M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE Keizersgrach T 020 - 6 [email protected] | Zomerschool, © Jean-Pierre Jans MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM T r e n d r a p p o R T Cultuureducatie in Amsterdam 2010 M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Inleiding Geen educatie zonder cultuureducatie Geen educatie zonder cultuureducatie, dat is de boodschap van Mocca. Cultuur maakt kinderen slimmer en socialer. Door cultuureducatie krijgen zij de kans dingen te beleven die hun van huis uit vaak niet worden meegegeven. Cultuureducatie geeft prikkels om na te denken over de eigen cultuur en maakt kinderen tot eigenaar van hun cultuur. Natuurlijk komt daarbij een aantal vragen bij hen op. Wat is cultuur en wat is mijn cultuur? Wat kan ik zelf? Wat vind ik mooi? Wat vind ik waardevol in mijn cultuur en in die van een ander? Waarin verschilt mijn cultuur van andere culturen en wat delen wij met andere culturen? Cultuur biedt jongeren de mogelijkheid om zich zo volledig mogelijk te ontplooien en zich wereldburger te gaan voelen. Juist in een land als Nederland met zijn steeds veranderende, cultureel diverse populatie is wereldburgerschap van groot belang. In het onderwijs heeft cultuur helaas de wind niet mee. Nederland is het enige land in de Europese Unie waar cultuureducatie geen vast onderdeel van het leerprogramma is. Scholen hebben daardoor weliswaar de vrijheid om te kiezen uit het grote cultuuraanbod, maar dit maakt cultuureducatie wel vluchtig. Lokale en landelijke overheden benadrukken het belang van lezen, schrijven en rekenen en verbinden de overdracht daarvan met de kwaliteit van het onderwijs. Cultuureducatie raakt daardoor bekneld tussen de wens van de leerkrachten om kinderen het beste te bieden en de druk van de toetsen voor de zakenvakken. En toch zorgen leerkrachten, tegen de stroom in, voor een waardevol cultuurprogramma. Dit gebeurt zeker in Amsterdam, maar ook in veel andere steden. Zij maken plannen en scholen zich om goede keuzes te maken uit het cultuuraanbod. Steeds weer constateren zij dat cultuureducatie bijdraagt aan het inlopen van leerachterstanden in juist die zakenvakken. Leerkrachten verwachten van culturele instellingen en kunstenaars dat zij hun culturele kennis en hun passie voor cultuur aan leerlingen overdragen, en hen zo stimuleren hun eigen talenten te ontdekken. Jongeren verdienen de beste kunstenaars en cultuureducatoren om hun het beste over te brengen wat cultuur te bieden heeft. Helaas is niet iedere kunstenaar of cultuureducator even goed onderlegd in zijn kunstdiscipline of in de overdracht ervan. Er is daarom behoefte aan workshops en andere scholingsmogelijkheden, met name op pedagogisch en agogisch gebied. Voor deze en andere vragen over werk op scholen zou een servicedesk, specifiek voor kunstenaars, uitkomst kunnen bieden. Cultuureducatie is een noodzaak, net zo goed als kwaliteit van het aanbod een noodzaak is, en daarin is de komende jaren nog een slag te maken. In dit trendrapport komen eerst enkele conclusies en aanbevelingen aan de orde. Dan volgen een terugblik op enkele ontwikkelingen van vorig jaar, een kort overzicht van landelijke ontwikkelingen en de stand van zaken van de cultuureducatie in Amsterdam. Peggy Brandon Directeur Mocca September 2010 1 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Conclusies Amsterdamse scholen zien het belang van cultuureducatie en hechten belang aan het maken van eigen keuzes. Zij waarderen de korte lijnen met kleine en grote instellingen en de mogelijkheden die deze bieden voor nauwe samenwerkingen. Door de vraagsturing is er openheid ontstaan in de cultuureducatie. Kunstenaars vinden hun weg naar de scholen en bieden jongeren nieuwe mogelijkheden voor actieve kunstbeleving. Scholen kiezen er vaak voor hun leerlingen kennis te laten maken met een groot aantal kunstdisciplines, waarbij zij uitgaan van de effecten die zij bij hun leerlingen teweeg willen brengen. Behalve een zo volledig mogelijke ontplooiing van ieder kind noemen zij als gewenst effect vaak taalverwerving, maar ook het zichzelf leren presenteren en het verwerven van meer zelfvertrouwen. Veel scholen zetten cultuureducatie in om sociale cohesie en burgerschap te bevorderen. In hun keuzes streven scholen er steeds meer naar om buurtgericht te werken. Scholen zoeken naar aanbod in de eigen buurt. Enkele grote culturele instellingen spelen hierop in met outreach-projecten. Zij bezoeken scholen, maar kiezen er soms ook voor een sublocatie in een andere buurt te openen. Zo heeft het Fotografiemuseum Amsterdam een atelier in West geopend. Het belang van netwerken neemt toe, en daarmee ook het belang van scholen om onderling kennis en ervaring uit te wisselen. Scholen en culturele instellingen wisselen nog weinig kennis en ervaring met elkaar uit. Stadsdeelbesturen stimuleren cultuureducatie in de eigen buurten door scholen beleidsmatig te ondersteunen, door activiteiten te financieren en soms door cultuurcoördinatoren op scholen te financieren. Door de nadruk die landelijke en lokale overheden leggen op kwaliteitsverbetering van de zogenaamde zakenvakken, schrijven, rekenen en lezen, staat cultuureducatie in het basisonderwijs onder druk. Schooldirecties besluiten hun jaarplanning aan te passen en activiteiten te annuleren of een jaar uit te stellen. Cultuurcoördinatoren in het basis- en voortgezet onderwijs maken een kwaliteitsslag en zijn steeds beter in staat om een gedegen jaarplanning te maken. Omdat de overheid hen daar niet in steunt en doordat het aantal formatie-uren voor cultuureducatie terugloopt, dreigen zij echter hun motivatie te verliezen. De samenwerking met Mocca biedt scholen continuïteit en blijkt vaak een voorwaarde om cultuureducatie op de agenda te houden. In het speciaal onderwijs is de positieve invloed van cultuureducatie goed te zien. Cultuureducatie heeft een plek in het naschoolse aanbod, zowel in de brede scholen als in scholen met een verlengde schooldag. Scholen verdiepen zich in de kwaliteit van het cultuureducatieve aanbod. Ruim een kwart van de Amsterdamse scholen zet binnen zes maanden een evaluatie van een cultuureducatief project op de Mocca-website. 2 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Kansen voor het onderwijs Door het cultuurprogramma van de verlengde schooldag en het programma onder schooltijd beter op elkaar af te stemmen kan het cultuureducatieve programma worden versterkt. De meeste primair-onderwijsscholen hebben uren voor muziek, beeldende vorming en tekenen opgenomen in het schoolrooster. Als deze uren daadwerkelijk voor deze vakken worden benut, krijgt cultuureducatie een sterkere positie. Door culturele projecten en activiteiten te evalueren, kan de kwaliteit van het cultuurprogramma worden bewaakt en wordt draagvlak binnen het team vergroot. Vakdocenten muziek, textiele werkvormen, beeldende vorming en tekenen kunnen cultuureducatie een extra impuls geven, zeker als zij ook worden aangesteld als cultuurcoördinator. Scholen die bij elkaar in de buurt liggen kunnen samenwerken door hun aanstellingsuren op elkaar af te stemmen. Voor veel scholen is structurele samenwerking met welzijnsorganisaties een voorwaarde voor naschoolse opvang of voor invulling door de brede school. Deze samenwerking biedt mogelijkheden voor een gezamenlijk cultuureducatieprogramma in de verlengde schooldag. Als leerkrachten en cultuurcoördinatoren meer kennis hebben van disciplines en van de kunstbeleving van jongeren, maakt dat hen tot betere gesprekspartners van culturele instellingen. Kansen voor culturele instellingen en kunstenaars Er vinden nog maar weinig neutrale en inhoudelijke uitwisselingen tussen scholen en culturele instellingen plaats, zonder dat daarbij direct de eigen projecten worden gepromoot. Muziekeducatie staat volop in de belangstelling. Scholen vragen om meer samenwerking, om leerlijnen voor de onder-, midden en bovenbouw, en om een centraal punt waar informatie over muziekeducatie kan worden opgevraagd. Het basispakket voor cultuureducatie, een initiatief vanuit het overleg van de samenwerkende stadsdelen, voorziet in een minimum aantal uren in drie disciplines. Het kan mogelijkheden bieden aan culturele instellingen die muziek, cultureel erfgoed en beeldende vorming bieden. 3 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Aandachtspunten Er is veel verloop in de scholen, zowel in de directies als in de teams. Dat heeft negatieve gevolgen voor de uitvoering van hun cultuureducatieprogramma. Cultuureducatie is vluchtig. De samenwerking met een expertisenetwerk zoals Mocca biedt continuïteit en houdt cultuureducatie op de agenda. Cultuureducatie heeft voortdurende aandacht nodig zolang het geen vast onderdeel van de toetsen is. In het basisonderwijs is het geen officieel onderdeel van het onderwijsprogramma en in het voortgezet onderwijs slechts een klein onderdeel. De positie van cultuurcoördinatoren staat onder druk. Inhoudelijke ondersteuning en additionele financiering bieden tegenwicht aan vrijblijvendheid. Zelfstandige kunstenaars kunnen jongeren actief kunst leren beleven, maar niet iedere kunstenaar heeft de benodigde kennis van didactiek. Vervoer is nog steeds een veel genoemd obstakel voor het bezoeken van de grootstedelijke erfgoedlocaties en culturele instellingen. Een verontrustende ontwikkeling is dat er steeds minder taakuren worden toegekend aan de cultuurcoördinator. Door de bezuinigingen waren er het afgelopen jaar op een groeiend aantal scholen geen formatieuren meer beschikbaar voor een cultuurcoördinator. Samba Parade, Eveline Torres Projecten 4 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Inhoudsopgave Inleiding; Geen educatie zonder cultuureducatie Conclusies Kansen voor het onderwijs Kansen voor culturele instellingen en kunstenaars Aandachtspunten Terugblik op 2009 1 2 3 3 4 10 1. Rijksoverheid en de financiering van cultuureducatie Inleiding Stimuleringsregeling cultuureducatie OCW/CJP-Cultuurkaart in Amsterdam Andere landelijke fondsen en regelingen 11 11 11 11 12 2. Cultuureducatie in Nederland: vraagsturing steeds meer de norm Inleiding Ontwikkelingen in vraagsturing Verandering bij de instellingen voor kunstzinnige vorming Vraagsturing in de grote steden Combinatiefuncties in de grote steden Vervoer ICC-cursus Edu-Art en KunstStationC Samenvatting 13 13 13 13 14 14 14 15 15 15 3. Cultuureducatie in Amsterdam: Het Amsterdamse model Inleiding Voortgang cultuureducatie in Amsterdam Voortgang per medio 2010 en grafieken Aantal scholen Scholen zonder interesse 16 16 16 17 17 17 4. Financiering cultuureducatie in Amsterdam Inleiding Voucherbeheer Amsterdam, voorheen de Voucherbank Gebruik budget Voucherbeheer Amsterdam Waar wordt het aanbesteed? Amsterdams Fonds voor de Kunst Projecten in Zuidoost Kunstkijkuren, muziekonderwijs en de kunstschooldag Internationalisering Het Plein Welzijn en cultuureducatie XXXsjongerenkaart Samenvatting 18 18 18 18 18 19 19 20 20 20 21 21 21 5 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 5. Werkzaamheden Mocca Inleiding Samenwerkingen Bereik onder de scholen Kengetallen 2009 Kenniskringen en onderzoeksprojecten Evalueren doet begeren Ondernemerskring Sociale sector Amsterdam en cultuureducatie 22 22 22 22 23 23 23 24 6. Amsterdamse stadsdelen Inleiding VO-scholen per stadsdeel Amsterdam-Noord De scholen Wat kiezen scholen in Amsterdam-Noord? Algemeen beeld van het beleid van het stadsdeel Brede scholen Talentontwikkeling Wat kiest de Dorus Rijkersschool? Amsterdam-Centrum De scholen Wat kiezen de scholen in Amsterdam-Centrum? Algemeen beeld van stadsdeel Centrum Cultuur Netwerk Binnenstad (CNB) Mooi Bewaard Wat kiest de Burghtschool? Oud-West De scholen Wat kiezen de scholen in Amsterdam Oud-West? Algemeen beeld van stadsdeel Oud-West Brede scholen Wat kiest de Vlinderboom? Westerpark De scholen Wat kiezen de scholen? Algemeen beeld van stadsdeel Westerpark Brede scholen Wat kiest basisschool De Catamaran? Zuideramstel De scholen Wat kiezen de scholen in Zuideramstel? Algemeen beeld van stadsdeel Zuideramstel Nieuwe ontwikkelingen Wat kiest Montessorischool De Stern? De Baarsjes De scholen Wat kiezen de scholen in De Baarsjes? Algemeen beeld van stadsdeel De Baarsjes Netwerken Brede scholen 25 25 25 26 26 26 26 27 27 27 28 28 28 28 29 29 29 30 30 30 30 30 30 31 31 31 31 31 31 32 32 32 32 32 32 32 33 33 33 33 33 6 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Juni is de kunstmaand in de Baarsjes Wat kiest de Rosa Boekdrukkerschool? Bos en Lommer De scholen Wat kiezen de scholen in Bos en Lommer? Algemeen beeld van stadsdeel Bos en Lommer Brede scholen Wat kiest de Paulusschool? Geuzenveld-Slotermeer De scholen Wat kiezen de scholen in Geuzenveld-Slotermeer? Algemeen beeld van stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer Brede scholen Wat kiest de Goeman Borgesiusschool? Osdorp De scholen Wat kiezen de scholen in Osdorp? Algemeen beeld van stadsdeel Osdorp De Talentenschool Brede scholen Wat kiest de Globe? Slotervaart De scholen Wat kiezen de scholen in Slotervaart? Algemeen beeld van stadsdeel Slotervaart Brede scholen Wat kiest de Bisschop Huibersschool? Zeeburg De scholen Wat kiezen de scholen in Zeeburg? Algemeen beeld van stadsdeel Zeeburg Brede scholen Word een ster in Zeeburg Wat kiest de Laterna Magica? Stadsdeel Zuidoost De scholen Wat kiezen de scholen in Zuidoost? Algemeen beeld van stadsdeel Zuidoost Nieuwe voorzieningen Brede scholen Geldstromen Netwerken Wat kiest basisschool Het Gein? Stadsdeel Oud-Zuid De scholen Wat kiezen de scholen in Oud-Zuid? Algemeen beeld van stadsdeel Oud-Zuid Brede scholen Netwerken Wat kiest de Nicolaas Maesschool? 34 34 34 34 34 34 35 35 36 36 36 36 36 36 37 37 37 37 37 38 38 38 38 38 38 39 39 39 39 39 40 40 40 40 41 41 41 41 42 42 42 42 42 44 44 44 44 45 45 45 7 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Oost-Watergraafsmeer De scholen Wat kiezen de scholen in Oost-Watergraafsmeer? Algemeen beeld van stadsdeel Oost-Watergraafsmeer Nieuwe voorzieningen Brede scholen De Talententent Netwerken Wat kiest basisschool Frankendael? Samenvatting 46 46 46 46 46 46 47 48 48 48 7. Koers Nieuw West Inleiding Meesterplan Onderwijs Nieuw-West Totaalprogramma 2010-2011 Het programma Kunst- en Cultuureducatie (KCE) van KNW KCE: een kopprogramma Beleid en de vraag van de scholen leidend Samenwerking Mocca en KNW in netwerken 49 49 49 49 49 50 50 50 8. Trends in het basisonderwijs Inleiding Aantallen leerlingen in het basisonderwijs De Zomerschool: leerachterstanden en kunst en cultuur Muziek en taalachterstanden Taalachterstanden en kunst en cultuur Onderzoek door Maaike Verrips 51 51 51 51 52 52 52 9. VO-scholen Inleiding Cultuureducatiebeleid, Amsterdam versus het landelijke beeld Voortgezet-onderwijsscholen in Amsterdam De rol van cultuurcoördinatoren Kwaliteitsslag van de cultuurcoördinator Praktijkonderwijs: Amsterdam wijkt ten positieve af Alphons Laudyschool Netwerken in het voortgezet onderwijs NetWest Netwerk speciaal onderwijs Plannen voor netwerk vmbo KB en BB Samenvatting 53 53 53 53 53 54 54 55 55 55 55 55 55 10. Trends in het VO Inleiding Basistechnieken beeldende vorming ontbreken Bestedingen voor CJP-Cultuurkaart in Amsterdam Trends per schooltype Maatschappelijke stage Calvijn met Junior College 56 56 56 56 57 57 57 8 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 58 58 59 59 60 60 11. Culturele instellingen Inleiding Culturele instellingen in de Mocca-database Culturele diversiteit in het Amsterdams aanbod Opschoning van de database Trends in het aanbod Speciaal onderwijs Steeds meer Community art Enkele voorbeelden NWC de Ezel 61 61 61 61 62 62 62 62 63 64 Bijlage 1 Overzicht van de culturele instellingen in de Mocca-database per discipline Beeldende kunst Cultureel erfgoed Dans Letteren Muziek Nieuwe Media/audiovisueel Theater 65 65 65 65 65 67 68 68 69 Bijlage 2 Een onderzoek naar cultuureducatie en taal, Maaike Verrips, De Taalstudio 70 Bijlage 3 De Bik-opleiding, beroepskunstenaars in de klas 75 Bronnen 76 © Myra May Het Huygens College Buurtgerichte educatieprojecten De nieuwe rol van de culturele partners Film 2 connect Film en media Samenvatting Rijksmuseum; JIJ & de Gouden Eeuw - museum workshop; kinderen kijken naar De Staalmeesters van Rembrandt 9 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Terugblik op 2009 Uit het Trendrapport 2009 is een aantal aandachtspunten voortgekomen. Van deze punten wordt de huidige stand van zaken kort weergegeven: De kwaliteitsvraag, de vraag naar objectieve kwaliteitsnormen voor cultuureducatie, is in belang toegenomen. De eerder besproken certificering voor culturele instellingen van de gemeente Amsterdam is nog in ontwikkeling. Sinds oktober gebruiken scholen de door Mocca opgezette webbased evaluaties. Er is sprake van een succes, in de eerste zes maanden heeft al ruim 25% van alle scholen een evaluatie op de website geplaatst. Het belang van netwerken is onverminderd. De netwerken geven een impuls aan de professionalisering van leerkrachten. Mocca werkt in bijna alle stadsdelen samen met de beleidsambtenaren om relevante netwerken voor scholen te starten en te onderhouden. De formatie-uren voor cultuureducatie staan steeds meer onder druk. Mede door de extra aandacht voor de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in de zakenvakken en de daarmee samenhangende tijdsbelasting, wordt vooral bij de zwakkere scholen het aantal formatie-uren teruggebracht. De opzet van een gedegen cultuureducatief programma komt erdoor in gevaar. De scholingsvraag van zowel het onderwijs als de cultuureducatoren is toegenomen en het belang ervan wordt ook landelijk onderschreven. Cultuurnetwerk heeft een ICC-cursus ontwikkeld voor het voortgezet onderwijs. Eind 2010 is deze gereed. In het trendrapport van 2009 werd het ontbreken van deze cursus als een gemis aangemerkt evenals het ontbreken van scholing voor cultuureducatoren. In samenspraak met een aantal organisaties, waaronder Mocca, ontwikkelt Cultuurnetwerk volgend jaar een cursus voor culturele instellingen om dit hiaat op te vullen. Voor Amsterdamse culturele instellingen biedt Mocca sinds najaar 2009 workshops aan die bijdragen aan kwaliteitsontwikkeling. Mocca deelt zijn ervaringen met deze workshops met andere organisaties in den lande. Van grote waarde in Amsterdam is het jaarlijkse ambtswoninggesprek. De wethouder voor Cultuur, mevrouw Caroline Gehrels, is voorzitter tijdens dit gesprek. Het brengt scholen, culturele instellingen, partners van het Amsterdamse stelsel voor cultuureducatie, welzijnsinstellingen en andere partijen bij elkaar, en waarborgt daarmee een gezamenlijke aanpak. In 2009 kwamen er de volgende zaken in aan de orde: de invulling van cultuureducatie in de brede school en de rol van welzijnsorganisaties, het belang van de kwaliteitsvraag en evaluaties, de effecten van het programma Koers Nieuw West en het delen daarvan met andere stadsdelen, en de samenwerking tussen de stadsdelen en de schoolbesturen in het basispakket. Dit basispakket ondersteunt de opname van leerlijnen voor de disciplines beeldende vorming, muziek en cultureel erfgoed voor een minimum aantal uren per week in het programma van Amsterdamse scholen. Meer in het algemeen tekent zich voor het schooljaar 2010-2011 in Amsterdam een aantal ontwikkelingen af: • Stadsdeelbesturen nemen een actieve rol op zich in cultuureducatie. • Schoolbesturen erkennen het belang van cultuur in het schoolprogramma. • Scholen wisselen informatie en ervaringen uit in netwerken. • Scholen evalueren projecten en scherpen de uitvoering aan van de cultuurprogramma’s die zij hebben gekozen. • Leerkrachten willen meer inzicht in kwaliteitsnormen. • Kunstenaars hebben meer kennis nodig van didactische grondslagen. • De kwaliteit van het aanbod wordt een belangrijkere factor bij het kiezen van partners. • Het belang van sociale samenhang leidt tot meer community art projecten in verschillende disciplines. 10 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 1. Rijksoverheid en de financiering van cultuureducatie Inleiding Het ministerie van OCW heeft de cultuureducatie in de afgelopen jaren beleidsmatig en financieel ondersteund, waarmee het belang ervan is onderstreept. Voor het basis- en voortgezet onderwijs heeft het ministerie twee regelingen ingesteld om cultuureducatie een plek te geven, de Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2008-2011 en de Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs. In tegenstelling tot eerdere berichten is de stimuleringsregeling niet opgegaan in de lumpsumregeling, zij is nog steeds geoormerkt voor cultuureducatie. De cultuurkaart beleefde het afgelopen schooljaar zijn tweede editie. In september 2010 werd echter bekend dat de cultuurkaart mogelijk wordt opgeheven. De subsidies van het Cultuurparticipatiefonds van OCW zijn zowel voor het basis- als het voortgezet onderwijs bestemd. Stimuleringsregeling cultuureducatie De rijksoverheid ondersteunt cultuureducatie in het basisonderwijs met de Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs 2008-2011. Ingevolge deze regeling krijgen basisscholen per schooljaar voor cultuuronderwijs € 10,90 per leerling. De gelden zouden onderdeel worden van de lumpsumregeling, die in 2007 van kracht werd. Op advies van de Onderwijsraad is de € 10,90 per leerling echter geoormerkt gebleven voor cultuur. In het begin van het schooljaar 2008-2009 heeft het ministerie besloten dat alle scholen van de per capita regeling gebruik kunnen maken, ongeacht de vraag of zij in voorgaande jaren een aanvraag hebben ingediend. De besteding van de gelden verschilt per stad en per regio. In de grote steden zetten scholen het budget vaak zelfstandig in. In andere regio’s wordt het overgedragen aan steunfuncties, die het inzetten voor cultuureducatief aanbod voor de scholen. OCW/CJP-Cultuurkaart in Amsterdam In het schooljaar 2008-2009 is de CJP-Cultuurkaart geïntroduceerd. Inmiddels weten de meeste scholen hoe ze de kaart moeten activeren en welke mogelijkheden de kaart biedt. Het beschikbare budget voor het schooljaar 2009-2010 bedraagt voor Amsterdam € 430.130. Daarnaast heeft het VSB Fonds € 71.940 beschikbaar gesteld voor de CKV-leerlingen in de tweede fase. Het totaalbudget voor de Amsterdamse scholen is dus € 502.070 euro. In 2008 had 83% van de leerlingen zijn kaart geactiveerd. In 2009 was dat 86%. De bestedingstermijn is bij het schrijven van dit rapport nog niet verstreken. De eerste cijfers van de bestedingen zijn gunstiger dan die van vorig jaar. Op 1 juli 2010 hadden de scholen € 244.734 uitgegeven, 49% van het beschikbare budget. In 2008 was dit op 1 juli nog maar 37%. De scholen hebben tot 30 september de tijd om de resterende collectieve tegoeden te besteden. De CKV-leerlingen kunnen hun individuele budget nog tot 31 oktober opmaken. 11 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Andere landelijke fondsen en regelingen Het Fonds voor Cultuurparticipatie van het ministerie van OCW is een landelijke regeling waarop zowel scholen als culturele instellingen een beroep kunnen doen voor het ontwikkelen of laten bestendigen van een cultuureducatief project. Het fonds kent verschillende regelingen waaronder een voor muziekonderwijs: de ‘Muziek in ieder kind’. ‘Er zit muziek in ieder kind’ maakt onder de noemer ‘Muziek Telt’onderdeel uit van een landelijke campagne van Muziek Centrum Nederland, Kunstfactor en het Fonds voor Cultuurparticipatie.1 De toekenning van het project de Muziek Talent Express van Muziekschool Aslan in Amsterdam valt onder de paraplu van het programma Muziek Telt. Naast het Fonds voor Cultuurparticipatie zijn er andere fondsen van het ministerie van OCW die benut kunnen worden voor cultuureducatie, ook al zijn ze daarvoor niet direct bestemd. Een daarvan is de Subsidieregeling onderwijstijdverlenging basisonderwijs. Voor het schooljaar 2009-2010 is daarvoor maximaal 12 miljoen euro beschikbaar. Bij onderwijstijdverlenging gaat het om een verlenging van de effectieve leertijd met in ieder geval onderwijs in taal en rekenen. Bij de aanvraag geven scholen vaak aan dat ze cultuureducatie willen inzetten in het verlengde programma om taal- en rekenvaardigheden van achterstandsleerlingen te vergroten en hen sociale vaardigheden te laten ontwikkelen. De Zomerschool in Amsterdam West is mede gefinancierd uit deze regeling. Het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst, het Fonds bkvb, heeft een regeling voor kunstenaars en school. Dit is echter uitdrukkelijk niet voor educatieve projecten. Koepelorganisaties zoals Kunstfactor, het sector instituut voor Amateurkunst en Kunstconnectie, de brancheorganisatie voor culturele instellingen, stellen geen subsidies voor cultuureducatie beschikbaar.2 Een van de schoolprojecten van Muziekschool Aslan 1 www.cultuurparticipatie.nl 2 Kunstconnectie is de brancheorganisatie voor culturele instellingen en cultureel ondernemers die professionele kunsteducatie bieden, amateurkunstbeoefening mogelijk maken en/of kunstparticipatie bevorderen. 12 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 2. Cultuureducatie in Nederland: vraagsturing steeds meer de norm Inleiding In Nederland is met het project Cultuur en School van het ministerie van OCW in 1997 een impuls gegeven aan cultuureducatie: cultuureducatie zou op elke school een vaste plaats in het curriculum moeten krijgen. Door dit project erkennen steeds meer scholen het belang van cultuureducatie en denken scholen na hoe zij het beste een kunst-en-cultuurprogramma voor de eigen school kunnen invullen. Veel gemeenten hebben deze vraag van scholen gesignaleerd, waardoor zij zich zijn gaan afvragen of scholen niet de leidende partij zouden moeten worden in cultuureducatie. Dit zou betekenen dat de vraag op de cultuureducatieve arbeidsmarkt leidend zou worden over het aanbod. Samen met Oost-Groningen liep Amsterdam in 2006 landelijk voorop in de keuze voor een vraaggestuurd model voor cultuureducatie. Daarbij stonden inhoudelijke ondersteuning, inzicht in het beschikbare cultuuraanbod en nadruk op het stimuleren van planmatig werken op scholen, centraal. Andere steden volgen de resultaten van het Amsterdamse model nauwgezet. Deze resultaten dienen vaak als referentie voor een meer vraaggestuurde opzet van cultuureducatie. Ontwikkelingen in vraagsturing De afgelopen jaren geven steeds meer steden ruimte aan vraagsturing. De vaak al jarenlang actieve instellingen voor kunstzinnige vorming, de zogeheten steunfuncties, krijgen in de grotere gemeentes de opdracht meer vraaggericht te werken. De voormalig student en Mocca-stagiair Martijn Pool heeft zijn Masterthesis aan dit onderwerp gewijd. Hij schreef zijn scriptie ter afronding van zijn studie Algemene Cultuurwetenschappen aan de Universiteit van Amsterdam. Tijdens een stage bij Mocca heeft hij de ontwikkelingen op het gebied van cultuureducatie van de culturele G4 van Nederland bestudeerd. G4 staat voor de vier grote steden in Nederland. In deze steden, Amsterdam, Utrecht met het UCK, Den Haag met het Koorenhuis en Rotterdam met SKVR, is sinds 2005 veel veranderd, en er gaat nog veel veranderen.3 Voor dit trendrapport zijn de bevindingen van Martijn Pool aangevuld met informatie uit het overleg dat de kunstinstellingen van Utrecht, Den Haag, Rotterdam en Amsterdam regelmatig voeren. Verandering bij de instellingen voor kunstzinnige vorming De meeste instellingen voor kunstzinnige vorming komen behalve met vrijetijdsaanbod voor volwassenen en jongeren, ook met onderwijsprojecten. Consulenten en adviseurs helpen scholen bij het maken van een keuze uit dit aanbod, maar dat is wel een keuze uit de activiteiten en projecten die de steunfunctie zelf aanbiedt. De gemeentebesturen en provincies vragen zich nu af of er wel sprake is van eigenlijk gebruik van de subsidiegelden daarvoor. Deze gedeelde functies van adviseur en producent komen onder druk te staan. Gemeentebesturen en provincies vragen zich af of er sprake is van concurrentievervalsing, andere partijen bieden immers hetzelfde aan maar worden niet gesubsidieerd. Beleidsmakers zien al dan niet reële bezuinigingsmogelijkheden. De adviesorganisatie BMC heeft een aantal kunstinstellingen doorgelicht en de gemeenten geadviseerd over een nieuwe opzet, waarbij zij vaak heeft gerefereerd aan het ‘Amsterdamse model’. Op basis van het advies van BMC heeft de gemeente Heerenveen er begin 2010 voor gekozen om de steunfunctie op te heffen. De vroegere werknemers van deze steunfunctie moeten zich nu zelfstandig op de scholen richten als zij hun cultuureducatieve werkzaamheden willen voortzetten. Anders dan in Amsterdam krijgen de scholen en culturele instellingen in dit Heerenveense model geen inhoudelijke ondersteuning. 