BIBF SEMINARIE 11/10/2014 1 BIBF CODEX 2014 - WET 17 JULI 1975 (blz. 559) (Wetboek van Economisch Recht 28/02/2013 – boek III 82 e.v.) - KB 12 SEPTEMBER 1983 TOT UITVOERING WET 17/07/1975 (blz. 565) - KB 8/10/1976 (blz. 566) KB 23/09/1992 kredietinstellingen, .. (blz.566) KB 17/11/1994 verzekeringsondernemingen (blz. 592) - KB 12 SEPTEMBER M.A.R. (blz. 614) - WETBOEK VENNOOTSCHAPPEN (blz. 631) - KB 30 JANUARI 2001 TOT UITVOERING WETBOEK VENNOOTSCHAPPEN (blz. 785) 2 WAARDERING Art. 9 examen 16/11/2013 + 12/05/2012 Art. 9. WET 17 JULI 1975 § 1. Elke onderneming verricht, omzichtig en te goeder trouw, ten minste eens per jaar de nodige opnemingen, verificaties, onderzoekingen en waarderingen om op een door haar gekozen datum de inventaris op te maken van al haar bezittingen, vorderingen, schulden en verplichtingen van welke aard ook, die betrekking hebben op haar bedrijf, en van de eigen middelen daaraan verstrekt. De inventarisstukken worden ingeschreven in een boek. De stukken die wegens hun omvang bezwaarlijk kunnen worden overgeschreven, worden in dat boek samengevat en erbij gevoegd. § 2. De inventaris wordt ingericht overeenkomstig het rekeningenstelsel van de onderneming. De Koning kan maatstaven voor de waardering van de inventaris bepalen. Deze paragraaf geldt niet voor de in artikel 5 bedoelde ondernemingen.] Art. 28. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN § 1. Elke vennootschap bepaalt de regels die, met nakoming van de bepalingen van dit hoofdstuk, doch rekening gehouden met haar eigen kenmerken, gelden voor de waardering van de inventaris bedoeld in artikel 9, § 1, van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen, en, onder meer, voor de vorming en de aanpassing van afschrijvingen, waardeverminderingen en voorzieningen voor risico's en kosten evenals voor de herwaarderingen. Deze regels worden bepaald door het bestuursorgaan van de vennootschap en vastgelegd in het boek bedoeld in artikel 9, § 1, van de wet van 17 juli 1975 op de boekhouding van de ondernemingen. Ze worden samengevat in de toelichting; overeenkomstig hetgeen is bepaald in artikel 24, eerste lid, moet deze samenvatting voldoende nauwkeurig zijn zodat inzicht wordt verkregen in de toegepaste waarderingsmethoden. Onverminderd § 2 wordt bij de vaststelling en toepassing van deze waarderingsregels ervan uitgegaan dat de vennootschap haar bedrijf zal voortzetten. § 2. De bepalingen van deze titel zijn van toepassing op de vennootschappen in vereffening. Indien de vennootschap - al dan niet ingevolge een beslissing tot invereffeningstelling - besluit haar bedrijf stop te zetten of indien, in tegenstelling met het bepaalde in § 1, derde lid, er niet meer kan van worden uitgegaan dat de vennootschap haar bedrijf zal voortzetten, worden de waarderingsregels dienovereenkomstig aangepast en geldt in het bijzonder het volgende: a) de oprichtingskosten moeten volledig worden afgeschreven; b) voor de vaste en de vlottende activa moet zo nodig tot aanvullende afschrijvingen of waardeverminderingen worden overgegaan om de boekwaarde terug te brengen tot de vermoedelijke realisatiewaarde; c) een voorziening moet worden gevormd voor de kosten die verbonden zijn aan de beëindiging van de werkzaamheden, inzonderheid voor de aan het personeel uit te keren vergoedingen. Hetzelfde geldt, ingeval een bedrijfsonderdeel of een vestiging van de vennootschap wordt gesloten, dan is het tweede lid van toepassing op de activa, de passiva en de verplichtingen die betrekking hebben op dat bedrijfsonderdeel of die vestiging. 3 BEWARING Examen 03/05/2014 + 16/11/2013 Vraag : bewaringstermijn + bewaringstermijn vereffening CBN ADVIES 2011/21 Art. 6. WET 17/07/1975 Elke boeking geschiedt aan de hand van een gedagtekend verantwoordingsstuk, waarnaar zij moet verwijzen. Voor verrichtingen van verkoop en dienstverlening in het klein waarvoor geen factuur vereist is, kan de boeking geschieden door middel van een dagelijkse, gezamenlijke inschrijving. De Koning stelt nadere regels betreffende de stukken ter verantwoording van de dagelijkse, gezamenlijke inschrijvingen, bedoeld in het vorige lid. De verantwoordingsstukken worden methodisch opgeborgen en zeven jaar bewaard, in origineel of in afschrift. Stukken die niet strekken tot bewijs jegens derden, worden drie jaar bewaard. Art. [8]. WET 17/07/1975 § 1. De boeken worden naar tijdsorde bijgehouden, zonder enig wit vak of enige weglating. In geval van correctie moet het oorspronkelijk geschrevene leesbaar blijven. § 2. De ondernemingen moeten hun boeken bewaren gedurende zeven jaar, te rekenen van de eerste januari van het jaar dat op de afsluiting volgt. [...] Art. 195. WETBOEK VENNOOTSCHAPPEN § 1. De afsluiting van de vereffening wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 67 en 73. Deze bekendmaking behelst bovendien opgave: 1° van de plaats, door de algemene vergadering aangewezen, waar de boeken en bescheiden van de vennootschap moeten worden neergelegd en bewaard gedurende ten minste vijf jaar; 2° van de maatregelen, genomen voor de consignatie van de gelden en waarden die aan schuldeisers of aan vennoten toekomen en die hun niet konden worden afgegeven. § 2. In geval van gerechtelijke afsluiting van de vereffening, worden het uittreksel uit de in kracht van gewijsde gegane of bij voorraad uitvoerbare rechterlijke beslissing waarbij de gerechtelijke afsluiting van de vereffening wordt uitgesproken, alsook het uittreksel uit de rechterlijke beslissing waarbij voornoemd bij voorraad uitvoerbaar vonnis wordt teniet gedaan, neergelegd en bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 67 en 73. Dat uittreksel vermeldt: 1° de naam en de zetel van de vennootschap; 2° de datum van de beslissing en de rechter die ze heeft gewezen; 3° in voorkomend geval, de naam, de voornamen en het adres van de vereffenaars; ingeval de vereffenaar een rechtspersoon is, bevat het uittreksel de aanwijzing of de wijziging van de aanwijzing van de natuurlijke persoon die deze vertegenwoordigt voor de uitoefening van de vereffening; 4° de plaats waar de boeken en bescheiden van de vennootschap worden neergelegd en gedurende ten minste vijf jaar moeten worden bewaard en de in consignatie gegeven geldsommen en effecten die aan de schuldeisers of aan de vennoten toekomen en die hun nog niet konden worden afgegeven. 4 ARTIKEL 15 WETBOEK VENNOOTSCHAPPEN Examen 24/11/2012 + 05/03/2011 + 20/11/2010 Art. 15. Wetboek vennootschappen § 1. Kleine vennootschappen zijn deze vennootschappen met rechtspersoonlijkheid die voor het laatst [en het voorlaatst] afgesloten boekjaar, niet meer dan één der volgende criteria overschrijden: - jaargemiddelde van het personeelsbestand: 50; - jaaromzet, exclusief de belasting over de toegevoegde waarde: [7.300.000 euro]; - balanstotaal: [3.650.000 euro]; tenzij het jaargemiddelde van het personeelsbestand meer dan 100 bedraagt. § 2. Voor vennootschappen die met hun bedrijf starten, worden voor de toepassing van de in § 1 vermelde criteria, deze cijfers bij het begin van het boekjaar te goeder trouw geschat. […] […] § 3. Heeft het boekjaar een duur van minder of meer dan twaalf maanden, dan wordt het bedrag van de omzet exclusief de belasting over de toegevoegde waarde bedoeld in § 1, vermenigvuldigd met een breuk waarvan de noemer twaalf is en de teller het aantal maanden van het boekjaar, waarbij elke begonnen maand voor een volle maand wordt geteld. § 4. Het gemiddelde aantal werknemers bedoeld in § 1 is het gemiddelde van het per einde van elke maand van het boekjaar in het krachtens het koninklijk besluit nr. 5 van 23 oktober 1978 betreffende het bijhouden van sociale documenten gehouden personeelsregister ingeschreven aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten. Het aantal werknemers uitgedrukt in voltijdse equivalenten is gelijk aan het arbeidsvolume teruggebracht tot voltijds tewerkgestelde equivalenten, te berekenen voor de deeltijdse werknemers op basis van het conventioneel aantal te presteren uren, gerelateerd ten opzichte van de normale arbeidsduur van een vergelijkbare voltijdse werknemer (referentiewerknemer). Wanneer de opbrengsten die voorspruiten uit het gewoon bedrijf van een vennootschap voor meer dan de helft bestaan uit opbrengsten die niet aan de omschrijving beantwoorden van de post «omzet», dan moet voor de toepassing van § 1 onder omzet worden verstaan: het totaal van de opbrengsten met uitsluiting van de uitzonderlijke opbrengsten. Het balanstotaal bedoeld in § 1 is de totale boekwaarde van de activa zoals ze blijkt uit het balansschema dat vastgesteld is bij koninklijk besluit op grond van artikel 92, § 1. § 5. Als de vennootschap met één of meer andere vennootschappen verbonden is in de zin van artikel 11, worden de criteria inzake omzet en balanstotaal bedoeld in § 1 berekend op geconsolideerde basis. Wat het criterium personeelsbestand betreft, wordt het aantal werknemers opgeteld dat door elk van de betrokken verbonden vennootschappen jaarlijks gemiddeld wordt tewerkgesteld. § 6. De Koning kan de in § 1 vermelde cijfers en de wijze waarop ze worden berekend, wijzigen. Deze koninklijke besluiten worden genomen na overleg in de Ministerraad en na advies van de Centrale Raad voor het bedrijfsleven. Voor de wijziging van § 4, eerste en tweede lid, wordt bovendien het advies van de Nationale Arbeidsraad gevraagd. 