Overzicht Your Quick Reference Expert Outlook 2007 W ® A D E A Werkbalken Bevatten knoppen en uitklapmenu’s om gewone taken mee uit te voeren. Outlook heeft een dynamische opdrachtstructuur die wijzigt naar gelang het actieve paneel, map of taak. De werkbalken Postvak In die hier staan afgebeeld, bevatten knoppen voor het beantwoorden van berichten en het doorsturen van berichten . B Navigatiedeelvenster Biedt een gecentraliseerd navigatiedeelvenster voor toegang tot alle onderdelen van Outlook. Het bovenste gedeelte van het Navigatiedeelvenster geeft het actieve deelvenster weer. Om te wisselen naar een ander paneel (zoals E-mail, Agenda of Contacten) gebruikt u de knoppen en pictogrammen die hier worden getoond. Om deze wisselfunctie tussen de panelen te activeren of te deactiveren, of hun volgorde van weergave in het Navigatiedeelvenster te wijzigen, klikt u op het pictogram Knoppen configureren . D Leesdeelvenster Geeft het geselecteerde e-mailbericht weer. Het leesdeelvenster kan worden gebruikt om berichten te lezen, bijlagen te openen, hyperlinks te volgen, stemknoppen te gebruiken, vergaderverzoeken te aanvaarden of te weigeren en opvolgingsinformatie te bekijken in de Infobalk. E Takenbalk Geeft de Datumnavigator weer, vergaderingen en afspraken in de toekomst en de huidige takenlijst. Gemarkeerde e-mailberichten worden automatisch toegevoegd aan de takenlijst. F Statusbalk Geeft het aantal items van de huidige map weer . Indien het standaardadres een Exchange e-mailadres is, dan geeft de statusbalk ook de status van de Exchange-verbinding weer . PR Mappendeelvenster Verwijst naar de naam van de actieve map en geeft de inhoud ervan weer in lijstvorm. Om de lijst met Mapinhoud te sorteren, klikt u op de koppen in de kolommen. Basisonderwerpen B Gebruikelijke handelingen Een voorbeeld van berichten bekijken Een bericht markeren voor opvolging Een nieuwe vergadering plannen Reageren op een vergaderverzoek De Takenbalk gebruiken Een distributielijst aanmaken Verslag uitbrengen over de voortgang van taken Geavanceerde onderwerpen Werken met Outlook-items Direct zoeken gebruiken om items te vinden Kleurcategoriën gebruiken Handtekeningen toevoegen aan berichten Bijlagen toevoegen en opslaan Thema’s toepassen Een elektronisch visitekaartje aanmaken Tips en Oplossingen voor meer productiviteit Nuttige tijdsbespaarders Snel alle verwante berichten lokaliseren Een afwezigheidsantwoord opstellen Abonneren op een RSSkanaal Junkmail beheren De Toetsinfo gebruiken bij actieve items Outlook 2007 NOT FOR PRINTING OR INSTRUCTIONAL USE Pagina 6 C Nieuwe functies van de Outlook interface Office-Knop, Lint en de Werkbalk Snelle Toegang Bericht tabblad Opties tabblad Afspraken en Vergaderingen tabblad Contactpersoon tabblad Taken tabblad Pagina 5 EV F Beknopt overzicht B Pagina 4 IE C Pagina 2 en 3 B Beknopt overzicht Office-knop, Lint en de Werkbalk Snelle Toegang A C B D W C F E EV IE LET OP: Outlook 2007 maakt gebruik van de traditionele menu’s en werkbalken in het hoofdvenster en gebruikt de nieuwe Office interface voor actieve items zoals berichten, contactpersonen en vergaderingen. A Office-knop — Levert toegang tot het menu van de Office-knop en een lijst met items die u kunt aanmaken. Het menu van de Office-knop vervangt het vroegere menu Bestand. Het bevat opdrachten voor het versturen, opslaan, beheren en sluiten van items. B Werkbalk Snelle Toegang — Bevat knoppen voor vaak gebruikte opdrachten (standaard Opslaan, Ongedaan maken, Herhalen, Vorig item en Volgend item). De Werkbalk Snelle Toegang kan worden verplaatst en elementen kunnen worden toegevoegd—zoals galerieën, menu’s en knoppen—vanuit het Lint of het menu Office-knop naar de werkbalk. en kies Onder het Lint weergeven. De werkbalk verplaatsen — Klik op de knop van de Werkbalk Snelle