Catalogus van de tentoonstelling - euregio rhein-maas-nord

ZWISCHEN BEGEISTERUNG UND BESTÜRZUNG
TUSSEN ROES EN VERBIJSTERING
Der Erste Weltkrieg zwischen Rhein und Maas
De Eerste Wereldoorlog tussen Rijn en Maas
Inhoud
1. De roes van de oorlog
2. Nederland sluit zijn grenzen
3. Onoverwinnelijk
4. Eerste verliezen
5. Eerste tekorten
6. Opleving smokkelhandel
7. Stagnerende economie
8. Werkloze grensarbeiders
9. Veranderende rol van de vrouw
10. Staat van beleg
11. Meelevend thuisfront
12. Oorlogsobligaties
13. Grotere verliezen, grotere tekorten
14. Groente uit Holland
15. Militaire opvoeding
16. Volkssmokkel
17. Een ijskoude winter
18. Ondervoede kinderen
19. Het begin van het einde
20. Eindbalans
Inhalt
1. Der Freudentaumel des Krieges
2. Die Niederlande schließen ihre Grenzen
3. Unbesiegbar
4. Erste Verluste
5. Erste Versorgungsengpässe
6. Aufleben des Schmuggelhandels
7. Stagnierende Wirtschaft
8. Arbeitslose Grenzpendler
9. Die sich verändernde Rolle der Frau
10. Belagerungszustand
11. Mitleidende Heimatfront
12. Kriegsanleihen
13. Größere Verluste, größere Engpässe
14. Gemüse aus Holland
15. Militärische Erziehung
16. Volksschmuggel
17. Ein eisiger Winter
18. Unterernährte Kinder
19. Der Anfang vom Ende
20. Schreckensbilanz
Literatuuropgave
Fotoverantwoording
Literaturverzeichnis
Bildrechte und Fotonachweise
Afbeelding titel: No hay quien los socorra (Er is niemand die zou
kunnen helpen) uit De Verschrikkingen van de Oorlog van Francisco
Goya. Het origineel bevindt zich in het Prado te Madrid
Titelbild: No hay quien los socorra (Es gibt niemanden, der ihnen
helfen könnte) aus Den Schrecken des Krieges von Francisco Goya.
Das Original befindet sich im Prado von Madrid.
INLEIDING
EINLEITUNG
Bij veel historici begint de mening veld te winnen dat
Duitsland de Eerste Wereldoorlog niet zozeer verloren heeft
aan het militaire front – althans niet wat de landoorlog betreft –
maar vooral aan het economisch front of het thuisfront. Als de
voornaamste oorzaken van deze ‘nederlaag aan het thuisfront’
worden de Engelse zeeblokkade en de daarmee gepaard gaande
Nederlandse invoerbeperkingen genoemd. Deze leidden ertoe dat
de Duitse bevolking al vrij snel na de oorlog in een permanente
staat van schaarste terechtkwam, met als triest hoogtepunt de
Steckrübenwinter van 1916-1917.
Immer mehr Historiker neigen zu der Einschätzung, dass Deutschland
den Ersten Weltkrieg weit weniger an der militärischen Front – zumindest nicht, was den Bodenkrieg anbelangt – verloren hat, sondern vor
allen Dingen auf wirtschaftlichem Terrain oder an der Heimatfront.
Als wichtigste Ursachen dieser Niederlage an der Heimatfront werden
die englische Seeblockade und die damit einhergehenden niederländischen Importbeschränkungen genannt. Diese führten dazu, dass die
deutsche Bevölkerung ziemlich schnell nach Ausbruch des Krieges
unter dauerhaftem Mangel zu leiden hat. Trauriger Höhepunkt dieses
Notleidens ist der Steckrübenwinter von 1916-1917.
In dit boek wordt belicht wat het thuisfront in de regio tussen Rijn
en Maas in deze periode te verduren kreeg. Daarbij worden regelmatig uitstapjes gemaakt naar de Nederlandse grensstreek, met
name Venlo en Tegelen, waar veel inwoners familiebanden, maar ook
cultuurhistorische en economische banden met de Duitse grensstreek onderhielden. Ik heb hiervoor gebruik gemaakt van diverse
publicaties uit de beide regio’s, die achter in dit boek worden vermeld.
In de tekst wordt naar deze publicaties verwezen door middel van het
jaartal van hun verschijning.
In diesem Katalog wird gezeigt, was die Heimatfront am Niederrhein in dieser Zeit erleiden muss. Nebenbei nimmt diese Ausstellung
einen wörtlich mit auf Ausflüge in die niederländische Grenzregion,
insbesondere nach Venlo und Tegelen, wo viele Einwohner familiäre
Beziehungen aber auch kulturhistorische und wirtschaftliche Beziehungen mit der Deutschen Grenzregion pflegen. Zu diesem Zweck habe ich
mich verschiedener Publikationen aus beiden Regionen bedient, die ich
im Literaturverzeichnis dieses Kataloges nenne. Im Text befinden sich
Quellenangaben mit dem jeweiligen Erscheinungsdatum.
Willem Kurstjens
Willem Kurstjens
Uittocht van de troepen uit Dülken in augustus 1914 (Stadtarchiv Viersen)
Aufbruch der Truppen aus Dülken im August 1914 (Stadtarchiv Viersen)
1. DE ROES VAN DE OORLOG
Augustus 1914 was de heetste augustusmaand van de vorige
eeuw, niet alleen meteorologisch, maar ook politiek en militair. De oorlog wordt in alle oorlogvoerende landen van Europa met hoerageroep begroet. Duitsland is geen uitzondering.
In Berlijn en andere grote Duitse steden gaan de mensen
massaal de straat op. De Duitse historici refereren hieraan als het
‘Augusterlebnis.’ Ook in Frankrijk en Engeland kent het
enthousiasme geen grenzen.
In London meldt het personeel van winkels en kantoren zich
collectief aan voor de legerdienst. De historicus Philip Blom
(2014) verklaart deze roesstemming door de massificatie die
de snelle industriële ontwikkeling met zich heeft meegebracht:
veel mensen voelen zich steeds meer een nummer in plaats
van een individu. Door zich op het slagveld te onderscheiden
hopen ze hun eigenwaarde als individu te hervinden. Ze hebben nog geen weet van de toename van de verschrikking van
het artillerievuur, die velen van hen fataal zal worden. In plaats
van unieke helden worden ze tot kanonnenvoer. Ook in de Duitse
grensstreek met Nederland is het enthousiasme voor de oorlog groot.
Feestroes in Berlijn bij de afkondiging van de oorlog (Deutsches Bundesarchiv)
Begeisterung in Berlin nach Ausrufung des Krieges (Deutsches Bundesarchiv)
Bosch (1994) vermeldt voor Geldern dat het daar op de avond van 30 juli komt tot ‘enthousiaste betogingen, en rond middernacht trokken
groepen burgers naar het standbeeld van keizer Wilhelm op de Kleine Markt. Daar werden “vurige toespraken” gehouden en “patriottische
liederen” gezongen.’ Na de afkondiging van de oorlog is men echter vervuld van ernst en zorg. Wolters (1990) bevestigt de hoerastemming
voor Bracht, maar wijst ook op de aanjagende functie van plaatselijke bestuurders en uitgevers van dagbladen.
Zo laat de Landrat van de Kreis Kempen in Rhein und Maas weten; ‘Ter bescherming van het geliefde vaderland geven de strijdlustige
zonen van ons volk gevolg aan de roep van zijne majesteit de keizer en koning.’ In Ewers e.a. (2009) schrijven Hein en Margret Hesse voor
Viersen dat de opleving van het patriottisme gelijke tred houdt met de bezorgdheid om het lot van de soldaten, wat onder meer tot uiting
komt in talrijke gebedsdiensten.
1. DER FREUDENTAUMEL DES KRIEGES
August 1914. Es war der heißeste August des
vorigen Jahrhunderts, nicht nur meteorologisch,
sondern auch politisch und militärisch. Der Krieg
wird in allen kriegstreibenden Ländern Europas
mit Hurra-Rufen begrüßt. Deutschland ist keine
Ausnahme. In Berlin und anderen großen deutschen Städten gehen Menschenmassen auf die
Straße. Die deutschen Historiker beschrieben
die vorherrschende Stimmung von damals als
„Augusterlebnis“.
In London meldet sich das Personal von Büros
und Läden kollektiv zum Kriegsdienst an. Der
Historiker Philip Blom (2014) erklärt diese überJuichende studenten in Berlijn (Deutsches Bundesarchiv)
schwängliche Stimmung mit der Vermassung,
Jubelnde Studenten in Berlin (Deutsches Bundesarchiv)
die die schnelle industrielle Entwicklung mit sich
gebracht hat: viele Menschen betrachten sich nunmehr eher als Teil einer Masse und nicht mehr als Individuum. Ihre Hoffnung besteht darin,
dass der Krieg ihnen dabei hilft, ihren Selbstwert als Individuum wieder zu finden, indem sie sich auf dem Schlachtfeld beweisen. Sie ahnen noch
nichts vom Schrecken des Artilleriefeuers, das vielen von ihnen zum Verhängnis werden sollte. Anstelle von Helden werden sie Kanonenfutter.
Auch im deutschen Grenzgebiet zu den Niederlanden ist der Enthusiasmus für den Krieg groß.
