el is inc e H lu s Veranderingen: loslaten, rouwen, eren en opnieuw hechten In dit artikel wordt aandacht gevraagd voor het begrip rouwen en het rouwproces bij veranderingen. Na enige theorie beschrijft Esther Cohen een situatie uit haar werkpraktijk met betrekking tot loslaten en rouwen om weer opnieuw te hechten. R f ie k a po t 20 ouwen is het proces dat volgt op een betekenisvol verlies. Wat als je verliest waaraan je gehecht bent? Wat als die hechting zo sterk is dat je jezelf met hart en ziel verbonden weet, zodat die verbinding zich heeft vermengd met wie je bent? Je hebt je hart, je liefde, je trouw en je loyaliteit gegeven. Wat als je dat verliest? Wat dan? Ik vind het moeilijk om lang bij die vraag stil te blijven staan. Het vervult me met zo’n naar gevoel, dat ik ervan weg wil. Ik wil daar niet naar toe. Wat ik liefheb wil ik bij me houden… Dat geldt voor mensen, situaties en gewoontes waaraan ik me gehecht heb en waarmee ik mij verbonden weet. Ik wil dat ‘het’ blijft zoals het is. Dit is niet alleen een persoonlijke reactie. Mensen willen behouden waaraan ze gehecht zijn. De intensiteit van die behoefte om te behouden verschilt van mens tot mens. Het is afhankelijk van de mate van hechting maar ook van wat iemand in zijn persoonlijke geschiedenis heeft meegemaakt. De intensiteit van de behoefte om te behouden wordt – naast de mate van de hechting en persoonlijke geschiedenis – ook gekleurd door de situatie. Is er een aantrek- kelijk perspectief of is er alleen maar verlies? Niemand ontkomt er aan. Elk mens lijdt verlies. Rouwen is de natuurlijke reactie op verlies. De term rouw wordt veelal in verband gebracht met het verlies door overlijden, maar omvat eigenlijk alle vormen van verlies. (opnieuw) HECHTEN ROUWEN DE CIR ontkenning verdriet angst boosheid vergeving acceptatie dankbaarheid LOSLATEN KEL VAN HET VERBINDEN V LE EN Rouwen als cyclisch proces George Kohlrieser heeft het proces van hechten, afscheid nemen, rouwen en opnieuw hechten in bovenstaand model weergegeven. Hij noemt het ‘De cirkel van het leven’. Door te rouwen wordt de confrontatie met het verlies aangegaan. De gevoelens, gedachten en gedragingen die ermee gepaard gaan, worden beleefd. Soms lopen mensen ervan weg, maar op enig moment dienen ze zich toch aan. Rouwen doen mensen met hun gevoel (verdriet, pijn, boosheid, angst), met hun gedrag (slecht slapen, slechte concentratie, moe, fysieke klachten) en in gedachten (wat als…? hoe kon het? waarom? vergeetachtigheid). Het verlies raakt aan de identiteit: wie ben ik zonder die ander, zonder deze baan, zonder deze positie, enzovoort. De onderdelen die George Kohlrieser rouwen toekent – ontkenning, verdriet, angst, boosheid, vergeving, acceptatie en dankbaarheid – zijn gebaseerd op het model van Elisabeth Kübler-Ross. De beleving van deze onderdelen hoeft niet in deze volgorde op te treden. Kenmerkend aan rouwen is dat het een proces is dat bij ieder mens een eigen route gaat. Kohlrieser benadrukt het belang van het beleven en doorleven van de rouw om veranderingen en nieuwe elementen in het leven welkom te kunnen heten. Om weer opnieuw te kunnen hechten en verbinden. In songteksten, tv-drama’s, films en boe21 u en ingetogen of groot en explosief, passend bij de persoon. Het belangrijkste is dat het aandacht krijgt. Aan het verlorene kan dan betekenis gegeven worden. Hij, zij of het kan dan als het ware in jezelf mee. Je wordt inclusief het verlies een nieuw geheel. Dit is noodzakelijk om ons op een dag te kunnen wenden naar en open te staan voor het nieuwe. Het