Toegang Opdrachten toevoegen — Klik op de knop van de Werkbalk Snelle Toegang en kies de opdracht die u wilt toevoegen. Een element toevoegen — Klik met de rechtermuisknop op het gewenste element en daarna op Toevoegen aan de Werkbalk Snelle Toegang. De werkbalk terugstellen — Klik op de knop van de Werkbalk Snelle Toegang en kies Meer Commando’s. In de lijst Aanpassen Werkbalk Snelle Toegang, klikt u op Beginwaarden. Klik op Ja en daarna op OK. C Lint — Vervangt de traditionele Office menu’s en werkbalken. Voor elke toepassing is het Lint opgedeeld in tabbladen. Om het Lint te minimaliseren en enkel de tabbladen weer te geven, klikt u met de rechtermuisknop op het Lint en kiest u Het Lint minimaliseren. D Tabbladen — Omvatten groepen van opdrachten een bepaalde reeks bewerkingen uitvoeren. Elk actieve item heeft een standaardset van tabbladen. Het Lint dat hier is weergegeven voor een nieuw bericht heeft bijvoorbeeld de tabbladen Bericht, Invoegen, Opties en Tekst Opmaken. E Groepen — Omvatten opdrachten, knoppen en menu’s die worden geordend in logische groepen, zoals Verzenden, Klembord, Basistekst, Namen, Invoegen, Opties en Taalcontrole. De grootte van de knoppen past zich aan de grootte van het toepassingsvenster aan. F Pijl voor het openen van een taakvenster — Opent een venster dat meer opdrachten bevat en instellingen die kunnen worden weergegeven in het Lint. Bericht tabblad (nieuw bericht) A B C D E F PR A Klembord — Een selectie knippen, kopiëren en plakken en de opmaak kopiëren. Klik op de pijl om het taakvensterl van het Klembord te openen. B Basistekst — Verander het lettertype, de lettergrootte, de letterstijl, de tekstkleur en markeer stukken tekst. Verander de uitlijning van alinea’s. Maak lijsten met om het venster Lettertype te openen opsommingstekens, met nummering en met verschillende niveaus en wijzig de inspringing. Opmaak verwijderen. Klik op C Namen — Open uw adresboek. Zorg ervoor dat de namen en e-mailadressen die u invoert in de velden van het bericht overeenstemmen met die van uw adresboek. D Toevoegen — Voeg een bestand toe, een ander Outlook-item (zoals een contactpersoon), een elektronisch visitekaartje of een agenda. Voeg een handtekening toe aan het bericht. E Opties — Markeer het bericht om het later op te volgen. Bepaal toegangsbeperkingen en geef het belangrijkheidsniveau aan van het bericht. Versleutel het bericht of voeg er een digitale handtekening aan toe. F Taalcontrole — Controleer de spelling van het bericht voordat u het verzendt. Opties tabblad (nieuw bericht) A B C D E A Thema’s — Pas een vooraf gedefinieerde set van kleuren, lettertypes en effecten toe op het bericht. Wijzig de achtergrondkleur van het bericht. B Velden — Geef de Bcc of Van velden van het bericht weer. Gebruik het Bcc-veld om geadresseerden van het bericht te bepalen zonder dat de andere ontvangers hier iets over weten. C Opmaak — Bepaal de opmaak van het bericht. Gewone tekstberichten kunnen worden gelezen door alle e-mailtoepassingen. HTML-berichten en rich textberichten bevatten een bepaalde opmaak die kan verloren gaan in sommige e-mailtoepassingen. D Tracering — Stemknoppen toevoegen aan het bericht. Een bevestiging ontvangen wanneer het bericht wordt afgeleverd en gelezen. Klik op om het venster met de Berichtopties te openen. E Meer Opties — Bepalen waar een exemplaar van het bericht moet worden opgeslagen. Stel de bezorging van het bericht uit. Duid de geadresseerde aan voor antwoorden op het bericht. NOT FOR PRINTING OR2 INSTRUCTIONAL USE Tabblad Bericht (geopend bericht) B C D E W A A Antwoorden — Antwoord enkel op de afzender, antwoord op de afzender en de andere ontvangers of stuur het bericht door naar andere geadresseerden. B Acties — Het bericht verwijderen. Sla het bericht op in een andere map dan het Postvak