Meerjarenbegroting 2015 – 2018 GEMEENTE VLAARDINGEN

Meerjarenbegroting 2015 – 2018
GEMEENTE VLAARDINGEN
Inleiding
Bestuur, dienstverlening en
participatie
Veiligheid en handhaving
Groen en milieu
Verkeer en mobiliteit
Wonen
Economie en haven
Jeugd en onderwijs
Welzijn en zorg
Werk en inkomen
Kunst en cultuur
Sport en recreatie
Financiën
Paragrafen
Financieel deel
De begroting op 4A3
Raadsvoorstel
Inleiding
Registr.nr.
R.nr.
Datum besluit B&W
Portefeuillehouder
: 913083
: 57.1
: 14 oktober 2014
: A.J. Hoekstra
Raadsvoorstel tot vaststelling van de begroting 2015 en kennisname van de
meerjarenbegroting 2016-2018
Vlaardingen, 14 oktober 2014
Geachte leden van de raad,
Het sturen naar evenwicht is de kern van het besturen van een gemeente. Tal van
factoren brengen dat evenwicht voortdurend uit balans. Voortdurend nemen wij
dan ook maatregelen om het evenwicht te herstellen: Het evenwicht in de
differentiatie van de woningvoorraad, het evenwicht tussen groen en bebouwing in
de stad, het evenwicht tussen burgerparticipatie en daadkrachtig bestuur. En in
deze begroting: het evenwicht tussen de beschikbare financiële middelen en de
wens om geld te besteden aan beleidsdoelen. Dat evenwicht leggen wij, in deze
meerjarig sluitende begroting, ter vaststelling aan u voor.
Bij het sturen naar evenwicht blijft onze visie om te streven naar een zo compleet
mogelijke stad waar het goed wonen, werken en recreëren is, waarin:
 Welvaart en welzijn gelijk op gaan doordat we kiezen voor duurzame
ontwikkeling;
 Wonen en werken twee kanten van dezelfde medaille zijn:
- Economische ontwikkeling is niet mogelijk zonder goede
voorzieningen: woningen, onderwijs, cultuur, sport en recreatie;
- Een gevarieerder woningaanbod zorgt voor de gewenste “mix van
bewoners”, zowel bestaande als nieuwe;
 De sociaal-economisch zwakkeren een vangnet krijgen wanneer ze zelf niet in
staat zijn in hun inkomsten en/of voorzieningen te voorzien;
<<<
<<
2

De overheid een kleine maar belangrijke regisserende rol heeft en spaarzaam
en realistisch omgaat met de middelen die zij tot haar beschikking heeft.
Vanaf de start van deze collegeperiode hebben wij, afgaande op de economische
en financiële ontwikkelingen in de achterliggende periode, het als onze opdracht
beschouwd om deze stad aan het einde van deze collegeperiode in financieel
degelijke staat achter te laten. We stonden gesteld voor de keuze om slechts een
beperkt bedrag te bezuinigen en daarmee het beperken van risico's in tijd naar
achteren te schuiven, dan wel een grondige verbetering van ons risicoprofiel en
vermogenspositie na te streven. Wij kozen voor dat laatste. Het aankondigen van
bezuinigingen was daarbij onvermijdelijk. De keuzen daarin zijn onderzocht en
beschreven in de Voorjaarsnota 2014. De bezuinigingsopgave van € 12,5 miljoen
steunt op begrip vanuit de gemeenteraad en ook onze maatschappelijke partners
geven blijk van begrip ten aanzien van de financiële situatie, en dat er keuzen
gemaakt moeten worden.
Een deel van de bezuinigingsopgave werd veroorzaakt door lagere inkomsten
vanuit het rijk, een deel om ruimte te maken voor onvermijdelijke ruimtevragers en
een deel om te sparen naar de minimaal gewenste weerstandscapaciteit van € 35
miljoen. Tevens werd een ander deel van de bezuinigingsopgave veroorzaakt door
de ambitie in ons coalitieakkoord om te komen tot een duurzaam solide financieel
beleid. Een ambitie die tijdens de behandeling van de Voorjaarsnota 2014 door
zowel partijen uit de coalitie als oppositie werd onderschreven. Om die ambitie uit
te voeren hebben wij in het spaarplan rekening gehouden met mogelijke
toekomstige tegenvallende resultaten van € 10 miljoen op grondposities en is
rekening gehouden met het sparen van € 14 miljoen bovenop de minimaal
gewenste weerstandscapaciteit.
Om invulling te geven aan de bezuinigingsopgave van € 12,5 miljoen hebben wij in
de Voorjaarsnota 2014 voorgesteld om een aantal incidentele voordelen, die wij
verwachten, toe te voegen aan het spaarplan voor de Algemene Reserve 1.
Daarmee wordt gemiddeld € 1,6 miljoen per jaar aan de Algemene Reserve
toegevoegd, waardoor hetzelfde bedrag minder gespaard hoeft te worden door
bezuinigingen. Voor wat betreft de overgebleven bezuinigingsopgave van € 10,9
miljoen hebben wij voorgesteld om circa de helft in te vullen door middel van
ombuigingen en bezuinigingstaakstellingen op de organisatie. Voor de invulling
1
Het betreft hier BTW teruggave, inkomsten grondexploitatie Hollandiaan, leges vanwege de aanleg
Blankenburgtunnel en inkomsten vanwege de grondexploitatie Drieen Huysen.
<<<
<<
van de andere helft van de bezuinigingsopgave zien wij ons genoodzaakt om
budgetten voor niet-wettelijke taken te korten en daarbij het voorzieningenniveau
in Vlaardingen anders te organiseren.
De keuzen zoals beschreven in de Voorjaarsnota 2014 hebben wij voorgesteld op
basis van de Quickscan bezuinigingsmaatregelen, de takeninventarisatie en de
begrotingsscan van Deloitte. Deze informatie hebben wij met de raad gedeeld en
in de Voorjaarsnota 2014 hebben wij onze voorstellen toegelicht. In onderstaande
figuur is de verdeling van de bezuinigingsmaatregelen per beleidsthema
weergegeven.
3
Raadsvergadering Voorjaarsnota
Op 10 en 11 juli hebben wij met uw raad van gedachten gewisseld over de hoogte
van de bezuinigingsopgave en manier van invulling van deze opgave. Daar waar
er in grote mate overeenstemming is over de urgentie om te bezuinigen, is die
overeenstemming er in mindere mate als het gaat om de te maken keuzes. Elke
keuze brengt een nieuw dilemma met zich mee.
Uw raad heeft u ons via het aangenomen amendement de opdracht gegeven om
op basis van de Voorjaarsnota 2014, de ingebrachte visie van burgers en
instellingen en de inbreng van de fracties op 9 en 10 juli een sluitende begroting
2015 en een meerjarenbegroting 2016-2018 op te stellen.
Uitvoering Amendement opstellen begroting
De Voorjaarsnota 2014 hebben wij, conform die opdracht, als basis gebruikt. De
afgelopen maanden hebben wij intensief overleg gevoerd met de maatschappelijke
instellingen over de aangekondigde bezuinigingen. Daarnaast hebben wij de
tegenbegrotingen zoals die zijn ingediend door de fracties van GroenLinks en
CU/SGP onderzocht. In de volgende paragrafen gaan wij eerst in op de
tegenbegrotingen en vervolgens op een aantal voorstellen uit de Voorjaarsnota
waar zowel aandacht voor is gevraagd door de insprekers op 3 juli en door de
meeste fracties in hun bijdragen op 10 en 11 juli.
Tegenbegroting GroenLinks
In het voorstel wordt € 2,6 miljoen minder bezuinigd. Daarmee stelt GroenLinks
voor om een aantal bezuinigingsmaatregelen niet door te voeren, bijvoorbeeld met
betrekking tot de Stadsgehoorzaal, Kade40, budget beeldende kunst, subsidies
evenementen, stadsarchief, maatschappelijke investeringen, wijkcentra,
duurzaamheidscentrum en de kinderboerderij. Deze voorstellen vindt ons college
zeer sympathiek maar ons college heeft een andere mening over de dekking van
de voorstellen van GroenLinks.
Allereerst worden een aantal ruimtevragers geschrapt (lijkbezorging, afkoop
verkeersregelinstallaties, straatreiniging, beveiliging stadhuis). Dat gaat tegen ons
uitgangspunt, en tegen de opdracht uit het coalitieakkoord, in om realistische
begrotingen op te stellen. Het niet meenemen van onvermijdbare ruimtevragers zal
later zorgen voor overschrijdingen.
Een andere belangrijke kanttekening die wij maken bij deze tegenbegroting is dat
er € 4 miljoen minder gespaard wordt. Gezien het brede draagvlak voor de hoogte
van de bezuinigingsopgave vinden wij dit geen wenselijke optie. Tenslotte legt
GroenLinks een extra taakstelling op de organisatie, zonder dat daar frictiekosten
voor worden geraamd.
Hoewel ons college de volledige tegenbegroting van GroenLinks niet kan
overnemen delen wij de wens om een aantal voorzieningen te behouden.
Verderop zullen wij hier nader op in gaan.
Tegenbegroting CU/SGP
De kern van deze tegenbegroting houdt in dat een aantal bezuinigingsmaatregelen
beperkt worden: De Kulk, kinderboerderij, educatie oud-leerlingen Ericaschool,
educatie Stadsarchief, subsidie VVEH en Stadsgehoorzaal. Als dekking wordt een
10% korting toegepast op de subsidie Kroepoekfabriek en Museum en 10%
hogere tarieven voor sportaccommodaties. Daarnaast wordt voorgesteld de inzet
van Sus-teams te stoppen en geen lasten op te nemen voor de beveiliging
<<<
<<
Stadhuis. Daarnaast wordt voorgesteld meer kosten voor water- en afvaltaken toe
te rekenen aan het product riolering en afvalstoffenheffing.
Ons college heeft zich bij het invullen van de bezuinigingsopgave als uitgangspunt
genomen geen kaasschaafmethode op subsidies toe te passen. Het taakstellend
korten van subsidies en budgetten, is bij eerdere bezuinigingsrondes reeds
toegepast. Daarom kiezen wij er voor om deze methode niet opnieuw toe te
passen, maar zullen wij daadwerkelijk keuzen maken in het afstoten van taken en
het stoppen van een aantal subsidies.
Voor de verhoging van huren van sportaccommodaties geldt dat wij al een
oplopende verhoging tot en met 2017 in de begroting hebben verwerkt. Een
nieuwe verhoging lijkt ons in dat kader nu niet wenselijk. Het toerekenen van meer
kosten voor water- en afvaltaken aan het product riolering en afvalstoffenheffing
zou betekenen dat de tarieven voor afvalstoffenheffing omhoog zouden moeten.
Dat vinden wij, mede gezien de stijging van de OZB die al in de Voorjaarsnota is
opgenomen, niet wenselijk. Inhoudelijk komen wij op diverse
bezuinigingsmaatregelen hieronder verder terug.
Stadsgehoorzaal
Wij kunnen het niet genoeg benadrukken: De functie van de Stadsgehoorzaal in
cultureel opzicht gaat niet verloren. In het prachtige gebouw aan de
Schiedamseweg blijft een voorziening voor theater en cultuur. Daarbij is onze
afweging dat de BV Stadsgehoorzaal een onevenredig beroep doet op de
maatschappelijk te verdelen middelen, in verhouding tot ander culturele
instellingen. Ook is onze afweging dat soortgelijke voorzieningen ook in de nabije
regio te vinden zijn, in Rotterdam, en ook dichterbij in onze buurgemeente
Schiedam.
Met de bezuiniging op de subsidie van de Stadsgehoorzaal blijft een budget van €
750.000,- beschikbaar om het theatergebouw open te houden en te blijven
inzetten voor het culturele leven in onze stad (amateurs, verhuringen,
repetitielocatie). In de komende periode wordt onderzocht hoe de BV
Stadsgehoorzaal invulling gaat geven aan deze nieuwe functie. De gebruikers van
de Stadsgehoorzaal kunnen dus ook in 2016 naar de Schiedamseweg voor een
cultureel avondje. Wel zullen andere voorstellingen worden gegeven en zal
uitsluitend ruimte zijn voor amateurkunst.
4
De Kulk
Het draagvlak voor behoud van een eigen zwembad binnen Vlaardingse grenzen
is groot. In de Voorjaarsnota 2014 hebben wij onze voorkeur uitgesproken, dat de
Stichting Zwem- en Recreatiebad ‘De Kulk’, op eigen kracht de exploitatie kan
voortzetten, waarbij een groter beroep gedaan moet worden op vrijwilligers en het
zelforganiserende vermogen van de Vlaardingse samenleving (bewoners en
bedrijven). Het bestuur van de Stichting heeft in gesprekken met ons college de
afgelopen periode laten blijken daar niet aan te kunnen voldoen. Het bestuur van
het zwembad heeft wel een plan met maatregelen opgesteld om het zwembad met
minder subsidie toch open te kunnen houden. Sterker nog, door het optimaliseren
van het personeelsrooster, inzet van vrijwilligers en zelfwerkzaamheid bij
verenigingen is het zelfs mogelijk om bij een lagere subsidie van € 400.000,- meer
openstellingsuren te realiseren. Het is wat ons betreft een goed voorbeeld van een
organisatie die door het aanspreken van eigen kracht ondanks een terugtredende
overheid meer effectief en efficiënt weet te handelen. Het college stelt daarom aan
de gemeenteraad voor een subsidie van € 400.000,- beschikbaar te houden. Het
zwembad krijgt als overbrugging een jaar de tijd om hun hervormingsmaatregelen
door te voeren. Op de dekking voor deze wijziging ten opzichte van de
Voorjaarsnota komen wij later terug.
Bibliotheekfunctie
De korting op de bibliotheekfunctie hebben wij vanaf 2016 in deze begroting
verwerkt. Inmiddels is een projectorganisatie gestart om de taakstelling van €
500.000,- in te vullen. De exacte invulling is nog niet rond, daar wordt het komende
overgangsjaar voor gebruikt. Gericht wordt op een meer efficiënte organisatie,
meer focus op waar het modern en eigentijds bibliotheekwerk om gaat, betere
samenwerking met andere organisaties en betere benutting van huisvesting. De
bibliotheek zal zich nog meer gaan richten op leesbevordering en
laaggeletterdheid. Het invullen van de taakstelling zal niet zonder gevolgen zijn.
Nadelen van de taakstelling zijn dat er minder werkgelegenheid ontstaat, het
bibliotheekwerk afneemt en dat het aantal leden en bezoekers wellicht zal
afnemen.
Lichtblauwe brigade
De portefeuillehouder heeft toegezegd, dat het college onderzoek zal doen naar
de toerekening van de hoge kosten, waardoor de Lichtblauwe Brigade in
Vlaardingen schijnbaar duurder is dan in vergelijking met benchmarkgemeenten.
Duidelijk is dat de huisvesting buiten de staande gemeentelijke organisatie een
kostenverhogend element is. Daarnaast is in de begroting van de Lichtblauwe
<<<
<<
Brigade een vast bedrag opgenomen voor inhuur van derden. Wij stellen dan ook
voor om de taakstelling zoals opgenomen in de Voorjaarsnota van € 200.000,- niet
te realiseren door het aantal fte’s te reduceren, maar door het budget voor de
inhuur van derden omlaag te brengen. Het gevolg hiervan is, dat er minder inhuur
zal plaatsvinden, maar dat we eigen goed opgeleid personeel op straat kunnen
houden. Per saldo blijft de formatie van de Lichtblauwe Brigade bestaan uit circa
16 fte.
Kinderboerderij
Het voornemen uit de Voorjaarsnota 2014 is om de kinderboerderij (incl.
dierenweides) niet langer een gemeentelijke instelling te laten zijn, maar deze over
te dragen aan een andere partij. Deze partij wordt dan verantwoordelijk voor het
instandhouden van de voorziening. De gemeente blijft deels kosten dragen, het
huidige budget is ongeveer € 270.000,-. Dit zijn voornamelijk personele lasten. Met
een beoogde vermindering tot € 170.000,- is het niet mogelijk de kinderboerderij
door de gemeente op dezelfde wijze te laten functioneren. Er wordt dan ook
gezocht naar een partij die met minder personele kosten (lagere overhead,
vrijwilligers) en aanvullende inkomsten, de kinderboerderij kan exploiteren.
In het najaar 2014 en begin 2015 wordt een verkenning uitgevoerd naar de
mogelijkheden van overname door bestaande partijen. Tegelijkertijd wordt de
mogelijkheid onderzocht om een nieuwe stichting of vereniging op te richten, die
de kinderboerderij overneemt. Daarbij wordt een verdienmodel onderzocht, bijv.
een koffie- of pannenkoekenpaviljoen. Bij de Voorjaarsnota 2015 zal definitief
ingegaan worden op de toekomst van de kinderboerderij.
Wijkcentra
Er is de afgelopen periode intensief overleg gevoerd met besturen van de
verschillende buurthuizen. Onderwerp van gesprek daarbij is hoe activiteiten in de
wijken gewaarborgd kunnen blijven en welke rol het buurthuis hierin speelt.
Uitgegaan wordt van maatwerk per wijk. Grofweg zijn er daarin twee
mogelijkheden: activiteiten worden elders gerealiseerd of het buurthuis ziet kans
om nieuwe activiteiten aan te trekken. Het voortouw in deze processen ligt bij de
besturen, de gemeente denkt daarin mee. In dat verband wordt ook (mee) gezocht
naar nieuwe financieringsbronnen, bijvoorbeeld in het kader van de
decentralisaties of subsidies vanuit het Rijk.
5
Ericaschool
In het licht van de decentralisaties doen wij op allerlei terreinen een beroep op
instellingen om in hun activiteiten minder afhankelijk te zijn van subsidiestromen
en mee te werken aan de ontschotting in het sociale domein. Dit vragen wij ook
van de Ericaschool. Het ondersteunen van de oud-leerlingen wordt dan ook niet
langer gefinancierd door de gemeente. Dit past bij de gedachte van de
decentralisaties, waarbij de kern is dat de eigen kracht (civil society) en
steunstructuren rond gezinnen wordt aangesproken. De gemeente zet zich met de
komst van de decentralisaties in om mensen met een beperking in staat te stellen
om zoveel mogelijk zelfstandig te kunnen functioneren in de maatschappij. Dit zal
worden betrokken bij de plannen rond de inrichting van het sociale domein.
Educatieve functies Stadsarchief, archeologisch depot en museum
De educatieve functies die uitgevoerd worden zijn geen gemeentelijke kerntaak.
Aangezien de prioriteit gelegd moet worden bij het uitvoeren van de kerntaken zal
niet langer formatie voor deze educatieve activiteiten vrijgemaakt worden. Daarbij
nemen wij ook in overweging dat de scholen zelf, gebruik makend van vrijwilligers,
in dit soort onderwijsactiviteiten kunnen voorzien en zullen wij onderzoeken in
hoeverre er efficiëntie kan worden gevonden in het combineren van de educatieve
functie van het stadarchief met de overige erfgoed-educatieprojecten zoals die van
het archeologischdepot en het museum.
Budget evenementen
Bij de beantwoording van de technische vragen Voorjaarsnota hebben wij
aangekondigd dat er een samenvoeging zal plaatsvinden van de twee budgetten
met betrekking tot evenementen. Daarbij worden niet langer structurele subsidies
verstrekt maar zullen initiatiefnemers bij de Vlaardingse cultuurstichting met ingang
van 1 januari 2015 een aanvraag kunnen indienen voor een incidentele subsidie
voor een evenement. Daarmee krijgt de Vlaardingse cultuurstichting de rol
toebedeeld zoals we hebben voorgenomen in de cultuurnota Vlaardingen,
Creatieve Stad. De stichting, waarin alle culturele spelers gaan deelnemen, gaat
dus met de gemeente de subsidiegelden beheren. De stichting kan daardoor
tevens starten met het werven van ‘derdengeld’ in een Vlaardings Cultuur Fonds.
De stichting krijgt daarnaast een stevigere rol als sparringpartner van de gemeente
op cultureel gebied. Samenwerking in de creatieve sector schept wat ons betreft
meer mogelijkheden, levert meer creatieve ideeën op en geeft een grotere kans
om nieuwe zaken te realiseren. Praktisch houdt de overheveling van budget naar
de stichting wel in dat de organisatoren van Koningsdag, Loggerfestival en Intocht
Sinterklaas in het vervolg een subsidieaanvraag bij deze stichting zullen moeten
<<<
<<
indienen. Dat kan consequenties hebben voor de bereidwilligheid van de
organisatoren om de evenementen te organiseren. Voor het kerstinloopconcert
was de gemeente de organisator, vanaf 2015 niet meer. Wanneer andere
initiatiefnemers dit evenement willen organiseren kunnen zij ook een aanvraag
indienen voor een incidentele subsidie. Het totale budget voor evenementen komt
daarmee op circa € 190.000,-.
Enkele evenementen zullen buiten de incidentele subsidies vallen, omdat de
overheid daar een belangrijke rol in heeft. Jaarlijks blijft daarom een budget van in
totaal circa € 38.000,- in de begroting gereserveerd voor de Nieuwjaarsreceptie,
Dodenherdenking, Bevrijdingsdag, Veteranendag en de kerstboom met verlichting
op de Markt.
Overige ontwikkelingen tussen Voorjaarsnota en Meerjarenbegroting
Meicirculaire
Op 1 juli 2014 hebben wij de raad geïnformeerd over de gevolgen voor
Vlaardingen van de meicirculaire. Daaruit bleken nieuwe ramingen van de
algemene uitkering uit het gemeentefonds. Het verschil ten opzichte van de
Voorjaarsnota is te zien in de volgende tabel.
6
2015
2016
2017
2018
€ 75
€ 63
€ 107
€ 93
Mutatie meicirculaire (raadsmemo
-€ 232
€ 785
€ 1.063
€ 397
Saldo van lasten en baten na meicirculaire
-€ 157
€ 848
€ 1.170
€ 490
Saldo van lasten en baten in Voorjaarsnota 2014
e
Effecten 1 voortgangsrapportage 2014
Zoals reeds aangekondigd in het raadsmemo van 26 november 2013 is de
begroting van lijkbezorging niet meer realistisch en is deze via de 1e
voortgangsrapportage 2014 aangepast voor het huidige begrotingsjaar. Deze
aanpassing moet ook structureel in de Meerjarenbegroting 2015-2018 verwerkt
worden. Het nadeel op de lasten is € 150.000,- het nadeel op de baten is €
69.000,-.
Met betrekking tot de bibliotheek bleek uit de jaarrekening 2013 dat de post
‘Contributie en donaties’ te hoog is geraamd. Oorzaak hiervan is dat er (en dit
beeld is ook landelijk te zien) minder mensen lid zijn geworden van de bibliotheek.
Deze daling zal komende jaren verder doorzetten en daarom dienen de
opbrengsten met € 90.000 te worden afgeraamd. Via de 1e voortgangsrapportage
2014 zijn de opbrengsten aangepast voor het huidige begrotingsjaar. Deze
aanpassing moet ook structureel in de Meerjarenbegroting 2015-2018 verwerkt
worden.
Inkomsten bibliotheek
Lijkbezorging
-€ 90
-€ 90
-€ 90
-€ 90
-€ 219
-€ 219
-€ 219
-€ 219
Technische herberekeningen
Een aantal panden zijn verkocht of gesloopt. Deze panden leveren niet langer
huurinkomsten op. Daarnaast is het resultaat van TBV opnieuw berekend. Ook is
er de ontwikkeling dat wij onze panden aan de Hoflaan en Industrieweg niet
hebben kunnen verkopen volgens planning. Op basis van die planning waren de
kapitaallasten van deze panden niet meer in de begroting 2015 en verder
opgenomen. Nu de panden nog in bezit zijn levert dit hogere dan geraamde
kapitaallasten op in de komende drie jaar. Bij de indexeringen is uitgegaan van de
nieuwe cao, die afwijkt van het oorspronkelijke indexpercentage. Daarnaast bevat
de nieuwe cao afspraken over bijvoorbeeld de eindejaarsuitkering. Bij de subsidies
waren enkele subsidies in de aannames niet geïndexeerd, dat is nu verwerkt.
Daarnaast worden hogere onttrekkingen aan de reserve onderwijs en afval gedaan
ten gunste van de exploitatie. Ten slotte is er een voordeel op het product
grondexploitaties, door afwaardering van niet in exploitatie genomen gronden,
door omzetting van niet in exploitatie genomen gronden naar een grondexploitatie
en door omzetting van de Maasboulevardflat naar maatschappelijk vastgoed
(jaarrekening 2013).
Bijstelling huur verkochte of gesloopte panden
-€ 76
-€ 76
-€ 76
-€ 76
Resultaat TBV
-€ 73
€ 13
€ 65
€ 65
Kapitaallasten
-€ 669
-€ 557
-€ 235
€ 133
Bijstelling indexaties
-€ 304
-€ 413
-€ 458
-€ 465
Hogere onttrekking onderwijshuisvesting
€ 431
€ 104
Hogere onttrekking reserve afval
€ 171
€ 96
€ 21
Bijstelling grondexploitaties
€ 230
€ 230
€ 230
<<<
<<
De bovengenoemde mutaties hebben per saldo een negatief effect op het
begrotingssaldo. Het begrotingssaldo na bovenstaande mutaties wordt:
Saldo van lasten en baten
2015
2016
2017
2018
-€ 756
-€ 63
€ 409
€ 90
Naast deze technische zaken zijn er een aantal ontwikkelingen te melden die een
positief effect hebben op het begrotingssaldo. Het ten dele afzien van de
bezuiniging op de subsidie voor het zwembad kan hieruit worden gedekt.
Lagere bijdrage aan gemeenschappelijke regelingen
Op basis van de begrotingen van het Recreatieschap Midden Delfland, de
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond en de Regionale Belasting Groep hoeft een
lagere bijdrage in 2015 betaald te worden aan deze gemeenschappelijke
regelingen.
Recreatieschap Midden Delfland
Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond
Regionale Belasting Groep
€ 28
€ 29
€ 30
€ 29
€ 150
€ 150
€ 150
€ 150
€ 41
€ 41
€ 41
€ 41
Hogere baten
Hogere baten worden gerealiseerd omdat een medewerker in Vlaardingse dienst
tevens werkt voor Schiedam (rekenkamer). Eerder was dit niet in de begroting
verwerkt, de baten worden nu opgenomen. Daarnaast worden hogere baten
verwacht voor het kabel- en buizenrecht. Ook wordt verwacht hogere baten te
genereren door de producten bij Burgerzaken, mede vanwege de indexering van
tarieven. Tenslotte wordt de begroting ten aanzien van de uitkeringen in evenwicht
e
gebracht (in=uit). Dat levert een voordeel op (zie ook 2 voortgangsrapportage
2014).
Detachering i.v.m. rekenkamercommissie
€ 85
€ 85
€ 85
€ 85
Baten kabel- en buizenrecht
€ 16
€ 16
€ 16
€ 16
€ 21
Baten producten burgerzaken
€ 70
€ 70
€ 70
€ 70
€ 230
Bijstelling BUIG gelden (in=uit)
€ 222
€ 222
€ 222
€ 222
7
Saldo van lasten en baten Meerjarenbegroting 2015-2018
Bovengenoemde voordelen leiden tot het volgende saldo van lasten en baten in de
periode 2015-2018.
Saldo van lasten en baten meerjarenbegroting 2015-2018
Sportstimulering (niet meer dekken uit res. Sociaal domein)
-€ 80
-€ 80
-€ 80
-€ 80
BOS impuls (niet meer dekken uit res. Sociaal domein)
-€ 79
-€ 79
-€ 79
-€ 79
-€ 37
-€ 37
-€ 37
-€ 37
2015
2016
2017
2018
NASB impuls (niet meer dekken uit res. Sociaal domein)
-€ 144
€ 550
€ 1.022
€ 702
Vervanging sportvelden
Mutaties spaarbedrag
Wij stellen voor als volgt om te gaan met het positieve saldo van de
Meerjarenbegroting 2015-2018:
 Het ten dele terugdraaien van de bezuiniging op de subsidie van het
zwembad De Kulk;
 Een aantal zaken die nu structureel vanuit de reserve Wmo / Sociaal
Domein gefinancierd worden, onder te brengen in de exploitatiebegroting 2;
 Extra middelen in de begroting vrij te maken voor de bestrijding van
armoede. Vanuit het Rijk is de Algemene Uitkering hiervoor verhoogd. Een
deel daarvan wordt ingezet in het armoedebeleid. Het andere deel draagt
er aan bij dat er geen taakstellingen op het armoede- en minimabeleid zijn
gelegd in deze begroting, in tegenstelling tot veel andere beleidsterreinen;
 De dekking voor het terugdraaien van de bezuiniging op de subsidie van
het zwembad aan te vullen door af te zien van een investering in honk- en
softbalveld Holy, zoals voorgenomen was in de Voorjaarsnota 2014;
 Een correctie toe te passen op de bezuinigingen in de Voorjaarsnota
vanwege de verlaging subsidie Kade 40 in relatie tot de redelijke termijn
die gehanteerd moet worden bij verlaging van subsidies. In tegenstelling
tot de andere bezuinigingen in het cultuurveld was in de Voorjaarsnota
uitgegaan van een bezuiniging per 2015 in plaats van 2016. Ook voor de
Heemtuin wordt voorgesteld de bezuiniging per 2016 in te laten gaan,
zodat 2015 als overgangsjaar gebruikt kan worden;
 Om tot een – in alle jaren – sluitend saldo te komen een verschuiving toe
te passen in de spaarbedragen die vrijgemaakt worden.
Correctie bezuiniging Kade 40 / Heemtuin
De Kulk (verlagen bezuiniging)
3
Armoedebeleid (verhogen budget)
-€ 114
€0
€0
€0
€0
-€ 371
-€ 371
-€ 371
-€ 150
-€ 150
-€ 150
-€ 150
Saldo van lasten en baten meerjarenbegroting 2015-2018
€0
€ 20
€ 20
€ 1.000
€ 200
-€ 200
€ 396
€ 53
€ 126
€ 20
4
€5
Spaarplan Algemene Reserve
De Algemene Reserve heeft bij deze begroting een beginstand van € 1,8 miljoen.
In het spaarplan dat in de Voorjaarsnota 2014 is aangekondigd is rekening
gehouden met het reserveren van een bedrag van € 10 miljoen ten behoeve van
nieuwe negatieve resultaten op grondposities. Een raadsvoorstel daartoe is door
ons college aan uw raad aangeboden.
8
In deze begroting zijn daarom in de begroting 2015 en in de meerjarenraming de
volgende spaarbedragen opgenomen:
Extra sparen ten behoeve van weerstandscapaciteit
2015
2016
2017
2018
€ 3.791
€ 7.141
€ 6.591
€ 7.141
Daarnaast worden in de komende jaren een aantal incidentele baten verwacht, die
toegevoegd zullen worden aan de Algemene Reserve.
Incidentele toevoegingen aan Algemene Reserve
€ 1.900
€ 1.200
€ 2.000
€ 1.500
Het verloop van de Algemene Reserve zal op basis van de onttrekking ten
behoeve van de grondexploitaties en de toevoegingen op basis van het spaarplan
naar verwachting de volgende ontwikkeling hebben in de komende jaren.
2
Het is onwenselijk structurele lasten te dekken uit een bestemmingsreserve.
Door het gedeeltelijk terugdraaien van deze bezuinigingen blijft een bedrag van € 400.000,- in de
begroting beschikbaar vanaf 2016.
3
<<<
<<
4
Het extra spaarbedrag van € 1.000.000,- was al verwerkt in de meerjarenraming, het spaarplan
wordt daarmee nog steeds conform uitgangspunten Voorjaarsnota 2014 in de begroting verwerkt.
voor het werken met sociale wijkteams, waarbij zowel de onderdelen Jeugd (en
passend onderwijs), Wmo en de Participatiewet vertegenwoordigd zijn.
Expertise op de verschillende onderdelen van het sociaal domein is daarin
aanwezig. Eveneens intensiveren we de samenwerking met alle relevante partijen
in de wijken en de stad, ook met huisartsen en wijkverpleging. Als het huishouden
ondersteuning nodig heeft, stelt de regisseur samen met haar een plan op. Hierin
worden de acties beschreven die in reactie op de ondersteuningsvraag worden
ondernomen. In deze begroting is een nieuwe Paragraaf Decentralisaties
Sociaal Domein opgenomen, waarin de aanpak van de decentralisaties, in
samenhang is beschreven. Tevens zijn de bijbehorende middelen in die paragraaf
weergegeven.
Op basis van het spaarplan zal de weerstandscapaciteit (de optelsom van de
stand van de Algemene Reserve en de reserve Afkoopsommen Erfpacht) eerst
pas in 2017 op het gewenste niveau komen.
Actuele beleidsontwikkelingen
Decentralisaties
Vanaf begrotingsjaar 2015 wordt een aantal grote taken en geldstromen naar de
gemeenten overgeheveld. Het gaat bij deze drie decentralisaties om taken op het
gebied van de Jeugdwet, de AWBZ /Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de
Participatiewet.
Het idee achter de decentralisaties is dat de gemeente zich dichter bij de burger
bevindt. Om die zorg dichter bij de burger te organiseren regelen we de
samenwerking in de wijk waarbij het gezin (huishouden) centraal staat. Als
gemeente zullen wij integrale ondersteuning bieden aan onze inwoners. Eén gezin
(huishouden), één plan en één regisseur is daarbij het uitgangspunt. Daarbij
werken we wijkgericht. Datzelfde geldt voor de wijze waarop we de toegang tot
gemeentelijke ondersteuning organiseren. Tegen deze achtergrond kiezen we
<<<
<<
Stroomopwaarts
Dit jaar is onderzoek gestart naar de vorming van een gezamenlijk
participatiebedrijf met de gemeenten Schiedam en Maassluis. De businesscase,
op basis waarvan wij een besluit zullen moeten nemen over de vorming van het
participatiebedrijf, is momenteel in afronding. De resultaten van de businesscase
zijn dan ook niet verwerkt in deze begroting. Wanneer besloten wordt tot de
vorming van het regionaal participatiebedrijf zullen de financiële consequenties
alsnog verwerkt moeten worden via een wijziging op deze begroting.
Food Inspiration Academy
De regio Rijnmond huisvest een groot aantal levensmiddelenbedrijven die gebruik
maakt van hoogwaardige technologie. De sector biedt werkgelegenheid aan meer
dan 12.000 werknemers en 12.000 personen die werkzaam zijn in de toeleverende
sectoren. De vooraanstaande positie van de levensmiddelenindustrie wordt
bedreigd als gevolg van een structureel tekort aan goed opgeleide
arbeidskrachten, met name technisch opgeleide personen op MBO en HBO
niveau. Het bedrijfsleven vraagt onderwijs met curricula op MBO en HBO niveau
dat is afgestemd op de behoefte van bedrijven. Het bedrijfsleven probeert in te
spelen op het tekort op de arbeidsmarkt door branchegerichte opleiding op MBO
en HBO niveau te starten in de voedseltechnologie. Een ontwikkeling die kansen
biedt voor een stad als Vlaardingen en aansluit op de beleidsdoelstelling zoals
verwoord in de door de raad vastgestelde programma's zoals Actieplan Wonen,
Actieplan Economie en de Onderwijsvisie Vlaardingen. Momenteel wordt met de
initiatiefnemers onderzocht of in ons pand aan de Industrieweg 9 een Food
Inspiration Academy gevestigd kan worden.
9
Provinciaal toezicht
De begroting 2015 is structureel en reëel in evenwicht. Daarmee bedoelen wij dat
de in de begroting structureel opgenomen lasten worden gedekt door structurele
baten. Daarnaast wordt uitgegaan van realistische ramingen. De provincie betrekt
bovengenoemde zaken nadrukkelijk in hun toezichtstaak. Voor een positief
oordeel over deze begroting is het dan ook noodzakelijk dat de raad, als hoogste
bestuursorgaan van de gemeente, een uitspraak doet over de invulling van de
bezuinigingen en dat deze maatregelen op programmaniveau zijn ingevuld.
3. Instemmen met de ombuigingen en bezuinigingen zoals opgenomen in de
meerjarenbegroting 2016-2018.
4. Reserve WMO omvormen tot Reserve Sociaal Domein.
Stand van zaken gedane toezeggingen bij Voorjaarsnota 2014
Bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2014 zijn door diverse
portefeuillehouders toezeggingen gedaan om nadere informatie te verstrekken
over diverse onderwerpen. Een stand van zaken met betrekking tot deze
toezeggingen vindt u in de bijlage.
Leeswijzer
De opzet en opmaak van deze begroting is anders dan in andere jaren. Deze
begroting is visueel aantrekkelijker gemaakt en beter afgestemd op digitaal
gebruik. Het voorblad van deze begroting is ook de inhoudsopgave. Door op een
programma te klikken kunt u direct naar de plaats van dat programma in dit
document navigeren. Om terug te keren naar het voorblad klikt u linksonder aan
de pagina (<<<). Om terug te keren naar het begin van het hoofdstuk waarin u zich
bevind klikt u op (<<).
Daarnaast is in deze begroting het gebruik van indicatoren toegenomen. Bij elke
ambitie die wij hebben, zijn één of meerdere indicatoren opgenomen. Deze
indicatoren geven een trend weer over een bepaald onderwerp. Deze trends
kunnen ondersteunen bij het geven van een oordeel over de mate van succes op
bepaald beleid. In de begrotingsprogramma’s zijn de indicatoren als kleine figuren
weergegeven. U kunt inzoomen om de figuur groter te maken. De exacte cijfers op
basis waarvan de figuur is samengesteld kunt u vinden in de bijlage.
Klik hier voor een toelichting op veel voorkomende begrippen in deze begroting.
Voorstel
Gelet op bovenstaande stellen wij uw raad voor:
1. De begroting 2015 conform ontwerp vast te stellen;
2. Kennisnemen van de meerjarenbegroting 2016-2018;
<<<
<<
10
Raadsbesluit
Registr.nr.
R.nr.
: 913083
: 57.1
Besluit van de gemeenteraad van Vlaardingen
De gemeenteraad van Vlaardingen,
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 14 oktober 2014,
R.nr. 57.1;
Besluit:
1.
2.
3.
4.
De begroting 2015 conform vast te stellen;
Kennis te nemen van de meerjarenbegroting 2016-2018;
In te stemmen met de ombuigingen en bezuinigingen zoals opgenomen in de
meerjarenbegroting 2016-2018;
De reserve WMO om te vormen tot reserve Sociaal Domein.
Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad van
Vlaardingen, gehouden op 5 en 6 november 2014.
De griffier,
De voorzitter,
drs. E.W.K. Meurs
A.B. Blase
<<<
<<
11
De begroting op 4A3
Op de volgende pagina’s is de begroting op hoofdlijnen gepresenteerd. De gemeente heeft in 2015 ongeveer € 240 miljoen te besteden. Dat geld komt uit verschillende
inkomstenbronnen. De belangrijkste daarvan zijn de Algemene Uitkering die het Rijk aan de gemeente uitkeert. Daarnaast genereert de gemeente inkomsten door eigen
belastingheffingen. De OZB heffing is daarvan de belangrijkste.
De gemeenteraad heeft budgetrecht en stelt jaarlijks de begroting vast. De begroting is onderverdeeld in verschillende programma’s. Dat zijn beleidsonderwerpen op
hoofdlijnen. Op deze beleidsonderwerpen worden ambities geformuleerd wat de gemeente op dat beleidsterrein wil bereiken. Per programma wordt een geldbedrag
vastgesteld, waarmee het college van Burgemeester en Wethouders deze ambities kan uitvoeren. De verdeling van de geldbedragen per programma is als volgt:
12
Per programma volgen hieronder de ambities, hoeveel geld daar aan uitgegeven wordt en hoe gemeten wordt of er succesvol beleid wordt gevoerd.
Wat zijn onze ambities?
Hoeveel geld geven we daar aan uit?
Programma Bestuur en dienstverlening
Ambitie 1 – Bestuur en participatie ‘Mensen
hebben maximaal de ruimte om de
verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen
situatie, de buurt en in de stad. Initiatieven vanuit
de samenleving ontmoeten een warm onthaal en
belanden snel op de bestuurstafel’
Ambitie 2 – Dienstverlening ‘Via alle
contactkanalen wordt zo goed en efficiënt
mogelijk gereageerd op (aan)vragen van burgers,
ondernemers en medewerkers van instellingen,
met specifieke aandacht voor optimaal gebruik
van het digitale contactkanaal’
Ambitie 3 – Bedrijfsvoering ‘Een slimme en
compacte organisatie waarbij de operationele
kosten verlaagd worden’
<<<
<<
Hoe meten we of we succesvol zijn?
Programma Veiligheid en handhaving
Ambitie 4 – Fysieke veiligheid ‘Adequate
bescherming tegen (de gevolgen van) incidenten
en rampen en het vergroten zelfredzaamheid
burgers’
Ambitie 5 – Sociale veiligheid ‘Het substantieel
verhogen van de pakkans van daders, en
daarmee het terugdringen van deze criminaliteit
is landelijk en lokaal ook ons speerpunt van
beleid’
13
Ambitie 6 – Handhaving ‘Onze toezichthouders
en handhavers leveren een bijdrage aan een
veilige, gezonde en schone omgeving’
Programma Groen en milieu
Ambitie 7 – Openbaar groen ‘Vlaardingen is een
groene stad. De strategie is gericht op het op een
duurzame wijze in stand houden, onderhouden
en waar mogelijk verbeteren van het groen
areaal’
Ambitie 8 – Afval en riolering ‘Al het stedelijke
afvalwater wordt gezuiverd. De vuilemissie op
stedelijke watergangen is gering en mag niet
verder toenemen. Het afvoeren van huishoudelijk
afval wordt zo efficiënt mogelijk uitgevoerd’
Ambitie 9 – Milieu en duurzaamheid ‘Er dient een
positieve tendens waarneembaar te zijn dat de
gemeente, burgers, bedrijven en instellingen in
hun beslissingen en activiteiten duurzaam
handelen’
Programma Verkeer en mobiliteit
Ambitie 10 – Bereikbaarheid en openbare ruimte
‘Een goede balans tussen de verschillende
functies parkeren, speelplaatsen, water,
ondergrondse containers, en deze verdelen in de
beschikbare ruimte’
Ambitie 11 – Verkeersveiligheid ‘Een
verkeersveilig Vlaardingen. Bij (her)inrichting van
het openbaar gebied wordt rekening gehouden
met de kwetsbare verkeersdeelnemer’
<<<
<<
Programma Wonen
Ambitie 12 – Wonen ‘Vlaardingers kunnen hun
wooncarrière in Vlaardingen doorlopen’
Programma Economie en haven
Ambitie 13 – Economie en haven ‘Het aantal
arbeidsplaatsen in Vlaardingen is in 2015
minimaal even groot als in 2014 en Vlaardingen
blijft de vijfde zeehavenstad van Nederland’
14
Programma Jeugd en onderwijs
Ambitie 14 – Jeugd ‘Vlaardingse jongeren kijken
terug op een goede jeugd, waarin ze kansrijk,
gezond en veilig zijn opgegroeid en hun talenten
optimaal hebben kunnen ontwikkelen’
Ambitie 15 – Onderwijs ‘In Vlaardingen wordt
goed onderwijs gegeven’
Programma Welzijn en zorg
Ambitie 16 – Welzijn en samenleving
‘Vlaardingers nemen zo lang, zo gezond en zo
zelfstandig mogelijk deel aan de samenleving’
Ambitie 17 – Zorg ‘Dak en thuislozen, mensen
met meervoudige problematiek en
slachtoffers/daders van huiselijk geweld worden
zoveel mogelijk adequaat geholpen’
Programma Werk en inkomen
Ambitie 18 – Werk en participatie ‘Vlaardingers
zonder baan vinden zo snel mogelijk weer werk
waarbij de maximale arbeidspotentie en
loonwaarde worden benut’
<<<
<<
Ambitie 19 – Inkomensondersteuning ‘De
effecten van armoede in Vlaardingen worden
bestreden en de minimaregelingen komen
terecht bij de mensen die er recht op hebben’
Programma Kunst en cultuur
Ambitie 20 – Cultuur ‘Wij zetten kunst en cultuur
in om Vlaardingen te versterken en
aantrekkelijker te maken, daarbij behouden en
versterken wij zo veel als mogelijk een kwalitatief
volwaardig aanbod van kunst en cultuur’
15
Programma Sport en recreatie
Ambitie 21 – Sport ‘Jongeren hebben een
gezond gewicht en een gezonde leefstijl’
Ambitie 22 – Recreatie ‘Een evenwichtige
spreiding van speelplaatsen over de stad en het
op peil houden van de kwaliteit door de aanleg,
opheffing en wijziging van enkele speelplekken’
Programma Financiën
Ambitie 23 – Financiën ‘Vlaardingen heeft een
financieel gezonde positie’
<<<
<<
1. Bestuur, dienstverlening en participatie
Onder invloed van tal van maatschappelijke ontwikkelingen verschuift de rol van
de overheid van ‘zorgen voor…’ naar ‘zorgen dat’. In die rol maakt de gemeente
initiatieven van bewoners en hun instellingen mogelijk en zorgt ze ervoor dat
mensen in staat zijn het heft zelf in handen te nemen en de regie over het eigen
leven te behouden. Deze beweging wordt versterkt zichtbaar in de drie
decentralisaties in het sociale domein, voor het slagen waarvan een toename van
participatie een belangrijke voorwaarde is. Bewoners nemen de
verantwoordelijkheid voor wat in hun buurt gebeurt steeds serieuzer. Daarmee
scheppen zij ook de voorwaarden voor netwerken waarop bewoners kunnen
terugvallen als zij zorg behoeven.
De gemeente werkt in het bovenstaande kader dan ook gebiedsgericht. Elk gebied
is anders en stelt zijn eigen eisen aan het werk van gemeente, bewoners,
ondernemers en maatschappelijke partners, zoals politie, woningbouwcorporaties
en welzijns- en zorginstellingen. Veel opgaven kunnen uitsluitend tot een goed
resultaat gebracht worden als partijen samenwerken in netwerken. Bij
gebiedsgericht werken staat het gebied centraal en wordt vanuit de verschillende
afdelingen en samen met burgers en maatschappelijke organisaties gewerkt aan
oplossingen voor de opgaven en kansen in het gebied. De aanpak wordt daarbij
bepaald op basis van analyse en specifieke kennis van het gebied.
Inleiding
Samenwerking is het centrale motto voor ons handelen in deze collegeperiode.
Samenwerking met de gemeenteraad, bewoners, instellingen, bedrijven en onze
eigen organisatie. En zeker ook met onze buurgemeenten en in grotere regionale
verbanden. Onze medewerkers zullen meer dan voorheen hun blik naar buiten
richten en flexibel en projectmatig werken om zich samen met interne en externe
partners in te zetten voor een sterk en sociaal Vlaardingen. Vlaardingen is van ons
allemaal. Samen werken we aan de stad en kijken we naar elkaar om. Meer en
meer willen bewoners zelf medeverantwoordelijk zijn voor wat er in hun omgeving
gebeurt. Wij bieden ruimte voor initiatieven die vanuit buurten en organisaties
worden ontwikkeld. Het ontstaan van nieuwe netwerken en structuren wordt
gestimuleerd.
<<<
<<
Om ook bestuurlijk de aandacht voor gebieds- en buurtgericht werken te
verankeren, zijn er wijkwethouders. De wijkwethouder is het bestuurlijk oog en oor
en het eerste bestuurlijk aanspreekpunt in de wijk namens het college. Hij is
bereikbaar en zichtbaar voor bewoners en haalt informatie uit de wijk. De
wijkwethouder moet de afstand tussen bewoner en bestuur verkleinen en de
betrokkenheid van bewoners verhogen. Dat is een logische tendens: bewoners
weten als geen ander wat er speelt in hun wijk en buurt.
De organisatie wordt slimmer en compacter georganiseerd. Daarbij gaat het om
verlaging van de operationele kosten en niet om het aantal formatieplaatsen. Wij
blijven inzetten op slimmere werkprocessen en ontschotting van de organisatie.
Het resultaatgericht en projectmatig werken wordt verder verbeterd. De afgelopen
periode is binnen de organisatie een forse efficiencywinst bereikt en dat maakt de
mogelijkheden voor deze periode kleiner. Daarom worden samen met de raad de
niet-wettelijke taken en het uitvoeringsniveau van wettelijke taken kritisch tegen
het licht gehouden.
16
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 ‘Vasthouden en versterken van gebiedsgericht werken: van meepraten naar
meedoen’, plan van aanpak gebiedsgericht werken (2013)
 Gebiedsprogramma’s 2015-2018 (2014)
 Notitie wijkwethouders (2014)
 Programma Burgerparticipatie ‘Vlaardingers aan zet’ (2014)
 Dienstverleningsvisie Vlaardingen 2010-2014 ‘Vlaardingen geeft Antwoord©’
(2010)
 Nota strategisch personeelsbeleid: Sturen op ontwikkeling (2013)
Autonome ontwikkelingen
Metropoolregio Eind juli 2014 heeft de Tweede Kamer het wetsvoorstel tot
opheffing van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen plus (WGRplus)
behandeld. Daarmee is de vorming van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag
(MRDH), maar ook de opheffing van de stadsregio Rotterdam weer een stap
dichterbij gekomen. De Tweede Kamer heeft ermee ingestemd dat voor deze
regio de BDU (Brede doeluitkering) gelden naar de metropoolregio worden
overgeheveld, wat een belangrijke voorwaarde voor de deelnemende gemeenten
was om deel te nemen aan de gemeenschappelijke regeling MRDH. In de
raadsvergadering van 9 oktober 2014 heeft de gemeenteraad zijn zienswijze
gegeven op de Agenda Economisch Vestigingsklimaat, op de
Bereikbaarheidsagenda, op de ontwerp begroting 2015 en op diverse regelingen
en verordeningen. Op korte termijn zullen de gemeenten ook de leden van het AB,
de bestuurscommissies en de adviescommissies aanwijzen. Het is de bedoeling
dat de MRDH zo snel mogelijk van start gaat als de Eerste Kamer heeft ingestemd
met het wetsvoorstel tot intrekking van de WGRplus. Of die startdatum per 1
januari 2015 al een feit zal zijn is echter twijfelachtig. Als die datum niet wordt
gehaald zullen de stadsregio’s Rotterdam en Haaglanden een gezamenlijke
projectorganisatie inrichten voor de uitvoering van de MRDH-agenda’s. Die
projectorganisatie zal voortbestaan tot het moment dat de gemeenschappelijke
regeling MRDH daadwerkelijk in werking is getreden. Zie ook de paragraaf
verbonden partijen.
Ambitie 1 – Bestuur en participatie ‘Mensen hebben maximaal de ruimte
om de verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen situatie, de buurt en in
de stad. Initiatieven vanuit de samenleving ontmoeten een warm onthaal en
belanden snel op de bestuurstafel’
<<<
<<
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Onderzoek naar hoe inwoners van Vlaardingen meer zelf aan zet kunnen zijn,
zonder bemoeienis van de gemeente, of eventueel door de gemeente
gefaciliteerd;
 In den lande zijn veel goede voorbeelden zichtbaar. Die worden
geïnventariseerd en toegespitst op gebruik in Vlaardingen;
 Experimenten en proeftuinen op het gebied van participatie;
 Vrijwilligerswerk is van groot belang voor het vormen van netwerken. Het
uitvoeringsprogramma Vrijwillige Inzet bevat een aantal activiteiten om het
aantal vrijwilligers te stimuleren;
 Deskundigheidsbevordering bij medewerkers om participatie in de genen te
krijgen;
 Aanpassen van werk- en besluitvormingsprocessen zodat die initiatieven
vanuit de samenleving stimuleren en vergemakkelijken;
 Onderzoeken hoe risico’s zo goed mogelijk kunnen worden afgedekt zonder
initiatieven vanuit de samenleving te frustreren.
17
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Ambitie 2 – Dienstverlening ‘Via alle contactkanalen wordt zo goed en
efficiënt mogelijk gereageerd op (aan)vragen van burgers, ondernemers en
medewerkers van instellingen, met specifieke aandacht voor optimaal
gebruik van het digitale contactkanaal’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Binnen de servicenormen, per contactkanaal vastgesteld, reageren;
 Bejegening via elk kanaal volgens de binnen de organisatie gestelde
‘huisregels’;








Reductie van de wachttijd bij het Telefonisch Informatiecentrum (TIC);
Speciale aandacht voor tijdige beantwoording van brieven door optimalisering
van het postproces;
Beantwoording digitale (aan)vragen vanuit één afzendadres;
Tijdens de reguliere contacten promoten van digitale
dienstverleningsmogelijkheid;
Handhaven van huidige goede kwaliteit van de baliedienstverlening;
Continuering van de mystery-onderzoeken met een op maat gemaakte versie;
Kwaliteitsvergelijking met andere gemeenten met behulp van Benchmarking
Publiekszaken (w.o. klanttevredenheidsonderzoeken);
Sturing op optimale, adequate en efficiënte dienstverlening via alle
contactkanalen met behulp van een kwaliteitsmonitor dienstverlening.