5 Voorbeeld art. 15 §1 (Bron : BIBF examen 05/03/2011) Vennootschap met in alle gevallen personeelsbestand lager dan 100. Klein of Groot ? Boekjaar 1 2 3 4 5 6 7 Meer dan 1 criteria NEE NEE NEE JA NEE NEE JA Overschreden KL KL KL KL GR GR KL Voorbeeld art. 15 §3 Boekjaar = 15 maand, criteria Omzet : 7.300.000,00 x 15maand/12 = 9.125.000,00 (teller iedere begonnen maand, noemer 12) Andere criteria blijven Voorbeeld art. 15 §4, laatste alinea R 700 3.000.000,00 R74 3.000.000,00 R75 1.000.000,00 R76 1.000.000,00 8.000.000,00 Gewoon bedrijf : 7.000.000,00 waarvan 3.000.000,00 omzet Criterium : opbrengsten met uitsluiting van de uitzonderlijke = 7.000.000,00 6 KAPITAAL - NIET OPGEVRAAGD KAPITAAL Examen 19/11/2011 Oprichting vennootschap bvba Kapitaal 100.000,00 (1.000 aandelen) ; 60% volstorting storting 550000 Bank 489000 Ontvangen voorschotten Notariële akte 101000 Niet opgevraagd kapitaal 100000 Geplaatst kapitaal 489000 101000 60.000,00 100.000,00 100.000,00 Ontvangen voorschotten Niet opgevraagd kapitaal 60.000,00 60.000,00 Opvragen Kapitaal 410000 Opgevraagd niet gestort kapitaal 101000 Geplaatst kapitaal 550000 410000 60.000,00 40.000,00 40.000,00 Bank Opgevraagd niet gestort kapitaal 40.000,00 40.000,00 7 Kapitaalsverhoging met uitgiftepremie Examen 16/11/2013 Art. 306. Wetboek vennootschappen Indien een uitgiftepremie op nieuwe aandelen wordt gevraagd, moet het bedrag van deze premie volledig worden gestort bij de inschrijving. Voorbeeld Op moment van kapitaalsverhoging R 100000 100.000,00 R130000 10.000,00 R133000 50.000,00 Intrinsieke waarde = 160.000,00 / 1.000 aandelen = 160,00 = 100,00 + 60,00 uitgiftepremie 500 nieuwe aandelen 500 aandelen x 100,00 = 50.000,00 500 aandelen x 60,00 = 30.000,00 80.000,00 100,00 mag gedeeltelijk volstort worden ; 60,00 moet 100% volstort worden storting 550000 489000 489001 Bank Ontvangen voorschotten op kapitaal Ontvangen voorschotten op uitgiftepremies Notariële akte 101000 Niet opgevraagd kapitaal 100000 Geplaatst kapitaal 80.000,00 50.000,00 30.000,00 50.000,00 50.000,00 489000 101000 Ontvangen voorschotten op kapitaal Niet opgevraagd kapitaal 50.000,00 489001 110000 Ontvangen voorschotten op uitgiftepremies Uitgiftepremies 30.000,00 50.000,00 8 30.000,00 UITKEERBARE WINST - RESULTAATVERDELING Examen 16/11/2013 + 12/05/2012 + 05/03/2011 Art. 319. Wetboek vennootschappen Jaarlijks houdt de algemene vergadering een bedrag in van ten minste een twintigste van de nettowinst voor de vorming van een reservefonds; de verplichting tot deze afneming houdt op wanneer het reservefonds een tiende van het maatschappelijk kapitaal heeft bereikt. Minimum wettelijke reserve +50.000,00 Te bestemmen winst van het boekjaar -10.000,00 Overgedragen verlies vorig boekjaar Wettelijke reserve : 40.000,00 x 5% = 2.000,00 tenzij 10% bereikt is +50.000,00 Te bestemmen winst van het boekjaar +10.000,00 Overgedragen winst vorig boekjaar Wettelijke reserve : 50.000,00 x 5% = 2.500,00 tenzij 10% bereikt is [Art. 319bis. Starters bvba Art. 320. § 1. Geen uitkering mag geschieden indien op de datum van afsluiting van het laatste boekjaar het netto-actief, zoals dat blijkt uit de jaarrekening, is gedaald of ten gevolge van de uitkering zou dalen beneden het bedrag van het gestorte of, indien dit hoger is, van het opgevraagde kapitaal, vermeerderd met alle reserves die volgens de wet of de statuten niet mogen worden uitgekeerd. Onder netto-actief moet worden verstaan: het totaalbedrag van de activa zoals dat blijkt uit de balans, verminderd met de voorzieningen en schulden. Voor de uitkering van dividenden en tantièmes mag het eigen vermogen niet omvatten: 1° het nog niet afgeschreven bedrag van de kosten van oprichting en uitbreiding; 2° behoudens in uitzonderingsgevallen, te vermelden en te motiveren in de toelichting bij de jaarrekening, het nog niet afgeschreven bedrag van de kosten van onderzoek en ontwikkeling. § 2. Elke uitkering die in strijd is met § 1 moet door degenen aan wie de uitkering is verricht, worden terugbetaald indien de vennootschap bewijst dat zij wisten dat de uitkering te hunnen gunste in strijd met de voorschriften was of daarvan, gezien de omstandigheden, niet onkundig konden zijn. Netto - actief Totaal actief - Voorzieningen (en uitgestelde belastingen) - Schulden (+overlopende rekeningen passief) Netto actief - Nog niet afgeschreven oprichtingskosten - Nog niet afgeschreven kosten onderzoek en ontwikkeling Netto actief bij uitkering dividenden en tantièmes 9 RESULTAATVERDELING Te bestemmen winst of verlies van het boekjaar +/- Overgedragen winst/verlies vorig boekjaar Te bestemmen winst of verlies 140000 790000 Overgedragen winst Overgedragen winst vorig boekjaar … 690000 141000 Overgedragen verlies vorig boekjaar Overgedragen verlies … Winst 692000 692100 693000 694000 695000 130000 131000 133000 140000 471000 472000 Toevoeging aan wettelijke reserve Toevoeging overige reserves Over te dragen winst Vergoeding aan het kapitaal Bestuurders - zaakvoerders Wettelijke reserve Onbeschikbare reserves Beschikbare reserves Overgedragen winst Dividenden over het boekjaar Tantièmes over het boekjaar … of … … … … Bruto Bruto … … … … Bruto Bruto Opmerking CBN advies 133-3 : “.. adviseren dat schulden, voortvloeiend uit de bestemming van het resultaat, ten belope van hun bruto-bedrag, dus zonder aftrek van belastingen of voorheffingen, onder passief rubriek IX, F en op rekening 47 van het rekeningstelsel moeten worden geboekt.” Voorbeeld Boekjaar 31/12/N , Algemene vergadering 01/06/N+1 31/12/N 694000 Vergoeding aan het kapitaal 471000 Dividenden over het boekjaar 01/06/N+1 471000 Dividenden over het boekjaar 453100 Roerende voorheffing bruto bruto RV RV 10 ALARMBELPROCEDURE ART.332 Examen 12/05/2012 Art. 332. Wetboek vennootschappen Wanneer ten gevolge van geleden verlies het netto-actief gedaald is tot minder dan de helft van het maatschappelijk kapitaal, moet de algemene vergadering, behoudens strengere bepalingen in de statuten, bijeenkomen binnen een termijn van ten hoogste twee maanden nadat het verlies is vastgesteld of krachtens wettelijke of statutaire bepalingen had moeten worden vastgesteld om, in voorkomend geval, volgens de regels die voor een statutenwijziging zijn gesteld, te beraadslagen en te besluiten over de ontbinding van de vennootschap en eventueel over andere in de agenda aangekondigde maatregelen. Het bestuursorgaan verantwoordt zijn voorstellen in een bijzonder verslag dat vijftien dagen voor de algemene vergadering ter beschikking van de vennoten wordt gesteld op de zetel van de vennootschap. Indien het bestuursorgaan voorstelt de activiteit voort te zetten, geeft hij in het verslag een uiteenzetting van de maatregelen die hij overweegt te nemen tot herstel van de financiële toestand van de vennootschap. Dat verslag wordt in de agenda vermeld. Een afschrift ervan wordt verzonden overeenkomstig artikel 269. Op dezelfde wijze wordt gehandeld wanneer het nettoactief ten gevolge van geleden verlies gedaald is tot minder dan een vierde van het maatschappelijk kapitaal, met dien verstande dat de ontbinding plaatsheeft wanneer zij wordt goedgekeurd door een vierde gedeelte van de ter vergadering uitgebrachte stemmen. Is de algemene vergadering niet overeenkomstig dit artikel bijeengeroepen, dan wordt de door derden geleden schade, behoudens tegenbewijs, geacht uit het ontbreken van een bijeenroeping voort te vloeien. Het ontbreken van het verslag bedoeld in dit artikel heeft de nietigheid van de beslissing van de algemene vergadering tot gevolg. [Dit artikel is niet van toepassing op de vennootschappen opgericht overeenkomstig artikel 211bis. Deze vrijstelling neemt een einde als zij het statuut van "starter” verliezen en ten laatste bij verstrijken van de termijn van vijf jaar bedoeld in artikel 214, § 2, tweede lid.] Art. 333. Wanneer het netto-actief gedaald is tot beneden het bedrag van [6.200 EUR], kan iedere belanghebbende de ontbinding van de vennootschap voor de rechtbank vorderen. In voorkomend geval kan de rechtbank aan de vennootschap een termijn toestaan om haar toestand te regulariseren. [Dit artikel is niet van toepassing op de vennootschappen opgericht overeenkomstig artikel 211bis. Deze vrijstelling neemt een einde als zij het statuut van "starter” verliezen en ten laatste bij verstrijken van de termijn van vijf jaar bedoeld in artikel 214, § 2, tweede lid.] 11 MEERWAARDE – GESPREIDE TAXATIE Examen 03/05/2014 + 16/11/2013 + 04/05/2013 + 04/05/2013 + 24/11/2012 Examen 19/11/2011 verkoop en berekening meer minderwaarde Art. 47. WIB § 1. Wanneer een bedrag gelijk aan de verkregen schadevergoeding [of de verkoopwaarde] wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijn als hierna gesteld, worden de meerwaarden op immateriële en materiële vaste activa die niet zijn vrijgesteld [ingevolge de artikelen 44, § 1, 2° en § 2, 44bis en 44ter] en die zijn verwezenlijkt, 1° naar aanleiding van een schadegeval, een onteigening, een opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis, of 2° [bij een niet in het 1° vermelde vervreemding van immateriële vaste activa waarop fiscaal afschrijvingen werden aangenomen of van materiële vaste activa en voor zover de vervreemde goederen sedert meer dan 5 jaar vóór hun vervreemding de aard van vaste activa hadden,] aangemerkt als winst of baten van het belastbare tijdperk waarin de herbelegde goederen zijn verkregen of tot stand gebracht en van ieder volgende belastbare tijdperk en zulks naar verhouding tot de afschrijvingen op die goederen die respectievelijk op het einde van het eerst vermelde belastbare tijdperk en voor elk volgende belastbare tijdperk in aanmerking worden genomen en, in voorkomend geval, tot het saldo op het ogenblik dat de goederen ophouden gebruikt te worden voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid en uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid. [Met materiële vaste activa worden gelijkgesteld, de terreinen en gebouwen die voorkomen onder de actiefpost beleggingen, overeenkomstig de wetgeving betreffende de jaarrekening van verzekeringsondernemingen.] § 2. De herbelegging moet gebeuren in afschrijfbare immateriële of materiële vaste activa die [in een lidstaat van de Europese Economische Ruimte] voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt. § 3. De herbelegging moet uiterlijk bij de stopzetting van de beroepswerkzaamheid gebeuren en binnen een termijn: 1° [die verstrijkt na 3 jaar volgend op het einde van het belastbare tijdperk waarin de schadeloosstelling is ontvangen, voor meerwaarden vermeld in § 1, 1°;] 2° van 3 jaar vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarden vermeld in § 1, 2°, zijn verwezenlijkt. § 4. Wanneer wordt herbelegd in een gebouwd onroerend goed, een vaartuig of een vliegtuig, wordt, in afwijking van § 3, 2°, de herbeleggingstermijn gebracht op 5 jaar vanaf de eerste dag van het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt, of vanaf de eerste dag van het voorlaatste belastbare tijdperk dat de verwezenlijking van de meerwaarde voorafgaat. In afwijking van § 1 wordt in gevallen als vermeld in het eerste lid, de meerwaarde in het belastbare tijdperk waarin de meerwaarde is verwezenlijkt als winst of baten aangemerkt naar verhouding tot het bedrag van de afschrijvingen op het door herbelegging verkregen goed die op het ogenblik van verwezenlijking van de meerwaarde reeds in aanmerking zijn genomen. § 5. Om het in § 1 vermelde belastingstelsel te rechtvaardigen moet de belastingplichtige bij zijn aangifte in de inkomstenbelastingen, voor het aanslagjaar van de verwezenlijking van de meerwaarde en de erop volgende aanslagjaren tot wanneer de verwezenlijkte meerwaarde volledig belast is, een opgave voegen waarvan het model door de Minister van Financiën of zijn afgevaardigde wordt vastgesteld. § 6. Indien niet wordt herbelegd op de wijze en binnen de termijnen gesteld in de §§ 2 tot 4 wordt de verwezenlijkte meerwaarde, of het gedeelte ervan dat nog niet is belast, aangemerkt als een inkomen van het belastbare tijdperk waarin de herbeleggingstermijn verstreken is. 12 Gedwongen meerwaarde op IVA en MVA Herbelegging : -schadevergoeding -afschrijfbare IVA of MVA -lidstaat Europese Economische Ruimte (07/11/2011) -beroepswerkzaamheid Termijn : verstrijkt na 3 jaar volgend op einde belastbaar tijdperk ontvangen schadevergoeding Vrijwillig verwezenlijkte meerwaarde op IVA en MVA IVA : fiscaal afschrijvingen aangenomen 5 jaar bezit Herbelegging -verkoopwaarde -afschrijfbare IVA of MVA -lidstaat Europese Economische Ruimte (07/11/2011) -beroepswerkzaamheid Termijn : 3 jaar startend 1e dag belastbaar tijdperk waarin meerwaarde verwezenlijkt Uitbreiding 5 jaar gebouwd onroerend goed, vaartuig, vliegtuig Vraag : gespreide taxatie of niet -Meerwaarde op verkoop machine na 4 jaar bezit -Meerwaarde op verkoop grond 8 jaar bezit -Herbelegging in tweedehandse machine -Herbelegging in auto -02/03/N leasing machine ; 02/03/N+5 aankoop ; 14/06/N+6 verkoop met meerwaarde -Meerwaarde goodwill bij stopzetting Formule gespreide taxatie : D = M x A/V D te belasten gedeelte M meerwaarde A fiscaal aangenomen afschrijvingen op herbeleggingactiva (eventueel te beperken tot het nodige bedrag v/d herbelegging) V verkoopprijs Art. 76. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN § 1. De uitgestelde belastingen op kapitaalsubsidies en gerealiseerde meerwaarden worden oorspronkelijk gewaardeerd tegen het normale bedrag van de belasting die erop zou zijn geheven indien die subsidies en meerwaarden zouden zijn belast ten laste van het boekjaar waarin zij werden geboekt. Zij worden evenwel gewaardeerd na aftrek van de weerslag van de belastingverminderingen en vrijstellingen waarvan op het ogenblik dat deze subsidies en meerwaarden worden geboekt kan worden vermoed dat zij, in een nabije toekomst, zullen leiden tot een lagere belasting op deze subsidies en meerwaarden. § 2. De uitgestelde belastingen op ontvangen kapitaalsubsidies worden geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de post «Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen» van de resultatenrekening, gelijkmatig met de afboeking van de kapitaalsubsidies in passiefpost VI waarop zij betrekking hebben. De uitgestelde belastingen op gerealiseerde meerwaarden worden geleidelijk afgeboekt via overboeking naar de post «Onttrekkingen aan de uitgestelde belastingen» van de resultatenrekening, gelijkmatig met de opneming van de betrokken meerwaarden in het belastbaar resultaat. § 3. Behoudens toepassing van § 2 mag het gepassiveerde bedrag van de uitgestelde belastingen slechts worden aangepast in zover, ingevolge een wijziging in de fiscale toestand van de vennootschap, het effectieve bedrag van de geraamde 13 belasting die in een nabije toekomst op deze subsidies en meerwaarden zal zijn verschuldigd, waarschijnlijk sterk zal verschillen van het bedrag aan passiefzijde. Voorbeeld Verkoop Machine 3/8/N (boekjaar 01/01 – 31/12) : -Aanschaffingswaarde : 100.000,00 -Afschrijvingen : 80.000,00 (8 x 10.000,00) -Verkoopprijs : 60.000,00 Aankoop machine 02/11/N+1 : 70.000,00 + BTW ; afschrijving 10% L Gespreide taxatie : - Verkochte machine 5 jaar bezit - Herbelegging verkoopprijs 60.000,00 - Termijn 01/01/N – 31/12/N+2 03/08/N 400000 451000 707of74 Klanten BTW Verkoop VA 72.600,00 31/12/N 707of74 230009 230000 763000 Verkoop VA Afschrijving machine Machines Meerwaarde realisatie MVA 60.000,00 80.000,00 689000 680000 132000 168000 Overboeking naar belastingvrije reserve Overboeking naar uitgestelde belastingen Belastingvrije reserve Uitgestelde belastingen (33,99%) 26.404,00 13.596,00 12.600,00 60.000,00 100.000,00 40.000,00 02/11/N+1 230000 Machines 411000 BTW 440000 Leveranciers 70.000,00 14.700,00 84.700,00 31/12/N+1 630200 Afschrijving MVA 230009 Afschrijving machine 132000 168000 789000 780000 26.404,00 13.596,00 7.000,00 7.000,00 Belastingvrije reserve Uitgestelde belastingen Onttrekking aan de belastingvrije reserve Onttrekking aan de uitgestelde belastingen 14 2.640,40 1.359,60 2.640,40 1.359,60 OVERHEIDSSUBSIDIES Examen 03/05/2014 CBN advies 2011/13 Tijdstip van boeking Ogenblik waarop het recht van de onderneming op deze subsidie komt vast te staan en de subsidie redelijkerwijze gewaardeerd kan worden. (feitelijke kwestie) - Opschortende voorwaarde : subsidie kan niet geboekt worden - Ontbindende voorwaarde : geen bezwaar voor boeking subsidie, maar melden toelichting 1. KAPITAALSUBSIDIES Subsidies die van overheidswege werden verkregen voor investeringen in vaste activa, na aftrek van de uitgestelde belastingen op deze subsidies. Uitgestelde belastingen Art. 193bis. WIB § 1. De tewerkstellingspremies en beroepsoverstappremies, die door de bevoegde gewestelijke instellingen worden toegekend aan vennootschappen en die beantwoorden aan de in de Verordening (EG) nr. 2204/2002 van 12 december 2002 van de Europese Commissie inzake de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-verdrag op staatssteun voor tewerkstelling gestelde voorwaarden of die in dat kader door de Europese Commissie worden aanvaard of aanvaard zijn, zijn vrijgestelde inkomsten ten name van deze laatste. Kapitaal- en interestsubsidies die door de gewesten in het kader van de economische expansiewetgeving worden toegekend aan vennootschappen om immateriële en materiële vaste activa aan te schaffen of tot stand te brengen, zijn vrijgestelde inkomsten ten name van deze laatste. § 2. In geval van vervreemding van één van de in § 1, tweede lid, vermelde vaste activa, anders dan bij schadegeval, onteigening, opeising in eigendom of een andere gelijkaardige gebeurtenis, die gedurende de eerste drie jaren van de investering plaatsvindt, wordt het bedrag van de voorheen vrijgestelde winst geacht een winst te zijn van het belastbaar tijdperk gedurende hetwelk de vervreemding heeft plaatsgevonden.] Historiek Ingevoegd bij art. 117 Wet 23 december 2005, B.S., 30 december 2005, van toepassing op premies en subsidies die worden betekend vanaf 1 januari 2006 en voor zover de datum van betekening ten vroegste behoort tot het belastbaar tijdperk dat aan het aanslagjaar 2007 verbonden is. Elke wijziging die vanaf 18 november 2005 aan de afsluitingsdatum van de jaarrekening wordt aangebracht, is zonder uitwerking (art. 119) Toerekening van de subsidie aan de resultatenrekening Afschrijfbare activa : parallel met het tempo van de afschrijvingen van de vaste activa Wanneer de subsidie komt vast te staan nadat de afschrijving van de gesubsidieerde investering reeds is aangevangen of nadat het actief reeds volledig is afgeschreven, moet de resultatenrekening van het boekjaar waarin de subsidie definitief verworven blijkt, het gedeelte van de subsidie vermelden dat overeenstemt met de reeds verrichte afschrijvingen. Niet afschrijfbare activa : subsidie blijft op het passief van de balans zolang het betrokken actief deel uitmaakt van het patrimonium van de onderneming. Boeking waardevermindering : subsidie in resultaat pro rata geboekte waardevermindering 15 Realisatie of buitengebruikstelling van het vast actief Dan dient het gedeelte van de kapitaalsubsidie (en de eventuele uitgestelde belastingen hierop) dat nog niet in het resultaat is opgenomen onmiddellijk in het resultaat te worden geboekt. Boekingen Toekenning subsidie 414000 Te innen opbrengsten (of 291 Overige vorder.) 