In. Sla de bijlagen van het bericht op of stuur ze door. Bekijk het onderwerp van het bericht. C Ongewenste e-mail — Blokkeer toekomstige berichten van deze afzender. Voeg het e-mailadres van de afzender toe aan de lijst met Veilige Afzenders. Klik op om het venster Opties voor Ongewenste e-mail te openen. D Opties — Pas een kleurcategorie toe op het bericht. Markeer een bericht voor opvolging Markeer het bericht als ongelezen. E Zoeken — Zoek bepaalde woorden of zinnen in het bericht. Zoek andere berichten die verwant zijn aan dit bericht. Selecteer tekst en objecten in het bericht. B A C IE Afspraak en Vergadering tabbladen D E F EV LET OP: Met uitzondering van de groepen Acties en Deelnemers zijn de groepen bij Afspraak en Vergadering identiek De groep Deelnemers vindt u enkel terug in het tabblad Vergadering A Acties (Afspraak tabblad) — Bewaren, verwijderen en doorsturen van de afspraak. Klik op Deelnemers uitnodigen om een vergaderverzoek aan te maken en het tabblad Vergadering weer te geven. B Acties (Vergadering tabblad) — Verwijderen en doorsturen van de vergaderverzoek. Klik op Uitnodiging annuleren om de vergadering te annuleren en het tabblad Afspraak weer te geven. C Weergeven (Tabbladen Afspraak en Vergadering) — Geef de schermen Afspraak of Planning weer. D Deelnemers (Tabblad Vergadering) — Maak een vergaderwerkruimte aan op de SharePoint® server. Geef uw adresboek weer. Controleer de e-mailadressen van de geadresseerden. E Opties (Tabbladen Afspraak en Vergadering) — Bepaal hoe de Agenda het tijdstip van de afspraak en vergadering dient weer te geven. Een herinnering, terugkeerpatroon, tijdzone en categorie instellen. Markeer de afspraak of vergadering als persoonlijk, zeer belangrijk of weinig belangrijk. F Taalcontrole (Tabbladen Afspraak en Vergadering) — Controleer de spelling van het vergaderverzoek of afspraak voordat u het bericht verstuurt. Contactpersoon tabblad A B C D PR E E A B C D Acties — Opslaan, bewaren, versturen en verwijderen van de gegevens van de huidige contactpersoon. Weergeven — Geef de Algemene pagina, de pagina Details en de pagina Activiteiten weer van de contactpersoon. Kies een digitaal certificaat om versleutelde e-mails te versturen naar de contactpersoon. Communiceren — E-mailen, bellen, of een expresbericht versturen naar de contactpersoon. Een vergaderverzoek aanmaken om naar de contactpersoon te versturen. Een taak toekennen aan de contactpersoon. Opties — Voeg een elektronisch visitekaartje of een foto toe aan de contactgegevens. Bepaal de kleurcategorie, de opvolging en de beperkingen van de contactpersoon. Taalcontrole — Controleer de spelling van de contactinformatie vooraleer ze te bewaren. Tabblad Taak A B C D CertBlaster® Oefentest E A Acties — De taak opslaan of verwijderen. B Weergeven — Een taak aanmaken door de naam, begin- en einddata te bepalen, status, prioriteit en voltooiingspercentage in te voeren. Klik op Details om een scherm weer te geven waarin meer informatie kan worden ingevoerd. C Taak beheren — Wijs een taak toe aan iemand anders, verstuur een statusverslag of markeer een taak aan als voltooid. Antwoorden op een taakverzoek een taak doorsturen. D Opties — Bepaal een terugkeerpatroon of kleurcategorie voor de taak. Markeer de taak voor opvolging of als persoonlijk. E Taalcontrole — Controleer de spelling van de taak voordat u ze bewaart. De aankoop van deze CourseCard biedt u toegang tot een exemplaar van de CertBlaster® test voorbereidingssoftware van Microsoft Certified Application Specialist Exam 70-604. Om u te helpen te slagen voor uw examen, levert CertBlaster honderden praktijkvragen, examensimulaties die hetzelfde aantal vragen bevatten als het effectieve examen en een gepersonaliseerd studietraject. Zo installeert u CertBlaster: 1. Ga naar http://www.courseilt.com/certblaster. 