Verslag

Verslag
Betreft
Algemene Ledenvergadering d.d. 14 mei 2014
Aanwezig
Bestuur DPF
De heer J. Poen (voorzitter) en de dames E.J. Salton (secretaris) en E. Visser (penningmeester).
Verenigingsraad DPF
De heren/dames W.J. Boonstra, F.A. van Dijk, M. van Engelen, C.N.T.G. Fraats-Aardening,
J.L.H. van Gerwen, P. Hobbelink, F. Houvast, M. Lankhorst, I. de Lijster, K. Menkveld,
J.H.N.M. Meijs, H.J.M. Paauw, F. Pothoven, A.W.M. Roerdink, J. Snijder, H.A.C. Spit,
H.S. Teunissen, A. van der Valk en A. Vos
Leden DPF
Zie bijlage
S.M.C.O. (agendapunt 5; toehoorder)
De heer Van der Ploeg en mevrouw Santos
Toehoorder
Mevrouw mr. De Graaf (Houthoff Buruma)
Syntrus Achmea Pensioenbeheer
Mevrouw A.T.C. van den Hoek (verslag)
Afwezig
Verenigingsraad DPF
De heer J.S. Luider en mevrouw J.C.M. Maas
Leden DPF
Zie bijlage
Van
Sandra van den Hoek
Datum
14 mei 2014
Kenmerk
BERRB.2014.DPF.VSL.20140514
1.
OPENING/MEDEDELINGEN
De voorzitter heet de aanwezigen van harte welkom. Deze avond is bijeen geroepen op verzoek van
ruim 100 leden. Door de vele machtigingen die gecontroleerd moeten worden en de niet aangemelde
bezoekers gaat de vergadering later dan gepland van start.
2.
VERSLAG VORIGE VERGADERING D.D. 27 NOVEMBER 2013
Het verslag van de vorige ledenvergadering wordt per pagina besproken. Het verslag wordt zonder
verdere opmerkingen en/of aanpassingen vastgesteld.
Bladnummer 1 van 10
3.
VACATURES VERENIGINGSRAAD
De heer Poen geeft uitleg over de samenstelling van de verenigingsraad en de personele unie met
de deelnemersraad van het pensioenfonds. Er zijn twee vacatures voor de verenigingsraad.
Voorgedragen om zitting te nemen in de verenigingsraad zijn Adam Barszczowski en Jasper Quist.
Geen van de leden wenst dit in stemming te brengen, waardoor zij bij acclamatie zijn gekozen voor
de verenigingsraad.
De voorzitter heet de nieuwe leden van harte welkom en dankt de ALV namens hen voor het in hen
gestelde vertrouwen.
4.
ONS PENSIOENPLAN 2015
Het zijn turbulente tijden in pensioenland. Er komen veel veranderingen van overheidswege. De
belangrijkste wijziging, is de aanpassing van de pensioenleeftijd. Deze wijziging is al in 2012 ingezet
door het aanpassen van de AOW-leeftijd door de overheid. Daarnaast is nieuwe pensioenwetgeving
aangekondigd. Deze nieuwe regels gaan over de financiële eisen voor pensioenfondsen. Als laatste
komt er ook nieuwe fiscale wetgeving voor beroepspensioenregelingen.
In 2013 zijn een stuurgroep en twee werkgroepen ingesteld om de nieuwe regelgeving ook voor
onze pensioenregeling voor te bereiden. In de werkgroepen nemen ook leden van de
verenigingsraad plaats. Er zijn diverse bijeenkomsten van de verenigingsraad geweest. Voor de
leden zijn enkele webinars georganiseerd. Alles is na te lezen op de speciaal opgezette
landingspagina.
Er wordt weer een webinar georganiseerd op 11 juni 2014. Men kan zich hiervoor nog opgeven. Het
webinar gaat over het pensioenoverzicht, uw UPO, waar men vragen over kan stellen. Het webinar
kan een lid thuis achter de PC volgen, daarmee wordt voorkomen dat mensen een lange reis
moeten maken om informatie te krijgen en hun vragen te stellen.
Iedere deelnemer heeft inmiddels een brief gehad met de vraag of men voor of tegen aanpassing
van de pensioenrichtleeftijd is. De stukken zijn voorgelegd en juridisch getoetst, gezien de vele
discussies die hierover hebben plaatsgevonden. Het DPF-bestuur is van mening dat deze vraag
voorgelegd moet worden aan de leden, omdat zij het zien als een zwaarwegende aanpassing. De
stemming gebeurt via de opting-out methode, zoals afgesproken en vastgelegd in ons reglement en
statuten. Alleen tegenstemmers dienen actie te nemen. Indien 1/3 of meer van de leden tegen
stemmen, gaat de aanpassing niet door. Er is een stemcommissie gevormd, die 4 juni de
uitgebrachte stemmen controleert. De commissie maakt een proces verbaal van de uitslag en deze
wordt medio juni bekend. Op basis van de uitslag zal het bestuur een beslissing nemen en de leden
informeren.