150000 Kapitaalsubsidies (16800) (Uitgestelde belastingen) (1) … … … ‘(1) indien uitgestelde belastingen van toepassing zijn Betaling subsidie 550000 Bank 414000 Te innen opbrengsten (of rek 291) … … Toerekening subsidie aan resultaat 150000 Kapitaalsubsidies (16800) (Uitgestelde belastingen) (1) 753000 Kapitaal en intrestsubsidies (78000) (Onttrekking aan uitgestelde belastingen)(1) ‘(1) indien uitgestelde belastingen van toepassing zijn 16 … … … 2. INTERESTSUBSIDIES De overheid kan tussenkomen in de lasten van de financiering van de investering. Zij betaalt derhalve een deel van de interestlast terug aan de onderneming Boekingen Toekenning subsidie 414000 Te innen opbrengsten 753000 Kapitaal- en interestsubsidies … Betaling subsidie 550000 Bank 414000 Te innen opbrengsten … … … Heeft de interestsubsidie betrekking op meerdere boekjaren, overlopen rekening boeken 753000 493000 … Kapitaal- en interestsubsidies Over te dragen opbrengsten … 3. EXPLOITATIESUBSIDIES Subsidies die niet afhankelijk zijn van een investering in vaste activa Boekingen Toekenning subsidie 414000 Te innen opbrengsten 740000 Bedrijfssubsidies & compenserende bedragen … Betaling subsidie 550000 Bank 414000 Te innen opbrengsten … … … Heeft de subsidie betrekking op meerdere boekjaren, overlopen rekening boeken 740000 493000 Bedrijfssubsidies en compenserende bedragen Over te dragen opbrengsten 17 … … VOORZIENINGEN Examen 16/11/2013 + 12/05/2012 + 19/11/2011 Art. 50. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De voorzieningen voor risico's en kosten beogen naar hun aard duidelijk omschreven verliezen of kosten te dekken die op de balansdatum waarschijnlijk of zeker zijn, doch waarvan het bedrag niet vaststaat. Voorzieningen mogen niet worden gebruikt voor waardecorrecties op activa. Art. 51. De voorzieningen voor risico's en kosten moeten voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw. Art. 52. De voorzieningen voor risico's en kosten worden geïndividualiseerd naar gelang van de risico's en kosten met dezelfde aard die ze moeten dekken. Onder de risico's en kosten met dezelfde aard moeten de soorten van risico's en kosten worden verstaan die bij wijze van voorbeeld in artikel 54 zijn vermeld. Art. 53. De voorzieningen voor risico's en kosten moeten stelselmatig worden gevormd volgens de door de vennootschap overeenkomstig artikel 28, § 1, vastgelegde methoden. Ze mogen niet afhangen van het resultaat van het boekjaar. Art. 54. Voorzieningen moeten, onder meer, gevormd worden met het oog op: a) de verplichtingen die op de vennootschap rusten inzake rust- en overlevingspensioenen, brugpensioenen en andere gelijkaardige pensioenen of renten; b) de kosten van grote herstellings- of onderhoudswerken; c) de verlies- of kostenrisico's die voor de vennootschap voortvloeien uit persoonlijke of zakelijke zekerheden, verstrekt tot waarborg van schulden of verbintenissen van derden, uit verbintenissen tot aan- of verkoop van vaste activa, uit de uitvoering van gedane of ontvangen bestellingen, uit termijnposities of overeenkomsten in deviezen, termijnposities of overeenkomsten op goederen, uit technische waarborgen verbonden aan reeds door de vennootschap verrichte verkopen of diensten, uit hangende geschillen. Art. 55. De voorzieningen voor risico's en kosten mogen niet worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling, conform de normen waarvan sprake in artikel 51, van de risico's en kosten waarvoor ze werden gevormd. 18 Voorbeeld Voorziening groot onderhoud dak gebouw om de 5 jaar, schatting 50.000,00 N+5 : groot onderhoud 52.500,00 Boeking 31/12/N – N+1 – N+2 – N+3 – N+4 636000 162000 10.000,00 Voorziening groot onderhoud Voorziening groot onderhoud 10.000,00 31/12/N+5 61… Onderhoud gebouw 411000 BTW 440000 Leverancier 451000 BTW MC 162000 636100 52.500,00 11.025,00 52.500,00 11.025,00 Voorziening groot onderhoud Voorz. groot onderh. Besteding/terugneming 19 50.000,00 50.000,00 LENING OP AFBETALING Examen 24/11/2012 Art. 77. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De artikelen 67 en 73 zijn van overeenkomstige toepassing op de schulden van overeenstemmende aard en looptijd. Art. 67. § 1. Vorderingen worden in de balans opgenomen voor hun nominale waarde, onverminderd de toepassing van § 2 van dit artikel en van de artikelen 68 en 73. § 2. Bij de boeking van een vordering in de balans voor haar nominale waarde worden in voorkomend geval in de overlopende rekeningen van het passief geboekt en pro rata temporis in resultaat genomen op grond van de samengestelde interesten: a) de rente die op basis van de overeenkomst tussen partijen in de nominale waarde van de vordering begrepen is; b) het verschil tussen de aanschaffingswaarde en de nominale waarde van de vordering; c) het disconto op renteloze of abnormaal laag rentende vorderingen, wanneer deze vorderingen: 1° terugbetaalbaar zijn na meer dan één jaar te rekenen vanaf het ogenblik waarop zij in het vermogen van de vennootschap zijn opgenomen, en 2° betrekking hebben hetzij op als opbrengst geboekte bedragen in de resultatenrekening, hetzij op de prijs van de overdracht van vaste activa of van een activiteitsbranche. Het in sub c) bedoelde disconto wordt berekend op basis van de voor dergelijke vorderingen geldende marktrente op het ogenblik waarop de vordering werd opgenomen in het vermogen van de vennootschap. Bij vorderingen die in termijnen worden betaald of afbetaald en waarvan de rente of het lastenpercentage gedurende de gehele contractduur wordt toegepast op het oorspronkelijke bedrag van de financiering of van de lening, worden de respectieve bedragen van de gelopen rente en het lastenpercentage die in resultaat moeten worden genomen en van de niet gelopen rente en het lastenpercentage die moeten worden overgedragen naar een volgend boekjaar bepaald door toepassing van de reële rente op het bij het begin van elke periode uitstaande saldo; deze reële rente wordt berekend met inachtneming van de spreiding en de periodiciteit van de betalingen. Een andere methode mag slechts worden toegepast op voorwaarde dat zij, per boekjaar, een gelijkwaardig resultaat oplevert. Het bedrag van de rente of het lastenpercentage mag niet worden gecompenseerd met de kosten en provisies in verband met deze verrichtingen. 20 Voorbeeld Lening op afbetaling aangegaan op 02/10/N Bedrag : 30.000,00 Maandelijks lastenpercentage : 0,21 % Termijn : 48 maand, eerste aflossing 02/11/N Formules Intrest = Bedrag x lastenpercentage x aantal maand = 30.000,00 x 0.21% x 48 = 3.024,00 Maandelijkse aflossing = (Bedrag + Intrest) / aantal maand = (30.000,00 + 3.024,00) / 48 = 688,00 Boekingen Totale schuld = 30.000,00 + 3.024,00 = 33.024,00 02/10/N 550000 490000 173.. 423.. Bank Over te dragen kosten Financiering +1 jaar (46 x 688,00) Financiering +1 vervallend dit bj (2 x 688,00) 02/11/N + 02/12/N 423.. Financiering +1 vervallend dit boekjaar 550000 Bank 31/12/N 173… 423.. Financiering +1 jaar (12 x 688,00) Financiering +1 vervallend dit boekjaar 650000 490000 Intrest (3.024,00 x 3/48) Over te dragen kosten 30.000,00 3.024,00 31.648,00 1.376,00 688,00 688,00 8.256,00 8.256,00 189,00 189,00 21 MATERIËLE VASTE ACTIVA - AANSCHAF Examen 03/05/2014 Art. 35. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN Onverminderd de toepassing van de artikelen 29, 57, 67, 69, 71, 73 en 77, wordt elk actiefbestanddeel gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans opgenomen, onder aftrek van de desbetreffende afschrijvingen en waardeverminderingen. Onder aanschaffingswaarde wordt verstaan: of de aanschaffingsprijs zoals bepaald in artikel 36, of de vervaardigingsprijs zoals bepaald in artikel 37, of de inbrengwaarde zoals bepaald in artikel 39. Art. 36. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De aanschaffingsprijs omvat, naast de aankoopprijs, de belastingen en vervoerkosten. bijkomende kosten zoals niet terugbetaalbare De aanschaffingsprijs van een door ruil verkregen actiefbestanddeel is de marktwaarde van het (de) in ruil hiervoor overgedragen actiefbestanddeel (-delen); is deze waarde moeilijk vast te stellen, dan is de aanschaffingsprijs de marktwaarde van het door ruil verkregen actiefbestanddeel. Deze waarden worden geschat op de datum van de ruil. AANKOOP MVA 22.0/27.0 MVA incl. bijkomende kosten 411000 BTW 440000 Leverancier X X X AANKOOP BIJKOMENDE KOSTEN MVA 22.0/27.0 MVA 411000 BTW 440000 Leverancier X X X Opmerking : BTW 22 Art. 37. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De vervaardigingsprijs omvat naast de aanschaffingskosten der grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen, de productiekosten die rechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn evenals het evenredig deel van de productiekosten die slechts onrechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn, voor zover deze kosten op de normale productieperiode betrekking hebben. Het staat de vennootschappen echter vrij deze onrechtstreekse productiekosten niet geheel of gedeeltelijk in de vervaardigingsprijs op te nemen; in geval van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt zulks in de toelichting vermeld. VERVAARDIGINGSPRIJS - Directe gegevens : grondstoffen, verbruiksgoederen, hulpstoffen, rechtstreekse productiekosten - Indirecte gegevens : evenredig deel van de productiekosten die slechts onrechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn, voor zover deze kosten op de normale productieperiode betrekking hebben De vervaardigingsprijs mag beperkt worden tot de directe gegevens. Toelichting Boekingen De onderneming koopt goederen, grondstoffen, … aan, personeel voert werken uit, … voor de vervaardiging van een vast actief Boeking op gewone wijze : rekeningen 60.. , 61.. , 62.. Vast actief boeken 22.0/27.0 MVA 411000 BTW 440000 Leverancier 400000 411000 720000 X X X X Klant BTW Geproduceerde vaste activa X X Opmerking : BTW 23 Art. 38. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN In de aanschaffingswaarde van immateriële en materiële vaste activa mag de rente op vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor hun financiering worden opgenomen, doch slechts voor zover zij betrekking heeft op de periode welke de bedrijfsklaarheid van deze vaste activa voorafgaat. In de vervaardigingsprijs van voorraden en [bestellingen] in uitvoering mag de rente op vreemd vermogen dat wordt gebruikt voor hun financiering slechts worden opgenomen voor zover deze rente voorraden of bestellingen betreft waarvan de productie of uitvoering meer dan één jaar bestrijkt en zij op de normale productieperiode van deze voorraden of de normale uitvoeringstermijn van deze bestellingen betrekking heeft. Het opnemen van de rente op vreemd vermogen in de aanschaffingswaarde van immateriële of materiële vaste activa of van voorraden of bestellingen in uitvoering, wordt bij de waarderingsregels in de toelichting vermeld. 650000 550000 X Intrest Bank X 22.0/27.0 MVA 650300 Geactiveerde intercalaire intresten X X Art. 39. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De inbrengwaarde stemt overeen met de bedongen waarde van de inbreng. In geval van bestemming voor of inbreng in een onderneming die geen vennootschap met eigen rechtspersoonlijkheid is, moet onder inbrengwaarde worden verstaan de waarde van de goederen bij de inbreng of de bestemming. De inbrengwaarde mag niet hoger zijn dan de prijs die op het ogenblik van de inbreng of de bestemming voor de aankoop van de betrokken goederen op de markt zou moeten worden betaald. De belastingen en kosten met betrekking tot de inbreng zijn niet begrepen in de inbrengwaarde; indien zij niet volledig ten laste worden gebracht van de resultatenrekening van het boekjaar in de loop waarvan de inbreng is geschied, worden ze opgenomen in de rubriek «Oprichtingskosten». Art. 40. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN Wat de goederen betreft die worden verkregen tegen betaling van een lijfrente: 1° wordt onder aanschaffingswaarde verstaan het kapitaal dat op het ogenblik van de aanschaffing nodig is om de rente te betalen, in voorkomend geval verhoogd met het bedrag dat bij de aanschaffing werd betaald en met de kosten; 2° wordt een voorziening gevormd ten belope van het bedrag van het hiervoor genoemde kapitaal; deze voorziening wordt jaarlijks aangepast. 24 MATERIËLE VASTE ACTIVA – AFSCHRIJVING - WAARDEVERMINDERING Examen 03/05/2014 Art. 45. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN Onder «afschrijvingen» verstaat men de bedragen ten laste van de resultatenrekening genomen, met betrekking tot oprichtingskosten en tot immateriële en materiële vaste activa waarvan de gebruiksduur beperkt is, ten einde hetzij het bedrag van deze oprichtingskosten en van de eventueel geherwaardeerde aanschaffingskosten van deze vaste activa te spreiden over hun waarschijnlijke nuttigheids- of gebruiksduur, hetzij deze kosten ten laste te nemen op het ogenblik waarop zij worden aangegaan. Onder «waardeverminderingen» verstaat men correcties op de aanschaffingswaarde van de actiefbestanddelen, andere dan die vermeld in het vorige lid, om rekening te houden met al dan niet als definitief aan te merken ontwaardingen bij het afsluiten van het boekjaar. De gecumuleerde afschrijvingen en waardeverminderingen worden afgetrokken van de actiefposten waarop ze betrekking hebben. Art. 46. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De afschrijvingen en de waardeverminderingen moeten voldoen aan de eisen van voorzichtigheid, oprechtheid en goede trouw. Art. 47. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De afschrijvingen en waardeverminderingen zijn specifiek voor de actiefbestanddelen waarop ze betrekking hebben. Voor actiefbestanddelen met volkomen identieke technische of juridische kenmerken mogen echter globale afschrijvingen of waardeverminderingen geacteerd worden. Art. 48. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De afschrijvingen en de waardeverminderingen moeten stelselmatig worden gevormd volgens de door de vennootschap overeenkomstig artikel 28, § 1, vastgelegde methoden. Ze mogen niet van het boekjaar. afhangen van het resultaat Art. 49. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De waardeverminderingen mogen niet worden gehandhaafd in die mate waarin ze op het einde van het boekjaar hoger zijn dan wat vereist is volgens een actuele beoordeling, conform de normen waarvan sprake in artikel 46, van de minderwaarden waarvoor ze werden gevormd. 25 BOEKINGEN WAARDEVERMINDERING 630900 Waardevermindering MVA 22.9/27.9 Geboekte waardevermindering MVA X X Of 660200 Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op MVA 22.9/27.9 Geboekte waardevermindering MVA X X AFSCHRIJVING 630200 Afschrijving MVA 22.9/27.9 Geboekte afschrijving MVA X X Of 660200 Uitzonderlijke afschrijvingen en waardeverminderingen op MVA 22.9/27.9 Geboekte afschrijving MVA 26 X X WIB Art. 61. Afschrijvingen worden als beroepskosten aangemerkt naar de mate dat ze gegrond zijn op de aanschaffings- of beleggingswaarde en voor zover ze noodzakelijk zijn en samengaan met een waardevermindering die zich in het belastbare tijdperk werkelijk heeft voorgedaan. Onder aanschaffings- of beleggingswaarde wordt verstaan, volgens het geval, de aanschaffingsprijs, de vervaardigingsprijs, de inbrengwaarde of, met betrekking tot een recht van gebruik van materiële vaste activa waarover de onderneming bij leasingcontract of bij overeenkomst van erfpacht of van opstal beschikt of met betrekking tot een gelijkaardig onroerend recht, het deel van de contractueel bepaalde termijnen dat overeenstemt met het weer samen te stellen kapitaal ter waarde van het goed waarop het contract of de overeenkomst betrekking heeft, met dien verstande dat deze begrippen de betekenis hebben die daaraan wordt toegekend door de wetgeving op de boekhouding en de jaarrekening van de Art. 62. Het gedeelte van de aanschaffings- of beleggingswaarde dat overeenstemt met het totale bedrag van de bij de aankoop komende kosten of van de onrechtstreekse productiekosten, en de oprichtingskosten mogen worden afgeschreven, of wel ineens tijdens het belastbare tijdperk waarin de kosten zijn gemaakt, ofwel bij gelijke fracties zonder onderbreking gespreid over het aantal jaren dat de belastingplichtige bepaalt. Art. 196. [§ 1.] De Koning kan, bij in Ministerraad overlegd besluit, criteria en normen stellen om te bepalen in hoeverre de kosten betreffende autovoertuigen die ter beschikking van [bedrijfsleiders en van] leden van het directiepersoneel worden gesteld, moeten worden aangemerkt als kosten die op onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen. [§ 2. [Ten name van de vennootschappen die op grond van [artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen niet als kleine vennootschappen worden aangemerkt] voor het aanslagjaar dat verbonden is aan het belastbare tijdperk waarin het immaterieel of materieel vast actief werd aangeschaft of tot stand gebracht: 1° wordt de eerste afschrijvingsannuïteit ten aanzien van tijdens het boekjaar verkregen of tot stand gebrachte vaste activa slechts als beroepskosten aangemerkt in verhouding tot het gedeelte van het boekjaar waarin de vaste activa zijn verkregen of tot stand gebracht; 2° wordt, in afwijking van artikel 62, het totale bedrag van de bij de aankoop komende kosten op dezelfde wijze als de hoofdsom van de aanschaffings- of beleggingswaarde van de desbetreffende vaste activa afgeschreven.]] Art. 63. Met uitzondering van de investeringen in audiovisuele werken worden de immateriële vaste activa afgeschreven met vaste annuïteiten waarvan het aantal niet minder dan 3 mag bedragen wanneer het investeringen in onderzoek en ontwikkeling betreft en niet minder dan 5 in de andere gevallen. [Art. 63-1. De oplaadstations voor elektrische voertuigen mogen, wat de investeringen gedaan in de jaren 2010 tot 2012 betreft, worden afgeschreven met twee vaste annuïteiten.] 