Bosch (1994) beschreibt den Abend des 30. Juli in Geldern: „Begeisterte Kundgebungen, und um Mitternacht zogen Bürgergruppen zum
Kaiser Wilhelm-Denkmal auf dem Kleinen Markt.“ Dort werden „feurige Ansprachen“ gehalten und „patriotische Lieder“ gesungen. Nach der
Kriegserklärung ist man allerdings voller Sorgen und Ernst. Wolters (1990) bestätigt die Hurra-Stimmung in Bracht, weist aber auch auf den
propagandistischen Einfluss von Behörden und Herausgebern von Tageszeitungen hin.
Beispielsweise lässt der Landrat des Kreises Kempen in der Zeitung Rhein und Maas wissen: „Zum Schutze unseres geliebten Vaterlandes
folgen die waffenfrohen Söhne unsres Volkes dem Ruf seiner Majestät des Kaisers und Königs.“ Bei Ewers und anderen (2009) berichten Hein
und Margret Hesse für Viersen, dass das Aufleben des Patriotismus mit der Sorge um das Los der Soldaten einhergeht, was unter anderem in
zahlreichen kirchlichen Andachten zum Ausdruck gebracht wird.
2. NEDERLAND SLUIT ZIJN GRENZEN
2. DIE NIEDERLANDE SCHLIESSEN IHRE GRENZEN
Nederland sluit zijn grenzen, die worden bewaakt door grensbataljons. Het blijft tijdens de gehele oorlog politiek neutraal, maar economisch actief. Om door de geallieerden – destijds Entente genoemd – niet
verdacht te worden van hulp aan de
vijand kondigt de Nederlandse regering
een lijst van goederen af waarvoor een
uitvoerverbod geldt. Deze lijst wordt
tijdens de oorlog voortdurend bijgesteld.
Daarbij volgt men in grote lijnen de
lijst van de door de Engelsen tot
contrabande verklaarde en te torpederen goederen. In sommige van deze
goederen ontstaat langs de grens een
levendige smokkelhandel.
Die Niederlande schließen ihre Grenzen, die von Grenzbataillonen
bewacht werden. Das Land bleibt während des ganzen Krieges
politisch neutral, wirtschaftlich jedoch
aktiv. Um sich bei den Alliierten – damals
als Entente bezeichnet – nicht dem Verdacht auszusetzen, dem Feind zu helfen,
kündigt die niederländische Regierung
eine Liste für Güter an, für die ein Exportverbot gilt.
3. ONOVERWINNELIJK
Bij het vertrekken van de troepen naar
België had de keizer gezegd: „Nog
voordat de bladeren van de bomen
vallen, zijn jullie weer thuis.“ Aanvankelijk ziet het daar ook naar uit. Het
ene overwinningsbericht volgt het
andere op. Het gevoel van euforie uit
de begindagen van de oorlog blijft nog
wekenlang bestaan. Veel mensen laten
de vlaggen die ze destijds uitgestoken
hebben, aan de gevels van hun huizen
hangen in de vooronderstelling dat
er alleen maar overwinningen zullen
volgen, en moeten door bestuurders en
Diese Liste wird während des
Krieges stetig erweitert. Hierbei folgt
man weitgehend der Liste, in der die
Engländer zu torpedierende Güter oder
als Schmuggelware bezeichnete
Güter gelistet hatten. Entlang der Grenze
entwickelt sich für manche dieser Güter
ein schwunghafter Schmuggelhandel.
3. UNBESIEGBAR
Keizer Wilhelm II (collectie auteur)
Kaiser Wilhelm II (Sammlung des Autors)
Beim Aufbruch der Truppen in Richtung
Belgien hatte der Kaiser gesagt: „Ihr
werdet wieder zuhause sein, ehe noch
das Laub von den Bäumen fällt.“ Anfänglich sieht es auch ganz danach aus. Eine
Siegesnachricht folgt der nächsten.
Das Gefühl der Begeisterung aus
den
Anfangstagen
des
Krieges
dauert noch wochenlang an. Viele Menschen lassen die Flaggen, die
sie seinerzeit gehisst hatten, an den
kranten erop gewezen worden dat dit
tegen het heersende gebruik in gaat.
Wolters (1990) citeert uit Rhein und
Maas: ‘Veel mensen zullen gedacht
hebben: waarom laten we de vlag
niet gewoon hangen – tot aan de
volgende overwinning. Dat is niet
juist, want afgezien van het feit
dat we opeens een minder vrolijk
bericht kunnen ontvangen en dat
zo’n met vlaggen versierde staat er
dan niet bepaald fraai uitziet, gaat
het laten hangen tegen het gebruik in.’
Fassaden ihrer Häuser hängen; sie
waren im festen Glauben, dass nur
noch Siege folgen würden. Die Behörden und Zeitungen müssen die Bürger sogar darauf hinweisen, dass dies
ein Verstoß gegen den herrschenden
Gebrauch ist. Wolters (1990) zitiert aus
Rhein und Maas: „Viele werden dabei
gedacht haben: lassen wir die Fahnen
gleich hängen – bis zum nächsten Siege.
Richtig ist das nicht, denn abgesehen davon, dass wir auch einmal eine
weniger
erfreuliche
Nachricht
erhalten
können,
und
dass
sich
dann
Ook Bosch (1994) vermeldt dit voortOorlogspropaganda / Kriegspropaganda (Collectie auteur / Sammlung Autor)
eine fahnengeschmückte Straße nicht
duren van de overwinningsroes voor
Geldern. Vanuit Nederlandse optiek wordt deze superioriteitsge- gerade hübsch ausmachen würde, ist ein solches Hängenlassen gegen
dachte destijds niet met minachting of ironie bejegend. Men is het den Gebrauch.“
succes van de Duitsers tijdens de Frans-Duitse oorlog niet vergeten,
profiteert nog steeds ten volle van de economische boom van het Auch Bosch (1994) berichtet von diesem Anhalten des Siegestaumels
Ruhrgebied en is niet weinig onder de indruk van het grote aantal am Beispiel von Geldern. Aus niederländischer Sicht wird diesem Übertechnische uitvindingen en industriële patenten van de Duitsers. legenheitsgedanken nicht mit Geringschätzung oder Ironie begegnet.
Maar wat men vooral niet is vergeten is de steun van de Duitsers Man hat den Erfolg der Deutschen während des Deutsch-Französischen
aan de Boeren tegen de Engelsen tijdens de Boerenoorlog. Een Krieges nicht vergessen und profitiert noch immer in vollen Zügen vom
Duitse overwinning wordt door menigeen dan ook niet uitgesloten en wirtschaftlichen Boom im Ruhrgebiet.
niet onwenselijk geacht. Hiervan getuigen vele berichten uit dag- en
maandbladen in die tijd. Een groot verschil met de stemming van de Außerdem ist man von der großen Zahl der technischen Erfindungen
Nederlandse bevolking voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. und der industriellen Patente der Deutschen beeindruckt. Was man
indes nicht vergessen hat, ist die Unterstützung während des Boeren4. EERSTE VERLIEZEN
krieges gegen die Engländer, welche die Deutschen für die Boeren
geleistet haben.
Als de eerste herfstbladeren in 1914 vallen is het Duitse offensief in het
oosten grotendeels geslaagd, maar in het westen maakt generaal Von Ein deutscher Sieg wird von vielen demnach auch nicht ausgeschlosGlück een strategische fout en biedt zijn vijand de kans op een tegen- sen und auch nicht als unerwünscht betrachtet. Hiervon zeugen viele
offensief. Op 6 september begint de Eerste
Slag bij de Marne.
De Duitsers worden
verslagen en moeten
zich terugtrekken. Na
de eerste spaarzame
berichten van Duitse
gesneuvelden in België, komen nu steeds
meer berichten over
Duitse gesneuvelden
in Frankrijk binnen.
Advertentie voor plantaardige boter en vet bereid uit klapperolie (B.U.K.), waarvan het werkwoord ‘bukken’ werd afgeleid,
een synoniem van smokkelen (collectie Nieuwe Venlosche
Courant)
Werbung für pflanzliche Butter und Fett aus Kokos (B.U.K),
wovon sich das Verb „bukken“ – ein Synonym für „schmuggeln“ – ableitet (Sammlung Nieuwe Venlosche Courant)
Tegelijkertijd wordt
bekend dat de snelle
opmars van het Duitse
leger, zoals voorzien
in het Von Schlieffenplan, is vastgelopen
in de modder en het
zand van het Franse
en Belgische platteland, en dat de oorlog
statisch is geworden.
Dit zal zo blijven tot
in 1918. Volgens Wolters (1990) bedraagt het totaal aantal gesneuvelden voor Bracht eind 1914 zestien, terwijl Peters (1998)
voor Kaldenkirchen een aantal van 26 vermeldt. Voor de Niederrhein als geheel vermeldt Bosch (1994) op basis van de Verlustliste vom Niederrhein uit de Niederrheinische Zeitung een aantal
van104 gesneuvelden voor 11 oktober, 245 op 20 oktober en 377
op 4 november 1914.
Berichte aus den Tageszeitungen und Magazinen aus dieser Zeit. Dies
ist ein großer Unterschied zur Stimmung der niederländischen Bevölkerung vor, während und nach des Zweiten Weltkrieges.
4. ERSTE VERLUSTE
Als die ersten Herbstblätter im Jahr 1914 fallen, ist die deutsche Offensive im Osten größtenteils erfolgreich, aber im Westen begeht General Von Glück einen strategischen Fehler und bietet seinem Feind die
Gelegenheit zu einer Gegenoffensive. Am 6. September beginnt die
Erste Schlacht an der Marne. Die Deutschen werden geschlagen und
müssen sich zurückziehen. Nach den ersten spärlichen Berichten über
deutsche Gefallene in Belgien erreichen die Menschen nun mehr und
mehr Berichte über deutsche Gefallene in Frankreich.