De heer Poen geeft nogmaals aan wat de gevolgen zijn van instemming met de aanpassing van de
pensioenrichtleeftijd. Zoals in de vorige vergadering uitgelegd is, zal deze aanpassing een daling van
de premie tot gevolg hebben van circa 8%. Zoals aangegeven komen er meer wijzigingen: (fiscale)
wetgeving, het nieuwe FTK. Deze wijzigingen zorgen waarschijnlijk voor een premiestijging. Per
saldo wordt verwacht dat de premie vanaf 2015 ongeveer gelijk zal blijven.
We hadden verwacht dat we hierover voor 2015 helderheid konden geven. Recent werd bekend dat
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 2 van 10
het adviesorgaan van de regering (Raad van Staten) op- en aanmerkingen had op het voorstel van
staatssecretaris Klijnsma. Hierdoor is het voorstel weer terug verwezen naar de tekentafel. De kans
dat alles nu voor het zomerreces behandeld wordt, lijkt kleiner. Hierdoor wordt gevreesd dat de
aanpassing van de regeling niet in de najaarsvergadering (november) behandeld kan worden in de
ALV.
Mevrouw Van den Heuvel maakt nog een opmerking over de aanpassing van de pensioenrichtleeftijd. Zij merkt op dat leden zich zorgen maken over hun pensioenaanspraken. Bij de
verhoging van de pensioenrichtleeftijd worden de opgebouwde pensioenaanspraken omgezet naar
pensioenaanspraken,die ingaan op leeftijd van 67 jaar. Deze omrekening vindt actuarieel neutraal
plaats. Als iemand bijvoorbeeld op 1 jan 2015 65 wordt en zijn pensioen vervroegt van 67 naar 65
jaar, dan is het pensioenbedrag hetzelfde als voor de omzetting. Er wordt niet gekort of iets
dergelijks. Ook kan men nog steeds op 60-jarige leeftijd met pensioen en uiterlijk op 70-jarige leeftijd.
Er wordt voorgesteld om nu meteen over te gaan naar 67-jarige leeftijd. Men kan dus het pensioen
eerder of later laten ingaan, bijvoorbeeld tegelijk met de AOW. De leden hebben zo de optimale
vrijheid.
5.
BASISPLUS-REGELING
De heer Poen geeft aan hoe de besluitvorming over de basisPLUSregeling is gelopen. Hierover zijn
vragen ontstaan, daarom legt de spreker graag de procedure nogmaals uit.
Daarna zal mevrouw Santos (SMCO) haar stuk presenteren. Vervolgens zal een van de
verenigingsraadsleden het woord tot de ALV richten waarna we de discussie met elkaar kunnen
aangaan.
De heer Poen geeft aan dat hij uit eigen ervaring de premiedruk op het netto inkomen kent. Dat is
niet leuk en hij kan begrijpen dat mensen niet uitkomen met hun inkomen.
In 2006 is DPF van start gegaan. Deelnemers aan de pensioenregeling werden automatisch lid van
DPF, tenzij men hier schriftelijk bezwaar tegen indiende. Deelnemers die voorstander van de
verplichtstelling waren lieten we dit destijds bevestigen door betaling van contributie. DPF had circa
15.000 betalende leden. We hadden ruim draagvlak voor de regeling. DPF stelde echter vast dat
voor het innen van de contributie de helft van de contributiebijdragen nodig was voor de contributieinning en administratie van de inning. In 2010 is een afspraak gemaakt met SPF om als sponsor op
te treden. Na instemming van de ALV is besloten gebruik te maken van subsidiering en sindsdien is
de contributie op nul euro vastgesteld. De financiële drempel om lid te worden was daarmee
verdwenen. Daarmee hoopten we de democratie te borgen en kon elke deelnemer lid zijn en
meestemmen over onze eigen pensioenregeling.
Met elkaar stellen we de inhoud van de regeling vast. Wij als vereniging zijn de opdrachtgever van
het pensioenfonds. Het pensioenfonds voert de regeling uit en stelt hierop een pensioenreglement
vast. De heer Poen licht de toeslagverlening binnen de pensioenregeling toe.
In 2008 is door de ALV aan het pensioenfonds gevraagd de mogelijkheden te onderzoeken naar
uitbreiding van de pensioenregeling. De resultaten van dit onderzoek zijn in de ALV van 2009
besproken. Uitbreiding naar de basisPLUSregeling was mogelijk. Een praktijkhouder moet, om geld
te kunnen lenen, een arbeidsongeschiktheidsverzekering en een pensioenvoorziening hebben. De
meeste vrijgevestigden hebben om die reden aanvullende voorzieningen getroffen boven op de
basisregeling van SPF. Als deze groep deelnemers verplicht zou moeten overstappen zou de
basisPLUSregeling voor hen een fiscaal bovenmatig pensioen betekenen .