Met de raad de niet-wettelijke taken en het uitvoeringsniveau van de wettelijke
taken scherper tegen het licht houden en op grond daarvan komen tot
noodzakelijke keuzes;
Met behulp van Lean werkprocessen optimaliseren en hiermee de effecten
van de formatiereductie op kwaliteit dienstverlening en werkdruk voorkomen.
*_PIOFACH is een acroniem binnen de bedrijfsvoering waarmee alle relevante
bedrijfsvoering elementen gebundeld zijn. Personeel, Inkoop, Organisatie,
Financiën, Automatisering, Communicatie en Huisvesting.
Meer informatie over de bedrijfsvoering vindt u in de paragraaf Bedrijfsvoering.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
18
Vanaf volgend jaar zal de score op het tijdig reageren van brieven en e-mail ook
gemeten worden en als indicator worden opgenomen.
Ambitie 3 – Bedrijfsvoering ‘Een slimme en compacte organisatie waarbij
de operationele kosten verlaagd worden’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Het uitwerken tot het komen van een shared servicecentrum met Maassluis en
Schiedam met betrekking tot de PIOFACH* taken;
 Vacatures worden intern opengesteld en na akkoord van het college selectief
extern mits de formatiereductie op schema ligt;
 Interne trainingen aanbieden om het resultaatgericht en projectmatig werken te
verbeteren;
<<<
<<
Financieel deel programma Bestuur, dienstverlening en participatie
Bezuinigingen
Lasten
€ 17.128
€ 14.857
€ 14.505
€ 14.470
Baten
€ 1.478
€ 1.466
€ 1.454
€ 1.442
€ 15.650
€ 13.390
€ 13.051
€ 13.027
Saldo van baten en lasten
Verlagen ambtelijke inzet door minder regelgeving
2015
2016
2017
2018
€ 20
€ 20
€ 20
€ 20
Toevoegingen reserves
€ 846
€ 846
€ 846
€ 846
Onttrekkingen reserves
€ 464
€0
€0
€0
€ 16.032
€ 14.236
€ 13.896
€ 13.873
Verlagen uitgavencommunicatie en gemeentepagina
€ 36
€ 36
€ 86
€ 86
Verlagen ambtelijke inzet balies Burgerzaken
€ 50
€ 50
€ 100
€ 100
Lagere kapitaallasten stadskantoor
€ 400
€ 400
€ 400
€ 400
Lagere kapitaallasten door afsluiten diverse kredieten
€ 277
€ 270
€ 264
€ 260
Inkomsten door verkoop van flat Maasboulevard
€ 900
€0
€0
€0
Verlagen bijdrage aan regio vanwege Metropoolregio
€ 75
€ 150
€ 150
€ 150
Verlagen uitgaven samenw. MVS digitale topografie
€ 23
€ 23
€ 23
€ 23
-€ 200
€ 100
€ 100
€ 100
Verlagen uitgaven arbeidsvoorwaarden
€ 400
€ 700
€ 900
€ 1.000
Verlagen uitgaven overhead organisatie
€0
€ 100
€ 250
€ 500
€ 236
€ 236
€ 236
€ 236
€ 2.217
€ 2.085
€ 2.529
€ 2.875
Verlagen uitgaven verzekering arbeidsongeschiktheid
Verlagen uitgaven verzekeringen
Ruimtevragers
2015
2016
2017
2018
Exploitatielasten kantoorpand Westhavenkade 85
-€ 500
-€ 500
-€ 500
-€ 500
Salarisbegroting
-€ 400
-€ 700
-€ 900 -€ 1.000
-€ 80
-€ 80
Beveiliging (Trigion) stadhuis
-€ 80
-€ 80
-€ 980 -€ 1.280 -€ 1.480 -€ 1.580
Baten en lasten
Raming programma
2015
(bedragen x € 1.000)
<<<
<<
2016
2017
2018
Geraamd resultaat
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
+
-
31/12/'15
€ 502
€0
€0
€ 502
Onderhoud gebouwen <R>
€ 1.490
€ 846
€ 13
€ 2.322
Pensioenverplichting B&W <V>
€ 6.083
€ 240
€0
€ 6.323
Frictiekosten takendiscussie <V>
€ 2.158
€ 2.800
€0
€ 4.958
Informatisering/kenniscentrum <R>
Reserve Informatisering/kenniscentrum (6042) Om de informatiehuishouding
aan te passen aan de maatschappelijke en wettelijke eisen van deze tijd is in 2007
een incidenteel budget beschikbaar gesteld van € 1.050.000. Dit bedrag is
bestemd voor het opbouwen van een kennisbestand, het ontwikkelen en bijhouden
van een strategische kaart van Vlaardingen en het moderniseren en aanpassen
van de informatievoorziening aan de wettelijke eisen.
Reserve onderhoud gebouwen (6090) In de vergadering van 19 juni 2008 heeft
de raad besloten tot bestemmen van een bedrag van € 2.740.000 voor groot
onderhoud gebouwen (was voormalige onderhoudsvoorziening). Jaarlijks wordt
het geraamde bedrag aan reserveringen voor groot onderhoud toegevoegd en
daadwerkelijke uitgaven voor groot
onderhoud onttrokken aan de reserve.
19
Specificatie van de baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
Lasten
Baten
2015
2015
2016
2016
2017
2017
2018
2018
€ 3.069
€
100
€ 3.069
€
100
€ 3.069
€
100
€
550
€
-
€
550
€
-
€
550
€
-
€ 1.585
€
183
€ 1.510
€
171
€ 1.497
€
159
€
-
€
-
€
-
Bestuursorganen
€ 3.167
€
100
Staf Directie en Bestuur
€
550
€
-
Bestuursondersteuning
€ 4.406
€
195
€
-
Griffie
€
Dienstverlening burgerzaken
€ 4.441
637
€ 1.083
€ 4.402
€ 1.083
€ 4.368
€ 1.083
€ 4.361
€ 1.083
Publieksinformatie
€ 2.021
€
464
€ 1.958
€
-
€ 1.820
€
-
€ 1.815
€
-
Bedrijfsvoering
€
471
€
100
€ 1.362
€
100
€ 1.285
€
100
€ 1.280
€
100
Gebiedsontwikkelingen initiatieffase
€ 2.280
€
-
€ 2.144
€
-
€ 2.121
€
-
€ 2.118
€
-
Vastgoedbeheer
Intern gebouwbeheer
€
€
€
€
-
€
€
€
€
-
€
€
€
€
-
€
€
€
€
-
Totaal
€ 17.974
-
€ 1.942
€
632
-
€ 15.702
€ 1.466
€
626
-
€ 15.351
€ 1.454
€
Vervanging centrale apparatuur
<<<
Afschr.
termijn
4 jaar inv.
kap.l.
4 jaar inv.
kap.l.
<<
2014
2015
€
216
€
234
2016
€
€
€
€
216
64
234
69
2017
€
€
€
€
216
125
234
135
2018
€
€
€
€
-
€ 15.315
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
Vervanging randapparatuur
625
216
184
234
199
€ 1.442
20
2. Veiligheid en handhaving
woninginbraak. Deze delicten hebben met elkaar gemeen dat ze een zeer grote
invloed hebben op het onveiligheidsgevoel van de burger. Het substantieel
verhogen van de pakkans van daders, en daarmee het terugdringen van deze
criminaliteit is landelijk en lokaal ook ons speerpunt van beleid.
Toenemende verwachtingen van bestuur en burger zorgen ervoor dat de komende
jaren de behoefte aan de bijdrage van onze toezichthouders en handhavers
onverminderd groot blijft. Een terugtredende politie op deze terreinen zal deze
behoefte alleen nog maar doen toenemen. Verschuiving naar een
participatiemaatschappij betekent voor onze toezichthouder en handhavers dat de
bijdrage aan een veilige, gezonde en schone omgeving steeds meer samen met
de burgers en bezoekers zal gaan plaatsvinden.
Repressief optreden blijft nodig, maar we zullen de balans zien verschuiven in de
richting van samenwerking, informatie en motivatie met als doel de regels die we
samen hebben gemaakt na te leven. Mensen en middelen zijn beperkt voorhanden
en zullen meer dan vroeger alleen bij duidelijke noodzaak beschikbaar zijn. We
optimaliseren onze inzet ook door zoveel mogelijk gebruik te maken van
automatisering en digitalisering.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 BOA jaarplan (2014)
 Kadernota Integraal Veiligheidsplan 2015-2018 (2014)
 Uitvoeringsnota Integraal Veiligheidsplan 2015 (2014)
Ambitie 4 – Fysieke veiligheid ‘Adequate bescherming tegen (de gevolgen
van) incidenten en rampen en het vergroten zelfredzaamheid burgers’
Inleiding
De inrichting en het beheer van de openbare ruimte, de samenstelling van het
woningbestand, de sociale cohesie in de buurten, de aanwezigheid van de politie
en handhavers. Het zijn allemaal zaken die het gevoel van veiligheid van de
Vlaardingers beïnvloeden. Naast aandacht voor sociale veiligheid hebben wij
voortdurend aandacht voor externe veiligheid. De grote economische
bedrijvigheid in en rond Vlaardingen maakt die voortdurende aandacht extra
noodzakelijk. Op het gebied van veiligheid zijn veel taken overgedragen aan
regionale organisaties. De ambities die wij hebben zijn dan ook in
overeenstemming met het regionaal beleidsplan Politie Eenheid Rotterdam 20152018. Dat beleid heeft als speerpunt de aanpak van High Impact Criminaliteit.
Onder High Impact Criminaliteit wordt criminaliteit verstaan die diep ingrijpt op de
persoonlijke levenssfeer van burgers: geweldsdelicten, straatroof, overvallen en
<<<
<<
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Trainingen opzetten op basis van OTO (Oefenen-Trainen-Opleiden);
 Maandelijkse training LCMS (omgaan met Landelijk Communicatie
Management Systeem dat wordt gebruikt binnen de rampenbestrijding);
 Rampenoefening organiseren, minimaal tweemaal per jaar;
 Ontwikkeling actuele risicokaarten rampenstaf;
 Inventariseren van calamiteitenplannen van instellingen (bv. scholen op basis
van Convenant Veilige Scholen). Deze worden in beeld gebracht en beter
afgestemd;
 Inzet en evaluatie programma Brandveilig Leven; in dit kader daarbij 450
woningen per jaar bezoeken;
21

Verkeersveiligheid in het kader van rampenbestrijding verbeteren. Locaties
beter bereikbaar maken voor hulpverleningsdiensten (thans 20 slecht
bereikbaar, dit aantal wordt naar 15 teruggebracht in 2016).
Ambitie 5 – Sociale veiligheid ‘Het substantieel verhogen van de pakkans
van daders, en daarmee het terugdringen van deze criminaliteit is landelijk
en lokaal ook ons speerpunt van beleid’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Gebruik van alcohol en drugs door jongeren leidt vaak tot overlastsituaties,
zowel in het uitgaanscentrum als in woonwijken. Daarnaast zijn alcohol en
drugs slecht voor de gezondheid en de ontwikkeling van de betreffende
jongeren. Daarom zetten wij acties in om het ondermijnende effect van
criminele jeugdgroepen op de veiligheid en veiligheidsbeleving in de wijk terug
te dringen;
 Infrastructuur van drugscriminaliteit verstoren (tussenhandel en straathandel).
Hierbij zullen alle middelen die het bestuur ter beschikking staan worden
aangewend, zoals op het gebied van aanpak hennepteelt;
 Lokaal ondermijnende werking van de georganiseerde criminaliteit verstoren
en het bemoeilijken van de lokale inbedding. Hierbij zullen alle middelen die
het bestuur ter beschikking staan worden aangewend. Concrete doelstellingen
worden nader aangegeven in de Uitvoeringsnota Integraal Veiligheidsplan
2015;
 Voor de volgende onderdelen worden concrete doelstellingen aangegeven in
de Uitvoeringsnota Integraal Veiligheidsplan 2015: (On)Veiligheids-beleving
burgers en ondernemers, Kwetsbare wijken, Kwetsbare personen en
Woonoverlast.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
<<<
<<
Ambitie 6 – Handhaving ‘Onze toezichthouders en handhavers leveren een
bijdrage aan een veilige, gezonde en schone omgeving’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Dagelijkse surveillance en integrale acties op het gebied van horeca,
bedrijventerreinen, openbaar gebied (hondenoverlast, parkeerexcessen,
verkeerd aangeboden afval), jongerenoverlast en alcohol 18 minners;
 Opkopers van bijvoorbeeld sieraden en auto’s worden gecontroleerd via het
Digitaal Opkopersregister;
 Met de inzet bij het opsporen en ontmantelen van hennepkwekerijen zal
worden doorgegaan, met als mogelijk (recidive) gevolg sluitingen van
bedrijfspanden en woningen;
 Uitbreiding van het aantal buurtwachters bij buurtpreventie wordt nagestreefd.
Wij zetten ons in om meer burgers bij buurtpreventie te betrekken om de
loopfrequentie te verhogen;
 In 2015 zal een digitaal handhavingssysteem operationeel worden waardoor er
efficiënter en doelgerichter gesurveilleerd kan worden. Met dit systeem zal dan
ook managementinformatie voorhanden komen waardoor de surveillance beter
gestuurd kan worden. Dit systeem biedt tevens de mogelijkheid om gegeven
waarschuwingen te registreren en op te vragen.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
22
€ 66
€ 66
€ 66
€ 66
Saldo van baten en lasten
€ 9.206
€ 9.176
€ 9.079
€ 9.022
Toevoegingen reserves
€0
€ 30
€ 9.176
€0
€ 30
€ 9.146
€0
€ 30
€ 9.049
€0
€ 30
€ 8.992
Baten
Financieel deel programma Veiligheid en handhaving
Bezuinigingen
Verlagen ambtelijke inzet Lichtblauwe Brigade
2015
2016
2017
2018
Onttrekkingen reserves
€ 100
€ 100
€ 150
€ 200
Geraamd resultaat
€ 100
€ 100
€ 150
€ 200
Reserves en voorzieningen
Om invulling aan de taakstelling bij Toezicht en Handhaving vorm te geven wordt
er geen reductie op het aantal formatieplaatsen toegepast. De komende 4 jaar
wordt er geleidelijk minder personeel ingehuurd om uiteindelijk in 2018 op de
gestelde verlaging uit te komen. Voordeel hiervan is dat er eigen goed opgeleid
personeel op straat behouden blijft.
1/1/'15
Aanpak hennepkwekerijen <R>
2015
2016
2017
2018
€ 9.272
€ 9.242
€ 9.145
€ 9.088
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Specificatie van de baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Brandweer en rampenbestrijding
Integraal veiligheidsbeleid
Veiligheidsmaatregelen
Veiligheidsassistentie
Handhaving
Totaal
Lasten
€
€
€
€
€
€
Baten
2015
4.769 €
381 €
69 €
1.616 €
2.437 €
9.272 €
2015
96
96
Investeringen
Geen.
<<<
<<
Lasten
€
€
€
€
€
€
2016
4.769 €
381 €
69 €
1.605 €
2.418 €
9.242 €
Baten
2016
96
96
Lasten
€
€
€
€
€
€
+
€0
€ 30
Reserve aanpak hennepkwekerijen (6046) In het kader van een bestuurlijke
aanpak, gericht op het voorkomen van brandgevaarlijke situaties en het
aanpakken van criminele organisaties, wordt een gespecialiseerd bedrijf ingehuurd
voor de ontmanteling van de hennepkwekerijen. De reserve wordt aangewend om
indirecte kosten te dekken van het opruimen van hennepkwekerijen.
Baten en lasten
Raming programma
€ 152
2017
4.769 €
381 €
69 €
1.537 €
2.389 €
9.145 €
Baten
Lasten
Baten
2017
96
96
2018
4.769
381
69
1.484
2.385
9.088
2018
96
96
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
23
van beslissingen en het uitvoeren van activiteiten op alle beleidsterreinen: nu en in
de toekomst. Wij kiezen voor ecologisch verantwoorde oplossingen waarmee winst
wordt geboekt op sociaal en economisch terrein. Wij geven als gemeente zelf het
goede voorbeeld.
3. Groen en milieu
Om onze ambitie te realiseren kiezen wij voor een programmatische aanpak als
extra impuls op de al bestaande inzet. Inhoudelijk is het programma een succes
als belangrijke stappen zijn gezet om in 2050 een klimaatneutrale stad en in 2025
een klimaatbestendige te zijn en een substantiële bijdrage is geleverd aan het doel
om in 2025 een reductie van 40% van de CO2‐uitstoot te hebben gerealiseerd ten
opzichte van 1990. Verder willen wij dat de grenswaarden voor fijnstof (PM10) niet
worden overschreden, dat die voor stikstofdioxide (NO2) worden gehaald in 2015
en dat het aantal geluidgehinderden in 2025 met 30% is verminderd ten opzichte
van 2006.
Procesmatig is het programma een succes als bij de gemeente, burgers, bedrijven
en instellingen de bewustwording is gegroeid dat duurzaam denken en doen
noodzakelijk is voor een leefbare samenleving nu en in de toekomst. Er dient een
positieve tendens waarneembaar te zijn dat de gemeente, burgers, bedrijven en
instellingen in hun beslissingen en activiteiten duurzaam handelen.
De inzet van de Federatie Broekpolder heeft ertoe geleid dat de groene en
recreatieve waarde van de Broekpolder aanzienlijk is versterkt. De komende
periode ontbreekt de ruimte voor nieuwe gemeentelijke investeringen. De
Federatie zal zich vooral moeten richten op de exploitatie en het beheer van het
gebied, zo mogelijk met publiek private maatschappelijke samenwerking.
Inleiding
Vlaardingen wil zowel voor zijn huidige bewoners als voor toekomstige generaties
een duurzame stad aan het water zijn: schoon, groen en gezond. Uitgangspunt is
om samen met burgers, bedrijven, maatschappelijke organisaties en
medeoverheden te werken aan een stad met een hoge kwaliteit van leven waar
het prettig wonen, werken en recreëren is.
Stimuleren van duurzame ontwikkeling is daarin een cruciale factor. Duurzame
ontwikkeling betekent dat wordt voorzien in de huidige behoefte, zonder dat dit ten
koste gaat van toekomstige generaties. Een goede balans tussen sociale,
ecologische en economische waarden is voor ons het uitgangspunt bij het nemen
<<<
<<
Binnen dit programma worden ook de taken op het gebied van afvalwater en
huishoudelijk afval uitgevoerd. Al het stedelijke afvalwater wordt gezuiverd. De
vuilemissie op stedelijke watergangen is gering en mag niet verder toenemen. De
emissie op de Nieuwe Maas moet verder worden teruggedrongen door het
afkoppelen van schone verharde oppervlakken. Het rioleringssysteem moet in
goede staat zijn. Qua grondwater voldoet Vlaardingen aan de gemeentelijke
zorgplicht.
De landelijke ambitie om 65% van het huishoudelijk afval te recyclen in 2015 is
zeer ambitieus. Momenteel ligt het landelijke percentage rond de 50%. In
Vlaardingen werd in 2013 25% van het huishoudelijk afval gescheiden ingezameld.
24
Een complicerende factor hierbij speelt het hoge percentage hoogbouw dat
Vlaardingen heeft met minder mogelijkheden tot gescheiden opslag , het
achterblijvende scheidingsgedrag van de burger en illegale dumping van
bedrijfsafval in containers voor de huishoudens. Voor wat betreft de kosten voor
afvalbeheer (exploitatie en afvoer) dragen efficiencymaatregelen ertoe bij dat de
kosten zich in 2015 op hetzelfde niveau kunnen verhouden als het voorgaande
jaar.



Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Programma Duurzaamheid 2012-2015 ‘Samen voor een duurzaam
Vlaardingen’ (2012)
 Ambitiedocument Gebiedsgericht Milieubeleid (2012)
 Visiedocument Externe Veiligheid (2012)
 Groenplan Vlaardingen (2012)
 Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (VGRP) (2013)



Autonome ontwikkelingen
Duurzaamheid Er is een licht dalende trend in de CO2-uitstoot zichtbaar, die
evenwel onvoldoende is om onze doelstelling in 2025 te halen. De extra inzet
vanuit het programma Duurzaamheid in samenwerking met maatschappelijke
partners en burgers blijft noodzakelijk. Dit geldt ook voor de luchtkwaliteit en
geluidsoverlast, zeker in de wetenschap dat door de aanleg van de
Blankenburgtunnel en het doortrekken van de A4 er meer autoverkeer rond
Vlaardingen gaat ontstaan. Duurzaamheid komt steeds prominenter op de agenda.
Hieraan dragen onze eigen acties bij, maar zeker ook de toenemende
belangstelling van landelijke media voor duurzaamheid. Die spelen nadrukkelijk in
op het groeiende besef dat duurzaamheid loont, zowel ecologisch, sociaal als
economisch. Met name de economische betekenis van duurzaamheid is op dit
moment de grootste drijfveer voor burgers, ondernemers, instellingen en
overheden om te investeren in duurzaamheid. Als gevolg hiervan zien wij dat
steeds meer geïnvesteerd wordt in energiebesparende maatregelen, duurzame
energie(opwek)systemen, duurzame mobiliteit en duurzaam grondstoffengebruik.
Ambitie 7 – Openbaar groen ‘Vlaardingen is een groene stad. De strategie
is gericht op het op een duurzame wijze in stand houden, onderhouden en
waar mogelijk verbeteren van het groen areaal’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
<<<
<<




Uitvoering geven aan het groenplan Vlaardingen Blijvend Groen, met daarin
opgenomen het uitvoeren van een Visual Tree Assesment (VTA controle)
waarbij jaarlijks 1/3 van het bomenbestand wordt geïnspecteerd;
Als gevolg van de kastanjebloedingsziekte is na onderzoek in 2014
vastgesteld dat een aantal kastanjes moet worden gekapt. Afhankelijk van de
resultaten worden passende maatregelen getroffen. De veiligheid in de
buitenruimte heeft hoge prioriteit;
Voor 2015 wordt zoals gebruikelijk een planmatig onderhoudsprogramma
opgesteld waarbij de onderhoudsmaatregelen aan groen, verkeer,
verhardingen, riolering en water zo veel mogelijk integraal worden aangepakt;
Nieuwbouw-, renovatie- en herinrichtingsplannen worden standaard van een
groenontwerp voorzien, dat is afgestemd op het vastgestelde beheerniveau en
onderhoudsbudget;
Duurzaam bouwen wordt gestimuleerd, met daarbij een duurzaam ingerichte
buitenruimte met bijpassend groen;
In het voorjaar van 2014 is de kudde runderen in de Broekpolder uitgebreid om
o.a. de reuzenberenklauw te bestrijden. De grotere kudde zal een positieve
bijdrage leveren aan de verdere natuurlijke ontwikkeling van het gebied. De
begrazing wordt elk jaar geëvalueerd;
De inzet en betrokkenheid van burgers bij het onderhoud is van essentieel
belang. Wijkdeals en adoptie van delen van het groen in de directe
woonomgeving van de burger wordt gestimuleerd en gefaciliteerd;
Onder de naam van Publiek Private Maatschappelijke Samenwerking (PPMS)
worden voor de Broekpolder de mogelijkheden van een nieuwe (beheer)
organisatie onderzocht waarbij ook bekeken wordt om beheerstaken van het
gebied over te dragen aan de Federatie Broekpolder;
Het Integraal Inrichtingsplan Broekpolder (IIB) wordt getemporiseerd
uitgevoerd. Er wordt gewerkt aan twee voorrangsprojecten uit het Integraal
Inrichtingsplan Broekpolder, te weten het Archeologische Educatief
Erf/Natuurkampschool en het Recreatietransferium langs de Vaart;
In samenspraak met bewoners hun initiatief tot behoud van dierenweide
Hofsingel nader onderzoeken.
25
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Ambitie 8 – Afval en riolering ‘Al het stedelijke afvalwater wordt gezuiverd.
De vuilemissie op stedelijke watergangen is gering en mag niet verder
toenemen. Het afvoeren van huishoudelijk afval wordt zo efficiënt mogelijk
uitgevoerd’
26
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Inzetten op een doelmatige inzameling en verwerking van hemelwater en
voorkomen van verontreiniging van water en bodem;
 Het afkoppelen van gebieden bij herstructurering en ophoging. Het inspecteren
van riolering en daar waar nodig vervangen;
 Grondwater: voor het openbaar gebied worden maatregelen getroffen om
structureel nadelige gevolgen zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken;
 In 2012 hebben we een gerichte aanpak beschreven in het Actieplan
Huishoudelijk Afval 2012-2015. Hierin richten we ons met name op het
verbeteren van scheidingsgedrag en efficiëntere afvalinzameling door de
vervanging van blokcontainers door ondergrondse containers voor restafval.
Tot en met 2015 zullen circa 900 ondergrondse containers voor restafval
worden geplaatst;
 Verder zijn 8.000 huishoudens met een tuin voorzien van minicontainers voor
het groente-, fruit- en tuinafval. Hierbij is de verwachting dat de opbrengst voor
gft aanzienlijk zal toenemen. Wij zullen onderzoek instellen naar de
mogelijkheden van nascheiding van huishoudelijk afval;
 Door het invoeren van een containermanagementsysteem zullen wij in staat
zijn om illegaal storten van bedrijfsafval in de ondergrondse containers tegen
te gaan.
<<<
<<
Ambitie 9 – Milieu en duurzaamheid ‘Er dient een positieve tendens
waarneembaar te zijn dat de gemeente, burgers, bedrijven en instellingen in
hun beslissingen en activiteiten duurzaam handelen’
Om bij te dragen aan deze ambitie starten wij de volgende acties:
 In samenwerking met het Platform Duurzaam Vlaardingen streven wij naar een
versnelling in de verduurzaming van de gebouwde omgeving;
 Door acties, onder andere in samenwerking met de Marktplaats Duurzaam
Bouwen en ondersteund vanuit het Energieakkoord, willen wij de
verduurzaming van woningen, bedrijven, scholen en ander (maatschappelijk)
vastgoed versnellen;
 Tot en met 2016 nemen wij als coördinerende gemeente deel aan een
Stadsregionale samenwerking om de verduurzaming van particuliere
woningen te versnellen;








Bedrijventerreinen willen wij stimuleren en ondersteunen bij acties om energie
te besparen (gebouw en proces), duurzame energie te gebruiken en zelf op te
wekken, hun vervoer te verduurzamen, etc.;
De DCMR voert voor ons op basis van de Wet Milieubeheer controles uit
gericht op een jaarlijkse vermindering van de CO2-emissies met ten minste
5% vanaf 2015, ofwel ongeveer 110 kiloton per jaar, bij bedrijven die jaarlijks
meer dan 50.000 kWh of meer dan 25.000 m3 gas verbruiken (betreft het
opleggen van energiebesparende maatregelen die binnen 5 jaar zijn
terugverdiend);
Wij stimuleren dat burgers, bedrijven en instellingen, al dan niet georganiseerd
in bijvoorbeeld een energiecollectief, hun eigen energie duurzaam gaan
opwekken;
Ter uitvoering van het Stadsregionale convenant windenergie onderzoeken wij
de haalbaarheid en wenselijkheid van de realisatie van windmolens. Hierbij
werken wij samen met burgers, bedrijven en instellingen die deze windmolens
willen exploiteren;
Met het verduurzamen van ons eigen wagenpark en stimuleringsmaatregelen
(in samenwerking met het programma Schoon op Weg van de Stadsregio)
streven wij ernaar dat een steeds groter aandeel voertuigen van het gehele
publieke en private wagenpark schoon/milieuvriendelijk is;
Bij de aanbesteding van infrastructurele maatregelen zijn maatregelen voor het
verbeteren van de luchtkwaliteit en het verminderen van geluidhinder een
ontwerpeis;
Wij streven naar Duurzame Gebiedsontwikkeling en in alle relevante plannen
nemen wij een duurzaamheidsparagraaf op;
De gemeentelijke organisatie verduurzaamt haar bedrijfsvoering, vastgoed en
wagenpark en stelt daartoe een Uitvoeringsplan Duurzaamheid op.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
<<<
<<
27
Financieel deel programma Groen en milieu
Bezuinigingen
2015
2016
2017
2018
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Verlagen uitgaven groenonderhoud, efficienter werken
€0
€ 50
€ 100
€ 150
Verlagen uitgaven door sluiting duurzaamheidscentrum
Verlagen uitgaven door gezamenlijke grondbank MVS
-€ 170
€ 150
€ 150
€ 150
Verlagen uitgaven voor kinderboerderij
€0
€ 100
€ 100
€ 100
Verlagen uitgaven Heemtuin
€0
€ 20
€ 20
€ 20
-€ 120
€ 370
€ 420
€ 470
Om invulling aan de verschillende taakstellingen bij het product ‘Groen, waaronder
Heemtuin, dierenweides, kinderboerderij en Duurzaamheidscentrum’ vorm te
geven worden de volgende activiteiten ondernomen:
 uitwerken van de voorkeur om de heemtuin evenals de kinderboerderij in 2015
over te dragen aan een andere organisatie (bijv. een stichting of vereniging);
 het omvormen van de dierenweide in het Marnixplantsoen tot een afgebakend
losloopgebiedje voor honden. De losloopstrook langs de Marnixlaan en in de
rand van het park gelegen, op te heffen;
 in 2014 voorbereidingen treffen om het Duurzaamheidscentrum in 2015 te
sluiten.
Ruimtevragers
Kostendekkendheid lijkbezorging (per saldo)
2015
2016
2017
2018
-€ 50
-€ 50
-€ 50
-€ 50
-€ 50
-€ 50
-€ 50
-€ 50
Baten en lasten
2015
2016
2017
2018
Lasten
€ 21.399
€ 20.862
€ 20.421
€ 20.305
Baten
€ 16.017
€ 16.017
€ 16.017
€ 16.370
Saldo van baten en lasten
€ 5.382
€ 4.845
€ 4.404
€ 3.935
Toevoegingen reserves
€ 594
€ 1.324
€ 4.651
€ 559
€ 1.246
€ 4.158
€ 842
€ 1.144
€ 4.102
€ 855
€ 768
€ 4.022
Raming programma
(bedragen x € 1.000)
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
+
-
31/12/'15
Onderhoud daktuin <R>
€ 280
€ 23
€0
€ 304
Egalisatie riolering <R>
€ 1.846
€ 570
€0
€ 2.416
Egalisatie afvalstoffenheffing/reinigingsrecht <R>
€ 4.481
€0
€ 1.647
€ 2.834
€ 100
€0
€0
€ 100
€ 10
€0
€0
€ 10
Duurzaamheid <R>
Bomenfonds <V>
Reserve groot onderhoud daktuin (6091) In de vergadering van 19 juni 2008
heeft de raad besloten tot het vormen van een onderhoudsreserve voor de daktuin
ter egalisatie van de lasten. De voormalige onderhoudsvoorziening is hiermee –
vanwege verscherpte regelgeving- omgezet in een reserve.
Reserve Egalisatie rioleringsrecht (6056) In de raadsvergadering van 28 mei
2009 is besloten een reserve voor de riolering in te stellen. De voormalige
voorziening is hiermee –vanwege verscherpte regelgeving- omgezet in een
reserve. De gemeentelijke investeringen in renovatie van het rioolstelsel worden
gedekt uit deze reserve.
Reserve Egalisatie afvalstoffenheffing/reinigingsrecht (6055) Bij de vaststelling
van de jaarstukken 2008 heeft de raad besloten een reserve voor de
afvalstoffenheffing in te stellen. De voormalige voorziening is hiermee –vanwege
verscherpte regelgeving- omgezet in een reserve. De egalisatiereserve is bedoeld
om schommelingen in de heffing af te dekken. Verder worden de gemeentelijke
investeringen in ondergrondse afvalinzameling uit deze reserve gedekt
Reserve revolving fund duurzaamheid (6007) In juni 2012 is het programma
Duurzaamheid Vlaardingen 2012-2015 ‘Samen voor een duurzaam Vlaardingen’
door de raad vastgesteld. Voor het uitwerken van een businesscase met
betrekking tot de realisatie van een revolving fund duurzaamheid is in 2013 een
reserve van €100.000,- getroffen.
Voorziening Bomenfonds (6142) Het fonds is bedoeld om in de directe nabijheid
herplant of kwaliteitsverbetering van houtopstand in het openbare gebied te
realiseren. Het fonds wordt gevoed door compensatiestortingen van derden (als
geen vervangende aanplant kan plaatsvinden).
<<<
<<
28
Specificatie van de baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Openb groen en openluchtrecreatie
Afvalverwijdering en -verwerking
Riolering en grondwatertaken
Milieubeheer
Lijkbezorging
Totaal
Lasten
€
€
€
€
€
€
Baten
2015
5.316 €
8.256 €
5.687 €
1.887 €
846 €
21.993 €
2015
122
10.465
5.978
26
750
17.341
Lasten
€
€
€
€
€
€
Baten
2016
2016
4.735 €
122
8.252 € 10.387
5.687 € 5.978
1.871 €
26
875 €
750
21.421 € 17.263
Lasten
€
€
€
€
€
€
Baten
2017
2017
4.635 €
122
8.225 € 10.285
5.693 € 5.978
1.851 €
26
859 €
750
21.263 € 17.161
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2018
4.563
8.202
5.693
1.850
852
21.160
2018
€
122
€ 10.261
€ 5.978
€
26
€
750
€ 17.138
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
Reconstructie groenvoorzieningen
Afschr.
termijn
25 jaar inv.
Uitvoering nieuw Gem. Rioleringsplan
(rendabel via tarieven)
kap.l.
10 jaar inv.
kap.l.
Riolering ophogingsprogramma (rendabel
via tarieven)
Ophalen grafkelders
<<<
10 jaar inv.
kap.l.
10 jaar inv.
kap.l.
<<
2014
€
2016
2017
2018
29
80
€ 1.836
€
2015
429
€
7
€ 1.040
€
266
€
7
€ 1.040
€
409
€
7
€ 1.040
€
547
€
6
€ 1.040
€
680
€
€
€
€
€
769
172
€
€
769
278
€
€
769
381
€
22
€
21
€
21
769
62
152
Binnen de beschikbare middelen moet het onderhoudsniveau van wegen op
innovatieve wijze verbeterd worden. Naast het noodzakelijk meerjarig planmatig
beheer wordt meer dan voorheen ingespeeld op reële wensen die vanuit de
buurten worden aangedragen. Maatwerk per buurt wordt hiermee mogelijk.
Onderzocht wordt in hoeverre onderdelen van het beheer van de openbare ruimte,
met mogelijk een deel van de bestaande budgetten, kunnen worden over gegeven
aan bewoners- en ondernemers-organisaties. Hierbij wordt kennis overgedragen
vanuit de gemeentelijke organisatie. In samenspraak met de corporaties en
bewoners gaan wij na onder welke voorwaarden bewoners meer zeggenschap
kunnen krijgen bij het beheer van speelterreinen. Wij verwachten dat dit tot
kwaliteitsverbetering kan leiden zonder dat dat gepaard gaat met verhoging van de
kosten. De gemeente zelf blijft verantwoordelijk voor de veiligheid in het openbaar
gebied.
4. Verkeer en mobiliteit
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Kadernota Nota Mobiliteit (2014)
 Beleids- en beheerplan Wegen (2014)
 Beheer- en beleidsplan Civieltechnische kunstwerken (2014)
 Parkeernota (2008, gewijzigd in 2011)
 Kadernota Parkeerbeleid Vlaardingen (2008)
 Fietsplan Vlaardingen (2008)
Autonome ontwikkelingen
Inleiding
De bereikbaarheid van het centrum en de doorstroming van het verkeer in de hele
stad heeft prioriteit. Uitgangspunt is een goede balans tussen veiligheid,
bereikbaarheid en milieu. De gemeente stelt hiertoe, in nauw overleg met de
gemeenteraad en het mobiliteitsplatform, een Actieplan Mobiliteit op. De
uitgangspunten van de Parkeernota worden herijkt. Hierbij zal kritisch gekeken
worden naar het tijdsvenster en wenselijkheid van betaald parkeren. Op zondag
blijft parkeren gratis.
Wij kiezen voor een goed bereikbaar stadshart met aantrekkelijke
verblijfsgebieden. Een autoluwe binnenstad is daarvoor een vereiste.
<<<
<<
Verkeer en vervoer Er zijn een aantal autonome ontwikkelingen en trends met
betrekking tot verkeer en vervoer te benoemen. Puntsgewijs:
 Voortgaande stijging van het autobezit;
 Elektrische voertuigen en oplaadpunten;
 Intensiever en meervoudig gebruik van de openbare ruimte;
 De wet tot afschaffing van de WGR+ waarmee tegelijkertijd een
vervoersautoriteit in de noordelijke en zuidelijke vleugel van de Randstad is
geïntroduceerd. Hiermee krijgt het gebied van de metropoolregio RotterdamDen Haag in een vervoerregio de bevoegdheden en middelen op het gebied
van openbaar vervoer en infrastructuur. Deze vervoersautoriteit is tevens de
rechtsopvolger van de verkeer- en vervoertaken die nu door de Stadsregio
worden uitgevoerd.
30
Ambitie 10 – Bereikbaarheid en openbare ruimte ‘Een goede balans tussen
de verschillende functies parkeren, speelplaatsen, water, ondergrondse
containers, en deze verdelen in de beschikbare ruimte’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Het reguleren van vraag en aanbod van parkeerruimte met als doel deze
ruimte beschikbaar te hebben voor de beoogde doelgroep;
 Het financieel resultaat van gereguleerd parkeren is ten minste budgetneutraal;
 Herijken van de uitgangspunten van de parkeernota, resulterend in een
actueel parkeerbeleid dat invulling geeft aan de ambities;
 Zorgen voor uitvoering van het parkeerbeleid door efficiënt parkeerbeheer;
 Voorbereiden van de herziening van onze software voor de uitgifte van
parkeervergunningen, om de werkprocessen efficiënter te maken en de
diensten richting burgers te verbeteren;
 Wij streven naar voldoende waterberging in woonwijken en heeft tevens een
esthetische waarde. Wij streven naar voldoende schone watergangen5;
 Het kwaliteits- en kwantiteitsbeheer van de stedelijke watergangen wordt
uitgevoerd door het Hoogheemraadschap van Delfland. Daaronder valt het
baggeren en maaien van de sloten. Wij houden nauwlettend oog op de
periodieke uitvoering van deze activiteiten. Circa 20% van de beheerkosten
komt voor rekening van Vlaardingen;
 Civieltechnische kunstwerken zijn belangrijke schakels in het verkeersnetwerk
die bijdrage in de bereikbaarheid. De fysieke veiligheid moet op orde zijn. De
basisinstandhouding (schoon, heel, veilig) moet worden gegarandeerd;
 Het centrum van Vlaardingen, de Vlaardingse woonwijken en
bedrijventerreinen zijn goed bereikbaar voor alle verkeersdeelnemers. Het
verkeer kan in Vlaardingen goed doorstromen, waarbij doorgaand autoverkeer
zo veel mogelijk via ontsluitingswegen rijdt en het stadscentrum autoluw is. De
balans tussen veiligheid, bereikbaarheid en het milieu dient hierbij
gewaarborgd te zijn;
 Fietsen wordt gestimuleerd. Hiertoe zijn goede en veilige fietsverbindingen
aanwezig;
 Voor dit jaar wordt wederom een planmatig onderhoudsprogramma opgesteld,
waarbij de onderhoud maatregelen aan groen, verharding en riolering zoveel
mogelijk integraal worden aangepakt;
5
Waterberging is financieel ondergebracht onder dit programma. Beleidsmatig is er minder relatie tussen dit
thema en Verkeer en Mobiliteit. Dit wordt betrokken bij de mogelijke herschikking van de programma’s in 2015.
<<<
<<










