Nederlands-Vlaamse Animatie Ateliers De animatiefilm in Nederland en Vlaanderen is sterk in ontwikkeling. In beide landen bestaat een rijke traditie die met veel prijzen en bewondering is omgeven. Met de komst van de nieuwe media zijn de mogelijkheden voor deze autonome kunstvorm nog verruimd. Meer in Vlaanderen dan in Nederland is een actieve industrie aan het groeien. De omzetcijfers zijn evenwel nog laag in vergelijking met die in Frankrijk, Duitsland of Engeland, waar de Europese industrie zich kan meten met die in de Verenigde Staten van Amerika of Japan. Doelstelling en taken van het BAC en het NIAf De belangrijkste doelstelling van het BAC, Instituut voor het geanimeerde beeld, vzw en het NIAf, stichting Nederlands Instituut voor Animatiefilm, is het bevorderen van de animatiefilm in de ruimste zin van het woord. Beide instituten streven naar een betere infrastructuur voor de autonome en toegepaste animatiefilm. De presentatie in het culturele veld wordt op die manier verbeterd. Om dit te bereiken hebben het BAC en het NIAf zich verschillende taken gesteld. Samengevat kan gesteld worden dat zij de 'Educatie-, Informatie- en Kenniscentra' zijn voor de animatiefilm in België en Nederland. Dit vertaalt zich naar de verschillende punten van aandacht en zorg die bij elkaar opgeteld de volgende taken omvatten: Animatie Ateliers voor animatiefilmers, distributie, productie, archivering, collectie, educatie, onderzoek, publicaties, expositie, vertoning en promotie. Een nauwere samenwerking vloeit voort uit de gezamenlijke doelstelling en de mogelijkheden om elkaar aan te vullen ook al is er sprake van een eigen karakter en een specifieke invulling in Brussel en in Tilburg. De Animatie Ateliers zijn een concrete en doorlopende activiteit. Zowel de industrie als de autonome kunstenaar hebben behoefte aan verdere specialisatie op alle niveaus. De opleidingsmogelijkheden zijn in Nederland en België tamelijk verschillend en sluiten nog lang niet aan bij de wensen uit het werkveld. Binnen het Nederlandse taalgebied is veel potentieel aan kennis en ervaring om die diversiteit aan deskundigheden voor de animatie uit te bouwen. Daarnaast dienen deze mogelijkheden toegankelijk te zijn gedurende de gehele werkzame periode van de mensen die binnen de animatiefilm actief zijn. Het BAC en het NIAf gaan gezamenlijk werken aan het verbeteren van de scholingsmogelijkheden voor specialisaties binnen de autonome en toegepaste animatie. Met de Animatie Ateliers richten het BAC en het NIAf zich voorlopig op de regisseur van de animatie(film). Niet alleen de jongere, beginnende maar ook de meer ervaren regisseur dient de mogelijkheden te krijgen om deel uit te maken van de Animatie Ateliers. De jongere regisseur krijgt de kans om zijn scholing te verdiepen en om te zetten in de praktijk, de oudere en al meer ervaren kunstenaar om te experimenteren en om zich nieuwe technieken eigen te maken. Naast de postacademische ontwikkeling van de regisseur in de transitzone tussen academie en het zelfstandig kunstenaarschap worden ook de mogelijkheden ontwikkeld voor de Vlaams-Nederlandse Animatie Ateliers om te groeien naar een Europees Centre for Excellence. Vlaamse belangstelling voor de Animatie Ateliers Sinds 1993 bestaan de Animatie Ateliers van het Nederlands Instituut voor Animatiefilm in Tilburg. Doordat heel wat Vlamingen hiervoor interesse tonen en doordat tevens verschillende van 1 hen hiervoor geselecteerd zijn, is de samenwerking tussen het NIAf in Tilburg en het BAC in Brussel in een versnelling gebracht. In een ontwikkelingsbeleid voor animatiefilm is het noodzakelijk in te spelen op de behoeften van individuele carrières, waarbij de animatiefilmer zich kan herbronnen, los van productie- en profileringdwang in een uitgelezen omgeving die niet schools is en ook niet commercieel. Het atelier moet een laboratorium zijn waar experimenten die geen kans krijgen in een productioneel kader, toch op een professionele manier gerealiseerd kunnen worden. In dit labo is alle ruimte aanwezig voor artistieke negotiatie, experiment, interdisciplinair