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 3 van 10
Wanneer je de regeling zou wijzigen in de basisPLUSregeling moest voor deze groep maatregelen
getroffen worden. Daarom werd bij de invoering van de basisPLUSregeling de actieve deelnemers de
keuze voorgelegd om eenmalig over te stappen vanuit de basisregeling naar de basisPLUSregeling.
Vanwege fiscale regelgeving kon niet iedereen overstappen naar de basisPLUSregeling. Immers;
een aantal deelnemers had zelf al extra pensioenvoorzieningen getroffen om hun basisregeling aan
te vullen. Achteraf kan gezegd worden dat de overgangstermijn van 5 jaar te lang is. Met de kennis
van nu zou DPF voor een kortere overgangstermijn kiezen.
Bestaande deelnemers kunnen eenmalig overstappen vanuit de basisregeling naar de
basisPlusregeling, nieuwe deelnemers komen allemaal in de basisPLUSregeling. De leden zijn
hierover geïnformeerd via pensioenkranten, via de website en een rondgang door het land door SPF
en DPF gezamenlijk. Hierna is er schriftelijk gestemd door de leden, zoals dit in onze statuten is
vastgelegd. De basisPlusregeling is met ruime meerderheid aangenomen, waarna het Ministerie van
Sociale Zaken en Werkgelegenheid geïnformeerd is. DPF moest het draagvlak aan tonen. Alles
werd akkoord bevonden en de invoering van de nieuwe regeling was daarmee een feit.
Ter verduidelijking van de inhoud van de basisPLUSregeling worden cijfervoorbeelden gegeven.
Ook wordt opgemerkt dat veel mensen een verkeerde verwachting van hun pensioen hebben. Zij
verwachten 70 % van het laatstverdiende inkomen te krijgen, het daadwerkelijke pensioen ligt veel
lager.
De heer Poen sluit hiermee zijn presentatie af en geeft het woord aan mevrouw Santos. Mevrouw
Santos is samen met haar collega de heer Van der Ploeg, namens SMCO op deze vergadering
aanwezig is. Zij bedankt het bestuur van DPF voor de uitnodiging om deze vergadering bij te wonen.
Zij geeft aan dat bij SMCO klachten van fysiotherapeuten zijn ontvangen over de hoogte van de
pensioenpremie in de basisPLUSregeling. SMCO heeft dit onderzocht en veel fysiotherapeuten
hebben zich volgens haar aangesloten bij SMCO. De premie in de basisPLUSregeling is veel hoger,
daar staat tegenover dat er een hoger pensioen wordt opgebouwd. Startende en herintredende
fysiotherapeuten hebben vanaf 2011 geen keuze. Zij moeten deelnemen in de basisPLUSregeling en
de hoge premie betalen. SMCO wil dat er gestemd wordt over het bieden van een keuze tussen
basisPLUSregeling en basisregeling voor startende en herintredende fysiotherapeuten.
Fysiotherapeuten die geen keuze hadden moeten alsnog in de gelegenheid worden gesteld te
kiezen tussen de beide regelingen. Hiermee sluit mevrouw Santos haar verhaal af.
Vervolgens wordt het woord gegeven aan de heer Teunissen. De heer Teunissen is voorzitter
geweest van de werknemersvereniging van het KNGF (FDV) en neemt nu deel aan de
verenigingsraad. Hij geeft aan het verhaal gelezen en gehoord te hebben. Hij heeft enkele leden
gesproken en heeft begrip voor het dilemma van deze leden. Een dilemma tussen straks een goed
pensioen om goed van te kunnen leven en nu dit allemaal betalen. Spreker vraagt zich echter af of
de ALV de juiste plaats is voor de bespreking van dit probleem. Hij schetst de historie om tot een
oplossing te komen.
Tot 2005 werd het tarief voor een behandeling fysiotherapie bepaald door het college tarieven
gezondheidszorg (CTG). In dat tarief was sprake van een kostendeel en een te “verlonen” deel. In
het kostendeel zat weer een stukje voor pensioenpremie voor de mensen in loondienst. Aan het
einde van het jaar kreeg de werknemer een percentage van 2,36% van zijn omzet uitgekeerd voor
pensioen. Dit bedrag was bij een fulltime dienstverband niet helemaal voldoende om aan de gehele
pensioenpremie te voldoen, dat lag rond de 75%. Eind 2003 liep de oude CAO-V af en wilde de
werkgevers deze niet verlengen. In deze CAO zat dus die bepaling voor de bijdrage van de pensioen
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 4 van 10
premie. Na de invoering van de vrije tarieven verviel de berekening van het CTG. Bij collega's waar
de arbeidsovereenkomst nog steeds gekoppeld is aan de oude CAO van 2003, wordt de vergoeding
voor de pensioenpremie nog steeds uitgekeerd. Voor nieuwe collega's is het anders. Bij een aantal
werkgevers krijgen deze collega’s namelijk geen bijdrage voor hun pensioen premie meer. In
sommige praktijken worden collega’s verschillend behandeld waardoor er een tweedeling ontstaat.