Gleichzeitig wird bekannt, dass der schnelle Vormarsch der deutschen
Armee wie er im Schlieffenplan vorgesehen war, im Schlamm und Sand
des belgischen und französischen Flachlandes stecken geblieben ist
und dass sich der Krieg zu einem Stellungskrieg entwickelt hat.
Dies sollte bis 1918 so bleiben. Laut Wolters (1990) beläuft sich die Zahl
der Gefallenen in Bracht Ende des Jahres 1914 auf 16, derweil Peters
(1998) für Kaldenkirchen 26 Gefallene beziffert. Für den Niederrhein
als Gesamtgebiet gibt Bosch (1994) auf Grundlage der Verlustliste vom
Niederrhein aus der Niederrheinischen Zeitung die Zahl von 104 Gefallenen für den 11 Oktober, 245 am 20. Oktober und 377 am 4. November
1914 an.
5. ERSTE VERSORGUNGSENGPÄSSE
Bereits schnell zeichnen sich auch erste Engpässe bei Lebensmitteln
ab. Vor allen Dingen Weizenmehl wird knapp. Bosch (1994) berichtet für
Bracht, dass die dortigen Behörden im Dezember 1914 versuchen, die
Getreidevorräte zu schonen, indem sie die Bürger aufrufen, nicht zu viel
5. EERSTE TEKORTEN
Brot, sondern stattdessen
Kriegsbrot mit fünf Prozent Kartoffelmehl zu essen. Seit Januar 1915 gibt
es kein Weißbrot mehr.
Damals galt Weißbrot im
Gegensatz zu heute als
das leckerste und beste Brot auf dem Markt.
Den Platz des Weißbrotes
nahm das Weizenbrot ein,
das 30 Prozent Roggenmehl enthalten musste.
Al snel dienen zich ook de eerste tekorten aan levensmiddelen aan. Vooral tarwemeel wordt schaars. Bosch (1994)
vermeldt voor Bracht dat de bestuurders
daar in december 1914 proberen de graanvoorraden op peil te houden door de
burgers op te roepen niet veel brood te
eten en bij voorkeur Kriegsbrot, brood met
5 % aardappelmeel. Sinds januari 1915 is
er geen wit brood meer verkrijgbaar. In
die tijd geldt wit brood als het lekkerste
en beste brood dat je kunt krijgen, een verschil met onze tijd. Daarvoor in de plaats
komt Weizenbrot, dat 30 % roggemeel
dient te bevatten.
Rond diezelfde tijd is er ook geen vers varkensvlees meer te krijgen en wordt de bevolking opgeroepen haar vleesconsumptie te
matigen ten gunste van de soldaten aan het
front en de arbeidersgezinnen in het Ruhrgebied.
De Kaldenkerkerweg in Venlo, toen nog Keulscheweg genoemd, een ‘bukstraat’ waarlangs
veel gesmokkeld werd (collectie auteur)
Der Kaldenkerkerweg in Venlo, damals noch Keulscheweg genannt, eine „Buk“straße, auf
der viel geschmuggelt wurde (Sammlung Autor)
Wolters (1990) citeert een artikel uit de Lobbericher Zeitung van
13 januari 1915 waarin wordt opgeroepen spaarzaam te zijn met
brood, Kriegsbrot te eten en geen brood aan het vee te voeren. Ewers
e.a. (2009) vermeldt dat er op 15 januari een wet op de verordening
voor de bereiding van brood- en bakproducten in werking treedt en
op 1 februari een wet op de inbeslagname van graanvoorraden, die
onder centraal toezicht komen. Aan de Nederlandse kant van de grens
gebeurt dit enkele maanden later.
In dieser Zeit gibt es
auch
kein
frisches
Schweinefleisch mehr,
weswegen die Bevölkerung aufgerufen wurde,
den Fleischkonsum zugunsten der Soldaten an
der Front und der Arbeiterfamilien im Ruhrgebiet
zu verringern.
Wolters (1990) zitiert einen Artikel vom 13. Januar 1915 aus der Lobbericher Zeitung, in dem dazu aufgerufen wird, sparsam mit Brot zu sein,
Kriegsbrot zu essen und dem Vieh kein Brot zu füttern. Ewers (2009)
berichtet, dass am 15. Januar ein Gesetz zur Verordnung für die Zubereitung von Brot- und Backwaren in Kraft tritt und am 1. Februar ein
Gesetz zur Beschlagnahmung der Getreidevorräte, die zentral
unter Aufsicht gestellt werden. Auf der niederländischen Seite der
Grenze geschieht dies einige Monate später.
6. OPLEVING SMOKKELHANDEL
6. AUFLEBEN DES SCHMUGGELHANDELS
Op 2 november 1914 stelt de Britse regering een zeeblokkade in met
het doel de Duitse bevolking uit te hongeren en op te zetten tegen
het leger, dat hierdoor gedwongen is zich over te geven. Hoewel
de blokkade tegen het internationale zeerecht ingaat, mist ze haar
uitwerking niet, zodat de Britten hem verscherpen. Al snel is tarwemeel niet het enige meer waaraan behoefte bestaat, ook zout, rijst,
en peulvruchten worden schaars en daarmee tot gewilde smokkelwaar. Hiervan getuigen de vonnissen die de rechtbank in Roermond
in het najaar van 1914 aan smokkelaars oplegt.
Mit dem Ziel, die deutsche Bevölkerung auszuhungern und sie gegen
die Militärs aufzubringen, damit sie gezwungen sind, sich zu ergeben,
errichtet die britische Regierung am 2. Oktober 1914 eine Seeblockade.
Obwohl die Blockade gegen das internationale Seerecht verstößt, verfehlt sie ihre Wirkung nicht, weswegen die Briten sie noch verschärfen.
Schon bald ist Weizenmehl nicht mehr das Einzige, woran es mangelt,
denn auch Salz, Reis und Hülsenfrüchte werden rar und damit zu einer
begehrten Schmuggelware. Hiervon zeugen Urteile, welche das Gericht
zu Roermond im Herbst 1914 gegen die Schmuggler ausspricht.
De smokkel heeft dan nog een individueel karakter en is vooral
een zaak van huisvrouwen, die alleen of in groepjes de grens oversteken. Dit zal in de loop van de oorlog veranderen. Geleidelijk krijgt
de smokkelarij steeds meer een georganiseerd karakter en vormen
zich smokkelbendes, zowel aan de Nederlandse aan de Duitse kant
van de grens. Slechts één keer wordt deze ontwikkeling doorbroken:
in de herfst en winter van 1916/17, als hongerige vrouwen en kinderen met tientallen tegelijk een sluipweg naar Nederland zoeken om
daar eten op te doen. (Kurstjens 2012 en 2014).
Noch ist der Schmuggel individueller Art. Insbesondere Hausfrauen, die
alleine oder in kleinen Gruppen die Grenze überschreiten, schmuggeln
eifrig. Dies wird sich im Laufe des Krieges ändern. Langsam aber sicher
bilden sich immer besser organisierte Schmugglerbanden, sowohl auf
der niederländischen als auch auf der deutschen Seite der Grenze. Nur
ein einziges Mal wird diese Entwicklung aufgehalten: und zwar im Winter
1916, als hungrige Frauen und Kinder dutzendfach und gleichzeitig einen
Schleichweg in die Niederlande suchen, um dort etwas zu essen zu finden. (Kurstjens 2012 und 2014)
7. STAGNERENDE ECONOMIE
7. STAGNIERENDE WIRTSCHAFT
Bij het uitbreken van de oorlog raakt de Duitse economie in grote
problemen. De legerleiding heeft beslag laten leggen op de treinen
voor het vervoer van haar troepen en materieel naar het front.
Hierdoor kunnen bedrijven niet of nauwelijks meer aan grondstoffen
komen.
Beim Ausbruch des Krieges gerät die deutsche Wirtschaft in
arge Probleme. Die Militärführung beschlagnahmt Züge für den
Truppen- und Materialtransport an die Front. Hierdurch entsteht
bei Unternehmen ein teilweiser oder vollständiger Mangel an
Rohstoffen.
Ook wordt het hun praktisch onmogelijk gemaakt hun afgewerkte
producten op de plaats van bestemming te krijgen, waardoor de afzet
stagneert. Vanzelfsprekend komt ook de export naar het vijandelijke
buitenland stil te liggen. Bovendien worden er zoveel arbeiders voor
Zudem wird es praktisch unmöglich, ihre Fertigprodukte auszuliefern, weshalb der Absatz stagniert. Selbstverständlich kommt
auch der Export ins feindliche Ausland zum Erliegen. Darüber
hinaus werden derart viele Arbeiter zum Militärdienst einberu-
Een smokkelscène waarbij douaneambtenaren in het holle geraamte van een kruiwagen op smokkelwaar stuiten (collectie Henk Croonen)
Eine Schmugglerszene, bei der Zollbeamte im Hohlraum eines Handkarrens Schmuggelware entdecken (Sammlung Henk Croonen)
militaire dienst opgeroepen dat er een groot tekort aan deskundig
personeel ontstaat, waardoor veel bedrijven de arbeidstijd moeten
verkorten of personeel ontslaan. Bosch (1994) vermeldt voor augustus een aantal van 328 mannelijke en 404 vrouwelijke werklozen in
Geldern, dat dan zo’n 5.000 inwoners telt, terwijl Ewers e.a. (2009)
een aantal van 220 noemen voor Dülken, dat rond de 5.000 inwoners
telt.
fen, dass ein erheblicher Fachkräftemangel entsteht, durch den
viele Unternehmen auf Kurzarbeit umschalten oder Personal
entlassen müssen. Bosch (1994) berichtet für August von 328
männlichen und 404 weiblichen Arbeitslosen in Geldern, das
damals 5.000 Einwohner zählt. Ewers und andere (2009) berichten
indes von 220 Arbeitslosen in Dülken, das rund 5.000 Einwohner
zählt.