27 Art. 64. [De Koning kan, bij een in Ministerraad overlegd besluit, onder de voorwaarden, binnen de grenzen en volgens de regels die Hij bepaalt, in een keuzestelsel van degressieve afschrijvingen voorzien.] [De Koning bepaalt de vaste activa waarop de degressieve afschrijving van toepassing is.] [Het bedrag van de degressieve afschrijvingsannuïteit mag in aanschaffings- of beleggingswaarde.] geen geval meer bedragen dan 40 pct. van de Art. 65. [Met betrekking tot de andere dan uitsluitend voor bezoldigd vervoer van personen gebruikte personenauto's, auto's voor dubbel gebruik en minibussen, zoals deze zijn omschreven in de reglementering inzake inschrijving van motorvoertuigen, [met inbegrip van de lichte vrachtauto's bedoeld in artikel 4, § 3, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen,] worden de in artikel 62 […] bedoelde bijkomende op dezelfde wijze kosten evenwel als de aanschaffings- of beleggingswaarde van die voertuigen afgeschreven.] KB – WIB Afdeling XIV. Degressieve afschrijvingen (Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 64) Art. 36. Wanneer een belastingplichtige die onderworpen is aan de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners, gekozen heeft voor het stelsel van degressieve afschrijving vermeld in artikel 64 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, wordt het bedrag van de degressieve afschrijvingsannuïteit met betrekking tot elke groep van naar hetzelfde degressieve percent afschrijfbare vaste activa van gelijke aard, die als beroepskost aanneembaar is, bepaald: 1° voor het belastbare tijdperk dat loopt op de datum van het verkrijgen of tot stand brengen van die vaste activa, door, ongeacht die datum, op de aanschaffings- of beleggingswaarde een percent toe te passen dat niet meer bedraagt dan tweemaal het met de normale gebruiksduur van dezelfde vaste activa overeenstemmende lineaire afschrijvingspercent; 2° voor ieder volgend belastbaar tijdperk, door het overeenkomstig 1° vastgestelde percent toe te passen op de residuwaarde van de voormelde vaste activa, met andere woorden op de aanschaffings- of beleggingswaarde verminderd met de tot op het einde van het vorige belastbare tijdperk gedane en aangenomen afschrijvingen. Art. 37. Voor de toepassing van artikel 36 wordt het lineaire afschrijvingspercent verkregen door het cijfer 100 te delen door het aantal jaren normale gebruiksduur van de afschrijfbare vaste activa. De lineaire afschrijvingsannuïteit is die welke tegen dat percent op de aanschaffings- of beleggingswaarde berekend is. Art. 38. Met ingang van het belastbare tijdperk waarin de op een groep vaste activa toepasselijke degressieve afschrijvingsannuïteit de lineaire afschrijvingsannuïteit niet meer overtreft, heeft de belastingplichtige de mogelijkheid, tot wanneer de aanschaffings- of beleggingswaarde is bereikt, jaarlijks een lineaire toe te passen berekend overeenkomstig artikel 37 Tekst conform B.S.; lees «jaarlijks een lineaire afschrijving toe te passen» i.p.v. «jaarlijks een lineaire toe te passen». 28 Art. 39. Afschrijvingstekorten die voor enig belastbaar tijdperk betrekking hebben op een aan degressieve afschrijving onderworpen groep vaste activa, kunnen worden gecompenseerd door aanwending van voorheen belaste afschrijvingsexcedenten die op dezelfde groep vaste activa betrekking hebben. Art. 40. Afschrijvingstekorten die tijdens de normale gebruiksduur niet zijn gecompenseerd op de in artikel 39 bepaalde wijze, kunnen na het verstrijken van die duur worden gecompenseerd door een of meer jaarlijkse afschrijvingen te doen die niet meer mogen bedragen dan de overeenkomstig artikel 37 berekende lineaire afschrijving. Art. 41. Belastingplichtigen die het stelsel van degressieve afschrijving kiezen voor tijdens enig belastbaar tijdperk verkregen of tot stand gebrachte vaste activa, moeten die keuze aan de controle van de belastingen of aan het centraal taxatiekantoor van het ambtsgebied betekenen binnen de termijn die gesteld is voor het overleggen van de aangifte in de personenbelasting, de vennootschapsbelasting of de belasting van niet-inwoners over dat tijdperk; de betekening moet bij de aangifte worden gevoegd en vergezeld gaan van een opgave waarin voor elke groep van naar hetzelfde degressieve percent afschrijfbare vaste activa van gelijke aard die tijdens gezegd tijdperk zijn verkregen of tot stand gebracht, de volgende vermeldingen moeten voorkomen: 1° de aard van de verschillende aldus gegroepeerde vaste activa; 2° hun aanschaffings- of beleggingswaarde; 3° hun normale vermoedelijke gebruiksduur; 4° het degressieve afschrijvingspercent. Art. 42. De uitgedrukte keuze is onherroepelijk ten aanzien van elke groep vaste activa die tijdens het in artikel 41 vermelde belastbare tijdperk zijn verkregen of tot stand gebracht; hetzelfde geldt met betrekking tot de groepen naar hetzelfde degressieve percent afschrijfbare vaste activa van gelijke aard, die tijdens de daaropvolgende belastbare tijdperken zijn verkregen of tot stand gebracht, behalve wanneer de belastingplichtige vóór het verstrijken van een van die tijdperken aan de controle van de belastingen of aan het centraal taxatiekantoor van het ambtsgebied zijn beslissing betekent dat hij van degressieve afschrijving afziet met betrekking tot alle groepen of tot een wel bepaald gedeelte van de bedoelde groepen vaste activa die met ingang van hetzelfde tijdperk zijn verkregen of tot stand gebracht. Deze verzaking blijft geldig zolang de belastingplichtige geen nieuwe keuze betekent in de vorm en binnen de termijnen bepaald in artikel 41. Art. 43. Het keuzestelsel van degressieve afschrijving is niet van toepassing op de volgende vaste activa: 1° personenauto's, auto's voor dubbel gebruik en minibussen, zoals deze zijn omschreven in de reglementering inzake inschrijving van motorvoertuigen, [met inbegrip van de lichte vrachtauto's bedoeld in artikel 4, § 3, van het Wetboek van de met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen,] behoudens wanneer het voertuigen betreft die uitsluitend worden gebruikt voor een taxidienst of voor verhuring met bestuurder en op grond daarvan van de verkeersbelasting op de autovoertuigen zijn vrijgesteld; 2° vaste activa waarvan het gebruik aan afschrijft. derden is afgestaan door de belastingplichtige die de vaste activa 29 LEASING Examen 03/05/2014 + 12/05/2012 + 19/11/2011 ART. 95 KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN III. D. Leasing en soortgelijke rechten Onder die post worden opgenomen: 1° de gebruiksrechten op lange termijn op bebouwde onroerende goederen waarover de vennootschap beschikt op grond van erfpacht, opstal, leasing of soortgelijke overeenkomsten, wanneer de contractueel te storten termijnen, naast de rente en de kosten van de verrichting, ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de gever in het gebouw heeft geïnvesteerd; 2° de gebruiksrechten op roerende goederen waarover de vennootschap beschikt op grond van leasing of soortgelijke overeenkomsten, wanneer de contractueel te storten termijnen, verhoogd met het bedrag dat moet worden betaald bij optielichting indien de nemer een koopoptie bezit, naast de rente en de kosten van de verrichting ook de integrale wedersamenstelling dekken van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd. Het bedrag dat moet worden betaald om een koopoptie te lichten, komt evenwel enkel in aanmerking als het ten hoogste vijftien procent vertegenwoordigt van het kapitaal dat de gever in het goed heeft geïnvesteerd. Met een prijs voor het lichten van de in het 2° bedoelde koopoptie, binnen de voormelde beperking van vijftien procent, wordt de kapitaalfractie gelijkgesteld van de contractueel bedongen vergoeding in geval van gebruik van een mogelijkheid om de verrichting te verlengen. Met een in het 1° en 2° bedoelde termijn wordt het bedrag gelijkgesteld, voor zover bepaald: a) dat de nemer verschuldigd is voor de verwerving van de zakelijke rechten die de gever bezit op het betrokken onroerend of roerend goed wanneer de nemer er zich bij het afsluiten van de verrichting, eventueel ingevolge een verkoopoptie, toe verbonden heeft deze rechten te verwerven; b) dat de gever van een derde moet ontvangen voor de overdracht van de zakelijke rechten die hij bezit op het betrokken onroerend of roerend goed wanneer deze derde er zich bij het afsluiten van de verrichting, eventueel ingevolge een verkoopoptie, toe verbonden heeft deze rechten te verwerven. Boekingen leasingnemer Financiële leasing Start leasing 25..0 Vaste activa in leasing 172000 Leasing + 1 jaar 422000 Leasing +1 jaar vervallend binnen jaar Factuur leasing 422000 Leasing +1 jaar vervallend binnen jaar 650000 Intrest 411000 BTW 440000 Leverancier … … … … … … … 30 Factuur leasing auto 422000 Leasing +1 jaar vervallend binnen jaar 650000 Intrest 411000 BTW 64… NA BTW 440000 Leverancier … … … … Eindejaarsverrichtingen31/12 172000 Leasing +1 jaar 422000 Leasing +1 jaar vervallend binnen jaar … 630200 25..9 … Afschrijving MVA Geboekte afschrijvingen VA in leasing … … … Als de vervaldag van de leasing factuur niet samenvalt met de inventarisdatum, moet de intrest pro rata geboekt worden met een overlopende rekening. Einde leasingcontract. 1. De optie wordt niet gelicht 25..9 25..0 Geboekte afschrijving Vaste activa in leasing Vaste activa in leasing … … 2. De optie wordt gelicht We veronderstellen dat het een machine is Boeking Factuur (optie) 230000 Machines 411000 BTW 440000 Leveranciers … … … Overboeking naar andere rubriek 230000 Machines 25..9 Geboekte afschrijving Vaste activa in leasing 230009 Geboekte afschrijving machines 25..0 Vaste activa in leasing 31 … … … … OPRICHTINGSKOSTEN Examen 16/11/2013 (theorie) + 12/05/2012 Art. 58. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN De oprichtingskosten worden slechts op het actief geboekt voor zover ze niet ten laste worden genomen gedurende het boekjaar waarin ze werden besteed. Kosten die worden gemaakt in het kader van een herstructurering worden alleen dan onder de activa opgenomen, wanneer het gaat om welbepaalde kosten die verband houden met een ingrijpende wijziging in de structuur of de organisatie van de vennootschap en die kosten ertoe strekken een gunstige en duurzame invloed te hebben op de rentabiliteit van de vennootschap. In de toelichting moet worden verantwoord dat aan deze voorwaarden is voldaan. De herstructureringskosten die het karakter hebben van bedrijfskosten of van uitzonderlijke kosten worden geactiveerd door ze op zichtbare wijze in mindering te brengen van het totaal bedrag respectievelijk van de bedrijfskosten en van de uitzonderlijke kosten. Art. 59. Voor de oprichtingskosten worden passende afschrijvingen geboekt, per jaarlijkse tranches van ten minste twintig percent van de werkelijk uitgegeven bedragen. De afschrijving van de kosten bij uitgifte van leningen mag echter gespreid worden over de looptijd van de leningen. Rekening 200 Oprichtingskosten Die kosten kunnen ten laste genomen worden van het boekjaar (rekening 61..) Of kunnen op het actief geboekt worden Boeking Factuur 200000 Oprichtingskosten 411000 BTW 440000 Leveranciers … … Afschrijving 630000 Afschrijving Oprichtingskosten 200009 Geboekte afschrijving oprichtingskosten … … 32 … Rekening 204 Herstructureringskosten - Welbepaalde kosten - Ingrijpende wijziging - Gunstige en duurzame invloed op rentabiliteit - Zichtbare wijze in mindering brengen - Toelichting CBN advies 2011/24 De kosten van herstructurering worden geboekt in de klasse 6 Rekening 61… bv erelonen, .. Rekening 62… personeelskosten door sluiting, opzeggingsvergoedingen, .. Rekening 66… bv minderwaarde op verkoop VA Art. 58 “… worden geactiveerd door ze op zichtbare wijze in mindering te brengen …” 204000 649000 Herstructureringskosten Als herstruct.kn. geactiveerde bedrijfskosten … 204000 669000 Herstructureringskosten Als herstruct.kn. geactiveerde uitz. kosten … Afschrijving 630000 Afschrijving Oprichtingskosten 204009 Geb. afschrijving herstructureringskosten 33 … … … … VOORRAAD – VOORRAADWIJZIGINGEN Examen 03/05/2014 + 24/11/2012, ook goederen in bewerking en biu waardering Art. 35. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN Onverminderd de toepassing van de artikelen 29, 57, 67, 69, 71, 73 en 77, wordt elk actiefbestanddeel gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde en voor dat bedrag in de balans opgenomen, onder aftrek van de desbetreffende afschrijvingen en waardeverminderingen. Onder aanschaffingswaarde wordt verstaan: of de aanschaffingsprijs zoals bepaald in artikel 36, of de vervaardigingsprijs zoals bepaald in artikel 37, of de inbrengwaarde zoals bepaald in artikel 39. Art. 36. De aanschaffingsprijs omvat, naast de aankoopprijs, de bijkomende kosten zoals niet terugbetaalbare belastingen en vervoerkosten. De aanschaffingsprijs van een door ruil verkregen actiefbestanddeel is de marktwaarde van het (de) in ruil hiervoor overgedragen actiefbestanddeel (-delen); is deze waarde moeilijk vast te stellen, dan is de aanschaffingsprijs de marktwaarde van het door ruil verkregen actiefbestanddeel. Deze waarden worden geschat op de datum van de ruil. Art. 37. De vervaardigingsprijs omvat naast de aanschaffingskosten der grondstoffen, verbruiksgoederen en hulpstoffen, de productiekosten die rechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn evenals het evenredig deel van de productiekosten die slechts onrechtstreeks aan het individuele product of aan de productengroep toerekenbaar zijn, voor zover deze kosten op de normale productieperiode betrekking hebben. Het staat de vennootschappen echter vrij deze onrechtstreekse productiekosten niet geheel of gedeeltelijk in de vervaardigingsprijs op te nemen; in geval van deze mogelijkheid gebruik wordt gemaakt, wordt zulks in de toelichting vermeld. Art. 43. De aanschaffingswaarde van activa met identieke technische of juridische kenmerken wordt bepaald hetzij door individualisering van de prijs van elk bestanddeel, hetzij volgens de methode van gewogen gemiddelde prijzen, volgens de methode «Fifo» (eerst in - eerst uit) of volgens de methode «Lifo» (laatst in - eerst uit). Indien de methode wordt gewijzigd, mag de aanschaffingswaarde van de goederen die geacht worden eerst te zijn ingekomen, niet lager zijn dan de waarde waarvoor ze, voor toepassing van de desbetreffende waardeverminderingen, voorkwamen in de inventaris bij het afsluiten van het boekjaar tevoren. Wanneer, inzonderheid bij toepassing van de Lifo-methode, de boekwaarde van de voorraden aanzienlijk verschilt van de waarde berekend op basis van de marktwaarde op balansdatum, moet het totale bedrag van dit verschil, per voorraadpost die in de balans voorkomt, in de toelichting worden vermeld. Dit verschil kan door de in artikel 15 van het Wetboek van vennootschappen bedoelde kleine vennootschappen en door middel van een totaalbedrag voor het geheel van de betrokken posten worden opgegeven. 34 Onderafdeling VI. Bijzondere regels betreffende voorraden Art. 69. § 1. De grond- en hulpstoffen, het gereed product, de handelsgoederen en de voor verkoop bestemde gebouwen worden gewaardeerd tegen aanschaffingswaarde of tegen de marktwaarde op balansdatum als die lager is. De waardering tegen de lagere marktwaarde, met toepassing van het eerste lid, mag niet worden gehandhaafd indien achteraf de marktwaarde hoger is dan de lagere waarde waartegen de voorraad werd gewaardeerd. § 2. De goederen in bewerking worden, onverminderd de toepassing van artikel 70, gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs. Art. 70. Ten aanzien van de goederen in bewerking worden waardeverminderingen toegepast, indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamde bedrag van de nog te maken kosten hoger is dan de nettoverkoopprijs op de datum van de jaarafsluiting. Er worden aanvullende waardeverminderingen geboekt op de activa bedoeld in artikel 69 en in het eerste lid van dit artikel, om rekening te houden hetzij met de evolutie van hun realisatie- of marktwaarde, hetzij met de risico's inherent aan de aard van de betrokken producten of van de gevoerde activiteit. Onderafdeling VII. Bijzondere regels betreffende bestellingen in uitvoering Art. 71. De bestellingen in uitvoering worden gewaardeerd tegen vervaardigingsprijs vermeerderd, naarmate de productie of de werkzaamheden vorderen, met het verschil tussen de in de overeenkomst bepaalde prijs en de vervaardigingsprijs, wanneer dit verschil met voldoende zekerheid als verworven mag worden beschouwd; een vennootschap kan echter ook als regel aannemen de bestellingen in uitvoering of bepaalde soorten daarvan op de balans te blijven boeken tegen hun vervaardigingsprijs. In de toelichting worden onder de waarderingsregels de methoden en criteria vermeld die voor de waardering van bestellingen in uitvoering zijn toegepast. Voor de risico's en kosten verbonden aan de verdere uitvoering van deze bestellingen worden, overeenkomstig de artikelen 33, 51, 53, 54 en 55 voorzieningen gevormd, voor zover deze risico's niet zijn gedekt door waardeverminderingen, geboekt met toepassing van artikel 72. Art. 72. Ten aanzien van de bestellingen in uitvoering worden waardeverminderingen toegepast, indien hun vervaardigingsprijs, vermeerderd met het geraamde bedrag van de nog te maken kosten, hoger is dan de in de overeenkomst bedongen prijs. Er worden aanvullende waardeverminderingen geboekt op de bestellingen in uitvoering, om rekening te houden hetzij met de evolutie van hun realisatie- of marktwaarde, hetzij met de risico's inherent aan de aard van de betrokken producten of van de gevoerde activiteit. 35 CBN advies 132/7 Voorraad Art. 69 aanschaffingswaarde of lagere marktwaarde Art. 35 : aanschaffingswaarde = aanschaffingsprijs (art36), vervaardigingsprijs (art37) of inbrengwaarde (art39) Art. 43 : individualisering, gewogen gemiddelde, fifo of lifo Rekeningen 609000 Voorraadwijzigingen grondstoffen 609100 Voorraadwijzigingen hulpstoffen 609400 Voorraadwijzigingen handelsgoederen 609500 Voorraadwijzigingen gekochte onroerende goederen bestemd voor verkoop 712000 Voorraadwijzigingen goederen in bewerking 713000 Voorraadwijzigingen gereed product 715000 Voorraadwijzigingen onroerende goederen bestemd voor verkoop 631000 Waardeverminderingen op voorraden : toevoeging 631100 Waardeverminderingen op voorraden : terugneming Bestellingen in uitvoering art. 71 CBN 2012/15 Completed Contract Method : winstname bij afloop – einde , boeking tegen vervaardigingsprijs Percentage of completion : vervaardigingsprijs + deel van de winst Deel winst a rato van de vordering van de productie of werkzaamheden Moet met voldoende zekerheid als verworven beschouwd worden Rekeningen 717 Wijziging in bestellingen in uitvoering 717000 Wijziging in bestellingen in uitvoering : aanschaffingswaarde 717100 Wijziging in bestellingen in uitvoering : toegerekende winst 36 VORDERINGEN – SCHULDEN OP TEN HOOGSTE EEN JAAR FINANCIELE KORTING Examen 20/11/2010 Factuur Goederen 10.000,00 BTW 21% Financiële korting 2% BTW = 2.058,00 (10.000,00 - 200,00 = 9.800,00 x 21%) 1. Aankoop Boeking factuur 604000 Aankopen HG 411000 BTW 440000 Leveranciers 10.000,00 2.058,00 Boeking betaling geen FK 440000 Leverancier 550000 Bank 12.058,00 12.058,00 12.058,00 Boeking betaling met FK 440000 Leverancier 550000 Bank 757000 Financiële korting 12.058,00 11.858,00 200,00 2. Verkoop Boeking factuur 400000 Klanten 451000 BTW 700000 Verkopen 12.058,00 2.058,00 10.000,00 Boeking betaling geen FK 550000 Bank 550000 Klant 12.058,00 Boeking betaling met FK 550000 Bank 657000 Financiële korting 400000 Klant 11.858,00 200,00 12.058,00 12.0580,00 37 DUBIEUZE DEBITEUREN Examen 16/11/2013 + 04/05/2013 + 24/11/2012 + 12/05/2012 1. Dubieuze debiteuren, niet failliet Klant : 10.000,00 + 2.100,00 btw = 12.100,00 Het verlies wordt geraamd op 50% Dubieus plaatsen 407000 Dubieuze debiteuren 400000 Klant 12.100,00 12.100,00 Raming verlies 634000 Waardevermindering op handelsvorderingen 409000 Geboekte waardeverminderingen Afwikkeling : de klant betaalt 2.420,00 Factuur betaling 10.000,00 2.000,00 2.100,00 420,00 550000 409000 411000 642000 407000 550000 409000 411000 742000 407000 5.000,00 verschil 8.000,00 (5.000,00 geschatte waardevermindering) 1.680,00 Bank Geboekte waardevermindering BTW Minderwaarde realisatie handelsvorderingen