Poppenspel Sinterklaas

Poppenspel Sinterklaas
Dit is een poppenspel voor de oudste kleuters. Probeer tijdens het bekijken van het
poppenspel volgende vragen te beantwoorden:
1. Vond je de kleuters aandachtig? Zo ja, hoe komt dat denk je?
2. Welke inbreng van de verschillende muzische vakken drama, spelen met woorden,
muziek, beeld…ontdek je doorheen het poppenspel?
3. Waarop werd het poppenspel gespeeld?
4. Wat is tijdens de voorbereiding van zo'n poppenspel allemaal nodig denk je?
5. Met welk soort poppen wordt er gespeeld?
6. Waarop is het verhaal gebaseerd? (kleuterboek, bestaand verhaal, zelf geschreven…)
7. Hoe maakt de poppenspeler het onderscheid duidelijk tussen de verschillende
personages?
8. Welke elementen maken het poppenspel al dan niet boeiend?
9. Hoe wordt het poppenspel afgerond?
Oplossingen:
1. Aandacht vasthouden
- De kleuters worden rustig wanneer het liedje wordt afgespeeld. Het liedje is functioneel,
want het kondigt het poppenspel aan. Ook tijdens het poppenspel worden liedjes gezongen
om de overgangen vlot te realiseren (Sinterklaas kapoentje, Zie ginds komt de stoomboot).
Op die manier worden de kleuters niet onrustig en blijf je hun aandacht vasthouden.
- Terwijl de juf achter de tafel de bekpop van Zaza aandoet, kondigt ze zijn aankomst al aan.
Dat houdt de kleuters alert. Ze kennen de stoute Zaza en ze zijn benieuwd welke streken hij
nu weer zal uithalen.
- Door vragen te stellen (ik ben al bijna klaar met opruimen zeker?) en opdrachten
(meezingen, “stop” roepen,”zaza” roepen, aanwijzingen geven aan Florke waar de rommel
ligt, enz.). Je kan ook een individuele kleuter naar voor roepen op een opdracht te
volbrengen.
Opmerking: De andere kleuterjuf werkt eigenlijk wat storend door opmerkingen te
geven/vragen te stellen in de plaats van de juf die het poppenspel begeleidt.
Tip: heb aandacht voor volgend beginnersfoutje: vaak ben je zodanig bezig met de
poppenkast dat je de reacties van kinderen niet meer ziet. Hun reacties opmerken en er op
inspelen is essentieel om de nodige interactie in de poppenkast te bekomen! Daarnaast
moet je er ook bij stilstaan dat je niet te lang blijft “hangen” bij de opmerkingen van de
kleuter(s). Zorg voor voldoende vaart in je poppenspel!
2. Muzische vakken:
• Drama: de opbouw van het hele verhaal: Florke en Marianneke zetten hun schoen voor
Sinterklaas, maar ze ruimen eerst de rommel op. Zaza gooit de rommel echter opnieuw op
de tafel, maar de kleuters manen Zaza aan om de rommel weer op te ruimen.
• Muziek: functioneel lied bij aanvang. Sinterklaasliederen bij overgangen (wissel van
poppen).
3. Er werd gespeeld op het tafelblad van een grote kast.
4. Voorbereiding poppenspel:
- Verhaal bedenken.
- Organisatie vooraf bekijken. Hoe zal alles opgesteld worden?
- Een doek op het speelblad zou niet misstaan hebben.
- Alle attributen klaarleggen: poppen, rommel, schoen.
- Interactiemomenten voorzien
5. Handpoppen Florke en Marianneke, bekpop Zaza
6. Zelfbedacht
7. Verschillende personages. De juf had via haar stemgebruik nog meer onderscheid kunnen
maken tussen de verschillende personages. Elke pop heeft in principe een andere stem. Hoe
meer poppen je hebt, hoe meer stemmetjes je nodig hebt. Het is wel niet makkelijk om die
stem vol te houden! In de manier van bewegen zit er wel groot verschil tussen de poppen.
Florke is een rustig type, Marianneke is iets gejaagder en Zaza is sloom en trekt gekke
bekken.
8. Belangrijke principes van een poppenspel
- Expressief stemgebruik. Zorg voor een opbouw van het verhaal, spanning en ontknoping.
- De bewegingen moeten kloppen met het praten. Dat is vaak het moeilijkste element bij
een poppenspel.
- Er moet ‘leven’ in de poppen zitten. Bv. Mariannekes vlechten vliegen in het rond bij het
afdoen van het stof. Ook als de poppen stil zijn, moeten ze reageren op wat er gezegd wordt.
Op die manier vallen ze niet stil. Zorg er dus voor dat er voortdurend leven in de poppen zit.
- De poppen komen niet uit de grond, maar verschijnen schuin op het toneel.
- Overdrijving is een visueel principe dat sterk aan bod komt: Bv. Florke die zo – zoo – zooo
blij is.
- Humor: Zaza grijpt naast de papiertjes met zijn bek; hij neemt de schoen in zijn bek om die
in de afvalbak te doen, enz.
9. Afronding: Dit poppenspel is een deel van een groter poppenspel. Het spel is dus nog niet
gedaan. We kunnen dan ook niet spreken van een afronding waarbij je polst bij de kinderen
wat ze van het verhaal vonden. Bij een slot overloop je niet het hele verhaal, anders neem je
het kijkplezier weg. Je kunt wel vragen stellen die aansluiten bij hun leefwereld (bv. zal jij
ook je schoentje zetten voor Sinterklaas, enz.).