De gemeentes schieten hen te hulp met een uitkering, net zoals ze
dat eerder voor de vrouwen en de gezinnen van de opgeroepen soldaten hebben gedaan. Ook worden er werkverschaffingsprojecten
opgezet. De werkloosheid is van voorbijgaande aard. Eind oktober
trekt de economie weer aan.
Die Kommunen sichern ihnen finanzielle Hilfen zu, wie sie es
auch schon für die Frauen und Familien der eingezogenen Soldaten
getan hatten. Zusätzlich werden Arbeitsbeschaffungsmaßnahmen getroffen. Die Arbeitslosigkeit ist nur vorübergehend, denn
im Oktober gewinnt die Wirtschaft wieder an Fahrt.
8. WERKLOZE GRENSARBEIDERS
8. ARBEITSLOSE GRENZPENDLER
Het uitbreken van de oorlog overvalt ook de Nederlandse grensarbeiders. Het zijn er vele honderden, voornamelijk uit Venlo en Tegelen.
Als de grenzen dichtgaan, worden ze van de ene op de andere dag
werkloos. Ook de gemeenteraden in hun woonplaatsen schieten hen
met uitkeringen te hulp. Als de grenzen na enkele weken weer opengaan, kan echter niet iedereen direct weer naar zijn oude werkplek
terug, omdat de economie stagneert.
Der Ausbruch des Krieges hat auch Auswirkungen für die niederländischen Grenzarbeiter. Es gibt derer hunderte, vorrangig aus Venlo
und Tegelen. Als die Grenzen geschlossen werden, werden sie vom
einen auf den anderen Tag arbeitslos. Auch die Gemeinderäte in
ihren Wohnorten bieten ihnen finanzielle Hilfe an. Als die Grenzen
wieder geöffnet werden, kann allerdings nicht jeder wieder seiner
Arbeit nachgehen, denn die Wirtschaft lahmt.
Gelukkig is er inmiddels een Nationaal Steuncomité opgericht,
waarop de gemeentes een deel van hun kosten kunnen verhalen.
Ook worden er werkverschaffingsprojecten opgezet. In Venlo komt
dit maar moeizaam van de grond, omdat sommige arbeiders de
smokkel hebben ontdekt als lucratieve bijverdienste. (Kurstjens
2014).
Glücklicherweise ist inzwischen ein Nationales Unterstützungskomitee ins Leben gerufen worden, das den Kommunen einen
Teil ihrer Aufwendungen erstattet. Ferner werden auch Beschäftigungsprogramme aufgelegt. In Venlo laufen diese Maßnahmen
schleppend an, weil einige Arbeiter den Schmuggel als lukrativen
Nebenverdienst für sich entdeckt haben. (Kurstjens 2014)
Door de toenemende stroom legerorders leeft de Duitse economie eind oktober weer op. Het tekort aan arbeidskrachten is zelfs
zo groot dat men zelfs in Tegelen arbeiders gaat aanwerven. Daar
Wegen der immer stärkeren Nachfrage nach Kriegsgerät erlebt die
deutsche Wirtschaft Ende Oktober einen Aufschwung. Der Mangel
an Arbeitskräften ist so groß, dass man sogar in Tegelen Arbeiter
herinnert men zich later het volgende: ‘In de herfst van 1914
kwamen de Duitsers in de Bondszaal aan de Kerkstraat arbeiders werven voor de fabrieken in Duitsland. (…) De aanwerving in
Tegelen slaagde uitstekend. 210 meldden zich aan op die zondag.’
(Kurstjens 2012) Deze situatie duurt tot medio 1916, als de Duitse
economie opnieuw vastloopt. Enkele voormalige grensarbeiders
ontpoppen zich dan tot smokkelaar. Zij kennen inmiddels de weg
in Duitsland.
anwirbt. Dort erinnert man sich an folgendes: „Im Herbst 1914 kamen
die Deutschen in den Bondszaal in der Kerkstraat, um Arbeiter für die
Fabriken in Deutschland anzuwerben. (…) Die Anwerbungsversuche
in Tegelen waren sehr erfolgreich. An jenem Sonntag meldeten sich
210 Personen. (Kurstjens 2012). Dieser Zustand dauert bis Mitte 2016
an, als sich in Deutschland erneut eine Rezession ankündigt. Einige
ehemalige Grenzarbeiter entpuppen sich als Schmuggler. Sie kennen
sich naturgemäß gut in Deutschland aus.
9. VERANDERENDE ROL VAN DE VROUW
9. DIE SICH VERÄNDERNDE ROLLE DER FRAU
Omdat er zoveel jongens en mannen voor de legerdienst worden
opgeroepen, krijgen de meisjes en vrouwen een steeds belangrijkere plaats in de samenleving. In de overwegend industriële
gemeentes als Geldern en Viersen heeft dit tot gevolg dat vrouwen de
plaatsen van mannen in de fabrieken gaan innemen, terwijl in de
meer agrarische gemeentes als Bracht ze het werk op het veld en
in de stallen overnemen.
Da so viele Jungen und Männer zum Militärdienst eingezogen werden, spielen Mädchen und Frauen eine immer wichtigere Rolle in
der Gesellschaft. In den überwiegend industriell geprägten Kommunen wie Geldern und Viersen hat dies zur Folge, dass Frauen
in den Fabriken die Arbeit der Männer übernehmen, derweil sie in
den eher agrarisch geprägten Kommunen wie Bracht zusehends
auch auf den Feldern und in den Ställen arbeiten müssen.
Vrouwen bij het werk (onbekende collectie)
Frauen bei der Arbeit (unbekannte Sammlung)
De werkende moeders onder hen krijgen steeds minder tijd voor de
zorg en de opvoeding van hun kinderen. Als ze na een lange werkdag
thuiskomen zijn ze vaak te moe voor de gebruikelijke huishoudelijke taken, laat staan om in de rij te staan om levensmiddelen te bemachtigen. Dit heeft een ontwrichtende werking op het gezinsleven.
Veel kinderen verwilderen. Een positief gevolg is dat het respect voor
vrouwen toeneemt, wat de invoering van het algemeen kiesrecht in
1918 vergemakkelijkt.
Die arbeitenden Mütter unter ihnen haben stets weniger Zeit, sich um
ihre Kinder und um deren Erziehung zu kümmern. Wenn sie nach einem
langen Arbeitstag nach Hause kommen, sind sie vielfach zu müde, um
sich noch um den Haushalt kümmern zu können, geschweige denn um
für Lebensmittel Schlange zu stehen. Diese Umstände bringen die Familien immer mehr aus dem Gleichgewicht. Viele Kinder verwahrlosen.
Eine Folge ist, dass der Respekt gegenüber Frauen größer wird, was
die Einführung des allgemeinen Wahlrechts im Jahr 1918 erleichtert.
10. STAAT VAN BELEG
10. BELAGERUNGSZUSTAND
Om de smokkelhandel effectief te bestrijden kondigt de Nederlandse regering in
september 1914 de staat van beleg voor
de grensstreek af. Dit houdt onder meer
in dat militaire commandanten verdachte
personen de toegang tot dit gebied mogen
ontzeggen of hen daaruit kunnen verwijderen.
Um den Schmuggelhandel effektiv zu bekämpfen, ruft die niederländische Regierung
im September 1914 den Belagerungszustand
für die Grenzregion aus. Dies beinhaltet
unter anderem, dass die Kommandanten
verdächtigen Personen den Zugang zu diesem Gebiet verwehren oder in der Sperrzone
befindliche Personen abführen können.
Ook zijn ze bevoegd op te treden tegen het
wegvoeren van vee, werktuigen, levensmiddelen en andere goederen. Verder kunnen
ze gemakkelijker tot opsporing en huiszoeking overgaan. Indien nodig kunnen ze
aan smokkel gelieerde fabrieken, winkels en
etablissementen sluiten. Met de handhaving
van deze maatregelen worden de soldaten
van de grenswacht belast, die echter vaak
uit de regio zelf afkomstig zijn en een oogje
toedrukken. Uiteraard doen de smokkelaars
ook zelf hun best om niet in het oog te lopen
en ze verzinnen dan ook de ene na de andere
smokkeltruc.
Überdies sind sie dazu befugt, gegen das Entwenden von Vieh, Werkzeugen, Lebensmitteln
und anderen Gütern vorzugehen. Desweiteren können sie nun einfacher Fahndungen
und Hausdurchsuchungen durchführen. Falls
nötig können sie dem Verdacht des Schmuggels ausgesetzte Fabriken, Geschäfte und
Etablissements schließen. Mit diesen Aufgaben werden die Grenzsoldaten betraut, die
allerdings meist selbst aus der Region stammen und ein Auge zudrücken. Die Schmuggler
ihrerseits tun natürlich ihr Bestes, um nicht
aufzufallen und erfinden den einen Schmuggeltrick nach dem anderen.