De Hoofdstedenbuurt wordt gefaseerd opgehoogd;
In de VOP wordt de riolering in fasen vervangen en tegelijkertijd hebben wij
het streven om in een aantal straten het parkeren beter te faciliteren;
Streven naar een zo goed mogelijke inpassing van de Blankenburgverbinding;
Vlaardingen streeft naar een zo goed mogelijke inpassing van de ombouw
Hoekse Lijn naar Lightrail. De voorbereidingen gaan verder in 2015. Naar
verwachting is de ombouw eind 2017 gereed;
Uitvoering geven aan het Actieplan Mobiliteit. In het actieplan worden de
kaders voor het parkeerbeleid, fietsbeleid, verkeersveiligheid, doorstroming en
bereikbaarheid opgenomen. Dit actieplan vervangt het Gemeentelijk Verkeersen Vervoer Plan 2005-2015;
In 2015 worden de laatste bushaltes aangepast volgens de eis van
haltetoegankelijkheid van het Rijk;
Het mobiliteitsplatform, het overleg met bewoners en ondernemers over de
bereikbaarheid van de stad, wordt in 2015 gecontinueerd;
Ten aanzien van (weg)werkzaamheden vindt coördinatie plaats waardoor de
ontsluiting van de stad gewaarborgd blijft;
Het verbeteren van de bereikbaarheid per fiets, openbaar vervoer en auto van
de Knoop Vijfsluizen in het kader van het vervolgprogramma Beter Benutten
van Rijkswege. Het programma loopt van 2015 tot en met 2017;
Het op aanvraag realiseren van oplaadpunten ter ondersteuning van elektrisch
vervoer.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
31
Financieel deel programma Verkeer en mobiliteit
Bezuinigingen
Verhogen inkomsten door hogere tarieven betaald parkeren
2015
2016
2017
2018
€ 210
€ 210
€ 210
€ 210
€0
€0
€ 395
€ 395
€ 170
€ 168
€ 162
€ 159
€ 35
€ 35
€ 35
€ 35
€ 415
€ 413
€ 802
€ 799
-€ 8
-€ 8
-€ 8
-€ 8
-€ 70
-€ 70
-€ 70
-€ 70
-€ 78
-€ 78
-€ 78
-€ 78
Verlagen kapitaallasten Spoortunnel Marathonweg
Verlagen investering ontsluiting Vijfsluizen
Verlagen uitgaven door versoepelen aanbestedingsregels
Ambitie 11 – Verkeersveiligheid ‘Een verkeersveilig Vlaardingen. Bij
(her)inrichting van het openbaar gebied wordt rekening gehouden met de
kwetsbare verkeersdeelnemer’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Uitvoering geven aan de Nota Verkeerslichten;
 Herinrichtingen van het openbaar gebied worden duurzaam veilig ontworpen.
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Ruimtevragers
Afkoop onderhoud verkeersregelinstallaties
Straatreiniging
Baten en lasten
2015
2016
2017
2018
Lasten
€ 14.879
€ 15.019
€ 15.264
€ 15.104
Baten
€ 1.999
€ 12.880
€ 1.999
€ 13.020
€ 1.999
€ 13.264
€ 1.999
€ 13.105
€0
€0
€ 12.880
€0
€0
€ 13.020
€0
€0
€ 13.264
€0
€0
€ 13.105
Raming programma
(bedragen x € 1.000)
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Reserves en voorzieningen
Door de landelijk ingevoerde nieuwe, verbeterde wijze van ongevallenregistratie
kan met ingang van 2014 weer gebruik gemaakt worden van de gegevens over
geregistreerde verkeersongevallen en het aantal ernstige verkeersslachtoffers
(ziekenhuisgewonden en doden). Deze cijfers zullen dan toegevoegd worden als
indicator met betrekking tot deze ambitie.
<<<
<<
Parkeerfonds <R>
1/1/'15
€ 88
+
€0
€0
31/12/'15
€ 88
Reserve Parkeerfonds (6020) Deze reserve is gevormd uit een afkoopbedrag
negatieve parkeerbalans.
32
Specificatie baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Wegen, straten en pleinen
Parkeren
Waterbeheer
Verkeersmaatregelen
Totaal
€
€
€
€
€
Lasten
2015
11.283 €
1.397 €
366 €
1.833 €
14.879 €
Baten
2015
72
1.862
65
1.999
€
€
€
€
€
Lasten
2016
11.438
1.395
351
1.835
15.019
€
€
€
€
€
Baten
2016
72
1.862
65
1.999
€
€
€
€
€
Lasten
2017
11.691
1.400
341
1.832
15.264
€
€
€
€
€
Baten
2017
72
1.862
65
1.999
€
€
€
€
€
Lasten
2018
11.520 €
1.406 €
339 €
1.838 €
15.104 €
Baten
2018
72
1.862
65
1.999
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
Rehabilitatie elementverharding
Rehabilitatie asfaltverharding
Ophoging Holy-Noord
Ontsluiting Vijfsluizen
Spoortunnel Marathonweg
Aanschaf tractiemiddelen
Aanschaf verlichting
Verkeersregelinstallaties
Uitvoering parkeerbeleid
<<<
Afschr.
termijn
25 jaar inv.
kap.l.
25 jaar inv.
kap.l.
25 jaar inv.
kap.l.
25 jaar inv.
kap.l.
40 jaar inv.
kap.l.
5 jaar inv.
kap.l.
20 jaar inv.
kap.l.
15 jaar inv.
kap.l.
10 jaar inv.
kap.l.
<<
2014
€
€
€
2015
2016
2017
2018
280
€
24
€
23
€
23
€
22
€
22
€
22
€
21
€
21
€
33
€
32
€
31
€
30
€
128
€
125
€ 5.650
€
122
€
119
€
€
€
€
€
€
€
€
134
81
320
61
175
81
100
29
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
396
134
140
320
118
175
115
100
56
€
€
€
€
€
€
€
€
€
389
134
167
320
146
175
131
100
68
33
263
383
€ 1.500
€
332
€
640
€
725
€
200
134
111
320
90
175
98
100
43
verbeteren van de positie van de huidige bewoners (woningen aanbieden naar hun
wensen) en het realiseren van een meer evenwichtige bevolkingsopbouw. Het
Actieplan Wonen wordt periodiek geactualiseerd.
5. Wonen
Wij willen in de prestatieafspraken, die in 2014 opnieuw met de corporaties worden
overeengekomen, vastleggen hoe wordt omgegaan met het voornemen tot sloop
van woningen. Het overleg met bewoners en bewonersvertegenwoordigers neemt
daarbij een belangrijke plaats in. Dit moet uiterst zorgvuldig verlopen. Voor alle
bewoners moet zichtbaar zijn hoe afwegingen zijn gemaakt. In het Actieplan
Wonen zijn aanvullende garanties opgenomen op het gebied van
huisvestingsgarantie en voorrangsbeleid voor bewoners uit
herstructureringsgebieden.
De betrokkenheid van de bewoners laat zich tevens vertalen naar twee grote
ontwikkelingen binnen het Actieplan Wonen. Enerzijds het consumentgericht
bouwen, waarmee de consument meer aan de voorkant van het proces zijn
invloed kan uitoefenen. Anderzijds de flexibiliteit: de gemeente speelt, binnen haar
mogelijkheden, steeds meer in op wijzigingen in plannen als gevolg van de
financiële economische situatie.
We blijven, samen met de corporaties en de zorginstellingen, gedurende het
decentralisatieproces verantwoordelijk voor de integrale organisatie van de zorg
en het wonen van de woon-zorg-doelgroep. We zorgen voor voldoende woningen
(waar mogelijk geclusterd) voor de totale zorgdoelgroep. Hiervoor bedenken we
oplossingen op stedelijke schaal en op wijkniveau, bijvoorbeeld door aanpassing
van bestemmingsplannen.
Inleiding
Het Actieplan Wonen blijft ons kompas voor het te voeren beleid voor
volkshuisvesting en woningbouw. Het Actieplan Wonen is de woonvisie tot 2030
van de gemeente Vlaardingen en woningcorporaties Waterweg Wonen en
Woningstichting Samenwerking Vlaardingen om Vlaardingen als woonstad
aantrekkelijker te maken. Bij het opstellen van het Actieplan Wonen in 2008 is
bijvoorbeeld geconstateerd dat Vlaardingen een te grote voorraad goedkope en
verouderde huurflats uit de jaren vijftig en zestig had en een te klein aanbod van
eengezinswoningen. Door het uitvoeren van het APW willen we met name door
sloop, nieuwbouw en renovatie en het blijven investeren in leefbaarheid en
(sociale) voorzieningen zorgen voor: een kwaliteitsslag in de bestaande
woningvoorraad, betere afstemming tussen vraag en aanbod op de woningmarkt,
het bevorderen van de doorstroming, het vergroten van het woongenot, het
<<<
<<
Wij willen uitbuiting tegengaan en de leefbaarheid van kwetsbare wijken
waarborgen. Daartoe continueren we het beleid dat is vastgelegd in het convenant
met corporaties en uitzendbureaus voor de huisvesting voor arbeidsmigranten. Dit
betekent dat wij de regie voeren ten behoeve van een fatsoenlijke tijdelijke
huisvesting (niet uit de reguliere voorraad) tegen een fatsoenlijke prijs. Voorkeur
daarbij heeft een goede spreiding over de stad in geclusterde woningen. Binnen
de regio zijn afspraken gemaakt over een evenredige verdeling van tijdelijke
plaatsen. Ons uitgangspunt is dat er geen uitbreiding plaatsvindt van het huidige
aantal woningen (circa 300). Dit uitgangspunt wordt heroverwogen als uit
migratiecijfers blijkt dat het aantal arbeidsmigranten in de regio verandert.
34
Nadrukkelijk geven wij aandacht aan de financiële resultaten van de
grondexploitaties, omdat deze resultaten de afgelopen jaren keer op keer negatief
uitpakten, wat onze vermogenspositie danig heeft verzwakt. Om op de lange
termijn een duurzaam en solide financieel beleid te kunnen voeren hebben wij
daarom een bestemmingsreserve van € 10 miljoen getroffen om toekomstige
risico’s op het gebied van grondexploitaties op te vangen.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Actieplan Wonen 2008-2030 (2008)
 Gebiedsvisies (2010)
 Gebiedsprogramma’s 2015-2018 (2014)
 Actualisatie Actieplan Wonen (2014)
 Uitvoeringsprogramma 2014-2015 (2014)
 Prestatieafspraken 2014 (nog vast te stellen)
Autonome ontwikkelingen
Rol woningcorporaties Via wetgeving worden de woningcorporaties gedwongen
terug te gaan naar hun kerntaak; het bouwen, verhuren en beheren van sociale
huurwoningen. Verder worden de toegestane activiteiten aan maatschappelijk
vastgoed en leefbaarheid beperkt. De corporaties zullen hun administratie moeten
splitsen in een Daeb bedrijfsdeel en een niet Daeb deel (Diensten van algemeen
economisch belang). Dat zal moeten gebeuren via een administratieve scheiding
of juridische splitsing. De corporaties zullen hiervoor, zoals het er nu naar uitziet,
een voorstel vóór 1 januari 2016 aan de Minister moeten doen. Op grond van de
nieuwe wetgeving zal het extern en intern toezicht op de woningcorporaties
worden versterkt. Het extern toezicht wordt gesplitst in financieel en
volkshuisvesting toezicht; beiden onder ministeriële verantwoordelijkheid. Het
volkshuisvestelijk toezicht is per 1 januari 2014 ondergebracht bij Inspectie
Leefomgeving en Transport (ILO). Het financieel toezicht gaat naar het ministerie.
Naar aanleiding van de uitkomsten van de parlementaire enquêtecommissie
kunnen er nog wijzigingen in het toezichts- en toetsingskader komen. De positie
van de gemeente wordt versterkt waar het gaat om de bijdrage die de corporaties
moeten leveren aan de gemeentelijke volkshuisvestingsopgave. De nieuwe
regelgeving zal geen verandering brengen in de praktijk van samenwerking tussen
de gemeente en de corporaties met betrekking tot het Actieplan Wonen.
Huisvestingswet De nieuwe Huisvestingswet is op 3 juni 2014 in de Eerste
Kamer vastgesteld. Dit heeft er toe geleid dat de in februari aangepaste regionale
<<<
<<
huisvestingsverordening aangepast moest worden. De raad is hierover
geïnformeerd middels een raadsmemo van 2 juni 2014. Er is een regionaal traject
gestart om te komen tot een nieuwe regionaal afgestemde
huisvestingsverordening. De portefeuillehouder Wonen participeert in de
stuurgroep Woonruimtebemiddeling voor de subregio Waterweg (Vlaardingen,
Maassluis, Schiedam en Hoek van Holland). De nieuwe Huisvestingswet treedt per
1 januari 2015 in werking.
Ambitie 12 – Wonen ‘Vlaardingers kunnen hun wooncarrière in
Vlaardingen doorlopen’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Uitvoeren Actieplan Wonen, gebaseerd op gebiedsvisies en een stedelijk
programma waarin de gewenste ontwikkeling van wijken/buurten is
aangegeven. Onze woningbouwprogrammering wordt uitgevoerd in goed
overleg met de gemeenten in onze sub regio;
 Als gevolg van de marktontwikkeling worden de nieuwbouwambities herijkt.
Vanaf 2015 blijft vooralsnog worden uitgegaan van circa 300
nieuwbouwwoningen per jaar. Binnen de mogelijke productie is de
segmentering binnen de projecten belangrijk om op de vraag te kunnen
reageren;
 Uitvoering geven aan de lopende prestatieafspraken en nieuwe
prestatieafspraken met de woningbouwcorporaties maken;
 Vlaardingse belangen inbrengen bij de regionale verstedelijkingsafspraken en
volkshuisvestingsrichtlijnen;
 Aandacht voor doelgroep met inkomen tussen 33.000 en 43.000 euro;
 Bij besluiten tot sloop worden bewoners betrokken. Huurdersraad en
betreffende bewonerscommissies hebben gekwalificeerd adviesrecht;
 Kunst en cultuur wordt betrokken bij de herinrichting van wijken;
 In 2015 blijft ingezet worden op de ontwikkeling van de Rivierzone.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
35
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
€ 17.195
€ 2.259
€ 17.191
€ 2.487
€ 17.184
€ 2.544
€ 17.183
€ 2.606
€ 300
€ 1.713
€ 846
€ 100
€ 1.713
€ 874
€ 100
€ 1.713
€ 931
€ 100
€ 1.713
€ 993
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
Herinrichting en uitgifte groenstrook Het Scheur <R>
Financieel deel programma Wonen
Particuliere woningverbetering <R>
Bezuinigingen
Afkoopsommen van erfpachttermijnen <R>
2015
2016
2017
2018
€ 85
€ 85
€ 85
€ 85
Verlagen kapitaallasten niet in exploitatie genomen gronden
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Verlagen uitgaven maatsch. investeringen Actieplan Wonen
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
Verhogen inkomsten door nieuwe erfpachtuitgiften
Verhogen inkomsten door verkoop erfpachtgronden
€ 40
€ 40
€ 40
€ 40
€ 425
€ 425
€ 425
€ 425
2015
2016
2017
2018
-€ 50
-€ 1
-€ 1
-€ 1
-€ 50
-€ 1
-€ 1
-€ 1
Ruimtevragers
Klokkentoren Ichthuskerk
Baten en lasten
Raming programma
2015
2016
2017
2018
€ 19.454
€ 19.678
€ 19.728
€ 19.790
(bedragen x € 1.000)
Lasten
<<<
<<
+
-
31/12/'15
€ 33
€0
€0
€ 33
€ 1.804
€0
€ 211
€ 1.593
€15.434
€0
€ 1.400
€ 14.034
Reserve herinrichting en uitgifte groenstrook bedrijventerrein Het Scheur (6034)
Uit het jaarrekeningresultaat 2005 is € 320.000 beschikbaar gesteld voor de
afgesloten grondexploitatie Het Scheur. Bij de Tussenbalans 2012 is het bedrag
met € 225.000 naar beneden bijgesteld. De middelen zijn beschikbaar gesteld voor
nog uit te voeren werkzaamheden voor deze groenstrook. De uitgaven zullen ten
laste van deze bestemmingsreserve worden verantwoord.
Reserve particuliere woningverbetering (6030) Bij de jaarrekening 2012 is de
voorziening particuliere woningverbetering omgezet in een reserve. De reserve
particuliere woningverbetering hangt samen met maatregelen uit het actieplan
Wonen. Het voorziet erin particulieren te ondersteunen bij het kwalitatief op peil
houden van de woningvoorraad en de afdekking van de rentetoerekening welke
onderdeel vormt van de financiële vaste activa.
Reserve Afkoopsommen van erfpachttermijnen (6035) In 2013 is € 16,8 miljoen
gestort vanuit de transitorische balanspost Vooruitontvangen Afkoopsommen
Erfpacht. De reserve is gevoed doordat erfpachters aan het begin van de
erfpachtperiode het bedrag (canon) in één keer hebben overgemaakt. Jaarlijks
wordt uit deze reserve € 1,4 miljoen onttrokken ten gunste van het product
erfpacht.
36
Specificatie van baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Woningbouw en Volkshuisvesting
Bouwgrondexploitatie
Stadsvernieuwing
Totaal
Lasten
Baten
2015
2015
€ 1.030 €
413
€ 18.724 € 18.495
€
- €
€ 19.754 € 18.908
Lasten
2016
€
996
€ 18.782
€
€ 19.778
Baten
2016
€
413
€ 18.491
€
€ 18.905
Lasten
2017
€
992
€ 18.836
€
€ 19.828
Baten
2017
€
413
€ 18.484
€
€ 18.897
Lasten
Baten
2018
2018
€
992 €
413
€ 18.898 € 18.483
€
- €
€ 19.890 € 18.896
Investeringen
Geen.
37
<<<
<<
ook met partijen als het Havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs en Rotterdam
Partners. Voor het aanjagen van economische groei in onze regio, doet onze
gemeente mee aan de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) en de
regionale ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter. Via deze samenwerkingsverbanden krijgt Vlaardingen ook een ingang naar Brussel.
6. Economie en haven
Vlaardingen heeft baat bij een sterk midden- en kleinbedrijf en een bloeiende
detailhandel en horeca. Zoals wij meer ruimte willen bieden voor
bewonersinitiatieven vanuit de wijken, willen wij meer initiatieven en
bevoegdheden bij de ondernemers en ondernemersverenigingen laten, uiteraard
wel op basis van voldoende draagvlak en een transparant proces. Jaarlijks besluit
de gemeenteraad over het aantal koopzondagen op basis van de adviezen van
IKV Ondernemend Vlaardingen en het DetailhandelsPlatform Vlaardingen.
In Vlaardingen worden op twee locaties drie weekmarkten gehouden. Deze
weekmarkten dragen bij aan levendige winkelcentra. Wij zijn in overleg om de
exploitatie van de weekmarkt te privatiseren.
De activiteiten van Stichting Stadsherstel hebben een positief effect op de
aantrekkelijkheid van de binnenstad. Wij maken ons er sterk voor dat de stichting
dit werk de komende periode kan voortzetten. Onderzocht moet worden of voor
een bredere dekking van de exploitatielasten samenwerking met andere partijen
gezocht kan worden. Er kunnen werkverbanden ontstaan binnen het Vlaardingse
maatschappelijke veld en met vergelijkbare partijen in onze buurgemeenten.
Inleiding
Het Actieplan Economie blijft het uitgangspunt voor ons economisch beleid. De
stip aan de horizon is Vlaardingen als de stad, waarin kennis en innovatie op het
gebied van water, voeding en de circulaire economie zorgen voor duurzame
welvaart en werkgelegenheid. Er zijn op korte termijn vier prioriteiten: 1) innovatie
en campusvorming, 2) herontwikkeling en ondernemersparticipatie, 3)
dienstverlening / deregulering en 4) bereikbaarheid.
De veiligheid en functionaliteit van de kades en glooiingen zijn van groot belang
voor de continuïteit van de havenactiviteiten. Het beheerplan kades en glooiingen
is de basis voor het beheer van de gemeentelijke kades en glooiingen. Op basis
van de opgenomen uitgangspunten dienen veiligheid en functionaliteit te worden
gewaarborgd. De nadruk in het plan ligt met name bij de technische kwaliteit en
minder op de belevingswaarde. Wij streven ernaar om met de Koningin
Wilhelminahaven, Vulcaanhaven, Zevenmanshaven, Koggehaven en de
zeesteigers op de rivier, Vlaardingen de vijfde zeehavenstad van Nederland te
laten blijven.
Op het gebied van de detailhandel en de horeca blijft de ambitie om de tweede
winkel- en uitgaansstad van de regio te worden. Op het gebied van
(inter)nationale acquisitie, werklocaties, detailhandel en het verbinden van
arbeidsmarkt, onderwijs en ondernemen blijven we, liefst samen met Schiedam en
Maassluis, de regionale samenwerking zoeken met gemeenten in de regio, maar
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma

Beheerplan Kades & Glooiingen (2014)

Actieplan Economie (2013)

Detailhandeslnota (2012)
<<<
<<
38

Uitvoeringsprogramma Actieplan Economie 2015 (wordt opgesteld)

Autonome ontwikkelingen

Vorming Metropoolregio In de zuidelijke Randstad bundelen 24 gemeenten de
krachten in de metropoolregio Rotterdam-Den Haag (MRDH). De gemeenten
werken samen aan het verbeteren van de bereikbaarheid en het versterken van
het economische vestigingsklimaat. In de Agenda Economisch Vestigingsklimaat
en Bereikbaarheid worden de economische kansen en bedreigingen van de regio
geanalyseerd. Voorts zal er een projectorganisatie worden opgericht en een
uitvoeringsprogramma worden vastgesteld.

Ambitie 13 – Economie en haven ‘Het aantal arbeidsplaatsen in
Vlaardingen is in 2015 minimaal even groot als in 2014 en Vlaardingen blijft
de vijfde zeehavenstad van Nederland’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 De activiteiten worden vastgelegd in het uitvoeringsprogramma 2015 gepland
in het laatste kwartaal van 2014. Op basis van het collegeprogramma,
adviezen van de Economische Adviesraad Vlaardingen (EAV) en de IKV wordt
focus aangebracht in het uitvoeringsprogramma 2015. De zeven sporen van
het Actieplan Economie worden gehandhaafd en daarbinnen worden vier
prioriteiten aangegeven: Innovatie/campusvorming, herontwikkeling en
ondernemersparticipatie, dienstverlening/deregulering en bereikbaarheid;
 Sterk inzetten op acquisitie nieuwe bedrijven en verdere uitbouw van
accountmanagement voor (bestaande) bedrijven;
 Voortzetten verbetering bedrijventerrein Groot Vettenoord;
 Stimulering campusvorming en TechNet-kring;
 Ondernemersfonds in Vlaardingen benutten;
 Faciliteren bedrijfsverzamelgebouw voor ZZP-ers in voormalige
brandweerkazerne;
 Stimulering vestiging beroepsonderwijs en duurzame bedrijvigheid en
daarnaast stimulering realisatie;
 Woonwerkcombinaties en kleinschalige bedrijvigheid in de wijken;
 Voortzetten van realisatie van het Uitvoeringsplan Vitalisering Binnenstad;
 Versterking van de binnenstad door aandacht voor de historische kern,
facilitering van horeca en leisurecentrum Veerplein, alsmede verbetering van
de beeldkwaliteit en de stimulering van de economische dynamiek in
samenwerking met de Stichting Stadsherstel;
<<<
<<


Organiseren en faciliteren van culturele evenementen die bijdragen aan de
levendigheid van de binnenstad (o.a. Uitmarkt Veerplein);
In 2015 wordt het opknappen van een deel van de buitenruimte van de
Touwbaan afgerond;
Voorafgaand aan het uitvoeringsjaar wordt een gericht kwaliteitsonderzoek
uitgevoerd van de kades en glooiingen om zodanig op efficiënte wijze de
definitieve maatregelen op jaarbasis goed in beeld te krijgen;
Het vervangen van de glooiing aan de westzijde van de havenmond Koningin
Wilhelminahaven;
Er is een businessplan opgesteld om te komen tot het privatiseren van de
exploitatie van de weekmarkt. Hierbij wordt uitgegaan dat de huidige
marktkooplieden zelf in de vorm van een coöperatie de exploitatie overnemen.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
39
Financieel deel programma Economie en haven
Bezuinigingen
Geen bezuinigingen met betrekking tot dit programma.
Reserve Vitalisering Binnenstad (6028) De reserve dient om te zorgen dat de
binnenstad een aantrekkelijk verblijfsgebied wordt en blijft.
Ruimtevragers
2015
2016
2017
2018
Verhoging bijdrage aan Havenbedr. R'dam
-€ 75
-€ 75
-€ 75
-€ 75
Actieplan Economie
-€ 90
€0
€0
€0
-€ 165
-€ 75
-€ 75
-€ 75
Baten en lasten
Raming programma
2015
2016
2017
2018
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
€ 4.932
€ 1.518
€ 3.413
€ 4.957
€ 1.518
€ 3.439
€ 4.329
€ 1.518
€ 2.810
€ 4.300
€ 1.518
€ 2.782
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€ 3.413
€ 3.439
€ 2.810
€ 2.782
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
+
-
31/12/'15
Revitalisering binnenstad <R>
€ 216
€0
€0
€ 216
Reserve 40+ wijk Babberspolder <R>
€ 434
€0
€0
€ 434
Vouchers bewonersinitiatieven <R>
€ 54
€0
€0
€ 54
€ 968
€0
€0
€ 968
€ 98
€ 300
€ 102
€ 296
Erfpachtgronden Babberspolder-Oost <V>
€ 349
€0
€0
€ 349
Woonrijpmaken Sam. Esmeijerstraat <V>
€ 109
€0
€0
€ 109
Fonds aanpak recessie <R>
Exploitatie Revolving fund <R>
<<<
<<
Reserve 40+ wijk Babberspolder Oost (6058) Via de algemene uitkering heeft
de gemeente in 2010 vanuit het Rijk € 1 miljoen ontvangen voor het opknappen
van oudere wijken, de zogenaamde 40+ wijken en voor het verbeteren van de
leefkwaliteit in die wijken.
Reserve Vouchers bewonersinitiatieven (6057) In 2011 heeft de gemeente van
het Rijk € 100.000,- ontvangen voor de uitvoering van het project Vouchers. Met
dit geld worden toekomstige bewonersinitiatieven middels het toekennen van een
voucher gestimuleerd. Eind 2014 zijn hiermee bijvoorbeeld de initiatieven vanuit de
Krachttour bekostigd.
Reserve lokale aanpak recessie (6097) Dit fonds is bestemd voor extra
stimuleringsmaatregelen om de lokale recessie aan te pakken. De nu nog
beschikbare middelen zijn bestemd voor herstructurering bedrijventerreinen.
Reserve exploitatie complexen (revolving fund) (6032) Jaarlijks wordt een
bedrag van € 102.101 onttrokken ten gunste van de exploitatie ter afdekking van
de rentetoerekening revolving fund welke onderdeel vormt van de financiële vaste
activa.
Voorziening Erfpachtgronden Babberspolder-oost (6145) De herstructurering
van de Babberspolder-oost omvat percelen welke de gemeente eeuwigdurend dan
wel voor een bepaalde tijd in erfpacht heeft uitgegeven aan de
woningbouwcorporatie Waterweg Wonen. De betreffende percelen grond exclusief
de openbare ruimte zullen volledig in eigendom toekomen aan Waterweg Wonen
waartoe in de realisatieovereenkomst een tijdsplanning is opgenomen gekoppeld
aan de verschillende fasen van herontwikkeling.
Voorziening woonrijpmaken Samuel Esmeijerstraat (6197) Ten behoeve van de
inrichting van de Samuel Esmeijerstraat is een voorziening getroffen. In 2013 is
van Waterweg Wonen een bedrag ontvangen van € 109.100 voor de verkoop van
grond aldaar. Met Waterweg Wonen is contractueel overeengekomen dit bedrag
aan te wenden voor inrichting van de openbare ruimte na gereedkomen van het
woningbouwproject.
40
Specificatie van baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Handel
Economische ontwikkeling
Lasten
2015
€
156
€ 1.548
Baten
2015
€
188
€
-
Lasten
2016
€
159
€ 1.450
Baten
2016
€
188
€
-
Lasten
2017
€
159
€
889
Baten
2017
€
188
€
-
Lasten
2018
€
159
€
886
Baten
2018
€
188
€
-
Stadspromotie
Ruimtelijke ordening
Havens
Totaal
€
270
€ 1.090
€ 1.867
€ 4.932
€
€
€ 1.331
€ 1.518
€
219
€ 1.081
€ 2.048
€ 4.957
€
€
€ 1.331
€ 1.518
€
217
€ 1.069
€ 1.995
€ 4.329
€
€
€ 1.331
€ 1.518
€
216
€ 1.067
€ 1.973
€ 4.300
€
€
€ 1.331
€ 1.518
2014
2015
2016
2017
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
Vernieuwen kades KW-haven
Onderhoud loswallen KW-haven (rendabel
via tarieven)
<<<
Afschr.
termijn
40 jaar inv.
kap.l.
10 jaar inv.
kap.l.
<<
2018
€ 2.250
€
€
158
€
155
€
152
€
16
€
16
€
15
117
€
17
41
Vlaardingse jeugdstelsel als onderdeel van de herinrichting van het totale sociale
domein. Hierbij nemen wij de volgende twee pijlers als uitgangspunten:
 Een sterke en positieve basis in onze samenleving voor jeugd en ouders door
het versterken van de informele steun van sociale netwerken en de algemene
voorziening (Pedagogische Civil Society);
 Een samenhangende, doortastende en eenvoudige ondersteuning- en
zorgstructuur, die er op gericht is de opvoeding niet over te nemen maar te
versterken.
7. Jeugd en onderwijs
Dit moet ertoe bijdragen dat de eigen kracht en het sociale netwerk eerst worden
aangesproken voordat een beroep wordt gedaan op publiek gefinancierde
voorzieningen. Het accent ligt op participatie in de samenleving en het versterken
van de eigen kracht. Daarnaast moet voorkomen moet worden dat professionals
langs elkaar heen werken: ‘één huishouden, één plan, één regisseur’ is het
uitgangspunt. Tegen deze achtergrond bestaat er een nauwe samenhang tussen
de programma’s Jeugd en onderwijs, Welzijn en Zorg en Werk en Inkomen. In
de paragraaf Decentralisaties Sociaal domein worden de nieuwe taken
beschreven die dankzij decentralisatiemaatregelen met ingang van 2015 binnen
het gemeentelijk sociale domein (alle activiteiten uit de drie genoemde
programma’s vallen onder die noemer) zijn gebracht.
Inleiding
Jeugd
Als gevolg van de invoering van de nieuwe Jeugdwet zijn de
verantwoordelijkheden van de gemeente ten aanzien van de jeugd met ingang
van dit jaar fors uitgebreid. Aanvullend op onze historische verantwoordelijkheden
voor de zogenoemde preventieve opvoedondersteuning (voorheen: prestatieveld
twee van de WMO), de jeugdgezondheidszorg en gezondheidsbevordering (Wet
Publieke Gezondheid), zijn wij vanaf nu verantwoordelijk voor álle vormen van
ondersteuning, hulp en zorg die voorheen vielen onder provincie, Rijk, AWBZ of
Zorgverzekeringswet. Al onze inspanningen dit jaar zijn er op gericht om deze
transitie zo soepel als mogelijk te laten verlopen, zodat de continuïteit van
dienstverlening aan onze Vlaardingse jeugd en hun ouders gegarandeerd is.
Tegelijkertijd maken wij een begin met de gewenste transformatie van het nieuwe
<<<
<<
Onderwijs
Goed onderwijs is het fundament van een sociale, levendige en bruisende stad.
Door goed onderwijs bieden wij onze jeugd de kansen, die zij verdient en wordt
voorkomen dat leerlingen voortijdig de school verlaten met alle nare gevolgen van
dien. De gemeente wil dan ook mét de onderwijsinstellingen de kwaliteit van de
scholen bewaken. De kinderopvang sluit nauw aan op het primair onderwijs, opdat
kinderen zonder taalachterstand in het onderwijs kunnen instromen. Leerkrachten
moeten zich kunnen concentreren op hun onderwijstaak en kunnen een beroep
doen op de jeugdzorg als zij problemen signaleren. Taal is een eerste voorwaarde
om mee te kunnen doen in de maatschappij. Op dit gebied wordt dit jaar in het
kader van het onderwijsachterstandenbeleid gestart met
deskundigheidsbevordering. Leesbevordering zal vooral vanuit de scholen en de
wijken plaatsvinden.
Werkgevers in onze regio kunnen steeds moeilijker goed opgeleid technisch
personeel vinden. Wij willen er, samen met het bedrijfsleven en het onderwijsveld
voor zorgen dat er een aanbod voor vakonderwijs wordt ontwikkeld, waarbij taal,
techniek en vakmanschap beter aansluiten bij de vraag van bedrijven. Momenteel
42
loopt een tweetal initiatieven voor campusvorming in Vlaardingen waarbij de
doelstelling is onderwijs en ondernemen op een vernieuwende wijze te
combineren. In kleinschalige gebouwen leren leerlingen bedrijven kennen.
Medewerkers van bedrijven helpen onderwijzers in de klas. Door de bundeling van
technisch onderwijs en ondernemen krijgen leerlingen daarnaast de beschikking
over de laatste kennis, leermiddelen en apparatuur. Op de basisschool wordt de
belangstelling bij kinderen voor technisch onderwijs vroegtijdig gewekt. De
Technetkring NWN is hierbij het platform waarin ondernemers, overheid en
onderwijs elkaar structureel ontmoeten om onderwijs in de regio continue af te
stemmen op de lokale vraag.
Het Integraal Onderwijshuisvestingsplan wordt opgesteld. In samenspraak met het
onderwijsveld en de gemeenteraad worden keuzes gemaakt voor de
onderwijshuisvesting voor de komende 10 jaar. Onderwerpen die daarbij aan de
orde komen zijn:
 de mogelijke doordecentralisering van de onderwijshuisvesting;
 de verdere omvorming tot integrale kindcentra;
 investeringen voor vervangende nieuwbouw en renovatie.
Op het gebied van onderwijs hebben wij de volgende doelen:
 Het aantal voortijdig schoolverlaters in Vlaardingen daalt met minimaal 3%;
 Alle kinderen beginnen zonder achterstand aan de basisschool 6;
 Alle kinderen halen minimaal een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt3;
 In de voorschoolse voorzieningen heeft minimaal 90% van alle pedagogisch
medewerkers het taalniveau F2/F3.
 Het realiseren van (technische) arbeidsmarkrelevante opleidingen voor de
regio.
Wij hebben de volgende doelstellingen op het gebied van jeugd:
 De jeugd is in de gelegenheid elkaar te ontmoeten en hun vrije tijd zinvol te
besteden;
 De informele opvoed- en opgroeiondersteuning van sociale netwerken en de
algemene voorziening (Pedagogische Civil Society) is versterkt;
 Vlaardingse jeugdigen en hun ouders/opvoeders hebben toegang tot
laagdrempelige opvoed- en opgroeiondersteuning;
 Risicosituaties zijn in een vroegtijdig stadium in beeld en tijdig voorzien van
passende ondersteuning of hulp met als uitgangspunt “Eén gezin, één plan”;
6
Behoudens in het kind gelegen factoren.
<<<
<<




Het beroep op jeugdhulp in zijn totaliteit daalt en meer jeugdigen/gezinnen
groeien zelfredzaam op;
Binnen de jeugdhulp is het zwaartepunt van individuele jeugdhulp verschoven
naar collectieve preventie.
Minder kinderen/jongeren komen terecht in een residentiële instelling.
De kosten voor jeugdhulp dalen tot en met 2017 jaarlijks met de opgelegde
Rijkskortingen.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Kaders voor een kansrijk Jeugdbeleid (2012)
 Gewoon Doen, uitgangspunten, ontwerp en implementatie agenda voor het
nieuwe Vlaardingse jeugdstelsel (2013)
 Alle kinderen zijn kansrijke kinderen (2012)
 Nota voorschoolse voorzieningen (2013)
 Nota ouderbetrokkenheid voor- en vroegschoolse voorzieningen (wordt nog ter
vaststelling aangeboden)
Ambitie 14 – Jeugd ‘Vlaardingse jongeren kijken terug op een goede
jeugd, waarin ze kansrijk, gezond en veilig zijn opgegroeid en hun talenten
optimaal hebben kunnen ontwikkelen’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Inzet van ambulant jongeren (opbouw-) werk, zowel individueel als
groepsgericht;
 Vormgeven van vier focusteams jeugd als onderdeel van integrale wijkteams;
 Voorzien in een voldoende en gevarieerd aanbod aan lokale en bovenlokale
jeugdhulp door middel van lokale en bovenlokale verwerving;
 Realisatie schoolgebonden ondersteuningsteam op alle Vlaardingse scholen
en voorschoolse voorzieningen met als ambitie om 80% van de hulpvragen af
te handelen op het niveau van het ondersteuningsteam;
 Versterken van de rol van de Pedagogische Civil Society (de omgeving als
mede-opvoeder) door de samenwerking tussen de informele sociale
infrastructuur en de integrale wijkteams te versterken;
 Operationalisering van het integraal Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en
Kindermishandeling;
 Voorkomen en bestrijden van jeugdoverlast door inzet van de groepsaanpak.
43
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie zijn nog niet
voorhanden. In de loop van 2015 zullen op deze ambitie (preventieve en curatieve
jeugdzorg) indicatoren worden geformuleerd en geoperationaliseerd.
Ambitie 15 – Onderwijs
Financieel deel programma Jeugd en onderwijs
Bezuinigingen
‘In Vlaardingen wordt goed onderwijs gegeven’
Verlagen uitgaven niet-wettelijke jeugdsubsidies
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Er wordt uitvoering gegeven aan de onderwijsvisie “Alle kinderen zijn kansrijke
kinderen”; daarin staan drie gedachtelijnen centraal: doorlopende leerlijn,
doorlopende zorglijn en doorlopende werklijn;
 De leerplichttaken worden regionaal uitgevoerd in het regionaal bureau
leerplicht MVS;
 Er wordt uitvoering gegeven aan de nota voorschoolse voorzieningen;
 Er komt een integraal huisvestingsplan;
 In samenwerking met de Technetkring Nieuwe Waterweg Noord wordt ingezet
om jongeren te interesseren voor technisch onderwijs op alle niveaus;
 Er wordt uitvoering gegeven aan de nota ouderbetrokkenheid in de Voor –en
vroegschoolse educatie;
 Onder regie van de gemeente worden de pedagogisch medewerkers van de
voorschoolse voorzieningen daar waar nodig geschoolde in het vereiste
taalniveau F3;
 Onderzocht wordt hoe de gemeente samen met het bedrijfsleven en het
onderwijs kan bijdragen aan initiatieven die leiden tot een betere aansluiting
tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt;
 Na een verkennend onderzoek is het streven het peuterspeelzaalwerk te
harmoniseren met de kinderopvang.
Verlagen uitgaven oud leerlingen Ericaschool
2016
2017
2018
€0
€ 200
€ 200
€ 200
€ 35
€ 35
€ 35
€ 35
€ 35
€ 235
€ 235
€ 235
2015
2016
2017
2018
-€ 35
-€ 35
-€ 35
-€ 35
€0
€0
-€ 400
-€ 450
-€ 35
-€ 35
-€ 435
-€ 485
Ruimtevragers
Ericaschool (niet meer onttrekken aan reserves)
Kapitaallasten Integraal Huisvestingsplan Onderwijs
44
Baten en lasten
Raming programma
2015
2016
2017
2018
€ 30.549
€ 2.560
€ 27.989
€ 30.137
€ 2.560
€ 27.577
€ 31.608
€ 2.560
€ 29.048
€ 31.470
€ 2.560
€ 28.910
€ 1.000
€ 691
€ 28.298
€ 1.650
€ 496
€ 28.731
€ 1.650
€ 1.997
€ 28.701
€ 1.650
€ 1.863
€ 28.697
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
2015
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
Onderwijshuisvesting <R>
€ 1.962
+
-
€ 1.000 € 691
31/12/'15
€ 2.271
Reserve onderwijshuisvesting (6060) De reserve onderwijshuisvesting is een
egalisatie reserve die gevormd is ter afdekking van de lasten die op grond van de
<<<
<<
verordening huisvesting onderwijs worden gemaakt. De reserve is gevormd door
het saldo dat ontvangen wordt via de Algemene Uitkering en aanvullende
gemeentelijke middelen welke verminderd worden met de daadwerkelijke
uitgaven. In 2013 is besloten deze reserve te maximaliseren tot € 1,5 mln.
Specificatie van baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Jeugd
Kinderopvang
Primair onderwijs
Voortgezet onderwijs
Onderwijsaccomodaties
Onderwijsactiviteiten
Onderwijsachterstandenbestrijding
Onderwijshuisvesting
Totaal
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
2015
18.712 €
920 €
31 €
29 €
283 €
1.461 €
2.718 €
7.395 €
31.549 €
Baten
2015
16
2.469
766
3.251
Lasten
Baten
2016
2016
€ 18.505 €
€
916 €
€
31 €
€
29 €
€
283 €
€ 1.454 €
16
€ 2.717 € 2.469
€ 7.851 €
571
€ 31.787 € 3.056
Lasten
2017
€ 18.489 €
€
911 €
€
30 €
€
29 €
€
285 €
€ 1.446 €
€ 2.717 €
€ 9.351 €
€ 33.258 €
Baten
2017
16
2.469
2.072
4.557
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
Babberspolder-Oost onderwijsvoorziening
VJN 2014 Integraal huisvestingsplan
Vervangende nieuwbouw De Schakel
VJN2014 Investeringen
gymzalen/sportzalen
<<<
Afschr.
termijn
40 jaar inv.
kap.l.
40 jaar inv.
kap.l.
40 jaar inv.
kap.l.
40 jaar inv.
kap.l.
<<
2014
2015
2016
2017
2018
€ 13.854
€ 5.720
€
€
€
€
970
800
400
€
954
€
450
€
9
€
9
€
371
€
365
131
€
9
€
9
€ 5.300
Lasten
2018
€ 18.489
€
908
€
30
€
29
€
285
€ 1.445
€ 2.717
€ 9.218
€ 33.120
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Baten
2018
16
2.469
1.938
4.423
45
Een andere oorzaak daarvan is de trend dat mensen langer thuis blijven wonen,
ook als zij een grotere hulpvraag krijgen. Om het stelsel van zorg en
ondersteuning houdbaar te houden moeten gemeenten de ondersteuning aan
burgers meer ‘gekanteld’ vormgeven met meer inzet van de sociale omgeving. De
gemeente treedt daarbij op als een maatschappelijk makelaar die initiatieven
verbindt, die vrijwilligers en professionals bij elkaar brengt, die stimuleert, faciliteert
en bemiddelt. Zo krijgen bewoners zeggenschap over hun eigen buurt en ontstaat
een vruchtbare bodem voor het ontstaan van sterke sociale netwerken.
8. Welzijn en zorg
De gemeente is en blijft echter verantwoordelijk voor professionele zorg en zal
altijd een vangnet bieden voor mensen die zijn aangewezen op hulp. Ons
uitgangspunt hierbij is: één huishouden, één plan, één regisseur’. Tegen deze
achtergrond bestaat er een nauwe samenhang tussen de programma’s Jeugd en
onderwijs, Welzijn en Zorg en Werk en Inkomen. In de paragraaf
Decentralisaties Sociaal domein worden de nieuwe taken beschreven die
dankzij decentralisatiemaatregelen met ingang van 2015 binnen het gemeentelijk
sociale domein (alle activiteiten uit de drie genoemde programma’s vallen onder
die noemer) zijn gebracht.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Regionale visie mantelzorgondersteuning (2009)
 Vlaardingen Santé - lokaal gezondheidsbeleid 2009-2012 (2009)
 't Is ons een Zorg - regionaal beleidskader Oggz 2009-2012 (2009)
 Verslaving Meester - regionaal verslavingsbeleid 2010-2013 (2009)
 Beleidsnota Integratie in Vlaardingen (2011)
 Beleidskader vrijwillige inzet (2011)
Inleiding
Vanaf 2015 wordt een aantal taken, dat nu nog onder de AWBZ valt, overgeheveld
naar de nieuwe Wmo 2015 en door gemeenten uitgevoerd. Het gaat om
extramurale begeleiding, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging. Eerder is
de huishoudelijke hulp al overgegaan van de AWBZ naar de Wmo. Naast deze
decentralisatie van de AWBZ wordt ook de jeugdzorg in 2015 een
verantwoordelijkheid van gemeenten en wordt de Participatiewet van kracht.
Het doel van deze ontwikkelingen is de hulp ‘dichter bij de burger’ brengen. In de
eerste plaats zal worden gekeken of het eigen sociale netwerk kan bijspringen.
Wat kunnen familie, vrienden, buren doen? Pas daarna komt de professionele
zorg of ondersteuning in beeld. De druk op informele zorg zal daardoor toenemen.
<<<
<<
Ambitie 16 – Welzijn en samenleving ‘Vlaardingers nemen zo lang, zo
gezond en zo zelfstandig mogelijk deel aan de samenleving’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Voorlichtingsactiviteiten over de gevaren van overmatig gebruik van
genotmiddelen;
 De gemeente brengt samen met organisaties het aanbod van zorg gesubsidieerd en niet gesubsidieerd- in kaart;
 In 2015 worden vraagverhelderingsgesprekken (keukentafelgesprekken)
gevoerd met mensen die zich met ondersteuningsvragen in het kader van de
Wmo tot de gemeente wenden;
46






Bij het organiseren van compensatie van beperkingen bij mensen met
ondersteuningsbehoefte in het kader van Wmo zullen individuele
voorzieningen meer dan voorheen pas in laatste instantie worden ingezet;
eerst wordt nagegaan in hoeverre eigen kracht, eigen sociale omgeving en/of
algemene voorliggende voorzieningen soelaas kunnen bieden;
Ondersteuning van experimenten voor nieuwe woon- leef- en zorgconcepten;
Het creëren en beter toegankelijk maken van ontmoetingsplekken, zoals
gemeentelijke gebouwen die openbaar toegankelijk zijn (incl. buitenruimte),
ontmoetingscentra, sportaccommodaties, scholen;
Bevorderen sport- en bewegingsactiviteiten (uitvoering programma
“Vlaardingen Actief en Gezond”) ter bevordering van een gezonde leefstijl en
ter voorkoming van overgewicht/obesitas; dit bij voorkeur via de reguliere
organisaties;
Het stimuleren van actieve betrokkenheid vanuit het vrijwilligersveld bij de
Wmo;
Mantelzorgers worden meer dan voorheen voldoende toegerust en
ondersteund.
Ambitie 17 – Zorg ‘Dak en thuislozen, mensen met meervoudige
problematiek en slachtoffers/daders van huiselijk geweld worden zoveel
mogelijk adequaat geholpen’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Alle mensen met meervoudige problematiek die bij de gemeente in beeld
komen, worden in behandeling genomen en voor zover mogelijk toegeleid
naar passende ondersteuning;
 Aan crisisslachtoffers wordt voor een beperkte periode opvang en passende
begeleiding geboden;
 Binnen een begrensde capaciteit wordt aan alleenstaande vrouwen met
kinderen, die door meervoudige problematiek uit huis zijn gezet, 24-uurs
opvang en begeleiding geboden;
 Op basis van meldingen of opgelegde huisverboden regelt het Steunpunt
Huiselijk Geweld hulp en ondersteuning bij gevallen van huiselijk
geweld/kindermishandeling.
47
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Financieel deel programma Welzijn en zorg
Bezuinigingen
<<<
<<
2015
2016
2017
2018
Niet langer toevoegen aan reserve Wmo / Sociaal Dom.
€ 1.590
€ 1.590
€ 1.590
€ 1.590
Verhogen inkomsten door afromen reserve Wmo
€ 2.500
Verlagen uitgaven voor wijkcentra
€ 100
€ 287
€ 287
€ 287
€0
€ 59
€ 59
€ 59
Verlagen uitgaven door lagere subsidie VVEH
€0
€ 400
€ 400
€ 400
€ 4.190
€ 2.336
€ 2.336
€ 2.336
2015
2016
2017
2018
-€ 304
-€ 363
-€ 544
-€ 544
-€ 304
-€ 363
-€ 544
-€ 544
Verlagen uitgaven lagere subsidie MDNW en Seniorenw.
worden. De reserve heeft een plafond van € 5 miljoen. Daarmee kan de reserve in
2015 gedeeltelijk afgeroomd worden en kan de structurele toevoeging aan de
reserve van € 1,6 miljoen komen te vervallen.
Ruimtevragers
Efficiënte huisvesting welzijnsinstellingen
Baten en lasten
Raming programma
2015
2016
2017
2018
€ 40.262
€ 68
€ 40.193
€ 39.380
€ 68
€ 39.312
€ 39.468
€ 68
€ 39.400
€ 39.463
€ 68
€ 39.395
€0
€0
€ 40.193
€0
€0
€ 39.312
€0
€0
€ 39.400
€0
€0
€ 39.395
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
Sociaal Domein <R>
€ 7.541
+
€0
€ 2.659
31/12/'15
€ 4.882
Reserve Sociaal Domein (6092) De reserve Wmo bevat per 1 januari 2015 € 7,5
miljoen. Jaarlijks wordt via de exploitatie € 1,59 miljoen aan deze reserve
toegevoegd. De reserve Wmo is omgevormd tot de reserve Sociaal Domein zodat
ook risico’s die gepaard gaan met de decentralisaties opgevangen kunnen
<<<
<<
48
Specificatie van baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Integratie
Allochtonen
Ouderen
Samenlevingsopbouw
Vrijwilligers
Maatsch opvang en verslavingszorg
Maatsch begeleiding en advies
Vrouwenopvang
Voorzieningen gehandicapten
Gezondheidszorg
Jeugdgezondheidszorg
Totaal
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2015
2015
334 €
136 €
736 €
916 €
602 €
15.662 €
68
870 €
1.160 €
4.151 €
13.962 €
1.733 €
40.262 €
68
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
2016
334
108
533
658
597
18.194
646
1.160
1.558
13.860
1.732
39.380
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Baten
2016
68
68
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
2017
334
107
532
648
590
18.191
826
1.160
1.557
13.855
1.668
39.468
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Baten
2017
68
68
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2018
2018
334 €
107 €
532 €
644 €
590 €
18.191 €
68
826 €
1.160 €
1.556 €
13.854 €
1.668 €
39.463 €
68
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
Project Centrum/VOP; Bouw sporthal
<<<
Afschr.
termijn
40 jaar inv.
kap.l.
<<
2014
2015
2016
2017
2018
€ 1.000
€
70
49
de gemeenteraden van de MVS- gemeenten in 2014 tot oprichting besluiten zal
het participatiebedrijf Stroomopwaarts op 1 januari 2015 van start gaan.
9.Werk en inkomen
TBV blijft voortvarend inzetten op arbeidsontwikkeling en het begeleiden van SWmedewerkers naar zo regulier mogelijk werk bij externe werkgevers. Daarnaast zal
er altijd plaats zijn voor diegenen die afhankelijk zijn van beschut werk.
Er bestaat een nauwe samenhang tussen de programma’s Jeugd en onderwijs,
Welzijn en Zorg en Werk en Inkomen. In de paragraaf Decentralisaties Sociaal
domein worden de nieuwe taken beschreven die dankzij
decentralisatiemaatregelen met ingang van 2015 binnen het gemeentelijk sociale
domein (alle activiteiten uit de drie genoemde programma’s vallen onder die
noemer) zijn gebracht.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Participatieplan Sociale Zaken en Werk (2014)
 Notitie nieuw minimabeleid
 Businessplan TBV 2012-2015 (2012)
 Kadernota Stroomopwaarts (2014)
 Businesscase Stroomopwaarts (2014)
 Beleidsnotitie Participatiewet en WWB-Maatregelen Maassluis, Vlaardingen &
Schiedam 2015 (2014)
Autonome ontwikkelingen
Inleiding
Vlaardingen blijft zich hard maken voor een sociaal beleid. Wie ondersteuning
nodig heeft, krijgt ondersteuning. Ons belangrijkste doel blijft dat mensen
meedoen. Prioriteit ligt bij activering van mensen. Activiteiten waarmee de afstand
tot de arbeidsmarkt wordt verkleind staan centraal. Het aantal
werkgelegenheidsprojecten wordt uitgebreid. Een project als West@Werk wordt
ook in andere wijken uitgerold. Bij alle projecten worden de effecten voor de
reguliere arbeidsmarkt meegewogen.
In MVS-verband werken we verder aan de vorming van het participatiebedrijf
Stroomopwaarts als daar goed onderbouwde business cases voor (delen van) de
sociale dienst aan ten grondslag liggen. Stroomopwaarts biedt de samenwerkende
gemeenten een invloedrijke positie binnen de regionale arbeidsmarkt. Wanneer
<<<
<<
Werkloosheid Het CPB is overtuigd van een aanstaand economisch herstel,
maar de werkloosheid blijft hoog. In 2014 en 2015 zit 7,25 procent van de
beroepsbevolking zonder werk. Het economisch herstel zal naar verwachting niet
of minder snel in onze regio plaatsvinden. Het aantal uitkeringen zal daarom
stabiliseren of zelfs groeien. Het CPB rekent in 2014 en (in mindere mate) in 2015
op een groei van het bijstandsvolume. De verwachting is dus dat de totale
werkloosheid in 2015 daalt, het bijstandsvolume niet.
Participatiewet Op 1 januari 2015 wordt de Participatiewet van kracht. Dit heeft
onder meer tot gevolg dat in 2015 mensen met arbeidsvermogen die zijn
aangewezen op financiële ondersteuning of ondersteuning in het vinden van werk
onder de Participatiewet komen te vallen. De doelgroep van de Participatiewet is
groter dan die van de Wwb omdat een deel van de doelgroep voor 2015 viel onder
de werking van de WAJONG of Wsw. In 2015 zal het aantal cliënten met een
50
uitkering hierdoor toenemen. De efficiencykorting Wsw op het participatiebudget
gaat per 1 januari 2015 in en wordt verspreid over zes jaar. Er komt een sociaal
deelfonds om binnen de wettelijke kaders vrij te besteden aan de doelen van het
sociaal deelfonds en integraal beleid te voeren in het sociaal domein. Het
gebundelde re- integratiebudget van de Participatiewet vormt een onderdeel van
dit fonds. Via het gebundelde re- integratiebudget komen middelen beschikbaar
(hoogte thans nog onbekend) voor begeleiding/ ondersteuning van mensen die
via voorziening Beschut Werken aan de slag zijn.

