Patiënteninformatie - Waterlandziekenhuis

Patiënteninformatie
Oncologische blaasspoelingen
Waarom blaasspoelingen?
Zoals u heeft gehoord van uw behandelend uroloog, zijn er in uw blaas poliepen geconstateerd.
Hoewel deze poliepen in principe kwaadaardig kunnen zijn, blijven zij beperkt tot het slijmvlies
van de blaas en kunnen zij door een kleine operatie door de plasbuis geheel verwijderd worden.
Bij meer dan 50% van de patiënten zullen zij echter terugkeren, waarbij zij soms langzaam
kwaadaardiger worden en verder de blaaswand ingroeien. Daarom is het vaak niet voldoende
om uitsluitend de poliepen te verwijderen. Het is net zo belangrijk te verhinderen dat zij terugkeren. Met behulp van blaasspoelingen is het mogelijk de kans dat deze poliepen terugkomen,
te verkleinen.
De blaas kan gespoeld worden met cytostatica (Mitomycine) of met BCG-vloeistof. Cytostatica
werken sterk op cellen die snel delen zoals kankercellen en minder sterk op gezonde cellen.
BCG is een vaccin tegen tuberculose, dat ook werkzaam blijkt bij blaaskanker. Dit medicijn zet
het lichaam aan tot afweer tegen kwaadaardige cellen.
Welk middel noodzakelijk is, wordt in uw geval zorgvuldig door de uroloog bepaald. Ook bepaalt
de uroloog van te voren hoeveel blaasspoelingen in uw geval nodig zijn. Het aantal blaasspoelingen is afhankelijk van de aard van de poliep en het aantal keren dat u al eerder poliepen heeft
gehad. Vooraf kan de uroloog geen garantie bieden of in uw geval de spoelingen op korte of
lange termijn succesvol zullen zijn.
Voorbereiding
Het is van belang dat, voordat u met de behandeling begint, de blaas helemaal vrij is van
poliepen. Na de operatie (transurethrale resectie) komt u op de afdeling Dagbehandeling voor
de eerste blaasspoeling. Voor elke nieuwe blaasspoeling wordt u gevraagd naar de mogelijke
bijwerkingen. Op indicatie van de uroloog krijgt u zonodig een recept mee voor antibiotica.
Dit neemt u de avond voor de spoeling in. Indien bij u een infectie wordt geconstateerd, wordt
de spoeling (mogelijk) uitgesteld.
Procedure
Door een verpleegkundige wordt een catheter in de blaas gebracht. De aanwezige urine wordt
opgevangen en eventueel naar het laboratorium gestuurd voor onderzoek. hierna wordt de
blaasspoeling (ongeveer 50 ml) door middel van de catheter in de blaas gebracht, waarna de
catheter weer verwijderd wordt.
Mobiele patiënten mogen rondlopen, immobiele patiënten passen wisselligging toe: 15 minuten
rugligging, 15 minuten buikligging, 15 minuten zijligging links en 15 minuten zijligging rechts,
zodat de spoeling in contact komt met de hele blaaswand.
U mag niet drinken tijdens de spoeling. Ook is het beter om 4 uur voor de spoeling niet of nauwelijks te drinken. Indien u diuretica gebruikt is het beter om dit na de blaasspoeling in te nemen.
Na 2 uur plast u de blaasspoeling zittend uit op het toilet, daarna mag u naar huis.
Postbus 250
1440 AG Purmerend
T (0299) 457 457
Leefregels en voorzorgsmaatregelen gedurende 48 uur na de blaasspoeling
De spoelvloeistof kan bij contact met kleding en huid voor vlekken en huidirritaties zorgen.
Daarom is het belangrijk dat u de volgende regels in acht neemt.
• Na het leegplassen van de vloeistof de uitwendige genitaliën goed met water spoelen.
• Zittend plassen (ook de heren!) op het toilet om spatten en huidcontact zoveel mogelijk te
voorkomen.
• Na gebruik van het toilet indien mogelijk met gesloten deksel tweemaal doorspoelen.
04992 augustus 2014
• Na toiletgang handen wassen met zeep.
• Het toilet dagelijks schoonmaken tot 2 dagen na de spoeling:
-Bij Mitomycine met een schoonmaakmiddel (o.a. groene zeep en de meeste afwasmiddelen).
- Bij BCG met chloor.
- Indien uw kleding in contact komt met urine dan de kleding gescheiden van andere kleding stukken koud wassen met een voorwasprogramma en vervolgens met een gewoon was programma.
- Indien er urine op een oppervlak terecht is gekomen bijvoorbeeld de vloer in het toilet of de
toiletbril, dan dient u dit direct schoon te maken met een schoonmaakmiddel. Bij voorkeur
met handschoenen aan.
• U mag geen geslachtsgemeenschap hebben gedurende 48 uur en de 3 daaropvolgende
dagen dient u een condoom te gebruiken. Bij BCG mag u een week lang geen onbeschermde
geslachtsgemeenschap hebben.
Bijwerkingen
De meeste patiënten verdragen blaasspoelingen probleemloos. Toch kunnen er bijwerkingen
optreden. Bij mitomycine zijn dit vooral bijwerkingen als:
• bloed in de urine.
• pijnlijk of branderig gevoel in de blaas en/of urinebuis.
• veelvuldig aandrang om te plassen.
• allergische reactie. Dit uit zich in jeuk, vooral aan de handen en voeten.
Voor blaasspoelingen met BCG gelden bovenstaande bijwerkingen maar ook kunnen er griepachtige verschijnselen ontstaan zoals koorts, koude rillingen, spierpijn en algehele malaise.
Voor beide middelen geldt dat de verschijnselen meestal binnen 4 uur optreden na de behandeling en deze houden ongeveer 24 tot 48 uur aan. Daarna verdwijnen ze. Bij iedere spoeling kunnen de klachten terugkomen en/of verergeren. Bij een temperatuur van 38,5 °C of hoger en/of
koude rillingen dient u contact op te nemen met het ziekenhuis, telefoonnummers zie hieronder.
Controle
Om het effect van de spoelingen te controleren zal de uroloog in het eerste jaar na de verwijdering van de poliepen regelmatig in uw blaas kijken (cystoscopie). Naast de cystoscopie zal uw
uroloog regelmatig de urine laten controleren op eventuele blaasontsteking en poliepcellen. Af en
toe zullen ook nierfoto’s gemaakt worden.
Zijn er na 1 jaar controle geen poliepen teruggekomen, dan is de kans toegenomen dat u poliepvrij blijft. Maar ook na jaren kunnen poliepen nog opnieuw verschijnen. Het aantal keren dat de
uroloog in de volgende jaren uw blaas zal controleren, wordt met u afgesproken. Mochten bepaalde spoelingen bij u niet helpen, dan kan meestal overgeschakeld worden op een ander type
spoeling. Ook dit wordt dan met u besproken.
Tot slot
Als u naar aanleiding van deze voorlichting nog vragen heeft of u ervaart problemen dan kunt u
ons altijd bereiken via de volgende telefoonnummers:
Poli urologie (tussen 8.30 en 17.00 uur): (0299) 457 580.
Verpleegkundigen van de Dagbehandeling (maandag t/m vrijdag van 9.00 - 10.00 en 13.00 13.30 uur): (0299) 457 438.
Spoedeisende hulp (buiten kantoortijden en in het weekend): (0299) 457 620.
Verpleegkundig specialist Oncologie/Urologie (aanwezig op woensdag en vrijdag): (0299) 457 291.