onderzoek, ontmoetingen, etc. Er wordt een venster geopend voor iemand die op een bepaald ogenblik van zijn individuele artistieke loopbaan in een overgang zit. Dat hoeft niet noodzakelijk de overgang tussen de school en de professionele wereld te zijn. Bijgevolg wordt hier zeer veel ruimte gelaten voor de preproductie, het ontwikkelen, het onderzoeken, kortom voor al datgene wat noch in het reguliere productiehuis noch in de school thuis hoort. Vlaams-Nederlandse samenwerking creëert een meerwaarde voor de Animatie Ateliers De deelnemers zullen in de nieuwe opzet gedurende een belangrijk deel van het tweejarige traject in Tilburg aan het werk zijn maar gedurende bepaalde periodes zullen zij zich naar Vlaanderen verplaatsen. Het centrum zal Brussel zijn maar ook Gent, Antwerpen of Leuven zijn interessante steden om de deelnemers door middel van workshops de gelegenheid te bieden zich de verschillende facetten van de Vlaamse animatie eigen te maken. Maar minstens zo belangrijk is om de eigenheid en de rijkdom van de Vlaamse en Nederlandse cultuur, de verwevenheid én de discrepantie, binnen het traject dat een deelnemer aan de Animatie Ateliers doorloopt, naar voren te laten komen. Juist door het voordeel van de gelijke taal kunnen de deelnemers deze culturele aspecten beter ervaren en leren waarderen. Door de digitale snelwegen neemt de globalisering toe en is het belangrijk om opnieuw de cultuur van een bepaalde stad of streek te articuleren door confrontatie en participatie. Thema's die hierbij aan de orde komen zijn: geschiedenis, archeologie van een plek; confrontaties fictie/realiteit, mens en stad; gesprekken die beeld en animatie worden; gesprekken die verhalen worden, vertellingen; nieuwe narrativiteit, nieuwe films in confrontatie met het oude. Zo krijg je binnen de Animatie Ateliers bezinningsmomenten die een herbronning stimuleren. Op die manier wordt materiaal ontwikkeld die het repertoire van de deelnemer fundamenteel kunnen veranderen. De Animatie Ateliers bieden nu al de mogelijkheid aan afgestudeerden van kunstacademies met specialisatie animatiefilm of mensen met tenminste gelijkwaardig niveau om zich te specialiseren in de beroepspraktijk van autonoom en/of toegepast kunstenaar in animatie(film). Sinds de opening van de Animatie Ateliers als onderdeel van het NIAf in september 1993, hebben de Animatie Ateliers als een belangrijke voedingsbodem gewerkt voor jonge animatiefilmers. Binnen de Animatie Ateliers wordt begeleiding geboden en zijn de faciliteiten aanwezig waardoor deelnemers zich verder kunnen ontwikkelen in creatieve en technische aspecten van de kunstvorm animatie. Ook de productionele aspecten en het ondernemerschap krijgen alle aandacht omdat zij de voorwaarden om film te maken, moeten creëren. Gekwalificeerde animatiefilmers uit binnen- en buitenland, kunstenaars uit andere vakgebieden en andere deskundigen komen naar de Animatie Ateliers om de deelnemers te begeleiden in hun ontwikkeling tot professionele animatiefilmers. Door begeleiding en onderlinge contacten met de andere deelnemers kunnen de bijzondere artistieke finesses van het vak eigengemaakt worden. De deelnemer kan zich in alle facetten verder ontplooien. Ook aan productionele, commerciële en 2 juridische aspecten wordt nadrukkelijk aandacht besteed: hoe de middelen te vinden om een animatiefilm te maken en hoe deze film te verkopen en te vertonen en alles wat daar mee te maken heeft zoals contracten, auteursrecht, distributie, PR en verkoop. De animatiefilmers die hun periode aan de Animatie Ateliers afsluiten, zijn professionele, eigenzinnige en ondernemende kunstenaars geworden. Een deel van hen maakt hun animatiefilm tijdens de periode aan de Animatie Ateliers. Anderen vinden een externe producent om buiten de Animatie Ateliers hun project af te maken of met deze producent een nieuwe film te maken. Er is internationale belangstelling voor de door de deelnemers gemaakte animatiefilms en voor een plaats in de Animatie Ateliers. De capaciteit is nog beperkt, maar de facilitaire mogelijkheden verruimen zich elk jaar. Het