Loonkostensubsidie Vanaf 1 januari 2015 wordt loonkostensubside beschikbaar
gesteld via het inkomensdeel. Individuele besparingen door de inzet van het
instrument Loonkostensubsidie kunnen worden behouden.

Wet hervorming kindregelingen De aanvulling van 20% van het wettelijk
minimumloon voor alleenstaande ouders binnen onder andere de bijstand, de
IOAW en de IOAZ komt per 1 januari 2015 te vervallen. Vanaf dat moment komt er
een verhoging van het kindgebonden budget voor alleenstaande ouders. Dit
bedrag wordt via de Belastingdienst betaalbaar gesteld. 2015 is het overgangsjaar
voor alleenstaande ouders in de bijstand, die door het andere partnerbegrip per 1
januari 2015 geen aanspraak kunnen maken op de alleenstaande-ouderkop en
ook te maken krijgen met de kostendelersnorm. Ook de groep ouders in de
bijstand die formeel gehuwd zijn, maar om diverse redenen duurzaam gescheiden
leven van hun echtgenoot/echtgenote en bij de bijstandsverlening worden
aangemerkt als alleenstaande ouders valt onder dit overgangsrecht.





Ambitie 18 – Werk en participatie ‘Vlaardingers zonder baan vinden zo
snel mogelijk weer werk waarbij de maximale arbeidspotentie en loonwaarde
worden benut.’
Jongeren tot 27 jaar (inclusief de jongeren met een handicap) worden
bemiddeld naar werk of een opleiding. Vlaardingen sluit aan bij regionale
jeugdwerkloosheidsprojecten;
Het project West@Werk is omgevormd tot een rechtspersoon, start met het
genereren van inkomsten en gaat verder met het ontwikkelen van initiatieven
in de Westwijk waar burgers en cliënten die daar woonachtig zijn aan kunnen
deelnemen. Het project zorgt voor re-integratie van minimaal 35
bijstandscliënten en bevordert de leefbaarheid in de wijk. Er wordt gezocht
naar mogelijkheden om West@Werk in andere wijken in te zetten;
Werk is het beste middel om uit de armoede te geraken. Als inwoners (tijdelijk)
niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien wordt, in samenhang met
andere aanbieders in het Sociaal Domein, ondersteuning met werk, inkomen
en zorg aangeboden, zodat mensen weer zelf verder kunnen;
Er wordt goed samengewerkt met ondernemers, zowel lokaal als binnen de
regionale arbeidsmarkt Rijnmond. Werkgevers die cliënten in dienst nemen
worden beloond met een certificaat voor maatschappelijk verantwoord
ondernemen;
Het Social Return beleid wordt actief uitgevoerd. Hierdoor vinden zoveel
mogelijk cliënten een baan bij bedrijven die een opdracht van ons gegund
krijgen;
Het huisbezoek wordt preventief ingezet aan de poort, als verificatiemiddel bij
onduidelijkheid t.a.v. leefvorm, woonsituatie en mogelijkheden om kosten te
delen en als controlemiddel bij vermoeden van fraude. Het Handhavingsteam
onderzoekt daarnaast tenminste 50 fraudezaken in 2015;
WSW geïndiceerden krijgen training, coaching en scholing aangeboden om
hen voor te bereiden op een baan bij een reguliere werkgever. Deze baan kan
op basis van detachering zijn maar ook in de vorm van begeleid werken.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Uitgangspunt is de eigen kracht van onze inwoners en de gedachte dat ieder
mens zelfstandig wil zijn en zelf de regie op zijn/haar leven wil voeren. En juist
daarom worden de mensen die op eigen kracht in hun levensonderhoud
kunnen voorzien buiten de uitkering gehouden;
 Begeleiding van inwoners richting werk zal, waar mogelijk, in groepen
plaatsvinden. Ook worden stage / leerwerkplekken, intern of extern of
maatschappelijke participatieplaatsen ingezet;
 Het aanbod van participatiemogelijkheden wordt vergroot door gebruik te
maken van de instrumenten van de MVS-gemeenten;
<<<
<<
51
Financieel deel programma Werk en inkomen
Bezuinigingen
Geen bezuinigingen met betrekking tot dit programma.
Baten en lasten
2015
2016
2017
2018
Lasten
€ 63.994
€ 63.223
€ 62.427
€ 61.895
Baten
€ 50.096
€ 49.445
€ 48.806
€ 48.292
Saldo van baten en lasten
€ 13.898
€ 13.779
€ 13.620
€ 13.603
Toevoegingen reserves
€0
€0
€ 13.898
€0
€0
€ 13.779
€0
€0
€ 13.620
€0
€0
€ 13.603
Raming programma
(bedragen x € 1.000)
Ambitie 19 – Inkomensondersteuning ‘De effecten van armoede in
Vlaardingen worden bestreden en de minimaregelingen komen terecht bij de
mensen die er recht op hebben’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Door een actieve benadering worden zoveel mogelijk personen binnen de
doelgroep bereikt;
 De inzet van sociale wijkteams binnen het sociaal domein draagt bij aan het
vergroten van het bereik van de inkomensondersteunende regelingen;
 Eigen verantwoordelijkheid van de cliënt staat centraal. Bij individuele
bijzondere bijstandsverlening staat maatwerk voorop;
 Preventieactiviteiten worden ingezet om te voorkomen dat burgers in een
problematische schuldsituatie terecht komen.
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
+
-
31/12/'15
Inburgering <R>
€ 297
€0
€0
€ 297
Exploitatiereserve TBV <R>
€ 522
€0
€0
€ 522
BUIG (bezwaarschr. SZW en schuldhulpverlening) <R>
€ 500
€0
€0
€ 500
Frictiekosten regionale sociale dienst <R>
€ 600
€0
€0
€ 600
Reserve inburgering (6098) In 2010 zijn de reserves Oudkomers en
Nieuwkomers samengevoegd tot een nieuwe reserve Inburgering.
Inburgeringsvoorzieningen die bij afrekening (deels) niet in aanmerking komen
voor financiering uit de rijksbijdrage worden gedekt uit deze reserve.
Reserve exploitatie TBV (6067) De reserve TBV moet worden besteed in het
kader van de werkgelegenheid. De reserve was opgebouwd uit rijksmiddelen
(subsidie WSW). TBV heeft deze middelen geoormerkt voor investeringen in
duurzame productiemiddelen. De reserve is in 2011 aangevuld met € 3 miljoen om
<<<
<<
52
de transitie naar de Wet Werken naar Vermogen mogelijk te maken. Vanaf dat jaar
worden de middelen ook gebruikt om het exploitatietekort te dekken.
positief oordeel gegeven over de vorming van een regionaal participatiebedrijf door
de drie gemeenten Maassluis, Vlaardingen en Schiedam (MVS). Op korte termijn
zal via één of meerdere specifieke en concreet uitgewerkte business cases
worden aangegeven of en hoe de uitvoering van de betreffende taken van het
participatiebedrijf MVS, gefaseerd en rendabel, vormgegeven en geïmplementeerd
kan worden. Om aan deze opdracht invulling te kunnen geven, dient een budget
van € 1,5 miljoen te worden vrijgemaakt. Conform eerdere afspraken bedragen de
kosten voor Vlaardingen 40%, dat is € 600.000.Voor dit bedrag is een voorzienig
getroffen.
Reserve BUIG (bezwaarschriften SZW en schuldhulpverlening) (6080) De
reserve is ingesteld voor de tijdelijke uitbreiding van de uitvoeringscapaciteit met
als doel de afhandelingstermijn van bezwaarschriften en de intake bij
schuldhulpverlening binnen de wettelijke termijn te houden.
Voorziening Frictiekosten Regionale Sociale Dienst (6108) Naar aanleiding van
de nota Stroomopwaarts heeft het college op 3 december 2013 in principe een
Specificatie van de baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Aangepaste arbeid
Participatie
Financiele dienstverlening
Inkomensdeel
Totaal
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2015
2015
12.416 € 11.126
7.624 € 4.190
1.326 €
42.628 € 34.780
63.994 € 50.096
€
€
€
€
€
Lasten
2016
11.953
7.397
1.308
42.566
63.223
Baten
2016
€ 10.663
€ 4.002
€
€ 34.780
€ 49.445
Lasten
2017
11.510
7.151
1.282
42.483
62.427
€
€
€
€
€
2015
2016
Baten
2017
€ 10.220
€ 3.806
€
€ 34.780
€ 48.806
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2018
2018
11.151 € 9.861
6.990 € 3.651
1.280 €
42.474 € 34.780
61.895 € 48.292
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
TBV; diverse investeringen (rendabel)
<<<
Afschr.
termijn
10 jaar inv.
kap.l.
<<
2014
€
410
€
€
410
46
€
€
410
90
2017
€
€
410
134
2018
€
€
410
176
53


10. Kunst en cultuur
Nota Monumenten (2005)
Nota Archeologie (2009)
Ambitie 20 – Cultuur ‘Wij zetten kunst en cultuur in om Vlaardingen te
versterken en aantrekkelijker te maken, daarbij behouden en versterken wij
zo veel als mogelijk een kwalitatief volwaardig aanbod van kunst en cultuur’
Inleiding
Wij zien kunst en cultuur als één van de randvoorwaarden voor een levendige en
leefbare stad. Samen met Sport en Recreatie ligt in Kunst en Cultuur de sociale
infrastructuur van Vlaardingen besloten. Wij willen niet alleen een werkstad of
woonstad zijn maar ook een echte verblijfsstad. Belangrijk is echter wel dat, in
deze veranderende tijden, de culturele organisaties steeds meer op eigen benen
kunnen staan. Substantiële subsidiestromen behoren tot het verleden. Cultureel
Ondernemerschap is het nieuwe uitgangspunt. Door verbindingen te leggen
kunnen de gemeente, de culturele en de overige ondernemers elkaar versterken
en helpen. De nieuwe Vlaardingse Cultuurstichting wordt hiervan de aanjager en
inspirator.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 De Creatieve Stad (2013)
<<<
<<
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 In overleg treden met de Vlaardingse Cultuurstichting omtrent de rol van de
stichting die recht doet aan de bedoelingen van de cultuurvisie De Creatieve
Stad;
 Er is een gemaximeerd budget voor incidentele culturele subsidies van circa €
190.000 beschikbaar door (gedeeltelijke) samenvoeging van de budgetten
voor evenementen. Organisaties van evenementen die voorheen een
structurele subsidie kregen toegekend dienen voortaan een subsidieaanvraag
in te dienen voor een incidentele subsidie;
 Overleg tussen de creatieve sector en de ontwikkelaars en woningcoöperaties
die mede bepalend zijn voor de veranderingen in de gebieden;
 Het verder uitbouwen van de rol van de bibliotheek in de samenleving m.b.t.
leesbevordering, bestrijding van laaggeletterdheid en ontwikkeling van
mediawijsheid. Daarbij rekening houdend met de taakstelling van € 500.000,m.i.v. 2016;
 Onderzoek doen naar de mogelijkheden waar de bibliotheek de drie
decentralisaties in het sociaal domein kan ondersteunen;
 Vormgeven toekomstplan Stadsgehoorzaal, waarbij het gebouw ingezet wordt
voor amateurkunsten, voor zaalverhuur met horeca/recreatieve taak en als
repetitieruimte voor professionele producties; het beheer van het gebouw zal
nader worden onderzocht;
 Opening Museum Vlaardingen;
 Cultuurhistorische waarden in de openbare ruimte worden behouden en voor
publiek ontsloten;
 Het verder uitwerken van de erfgoednotitie 'Het Buiten Erfgoed' in
verschillende plannen;
 De archeologische vondsten zullen zorgvuldig worden opgeslagen;
 Het verder uitbouwen van de website www.geschiedenisvanvlaardingen.nl.
Het aantal unieke bezoekers bedroeg: in 2012: 23.142 en in 2013: 28.117;
 Op 4 maart 2014 heeft B&W besloten een samenwerkingsovereenkomst aan
te gaan met het bestuur van de Stichting 'Slag bij Vlaardingen' ten aanzien van
activiteiten die in dat kader de komende jaren gaan plaatsvinden;
54




Als onderdeel van de objectgerichte bescherming zijn er 583 panden en
objecten aangewezen als ‘beeldbepalend’. Voor een aantal panden loopt de
procedure nog. De waardevolle historische structuren van het oudste deel van
de stad zijn beschermd middels het Beschermd Stadsgezicht, wat sinds 14
februari 2013 van kracht is. Het beleid is erop gericht op een positieve wijze
het belang ervan te blijven uitdragen en eigenaren goed te informeren en zo
nodig te begeleiden;
In 2014-2015 worden de uitgangspunten van de beleidsnota archeologie 20092013 en de nota Monumenten 2005 herzien en gaan samen op in de
‘Erfgoednotitie’. Hiermee worden de opgaves voor de komende tijd vastgelegd.
Eén daarvan is de opgave die er ligt voor het herbestemmen van gebouwen, in
het bijzonder de historische panden in de VOP en de Koningin
Wilhelminahaven;
Er worden kaders ontwikkeld op basis waarvan de lijst gemeentelijke
monumenten herzien kan worden;
De Open Monumentendag weet zich gesteund door een goede belangstelling,
het is van belang blijvend dit evenement te ondersteunen om tegemoet te
komen aan de wens om bijzondere panden aan het publiek te kunnen tonen.
Het is hierbij van belang te onderzoeken of samenwerking met omliggende
comités mogelijk is.
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Bezoek de website geschiedenisvanvlaardingen.nl.
Financieel deel programma Kunst en cultuur
Bezuinigingen
2015
2016
2017
2018
€0
€ 637
€ 637
€ 637
€ 134
€ 228
€ 228
€ 228
€5
€5
€5
€5
Verlagen budget voor beeldende kunst
€ 59
€ 79
€ 79
€ 79
Verlagen budget voor subsidies en manifestaties
€ 31
€ 31
€ 31
€ 31
€0
€ 500
€ 500
€ 500
Verlagen uitgaven archeologie
€ 16
€ 16
€ 16
€ 16
Geen ambtelijke inzet voor educatie stadsarchief
€ 30
€ 30
€ 30
€ 30
€ 275
€ 1.526
€ 1.526
€ 1.526
Verlagen uitgaven door stoppen subsidie Stadsgehoorzaal
Verlagen uitgaven door subsidie Kade 40 te verlagen
Verlagen uitgaven door stoppen bijdrage stadsdichter
Verlagen uitgaven bibliotheekfunctie
Baten en lasten
Raming programma
2015
2016
2017
2018
€ 7.935
€ 307
€ 7.627
€ 6.477
€ 307
€ 6.170
€ 6.370
€ 307
€ 6.063
€ 6.370
€ 307
€ 6.062
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
<<<
<<
55
€0
€ 13
€ 7.614
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
€0
€ 21
€ 6.148
€0
€ 12
€ 6.051
Reserve Touwbaan (6050) In 2009 heeft de raad besloten een reserve te
vormen voor werkzaamheden aan de overkapping van de Touwbaan aan de
Baanstraat (rijksmonument). In 2012 is deze reserve ingezet als gemeentelijke
dekking voor een subsidie van de Stadsregio m.b.t. revitalisering stedelijk gebied
voor het project VOP Oost Noord Touwbaan. De reserve bevat in 2013 een bedrag
van €25.119. Verwacht wordt dat de reserve in 2014 volledig ingezet wordt.
€0
€ 33
€ 6.030
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
+
-
Reserve beeldende kunst (6051) Beeldende kunst projecten hebben in de regel
een doorlooptijd van enkele jaren en hebben daarmee een onregelmatig
uitgavenpatroon. Indien de uitgaven achterblijven bij de raming wordt het
resterende budget toegevoegd aan de reserve. Anderzijds vindt een onttrekking
plaats indien de uitgaven het jaarbudget overschrijden.
31/12/'15
Archeologie <R>
€ 109
€0
€0
€ 109
Touwbaan <R>
€ 25
€0
€0
€ 25
Beeldende kunst <R>
€ 92
€0
€0
€ 92
Graven in Vlaardingen <V>
€ 96
€0
€0
€ 96
Voorziening Graven in Vlaardingen (6195) In 2006 is het projectplan “Graven in
Vlaardingen” opgemaakt. Van hieruit zal een groot aantal concrete producten
voortkomen zoals publicaties (o.a. resultaten DNA-onderzoek) en
tentoonstellingen. De kosten kunnen worden gefinancierd uit beschikbare
middelen en subsidies. De uitbetaalde subsidies voor dit project zijn gestort in
deze voorziening. Wanneer het project start zullen de kosten ten laste van deze
voorziening worden gebracht.
Reserve Archeologie (6071) De kosten van archeologieprojecten overschrijden
het kalenderjaar. De reserve is getroffen ten behoeve van specifieke uitgaven die
niet in het jaarlijkse budget zijn voorzien en wordt gebruikt om verschillende jaaroverschrijdende projecten mee te financieren.
Specificatie van de baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Openbaar bibliotheekwerk
Podiumkunsten
Erfgoed
Beeldende kunsten
Media
Cultuureducatie
Cultuuractiviteiten
Monumentenzorg
Totaal
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2015
2015
2.307 €
204
1.735 €
39
2.268 €
49
81 €
51 €
732 €
16
357 €
403 €
13
7.935 €
321
Investeringen
Geen.
<<<
<<
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
2016
1.787
984
2.228
81
51
637
357
354
6.477
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Baten
2016
204
39
49
16
21
329
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
2017
1.760
964
2.183
80
51
636
355
341
6.370
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Baten
2017
204
39
49
16
12
319
€
€
€
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2018
2018
1.756 €
204
954 €
39
2.180 €
49
80 €
51 €
635 €
16
354 €
360 €
33
6.370 €
340
56
accommodaties tegen een te lage huur kan niet in stand worden gehouden. Van
sportverenigingen zal worden verwacht dat zij steeds meer (financieel) op eigen
benen komen te staan. Een overzicht met de kosten en opbrengsten
sportaccommodaties is als bijlage bij deze begroting opgenomen.
11. Sport en recreatie
Autonome ontwikkelingen
Particuliere initiatieven In Vlaardingen gaan steeds meer particulier initiatieven
ontstaan. Een goed voorbeeld is de ontwikkeling van een gymsportvoorziening en
de Stichting Vlaardingen In Beweging. Zoals beschreven in de Nota sport en
bewegen 2013 laat de gemeente steeds meer over aan maatschappelijke
organisaties zoals sportverenigingen zelf en dat leidt tot meer creativiteit,
denkkracht en samenwerkingsverbanden.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Nota sport en bewegen (2013)
 Speelruimteplan (2013)
Ambitie 21 – Sport
leefstijl’
Inleiding
Jeugdsport staat voor ons voorop. Jongeren en mensen met een beperking
worden gestimuleerd tot bewegen en bieden wij de gelegenheid om aan sport deel
te nemen. Voorts worden middelen aangeboden om een gezonde leefstijl te
ontwikkelen en te behouden, mede ter beperking van overgewicht. Hierin is ook
een rol weggelegd voor de zorgverzekeraars. De ontwikkeling van sportief
ondernemerschap wordt gestimuleerd. Onderzocht zal worden of economisch
eigendom, exploitatie en onderhoud van sportaccommodaties in een sportkoepel
kunnen worden ondergebracht. Daarnaast wordt gebruikmaking van bijdragen
voor sport en bewegingsactiviteiten uit het Sociaal Cultureel Fonds gestimuleerd..
De gemeente blijft sportbeoefening stimuleren en laat de verenigingen en
accommodaties niet in de steek. De komende jaren zullen de financiële middelen
nog verder moeten worden herschikt. Het ter beschikking stellen van
<<<
<<
‘Jongeren hebben een gezond gewicht en een gezonde
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Onderzoek naar de (on)mogelijkheden om een sportkoepel op te zetten waarin
sportaccommodaties onder gebracht kunnen worden;
 Stimulering van sportdeelname met gebruikmaking van bijdragen uit het
Sociaal Cultureel Fonds;
 Particuliere initiatieven worden gestimuleerd;
 Samen met maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven uitvoering
geven aan de methode Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG). De uitvoering
hiervan wordt verzorgd door de Stichting Vlaardingen In Beweging.
Indicator met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
57
Ambitie 22 – Recreatie ‘Een evenwichtige spreiding van speelplaatsen
over de stad en het op peil houden van de kwaliteit door de aanleg, opheffing
en wijziging van enkele speelplekken’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Het inrichten van openbare ruimte ten behoeve van informele speelruimte;
 Er is voldoende speelruimte voor de jeugd afgestemd op leeftijdsgroepen,
waarbij kwaliteit boven kwantiteit gaat;
 Uitvoeren van het speelruimteplan;
 Uitvoeren van werkzaamheden uit het integraal werkplan beheer openbare
ruimte.
Baten en lasten
2015
2016
2017
2018
Lasten
€ 5.075
€ 4.502
€ 4.387
€ 4.388
Baten
€ 69
€ 5.006
€ 69
€ 4.432
€ 69
€ 4.317
€ 69
€ 4.319
€0
€0
€ 5.006
€0
€0
€ 4.432
€0
€0
€ 4.317
€0
€0
€ 4.319
Raming programma
(bedragen x € 1.000)
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Financieel deel programma Sport en recreatie
Reserves en voorzieningen
58
Bezuinigingen
1/1/'15
€0
€ 229
€ 229
€ 229
€0
€ 229
€ 229
€ 229
2015
2016
2017
2018
Investeringen gymzalen/sportzalen
€0
€0
-€ 371
-€ 364
Vervanging sportvelden (afschr: 10)
€0
-€ 55
-€ 53
-€ 50
€0
-€ 55
-€ 424
-€ 414
Verlagen uitgaven subsidie zwembad de Kulk
Ruimtevragers
<<<
<<
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen <R>
€ 172
+
€0
€ 37
31/12/'15
€ 135
Reserve nationaal actieplan sport en bewegen (6016) Door het ministerie van
VWS is over de periode 2010 tot en met 2013 in totaal een bedrag van € 505.844,beschikbaar gesteld voor de realisering van beweeginterventies en het stimuleren
dat deze interventies onderdeel gaan uitmaken van de gemeentelijke plannen voor
het lokale gezondheidsbeleid. Deze subsidie van VWS is gekoppeld aan een eigen
bijdrage van de gemeente van € 516.733,-. In 2013 is € 111.000,- gestort in de
reserve. In 2014 wordt € 118.000,- aan de reserve onttrokken. De komende twee
jaar zal deze reserve gebruikt worden voor de opgerichte stichting Vlaardingen In
Beweging die de taken in het kader van het Nationaal Actieplan Sport en Bewegen
voortzet.
Specificatie van de baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Sportsubsidies
Sportaccommodaties
Breedtesport
Openb groen en openluchtrecreatie
Recreatievoorzieningen
€
€
€
€
€
Lasten
2014
113
2.881
627
978
-16
€
€
€
€
€
Speelplaatsen
Totaal
€
493
€ 5.075
€
€
Baten
2014
26
23
20
69
Lasten
2015
113
2.508
625
796
-32
€
€
€
€
€
€
492
€ 4.502
€
€
€
€
€
€
€
Baten
2015
26
23
20
69
Lasten
2016
113
2.404
623
794
-33
€
€
€
€
€
Baten
2016
26
23
20
€
486
€ 4.387
€
€
69
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
485
€ 4.388
<<<
Baten
2017
€
€
€
26
€
23
€
20
€
€
69
59
Investeringen
Investeringsprogramma
(bedragen x € 1.000)
VJN 2014 Vervanging sportvelden
Lasten
2017
113
2.406
622
795
-33
Afschr.
termijn
10 jaar inv.
kap.l.
<<
2014
2015
€
2016
2017
2018
365
€
55
€
52
€
50

12. Financiën


dat toekomstige inkomsten uit onze grondexploitaties, gelet op de
economische ontwikkeling, realistisch en voorzichtig geraamd zijn;
dat we voldoende eigen vermogen hebben om (financiële) risico’s op te
vangen (weerstandscapaciteit) en
dat financiële ruimte aanwezig is om investeringen in de stad te plegen.
De leenschuld blijft nadrukkelijk betrokken bij onze afwegingen. Geplande
investeringen zijn kritisch tegen het licht gehouden in relatie met de
bezuinigingsopgave. Door hogere spaarbedragen in de begroting op te nemen en
door zeer terughoudend om te gaan met nieuwe investeringen, verwachten wij een
stabilisatie van de leenschuld te kunnen realiseren. De geplande uitgaven met
betrekking tot de grondexploitaties en de inkomsten die uit deze exploitaties
verwacht worden, blijven daarin een onzekere factor.
Beleidsnota’s met betrekking tot dit programma
 Financiële verordening Vlaardingen (2013)
 Richtlijn actieve informatieplicht (2013)
 Richtlijn begrotingsrechtmatigheid (2013)
 Richtlijn waardering en activering (2013)
 Treasurystatuut (2013)
Ambitie 23 – Financiën
Inleiding
De belangrijkste opgave van dit college is om door te gaan met de versterking van
de financiële positie van de gemeente. Dit moet ertoe leiden dat tegen het eind
van deze bestuursperiode weer ruimte ontstaat voor nieuwe investeringen in de
stad. De komende jaren krijgen de gemeenten voor de bestaande taken minder
geld van het rijk. Bovendien moeten we, gezien de huidige economische situatie,
blijvend rekening houden met risico’s bij het voeren van grondexploitaties. Wij
willen dat in 2018 de gemeente er weer financieel goed voor staat, met een
gezonde reservepositie. Daarom moeten we nu bezuinigen en sparen.
Wij zullen de komende jaren werken aan een financieel gezond Vlaardingen. Een
financieel gezond Vlaardingen houdt wat ons betreft in:
 dat we niet meer uitgeven dan we aan inkomsten binnen krijgen (materieel
evenwichtige begrotingen);
<<<
<<
‘Vlaardingen heeft een financieel gezonde positie’
Om bij te dragen aan deze ambitie voeren wij de volgende acties uit:
 Implementatie van de ingezette ombuigingen en bezuinigingen en een
tweejaarlijkse monitoring daarvan;
 Versterken van de financiële functie en het financiële instrumentarium door
kaders te stellen en bestuur en organisatie van informatie te voorzien over de
financiële situatie. Na vaststelling van deze begroting wordt een Nota
Financieel beleid 2015-2018 opgesteld en uiterlijk in het eerste kwartaal 2015
aan de raad aangeboden;
 Tijdig, voor de jaarrekening, inzicht verschaffen in de prognoses van de
grondexploitaties. Het Meerjarenprogramma grondzaken informeert het
bestuur gedurende het jaar over ontwikkelingen en risico’s binnen
grondexploitaties;
 Rijksbezuinigingen worden in principe door vertaald in de gemeentelijke
begroting (in = uit).
60
Indicatoren met betrekking tot realisatie van deze ambitie:
Saldo van baten en lasten
-€ 143.694 -€ 144.469 -€ 142.860 -€ 142.958
Toevoegingen reserves
€ 3.791
€ 7.141
€ 6.591
€ 7.141
€ 2.500
€0
€0
€0
-€ 142.403 -€ 137.328 -€ 136.269 -€ 135.817
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Reserves en voorzieningen
1/1/'15
Algemene reserve concern (weerstandscap.) <R>
Financieel deel programma Financiën
Afkoopsommen erfpacht (weerstandscap.) <R>
Bezuinigingen
Verhogen inkomsten door aanpassing OZB
2015
2016
2017
2018
€ 346
€ 700
€ 1.002
€ 1.435
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
€ 371
€ 725
€ 1.027
€ 1.460
Verhoging inkomsten door precario reclame
Ruimtevragers
Achterblijvende inkomsten leges
2015
2016
2017
2018
-€ 150
-€ 150
-€ 150
-€ 150
-€ 150
-€ 150
-€ 150
-€ 150
Baten en lasten
Raming programma
2015
2016
2017
2018
€ 806
€ 144.500
€ 829
€ 145.298
€ 1.689
€ 144.549
€ 1.350
€ 144.308
(bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
<<<
<<
+
-
31/12/'15
€ 1.871
€ 4.791
€ 464
€ 6.198
€ 25.922
€0
€0
€ 25.922
Algemene reserve (weerstandscapaciteit) De algemene reserve heeft na de
vorming van de reserve risicobuffer grondexploitaties een negatief saldo van €
8,041 miljoen. Door de fors hogere spaarbedragen en incidentele toevoegingen
aan de Algemene reserve stijgt de weerstandscapaciteit, waartoe ook de reserve
Afkoopsommen erfpacht behoort, naar € 49 miljoen in 2018. Zie ook de paragraaf
Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Afkoopsommen erfpacht (weerstandscapaciteit) Deze reserve wordt
toegerekend aan de weerstandscapaciteit, waardoor er in principe geen
onttrekkingen mogen plaatsvinden. Mocht het om wat voor reden toch noodzakelijk
zijn te besluiten tot een onttrekking, dan dient hiervoor tegelijkertijd tot een
spaarplan te worden besloten waarmee het niveau in 4 jaar weer op € 25,9 mln.
uitkomt. Zie ook de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
61
Specificatie van de baten en lasten
Burgerproduct
(bedragen x € 1.000)
Gemeentelijke belastingen
Precario
Concernfinancien (excl belastingen)
Handhaving
Kostendekkend werken
Totaal
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2015
2015
1.300 € 15.040
209 €
627
3.088 € 129.669
- € 1.464
- €
200
4.597 € 147.000
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2016
2016
1.300 € 15.400
207 €
627
6.463 € 127.607
- € 1.464
- €
200
7.970 € 145.298
€
€
€
€
€
€
Lasten
Baten
2017
2017
1.300
€ 15.029
205
€
627
6.775
€ 127.229
€ 1.464
€
200
8.280 € 144.549
€
€
€
€
€
€
Lasten
2018
1.300
204
6.987
8.491
Baten
2018
€ 15.470
€
627
€ 126.547
€ 1.464
€
200
€ 144.308
62
<<<
<<
Algemene dekkingsmiddelen
De onderstaande tabel geeft een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen.
Het gaat dan om middelen waar geen voorafgaand specifiek bestedingsdoel aan
ten grondslag ligt. De algemene uitkering uit het gemeentefonds is de belangrijkste
vrij besteedbare inkomstenbron voor de gemeente. De hoogte van de algemene
uitkering wordt door het Rijk bepaald. De gemeente heeft ook de mogelijkheid om
zelf inkomsten te genereren door het heffen van belastingen. Het gaat dan met
name om de onroerende zaak belastingen. De opbrengsten van belastingen
kennen in tegenstelling tot heffingen als het rioolrecht en afvalstoffenheffing geen
vooraf bepaald bestedingsdoel en behoren tot de algemene dekkingsmiddelen.
Overige vrij besteedbare middelen zijn de dividenden van deelnemingen en het
renteresultaat verbonden aan de treasury functie.
2015
2016
2017
2018
O.Z.B.
€ 14.593
€ 14.954
€ 14.582
€ 15.024
Hondenbelasting
€ 241
€ 241
€ 241
€ 241
Precariobelasting
€ 626
€ 626
€ 626
€ 626
Algemene dekkingsmiddelen (x € 1.000,-)
Lokale heffingen (niet gebonden besteding)
Toeristenbelasting
€ 156
€ 156
€ 156
€ 156
€ 80.175
€ 80.721
€ 80.343
€ 79.661
Dividenden
€ 1.300
€ 1.300
€ 1.300
€ 1.300
Renteresultaat (treasury)
€ 6.036
€ 6.036
€ 6.036
€ 6.036
€ 103.127
€ 104.034
€ 103.284
€ 103.044
Algemene uitkering gemeentefonds
In bovenstaande tabel zijn alleen de bedragen opgenomen, zoals het in de
(primaire) meerjarenbegroting 2015 – 2018 is verwerkt.
De financiële verhouding met het Rijk
De algemene uitkering uit het gemeentefonds is een belangrijke inkomstenbron
voor gemeenten. De gemeente Vlaardingen ontvangt (op basis van de
Meicirculaire 2014) in 2015 € 80,2 miljoen aan inkomsten via de algemene
uitkering.
<<<
<<
De raming voor de jaren 2015 tot en met 2018 is berekend op basis van de
circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK)
d.d. 30 mei 2014 (meicirculaire). De septembercirculaire 2014 is recent
gepubliceerd. In deze circulaire zijn de gevolgen van het rijksbeleid, inclusief de
miljoenennota, verwerkt.
Dividendinkomsten en renteresultaat
De Gemeente Vlaardingen neemt deel in het aandelenkapitaal van een aantal
privaatrechtelijke organisaties die het publieke belang ondersteunen. De
deelnemingen in de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) en Waterbedrijf Evides
genereren jaarlijks een winstafhankelijk dividend. Beide deelnemingen zijn
opgenomen in de paragraaf Verbonden partijen.
De aandelen BNG zijn voor 50% in handen van het Rijk en voor 50% in handen
van gemeenten. De Gemeente Vlaardingen heeft 0,36% van de aandelen in bezit.
De bank wordt geconfronteerd met strengere Europese regelgeving en de
mogelijke gevolg van het schatkistbankieren door decentrale overheden. Het effect
op de winst is op dit moment nog niet aan te geven. De hoogte van de
dividenduitkering wordt daarom voor de komende jaren onveranderd begroot op €
250.000 per jaar.
Het Waterbedrijf Evides is ontstaan uit de fusie van Waterbedrijf Europoort, waar
de Gemeente Vlaardingen in deelnam, en Delta Waterbedrijf. De fusiepartners
hebben ieder 50% van de nieuwe aandelen in handen. Het Vlaardings belang
bedraagt op dit moment 1,80% van het nominale aandelenkapitaal. De hoogte van
de winst lijkt niet wezenlijk te wijzigen. De dividenduitkering blijft daarom
structureel begroot op € 750.000 per jaar.
De aandelen Irado zijn voor 50% in handen van de gemeente Vlaardingen en voor
50% in handen van de gemeente Schiedam. De hoogte van de winst lijkt niet
wezenlijk te wijzigen. De dividenduitkering blijft daarom structureel begroot op €
300.000,- per jaar.
Naast dividendinkomsten uit deelnemingen en gemeentelijke heffingen maakt ook
het renteresultaat deel uit van de algemene dekkingsmiddelen. Voor de
begrotingsjaren 2015 e.v. wordt een positief resultaat voorzien van € 6,0 miljoen.
Een toelichting op dit resultaat wordt gegeven in de paragraaf Financiering.
63
Bedrag voor onvoorziene uitgaven
Het is in de praktijk gangbaar dat als onderdeel van de weerstandscapaciteit c.q.
in relatie tot het weerstandsvermogen door gemeenten een bedrag voor
onvoorziene uitgaven wordt geraamd.
De hoogte van deze post is niet voorgeschreven, maar binnen het provinciaal
toezicht wordt een minimum gesteld van € 3,18 per inwoner. Deze norm wordt ook
in onze begroting gehanteerd.
De hoogte van de post voor onvoorziene uitgaven is in basis overigens niet van
dien aard (in 2015 € 235.000) dat omvangrijke afwijkingen op de begroting kunnen
worden opgevangen.
Stelpost kapitaallasten investeringsprogramma
In het investeringsprogramma zijn de voorgenomen investeringen opgenomen met
de daarbij behorende kapitaallasten (rente en afschrijving). Deze kapitaallasten
worden als stelpost opgenomen. In de Vlaardingse systematiek worden de
kapitaallasten begroot volgend op het jaar van investeren. Er zijn verder geen
stelposten in de (primaire) begroting opgenomen.
<<<
<<
64
Paragrafen
Lokale heffingen
Weerstandsvermogen en
risicobeheersing
Onderhoud kapitaalgoederen
Financiering
65
Bedrijfsvoering
Decentralisaties sociaal domein
<<<
Grondbeleid
Verbonden partijen
Taakstellingen en reserveringen
1. Paragraaf Lokale Heffingen