2. Volg de link voor Outlook 2007. 3. Bewaar het .EXE bestand op uw harde schijf. 4. Dubbelklik op het .EXE bestand. 5. Klik op OK en volg de instructies op het scherm. Wanneer er gevraagd wordt naar het paswoord, tikt u c_604. NOT FOR PRINTING OR3 INSTRUCTIONAL USE Basisonderwerpen Mail Takenbalk Veel gebruikte pictogrammen bij berichten De Takenbalk gebruiken Doorgestuurd bericht Met bestand in bijlage Gemarkeerd bericht Een voorbeeld bekijken van berichten Zo kunt u de inhoud van berichten tonen zonder de berichten te openen: Kies Bekijken, AutoVoorbeeld om de eerste drie regels van elk bericht in de lijst Bestandsinhoud weer te geven. Kies Beeld, Leesvenster, Rechts om het geselecteerde bericht rechts van de berichtenlijst weer te geven. Een bericht verzenden met een andere account IE 1. Klik op E-mail. Klik in de Standaard werkbalk op , en maak dan het bericht aan. 2. In de groep Verzenden, klikt u op Account en kiest u de account van uw keuze. Gebruik de Takenbalk om afspraken, A vergaderingen en taakitems te bekijken en te beheren in een gecentraliseerde lijst. Taakitems zijn Outlook-items zoals taken, e-mailberichten en contactpersonen die zijn gemarkeerd voor opvolging. B De Takenbalk bestaat uit drie delen: A Geeft de Datumnavigator weer. Klik op een datum om deze in de Agenda weer te geven. B Geeft de vergaderingen en afspraken in de toekomst weer. Dubbelklik op een item C om het te openen. C Geeft het venster Taakinvoer en uw takenlijst weer. Voer een nieuwe taak in of dubbelklik op een taak uit de lijst om deze weer te geven. W Nieuw en ongelezen bericht Gelezen bericht Beantwoord bericht Contactpersonen 3. Verzend het bericht. Een bericht markeren voor opvolging In de lijst met de Mapinhoud klikt u met de rechtermuisknop op de vlag van het bericht en kiest u een datum. De vlag bij het bericht wordt rood en het bericht wordt toegevoegd aan de takenlijst in de Takenbalk. Een bericht markeren als belangrijk Agenda , en maak 1. Klik op Contactpersonen. In de standaard werkbalk klikt u op . 2. In het tabblad Algemeen, voert u de naam van de persoon in, het e-mailadres, het telefoonnummer en andere informatie die u wilt bewaren. 3. Uit de lijst Volledige Naam selecteert u een opmaak voor de naam van de persoon. 4. Klik op Opslaan & Sluiten. EV 1. Klik op E-mail. Klik in de Standaard werkbalk op dan het bericht aan. . 2. In de groep Opties klikt u op 3. Verzend het bericht. Een contactpersoon aanmaken Bedrijfsinformatie kopiëren voor een nieuwe contactpersoon 1. Klik op Contactpersonen. 2. Selecteer een contactpersoon uit de lijst die voor hetzelfde bedrijf werkt als de nieuwe contactpersoon. 3. Kies Acties, Nieuwe Contactpersoon van hetzelfde bedrijf. 4. Voer de resterende contactinformatie in. Een distributielijst aanmaken Een terugkerende afspraak plannen 1. Klik op Kalender. Op de standaard toolbar klikt u op 2. In de groep Opties klikt u op Terugkeerpatroon. . 3. Stel het gewenste patroon en de termijn in en klik daarna op OK. 4. Klik in de groep Acties op Opslaan & Sluiten. PR . Een vergadering verplaatsen 1. Klik op Agenda. 2. Lokaliseer en dubbelklik op de vergadering die u wilt verplaatsen. 3. Voer een nieuw tijdstip in en klik op Doorsturen. Reageren op een vergaderverzoek 1. Dubbelklik op het vergaderverzoek in de inbox om ze te openen. 2. Klik op een van de antwoordopties in de groep Antwoorden: 3. Klik op OK. Kies Bestand, Nieuw, Distributielijst. Voer een beschrijving in voor de lijst. In de groep Leden klikt u op Leden selecteren. Om leden aan de lijst toe te voegen, dubbelklikt u een voor een op de gewenste contactpersonen of selecteert u verschillende contactpersonen en klikt u op Leden. Klik op OK. 5. Klik op Bewaren & Sluiten. Taken Een nieuwe vergadering plannen 1. Klik op Agenda. In de standaard werkbalk klikt u op 2. Klik in de groep Acties op Deelnemers uitnodigen. Het tabblad Vergadering verschijnt op het Lint. 3. Klik op Aan en bepaal de aanwezigen op de vergadering. 