Blaasspoeling met BCG

Blaasspoeling met
BCG
Uw behandelend uroloog heeft met u besproken dat in uw blaas poliepen zijn
geconstateerd. Hoewel deze poliepen kwaadaardig zijn, blijven ze meestal
beperkt tot het slijmvlies van de blaas en kunnen ze door een kleine operatie via
de plasbuis worden verwijderd. Bij de meeste mensen keren ze terug, waarbij ze
soms langzaam verder de blaaswand ingroeien. Blaasspoelingen kunnen de kans
verkleinen dat deze poliepen terugkomen. De uroloog heeft met u besproken om
een behandeling met BCG- blaasspoelingen te starten.
Immunotherapie
De behandeling met BCG- blaasspoelingen valt onder de immunotherapie.
Immunotherapie is erop gericht bepaalde cellen in het afweersysteem te activeren
en/of te vermeerderen, waardoor kankercellen krachtiger kunnen worden bestreden. Immunotherapie versterkt dus een bepaalde afweer.
BCG-blaasspoeling
Voor iedere behandeling wordt u gevraagd urine in te leveren, deze wordt onderzocht met een urinedipstick. Er wordt u vervolgens gevraagd of u last had van
bijwerkingen. Daarna mag u plaatsnemen op het behandelbed en wordt door
een oncologieverpleegkundige een katheter via de plasbuis in gebracht. Hierdoor
wordt eerst de blaas geledigd, waarna de BCG-blaasspoeling langzaam in de
blaas wordt gebracht. Als dit gebeurt is wordt de katheter weer verwijderd.
Het is de bedoeling dat u de blaasspoeling tenminste één uur (tot maximaal twee
uur) in de blaas houdt. Op deze manier kan de blaasspoeling goed inwerken. Om
te voorkomen dat u voortijdig moet plassen adviseren wij u ongeveer vier uur voor
de spoeling zo min mogelijk te drinken, bijvoorbeeld slechts een kopje koffie of
thee. Eventuele plastabletten kunt u beter na de spoeling innemen.
Na een uur mag u de blaasspoeling uitplassen in het toilet. De eerste keer
verwachtten wij dat u tijdens dit uur in het ziekenhuis blijft en uit plast op de polikliniek. Als dit de eerste keer goed is gegaan kunt u de volgende keren meteen naar
huis nadat de blaasspoeling is ingebracht.
Het is belangrijk dat u de eerste 24 uur na het toedienen van de blaasspoeling
extra drinkt om kans op infectie te verkleinen/voorkomen.
1
Bijwerkingen
•
•
•
•
•
De middag van de spoeling heeft u wat meer aandrang, moet u wat vaker
plassen en kan het plassen een branderig gevoel geven.
Moeite met het ophouden van de urine.
De dag van de spoeling en de dag na de spoeling kunt u wat griepachtige
verschijnselen krijgen (koorts, spierpijn, niet lekker zijn). U mag hiervoor
paracetamol innemen. Bij koorts hoger dan 38.5 °C, gedurende 12 uur of
meer, wordt u geadviseerd contact op te nemen met ons.
Na de spoelingen kan er wat bloed bij de urine zitten.
Zelden komen ontstekingen in de lever, longen, prostaat of nieren voor. Uw
bloed wordt daarom regelmatig gecontroleerd.
Door veel te drinken verdwijnen eventuele bijwerkingen sneller.
Als u een blaasontsteking heeft dan wordt de blaasspoeling op dat moment niet
gegeven maar wordt de afspraak een week uitgesteld. Eerst zal de ontsteking
behandeld worden met antibiotica.
Tijdens elk bezoek aan de polikliniek vragen wij u of u last heeft gehad van bijwerkingen. Wanneer de bijwerkingen volgens u, of de arts, onaanvaardbaar zijn
dan wordt met de behandeling gestopt. De arts zoekt dan samen met u naar een
andere behandeling.
Plassen
Het uitplassen van de blaasspoelingen moet u zittend op het toilet doen. Dit om
besmetting van de omgeving te voorkomen. Na het uitplassen van de spoeling
moet u het toilet, zo mogelijk met de deksel naar beneden, tweemaal doorspoelen. Daarna dient u het toilet schoon te maken met chloor.
We raden u aan om de eerste twee dagen na het toedienen van de blaasspoeling
nog zittend uit te plassen, omdat niet precies bekend is hoelang de resten van de
blaasspoeling nog in de urine aanwezig zijn.
2
Geslachtsgemeenschap
Omdat nog niet bekend is hoelang eventuele resten van de spoeling achterblijven adviseren wij om gedurende een week na het toedienen van de BCGblaasspoeling, bij alle seksuele handelingen een condoom te gebruiken.
Controle
Om het effect van de BCG- blaasspoelingen te controleren zal de uroloog om de
3 maanden met een cystoscopie onderzoek, in de blaas kijken. Soms kan het
nodig zijn opnieuw stukjes weefsel uit de blaas te nemen (TUR-T en/of biopten).
Daarnaast wordt uw urine regelmatig gecontroleerd op blaasontstekingen en
kwaadaardige cellen.
Overzicht
3
Vragen
Wanneer u nog vragen heeft kunt u deze altijd stellen aan de oncologieverpleegkundigen van de polikliniek of aan uw behandelend arts. De oncologieverpleegkundigen zijn op werkdagen rechtstreeks te bereiken via het telefonisch spreekuur tussen 08.00 - 09.00 uur, op telefoonnummer: 06-11079558 of via de mail:
[email protected] . De Polikliniek Urologie is bereikbaar van maandag t/m vrijdag van 8.00 - 17.00
uur op telefoonnummer: 024 - 361 38 03.
In dringende gevallen, ’s avonds en in het weekend, kunt u de verpleegafdeling
Urologie bellen en vragen naar de dienstdoende uroloog. De verpleegafdeling is
te bereiken op telefoonnummer: 024 - 361 34 20.
Annuleren van afspraken
Voor het annuleren van afspraken kunt u contact opnemen met de polikliniek.
4
01-2015-7491
Adres
Polikliniek Urologie
Hoofdingang
Geert Grooteplein-Zuid 10
6525 GA Nijmegen
Volg route 725, Poliplein C0
Contact
024 - 361 38 03
De polikliniek is telefonisch bereikbaar van maandag tot en
met vrijdag van 8.00 - 17.00 uur (volg het keuzemenu)
Radboud universitair medisch centrum