download PDF - Sandra Heerma van Voss

Siri H ustved t: De vlammende wereld.
Vert. Auke Leistra. De Bezige Bij, 488 blz. € 24,90
*
4
Siri Hustvedt
In De vlammende wereld, de zesde even
erudiete als gelaagde roman van Siri Hustvedt,
neemt een marginale kunstenares wraak op
de nuffige kunstwereld in New York.
eeldend kunstenaar Harriet
Burden heeft zich altijd goed
gedragen. Als echtgenote van
een kunsthandelaar, de 22
jaar oudere Felix Lord, was
ze inschikkelijk, steunend en
trouw. Ze was de eerst verantwoordelijke
voor hun twee kinderen, dochter Maisie
en zoon Ethan. Ze ontving en bediende
Felix’ gasten en zakenrelaties en vergaf
hem zijn onhandig verhulde avontuurtjes
buiten de deur. Aan Felix’ zijde drong ze
door tot het hart van Manhattans kunstcoterie – een boomlange, beetje vreemde
‘vrouw-van’. Dat haar eigen, van symboliek doordrenkte installaties vol levensechte wassen figuurtjes neerbuigend als
‘poppenhuizen’ werden weggezet, knutselkunst, ja, zelfs dat slikte ze.
Tot Felix opeens sterft. Hij zakt voorover aan de ontbijttafel, ‘met zijn voorhoofd op een stukje beboterde toast’, en
Harriet is alleen. Ze is 55, en na de eerste,
reddeloze maanden van rouw, vol nachtmerries en kotsbuien, ontwaakt er een
nieuw mens in haar, een geslachtloos,
krachtig alter ego. Harriet wordt Harry. En
Harry is boos. Boos op ‘het kunstwereldje
van Manhattan, die incestueuze, gefortuneerde, gonzende bubbel vol mensen die
handelen in esthetische objets’. Boos op
de critici, ‘randdebielen’ die hun brood
verdienen met holle loftuitingen voor wie
op dat moment maar ‘hot’ is, ‘de aanstormende kunstenaars met hun films en hun
performances, hun pretentieuze geleuter
en hun warrige theorieën’. Boos namens
al die andere genegeerde en ten onrechte
buiten de canon gehouden vrouwen in
beeldende kunst, literatuur en wetenschap. Alles wat Harriet leest – en ze is net
als haar schepster, auteur Siri Hustvedt
(1955), een omnivoor, met behalve literaire ook wetenschappelijke belangstelling –
sterkt haar in haar conclusie: de wereld is
oneerlijk en seksistisch, en als ze nu niets
doet, zal ze net als haar voorgangsters gemuilkorfd en anoniem eindigen.
Harriet wordt Harry
en Harry is heel boos
TEKENING PAUL VAN DER STEEN
B
Door Sand ra H eerma van V oss
De zinderende zesde roman van Siri Hustvedt
(1955) gaat over de wraak van een New-Yorkse
kunstenares op de critici die haar negeerden.
Het resultaat is een regelrechte page turner geworden.
Wraakplan
Van Felix’ erfenis koopt Harriet een pand
in Brooklyn, groot genoeg om ook onderdak te bieden een paar typisch New Yorkse, creatieve klaplopers. Ze vindt in haar
morsige, dichtende buurman Bruno een
nieuwe minnaar, en in die veilige omgeving bedenkt ze een even ingenieus als riskant wraakplan. Ze zal alsnog een gevierd
kunstenaar worden – als man. Niet door
zich te verkleden of een schuilnaam à la
George Eliot aan te nemen, maar door
echte mannen als dekmantel te gebruiken.
Tot drie keer toe lukt het Harriet om ,
geheel volgens plan, critici te behagen met
haar kunst, die nu veilig kan worden toegeschreven aan precies de juiste archetypes. In De vlammende wereld, Hustvedts
zinderende, zesde roman, wordt bij monde van diverse betrokkenen gereconstrueerd hoe dat in zijn werk gaat. Het is een
fictieve anthologie, samengesteld door
ene professor Hess – dat klinkt saai, maar
Hustvedt maakt er een regelrechte page
turner van, even gelaagd als erudiet.
Hess snapt aanvankelijk weinig van de
zaak-Burden. Als het klopt dat maar liefst
drie solo-exposities in vier jaar tijd aan deze inmiddels overleden kunstenares moeten worden toegeschreven, waarom heeft
ze dat dan nooit zelf bekendgemaakt?
Waarom zwegen de participerende kunstenaars en bleven de critici blind?
Hess’ zoektocht voert hem onder meer
naar Burdens kinderen, haar vriend Bruno en haar oudste vriendin, therapeute
Rachel Briefman. Hij krijgt 24 notitieboe-
ken van Burden in handen die de kern van
de roman vormen, maar gelukkig voor de
lezer is er tegenwicht en komen ook haar
intimi aan het woord. Zo bouwt Hustvedt
wat afstand in tot haar briljante, maar ook
irritante hoofdpersoon: wat kan die
vrouw krijsen en tieren. En wat is ze betweterig, hautain, egomaan. Maar juist als
je gek van haar wordt en zeker weet dat ze
overdrijft met dat anti-vrouwen-complot,
knipt Hustvedt weg en laat ze een ander
geluid horen. Van Rachel leren we meer
over Harriets vader, een afstandelijke
hoogleraar in de filosofie die zijn enige
kind niet veel genegenheid toonde. Als puber vond Harriet zichzelf een monster,
met haar lengte van 1.85 meter en onstuimige kroeshaar. En Felix – hoeveel geheime levens hield die er eigenlijk op na?
De drie kunstenaars die Burden als levende maskers gebruikt, worden door
Wat kan die
vrouw
krijsen en
tieren. En
wat is ze
betweterig
en hautain
Hustvedt met duivels plezier neergezet. Je
ziet ze voor je: de jonge, ‘hartverscheurend onnozele’ Anton Tish, een magere
nitwit die dagdroomt over ‘post-warholiaanse werken’ maar voorlopig kan volstaan met een air van vage ‘cool’. De tweede: performancekunstenaar Phineas Q.
Eldridge, homoseksueel kind van een
blanke vader en een zwarte moeder, die
travestie-acts opvoert in underground
nachtclubs en met Harriet een speelse,
plagerige vriendschap opbouwt.
Vrouwenversierder
Maar bij de derde gaat het mis. Rune is het
prototype gladde, geslaagde kunstenaar –
hij doet denken aan Jeff Koons en Damien
Hirst. Lange, bronstige versierder, meester in het verleiden en manipuleren van
zijn omgeving en producent van ‘kruizen’
in verschillende kleuren: Harriet herkent
hem onmiddellijk als iemand die het spel
dat ze zo veracht feilloos beheerst. Dat
trekt haar aan, maar er gebeurt nog iets:
ze raakt zelf van Rune onder de indruk.
Harriet is gevleid als deze it-boy aandacht
aan haar besteedt en ermee instemt om
haar derde en laatste ‘masker’ te worden.
Rune vindt het een goede grap; haar is het
bloedernst. En hij bedriegt en verwoest
haar.
Harriet eindigt als een gebroken mens.
Ik ben hard geworden, noteert ze aan het
eind van haar leven. Haar naasten kunnen
haar niet voor zichzelf behoeden – hun
liefde blijft voor Harriet van een lager orde
dan erkenning van – ja, van wie? Gaat het
echt om een anoniem ‘zij’, die incrowd
waar ze zo op neerkijkt? Of gaat het om
liefde van een veel intiemer soort, die de
belangrijkste mannen uit haar leven haar
hebben onthouden?