Staat van beleg / Belagerungszustand,
Paul Meyes: Buiten schot (Amsterdam 2005)
Kinderen verzamelen keukenafval om te gebruiken als veevoer op de Hosenkirchweg in Alt-Viersen (Stadtarchiv Viersen)
Kinder sammeln auf dem Hosenkirchweg in Alt-Viersen Küchenabfälle für die Viehfütterung (Stadtarchiv Viersen)
11. MEELEVEND THUISFRONT
11. MITLEIDENDE HEIMATFRONT
Terwijl de oorlog om zich heen grijpt, organiseert het Duitse thuisfront zich in vrijwilligersorganisaties, die zich het lot van de
soldaten aan het front, de achtergebleven gezinnen en de
oorlogsgewonden aantrekt. Om te beginnen is er de Vaterländische
Liebesdienst, die zich ten doel stelt goederen en geld in te
zamelen om voedsel- en kledingpakketten samen te stellen voor de
soldaten aan het front.
Während der Krieg um sich greift, organisieren sich an der deutschen
Heimatfront Freiwillige, die sich dem Schicksal der Soldaten an der
Front, der zurückgebliebenen Familien sowie der Verwundeten annehmen. Um zunächst einen zu nennen, wäre da der Vaterländische
Liebesdienst, der sich zum Ziel setzt, Güter und Geld einzusammeln,
um Lebensmittel- und Kleiderpakete für die Frontsoldaten schnüren
zu können.
Omdat de treinen nog steeds gerekwireerd zijn, doet men een beroep op
particulieren om deze naar het front of legerplaatsen achter het front
te vervoeren. Verder houdt de dienst zich bezig met de ondersteuning van de achtergebleven gezinnen, die vaak moeite hebben rond
te komen. Ook hiervoor worden inzamelingen gehouden, soms met
een concert of lezing als kapstok. De plaatselijke afdelingen van het
Rode Kruis spannen zich vooral in voor de oprichting en inrichting van
lazaretten voor oorlogsgewonden. Hierbij zijn ook de Vaterländische
Frauenvereine betrokken.
Da die Züge noch immer in Beschlag genommen sind, bedient
man sich der Hilfe von Privatleuten, um diese Pakete in die Feldlager hinter der Front zu befördern. Weiterhin unterstützt der
Liebesdienst die Hinterbliebenen, die nicht selten Mühe haben,
über die Runden zu kommen. Auch hierfür wird Geld gesammelt,
manchmal mit einem Konzert oder einer Lesung als Aufhänger.
Die örtlichen Abteilungen des Roten Kreuzes kümmern sich
vor allem um die Gründung und Ausstattung von Lazaretten für
Kriegsverwundete.
Sommige leden zijn daar als vrijwillige hulpverpleegsters werkzaam. Andere leggen zich toe op de ondersteuning van alleenstaande gezinnen, waarvoor allerlei acties, inzamelingen en
collectes worden gehouden. (Bosch 1994 en Ewers e.a. 2009) Aan
de Nederlandse kant van de grens zijn er vooral afdelingen van
het Rode Kruis en ontvangstcomités voor Belgische vluchtelingen
actief.
Hieran sind auch die Vaterländischen Frauenvereine beteiligt. Manche
Mitglieder sind dort als ehrenamtliche Helfer tätig. Andere konzentrieren sich auf die Unterstützung alleinstehender Familien, für die
allerlei Spendenaufrufe und sonstige wohltätige Aktionen unternommen werden. (Bosch 1994 und Ewers u.a. 2009) Auf niederländischer
Seite sind vor allem Abteilungen des Roten Kreuzes und Empfangskomitees für belgische Flüchtlinge engagiert.
Er verschijnen oproepen in kranten om voor de soldaten te velde,
die het soms koud hebben en zich vaak te pletter vervelen, mutsen
te breien en lectuur in te zamelen. Van grote voedselschaarste is
in en om Venlo nauwelijks sprake. Met maximumprijzen probeert
men de prijswoeker in de hand te houden en een rechtvaardige
verdeling te bewerkstelligen. (Kurstjens 2012 en 2014)
In den Zeitungen erscheinen auch Aufrufe, für die Frontsoldaten, denen
oft kalt ist und die sich oft langweilen, Mützen zu stricken und Lektüre
zu sammeln. Von Nahrungsmittelknappheit ist in der Region Venlo
kaum die Rede. Mit Höchstpreisen versucht man dem Wucher Einhalt
zu gebieten und eine gerechte Verteilung zu gewährleisten. (Kurstjens
2012 und 2014)
12. OORLOGSOBLIGATIES
12. KRIEGSANLEIHEN
De landelijke overheid blijft niet achter
bij de vrijwilligersorganisaties als het
erom gaat de burgers geld uit hun zak
te kloppen. Zo zijn er de Hindenburg-,
Ludendorff- en U-boot collectes. Ook is
er de Goud-gaf-ik-voor-ijzer-campagne,
waarbij de burgers worden opgeroepen
gouden sieraden in te wisselen voor ijzer.
Het meest doeltreffend zijn echter de oorlogsobligaties, Kriegsanleihe, waarmee
men probeert de tekorten op de rijksbegroting te dekken. Dit lukt in het begin wonderwel, maar na september 1916 niet
meer, dan rijzen de uitgaven de pan uit.
Opmerkelijk is dat de inlegbereidheid van
de burgers tegen het einde van de oorlog
nauwelijks nalaat en nog steeds rond het
niveau van maart en september 1916 (in
Geldern maart 1915) ligt.
Der Staat steht den Freiwilligenorganisationen in Nichts nach, wenn es darum geht, den
Bürgern das Geld aus der Tasche zu ziehen.
Die Hindenburg-, Ludendorff- und U-Bootanleihen sind einige Beispiele hierfür. Darüber
hinaus gibt es auch noch die Gold-gab-ichfür-Eisen-Kampagne, mit der Bürgerinnen
und Bürger aufgerufen wurden, ihren Goldschmuck gegen Eisen einzutauschen. Zu
einem vollen Erfolg entwickelten sich allerdings die Kriegsanleihen, mit denen man
versucht, die Defizite des Reichshaushaltes
zu decken. Zunächst gelingt dies auf wundersame Art, aber ab Herbst 1916 laufen die
Ausgaben hierfür davon. Bemerkenswert ist,
dass die Investitionsbereitschaft der Bürger
zum Ende des Krieges kaum nachlässt und
noch auf dem Niveau von zwischen März und
September liegt (in Geldern von März 1915).
13. GROTERE VERLIEZEN, GROTERE TEKORTEN
13. GRÖSSERE VERLUSTE, GRÖSSERE ENGPÄSSE
In 1916 treedt er een keerpunt in de oorlog op. De veldslagen bij
Verdun en aan de Somme verslinden manschappen en materieel.
De oorlog neemt monsterlijke proporties aan. Het moreel daalt
en de desertie neemt toe. Ook aan het thuisfront is het één doffe
ellende. Vrijwel alles is op de bon en de rantsoenen worden steeds
minder. Tot overmaat van ramp valt de aardappeloogst in heel
Duitsland tegen, ook in Viersen en omgeving waar tot 30 procent
minder wordt geoogst dan in het jaar daarvoor. (Ewers e.a. 2009)
De gemeentes kunnen dit tekort niet dekken en het gewest evenmin. Eind november zijn er in Viersen bijna geen aardappelen meer
Im Jahr 1916 wendet sich der Krieg. In den Feldschlachten bei Verdun
und an der Somme gibt es hohe Verluste zu beklagen. Der Krieg wird
blutrünstiger und grausamer. Die Moral an der Front sinkt, und immer
mehr Soldaten desertieren. Auch an der Heimatfront ist das Leid groß.
Es gibt beinahe ausschließlich noch Ware im Tausch gegen Marken, und
auch die Zuteilungen werden immer knapper. Eine schlechte Kartoffelernte verschlimmert die Versorgungssituation zusätzlich. Dies ist auch
in Viersen und Umgebung der Fall, wo rund ein Drittel weniger geerntet wurde als im Jahr zuvor (Ewers u.A. 2009). Die Behörden können an
dieser Situation nicht viel ändern. Ende November gibt es in Viersen
te krijgen. Ten einde raad besluit burgemeester Stern bij het gewest 500 ton Steckrüben (voederbieten) te bestellen, maar daarvan
is maar twintig procent per direct leverbaar. Bovendien zijn deze
beduidend minder voedzaam dan aardappelen. Men kan dit verschil aanzuiveren met dierlijke en plantaardige vetten, maar daaraan bestaat eveneens een groot tekort. Zoals Viersen vergaat
het de meeste andere gemeentes in de Duitse grensstreek. Het gevolg is hongersnood en ondervoeding op grote schaal.
beinahe keine Kartoffeln mehr. Bürgermeister Stern ist mit seinem
Latein am Ende und lässt beim Staat 500 Tonnen Steckrüben
bestellen, von denen allerdings nur rund ein Fünftel sofort lieferbar ist.
Überdies haben diese einen erheblich geringeren Nährwert als Kartoffeln. Man kann diesen Nachteil zwar mit tierischen und pflanzlichen
Fetten aufwiegen, aber auch hiervon gibt es zu dieser Zeit nicht
genug. Viersen ist in der deutschen Grenzregion nicht
alleine mit diesem Problem. Die Folgen sind Hungersnot und Unterernährung auf breiter Front.
14. GROENTE UIT HOLLAND
14. GEMÜSE AUS HOLLAND
In een poging een catastrofe af te wenden
besluit de stad Viersen grote hoeveelheden groente bij de veiling in Venlo te
gaan inkopen. Dit is al eerder gebeurd,
maar inmiddels is er een Berlijn een
centraal orgaan gevormd dat heeft
besloten deze aankoop naar zich toe te
trekken.