Al jaren zagen wij het probleem van onze lage pensioen opbouw binnen de basis regeling. Vele
collega’s kwamen er te laat achter dat we veel te weinig pensioen opbouwden. Dit probleem deed en
doet zich vooral voor bij werknemers.
Niet de schuld van het SPF, maar van ons zelf. Velen hebben daar zelf wat aan gedaan en aan
moeten doen. Wel hebben veel werknemers gevraagd of het pensioen niet een hoger, volwaardiger
pensioen kon worden. Dit om te voorkomen dat steeds meer collega's bij hun pensionering in
financiële problemen komen. Dit is gelukt via de basisPLUSregeling en daar moeten we blij mee zijn!
Het betalen van minder premie geeft minder pensioen opbouw en veroorzaakt dus financiële
problemen later! Alles wat je later spaart of inlegt, rendeert minder. Een financieel gat dus! Dit
gegeven, of je het nu leuk vindt of niet, is wel belangrijk.
Spreker geeft aan wel eens de roep te hebben gehoord: “verplicht iedereen dan om in de
basisPLUSregeling te gaan”.
Allereerst vindt hij de term basis en basisPLUS een totaal verkeerde terminologie.
Basis geeft voor hem alleen de hoogte van je financiële positie weer na je pensionering. Beide
vormen zijn onze pensioenregeling. De basisPLUS is nu een volwaardigere pensioenregeling in zijn
ogen. Bij vergelijking met bijvoorbeeld de regeling voor fysiotherapeuten in de 2e lijn, wordt met de
basisPLUSregeling toch nog steeds minder pensioen opgebouwd dan met een andere
pensioenregeling!
Iedereen in de basisPLUSregeling kan niet. Er zijn veel collega's die zelf een aanvullende regeling
hebben afgesloten. Dit betekent dat een grote groep bovenmatige pensioenopbouw krijgt.
Spreker vat samen 3 belangrijke items te hebben besproken:
1. het vaststellen door het CTG van het tarief met in het kostendeel een tegemoetkoming pensioen
premie
2. de weigering van sommige werkgevers om in de pensioenvoorziening bij te dragen voor nieuwe
collega's.
3. de roep om een volwaardiger pensioenopbouw mogelijk te maken.
Spreker geeft aan dat deze ALV niet de juiste plek en gesprekspartner is om hier verandering in aan
te brengen. Fysiotherapeuten moeten met de werkgevers praten en duidelijk maken dat
verschillende betaling voor pensioen onbegrijpelijk en onwenselijk is. Hij raadt af om voor een lagere
pensioenopbouw te gaan. Er moet een eerlijke verdeling gaan komen voor de premiebetaling. Nu
kiezen voor lagere premie is een korte termijnoplossing en daar hebben we afgelopen jaren juist te
veel aan gedaan. Zorgen voor een goede oude dag hoeft niet in strijd te zijn met een goed leven nu.
Keuzes moeten gemaakt worden. Hij roept op om alles wat je hebt gehoord even te laten bezinken
en dan samen keuzes te maken.
De heer Poen dankt spreker voor zijn presentatie en vat samen dat de ALV nu gehoord heeft hoe de
procedure werkt. De argumenten van SMCO, voor zover die leden vertegenwoordigt, zijn toegelicht.
Verder zijn de premielast en de historie van premiebetaling besproken. Doel van deze presentaties is
om alle aanwezigen voldoende informatie te geven om de discussie met elkaar en het bestuur aan te
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 5 van 10
gaan.
De leden worden uitgenodigd hun stem te laten horen.
De heer Snijders vraagt als eerste het woord. Hij geeft aan per 3 december 2013 benoemd te zijn als
bestuurslid van de FDV en staat er ook als lid van de verenigingsraad. Hij zegt begrip te hebben voor
het probleem, maar de oorzaak te leggen bij het ontbreken van een CAO. De dreiging van
werkgevers met ontslag, ‘voor jou tien anderen’ en het feit dat er dit jaar weer 2100 nieuwe
fysiotherapeuten afstuderen, maakt het dat werknemers veel accepteren. Sta op en ga voor minimum
salariëring, hier bij de vereniging wordt niet het ware probleem opgelost. Er zijn te veel
fysiotherapeuten en komen er jaarlijks teveel nieuwe bij, verzekeraars die ons uitknijpen en
werkgevers die ons tegen elkaar uitspelen. Hij nodigt aanwezigen uit voor de jongerendag op de
FysioExpo van het KNGF en ook daar hun stem te laten horen bij het bespreken van de
maatschappelijke problemen die spelen.
De heer Poen dankt spreker voor zijn betoog en vraagt aanwezigen wie het woord wil voeren.