4. Bepaal alle andere informatie over de vergadering. 5. Klik op Versturen om het vergaderverzoek te versturen. 1. 2. 3. 4. Een terugkerende taak plannen 1. Klik op Taken. In de standaard werkbalk klikt u op 2. In de groep Opties klikt u op Terugkeerpatroon. 3. Stel het gewenste patroon en de termijn in en klik daarna op OK. 4. Klik op Opslaan & Sluiten. . De voortgang van een taak melden 1. Open de taak en werk de informatie over de voortgang bij. 2. In de groep Taak Beheren klikt u op Statusrapport verzenden. 3. Kies een bestemmeling voor het rapport en verzend het. 4 INSTRUCTIONAL USE NOT FOR PRINTING OR Geavanceerde onderwerpen Direct Zoeken Bijlagen Direct zoeken gebruiken om items te vinden Een bijlage toevoegen aan een bericht W 1. Maan een e-mailbericht aan. 2. In de groep Invoegen, klikt u op Bestand. 3. Selecteer het bestand dat u wilt toevoegen en klik daarna op Invoegen. Een bijlage opslaan 1. Open het bericht dat de bijlage bevat. (Dubbelklik op het bericht.) 2. In de groep Acties, klikt u op Overige Acties en kiest u Bijlagen opslaan. 3. Selecteer de lokatie waar u de bijlage wilt bewaren en klik daarna op Opslaan. LET OP: Bijlagen bevatten mogelijk virussen die uw gegevens kunnen beschadigen. Bewaar enkel de bijlagen die u verwacht en die van mensen komen die u vertrouwt. Als u onzeker bent over de echtheid van een bijlage, vraag dit dan aan de afzender voordat u de bijlage opent. IE U kunt Direct zoeken gebruiken om Outlook-items te vinden—zoals berichten, contactpersonen, afspraken, vergaderverzoeken en taken—op basis van een bepaald woord of reeks woorden. Direct zoeken vindt u bovenaan het Mapdeelvenster. Om een eenvoudige zoekbewerking uit te voeren: 1. Typ een woord of zin in het tekstvak. Outlook zoekt op de letters die u invoert en markeert ze. Items die deze letters bevatten verschijnen in de lijst met Mapinhoud. 2. Als Outlook het gezochte item niet terugvindt, klik dan op Opnieuw zoeken in Alle E-mailmappen om het zoekgebied uit te breiden. 3. Nadat de zoekbewerking is voltooid, klikt u op de knop Zoekbewerking wissen om het zoekvak leeg te maken en om alle items van de map weer te geven in de inhoudslijst van de map. Thema’s en briefpapier Een thema toepassen op een bericht Kleurcategoriën Een kleurcategorie toekennen aan Outlook-items LET OP: De eerste keer dat u een kleur toekent verschijnt het venster Naam van Categorie wijzigen. Voer een naam in voor de kleurcategorie en druk daarna op Ja. Handtekeningen LET OP: Indien u wilt dat alle berichten dit thema krijgen, klik dan opThema’s en kies Instellen als standaardthema. Briefpapier gebruiken EV Verwante items kunnen worden gegroepeerd in Outlook 2007 door een kleurcategorie toe te kennen. Kleurcategoriën kunnen worden toegekend aan berichten, contactpersonen, afspraken en andere Outlook-items. 1. Open het bericht of ander item. 2. In de groep Opties klikt u op Categoriseren. 3. Voer daarna een van de volgende handelingen uit: Kies een kleurcategorie. Kies Alle Categorieën om het venster Kleurcategorieën te openen. Gebruik de knoppen aan de rechterzijde van het venster om naar wens kleurcategorieën aan te maken, een andere naam te geven en te verwijderen, en klik daarna op OK. 1. Maak een nieuw bericht aan. 2. Activeer het tabblad Opties. 3. Klik op Thema’s en kies het thema dat u wilt toepassen. PR Een handtekening toevoegen aan berichten 1. Kies Extra, Opties en activeer het tabblad E-mailindeling. 2. Klik op Handtekeningen en klik daarna op Nieuw. Voer een naam in voor uw handtekeningbestand en klik op OK. 3. Voer een handtekening in, maak ze op en klik daarna op Opslaan. 