3 De volledige scriptie is te vinden op de Mocca-website bij onderzoek 13 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Vraagsturing in de grote steden In Utrecht heeft het Utrechts Centrum voor de Kunsten (UCK) een vooraanstaande plek veroverd in de cultuureducatie voor de hele stad Utrecht. Het UCK werkt duidelijk niet alleen voor de scholen, maar voor alle inwoners in de stad. Bij het UCK is er een tendens om te decentraliseren: er zijn steeds meer activiteiten in de wijken. Binnenkort heeft iedere wijk ook zijn eigen kunst- en cultuurfaciliteit. De gemeente Utrecht stimuleert scholen niet uitdrukkelijk om een eigen cultuureducatiebeleid te formuleren. Wel is er een proefperiode geweest waarin scholen, als zij hun beleid op schrift wilden stellen, kosteloos ondersteuning konden krijgen. Deze proefperiode is inmiddels ten einde, scholen betalen nu een vergoeding voor deze ondersteuning. Hoewel de gemeente Utrecht er niet nadrukkelijk naar streeft dat alle scholen hun cultuureducatiebeleid gaan vastleggen, luistert het UCK wel degelijk naar de wensen van scholen. Onder meer met de website Cultuurmatch.nl komt het UCK tegemoet aan deze wensen. Deze website voorziet in de behoefte aan cultuureducatieve activiteiten in de eigen buurt. Op de site bieden allerlei partijen activiteiten aan, waaronder ook gratis activiteiten. In Rotterdam heeft de Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam (SKVR) de Kunstmenu’s voor scholen meer gedifferentieerd gemaakt. Zij houdt nu rekening met dagarrangementen en het naschoolse programma. De gemeente streeft ernaar dat in 2012 alle scholen voor primair onderwijs in staat zijn zelf een visie op cultuureducatie te formuleren. De SKVR heeft een rol in dit beleid. Om scholen beter in de vraagsturing te ondersteunen is de SKVR per augustus 2010 een expertisecentrum gestart. Het centrum is onafhankelijk, maar opereert binnen de SKVR. Het Koorenhuis, het kunstencentrum voor Den Haag en de Haagse regio, is nog volop in de ontwikkeling naar een meer vraaggestuurde organisatie. Via klankbordgroepen en netwerken hebben interne cultuurcoördinatoren, ICC-ers, lokale culturele instellingen en cultuureducatoren inspraak in de programmalijnen van het Koorenhuis. Combinatiefuncties in de grote steden In Rotterdam richten de culturele combinatiefuncties zich op het verder verankeren van cultuureducatie in scholen. Zes functionarissen werken er aan lange leerlijnen. De scholen die eraan meedoen, onder meer kunstscholen, hebben duidelijke pedagogische opvattingen. De functionarissen werken deels voor het onderwijs en deels voor de SKVR. Utrecht heeft combinatiefuncties, die deels bij het UCK en deels bij andere organisaties zijn ondergebracht. In Amsterdam vervullen vier functionarissen voor in totaal 2,2 fte combinatiefuncties voor cultuur in muziekeducatie. De functionarissen zijn ondergebracht bij de verschillende locaties van de stedelijke muziekschool en bij het Concertgebouw. Zij werken voor de tien scholen die onderdeel zijn van het Leerorkest. Vervoer Het vervoer van en naar culturele instellingen is een landelijk vraagstuk. In Den Haag werken zeventien erfgoedinstellingen samen om zelf het vervoer van en naar scholen te regelen. Het Haagse Koorenhuis en het Utrechtse UCK koppelen busvervoer aan een aantal kunstmenu’s. In Amsterdam kijkt de gemeente of zij het vervoer voor scholen centraal kan organiseren. 14 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM ICC-cursus Leerkrachten in het basisonderwijs kunnen de landelijke cursus voor interne cultuurcoördinator volgen. De cursus is bedoeld om scholen in staat te stellen samen met culturele instellingen een goede infrastructuur in en om scholen te ontwikkelen. De ICC-cursus is in 2005 ontwikkeld in opdracht van het ministerie van OCW als onderdeel van de Regeling versterking cultuureducatie in het primair onderwijs. Cultuurnetwerk Nederland verzorgt de landelijke coördinatie. EDventure, Kunstconnectie en Erfgoed Actueel zijn samen verantwoordelijk voor de cursus. Deze organisaties hebben ruim driehonderd trainers opgeleid. In Amsterdam zijn ongeveer tien trainers gecertificeerd, onder wie zes medewerkers van Mocca. De meeste trainers werken bij erfgoedinstellingen, schoolbegeleidingsdiensten of centra voor kunstzinnige vorming en organiseren de ICC-cursus in de eigen gemeente of provincie. Inmiddels hebben zij al meer dan 3000 ICC-ers gecertificeerd. De ICC-cursus wordt in alle vier de grote steden gegeven. Steunfuncties, schoolbegeleidingsdiensten en erfgoedinstellingen gaan er samenwerkingen voor aan met lokale organisaties. Samenwerking met lokale organisaties is een voorwaarde van het landelijk coördinatiepunt. Den Haag heeft nu 36 gecertificeerde ICC-ers op een totaal van 170 scholen. Dat aantal is vergelijkbaar met Utrecht en Rotterdam. Amsterdam heeft 75 gecertificeerde ICC-ers op een totaal van 240 scholen. Tot 2009 bood Mocca de cursus aan in samenwerking met het adviesbureau voor onderwijs en opvoeding ABC. Voor 2010 is Mocca een samenwerking aangegaan met het Amsterdams Historisch Museum voor certificering. Edu-Art en KunstStationC De ontwikkelingen in Gelderland en Oost-Groningen zijn tekenend voor de opmars van vraagsturing buiten de grote steden. Edu-Art in Gelderland heeft zich van een steunfunctie tot een expertisecentrum ontwikkeld dat zich volledig richt op het verzamelen en promoten van cultuureducatief aanbod. Het ondersteunt zowel scholen als culturele instellingen in het opzetten en uitvoeren van hun cultuureducatieve activiteiten. KunstStation-C in Oost-Groningen heeft scholen er aanvankelijk vooral toe aangezet om een cultuureducatiebeleid te formuleren. Op zijn website zette het daarvoor informatie over het aanbod in Oost-Groningen. Nu een groot deel van de scholen inmiddels beleid heeft geformuleerd, richt KunstStationC zich steeds meer op de kwaliteit van het aanbod en ontwikkelt het soms ook projecten die culturele instellingen niet aanbieden maar waar scholen wel om vragen. Samenvatting Vraagsturing wordt steeds meer de norm binnen cultuureducatie. Scholen waarderen de eigen inbreng en de directe contacten met culturele instellingen. Daarbij valt op dat de inhoudelijke ondersteuning door een externe partij een voorwaarde is voor zowel scholen als instellingen. Goed vervoer van en naar culturele instellingen is een landelijk vraagstuk. 15 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 3. Cultuureducatie in Amsterdam: Het Amsterdamse model Inleiding Amsterdam heeft sinds 2005 een systeem van vraaggestuurde cultuureducatie: de scholen zijn leidend in het vaststellen van hun programma voor cultuureducatie. De gemeente stelt daarvoor geoormerkte budgetten beschikbaar. Inhoudelijke steun krijgen de scholen van het expertisenetwerk voor cultuureducatie Mocca. Voucherbeheer Amsterdam is verantwoordelijk voor de verdeling van de cultuureducatiebudgetten voor het PO en de eerste twee leerjaren van het vmbo. Met de subsidies van het Amsterdams Fonds voor de Kunst kunnen scholen en cultuureducatoren gezamenlijk projecten ontwikkelen. Mocca waarborgt de vraagsturing door Amsterdamse scholen, culturele instellingen en individuele kunstenaars inhoudelijk te ondersteunen bij het formuleren, vastleggen en uitvoeren van hun cultuureducatieprogramma. Mocca biedt scholen de middelen voor het maken van een afgewogen keuze uit het totale cultuuraanbod. Voortgang cultuureducatie in Amsterdam Het Amsterdamse model is een veelbesproken voorbeeld voor andere gemeenten. Mocca, het expertisecentrum voor cultuureducatie in Amsterdam, heeft haar laboratoriumfunctie binnen de Nederlandse vraaggestuurde cultuureducatie verder verankerd. In de vijf jaar dat het Amsterdamse model wordt gehanteerd is Mocca er steeds beter in geslaagd scholen en culturele instellingen te begeleiden in het vastleggen van hun cultuureducatiebeleid. Inmiddels heeft ruim 70% van de 340 scholen een cultuureducatiebeleidsplan. Daarmee is cultuureducatie in Amsterdam vanzelfsprekend geworden. Vragen van scholen gaan nu steeds meer over kennisoverdracht, uitwisseling binnen netwerken en het faciliteren van kwaliteitsontwikkeling in de vraaggestuurde cultuureducatie. Cultuureductie-informatiemarkt tijdens de jaarlijkse Moccabijeenkomst ‘Cultuureducatie in Amsterdam’ 16 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Voortgang per medio 2010 en grafieken Mocca heeft een adviesrelatie met 95% van de scholen. Per medio 2010 heeft 73% van alle Amsterdamse scholen beleid ontwikkeld: 78% in het basisonderwijs en 55% in het voortgezet onderwijs. Situatie 2010 Overzicht basisscholen Amsterdam & Cultuureducatie 280 240 280 254 237 200 160 240 199 120 254 236 200 160 159 120 80 17 40 0 Situatie 2009 Overzicht basisscholen Amsterdam & Cultuureducatie Totaal aantal basisscholen Scholen zonder interesse 80 38 Scholen die Scholen die beleidstraject beleidstraject Mocca volgen Mocca volgen of gevolgd hebben Scholen met beleid 0 Totaal aantal basisscholen Scholen zonder interesse Situatie 2010 Scholen met beleid Situatie 2009 90 90 81 75 73 60 45 8 15 Totaal aantal VO-scholen Scholen zonder interesse 80 45 41 30 28 Scholen die Scholen die beleidstraject beleidstraject Mocca volgen Mocca volgen of gevolgd hebben 84 60 45 30 0 Scholen die Scholen die beleidstraject beleidstraject Mocca volgen Mocca volgen of gevolgd hebben Overzicht VO-scholen Amsterdam & Cultuureducatie Overzicht VO-scholen Amsterdam & Cultuureducatie 75 77 18 40 4 15 Scholen met beleid 0 39 Totaal aantal VO-scholen Scholen zonder interesse Scholen die Scholen die beleidstraject beleidstraject Mocca volgen Mocca volgen of gevolgd hebben Scholen met beleid Aantal scholen Door de komst van nieuwe scholen of nieuwe locaties treden er ieder jaar kleine verschillen op in het aantal scholen. Om inzicht te geven in de totale werkzaamheden van Mocca, zijn in het overzicht ook scholen opgenomen waar Mocca beleidstrajecten heeft begeleid, maar die inmiddels zijn opgeheven. Scholen zonder interesse Het aantal scholen dat geen contact met Mocca heeft neemt langzaam af. 17 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 4. Financiering cultuureducatie in Amsterdam Inleiding Sinds 2005 investeert de gemeente Amsterdam in een stelsel van vraaggestuurde cultuureducatie. Het nieuwe systeem is gebaseerd op de werking van vraag en aanbod, op beleidsmatige ondersteuning van de vraagontwikkeling en op het feit dat het geld voor cultuureducatie rechtstreeks naar de scholen gaat. Het effect van die investeringen op de inzet van cultuur op scholen is enorm: het maken van beleidsplannen, het ontwikkelen van projecten en het in gang zetten van langdurige cultuureducatieve trajecten met grote en kleine culturele instellingen heeft een vlucht genomen. Voucherbeheer Amsterdam, voorheen de Voucherbank Voucherbeheer Amsterdam, vroeger de Voucherbank, is verantwoordelijk voor het digitale beheer van de directe gemeentelijke subsidie voor cultuureducatie voor alle leerlingen in het basisonderwijs en de eerste twee leerjaren van het vmbo. Jaarlijks wordt € 20 tot € 22 per leerling beschikbaar gesteld. De school dient daarvoor de factuur van het cultuureducatief project in bij Voucherbeheer Amsterdam, dat zorgt voor de uitbetaling aan de culturele instelling of kunstenaar die het educatief project heeft aangeboden. Zo wordt gewaarborgd dat de budgetten alleen voor cultuureducatie worden gebruikt. Gebruik budget Voucherbeheer Amsterdam Scholen besteden een hoog percentage van de budgetten, jaarlijks ongeveer 93%. Wat overblijft wordt in het daarop volgende jaar herverdeeld over alle basisscholen en vmbo 1 en 2-groepen op basis van het aantal leerlingen. Waar wordt het aan besteed? Per 1 augustus 2010 bleek een groot deel van de gelden van het schooljaar 2009/2010 te zijn besteed, van ruim 1,5 miljoen resteert nog zo’n 400.000 euro. De bestedingstermijn loopt af op 31 september dus de gegevens zijn nog niet compleet. In het onderstaande overzicht een indicatie van die bestedingen. Aan beweging is ruim 92.000 euro besteed, aan dans 126.000. Naar toneel is 162.000 euro gegaan en naar drama 84.000, aan diverse voorstellingen 110.000 euro is besteed. Toneel is met 22.000 euro de grootste bestedingspost voor het vmbo. Musicals zijn opvallend populair in het basisonderwijs, er is een bedrag van 35.000 aan besteed. In het vmbo komt deze categorie niet voor. Museumbezoek door het vmbo komt op een totaal 12.5000, in het basisonderwijs is een bedrag van 84.500 euro besteed, in het speciaal onderwijs is 3.500 besteed. Aan zangactiviteiten is een totaal van 118.500 besteed, daarvan was 12.000 voor het speciaal onderwijs bestemd. Zang is de grootste categorie in de bestedingen binnen het speciaal onderwijs. Aan instrumenten is totaal 187.500 euro besteed, het merendeel, 157.000 is in het basisonderwijs besteed. Textiel is een kleine categorie met slechts 20.000 euro aan bestedingen, maar wel opvallende populair binnen het speciaal basisonderwijs, het is met 10.000 euro verreweg de grootste investering. Aan handvaardigheid wordt 35.000 euro uitgegeven, aan driedimensionale projecten 30.000 euro, 90% van beide categorieën wordt in het basisonderwijs besteed. Aan tekenen en schilderen is totaal 43.000 euro uitgegeven waarvan 8.000 aan tekenen en 35.000 aan schilderen. Aan architectuur is zo’n 5000 euro besteed, aan stadwandelingen bijna 8000 euro. Aan vervoer is een totaal van 102.000 euro besteed, waarvan 21.000 aan OV vervoersbewijzen en de rest aan andere vormen van vervoer. Aan projecten op de eigen school is 887.000 euro besteed, aan activiteiten op school gecombineerd met een andere locatie 310.000 en aan projecten alleen buiten de school ook circa 310.000. 18 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Amsterdams Fonds voor de Kunst Het Amsterdams Fonds voor de Kunst heeft jaarlijks een bedrag van ruim anderhalf miljoen euro beschikbaar voor subsidies voor cultuureducatieve projecten. Met het deelprogramma Cultuureducatie steunt het Fonds projecten die de Amsterdamse schoolgaande jeugd laten kennismaken met kunst en cultuur. Zowel projecten waarin kunst en cultuur als doel als projecten waarin kunst en cultuur als middel worden ingezet, komen voor steun in aanmerking. Het Fonds steunt zowel projecten die zich richten op binnenschoolse culturele activiteiten als projecten die zich richten op voor- of naschoolse culturele activiteiten. Voorts komen zowel projecten die scholen zelf opzetten als projecten waarvoor specifiek cultuureducatief aanbod wordt ontwikkeld voor steun in aanmerking. Het Fonds geeft daarbij voorrang aan projecten voor het primair onderwijs en het vmbo. In de komende jaren zal het Fonds scholen stimuleren meer gebruik te maken van culturele mogelijkheden in de omgeving zoals muziekscholen, jeugdtheaters en ateliers in de wijk, maar ook van het alom aanwezige materiële en immateriële erfgoed. Monumenten, archieven, archeologische vondsten, de overlevering van geschiedenis, kennis van historische ontwikkelingen en veranderingen via orale tradities en uitingen, sociale gewoonten en gebruiken, rituelen en feestelijke gebeurtenissen kunnen geschikte aanknopingspunten zijn voor cultuureducatieve projecten.4 Het afgelopen jaar heeft het fonds de aanvraagformulieren en dergelijke versimpeld en de beslissingsprocedure voor kleine aanvragen verkort. Van het eerder ingestelde maandelijkse spreekuur waarin cultuuraanbieders een voorstel voor een project kunnen bespreken, is veel gebruikgemaakt. Nog onervaren kunstenaars kunnen tijdens het spreekuur hulp krijgen bij het indienen van een zo goed mogelijke aanvraag. Zo kunnen teleurstellingen worden voorkomen. Als tijdens het gesprek blijkt dat een idee nog verder moet worden ontwikkeld, stelt een kunstenaar zijn aanvraag vaak uit. Projecten in Zuidoost In 2010 en 2011 draagt het Amsterdams Fonds voor de Kunst € 200.000 bij aan twee projecten van stadsdeel Zuidoost. “De diversiteit van de stad spat er hier van af. Bovendien laat Zuidoost al jaren een enorme wil, professionaliteit en voortvarendheid zien als het gaat om investeringen op het gebied van kunst en cultuur(educatie)”, zo omschreef de toenmalige Fondsdirecteur Andries Mulder zijn enthousiasme. Het stadsdeel en samenwerkingspartners in Zuidoost vullen het bedrag verder aan. Vanaf juni 2010 komt er in de Straat van Sculpturen Junior een tijdelijke tentoonstelling van werk van jongeren uit de wijk. Dit project voor kunst in de openbare ruimte wordt gerealiseerd in samenwerking met CBK Zuidoost, Straat van Sculpturen, Krater Theater, Jeugdtheaterschool Zuidoost, Circus Elleboog en Muziekcentrum Zuidoost. Het project vormt ook de basis voor het nieuw op te richten Coördinatiepunt Cultuureducatie Zuidoost. De uitgangspunten voor het coördinatiepunt zijn vastgelegd in de Basisnota Cultuureducatie 2008-2011 van het stadsdeel: “Het Coördinatiepunt werkt intensief samen met de adviesgroep cultuureducatie Zuidoost; de schoolbesturen en –directies, de stedelijke ondersteuningsinstellingen, zoals bijvoorbeeld Mocca, en de culturele instellingen in Zuidoost” 4 Bron www.amsterdamsfondsvoordekunst.nl 19 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Kunstkijkuren, muziekonderwijs en de kunstschooldag De stad hecht belang aan cultuureducatie en financiert de kunstkijkuren, het muziekonderwijs en de kunstschooldag via de samenwerking tussen alle stadsdelen met uitzondering van stadsdeel Noord. De stadsdelen treden op als gebundelde opdrachtgever onder de noemer consensusregeling. Daaronder valt een aantal activiteiten. De activiteiten betreffen schoolzwemmen, verkeersexamens, kunstkijkuren, de kunstkijkdag en schooltuinen. Tot 2009 vielen muziekluisterlessen en het muziekatelier ook onder de regeling. Tijdens de kunstkijkuren bezoeken groepjes kinderen uit de hoogste klassen van het basisonderwijs de drie grote Amsterdamse kunstmusea. Zij gaan vier keer naar het Rijksmuseum, vier keer naar het Stedelijk Museum en één keer naar het Van Gogh Museum, waaraan op school een inleidende les voorafgaat. In tien opeenvolgende weken onderzoeken de kinderen al kijkend en vergelijkend de kunstwerken. Samen met de docent - vaak zelf een beeldend kunstenaar - bespreken zij dan de vragen die bij hen opkomen. Ongeveer 80% van de leerlingen in groep 7 en 8, gemiddeld zesduizend per jaar, neemt deel aan de kunstkijkuren. Het Bureau Servicetaken Onderwijs, een afdeling van de Dienst Welzijn Amsterdam organiseert ze. Tot 2009 verzorgde dit bureau ook de muziekluisterlessen. De gelden voor deze luisterlessen zijn inmiddels overgeheveld naar Het Concertgebouw, dat een aparte afdeling heeft opgezet voor muziekonderwijs aan scholieren. Tijdens de jaarlijkse Kunstschooldag, een andere activiteit binnen de consensusregeling, gaan bijna 7.000 scholieren en begeleiders de stad in. Circa vijftig kunstinstellingen, groot en klein, werken jaarlijks mee aan de dag. Deze kunstinstellingen presenteren dan een speciaal programma voor de scholieren, waarmee zij aan hen een beeld geven van hun aanbod door het hele jaar heen. De Kunstschooldag wordt georganiseerd in opdracht van de stadsdelen door Stichting Jam. Internationalisering Met ingang van schooljaar 2008–2009 ondersteunt de gemeente voor enkele jaren de regeling internationalisering van cultuureducatie voor scholen in het voortgezet onderwijs. In 2008-2009 en 2009-2010 was daarvoor steeds een bedrag van € 230.000 beschikbaar. Het bedrag is bestemd voor het voortgezet onderwijs voor het organiseren en uitvoeren van cultuureducatieve projecten met kunstenaars en kunstinstellingen in het buitenland. In het schooljaar 2009–2010 is aan 9 scholen een subsidie verleend.5 Het Plein Ook Het Plein, een kleine school voor praktijkonderwijs in Nieuw-West, realiseert veel cultuureducatieve projecten, en de kwaliteit ervan is hoog. Twee cultuurcoördinatoren slagen er ondanks een gering aantal formatie-uren in om samenhangende plannen te maken, mensen te overtuigen, geld via diverse subsidieregelingen binnen te halen en de projecten goed uit te voeren. Ook op deze school liggen een gedegen visie en een goed beleidsplan ten grondslag aan de cultuureducatie. De culturele activiteiten geven de school een nieuw elan en trekken leerlingen aan. In mei is een groep leerlingen en begeleiders naar Marokko geweest voor een culturele reis. De leerlingen hebben daar in een mozaïekwerkplaats en een tegelbakkerij gewerkt. Ook hebben zij lessen in Marokkaanse muziek gevolgd, eerst in Nederland en daarna ter plekke in Fez. Twee trotse leerlingen fungeerden als tolk. Een van de leerkrachten: “De leerlingen vonden het eerst erg primitief – zitten op de vloer in de hitte. Er was eerst wat weerstand, maar toen ze eenmaal bezig waren pasten ze zich aan. Hun grenzen werden steeds verlegd en het was een geweldige ervaring!” 5 Zie het overzicht op de Mocca-website 20 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Welzijn en cultuureducatie Stadsdelen subsidiëren het reguliere werk van welzijnsorganisaties en sluiten convenanten specifiek voor cultuureducatief aanbod. Hiermee subsidiëren zij de cultuureducatie zowel direct als indirect. De welzijnsorganisaties nemen na de reguliere schooltijden de zorg over de leerlingen over en zijn daarmee een belangrijke partner in de vele brede scholen en de naschoolse opvang. Tijdens de naschoolse programma’s hebben de kinderen gelegenheid voor contact met elkaar, hebben zij rust na de schooldag, en kunnen zij meedoen aan verschillende activiteiten, waaronder behalve sport en spel ook culturele activiteiten. Cultuureducatie neemt een steeds belangrijkere plaats in. XXXsjongerenkaart De gemeente stelt aan jongeren van 12 tot en met 18 jaar een xxxsjongerenkaart beschikbaar. Met deze kaart krijgen jongeren korting op diverse culturele en sportieve activiteiten in hun vrije tijd. Samenvatting Amsterdam ondersteunt cultuureducatie en cultuurparticipatie met directe en indirecte geldstromen. De centrale stad doet dit in de vorm van de geldstroom via Voucherbeheer Amsterdam en via regelingen zoals de xxxsjongerenkaart. De stadsdelen betalen gezamenlijk aan de consensusregelingen en per stadsdeel stimuleren de stadsdeelbesturen eigen projecten en activiteiten. Leerlingen van Het Plein, bij een pottenbakkerij in Marokko, tijdens een internationaliserings project 21 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 5. Werkzaamheden Mocca Inleiding Mocca ontplooide nieuwe initiatieven om haar functie van expertisecentrum uit te breiden en haar expertise te delen met de stad en vele landelijke organisaties. Mocca heeft daarom ook de taak op zich genomen om initiatieven in Amsterdam met elkaar te verbinden, bijvoorbeeld door in de verschillende stadsdelen netwerken te initiëren tussen scholen en instellingen. Het Moccateam kenmerkt zich door bevlogenheid, inhoudelijke kennis en passie. Bestaande samenwerkingsverbanden, zoals met het Amsterdams Fonds voor de Kunst, Voucherbeheer Amsterdam en de pabo, zijn voortgezet en verruimd. De relatie met Koers Nieuw West is versterkt, een lid van het Moccateam is daar gemiddeld een dagdeel per week. Samenwerkingen De samenwerking met de koepelorganisatie van welzijnsorganisaties is uitgebreid. De bestaande samenwerkingsverbanden, zoals met de pabo en de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, zijn verder verdiept. Nieuw in 2009 was de samenwerking met Erfgoed Nederland, Anno en de Canon van Nederland. Die samenwerking heeft ertoe geleid dat Mocca de laatste landelijke Canonkaravaan heeft georganiseerd. Met bijna vierhonderd bezoekers was dit een wervelend einde van de introductie van de Canon van Nederland in het onderwijs. Met OOG, een zelfstandig bureau dat besturen ondersteunt op het gebied van onderwijs, zorg en welzijn, en met het Algemeen Pedagogisch Studiecentrum (APS), een landelijk instituut voor onderwijsverbetering, is over verdere samenwerking gesproken. De samenwerking met stadsdeelbesturen kreeg in 2009 meer vorm. Mocca organiseert bijeenkomsten met scholen in nauwe samenwerking met beleidsambtenaren en contactpersonen op het gebied van cultuur. Bereik onder de scholen Het percentage scholen dat regelmatig contact heeft met Mocca is het afgelopen jaar gestegen van 80 naar 93. Per medio 2009 heeft 63% van de basisscholen beleid ontwikkeld en volgt 30% – 77 scholen – een beleidstraject. In het voortgezet onderwijs heeft 46% van de scholen beleid ontwikkeld en volgt bijna 50% een beleidstraject. Tussen eind 2008 en medio 2009 is een grote sprong voorwaarts gemaakt: van 15 naar 39 scholen die hun beleid hebben vastgelegd. Begin 2010 had 70% van de scholen beleid geformuleerd. 