De retributies zijn vergoedingen voor individuele dienstverlening van typische
overheidsdiensten van publiekrechtelijke aard. Voorbeelden hiervan zijn de
leges voor paspoort en rijbewijs.
Uitgangspunten van het gemeentelijk beleid ten aanzien van de belastingen en
heffingen zijn:
1.
Het streven is dat de woonlasten in deze periode op eenzelfde niveau
komen te liggen als in de regiogemeenten;
2.
De belastingen en rechten worden in het algemeen verhoogd met het
vanwege de gemeente vastgestelde inflatiepercentage van 1,875 %, met
uitzondering van de riool- en afvalstoffenheffing en de WABO leges, welke
ongewijzigd blijven.
3.
De onroerendezaakbelastingen worden extra verhoogd met 2,45%.
4.
Er wordt gestreefd naar kostendekkendheid van de tarieven voor
dienstverlening;
5.
Voor de minst draagkrachtige inwoners bestaat er een adequaat
kwijtscheldingsbeleid.
66
Woonlasten (lokale lastendruk)
Onder de woonlasten wordt verstaan het gemiddelde bedrag dat een huishouden
in Vlaardingen betaalt aan OZB, rioolrecht en afvalstoffenheffing. De ontwikkeling
van de woonlasten van de afgelopen jaren en een raming voor het komende jaar
ziet er als volgt uit:
Inleiding
Bij lokale heffingen gaat het om inkomsten die verkregen worden op grond van
publiekrechtelijke regels, voornamelijk belastingen, heffingen en retributies die de
overheid heft op grond van wettelijke bepalingen. Bij de lokale lasten wordt een
onderscheid gemaakt tussen zuivere belastingen, heffingen en retributies:
 De zuivere belastingen behoren tot de algemene dekkingsmiddelen en dienen
ter uitvoering van collectieve vormen van dienstverlening, maar ook individuele
vormen van dienstverlening zonder een duidelijke relatie tussen
dienstverlening en belasting. In Vlaardingen onderscheiden we
onroerendzaakbelasting (OZB) en hondenbelasting.
 De heffingen dienen ter dekking van de kosten ten behoeve van de uitvoering
van publiekrechtelijke dienstverlening. Dat houdt in dat de burger ook moet
betalen als hij de dienst niet wenst. Voorbeelden van heffingen zijn
afvalstoffenheffing en rioolrecht.
<<<
<<
Woonlasten
OZB-eigenaar
OZB-gebruiker
Rioolrecht
Afvalstoffenheffing
Totaal
2010
€ 190,04
n.v.t.
€ 157,80
€ 312,00
€ 659,84
2011
€ 190,04
n.v.t.
€ 157,80
€ 312,00
€ 659,84
2012
€ 194,32
n.v.t.
€ 157,80
€ 312,00
€ 664,12
2013
€ 215,78
n.v.t.
€ 157,80
€ 299,50
€ 673,73
2014
€ 219,83
n.v.t.
€ 157,80
€ 290,50
€ 668,15
2015
€ 229,38
n.v.t.
€ 157,80
€ 290,50
€ 677,68
Bij de berekening van de totale woonlasten zijn de volgende uitgangspunten
gehanteerd:
 er wordt uitgegaan van een eigen woning die wordt bewoond door een gezin;
 de OZB-tarieven zijn gebaseerd op de gemiddelde WOZ-waarde van
woningen in Vlaardingen.
Totale heffingsinkomsten
De begrote inkomsten van de bovengenoemde gemeentelijke heffingen (OZB,
afvalstoffenheffing en rioolrecht) in 2015 bedragen € 29,41 miljoen. In 2014 was
dat € 27,98 miljoen.
Woonlasten (vergelijking met andere gemeenten en landelijk gemiddelde)
Het Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere Overheden
(COELO) geeft sinds 1997 met de “Atlas van de lokale lasten” inzicht in de
woonlasten per gemeente en de posities die de gemeenten ten opzichte van
elkaar innemen in Nederland. Hierbij geldt dat nummer 1 de goedkoopste
gemeente is en nummer 437 de duurste. In de atlas 2014 neemt Vlaardingen de
e
146 plaats in op basis van de woonlasten zoals die in de tabel hierboven zijn
e
berekend. In 2013 nam Vlaardingen de 160 plaats in. In 2014 zat Vlaardingen €
49,00 lager dan de landelijk gemiddelde woonlasten. Inmiddels is de trend
ontstaan waarbij de woonlasten in onze gemeente ten opzichte van het landelijk
gemiddelde afnemen.
Dit resultaat is bereikt doordat in Vlaardingen gedurende een aantal jaren de
woonlasten gelijk zijn gebleven, terwijl de gemiddelde woonlasten jaarlijks
toenamen. Wat betreft de OZB en het rioolrecht loopt Vlaardingen in de pas met
het landelijk gemiddelde. De hoogte van de afvalstoffenheffing ligt boven het
landelijk gemiddelde. Dit komt door het hoge percentage hoogbouw.
Overigens liggen de woonlasten van 80% van alle gemeenten heel dicht bij elkaar
en rond het landelijk gemiddelde. Wat betreft de omringende gemeenten bedragen
de woonlasten als volgt:
Gemeente
Capelle a/d IJssel
Spijkenisse
Vlaardingen
Maassluis
Schiedam
Rotterdam
Westland
Delft
Gemiddelde
woonlasten
€ 615
€ 670
€ 688
€ 720
€ 724
€ 738
€ 743
€ 753
Rangnr.
Coelo
40
119
146
217
221
251
267
280
Dit zijn gegevens gebaseerd op het peiljaar 2014. Bij de formele vaststelling van
de verordening betreffende de leges en tarieven voor 2015 zullen de meest
recente gegevens (zijnde de tarief-voorstellen van de gemeente voor 2015)
gebruikt worden als toetsing. Wij streven ernaar dat de woonlasten in deze periode
<<<
<<
op eenzelfde niveau komen te liggen als in de regiogemeenten. Inmiddels liggen
de woonlasten lager dan in de omringende gemeenten.
Onroerendezaakbelastingen
De hoogte van de onroerendezaakbelastingen is een combinatie van de waarde in
het economische verkeer van een pand en het vastgestelde tarief. De waarde van
alle onroerende zaken wordt jaarlijks vastgesteld. De onroerendezaakbelastingen
bestaan uit een “eigenarenbelasting” voor woningen en een “eigenarenbelasting”
en “gebruikersbelasting” voor niet-woningen.
De grondslag van de OZB voor het jaar 2015 is de waarde van onroerende zaken
op 1 januari van het peiljaar 2014. De ontwikkeling van de OZB-tarieven over de
afgelopen jaren is als volgt:
Ontwikkeling tarieven
OZB (eigendom) niet-woningen
2011
0,21%
2012
0,22%
2013
0,24%
2014
0,26%
2015
p.m. *1)
OZB (gebruik) niet-woningen
0,18%
0,18%
0,20%
0,22%
p.m. *1)
OZB (eigendom) woningen
0,11%
0,12%
0,13%
0,14%
1
p.m. * )
*1) Omdat de jaarlijkse herwaardering in het kader van de Wet Waardering onroerende zaken nog niet
is afgerond, zijn de definitieve tarieven nog niet bekend. Bij de besluitvorming met betrekking tot de
tarieven in december 2014 zullen de tarieven zodanig worden vastgesteld dat in combinatie met de
WOZ-waarden een 4,325 procent hogere opbrengst resulteert, exclusief areaaluitbreiding. Hierbij moet
rekening gehouden worden met het feit dat de prijzen van woningen zijn gedaald en dat er een recessie
heerst, waardoor de herwaardering ten opzichte van de vorige een lager resultaat zal opleveren. Om
dan de gewenste opbrengst te verkrijgen zullen de tarieven moeten stijgen.
Limitering OZB-tarieven
De huidige limitering van de onroerendezaakbelastingen (OZB) is per 1 januari
2008 vervallen. Om te voorkomen dat de tarieven onevenredig stijgen, heeft het
Rijk een macronorm ingesteld. Als de ontwikkeling van de lokale lasten tot
overschrijding van die norm leidt, kan het Rijk ingrijpen. De totale verhoging van de
OZB is hoger dan de thans geldende landelijke macronorm.
Rioolheffing
Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging van
het rioolbelasting is dus afhankelijk van de ontwikkeling van de kosten. Voor het
beheer en onderhoud op de lange termijn is een gemeentelijk rioleringsplan
67
opgesteld waarin o.a. de kosten zijn opgenomen die door middel van een
rioolbelasting moeten worden gedekt. Voor 2015 blijft de rioolheffing ongewijzigd.
Tarieven Rioolheffing
Tarief
2010
€ 157,80
2011
€ 157,80
2012
€ 157,80
2013
€ 157,80
2014
€ 157,80
2015
€ 157,80
Afvalstoffenheffing
Uitgangspunt bij deze heffing is dat de tarieven kostendekkend zijn. De stijging of
daling van de afvalstoffenheffing is mede afhankelijk van de ontwikkeling van de
kosten. Bij deze heffing wordt een tariefdifferentiatie toegepast ten behoeve van
één- en meerpersoonshuishoudens. Voor 2015 blijft de afvalstoffenheffing
ongewijzigd.
Tar. Afvalstoffenheffing
Eénpersoonshuish.
Meerpersoonshuish.
2010
€ 243,30
€ 312,00
2011
€ 243,00
€ 312,00
2012
€ 243,00
€ 312,00
2013
€ 233,00
€ 299,50
2014
€ 226,30
€ 290,50
2015
€ 226,30
€ 290,50
Toeristenbelasting
Met ingang van 2013 is de toeristenbelasting ingevoerd. Het tarief zal worden
verhoogd met het algemene index percentage van 1,875%. De opbrengst van de
toeristenbelasting is afhankelijk van het aantal overnachtingen in de gemeente,
zodat de opbrengst kan fluctueren. Voor 2015 zal op basis de te verwachten
bezettingsgraad een opbrengst van € 155.000 worden geraamd. De recessie kan
echter zorgen voor een lagere opbrengst.
Overige lokale heffingen
De lokale heffingen worden verdeeld over zuivere belastingen, heffingen en
retributies. De OZB als zuivere belasting en de afvalstoffenheffing en het rioolrecht
als heffing zijn reeds aan de orde geweest. Bij de volgende tarieven is er sprake
van een specifieke dienst die op verzoek door de gemeente wordt geleverd. Deze
specifieke dienstverlening verloopt in principe kostendekkend. Op basis van de
cijfers van het Centraal Planbureau over 2014 wordt een algemene prijsstijging
voor de overheid verwacht. Voor de Vlaardingse tarieven is rekening gehouden
met een prijsstijging van 1,875%.
Burgerzakenleges
Bij leges betreft het vaak rechten op grond van het genot van, door of vanwege het
gemeentebestuur verstrekte diensten. Het betreft dan bijvoorbeeld het behandelen
van verzoeken om verlening van een vergunning en het verstrekken van een
<<<
<<
paspoort of rijbewijs. Bij vergunningverlening wordt overigens meestal niet de
afgifte van de vergunning als belastbaar feit aangemerkt, maar het in behandeling
nemen van de aanvraag. De belastingplicht ontstaat dan op het moment dat de
gemeente begint met de nodige werkzaamheden, zodat ook leges kunnen worden
berekend als de vergunning wordt geweigerd. De gemeente heeft immers al een
inspanning geleverd. Soms wordt bij weigering van de vergunning een deel van de
betaalde leges terugbetaald, maar gemeenten zijn er vrij in hoe ze dat regelen.
Voor de volgende diensten worden door Vlaardingen ook leges worden ontvangen:
 Het voeren van de gemeentelijke administratie voor wat betreft: verhuizingen,
vestigingen, afgifte van diverse documenten, actualiseren en corrigeren van
persoonsgegevens;
 Het verzorgen van de burgerlijke stand met betrekking tot geboorteaangiften,
aangiften overlijden, huwelijken en geregistreerd partnerschap en het opstellen
van latere vermeldingen n.a.v. rechterlijke uitspraken;
 Het verstrekken van reisdocumenten, te weten paspoorten en Nederlandse
identiteitskaarten;
 Het verstrekken van rijbewijzen; en
 Het administreren van naturalisatieverzoeken en het verwerken van
Koninklijke Besluiten.
Hieronder volgende de aantallen documenten / diensten met de bijbehorende
totale opbrengsten.
Burgerzakenleges
Begroting
(in aantallen tenzij anders vermeld)
2014
Reisdocumenten
15.000
Rijbewijzen
5.000
Huwelijken
375
Naturalisaties
150
Uittreksels burgerlijke stand
3.500
Uittreksels GBA
5.000
Totale heffingen (x € 1.000)
€ 1.016 *2)
2
* ) in de tarieven is een prijsstijging opgenomen van 1,875%.
Begroting
2015
15.000
5.000
300
100
2.000
4.000
€ 1.065 *2)
)
*2 De Rijksleges op reisdocumenten, naturalisaties en verklaringen omtrent gedrag worden niet eerder
dan in oktober/ november 2014 aangepast. Hierdoor kunnen afwijkingen ontstaan t.o.v. deze raming
Bouwleges (Wabo)
Sinds 1 oktober 2010 is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in werking
getreden (Wabo). Een van de gevolgen van de Wabo is de invoering van de
68
omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning vervangt verschillende losse
vergunningen, zoals bouwvergunningen, kapvergunningen en sloopvergunningen.
De omgevingsvergunning kan bestaan uit verschillende activiteiten. Er wordt per
activiteit leges geheven.
De meeste aanvragen hebben betrekking op de activiteit bouwen (de vroegere
bouwvergunning), waarvoor verhoudingsgewijs ook de meeste leges wordt
geheven. In 2008 is gekeken naar de kostendekkendheid van de tarieven voor
bouwleges en is gebleken dat slechts 47% van de kosten door de leges worden
afgedekt. Dit heeft voor 2009 geleid tot een extra stijging van de bouwleges,
waardoor de kostendekkendheid gestegen is naar 71%. Eind 2012 en 2013 zijn de
tarieven voor de omgevingsvergunningen voor de jaren 2013 en 2014 wederom
verhoogd om ze meer kostendekkend te maken. Voor 2014 bedroeg de stijging
10%. Voor 2015 wordt geen stijging opgenomen.
De totale opbrengsten uit belastingen, heffingen en retributies zien er als volgt uit:
Heffing (x € 1.000,-)
Burgerzakenleges*3)
Parkeerbelasting
Zeehaven- en binnenhavengelden*4)
Marktgelden
Afvalstoffenheffing
Rioolrechten *5)
Begraafrechten
Leges bijzondere wetten
Waboleges
Belasting (x € 1.000,-)
Precariobelasting
Hondenbelasting
Onroerendezaakbelastingen
Toeristenbelasting
TOTAAL
2014
€ 1.016
€ 1.603
€ 1.194
€ 184
€ 8.977
€ 5.708
€ 849
€ 40
€ 1.464
2015
€ 1.065
€ 1.862
2014
€ 695
€ 236
€ 13.292
€ 153
€ 35.411
2015
€ 626
€ 241
€ 14.593
€ 156
€ 37.021
€ 1.237
€ 188
€ 8.841
€ 5.978
€ 750
€ 20
€ 1.464
*3)In de tarieven van burgerzaken is een prijsstijging opgenomen van 1,875%. De Rijksleges op
reisdocumenten, naturalisaties en verklaringen omtrent gedrag worden niet eerder dan oktober/
november aangepast. Hierdoor kunnen afwijkingen ontstaan t.o.v. deze raming
4
* ) Zeehavengelden en binnenhavengelden zijn afhankelijk van gemeenschappelijke afspraken tussen
waterbeheerders in het Waterweggebied.
<<<
<<
*5) Het tarief van de rioolrecht blijft ongewijzigd. De stijging/ daling wordt veroorzaakt door een wijziging
in de samenstelling.
Kwijtschelding
Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van gehele of
gedeeltelijke kwijtschelding van de lokale lasten. De regels voor het toekennen
worden bepaald door de rijksoverheid, neergelegd in de Invorderingswet. Deze
regels komen erop neer dat kwijtschelding mag worden verleend aan
belastingplichtigen, die een inkomen hebben dat niet hoger ligt dan de
bijstandsnorm.
Gemeenten mogen hier in die zin van afwijken dat een lager inkomen wordt
gehanteerd. De gemeente Vlaardingen hanteert de zogenaamde 100%-norm,
hetgeen betekent dat inwoners van Vlaardingen met een inkomen op
bijstandsniveau in beginsel voor kwijtschelding in aanmerking komen. Voor welke
belastingen kwijtschelding wordt verleend mogen gemeenten zelf bepalen. In de
Vlaardingen kan kwijtschelding worden aangevraagd voor de afvalstoffenheffing.
De kwijtschelding van de hondenbelasting is in 2013 afgeschaft.
Om voor kwijtschelding in aanmerking te komen dient men een schriftelijk verzoek
te doen en de nodige bewijsstukken te overleggen. Evenals de heffing en de
invordering van de gemeentelijke heffingen en belastingen, is het behandelen van
de verzoeken tot kwijtschelding in handen gegeven van de Regionale Belasting
Groep.
Naar verwachting zullen, rekening houdend met de ervaringen in voorgaande
jaren, zo’n 2.800 huishoudens voor (gedeeltelijke) kwijtschelding in aanmerking
komen. Daarbij bestaat er wellicht een negatieve invloed vanwege de recessie.
Mogelijk zal het aantal aanvragen voor 2015 daardoor stijgen. Wij begroten in
2015 een bedrag van circa € 600.000 te besteden aan kwijtscheldingen. De
ontwikkeling van deze post zal nauwlettend worden gevolgd.
Vaststellen nieuwe tarieven 2015
Nadat de begroting is vastgesteld waarmee een uitspraak is gedaan door raad
over de ontwikkeling van de tarieven voor 2015 van de verschillende belastingen,
heffingen en retributies, zullen de desbetreffende verordeningen hieraan, alsmede
aan wets- en beleidswijzigingen, worden aangepast, waarna deze in de
decembervergadering 2014 ter vaststelling aan de raad worden aangeboden.
69
2. Paragraaf Weerstandsvermogen en
risicobeheersing
De aanwezige weerstandscapaciteit bestaat uit het totaal aan middelen dat de
gemeente beschikbaar heeft of op korte termijn vrij kan maken om financiële
tegenvallers op te vangen. De huidige reserves vormen daarbij het reeds
beschikbare deel, eventuele stille reserves vallen onder het op termijn vrij te
maken deel.
De gewenste weerstandscapaciteit is het geldbedrag dat idealiter aanwezig zou
moeten zijn. De hoogte van de gewenste weerstandscapaciteit is volledig
afhankelijk van de binnen de gemeente aanwezig risico's en met name van de
ingeschatte risicobedragen (per risico).
Het gemeentelijk beleid is gericht op het realiseren van een weerstandsvermogen
van 100%. Dit betekent dat de aanwezige weerstandscapaciteit niet langdurig en
niet wezenlijk onder het niveau van de gewenste weerstandscapaciteit kan liggen.
Dit beleid is beschreven in de Nota Risicomanagement, zoals door uw raad
vastgesteld op 24 januari 2013.
70
Aanwezige weerstandscapaciteit
De aanwezige weerstandscapaciteit in onze gemeente bestaat uit het totaal van
de reserves. Per begin 2015 bedraagt het totaal aan reserves bijna € 67 miljoen.
Aan het grootste deel hiervan is echter een bestemming gegeven. De algemene
reserve, per begin 2015 € 1,8 miljoen, is de eerst aangewezen reserve om
financiële tegenvallers te verwerken.
Inleiding
In het voorwoord bij deze begroting is aangegeven dat sturen naar een evenwicht
de kern van het besturen is. Onder meer is dat sturen naar een evenwicht tussen
de beschikbare financiële middelen en de wens om geld te besteden aan
beleidsdoelen. Maar ook sturen naar een evenwicht tussen weerstandscapaciteit
en de totale omvang van risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. De
samenhang tussen deze beide wordt het weerstandsvermogen genoemd, dat is
een verhoudingsgetal of ratio. Het geeft de verhouding weer als volgt:
Weerstandsvermogen = aanwezige weerstandscapaciteit / gewenste
weerstandscapaciteit * 100%
<<<
<<
Daarnaast zijn de afkoopsommen erfpacht onder de vlottende passiva, in overleg
met de accountant en de toezichthouder (Provincie Zuid-Holland) in 2013
overgebracht naar de vaste passiva, als specifieke bestemmingsreserves
(afkoopsommen erfpacht), waarvan € 25,9 miljoen wordt toegerekend aan het
weerstandsvermogen.
Aan deze balansmutaties is door de toezichthouder de voorwaarde gesteld dat,
wanneer Vlaardingen genoodzaakt is om een deel van de genoemde € 25,9
miljoen in te zetten ter dekking van negatieve rekeningresultaten, de gemeente in
de eerstvolgende Voorjaarsnota een spaarbedrag van gelijke grootte in de
begroting zal moeten opnemen om de huidige situatie te herstellen.
De aanwezige weerstandscapaciteit bedraagt bij aanvang van het begrotingsjaar
2015 € 27,7 miljoen (€ 1,8 miljoen en € 25,9 miljoen).
Gewenste weerstandscapaciteit
De gewenste weerstandscapaciteit bestaat uit het totaal aan middelen dat de
gemeente beschikbaar zou moeten hebben of op korte termijn vrij zou moeten
kunnen maken om de waargenomen risico's financieel te kunnen dekken. Om dit
bedrag te kunnen bepalen heeft er ten behoeve van deze begroting een
actualisatie van de risico-inventarisatie plaats gevonden. Op basis van deze
inventarisatie zijn de risico's met behulp van de Monte Carlo-methode beoordeeld
en gewaardeerd.
Het resultaat van deze exercitie is dat Vlaardingen over een gewenste
weerstandscapaciteit van € 36 miljoen zou moeten beschikken. Daarnaast moet er
als gevolg van decentralisatie sociaal domein (jeugdzorg, awbz en wmo) rekening
worden gehouden met een risico waarvoor een apart aan te houden
weerstandsvermogen van € 1,2 miljoen benodigd is. Mocht dit risico zich voordoen
dan willen wij hiervoor de reserve Sociaal domein aanwenden.
Risico’s
De activiteiten van de Gemeente Vlaardingen strekken zich uit over een breed
scala aan beleidsterreinen. Dit heeft tot gevolg dat onze gemeente bloot gesteld is
aan een groot aantal risico’s. Daarbij kan gedacht worden aan risico’s in het kader
van het grondbeleid, het vastgoedbeleid, het garantiebeleid, het treasurybeleid, het
beleid inzake onderhoud kapitaalgoederen, et cetera.
De door ons geïnventariseerde risico’s zijn opgenomen in de nota ”Inschatting van
het weerstandsvermogen 2015 Gemeente Vlaardingen”, opgesteld door
PricewaterhouseCoopers. Deze nota is u afzonderlijk ter kennis gebracht met
raadsmemo van 14 oktober 2014. De risico’s, welke in bijlage A van genoemde
nota zijn opgenomen, en waarvoor in totaal een bedrag van € 36 miljoen
beschikbaar moet zijn betreffen:
 Calamiteiten en rampen
 Gemeenschappelijke regelingen
 Inkoopprocedures
 Aftreden wethouders
 Boekwaarden centrale huisvesting
 Taakstellingen formatiereductie
 Gegarandeerde leningen zorgcentra
 Schuldpositie
 Claims
 Subsidies
 Garantiestellingen woningbouwcorporaties
<<<
<<





Borgstelling Polderpoort
Rijksvergoedingen
Leegstand
Achterstallig onderhoud
Grondexploitaties
Weerstandsvermogen
Zoals in de inleiding reeds werd aangegeven, bestaat het weerstandsvermogen uit
de verhouding tussen de aanwezige en de gewenste weerstandscapaciteit. Gelet
op het voorafgaande komt het gemeentelijk weerstandsvermogen bij aanvang van
dit begrotingsjaar uit op:
Weerstandsvermogen = € 27,7 miljoen / € 36,0 miljoen * 100% = 77%
Het weerstandsvermogen ligt derhalve onder de beoogde 100%. Anders
geformuleerd: gelet op de geïnventariseerde risico’s schiet de aanwezige
weerstandscapaciteit tekort.
De bezuinigingsopgave, die in de Voorjaarsnota is onderbouwd en in deze
begroting is uitgewerkt, heeft tot doel om, naast onze ambitie in ons
coalitieakkoord om te komen tot een duurzaam solide financieel beleid, te sparen
naar de minimaal gewenste weerstandscapaciteit van € 36 miljoen.
71
enzovoort. Vanuit de beheersplannen vindt een vertaling van de
onderhoudskosten naar de (meer) jarenbegroting plaats binnen de diverse
programma’s. Bij ieder substantieel kapitaalgoed worden het beleidskader en de
financiële consequenties aangegeven.
3. Paragraaf Onderhoud
kapitaalgoederen
Wegen
Beleidskaders Tot de beleidskaders behoren het beleids- en beheerplan Wegen
alsmede het beleids- en beheerplan Civieltechnische kunstwerken. Bepalend voor
de wijze en het niveau waarop het wegenbeheer en het beheer civieltechnische
kunstwerken worden uitgevoerd, zijn de wettelijke kaders uit de Wegenwet, het
nieuw Burgerlijk Wetboek en de ambities “schoon, heel, veilig en toegankelijk”,
zoals geformuleerd in de Stadsvisie Vlaardingen 2020. Het onderhoudsniveau
(lees: kwaliteitsniveau) wordt voor wegen uitgevoerd op het niveau ‘sober’ en voor
civieltechnische kunstwerken op het niveau ‘redelijk’.
72
Financiële consequenties De financiële consequenties van de beleids- en
beheerplannen met de daarbij behorende kwaliteitskeuze zijn in deze begroting
verwerkt in het programma Verkeer en Mobiliteit. Conform de beleids- en
beheerplannen heeft een financiële vertaalslag gevonden. Vanwege het vervallen
van de investeringsmiddelen voor de reconstructie van wegen zal het achterstallig
onderhoud niet verder worden ingelopen, maar op termijn waarschijnlijk oplopen.
Riolering
Inleiding
De Gemeente Vlaardingen heeft ruim 7 km² openbare ruimte in beheer. In die
ruimte vindt een groot aantal activiteiten plaats zoals wonen, werken en recreëren.
Voor al die activiteiten bestaat de openbare ruimte uit een aantal
kapitaalgoederen. Al deze kapitaalgoederen dienen te worden onderhouden.
Gezien de duurzaamheid van de kapitaalgoederen is dat een taak die continue
budgettaire middelen vergt.
Deze paragraaf, in combinatie met de onderliggende beleids- en beheerplannen,
geeft inzicht in de stand van het onderhoud van wegen, riolering, schoolgebouwen,
<<<
<<
Beleidskader Als beleidskader voor het rioolbeheer geldt het op grond van de
Wet milieubeheer verplichte Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan (Waterplan,
deel 1a). In dit plan worden maatregelen voorgesteld om aan de gemeentelijke
zorgplicht ten aanzien van de inzameling en transport van afvalwater, inzameling
en verwerking van regenwater en het voorkomen van grondwateroverlast te
kunnen voldoen.
Financiële consequenties De exploitatiekosten van het rioolstelsel worden
gedekt uit de opbrengst rioolheffing. Deze lasten en opbrengsten zijn verantwoord
in het programma Groen en Milieu. Alle kosten aan het rioolstelsel, alsmede de
aan de grondwaterzorgplicht gerelateerde kosten mogen via de rioolheffing
worden doorberekend. De exploitatie van het rioolstelsel is binnen de begroting
budgettair neutraal. Eventuele saldi die na afsluiting van een boekjaar ontstaan
worden via de egalisatiereserve riolering verrekend.
Waterbodems
Beleidskader De beleidskaders zijn opgenomen in het Waterplan. De
kaderstelling is geënt op uit diverse wetten voortvloeiende verplichtingen voor de
waterbeheerder.
Financiële consequenties De hoofdwatergangen zijn in beheer bij het
Hoogheemraadschap van Delfland. Voor het uitvoeren van dagelijks en groot
onderhoud aan watergangen die de gemeente beheert, zijn in deze begroting in
het programma Verkeer en Mobiliteit de benodigde financiële middelen voorzien.
Groenvoorzieningen
Beleidskader De beleidskaders voor het openbaar groen zijn, los van de
wettelijke kaders, vastgelegd in het Groenplan en de bomenverordening. Het
Groenplan kent een aantal kernelementen die uiteindelijk bepalend zijn voor de
beheersmatige kant van de groenvoorzieningen. Duurzaamheid in beheer is een
belangrijk aspect in het beleid. Veiligheid in de openbare ruimte heeft prioriteit.
Ambities uit het Groenplan worden zoveel mogelijk gerealiseerd door aan te
sluiten bij integrale projecten.
Financiële consequenties Om kapitaalvernietiging te voorkomen is het belangrijk
het technisch beheerniveau op peil te houden. Voor het uitvoeren van
groenonderhoud zijn in de begroting in het programma Groen en Milieu de
benodigde financiële middelen voorzien. De ramingen die op basis van het huidige
beleids- en beheerplan tot stand komen variëren per jaar niet tot weinig.
Kades en glooiingen
Beleidskaders De veiligheid en functionaliteit van de kades en glooiingen zijn
van groot belang voor de continuïteit van de havenactiviteiten. Het beheerplan
Kades en glooiingen is de basis voor het beheer van de gemeentelijke kades en
glooiingen. Op basis van de opgenomen uitgangspunten dienen veiligheid en
functionaliteit te worden gewaarborgd. De nadruk in het plan ligt met name bij de
technische kwaliteit en minder op de belevingswaarde. Voorafgaand aan het
<<<
<<
uitvoeringsjaar laten we een kwaliteitsonderzoek uitvoeren om zodanig de
definitieve maatregelen op jaarbasis goed in beeld te krijgen.
Uit de gedetailleerde inspectie en de plaatselijke kennis over de
onderhoudstoestand is gebleken dat de Oosthavenkade (Oude Haven), de
glooiing aan de westzijde van de havenmond KW-haven en de Buitenhaven aan
de westzijde in slechte staat verkeren.
Financiële consequenties De uitgaven voor kleinschalig en dagelijks onderhoud
zijn conform het beheerplan opgenomen in de begroting bij de producten
Zeehavens en Binnenhavens binnen het programma Economie en Haven.
Havens
Beleidskaders De actualisatie van het Havenplan voor de komende periode
moet er voor zorgen dat het beheer en onderhoud van de havens aansluit bij het
gebruik van de havens door zowel de beroepsvaart als de recreant. Met de
Gemeente Midden Delfland (recreatievaart) en het Havenbedrijf Rotterdam (HBR)
zijn contracten voor samenwerking. Toezichthoudende taken worden grotendeels
door HBR uitgevoerd.
Financiële consequenties De kosten van beheer en onderhoud, voortvloeiende
uit het Havenplan, komen ten laste van de product Zeehavens en Binnenhavens.
Beide producten vallen onder het programma Economie en Haven.
Oppervlaktewater en grondwater
Beleidskaders Op grond van de Waterwet dragen de gemeente en het
Hoogheemraadschap van Delfland samen zorg voor een doelmatig en
samenhangend waterbeheer. Het waterschap heeft de zorg voor het
oppervlaktewater en de gemeente de zorg voor het stedelijke freatische
grondwater. Freatisch grondwater is het ‘ondiepe’ grondwater dat je tegenkomt als
je een kuil graaft.
Financiële consequenties De financiële consequenties van het gemeentelijke
waterbeleid zijn in het Uitvoeringsprogramma (Waterplan, deel 7) nader
vastgelegd. Vanwege het samenwerkingsverband met het Hoogheemraadschap
van Delfland is hierbij voor een aantal onderdelen sprake van gedeelde
financiering. Op de lange termijn streeft Vlaardingen naar de scheiding van
afvalwater (riolering) en regenwater en het vinden van meer ruimte voor
73
waterberging, samen met de ontwikkeling van natuurvriendelijke oevers. Voor de
korte termijn liggen de maatregelen vooral in de rioleringssfeer. De investeringen,
die deels samenhangen met het realiseren van de basisinspanning, komen ten
laste van de rioolheffing. Met de beschikbare middelen die in de begroting in het
programma Groen en Milieu zijn opgenomen, kunnen de kosten van het
onderhoud worden gedekt.
Financiële consequenties Voor het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud
aan de openbare verlichting zijn in de begroting in het programma Verkeer en
Mobiliteit de benodigde financiële middelen opgenomen.
Verkeersregelinstallaties
Beleidskader Het beheer en onderhoud van de verkeersregelinstallaties is sinds
1 januari 2014 ondergebracht bij de BAM. De beleidskaders zijn vastgelegd in de
Nota Verkeerslichten.
Ondergrondse containers
Beleidskader Nieuwe ondergrondse containers worden sinds 2011 in eigendom
van de Gemeente Vlaardingen aangeschaft en geplaatst. Voor de komende jaren
gaat het om circa 700 ondergrondse containers.
Financiële consequenties De kosten van de nieuwe ondergrondse containers
worden gedekt uit de opbrengst afvalstoffenheffing en enkele andere
vergoedingen, welke verantwoord staan in het programma Groen en Milieu. Alle
aan de afvalverwijdering en –verwerking gerelateerde kosten mogen via de
afvalstoffenheffing worden doorberekend. Dientengevolge is de exploitatie van de
afvalverwijdering en –verwerking binnen de begroting budgettair neutraal. Saldi die
na afsluiting van een boekjaar ontstaan worden via de egalisatiereserve
Afvalstoffen verrekend.
Speeltoestellen
Financiële consequenties Voor het uitvoeren van dagelijks en groot onderhoud
aan de Verkeersregelinstallaties zijn in de begroting in het programma Verkeer en
Mobiliteit de benodigde financiële middelen opgenomen.
Gebouwen
Beleidskaders Eind 2012 is de nieuwe geactualiseerde nota Vastgoed
opgesteld. In deze nota is een aantal gewijzigde beleidspunten opgenomen. De
vastgoedportefeuille is ingericht op basis van de volgende categorieën:
 Dienstgebouwen;
 Maatschappelijk vastgoed waaronder onderwijsgebouwen en (veld)sportaccommodaties;
 Strategisch bezit;
 Overig bezit.
Beleidskader
De Gemeente Vlaardingen streeft naar voldoende speelruimte
voor kinderen. De speelplaatsen worden zo goed mogelijk verspreid over de stad
en worden op een technisch verantwoord niveau onderhouden. Jaarlijks worden
alle speeltoestellen geïnspecteerd. Tot het beleidskader behoort het
Speelruimteplan 2013.
De huidige gemeentelijke vastgoedportefeuille bevat 200 objecten en heeft een
totale omvang van ongeveer 200.000 m2. De portefeuille heeft een totale
verzekerde waarde van bijna € 300 miljoen.
Financiële consequenties Voor de speelvoorzieningen zijn in de begroting in het
programma Sport en Recreatie financiële middelen opgenomen voor vervanging
en het dagelijks beheer en onderhoud.
Financiële consequenties Het gemeentelijke vastgoed kent een grote diversiteit
en vraagt dan ook om diverse afwegingen met betrekking tot het plegen van
regulier en groot onderhoud. Zoals in eerdere jaren is in de begroting een
jaarlijkse toevoeging aan de reserve Onderhoud van ruim € 616.000 verwerkt.
Openbare Verlichting
Beleidskader Sinds 2010 zijn de lichtmasten in de stad weer eigendom van de
Gemeente Vlaardingen. Het beheer en het onderhoud is in 2013 op de markt
gezet. De gemeente voert echter de regie.
<<<
<<
In de begroting 2011 – 2014 zijn middelen vrijgemaakt om een inhaalslag uit te
voeren op het achterstallig onderhoud . Naast de jaarlijkse dotatie van circa €
616.000 in de reserve Onderhoud is in 2011 een bedrag van € 250.000 structureel
gereserveerd voor het projectmatig wegwerken van het achterstallig onderhoud.
74
Inmiddels is het achterstallig onderhoud grotendeels ingelopen, uitgezonderd de
panden gelegen aan de Rotterdamseweg, de sporthal aan de Baanstraat,
Wijkcentrum West (Telder) en Plein Emaus. Voor legionella vinden nog
aanpassingen plaats aan de installaties van de sportverenigingen. Vanaf 2013 is
de detailbegroting opgesteld conform de meerjarenonderhoudsbegrotingen van de
panden en is de lijst met de af te stoten panden aangepast en in 2013 in het
college van B&W besproken.
75
<<<
<<
4. Paragraaf Financiering
uitvoering van de publieke taak prioriteit dient te worden gegeven, anderzijds uit de
gedachte dat met gemeenschapsgeld met de nodige voorzichtigheid dient te
worden omgegaan.
Doelstellingen
In het statuut zijn de algemene doelstellingen van het treasurybeleid opgenomen.
Deze luiden:
 het garanderen van een duurzame toegang tot de financiële markten en het
beperken van de kosten die daarmee samenhangen;
 het beschermen van de gemeentelijke vermogenspositie middels het
beheersen van de financiële risico’s; en
 het optimaliseren van het extern renteresultaat.
In het vervolg van deze paragraaf zullen de onderwerpen die bij deze
doelstellingen horen, worden besproken. Allereerst zal worden ingegaan op de
wijze waarop Vlaardingen haar bezit financiert, daarna zullen de risico’s die aan dit
financieren verbonden zijn in beeld gebracht worden, vervolgens wordt stil gestaan
bij het kredietrisico op uitzettingen (gelden bij derden) en zal ook het renteresultaat
aan de orde komen. Tot besluit van de paragraaf wordt kort stil gestaan bij een
tweetal nieuwe ontwikkelingen op het gebied van treasury.
Financiering
De afgelopen jaren heeft Vlaardingen om uiteenlopende redenen meer en meer
een beroep moeten doen op externe financiering. Niet alleen steeg de verhouding
tussen vreemd en eigen vermogen, ook is door een ferm investeringstempo de
absolute omvang van de gemeentelijke leenschuld aanzienlijk gestegen.
Inleiding
De treasuryfunctie maakt deel uit van de bredere financiële functie. De
treasuryfunctie houdt zich bezig met financiering, risico- en cashmanagement en
de hiermee samenhangende baten en lasten. In onze gemeente worden de
treasurytaken overwegend centraal uitgevoerd. De uitvoering vindt plaats binnen
de kaders van het treasurystatuut. Dit verplichte document (artikel 212,
Gemeentewet) is voor het laatst in september 2013 door uw raad vastgesteld.
Uitgangspunt
Het treasurystatuut stelt dat het treasurybeleid in onze gemeente defensief van
karakter behoort te zijn. Dit betekent dat financiële risico’s, die betrekking hebben
op de uitvoering van de treasuryfunctie, beperkt dienen te blijven. Deze
risicohouding vloeit enerzijds voort uit het idee dat aan een ongehinderde continue
<<<
<<
Kwam de leenschuld in 2005 voor het eerst deze eeuw boven de € 100 miljoen uit
en werd in de loop van 2010 de kaap van € 200 miljoen genomen, op dit moment
wordt verwacht dat de leenschuld van onze gemeente voor het einde van 2014 de
grens van € 300 miljoen zal passeren.
Opbouw leenschuld (per 1 januari 2015):


vaste schuld t.g.v. langlopende leningen
: € 265 miljoen
vlottende schuld t.g.v. kortlopende leningen : € 40 miljoen+
(prognose)
Het is beleid (zie onderdeel Renterisico) om jaarlijks € 20 miljoen op de vaste
schuld af te lossen. Alleen in 2020 wordt meer afgelost, namelijk € 55 miljoen.
76
Voor de in 2015 nieuw af te sluiten geldleningen betekent dit dat de looptijd
minimaal 11 jaar zal zijn.
De vlottende schuld bestaat over het algemeen uit leningen met een looptijd van
slechts enkele dagen. Door voor een zeer korte looptijd te kiezen is het
eenvoudiger om in te spelen op het op dagbasis soms grillige verloop van de
gemeentelijke geldstromen.
Renterisico’s
Financiering en renterisico zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het
renterisico van de Gemeente Vlaardingen maakt deel uit van het met behulp van
de Monte Carlo Methode vastgesteld benodigd weerstandsvermogen. Telkens
wanneer een geldlening moet worden afgelost en herfinanciering noodzakelijk is
bestaat immers het gevaar dat de begroting geconfronteerd zal worden met
hogere rentelasten: de nieuwe lening kan door ontwikkelingen op de geld- en
kapitaalmarkt duurder uitvallen dan de oude. Renterisico is niet uit te sluiten, maar
kan wel worden gespreid. Zodoende kan het risico per begrotingsjaar worden
beperkt.
De Wet Financiering Decentrale Overheden (Wet Fido) stelt grenzen aan de mate
waarin een gemeente zich bloot kan stellen aan renterisico. Ter beperking van dit
risico is zowel voor de vaste schuld (langlopende leningen) als voor de vlottende
schuld (kortlopende leningen) een wettelijke maximum vastgesteld. Het te lang niet
voldoen aan deze limitering kan voor de Provincie, als toezichthouder van de
gemeente, aanleiding zijn om maatregelen te nemen. In laatste instantie behoort
preventief toezicht op het afsluiten van geldleningen tot de mogelijkheden.
Renterisiconorm vaste schuld
De renterisiconorm heeft betrekking op de vaste schuld van de gemeente. Vaste
schuld ontstaat wanneer geldleningen worden afgesloten met een rentetypische
looptijd van 1 jaar of langer. De renterisiconorm moet gemeenten en andere
decentrale overheden aanzetten tot spreiding van dit specifieke risico over
toekomstige begrotingsjaren.
De totale schuld in verband met het afsluiten van langlopend geldleningen
bedraagt begin 2015 € 265 miljoen. Gegeven de verwachting dat de gemeentelijke
financieringsbehoefte (als gevolg van geplande investeringen) niet zal afnemen, is
dit tevens het totaalbedrag waarover Vlaardingen in de toekomst blootgesteld zal
zijn aan renterisico (vaste schuld).
<<<
<<
Door bij het afsluiten van nieuwe geldleningen voor verschillende looptijden te
kiezen wordt renterisico gespreid. Het treasurybeleid is erop gericht om jaarlijks €
20 miljoen op de vaste schuld af te lossen. Het jaarlijks bedrag waarover de
gemeente risico loopt blijft hierdoor tot dit bedrag beperkt. Over de periode 2015
tot en met 2018 bedraagt het totale risicobedrag € 79,5 miljoen (zie onderstaande
overzicht).
Toekomstig renterisico (bedragen x € 1 miljoen)
2015
2016
2017
2018
Aflossingen
Renteherzieningen
19,5
0,0
20,0
0,0
20,0
0,0
20,0
0,0
Renterisico
(vast schuld)
19,5
20,0
20,0
20,0
Om de mogelijke impact van renterisico (vaste schuld) voor de komende 4 jaar te
kunnen bepalen, zijn verschillende rentescenario’s mogelijk. Voor de eenvoud
wordt hier gekozen voor een gemiddelde stijging van de toekomstige marktrente
met 1,00%. Zou deze stijging zich daadwerkelijk voordoen de komende jaren, dan
zullen de rentelasten met ingang van 2018 stijgen met € 795.000, zijnde 1,00%
van € 79,5 miljoen. Uiteraard zijn ook andere rentescenario’s mogelijk. Welk
scenario het meest waarschijnlijke is, is op voorhand niet te zeggen. De
gemeentelijke rentevisie stelt namelijk dat toekomstige rentestanden niet of
nauwelijks te voorspellen zijn.
Gemeenten zijn niet vrij in het bepalen van de omvang van de jaarlijks te betalen
aflossingen. De renterisiconorm geeft aan welk bedrag maximaal per
begrotingsjaar kan worden afgelost.
Berekening Renterisiconorm:



Begrotingstotaal (lasten)
Percentage (gemeenten)
Renterisiconorm
: €
:
: €
243 miljoen
20%
49 miljoen
(A)
(B)
(A x B)
Met een jaarlijks aflossingsbedrag van ca. € 20 miljoen blijft onze gemeente de
komende jaren ruimschoots binnen de in de Wet Fido opgenomen norm.
77
Renterisico vlottende schuld
Vlottende schuld ontstaat wanneer geldleningen worden afgesloten met een
rentetypische looptijd die korter is dan 1 jaar. In Vlaardingen gaat het veelal om
leningen met een looptijd die varieert van 1 dag tot enkele weken.
Het financieren van activa door middel van kortlopende geldleningen kent 2
voordelen:
 er kan snel worden ingespeeld op schommelingen in de financieringsbehoefte,
en
 het is bij de huidige rentestructuur een relatief goedkope financieringsvorm.
Het treasurybeleid is erop gericht om zoveel mogelijk van deze voordelen te
profiteren. De keerzijde van de medaille is echter de korte rentevastheid
(renterisico) van kortlopende leningen. Om te voorkomen dat decentrale
overheden zich teveel laten leiden door de voordelen van deze financieringsbron is
door de wetgever de kasgeldlimiet ingesteld. Deze limiet stelt een maximum aan
de omvang van de vlottende schuld.
Debiteurenrisico uitstaande gelden
Aan het voor langere tijd verstrekken van gelden aan derden kleeft het gevaar dat
deze derden op een veelal onvoorzien moment niet meer aan hun verplichtingen
kunnen voldoen. Dit zou ertoe kunnen leiden dat enerzijds een openstaande
vordering als oninbaar moet worden afgeboekt (ten laste van de algemene
reserve), anderzijds een deel van de rente-inkomsten wegvalt.
In principe kan door de gemeente om 2 redenen geld aan derden worden
uitgeleend. Ten eerste wanneer dit in functie van de publieke taak gebeurt, ten
tweede wanneer er voor een bepaalde tijd sprake is van een overschot aan liquide
middelen. Deze laatste situatie heeft zich de afgelopen jaren niet meer
voorgedaan. Het treasurybeleid is er namelijk op gericht om de geldstromen van
onze gemeente zo te sturen dat overschotten worden voorkomen, dan wel zo snel
als contractueel mogelijk in te zetten ter verbetering van de schuldpositie en
daarmee ter verlaging van het debiteurenrisico.
In onderstaand overzicht is aangegeven bij welke partijen er begin 2015 nog
gelden uitstaan:
Berekening Kasgeldlimiet:




Begrotingstotaal (lasten)
Percentage (gemeenten)
Kasgeldlimiet
: €
:
: €
243 miljoen
8,50%
21,0 miljoen
(A)
(B)
(A x B)
Door tijdig en in voldoende mate langlopende leningen af te sluiten, zal voorkomen
worden dat de kasgeldlimiet in 2015 te lang, d.w.z. meer dan 2 achtereenvolgende
kwartalen, wordt overschreden.
De rente op de geldmarkt is op dit moment extreem laag. Het is echter niet uit te
sluiten dat, zodra de Europese economie weer aantrekt, de Europese Centrale
Bank (ECB) haar tarieven gaat verhogen. Uitgaande van een gemiddeld bedrag
aan vlottende schuld van € 15 miljoen (in 2015) zou een stijging van de
geldmarktrente met 1,00% een toename van de rentekosten met € 150.000 tot
gevolg hebben. Deze mogelijke extra kosten geven een goede indruk van welke
risico Vlaardingen komend jaar loopt. Ook nu geldt dat andere rentescenario’s ook
mogelijk zijn. Welk scenario het meest waarschijnlijke is, is echter op voorhand
niet te zeggen. De gemeentelijke rentevisie stelt namelijk dat toekomstige
rentestanden nauwelijks tot niet voorspelbaar zijn.
<<<
<<