nieuwe kan dan pas echt verwelkomd worden. Rouwen is een voorwaarde om opnieuw te l ed a 1. Aandacht en permissie voor alle gevoelens b en gedachten In de eerste bijeenkomst vroeg ik de medewerkers, na een korte kennismaking, om de vergadertafel te verwijderen en in een kring te gaan zitten. Vervolgens verzocht ik hen op te schrijven wat hun gevoelens en gedachten waren bij deze opdracht. In de uitwisseling daarvan kwamen uiteenlopende reacties naar voren die alle tekenend en goed zijn, zoals: ffAfweer: ‘Gaan we geitenwollensokkentoestanden krijgen?’ ffNieuwsgierigheid: ‘Wat is de bedoeling?’ ffOpwinding (opgewekt): ‘Leuk, we gaan wat doen!’ ffOpwinding (geagiteerd): ‘Wat een gedoe.’ Het was belangrijk om hier ruimte en aandacht voor te hebben en permissie te geven dat al die gevoelens en gedachten er mochten zijn. an l 22 Onlangs werd mij gevraagd een bijdrage te leveren aan een veranderingsproces binnen een afdeling in de gezondheidszorg. Diverse door fusie en bezuiniging opgelegde werkmethodes moesten worden geïmplementeerd. De oude gang van zaken moest veranderen of verdwijnen. Op inhoudelijk niveau begrepen veel medewerkers de noodzaak van de veranderingen wel. Maar het van de grond krijgen van de nieuwe werkwijzen of een actieve attitude ontbrak vaak bij de medewerkers. Dat veranderingsproces begeleidde ik vanuit de invalshoek: loslaten, rouwen en opnieuw hechten.Aanvankelijk was de leiding daar huiverig voor. Men vreesde dat er te veel geklaagd en gehuild zou worden, terwijl er juist voorwaarts gegaan en aangepakt moest worden! De gewenste veranderingen behoefden aandacht, niet dat wat er achtergelaten moest worden. Toch begreep en voelde de directie aan dat de beoogde veranderingen ook verlies betekenden voor de medewerkers. Als je verlies met een wond vergelijkt, dan kun je zeggen dat voor de heling van de wond verzorging en aandacht onontbeerlijk zijn. Ook al doet fe eren en opnieuw hechten in een werksituatie Met een groep van twintig teamleiders en directieleden hadden we twee middagbijeenkomsten van ieder tweeënhalf uur. Op een eenvoudige, concrete en speelse manier heb ik ruimte gemaakt om aandacht voor verlies te hebben. ta De theorie in de praktijk: loslaten, rouwen, Dat rouwen een voorwaardelijk proces is om opnieuw te kunnen hechten, krijgt te weinig expliciete aandacht. Gevoelens, gedachten en gedragingen die horen bij het rouwproces hebben we allemaal, maar we (h)erkennen ze vaak niet als zodanig. We vallen onszelf of anderen lastig met allerlei meningen over hoe we ons behoren te gedragen. Of over wat we zouden moeten voelen en denken. We verdragen het niet gemakkelijk wanneer we zelf lijden of als iemand anders lijdt. We moeten gelukkig en tevreden zijn of de ander gelukkig maken. Als we ons zouden realiseren dat deze gevoelens en gedragingen horen bij rouwen en dat dit een natuurlijk en noodzakelijk proces is om weer te kunnen hechten aan het nieuwe, dan zouden we er naar mijn overtuiging expliciet kwalitatieve tijd en aandacht voor vrijmaken. Kortom: rouwen spiegelt de hechting (de liefde) en het verlies en rouwen is eervol naar het verleden en noodzakelijk voor de toekomst. Eren betekent dat we hem, haar of wat we verloren hebben in het licht van onze aandacht zetten. De wijze waarop is van belang voor degene die het verlies betreurt. Klein Het verlies erkennen persoon die eraan gehecht was aan. Alsof daarmee zijn loyaliteit, inzet, liefde, gevoelens en zelfs zijn identiteit niets voorstelden. Door het verlorene te eren wordt ook de persoon die verliest geëerd. ‘Hebben we de tafel bedankt?’, vroeg ik. ‘Hoe zouden we dat kunnen doen? Met wat voor ritueel?’ In deze werksituatie zijn er verschillende vormen gekozen om aandacht te geven aan wat er bij iedereen leeft. Het voorbeeld van de tafel is doorgetrokken naar de actuele veranderingen en thema’s op de werkvloer. de kunnen hechten de verzorging soms pijn, je weet dat infectie een reëel gevaar is als een wond niet verzorgd wordt. Het is onzeker wat aandacht geven aan en erkennen van het rouwproces oproept. De directie had de moed dit aan te gaan. e Hebben w ken gaat het veelal over de liefde: de liefde vinden of zoeken. Het verbinden met een geliefde of deze verliezen. Zowel de vreugde als het leed wordt beschreven en bezongen. Niet verwonderlijk, want aandacht voor verlies is onontbeerlijk. Net als aandacht voor alle daarbij behorende gevoelens en gedachten en de verkenning van de nieuwe situatie. Het gaat allemaal over rouw. kt ? Eren en waarderen wat er was ‘Wat zijn de voor- en nadelen van de oude situatie?’ Het antwoord van de medewerkers over de nieuwe situatie was dat het openheid, alertheid, kwetsbaarheid en onzekerheid bracht. De oude situatie met de tafel bracht gemak en bekendheid. Je kon er makkelijk op schrijven, je kopje koffie en je agenda erop kwijt. Ook kon je gemakkelijker wegsuffen en je verschuilen. Het expliciteren en daarmee erkennen van deze feiten was belangrijk. Vaak zijn of lijken de feiten zo vanzelfsprekend dat eraan voorbijgegaan wordt. Wanneer dat gebeurt, is het niet mogelijk om stil te staan bij dat verlies. 2. Erkenning van de feiten Vervolgens vroeg ik hoe het voelde in de nieuwe situatie: ‘Hoe voelt het zo zonder de tafel?’ En ik vroeg naar een vergelijking: 3. Het eren van het oude De nieuwe situatie was dat de tafel nooit meer tijdens de vergadering gebruikt zou worden. Er werd gelachen, gefronst en gemopperd. Het idee werd hier en daar niet helemaal serieus genomen. De weerstand tegen ‘nooit meer de tafel’ liet zich voelen, evenals als de onzekerheid van ‘hoe moet dat dan’ en de nieuwsgierigheid. Deze reacties tonen wat verliezen respectievelijk veranderingen oproepen en zijn te herkennen in eerder genoemde stadia van rouw, bijvoorbeeld: ffOntkennen: het niet serieus nemen. ffBoosheid, angst, verdriet: agitatie en onzekerheid spiegelen een onderliggend gevoel. ffAcceptatie: nieuwsgierigheid, het omdraaien naar wat komt. Het eren van dat wat losgelaten moet worden, is nu heel belangrijk. Niet stilstaan bij de waarde die het verlorene heeft, grijpt de Ik vroeg alle medewerkers, inclusief de directie, in een U-vorm te gaan staan in volgorde van het aantal dienstjaren. Van wie er het langst tot wie het kortst werkte. Dit varieerde van vijfentwintig jaar tot vier maanden. Iedereen zijn plaats laten zoeken, uitvinden hoe lang de anderen er werken en je eigen positie innemen, kunnen gezien worden als een symbolisch welkom heten. Kijken, je laten bekijken. Waar sta jij? Waar sta ik? Dit is je plek! Dit is mijn plek! Staand in de U-vorm maakten we een indeling van de ‘langste’ groep, de ‘middelste’ groep en de ‘kortste’ groep. Vervolgens vertelden de kortste en middelste groep aan de langste groep waarvoor zij waardering ontvingen. Dit ritualiseerden we afsluitend met applaus. Op de vraag aan de langste groep hoe het is om de waardering te horen en te accepte23 u vo el i e da ? ar ook betekenen dat mensen niet mee kunnen komen. In het rouwproces is dit de fase van teruggeworpen zijn op jezelf. Het is dus ook de fase waarin je contact maakt met je eigen fundamenten, je eigen