22 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Kengetallen 2009 Er zijn dit jaar 708 schoolbezoeken afgelegd, een gemiddelde van 2,5 bezoek per Amsterdamse school: van januari tot juli hebben zes accountmanagers 408 bezoeken afgelegd; van juli tot december hebben vijf accountmanagers 310 schoolbezoeken afgelegd. De twee accountmanagers cultuur hebben 180 kennismakings- en adviesgesprekken met culturele instellingen en kunstenaars gevoerd. Er zijn twee kenniskringen georganiseerd. Telefonisch heeft het Moccateam meer dan 650 keer informatie verstrekt aan scholen, culturele instellingen, kunstenaars en verschillende andere organisaties. Er staan inmiddels 586 culturele instellingen en kunstenaars in de database op de Mocca-website, waarvan 430 instellingen en kunstenaars zijn gevestigd in Amsterdam en 156 buiten Amsterdam, de meeste in de regio. Het aantal projecten in de database nam toe van 1050 tot 1640. Er zijn in totaal dertig bijeenkomsten georganiseerd die duizend bezoekers trokken. Het aantal bezoeken van de site klom van 12.367 naar 37.864. Het aantal unieke bezoekers groeide van 8.441 naar 26.986. In totaal hebben 146 basisscholen en 26 scholen voor voortgezet onderwijs hun plannen op het gebied van cultuureducatie vastgelegd in een meerjarenbeleidsplan. Mocca nam als participant of spreker tachtig maal deel aan landelijke en regionale bijeenkomsten en vier maal aan buitenlandse bijeenkomsten. Samen met het ABC heeft Mocca één ICC-cursus gegeven aan elf cursisten. Er verschenen zes nieuwsbrieven, één speciale editie Canonkaravaan en een Mocca Canongids 2009. Kenniskringen en onderzoeksprojecten Mocca organiseert jaarlijks twee kenniskringen. In 2009-2010 waren dat een kenniskring over muziekeducatie getiteld “Scholen en instellingen zetten de toon”, en een kenniskring over de effecten van cultuureducatie op taalverwerving. In het najaar van 2010 start Mocca een kenniskring kwaliteitsbeoordeling cultuureducatie en een kenniskring “Community art vanuit de wens van de school”. Naast de kenniskringen worden jaarlijks, meestal kortlopende, praktische onderzoeken gedaan. In 2009 is een analyse verricht van cultureel divers aanbod in Amsterdam en is een onderzoek gestart waarbij de lichting beroepskunstenaars in de klas (bik’ers) van 2009 een jaar lang wordt gevolgd. De reden voor dit onderzoek is dat er steeds meer individuele kunstenaars actief worden in de cultuureducatie en Mocca daarmee inzicht hoopt te verkrijgen in hun beweegredenen en ervaringen. Vlak na het halen van het bikcertificaat heeft Mocca de afgestudeerden onder meer gevraagd naar hun financiële en professionele verwachtingen voor het jaar na hun afstuderen. Na een half jaar zijn de bik’ers weer benaderd voor een interview. In september 2010 vinden de afrondende gesprekken plaats. In 2009–2010 is ook een vervolgonderzoek gedaan naar de effecten van het ‘meer-cultuur-opschooltraject’.6 Evalueren doet begeren Vanaf september 2009 vraagt Mocca aan Amsterdamse scholen om hun cultuureducatieve activiteiten online te evalueren. In de eerste zes maanden hebben negentig scholen, ruim 25%, een evaluatie ingediend: 61 basisscholen en 29 scholen voor voortgezet onderwijs, waarvan één vmbo-school. Zij hebben in totaal 107 instellingen geëvalueerd. Een positief effect is dat instellingen bij een minder goede score contact opnemen met de school om het project dat zij hebben aangeboden samen met de school te evalueren en het waar mogelijk te verbeteren. Maar het mooiste effect is dat scholen elkaars evaluaties op de website kunnen lezen en contact met elkaar kunnen opnemen om ervaringen uit te wisselen. De evaluaties blijken daarmee van invloed te zijn op de keuzes van scholen voor culturele organisaties en hun projecten. De cultuurcoördinator van de Buikslotermeerschool maakt gebruik van de evaluaties van andere scholen. Zij zegt daarover: “We kijken eerst of een bepaalde aanbieder een goede evaluatie heeft gehad door een vergelijkbare school en dan pas nemen we contact met de aanbieder op.” 6 Alle rapporten en publicaties zijn te vinden op de website www.mocca-amsterdam.nl/cultuureducatie/onderzoek-en-kennis/ 23 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Scholen kunnen met hun login-gegevens online-evaluatieformulieren invullen op de website van Voucherbeheer of zij kunnen een link toegestuurd krijgen waarmee zij kunnen inloggen op de Mocca-website. Zo wordt voorkomen dat culturele instellingen zelf evaluatieformulieren invullen. De scholen die hun mening geven liggen over de hele stad verspreid. Voorts geven naast openbare scholen ook alle gezindten, algemeen bijzonder, katholiek, protestants-christelijk, islamitisch, en onderwijsvormen, waaronder bijvoorbeeld ook Montessori en Jenaplan, hun mening. Aan de hand van een aantal algemene vragen en een tevredenheidsindex geven scholen hun oordeel over een cultuureducatief project waaraan hun leerlingen hebben deelgenomen. Om de leerkrachten ertoe aan te zetten online evaluaties in te sturen, krijgen zij per evaluatie in het eerste jaar extra budget voor cultuureducatie voor hun school of een theaterbon om zelf inspiratie op te doen. Ondernemerskring Sociale sector Amsterdam en cultuureducatie Talentmakelaars, welzijnsmedewerkers en bredeschoolcoördinatoren ontwikkelen cultuurprogramma’s voor brede scholen en de naschoolse opvang, en dragen daarmee actief bij aan de verankering van cultuureducatie in het onderwijs. Mocca biedt hun in samenwerking met de Ondernemerskring Sociale sector Amsterdam (OSA) de mogelijkheid om meer zicht te krijgen op cultuureducatie. Er is een cursus ontwikkeld in het verlengde van een soortgelijke cursus voor het basisonderwijs. De cursus voor het OSA leidt op tot gecertificeerd cultuurcoördinator in de brede school. Hij bestaat uit zes lessen en mondt uit in een plan van aanpak waarmee binnen de scholen en in de wijk aan de slag kan worden gegaan. De certificering loopt via het landelijk steunpunt voor de ICC. De cursus is de eerste in zijn soort in Nederland. 24 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 6. Amsterdamse stadsdelen Inleiding De dertien stadsdelen in Amsterdam werden in het voorjaar van 2010 samengevoegd tot zeven stadsdelen.7 Voor de cultuureducatie was dat overwegend gunstig. De samenvoegingen waren aanleiding voor het maken van nieuwe meerjarenbeleidsplannen, waarin cultuureducatie werd opgenomen. In het navolgende overzicht is de oude stadsdeelindeling aangehouden. De informatie in dit hoofdstuk betreft vooral de scholen in het basisonderwijs. Voor de volledigheid is het totaal aantal beleidsplannen in het voortgezet onderwijs in een overzicht geplaatst. Een totaal overzicht van alle beleidsplannen is te vinden in hoofdstuk 3. VO-scholen per stadsdeel Centrum Er zijn twee scholen voor voortgezet onderwijs en er is één school voor speciaal onderwijs. Alle drie de scholen hebben een beleidsplan. Noord Er zijn zeven scholen voor voortgezet onderwijs, één school voor praktijkonderwijs, en twee afdelingen van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs. Van de tien scholen of afdelingen van scholen zijn er vier (afdelingen van) VO-scholen met een beleidsplan. Oost Er zijn tien scholen voor voortgezet onderwijs, één school voor praktijkonderwijs, en één afdeling van een school voor voortgezet speciaal onderwijs. Van de in totaal twaalf (afdelingen van) scholen hebben zes (afdelingen van) VO-scholen een beleidsplan, Zuidoost Er zijn drie scholen voor voortgezet onderwijs, één school voor praktijkonderwijs, en vier afdelingen van scholen voor voortgezet speciaal onderwijs. Van de in totaal acht scholen zijn er zes (afdelingen van) VO-scholen met een beleidsplan Zuid Er zijn negentien scholen voor voortgezet onderwijs, één school voor praktijkonderwijs en twee scholen voor voortgezet speciaal onderwijs. Vijftien scholen hebben een beleidsplan. West Er zijn zes scholen voor voortgezet onderwijs, vijf daarvan hebben een beleidsplan. Nieuw West Er zijn twaalf scholen voor voortgezet onderwijs, één school voor praktijkonderwijs en vier afdelingen van scholen voor voorgezet speciaal onderwijs. Er zijn twaalf (afdelingen van) VO-scholen met een beleidsplan. 7 Voor dit trendrapport is de oude indeling gehandhaafd. Dit is de structuur die Mocca in haar werkzaamheden hanteerde en waarmee de informatie is opgebouwd. 25 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Amsterdam-Noord De scholen In Amsterdam-Noord zijn 29 scholen voor primair onderwijs en 2 scholen voor speciaal onderwijs. Van de 29 basisscholen hebben 27 scholen hun cultuureducatiebeleid beschreven in het schoolbeleidsplan of in een apart cultuureducatiebeleidsplan. Wat kiezen scholen in Amsterdam-Noord? Scholen in Amsterdam-Noord kiezen voor talentontwikkeling, niet in de laatste plaats omdat het stadsdeel daaraan ook veel aandacht besteedt in zijn stadsdeelbeleid. Veel kinderen komen volgens de leerkrachten niet of te weinig in aanraking met activiteiten waarin zij hun talenten kunnen ontdekken en ontwikkelen. De scholen willen in deze lacune voorzien en een belangrijke rol spelen in de eerste fase van de talentontwikkeling, die van de oriëntatie en kennismaking. Ook hechten veel scholen belang aan buurtgericht werken: zij willen samenwerken met de buurt. Voor een betere sociale cohesie, maar ook uit praktische overwegingen zoals hoge vervoerskosten en lange reistijden, gaan zij op zoek naar activiteiten in het eigen stadsdeel. Voor scholen waarvan de leerlingen met een taalachterstand op school komen, bijvoorbeeld door een migrantenachtergrond, is ook taal een belangrijk thema. Op deze scholen worden alle activiteiten, dus ook die op het gebied van cultuureducatie, ingezet om die achterstand in te halen. Veel scholen leggen de nadruk op activiteiten die de taalontwikkeling ten goede komen. Scholen noemen vaak kennismaken met de Nederlandse cultuur en het Nederlandse cultureel erfgoed als thema. Zij hechten daar belang aan naast kennismaking met het eigen cultureel erfgoed van de diverse immigrantengroepen. Algemeen beeld van het stadsdeel Noord Amsterdam-Noord telt bijna 90.000 inwoners waarvan meer dan 30% jonger is dan 25 jaar en 36% van niet-westerse allochtone afkomst. Sinds 1921 maakt Amsterdam-Noord deel uit van Amsterdam, maar het is een stad op zichzelf gebleven met een eigen historie en een eigen cultuur. Amsterdam-Noord hecht belang aan eigen culturele faciliteiten, eigen mogelijkheden voor talentontwikkeling en talentmakelaars in het stadsdeel, en aan de ontwikkeling van brede scholen. Amsterdam-Noord heeft een eigen muziekschool, een eigen jeugdtheaterschool8 en diverse voorzieningen die uniek zijn voor het stadsdeel zoals de in het voorjaar van 2010 geopende Tolhuistuin. Dit groene gebied maakte bijna honderd jaar deel uit van het bedrijfsterrein van Shell. In 2009 zou Shell echter een deel van dit terrein afstoten. In 2005 heeft de bewonersvereniging van Amsterdam-Noord aan het stadsdeel gevraagd of de Tolhuistuin een sociaal-culturele bestemming kon krijgen. In 2007 werd het plan van Cultuur aan het IJ om van de Tolhuistuin vijf jaar lang een ontmoetingsplek met uitstraling, horeca en cultuur te maken met een eigen Tolhuistuinfestival, uitgekozen uit vijftig inzendingen.9 Verschillende instellingen bieden cultuureducatieprogramma’s voor het primair onderwijs en worden door het stadsdeel gesubsidieerd. In Amsterdam-Noord zijn bij de welzijnsorganisatie Combiwel drie talentmakelaars aangesteld. Zij ‘bemiddelen’ tussen de vraag van de scholen en het aanbod van de culturele instellingen en ondernemers. De talentmakelaars zijn gevestigd in buurtcentra en richten zich op de lokale culturele infrastructuur. Zij brengen de vraag in de buurt bij het aanbod aldaar of daarbuiten. 8 http://www.datschool.nl 9 www.tolhuistuinfestival.nl 26 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Brede scholen Het stadsdeel is al in 1999 begonnen met het ondersteunen van brede scholen. In dat jaar ontstond de eerste brede school uit een samenwerking tussen de zes scholen in Midden-Noord. Later voegden zich daarbij de vier scholen in de Banne en de vier scholen in Nieuwendam-Noord. Andere scholen houden in hun nieuwbouw al rekening met de nieuwe functies van een bredeschoolgebouw. Een brede school is volgens het stadsdeel een school die naast zijn kerntaak iets extra’s te bieden heeft. Wat “iets extra’s” precies is verschilt per brede school en is afhankelijk van de buurt en de leerlingen. Zo legt de ene school het accent op sport en de andere op creativiteit of techniek en heeft de ene wel en de andere geen voorschool. Veel scholen bieden extra activiteiten aan voor zowel de kinderen als hun ouders. De kinderen kunnen er sport-, theater- of muzieklessen volgen en hun ouders een taalcursus of een cursus opvoedingsondersteuning. Scholen kunnen hiervoor samenwerken met bijvoorbeeld Muziekcentrum Noord, de bibliotheek of Sportbuurtwerk Amsterdam Noord. Talentontwikkeling Voor brede talentontwikkeling heeft het stadsdeel samenwerking gezocht met een aantal lokale culturele instellingen die de opdracht hebben gekregen een leerlijn voor brede talentontwikkeling te ontwikkelen, iedere instelling in haar eigen discipline. Een van deze instellingen is Noordjes Kinderkunst van Saskia Noordhuis. ‘Kraak de Kunst’ is de leerlijn beeldende vorming die Noordjes Kinderkunst heeft opgezet in overleg met talentmakelaars van Combiwel, een talentcoördinator van Noordjes Kinderkunst en één schoolcoördinator per deelnemende school. Met deze leerlijn wil stadsdeel Amsterdam-Noord samen met culturele partijen en kunstenaars de beeldende kunst onderdeel maken van het vaste programma in het primair onderwijs. Door de inzet van een talentcoördinator en talentmakelaars worden de professionaliteit, kwaliteit en consistentie bewaakt. Het programma Kraak de Kunst is opgebouwd uit de niveaus spel en kennismaking, op school en na school, verdieping en vervolg in de buurt en bewustwording en topniveau in een culturele instelling.10 Wat kiest de Dorus Rijkersschool? De Dorus Rijkersschool kiest voor verwondering en heeft uitdrukkelijk voor cultuureducatie gekozen als profiel van de school. “Rekenen, lezen en taal zijn zeer belangrijk, maar er is meer. Bij ons op school vormt expressieve vorming een belangrijk onderdeel van het lesprogramma. De school stimuleert de kunstzinnige talenten en de creativiteit van de kinderen door middel van beeldende vorming, dus tekenen en handvaardigheid en door muzikale vorming. Tijdens de lessen beeldende vorming wordt gewerkt met verschillende technieken zoals klei-, hout-, schilder- en tekentechnieken. Daarnaast is het leren kijken en het positief leren waarderen van eigen werk en dat van anderen een belangrijk aspect van deze lessen. Kinderen ontdekken vaak onbekende vaardigheden en ontwikkelen nieuwe interesses. Beeldende vorming levert een belangrijke bijdrage aan de brede ontwikkeling van kinderen.” Om de twee weken werkt iedere groep, behalve groep 1 en 2, in het bevo-lokaal onder begeleiding van hun groepsleerkracht en een leerkracht beeldende vorming. In het bevo-lokaal zijn alle knutselmaterialen te vinden en is voldoende ruimte om het werk van de kinderen te laten drogen. Onder schooltijd en in de Verlengde Schooldag komen diverse culturele activiteiten aan bod. Op de school worden diverse culturele projecten uitgevoerd zoals Noach’s Ark, Werken in de Wijk, Groen in de buurt. De school werkt met kunstenaars van buiten de school en heeft een eigen vakdocent voor beeldende vorming. Taal en taalverwerving staan centraal bij alle projecten en in alle disciplines. De school was tot voor kort een zwakke school maar behoort nu tot de best scorende scholen in Amsterdam. 10 Zie ook http://www.noordjeskinderkunst.nl/educatie/talentontwikkeling.aspx 27 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Amsterdam-Centrum De scholen In het centrum zijn dertien scholen voor primair onderwijs. Van deze dertien scholen hebben negen scholen een cultuureducatieplan: een separaat beleidsplan voor cultuureducatie of een cultuureducatieplan dat is opgenomen in het schoolbeleidsplan. Wat kiezen de scholen in Amsterdam-Centrum? Het bezoeken van musea, theaters en andere grote culturele instellingen is een vast onderdeel van het beleidsplan en het jaarprogramma van scholen. Scholen zetten breed in op het werken in meerdere disciplines, vaak met professionele kunstenaars en kunstdocenten. Zij werken vaak in projectvorm. Scholen voeren een cultuureducatief programma uit rond een thema, een expositie, een voorstelling, een film of een boek. De leerlingenpopulatie van de meeste scholen heeft weinig of geen taal- of leerachterstanden. Scholen in dit stadsdeel zetten cultuureducatie niet in om leerachterstanden positief te beïnvloeden of ter versterking van de sociale cohesie. De scholen hebben voldoende middelen om een breed cultuureducatief programma op te zetten en er zijn veel culturele instellingen en kunstenaars in de buurt. Deze gunstige omstandigheden worden weerspiegeld in het programma. Algemeen beeld van stadsdeel Centrum Vergeleken met stadsdeel Amsterdam-Noord of -Zuid is Amsterdam-Centrum een relatief klein stadsdeel met veel inwoners, 82.000. Daarvan is ongeveer 22% onder de 24 jaar en heeft 14% een niet-westerse culturele achtergrond. In het stadsdeel zijn verreweg de meeste culturele instellingen van de stad gevestigd, waarvan vele van nationaal en internationaal belang. Op alle scholen in de Amsterdamse binnenstad kunnen de leerlingen deelnemen aan naschoolse activiteiten. Daarmee zijn het niet meteen brede scholen, maar wel wordt daarvoor voldaan aan een basisvoorwaarde: leerlingen kunnen ook buiten de reguliere schooltijden en via de school aan allerlei activiteiten deelnemen. Het stadsdeel heeft een deel van het subsidiegeld voor cultuur gereserveerd voor cultuureducatie en zet dit in voor het stimuleren van nieuwe ontwikkelingen. Ook scholen kunnen een aanvraag doen om met steun van het stadsdeel een specifiek project te ontwikkelen. Amsterdam-Centrum stimuleert graag cultuureducatieve projecten waarin de lokale overheid, culturele instellingen, het bedrijfsleven en het onderwijs met elkaar kunnen samenwerken. Concrete resultaten hiervan zijn de projecten Mooi Bewaard en de Vloot van Aemstel. Met de Vloot van Aemstel wil de Stichting Waterwerk in de binnenstad een drijvende plek maken voor onder andere naschools aanbod. Door koppelbare drijvende units met zowel binnen- als buitenruimte, kan op eenvoudige wijze en op wisselende locaties een speel-doe-ontdekeiland samengesteld worden dat meegroeit met de behoefte van het moment. De buitenruimte kan een strand, openluchttheater, sportveld, zwembad of timmerdorp zijn. De binnenruimtes kunnen ingericht worden als theater, bioscoop, atelier, danszaal, relaxruimte, sporthal, ontdekruimte en kookcafé en de faciliteiten kunnen tijdens schooltijd beschikbaar gesteld worden aan andere gebruikers en doelgroepen.11 Andere Nederlandse gemeentes hebben het idee van de Vloot van Aemstel overgenomen als een geslaagd voorbeeld van samenwerking tussen overheid, bedrijfsleven en onderwijs. 11 Zie www.stichtingwaterwerk.org/Vloot_van_Aemstel.html 28 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Cultuur Netwerk Binnenstad (CNB) Na overleg tussen de beleidsambtenaren, de scholen en Mocca is in het voorjaar van 2010 een netwerk gestart voor alle cultuurcoördinatoren van de scholen in het stadsdeel. Mocca organiseert dit netwerk waaraan negen van de dertien scholen deelnemen. Mocca heeft aan de deelnemers van dit netwerk gevraagd om behalve informatie uit te wisselen en ervaringen te delen, ook met elkaar en met instellingen in de buurt samen te werken. Mooi Bewaard Mooi Bewaard is een pilotproject van het Allard Pierson Museum en ARCAM voor de scholen in de binnenstad. Het project richt zich op zo’n twintig musea in de binnenstad, waarvan het gebouw vroeger een andere, niet-museale, functie had. Hoewel er in de Amsterdamse binnenstad talloze gebouwen zijn met een andere functie dan voorheen, is er voor musea gekozen omdat ze openbaar toegankelijk zijn. Het project is opgezet voor leerlingen van groep 7 en 8, om hen te laten kennismaken met de binnenstad en zijn gebouwen en hen te laten zien dat de stad vol staat met prachtige gebouwen uit verschillende periodes. Zo wordt bij hen het gevoel versterkt dat zij als Amsterdammers mede-eigenaar en medeverantwoordelijk zijn voor deze prachtige stad en dat zij daar emotioneel aandeelhouder van zijn. Als de oorspronkelijke functie van gebouwen overbodig is, betekent dit immers niet dat ze moeten worden afgebroken, maar dat ze het waard kunnen zijn om voor de stad te worden behouden. Dankzij de medewerking van Canal Company kunnen de leerlingen vanaf de Stopera gratis met de boot naar een van de twintig musea die zijn opgenomen in het project. Het is momenteel nog in een pilotfase en zal over een jaar worden aangeboden aan alle Amsterdamse basisscholen. Wat kiest de Burghtschool? De Burghtschool heeft gekozen voor een breed aanbod aan kunstvakken en naschoolse activiteiten die grotendeels zijn geïntegreerd in het schoolcurriculum en die zijn verbonden met vakken als aardrijkskunde, techniek en geschiedenis. Mede dankzij aanvullende particuliere financiering van ouders beschikt de school over een ruim budget. “In principe is cultuureducatie voortaan gekoppeld aan het reguliere onderwijs. Zo leren kinderen bijvoorbeeld bij aardrijkskunde over zonne-energie, en bij techniek maken ze vervolgens iets wat loopt op zonne-energie. Of ze maken in de geschiedenisles kennis met de Romeinen, en daarna komen er ‘echte’ Romeinen uit het Archeon in de klas. Inmiddels is ons cultuureducatieprogramma volwassen geworden en uitgegroeid tot een uitgebalanceerde doorgaande leerlijn die goed aansluit op het ‘gewone’ onderwijs”, vertelt Monique McKenzie, ouder en ICC-er. “Er zijn vrijwel geen vakleerkrachten meer aan de school verbonden en het programma is zo opgezet en ingekocht dat de leerkrachten deze lessen in de toekomst zelf kunnen geven. We raadplegen vakdocenten over de inhoud, en zij komen volgend jaar 10 lessen geven in groep 5 tot en met 8.12” 12 Zie ook http://www.obsburght.nl/kunst-en-cultuur 29 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Oud-West De scholen In Amsterdam Oud-West, in 2010 opgegaan in stadsdeel West, zijn zes scholen voor primair onderwijs. Eén basisschool heeft een apart cultuureducatiebeleidsplan, drie scholen hebben hun cultuureducatiebeleid opgenomen in hun bredeschoolplannen, en twee scholen hebben geen apart plan. Wat kiezen de scholen in Amsterdam Oud-West? Het cultuuraanbod op de scholen wordt gekenmerkt door de keuze voor kennismaking en verdieping van steeds verschillende disciplines. Basisschool De Vlinderboom gaat uit van natuurlijk leren en verweeft cultuureducatie daarom met de overige vakken. De Vlinderboom kiest ervoor veel verschillende disciplines aan te bieden, opdat de kinderen kennis kunnen maken met zoveel mogelijk richtingen. Er wordt thematisch gewerkt en per thema worden steeds één of twee disciplines centraal gesteld. Het Winterkoninkje is een Montessorischool. Deze school noemt cultuureducatie niet apart in een beleidsplan, maar cultuureducatie is er van oudsher in het onderwijsprogramma opgenomen. Algemeen beeld van stadsdeel Oud-West Oud-West had in 2009 ongeveer 31.000 inwoners waarvan 22% jonger dan 24 jaar. 19% van de inwoners heeft een migrantenachtergrond. Oud-West was een van de eerste stadsdelen met een eigen cultuurscout. De cultuurscout was werkzaam bij het project Knooppunt Oud-West. Knooppunt Oud-West was een vast aanspreekpunt voor scholen en culturele instellingen. Het bemiddelde actief tussen scholen en culturele instellingen en de vele zelfstandig kunstenaars in het stadsdeel. De buurt heeft eigen culturele instellingen, zoals op het WG-terrein waar onder andere theaters, het Smart Project Space voor hedendaagse kunst, een theaterschool, bedrijven uit de creatieve industrie, kunstenaars en ateliers zijn gevestigd. In de Kinkerbuurt en rondom de Stadhouderskade bieden de buurthuizen naschoolse activiteiten. Het stadsdeel ondersteunt lokale culturele festivals. In de afgelopen jaren bleken de scholen en de lokale culturele instellingen in OudWest elkaar goed te kunnen vinden. Brede scholen De Kinkerhoek en de Annie M.G. Schmidtschool zijn beide een brede school, waarin cultuureducatie zowel binnen- als naschools een vast onderdeel is. Wat kiest de Vlinderboom? Na een periode van reorganisatie en herbezinning op het onderwijs, ontwikkelde Basisschool De Vlinderboom, de voormalige Martin Luther Kingschool, een nieuw onderwijsplan dat gebaseerd is op de ideeën van het natuurlijk leren. De school kiest voor het werken in clusters van acht weken en streeft naar een doorgaande leerlijn in het cultuureducatieprogramma. Gedurende een periode van acht weken kiest zij voor een schoolbreed thema voor cultuureducatie waarbij twee verschillende disciplines aan bod komen. Het cultuureducatieprogramma wordt zoveel mogelijk gekoppeld aan andere vakken uit het onderwijsprogramma. Zo besteedt de school op een evenwichtige manier aandacht aan alle disciplines en aan de actieve, receptieve en reflectieve elementen van leren. Zij biedt de leerlingen uitdagende cultuureducatieve activiteiten aan, waardoor zij actief, receptief en reflectief kennismaken met kunst en cultuur en zij worden uitgedaagd om over de grenzen van het bekende heen te kijken. Zo worden kunst en cultuur vanzelfsprekende onderdelen van het schoolprogramma voor de leerlingen en daarmee van hun leven. 30 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Westerpark De scholen Het stadsdeel telt acht basisscholen. Vijf daarvan, waaronder de brede school van het stadsdeel, hebben een cultuureducatieplan. Wat kiezen de scholen in Westerpark? De scholen kiezen veelal voor een breed scala aan disciplines, die zij binnen het onderwijsprogramma aan andere vakken koppelen. Basisschool De Bron heeft zijn cultuureducatieve activiteiten bijvoorbeeld georganiseerd rond een schoolbreed project dat de school elk jaar gedurende zes weken uitvoert met vaste aanbieders. Alle scholen in stadsdeel Westerpark hebben een programma voor de verlengde schooldag. Algemeen beeld van stadsdeel Westerpark Westerpark, evenals Oud-West opgegaan in stadsdeel West, heeft zo’n 34.000 inwoners waarvan 22% jonger is dan 24 jaar. Van de inwoners heeft 27% een migrantenachtergrond. In de afgelopen jaren heeft het stadsdeel geïnvesteerd in samenwerking tussen het club- en buurthuiswerk en het onderwijs, wat onder andere heeft geresulteerd in het schoolbuurtwerk. Dit schoolbuurtwerk biedt een programma van het plaatselijke buurtwerk waarin cultuureducatieve en andere activiteiten worden ontwikkeld voor het primair onderwijs voor zowel het binnenschoolse leren als de verlengde schooldag. Het Schoolbuurtwerk is zo succesvol dat ook andere stadsdelen en gemeentes het hebben overgenomen.13 Brede scholen Eén school, De Zeeheld, noemt zichzelf een brede school. Wat kiest basisschool De Catamaran? Basisschool De Catamaran in de Bentinckstraat heeft kunstzinnige oriëntatie centraal gesteld in wat zij de kinderen biedt. Daarvoor zet de school methodes in zoals Moet je doen. De school werkt zowel met leerlijnen, opdat diverse activiteiten met elkaar in verband kunnen worden gebracht, als thematisch en projectmatig. De school wil zich van de andere scholen in de buurt onderscheiden door in het onderwijs veel aandacht te besteden aan kunst en cultuur. Daaronder verstaat zij expressie geven aan ideeën, gevoelens en waarnemingen in beeld, geluid, muziek, taal, spel en beweging. 13 Zie ook http://www.schoolbuurtwerk.nl 31 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Zuideramstel De scholen Er zijn zeventien scholen voor primair onderwijs in voormalig stadsdeel Zuideramstel en één voor speciaal onderwijs. Tien scholen hebben een apart cultuureducatiebeleidsplan. Wat kiezen de scholen in Zuideramstel? De scholen in het stadsdeel zetten diverse disciplines in bij de samenstelling van hun cultuureducatieve programma. Zij leggen het accent steeds op de zelfexpressie van het kind: het zelf doen. Een aantal scholen werkt thematisch, waarbij zij programma’s samenstellen die tot een tastbaar product of een voorstelling leiden. Andere scholen, zoals de Maas en Waalschool, kiezen voor leerlijnen in een aantal disciplines. Algemeen beeld van stadsdeel Zuideramstel Het aantal inwoners bedraagt een totaal van 47.041 personen. Het percentage jongeren onder 24 jaar is 20,6%. Het percentage inwoners met een niet-westerse culturele achtergrond is 14%. Het stadsdeel heeft gekozen voor een beleid waarin talentontwikkeling en de invulling van cultuureducatie in de verlengde schooldag centraal staan. In de Rivierenbuurt en Buitenveldert, de twee buurten van stadsdeel Zuideramstel, is daarvoor een talentmakelaar van welzijnsorganisatie Dynamo werkzaam. Zij heeft tot taak om de vraag naar cultuureducatie van de scholen te koppelen aan passend cultuureducatief aanbod voor met name de verlengde schooldag. Zij streeft naar aansluiting van het programma van de verlengde schooldag op het binnenschoolse programma. De binnenschoolse activiteiten en de activiteiten tijdens de verlengde schooldag blijven echter vaak ‘hangen’ in de eerste fase van de talentontwikkeling, die van kennismaking en oriëntatie. Er is dan nog geen sprake van dat leerlingen zich ergens in verdiepen of dat zij zich specialiseren. Het stadsdeel zoekt daarom naar professionele samenwerkingspartners, zoals jeugdtheaterscholen, filmscholen, beeldende opleidingen enzovoort, die de volgende fasen van talentontwikkeling op zich kunnen nemen. Momenteel zijn er echter nauwelijks professionele kunstinstellingen in de buurt. Instellingen buiten de wijk bieden geen activiteiten aan in stadsdeel Zuideramstel. Nieuwe ontwikkelingen Er is geen zelfstandig stadsdeel Zuideramstel meer. Het is opgegaan in stadsdeel Zuid. Wellicht heeft dit gevolgen voor de ontwikkeling van de cultuureducatieve infrastructuur, voor de indeling en taakverdeling van de scholen en schoolbesturen, voor de geldstromen en voor de ontwikkeling van de brede scholen. Het nieuwe stadsdeel heeft al wel aangegeven te willen vasthouden aan het beleid voor talentontwikkeling zoals de vorige stadsdelen dat hadden opgezet. Wat kiest Montessorischool De Stern? Montessorischool De Stern heeft de volgende visie op cultuureducatie geformuleerd: ‘Naast basisvaardigheden zoals taal, rekenen en schrijven willen we kinderen in de gelegenheid stellen zijn of haar talenten te ontdekken en te ontplooien. We geven dat vorm door een breed aanbod van activiteiten zowel tijdens de schooluren als daarbuiten. Het is voor kinderen belangrijk in aanraking te komen met de verschillende aspecten van cultuureducatie. Door het bezoeken van culturele activiteiten en instellingen, en door lessen en activiteiten wil de school de ontwikkeling van ‘het totale kind’ stimuleren. Het motto is: Elk kind een talent, met hoofd, hart en handen leer je kennen wie je bent.’ De visie van de school is vertaald in een cultuureducatieprogramma dat bestaat uit het afleggen van verschillende culturele bezoeken, muzieklessen voor leerlingen en docenten, en weekvoorstellingen. In samenwerking met de Merkelbachschool, die in het zelfde pand is gevestigd, heeft De Stern een uitgebreid naschools programma samengesteld, dat wordt uitgevoerd door Stichting Wijsneus. 32 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM De Baarsjes De scholen Er zijn tien basisscholen in het voormalige stadsdeel De Baarsjes en één school voor speciaal basisonderwijs. Daarvan hebben acht scholen een beleidsplan voor cultuureducatie. Wat kiezen de scholen in De Baarsjes? Ouderbetrokkenheid is een speerpunt van het beleid in De Baarsjes. Het stadsdeel stimuleert ouders om mee te werken aan handvaardigheid en andere cultuureducatieve activiteiten. Sommige scholen nemen de activiteiten van ouders ook daadwerkelijk op in hun cultuureducatieplan. Bij een aantal scholen staat kennismaken met de verschillende disciplines van cultuureducatie voorop. De aandacht richt zich vaak op erfgoed, kinderen moeten leren wat Amsterdam zoal te bieden heeft. Op veel scholen in De Baarsjes gaan de kinderen bijvoorbeeld naar het Amsterdams Historisch Museum of zij maken onder begeleiding van een kunstenaar een tocht met een rondvaartboot om zo kennis te maken met de stad. Een ander doel is dat kinderen zich minder geremd en zekerder gaan voelen. Zo wordt muziek op sommige scholen ingezet om kinderen zich te leren presenteren op een podium. Muziek heeft dan een ‘emancipatoir doel’, naast de doelstelling om kinderen iets te leren over muziek. Scholen zoeken binnen het cultuureducatiebeleid naar connecties met de naschoolse activiteiten. Op een aantal scholen stelt een bredeschoolcoördinator zowel het binnenschoolse als het naschoolse cultuurprogramma samen. Elk jaar kopen de tien basisscholen gemiddeld ongeveer 95 naschoolse activiteiten in van acht tot tien lessen van één à anderhalf uur per week. AKROS, voorheen Stichting Welzijn De Baarsjes, is verantwoordelijk voor de randvoorwaarden en plant deze activiteiten verspreid over het schooljaar in. Elk jaar is er een Brede School Festival waarop de kinderen hun naschoolse activiteiten kunnen presenteren en uitproberen. Voor kinderen met talent zijn er op verschillende scholen talentenklassen. Algemeen beeld van het stadsdeel De Baarsjes Het aantal inwoners in De Baarsjes is 33.636. Daarvan is 24% jonger dan 24 jaar. 34% van de inwoners heeft een niet-westerse culturele achtergrond. De Baarsjes stimuleert een gevoel van betrokkenheid van kinderen bij de buurt door hun te laten zien hoe geschiedenis zichtbaar is in de eigen wijk en door hun duidelijk te maken dat alle Amsterdammers gezamenlijk de geschiedschrijvers zijn van stad en buurt. Met de jeugdkrant GO-Baarsjes verspreidt het stadsdeel informatie over jeugdactiviteiten in De Baarsjes op het gebied van muziek, sport, knutselworkshops, speeltuinen, circus en clubhuisactiviteiten. De jeugdkrant GO-Baarsjes wordt huis aan huis bezorgd. Basisscholieren krijgen de krant op school en kunnen hem mee naar huis nemen. Ook de laatste bredeschoolnieuwtjes worden erin vermeld. Netwerken In overleg met de scholen en het stadsdeel organiseert Mocca netwerkbijeenkomsten voor scholen en culturele instellingen in het netwerk West binnen de Ring. Brede scholen Er zijn vijf brede scholen in De Baarsjes. Ter ondersteuning van de bredeschoolontwikkelingen is een website gemaakt en een bredeschoolloket ingesteld. Een coördinator stemt vraag en aanbod goed op elkaar af. Er zijn in het stadsdeel geen wijkgerichte dagarrangementen meer, wel is er naschools aanbod. Op iedere school is een schoolcoördinator die het stadsdeel voor vier uur financiert. De schoolcoördinator verzorgt de naschoolse activiteiten en stemt vraag en aanbod op elkaar af. In de Baarsjes werken twee talentmakelaars. Zij coördineren het naschoolse aanbod op alle basisscholen en brengen het versnipperde activiteitenaanbod in De Baarsjes in kaart. Hun taak is om de ‘viertrapsraket’ van talentontwikkeling, het samenspel van techniek, cultuureducatie, sport en natuur, in overleg met alle betrokkenen verder te ontwikkelen. 33 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Het stadsdeel subsidieert cultuureducatieve activiteiten en specifieke organisaties om in scholen te werken, zoals Muziekschool Aslan. Zo wordt er in De Baarsjes met steun van het stadsdeel een kunstroute door de buurt georganiseerd, waarin scholen een actieve rol vervullen. Kinderen lopen deze kunstroute, die voert langs professionele beeldende kunst maar ook langs kunst in de scholen. Juni is de kunstmaand in de Baarsjes Voor de kunstmaand is in 2010 het project ‘Mijn-Juni-Kunstmaand’ bedacht en georganiseerd door kunstenares Nina Rave. Kinderen uit de buurt werden opgeroepen een tekening in te leveren van een fantasiebeest, een fantasiewereld of een fantastische droom. De winnende tekeningen werden op de vuilniswagens van de buurt geschilderd. De vuilnismannen en straatvegers wilden geen afstand doen van de vrolijke kunstwerken op hun wagens, evenmin als de bewoners, de ouders en natuurlijk de kinderen zelf. Wat kiest de Rosa Boekdrukkerschool? De Rosa Boekdrukkerschool heeft in haar beleidsplan opgenomen dat het binnenschoolse en naschoolse aanbod op elkaar moeten zijn afgestemd. De school heeft gekozen voor disciplines en programma’s die kinderen meer met en voor elkaar laten optreden om hun zelfvertrouwen te versterken. Samen met muziekschool Aslan is voor de komende jaren een leerlijn muziek ontwikkeld. Na school wordt kinderen de mogelijkheid geboden deel te nemen aan een talentenband. Bos en Lommer De scholen Er zijn in voormalig stadsdeel Bos en Lommer tien basisscholen, waarvan acht scholen een plan voor cultuureducatie hebben. Wat kiezen de scholen in Bos en Lommer? Het accent bij kunst- en cultuureducatie ligt in dit stadsdeel op kennismaking. De kinderen doen ervaringen op met zingen, toneel en beeldende vorming, en een belangrijk onderdeel is ook de oriëntatie op erfgoed. Het leren kennen van Amsterdam en het bezoeken van musea zijn vaste onderdelen van het programma. Kinderen maken ook kennis met hun eigen omgeving. Bij het Schoolbuurtwerk bezoeken zij naast bijvoorbeeld bakkerijen, ook kunstenaars in hun ateliers. De keuze voor disciplines als drama en muziek wordt ingegeven door de effecten die ze teweeg kunnen brengen op sociale vaardigheden. Een intrinsiek onderdeel van deze disciplines is immers leren samen te werken, naar elkaar te kijken en te reflecteren op eigen prestaties. Een belangrijke reden om aan cultuureducatie te doen is ook de taalontwikkeling die erdoor wordt gestimuleerd, wat belangrijk is voor de veelal allochtone leerlingpopulatie van de scholen in dit voormalige stadsdeel. Algemeen beeld van het stadsdeel Bos en Lommer Het percentage jongeren onder 24 jaar is 33%. Het percentage inwoners met een niet-westerse culturele achtergrond is 54%. In het basisonderwijs maken kinderen voor het eerst kennis met cultuur. Het stadsdeel vindt cultuureducatie van belang vanwege de samenhang tussen kunst, cultuur en samenleving. In het kunst- en cultuurbeleid van Bos en Lommer hebben de scholen tot taak om cultuureducatie in te zetten voor algemene ontwikkeling, talentontwikkeling, en integratie en emancipatie van kinderen. In de optiek van het stadsdeel biedt de brede school mogelijkheden voor multifunctioneel ruimtegebruik, waardoor de school en de omgeving worden geïntegreerd. 34 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Het stadsdeel streeft er sinds 2007 naar dat elke school in Bos en Lommer per eind 2010 een concrete beleidsvisie Cultuureducatie heeft vastgesteld. Scholen kunnen zelf bepalen hoe en in welke mate zij cultuureducatie een plek geven in hun programma. Het stadsdeel erkent dat de schoolbesturen een belangrijke rol kunnen spelen in het stimuleren van cultuureducatie en vraagt hun daarom aandacht te geven aan cultuureducatie. Omdat veel kinderen allerlei elementen van de Nederlandse cultuur niet van huis uit meekrijgen, is dit een prioriteit voor het stadsdeel. In vergelijking met andere Amsterdamse stadsdelen is de cultuurparticipatie in deze wijk laag. Voor maatschappelijke integratie is cultuureducatie essentieel. Bij dit proces kunnen kunstenaars in de wijk een rol spelen. Het Bos en Lommerfestival heeft als doel het bevorderen van de sociale cohesie en de cultuurparticipatie en -educatie. Samen met bewoners en maatschappelijke organisaties uit de wijk wordt het festival in de komende jaren verder ontwikkeld. Brede scholen Er zijn vier brede scholen in het stadsdeel, de Al Wafa, El Amien II, de Boomgaard en de Paulusschool. Iedere school heeft een oudercoördinator, waardoor de ouderbetrokkenheid wordt vergroot en het begrip brede school inhoud krijgt. Er zijn vier bredeschoolcoördinatoren aangesteld en het beleid is om dit op alle scholen in het stadsdeel te verwezenlijken. Het stadsdeel wil de brede scholen verder ontwikkelen tot Community centra. In de beleidsvisie van Bos en Lommer kan een brede school bijdragen aan verbreding van het bereik van culturele voorzieningen door dienstverlening, educatie en cultuur beter op elkaar af te stemmen. Er is een talentmakelaar aangesteld in het stadsdeel. Op verzoek van jongeren uit de Robert Scottbuurt en hun ouders is er een nieuw tienercentrum gebouwd. Het moet een huiskamer worden waar alle kinderen en jongeren de gelegenheid krijgen zich te ontplooien. De bedoeling is dat zij daar plezier aan beleven en dat hun ontplooiing er los van de leerprocessen op school bijdraagt aan hun vorming en persoonlijkheidsontwikkeling. Er komt in het centrum een talentengroep voor kinderen tussen de tien en veertien jaar. Wat kiest de Paulusschool? De Paulusschool is een brede school met een uitgebreide zorg-, ouder- en welzijnscomponent. De school heeft een cultuureducatieplan met veel aandacht voor taal en ondernemend leren en streeft ernaar het zelfvertrouwen van kinderen te versterken. In de wijk zijn weinig clubs en verenigingen en de school wil ouders motiveren om deel te nemen aan activiteiten op school. De school heeft samen met de Stichting Educatieve Projecten (SEP) op basis van deze uitgangspunten een aanvraag ingediend bij Koers Nieuw West voor een project. Als de aanvraag wordt gehonoreerd kan dit binnen- en naschoolse project, waarin getalenteerde en gemotiveerde kinderen kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten, worden uitgevoerd. Een voorwaarde voor deelname is dat leerlingen hun motivatie daarvoor zowel mondeling als schriftelijk kunnen verwoorden. 35 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Geuzenveld-Slotermeer De scholen Er zijn in voormalig stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer elf basisscholen en vier S(B)O-scholen. In totaal hebben dertien scholen een beleidsplan voor kunst en cultuur. Wat kiezen de scholen in Geuzenveld-Slotermeer? De scholen in Geuzenveld kiezen vaak voor programma’s en disciplines waarin taalontwikkeling en sociale cohesie centraal staan. Zij vinden het belangrijk dat kinderen zich leren uiten en zichzelf leren presenteren. Ook zetten zij kunst en cultuur in, om kinderen te laten reflecteren op hun eigen gedrag en dat van andere kinderen. Hoewel deze scholen de kinderen willen laten kennismaken met de stad staan vervoerskosten en de reistijd vaak in de weg. Scholen zijn daarom intensief op zoek naar kunst en cultuur in de wijk. De nadruk ligt op het gezamenlijk ontwikkelen van een zo divers mogelijk naschools aanbod. Scholen in dit stadsdeel kiezen vaak een duidelijk profiel om ouders bij de school te betrekken. Zij kunnen zich bijvoorbeeld profileren met een techniekprogramma, maar ook met kunst en cultuur. Algemeen beeld stadsdeel Geuzenveld-Slotermeer Het aantal inwoners is 40.670. Het percentage jongeren onder 24 jaar is 35%. Het percentage mensen met een niet-westerse culturele achtergrond is 58%. Het stadsdeel wil kinderen en ouderen meer cultuurwijsheid bijbrengen en hen stimuleren actief deel te nemen aan culturele activiteiten, om zo meer verbondenheid te brengen in het stadsdeel. Het culturele vrijetijdsaanbod en de samenhang daarin moeten worden verbeterd, zodat talent kan groeien. Het stadsdeel hecht veel waarde aan het cultuurhistorisch erfgoed en de ontstaansgeschiedenis van de tuinstad. Het denkt daarmee een gedeelde trots te creëren bij de burgers. Kinderen en jongeren uit Geuzenveld-Slotermeer kunnen zelf plannen ontwikkelen op het gebied van kunst en cultuur. Als onderdeel van het cultuurparticipatiebeleid financiert het stadsdeel het Schatkamerproject. Het Schatkamerproject helpt kinderen te ontdekken waar hun talenten liggen en zich daarin te ontplooien. De naschoolse activiteiten van de Schatkamer bestaan voor 80% uit kunstzinnige en culturele activiteiten. In samenwerking met Koers Nieuw West heeft een aantal scholen aanvragen voor extra activiteiten ingediend. Met deze activiteiten willen ’t Koggeschip, de Timotheusschool, de Burgemeester de Vlughtschool, de Slotermeerschool en de Goeman Borgesiusschool experimenteren met culturele activiteiten onder schooltijd met aansluitend een naschools programma voor talentvolle kinderen. Brede scholen De wijk heeft een brede school, ’t Koggeschip. Wat kiest de Goeman Borgesiusschool? De Goeman Borgesiusschool heeft een aantal jaar geleden een cultuureducatiebeleidsplan vastgesteld. Daarin is onder andere voor de discipline drama gekozen. De school wil zich de komende jaren tot een echte dramaschool ontwikkelen. Daarvoor heeft hij een aanvraag gedaan bij Koers Nieuw West voor financiële ondersteuning. De school laat de dramalessen aansluiten bij De Vreedzame School, een methode voor het aanleren van sociale vaardigheden. Tijdens de dramalessen leren kinderen verschillende rollen te spelen en leren zij gebeurtenissen uit hun eigen leven te verbeelden en in een dramatische vorm te gieten. Een belangrijk doel is dat kinderen leren vertrouwen op hun eigen mogelijkheden en inbreng, en leren zich te presenteren. De cultuurcoördinator zegt het als volgt: ‘Presenteren is immers iets dat je in de rest van je leven heel goed kunt gebruiken.’ Ook dit leren presenteren is onderdeel van het beleid van de school. Ouders worden steevast uitgenodigd om de tentoongestelde resultaten van culturele activiteiten te bekijken en de school heeft een eigen zaal voor voorstellingen en uitvoeringen. 36 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Osdorp De scholen Het voormalige stadsdeel Osdorp telt dertien basisscholen en vier S(B)O-scholen. Vijftien scholen hebben een plan voor kunst- en cultuureducatie. Wat kiezen de scholen in Osdorp? In Osdorp kunnen de scholen in drie groepen worden onderscheiden naar de afkomst van de leerlingen: scholen met een populatie kinderen van hoogopgeleide en welvarende ouders van Nederlandse afkomst, scholen met een gemengde populatie en scholen met uitsluitend kinderen uit migrantengezinnen. Deze laatste scholen liggen in de armere delen van het stadsdeel. Daar is veel verloop, omdat migrantenouders als zij de kans krijgen, ervoor kiezen om naar betere buurten te verhuizen. De keuzes binnen het cultuureducatieve aanbod weerspiegelen de schoolpopulaties. De eerste groep scholen kiest voor kunst en cultuur als doel op zichzelf in verschillende disciplines. Mede vanuit de onderwijsfilosofie van de school wordt er opvallend vaak een koppeling gelegd tussen het reguliere onderwijs en de kunstvakken. Er zijn scholen met ontwikkelingsgericht onderwijs, Daltononderwijs en onderwijs dat uitgaat van meervoudige intelligentie. Bij deze onderwijsvormen hebben kunst en cultuur een duidelijke plek binnen het schoolcurriculum. De scholen met overwegend migrantenpopulaties kiezen er veelal voor cultuureducatie te verweven met taalverwerving. Het cultuurprogramma is zo opgezet dat het vorm kan geven aan ‘iets gezamenlijks doen’ en ‘het samen beleven’. De meer gemengde scholen kiezen onder andere voor cultureel erfgoed. Over het algemeen spelen muziek, cultureel erfgoed in de eigen buurt met aandacht voor veranderingen daarin, en cultuureducatie als instrument voor taalverwerving een belangrijke rol in de wijk. Dit jaar hebben drie basisscholen, de Johannesschool, de Globe en De Punt, een gezamenlijk leerorkest opgericht. Daarmee heeft een van de doelstellingen van het stadsdeel, kunst inzetten als verbindende kracht, een eerste aanzet gekregen. Algemeen beeld van stadsdeel Osdorp Het aantal inwoners in Osdorp is 47.511. Daarvan is 32% jonger dan 24 jaar. Het percentage niet-westerse allochtonen is 44%. In Osdorp staat de verbindende kracht van kunst centraal. Het stadsdeel vindt talentontwikkeling belangrijk en wil dit op alle niveaus verbinden en versterken. Alle scholen hebben cultuureducatie opgenomen in hun curriculum. Behalve als samenwerkingspartner in Koers Nieuw West heeft het stadsdeel geen grote rol in de cultuureducatie. Behalve Theater de Meervaart zijn er weinig professionele culturele voorzieningen in de wijk. Onder meer om deze reden heeft Bik-Amsterdam zich in de garage Notweg gevestigd met als doel om de kunst- en cultuureducatie in de wijk te stimuleren. Er zijn projecten met scholen uit ontstaan, maar helaas is Bik-Amsterdam al na een half jaar weer vertrokken uit de garage Notweg. De Talentenschool Tijdens het bezoek van wethouder Postma aan de Talentenschool hoorde hij van de kinderen dat er te weinig uitgaansmogelijkheden zijn in Osdorp. Hun is toen gevraagd om met ideeën te komen om dit probleem op te lossen. De kinderen kwamen met het voorstel om een bioscooptent te plaatsen op het eilandje in de Sloterplas. Tijdens de Open Raad op 9 februari 2010 presenteerden de kinderen van de Talentenschool als volleerde sprekers ‘hun’ bioscoopidee aan de leden van de deelraad. De kinderen stelden zich voor en vertelden vol zelfvertrouwen om de beurt voor de microfoon wat hun idee was voor het plaatsen van een bioscoop in Osdorp. Aan alles hadden zij gedacht, aan beveiliging, het soort films, bezoekersaantallen, openingstijden en zelfs aan de tijden waarop bepaalde doelgroepen naar bepaalde filmgenres mogen kijken. 37 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Brede scholen In het veel geroemde gebouw De Kikker zijn twee scholen gevestigd, de Johannesschool en de Globe. Het is tevens de enige brede school in het stadsdeel. Het stadsdeel hecht aan dit mooie gebouw als plek voor kinderen, ouders en de buurt om samen activiteiten te ondernemen. Wat kiest de Globe? De Globe heeft de discipline muziek een belangrijke rol gegeven in zijn cultuureducatiebeleidsplan. Deze school heeft gekozen voor een doorgaande leerlijn muziek met het accent op cultureel divers aanbod. Om de leerlijn te realiseren werkt de school samen met Het Concertgebouw, Muziekschool Amsterdam en Muziekschool Aslan. Met leerlingen van twee andere scholen nemen leerlingen van de Globe deel aan het Leerorkest, dat ook is opgenomen in de leerlijn. Met financiële ondersteuning van Koers Nieuw West zal voor de komende jaren naast de lange leerlijn de aansluiting van naschoolse op binnenschoolse activiteiten worden gerealiseerd. Slotervaart De scholen Slotervaart telt twaalf basisscholen, en zes S(B)O-scholen. Vijftien scholen hebben een beleidsplan. Wat kiezen de scholen in Slotevaart? De scholen in Slotervaart experimenteren veel met cultuureducatie onder schooltijd en met kunst en cultuur in hun naschoolse programma. Er zijn veel verschillen tussen de scholen in Slotervaart, het is daarom moeilijk ze in een paar zinnen te kenschetsen. Zij zien echter wel het belang van samenwerking: de scholen werken samen met broedplaatsen in de buurt en kiezen voor samenwerking met een vaste groep aanbieders. Scholen werken ook onderling samen en ontwikkelen zich tot Community centra met een verscheidenheid aan partners. Ouderparticipatie, taalontwikkeling en kennismaking met de samenleving zijn drie belangrijke uitgangspunten in de cultuureducatieplannen van de scholen. De disciplines waarop zij zich richten zijn zeer divers: van film tot literatuur, van nieuwe media tot beeldende vorming. Veel scholen doen mee aan het muziekatelier, dat door het stadsdeel wordt gefinancierd. Algemeen beeld van stadsdeel Slotervaart Het aantal inwoners in Slotervaart is 44.793. Het percentage jongeren onder 24 jaar is 33%. Het percentage niet-westerse allochtonen is 43%. Slotervaart richt zich sterk op talentontwikkeling: kinderen en jongeren worden in staat gesteld hun talenten te ontwikkelen en deze ook te tonen. Het kunst- en cultuurbeleid is gericht op het zichtbaar maken van het culturele kapitaal, het culturele talent en de kwaliteit van Slotervaart. Dit wordt bevorderd door cultuureducatie binnen de scholen en door wijkgerichte arrangementen voor vrijetijdsbesteding. Het stadsdeel is leidend bij het realiseren van de gewenste koppeling van het cultuureducatiebeleid binnen schooltijd aan talentontwikkeling in het naschoolse programma. Het heeft een rol in de ontwikkeling van wijkgerichte dagarrangementen en in het naschoolse vrijetijdsaanbod voor kinderen. Om deze initiatieven te coördineren heeft het stadsdeel een talentmakelaar aangesteld. Voor de verankering van talentontwikkeling zijn instellingen van belang die voor verdieping en doorstroom kunnen zorgen na de eerste kennismaking met het kunst- en cultuuraanbod. Een voorbeeld daarvan is Stichting Witte Tulp, die het stadsdeel heeft aangetrokken voor een talentontwikkelingstraject. Scholieren van groep acht konden door buiten schooltijd deel te nemen aan dit project hun journalistieke talenten ontwikkelen en hun taalvaardigheid en creativiteit vergroten. Zij namen interviews af en maakten verslagen en fotoreportages in de buurt. 38 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Brede scholen Het bezoeken van broedplaatsen en ateliers in de wijk moet in de toekomst een vast onderdeel uitmaken van cultuureducatie op de scholen. Kinderen kunnen dan het productieproces van kunst meemaken. De broedplaats Studio OH3 biedt kinderen zogenaamde talentstudio’s: onder begeleiding van professionele kunstenaars werken de kinderen als stylist, fotograaf, danser of ontwerper. In het afgelopen jaar kwamen kinderen van de St. Jan de Doperschool en de Einsteinschool naar de studio’s. Er zijn vijf brede scholen in het stadsdeel. Het naschoolse cultuureducatieve aanbod is er volop in ontwikkeling. Alle kinderen van de brede scholen Einstein, Ru Paré, Sint Jan de Doper en El Kadisia doen in 2010 mee aan minimaal twee naschoolse activiteiten per week. Zij kunnen kiezen uit sport, cultuur, techniek en communicatie. Elke activiteit is bedoeld om zowel hun taalvaardigheid als hun sociale vaardigheden te versterken. Er is een bredeschoolcoördinator aangesteld met subsidie van het stadsdeel. Deze coördinator organiseert de activiteiten, zodat de docenten niet met deze taak worden belast. Welzijnsstichting Combiwel probeert ouders bij de activiteiten van hun kinderen op de brede school te betrekken. Hij stimuleert hen vooral om de presentaties van hun kinderen te bezoeken. Wat kiest de Bisschop Huibersschool? De Bisschop Huibersschool heeft op basis van zijn cultuureducatieplan gekozen voor kwaliteit. De school wil de komende periode vooral de kwaliteit van de activiteiten verbeteren door de instellingen waarmee hij gaat werken zorgvuldig te selecteren. De school plant alle belangrijke culturele activiteiten ruim van tevoren in en koppelt ze zoveel mogelijk aan thema’s en vieringen die de school toch al organiseert. Zo krijgen de leerlingen tijdens de Kinderboekenweek, een vast onderdeel van het onderwijsprogramma, de kans om onder begeleiding van een tekenaar beeldverhalen te maken. Zeeburg De scholen In Zeeburg zijn twintig basisscholen en één school voor speciaal onderwijs. Veertien scholen hebben een beleidsplan voor cultuureducatie. Wat kiezen de scholen in Zeeburg? Zeeburg heeft drie wijken, de Indische buurt, de Oostelijke eilanden en IJburg, met elk een eigen bevolkingsopbouw. In Zeeburg en IJburg zijn veel nieuwe scholen. Een aantal daarvan heeft een onderwijsfilosofie: Montessori, natuurlijk leren of ontwikkelingsgericht onderwijs. Waar mogelijk zijn kunst en cultuur daar in het onderwijsaanbod opgenomen. Er kan worden gekozen uit een breed scala aan disciplines. De Indische buurt heeft een meer gemengde schoolpopulatie. Kinderen van migrantenouders of van Nederlandse ouders met een lage opleiding en een gemiddeld of laag inkomen zitten er in de klas met kinderen uit welvarender gezinnen, al dan niet met een migrantenachtergrond. De scholen kiezen er veelal voor om kunst en cultuur te koppelen aan thema’s of projecten die toch al plaatsvinden op school. De seizoenen, jaarlijkse feest- en hoogtijdagen en bijvoorbeeld de Boekenweek vormen natuurlijke aanknopingspunten. Scholen zetten de eigen leerkrachten in, bijvoorbeeld voor beeldende vorming en muziek, maar zij gaan ook relaties aan met kunstenaars. Bij voorkeur maken zij gebruik van aanbod in de eigen wijk. 39 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Algemeen beeld van stadsdeel Zeeburg Het aantal inwoners in Zeeburg is 52.682. het percentage jongeren onder 24 jaar is 32%. Het percentage niet-westerse allochtonen is 39%. Het bevorderen van cultuureducatie op de basisscholen is een belangrijk onderdeel van het kunst- en cultuurbeleid. Het stadsdeel wil een actieve en sturende rol spelen op dit beleidsterrein en heeft daarom initiatieven genomen om de cultuureducatie te bevorderen, onder meer heeft het het Bertus Aafjesfonds opgericht. Uit dit fonds is een jaarlijks bedrag beschikbaar voor subsidies. Het stadsdeel wil basisscholen en buurtgebonden culturele instellingen gaan stimuleren samen een concreet plan op te stellen om cultuureducatie vorm te geven. Het stadsdeel stimuleert en faciliteert het opstellen van een plan voor binnenschoolse cultuureducatie op basisscholen en indien nodig wil het de geplande activiteiten ook financieel ondersteunen. Binnen de grenzen van het stadsdeel zijn instellingen die na schooltijd kunst- en cultuurlessen geven aan basisschoolleerlingen, waaronder jeugdtheaterschool Theatraal IJburg, theater- en organisatiebureau Kameeliejon en Pakhuis Wilhelmina, dat kunstlessen verzorgt. Het stadsdeel stelt kwaliteit en bereikbaarheid als randvoorwaarden voor financiële ondersteuning aan instellingen. Voor de invulling van brede talentontwikkeling werkt stadsdeel Zeeburg al weer enige jaren samen met welzijnsorganisatie Civic Zeeburg. Civic heeft een talentmakelaar aangesteld voor de inhoudelijke invulling van wijkgerichte activiteiten. Civic wil zoveel mogelijk kinderen bereiken met een stadspas en ook kinderen die net niet voldoen aan de criteria voor een stadspas. Brede scholen Er is één brede school in Zeeburg. Daarnaast biedt een aantal basisscholen bredeschoolactiviteiten, zoals de Olympus, Het Podium, Montessori-school Steigereiland, Willibrord en Neptunus. ‘Word een ster in Zeeburg’ Via de Civic-website ‘Word een ster in Zeeburg’ kunnen ouders hun kinderen gemakkelijk opgeven voor activiteiten. De kinderen krijgen een pasje, dat zij iedere les in een bepaalde activiteit meenemen en laten scannen. Via de website wordt gevolgd welke kinderen voor welke activiteiten zijn opgegeven. Voor iedere les die zij hebben gevolgd, krijgen zij een ster en na tien sterren volgt een verrassing. Op de site staat handige informatie voor de ouders en wordt bijgehouden hoeveel sterren een kind heeft. Wat kiest de Laterna Magica? Basisschool Laterna Magica heeft veel kunst en cultuur op zijn programma, maar geen beleidsplan voor cultuureducatie. De school kiest voor contacten met in de buurt gevestigde bedrijven, culturele instellingen en kunstenaars. Bij voorkeur kiest de school voor activiteiten die hij ‘realistisch’ noemt, zoals het beheren van een eigen kunstuitleen. Deze kunstuitleen functioneert niet alleen voor de school maar ook voor de buurt. De school heeft natuurlijk leren als pedagogisch en didactisch principe, waarbij hij uitgaat van de theorieën van Howard Gardner over meervoudige intelligentie. Ook kunst en cultuur spelen een belangrijke rol in natuurlijk leren. De kinderen verwerken lesstof individueel en volgen ook een individueel programma. Zij krijgen individuele coaching en werken met een portfolio, waardoor zij mede-eigenaar zijn van het onderwijs en het leerproces. Laterna Magica biedt de kinderen een rijke leeromgeving en de ouders voelen zich betrokken bij de school. Zij zijn lid van de schoolstichting en geven mede vorm aan het cultuurprogramma. 