Gevraagd wordt immers om een schriftelijke stemronde te houden over een vrije keuze tussen de
basis- en basisPLUSregeling. De heer Van de Snepscheut vraagt hoe het nu verder gaat.
De heer Poen geeft aan dat wanneer SMCO als initiatiefnemer, namens de fysiotherapeuten, deze
vraag voorlegt aan de vereniging, wordt gekeken of het past binnen de verplichtstelling e.d. Ook is de
vraag juridisch onderzocht. De wet verbiedt het om binnen één verplichtgestelde regeling een
vrijwillige keuze aan te bieden tussen twee verschillende regelingen. Er is dus maar één verplichte
regeling en dat is de basisPLUSregeling.
De heer v.d. Berg geeft aan dat hij de reactie van de vereniging heeft voorgelegd aan zijn advocaat
in Amsterdam, die gespecialiseerd is in pensioenrecht. Deze advocaat zegt dat het wel mogelijk is
om een keuze uit twee regelingen te hebben.
De heer Poen geeft aan dat de pensioenjuristen die de vereniging heeft geraadpleegd het
tegenovergestelde stellen.
De heer v.d. Berg vraagt naar de onafhankelijkheid van de juristen van de vereniging.
De heer Poen geeft aan juridisch advies te vragen en dan niet tegen de jurist te zeggen welk
antwoord hij of zij moet geven. DPF heeft voor juridisch advies betaald en wil onafhankelijk advies. Er
ontstaat een patstelling en de heer Poen roept de heer v.d. Berg op, om aan zijn advocaat de
onderbouwing voor zijn stelling te vragen. De heer v.d. Berg gaat hier niet op in en roept op om een
stemming uit te roepen, zoals verzocht door SMCO.
De heer Poen geeft aan dat voor een raadpleging alle leden van DPF in de gelegenheid moeten
worden gesteld om hun stem uit te brengen op juiste uitgangspunten. Het heeft geen zin om leden te
raadplegen over een voorstel dat wettelijk niet is toegestaan.
De heer Maas vraagt naar de mogelijkheid om vrijwillig bij te sparen binnen de regeling.
De heer Poen geeft aan dat deze mogelijkheid tijdelijk is stopgezet, zoals in de pensioenkrant stond.
Maar tot voor kort was het mogelijk om op vrijwillige basis, mits iemand een pensioengat had, tot 1/3
van de jaarpremie vrijwillig in te leggen voor extra pensioen. Men kon jaarlijks aangeven 11%, 22% of
33% extra premie te willen betalen. Dit kon ongeacht of je in de basisregeling of in de
basisPLUSregeling zit, zolang het maar binnen het fiscale kader viel.
Een zelfstandige heeft een aantal fiscale mogelijkheden om binnen zijn praktijk een
pensioenvoorziening te treffen, maar men mag geen bovenmatig pensioen opbouwen. Afspraken die
hiervoor worden gemaakt, zijn meestal langlopend. Bij de overgang naar de BasisPlus was dit een
probleem. Deze leden bouwen een bovenmatig pensioen op, wanneer zij verplicht naar de nieuwe
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 6 van 10
basisPLUSregeling moesten. Om als beroepsgroep deze groep mensen niet in de problemen te
brengen, kunnen deelnemers in de basisregeling eenmalig kiezen om over te stappen naar de
basisPLUSregeling.
Gerefereerd wordt naar de deelnemers die vanuit de basisregeling zijn overgestapt naar de
basisPLUSregeling en die dus waarschijnlijk geen voorzieningen elders hadden getroffen.
De heer Maas geeft aan de uitleg te begrijpen. Hij is er ook niet voor om iedereen verplicht te
plaatsen in de basisPLUSregeling. De mogelijkheid van bijsparen bestond al voor invoering van de
basisPLUS. Hij vraagt of het mogelijk is om iedereen terug te zetten in de basisregeling en dan
iedereen de mogelijkheid te geven om vrijwillig extra premie te betalen tot de hoogte van premie in
de basisPLUSregeling. Zo krijgt ieder toch de keuze om meer premie in te leggen, maar is de hoge
premie niet verplicht.
De heer Steur geeft aan voor de verplicht gestelde pensioenregeling te zijn en voor keuze. Deze
avond heeft hij veel het woord “keuze” gehoord. Spreker is gewisseld van carrière en is later in de
fysiotherapie gestapt. Dat was een keuze. Maar dat is niet de keuze die nu voor ligt. Vanavond wordt
aangegeven dat degene die niet de keuze hebben om deel te nemen aan de basisregeling enorm
getroffen worden in hun portemonnee. Zij kunnen geen huis kopen, omdat de hoge premie hun
inkomsten te veel drukt. Hij zegt als zelfstandige weinig keuzes te hebben, er zijn verplichtingen waar
hij aan moet voldoen. Loondiensters die bij hun werkgever klagen over de beloning, worden
verwezen naar de verzekeraar en dat is ook terecht, maar zo wordt het probleem weer een tree
hoger weggelegd. Waar het vanavond over gaat is dat iedereen “keuze” wil hebben, keuze om wel of
niet een hogere premie te betalen.