4. Herhaal stappen 2 en 3 om het aantal handtekeningen aan te maken dat u wilt. 5. Uit de lijst Nieuwe berichten selecteert u de handtekening die u wilt weergeven voor alle nieuwe berichten die u aanmaakt. 6. Uit de lijst Antwoorden/doorgestuurde berichten selecteert u de handtekening die u wilt weergeven voor alle berichten waarop u antwoordt of die u doorstuurt. 7. Dubbelklik op OK. 1. Kies Extra, Opties en activeer het tabblad E-mailindeling. 2. Klik op Briefpapier en Lettertypen. 3. Klik op Thema om het venster Thema of Briefpapier te openen. In de lijst Thema Kiezen kiest u een thema en klikt u vervolgens op OK. 4. Dubbelklik op OK. Elektronische visitekaartjes Een elektronisch visitekaartje aanmaken Elektronische visitekaartjes zijn .vcf bestanden die naar anderen kunnen worden verzonden via e-mail of die kunnen worden toegevoegd aan uw e-mailhandtekening. 1. Klik op Contactpersonen. In de standaard werkbalk klikt u op . 2. Voer uw contactinformatie in. 3. Klik in de groep Opties op Visitekaartje. 4. Selecteer de opmaak, een achtergrondkleur of afbeelding onder Kaartontwerp. 5. Onder Velden kunt u velden van uw visitekaartje toevoegen, verwijderen of herschikken. 6. Onder Bewerken kunt u de tekst voor een geselecteerd veld bewerken en opmaken. Herhaal indien nodig. 7. Klik op OK. 8. Klik op Bewaren & Sluiten. Uw elektronisch visitekaartje versturen in een e-mailbericht 1. Maak een bericht aan. In de groep Invoegen, klikt u op Visitekaartje en kiest u Andere Visitekaartjes. 2. Selecteer uw kaartje uit de lijst en klik vervolgens op OK. Het visitekaartje verschijnt in het bericht als bijlage. 3. Verstuur het bericht. NOT FOR PRINTING OR5 INSTRUCTIONAL USE Tips en Oplossingen voor meer productiviteit Druk op ! om Help-functie van Outlook weer te geven. Voor meer informatie en hulpbronnen kunt u ook terecht op de volgende websites: www.microsoft.com/office/outlook/support office.microsoft.com 2. Snel alle verwante berichten lokaliseren. Zo kunt u snel alle berichten van een conversatie vinden zonder alle e-mailmappen afzonderlijk te doorzoeken. Selecteer een bericht van de conversatie. Daarna klikt u met de rechtermuisknop op het bericht in het mappaneel en kiest u Alles zoeken, Verwante berichten. 3. Een afwezigheidsantwoord instellen. 1. Klik op de knop Werkbalk Snelle Toegang en kies Meer opdrach-ten. 2. Uit de lijst Opdrachten kiezen uit, selecteert u de categorie van opdrachten die u wilt weergeven. 3. Selecteer de gewenste opdracht en klik daarna op Toevoegen. De opdracht verschijnt in de lijst Aanpassen Werkbalk Snelle Toegang. 4. Klik op OK. 7. Junkmail beheren. Iedereen ontvangt ongevraagde e-mailreclame (ook bekend als spam). Zo kunt u een overlast aan junkmail vermijden: 1. Klik in uw inboxmap met de rechtermuisknop op een ongewenst bericht. 2. Kies Ongewenste e-mail, Afzender toevoegen aan de lijst met geblokkeerde afzenders. Alle e-mailberichten van de geselecteerde afzender worden automatisch verwijderd. 8. De privacy van de geadresseerden beschermen bij het versturen van e-mails aan een groep. U kunt bijvoorbeeld gebruik maken van Bcc (Blind carbon copy) om de e-mailadressen van geadresseerden te verbergen. 1. Een e-mailbericht aanmaken. 2. Activeer het tabblad Opties. In de groep Velden, klikt u op Bcc weer-geven. 3. Klik op Bcc:, selecteer de namen van de geadresseerden of de groepen, en klik vervolgens op OK. 4. Voer uw eigen e-mailadres in het vak Aan in. Anders wordt het bericht misschien automatisch verwijderd van de e-mail servers van de geadresseerden. 5. Vervolledig en verstuur het e-mailbericht. IE Deze functie vereist het gebruik van Outlook 2007 en een e-mailadres van Exchange 2007. 1. Kies Extra, Afwezigheidsassistent. 2. Selecteer Automatische afwezigheidsantwoorden verzenden. 