In einem Versuch, die Katastrophe abzuwenden, beschließt die Stadt Viersen, in
Venlo große Mengen Gemüse zu bestellen. Dieser Versuch wurde schon einmal
unternommen, aber inzwischen wurde in Berlin eine Zentrale eingerichtet,
von wo aus die Bestellungen koordiniert
werden.
Hiertegen stelt de Viersense inkoopster
Agnes van Brakel zich teweer, die naar
Berlijn reist om bezwaar te maken. Men is
daar niet tegen haar opgewassen en ze keert
terug met een speciale vergunning, waardoor
ze haar aankopen in Venlo kan voortzetten. Dit
soort aankopen leidt daar in korte tijd tot een geweldige omzetverhoging.
De Venlose boeren en tuinders varen
wel bij de ellende in Duitsland, net als
de winkeliers, bakkers en slagers, die
aan Duitse particulieren verkopen.
Die Viersener Einkäuferin Agnes van
Brakel ist hiermit nicht einverstanden
und reist nach Berlin, um sich dort zu
beschweren. Ihren Argumenten hat man
wenig entgegenzusetzen und infolgedessen
kehrt sie mit einer Sondergenehmigung zurück,
die ihr erlaubt, weiterhin in Venlo einzukaufen.
Portret van Agnes van Brakel door Paul Heimen (Stadtarchiv Viersen)
Porträt von Agnes van Brakel, Paul Heimen (Stadtarchiv Viersen)
Diese Einkäufe führten dort in kurzer
Zeit zu einer großen Umsatzsteigerung.
Die Venloer Landwirte sind die Gewinner der Krise in Deutschland. Gleiches
gilt für Ladenbesitzer, Bäcker und
De echte grootverdieners zijn echter de gewiekste zakenlieden
die zich met import- en exporthandel bezighouden. Zij worden
smalend aangeduid als „OW’ers“, oorlogswinstmakers. Voor hen
komt er in 1916 een extra inkomstenbelasting, die de rijksoverheid
geen windeieren legt.
Metzger, die an deutsche Privatleute verkaufen. Die Nutznießer sind
indes clevere Im- und Exporteure. Sie wurden abwertend als „OW’ers“
bezeichnet – Kriegsgewinner. Für sie wird im Jahr 1916 eine zusätzliche Einkommenssteuer eingeführt, mit welcher der Staat einen guten
Schnitt macht.
15. MILITAIRE OPVOEDING
15. MILITÄRISCHE ERZIEHUNG
De oorlog vraagt niet alleen geld en goederen van de Duitse gezinnen, maar eist ook hun kinderen op. Naarmate duidelijker
wordt dat de veldtocht langer gaat duren en hogere verliezen met
zich meebrengt dan men had verwacht, neemt ook de aandrang
op jongeren om zich voor de Jugendwehr op te geven toe. Vroeger
of later moeten deze jongens de opengevallen plaatsen van hun
aan het front gesneuvelde vaders, broers en vrienden innemen.
Door middel van oefeningen en exercities worden ze hierop voorbereid. Volgens Bosch (1996) was de animo onder Geldernse jongeren hiervoor niet zo groot, maar Ewers e.a. (2009) vermelden
voor Süchteln toch een aanzienlijke opkomst.
Der Krieg verschlingt nicht nur Geld und Besitztümer der deutschen Familien, sondern er nimmt ihnen auch ihre Kinder. Je klarer wird, dass
der Feldzug länger dauern wird und dass er höhere Verluste mit sich
bringt, desto mehr werden Jugendliche dazu gedrängt, sich bei der Jugendwehr zu melden. Früher oder später müssen diese Jugendlichen
die freigewordenen Positionen ihrer an der Front gefallenen Väter, Brüder und Freunde einnehmen. Mit speziellen militärischen Übungen und
Exerzitien werden sie auf diese Aufgabe vorbereitet. Laut Bosch (1996)
war die Begeisterung bei den Gelderner Jugendlichen nicht sonderlich
groß, aber Ewers u. A. (2009) berichten doch von einem ansehnlichen
Zulauf, zumindest in Süchteln.
In de Nederlandse grensstreek laat men de jongeren met rust. Het
Nederlandse leger spreekt met zijn aftandse wapens en kanonnen
ook veel minder tot de verbeelding dan het Duitse, dat de beschikking
heeft over Zeppelins en Dikke Bertha’s. Alleen in de begindagen van
de oorlog en aan het einde sluit een groepje jongvolwassenen in Venlo
zich aaneen tot een Burgerwacht om de plaats van de marechaussee
in te nemen die elders in het land wordt ingezet. (Kurstjens 2014)
Im niederländischen Grenzgebiet lässt man die Jugendlichen in Ruhe.
Die niederländische Armee ist mit ihren unzeitgemäßen Waffen und
Kanonen auch weit weniger attraktiv als die deutsche, die Zeppeline
und Dicke Berthas in ihrem Arsenal hat. Nur in den Anfangstagen des
Krieges und zu dessen Ende schließt sich ein Grüppchen junger
Erwachsener einer Bürgerwehr an, um Aufgaben der Marechaussee
wahrzunehmen, die anderswo im Land eingesetzt wird. (Kurstjens 2014)
16. VOLKSSMOKKEL
16. VOLKSSCHMUGGEL
De honger maakt de mensen onvoorzichtig en drijft hen tot aan de
grens, letterlijk en figuurlijk. Het verschijnsel ‘volkssmokkel’ doet
zijn intrede. Niet langer is smokkel een aangelegenheid van beroepssmokkelaars en smokkelbendes, maar van de bevolking als
geheel.
Der Hunger macht die Menschen unvorsichtig und treibt sie im übertragenen Sinne wörtlich an die Grenze. Das Phänomen des Volksschmuggels kommt auf. Schmuggel ist von nun an keine Sache mehr
für Berufsschmuggler und Schmugglerbanden, sondern eine Sache
der Gesamtbevölkerung.
Met tientallen tegelijk steken inwoners van de Duitse grensstreek
’s nachts de grens over om in Nederland eten op te doen. Onder
druk van de Britten, die een strikte neutraliteitspolitiek eisen, verscherpt de Nederlandse regering de grenscontroles. De grensbewakers worden vervangen door ‘buitengewone commiezen’, die
opdracht krijgen niets meer door de vingers te zien en desnoods
met scherp te schieten. Hiervan worden ook vrouwen en kinderen
de dupe.
Zu Dutzenden überschreiten die Einwohner der deutschen Grenzregionen nachts die Grenze und versuchen, in den Niederlanden
Lebensmittel zu ergattern. Unter dem Druck der Briten, die eine
strikte Neutralitätspolitik verlangen, verschärft die niederländische
Regierung die Grenzkontrollen. Die Grenzwächter werden durch
Sondergehilfen ersetzt, die den Auftrag bekommen, nichts mehr
durchgehen zu lassen und im Ernstfall scharf zu schießen. Dies wird
auch Frauen und Kindern zum Verhängnis.
Op 21 september 1916 bericht de Viersener Zeitung dat er binnen
korte tijd al drie smokkelaars zijn doodgeschoten, onder wie een
oudere vrouw. Op 9 december 1916 meldt de Nieuwe Venlosche
Courant dat er een Duits meisje is neergeschoten. Ze is gewond,
maar niet levensgevaarlijk. Om de volkssmokkel te beteugelen
besluit de Nederlandse regering de arrestanten voor onbeperkte
tijd in gevangenschap te houden. Die maatregel heeft succes: begin
januari ebt de volkssmokkel weg en krijgt het bendewezen weer de
overhand. (Kurstjens 2012 en 2014)
Am 21. September 1916 berichtet die Viersener Zeitung, dass innerhalb
kürzester Zeit schon drei Schmuggler erschossen wurden, darunter
eine ältere Frau. Am 16. Dezember 1916 meldet der Nieuwe Venlosche
Courant, dass ein deutsches Mädchen angeschossen wurde. Sie wurde
zwar verwundet, überlebte aber. Um den Volksschmuggel zu zügeln,
beschließt die niederländische Regierung, die Festgenommenen für
unbestimmte Zeit gefangen zu halten. Diese Maßnahme ist erfolgreich: Anfang Januar ebbt der Volksschmuggel ab, und der organisierte
Bandenschmuggel ist wieder im Aufwind. (Kurstjens 2012 und 2014)
17. EEN IJSKOUDE WINTER
17. EIN EISIGER WINTER
Bij alle ellende komt nog eens het weer. De winter van 1916-1917
is een van de koudste van de vorige eeuw. Op de verjaardag van de
keizer, op 27 januari 1917, vriest het tien graden. Als er al sprake is van een feeststemming wordt deze gedrukt door een tekort
aan steenkool, waardoor maar weinig kachels kunnen branden.
Der Winter von 1916-1917 ist einer der kältesten des vergangenen
Jahrhunderts und bringt zusätzliches Elend mit sich. Am Geburtstag
des Kaisers, am 27. Januar 1917 fällt das Thermometer auf zehn Grad
unter Null. Wenn von Feierlaune überhaupt die Rede sein kann, wird
diese durch die Kälte gedämpft, denn wegen des Kohlenmangels ist für
De vorst houdt aan tot begin februari en strekt
zich ook uit over de Nederlandse grensstreek, waar men voor het eerst met
ernstige voedsel- en grondstoffentekorten te kampen krijgt,
zij het niet in die mate als
in Duitsland.