Dubieuze debiteuren Afwikkeling : de klant betaalt 8.470,00 Factuur betaling 10.000,00 7.000,00 2.100,00 1.470,00 5.000,00 2.420,00 5.000,00 1.680,00 3.000,00 12.100,00 verschil 3.000,00 (5.000,00 geschatte waardevermindering) 630,00 Bank Geboekte waardevermindering BTW Meerwaarde realisatie handelsvorderingen Dubieuze debiteuren 38 8.470,00 5.000,00 630,00 2.000,00 12.100,00 2. Dubieuze debiteuren, failliet Klant : 10.000,00 + 2.100,00 btw 12.100,00 Het verlies wordt geraamd op 100% Wet 7 april 2005 : BTW kan reeds teruggevorderd worden vanaf datum van faillietverklaring Dubieus plaatsen 407000 Dubieuze debiteuren 400000 Klant 12.100,00 Raming verlies 634000 Waardevermindering op handelsvorderingen 409000 Geboekte waardeverminderingen 10.000,00 12.100,00 Terugvorderen btw 411000 BTW 407000 Dubieuze debiteuren 10.000,00 2.100,00 2.100,00 Einde faillissement : betaling 0,00 409000 407000 Einde faillissement : betaling 1.210,00 Factuur betaling 10.000,00 1.000,00 2.100,00 210,00 550000 409000 451000 742000 407000 10.000,00 Geboekte waardevermindering Dubieuze debiteuren 10.000,00 verschil 9.000,00 (10.000,00 geschatte waardevermind.) Bank Geboekte waardevermindering BTW Meerwaarde realisatie handelsvorderingen Dubieuze debiteuren 39 1.210,00 10.000,00 210,00 1.000,00 10.000,00 VREEMDE VALUTA Examen 05/03/2011 654000 – 754000 WISSELRESULTATEN Verschillend tijdstip tussen opmaken factuur en datum betaling - Opmaak verkoopfactuur voor 10.000,00 USD (1USD = 0,76EUR) 400000 700000 7.600,00 Klant Verkopen 7.600,00 a/Betaling 10.000,00USD (1USD = 0,74EUR) = 7.400,00 op rekening (bankkost buiten beschouwing) 550000 654000 400000 7.400,00 200,00 Bank Wisselresultaten Klant 7.600,00 b/Betaling 10.000,00USD (1USD = 0,79EUR) = 7.900,00 op rekening (bankkost buiten beschouwing) 550000 754000 400000 7.900,00 Bank Wisselresultaten Klant 300,00 7.600,00 VREEMDE VALUTA EINDE BOEKJAAR Detail : CBN advies 152/1 Situatie : openstaande vorderingen en schulden in vreemde valuta vroeger tegen omrekeningskoersen geboekt die verschillen van de omrekeningskoers einde boekjaar Verwerking - Per munt - rekening 496000 negatieve omrekeningsverschillen - rekening 497000 positieve omrekeningsverschillen - rekening 400../440.. Klant/leverancier herberekening slotkoers - rekeningen 496000 en 497000 afboeken en het verschil : - indien negatief 655000 Resultaat uit omrekening vreemde valuta - indien positief 493000 Over te dragen opbrengsten (voorzichtigheid) - Heropening boekjaar : tegenboeking 40 Voorbeeld Op 31/12 (einde boekjaar) staan open Openstaande klanten : 150.000,00 USD , saldo volgens de boekhouding 114.300,00 EUR Openstaande leveranciers : 80.000,00 USD , saldo volgens de boekhouding 60.000,00 EUR a/ koers 31/12/N : 1USD = 0,74EUR Bedrag klanten : 150.000,00 x 0,74 = 111.000,00 Negatief omrekeningsverschil : 114.300,00(oud) - 111.000,00 = 3.300,00 496000 400.. 3.300,00 Negatieve omrekeningsverschillen Klant herberekening slotkoers 3.300,00 Bedrag leveranciers : 80.000,00 x 0,74 = 59.200,00 Positief omrekeningsverschil : 60.000,00 (oud) - 59.200,00 = 800,00 440.. 497000 800,00 Leverancier herberekening slotkoers Positieve omrekeningsverschillen 800,00 Saldering omrekeningsverschillen 497000 655000 496000 Positieve omrekeningsverschillen Resultaat uit omrekening vreemde valuta Negatieve omrekeningsverschillen 800,00 2.500,00 3.300,00 Heropening volgend boekjaar : tegenboeking 400.00 655000 440.. Klant herberekening slotkoers Resultaat uit omrekening vreemde valuta Leverancier herberekening slotkoers 3.300,00 2.500,00 800,00 De verdere afhandeling bij de betaling van de vorderingen en schulden gebeurt met rek 654 of 754 b/ koers 31/12/N : 1USD = 0,80 EUR Bedrag klanten : 150.000,00 x 0,80 = 120.000,00 Positief omrekeningsverschil : 120.000,00 - 114.300,00 (oud) = 5.700,00 400.. 497000 5.700,00 Klant herberekening slotkoers Positieve omrekeningsverschillen 5.700,00 Bedrag leveranciers : 80.000,00 x 0,80 = 64.000,00 Negatief omrekeningsverschil : 64.000,00 - 60.000,00(oud) = 4.000,00 41 496000 440.. Negatieve omrekeningsverschillen Leverancier herberekening slotkoers 4.000,00 4.000,00 Saldering omrekeningsverschillen 497000 496000 493000 5.700,00 Positieve omrekeningsverschillen Negatieve omrekeningsverschillen Over te dragen opbrengsten 4.000,00 1.700,00 Heropening volgend boekjaar : tegenboeking 440.. 493000 400.. 4.000,00 1.700,00 Leverancier herberekening slotkoers Over te dragen opbrengsten Klant herberekening slotkoers 5.700,00 De verdere afhandeling bij de betaling van de vorderingen en schulden gebeurt met rek 654 of 754 Opmerking Liquide middelen : zowel positieve als negatieve omrekeningsresultaten in resultaat nemen 42 BEZOLDIGINGEN - MAALTIJDCHEQUE Examen 03/05/2014 + 04/05/2013 + 12/05/2012 + 19/11/2011 + 20/11/2010 + 15/05/2010 Voorbeeld Aankoopfactuur : 25 maaltijdcheques aan 7,00/stuk , kosten 50,00 + btw Bruto wedde bediende Werkgeversbijdrage BV RSZ werknemer 2.500,00 850,00 600,00 326,75 (13,07%) De bediende ontvangt 22 maaltijdcheques, waarvan 1,09/stuk ten laste van de bediende Factuur M.CH. 579000 Kas Maaltijdcheques 61… Kosten maaltijdcheques 411000 BTW 440000 Leverancier 175,00 50,00 10,50 235,50 Einde maand Netto wedde : 2.500,00 - 326,75 - 600,00 - 23,98 (22 x 1,09) = 1.549,27 621000 454000 Werkgeversbijdrage RSZ RSZ 620200 623.. 453000 454000 455000 74.. Bruto bezoldiging bediende Kost maaltijdcheque BV RSZ Bezoldiging Kas maaltijdcheque (22 x 7,00) Recuperatie personeelskosten 850,00 850,00 2.500,00 154,00 600,00 326,75 1.549,27 154,00 23,98 43 VENNOOTSCHAPSBELASTING Examen 16/11/2013 + 20/11/2010 1. BOEKINGEN TIJDENS HET BOEKJAAR Voorafbetalingen 670000 Verschuldigde of gestorte belastingen -voorheffingen 550000 Bank 5.000,00 Roerende voorheffing 550000 Bank 670000 Verschuldigde of gestorte belastingen -voorheffingen 751000 Opbrengsten uit vlottende activa 750,00 250,00 5.000,00 1.000,00 2. BOEKINGEN EINDE BOEKJAAR Art. 33. KB 30/01/2001 VENNOOTSCHAPPEN Er moet rekening worden gehouden met alle voorzienbare risico's, mogelijke verliezen en ontwaardingen, ontstaan tijdens het boekjaar waarop de jaarrekening betrekking heeft of tijdens voorgaande boekjaren, zelfs indien deze risico's, verliezen of ontwaardingen slechts gekend zijn tussen de balansdatum en het ogenblik waarop de jaarrekening door het bestuursorgaan van de vennootschap wordt opgesteld. In de gevallen waarin, bij gebreke aan objectieve beoordelingscriteria, de waardering van de voorzienbare risico's, de mogelijke verliezen en de ontwaardingen onvermijdelijk aleatoir is, wordt hiervan melding gemaakt in de toelichting, wanneer de betrokken bedragen rekening houdend met de doelstelling van artikel 24, eerste lid, belangrijk zijn. Er moet rekening worden gehouden met de kosten en de opbrengsten die betrekking hebben op het boekjaar of op voorgaande boekjaren, ongeacht de dag waarop deze kosten en opbrengsten worden betaald of geïnd, behalve indien de effectieve inning van deze opbrengsten onzeker is. Ten laste van het boekjaar moeten inzonderheid worden geboekt: het geraamde bedrag van de belastingen op het resultaat van het boekjaar of op het resultaat van vorige boekjaren, alsmede de bezoldigingen, uitkeringen en andere sociale voordelen die in de loop van een volgend boekjaar zullen worden betaald voor diensten die tijdens het boekjaar of tijdens vorige boekjaren zijn verricht. Wanneer de opbrengsten of de kosten in belangrijke mate worden beïnvloed door opbrengsten of kosten die aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend, wordt daarvan melding gemaakt in de toelichting. 44 2.1. Voorafbetalingen en voorheffingen < verschuldigde belasting Voorbeeld : voorafbetalingen 10.000,00 ; belastingberekening 11.000,00 670200 450000 1.000,00 Geraamde belastingen Geraamde belastingen 1.000,00 2.2. Voorafbetalingen en voorheffingen > verschuldigde belasting Voorbeeld : voorafbetalingen 10.000,00 ; belastingberekening 8.000,00 412000 670100 Terug te vorderen belastingen Geactiveerde overschotten betaalde belastingen en voorheffingen 2.000,00 2.000,00 2.3. Betaalde voorafbetalingen naar volgend boekjaar overdragen De onderneming wil 10.000,00 voorafbetalingen naar volgend boekjaar overdragen tot dekking van belastingen die op de winsten van het volgend boekjaar zullen worden geheven. 412000 670000 Terug te vorderen belastingen Verschuldigde of gestorte belastingen en voorheffingen 10.000,00 10.000,00 In het volgende boekjaar gebeurt de tegenboeking 670000 412000 Verschuldigde of gestorte belastingen voorheffingen 10.000,00 10.000,00 Terug te vorderen belastingen 45 3. BOEKING BELASTINGEN OP RESULTAAT VORIGE BOEKJAREN CBN advies 128/6 3.1. Geraamde belastingen te laag Voorbeeld : rekening 450000 = 1.000,00 ; aanslagbiljet 1.200,00 450000 671000 452000 Geraamde belastingen Verschuldigde/gestorte belastingsupplementen Te betalen belastingen 1.000,00 200,00 1.200,00 3.2. Geraamde belasting te hoog Voorbeeld : rekening 450000 = 1.000,00 ; aanslagbiljet 700,00 te betalen 450000 771100 452000 Geraamde belastingen Regularisering geraamde belastingen Te betalen belastingen 1.000,00 300,00 700,00 3.3. Terug te vorderen belastingen te hoog Voorbeeld : rekening 412000 = 2.000,00 ; aanslagbiljet 1.700,00 671000 412000 Verschuldigde/gestorte belastingsupplementen Terug te vorderen belastingen 300,00 300,00 3.4. Terug te vorderen belastingen te laag Voorbeeld : rekening 412000 = 2.000,00 ; aanslagbiljet 2.100,00 terug 412000 771100 Terug te vorderen belastingen Regularisering geraamde belastingen 46 100,00 100,00
© Copyright 2024 ExpyDoc