Debiteur
Stimuleringsfonds
Volkshuisvesting
Hypotheken/ambtenaren
Dierentehuis
Totaal
1 januari 2015
ontstaansgrond
€ 7,0 miljoen
€ 4,6 miljoen
€ 0,4 miljoen
€ 12,0 miljoen
woningverbetering/starters
arbeidsvoorwaarde
nieuwbouw
De dalende trend die de laatste jaren in het uitstaande totaalbedrag is waar te
nemen zal zich zeer waarschijnlijk ook in 2015 voort zetten. Bovenstaand overzicht
vermeldt dus uitsluitend geldleningen die verstrekt zijn in het kader van de
publieke taak. Bij deze categorie van geldleningen speelt het debiteurenrisico een
betrekkelijk ondergeschikte rol. Aan het maatschappelijk belang, dat verbonden is
aan het verstrekken van een dergelijke lening, is tijdens de besluitvorming immers
een hogere prioriteit toegekend dan aan het bijbehorende financiële risico.
Renteresultaat 2015
Aan het afsluiten van geldleningsovereenkomsten zijn uiteraard
renteverrekeningen verbonden. Naast renteverrekeningen met derden vinden ook
interne verrekeningen plaats, bijvoorbeeld ten laste van begrotingsprogramma’s
waarvoor in het verleden investeringen zijn gedaan.
78
De Gemeente Vlaardingen kent een rentebudget, ook wel kostenplaats rente
genoemd, waarop alle externe en interne renteverrekeningen worden verantwoord.
Voor 2015 ziet dit rentebudget er als volgt uit (met achter de rentebedragen het
bijbehorende gemiddelde rentepercentage):
Rentebaten:
 Interne doorbelasting aan programma’s
 Verstrekte hypothecaire geldleningen
 Langlopende geldleningen aan derden
 Totaal rentebaten
€ 15,6 miljoen (4,50%)
€ 0,2 miljoen (4,00%
€ 0,4 miljoen (4,50%)
€ 16,2 miljoen
Rentelasten:
 Langlopende geldleningen van derden
 Kortlopende geldleningen van derden
 Totaal rentelasten
€ 10,2 miljoen (3,50%)
€ 0,0 miljoen (0,05%)
€ 10,2 miljoen
Renteresultaat:
€ 6,0 miljoen (positief)
Het renteresultaat maakt evenals de algemene uitkering, de gemeentelijke
heffingen en de dividendinkomsten deel uit van de algemene dekkingsmiddelen.
Ten opzichte van het in de begroting 2014 geraamde resultaat van € 6,4 miljoen is
e
er een nadeel van circa € 0,4 miljoen. In de 1 Voortgangsrapportage 2014 is de
afname van het positieve renteresultaat aan u gemeld. Deze bijstelling is met
name het gevolg van het afwaarderen van de grondvoorraden (jaarrekening 2013),
van lagere kapitaaluitgaven (o.a. renovatie stadhuis) waardoor intern minder rente
kan worden doorbelast.
Schatkistbankieren
Op 15 december 2013 is de wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden.
Vanaf dat moment zijn alle decentrale overheden (provincies, gemeenten,
waterschappen en gemeenschappelijke regelingen in de vorm van een openbaar
lichaam) verplicht om hun overtollige middelen in de schatkist aan te houden.
Tegelijkertijd met de wet is de ministeriële regeling schatkistbankieren decentrale
overheden van kracht geworden. Onderdeel van die regeling is de rekeningcourantovereenkomst die iedere decentrale overheid heeft met de Staat der
Nederlanden. De regeling bevat ook de verplichting voor decentrale overheden om
een nieuwe bankrekening te openen bij een of meerdere banken, zodat die
bankrekening gekoppeld kan worden aan de schatkist.
<<<
<<
SEPA
Het doel van het SEPA-project is het creëren van een Single Euro Payments Area.
Dit houdt niet alleen in dat er binnen de Eurozone met 1 munt betaald wordt, maar
ook dat alle andere vormen van betalingsverkeer (zoals reguliere
bankoverschrijvingen en het gebruik van incasso en acceptgiro) geharmoniseerd
worden. Op 1 augustus 2014 is de volgende stap in de richting van Europese
eenwording gezet. Op deze datum is de voormalige vorm van het
bankrekeningnummer omgezet in het International Bank Account Number (IBAN).
79
5. Paragraaf Bedrijfsvoering
Personeel en organisatie
Formatie De formatie betreft het personeelsbestand van de Gemeente
Vlaardingen. Daarin worden de volgende mutaties voorzien:
fte's
Stand 1 januari 2014
Mutatie 2014
Stand 31 december 2014
Mutatie 2015
Stand 31 december 2015
606
-35
571
-30
541
In 2014 is de formatie gedaald met 35 fte van 606 fte naar 571 fte. Eind 2015 is
een stand te verwachten van 541 fte. Hier is nog geen rekening gehouden met de
vorming van Stroomopwaarts met Maassluis en Schiedam. De salarislasten
opgenomen in de begroting 2015 zijn € 37.784.000,-.
Ziekteverzuim De gemeentelijke verzuimnorm, welke behoort tot de
gemeentegrootteklasse van 50.000–100.000 inwoners, was voor het jaar 2014 op
5% gesteld. De verwachting voor het jaar 2015 is een verzuimpercentage van
4,7%. Het dalende ziekteverzuimpercentage is het gevolg van een adequaat
ziekteverzuimbeleid. Met name door het eigen regie-model. Hiermee wordt
bedoeld dat leidinggevende de volledige regie heeft in het verzuimproces en deze
ook bewaakt. Het eigen-regie model wordt ondersteund door het EHRM systeem.
Inleiding
De paragraaf Bedrijfsvoering geeft inzicht in de stand van zaken en de
beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Met de term
bedrijfsvoering wordt bedoeld de sturing en beheersing van alle primaire en
ondersteunende processen in een organisatie. De kern is dat het de aansturing
van de organisatie betreft, zoals die onderscheiden kan worden van de feitelijk
uitvoering: het daadwerkelijk maken van producten en het verlenen van diensten.
Bedrijfsvoering heeft betrekking op de volgende beleidsterreinen: personeel,
communicatie, informatisering, automatisering, huisvesting, administratieve
controle en interne controle en rechtmatigheid.
<<<
<<
Aanvullend wordt in het jaar 2015 een vervolg gegeven aan “verzuim en
inzetbaarheidsmanagement”. Verder wordt een apart (beleids)SMT vormgegeven
per afdeling/sectie waar het verzuim hoog is of beleidsvorming nodig is ter
preventie op bepaalde verzuim-indicatoren. Uitgangspunt is na te gaan wat de
medewerker nog wel kan in het werkproces en hierbij een gezamenlijke
verantwoording in te nemen.
Agressie Door verdere digitalisering van dienstverlening zal het aantal agressieincidenten stabiliseren. Door de trainingen omgaan met agressie, is het duidelijk
wat agressie is waardoor men beter in staat is agressie te hanteren.
Sturen op ontwikkeling Structureel is de organisatie bezig met het optimaliseren
van de kwaliteit van de dienstverlening. Door de organisatie effectiever en
80
efficiënter te laten functioneren, mede door het Lean maken van de
werkprocessen, wordt de organisatie steeds compacter. Tevens wordt meer dan
ooit gestuurd op resultaten en functioneren.
Verder wordt vorm gegeven aan professioneel intern- en extern samenwerken,
waardoor over de grenzen van de organisatie(eenheden) gekeken wordt.
Projectmatig werken wordt organisatie breed gehanteerd en verder uitgebreid door
interne training. Complexe opgaven worden projectmatig opgepakt waardoor
efficiency en kwaliteit toenemen. Samenwerkingsverbanden worden aangegaan
met Schiedam en Maassluis en in 2015 zal Stroomopwaarts naar verwachting
ingericht zijn. Andere beleidsterreinen zullen volgen. Ook hierdoor blijft de
organisatie in een sterk veranderende omgeving in staat om de dienstverlening
goed en efficiënt uit te voeren.
Buiten het compacter maken van de organisatie, wordt geïnvesteerd in het op peil
houden van de benodigde kennis en vaardigheden. In verband met vergrijzing van
het personeelsbestand gaat de komende jaren de nodige kennis verloren.
Daarnaast is de interne mobiliteit groot wat maakt dat het investeren in scholing
van groot belang is en blijft.
Informatisering
Informatiebeleid In 2014 is geïnvesteerd op het gebied van
informatiebeveiliging. Tevens is een nieuw informatiebeveiligingsbeleid vastgesteld
en een chief information security officer (CISO) aangesteld. In 2015 zal de
professionalisering rond informatiebeveiliging verder worden doorgezet. In 2015
zullen verder stappen gezet worden op het gebied van samenwerking in MVS
verband. Dit nadat in 2014 een gezamenlijk netwerk is gebouwd, een gezamenlijke
Servicedesk en een gezamenlijk data center. In 2015 zal ingezet worden op een
gezamenlijke MVS informatie architectuur, die zal dienen als leidraad om in MVS
verband de komende jaren investeringen te doen op ICT gebied. Doelstelling
hierbij is vermindering van het aantal applicaties en standaardisering van
processen. Dit conform de overeenkomst uit 2013. De centrale ICT budgeten
geven een goed inzicht in de kosten van ICT. Dit is gewenst in het kader van
samenwerking en het zoeken naar besparingsmogelijkheden. Verder zal de
werkwijze van het in 2013 gestarte GIP om alle informatieprojecten te prioriteren,
gecontinueerd worden.
<<<
<<
Basisregistraties In 2015 wordt verder gewerkt aan de Basiskaart Grootschalige
Topografie, Basis Registratie Kadaster en Basis Registratie Ondergrond. Deze
moet in 2016 operationeel zijn. In het kader van “data op orde ” wordt gewerkt aan
een nieuwe open source viewer voor het raadplegen van deze basisregistraties en
ander (geografische) data bronnen.
Onderzoek en statistiek In 2014 is het kenniscentrum ondergebracht in een
samenwerking met Schiedam. Hierbij wordt op contractbasis jaarlijks een aantal
onderzoeken voor Vlaardingen uitgevoerd. Belangrijke monitors die worden
uitgevoerd zijn onder andere de Sociale Index en Monitor Actieplan Wonen.
Daarnaast levert de Stadspeiling een bijdrage aan de evaluatie van de
doelstellingen. Ook het Vlaardingse Internet Panel wordt circa 6 keer per jaar
ingezet voor diverse onderzoeken. Naast het ad hoc aanleveren van gegevens
wordt statistische en demografische informatie ontsloten via factsheets en de
applicatie Swing (Kenniscentrum Vlaardingen).
Automatisering
Applicatiebeheer Ingezet wordt op het blijven ontwikkelen van een optimale
samenwerking tussen de centrale en decentrale applicatiebeheertaken. Zeker
gezien de ontwikkelingen op het gebied van samenwerking is het essentieel dat
goede afstemming blijft bestaan tussen de verschillende applicaties. Het gebruiken
van een organisatie breed testprotocol en implementatieprotocol is hier onderdeel
van.
Sanering en digitalisering van archieven In 2014 is de overstap gemaakt naar
het gerenoveerde stadskantoor. In principe zijn alle fysieke archieven in de depots
op Westnieuwland en Markt 11 geplaatst. De werkarchieven staan nu op de
Galgkade. De tweede etage van Galgkade 3 is ingericht voor de sanering en
digitalisering van archieven. In het kader van het project Sanering Semi-statische
Archieven worden (werk-) archieven met ingang van dit eerste jaar van het project
gesaneerd. Voor dit project is vier jaar uitgetrokken. Vanaf 1 september 2014 is
begonnen met het scannen van 200 meter brondocumenten. In 2015 zal dit
voortgezet worden. In het kader van het Vervangingsbesluit dat door het college
van B&W is vastgesteld, kunnen fysieke, gescande documenten zodoende eerder
dan de wettelijke bewaartermijn vernietigd worden. Ook zal begin 2015 een start
gemaakt worden met het scannen van de omgevingsvergunningen (voorheen
bouwvergunningen). Dit alles is er op gericht het papieren, fysieke archiefvolume
81
terug te dringen en digitaal toegankelijk te maken. Daarnaast is de dagelijkse
instroom van fysieke documenten steeds verder aan het afnemen.

Samenwerking met Schiedam en Maassluis In 2014 is verder doorgebouwd aan
de interne samenwerking. Ook in 2015 zal dit verdergaan. Projecten die op de rol
staan zijn ICT diensten voor Stroomopwaarts, voor de WABO samenwerking en
voor de drie decentralisaties. In 2014 zullen deze al deels starten, maar zeker in
2015 verder gaan. Ook op het gebied van bedrijfsvoering zal gekeken worden naar
verder mogelijkheden om onderling te harmoniseren en kosten te besparen.
In 2015 wordt de extra vraag naar werkzaamheden nauwlettend gevolgd.
Uitgangspunt blijft om de extra vraag binnen de huidige formatie op te vangen.
Bureau Inkoop MVS
Bureau Inkoop MVS geeft professionele en innovatieve invulling aan de behoefte
van klanten (de MVS-gemeenten) op het gebied van inkoop. Bureau Inkoop
adviseert en levert een bijdrage bij de realisatie van hun maatschappelijke
doelstellingen. In 2015 is de doelstelling Duurzaam Inkopen 100% en wordt Social
Return on Investment (SRI) toegepast bij aanbestedingen. Verder wordt bij
aanbestedingen ingezet op inkoopethiek, transparantie, rechtmatigheid, reputatie
en veiligheid. Alsmede op innovatie, kwaliteit en het stimuleren van de lokale
economie. Deze zijn toepasbaar in de directe en indirecte inkoopsfeer.
In 2015 zal getracht worden om meer toegevoegde waarde te leveren die relevant
is voor het business management. De waarde drijvers kunnen zijn: ethiek,
transparantie, rechtmatigheid, duurzaamheid, social return, reputatie en veiligheid.
Alsmede innovatie, kwaliteit en het stimuleren van de lokale economie. Deze zijn
toepasbaar in de directe en indirecte inkoopsfeer. Ook zal meer tijd worden
geïnvesteerd in de relatie met leveranciers
De vraag naar professionele inkoopdienstverlening zal na 2015 verder stijgen.
Oorzaken daarvan zijn:
 Extra taken in 2015 en hierna, zoals de AWBZ/WMO, jeugdzorg en
participatiewet;
 Meervoudig onderhandse aanbestedingen gaan meer via Bureau Inkoop
lopen;
 Extra aandacht van de accountant voor inkoop en aanbestedingen;
 Aanbestedingswet en de behoefte aan professionelere inkoop;
 Behoefte aan betere dossiervorming, marktconsulatie, contractmanagement;
 Meer inkopen via raamovereenkomsten;
<<<
<<
Diensten die door de gemeente niet meer zelf uitgevoerd zullen worden,
moeten vaak uit de markt betrokken worden; dit leidt tot inkoop van diensten.
Administratieve organisatie en interne controle
Op 12 augustus 2014 is het Beleidsplan Verbijzonderde Interne Controle 2014
vastgesteld. Het doel van dit plan is om kaders aan te geven met betrekking tot de
verantwoordelijkheden en de uitvoering inzake de interne controlefunctie. Dit plan
is een actualisatie van het plan uit 2013.
In de 1e helft van 2014 is het project "Optimalisatie (V)IC Vlaardingen" uitgevoerd.
Met dat project is de (verbijzonderde) interne controle verder vorm gegeven en is
de functionele verantwoordelijkheid voor kwaliteit en kwantiteit van de geleverde
producten verder versterkt.
Voor de belangrijkste processen met financiële component zijn de
beheersmaatregelen in kaart gebracht die de financiële risico's af moeten dekken.
Door de werking van deze beheersmaatregelen periodiek te toetsen wordt een
juiste en efficiënte invulling gegeven aan de taak van verbijzonderde interne
controle. Het plan biedt een raamwerk dat jaarlijks aangepast kan worden om zo
steeds beter aan te sluiten aan de praktijksituatie.
De afdelingshoofden zijn verantwoordelijk voor de aanwezigheid van
procesbeschrijvingen, een goed ingerichte administratieve organisatie en een
adequate interne controle binnen hun afdelingen. Dit is een logisch gevolg van de
functionele verantwoordelijkheid van het afdelingshoofd voor de kwaliteit en
kwantiteit van de door zijn/haar afdeling geleverde producten.
De controle op het productieproces wordt als gevolg van de functionele
verantwoordelijkheid uitgevoerd door of namens het afdelingshoofd en wordt
kwaliteitscontrole genoemd. Het is van groot belang dat de uitvoering van de
controle goed gedocumenteerd wordt. Geen dossier betekent formeel dat de
controle niet is uitgevoerd. Onder verantwoordelijkheid van de betreffende
afdelingshoofden worden in overleg met de controller verbeterpunten opgesteld en
wordt de implementatie daarvan gevolgd en getoetst.
82
De interne controlefunctie en de rapportage daarover vindt derhalve primair plaats
binnen en onder verantwoordelijkheid van de betreffende lijnafdeling. De
medewerkers van het team Kwaliteit van de afdeling Middelen hebben in verband
met de vereiste objectiviteit geen functionele rol in deze werkprocessen. Wel
neemt dit team het voortouw bij de uitvoering van de verbijzonderde interne
controle. In feite is dit een toetsing van de kwaliteit en volledigheid van de door de
functionele afdeling uitgevoerde werkzaamheden.
Rechtmatigheid
Rechtmatig handelen wil zeggen handelen binnen de (externe) wettelijk kaders en
de (interne) verordeningen en richtlijnen. In het geval van een gemeente gaat het
om Europese regelgeving, nationale wetgeving (wetten, besluiten en regelingen)
en plaatselijke regelgeving (verordeningen en kaderstellende bestuursbesluiten).
Handelen in overeenstemming met wet- en regelgeving is een
vanzelfsprekendheid waarvan ieder die uitvoering geeft aan de betreffende regels
doordrongen dient te zijn.
Sinds 2004 dient de accountant bij de jaarrekeningcontrole naast een oordeel over
de getrouwheid van de jaarrekening (juiste presentatie van omvang en
samenstelling van vermogen en resultaat) tevens een expliciet oordeel uit te
spreken over de rechtmatige totstandkoming van de in de jaarrekening
opgenomen baten, lasten en balansmutaties. Dit is voorgeschreven in artikel 213
van de Gemeentewet.
<<<
<<
83
6. Paragraaf Grondbeleid
Inleiding
De uitvoering van het grondbeleid vindt plaats op basis van de nota Grondbeleid,
die in 2011 is vastgesteld door de raad. Grondbeleid is een gemeentelijk
instrument in de ruimtelijke ordening waarmee de gemeente gewenste
ontwikkelingen kan bevorderen en ongewenste ontwikkelingen kan beperken. Het
kan hierbij gaan om ontwikkelingen op het gebied van volkshuisvesting
(woningdifferentiatie), economie (groei werkgelegenheid, ontwikkeling van
bedrijventerreinen) en natuur en milieu (duurzame natuurontwikkelingen en
herstructurering stedelijk gebied).
Taak van de gemeente
De vormen van grondbeleid zijn: actief, passief en faciliterend grondbeleid.
<<<
<<

Bij actief grondbeleid koopt de gemeente zelf grond aan en is actief betrokken
bij het bouwrijp maken van de grond. Daarna kan de gemeente de kavels
verkopen of in erfpacht uitgeven. Het kan gaan om individuele bouwkavels,
maar ook om bedrijfsterreinen of complete woningbouwprojecten.
 Bij passief grondbeleid verleent de gemeente alleen een vergunning als dit
past binnen het bestemmingsplan, maar verkoopt geen gronden en stelt geen
nieuw bestemmingsplan vast, zoals in een gebied met een beheers
verordening.
 Bij faciliterend grondbeleid maakt de gemeente het mogelijk dat private
partijen, die een grondpositie hebben, een gebied geheel zelf ontwikkelen. De
gemeente beperkt zich hierbij voornamelijk tot het maken van een
bestemmingsplan (publiekrechtelijk kader) en bij mogelijke grondeigendom
van de gemeente in het betreffende gebied, het inbrengen van deze gronden.
Hier is niet zo zeer sprake van samenwerking, maar afstemming en
begeleiding van deze projecten blijft van belang.
Uiteraard zijn vele tussenvormen mogelijk. De uiteindelijke vorm is steeds
afhankelijk van het specifieke project en de overeengekomen taak- en
risicoverdeling tussen partijen.
Wijze waarop het grondbeleid gestalte krijgt
Om uitvoering te geven aan de gemeentelijke doelstellingen op ruimtelijk en
economisch gebied heeft de gemeente, uit strategische overwegingen, percelen
grond met of zonder bebouwing aangekocht. De laatste jaren is dat vrijwel niet
meer gebeurd, omdat door de economische ontwikkelingen actief grondbeleid niet
zoals in het verleden opbrengsten, maar vaak verliezen veroorzaken. De
vastgoedmarkt, maar ook de financiële positie van de gemeente is dermate
veranderd, dat verwervingen niet meer plaatsvinden, maar juist wordt ingezet op
het beperken van de grond- en vastgoedportefeuille, door verkoop, waardoor de
(financiële) risico’s navenant afnemen.
Actief grondbeleid (verwerving, bouwrijp maken en verkopen) en (in meer of
mindere mate) de samenwerkingsovereenkomsten met marktpartijen brengen
financiële risico’s voor de gemeente met zich mee. Grondexploitaties hebben een
doorlooptijd van enkele jaren. Bij de start wordt op basis van een aantal
uitgangspunten (programma, plan en planning) en rekening houdend met de
vastgestelde parameters, een meerjarige exploitatieberekening gemaakt om te
bepalen in hoeverre sprake is van een rendabele en/of verantwoorde ontwikkeling.
In de tijd kunnen zich positieve of negatieve ontwikkelingen voordoen, die bij de
84
start van de exploitatie niet werden voorzien maar wel een sterk effect hebben op
het resultaat.
Momenteel wordt bij nieuwe ontwikkelingen vrijwel alleen nog maar ingezet op
faciliterend grondbeleid, waarbij rekening wordt gehouden met de positie van de
gemeente bij de ontwikkelingen waar zij nog een actieve rol speelt. De eerste
aandacht voor de gemeente is voor de gebieden waar zij in het verleden
substantieel grondbezit heeft verworven. Hier is sprake van actief grondbeleid.
Realisatie van (woningbouw)ontwikkelingen in deze gebieden leiden direct tot
afname van de gemeentelijke boekwaarden en de hier aan gekoppelde
renteafdrachten en hebben daarmee voorrang.
De grondprijsbenadering
Voor de grond, die door de gemeente zelf wordt uitgegeven, geldt als uitgangspunt
een marktconforme grondprijs. De berekening daarvan gebeurt op basis van
marktprijzen en rekening houdend met de methode van residuele
grondwaardebenadering (nota grondbeleid). Indien hier aanleiding toe is, kan de
residuele grondprijsberekening worden gecheckt door een comparatieve
berekening. Hierbij worden grondopbrengsten van soortgelijke ontwikkelingen als
vergelijking gebruikt. Alvorens daadwerkelijk tot koop of verkoop over te gaan,
vindt een onafhankelijke taxatie plaats, om de marktconformiteit te bepalen en
hiermee staatsteun te voorkomen.
Grondexploitaties
In grondexploitaties worden de door de gemeente te maken kosten, om een
bepaald grondgebied tot (her)ontwikkeling te brengen, afgezet tegen de te
realiseren opbrengsten van de (nieuw) te realiseren bestemmingen, plus mogelijke
bijdragen en subsidies. De grondexploitatie is daarmee de financiële neerslag van
de productie van bouwgrond door de gemeente. De term ‘bestemmingen’ betreft:
wonen, bedrijven, detailhandel, horeca, zorg, onderwijs, groen enzovoorts.
Uitgangspunt bij het opstellen van een grondexploitatie is dat deze minimaal
kostendekkend is. In voorkomende gevallen kan het belang van een
(her)ontwikkeling echter zodanig groot zijn, dat een eventueel tekort op een
grondexploitatie bestuurlijk geaccepteerd wordt. Hierbij zal ook de dekkingswijze
bepaald moeten worden. Elke grondexploitatie wordt door de gemeenteraad
vastgesteld.
Doordat grondexploitaties meerjarige toekomstberekeningen betreffen kunnen de
financiële resultaten door vele, zowel externe als interne factoren in de loop der
<<<
<<
jaren veranderen. Veranderende wetgeving, economische recessie, procedurele
zaken, (plan)wijzigingen van, bij of door de ontwikkelaar, vertragingen evenals
rente-opbrengst- en kostenontwikkelingen zijn hiervan voorbeelden.
Doordat de opbrengsten en de bijdragen en/of subsidies van grondexploitaties de
laatste jaren sterk onder druk staan, wordt ook steeds kritischer gekeken naar de
kostenkant en worden de kostenposten, die in een grondexploitatie worden
meegenomen zoveel mogelijk beperkt.
Tweemaal per jaar wordt de raad geïnformeerd over de grondexploitaties, middels
het MPG (Meerjaren Programma Grondzaken) en het tMPG (tussentijds MPG).
Hierin wordt de stand van zaken en de verschillen ten opzichte van voorgaande
perioden weergegeven, evenals de voorziene of verwachte ontwikkelingen zoals
de risico-ontwikkeling. Het MPG is gekoppeld aan de jaarrekening en betreft een
actualisering van alle resultaten. De resultaten worden direct meegenomen in de
betreffende jaarrekening.
85
Contractexploitaties
Een contractexploitatie is een grondexploitatie gebaseerd op een contract c.q.
overeenkomst met een ontwikkelaar (De Eilanden en De Buitenplaats Van
Ruytenburch en na afronding van overeenkomst Stationsgebied Centrum en
Schiereiland) of woningbouwcorporatie (Babberspolder Oost, Holy Zuid Oost en
Locatie Drieën-Huysen). In dit contract (of overeenkomst) zijn de kosten en
opbrengsten evenals de risico’s verdeeld tussen beide partijen. Hierdoor wordt in
ieder geval het vastgoedrisico bij de ontwikkelaar en woningbouwcorporatie
neergelegd. Dit in tegenstelling tot grondexploitaties, waarbij de gemeente tevens
een afzetrisico heeft. Bij een contractexploitatie blijft wel een vertragings- en
faillissementsrisico aanwezig, dat afhankelijk van de hoogte van de boekwaarde
omvangrijk of beperkt is.
Actualisatie
Op het eind van ieder jaar wordt de raad een grondbrief voorgelegd, waarin
afspraken over rente-, opbrengst- en kostenstijgingen (de zogenaamde
parameters), maar ook aanpassingen van grondprijzen worden vastgelegd.
Samen met de daadwerkelijke uitgaven en inkomsten uit het voorgaande jaar
vormt dit de basis voor de actualisatie van de grondexploitaties. Op dat moment
worden niet de programma’s en planningen bijgesteld, maar wel de gevolgen van
de uitgaven en inkomsten in het huidige jaar verdisconteerd, ten einde de
boekwaarden per ultimo van het huidige jaar vast te stellen. De actualisaties
worden verwoord in het MPG en de resultaten worden hierdoor zo actueel mogelijk
verdisconteerd en geborgd in de jaarrekening van het voorgaande jaar.
Actualisaties betreffen geen nieuwe vaststellingen van de grondexploitaties, maar
de vaststelling van een actueel eindresultaat van grondexploitaties.
Herziening
Zodra besluiten worden genomen over wezenlijke wijzigingen in het plan,
programma en planning en/of een wezenlijke verandering van het resultaat
ontstaat bij actualisatie voor het MPG, zal dit aanleiding zijn om een herziene
grondexploitatie voor te leggen aan de raad. Herzieningen kunnen het gehele jaar
door ter vaststelling worden voorgelegd aan de raad.
Winstneming en voorziening
Bij een positief eindresultaat van een grondexploitatie komt de winst vrij bij
afsluiting van de grondexploitatie. Indien de prognose van het eindresultaat van
een grondexploitatie negatief is wordt direct, bij de vaststelling van de (herziene)
grondexploitatie, een voorziening getroffen ter dekking van dit negatieve resultaat.
Exploitatieplan
De Grondexploitatiewet maakt onderdeel uit van de nieuwe wet Ruimtelijke
Ordening. De wet is van toepassing bij het opstellen van een nieuw
bestemmingsplan waarin (nieuwbouw)ontwikkelingen mogelijk worden gemaakt.
Bij het bestemmingsplan hoort een exploitatieplan waarin de financiële
haalbaarheid uitgewerkt wordt en een verhaalsmogelijkheid is bij particuliere
ontwikkelingen. Als in het geval van particuliere ontwikkelingen anterieure
overeenkomst(en) tussen gemeente en marktpartijen worden opgesteld kan de
raad besluiten om af te zien van een exploitatieplan. In een gebied waar een
beheers verordening geldt is een exploitatieplan niet van toepassing.
Economische crisis en de gevolgen daarvan voor de grondexploitaties
Er zijn tekenen, dat de vastgoedmarkt zich begint te herstellen, maar het is zeker
niet zo dat de jaarlijkse groei van de voorgaande decennia weer gebruikelijk wordt.
Omdat de resultaten van de grondexploitaties de afgelopen jaren keer op keer
negatief uitpakten, is een extra verliesvoorziening van € 10 miljoen getroffen om
op de lange termijn een duurzaam en solide financieel beleid te kunnen voeren.
Als beheersmaatregelen, om risico’s te beperken, zijn de grondexploitatiegebieden
verkleind, contracten met marktpartijen en woningcorporaties gesloten en gronden vastgoedposities verkocht.
<<<
<<
Erfpachtexploitatie
In 2013 heeft de raad een nieuwe erfpachtnota vastgesteld. De implementatie
heeft inmiddels ook plaatsgevonden. Dit heeft geresulteerd in een eenvoudigere,
maar ook meer marktconforme benadering, gebaseerd op onafhankelijke taxaties,
waardoor de belangen van individuele (ver)kopers zijn gewaarborgd.
De tijdelijke erfpachtrechten zullen, vanzelfsprekend, een keer eindigen. Met name
in Holy Noord zijn veel erfpachtrechten met een nog korte looptijd tot 2027. De
erfpachter kan aan het einde van de looptijd kiezen voor her uitgifte in
eeuwigdurende erfpacht of omzetting in eigendom. Alle erfpachtrechten kunnen
ook tussentijds omgezet worden in eigendom of worden uitgegeven in
eeuwigdurende erfpacht.
Erfpachtexploitatie Park Hoog Lede
De ontwikkeling van Park Hoog Lede betreft geen grondexploitatie, maar de
gemeente heeft hier wel een belangrijke grondpositie verworven, met een huidige
boekwaarde van circa € 16 miljoen. De gronden zijn vervolgens in erfpacht
uitgegeven aan de ontwikkelaar. Bij verkoop van de woningen koopt de
ontwikkelaar de grond van de gemeente, waardoor de boekwaarde van de
erfpachtexploitatie navenant afneemt. De animo om in dit deel van Holy een
woning te kopen loopt echter wat terug. Dit zal resulteren in een langere
ontwikkelperiode dan is voorzien.
Stand van zaken grondexploitaties
De grondexploitatie Koggehaven is afgesloten en daarmee is de provinciale
subsidie veilig gesteld. Voor de nog te realiseren inkomsten en uitgaven zijn
reserveringen getroffen.
De grondexploitaties De Buitenplaats Van Ruytenburch, maar ook Stationsgebied
Centrum en Schiereiland zijn herzien. Voor Marathonweg Noord (zuidelijk deel) en
Locatie Drieën-Huysen zijn nieuwe grondexploitaties vastgesteld, waarbij
respectievelijk de grondexploitaties Marathonwegzone en Holy Zuidwest zijn
ingetrokken.
De planningen en de programma’s van de diverse projecten zijn afgestemd op de
planning van het Actieplan Wonen.
a) Centrum Westwijk De geplande ontwikkelingen van de deelgebieden
Stelcolocatie en Erasmusplein zijn vervallen. Een nieuwe ontwikkeling zal
gezocht moeten worden, mogelijk gecombineerd. Dit zal dan leiden tot een
gewijzigd programma. Als de ontwikkeling op korte termijn niet mogelijk blijkt
86
1
2
3
4
5
6
7
8
te zijn, zal de grondexploitatie afgesloten moeten worden. Het onroerend
goed, zowel de verworven panden als de in de toekomst te ontwikkelen
gronden worden dan ondergebracht onder Materiële Vaste Activa van de
begroting.
De Eilanden De afronding van de eerste fase wordt door de ontwikkelaar
uitgevoerd. De ontwikkeling van de tweede fase is onzeker. De ontwikkelaar
beraadt zich op programma aanpassingen. De aanpassing van het plan zal
invloed hebben op het resultaat van de grondexploitatie. Afhankelijk van de
omvang van de aanpassing zal een herziening noodzakelijk zijn.
Marathonweg Noord (zuidelijk deel) Voor het zuidelijk deel van
Marathonweg Noord is onlangs een grondexploitatie vastgesteld op basis van
een woningbouwontwikkeling. Een herijking van de kosten bouwrijp maken
(aanpassing van de kosten voor het verplaatsen van de sportvereniging en
een andere methode van voorbelasten) zal leiden tot een verbetering van het
resultaat. Daarvoor zal een herziene grondexploitatie, al dan niet in combinatie
met de ontwikkeling van het noordelijk deel (bedrijvendeel), ter besluitvorming
kunnen worden voorgelegd.
Koggehaven De grondexploitatie Koggehaven is in 2014 afgesloten.
Stationsgebied Centrum De overeenkomst met de ontwikkelaar is gereed en
zal in het najaar worden ondertekend. De planning is om in het gebied van de
Galgkade in 2015 te starten met bouwen. De grondexploitatie is dit jaar
herzien met als eindwaarderesultaat € 1,29 miljoen negatief.
Schiereiland De grondexploitatie Schiereiland is dit jaar tegelijkertijd met het
Stationsgebied herzien. De eindwaarde van het resultaat komt neer op € 1,94
miljoen negatief. De overeenkomst voor de ontwikkeling van het Schiereiland
wordt samen met die voor het Stationsgebied dit najaar ondertekend. Na het
doorlopen van een bestemmingsplanprocedure zijn de eerste woningen
gepland in 2017.
De Buitenplaats Van Ruytenburch De belangstelling voor de woningen in dit
gebied is groot. Dit kan tot een versnelling van de ontwikkeling leiden en
daarmee een verbetering van het resultaat.
Babberspolder Oost Deelplan 7 en 8 is volledig bouwrijp en de realisatie van
de woningen is gestart. Deelplan 10a wordt dit jaar bouwrijp gemaakt. Verder
wordt in wig zuid het voormalig tankstation gesloopt en de grond gesaneerd.
De herijkingsovereenkomst met de woningcorporatie zal dit jaar worden
getekend. Hierbij zal worden bepaald op welke wijze de
‘Verdubbelaar’subsidie van de Stadsregio wordt ingezet.
Holy Zuid-Oost De overeenkomst met Waterweg Wonen over de fasen 1 tot
en met 3 van Holy Zuid-Oost hebben geleid tot een herziening van de
<<<
<<
grondexploitatie. Van de getroffen voorziening van € 4 miljoen wordt € 1,32
miljoen benut voor de afdekking van de verwervingen en de erfpachtgronden.
Het restantbedrag van € 2,7 miljoen geldt als voorziening voor het verwachte
negatieve resultaat voor de fasen 1 tot en met 3. Inmiddels is gestart met de
sloop van de bestaande woongebouwen in de eerste twee fasen. Ook hier is
de belangstelling voor de woningen toegenomen.
9 Vrije Kavels Hollandiaan De verkoopmarkt voor vrije kavels is nog niet
aangetrokken. Hierdoor heeft de potentiële koper niet besloten om de optie op
de kavels om te zetten tot koop. Verwacht wordt dat de grondexploitatie in
2016 uitgevoerd is en dat de vrije kavels verkocht zijn. De winstneming komt
ten gunste van de Algemene Reserve.
10 Locatie Drieën-Huysen De grondexploitatie voor dit gebied is onlangs
vastgesteld op basis van de overeenkomst over de verkoop van het perceel
met de ontwikkeling daarop. De grondexploitatie heeft, na realisatie van de
eerste zes woontorens, een positief resultaat.
11 Vergulde Hand West fase 1 Gesprekken worden gevoerd met de eigenaar
van de overige percelen in het ontwikkelingsgebied of deze de gemeentelijke
percelen ook wil overnemen. Naast deze gesprekken wordt ook gekeken aan
welke geïnteresseerden deze gronden verkocht kunnen worden. De eerste
uitgifte staat gepland in 2018. De voorbelasting voor een rotonde met een
ontsluitingsweg naar de Vergulde Hand West is op dit moment in volle gang.
Niet in exploitatie genomen gronden (Niegg’s)
De Niegg’s bestaande uit VOP Oost, Maaswijk, Vergulde Hand West fase 2 en 3
en Marathonweg Noord (noordelijk deel), zijn in de afgelopen jaren afgewaardeerd
tot verkrijgingswaarde of actuele waarde. De huidige boekwaarde van de Niegg’s
zijn hieronder weergegeven:
Vergulde Hand West fase 2 en 3
VOP Oost
Maaswijk
Marathonweg Noord (noordelijk deel)
Totaal
1
Boekwaarde 1-7-'14 (x €
1.000,-)
Aantal m2
562
62.444
4.932
10.363
492
8.632
2.453
36.612
8.439
118.051
Niegg Vergulde Hand West fase 2 en 3 Uit extern onderzoek is gebleken
dat de verwachte afzet van bedrijventerrein voor de Vergulde Hand West 1,5
hectare per jaar bedraagt. Omdat de in exploitatie genomen fase 1 hierdoor tot
87
2
3
4
2020 zal lopen, zullen deze terreinen waarschijnlijk pas na 2020 in exploitatie
worden gebracht.
Niegg VOP Oost (Noord en Zuid) De beoogde ontwikkelaar voor de
ontwikkeling in het Stationsgebied en Schiereiland (Uitvraag) heeft interesse
getoond in bepaalde plekken in de VOP. Verdere onderhandelingen zullen uit
moeten wijzen of deze gebieden in exploitatie kunnen worden genomen.
Niegg Maaswijk De Niegg Maaswijk bestaat uit het perceel tegenover de
Pelmolen. Dit onbebouwde perceel is eveneens een potentiële
woningbouwontwikkeling die de ontwikkelaar van de Uitvraag op het oog heeft.
Niegg Marathonweg Noord ( noordelijk deel) Het Noordelijk deel zal worden
ontwikkeld tot bedrijventerrein. Op dit moment lopen gesprekken met een
vervoersbedrijf om zich hier te vestigen. De planontwikkeling voor dit gebied
met de daarbij horende grondexploitatie zal te zijner tijd aan het college
worden voorgelegd.
Overige exploitaties
88
Vijfsluizen De ontwikkeling van dit gebied is in handen van een ontwikkelaar en
betreft voornamelijk kantoren en gemengde bebouwing. De ontwikkeling is
inclusief een aanpassing van de verkeerssituatie met betrekking tot de ontsluiting
van het gebied en de aansluiting op de A4. Het resterende deel van de
ontwikkeling van Brainpark is daar ook een onderdeel van. Deze ontwikkeling is
niet opgenomen als Niegg, maar diverse verwervingen, zijn op dit project
verantwoord. Met de verkoop van deze posities aan enerzijds de ontwikkelaar van
Vijfsluizen en anderzijds een foodketen naast het Cincinattigebouw wordt voorzien
dat deze boekwaarden worden goedgemaakt. Gezien de huidige boekwaarde is
het logischer om deze grondpositie bij de jaarrekening van 2014 als een Niegg te
beschouwen.
<<<
<<
7. Paragraaf Verbonden partijen
belanghebbenden. Van een financieel belang is sprake als er door de gemeente
aan een organisatie financiële middelen beschikbaar zijn gesteld die verloren
kunnen gaan in het geval van een faillissement en/of als financiële problemen van
een organisatie kunnen worden verhaald op de gemeente.
Inzicht in de gang van zaken bij verbonden partijen is nodig uit hoofde van
bestuurlijke, beleidsmatige en/of financiële belangen. Vlaardingen is verbonden
met een aantal gemeenschappelijke regelingen, deelnemingen en andere
samenwerkingsverbanden. Op basis van wijziging van het BBV zijn vanaf dit
begrotingsjaar ook een aantal financiele kengetallen weergeven per verbonden
partij: de omvang van het eigen vermogen, het vreemd vermogen en het resultaat.
Hieronder volgt een overzicht van de huidige verbonden partijen, gerangschikt
naar programma.
Programma 1 Bestuur, Dienstverlening en Participatie
Stadsregio Rotterdam
Inleiding
Om de beleidsdoelen van de Gemeente Vlaardingen te kunnen realiseren, wordt
indien dit wenselijk wordt geacht een belang genomen in een organisatie die aan
de doelverwezenlijking kan bijdragen. De huidige wet- en regelgeving (BBV)
verplicht onze gemeente om zowel in de begroting, als in de jaarstukken aan te
geven in welke privaatrechtelijke en publiekrechtelijke organisaties zij zowel een
bestuurlijk als een financieel belang heeft.
Van een bestuurlijk belang is sprake als de gemeente een zetel in het bestuur van
een organisatie bekleedt en/of stemrecht heeft in een vergadering van
<<<
<<
Doel
De Stadsregio Rotterdam heeft tot taak de bevordering van een evenwichtige
ontwikkeling in het gebied en houdt zich bezig met:
a. Het voorbereiden en ontwikkelen van een gezamenlijk regionaal beleid op de
volgende beleidsterreinen: ruimtelijke ordening en grondbeleid, wonen en stedelijke
vernieuwing, verkeer en vervoer, economische ontwikkeling, milieu, groen en water,
jeugdzorg;
b. Het uitvoeren van de taken die krachtens wetgeving of krachtens de door de
gemeenschappelijke regeling aan de stadsregio opgedragen zijn; en
c. Het organiseren van overleg en het uitbrengen van advies over
intergemeentelijke aangelegenheden, ook wanneer deze geen betrekking hebben op
de belangen genoemd onder a.
Betrokken
partijen
De volgende gemeenten maken deel uit van de Stadsregio Rotterdam:
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis,
Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis, Nissewaard, Ridderkerk,
Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
De raad van de gemeente Vlaardingen heeft de volgende personen uit de raad en/of
het college benoemd als lid c.q. plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur van
de stadsregio: Leden: A.B. Blase en A.J. Hoekstra. Plaatsvervangende leden: J.
Versluijs en R.G. de Vries.
Financieel
belang
De algemene bijdrage van de gemeenten aan de stadsregio is voor 2015
vastgesteld op € 4,63 per inwoner. Dat is gelijk aan de bijdrage over 2014. Voor
Vlaardingen komt dat neer op een bedrag van circa € 330.000,-. De stadsregio int
vanaf 2013 geen omslagbijdrage meer. Met de Voorjaarsnota 2014 is vooruitlopend
89
op de liquidatie een taakstelling à € 75.000,- voor 2015 opgenomen, waardoor de
gemeentelijke bijdrage voor 2015 wordt geraamd op € 255.000,-. Wanneer het
parlement op de voorgestelde wetgeving positief besluit en het algemeen bestuur
besluit tot opheffing van de stadsregio zal een geactualiseerde liquidatiebegroting
worden opgesteld (zie onder ontwikkelingen).
Vermogen
verbonden
partij
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
Per 31-12-2013
€ 68.006
€ 61.635
€ 489.199
€ 462.276
€ 95.599
€ 2.303
Betrokken
partijen
De volgende gemeenten zullen in principe deel uitmaken van de
gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Rotterdam Den Haag:
Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Delft, Den Haag,
Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Leidschendam-Voorburg,
Maassluis, Midden-Delfland, Nissewaard, Pijnacker-Nootdorp, Ridderkerk,
Rotterdam, Rijswijk, Schiedam, Vlaardingen, Wassenaar, Westland, Westvoorne
en Zoetermeer.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
De uitgangspunten bij de gemeenschappelijke regeling MRDH en de
verordeningen en regelingen die in de zomer van 2014 aan de raden voor het
geven van zienswijze worden voorgelegd, zijn:

De gemeente Vlaardingen is met een zetel vertegenwoordigd in het Algemeen
Bestuur. De Vlaardingse vertegenwoordiger moet nog door de raad worden
benoemd;

De wethouder Verkeer en Vervoer maakt deel uit van de Vervoersautoriteit;

De wethouder Economische Zaken maakt deel uit van de Bestuurscommissie
Economisch Vestigingsklimaat;

Twee raadsleden kunnen zitting nemen in de Adviescommissie
Vervoersautoriteit;

Twee raadsleden kunnen zitting nemen in de Adviescommissie Economisch
Vestigingsklimaat;