40 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Stadsdeel Zuidoost De scholen Stadsdeel Zuidoost telt 29 basisscholen, 2 scholen voor speciaal basisonderwijs, 2 scholen voor speciaal onderwijs, 3 scholen voor voortgezet onderwijs, 1 school voor praktijkonderwijs en 1 school voor voortgezet speciaal onderwijs. 23 basisscholen hebben een beleidsplan voor cultuureducatie. Wat kiezen de scholen in Zuidoost? Op vrijwel alle scholen waar een plan is opgesteld, is ook een cultuurcoördinator. De scholen vinden het belangrijk dat kinderen met verschillende kunstuitingen in aanraking komen. Als belangrijk doel van cultuureducatie noemen zij vaak het leren kennen en waarderen van de eigen en andermans cultuur. Zij leggen het accent vaak op beeldende vorming, drama, muziek, cultureel erfgoed en in mindere mate op dans. Zij koppelen cultuureducatie aan taal, met name leggen zij deze verbinding in drama. De scholen zoeken naar thema’s waarop zij cultuureducatie kunnen laten aansluiten, zowel in taal als in de zaakvakken. Bij de invulling van het cultuureducatieprogramma kiezen zij voor buurtprojecten en culturele instellingen in het stadsdeel. Voor beeldende vorming maken de veertien scholen onder schoolbestuur Sirius gebruik van twee bovenschoolse docenten beeldende vorming. Daarnaast hebben vier scholen nog een vakleerkracht beeldende vorming14. Algemeen beeld van stadsdeel Zuidoost Stadsdeel Zuidoost heeft inmiddels ruim 80.000 inwoners, waarvan 34% jonger is dan 24 jaar. 64% van het totale aantal inwoners heeft een niet-westerse culturele achtergrond. In het schooljaar 2008-2009 is het stadsdeel op alle basisscholen begonnen met een traject voor kwaliteitsverbetering. Er wordt niet alleen gewerkt aan verbetering van de taal- en rekenpresentaties van de kinderen, ook is er veel aandacht voor de competenties van de leerkrachten. Door dit traject is er minder tijd voor cultuureducatie en soms ook voor de zaakvakken. De scholen bezoeken minder vaak voorstellingen en musea, en op het lesrooster krijgt cultuureducatie soms alleen nog een plek in het schoolbrede project. Het stadsdeel heeft de regie over de aanpak van cultuureducatie. Het heeft de samenwerking tussen culturele instellingen in het stadsdeel sterk bevorderd, waaruit twee belangrijke resultaten zijn voortgekomen. Er is een gezamenlijk programma-aanbod voor cultuureducatie gekomen van zowel onderschoolse als naschoolse activiteiten, dat in april in het nieuwe Bijlmer Parktheater werd gepresenteerd. Een tweede belangrijk resultaat is het project Straat van Sculpturen Junior. Culturele instellingen hebben daarvoor lessen voor de basisscholen ontwikkeld met ruimte als thema. Daarnaast is het stadsdeel verantwoordelijk voor een efficiënte inzet van de middelen en het maken van afspraken met instellingen om de continuïteit en kwaliteit van de cultuureducatie te waarborgen. Zoals beschreven in de beleidsnotitie cultuureducatie is het stadsdeel in het afgelopen jaar verder gegaan met de verankering van cultuureducatie in de scholen.15 In 2009 heeft het stadsdeel van het Amsterdams Fonds voor de Kunst een projectsubsidie gekregen voor onder meer de aanpak van cultuureducatie. Leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben ontwerpen gemaakt voor kunst in de openbare ruimte. Een aantal van deze ontwerpen is vanaf juli 2010 in het groot te zien als tijdelijke tentoonstelling Straat van Sculpturen Junior. Dit project vormt de start van het nieuw op te richten Coördinatiepunt Cultuureducatie Zuidoost, dat een schakelpunt moet worden tussen het onderwijs en culturele instellingen bij de implementatie van cultuureducatie. Voor de invulling van de werkzaamheden van het coördinatiepunt gaat het stadsdeel samenwerken met Projectbureau Primair Onderwijs Zuidoost, schoolbesturen, scholen en Mocca. 14 Het aantal uren (fte’s) van de vakleerkrachten op de scholen verschilt zeer. 15 Beleidsnotitie cultuureducatie 2008-2011 Van beleid naar praktijk; stadsdeel zuidoost sector Maatschappelijke Ontwikkeling sept 2008 41 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Nieuwe voorzieningen In oktober 2009 heeft het Bijlmer Parktheater zijn deuren geopend. De zaal beschikt over een theateren een circusopstelling. Het Bijlmer Parktheater biedt betaalbare voorstellingen voor jong en oud. Daarnaast zijn er drie studio’s die overdag worden gebruikt voor theater-, circus- en danslessen voor kinderen en jongeren. De vaste bespelers zijn de initiatiefnemers: Krater Theater, Circus Elleboog, de Jeugdtheaterschool Zuidoost en de Theaterwerkplaats. Ook de 5 O’Clock Class van de Hogeschool voor de Kunsten is er als vaste huurder ingetrokken. Het Centrum Beeldende Kunst Zuidoost is in april 2010 verhuisd naar een nieuw pand naast het stadsdeelkantoor. Op deze locatie is meer ruimte om de kunstuitleen en tentoonstellingen goed tot hun recht te laten komen. Brede scholen In Zuidoost zijn tien clusters waarbinnen drie tot vijf scholen samenwerken aan een wijkgericht naschools aanbod. De organisatie en coördinatie zijn in handen van het Projectenbureau Primair Onderwijs Zuidoost. Drie talentmakelaars/bredeschool-clustercoördinatoren onderhouden de contacten met aanbieders en bewaken de diversiteit en de kwaliteit van het aanbod. Op iedere school is een bredeschoolcoördinator aanspreekpunt voor ouders en kinderen. Samen met de andere scholen en de clustercoördinator stellen zij het programma samen. De cultuurprogramma’s onderschools en naschools staan vaak nog los van elkaar. De volgende stap is de verbinding van de cultuurprogramma’s. In april is de website Brede School Zuidoost gelanceerd,16 waarop kinderen en ouders kunnen zien welk naschools programma hun school biedt en waarop zij zich online kunnen inschrijven. Het programma biedt activiteiten aan binnen de vier talentgebieden sport, kunst en cultuur, science, en media. Het doel is om zoveel mogelijk kinderen met zoveel mogelijk activiteiten te laten kennismaken én hen deze te laten beleven. Voor kinderen die zich na een activiteit verder ontwikkelen wordt gekeken naar mogelijke vervolgactiviteiten. Geldstromen Het stadsdeel betaalt mee aan consensusvoorzieningen als Kunstschooldag, aan de Kunstkijkuren kan steeds een deel van de scholen deelnemen, en het stadsdeel betaalt mee aan muziekonderwijs. Verder subsidieert het stadsdeel de meeste culturele instellingen binnen het stadsdeel. Netwerken Mocca organiseerde netwerkbijeenkomsten voor de cultuurcoördinatoren van de basisscholen, waarin onder andere werd gesproken over het vinden van passend aanbod en het enthousiasmeren van het team. Bij iedere bijeenkomst vertelt een van de scholen hoe hij de cultuureducatie op zijn school vormgeeft. Komend jaar gaat Mocca onderzoeken of het mogelijk is om ook het voortgezet onderwijs bij dit netwerk te betrekken. Over de brede school is er overleg tussen de bredeschoolcoördinatoren, aanbieders en de clustercoördinatoren. Wat kiest basisschool Het Gein? Het Gein heeft een lange traditie in beeldende vorming en schoolbrede projecten. Lange tijd werd er ad hoc voor bepaalde cultuureducatieve activiteiten gekozen en stonden deze los van het reguliere programma. In zijn huidige meerjarenplan voor cultuureducatie heeft Het Gein echter gekozen voor een doorgaande lijn, waarin de school rekening houdt met het ontwikkelingsgerichte onderwijs in de onderbouw en het accent op zelfstandig werken dat hij legt in de bovenbouw. Uitgangspunt is dat er gebruik wordt gemaakt van de talenten en mogelijkheden van ieder kind. Cultuur is bij Het Gein daarom geen losstaand vakgebied maar een geïntegreerd onderdeel van het gehele onderwijsprogramma. Ieder schooljaar wordt er gekozen voor een centraal thema, dat de leerkrachten gedurende het jaar laten aansluiten bij de taalthema’s en zaakvakken. 16 www.bredeschoolzuidoost.nl 42 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Het Gein werkt zoveel mogelijk met vaste culturele partners die kunnen aansluiten bij het centrale thema. De school heeft afspraken gemaakt om de kunstdisciplines en culturele activiteiten binnen en buiten de school evenwichtig over alle acht leerjaren te verdelen. Daarnaast zijn er jaarlijks terugkerende activiteiten: de consensusvoorziening muziek, een bezoek aan de Hermitage, de Kunstkijkuren, de Kunstschooldag en het project Verteltassen. Verder wordt er eens in de twee jaar een voorstelling bezocht in De Krakeling en ook komt er eens in de twee jaar een docent drama. Een vakleerkracht beeldende vorming is tevens cultuurcoördinator en een groepsleerkracht is gedeeltelijk ook als docent drama werkzaam. Dit jaar heeft als thema ‘Samen snoepen van cultuur?’ De leerlingen van Het Gein onderzochten eten en drinken in veel verschillende culturen en in andere tijden. Zij bezochten theatervoorstellingen, fotografeerden hun lievelingseten en ervoeren wat eten en drinken in de joodse cultuur betekent. Het project zal worden afgesloten met een presentatie waarbij de school in een klein museum verandert. De cultuurcoördinator heeft voor dit project een weblog aangemaakt waarmee het project te volgen is.17 ‘Straat van Sculpturen Junior’, CBK Zuidoost 17 http://samensnoepenvancultuur.wordpress.com 43 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Stadsdeel Oud-Zuid De scholen Stadsdeel Zuid telt 21 basisscholen, 3 scholen voor speciaal basisonderwijs, 2 scholen voor speciaal onderwijs. Twintig scholen hebben een beleidsplan voor cultuureducatie. Wat kiezen de scholen in Oud-Zuid? Veel scholen streven er in hun plannen naar om in acht jaar tot een programma te komen waarin alle verschillende vormen van cultuureducatie aan bod komen. Eventuele accenten leggen zij op beeldende vorming, muziek, drama en cultureel erfgoed. In stadsdeel Oud-Zuid werken veel vakleerkrachten, met name in beeldende vorming. Vijftien scholen hebben een vakleerkracht beeldende vorming, op twee scholen werkt de docent beeldende vorming ook als groepsleerkracht.18 Op twintig scholen is een cultuurcoördinator. De vele vakdocenten kiezen meestal voor kunst als doel op zichzelf, niet vaak voor kunst als middel. Zij zijn gericht op het kunstzinnige en zien het als hun taak kinderen daarin te scholen. Die gerichtheid is terug te zien in hun keuzes in de cultuureducatieprogramma’s. Algemeen beeld van stadsdeel Oud-Zuid Het stadsdeel telt ruim 132.000 inwoners, bijna 23 % van hen is jonger dan 24 jaar, 17% van de inwoners heeft een niet-westerse culturele achtergrond. In de afgelopen twee jaar heeft het stadsdeel een nieuwe visie op kunst en cultuur geformuleerd. Met de herindeling van de stadsdelen in het zicht is gekozen voor een nieuwe vorm in het nieuwe stadsdeel Zuid. In de nota Podium Zuid: Kunst- en cultuurvisie 2010-202019 wordt die visie op kunst- en cultuur, en dus ook op cultuureducatie, beschreven. Het stadsdeel wil meer samenwerken met interne en externe partners. Voor de totstandkoming van de visie is het daarom begonnen gesprekken te voeren met zestig vertegenwoordigers uit het culturele veld. Het stadsdeel zal in de komende jaren een leidende rol op zich nemen. Voor cultuureducatie zijn voor het basis- en voortgezet onderwijs een groot aantal doelen gesteld, waarin de persoonlijke ontwikkeling en sociale competenties centraal staan. Daaronder valt het ontwikkelen van zelfvertrouwen door actieve kunstbeoefening, het leren genieten van kunst en het erkennen van de inhoudelijke waarde van kunst en cultuur, het krijgen van zicht op de onderliggende waarden van onze samenleving en de dilemma’s die daarmee zijn verbonden, het verwerven van kennis van ons erfgoed en van trots op de school- en woonomgeving, het reflecteren op het leven door verbeelding, beroepsoriëntatie, overdracht van maatschappelijke en culturele verworvenheden, het leggen van contacten met andere kinderen van verschillende achtergronden, en het leggen van de verbinding tussen school en buurt. De voornaamste doelen zijn professionalisering, samenwerking en koppeling van cultuureducatie aan talentontwikkeling. Om deze doelen te realiseren wil het stadsdeel ervoor zorgdragen dat de culturele instellingen en het onderwijs meer gaan samenwerken. Het stadsdeel vraagt de scholen om meer gebruik te maken van de culturele infrastructuur in de directe omgeving van de school. Er is veel in Zuid: cultuurhistorie en erfgoed, kunstinstellingen, kunstopleidingen, galerieroutes, kunstenaars, broedplaatsen, artists in residence, en bekende schrijvers en schilders die in de buurt hebben gewoond. Tot 1 mei 2010 had stadsdeel Oud-Zuid een cultuurbemiddelaar die kunstenaars en creatief ondernemers ondersteunde bij het opzetten van kunstprojecten en culturele initiatieven. Het nieuwe stadsdeel Zuid biedt deze dienst niet meer aan. 18Het aantal uren (fte’s) dat de vakleerkrachten op de scholen werkzaam zijn is zeer verschillend 19Podium Zuid; kunst- en cultuurvisie 2010-2020 stadsdeel Zuid; februari 2010 44 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Brede scholen Stadsdeel Zuid ziet in de brede school een belangrijk middel om een samenhangend onderwijs- en jeugdbeleid te realiseren. In de wijkgerichte aanpak werken verschillende scholen samen met welzijnsorganisatie Combiwel. Het programma Een leuke schooldag biedt kinderen op verschillende scholen gelegenheid om deel te nemen aan sport-, kunst- en natuuractiviteiten. Het wordt gecoördineerd door drie talentmakelaars. Naast het organiseren van activiteiten is hun taak erop gericht verschillende partijen in een wijk te verbinden met het onderwijs. Het uiteindelijke doel is dat geïnteresseerde kinderen gebruik gaan maken van het reguliere aanbod in de wijk. In het voorjaar van 2010 heeft Brede School Bockesprong haar deuren geopend. Behalve aan de basisscholen De Notenkraker en De Nautilus (voorheen de Willem van Boeijenschool) biedt het complex onderdak aan een Ouder-Kind-Centrum en een logopediepraktijk en is het een locatie van welzijnsstichting en kinderopvang Combiwel. Voor de opening hebben een kunstenaar en kinderen van beide scholen het Tegelproject uitgevoerd, waarvoor de kinderen gezamenlijk hebben gewerkt aan portretten van zichzelf en de tegels vervolgens zijn samengevoegd tot een geheel waardoor er nieuwe gezichten zijn ontstaan. Het kunstwerk hangt in de hal van het nieuwe gebouw. Netwerken Stadsdeel Oud-Zuid organiseerde jaarlijks een netwerkbijeenkomst voor culturele instellingen. Afgelopen jaar heeft het nieuwe stadsdeel Zuid deze bijeenkomst georganiseerd. Zij stond in het teken van de nieuw te ontwikkelen visie op kunst en cultuur. Stadsdeel Zuid wil jaarlijks een netwerkbijeenkomst voor alle betrokken partners op het gebied van cultuureducatie organiseren. Mocca organiseerde voor het tweede achtereenvolgende jaar bijeenkomsten voor cultuurcoördinatoren in Oud-Zuid. Daarbij kwamen ervaringen aan de orde van scholen met de kunstdiscipline audiovisueel, vond een uitwisseling plaats over de opzet en invulling van eindmusicals, en werd gesproken over ontwikkelingen op landelijk-, stedelijk- en stadsdeelniveau. Wat kiest de Nicolaas Maesschool? De Nicolaas Maesschool voert zijn beleidsplan gestructureerd uit. Aanvankelijk was er slechts een ad-hocprogramma. Met steun van de cultuurcommissie heeft de gecertificeerde cultuurcoördinator dit programma inmiddels omgebogen naar een gestructureerd programma. De keuzes van de school zijn gericht op een brede kennismaking met cultuureducatie door de kinderen van groep 1 tot en met 8. De school vindt het belangrijk dat kinderen naast creatieve vaardigheden ook begrip en respect ontwikkelen voor ideeën en mensen om zich heen. In het beleidsplan wordt eerst de discipline cultureel erfgoed uitgewerkt. De allerkleinsten gaan in de buurt een met de cultuurcommissie ontwikkelde buurtwandeling maken. De kinderen in de middenbouw gaan dieper in op wat er in het stadsdeel is te zien. Uiteindelijk verlaten de leerlingen in de bovenbouw het stadsdeel om in het kader van het project Welkom in mijn Wijk een uitwisseling aan te gaan met een andere school om Amsterdam in de breedte te leren kennen. Als deze doorgaande lijn eenmaal in het cultuureducatieprogramma van de school is verankerd, richt de cultuurcommissie zich op de volgende stap: de rol van het creatieve proces in de verschillende cultuuractiviteiten en het opzetten van een portfolio. 45 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Oost-Watergraafsmeer De scholen Het voormalige stadsdeel Oost-Watergraafsmeer telt veertien basisscholen, één school voor speciaal basisonderwijs, één school voor speciaal onderwijs, zeven scholen voor voortgezet onderwijs en twee scholen voor praktijkonderwijs. Dertien basisscholen hebben een beleidsplan cultuureducatie. Wat kiezen de scholen in Oost-Watergraafsmeer? Door de diversiteit van de verschillende wijken zetten de scholen cultuureducatie op verschillende manieren in. Op scholen met kinderen met veel leerachterstanden staat een brede kennismaking met cultuureducatie voorop. Deze scholen proberen taal en cultuureducatie met elkaar te verbinden. Daarnaast kiezen zij voor de disciplines muziek, drama en dans. Op relatief veel scholen, tien in totaal, is een vakleerkracht voor beeldende vorming. Het aanstellen van een cultuurcoördinator is onderdeel van het beleid. Op veertien scholen zijn één of meer cultuurcoördinatoren aangesteld, van wie het merendeel is gecertificeerd. Alle scholen maken bij voorkeur gebruik van de lokale culturele voorzieningen en instellingen. Algemeen beeld stadsdeel Oost-Watergraafsmeer Stadsdeel Oost-Watergraafsmeer heeft een groeiend aantal inwoners. Van de ruim 112.000 inwoners is meer dan 30% jonger dan 24 jaar. Bijna 35% van het totale aantal inwoners heeft een niet westerse culturele achtergrond. Sinds 2009 heeft het stadsdeel talentontwikkeling en de brede school als uitgangspunten voor zijn cultuureducatiebeleid. Het stadsdeel is begonnen met de uitvoering van zijn beleid in de achterstandswijken. In samenspraak met Mocca heeft het stadsdeel scholen aangeboden om één teamlid op kosten van het stadsdeel de scholing voor intern cultuurcoördinator te laten volgen. Volgend schooljaar heeft meer dan de helft van de scholen daardoor een gecertificeerde ICC-er. Het stadsdeel wil vooral de kwaliteit van de cultuureducatie in het stadsdeel stimuleren. Het wil ruimte bieden aan scholen bij de bevordering van de kwaliteit van de cultuureducatie en bij de structurele uitwisseling van expertise met culturele instellingen. Ter bevordering van de cultuurparticipatie van kinderen en ouders wil het stadsdeel ook stimuleren dat cultuuraanbieders hun aanbod afstemmen op de scholen en wil het de ontwikkeling van stadsdeelgerichte projecten stimuleren. Kunst en cultuur zijn onderdeel van de ketenafspraken voor wijkgerichte dagarrangementen. Het stadsdeel neemt een actieve rol op zich, onder andere met het Fondsenboek Oost waarmee het bewoners en scholen de weg wijst naar fondsen die investeren in de samenleving. Het fondsenboek is te vinden op de website van het stadsdeel. Nieuwe voorzieningen CBK Amsterdam is sinds vorig jaar gehuisvest in een voormalige tramremise, naast het nieuwe stadsdeelkantoor Oost en kunstmagneetschool De Kraal. Brede scholen De brede school De Kraal is de enige brede school in het stadsdeel. Onlangs is besloten om een tweede te bouwen. Daltonschool de Meer zal samen met een buitenschoolse opvang, een peuterspeelzaal en de tweede locatie van het Muziekatelier een multifunctioneel gebouw betrekken. 46 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM De Talententent Het stadsdeel is al langere tijd bezig met wijkgerichte naschoolse aanpak. Het programma de Talententent geeft kinderen de mogelijkheid te ontdekken waar zij goed in zijn en zich hierin te bekwamen. De organisatie is in handen van drie talentmakelaars die werkzaam zijn bij welzijnsorganisatie Dynamo. Zij vragen aan scholen aan welk aanbod zij behoefte hebben en gaan binnen de wijk op zoek naar culturele instellingen. De Talententent draagt bij aan het ontwikkelen van persoonlijke identiteit en doorzettingsvermogen. Haar activiteiten zijn gericht op verschillende talentgroepen. Als er geen passend aanbod in de buurt is, proberen de talentmakelaars het te realiseren. De uiteindelijke bedoeling is dat alle kinderen in het stadsdeel kunnen kiezen uit een breed aanbod, ook als zij meedoen aan activiteiten van de verlengde schooldag of de buitenschoolse opvang en ook als zij het buurthuis bezoeken. Het stadsdeel streeft ernaar dat in 2011 alle scholen kunnen meedoen aan de wijkgerichte programma’s. Buurten met kansarme kinderen hebben prioriteit. Sinds kort kunnen ouders meedoen aan een parallel programma. Kinderen volgen de cursus Versieren met verf, en tegelijkertijd leren de ouders basistechnieken van het decoreren en hoe zij samen met hun kinderen thuis met verf aan de slag kunnen. © www.deweekkrant.nl Een bijzonder buurtproject dat werd georganiseerd is het Transvaaltapijt. Met kinderen uit de Transvaalbuurt werd een persoonlijke kaart van de buurt gemaakt met de verhalen van de kinderen. De verhalen worden verbeeld in banieren en digitaal bewerkte foto’s. Buurtproject het Transvaaltapijt 47 M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Netwerken Het stadsdeel organiseert jaarlijks tweemaal een netwerkbijeenkomst voor cultuurcoördinatoren. Een stuurgroep bestaande uit scholen, culturele instellingen, welzijnsorganisatie Dynamo, Mocca en het stadsdeel bereiden deze bijeenkomsten voor. Wat kiest basisschool Frankendael? Basisschool Frankendael heeft een aantal jaren geleden haar koers gewijzigd. De school heeft na daarvoor te hebben samengewerkt met Mocca en na een ICC-cursus te hebben gevolgd, een beleidsplan cultuureducatie gemaakt. Daarbij heeft zij er nadrukkelijk voor gekozen om niet alleen de leervakken aan bod te laten komen, maar ook aandacht te besteden aan de ontwikkeling van praktische en sportieve vaardigheden, creatieve ontplooiing en respect voor elkaar en de natuur.20 Deze extra’s komen terug in het zogenaamde Pluspakket: structureel extra leerlijnen voor vier vakgebieden. Een van de vakgebieden is creatieve vorming. Cultuureducatie is onderdeel van het reguliere schoolprogramma. De leerkrachten realiseren met de methode Moet je doen de lessen beeldende vorming en muziek. In het Pluspakket staat in het kader van creatieve vorming ieder jaar een andere discipline centraal. Volgend jaar is dat cultureel erfgoed. De groepen bezoeken instellingen en op school wordt in samenwerking met culturele instellingen of met kunstenaars ook aandacht besteed aan cultureel erfgoed. Zo is er voor de komende jaren ook voor techniek een aantal thema’s vastgelegd. Door een thema te koppelen aan het reguliere programma is er voor kinderen meer samenhang. Waar mogelijk zal cultuureducatie in dit extra pakket aan techniek worden gekoppeld. Als voor drama bijvoorbeeld een theatervoorstelling wordt bezocht, kan bij techniek in het kader van het thema elektriciteit een kijkje achter de coulissen worden genomen en een project worden uitgevoerd rondom een bewegend decor. Samenvatting De stadsdeelbesturen nemen een steeds actievere rol in cultuureducatie en cultuurparticipatie, zowel beleidsmatig als door financiering van uren van cultuurcoördinatoren en culturele activiteiten. De nieuwe indeling van de stadsdelen heeft daar een gunstige invloed op. Nieuwe ontwikkelingen zijn onder andere de projecten Mooi Bewaard en de Vloot van Aemstel. Beide zijn voorbeelden van samenwerking tussen de lokale overheid, culturele instellingen, het bedrijfsleven en het onderwijs. Netwerken per stadsdeel nemen toe en Mocca speelt daarin een verbindende rol. De populatie van de scholen verschilt per wijk en per stadsdeel en die verschillen worden weerspiegeld in de keuzes voor disciplines en speerpunten in cultuureducatieprogramma’s. Talentontwikkeling, buurtgericht werken, kennismaken met de Nederlandse cultuur en taalverwerving zijn belangrijke thema’s binnen de cultuureducatiebeleidsplannen. De keuzes voor disciplines zijn heel divers. Scholen kiezen dikwijls voor een breed scala aan activiteiten, waarbij muziek, drama, erfgoed, letteren en beeldende vorming vaak worden genoemd. 20 Uit: Onze school als basis voor de toekomst; basisschool Frankendael (AMOS). Jaartal niet bekend 48 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 7. Koers Nieuw West Inleiding Koers Nieuw West (KNW) heeft zich ten doel gesteld om binnen tien jaar de maatschappelijke positie van alle inwoners van Nieuw-West op een Normaal Amsterdams Peil te brengen, dat wil zeggen op het sociaaleconomische niveau van de gemiddelde inwoner van Amsterdam. Meesterplan Onderwijs Nieuw-West Kunst- en cultuureducatie is opgenomen in het zogenaamde Meesterplan Onderwijs Nieuw-West. In dit plan is het streven neergelegd om van alle scholen in Nieuw-West krachtige en slagvaardige scholen te maken. Uit de toelichting die scholen geven als zij zich opgeven voor het Meesterplan, blijkt dat zij een rol zien weggelegd voor kunst- en cultuureducatie. 27 van de 40 basisscholen willen er aandacht aan besteden. Scholen willen kunst- en cultuureducatie meer inhoud geven, maar zij denken ook dat zij zich ermee kunnen profileren en er ouders mee kunnen betrekken bij de school. Totaalprogramma 2010-2011 Voor het schooljaar 2010-2011 is een totaalprogramma samengesteld voor alle scholen in het primair onderwijs in Amsterdam Nieuw-West. Dit programma bestaat uit in totaal twaalf onderdelen die allemaal zijn gericht op kwaliteitsverbetering, het verminderen van leerachterstanden en het vergroten van ontwikkelingsmogelijkheden. Er worden programma’s aangeboden aan leerlingen, directies en leerkrachten. Een onderdeel is onderwijstijdverlenging (OTV), waarbij kinderen een jaar lang een keer per week na schooltijd extra lessen krijgen, onder meer in cultuur. Ook de Zomerschool is onderdeel van het masterplan. Het programma Kunst- en Cultuureducatie (KCE) van KNW Vanaf juli 2007 tot en met december 2010 wordt het programma Kunst- en Cultuureducatie van KNW uitgevoerd. Het richt zich op het ontwikkelen van sterke netwerken en samenwerkingsrelaties tussen de scholen in Nieuw-West en culturele instellingen en kunstenaars. Deze samenwerkingen hebben tot doel alle kinderen in Nieuw-West blijvend in contact te laten komen met goede, inspirerende en vernieuwende trajecten op het gebied van kunst- en cultuureducatie. De trajecten vinden zowel onder als na de reguliere schooltijd plaats en zijn geïntegreerd in het curriculum van de school. 