De heer Poen wil een misverstand uit de wereld hebben. In het verleden heeft de beroepsgroep
gekozen voor een verplichtgestelde beroepspensioenregeling, zodat er naast de AOW een
basisvoorziening was. Ook toen waren er vrijgevestigde fysiotherapeuten die zich hadden verenigd
en tegen een verplichte beroepspensioenregeling waren. De discussie is van alle tijden.
We zijn er samen over eens dat er een pensioenvoorziening moet zijn en dat de premie betaalbaar
moet zijn. Binnen een verplichtgestelde regeling kan geen sprake zijn van vrije keuze. Wat de heer
Poen begrijpt is dat de heer Steur iedereen in de basisregeling wil zetten en vervolgens de keuze te
geven een hogere premie te betalen middels het vrijwillig bijsparen.
De heer Steur geeft aan dat de mensen die deze vergadering aanwezig zijn, juist hiervoor willen
stemmen. Daar zijn ze deze avond voor gekomen.
De heer Poen stelt vast dat voor deze keuze deze ALV niet de juiste plaats is. Vanavond werd
voorgesteld alle deelnemers individueel de keuze tussen de basis- en basisPLUSregeling te geven.
Dat is wettelijk niet mogelijk. De heer Poen geeft aan het voorstel om (als een keuze tussen beide
regelingen echt niet mogelijk is) terug te gaan naar de basisregeling, met daarbij de mogelijkheid van
vrijwillig bijsparen, voor de volgende ALV te agenderen. Op die manier kan iedereen die aan die
discussie wenst deel te nemen, dit tijdens de volgende ALV doen. Een eventuele wijziging van de
regeling moet dan via een stemronde worden voorgelegd aan alle leden. Spreker snapt dat vele
aanwezigen teleurgesteld zijn, maar iedereen die aan de nieuwe discussie wil deelnemen moet in
die gelegenheid worden gesteld.
De heer v.d. Berg brengt opnieuw ter sprake waarom een keuze niet kan.
Mevrouw De Graaf, pensioenjurist van Houthoff Burema, merkt desgevraagd op dat zij de jurist is die
door DPF en het pensioenfonds is geraadpleegd. Zij geeft aan sterke argumenten te hebben. Hieruit
leidt zij af dat binnen een verplicht gestelde pensioenregeling geen keuze geboden kan worden. Dit
heeft te maken met de pensioensystematiek. De basis van deze systematiek is dat iedereen een
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 7 van 10
gelijk percentage van zijn inkomen moet inleggen. De doorsneesystematiek gaat geheel verloren
wanneer er een keuze is en een jongere kiest voor lage premie en een oudere dan voor een hogere
premie. Ze geeft aan dit niet met 100% zekerheid te kunnen stellen, omdat hierover nog nooit een
juridische procedure is aangegaan.
De heer v.d. Berg stelt voor die juridische procedure dan te starten.
De heer Poen wijst op de hoge kosten die met juridische procedures gemoeid zijn en dat een
dergelijke procedure veel tijd kost. DPF zal in dat geval een begroting opstellen hiervoor en deze
voorleggen aan de ALV. De ALV moet dan beslissen of men hier dit geld voor over heeft.
Mevrouw Van den Heuvel vult aan dat een ander probleem speelt wanneer er twee regelingen zijn,
waarvan er maar een verplicht gesteld is. De groep die niet onder de verplicht gestelde regeling valt,
is niet fiscaal gefaciliteerd en kan de premie dus niet aftrekken.
De heer Poen geeft aan te beseffen dat mensen teleurgesteld zijn. Maar hij wil conform de regels
een juiste discussie voeren over het nu voorgedragen idee. Hierover dienen alle leden vooraf
geïnformeerd te zijn. Men moet weten waar het over gaat, waar ze over mee kunnen praten en als
het uiteindelijk tot een stemronde komt wat het voorstel is. Dit is zoals het in onze statuten staat en
zoals de verenigingsdemocratie werkt.
De heer v.d. Berg stelt nogmaals voor in deze vergadering de keuze van leden voor deelname aan
de basisregeling of de basisPLUSregeling voor te leggen ter stemming. De heer Poen geeft
nogmaals aan dat dit voorstel juridisch en fiscaal niet tot de mogelijkheden behoort.
De heer Theunissen geeft aan dat er heel de tijd gesproken wordt over het wel of niet bieden van een
keuzemogelijkheid. Maar wanneer je in de tweede of derde lijn werkt heb je ook geen keuze.