eerste jaar Deelnemers krijgen de beschikking over een eigen atelier. Het eerste jaar aan de Animatie Ateliers begint met een inwerkperiode van drie maanden, waarin intensief de mogelijkheden van de Animatie Ateliers en de hiaten bij de deelnemer worden verkend. Vervolgens wordt in overleg de rest van het eerste jaar gepland. Daarbij staan het invullen van leemtes in kennis, werken in andere technieken, experimenteren en scenarioschrijven centraal. Door middel van workshops, begeleiders en lezingen worden kennis en ervaring gedeeld en wordt advies en begeleiding aangeboden. Het tweede jaar In het tweede jaar wordt gewerkt aan een eigen film. Ook in dit tweede jaar wordt met begeleiders, workshops en lezingen gewerkt om de eigen scope te verdiepen en te verbreden. De begeleiders Begeleiders hebben een generale visie op de kunsten en een analytisch vermogen voor een algemene artistieke inbreng. De begeleiders komen vanuit verschillende kunstdisciplines en hebben een grote kennis van en affiniteit met de animatiefilm. Het NIAf en BAC stellen in samenspraak met begeleiders de inhoud vast van de tweejaarlijkse periode. Hetzelfde team draagt de verantwoordelijkheid voor de verdere begeleiding. Regelmatig wordt de voortgang doorgesproken. Deelnemers maken per kwartaal een verslag van hun werkzaamheden. Deelnemers kunnen op verzoek een extern deskundige als begeleider aanvragen. Als dit verzoek wordt gehonoreerd, is de inbreng van de externe deskundige ook beschikbaar voor de andere deelnemers aan de Animatie Ateliers. Tevens worden ontmoetingen georganiseerd, viewings, lezingen en filmanalyses gehouden. Festivals en bijzondere evenementen in binnen- en buitenland worden bezocht. Kruisbestuiving Animatiefilmers praten over hun werk aan de hand van hun films. Contact tussen de deelnemers is een belangrijk aspect van de Animatie Ateliers. Door dagelijks werkzaam te zijn in de Ateliers kunnen zij kennis en ervaringen uitwisselen met andere animatiefilmers. Vanwege verschillende opvattingen, technieken en stijlen kan dit een verrassende kruisbestuiving bewerkstelligen. Samenwerkingsprojecten tussen deelnemers worden gestimuleerd evenals het assisteren bij de ontwikkeling en de realisatie van de afzonderlijke projecten. 3 Workshops Naast de individuele begeleiding bij de projecten waaraan de deelnemers werken, worden er intern workshops en lezingen georganiseerd over alle facetten die bij animatiefilm horen. Zo worden er workshops scenarioschrijven, timing en storyboarden georganiseerd. Deelnemers worden steeds uitgenodigd onderwerpen aan te dragen waarin zij extra training of waarover zij meer informatie willen krijgen. Stipendium Deelnemers van de Animatie Ateliers komen in aanmerking voor een stipendium, waarmee in eigen levensonderhoud kan worden voorzien en een deel van de materiaalkosten betaald kunnen worden. De formule van de Animatie Ateliers blijkt succes te hebben De films die op de Animatie Ateliers zijn gerealiseerd, zijn positief ontvangen. SIENTJE van Christa Moesker kreeg tijdens het Nederlands Film Festival 1997 het Gouden Kalf voor de Beste Korte Nederlandse Film 1997. Begin 1998 is Liesbeth Worm die tijdens hetzelfde festival met haar film TEMPERA debuteerde, genomineerd voor de NPS Cultuurprijs 1998. Uiteindelijk werd haar de Publieksprijs toegekend. Bij het Festival International du Film d' Animation Annecy 1998 viel SIENTJE wederom in de prijzen. De maker nam de Prize for the Best First Film in ontvangst evenals een Special Mention van de Jury die de Prijs van de Internationale Kritiek toekende. Er volgden nog meer prijzen. JAZZIMATION van Oerd van Cuijlenborg kreeg evenals SIENTJE in 1998, in 1999 de prijs voor de Debuut Film van het animatiefestival Cinanima in Espinho (Portugal). PINBOARD van Mark van der Maarel kreeg deze prijs in 2000 ex aequo met een Koreaanse film. Dit alles mag worden beschouwd als een bevestiging dat de formule van de Animatie Ateliers goed is. Door de Vlaams-Nederlandse samenwerking krijgen de Animatie Ateliers een cultureel inhoudelijke verdieping. 4
© Copyright 2024 ExpyDoc