49 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM KCE: een kopprogramma Het programma Kunst- en Cultuureducatie is een kopprogramma, het is tijdelijk en aanvullend van aard. Behalve op kunst als opzichzelfstaande waarde, richt het zich ook op kunst die bijdraagt aan onderwijskundige doelen, zoals de taalontwikkeling van leerlingen. Het kopprogramma gaat uit van wat al in gang is gezet of ontwikkeld, zowel binnen scholen als in het culturele veld. Dat is het uitgangspunt voor initiatieven voor het ontwikkelen, uitvoeren en duurzaam borgen van kunst- en cultuureducatie. De ‘kop’ heeft betrekking op het stimuleren en ondersteunen van de kunst- en cultuureducatie vanuit bestaande en nieuwe initiatieven rond de volgende inhoudelijke focuslijnen: - cultuureducatie koppelen aan taal en rekenen; - versterking binnen- en buitenschoolse culturele activiteiten; - het ontwikkelen van lange leerlijnen voor cultuureducatie. Beleid en de vraag van de scholen leidend In de praktijk zijn het beleid en de vraag van de individuele scholen leidend, er worden geen standaard activiteiten voor alle scholen gezamenlijk ontwikkeld. Scholen kunnen samen met een culturele organisatie een voorstel indienen dat aansluit bij hun beleid. In samenwerking met KNW begeleidt Mocca dit proces bij de scholen. KNW beoordeelt de plannen en subsidieert eventueel de uitvoering met maximaal € 10.000. Het afgelopen jaar hebben elf scholen een subsidieaanvraag ingediend en zijn zestien projecten gestart, waaronder Het Leerorkest op De Globe, de Johannesschool en De Punt. De Timotheusschool, de Paulusschool en de Sint Jan de Doperschool doen mee aan de Talentenkaravaan van de Stichting Educatieve Projecten (SEP). Naar verwachting zullen eind dit jaar ongeveer twintig aanvragen van scholen zijn gehonoreerd. © Jean-Pierre Jans Samenwerking Mocca en KNW in netwerken Het afgelopen jaar is een aantal netwerkbijeenkomsten voor scholen en culturele instellingen georganiseerd in steeds wisselende delen van de wijken. Leerlingen van de Zomerschool bezoeken een museum 50 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 8. Trends in het basisonderwijs Inleiding De cultuureducatieve programma’s van Amsterdamse scholen zijn net zo divers als de populatie van de stad is. Er is daarom niet echt een lijn te ontdekken in de keuzes die scholen maken, behalve de toename van samenwerkingen met zelfstandige kunstenaars en kleine culturele instellingen voor actieve kunstbeleving in de school. Wat zich wel steeds duidelijker aftekent is de rol die cultuureducatie heeft bij het stimuleren van leerlingen om hun woordenschat te vergroten, een connectie met de buurt van de school aan te gaan, of om hun zelfbeeld positief te beïnvloeden. Scholen ervaren dat alleen maar hameren op betere resultaten in de zakenvakken niet tot betere leerprestaties leidt. De inzet van cultuureducatie in samenhang met andere vakken leidt tot een prettiger schoolklimaat en kan tot betere leerprestaties leiden. Onderstaand enkele voorbeelden van de keuzes die scholen maken. Aantallen leerlingen in het basisonderwijs In het basisonderwijs zijn volgens de telling van het CBS in 2008-2009 een totaal van 57.700 leerlingen. Het speciaal basisonderwijs heeft in totaal 1.500 leerlingen. Het speciale onderwijs heeft een aantal van 3.600 leerlingen. De Zomerschool: leerachterstanden en kunst en cultuur De Zomerschool is gericht op kinderen uit groep 7 van wie, om welke reden dan ook, de toetsuitslagen lager zijn dan de leerkracht had verwacht. Er nemen bijna zeventig kinderen deel van vijftien scholen in stadsdeel Nieuw-West. Met de Zomerschool wordt een kind de kans geboden om goed voorbereid naar groep 8 te gaan. Tijdens de Zomerschool krijgen de kinderen een gevarieerd lesprogramma, waarin de nadruk ligt op taal. ‘s Ochtends krijgen zij les in taal en rekenen en ‘s middags staan er boeiende en uitdagende activiteiten op het gebied van sport, en kunst en cultuur op het programma. De Academie voor Beeldende Vorming verzorgt de twee weken van het culturele programma, waarin zij samenwerkt met het Pratt Institute uit New York en met docenten kunsteducatie. Onder leiding van docenten kunsteducatie biedt een aantal studenten van de beide instituten een programma aan. De kinderen gaan op onderzoek uit en in workshops leren zij werken met verschillende materialen en technieken, onder andere in animatie, keramiek, grafiek en theater. Ook bezoeken zij musea, waaronder het Amsterdams Historisch Museum en het Rembrandthuis. De Zomerschool wordt georganiseerd door Koers Nieuw West, als onderdeel van het Meesterplan Onderwijs Nieuw-West. Muziek en taalachterstanden Aslan Muziekcentrum heeft de Muziek Talent Express ontwikkeld, een doorlopende leerlijn muziek voor het primair onderwijs, en komt daarmee tegemoet aan de wens van scholen om extra aandacht te geven aan leerlingen met taalachterstanden. Muziek wordt namelijk als een middel bij uitstek gezien om taal op een andere manier te presenteren. Het is de eerste lesmethode waarin alle groepen van één school gedurende meerdere jaren muziekonderwijs krijgen. Een belangrijk uitgangspunt is dat het educatieve aanbod van de methode aansluit bij de belevingswereld en de behoeften van de kinderen. Omdat de basisschoolleerlingen in Amsterdam een zeer verschillende achtergrond hebben, werkt Aslan Muziekcentrum zowel met westerse 51 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM klassieke muziek als met wereldmuziek. In de Muziek Talent Express wordt veel belang gehecht aan presentatie voor een publiek en aan de mogelijkheden die muziek biedt voor uitwisseling, verbroedering en verbinding. Ieder jaar kan het talent tijdens het MTE Festival in Theater de Meervaart podiumervaring opdoen en zich presenteren aan een groot publiek. Er wordt ook onderzoek gedaan naar de leereffecten van de lesmethode. Taalachterstanden en kunst en cultuur Kinderen die in een taalarme omgeving opgroeien of die thuis nauwelijks of geen Nederlands spreken, blijven vaak achter in de ontwikkeling van hun woordenschat en ook blijven er gebreken in hun zinsopbouw. Cultuureducatie, met name in drama gecombineerd met beeldende vorming, blijkt positieve effecten te hebben op leerlingen met taalachterstanden. Zij vergroot hun taalvaardigheid én hun sociale vaardigheden. Stichting Taalvorming reageerde op de vraag van een aantal scholen om passend aanbod voor deze aandachtsgroep door in samenwerking met zes Amsterdamse basisscholen en met subsidie van het Amsterdams Fonds voor de Kunst de methode Taal en Toneel te ontwikkelen. Kinderen die doorgaans weinig in aanraking komen met kunst, leren om naar kunst te kijken en te ontdekken wat kunst bij hen kan oproepen. Volgens Liesbet Bool, een van de ontwikkelaars, blijkt drama daarvoor een heel geschikte werkvorm. “Juist ook voor kinderen die niet zo goed Nederlands spreken: iets uitbeelden kun je tenslotte ook zonder taal,” zegt Bool in een interview in Het Parool van 3 september 2009. “Al (toneel)spelend kun je een kind prikkelen om meer taal te gebruiken.” Liesbet Bool begeleidde groepsleerkracht Hoebba in het geven van dramalessen. Hoebba, al 33 jaar in het vak, ziet kinderen dankzij de dramalessen groeien: “Vroeger werkten we met taalmethodes, maar daarbij waren de kinderen niet zo betrokken. Tegenwoordig werken we met teksten die kinderen zelf hebben geschreven, over dingen die ze zelf hebben meegemaakt. Dat werkt veel beter. In de eerste versie staan vaak nog veel algemeenheden. Door een tekst te laten uitspelen, en elkaar woorden aan te reiken, worden kinderen preciezer en beeldender in hun taalgebruik. Dat lees je later terug in rijkere teksten.” Onderzoek door Maaike Verrips Maaike Verrips van de Taalstudio heeft een vijftal scholen geïnterviewd over hun ervaringen met taal en cultuureducatie. Het artikel is in bijlage aan het rapport toegevoegd. 52 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 9. VO-scholen Inleiding Het Amsterdamse model voor cultuureducatie heeft tot een paar opmerkelijke resultaten geleid. 55% van de scholen voor voortgezet onderwijs heeft een visie op cultuureducatie en een daaruit voortvloeiend beleidsplan. De positieve effecten van het cultuureducatiebeleid zijn goed zichtbaar in het praktijkonderwijs. kwetsbare jongeren worden er weerbaarder, krijgen meer eigenwaarde, ontwikkelen nieuwe mogelijkheden in hun persoonlijk leven en verbeteren hun arbeidsperspectief. Cultuureducatiebeleid, Amsterdam versus het landelijke beeld Van alle Amsterdamse VO-scholen heeft 55% een beleid vastgelegd op het gebied van cultuureducatie. Landelijk heeft slechts 50% van de VO-scholen met een visie (90% van het totale aantal VO-scholen) deze visie ook vastgelegd in een plan, zoals is te lezen in de Monitor Cultuureducatie 2008-2009, uitgevoerd door Sardes en Oberon. Amsterdamse scholen met de mavo-, havo- en vwo-richting komen overeen met het landelijke beeld. Landelijk is het aantal leerlingen in het VO 935.000 in 2008-2009, volgens de tellingen van het CBS. In Amsterdam zijn dat er 32.900 in 2008-2009. Voortgezet-onderwijsscholen in Amsterdam Uitgaande van de gemeentelijke telling zijn er in Amsterdam zeventig VO-scholen.21 Er zijn vijf categorale gymnasia, vijf praktijkscholen en zeven scholen voor speciaal onderwijs. De resterende 53 scholen maken deel uit van een scholengemeenschap. De Amsterdamse scholengemeenschappen variëren in samenstelling: van scholengemeenschappen met alleen atheneum en gymnasium of met alleen vmbo basisberoeps en kaderberoeps tot scholengemeenschappen waarin alle richtingen, van vmbo basisberoeps tot en met gymnasium, zijn ondergebracht. De rol van cultuurcoördinatoren Cultuurcoördinatoren hebben een sterkere positie binnen school en werken professioneler dan enkele jaren geleden. Zij worden steeds meer bedreven in het vinden van fondsen en het doen van subsidieaanvragen, en sommige cultuurcoördinatoren krijgen daar zelfs plezier in. Zij hebben zich duidelijk het vraaggerichte model eigen gemaakt en weten hoe zij een gesprek met een cultuuraanbieder moeten aangaan. Zij hebben een zakelijker contact met de culturele partners, waarbij zij hun uitgangspunten en het effect op de scholieren dat zij beogen, helder uiteenzetten. Op de Amsterdamse scholen waar cultuureducatie een stevige positie heeft, die dus onder meer een visie op cultuuronderwijs hebben geformuleerd en een cultuureducatieplan hebben vastgelegd, is de directie meestal betrokken en is er intern draagvlak. Als een school een beleidsplan ontwikkelt wordt er iets teweeggebracht. De cultuurcoördinator, kortweg de cuco, wordt zichtbaar en krijgt meer respect voor de inspanningen die opzet en uitvoering van een plan vergen. Het onderwijspersoneel erkent dan zijn werk en vindt het legitiem dat de cultuurcoördinator daarvoor de noodzakelijke uren krijgt toegekend, waarmee alles op zijn plek valt. 21 Mocca telt dependances als aparte school en hanteert een hoger aantal in haar tellingen. 53 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Kwaliteitsslag van de cultuurcoördinator Er is een ontwikkeling te zien in de kwaliteit van de cultuurcoördinatoren en hun positie binnen de scholen. 80% van de Amsterdamse scholen heeft inmiddels een cultuurcoördinator, wat overeenkomt met het landelijk beeld. Er zijn echter enorme verschillen in de aantallen uren en taken die cultuurcoördinatoren krijgen toebedeeld. Ook de monitor cultuureducatie van Sardes/Oberon concludeert dat er een verband is tussen de visie op cultuureducatie en het aantal taakuren van de cultuurcoördinator: als een school een visie op cultuureducatie heeft vastgelegd, heeft hij vaak ook meer uren toebedeeld aan een cultuurcoördinator. Ook op de Amsterdamse scholen is dit verband zichtbaar. Scholen met een visie hebben meestal hun beleid vastgelegd, en er is sprake van een duidelijke infrastructuur, draagvlak vanuit de directie en goed financieel beheer. In de afgelopen twee jaar heeft met name de invoering van de CJP-Cultuurkaart in het VO duidelijk gemaakt welke scholen hun cultuureducatieve organisatie op peil hebben gebracht, en welke scholen nog niet. Op scholen die geen cultuurcoördinator hebben aangesteld of waar de cultuurcoördinator geen uren krijgt voor zijn werk, heeft het proces rond de kaart, zoals het aanmelden en activeren, het verdelen van budgetten en het coördineren van de uitgaven, tot problemen geleid en zijn de budgetten nauwelijks of niet besteed. Op 80% van de scholen is een cultuurcoördinator en op 60% van de scholen zijn de invoering van de CJP-Cultuurkaart en de administratie die het gebruik ervan vergt, goed verlopen. Op de overige 40% heeft de invoering veel problemen gegeven of is er geld blijven liggen. Op de meeste van deze scholen is geen cultuurcoördinator of is er wel een cultuurcoördinator, maar zijn hem of haar geen uren of mandaat toegekend. Wij merken dat op de scholen waar de cultuurcoördinator een sterke positie heeft, de invoering en het gebruik van de kaart goed verlopen. Praktijkonderwijs: Amsterdam wijkt ten positieve af Vergeleken met de overige scholen lopen scholen voor praktijkonderwijs achter in het vastleggen van hun visie op cultuureducatie. Dit is landelijk vastgesteld. De Monitor cultuureducatie is er bezorgd over dat slechts 34% van de praktijkscholen zijn visie schriftelijk in een apart beleid of in het schoolplan heeft vastgelegd. Amsterdam wijkt in positieve zin af van dit landelijke beeld: in Amsterdam heeft 75% van de praktijkscholen een beleid op het gebied van cultuureducatie geformuleerd en vastgelegd. Bovendien heeft de meerderheid van deze scholen een directeur die er het belang van inziet en een cultuurcoördinator die in de school draagvlak voor cultuureducatie heeft gecreëerd. Binnen het speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs is veel ruimte voor een eigen invulling van het curriculum. Scholen hoeven minder rekening te houden met strak omlijnde doelstellingen als programma’s van toetsing en afsluiting, centrale examens en het behalen van diploma’s. Cultuureducatie wordt erkend als belangrijk middel om de algemene doelstellingen te realiseren: zich staande kunnen houden op stage- en werkplekken, sociaal-maatschappelijk ontwikkeling, zelfredzaamheid en het ontwikkelen van hobby’s. Deze gunstige voorwaarden gelden echter voor alle PRO- en VSO-scholen in het land. Hoe komt het dat de Amsterdamse scholen anders zijn? Wellicht komt dit doordat wij in Amsterdam veel aandacht voor deze scholen hebben, zowel voor de individuele begeleiding als door de bijeenkomsten die wij organiseren. Verder is Mocca begin 2008 met een netwerk speciaal onderwijs en praktijkonderwijs gestart, waarin gedachtenuitwisselingen plaatsvinden over tal van onderwerpen waarmee de coördinatoren op hun school te maken krijgen. Dit netwerk heeft zeker bijgedragen aan het succes en de invulling van cultuuraanbod in de praktijkscholen. 54 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM De Alphons Laudyschool De VSO-afdeling van de Alphons Laudyschool voor ZMLK, is een goed voorbeeld van een school voor voortgezet speciaal onderwijs waarin alle elementen voor het slagen van cultuureducatie aanwezig zijn. Ten eerste is er een gedreven en creatieve cultuurcoördinator, die ondersteund wordt door de directie en het team. Hij heeft voldoende uren voor zijn taken en wordt voor alle financiële zaken bijgestaan door een administratief medewerker. Maar ook in emotionele zin wordt de cultuurcoördinator gesteund. Hij wordt serieus genomen en gewaardeerd voor zijn inzet en krijgt de vrijheid voor eigen initiatief. Daarnaast is de structuur binnen de school met veel kunstvakdocenten ook gunstig voor het inbedden van cultuureducatie. Praktijkvakken als handvaardigheid, tekenen, textiel, tuin, koken, drama en muziek worden er als waardevol gezien. De school heeft een uitstroomprofiel kunst en leerlingen lopen kunststages op verschillende kunstenaarsateliers en in de kunstwerkplaatsen van Stichting Cordaan. Daar de school klein is, is het collectief budget veel minder dan bij een grote scholengemeenschap, maar de school is gedreven in het vinden van gratis aanbod. Twee keer per jaar organiseert de school kunstweken, waarvoor hij subsidies aanvraagt bij het Amsterdams Fonds voor de Kunst en diverse andere fondsen. Terwijl sommige scholen klagen over de houding van de directeur en het gebrek aan zichtbaarheid, greep de directeur van de Alphons Laudyschool zelf de telefoon en belde AT5 en het Jeugdjournaal om ervoor te zorgen dat het kunstproject over China zou worden vastgelegd. Netwerken in het voortgezet onderwijs NetWest Dit schooljaar heeft Mocca een nieuw netwerk opgezet voor cultuurcoördinatoren van VO-scholen in de westelijke stadsdelen. De groep is twee keer bijeengekomen, telkens bij een andere culturele instelling in West. De eerste bijeenkomst was in Garage Notweg, de tweede in Podium Mozaïek. Op beide locaties begon de middag met een rondleiding. Vervolgens wisselde de groep van gedachten over geslaagde projecten, over aanbieders in de buurt en over de organisatie op school. Onderwerpen die nog op de agenda staan zijn financiën, fondsenwerving en culturele diversiteit. De medewerker VO van Koers Nieuw West neemt ook deel aan het netwerk en houdt de scholen op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen binnen het kopprogramma kunst- en cultuureducatie in West. Netwerk speciaal onderwijs Dit netwerk van scholen uit alle geledingen van het (voorgezet) speciaal onderwijs en praktijkonderwijs is in 2008 gestart en is al negen keer bijeengekomen. De behoefte om met elkaar van gedachten te wisselen, elkaar te inspireren en gezamenlijk initiatieven te nemen wordt steeds groter. Om contacten te stimuleren tussen scholen en aanbieders zijn de bijeenkomsten regelmatig bij een culturele instelling in combinatie met een rondleiding en een gesprek met de educatief medewerker van deze culturele instelling. Plannen voor netwerk vmbo KB en BB Vmbo-scholen willen graag in contact komen met collega’s van andere scholen die de kader- en basisberoepsgerichte leerwegen aanbieden. De leerlingen van deze scholen zijn een aparte aandachtsgroep. Er komen steeds meer zorgleerlingen met een laag taalniveau al dan niet gecombineerd met gedragsproblemen. Deze scholen vinden het moeilijk om passend aanbod te vinden. In het schooljaar 20102011 wordt ook voor deze scholen een netwerk gestart. Samenvatting De Amsterdamse VO scholen hebben de afgelopen jaren een grote ontwikkeling doorgemaakt. Landelijk gezien lopen scholen voorop in het percentage gerealiseerde beleidsplannen. Cultuurcoördinatoren kregen een sterkere positie en zijn bedreven geworden in de uitvoering van hun cultuurplan. De hogere bestedingen met de cultuurkaart door scholen met een cultuurcoördinator en een beleidsplan onderstrepen dit. Onderlinge uitwisseling is een speerpunt voor de verdere ontwikkeling van hun werk. 55 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 10. Trends in het VO Inleiding Een verontrustende ontwikkeling is dat er steeds minder taakuren worden toegekend aan de cultuurcoördinator. Door de bezuinigingen waren er het afgelopen jaar op een groeiend aantal scholen geen formatieuren meer beschikbaar voor een cultuurcoördinator. Zeker 12% van de coördinatoren gaf aan dat het aantal uren door onder meer reorganisaties, schoolfusies, andere taakinvullingen en financiële herverdelingen was afgenomen. Eén cultuurcoördinator heeft zijn taak neergelegd, omdat het cultuurcoördinatorschap volgens hem geen persoonlijke hobby is, de taken van een cultuurcoördinator zijn een onderdeel van het schoolprogramma. Scholen schuiven de kunst en cultuur steeds meer naar de achtergrond en afficheren zich liever als exacte school vanuit de gedachte dat zij daardoor een betere concurrentiepositie hebben ten opzichte van andere scholen. Bovendien geven kunstdocenten aan dat er in sectievergaderingen meer aandacht is voor praktische zaken dan voor onderwijsontwikkelingen. Basistechnieken beeldende vorming ontbreken Vmbo-scholen geven aan dat hun leerlingen over weinig vaardigheden beschikken voor het kunstonderwijs. Het lijkt wel of hun niveau ieder jaar lager wordt, zij zouden de basistechnieken voor beeldende vorming missen. Op de basisschool geven vakdocenten nauwelijks kunstonderwijs en op de pabo is er weinig aandacht voor. Bovendien wordt in het kunstonderwijs veel aandacht besteed aan beleven en reflectie en minder aan actieve kunstbeoefening. Als het beoefenen van kunst van huis uit niet is gestimuleerd, halen de leerlingen hun achterstand in het VO heel moeilijk in. Bron: CJP Bestedingen voor CJP-Cultuurkaart in Amsterdam In vergelijking met het schooljaar 2008-2009 geven de scholen het budget van de Cultuurkaart nog steeds grotendeels uit aan theatergezelschappen en bezoeken aan theaters. In 2008-2009 werd daaraan nog 50% van het Cultuurkaartbudget besteed, in het schooljaar 2009-2010 was dit slechts 36%. De bestedingen voor museumbezoeken nemen toe: van 12% vorig schooljaar naar 18% dit schooljaar. Ook de bestedingen bij organisaties voor culturele en educatieve dienstverlening nemen toe: van 12% naar 18%. 5% van het budget wordt besteed aan individuele kunstenaars. Ten slotte werd het budget van de Cultuurkaart voor maar 4% besteed aan bioscoopbezoek. Verdeling over de sectoren van de besteding door de Amsterdamse scholen. 56 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Trends per schooltype Maatschappelijke stage Zoals bekend wordt de maatschappelijke stage (MaS) vanaf het schooljaar 2011-2012 verplicht voor alle VO-scholen. Afhankelijk van het onderwijsniveau besteden leerlingen in het VO 48 tot 72 uur aan deze stage. Het belangrijkste doel van de maatschappelijke stage is dat leerlingen kennismaken met de samenleving en ervaring opdoen in vrijwilligerswerk. In het Trendrapport 2009 werd al vermeld dat er met 35 Amsterdamse scholen een pilot rond de maatschappelijke stage is gehouden. Cofora heeft onderzoek gedaan naar de leereffecten van deze stages. Sardes heeft in zijn landelijke monitor de scholen eveneens gevraagd of zij maatschappelijke stages hebben op het gebied van kunst en cultuur. Maar liefst 20% van de scholen geeft aan dat dit het geval is en dat gemiddeld 28 leerlingen per school stage lopen op het gebied van cultuur. De Amsterdamse scholen laten een ander beeld zien. In het rapport van Cofora komt naar voren dat slechts 8% van de deelnemende Amsterdamse scholen hun leerlingen stage hebben laten lopen in de sector kunst en cultuur. Als daarbij het organiseren van evenementen wordt betrokken, is dit percentage echter 23%, wat vergelijkbaar is met de landelijke meting. De erfgoedsector, met onder andere musea en kunst- en cultuurorganisaties, trok meer dan 8% van de leerlingen. Evenementen binnen of buiten de school trok 10,8% van de leerlingen. De stages werden ingevuld met onder meer het organiseren van een jongerenparty, het verzorgen van de catering van popbands en het voorbereiden van een WereldKinderFeest. In november 2009 ondertekenden culturele instellingen in het Koorenhuis in Den Haag een Intentieverklaring Maatschappelijke Stages met de toenmalige staatssecretaris Van Bijsterveldt van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, om in 2011 al vijfhonderd stageplaatsen te creëren. De partijen die de intentieverklaring hadden ondertekend waren Muziek Centrum Nederland (MCN), Theater Instituut Nederland (TIN), Nederlandse Associatie voor de Podiumkunsten (NAPK), Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) en de Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF). Uit de Amsterdamse pilot blijkt dat bijna twee derde van de leerlingen die stage liepen afkomstig was van het praktijkonderwijs of het vmbo en bijna een derde van de havo en het vwo. Een belangrijk aspect van de stages is dat leerlingen er inzicht door krijgen in hun persoonlijkheid en dat zij algemene competenties verwerven die hun leerprestaties kunnen versterken. De buitenschoolse leerervaringen kunnen worden ingebed in de leerdoelen van schoolvakken, profielen en leerwegen, en zo de aansluiting op vervolgopleidingen verbeteren. Calvijn met Junior College Het Calvijn met Junior College is een vmbo-school in West met de leerwegen basis- en kaderberoeps. Het is een brede school waarin het naschoolse aanbod wordt geïntegreerd in het reguliere lesrooster. Het Calvijn met Junior College treedt al langer naar buiten met de leerlingen en legt ook al langer externe contacten. De school beschikt over een servicepunt, een meetingpoint en een brede-schoolcoördinator. Voorts is er een medewerker die actief voor de school op zoek gaat naar organisaties voor maatschappelijke stages zoals festivals of culturele instellingen. Daarbij gaat hij ervan uit dat een leerling die bijvoorbeeld de richting Zorg heeft gekozen, niet per definitie zijn maatschappelijke stage in die sector moet lopen. De leerlingen van het Calvijn met Junior College vervullen hun MaS bij culturele instellingen, zoals Het Concertgebouw, de Hermitage, het Vondelpark Openluchttheater, het Cinekid Festival en het Sloterplasfestival. Zij helpen met organiseren, het begeleiden van deelnemers en pr-werk. De leerlingen zijn enthousiast omdat er van alles te doen is, omdat zij op plekken komen waar zij anders niet zouden komen en omdat het werk hen boeit. Bovendien maken zij kennis met de organisaties. 57 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Het Huygens College Het Huygens College is een vmbo-school met alle leerwegen gericht op de sector Economie. Leidraad in zijn culturele aanbod is de verdiepende en doorlopende opbouw van het eerste naar het derde leerjaar. Het Fotografie Museum Amsterdam (Foam) was een van de culturele instellingen die regelmatig terugkwam op de school. Het lag daarom voor de hand dat leerlingen van het Huygens College als eerste groep maatschappelijke stagiaires aan het werk ging bij het Foam. Door een nauwe samenwerking tussen de school en zijn leerlingen en het museum sluiten de stageprogramma’s goed aan. Tijdens de stage maken de leerlingen zelf podcasts en filmpjes over fotografie en het museum, en gaan zo zelf aan de slag met beeldcultuur. Ook maken de stagiaires lesmateriaal voor leerlingen uit het speciaal onderwijs. Zo leren zij niet alleen om te gaan met nieuwe media, maar krijgen zij ook de kans hun ideeën in de praktijk te brengen. Buurtgerichte educatieprojecten Met buurtgerichte cultuurprojecten streven scholen naar verbinding met de buurt en samenwerking met lokale kunstenaars en culturele instellingen. Deze projecten zijn een hot item, zowel in de programma’s van politieke partijen als in de beleidsplannen voor cultuureducatie van scholen. Met name scholen voor praktijkonderwijs en vmbo-scholen kiezen ervoor kennis te maken met cultuur via activiteiten in de directe omgeving van de school. Naast de praktische reden van een beperkte reistijd, spelen ook binding en herkenning een rol in die keuze. Bovendien biedt deze aanpak aan leerlingen de mogelijkheid zich te oriënteren op latere beroepsmogelijkheden. Havo- en vwo-scholen met leerlingen uit de wijk zoeken hun culturele activiteiten echter ook bewust in de buurt. Tal van culturele instellingen spelen in op de vraag van scholen naar projecten in hun wijk en gaan daarmee een samenwerking op maat aan met de scholen. Een herkenbaar voorbeeld is het Hervormd Lyceum West voor vwo, havo en vmbo-t in Amsterdam West. De school telt ongeveer 850 leerlingen, veelal van allochtone afkomst. Een van de doelstellingen van de school is leerlingen de kans te bieden te stijgen op de sociale ladder. De school probeert dit doel te bereiken door leerlingen de mogelijkheid te geven hun maatschappelijk functioneren te verbeteren en door de opleiding te laten aansluiten op de arbeidsmarkt. Kunst en cultuur helpen leerlingen hun horizon te verbreden en een kritische houding te ontwikkelen. Bovendien wordt hun binding met de school versterkt door culturele activiteiten. Daarnaast kan de school zich met culturele activiteiten profileren naar de omgeving. De bedoeling is dat de leerlingen hun weg leren vinden naar zowel de binnen- als buitenschoolse reguliere activiteiten in de buurt. De school werkt daarvoor nauw samen met een aantal vaste aanbieders in West. Dit zijn professionele kunstinstellingen op het gebied van muziek, theater, dans, nieuwe media en architectuur. De leerlingen bezoeken voorstellingen op de podia van Amsterdam West, de Meervaart en Podium Mozaïek. Daarnaast maken de bovenbouwleerlingen kennis met de plekken in West, zoals Studio West, theater Rast of het educatief centrum de Witte Tulp om hun talenten te ontwikkelen in de dans-, zang- en toneelworkshops. De leerlingen nemen jaarlijks deel aan het multidisciplinaire Sloterplas Festival en aan het ARCAM-project Bekijk je wijk, een programma dat zoekt naar de verbinding tussen de school en Nieuw West. Een school die de verbinding in de buurt zoekt, is de vmbo bb kb-afdeling (economie, techniek) van het Bredero College in Amsterdam-Noord. 80% van de leerlingen van het Bredero College komt uit Noord. Een groot deel van de leerlingen van het Bredero College heeft een niet-Nederlandse achtergrond.De school ziet het als zijn taak om de leerlingen kennis te laten maken met de historie en het cultureel erfgoed waarvan ook zij deel uitmaken, opdat zij met trots naar hun eigen buurt en afkomst kunnen kijken. 