Het bonnensysteem dat
daar al lang bestaat,
doet nu ook in Nederland zijn intrede en
komt in de plaats van
de
politiek
van
maximumprijzen, waarmee men tot dusver de
tekorten probeerde te reguleren. (Ewers e.a. 1998 en
Kurstjens 2012 / 2014)
18. ONDERVOEDE KINDEREN
De grootste slachtoffers aan het thuisfront zijn de kleinsten. Ewers e.a.
(1998) vermelden dat er eind 1915 in Viersen, dat dan rond de 28.000
inwoners telt (de opgeroepen soldaten niet meegerekend) maar liefst
5.040 kinderen zijn die hun vader moeten missen en voor wie de Vaterländische Liebesdienst een inzameling houdt om een kerstcadeautje
te kopen. Hun afwezigheid, maar ook die van hun vrouwen, die in de
fabrieken of op het land werken, én de grote voedseltekorten hebben een desastreuze uitwerking op hun groei en ontwikkeling. Om die
reden worden er kindercrèches gesticht, waar de kinderen voldoende toezicht en voedsel krijgen. Ook worden er oproepen gericht aan
Nederlandse gezinnen om ondervoede kinderen en weeskinderen op
te nemen en bij hen te laten aansterken.
die Öfen meist nicht genug Brennstoff vorhanden. Der
Frost bleibt bis Anfang Februar und verschont
dabei auch die niederländischen Nachbarn nicht, die nun auch zum ersten
Mal ernsthaft mit Nahrungsund Rohstoffmangel konfrontiert werden – jedoch weniger als in Deutschland.
Lebensmittelmarken,
die es in Deutschland
bereits gab, werden nun
auch in den Niederlanden eingeführt. Sie ersetzen die vorgegebenen
Höchstpreise, mit denen
man probierte, die Engpässe
zu regulieren. (Ewers u. A. 1998
und Kurstjens 2012 / 2014)
18. UNTERERNÄHRTE KINDER
Die größten Opfer an der Heimatfront bringen die Kleinsten. Ewers
u. A. (1998) berichten, dass es Ende 1915 in Viersen, das 28.000
Einwohner zählte (eingezogene Soldaten nicht gerzählt) gut 5.400
Kinder gibt, die ihren Vater vermissten und für die der Vaterländische
Liebesdienst zu einer Spendenaktion für Weihnachtsgeschenke aufgerufen hat. Ihre Abwesenheit, aber auch die ihrer Frauen, die in den
Fabriken oder auf dem Land arbeiten, aber auch die enorme Nahrungsmittelknappheit haben weitreichende Folgen auf das Wachstum und die
Entwicklung der Kinder. Aus diesem Grund werden Kindertagesstätten gegründet, in denen die Kinder beaufsichtigt und versorgt werden.
Zudem werden niederländische Familien aufgerufen, unterernährte
Kinder und Waisen aufzunehmen und diese aufzupäppeln.
Vorige pagina: winterpret op de Maas bij Steyl. Van links naar rechts: Een volkskeuken; Een vrouw die in een rij op eten staat te wachten, wordt niet goed (collectie DPA);
Gewonden na de slag bij de Marne, (collectie onbekend); Een ziekenzaal in de Verenigde Staten met lijders aan de Spaanse Griep (collectie onbekend).
Vorherige Seite: Winterfreuden auf der Maas bei Steyl. Von links nach rechts: Eine Volksküche; Einer Frau, die für Essen Schlange steht, wird unwohl (Sammlung DPA); Verwundete nach der
Schlacht an der Marne (unbekannte Sammlung); Ein Krankensaal in den USA mit an der Spanischen Grippe Infizierten (unbekannte Sammlung).
19. HET BEGIN VAN HET EINDE
In de loop van 1917 keren de kansen aan het oostfront, waar de Russen zich oorlogsmoe van de tsaar afkeren. De nieuwe regering van
Lenin en consorten sluit op 3 maart 1918 een wapenstilstand met de Duitsers. In het westen daarentegen halen de Duitsers zich met hun
onbeperkte duikbootoorlog de woede van de Amerikanen op de hals, die Duitsland de oorlog verklaren en begin 1918 hun troepen beginnen
te ontschepen. Nog even flakkert de hoop op een eindzege, als het Duitse opperbevel besluit de troepen uit het oosten over te brengen
naar het westfront en daar tot een alles beslissende aanval over te gaan. Het Duitse offensief loopt echter vast, waarna de geallieerden het
initiatief overnemen en de Duitse troepen in de verdediging drukken. Het moreel aan het front én aan het thuisfront is nu definitief geknakt.
Tot overmaat van ramp steekt aan het thuisfront het spook van de hongersnood opnieuw zijn kop op. Vleesloze dagen maken plaats
voor vleesloze weken. Tegelijkertijd komt ook de Spaanse Griep opzetten, voor wie de uitgeputte bevolking een gemakkelijke prooi is.
Op 6 november 1918 breekt er een muiterij uit op de vloot in Kiel. De matrozen gaan de straat op en dringen aan op revolutie. De beweging slaat over naar andere steden, zoals Berlijn en München, en leidt tot de vorming van een nieuwe regering, die naar een acceptabele
vrede streeft, maar de legerleiding op haar pad vindt. Uiteindelijk doen zowel de opperbevelhebber als de keizer afstand van hun functies.
Op zondagmorgen 10 november komt de keizer in Eijsden de grens over. De Nederlandse regering komt in spoedvergadering bijeen en er
wordt besloten, om de keizer asiel te verlenen.
19. DER ANFANG VOM ENDE
Im Laufe des Jahres 1917 wendet sich das Blatt an der Ostfront, wo sich die Russen kriegsmüde vom Zaren abwenden. Die neue Regierung
von Lenin und seinen Konsorten vereinbart mit den Deutschen am 3. März 1918 einen Waffenstillstand. Mit ihrem uneingeschränkten
U-Bootkrieg im Westen ziehen die Deutschen den Zorn der Amerikaner auf sich, die Deutschland Anfang 1918 den Krieg erklären und
Truppen entsenden. Als die deutschen Oberbefehlshaber beschließen, die Truppen aus dem Osten an die Westfront zu verlagern und zu
einem alles entscheidenden Angriff überzugehen, gibt es noch einmal kurz die Hoffnung auf den Endsieg. Die deutsche Offensive bleibt
allerdings stecken. Jedoch schaffen es die Alliierten, zum Gegenangriff überzugehen und die Deutschen in die Defensive zu drängen.
Die Moral an der Front und zuhause ist nun endgültig gebrochen.
Zu allem Überfluss lugt an der Heimatfront wieder das Gespenst der Hungersnot hervor. Aus fleischlosen Tagen werden fleischlose
Wochen. Hiermit einhergehend greift eine Grippe-Epidemie um sich, der die erschöpften Menschen kaum Abwehrkräfte entgegenzusetzen
hatten. Am 6. November 1918 kommt es in Kiel zu einer Meuterei bei der Flotte. Die Matrosen gehen auf die Straße und fordern eine
Revolution. Die Bewegung erreicht auch andere Städte wie Berlin und München und führt zur Bildung einer neuen Regierung. Diese strebt
gegen den Sinn der führenden Militärs einen akzeptablen Friedensschluss an. Schließlich danken sowohl Kaiser als auch Militärführung
ab. Am Samstagmorgen des 10. November 1918 flieht der Kaiser bei Eijsden über die Grenze in die Niederlande. Die niederländische
Regierung trifft sich sofort zu einer Dringlichkeitssitzung und beschließt, dem Kaiser Asyl zu gewähren.
Een manifestatie voor arbeiders- en soldatenraden in Berlijn in november 1918 (collectie onbekend)
Eine Demonstration für Arbeiter- und Soldatenräte im November 1918 in Berlin (Sammlung unbekannt)
20. EINDBALANS
In Duitsland likt de bevolking haar wonden. De afloop is triester dan men zich ooit had
kunnen voorstellen. De balans aan oorlogsslachtoffers voor Geldern, dat in totaal zo’n
5.000 inwoners telt, bedraagt aan het einde van de oorlog 174 doden, 46 gewonden en 55
krijgsgevangenen in den vreemde. Van het in Geldern gelegerde IIIe bataljon van het 159ste
infanterieregiment garnizoen zijn dan 41 officieren, 100 onderofficieren en 666 soldaten
gesneuveld. (Bosch 1996)
Viersen, waar rond 4.000 soldaten zijn opgeroepen, heeft tot aan het begin van 1918 740
doden en 81 vermisten te betreuren op een totale bevolking van nog geen 28.000 (de soldaten
te velde niet meegeteld) Dülken met zijn ca. 10.500 inwoners op 1.800 opgeroe-pen soldaten
471 doden en een onbekend aantal vermisten en Süchteln op ruim 10.000 inwoners en een
onbekend aantal opgeroepen soldaten 243 doden en circa 90 vermisten. (Ewers e.a.) Voor
Kaldenkerken bedragen de aantallen 150 doden, 100 zwaargewonden en 15 vermisten.
(Peters 1998) Voor heel Duitsland zijn er 1.611.769 doden, 3.683.143 gewonden en 722.522
vermisten te betreuren, terwijl het aantal burgerslachtoffers dat bezweken is aan honger en
uitputting, wordt geschat op 600.000 tot 800.000.
20. SCHRECKENSBILANZ
In Deutschland leckt die Bevölkerung ihre Wunden. Das Ende ist trauriger, als man
es sich je zu träumen gewagt hätte. Die Zahl der Kriegsopfer in Geldern, das rund 5.000
Einwohner zählt, ist zum Ende des Krieges wie folgt: 174 Tote, 46 Verwundete und 55
Kriegsgefangene in der Fremde. Von dem in Geldern stationierten Bataillon des 159.