Een raadslid kan zitting nemen in de Rekeningcommissie.
Het positieve resultaat is toegevoegd aan de reserve weerstandsvermogen.
Ontwikkelingen
Deelname aan deze regeling is verplicht op grond van de Wet Gemeenschappelijke
Regelingen Plus (WGR+). In juni 2013 heeft het Kabinet een wetsvoorstel ingediend
om de WGR+ in te trekken. De datum van inwerkingtreding van de wet wordt
bepaald bij Koninklijk Besluit. Op 4 juni 2014 heeft De Tweede Kamer ingestemd
met dit wetsvoorstel. De besluitvorming in de Eerste Kamer vindt vermoedelijk plaats
in het vierde kwartaal van 2014. Vooralsnog wordt ervan uitgegaan dat de wet per 1
januari 2015 van kracht wordt.
Als de wet van kracht wordt zal de stadsregio worden opgeheven, maar zal zij nog
wel enige tijd in liquidatie verkeren. Op dat moment zal de gemeenschappelijke
regeling MRDH in werking treden (zie ook onder verbonden partij Metropoolregio
Rotterdam Den Haag). Op dat moment zal ook de begroting 2015 worden
ingetrokken en een liquidatiebegroting worden opgesteld. De gemeentelijke bijdrage
aan de stadsregio vervalt dan.
In relatie met de opheffing van de Stadsregio Rotterdam zijn inmiddels de nodige
stappen gezet om te komen tot de nieuwe gemeenschappelijke regeling
Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH). In deze gemeenschappelijke regeling
zullen in principe de 24 gemeenten, die thans deel uitmaken van de Stadsregio
Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden, samenwerken op de beleidsterreinen
economie en verkeer en vervoer.
Metropoolregio Rotterdam Den Haag (in oprichting)
Doel
<<<
De Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) heeft tot doel het bevorderen van
de samenwerking tussen de gemeenten met het oog op een voorspoedige
ontwikkeling van het gebied en het beheer van de aan de regio toevertrouwde
voorzieningen. Zij houdt zich daartoe bezig met:
a. Het vaststellen van doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer en de
verbetering van het economisch vestigingsklimaat;
b. Het uitvoeren van de, met betrekking tot het onder a. genoemde beleid, aan de
MRDH opgedragen taken en bevoegdheden.
<<
Financieel
belang
Op grond van de ontwerpbegroting MRDH 2015 wordt een bijdrage van € 2,45 per
inwoner gevraagd. Voor Vlaardingen gaat het dan om een bedrag van circa €
175.000. Maximaal € 1,- is bestemd voor de organisatiekosten en minimaal € 1,45
voor de uitvoering van de agenda economisch vestigingsklimaat. De
vervoersautoriteit, inclusief de organisatie, wordt gefinancierd vanuit de BDU
gelden (rijksmiddelen). De kosten van de Metropoolregio zullen, zodra de
Stadsregio is opgeheven, in de begroting worden opgenomen.
Vermogen
verbonden
partij
Ontwikkelingen
Niet van toepassing.
Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad van Vlaardingen besloten de
gemeenschappelijke regeling MRDH te treffen. Hierbij bestaat een relatie met het
van kracht worden van de wet intrekking WGR+ (zie onder Stadsregio Rotterdam).
Als de stadsregio niet per 1 januari 2015 wordt opgeheven zullen de Stadsregio
Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden met inschakeling van een
gezamenlijke projectorganisatie gaan samenwerken om uitvoering te geven aan de
uitvoering van de MRDH agenda binnen de kaders van de begroting MRDH.
90
kelingen
Programma 2 Veiligheid en handhaving
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (incl. Regionale Brandweer
Rotterdam Rijnmond en Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en
Rampen)
Doel
Op grond van de Brandweerwet 1985 en de Wet geneeskundige hulpverlening bij
rampen heeft de gemeenschappelijke regeling Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond
de volgende taken:
a. Het onder alle omstandigheden bewerkstelligen van een doelmatig
georganiseerde en gecoördineerde uitvoering van werkzaamheden ter zake
van het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van
brandgevaar, het voorkomen en beperken van ongevallen bij brand en al
hetgeen daarmee verband houdt, het beperken en bestrijden van gevaar voor
mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand, het beperken en
bestrijden van rampen en overigens het bevorderen van een goede
hulpverlening bij ongevallen en rampen;
b. Het doelmatig organiseren en coördineren van vervoer van zieken en ongevalslachtoffers, de registratie daarvan en het bevorderen van adequate opname
van zieken en ongeval-slachtoffers in ziekenhuizen of andere instelling voor
intramurale zorg;
Het voorbereiden en bewerkstelligen van een doelmatig georganiseerde en
gecoördineerde geneeskundige hulpverlening bij rampen.
Betrokken
partijen
De volgende gemeenten maken deel uit van de Veiligheidsregio RotterdamRijnmond: Albrandswaard, Barendrecht, Brielle, Capelle aan den IJssel, Goeree
Overflakkee, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel, Lansingerland, Maassluis,
Nissewaard, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen en Westvoorne.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
De raad van de gemeente Vlaardingen heeft de volgende personen uit de raad en/of
het college benoemd als lid c.q. plaatsvervangend lid in het algemeen bestuur: Lid:
A.B. Blase, Plaatsvervangend lid: A.J. Hoekstra.
Financieel
belang
De pensioenbijdrage aan de Veiligheidsregio bedraagt in 2015 voor Vlaardingen €
350.000. De bijdrage van de Gemeente Vlaardingen aan Regionale Brandweer
Rotterdam Rijnmond (basiszorg) bedraagt voor 2015 circa € 4,4 miljoen (conform
het dienstverleningscontract).
Vermogen
verbonden
partij
Ontwik-
<<<
bedragen x 1.000,Per 1-1-2013
Per 31-12-2013
Eigen vermogen
€ 11.720
€ 12.750
Vreemd vermogen
€ 33.100
€ 42.990
Resultaat
€ 850
€ 3.850
Het exploitatieresultaat op 1 januari 2013 betreft het resultaat voor bestemming (dus
exclusief verrekening met reserves). Het resultaat op 31 december 2013 betreft het
resultaat na bestemming (inclusief verrekeningen met reserves).
De regio Rotterdam-Rijnmond bestaat uit 5 brandweerdistricten: District Rijnmond
<<
Noord, District Rijnmond Oost, District Rijnmond Zuid , District Waterweg en het
District de Zuid-Hollandse eilanden.
Programma 3 Groen en milieu
NV Intergemeentelijke Reiniging-, Afvalinzameling- en Dienstverlening
Organisatie (IRADO)
Doel
Het in opdracht van de gemeente Vlaardingen adviseren over en uitvoeren van het
beleid inzake het inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval.
Betrokken
partijen
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Gemeente Vlaardingen en Schiedam zijn ieder voor 50% aandeelhouder.
Financieel
belang
De begrote bijdrage voor 2015 van de gemeente Vlaardingen aan Irado voor het
inzamelen en afvoeren van huishoudelijk afval is circa € 6,8 miljoen.
Vermogen
verbonden
partij
De Raad van Commissarissen bestaat uit S. van de Marel en een vacature.
Wethouder R. van Harten bekleedt namens de gemeente Vlaardingen de rol van
opdrachtgever. Wethouder A.J. Hoekstra bekleedt namens de gemeente
Vlaardingen de rol van aandeelhouder.
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
Per 31-12-2013
€ 15.380
€ 15.980
€ 18.950
€ 18.020
€ 2.700
€ 2.240
Dit positieve resultaat wordt voor circa € 1,24 miljoen toegevoegd aan de overige
reserves en voor € 1,0 miljoen uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Ontwikkelingen
Irado heeft het derde niveau van de MVO-prestatieladder van het certificeringstraject
door KIWA behaald. MVO staat voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
Waterbedrijf Evides
Doel
Met de deelneming wordt beoogd invloed uit te oefenen op het beleid ten aanzien
van watervoorziening en tariefstelling. Door een aantal fusies is de invloed van de
gemeente de afgelopen jaren sterk afgenomen. De gemeente heeft op dit moment
nog 1,80% van het totale aandelenpakket in bezit.
Betrokken
partijen
De aandelen van Waterbedrijf Evides zijn voor 50% in handen van de vroegere
aandeelhouders van Delta Waterbedrijf en voor de andere 50% in handen van de
vroegere aandeelhouders van Waterbedrijf Europoort. De laatste groep bestaat uit
24 gemeenten uit deze regio, waaronder de Gemeente Vlaardingen.
Bestuurlijke
De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De
91
vertegenwoordiging
Financieel
belang
Vermogen
verbonden
partij
Ontwikkelingen
bedraagt €1.411.596 inclusief het VVGB-budget, dit VVGB-budget zal jaarlijks
moeten worden geclaimd. De 2% € 26.000 bezuiniging wordt als inkomsten
geraamd in het product milieutoezicht DCMR.
portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt daarin de Gemeente Vlaardingen.
De deelneming staat voor € 245.041,- op de balans van de Gemeente Vlaardingen.
Voor de periode 2015 tot en met 2018 is een winstafhankelijke dividenduitkering
geraamd van € 750.000,-.
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
Per 31-12-2013
€ 448.600
€ 456.900
€ 653.100
€ 656.600
€ 57.300
€ 55.400
Evides zal waar mogelijk met andere publieke en private partijen optrekken om de
efficiency in de waterketen verder te verhogen. Zowel de drinkwatertarieven als de
vermogenspositie van de vennootschap zou hiervan kunnen profiteren.
Evides is in 2013 begonnen met het uitbreiden van het lang termijn investeringsplan
(tot 2035) met detaillering van de onderhoudskosten van haar infrastructuur.
Doelstelling is om zo ook in de toekomst de levering van betrouwbaar drinkwater
veilig te stellen en een stabiel tarief te garanderen.
In 2016 en 2017 is het streven respectievelijk 2% en 1% te besparen op de
begroting. Uitgangspunt is dat de besparing geen invloed heeft op het niveau van
Handhaving en vergunningverlening.
Vermogen
verbonden
partij
Het bevorderen van een duurzame ontwikkeling van de stad. Via de
vergunningverlening Wet Milieubeheer, de afhandeling van meldingen in het kader
van het Activiteitenbesluit, het uitvoeren van toezicht en handhaving en de
advisering aan gemeenten op het gebied van de verschillende milieuthema’s draagt
de DCMR er mede zorg voor dat de milieubeleidsdoelen in de Gemeente
Vlaardingen worden behaald.
Betrokken
partijen
De Provincie Zuid Holland en de Gemeenten Albrandswaard, Barendrecht, Bernisse,
Brielle, Capelle aan den IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel,
Lansingerland, Maassluis, Ridderkerk, Rotterdam, Schiedam, Spijkenisse,
Vlaardingen, Westvoorne en sinds 2011 de vier gemeenten op Goeree-Overflakkee:
Middelharnis, Oostflakkee, Dirksland en Goedereede.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
Wethouder R. Van Harten heeft zitting in het Algemeen Bestuur van de DCMR.
Voor de uitvoering van de werkzaamheden die de DCMR voor Vlaardingen uitvoert
wordt jaarlijks een werkplan gemaakt. In het kader van de bezuinigingen is besloten
in 2015 2% te besparen op de begroting voor de DCMR. Deze 2% zal worden
gevonden via doorbelasting aan Gebiedsmanagement van adviezen aan
ontwikkelaars. In de concept-begroting van de DCMR is een bedrag van € 1.396.821
opgenomen.
Bedragen in onze begroting in het product milieutoezicht DCMR is voor 2015 €
1.294.000 dit is inclusief € 14.000 aan kosten voor het sociaal plan. Het totaalbedrag
<<<
<<
Per 1-1Per 31-122013
2013
€ 9.460
€ 9.030
€ 21.340
€ 20.890
€ 373
€ 1.317
Dit positieve resultaat zal met de jaarrekening 2014 voor €131.679 aan de algemene
reserve toegevoegd worden en voor €1.186.048 aan twee bestemmingsreserves.
Ontwikkelingen
DCMR Milieudienst Rijnmond
Doel
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
De takenoverdracht die november 2012 heeft plaatsgevonden, wordt continu
geëvalueerd. In 2014 zijn een aantal bedrijven, de zgn. VVGB-bedrijven,
overgegaan van provinciaal bevoegd gezag naar gemeentelijk bevoegd gezag.
Structureel wordt er vanuit het Rijk een bedrag van €117.596 in het gemeentefonds
gestort. Dit bedrag zal zeker moeten worden gesteld.
Programma 8 Welzijn en Zorg
GGD Rotterdam-Rijnmond
Doel
Het op een proactieve wijze beschermen, bewaken en bevorderen van de
gezondheid van burgers in het bedieningsgebied van de GR GGD-RR. Gezondheid
wordt gedefinieerd als een toestand van compleet fysiek, mentaal en sociaal
welbevinden en is niet alleen van toepassing op de afwezigheid van ziekte of een
handicap. De GR GGD Rotterdam-Rijnmond is primair verantwoordelijk voor de
uitvoering van de wettelijk basistaken volgens de Wet Publieke Gezondheid.
Operationeel uitvoerder is de GGD Rotterdam-Rijnmond (onderdeel van het
concern Rotterdam).
Betrokken
partijen
De GR GGD Rotterdam-Rijnmond is een samenwerkingsverband van 16
gemeenten in de stadsregio Rotterdam en een deel van de Zuid-Hollandse
eilanden. De GR GGD Rotterdam-Rijnmond is congruent met de Veiligheidsregio
Rotterdam – Rijnmond.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
Wethouder Oosterom is lid van het Algemeen Bestuur.
De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling bedraagt € 441.865,-.
92
Vermogen
verbonden
partij
De GGD-RR heeft geen eigen of vreemd vermogen. De gemeenschappelijke
regeling van de GGD-RR heeft geen balans en andere financiële staten om in de
begroting (en jaarverslag) op te nemen aangezien de GGD-RR onderdeel uitmaakt
van de gemeente Rotterdam.
Ontwikkelingen
Geen.
maatwerkvoorzieningen voor de nieuwe Wmo-taken uit, en wordt beheerder van de
informatieketen.
Programma 9 Werk en inkomen
Werkbedrijf Sociale Zaken
Doel
Het in opdracht van de Gemeente Vlaardingen uitoefenen van (delen) van de Wet
Sociale Werkvoorziening en de Wet Werk en Bijstand. Het uitoefenen van het
formeel werkgeverschap voortvloeiende uit het voorgaande.
Betrokken
partijen
Gemeente Vlaardingen.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
De burgemeester, de wethouder Sociale Zaken en de wethouder Financiën
vertegenwoordigen de gemeente als aandeelhouder.
Vermogen
verbonden
partij
Ontwikkelingen
Niet van toepassing.
ROG Plus NWN
Doel
Het bieden van maatwerkvoorzieningen ter bevordering, behoud of compensatie
van zelfredzaamheid en ter ondersteuning van participatie aan ingezetenen van de
gemeente die daartoe op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met mantelzorg of
met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk niet of onvoldoende in staat
zijn. De maatwerkvoorzieningen richten zich ook op de ondersteuning van
mantelzorgers.
Artikel 2.3.5, lid 3 van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 legt het college
daarbij de plicht op om, na onderzoek, een maatwerkvoorziening te bieden die een
passende bijdrage levert aan het realiseren van een situatie waarin de cliënt in staat
wordt gesteld tot zelfredzaamheid en participatie en zo lang mogelijk in de eigen
leefomgeving kan blijven.
Betrokken
partijen
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
Vermogen
verbonden
partij
Gemeente Maassluis, Vlaardingen en Schiedam.
Wethouder C. Oosterom is lid van het Bestuur van uitvoeringsorganisatie ROGplus
Nieuwe Waterweg Noord.
De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling bedraagt € 14,5 miljoen. Dit betreft
het verstrekken van individuele voorzieningen op het gebied van vervoer, rollen,
wonen, hulp bij het huishouden, begeleiding groep (dagbesteding), vervoer naar en
van dagbesteding, begeleiding individueel, kortdurend verblijf en persoonlijke
verzorging (voor zover die verzorging geen verband heeft met behoefte aan
geneeskundige zorg of een hoog risico daarop).
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
Per 31-12-2013
€ 6.100.000
€ 6.500.000
€0
€0
€ 5.300.000
€ 2.990.000
Het voordelig resultaat wordt volledig terugbetaald aan de deelnemende gemeenten.
Ontwikkelingen
<<<
ROGplus heeft binnen de Gemeenschappelijke Regeling voor 2015 te maken met
een uitbreiding van taken op de reguliere Wmo-voorzieningen. ROGplus voert de
inkoop, het contractbeheer, alsmede de indicatiestelling en de verstrekking van
<<
Door het formeel werkgeverschap van door de afdeling Sociale Zaken
gedetacheerde personen wordt het risico voor de gemeente beperkt.
In overleg met Sociale Zaken wordt een nadere uitwerking/invulling gegeven van de
statutaire doelen voor meer doelgroepen.
Programma 10 Kunst en cultuur
B.V. Stadsgehoorzaal
Doel
De vennootschap heeft tot doel het exploiteren van de Stadsgehoorzaal
Vlaardingen, zodanig dat een bijdrage wordt geleverd aan de kwaliteit van de
stedelijke samenleving doordat de vertoning en de beoefening van de
podiumkunsten mogelijkheden biedt tot ontspanning en ontplooiing, zowel receptief
als actief, voor een breed publiek.
Betrokken
partijen
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
Vermogen
verbonden
De gemeente Vlaardingen is enig aandeelhouder.
De wethouder Financiën treedt namens het college op als aandeelhouder van de
Stadsgehoorzaal. Medio 2013 is er geen Raad van Commissarissen actief.
De deelneming staat voor € 18.000 op de balans van de gemeente Vlaardingen.
bedragen x 1.000,-
Per 1-1-2013
Per 31-12-2013
93
partij
Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
€ 165
€ 3.217
€0
€ 146
€ 3.273
€ 325
kelingen
Het netto exploitatieresultaat is ten gunste van het eigen vermogen gebracht.
Ontwikkelingen
De B.V. Stadsgehoorzaal moet minder subsidie-afhankelijk worden. Om die reden
wordt de subsidie met ingang van 2014 stapsgewijs verlaagd. In overleg met de
directeur van de Stadsgehoorzaal wordt hieraan invulling gegeven.
Risico’s
Het gebouw van de Stadsgehoorzaal is in eigendom van de gemeente. Bij het
beëindigen van de activiteiten van de vennootschap kan sprake zijn van
huurderving. Bij een eventueel faillissement van de B.V. Stadsgehoorzaal zal
vereffening van schulden en bezittingen van de B.V. Stadsgehoorzaal plaatsvinden.
Dit kan eventueel financiële gevolgen hebben voor de gemeente als eigenaar van
het pand.
Algemeen Bestuur van het RMD heeft daarop (financiële) voorwaarden gesteld aan
de uittreding. Hierover is met het Rijk overleg gevoerd. Gelet op de balanspositie
wilde het Rijk geen afkoopsom betalen. Een later aanbod werd door de overige
deelnemers als onvoldoende afgewezen. Het RMD heeft ten opzichte van het jaar
2010 bezuinigd op haar uitgaven met 15%, maar dit is door een ingroeiregeling
(deels) teniet gedaan. De uittreding van het Rijk betekent een halvering van het
jaarlijkse beheerbudget. Het Rijk heeft beroep aangetekend tegen de voorwaarden
voor uittreding; in april 2014 heeft de rechtbank uitspraak gedaan. Hiertegen is door
het Recreatieschap hoger beroep ingesteld bij de Raad van State. In een proces van
herijking tracht het RMD de kosten en uitgaven te verminderen en de inkomsten te
verhogen. De Provincie beraadt zich op haar rol en positie in de 11 natuur- en
recreatieschappen in Zuid-Holland, maar wil haar financiële bijdragen handhaven.
Ook wil de Provincie de GZH (de uitvoeringsorganisatie voor de recreatieschappen)
op afstand zetten. De gemeenten worden betrokken bij de toekomstige positie en
taak van de GZH.
Koepelschap Buitenstedelijk Groen
Doel
Programma 11 Sport en recreatie
Recreatieschap Midden-Delfland
Doel
Het Recreatieschap Midden-Delfland (RMD) beheert de recreatiegebieden in het
Midden Delfland. Enkele gebieden liggen op het grondgebied van de Gemeente
Vlaardingen: Oeverbos; Lickebaert/Volksbos; Krabbeplas, Broekpolder (gedeeltelijk)
en de Holiërhoekse Polder.
Betrokken
partijen
In het RMD werken samen: het Rijk, de Provincie Zuid-Holland en de gemeenten
Delft, Vlaardingen, Schiedam, Rotterdam, Maassluis, Midden-Delfland en Westland.
Het recreatieschap is in 1983 opgericht.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Wethouder R. van Harten is lid van het Algemeen Bestuur (AB) en Dagelijks Bestuur
(penningmeester). Wethouder R.G. de Vries is lid van het AB. De wethouders J.
Versluijs en C.T. Oosterom zijn plaatsvervangend lid van het AB.
Financieel
belang
Vermogen
verbonden
partij
De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan het recreatieschap is € 0,40 mln.
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
€ 8.500
€ 16.800
€ 100
Per 31-12-2013
€ 8.290
€ 16.250
€ 273
Dit positieve resultaat wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve, waarvan €
81.000 is bestemd voor het begeleiden van externe projecten in 2014.
Ontwik-
<<<
Het Rijk heeft in december 2010 meegedeeld uit het RMD te willen uittreden. Het
<<
Het Koepelschap Buitenstedelijk Groen (KBG) bevordert op basis van (boven)
regionaal beleid een onderlinge samenhang, een evenwichtige ontwikkeling en
instandhouding van het buiten stedelijk groen als geheel in het gebied en in
verhouding tot haar omgeving.
Betrokken
partijen
Provinciale staten van Zuid-Holland en de gemeenten Albrandswaard, Barendrecht,
Bernisse, Brielle, Capelle a/d IJssel, Hellevoetsluis, Krimpen aan den IJssel,
Maassluis, Nederlek, Ridderkerk, Rotterdam, Rozenburg, Schiedam, Spijkenisse,
Vlaardingen, Westvoorne en Zwijndrecht.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
Vermogen
verbonden
partij
Wethouder A.J. Hoekstra is lid van het Algemeen Bestuur en wethouder R. van
Harten is zijn plaatsvervanger.
De bijdrage van de gemeente Vlaardingen aan het KBG is € 0,17 miljoen.
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
€ 284
€ 136
€ 45
Per 31-12-2013
€ 301
€ 118
€ 20
Dit positieve resultaat wordt toegevoegd aan de Algemene Reserve.
Ontwikkelingen
Het bestuur van het KBG heeft besloten in totaal 15% ten opzichte van de begroting
2010 te bezuinigen in de periode 2011-2014. In de begroting 2013 was reeds 14%
bezuinigd; voor de begroting 2014 heeft nog een bezuiniging van 1%
plaatsgevonden. Voor 2015 is sprake van een algehele daling van de uitgaven van
alle recreatieschappen bij elkaar. De bijdrage van Vlaardingen aan het KBG daalt
van € 211.666,- in 2014 naar € 171.155,- in 2015.
94
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
Programma 12 Financiën
Bank Nederlandse Gemeenten
Doel
De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) stelt zich ten doel gemeenten en andere
decentrale overheden te ondersteunen bij hun maatschappelijke activiteiten middels
het aanbieden van tal van bancaire diensten. Onze gemeente levert door haar
deelneming een bijdrage hieraan.
Betrokken
partijen
De aandelen van de Bank Nederlandse Gemeenten zijn voor 50% in handen van het
Rijk en voor de resterende 50% in handen van gemeenten. Onze gemeente heeft
een belang van 0,36% in de bank.
Bestuurlijke
vertegenwoordiging
Financieel
belang
De gemeente heeft stemrecht in de algemene vergadering van aandeelhouders. De
portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt daarin de Gemeente Vlaardingen.
Vermogen
verbonden
partij
De deelneming staat voor € 33.807 op de balans van de Gemeente Vlaardingen.
Voor de periode 2015 tot en met 2018 is een winstafhankelijke dividenduitkering
geraamd van € 250.000.
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
Per 31-12-2013
€ 2.752.000
€ 3.430.000
€ 139.476.000
€ 127.753.000
€ 332.000
€ 283.000
Van de netto winst wordt 25% als dividend uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Ontwikkelingen
Onder invloed van de kredietcrisis wordt van Europese banken gevraagd grotere
reserves aan te houden. De gevolgen voor het resultaat en daarmee het dividend
van de bank zijn onzeker. Eind 2013 is duidelijk geworden dat BNG Bank onder
direct toezicht van de European Central Bank (ECB) gaat vallen in het kader van het
Single Supervisory Mechanism (SSM) en onderworpen wordt aan een
‘comprehensive risk assessment’ die wordt uitgevoerd om de kwaliteit van de balans
te onderzoeken.
Regionale Belasting Groep
Doel
Het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen en heffingen en het
uitvoeren van de werkzaamheden in het kader van de Wet Waardering onroerende
zaken.
Betrokken
partijen
Hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard, Hoogheemraadschap
Delfland, Gemeente Delft en Gemeente Vlaardingen.
<<<
<<
Vermogen
verbonden
partij
Ontwikkelingen
De portefeuillehouder Financiën vertegenwoordigt de Gemeente Vlaardingen in het
Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling.
De bijdrage aan de gemeenschappelijke regeling bedroeg voor 2014 € 1.267.100.
Dit is de vergoeding voor het heffen en invorderen van de gemeentelijke belastingen
en heffingen en het uitvoeren van de werkzaamheden in het kader van de Wet
Waardering onroerende zaken. De bijdrage voor 2015 is nog niet vastgesteld. In de
begroting is ene bedrag opgenomen van circa € 1,2 miljoen.
bedragen x 1.000,Eigen vermogen
Vreemd vermogen
Resultaat
Per 1-1-2013
€ 406
€ 3.513
€ 257
Per 31-12-2013
€ 690
€ 4.946
€ 540
De regeling vindt ingang in 2014. Sprake is van een overgangsperiode,
sterfhuisconstructie, waarbij de gemeente intern de zaken uit de oude belastingjaren
afhandelt.
Conform het BBV moeten ook de verwachte resultaten en omvang van het
vermogen van verbonden partijen over het lopende begrotingsjaar worden
weergegeven. Dit wordt bij de Jaarstukken 2014 gedaan.
95
8. Paragraaf Taakstellingen en
reserveringen
deze paragraaf op te nemen. Deze kunnen bestaan uit inschattingen of reeds
vrijgemaakte begrotingsruimte.
De kleuren die in deze monitor bezuinigingen worden gebruikt hebben de
volgende betekenis:
= geëffectueerd (dwz 100% zeker dat het gehaald wordt / is)
= gedeeltelijk geëffectueerd
= niet geëffectueerd
= niet reële bezuiniging
De onderstaande bezuinigingen bestaan uit de bezuinigingen vanuit de
meerjarenbegroting 2010-2014 en uit de bezuinigingen vanuit de Tussenbalans.
Ook de bezuinigingen vanuit de begroting 2014-2017 zijn opgenomen. De totaal
ingezette bezuinigingen zijn circa € 35 miljoen.
Bezuinigingen 2010-2014
Programma Best., Dienstv. en Part.
Inhaalslag onderhoud Vastgoed
Energiekosten
2013
2014
2015
2016
-€ 1.000
-€ 500
-€ 500
-€ 500
-€ 728
-€ 728
-€ 728
-€ 728
€ 300
€ 300
€ 300
Versoberen nieuwbouw westnieuwland
Afstoten onrendabele panden
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
7
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Versoberen Communicatiemiddelen
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
schrappen stadspeiling
€ 18
€ 18
€ 18
€ 18
schrappen burgerjaarverslag
€ 37
€ 37
€ 37
€ 37
buitenlandbeleid schrappen
€ 34
€ 34
€ 34
€ 34
Subjectgegevens Belastingen via Stedin
€ 19
€ 19
€ 19
€ 19
Stoppen versluierde subsidie
Inleiding
De provincie heeft als toezichthouder op de gemeenten in de begrotingscirculaire
2014-2017 van 28 maart 2013 geadviseerd om een paragraaf Taakstellingen en
reserveringen op te nemen. In deze paragraaf ziet de raad als kaderstellend en
controlerend orgaan in één opslag het integraal beeld van de opgenomen
bezuinigingen/taakstellingen in de programma’s en/of nog openstaande
taakstellingen in de meerjarenraming. Verder geeft de provincie in overweging om
eventuele reserveringen ten behoeve van toekomstige financiële onzekerheden in
7
<<<
<<
Kostendekkende verhuur wordt gefaseerd ingevoerd.
96
Versoberen budget Rekenkamerfunctie
(20%)
Programma Veiligheid en Handhaving
Extra verlaging bijdrage DCMR8
Uitvoering bestuurlijke aanpak
hennep/schadeverhaal
€ 20
€ 20
€ 20
€ 20
€ 65
€ 65
€ 65
€ 65
€ 20
€ 20
€ 20
€ 20
Verlagen Bijdrage aan VVV (20%)
€ 40
€ 40
€ 40
€ 40
Optimaliseren erfpachtinkomsten
€ 500
€ 500
€ 500
€ 500
Reductie budget economisch beleid
€ 140
€ 140
€ 140
€ 140
Programma Jeugd en Onderwijs
Invoering Electronisch Kinddossier
€ 165
€ 165
€ 165
€ 165
Inzet brede doeluitkering jeugd
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
Programma Groen en Milieu
Verlaging niveau beheer groen
€ 400
€ 400
€ 400
€ 400
Stopzetten Vlaardingse jeugdmonitor
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Afstoten van de dierenweides
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Kosten schoolmaatschappelijk werk
€ 110
€ 110
€ 110
€ 110
Schrappen diverse kredieten
€ 39
€ 57
€ 57
€ 57
Godsdienst- en levensbesch. onderwijs
€ 22
€ 22
€ 22
€ 22
Schrappen budget Klimaatverandering
€ 30
€ 30
€ 30
€ 30
Onderwijsachterstandenbeleid
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
Groen: versoberen onderhoud
accentlocaties / heemtuin
€ 15
€ 15
€ 15
€ 15
€ 170
€ 170
€ 170
€ 170
Implementatie jeugdbeleid
€ 35
€ 35
€ 35
€ 35
Budget nieuwe initiatieven jeugd
€ 31
€ 31
€ 31
€ 31
Schoolzwemmen (deels) afschaffen
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Stichting zorg Voortgezet Onderwijs
€ 21
€ 21
€ 21
€ 21
Minder activiteiten afnemen bij HBW
€ 55
€ 55
€ 55
€ 55
Flexus jeugdplein
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Programma Welzijn en zorg
ROG+: aanbesteding scootermobielen
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
Kwaliteitseisen Vervoersvoorziening
€ 205
€ 205
€ 205
€ 205
Vervoersvoorziening, Individuele toeslag
€ 165
€ 165
€ 165
€ 165
Vervoersvoorziening,Individuele taxikosten
€ 20
€ 20
€ 20
€ 20
Scootermobielen
€ 75
€ 75
€ 75
€ 75
Eigen bijdrage scootermobielen
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Snelheid verlagen scootermobielen
€ 30
€ 30
€ 30
€ 30
Lage instap fietsvoorzieningen
€ 15
€ 15
€ 15
€ 15
Vervoersvoorzieningen, collectief vervoer
€ 30
€ 30
€ 30
€ 30
Verhuis- en herinrichtingskosten
€ 15
€ 15
€ 15
€ 15
Programma Verkeer en Mobiliteit
wegenbeheer: niveau basis naar sober
€ 195
€ 195
€ 195
€ 195
€ 1.250
€ 1.250
€ 1.250
€ 1.250
Schrappen diverse kredieten
€ 234
€ 356
€ 356
€ 356
Kostendekkend straatparkeren
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
Budget fietspadenplan/programma
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
€ 250
€ 250
€ 250
€ 250
Versoberen waterlopen (20%)
€ 75
€ 75
€ 75
€ 75
Versoberen budget verkeersmaatregelen
€ 35
€ 35
€ 35
€ 35
€ 2.000
€ 2.000
€ 2.000
€ 2.000
Versobering, fasering spoortunnel
Verkeersregelinstallaties
versobering budgetten straatreiniging
Programma Wonen
Vaste reservering actieplan wonen laten
vervallen
Programma Economie en Haven
citymarketing
Versoberen promotie (20%)
8
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
€ 65
€ 65
€ 65
€ 65
In 2014 is deze verlaging van de bijdrage aan DCMR doorgevoerd.
<<<
<<
Schrappen budget Kansen voor Kinderen
97
€ 150
€ 150
€ 150
€ 150
Integratie/internat. solidariteit
€ 95
€ 95
€ 95
€ 95
€ 60
€ 60
€ 60
€ 60
Schrappen algemeen Ouderenbeleid
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
€ 450
€ 450
€ 450
€ 450
Toevoeging reserve WMO
-€ 1.590
-€ 1.590
Eigen bijdrage regiotaxi
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Individueel huisbezoek ROG-plus
€ 75
€ 75
€ 75
€ 75
Uitbesteden kinderopvang
-€ 55
-€ 55
-€ 55
-€ 55
Formatiereductie kinderopvang
€ 65
€ 65
€ 65
€ 65
Activiteiten GGD
€ 209
€ 209
€ 209
€ 209
nazorg ex-gedetineerden
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
Herschikking gezondheidszorg
€ 115
€ 160
€ 160
€ 160
Schrappen RIAGG jeugd op school
€ 48
€ 48
€ 48
€ 48
€ 60
€ 60
€ 60
€ 60
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
€ 128
€ 128
€ 128
€ 128
Careyn JGZ bezuiniging op
maatwerkproducten
Terugdringen capaciteit nachtopvang
Sluiten dagopvang De Elementen
€ 290
€ 290
€ 290
€ 290
€ 500
€ 500
€ 500
€ 500
€ 199
€ 199
€ 199
€ 199
Vervanging sociaal pension
€ 72
€ 72
€ 72
€ 72
Kosten bijzondere bijstand
-€ 400
-€ 400
-€ 400
-€ 400
Inkrimping budgetten
€ 62
€ 62
€ 62
€ 62
Bijzondere Bijstand
€ 800
€ 800
€ 800
€ 800
Maatschappelijk werker bij Pameijer
-€ 458
-€ 458
-€ 458
-€ 458
Woningaanpassingen
Woonvoorzieningen, collectieve projecten
Normtijden hulp bij het huishouden
Reorganiseren Centraal Onthaal
Programma Werk en Inkomen
Schuldhulpv./budgetbeheer
-€ 1.590 -€ 1.590
Schrappen budget Loket gezonde zorg
€ 45
€ 45
€ 45
€ 45
Kosten sociaal cultureel reductiefonds
€ 38
€ 38
€ 38
€ 38
TBV: geen nadelig saldo meer
€ 180
€ 215
€ 215
€ 215
RIAGG cursussen huiselijk geweld
€ 350
€ 350
€ 350
€ 350
Versoberen budget inburgering (20%)
€ 150
€ 150
€ 150
€ 150
Budget wonen, zorg en welzijn verlagen
€ 78
€ 78
€ 78
€ 78
€ 40
€ 40
€ 40
€ 40
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Stg Elcerlyc, personeelskosten
Programma Kunst en Cultuur
Versobering budget stadsarchief
€ 12
€ 12
€ 12
€ 12
Stoppen met bibliobus
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Stg Elcerlyc, compensatie AWBZ
€ 84
€ 84
€ 84
€ 84
Ombuiging bibliotheek totaal 10% lasten
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Minder activiteiten afnemen bij HBW
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Verhoging abonnementskosten
€ 45
€ 60
€ 60
€ 60
Subsidie HBW
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Projecten zoals (kinder) boekenfeest
€ 45
€ 45
€ 45
€ 45
Senioren welzijn
€ 80
€ 80
€ 80
€ 80
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
Schrappen subsidie St. Seniorenwelzijn
€ 100
€ 100
€ 100
€ 28
€ 28
€ 28
Bouman GGZ, voortzetten bezuiniging
€ 100
€ 28
€ 10
€ 10
€ 10
€ 10
Beperken subsidie Vlaardings Museum
€ 350
€ 350
€ 350
€ 350
Bezuiniging stg Mantelzorg (10%)
€ 75
€ 75
€ 75
€ 75
Muziekcentrum Opmaat
€ 110
€ 110
€ 110
€ 110
MDNW, outreachende zorg
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Vrije academie
€ 88
€ 88
€ 88
€ 88
€ 59
€ 59
€ 59
€ 59
Plafond culturele subsidies verlagen
€ 30
€ 30
€ 30
€ 30
Wijkinformatiecentra
Wijkcentra/Buurthuiswerk
Schrappen subsidie Frankenland
Eigen inkomsten Stadsgehoorzaal
wel opname in kunststichting
Programma Sport en Recreatie
<<<
<<
98
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Versoberen huldiging sportkampioenen
€ 20
€ 20
€ 20
€ 20
Sportvereniging ondersteuning
€ 40
€ 40
€ 40
€ 40
Sportacc.Holy, verlagen exploitatie
€ 25
€ 25
€ 25
€ 25
Verlagen subsidie zwembad De Kulk
€ 70
€ 70
€ 70
€ 70
Eigen bijdrage tbv combinatiefunctie
€ 44
€ 44
€ 44
€ 44
Programma Financiën
Minder activiteiten afnemen bij HBW
€ 11
€ 11
€ 11
€ 11
Schrappen gedeelte budget BOS
€ 30
€ 30
€ 30
€ 30
Programma Financiën
Subjectgegevens Belastingen via Stedin
€ 20
€ 20
€ 20
€ 20
Opbrengsten OZB (areaal uitbreiding)
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Verhoging precario (ipv reclamebelasting)
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
Invoering toeristenbelasting
€ 150
€ 150
€ 150
€ 150
Kostendekkendheid bouwleges9
€ 250
€ 250
€ 250
€ 250
€ 61
€ 59
€ 59
€ 59
-€ 100
-€ 100
-€ 100
-€ 100
€ 715
€ 1.000
€ 1.000
€ 1.000
€ 400
€ 400
€ 400
Versoberen onderhoud speelplaatsen
Schrappen diverse kredieten
Stelpost invoering 36-urige werkweek
Invulling stelpost ombuigingen
Bedrijfsvoeringzaken (formatieinkrimping
e.d.) gemeente Vlaardingen
Programma Veiligheid en Handhaving
Programma Groen en Milieu
Programma Verkeer en Mobiliteit
Programma Wonen
Programma Economie en Haven
€ 523
€ 850
€ 850
€ 850
€ 479
€ 578
€ 578
€ 578
€ 431
€ 565
€ 565
€ 565
€ 84
€ 219
€ 219
€ 219
€4
€ 15
€ 15
€ 15
€ 369
€ 449
€ 449
€ 449
9
Door economische recessie wordt er minder gebouwd dan waar in de raming rekening
mee is gehouden. Zodoende blijven de bouwleges achter.
<<<
-€ 14
-€ 14
-€ 14
€ 85
€ 133
€ 133
€ 133
€ 52
€ 359
€ 359
€ 359
€ 169
€ 269
€ 269
€ 269
€ 90
€ 118
€ 118
€ 118
€ 13
€ 60
€ 60
€ 60
Totaal
€ 13.972
€ 17.044
€ 17.044
€ 17.044
Samenvatting ombuigingen nov. 2010
€ 12.985
€ 16.629
€ 16.629
€ 16.629
€ 987
€ 415
€ 415
€ 415
Programma Welzijn en zorg
Programma Werk en Inkomen
Programma Kunst en Cultuur
Programma Sport en Recreatie
t.b.v. begroting 2011 - 2014
Algemene uitkering
Programma Best., Dienstverl.en Participatie
-€ 52
Programma Jeugd en Onderwijs
<<
99
Bezuinigingen 2013-2016 (Tussenbalans)
2013
Programma Best., Dienstv. en Part.
Verkopen Hollandiagebouw10
2014
2015
2016
€ 68
€ 68
€ 68
Versoberen Burgerparticipatie11
€ 60
€ 60
€ 60
€ 60
Federatie Broekpolder
€ 25
€ 25
€ 50
€ 50
€ 100
€ 200
€ 300
€ 400
€ 15
€ 30
€ 60
€ 90
Maximaal optimaal Digitaal12
Wagenpark vernieuwen en duurzaam
Aanbestedingsvoorstellen
10
PM
PM
PM
PM
Het Hollandiagebouw is te koop gezet.
In 2010 is besloten gedurende 3 jaar (2011-2013) € 65.000 voor Burgerparticipatie
beschikbaar te stellen. Vanaf 2014 niet meer. Bedrag was dus al geschrapt. Is structureel
verwerkt in de begroting.
12
Er is structureel al € 100.000 ingevuld van deze bezuiniging door vermindering van
multifunctionals en printwerk. Daarnaast worden er aanvullende digitaliseringsprojecten
gezocht en ingevoerd om de bezuinigingstaakstelling te realiseren.
11
Versoberen inrichting Westnieuwland
Verkoop Hoflaan13
€ 100
PM
PM
Verbeteren kwaliteit dienstverlening
Afschaffen TV - uitzendingen Raad14
Exploitatie Korhoenlaan
Budgetschuif Maatschappelijke Opvang
Geen avondopenstellingen loketten
€ 100
PM
PM
Aanschaf verlichting
Verkeersregelinstallaties
€4
€6
€ 11
€ 19
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 40
€ 40
€ 40
€ 40
Versoberen straatreiniging
€ 150
€ 150
€ 150
€ 150
€ 70
€ 70
€ 70
€ 70
Adoptie speelplaatsen, straatmeubilair
€ 25
€ 25
€ 25
€ 66
€ 66
€ 66
€ 66
Geen gratis producten (zout,hekken,ed)
€ 10
€ 10
€ 10
€ 10
Parkeren kostendekkend
€ 23
Exploitatie bezoekers parkeren
€ 30
€ 30
€ 30
Programma Wonen
€ 70
€ 70
€ 70
Maatschappelijke investeringen
€ 700
Programma Economie en Haven
Verbouwing Westhavenkade
€ 100
Geen bijdrage vlaardingen 2018
Opleidingsbudget naar 2% loonsom
€ 120
€ 120
€ 120
€ 120
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
€ 92
€ 92
€ 92
€ 92
Programma Veiligheid en Handhaving
€ 10
€ 10
€ 220
€ 220
€ 220
€ 40
€ 40
€ 40
€ 40
€ 1.100
€ 1.100
€ 1.100
€ 1.100
€ 23
Vernieuwen kades KW - haven
Stadspromotie versoberen
Havengelden verhogen (baten)
€ 10
€ 220
17
€ 36
€ 35
€ 34
€ 34
€ 68
€ 50
€ 50
€ 50
€ 50
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 13
€ 40
€ 40
€ 40
€ 55
€ 110
€ 110
€ 110
€ 200
€ 200
€ 200
€ 200
Programma Jeugd en Onderwijs
€ 50
16
€ 50
€ 140
Actualisatie bijdrage VRR
€ 50
€ 140
€ 50
€ 140
Programma Groen en Milieu
Leerlingen vervoer versoberen18
Onderwijsachterstandenbel. versoberen
Peuterspeelzalen
€3
€7
€ 70
Programma duurzaamheid
€ 50
€ 50
€ 50
Technische correctie waterzuivering
€ 25
€ 25
€ 25
€ 350
€ 350
€ 350
Efficiencyverbetering DCMR
€ 52
Verlagen budget verkeersmaatregelen
Versneld inleveren vacatures
Integraal veiligheidsbeleid versoberen
€ 42
€ 18
€ 30
Eindejaarsfeest/fitness e.d.
€ 23
€ 18
Verzekeringen Optimaliseren
Minder extern onderzoek15
€ 15
€ 16
Aansluiten bij landelijke ombudsman
Abonnementen
€ 100
€ 70
19
Programma Welzijn en zorg
€ 25
Programma Verkeer en Mobiliteit
Onderhoud openbaar gebied verlagen
17
Tarieven verhoogd. Opbrengst afhankelijk intensiteit haven.
Betreft een open einde regeling. Resultaat aanbesteding is positief, en daarmee is deze
bezuiniging waarschijnlijk gehaald.
19
Bezuiniging is in het verleden gerealiseerd door dekking te vinden via de Rijksbijdrage
OAB, zodat SMW doorgang kon vinden. De bezuiniging wordt voor de tweede keer
opgevoerd. Bij doorvoering betekent dit terugbetalen Rijkssubsidie. Is structureel
verwerkt in de begroting.
18
13
Pand Hoflaan is te koop gezet.
Wordt binnen product anders ingevuld, TV-uitzendingen blijven bestaan.
15
Onzeker te behalen bezuiniging a.g.v. regionale samenwerking, decentralisaties etc.
16
Door een stijging van de kosten FLO/Levensloop is er geen sprake van een netto
kostendaling. Dit effect is verwerkt in de begroting.
14
<<<
<<
100
Maatschappelijk Middenveld20
€ 36
€ 436
€ 495
€ 676
Initiatiefsubsidies schrappen
€ 60
€ 60
€ 60
15% generieke subsidiekorting
€ 805
Kosten Sociaal pension in = uit
Geen subsidie meer voor OZB
€ 500
Kosten WMO
Geen Vlaardingse boot Varend Corso
€9
€9
€9
€9
€ 60
Schrappen huldigingsfeest sporters
€5
€5
€5
€5
€ 827
€ 827
Geen bijdrage VL actief en gezond
€ 70
€ 70
€ 70
€ 530
€ 220
€ 220
Combinatiefunctie
€ 180
€ 180
€ 180
€ 52
€ 52
€ 52
€ 60
€ 120
€ 180
€ 500
€ 500
€ 500
€ 700
€ 700
€ 700
€ 700
€ 20
€ 20
€ 20
€ 20
€ 200