3. Om begin- en einddata en tijden te bepalen, vinkt u Alleen versturen tijdens deze termijn aan, en selecteert u daarna de gewenste duur. 6. Verborgen opdrachten toevoegen aan de Werkbalk Snelle Toegang. W 1. Meer hulp met Outlook 2007 verkrijgen. 9. De Toetsinfo gebruiken bij actieve items. In actieve items kunt u de Toetsinfo gebruiken om snel een opdracht te gebruiken door enkele toetsen in te drukken. 1. Druk op a om de Toetsinfo weer te geven. Ze verschijnen eerst voor de tabbladen van het Lint (die u hier ziet), de Werkbalk Snelle Toegang en de Office-knop. EV 4. In het tabblad Binnen Mijn Vereniging voert u het antwoord en het formaat in van het bericht dat u automatisch wil versturen bij afwezigheid. 5. In het tabblad Buiten Mijn Bedrijf voert u het antwoord in van het bericht dat u automatisch wilt versturen bij afwezigheid en maakt u het op. 6. Vink Automatisch antwoord naar contactpersonen buiten mijn bedrijf aan. Wanneer dit vakje is geselecteerd, geeft het tabblad Buiten Mijn Bedrijf “(Aan)” weer naast de naam van het tabblad. 7. Selecteer Alleen mijn Contacten of Iedereen buiten mijn bedrijf om te bepalen naar welke contactpersonen de automatische antwoorden moeten worden verstuurd. 8. Klik op OK om het venster Afwezigheidsassistent te sluiten. 4. Een e-mailadres van een afzender toevoegen aan uw contactpersonene. 1. Open het e-mailbericht dat de informatie bevat die u wilt opslaan. 2. Klik met de rechtermuisknop op het adres van de afzender en kies . 3. Vervolledig de informatie van de contactpersoon en sla de nieuwe gegevens op. 2. Druk op de toets van het gewenste tabbladd om alle Toetsinfo voor de knoppen van dat tabblad weer te geven. 3. Druk op de toets of de toetsen van de knop naar keuze. Als de Toetsinfo uit twee letters bestaat, druk dan eerst op de eerste toets en vervolgens op de tweede. 10. Sneltoetsen gebruiken. De meeste sneltoetsen uit vorige Outlook versies kunnen nog steeds worden gebruikt. Dit zijn enkele veel gebruikte sneltoetsen. 5. Abonneren op een RSS-Kanaal. Toetsencombinatie Functie % Controleert de server op nieuwe e-mails. ( Controleert de spelling. c+G Selecteert een specifieke datum in de Agenda. c+a+J Markeert een bericht als ongewenst. c+s+A Maakt een afspraak aan. c+s+C Maakt contactinformatie aan. c+s+M Maakt een e-mailbericht. LET OP: Om u uit te schrijven bij een RSS-kanaal, klikt u met de rechtermuisknop op de map van het kanaal en kiest u “Naam Map” Verwijderen. c+s+K Maakt een taak aan. PR 1. Activeer E-mail en klik op RSS-Kanalen. 2. In de lijst met Mapinhoud kunt u de koppelingen bekijken naar een aantal RSS-kanalen. 3. Klik op de koppeling van het RSS-kanaal waarop u zich wilt abonneren. 4. Wanneer er wordt gevraagd om het kanaal toe te voegen aan Outlook, klik dan op Ja. 5. Klik op Ja om het bericht te sluiten over het aanvaarden van informatie met betrekking tot veilige websites. Nadat u het RSS-kanaal hebt toegevoegd, maakt Outlook er een map voor aan. Artikels van deze kanalen worden daarna in deze map ondergebracht. © 2008 Axzo Press. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. Geen enkel deel van dit werk mag worden gereproduceerd, gekopieerd of op andere wijze of in andere vorm worden gebruikt: grafisch, electronisch, of mechanisch, inclusief fotokopiëren, opname, vastleggen, distributie op het web of informatie-opslag en herstelsystemen zonder de uitdrukkelijk geschreven toestemming van de uitgever. Neem voor meer informatie www.courseilt.com. Sommige producten en bedrijfsnamen in dit document zijn alleen gebruikt voor identificatiedoeleinden en zijn mogelijk handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van hun respectievelijke producenten en verkopers. ISBN-13: 978-1-4260-9553-5 ISBN-10: 1-4260-9553-8 9 0 0 0 0 9 781426 095535 6 INSTRUCTIONAL USE NOT FOR PRINTING OR
© Copyright 2024 ExpyDoc