58 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM In samenwerking met lokale media, erfgoedinstellingen en het jongerenwerk in Amsterdam-Noord wordt met kunstenaars en de leerlingen een documentaire gemaakt over Amsterdam-Noord. Ieder schooljaar maken Stichting De frisse blik, een instelling voor media-educatieprojecten, en het Historisch Centrum Amsterdam-Noord samen met leerlingen een korte documentaire over gebeurtenissen in Amsterdam-Noord met historische waarde. De leerlingen maken zo kennis met de verschillende disciplines en toepassingen, en ontwikkelen hun creativiteit en talent, wat leidt tot een positiever zelfbeeld en respect voor elkaars uitingen. Daarnaast krijgen zij een duidelijker beeld van hun beroepsperspectieven, met name in de richting van nieuwe media. Een bijkomend effect voor de school is dat met name leerlingen met een andere culturele achtergrond tijdens een eindpresentatie aan hun ouders de culturele rijkdommen van Amsterdam-Noord kunnen tonen. De nieuwe rol van de culturele partners De samenwerking tussen scholen en culturele instellingen en tussen scholen onderling is aan het veranderen. De verwachtingen van scholen zijn anders geworden door het cultuureducatiebeleid dat zij hebben vastgelegd en hun vraaggerichte houding. Zij nemen niet langer genoegen met een eenmalig project van een workshop en een voorstelling, maar zijn op zoek naar partnerschappen. Scholen willen leerlingen een andere horizon bieden, bijvoorbeeld door uitwisselingen met andere scholen. Tijdens uitwisselingen ontmoeten leerlingen leeftijdsgenoten uit andere delen van de stad en komen in aanraking met een andere manier van leven, andere hobby’s en een andere cultuur of een ander geloof. Culturele instellingen en kunstenaars worden zich daardoor opnieuw bewust van hun rol in het cultuureducatieve veld en reageren op de behoefte van scholen aan partnerschappen en interscolaire ontmoetingen. Een voorbeeld daarvan is het juniorproject van Toneelgroep Amsterdam (TA-juniorproject). Vorig jaar organiseerde dit gezelschap een productie met vijf Amsterdamse scholen, het Berlage Lyceum, het Cartesius Lyceum, het Montessori Lyceum Amsterdam, de Open Schoolgemeenschap Bijlmer en de Visio Comeniusschool. Dertig leerlingen van deze vijf scholen ontwierpen en speelden Het feest van het grote geld, een eigen variant van de volwassenenvoorstelling Zomertrilogie van Goldoni. De scholen die deelnemen aan het TA-juniorproject zijn cultureel actieve vmbo-t-, havo- en vwo-scholen met een cultuurcoördinator en een stevig verankerd cultuurbeleid dat zichtbaar is in de school. Film 2 connect Een ander initiatief, dat nog in ontwikkeling is, is het project Film 2 connect. Het won in januari 2009 de stimuleringsprijs van het Nederlands Instituut voor Filmeducatie (NIF). Het is een onderwijsproject voor de bovenbouw over film en internet, waarin vier scholen een partnerschap aangaan met De frisse blik en het IDFA. Leerlingen maken filmpjes over zichzelf en over een andere jongere die zij normaliter niet ontmoeten. Deze filmpjes gaan over wat zij zoal doen in hun dagelijks leven, zoals over hun hobby’s, kunstbezigheden en geven hun visie op zaken als film, beeldvorming in de media, identiteit en internet. De filmpjes worden verwerkt in het voorprogramma van het scholierenprogramma van het IDFA in november. De deelnemende scholen zijn de IVKO School, het 4e Gymnasium, Scholengemeenschap Reigersbos en het Huygens College. Deze scholen variëren in populatie, stadsdeel en schooltype. Het onderwijsniveau loopt van vmbo tot gymnasium. Al deze scholen hebben een gedegen programma voor cultuuronderwijs en willen nog meer op dat gebied. Zij willen daarom met elkaar en met een aantal professionele kunstinstellingen samenwerken. De vier scholen zoeken naar verdieping, in dit geval in een leerlijn Film. Om ervoor te zorgen dat het project Film 2 connect onderdeel wordt van een langere leerlijn van de scholen, gaan de vier scholen samen met stichting De frisse blik en IDFA Docschool een lesprogramma ontwikkelen. 59 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Film en media Het Huygens College (vmbo) ontwikkelt al jaren een doorlopende leerlijn Kunst Beeldend in zijn curriculum. Het profileert onder andere nieuwe media door meer film en fotografie te gebruiken als beeldend middel en door in het CKV-curriculum van het vmbo-t ook mediawijsheid op te nemen. Volgens het IVKO (vmbo-t en havo) is de relatie tussen cultuureducatie en mediawijsheid evident. Daarom krijgen film- en media-educatie er extra aandacht in het gehele curriculum. Ook Scholengemeenschap Reigersbos (vmbo-t, havo en vwo) heeft een leerlijn Beeldend in het tweede en derde leerjaar. De leerlingen leggen daarin een dossier aan en houden zich bezig met driedimensionale vormgeving, film en nieuwe media. Op het 4e Gymnasium beginnen de leerlingen in de eerste klas aan een doorlopende leerlijn film met het maken van kleine filmpjes. Ieder schooljaar wordt daaraan een aspect toegevoegd, zoals interviews filmen, trailers maken en het leren van filmtechnieken. Ten slotte maken de leerlingen in de bovenbouw propagandafilms en documentaires waarin zij de vaardigheden die zij hebben verworven kunnen toepassen. Samenvatting Scholen zijn op zoek naar partnerschappen met culturele instellingen en naar uitwisselingen met andere scholen. Ze faciliteren daarmee onderlinge ontmoetingen in een gezamenlijk project of in een gezamenlijke productie. In het vmbo blijken leerlingen weinig vaardigheden te hebben in de basistechnieken voor beeldende vorming. De rol en positie van de cultuurcoördinator staat onder druk, door de bezuinigingen is op een groeiend aantal scholen de formatie-uren voor cultuurcoördinatoren afgeschaft. 60 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 11. Culturele instellingen Inleiding De vraaggerichte cultuureducatie in Amsterdam heeft openheid gebracht. Het is aantrekkelijk voor culturele instellingen en zelfstandig kunstenaars om zich op scholen te richten. Zij willen dat scholen hen niet langer alleen als ‘aanbieder’ zien, maar ook als mogelijke partner en vice versa. De grote erfgoedinstellingen en theaters hebben educatie als onderdeel van hun opdracht meegekregen en de kleine instellingen en kunstenaars hebben echt passie om kinderen te laten delen in hun eigen enthousiasme voor de kunsten. Werken op een school is meer dan alleen het uitbreiden van een afzetmarkt voor culturele producten. Het vraagt zowel om kennis van een of meer kunstdisciplines als om didactische kennis, kennis van de ontwikkeling van kinderen en kennis van hun aandachtscurve. Dat cultuurcoördinatoren een professionaliseringsslag maken is elders al beschreven. De grote culturele instellingen hebben een zelfde verbeterslag gemaakt. Voor veel kleine culturele instellingen en zelfstandig kunstenaars die cultuureducatieve activiteiten willen ontplooien, is die verbetering de volgende noodzakelijke stap. Culturele instellingen in de Mocca-database Mocca biedt via haar website een overzicht van het cultuureducatieve aanbod voor Amsterdamse scholen. De instellingen melden zich zelf aan en scholen kunnen op basis van een zoekmachine en filters naar het aanbod zoeken dat past bij het beleidsplan van hun school. Er staan nu 586 instellingen op de website. Het afgelopen jaar zijn 74 instellingen van de website verwijderd die weinig actief waren. Van september 2009 tot en met juli 2010 meldden 130 nieuwe culturele instellingen en kunstenaars zich aan. De meeste aanmeldingen komen uit de discipline theater, gevolgd door de disciplines beeldende kunst en muziek. Culturele diversiteit in het Amsterdams aanbod In Amsterdam wonen 177 verschillende nationaliteiten. 30% van de Amsterdamse bevolking heeft twee nationaliteiten, waaronder de Nederlandse, of een andere nationaliteit dan de Nederlandse. Volgens sommige tellingen zijn er in onze stad meer nationaliteiten dan in New York. 17% van de culturele instellingen en kunstenaars in de database heeft een cultureel diverse achtergrond of biedt een project aan met een cultureel divers karakter, bijvoorbeeld een workshop henna, mozaïek, samba, buikdans of didgeridoo. Van de verschillende disciplines in de Mocca-database is het dansaanbod het meest cultureel divers, 20% van het dansaanbod is niet-westers. Daarna volgen muziek en beeldende kunst. Instellingen geven in de database vaak niet duidelijk aan dat hun aanbod cultureel divers is. Voor scholen is het nuttig als instellingen dit juist wel aangeven. De zichtbaarheid in de database wordt er mee verhoogd. Mocca stimuleert culturele instellingen en kunstenaars hun trefwoorden zorgvuldig te kiezen, met de taal van de school als leidraad. 61 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Opschoning van de database In het afgelopen voorjaar zijn 200 culturele instellingen en kunstenaars die op de database stonden, maar waar geen kennismakingsgesprek mee had plaatsgevonden, benaderd met de vraag of ze van de website mochten worden verwijderd. Bij geen reactie op de eerste e-mail en de herinneringsmail zouden de instellingen en kunstenaars in kwestie binnen 3 maanden verwijderd worden. In totaal zijn er 73 van de 200 gemailde instellingen verwijderd. Per discipline komt dit neer op: 13 muziek, 6 dans, 14 beeldende kunst, 18 theater, 3 letteren, 2 cultureel erfgoed, 9 multidisciplinair, 9 nieuwe media, 1 bemiddelingsorganisatie. De verwijderde cultuuraanbieders zijn vrij om zich opnieuw aan te melden, met de instellingen en kunstenaars die nog wel actief in cultuureducatie waren, zijn de contacten hernieuwd. Trends in het aanbod Speciaal onderwijs Er wordt meer aanbod ontwikkeld specifiek voor het speciaal onderwijs. Instellingen gaan intensief met een school in gesprek om programma’s voor deze doelgroep te ontwikkelen. De Klankspeeltuin heeft extra begeleiders voor scholen voor speciaal onderwijs. Er is één Klankspeeltuinbegeleider op elke vijf kinderen en indien nodig zijn de lessen korter. Als een school vaker wil komen, zoals Praktijkcollege Het Plein, maakt de Klankspeeltuin samen met iemand van de school activiteiten op maat. Het Rijksmuseum ontwikkelde exclusief voor het speciaal onderwijs, sbo en vso, het programma Kijk je ogen uit met Avercamp! De zeventiende-eeuwse schilder Hendrick Avercamp was zelf doof. Het lesprogramma is daarom voor dove en slechthorende kinderen. (Gebaren)taal en het kijken naar kunst staan erin centraal. Buiten de grote instellingen ontwikkelen ook individuele kunstenaars programma’s voor het speciaal onderwijs. Roos Toussaint is dansdocente in moderne dans. Onder de naam Roos Dansverhalen verzorgt zij onder andere lessen voor autistische en verstandelijk gehandicapte kinderen. In haar lessen combineert zij dans met poppenspel. Steeds meer Community art Sociale samenhang, social-inclusionprojecten, Community art, het zijn allemaal termen die verwijzen naar buurtgerichte cultuureducatieve projecten. Scholen kiezen vaak voor deze buurtgerichte activiteiten om de sociale cohesie te bevorderen. De projecten maken contact mogelijk met buurtgenoten rond de school en geven kinderen een gevoel van trots op hun school. Het fotografiemuseum Foam is een voorbeeld van een culturele instelling die de Community art serieus neemt. Het museum heeft een buurtcentrum annex fotostudio geopend aan het Bilbaoplein in Nieuw West vanwaaruit jongeren kunnen meedoen aan fotoprojecten in de eigen buurt. 62 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Enkele voorbeelden De Corantijn in de Baarsjes, heeft in een buurtproject beeldendekunstvoorwerpen tentoongesteld in de etalages van winkels. Vera Linn Laan organiseert buurttheaterprojecten waarin zij een voorstelling geeft die geschreven is voor de wijk waarin de basisschool staat die het project uitvoert. De voorstelling wordt door de kinderen gespeeld op bijzondere plekken, zoals bij iemand op het balkon, op een bootje in het water of in een mooie tuin. Het publiek en de kinderen die niet meespelen in het stuk lopen langs verschillende plekken waar het theaterstuk wordt gespeeld. Norbau, een samenwerkingsverband tussen de beeldend kunstenaars Norbert Wille en Baukje Spaltro, laat kinderen in het project Citymap een plattegrond maken van hun ideale buurt op een wit tafelkleed. Spelenderwijs worden zij zich bewust van hun omgeving, van onderlinge en culturele verschillen, en van actuele vraagstukken. Leerlingen van de Olympiaschool, de Peetersschool, de Geert Grooteschool en Instituut Schreuder fotografeerden hun omgeving voor het kunsteducatieproject Het verleden herbeleven, heden vormgeven. De beelden werden op de computer tot kunstwerk bewerkt en tentoongesteld in Cultuurhuis Diamantslijperij en de Openbare Bibliotheek, filiaal Roelof Hartplein. Public Amusement: Tijdens expeditielessen onderzoeken leerlingen het dagelijks leven van bewoners in hun eigen buurt, waarbij zij worden begeleid door een fotograaf, een theatermaker, een toneelschrijver, een architect en een buurtcoördinator. De leskisten van Bureau Monumenten en Archeologie bevatten materiaal voor lessen over monumenten. De lessen zijn gericht op de omgeving van de school. Stichting Geheugen van West In dit project verzamelen jongeren verhalen en beelden uit de buurt en publiceren deze als stripverhaal, fotoreportage of interview op de website www.geheugenvanwest.nl. Centrum Beeldende Kunst Zuidoost In Zuidoost staat veel kunst op straat en in het openbare groen. CBK Zuidoost biedt een speurtocht naar beelden in de buurt die de omgeving bijzonder maken. Wie heeft dat kunstwerk gemaakt? Waarom ziet het er zo uit? Wat is het verhaal achter het kunstwerk? Gebouwd in West Judith Zwaan maakte op de Sint Janschool een architectonisch kunstwerk van papier-maché, waaraan de hele school meewerkte. Alle groepen maakten één bouwsteen van papier-maché. Alle bouwstenen samen vormden een ‘gebouw’. Judith werkte samen met tachtig hulpouders. Het architectonisch kunstwerk stond een week lang tentoongesteld in Het Sieraad. De kinderen hebben zelf hun bouwstenen naar Het Sieraad gebracht en het kunstwerk steen voor steen opgebouwd. 63 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM NWC de Ezel Als veel ZZP’ers de arbeidsmarkt betreden, ontstaat behoefte aan samenwerking. Marike Hoekstra en Linda Rusconi zijn beide beeldend kunstenaar en speelden in op deze behoefte. Om een Amsterdams netwerk van beeldend kunstenaars in educatieve rollen te creëren, ontwikkelden zij de krant NWC de Ezel, een nieuw en verfrissend initiatief. NWC de Ezel richt zich op beeldend kunstenaars, docenten beeldende vorming, cultuurcoördinatoren met een beeldende achtergrond, beeldende-opleidingsinstituten en kunstinstellingen. De krant is een platform voor de beeldend kunstenaar die, naast zijn eigen artistieke praktijk, ook op scholen werkt. Een terugkerend onderwerp in NWC de Ezel: ‘hoe gedraag je je als kunstenaar in je lespraktijk en waarom is het belangrijk dat je beiden bent: kunstenaar en docent?’ Met steun van het Basisburo en de Academie voor Beeldende Vorming kwam in juni 2010 de eerste krant uit. Het streven is NWC de Ezel zes keer per jaar uit te brengen. 64 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Bijlage 1 Overzicht van de culturele instellingen in de Mocca-database per discipline Beeldende kunst In de discipline beeldende kunst staan 91 culturele instellingen en kunstenaars in de Mocca-database. Deze instellingen en kunstenaars bieden zonder uitzondering maatwerk. Bijna 70% maakt projecten voor zowel het PO en VO als het speciaal onderwijs. 23 van de 91 culturele instellingen en kunstenaars werken vanuit een cultureel diverse insteek. Van de 91 organisaties is 86% zelfstandig kunstenaar. Er zijn steeds meer initiatieven om beeldende vorming en cultuureducatie in een doorlopende leerlijn aan te bieden. De omvangrijke digitale lesmethode ‘Laat maar zien’ voor het PO van Stichting Beeldend Onderwijs is daarvan een voorbeeld. Afgelopen schooljaar meldden 22 culturele instellingen en kunstenaars zich in de discipline beeldende kunst aan op de Mocca-website. Het merendeel van de nieuwe aanmeldingen, 20 van de 22, komt van zelfstandig kunstenaars. Enkele van deze kunstenaars hebben de opleiding tot beroepskunstenaar in de klas, de Bikopleiding, afgerond. Cultureel erfgoed Het educatief cultureel erfgoed in de Mocca-database bestaat grotendeels uit musea, 22 van de in totaal 36 instellingen zijn musea. Soundtrackcity Amsterdam is geen museum, maar biedt wel projecten aan op het gebied van cultureel erfgoed. Zij nodigt jongeren uit om de straat op te gaan en opnieuw de stad te ontdekken via acht geluidswandelingen van kunstenaars. De wandelingen zijn in verschillende wijken en vertellen elk een ander verhaal over heden, verleden en toekomst van het gebied, gebaseerd op verhalen en ervaringen van bewoners. Het zijn theatrale, muzikale geluidswandelingen. In totaal staan er 185 cultureel-erfgoedprojecten op de Mocca-website. Een deel daarvan is multidisciplinair, zoals het lesprogramma Wereldburgerschap van Kind & Wereld. De leerlingen leren in dit programma over wereldreligies maar ook over armoede en rijkdom in Tanzania. Zij leren maskers te maken van oude materialen en zij leren de ritmes van een traditionele oogstdans. Musea werken vaker multidisciplinair. Zo heeft het Van Gogh Museum de theatrale rondleiding Augusta voor het basisonderwijs. Ook het Rijksmuseum heeft, samen met de Toneelmakerij, een onderwijsprogramma ontwikkeld waarin de geschiedenisles met gebruik van toneel spannend en smakelijk wordt gemaakt. Met ingang van 1 augustus 2010 is de canon van Nederland officieel opgenomen in de kerndoelen voor het primair en voortgezet onderwijs. In schoollokalen hangt de poster van de canon van Nederland en leerkrachten bezoeken de website entoen.nu. Toch weten leerkrachten niet altijd hoe zij deze canon moeten inzetten in de lessen. Bekende erfgoedmusea zoals het Rijksmuseum, het Amsterdams Historisch Museum en het Stadsarchief spelen hierop in en ontwikkelen nieuw lesmateriaal of koppelen de canon aan reeds bestaande projecten. Dans Het educatief dansaanbod van de 80 instellingen in de Mocca-database omvat veel verschillende stijlen. Modern en klassiek ballet, dansexpressie, stijldans en verschillende urban-dancestijlen. Voorts zijn er nieuwe en multidisciplinaire initiatieven zoals schrijfdans en weinig bekende dansvormen zoals het esoterische Bharata Natyam. 65 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 36 instellingen melden dat dans hun hoofddiscipline is en 44 instellingen noemen het als tweede discipline. Het aantal instellingen dat dans aanbiedt groeit niet veel, het afgelopen jaar zijn er acht instellingen bij gekomen. Het is echter de discipline met het grootste percentage cultureel divers aanbod. Van 20% van het dansaanbod op de Mocca-website is de inspiratiebron niet-westers: Senegalese sabar, bachata uit de Dominicaanse Republiek, Argentijnse tango, zouk uit Guadeloupe en Oriëntaalse dans, allemaal vormen die toegankelijk zijn voor Amsterdamse scholen. Urbandancestijlen zijn populair, vooral bij leerlingen in het VO. Programma’s als ‘Move like Michael Jackson’ of ‘America’s Best Dance Crew’ schieten als paddestoelen uit de grond en dragen bij aan de interesse van Amsterdamse leerlingen in deze stijlen. Van de dansinstellingen op de Mocca-website biedt 20% projecten specifiek gericht op het voortgezet onderwijs aan en 75% zowel projecten voor primair als voortgezet onderwijs. Opvallend is verder dat van alle instellingen 75% aangeeft dat een deel van hun projecten geschikt zijn voor het speciaal onderwijs. Het grote aanbod op het gebied van dans voor speciaal onderwijs zet aan tot vernieuwing zoals schrijfdans, een nieuw fenomeen. Schrijfdans is geschikt voor alle kinderen van 3 tot en met 12 jaar ongeacht hun motorische vaardigheden of verstandelijke vermogens. Het is een multidisciplinaire schrijf- en bewegingsmethode die hen helpt vlot te leren schrijven en spelenderwijs hun motoriek te verbeteren. Binnen schrijfdans komen de disciplines dans, letteren, muziek en beeldend aan bod. In twee maanden telde de Mocca-database drie nieuwe instellingen die schrijfdans aanbieden. Culturele instellingen als Dancefun4kids en Kunstgras bieden workshops schrijfdans. Deze bestaan uit beweging en dans in de ruimte en beweging, tekenen en schrijven op het platte vlak met krijt, verf, potloden en scheerschuim. Aan een project kan een thema worden gekoppeld, afhankelijk van de wensen van scholen. Stichting Balls (ISH) Sinds 1999 is de ambitie van ISH om de steeds veranderende straatcultuur te confronteren met gevestigde cultuuruitingen. Dans en acrobatische stunts vormen de rode draad in de ISH-voorstellingen. Zij zijn gericht op groep 8 en alle groepen in het VO. Na tien jaar ISH, is de naam veranderd in Stichting Balls (ISH). Balls blijft nieuwe artistieke uitdagingen aangaan en de onmiskenbare ISH-stijl blijft terugkomen in het aanbod. Motion capture, rap, lyrical hiphop, humor, breakdance, audiovisuele effecten, spoken word en acrobatiek zijn voor ISH middelen om het verhaal te vertellen. In 2010 kwam ‘Stormish-Who the f*** ISHakespeare’ uit, een interpretatie van het klassieke stuk van William Shakespeare. De voorstelling ‘Herculish’ volgt komend najaar. In deze voorstellingen ontmoeten hedendaagse straatcultuur en klassiekers elkaar. Balls denkt vooruit en laat zich inspireren door ontwikkelingen op straat, onder andere door veel samen te werken met jongeren. Talentontwikkeling van jongeren in achterstandsposities is een speerpunt. Dit doet Balls niet alleen met dans. Balls wijst jongeren ook op de financiële mogelijkheden van het Jongerencultuurfonds Amsterdam. Onlangs vierde Stichting Balls in Paradiso zijn tienjarig jubileum met een feestelijke jubileumvoorstelling. Geheel in ISH-stijl was er dezelfde avond ook een rollerskate-disco, een skatedance-show, een DJ-competitie en een jubileumfeest. 66 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Letteren De lettereninstellingen vormen een kleine, maar zeer constante groep instellingen en kunstenaars in de database. 24 organisaties noemen letteren als hoofddiscipline. Daarnaast zijn er nog 41 andere instellingen die aangeven dat zij aanbod op het gebied van letteren hebben, maar waarvan het niet de hoofddiscipline is. Letteren is een actieve discipline, van alle letterenprojecten is 80% actief. In verschillende projecten is zelf een verhaal of gedicht schrijven het uitgangspunt. Deze projecten worden meestal afgesloten met een wedstrijd of een performance waarin de leerlingen hun geschreven tekst aan het publiek laten horen. School der Poëzie organiseert deze wedstrijden of performances, zowel lokaal als landelijk. Met het laten schrijven van verhalen en gedichten door kinderen en jongeren wordt beoogd dat zij hun woordenschat vergroten, maar ook dat zij zich leren presenteren. Een terugkerend onderwerp bij letteren is in het openbaar spreken. Er zijn meerdere projecten waarin het gaat om filosoferen, discussiëren, debatteren en interviewtraining. Bij letteren draait het dus niet alleen om het geschreven, maar ook om het gesproken woord. Een terugkerend thema is het ontdekken van jezelf en wat je later wilt worden. Zo wordt letteren in het onderwijs gebruikt om vakken als geschiedenis, CKV en Nederlands te combineren in oral history. Bij oral history verdiepen de jongeren zich in de geschiedenis van Nederland, van naasten en ook van zichzelf. Zij doen dit door interviews af te nemen van mensen uit hun buurt of van ouderen en door te luisteren naar hun verhalen. Door de verslaglegging achteraf worden de verschillende onderdelen van de discipline gecombineerd in verschillende schoolvakken, zoals geschiedenis en topografie. Letteren wordt dus gecombineerd met andere disciplines, wat niet zo verwonderlijk is, aangezien taal voor veel disciplines het uitgangspunt is. Zo wordt taal met theater gecombineerd en schrijven kinderen hun eigen toneeldialogen. In verteltheater, een aparte discipline binnen theater, is het vertellen van verhalen de leidraad. Impresariaat Het Verteltheater heeft zeventien vertellers in zijn bestand en meer dan honderd voorstellingen, verhalen en workshops. Het biedt muzikale, literaire, spannende, avontuurlijke en grappige verhalen. Andere combinaties in letterenprojecten worden bijvoorbeeld gemaakt met muziek, in de vorm van rap en slam poetry, en met dans, door het dansen van sprookjes. Een instelling die inmiddels al vijf jaar actief is op het gebied van cultuureducatie en letteren is Stichting Taalvorming. Zij probeert een brug te slaan tussen kunsteducatie en taalonderwijs en biedt daarvoor een gevarieerd aanbod van workshops en projecten. Ter ere van het vijfjarig bestaan organiseert Stichting Taalvorming dit jaar in september de conferentie ‘De kracht van taalvorming, taal met hart, hoofd en handen’. Het doel van deze conferentie is om de aanwezigen te inspireren om taalvorming te gebruiken in allerlei situaties. 67 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Muziek Mocca telt 67 muziekinstellingen in haar database. Dit aantal groeit nog steeds en wordt steeds kleurrijker. 57% van alle muziekinstellingen biedt programma’s voor zowel PO- als VO-leerlingen. Leerkrachten kunnen zowel bij 25 grote als bij 42 kleinere muziekinstellingen terecht met hun wensen voor muziekonderwijs. Scholen voor speciaal onderwijs hebben volop keuze: 41 muziekinstellingen maken projecten voor het speciaal onderwijs. Van alle aangemelde muziekinstellingen heeft ruim 40% een cultureel divers muziekaanbod. Steeds meer muziekinstellingen met een aanbod van niet-westerse muziek vinden hun weg naar de Mocca-database. Samba Salad richt zich op Zuid-Amerikaanse en met name Braziliaanse beats. Het trio Neco Novellas brengt niet alleen het populaire djembé, maar ook andere Afrikaanse percussie-instrumenten onder de aandacht van scholen. De in september 2009 geopende Wereldmuziekschool is een nieuwe Amsterdamse muziekinstelling die als missie heeft om verschillende muziekstromen de scholen in te brengen. Stichting Kasba is een van de weinige culturele instellingen die zich inzet voor verspreiding en professionalisering van Marokkaanse muziek en cultuur in Nederland. De stichting komt voort uit de band Kasba, die uit Nederlanders en Marokkanen bestaat. Stichting Kasba richt zich op PO-leerlingen en muziekscholen. In de toekomst wil zij ook projecten ontwikkelen voor het VO. In samenwerking met Kunstfactor maakte Stichting Kasba ‘Klinkend Arabisch’, twaalf Noord-Afrikaanse meespeelnummers voor het muziekonderwijs. Het materiaal kan gebruikt worden op muziekscholen om leerlingen kennis te laten maken met een aantal basisritmen en melodieën in de Noord-Afrikaanse muziek. Nieuwe Media/audiovisueel Het gebruik van media in het onderwijs neemt toe, ook in de kunstvakken. De behoefte aan mediawijsheid wordt schoolbreed gevoeld.22 De discipline nieuwe media/audiovisueel groeit daardoor. Dit jaar zijn er weer zeventien nieuwe organisaties bij gekomen, wat het totale aantal organisaties dat nieuwe media/ audiovisueel aanbiedt op 62 brengt, 11% van het totale aanbod. Deze instellingen en kunstenaars geven aan dat media/audiovisueel hun hoofddiscipline is. Daarnaast zijn er nog 34 instellingen die aangeven dat zij weliswaar activiteiten op het gebied van nieuwe media/audiovisueel aanbieden, maar dat het niet hun hoofddiscipline is. In het afgelopen jaar zijn acht instellingen verwijderd uit de database, omdat zij geen projecten meer aanbieden of ontwikkelen. Wat opvalt, is dat er naast de vele workshops film, videoclips, animaties en foto’s maken, steeds meer aandacht is voor mediawijsheid. Projecten en workshops beginnen met een inleiding over mediawijsheid en gaan daarna over in zelf maken en vastleggen. In projecten wordt onder meer van jongeren gevraagd om hun eigen leven te filmen of om aan de slag te gaan met maatschappelijke thema’s. Door deze onderwerpen centraal te stellen wordt het maken van films onder meer ingezet om jongeren erachter te laten komen wat zij later willen worden en of zij zich bewust zijn van hun keuzes in het dagelijks leven. Door de inleiding in mediawijsheid worden jongeren zich bewust van de mogelijkheden van media-uitingen en van hoe zij de waarheid kunnen manipuleren. Er is veel aanbod in de database om kinderen en jongeren te leren zelf films en foto’s te maken, maar ook is er veel aanbod om hen animaties en korte videoclips te leren maken. Doordat jongeren met hun mobiele telefoons kunnen fotograferen en filmen en er toegang mee hebben tot internet, hebben zij steeds meer toegang tot de media. Instellingen spelen daarop in door bij de projecten het eindproduct in de vorm van een podcast te zetten, door het te presenteren in de vorm van een powerpointpresentatie, door het op Youtube te zetten of door het op een eigen website te zetten. 