basis en persoonlijke kwaliteiten. Op een bepaalde manier heb je de bodem bereikt en vind je houvast aan het voelen van de eigen grond. Het is het moment waarop je kunt gaan staan en je kunt wenden naar de toekomst. Deze tussenfase is dus ook de fase waarin de kans ligt om stappen te maken. In de begeleiding van dit team gaf ik hieraan onder andere aandacht door in koppels elkaar te interviewen met de volgende vragen: ffWie ben ik? ffWat kan ik (talenten)? ffWat neem ik mee? ffWat laat ik los? ffWat heb ik nodig? Op flip-overs met de titels Talenten, Bagage, Blijft achter en Nodig werd vervolgens geïnventariseerd wat in de interviews aan de orde kwam. Door elkaar met deze vragen te ondervragen en vervolgens de antwoorden te bundelen, kon iedereen zich actief plaatsen in het veranderingsproces. Behalve dat geëerd werd wat achterbleef, werd ook duidelijk wat als collectief meegenomen werd op reis naar het onbekende – in de zin van veranderd en onervaren – en waar behoefte aan was op het gebied van support, kennis en dergelijke. Hechten De volgende stap was het aangaan van het nieuwe. Heel belangrijk was dat in het nieuwe stilgestaan werd bij de successen. Het feitelijk uitvoeren van de nieuwe werk- zaamheden en het zetten van stappen moesten opgemerkt worden. Het resultaat moest gezien en expliciet gewaardeerd worden. (In deze praktijk was ik als externe coach niet meer actief betrokken bij deze fase.) Dat het proces naar de veranderde werkopdrachten gepaard ging met vallen en opstaan, weerstand en belemmeringen, weerspiegelt hoe vertrouwd of dierbaar de oude gang van zaken was. Het vertrouwde moeten loslaten maakt dat mensen zich gewond of incompleet kunnen voelen. Rouwen helpt het verlies onder ogen te zien, betekenis te geven en jezelf inclusief het verlies te hervinden om weer heel te worden. Heel zijn betekent inclusief verlies en inclusief de wonden. Heel betekent met alles wat er is. Wie dat niet alleen in zichzelf erkent maar ook in collega’s, team en organisatie, kan zich naar het nieuwe toekeren en het omarmen. Literatuur George Kohlrieser. Hostage at the table. H.J. de Mönnink. Verlieskunde - handreiking voor de beroepspraktijk. Riet Fiddelaers-Jaspers & Jakob Wielink. Aan de slag met verlies. Esther Cohen is gecertificeerd Transactioneel Analist en Rouwbegeleider en werkzaam bij Dros & Cohen coaching en consult. o -c w w w. d r o s l s mijn plek at i en W ho e Het vertrouwde loslaten brengt onzekerheid met zich mee. Het oude komt nooit meer terug en het nieuwe is nog onbekend. Men verkeert in feite in een tussengebied. Een fase die zich kenmerkt door onzekerheid, een fase waarin men teruggeworpen wordt op zichzelf. Of dat als problematisch ervaren wordt, hoe diep dat gaat en hoe lang dat duurt, hangt af van meerdere factoren. Een belangrijke factor is hoe het gesteld is met de andere belangrijke levensgebieden. Herman de Mönnink, GZ psycholoog verlieskunde, noemt de belangrijkste levensgebieden: ffLichaam: uiterlijk, lichaamsfunctie, vitaliteit. ffPsyche: denken, taal, vitaliteit. ffRelaties: (groot)ouders, zussen/broers, partner/vrienden, collega’s, dieren. ffSchool/werk: betaald/onbetaald, werk, recreatie, hobby, opleiding, huishouding. ffOuderschap: kinderen, zwangerschap. ffHuis en haard: cultuur, land, woonplaats. Met andere woorden: is er genoeg houvast in de andere levensgebieden om het verlies of de verandering aan te kunnen? Vaak tast verlies in het ene levensgebied het andere levensgebied aan. Om vanuit de spreekwoordelijke bodem van de put de tocht omhoog te kunnen