De heer Poen herhaalt dat in het verleden we de basisregeling kenden met de mogelijkheid van
bijsparen. Die mogelijkheid is er nu ook in de basisPLUS. Waar eerder deze vergadering over
gesproken is, is om te kiezen voor één regeling, dus de regeling opnieuw wijzigen, maar dan terug
naar de basisregeling. En daarnaast heeft iedereen dan, net als nu, de keuze om vrijwillig extra
premie te betalen (11%, 22% of 33%). De ALV bevestigt het aangepaste voorstel.
Dit onderwerp was niet geagendeerd en ook niet bekend bij de thuisblijvers. De fiscaal gefaciliteerde
basisPLUSregeling terug brengen naar de basisregeling betekent een aanmerkelijke aanpassing van
opgebouwde rechten. De heer Poen geeft aan dat hij daarvoor de leden de gelegenheid wil bieden te
onderzoeken wat dit voor hen persoonlijk betekent en welke financiële consequenties dat heeft,
zowel voor premieniveau als voor het uiteindelijke pensioen. Daarom wil hij dat onderwerp
agenderen voor de komende ALV. Dit betekent uitstel van behandeling van het voorstel, maar zeker
geen afstel. Alle leden moeten op de hoogte zijn van de discussie die we willen voeren.
Een van de leden vraagt naar de premiehoogtes in de verschillende regelingen.
Ook wordt er gezegd dat op dit moment er toch ook een keuze wordt geboden. Op deze laatste
opmerking reageert de heer Poen dat bij overgang naar een nieuwe regeling er altijd een
overgangsbepaling getroffen moet worden. Achteraf bezien hadden we deze termijn niet op 5 jaar
moeten stellen, maar korter, bijvoorbeeld 1 of 2 jaar. Bij de invoering is bepaald dat de toen actieve
deelnemers in 5 jaar eenmalig konden kiezen of zij wilden overstappen naar de basisPLUSregeling.
Maakt men geen keuze, dan blijft men in de basisregeling. Deze overgangsbepaling is opgenomen,
omdat wij niet kunnen bepalen voor deze deelnemers of zij bij overgang naar de basisPLUSregeling
nog steeds binnen het fiscale kader vallen.
De heer Poen herhaalt nogmaals de toezegging om de volgende ALV het nieuwe voorstel te
agenderen, zodat alle leden aan de discussie kunnen deelnemen. Leden moeten in de gelegenheid
worden gesteld zich van de juiste informatie te voorzien, zodat men weet welke gevolgen een
eventuele keuze voor hen heeft.
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 8 van 10
Naar aanleiding van een vraag herhaalt de heer Poen dat pensioen uitgesteld loon is en dat iedereen
voor zijn eigen pensioen betaalt. In 2010 is de keuze voorgelegd om voor een regeling met meer
pensioenopbouw te kiezen. Dit is niet gedaan om jongeren “te straffen” door een hoge premie te
laten betalen. De ouderen hebben immers niks aan het feit dat nieuwe deelnemers een hogere
premie betalen. De jongeren sparen voor een volwaardiger pensioen. Een lagere inleg van premie
geeft een lagere pensioenuitkering. Iedere financiële adviseur kan uitleggen dat elke euro die
gedurende 40 jaar minder wordt betaald, een lagere uitkering geeft. Het is haast onmogelijk om,
wanneer je op 55-jarige leeftijd erachter dat je te kort komt, dit nog extra bij te sparen.
Mevrouw Visser benadrukt dat onze regeling iets anders is dan de regelingen van ABP en PFZW. Er
is gekozen door de overheid voor een doorsneepremie. De doorsneepremie zorgt wel voor enige
solidariteit, maar als je 2x zoveel spaart, dan brengt dat voor jou ook 2x zoveel op. Je betaalt niet
voor je collega. Alle “winst” die wordt gemaakt door het pensioenfonds wordt gelijk gedeeld over alle
deelnemers. Er is collectiviteit in het delen van risico’s, maar je betaalt niet het pensioen van je
collega. Op de website van SPF staan rekenvoorbeelden van de basisregeling en de
basisPLUSregeling. We weten dat de premie van de basisPLUS hoog is. Maar wanneer je deelneemt
aan de basisPLUS als loondienstverbander, kom je straks uit op ongeveer 70% middelloon, bijna net
zoveel als je collega’s in het ziekenhuis. Dit hebben wij fysiotherapeuten met elkaar geregeld.
Mevrouw Salton vult aan dat mensen ook op de pensioenplanner kunnen zien wat de regeling hen
oplevert.
De heer v.d. Berg merkt op dat het bestuur bij ontvangst van het verzoek al wist dat de keuze niet
mogelijk was. Waarom is dit niet van te voren aangegeven. En waarom kunnen we nu niet alsnog
beslissen om het voorgelegde verzoek te accepteren, onder voorbehoud dat nogmaals gecheckt
wordt of het mogelijk is.
