
ing
oolling
Coo
and Rack-Oriented
Architectures
for Data Centres
Deploy
in
Zones g Higgh-D
Densit
in
y
Data C a Low-Densit
entre
y
Pow
Cap er an
d
for acity M Cool
in
Dat
a C anag g
e
ent
res ment
White Paper #130
White
aper
ite P
Wh
Paper
White
#130
Paper
#130
#130
Wh
ite
“Implementing Energy
Efficient Data Centres”
White Paper nr. 126
White Paper nr. 114
51
¤
00
“An Improved Architecture
Architectur
f High-Efficiency,
Hi h Effi i
for
High-Density
Data Centres”
GRATIS!
94 GRATIS!
¤
00
Pap
er #
150
“The Advantages of
Row and Rack-Oriented
Cooling Architectures
for Data Centres”
“Deploying High-Density
Zones in a Low-Density
Data Centre”
“Power and Cooling
Capacity Management
for Data Centres”
White Paper nr. 130
White Paper nr. 134
White Paper nr. 150
67
¤
00
GRATIS!
90 GRATIS!
¤
00
17700 GRATIS!
¤
Download GRATIS whitepapers van APC om de
meest voorkomende fouten bij het plannen van
IT-stroomvoorziening en –koeling te voorkomen
Zorg dat u beschikt over een plan voor uw datacenter.
We hebben duizenden klanten gesproken, van Baltimore tot Beijing, en hebben de
goede, minder goede en ook slechte maatregelen gezien die klanten troffen bij de
planning van hun datacenter. In veel gevallen was er door omzetvermindering en
bezuinigingen helemaal geen plan.
Krijg antwoorden op uw vragen en voorkom toekomstige problemen.
Weten u en uw personeel wat de tien belangrijkste fouten zijn die u moet
vermijden? De gemakkelijkste manier om koeling te verbeteren zonder dat het
u iets kost? U vindt deze antwoorden en meer in onze nieuwste verzameling
whitepapers. Profiteer vandaag van onze waardevolle onderzoeken en bespaar
uzelf onkosten en problemen in de toekomst.
Download binnen 30 dagen GRATIS uw white paper(s) en
maak kans op een iPad™!
Kijk op onze website op www.apc.com/promo en gebruik toegangscode 74409t
Tel 0800 020 3244 • Fax 0347 325225
© 2010 Schneider Electric, Alle rechten voorbehouden. Schneider Electric en EcoStruxure zijn het eigendom van Schneider Electric of van gelieerde bedrijven in de Verenigde Staten en in andere landen.
e-mail: [email protected] • Schneider Electric, North American Operating Division, 1415 S. Roselle Road, Palatine, IL 60067, Tel: 847-397-2600 • www.schneider-electric.us/about-us/brands • 998-2599