maken, is het belangrijk dat iemand een veilige basis in zichzelf vindt. Bepalend is of iemand voldoende van huis uit mee gekregen heeft en in staat is veiligheid voor zichzelf te creëren. De (veer)kracht om de onzekerheid te dragen is gekleurd door iemands persoonlijke bagage. In de werkcontext is er voor mensen waarin (oude) wonden openschuren soms niet voldoende support en kan het wenselijk zijn om die extern te zoeken. Helaas kan het n.n Het ritueel van de tafel bedanken bleek een goede opstap naar het bedanken en eren van de inzet van alle medewerkers gedurende de afgelopen jaren. Het expliciet aandacht hebben voor alle gevoelens en gedachten gaf erkenning aan wat er was. Vanuit eerbied daarvoor was er meer ruimte om het onbekende nieuwe aan te gaan. Vervolgens maakten we een opstelling in U-vorm met de verwachte ervaring op de nieuwe plek of in de nieuwe, verwachte werkzaamheden. Deze opdracht verliep beduidend chaotischer. Sommige mensen werkten er nog maar kort maar hadden al Veilige basis in jezelf he De metafoor van de tafel loslaten veel ervaring met hun nieuwe werkzaamheden. Dat bracht ze dan plotseling op een hele andere plek in de opstelling. Zo stond jong in de organisatie opeens tussen oude rotten. Onzekerheid en verwarring werden zichtbaar. Gedeeltelijk werd dat natuurlijk veroorzaakt door het subjectieve van de vraag. Hoe meet je ervaring in jaren qua gevoel? Bovendien is hoe ik dat doe anders dan hoe jij dat doet. Anderzijds was het ook tekenend. Het ging er niet om of de rangorde klopte, maar om de dynamiek van het zichtbaar zoeken naar ‘Wat is mijn plek?’ en ‘Hoe voel ik me daar?’ Het bleek voor sommigen een uitdaging en voor anderen veel onzekerheid. Feiten die belangrijk waren voor de leiding om te coachen en managen. m 24 eren (een applaus of het maken van een buiging) ritueel te kunnen beleven en ontvangen. k ren, ontstond een mooi gesprek over waardering. Waar je wel of niet voor gewaardeerd (geëerd) wilt worden. Waarom is het soms fijn of juist lastig om waardering te accepteren? Waardering bleek bijvoorbeeld te kunnen drukken op een splinter die er zit vanuit iemands persoonlijke geschiedenis. Of een splinter die is opgelopen in eerdere veranderingen op het werk. Aandacht en erkenning hiervoor helpen als een wasbeurt: ze helen geen gaten in je bloesje maar het bloesje frist er wel van op. Dit proces herhaalden we met de langste en kortste voor de middelste groep en de middelste en langste voor de kortste groep. Net zoals de tafel gewaardeerd werd voor zijn gemak en bescherming, zo werd de langste groep onder andere gewaardeerd vanwege het vinden van de weg binnen de organisatie, het netwerk, de kennis en de vertrouwdheid. De middelste groep werd gewaardeerd om verbindingleggende kwaliteiten, het middelen tussen oud en nieuw. Wederom was het gesprek van belang over hoe het was om die waardering te ontvangen, wat je daarvan accepteert en wat lastig is. Het was een manier om mensen individueel in de groep te erkennen, om verschillen tussen individuen te mogen laten bestaan, om in de gaten te krijgen wanneer afweer een muurtje zet voor het binnenlaten van waardering. De medewerkers in de kortste groep werden gewaardeerd om hun durf, onbevangenheid en de frisse wind die zij meebrachten. Wij Nederlanders zijn heel goed in waardering klein maken of van tafel te vegen, terwijl het existentiële voeding is. Het na het gesprek expliciet stilstaan bij en vaststellen van de waardering was daarom belangrijk. Het maakte als het ware de weg vrij om het 25
© Copyright 2024 ExpyDoc