De heer Poen geeft aan dat vooraf is aangegeven aan SMCO dat voorgelegde verzoek niet kon,
daar was geen misverstand over, de verwachtingen zijn door DPF juist gemanaged. We hebben dit
ook aangekondigd bij de uitnodiging voor de ALV op de website. We hebben door een tweede jurist
alles nogmaals laten checken. Stemronde houden over deze keuze is niet mogelijk, omdat dit
wettelijk niet is toegestaan, dat weten we inmiddels. Dus is het niet zinvol een stemronde onder alle
leden uit te schrijven en daar geld aan te spenderen, terwijl we bij voorbaat weten dat het juridisch
niet mogelijk is.
De heer v.d. Berg stelt voor een stemronde uit te schrijven voor de keuze voor alle leden om deel te
nemen in de basisregeling of de basisPLUSregeling onder voorbehoud dat dit juridisch mogelijk is.
De heer Poen ontraadt de ALV dit voorstel aan te nemen.
De heer van Dijk geeft aan blij te zijn met de uitleg. Hij reageert op de opgelopen discussie en vraagt
naar doel van de ALV voor deze avond.
De heer Poen geeft aan dat na uitleg leden duidelijkheid is gegeven waarvoor ze premie betalen. Na
uitleg zouden zij hun wens om terug te keren naar de basisregeling opnieuw kunnen overwegen.
Mevrouw Visser vult aan dat vorige ALV de basisPLUSregeling door twee leden was ingebracht.
Betreffende leden waren uitgenodigd in betreffende ALV om hun agendapunt toe te lichten. Zij
waren niet op de ALV aanwezig, maar het onderwerp is toch besproken, zoals te lezen is in het
verslag van de vorige ALV. Vervolgens hebben ruim 100 leden verzocht om een “extra” ALV te
houden. Dit is door het bestuur uitgevoerd, ondanks het feit dat in de vorige ALV niemand van de
leden het ingebrachte punt wilde toelichten en het punt toch is besproken. We hebben vooraf
aangegeven dat er deze avond niet gestemd kon worden over het ingebrachte voorstel. DPF heeft
hierover geïnformeerd via website en uitnodiging.
De financiële middelen van DPF zijn beperkt, dus DPF probeert op zo goed mogelijke manier
iedereen van juiste informatie te voorzien.
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 9 van 10
Een lid merkt op dat toch onjuiste verwachtingen zijn gewekt.
De heer Poen geeft nogmaals aan dat dit zo duidelijk mogelijk is uitgelegd en vooraf breed is
gecommuniceerd vanuit DPF. Voor nu is afgesproken dat we komende vergadering gaan stemmen
of er wel of niet een schriftelijke stemronde gaat komen. Maar dan weten we ook precies waar we
over gaan stemmen “terug naar de basisregeling of doorgaan met de basisPLUSregeling”.
De heer v.d. Berg herhaalt nogmaals zijn verzoek om nu te stemmen.
Een van de leden geeft aan hier niks voor te voelen. Als er nu gestemd wordt voor iets wat niet
mogelijk is dan is er alleen maar tijd verspild. Spreker vindt het jammer dat deze vergadering een
ander resultaat geeft dan vooraf gehoopt. Maar er is wel duidelijk gemaakt wat wel mogelijk is. Er is
dus wel een stap gemaakt.
De heer Poen herhaalt nogmaals de toezegging van het bestuur om komende ALV als agendapunt te
behandelen de keuze voor de basisPLUS of terugkeer naar de basisregeling. Als de meerderheid
van de dan aanwezige leden aangeeft een stemronde te willen uitschrijven, zal deze uitgevoerd
worden.
Een van de leden wenst inspraak bij de formulering van de stelling voor de stemronde. Volgens
spreker zou de stelling moeten luiden dat men stemt voor afschaffing van de basisPLUSregeling.
Mevrouw Van de Heuvel reageert dat het niet correct is om nu al de stelling te formuleren, terwijl
komende vergadering eerst bepaald moet worden of er wel of geen stemronde plaatsvindt.
Uitgelegd wordt wat de tijdsplanning is als er een stemronde plaatsvindt, wanneer een keuze dan
verwerkt kan worden in de pensioenregeling. Aangegeven wordt dat er een proces doorlopen moet
worden met het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en dat het pensioenfonds op
grond van de keuze het pensioenreglement moet aan passen.
6.
RONDVRAAG
Een van de leden geeft aan voor de ALV ver te hebben moeten reizen en vrijaf te hebben genomen.
Verzocht wordt of naar een andere locatie voor vergaderen kan worden gezocht.
De heer Poen geeft aan dat van deze locatie gebruik wordt gemaakt om dat de vergaderruimte gratis
is. Als tegemoetkoming naar de leden zegt hij toe voor november op zoek te gaan naar een centraler
gelegen locatie (Utrecht, Nieuwegein).
Verder zijn er geen vragen meer, waarop de vergadering wordt gesloten.
Kenmerk
BERRB.2012.DPF.VSL.1000202
Bladnummer 10 van 10