Infanterieregiments handelt es sich um 41 Offiziere, 100 Unteroffiziere und 666 gefallene
Soldaten. (Bosch 1996)
Een oproep tot een algemene staking uit het socialistische
dagblad Vorwärts (collectie onbekend)
Ein Aufruf zum Generalstreik in der sozialistischen Tageszeitung Vorwärts (Sammlung unbekannt)
In Viersen, wo gut 4.000 Soldaten eingezogen wurden, beklagt man Anfang 1918 740 Tote und 81 Vermisste bei 28.000 Einwohnern.
Die Frontsoldaten sind hierbei nicht mitgezählt. Mit seinen 10.500 Einwohnern beklagt Dülken von 1.800 eingezogenen Soldaten 471 Tote
und eine unbekannte Zahl an Vermissten. Süchteln mit gut 10.000 Einwohnern und seiner unbekannten Zahl eingezogener
Soldaten hatte 243 Tote und 90 Vermisste zu beklagen. (Ewers u. A.) Kaldenkirchen hat 150 Tote, 100 Schwerverwundete und 15 Vermisste
zu verzeichnen. (Peters 1998) In ganz Deutschland werden 1.611.769 Tote, 3.683.143 Verletzte und 722.522 Vermisste gezählt, derweil die
Zahl der zivilen Opfer, die Hunger und Erschöpfung zum Opfer gefallen sind, auf 600.000 bis 800.000 geschätzt wird.
Literatuuropgave:
Literaturverzeichnis:
• Bosch, H.: Illustrierte Geschichte der Stadt Geldern 1848-1969
Band II. Vom Ausbruch des Ersten Weltkriegs bis zur Kommunalreform 1916 (Geldern 1998)
• Ewers M. e.a.: Viersen im Ersten Weltkrieg. Kaisertreue, Hungersnot, Revolution (Viersen 2009)
• Germes-Dohmen, I.: Auf den Ton kommt es an. Geschichte der
Westdeutschen Dachziegel- und Röhrenindustrie 1885-1935
(Viersen 1999)
• Gillessen-Brandt, I.: Von Liebesdienst und Reichsgemüse. Der
Versuch, die Versorgung der Viersener Bevölkerung vor dem
Steckrübenwinter 1916/1917 zu bewahren, in: Heimatbuch des
Kreises Viersen 2012
• Holzenthal, U.: Wir leben in großer Zeit. Die Kriegschronik 19141918 des Willicher Hauptlehrers Johannes Schäfer, in: Heimatbuch des Kreises Viersen 2013
• Kurstjens, W.: Tegelen in de Eerste Wereldoorlog (Venlo 2012)
• Kurstjens, W.: Venlo in de Eerste Wereldoorlog (Venlo 2014)
• Peters, L. dr.: Geschichte der Stadt Kaldenkirchen, Teil II (Kleve
1998)
• Schwede, D.: Das Notgeld 1917-1923 und die Inflation im Kreisgebiet, in: Heimatbuch des Kreises Viersen 1973
• Roessler, W.: Die Finanzpolitik des Deutschen Reiches im Ersten
Weltkrieg. (Berlijn 1967, p 79, tabel 5).
• Wolters, H.: Der Weltkrieg 1914-1918 im Leben einer Dorfgemeinschaft. Eine Chronologie der Ereignisse und ihre Folgen für
die Gemeinde Bracht, uit: Heimatbuch des Kreises Viersen 1990
(Viersen 1991)
• Walsum, van S.: Interview met P. Blom in De Volkskrant van
23 augustus 2014
• Bosch, H.: Illustrierte Geschichte der Stadt Geldern 1848-1969
Band II. Vom Ausbruch des Ersten Weltkriegs bis zur Kommunalreform 1916 (Geldern 1998)
• Ewers M. u. A.: Viersen im Ersten Weltkrieg. Kaisertreue, Hungersnot, Revolution (Viersen 2009)
• Germes-Dohmen, I.: Auf den Ton kommt es an. Geschichte der
Westdeutschen Dachziegel- und Röhrenindustrie 1885-1935
(Viersen 1999)
• Gillessen-Brandt, I.: Von Liebesdienst und Reichsgemüse. Der
Versuch, die Versorgung der Viersener Bevölkerung vor dem
Steckrübenwinter 1916/1917 zu bewahren, in: Heimatbuch des
Kreises Viersen 2012
• Holzenthal, U.: Wir leben in großer Zeit. Die Kriegschronik 19141918 des Willicher Hauptlehrers Johannes Schäfer, in: Heimatbuch des Kreises Viersen 2013
• Kurstjens, W.: Tegelen in de Eerste Wereldoorlog (Venlo 2012)
• Kurstjens, W.: Venlo in de Eerste Wereldoorlog (Venlo 2014)
• Peters, L. Dr.: Geschichte der Stadt Kaldenkirchen, Teil II (Kleve
1998)
• Schwede, D.: Das Notgeld 1917-1923 und die Inflation im Kreisgebiet, in: Heimatbuch des Kreises Viersen 1973
• Roessler, W.: Die Finanzpolitik des Deutschen Reiches im Ersten
Weltkrieg. (Berlin 1967, S. 79, Tabelle 5).
• Wolters, H.: Der Weltkrieg 1914-1918 im Leben einer Dorfgemeinschaft. Eine Chronologie der Ereignisse und ihre Folgen für
die Gemeinde Bracht, aus: Heimatbuch des Kreises Viersen 1990
(Viersen 1991)
• Walsum, van S.: Interview mit Philip Blom in De Volkskrant vom
23. August 2014
Fotoverantwoording
Bildrechte
De samensteller heeft zich ingespannen om de rechthebbenden
van de foto’s te achterhalen. In sommige gevallen is dat niet gelukt.
Personen of instanties die zich hierdoor benadeeld voelen, worden
verzocht contact op te nemen met de samensteller.
Der Kurator hat sich bemüht, alle Rechteinhaber der Bilder ausfindig
zu machen. Nachstehend ist aufgelistet, in welchen Fällen dies gelungen ist: Personen oder Instanzen, die sich benachteiligt fühlen, dass ihre
Bildrechte missachtet wurden, werden gebeten, sich mit dem Kurator in
Verbindung zu setzen.
Dankbetuiging
Danksagung
De samensteller dankt dr. Gerd Halmanns voor het ter beschikking
stellen van foto’s en objecten uit zijn expositie over de Eerste Wereldoorlog in Geldern e.o., dr. Marcus Ewers voor de door hem verleende toestemming om foto’s van het Stadtarchiv Viersen te gebruiken
en dr. Heinz Bosch en mevr. Linda Godry voor hun bereidwillige
medewerking.
Der Kurator dankt Herrn Dr. Gerd Halmanns für das zur Verfügungstellen von Bildern und Objekten aus seiner Ausstellung über den Ersten
Weltkrieg in Geldern. Weiterer Dank gilt Herrn Dr. Markus Ewers für
seine Zustimmung, Fotos aus dem Stadtarchiv Viersen verwenden zu
dürfen und Herrn Dr. Heinz Bosch sowie Frau Linda Godry für ihre
bereitwillige Mitarbeit.
Colofon
Impressum
Uitgever: euregio rijn-maas-noord
Oplage: 500 exemplaren
Druk: Druckerei WIRmachenDRUCK GmbH
Tekst: Willem Kurstjens
Vertaling (NL-D): euregio rijn-maas-noord
Fotobewerking: Jacques Peeters
Vormgeving: euregio rijn-maas-noord
Herausgeber: euregio rhein-maas-nord
Auflage: 500 Exemplare
Druck: Druckerei WIRmachenDRUCK GmbH
Text: Willem Kurstjens
Übersetzung (NL-D): euregio rhein-maas-nord
Bildbearbeitung: Jacques Peeters
Gestaltung / Satz: euregio rhein-maas-nord
Copyright: Willem Kurstjens en euregio rijn-maas-noord
Copyright: Willem Kurstjens und euregio rhein-maas-nord
euregio open house
De tentoonstelling „Tussen Roes en Verbijstering“ is een activiteit
van het project euregio open house. Dit project wordt in het kader
van het INTERREG IV A-programma Deutschland-Nederland met
middelen uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling
(EFRO), van het Land Nordrhein-Westfalen, de Provincie Limburg
en door de leden van de euregio rijn-maas-noord geconfinancierd.
Dit project wordt begeleid door het programma-management van
de euregio rijn-maas-noord.
euregio open house
Die Ausstellung „Zwischen Begeisterung und Bestürzung“ ist eine
Aktivität des Projektes euregio open house. Dieses Projekt wird im
Rahmen des INTERREG IV A-Programms Deutschland-Nederland
mit Mitteln des Europäischen Fonds für Regionale Entwicklung
(EFRE), des Landes Nordrhein-Westfalen, der Provinz Limburg sowie
der Mitglieder der euregio rhein-maas-nord kofinanziert. Es wird
vom Programm-Management der euregio rhein-maas-nord betreut.
unterstützt durch – mede mogelijk gemaakt door:
euregio rhein-maas-nord
euregio rijn-maas-noord
Konrad-Zuse-Ring 6
D-41179 Mönchengladbach
Tel. +49-(0) 21 61-69 85 -0
Fax +49-(0) 21 61-69 85 -555
[email protected]
www.euregio-rmn.eu
w w w . d e u t s c h l a n d - n e d e r l a n d . e u

Download Report