22 Cutuur en School 68 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Vorig jaar schreven wij al over culturele instellingen die de buurt in trekken. Deze trend heeft zich het afgelopen jaar voortgezet. Foam had al de Foam_Mobiel waarmee het de wijk in kan trekken, maar sinds mei heeft het museum een dependance aan het Confuciusplein in Amsterdam Nieuw-West, waar het drie jaar zal blijven. Kinderen, jongeren en volwassenen uit de buurt kunnen drie jaar lang fotografieworkshops volgen waarbij zij zichzelf en hun wijk in beeld brengen. Zo probeert het museum ook de sociale samenhang te vergroten en meer cultuur naar het stadsdeel te brengen. Daarnaast is er in deze discipline ook een nieuw en belangrijk samenwerkingsverband. Onder de naam EYE Film Instituut Nederland zijn de Filmbank, Holland Film, het Nederlands Instituut voor Filmeducatie en het Filmmuseum per 1 januari 2010 verenigd in één organisatie, onder één naam en onder één dak. EYE heeft kennis en expertise op het gebeid van filmrestauratie, onderzoek, educatie, internationale promotie en marketing. Op het gebied van educatie levert EYE een bijdrage aan het aanbod op het gebied van filmeducatie in Nederland. Theater Theater blijft de discipline met het meeste aanbod. Van de 559 instellingen op de Mocca-website geven 164 instellingen aan dat theater hun hoofddiscipline is, 29% van alle instellingen. 49 instellingen geven aan dat zij activiteiten op het gebied theater aanbieden, maar dat dit niet hun hoofddiscipline is. Het afgelopen schooljaar zijn er 39 nieuwe theaterinstellingen op de Mocca-website bijgekomen, 30% van alle nieuwe aanmeldingen. Theater kan in veel vormen worden aangeboden: poppentheater, locatietheater, improvisatietheater, mimevoorstellingen, interactieve theatervoorstellingen over persoonlijke en maatschappelijke thema’s, dramalessen, internationaal theater, muzikale voorleesvoorstellingen, musicals en in nog veel meer vormen. De instellingen bieden projecten en voorstellingen voor alle doelgroepen. 50% van de instellingen geeft aan dat zij projecten voor het speciaal onderwijs hebben en 36% maakt alleen projecten voor het primair onderwijs. Theaterinstellingen bundelen hun krachten. Theatereducatie Amsterdam is een samenwerkingsverband van elf verschillende theaters en gezelschappen uit Amsterdam: De Toneelmakerij, Het Muziektheater Amsterdam, MC, Podium Mozaïek, Rozentheater, Stadsschouwburg Amsterdam, Theater Bellevue, Frascati, De Krakeling, Toneelgroep Amsterdam en het Tropentheater. Al vijf jaar organiseren deze theaters voor docenten in het voortgezet onderwijs in Amsterdam de Theateradviesdag en sinds vorig schooljaar ontwikkelen zij ook een basisworkshop theater en bieden zij deze aan. Het is een workshop voor brugklassers die voor het eerst vanuit school in aanraking komen met theater en theatereducatie. Ook hebben deze theaters sinds juni 2010 een vernieuwde website met een duidelijk overzicht van alle voorstellingen met een bijbehorende leeftijdsindicatie. Een aantal instellingen zet theater in om kinderen en jongeren vertrouwd te maken met de dagelijkse realiteit. In theaterstukken worden actualiteiten en maatschappelijke issues aan de orde gesteld. Stichting Kikid maakt theatervoorlichtingsprojecten voor het voortgezet onderwijs met als doel de sociale competenties en maatschappelijke weerbaarheid van de jeugd te versterken en te vergroten. Jongeren tussen de 17 en 21 jaar worden ingezet om peer-educationprojecten uit te voeren binnen het onderwijs, gevolgd door een discussie tussen de peer-educators en de leerlingen. Stichting Kikid werkt met peereducators omdat zij dicht bij de leefwereld van de leerlingen staan. De projecten zijn een mix van kunst, cultuur en discussie. 69 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Bijlage 2 Een onderzoek naar Cultuureducatie en taal Maaike Verrips 4 oktober 2010 Vijf visies Mocca signaleerde de afgelopen jaren dat veel basisscholen zich bij de aanpak van cultuureducatie steeds nadrukkelijker afvragen of cultuureducatieve activiteiten ook een bijdrage leveren aan de taalontwikkeling van de leerlingen. Ook aanbieders lijken hier op in te spelen door bijvoorbeeld woordenschatontwikkeling te benoemen als één van de positieve effecten van hun project. Wat is hier aan de hand? Maaike Verrips van De Taalstudio ging in opdracht van Mocca in gesprek met vijf scholen in vier stadsdelen, om meer te weten te komen over die relatie tussen taal en cultuureducatie. Hoe kijken de scholen aan tegen de inzet van cultuureducatie voor de taalontwikkeling? Wat zijn hun verwachtingen en wat zijn de ervaringen? En tot slot: is er misschien juist iets voor te zeggen om bij cultuureducatie niet in te zetten op de taalontwikkeling? Vijf betrokken leerkrachten, met vijf verschillende benaderingen van taalonderwijs, en vooral van de plaats van cultuureducatie daarin. Maar eerst een uitstapje naar de theorie achter taalonderwijs. Taalonderwijs Het werken aan taalachterstanden heeft op veel Amsterdamse basisscholen de hoogste prioriteit. Dat geldt zeker voor de scholen met veel anderstalige leerlingen. Het inzicht is immers wijd verbreid dat een goede taalontwikkeling de basis vormt voor het hele onderwijs. Dat mes snijdt aan twee kanten. Enerzijds geeft een onvoldoende taalbeheersing problemen in alle vakken. Aan de andere kant bieden alle vakken kansen om aan taalontwikkeling te werken. Ook is duidelijk dat, binnen het taalonderwijs, de ontwikkeling van de woordenschat de eerste plaats verdient. Leerlingen die niet voldoende woorden kennen, kunnen de lessen onvoldoende volgen. Maar zij leren ook minder snel nieuwe woorden bij. Taal, en in het bijzonder woordenschat, is dus de basis van alle vakken en alle vakken bieden mogelijkheden om aan de woordenschat te werken. Het is dan ook op zichzelf niet verrassend dat ook bij cultuureducatieve activiteiten aandacht is voor de taalontwikkeling van de leerlingen. Om systematisch de kennis van de leerlingen uit te breiden is bewust inrichten van woordenschatonderwijs noodzakelijk. Dit vereist van leerkrachten ook specifieke didactische kennis en specifieke vaardigheden. Factoren die het succes van woordenschatonderwijs bepalen, zijn: systematisch en structurele aandacht voor woorden, aansluiten bij de beleveniswereld van het kind, woorden aanbieden in een betekenisvolle context en in samenhang met andere woorden. Vooral bij jonge kinderen wordt het ook van belang geacht dat andere zintuigen dan kijken en luisteren worden betrokken bij het overbrengen van de betekenis van woorden. Er zijn verschillende werkwijzen bekend om aan de woordenschat van kinderen te werken. En dat gaat niet door het laten opdreunen van rijtjes woorden, maar altijd door een combinatie van technieken. In de bekende aanpak ‘Met woorden in de weer’ worden vier stappen onderscheiden. De te leren woorden worden eerst zorgvuldig geselecteerd, dan wordt de belangstelling van de kinderen voor de gekozen woorden gewekt, en vervolgens wordt de betekenis met verschillende technieken overgebracht. Tot slot wordt gecontroleerd of de kinderen het woord passief en actief beheersen. Er is niet veel fantasie voor nodig om te zien dat cultuureducatie de woordenschatontwikkeling in al deze stappen zou kunnen ondersteunen. Maar doet het dat ook? Ondanks de gebleken belangstelling van scholen voor de mogelijkheid om cultuureducatie te verbinden aan het taalbeleid, is er geen gedegen onderzoek waarin de effecten van zulke inspanningen zijn gemeten. 70 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Kunst en kennis De Kraal is een kunstmagneetschool, wat zoveel wil zeggen als dat de school er naar streeft veel aandacht aan kunstvakken te besteden en deze ook te integreren met de kennisvakken. De Kraal heeft drie vakdocenten voor de kunstvakken: één voor dans, één voor drama en één voor beeldende vorming. Frances Overwater is docent dans en ICC-er op basisschool de Kraal. Zij is er rotsvast van overtuigd dat het onderwijs in de kunstvakken ook een positief effect op de kennisvakken kan hebben. Frances investeert dan ook veel in de aansluiting tussen de danslessen en de lessen van de groepsleerkracht. Het cultuurschrift is daar een recent voorbeeld van: in het schrift schrijven de kinderen zelf iets over de dansles. Zo vertalen ze zelf de dansles naar een taal-activiteit. Maar belangrijker is de aansluiting in de opzet van de lessen. Aan het begin van iedere periode bespreekt zij met iedere leerkracht welke thema’s aan de orde zullen komen in de klas. Op basis daarvan wordt een inhoud gemaakt voor haar dans- en bewegingslessen. Soms stelt ze ook zelf een thema voor aan de groepsleerkracht. ‘Als het thema in de klas bijvoorbeeld groente en fruit is, dan vertaal ik dat in de dansles naar begrippen zoals groei en gezondheid. Het begrip groei heeft alles te maken met tijd, en dat is een basiselement bij dans. En bij dans staat het lichaam centraal en zo kom je dan ook vanzelf toe aan gezondheid.’ Nog dichter bij de taalles bleef ze bij haar serie rond het woord sok, dat de kinderen net hadden leren schrijven. De kinderen kregen van haar sokken aan waar ze helemaal in pasten en ervoeren op die manier allerlei aspecten van de betekenis van sok. Iets dat strak zit, iets dat om je lichaam heen zit, iets waarin je dingen kunt verstoppen. Net zo werd het begrip roos in de dansles met fantasie gekoppeld aan beweging en ook aan het sociale aspect van dans. De kinderen dansen de bewegingen van een roos die open of dicht gaat, in een kringetje dicht bij elkaar als een gesloten roos, en in een wijder wordende kring de opening van de roos. Een enkele keer vraagt een leerkracht ook aan Frances om met de kinderen te werken aan een bepaald begrip dat de kinderen moeilijk vinden. ‘Bijvoorbeeld het begrip schuin tegenover elkaar, daar kunnen we in de dansles heel goed aan werken. Schouders tegenover elkaar, diagonaal, die begrippen krijgen door de dansles een concrete inhoud voor de kinderen. En het blijkt ook te beklijven: als ik er een week later naar vraag, blijken ze die begrippen nog heel goed te kennen’ vertelt Frances enthousiast. In haar functie als ICC-er vraagt Frances regelmatig aan de leerkrachten of er bepaalde wensen zijn. Het aanbod is immers erg groot en er moet gekozen worden. Natuurlijk denken niet alle leerkrachten daarover even enthousiast mee. Maar ze heeft niet de indruk dat de suggesties die ze krijgt direct voortkomen uit de leerdoelen in het taalonderwijs. Jenneke van der Haar is leerkracht in groep drie op De Kraal. Zij ziet ook de meerwaarde van de aansluiting tussen kennisvakken en kunstvakken. “Maar dat betekent niet dat je een cultureel uitstapje helemaal moet plannen vanuit je taalonderwijs. De aansluiting kan ook heel goed andersom: als er een cultuureducatie-project wordt gedaan, kun je dat in de klas ook vertalen in de taalles.” Ze herinnert zich nog goed dat de kinderen naar aanleiding van Kijken naar Kunst de begrippen abstract en figuratief leerden kennen. Door dat project zullen ze die begrippen nooit meer vergeten. Zelf is Jenneke al jaren geleden getraind door de Stichting Taalvorming. Daar leerde ze technieken om uitgaand van de beleving van de kinderen zelf de woordenschat uit te breiden en de taalontwikkeling te stimuleren. Die past ze nog steeds toe, in aanvulling op – en soms ook ter vervanging van – een opdracht uit de taalmethode. Kunstmagneetscholen bestaan inmiddels ruim vijftien jaar. Jenneke en Frances merken dat de druk op de leerkrachten om met de leerlingen te presteren op toetsen in de kennisvakken steeds toeneemt. Daardoor komt de plaats van de kunstvakken ook op de kunstmagneetscholen onder druk te staan en is het niet zeker hoeveel ruimte er in de toekomst zal zijn voor de integratie van kunst en kennis. 71 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Betekenis overbrengen met weinig woorden Marijke Kruse is directeur van SBO Meander, een school voor speciaal basisonderwijs, waar veel kinderen met verschillende ontwikkelingsachterstanden bij elkaar komen, waaronder een flink aantal met taalachterstanden. “Bij alles wat wij doen, werken wij ook aan taalontwikkeling”, zegt Marijke Kruse. Leerkrachten hebben soms de neiging om steeds meer woorden te gebruiken om iets uit te leggen. Belangrijk is om naast het auditieve kanaal voor informatieverwerking ook andere kanalen te gebruiken zoals onder andere het visuele. “De leerkrachten zijn intensief bijgeschoold op het gebied van taalontwikkeling. Technieken om met zo weinig mogelijk woorden een betekenis over te brengen zijn bij onze kinderen van grote waarde.” Aan de school is ook een logopedist verbonden die zeer intensief betrokken is bij het taalbeleid. Zij coacht ook de leerkrachten. “Zo wordt er onder andere bij wereldoriëntatie gewerkt met woordenlijsten die door de logopedist in samenwerking met de leerkracht worden opgesteld. Zij doet dat op basis van de thema’s die op dat moment in verschillende klassen centraal staan. Met deze groep kinderen is het nog meer dan bij andere kinderen van belang dat een begrip op veel verschillende manieren wordt overgebracht.” Ook daarbij kan cultuureducatie een positieve bijdrage leveren. Cultuureducatie wordt vaak ingezet bij zo’n thema. Naast woordenschatontwikkeling is er ook veel aandacht voor begrijpend lezen en de mondelinge uitdrukkingsvaardigheid. Dat laatste gebeurt op SBO Meander bijvoorbeeld door middel van de kleine kring, waarbij kinderen een paar keer per week, in groepjes van maximaal vier, praten over een thema. Zo worden gespreksvaardigheden geoefend zoals beurtgedrag en het vasthouden van een thema. Op dit moment loopt een cultuureducatief project waarbij de kinderen op basis van interviews en foto’s portretten van elkaar maken. Zo wordt op een vanzelfsprekende manier ook aan taalvaardigheden gewerkt. Keuzes maken Auke Klapwijk is directeur van de Amstelmeerschool in Amsterdam-Noord. Sinds begin jaren negentig werkt de Amstelmeerschool met het Taalspeellokaal, dat door de school onder leiding van Klapwijk is ontwikkeld. Het Taalspeellokaal is een apart lokaal in de school met een eigen leerkracht. In het Taalspeellokaal worden kinderen, in groepen van maximaal 12, enkele keren per week apart onderwezen. Het principe is simpel: het Taalspeellokaal loopt een week vooruit op de thema’s uit de klas. Op deze manier leggen zwakkere kinderen een basis voor de stof die zij in de reguliere lessen krijgen gepresenteerd. Door deze voorbereiding kunnen ze de les beter volgen en lopen ze soms zelfs even voor op de andere kinderen. Dat werkt enorm motiverend. De overige kinderen zonder taalachterstand profiteren hier ook van. Hun klas is steeds 90 minuten lang homogener en bovendien kleiner. De leerkracht kan dan meer aandacht geven aan de verdieping die deze kinderen aankunnen. Klapwijk hecht als directeur aan focus en duidelijke keuzes. Hij stelt dat cultuureducatie pas echt zin heeft vanaf groep vijf. “Tot en met groep vier moet alle energie en aandacht uitgaan naar de ontwikkeling van woordenschat, technisch lezen en begrijpend lezen. En vanaf groep vijf hebben de kinderen bovendien plezier van cultuureducatie.” De afgelopen vijf jaar werd op de Amstelmeerschool steeds een filmproject gedaan met regisseur Alex Ivanov. Klapwijk noemt het “een kennismaking met een andere taal, filmtaal.” In groep 5 begonnen de kinderen met het maken van fotoseries aan de hand van lego-bouwsels. Zo leerden ze de techniek kennen van het snel afdraaien van veel plaatjes om tot de illusie van beweging te komen. In groep 6 werd een animatiefilm gemaakt, in groep 7 werden interviews en camerawerk geoefend en in groep acht montage en verhaalopbouw. Het heeft jaarlijks geleid tot mooie resultaten, al wordt het na vijf jaar weer eens tijd voor iets anders. Op de Ru Paré school is de afgelopen jaren alle aandacht uitgegaan naar het bereiken van betere resultaten bij taal en rekenen. Nadat de school enkele jaren geleden door de inspectie als slechte school werd beoordeeld, is een omwenteling ingezet, en in het voorjaar van 2010 kreeg de school van de onderwijsinspectie weer een voldoende. Vooral de laatste twee jaar is de aandacht geconcentreerd op het systematisch aanpakken van de taalontwikkeling, onder andere door het invoeren van nieuwe methodes 72 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM en scholing van de leerkrachten. De opening van de nieuwe schoolbibliotheek zal een impuls zijn voor het leesonderwijs en biedt ok aanknopingspunten voor cultuureducatie. Eerdere ervaringen met Taalvorming waren zeer gericht op de expressie van de kinderen en het bevorderen van de interactie in de klas, waardoor kinderen meer over hun ervaringen zouden praten. Dit kon met beeldende vorming en met drama. De leerkrachten vonden het vaak mooie projecten maar ook erg arbeidsintensief. Met de invoer van de nieuwe taalmethodes en de aandacht op het verbeteren van de resultaten wordt er op dit moment niet veel met de werkvormen van Taalvorming gedaan. Ook het komende jaar zal de aandacht nog vooral gericht moeten zijn op taal en rekenen en is er weinig ruimte en energie over om de cultuureducatie uit te bouwen. Betekenis ontdekken met cultuureducatie Gerda Beikes is directeur van de Avonturijn, een school voor Ontwikkelingsgericht Onderwijs (OGO), in de Rustenburgerstraat in de Pijp. Bij OGO staan de vier B’s centraal: Betekenisvol, Betrokken, Bemiddelend, en Bedoeling. De ervaringen van de kinderen staan centraal bij het ontwerp van alle activiteiten, er wordt zo veel mogelijk gewerkt vanuit hun belangstelling en beleving. De werkelijke ervaring opdoen is leidend, de school probeert om de echte wereld in de school te halen of met de school naar de echte wereld toe te gaan. Het taalonderwijs wordt gekoppeld aan de eigen ervaring en de eigen associaties van de kinderen. Op basis van deze visie op onderwijs werkt de school op dit moment ook aan een vernieuwde integrale visie op cultuureducatie. Maar dat neemt niet weg dat de school al een lange traditie kent in het verbinden van taal en cultuur. Al in de jaren negentig zocht de Avonturijn – geconfronteerd met veel kinderen die Nederlands niet als moedertaal spraken - naar manieren om ook andere middelen dan de ‘gewone taal’ in te zetten in het onderwijs. In samenwerking met de Stichting Taalvorming werd een eigen werkwijze ontwikkeld voor het leesonderwijs. Later werd vanuit die visie ook een werkwijze ontwikkeld voor woordenschatonderwijs, grammatica en spelling. In die werkwijze – en ook bij de ontwikkeling ervan – wordt veel gebruik gemaakt van kunst en cultuur, zoals drama en beeldende vorming. Zo worden de associaties van de kinderen permanent ingezet in het onderwijs en in het ontwikkelen daarvan. De inzet van drama is een goed voorbeeld. In alle groepen op school wordt drama gegeven. Kinderen leren zo niet alleen verbaal, maar ook non-verbaal met hun stem, mimiek en lijf uitdrukking te geven aan ervaringen, emoties en gedachten. De kinderen bevragen elkaar over wat ze bedoelen, en de leerkracht nodigt de kinderen uit goed te kijken en te verwoorden wat ze zien. Daarnaast wordt drama ook gebruikt bij gesprekken over (prenten)boeken en tekstbesprekingen om duidelijk te maken wat bedoeld wordt. Dat is vooral belangrijk voor kinderen met een kleine Nederlandse woordenschat. Doordat de leerkracht de handelingen van het kind benoemt, het zogenoemde labelen, kunnen er nieuwe woorden geleerd worden. Uitgangspunt bij OGO is onder andere dat de kinderen de eigen omgeving actief onderzoeken. In de loop der jaren zijn er verschillende formats ontwikkeld voor het voorbereiden van cultuureducatieve activiteiten, zoals een museumbezoek. Zo kan er vooraf les worden gegeven over een bepaald object, waarbij de kinderen de opdracht krijgen dat object in het museum te gaan zoeken. Of door middel van kartonnen kijkertjes worden kinderen aangespoord om in te zoemen op bepaalde details. Het zijn de lessen eromheen die zorgen dat het bezoek aan een culturele instelling waarde krijgt voor de kinderen. De activiteiten zelf worden niet zozeer uitgezocht op basis van het taalprogramma, maar, zoals Gerda Beikes zegt: ‘Taal is voor ons steeds de rode draad. We geven elkaar en onszelf de opdracht om in de klas iets te doen met de activiteit. Er liggen verschillende formats voor het maken van lessen om een activiteit heen, maar wat er precies gebeurt bepaalt de leerkracht zelf op basis van de leerdoelen die op dat moment centraal staan.’ 73 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Intrinsieke waarde Met al die aandacht voor het nut van cultuureducatie voor het taalonderwijs, rijst de vraag of de scholen ook de intrinsieke waarde van cultuureducatie erkennen. Daarover zijn de scholen opmerkelijk eensgezind en positief. Marijke Kruse van de SBO Meander zegt het zo: “We vinden het ontzettend belangrijk om de wereld van de kinderen te vergroten, en ze de gelegenheid te geven allerlei dingen te ervaren en te beleven die ze van huis uit niet vanzelf meekrijgen. Onze kinderen hebben vaak niet alleen met een leerachterstand te maken maar ook met een sociale achterstand. Cultuureducatie speelt een belangrijke rol. Omdat wij een kleine school zijn, zijn onze middelen door de voucherregeling wel veel beperkter geworden dan vroeger. Dat is heel jammer, juist voor deze kinderen.” Ook de andere scholen bevestigen dat cultuureducatie een waarde in zichzelf heeft, niet alleen als ondersteuning van het taal- en rekenonderwijs maar juist ook omdat het gelegenheid biedt om andere communicatievormen te gebruiken en andere talenten te ontplooien en ontdekken. Auke Klapwijk zegt het kort en krachtig: “Door cultuureducatie maken kinderen kennis met kunst en cultuur en met nieuwe manieren om de wereld te bekijken. Hopelijk ontluikt daardoor ook een zekere liefde voor kunst en cultuur. Wij hebben daar niet zo veel uren voor in een schooljaar. Laten we die uren dan goed gebruiken en niet proberen er allerlei andere doelen aan te verbinden. Het doel van cultuureducatie is cultuureducatie.” Conclusie Het taalonderwijs en de aanpak van taalachterstanden is voor alle scholen een rode draad, waar vrijwel iedere activiteit of inspanning zich mee moet meten. Dat betekent niet dat de keuzes voor de invulling van cultuureducatie gebaseerd zijn op een bepaalde verwachting van een specifiek, meetbaar en wetenschappelijk bewezen effect op de taalontwikkeling. Het betekent wel dat als er extra aandacht voor het taalonderwijs moet zijn, zoals op de Ru Pare, dit ten koste kan gaan van de aandacht voor cultuureducatie. Het betekent ook dat de meeste onderzochte scholen zoeken naar activiteiten die aansluiten bij de thema’s die centraal staan in het taal- en rekenonderwijs. Maar die aansluiting kan van twee kanten komen. Cultuureducatie hoeft niet altijd het taal- en rekenonderwijs te volgen. Naar aanleiding van een aansprekend project vult een leerkracht soms ook de reken- of taalles in op een manier die bij dat project aansluit. Veel leerkrachten zien daar mogelijkheden voor, al dan niet geïnspireerd door de methodes van de Stichting Taalvorming. Aan het andere uiteinde van het spectrum staat een school als de Amstelmeerschool: de aanpak van het taalonderwijs is heel sterk uitontwikkeld, en voor cultuureducatie is daarnaast een beperkte ruimte. Maar aan de invulling van die ruimte worden geen eisen gesteld vanuit het taal- en rekenonderwijs. Amsterdam, 4 oktober 2010 De Taalstudio in opdracht van Mocca Expertisenetwerk Cultuureducatie 74 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Bijlage 3 De Bik-opleiding, Beroepskunstenaars in de klas Bik-kunstenaars (bik’ers) zijn professionele kunstenaars die samen met leerkrachten uit het PO projecten uitvoeren op scholen. Bik-kunstenaars zijn niet in dienst van een school, maar werken op projectbasis samen met een school. Ook buiten de normale lestijden zetten basisscholen ‘bik’ers’ in, vanwege de ontwikkeling van de brede school en de toename van de naschoolse opvang die scholen aanbieden. De Bik-opleiding is een eenjarige post hbo-opleiding. Tijdens deze opleiding verdiepen deelnemers zich in cultuureducatie en doen zij kennis op over pedagogiek en leermodellen. Elke deelnemer ontwikkelt tijdens de opleiding drie stageprojecten en voert deze uit op verschillende scholen, die de deelnemer zelf benadert. Deelnemers leren hun kunstenaarschap te vertalen naar kwalitatief hoogwaardige educatieve projecten en leren scholen kennen die zij zelf benaderen. 75 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM Bronnen OCW - Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw SKVR - Stichting Kunstzinnige Vorming Rotterdam, http://www.skvr.nl UCK - Utrechts Centrum voor de Kunsten, http://www.uck.nl Koorenhuis, Kunstencentrum voor Den Haag en de Haagse regio, http://www.koorenhuis.nl/home KunststationC, Bureau voor cultuureducatie in de provincie Groningen, http://www.kunststationcultuur.nl http://www.cultuurplein.nl Martijn Pool, De zoektocht naar kwalitatief hoogwaardige cultuureducatie, Masterthesis UvA 2010 CJP - Cijfers Amsterdam 2009/2010 tot 5 juli, http://www.cjp.nl Voucherbeheer Amsterdam, bestedingen 2009-2010 Dienst Onderzoek en Statistiek Gemeente Amsterdam, Kerncijfers Amsterdam 2009, http://www.onderzoekenstatistiek.nl Podium Zuid; kunst- en cultuurvisie 2010-2020 stadsdeel Zuid; februari 2010 Cultuur visie Zuid www.onderwijstijdverlenging.nl http://www.museum.nl/index.cfm/nieuws/Maatschappelijke-stage-in-Foam-van-start … daarom geef ik nog steeds training! De leereffecten van de maatschappelijke stage in Amsterdam voor leerling, docent en stagebieder in het schooljaar 2008-2009 Cofora, Ruud Duvekot, Liesbeth Duvekot, Marieke Hanekamp, Lotte Lebbink- Arnhem, Augustus 2009 Cultuureducatie in het primair en voortgezet onderwijs Monitor 2008-2009, Utrecht, september 2009 Oberon: Claudy Oomen, Inge Visser, Afke Donker Sardes: Sandra Beekhoven, Karin Hoogeveen Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten/Universiteit Utrecht: Folkert Haanstra CBS - Centraal Bureau voor de Statistiek, Jaarboek onderwijs in cijfers 2009 (2e editie) http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/onderwijs/publicaties/publicaties/archief/2009/2009-f162-pub.htm 76 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM http://www.maatschappelijkestage.nl/actueelsectie/nieuws/archief/Intentieverklaring_cultuursector_0.2.doc http://www.museum.nl/index.cfm/nieuws/Maatschappelijke-stage-in-Foam-van-start http://www.film2connect.nl http://www.toneelgroepamsterdam.nl/default.asp?path=n2zjsiyu Het Parool, http://www.parool.nl Eindverslag Internationalisering 2008-2009, Mocca Amsterdam Eindverslag AFK pilot ‘Meer Cultuur op School’, Mocca Amsterdam & Richtje Sybesma BINOQ 2008 Kenniskring Muziekeducatie, Mocca Amsterdam 2010 De informatie in dit trendrapport is met zorg samengesteld. We moeten echter een voorbehoud maken wat betreft de inhoud en kwaliteit van de informatie van derden. 77 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM M CCA EXPERTISENETWERK CULTUUREDUCATIE Kleine Gartmanplantsoen 21 1017 RP Amsterdam T 020 620 9567 [email protected] | www.mocca-amsterdam.nl MATCH ONDERWIJS CULTUUR AMSTERDAM 78 Keizersgracht 44 T 020 - 620 9 [email protected] | www
© Copyright 2024 ExpyDoc