€ 200
Totaal
€ 6.373
€ 9.392
€ 200
€
10.126
€ 200
€
10.258
Samenvatting Tussenbalans
€ 5.556
€ 8.128
€ 7.953
€ 7.804
€ 723
€ 658
€ 1.508
€ 1.608
€ 39
€ 436
€ 495
€ 676
€ 55
€ 170
€ 170
€ 170
2013
2014
2015
2016
Programma Best., Dienstv. en Part.
Programmamanagement-schrappen MTO
€ 18
€ 18
Stoppen platform middelgrote gemeenten
€4
€4
Programma Werk en Inkomen
Tarievenbeleid sportaccommodaties
Programma Financiën
Verhoging OZB (baten)
€ 300
Kwijtschelding en minimabeleid
€ 300
€ 300
€ 300
€ 300
€ 300
€ 300
€5
€5
€5
€ 257
€ 257
€ 220
€ 220
€ 220
€ 300
€ 300
€ 300
€ 375
€ 750
€ 750
€ 50
€ 100
€ 150
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€5
Niet meer sturen mutatieformulieren
Programma Kunst en Cultuur
Fusie st. Opmaat en Vrije academie
€ 110
Verlagen subsidie Opmaat
Bibliotheek
Verlagen subsidie Stadsgehoorzaal
€ 180
21
Kroepoekfabriek meer eigen middelen
Archeologie meer kostendekkend
Kwijtscheld. Hond.bel. afschaffen(baten)
23
Bouwleg. verhogen (kostendekk.)(baten)
Bezuinigingen 2014-2017
Programma Sport en Recreatie
Sportaccommodaties22
Onderhoud speelplaatsen versoberen
PM
PM
Verlagen subsidie VVV
Schrappen subsidie/bijdr.Varend Corso
€ 10
20
PM
PM
€ 105
€ 105
€ 105
€ 10
€ 10
€ 10
Deel bezuiniging ingevuld waardoor nog € 304.000 resteert. Op dit moment kan een
structureel bedrag van € 82.000 (ontmoetingscentra Seniorenwelzijn) en een bedrag van €
50.000 (aframing waarderingssubsidie n.a.v. Tussenbalans) ingevuld worden, waardoor
nog een tekort bestaat van € 304.000. Is als ruimtevrager meegenomen in de begroting
2015 - 2018.
21
Afhankelijk van de nadere invulling van het Veranderingsplan.
22
Afspraken met sportverenigingen worden gefaseerd ingevoerd.
<<<
<<
€ 97
Kwaliteit dienstverlening
Maatregelen opslagplaatsen Broekpolder
€2
€2
€2
Communicatie - reductie 1 fte
€6
€ 50
€ 50
Advisering - reductie 2 fte P&O advies
€ 50
€ 100
€ 100
Gebiedsg. Werk.- 1 red.gebiedsmanager
€ 50
€ 50
€ 50
€ 100
€ 100
Beheer gebouwen
23
Realisatie is afhankelijk van intensiteit bouwactiviteiten.
101
Beheer gebouwen - verzekeringen
€ 50
€ 100
€ 100
Programma Welzijn en zorg
Beheer gebouwen - energiekosten
€ 83
€ 100
€ 100
€ 30
Nieuwbouw en renovatie - reductie 1 fte
€ 50
€ 50
GEO - informatie - reductie 1 fte
€ 50
€ 50
Gezondheidsbeleid - plustaken GGD
Opvang zwerfdieren - versobering
uitvoering
€ 20
€ 20
€ 20
Kwijtschelding afvalstoffenheffing
€ 75
€ 150
€ 225
€5
€5
€5
€ 98
€ 98
€ 98
€ 2.000
€ 2.000
€ 2.000
€ 50
€ 100
Sport, sportstimulering
€ 80
€ 80
Sport, BOS-impuls
€ 79
€ 79
€ 37
€ 37
Besparen budget toegankelijkh.gebouwen
Parkeerabonnementen
Werkkostenregeling
Programma Veiligheid en Handhaving
€ 30
€ 15
Programma Werk en Inkomen
Inkomensondersteuning ABW - BUIG25
Programma Kunst en Cultuur
Archeologie - reductie 3 fte
Programma Groen en Milieu
€ 30
Programma Sport en Recreatie
€ 145
€ 145
€ 145
€ 12
€ 12
€ 12
Leefomgevingskwaliteit - budget DCMR
€ 20
€ 40
€ 60
Verhogen tarieven begraven
€ 35
€ 35
€ 35
€ 200
€ 200
€ 200
€ 75
€ 75
€ 75
€ 25
€ 25
€ 25
Afvalverwijdering
Urnenmuur Emaus
Budget DCMR
Straatreiniging gesloten circuit
Programma Verkeer en Mobiliteit
Versoberen straatverlichting / aanbesteding
Brug Buizengat
€ 300
Rotonde Deltaweg / vBeethovensingel
Programma Wonen
Bouw- en Woningtoezicht - verhoging
leges24
€ 150
€ 150
€ 150
€ 51
€ 51
Sport, NASB-impuls - voor zover mogelijk
26
€ 125
Sporthal VOP - Oost uitstellen
Vastgoed - huurverhoging sport27
€ 100
€ 150
€ 165
€ 3.200
€ 3.000
€ 2.500
Verzekeringen/catering/schoonmaak
€ 70
€ 70
€ 70
Systeembeheer -verlaging printerkosten
€ 25
€ 25
€ 25
Totaal
€ 6.879
€ 7.204
€ 7.351
Samenvatting
€ 4.596
€ 4.844
€ 4.996
€ 2.303
€ 2.400
€ 2.415
Programma Financiën
Mutatie spaarbedrag (mutatie AR)
Programma Economie en Haven
Budget bestemmingsplannen
25
Programma Jeugd en Onderwijs
Schrappen bijdrage aan politie kindspoor
Onderwijs- regionalisering
Realisatie is afhankelijk van intensiteit bouwactiviteiten.
<<<
€6
€6
€ 47
€ 47
€ 250
School Babberspolder Oost (kap. lasten)
24
€6
€ 47
<<
Haalbaarheid is afhankelijk van de hoogte van de Rijkssubsidie en de hoogte van het
aantal uitkeringsgerechtigden.
26
De uitvoering van deze hal is in de tijd naar achteren geschoven, omdat er nog geen
locatie keuze was. De locatie keuze wordt voorgelegd aan het college (lijnbaanhal,
Eigenraam of Broekweg). Bij de voortgangsrapportage en voorjaarsnota zal dan
vervolgens voorgesteld worden deze investering naar voren te halen.
27
Medewerking van de sportverenigingen is vereist.
102
Totaaloverzicht bezuinigingen
2013
2014
18.541 29.353
1.710 3.376
Totaal
<<<
2015
2016
29.426
29.429
4.323
4.438
39
436
495
676
55
170
170
170
20.345 33.335
34.414
34.713
<<
103
9. Paragraaf Decentralisaties sociaal
domein
Dichter bij de burger met wijkteams
Het idee achter de decentralisaties is dat de gemeente zich dichter bij de burger
bevindt. Om die zorg dichter bij de burger te organiseren regelen we de
samenwerking in de wijk waarbij het gezin (huishouden) centraal staat. Als
gemeente zullen wij integrale ondersteuning bieden aan onze inwoners. Eén gezin
(huishouden), één plan en één regisseur is daarbij het uitgangspunt. Daarbij
werken we wijkgericht. Datzelfde geldt voor de wijze waarop we de toegang tot
gemeentelijke ondersteuning organiseren. Tegen deze achtergrond kiezen we
voor het werken met sociale wijkteams, waarbij zowel de onderdelen Jeugd (en
passend onderwijs), Wmo en de Participatiewet vertegenwoordigd zijn.
Expertise op de verschillende onderdelen van het sociaal domein is daarin
aanwezig. Eveneens intensiveren we de samenwerking met alle relevante partijen
in de wijken en de stad, ook met huisartsen en wijkverpleging. Als het huishouden
ondersteuning nodig heeft, stelt de regisseur samen met haar een plan op. Hierin
worden de acties beschreven die in reactie op de ondersteuningsvraag worden
ondernomen.
104
De gemeente Vlaardingen is voornemens om in 2015 MDNW als
uitvoeringsorganisatie te contracteren voor de sociale wijkteams. MDNW is in april
2014 gestart met de proeftuin Jeugd- en Gezinsteam West.
Inleiding
Vanaf 2015 wordt een aantal grote taken en geldstromen naar de gemeenten
overgeheveld. Het gaat bij deze “drie decentralisaties” om taken op het gebied van
de Jeugdwet, de AWBZ /Wet Maatschappelijke Ondersteuning en de
Participatiewet.
Het gaat overigens alleen bij de Jeugdwet om een volledig nieuwe taak. In geval
de WMO/AWBZ gaat het om een uitbreiding van de reeds bestaande WMO-taken.
In het geval van de Participatiewet gaat het vooral om een andere invulling van
reeds bestaande geldstromen.
<<<
<<
Wij beogen het realiseren van vier sociale wijkteams, voor alle leeftijden, die
toegerust zijn om vragen en behoeften van de inwoners van Vlaardingen,
volwassenen en kinderen, adequaat en gebiedsgericht te beantwoorden en waar
nodig zorg te kunnen bieden en toe te kunnen leiden naar maatwerk en individuele
voorzieningen.
De gehanteerde wijkindeling is:
 Centrum;
 Holy;
 Vlaardingen Ambacht/Babberspolder;
 Westwijk
Onder deze sociale wijkteams hangen twee focusteams: één jeugd- en
gezinsteam en één volwassenenteam. Het sociale wijkteam is een
netwerkorganisatie die intensief met partners in de wijk werkt en strategische
afspraken maakt. In het sociale wijkteam werken generalisten: jeugd- en
gezinsteamgeneralisten of volwassenengeneralisten.
Het totaal aantal fte jeugd- en gezinsondersteuner wordt geraamd op 40
(maximaal 10 per wijk). Het aantal fte volwassenondersteuner wordt geraamd op
32 (maximaal 8 per wijk).
Het deelfonds sociaal domein wordt voor een periode van 3 jaar ingesteld (2015
tot en met 2017). Volgens huidige planning worden de aanwezige gelden in 2018
overgeheveld naar de reguliere maatstaven van de algemene uitkering.
Deze professionals zijn in dienst bij MDNW of zijn geplaatst door een
‘moederorganisatie’. Het wijkteam is direct toegankelijk. Voor inwoners, hun
sociale omgeving, vrijwilligers en verwijzers. De integrale teams werken preventief
en zijn zichtbaar bij burgerinitiatieven. Daarnaast leveren de teams de
basisondersteuning en delen van de complexe zorg. Als het nodig is, verwijst het
team naar specialistische zorg.
Het gaat in totaal om circa € 39 mln. per jaar aan extra middelen (WMO,
Jeugdwet) en € 12 mln. gelden die worden overgeheveld vanuit een doeluitkering
naar het sociaal deelfonds (Participatiewet).
Om de financiële taakstellingen van het rijk te kunnen waarmaken (met name die
ten aanzien van de Jeugdwet) zal meer zorgproblematiek opgelost moeten worden
in het eigen netwerk van het betreffende huishouden. Dat vraagt een grote
ontwikkeling van de professionals in de wijkteams. Zij zijn allen specialist en
bekwaam in hun vak, en staan voor de opgave generalist te worden. MDNW
ondersteunt de professionals in het realiseren van deze omslag. De professionals
zullen in staat moeten zijn vraaggericht te werken en de eigen kracht c.q.
zelfredzaamheid van huishoudens aan te spreken. Als deze omslag niet succesvol
gemaakt kan worden, zullen de kosten van de nieuwe taken voor de gemeente
onvoldoende beheerst/beperkt kunnen worden.
We zijn ons ervan bewust dat we de flexibiliteit moeten behouden om het nieuwe
beleid bij te stellen als blijkt dat onze doelstellingen niet of niet voldoende worden
gehaald. Ook zullen wij alert moeten zijn op het beheersen van de (financiële en
maatschappelijke) risico’s die deze taakoverheveling met zich brengt. Gelet op het
voorgaande betekent dit dat we de komende tijd in een dynamisch proces gaan
experimenteren en beleid verder gaan ontwikkelen. Derhalve zal een strakke
monitoring van de feitelijke resultaten (en zo nodig bijsturing) moeten plaatsvinden
in 2015.
Financieringsstromen vanuit het rijk
De gemeenten worden voor de nieuwe taken gecompenseerd via het
gemeentefonds, zij het dat er in de eerste drie jaar sprake zal zijn van een
separaat deelfonds sociaal domein.
In het deelfonds sociaal domein komen de gelden samen die gemoeid zijn met de
taken die van het Rijk naar gemeenten worden gedecentraliseerd. Het gaat
landelijk in totaal om 10 miljard euro, waarbij het Rijk overigens wel omvangrijke
ombuigingen heeft ingeboekt. Door de gemeenten kunnen deze gelden binnen het
sociaal domein integraal en naar eigen inzicht worden ingezet.
<<<
<<
In onze begroting gaan wij uit van het principe “In = Uit”, oftewel de beschikbare
rijksmiddelen vormen de bovengrens voor de bestedingen. Anderzijds is er vanuit
het rijk tot 2018 sprake van een “bestedingsverplichting” voor het sociaal
deelfonds.
De keuze van het rijk om deze middelen op te nemen in het gemeentefonds
betekent enerzijds, dat de gemeenten (zeker vanaf 2018), anders dan bij het
werken met doeluitkeringen, optimale flexibiliteit hebben bij het inzetten van de
extra middelen. Anderzijds wordt het financiële risico hiermee volledig
overgeheveld naar de gemeenten. Dat risico is sterk vergroot door de substantiële
ombuigingen van het rijk op met de betreffende beleidsterreinen.
In onderstaande wordt nader ingegaan op de specifieke beleidsvelden.
AWBZ/WMO
Op grond van de Wmo 2015 worden gemeenten ook verantwoordelijk voor een
groot aantal begeleidingstaken die nu nog worden bekostigd vanuit de AWBZ.
a. Begeleiding (Bg), zowel Bg individueel als Bg groep (= dagbesteding).
b. Kortdurend verblijf (Kdv).
c. Inloop voor GGZ-cliënten.
d. Clientondersteuning.
e. 5% van de functie Persoonlijke Verzorging (Algemene Dagelijkse
Levensverrichtingen)
f. Beschermd Wonen (= 24-uurs intramurale huisvesting en begeleiding van
relatief ‘zware’ GGZ-cliënten).
De gemeente staat voor de invoering van de nieuwe taak begeleiding (inclusief
kortdurend verblijf) met een korting van 25%. Deze begeleiding is voor mensen
met een beperking (fysiek of psychologisch) en gericht op zelfredzaamheden en
deelname aan de maatschappij.
105
Naast de bestaande ondersteuning van cliënten met een verstandelijke handicap,
gaat zijn wij nu ook verantwoordelijk voor de ondersteuning van cliënten in de
sectoren verpleging-verzorging (VV) en geestelijke gezondheidszorg (GGZ).
De gemeente staat naast de decentralisatie van de begeleiding nog voor een
andere opgaaf op het terrein van de Wmo, het beschermd wonen, waarbij mensen
met een psychiatrische achtergrond die niet in een instelling wonen, maar ook niet
volledig zelfstandig in de wijk kunnen wonen, zonder gevaar voor zichzelf en/of
overlast voor de omgeving onder de verantwoording van de gemeente gaan
vallen. Hiervoor ontvangen wij jaarlijks € 13.479.518. Deze taak is gekoppeld aan
onze reeds bestaande verantwoordelijkheid als centrumgemeente voor
Maatschappelijke opvang: we voeren die niet uitsluitend voor Vlaardingen uit maar
ook voor Schiedam en Maassluis. Het gaat in onze regio op dit moment om circa
200 personen. Hun indicatiestelling voor beschermd wonen is voor vijf jaar
gegarandeerd.
Vlaardingen ontvangt in 2015 voor deze extra taken op het gebied van de WMO
naar verwachting € 8.855.710. Op de overgehevelde middelen zijn flinke
bezuinigingen op voorhand ingeboekt door het Rijk (15-30%), met name een
besparing op Huishoudelijke Hulp. Vanuit het uitgangspunt “In = Uit” zullen wij
deze ombuigingen overnemen, waarbij wel een overgangsregime zal worden
gehanteerd (te dekken uit de bestemmingsreserve decentralisaties van € 5 mln.).
Jeugdwet
De overgehevelde taken in het kader van de Jeugdwet betreffen:
 Jeugd- en Opvoedhulp (jeugdbescherming en jeugdreclassering);
 Jeugd- GGZ;
 Jeugd met lichamelijke en of verstandelijke beperkingen.
De extra middelen via het gemeentefonds (sociaal deelfonds) in 2015, bedragen €
16.401.503. Daarnaast ontvangen wij circa € 130.000 voor uitvoeringskosten.
Het rijk heeft de volgende bezuinigingstaakstellingen tot 2018 ingeboekt:
 17% Jeugd- en Opvoedhulp;
 9,9 % Jeugd- GGZ;
 22,5 % Jeugd met lichamelijke en of verstandelijke beperkingen.
Circa 70 % van de beschikbare middelen (ongeveer € 11,4 miljoen) wordt
ingekocht via de gemeenschappelijke regeling van de 16 samenwerkende
<<<
<<
regiogemeenten (voorheen Stadsregio). Deze middelen zijn op voorcalculatorische
basis bestemd voor:
 Jeugdbescherming/reclassering
€ 2,4 miljoen;
 Jeugd en opvoedondersteuning bovenlokaal
€ 5,1 miljoen;
 Jeugd GGZ bovenlokaal
€ 3,4 miljoen;
 Jeugd met licht verstandelijke beperking (LVB) bovenlokaal € 0,5 miljoen.
De resterende middelen zijn (lokaal) bestemd voor:
 Organisatiekosten (met name bemensing wijkteams, circa € 2 miljoen);
 Jeugd met licht verstandelijke beperking (LVB) lokaal (circa € 1,4 miljoen);
 Persoonsgebonden budget Jeugd (circa € 1,4 miljoen).
Op de opzet en werking van de wijkteams komen wij nog apart terug.
Participatiewet
De middelen die wij ingaande 2015 ontvangen in het kader van de Participatiewet
zijn voor het overgrote deel reeds bestaande geldstromen. Te weten de middelen
voor de uitvoering van de Wet Sociale Werkvoorziening (WSW) en het
Participatiebudget “oude stijl” (ten behoeve van arbeidsmarkttoeleiding
werkzoekenden). Wel is er een relatief bescheiden uitbreiding vanwege nieuwe
28
doelgroepen, met name voormalige Wajongers ). Veel van deze wijzigingen
waren eerder al voorzien in de Wet Werken Naar Vermogen die in 2014 van kracht
had moeten worden. Deze Participatiewet is daarvoor in de plaats gekomen.
Het totale participatiebudget in het gemeentefonds (sociale deelfonds) al naar
raming circa € 12,8 mln. bedragen. Voor het grootste deel (circa € 9 mln.) bedraagt
dit middelen in het kader van de uitvoering van de huidige Wet Sociale
Werkvoorziening. De rijksbijdrage WSW per fte neemt jaarlijks met ongeveer 500
euro af, van circa 25.900 euro in 2014 tot circa 22.700 euro structureel met ingang
van 2020. In 2015 is 25.500 euro per plek beschikbaar ten opzichte van 22.050
euro bij de Wet Werken Naar Vermogen. Dit geeft gemeenten meer tijd en lucht
om de bedrijfsvoering van de Wsw aan te passen en daarmee de efficiencykorting
te verwerken.
De Wet Werken naar Vermogen ging, naast een verlaging van de bijdrage per fte,
uit van een afbouw (op langere termijn) van het aantal arbeidsplaatsen in het
e
kader van de sociale werkvoorziening tot circa 1/3 van de huidige omvang. Die
doelstelling is gehandhaafd in de Participatiewet. Er zal daardoor vanaf geen of
28
Wajong = Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten
106
slechts zeer gering sprake zijn van plaatsing van werkzoekenden met een (grote)
arbeidsbeperking in beschut werk.
In het kader van het sociaal akkoord tussen kabinet, bonden en werkgevers (d.d.
11 april 2013) zijn mede in dit licht aanvullende afspraken gemaakt over de
oprichting van werkbedrijven en de inzet van het instrument loonkostensubsidie.
Werkbedrijven In het sociaal akkoord is de afspraak gemaakt dat sociale
partners en gemeenten 35 Werkbedrijven gaan vormen om mensen met een
arbeidsbeperking aan de slag te helpen bij reguliere werkgevers of via beschut
werk. Gemeenten hebben de lead bij de vorming van de Werkbedrijven en werken
daarbij nauw samen met sociale partners en UWV. Uitgangspunt voor de inrichting
van de Werkbedrijven is een lichte structuur met een praktische invulling. De
Werkbedrijven gaan de verbindende schakel vormen tussen mensen met een
arbeidsbeperking en werkgevers. Werkgevers in de marktsector hebben
toegezegd extra banen te creëren tot een aantal van 100.000 in 2026. In
aanvulling daarop stelt de overheid zich garant voor 2.500 extra banen per jaar
vanaf 2014, tot een maximum is bereikt van 25.000 banen.
Loonkostensubsidie Loonkostensubsidie financiert het verschil tussen de
loonwaarde van een geplaatste werkzoekende en het wettelijk minimumloon.
Binnen het financiële kader van het sociaal akkoord is door het kabinet een bedrag
oplopend tot € 480 miljoen structureel beschikbaar gesteld voor deze meerkosten.
Dit zijn extra middelen voor gemeenten in het inkomensdeel van de Participatiewet
(een toename van circa 10%). Daarmee kunnen zij het verschil financieren tussen
de loonwaarde en de loonkosten voor de werkgever behorende bij een brutoloon
ter hoogte van het Wettelijk Minimum Loon (WML), waarbij geldt dat de
loonkostensubsidie maximaal 70 procent van het WML en de daarover
verschuldigde werkgeverslasten bedraagt. Het verschil tussen de loonkosten op
niveau van het cao-loon en het WML is voor rekening van de werkgever.
Uitvoering Participatiewet regionaal? Wij onderzoeken de mogelijkheden en
meerwaarde van het uitvoeren van de Participatiewet in regionaal verband in een
gemeenschappelijke regeling (“Stroomopwaarts”). Nog in 2014 zullen zowel de
kadernota als de business case (de bedrijfseconomische lasten en baten analyse)
ter goedkeuring aan u voorgelegd worden. Bij een positief besluit naar aanleiding
hiervan zal de oprichting en invulling van het regionale participatiebedrijf ingaande
2015 gefaseerd worden uitgerold.
<<<
<<
Verwerking inkomsten decentralisaties in deze begroting
In de volgende tabel is weergegeven hoe de decentralisatie gelden zijn verwerkt in
deze begroting.
Programma
AWBZ/WMO
8. Welzijn en
zorg
Jeugdwet
7. Jeugd en
onderwijs
Participatiewet
9. Werk en
inkomen
Ambitie
Burgerproduct
Bedrag
17. Zorg
Maatschappelijke
opvang en
verslavingszorg
Voorzieningen
gehandicapten
Gezondheidszorg
€ 13.479.518
€ 2.691.429 *
14. Jeugd
Jeugd
€ 16.401.503
18. Werk en
participatie
Aangepaste
arbeid
Participatie
€ 9.021.092
€ 2.592.540 -/- *
€ 8.756.821 *
€ 3.748.465
* Vanuit het burgerproduct Voorzieningen gehandicapten treedt een verschuiving op van oude taken
die in het vervolg gefinancierd worden uit het sociaal deelfonds. Deze middelen zijn verantwoord op de
burgerproducten Maatschappelijke opvang en verslavingszorg en Gezondheidszorg.
107
Financieel deel
Loonpeil en sociale lasten
In de berekening van het loonpeil is verder rekening gehouden met:
a. periodieke verhogingen;
b. vanaf 2015 een loonkostenstijging van 1,0% en stijging werkgeverslasten van
1,0%;
c. sociale lasten conform de per 1 januari 2014 geldende percentages, waarbij
rekening gehouden is met de verhoogde minimale eindejaarsuitkering;
d. vacatures (begroot op de helft van de salarisschaal).
Materiële uitgaven en subsidies
De ramingen voor materiële uitgaven zijn niet geïndexeerd. Hierbij wordt de nullijn
gehanteerd. De ramingen voor subsidies zijn geïndexeerd met 1,125%. Over 2015
bedraagt de verwachte algemene prijsstijging 1,5%. In verband met de
aankomende bezuinigingen is in deze begroting de nullijn gehanteerd.
Rentepercentage
Het renteomslagpercentage is voor de periode 2015 tot en met 2018 op 4,50%
vastgesteld. De rentelasten over 2015 worden berekend over de geraamde
boekwaarde van de kapitaaluitgaven per 1 januari 2015.
1. Uitgangspunten voor de Ramingen
De meerjarenbegroting 2015 – 2018 dient te voldoen aan de richtlijnen van de
BBV (Besluit begroting en verantwoording) en aan de richtlijnen conform Iv3
(Ministeriële Regeling informatie voor derden). In deze paragraaf wordt daarover
verantwoording afgelegd.
Personeelskosten
Voor de raming van de loonkosten voor de meerjarenbegroting 2015 – 2018 is
uitgegaan van de formatie (vast en tijdelijk) per 1 mei 2014. Verwachte
inkrimpingen als gevolg van de budgettaire kaders en verwachte uitbreidingen ten
gevolge van nieuw beleid ten opzichte van de vastgestelde formatie zijn hierin
verwerkt.
<<<
<<
Kapitaallasten
Met inwerkingtreding van het BBV zijn nieuwe regels van kracht met betrekking tot
het activeren van kapitaaluitgaven. Ook in onze financiële verordening zijn regels
opgenomen over activeren en de hieraan verbonden afschrijvingsregels. In de
staat van activa zijn de investeringen uit het investeringsschema 2015 verwerkt op
basis van besluitvorming in ons college tot en met juni 2014. De resterende
investeringen in 2014 zijn nog opgenomen in het voorliggende investeringsschema
(jaarschijf 2014).
Tarieven
A.
B.
Gesloten circuits:
1.
Afvalstoffenheffing: geen mutatie ten opzichte van 2014;
2.
Rioolrecht: geen mutatie ten opzichte van 2014.
Overige leges, heffingen en retributies:
1.
OZB: verhoging met 4,325% ten opzichte van 2014;
2.
Hondenbelasting: verhoging met 1,875% ten opzichte van 2014;
108
3.
Precariorecht: verhoging met 1,875% ten opzichte van 2014;
4.
Leges (voor zover niet wettelijk bepaald): verhoging met 1,875%
ten opzichte van 2014
Verwerking circulaires
In de Raadsmemo van 1 juli 2014 wordt een beeld gegeven van de gevolgen van
de Meicirculaire 2014. De provincie staat - in haar rol van toezichthouder - op het
standpunt, dat tenminste deze circulaire leidend is voor het bepalen van het
toezichtregime.
109
<<<
<<
2. Meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
1/1/'15
Algemene reserve
Reserve Afkoopsommem erfpacht
Programma Best., Dienstverl.en Part.
Programma Financiën
Programma Veiligheid en handhaving
Programma Groen en Milieu
+
-
31/12/'15
+
-
31/12/'16
+
-
31/12/'17
+
-
31/12/'18
€ 1.871
€ 3.791
€0
€ 5.662
€ 7.141
€0
€ 12.803
€ 6.591
€0
€ 19.394
€ 7.141
€0
€ 26.535
€ 25.921
€0
€0
€ 25.921
€0
€0
€ 25.921
€0
€0
€ 25.921
€0
€0
€ 25.921
€ 1.991
€ 846
€ 477
€ 2.359
€ 846
€ 21
€ 3.184
€ 846
€ 12
€ 4.017
€ 846
€ 33
€ 4.830
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€ 152
€0
€ 30
€ 122
€0
€ 30
€ 92
€0
€ 30
€ 62
€0
€ 30
€ 32
€ 6.707
€ 594
€ 1.324
€ 5.977
€ 559
€ 1.246
€ 5.291
€ 842
€ 1.144
€ 4.989
€ 855
€ 768
€ 5.076
€ 88
€0
€0
€ 88
€0
€0
€ 88
€0
€0
€ 88
€0
€0
€ 88
€ 17.270
€0
€ 1.611
€ 15.659
€0
€ 1.611
€ 14.048
€0
€ 1.611
€ 12.437
€0
€ 1.611
€ 10.826
Programma Economie en Haven
€ 1.771
€ 300
€ 102
€ 1.969
€ 100
€ 102
€ 1.967
€ 100
€ 102
€ 1.965
€ 100
€ 102
€ 1.962
Programma Jeugd en Onderwijs
€ 1.962
€ 1.000
€ 691
€ 2.271
€ 1.650
€ 496
€ 3.424
€ 1.650
€ 1.997
€ 3.077
€ 1.650
€ 1.863
€ 2.864
Programma Welzijn en Zorg
€ 7.541
€0
€ 2.500
€ 5.041
€0
€0
€ 5.041
€0
€0
€ 5.041
€0
€0
€ 5.041
Programma Werk en Inkomen
€ 1.319
€0
€0
€ 1.319
€0
€0
€ 1.319
€0
€0
€ 1.319
€0
€0
€ 1.319
Programma Kunst en Cultuur
€ 226
€0
€0
€ 226
€0
€0
€ 226
€0
€0
€ 226
€0
€0
€ 226
Programma Sport en Recreatie
€ 172
€0
€0
€ 172
€0
€0
€ 172
€0
€0
€ 172
€0
€0
€ 172
€ 66.991
€ 6.530
€ 6.735
€ 66.785
€ 10.296
€ 3.507
€ 73.576
€ 10.029
€ 4.896
€ 78.707
€ 10.591
€ 4.407
€ 84.892
Programma Verkeer en Mobiliteit
Programma Wonen
TOTAAL
1/1/'15
+
-
31/12/'15
+
-
31/12/'16
+
-
31/12/'17
+
-
31/12/'18
€ 600
-
-
€ 600
-
-
€ 600
-
-
€ 600
-
-
€ 600
€ 10
-
-
€ 10
-
-
€ 10
-
-
€ 10
-
-
€ 10
€ 349
-
-
€ 349
-
-
€ 349
-
-
€ 349
-
-
€ 349
Frictiekosten takendiscussie
€ 2.158
€ 2.800
-
€ 4.958
-
-
€ 4.958
-
-
€ 4.958
-
-
€ 4.958
Pensioenverplichting B&W
€ 6.083
€ 240
-
€ 6.323
€ 240
-
€ 6.563
€ 240
-
€ 6.803
€ 240
-
€ 7.043
€ 96
-
-
€ 96
-
-
€ 96
-
-
€ 96
-
-
€ 96
€ 109
-
-
€ 109
-
-
€ 109
-
-
€ 109
-
-
€ 109
€ 9.406
€ 3.040
-
€ 12.446
€ 240
-
€ 12.686
€ 240
-
€ 12.926
€ 240
-
€ 13.166
Regionale Sociale Dienst
Bomenfonds
Erfpachtgronden Babberspolder-Oost
Graven in Vlaardingen
Woonrijpmaken Sam Esmeijerstraat
TOTAAL
<<<
<<
110
Gedetailleerd meerjarenoverzicht reserves en voorzieningen
Reserves en voorzieningen
(x € 1.000)
1/1/'15
+
-
31/12/'15
+
-
31/12/'16
+
-
31/12/'17
+
-
31/12/'18
Programma bestuur, Dienstverlening en
Participatie
€ 502
€0
€ 464
€ 38
€0
€0
€ 38
€0
€0
€ 38
€0
€0
€ 38
Onderhoud gebouwen <R>
€ 1.490
€ 846
€ 13
€ 2.322
€ 846
€ 21
€ 3.146
€ 846
€ 12
€ 3.980
€ 846
€ 33
€ 4.793
Pensioenverplichting B&W <V>
€ 6.083
€ 240
€0
€ 6.323
€ 240
€0
€ 6.563
€ 240
€0
€ 6.803
€ 240
€0
€ 7.043
Frictiekosten takendiscussie <V>
€ 2.158
€ 2.800
€0
€ 4.958
€0
€0
€ 4.958
€0
€0
€ 4.958
€0
€0
€ 4.958
€ 152
€0
€ 30
€ 122
€0
€ 30
€ 92
€0
€ 30
€ 62
€0
€ 30
€ 32
€ 280
€ 23
€0
€ 304
€ 23
€0
€ 327
€ 23
€0
€ 351
€ 23
€0
€ 374
Egalisatie riolering <R>
€ 1.846
€ 570
€0
€ 2.416
€ 536
€0
€ 2.952
€ 819
€0
€ 3.771
€ 831
€0
€ 4.602
Egalisatie afvalstoffenheffing/reinigingsrecht <R>
€ 4.481
€0
€ 1.324
€ 3.157
€0
€ 1.246
€ 1.911
€0
€ 1.144
€ 768
€0
€ 768
€0
€ 100
€0
€0
€ 100
€0
€0
€ 100
€0
€0
€ 100
€0
€0
€ 100
€ 10
€0
€0
€ 10
€0
€0
€ 10
€0
€ 10
€0
€0
€ 10
€ 88
€0
€0
€ 88
€0
€0
€ 88
€0
€0
€ 88
€0
€0
€ 88
€ 33
€0
€0
€ 33
€0
€0
€ 33
€0
€0
€ 33
€0
€0
€ 33
€ 1.804
€0
€ 211
€ 1.593
€0
€ 211
€ 1.382
€0
€ 211
€ 1.170
€0
€ 211
€ 959
€ 15.434
€0
€ 1.400
€ 14.034
€0
€ 1.400
€ 12.634
€0
€ 1.400
€ 11.234
€0
€ 1.400
€ 9.834
Informatisering/kenniscentrum <R>
Programma Veiligheid en handhaving
Aanpak hennepkwekerijen <R>
Programma Groen en Milieu
Onderhoud daktuin <R>
Duurzaamheid <R>
Bomenfonds <V>
Programma Verkeer en Mobiliteit
Parkeerfonds <R>
Programma Wonen
Herinrichting en uitgifte groenstrook Het Scheur <R>
Particuliere woningverbetering <R>
Afkoopsommen van erfpachttermijnen <R>
<<<
<<
111
Programma Economie en Haven
Revitalisering binnenstad <>R>
€ 216
€0
€0
€ 216
€0
€0
€ 216
€0
€0
€ 216
€0
€0
€ 216
Reserve 40+ wijk Babberspolder <R>
€ 434
€0
€0
€ 434
€0
€0
€ 434
€0
€0
€ 434
€0
€0
€ 434
€ 54
€0
€0
€ 54
€0
€0
€ 54
€0
€0
€ 54
€0
€0
€ 54
€ 968
€0
€0
€ 968
€0
€0
€ 968
€0
€0
€ 968
€0
€0
€ 968
€ 98
€ 300
€ 102
€ 296
€ 100
€ 102
€ 294
€ 100
€ 102
€ 292
€ 100
€ 102
€ 290
Erfpachtgronden Babberspolder-Oost <V>
€ 349
€0
€0
€ 349
€0
€0
€ 349
€0
€0
€ 349
€0
€0
€ 349
Woonrijpmaken Sam Esmeijerstraat <V>
€ 109
€0
€0
€ 109
€0
€0
€ 109
€0
€0
€ 109
€0
€0
€ 109
€ 1.962
€ 1.000
€ 691
€ 2.271
€ 1.650
€ 496
€ 3.424
€ 1.650
€ 1.997
€ 3.077
€ 1.650
€ 1.863
€ 2.864
Vouchers bewonersinitiatieven <R>
Fonds aanpak recessie <R>
Exploitatie Revolving fund <R>
Programma Jeugd en Onderwijs
Onderwijshuisvesting <R>
112
Programma Welzijn en Zorg
€ 7.541
€0
€ 2.500
€ 5.041
€0
€0
€ 5.041
€0
€0
€ 5.041
€0
€0
€ 5.041
Inburgering <R>
€ 297
€0
€0
€ 297
€0
€0
€ 297
€0
€0
€ 297
€0
€0
€ 297
Exploitatiereserve TBV <R>
BUIG (bezwaarschriften szw en schuldhulpverlening)
<R>
€ 522
€0
€0
€ 522
€0
€0
€ 522
€0
€0
€ 522
€0
€0
€ 522
€ 500
€0
€0
€ 500
€0
€0
€ 500
€0
€0
€ 500
€0
€0
€ 500
Frictiekosten regionale sociale dienst <V>
€ 600
€0
€0
€ 600
€0
€0
€ 600
€0
€0
€ 600
€0
€0
€ 600
Archeologie <R>
€ 109
€0
€0
€ 109
€0
€0
€ 109
€0
€0
€ 109
€0
€0
€ 109
Touwbaan <R>
€ 25
€0
€0
€ 25
€0
€0
€ 25
€0
€0
€ 25
€0
€0
€ 25
Beeldende kunst <R>
€ 92
€0
€0
€ 92
€0
€0
€ 92
€0
€0
€ 92
€0
€0
€ 92
Graven in Vlaardingen <V>
€ 96
€0
€0
€ 96
€0
€0
€ 96
€0
€0
€ 96
€0
€0
€ 96
Sociaal domein (v.m. WMO) <R>
Programma Werk en Inkomen
Programma Kunst en Cultuur
<<<
<<
Programma Sport en Recreatie
€ 172
€0
€0
€ 172
€0
€0
€ 172
€0
€0
€ 172
€0
€0
€ 172
€ 1.871
€ 3.791
€0
€ 5.662
€ 7.141
€0
€ 12.803
€ 6.591
€0
€ 19.394
€ 7.141
€0
€ 26.535
Afkoopsommen erfpacht (weerstandsvermogen) <R>
€ 25.922
€0
€0
€ 25.922
€0
€0
€ 25.922
€0
€0
€ 25.922
€0
€0
€ 25.922
RESERVES TOTAAL
€ 66.992
€ 6.530
€ 6.736
€ 66.786
€ 10.296
€ 3.507
€ 73.575
€ 10.029
€ 4.896
€ 78.708
€ 10.591
€ 4.406
€ 84.893
€ 9.406
€ 3.040
€0
€ 12.446
€ 240
€0
€ 12.686
€ 240
€0
€ 12.926
€ 240
€0
€ 13.166
Nationaal Actieplan Sport en Bewegen <R>
Programma Financiën
Algemene reserve concern (weerstandsvermogen) <R>
VOORZ TOTAAL
113
<<<
<<
3. Overzicht van investeringen
Geraamde
kapitaallasten
Geraamde investering
Programma / soort
investering
V en M
Voorgenomen investeringen
Bedragen x € 1.000
Rehabilitatie elementverharding
V en M
Rehabilitatie asfaltverharding
V en M
V en M
Ophoging Holy-Noord
Ontsluiting Vijfsluizen
V en M
Spoortunnel Marathonweg
V en M
t/m 2014
€ 280
2015
€0
2016
€0
2017
€0
2018
€0
€ 263
€0
€0
€0
€ 383
€ 1.500
€0
€0
€0
€0
€0
€0
Aanschaf tractiemiddelen
€ 332
V en M
Aanschaf verlichting
V en M
2015
€ 24
2016
€ 23
2017
€ 23
2018
€ 22
€0
€ 22
€ 22
€ 21
€ 21
€0
€0
€0
€0
€ 33
€ 128
€ 32
€ 125
€ 31
€ 122
€ 30
€ 119
€ 5.650
€0
€0
€0
€0
€ 396
€ 389
€ 134
€ 134
€ 134
€ 134
€ 81
€ 111
€ 140
€ 167
€ 640
€ 320
€ 320
€ 320
€ 320
€ 61
€ 90
€ 118
€ 146
Verkeersregelinstallaties
€ 725
€ 175
€ 175
€ 175
€ 175
€ 81
€ 98
€ 115
€ 131
V en M
Uitvoering parkeerbeleid
€ 200
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
€ 29
€ 43
€ 56
€ 68
G en M
€ 80
€0
€0
€0
€0
€7
€7
€7
€6
G en M
Reconstructie groenvoorzieningen
Uitvoering nieuw Gem. Rioleringsplan (rendabel via
tarieven)
€ 1.836
€ 1.040
€ 1.040
€ 1.040
€ 1.040
€ 266
€ 409
€ 547
€ 680
G en M
G en M
E en H
Riolering ophogingsprogramma (rendabel via tarieven)
Ophalen grafkelders
Vernieuwen kades KW-haven
€ 429
€0
€0
€ 769
€ 152
€ 2.250
€ 769
€0
€0
€ 769
€0
€0
€ 769
€0
€0
€ 62
€0
€0
€ 172
€ 22
€ 158
€ 278
€ 21
€ 155
€ 381
€ 21
€ 152
E en H
Onderhoud loswallen KW-haven (rendabel via tarieven)
€ 117
€0
€0
€0
€0
€ 17
€ 16
€ 16
€ 15
S en R
W en Z
J en O
J en O
J en O
J en O
VJN 2014 Vervanging sportvelden
Project Centrum/VOP; Bouw sporthal
Babberpolder-Oost onderwijsvoorziening
VJN 2014 Integraal huisvestingsplan
Vervangende nieuwbouw De Schakel
VJN2014 Investeringen gymzalen/sportzalen
€0
€0
€0
€0
€ 131
€0
€ 365
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€ 13.854
€ 5.720
€0
€ 5.300
€0
€ 1.000
€0
€ 800
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€0
€9
€0
€ 53
€0
€0
€0
€9
€0
€ 51
€0
€ 970
€ 400
€9
€ 371
€ 50
€ 70
€ 954
€ 450
€9
€ 365
B, D en P
Vervanging randapparatuur
€0
€ 216
€ 216
€ 216
€ 216
€0
€ 64
€ 125
€ 184
B, D en P
Vervanging centrale apparatuur
€0
€ 234
€ 234
€ 234
€ 234
€0
€ 69
€ 135
€ 199
W en I
TBV; diverse investeringen (rendabel)
€ 410
€ 7.326
€ 410
€ 6.165
€ 410
€ 33.922
€ 410
€ 5.198
€ 410
€ 3.398
€ 46
€ 865
€ 90
€ 1.612
€ 134
€ 4.240
€ 176
€ 4.807
<<<
<<
114
Weg- en waterbouwkundige werken
Vervoersmiddelen
Machines, apparaten en installaties
Groenvoorzieningen
Rioleringswerken
(Bedrijfs)gebouwen en terreinen
Automatiseringsapparatuur
Overige materiële activa
115
<<<
<<
4. Berekening EMU saldo
Het EMU-saldo is een verplichte bijlage. Het saldo is gelijk aan het
begrotingssaldo op basis van een aangepaste kasstelsel. Jaarlijks totaliseert het
CBS de EMU-saldi van de overheden. Het hieruit resulterende begrotingstekort
van de overheid zou in overeenstemming met Europese afspraken maximaal 3%
van het bruto binnenlands product (bbp) kunnen bedragen. Bij overschrijding van
deze norm kan het Rijk, conform de Wet Houdbare Overheidsfinanciën, aan de
decentrale overheden maatregelen voorstellen ter beperking van de
overschrijding.
De referentiewaarden (per gemeente) is gepubliceerd in de Septembercirculaire
2014 en bedraagt voor 2015 € 8,885 miljoen. Het begrote EMU-saldo van € 0,843
miljoen valt binnen de voor onze gemeente gestelde kaders.
6
Desinvesteringen in (im)materiële vaste activa:
Baten uit desinvesteringen in (im)materiële vaste activa (tegen
verkoopprijs), voor zover niet op exploitatie verantwoord
7
Aankoop van grond en de uitgaven aan bouw-, woonrijp maken e.d.
(alleen transacties met derden die niet op de exploitatie staan)
8
Baten bouwgrondexploitatie:
Baten voorzover transacties niet op exploitatie verantwoord
€0
€ 10.537
€ 2.000
EMU - saldo
(bedragen x € 1.000)
2015
9
Lasten op balanspost Voorzieningen voorzover deze transacties
€0
met derden betreffen
1
Het geraamde totaal saldo van baten en lasten
2
Afschrijvingen ten laste van de exploitatie
3
€ 190
€ 12.295
Bruto dotaties aan de post voorzieningen ten laste van de exploitatie
Lasten ivm transacties met derden, die niet via de onder post 1
genoemde exploitatie lopen, maar rechtstreeks ten laste van de reserves
(inclusief fondsen en dergelijke) worden gebracht en die nog niet vallen
10 onder één van bovenstaande posten
€ 3.040
Berekend EMU-saldo
4
Investeringen in (im)materiële vaste activa die op de balans worden
geactiveerd
5
Baten uit bijdragen van andere overheden, de Europese Unie en
overigen, die niet op de exploitatie zijn verantwoord en niet al in
mindering zijn gebracht bij post 4
<<<
<<
€0
€ 6.165
€0
€ 823
116
5. Overzicht van baten en lasten en overzicht van incidentele baten en lasten
Baten en lasten
(bedragen x € 1.000)
Programma
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
€ 17.128
€ 14.857
€ 14.505
€ 14.470
€ 9.272
€ 9.242
€ 9.145
€ 9.088
· Groen en Milieu
€ 21.399
€ 20.862
€ 20.421
€ 20.305
· Verkeer en Mobiliteit
€ 14.879
€ 15.019
€ 15.264
€ 15.104
· Wonen
€ 19.454
€ 19.678
€ 19.728
€ 19.790
Lasten (A)
· Bestuur, Dienstverlening en Participatie
· Veiligheid en handhaving
· Economie en Haven
€ 4.932
€ 4.957
€ 4.329
€ 4.300
· Jeugd en Onderwijs
€ 30.549
€ 30.137
€ 31.608
€ 31.470
· Welzijn en Zorg
€ 40.262
€ 39.380
€ 39.468
€ 39.463
· Werk en Inkomen
· Kunst en Cultuur
€ 63.994
€ 7.935
€ 63.223
€ 6.477
€ 62.427
€ 6.370
€ 61.895
€ 6.370
· Sport en Recreatie
€ 5.075
€ 4.502
€ 4.387
€ 4.388
€ 806
€ 829
€ 1.689
€ 1.350
€ 1.509
€ 1.509
€ 1.505
€ 1.505
· Financiën
a.lokale heffingen
b. financiering
c. onvoorziene uitgaven
d. overigen
Subtotaal Lasten (A)
Baten (B)
· Bestuur, Dienstverlening en Participatie
· Veiligheid en handhaving
· Groen en Milieu
· Verkeer en Mobiliteit
<<<
€ 11
€ 11
€ 11
€ 11
€ 235
-€ 949
€ 235.684
€ 235
-€ 926
€ 229.164
€ 235
-€ 62
€ 229.340
€ 235
-€ 401
€ 227.994
€ 1.478
€ 1.466
€ 1.454
€ 1.442
€ 66
€ 16.017
€ 66
€ 16.017
€ 66
€ 16.017
€ 66
€ 16.370
€ 1.999
€ 1.999
€ 1.999
€ 1.999
<<
117
·
·
·
·
·
·
·
·
Wonen
Economie en Haven
Jeugd en Onderwijs
Welzijn en Zorg
Werk en Inkomen
Kunst en Cultuur
Sport en Recreatie
Financiën
a. lokale heffingen
b. algemene uitkeringen
c. dividenden
d. financiering
e. overige algemene dekkingsmiddelen
Subtotaal Baten (B)
Saldo van baten en lasten (B-A=C)
(bedragen x € 1.000)
Programma
Toevoegingen (D)
· Bestuur, Dienstverlening en Participatie
· Veiligheid en handhaving
· Groen en Milieu
· Verkeer en Mobiliteit
· Wonen
· Economie en Haven
· Jeugd en Onderwijs
· Welzijn en Zorg
· Werk en Inkomen
· Kunst en Cultuur
· Sport en Recreatie
· Financiën
Subtotaal toevoegingen (D)
<<<
€ 17.195
€ 1.518
€ 2.560
€ 68
€ 50.096
€ 307
€ 69
€ 144.500
€ 17.131
€ 119.020
€ 1.000
€ 6.036
€ 1.313
€ 235.875
€ 17.191
€ 1.518
€ 2.560
€ 68
€ 49.445
€ 307
€ 69
€ 145.298
€ 17.491
€ 119.458
€ 1.000
€ 6.036
€ 1.313
€ 236.006
€ 17.184
€ 1.518
€ 2.560
€ 68
€ 48.806
€ 307
€ 69
€ 144.549
€ 17.120
€ 119.080
€ 1.000
€ 6.036
€ 1.313
€ 234.599
€ 17.183
€ 1.518
€ 2.560
€ 68
€ 48.292
€ 307
€ 69
€ 144.308
€ 17.561
€ 118.398
€ 1.000
€ 6.036
€ 1.313
€ 234.184
€ 190
€ 6.842
€ 5.259
€ 6.190
Begroting
2015
Begroting
2016
Begroting
2017
Begroting
2018
€ 846
€0
€ 594
€0
€ 300
€0
€ 1.000
€0
€0
€0
€ 846
€0
€ 559
€0
€ 100
€0
€ 1.650
€0
€0
€0
€ 846
€0
€ 842
€0
€ 100
€0
€ 1.650
€0
€0
€0
€ 846
€0
€ 855
€0
€ 100
€0
€ 1.650
€0
€0
€0
€0
€ 3.791
€ 6.530
€0
€ 7.141
€ 10.296
€0
€ 6.591
€ 10.029
€0
€ 7.141
€ 10.591
<<
118
Onttrekkingen (E)
· Bestuur, Dienstverlening en Participatie
· Veiligheid en handhaving
· Groen en Milieu
· Verkeer en Mobiliteit
· Wonen
· Economie en Haven
· Jeugd en Onderwijs
· Welzijn en Zorg
· Werk en Inkomen
· Kunst en Cultuur
· Sport en Recreatie
· Financiën
Subtotaal onttrekkingen (E)
Geraamd resultaat (C-D+E)
€ 464
€ 30
€ 1.324
€0
€ 1.713
€0
€ 691
€0
€0
€ 13
€0
€ 2.500
€ 6.736
€0
€ 30
€ 1.246
€0
€ 1.713
€0
€ 496
€0
€0
€ 21
€0
€0
€ 3.507
€0
€ 30
€ 1.144
€0
€ 1.713
€0
€ 1.997
€0
€0
€ 12
€0
€0
€ 4.896
€0
€ 30
€ 768
€0
€ 1.713
€0
€ 1.863
€0
€0
€ 33
€0
€0
€ 4.406
€ 396
€ 53
€ 126
€5
Materieel evenwicht (structureel en reëel evenwicht)
Het is van groot belang dat de begroting transparant is en dat er zowel voor de interne toezichthouders (provinciale staten/gemeenteraad) als voor de externe
toezichthouders (Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties/Provincies) helder inzicht bestaat in de financiële positie op korte en langere termijn.
Zo is in de BBV bepaald dat in de toelichting op het overzicht van baten en lasten bij de begroting een overzicht van incidentele baten en lasten wordt gevoegd. Bij besluit
25 juni 2013 is aan artikel 19 van het BBV toegevoegd dat er tevens een overzicht van de beoogde structurele toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves wordt
opgenomen.
In het Gemeenschappelijk financieel toezichtkader (GTK) van de gezamenlijke toezichthouders (minister van BZK en de provincies) wordt in beginsel iedere aanwending van
de reserves beschouwd als een incidentele bate. En een toevoeging als een incidentele last. Het begrip materieel evenwicht is vervangen door structureel en reëel
evenwicht.
Er zijn reserves waarvan jaarlijks een bepaald bedrag ten gunste van de exploitatie komt. Bij inzet van deze reserves worden gesproken van structurele dekkingsmiddelen.
Daarom is het van belang om een indicatie te geven van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves. Dit voorkomt dat alle mutaties in de reserves als
incidenteel worden aangemerkt.
Onderstaand worden overzichten weergegeven van:
a. de incidentele baten en lasten,
<<<
<<
119
b. de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan de reserves
a) Incidentele baten en lasten
Programma
Lasten
Bestuur, dienstverlening en participatie
Veiligheid en handhaving
Groen en milieu
Wonen
Economie en haven
Kunst en cultuur
Financiën
Totaal
Waarvan toevoegingen reserves
Exclusief toevoegingen reserves
begroting
2014
begroting
2015
begroting
2016
begroting
2017
begroting
2018
€ 3.327
€ 50
€0
€0
€ 89
€ 29
€0
€ 3.495
€ 3.049
€ 50
€ 170
€ 200
€ 90
€ 13
€ 3.400
€ 6.973
€ 3.600
€ 3.373
€ 249
€ 50
€0
€0
€0
€ 21
€0
€ 320
€0
€ 320
€ 249
€ 50
€0
€0
€0
€ 12
€0
€ 311
€0
€ 311
€ 249
€ 50
€0
€0
€0
€ 33
€0
€ 332
€0
€ 332
€0
€0
€ 50
€0
€0
€ 29
€ 79
€0
€ 1.364
€ 50
€ 100
€ 2.500
€ 13
€ 4.028
€ 3.008
€ 1.020
€0
€0
€ 50
€ 100
€0
€ 21
€ 172
€ 52
€ 120
€0
€0
€ 50
€ 100
€0
€ 12
€ 162
€ 42
€ 120
€0
€0
€ 50
€ 100
€0
€ 33
€ 183
€ 63
€ 120
Saldo
€ 3.416
€ 2.945
€ 149
€ 149
€ 149
<<<
<<
Baten
Bestuur, dienstverlening en participatie
Veiligheid en handhaving
Wonen
Welzijn en zorg
Kunst en cultuur
Totaal
Waarvan onttrekkingen reserves
Exclusief onttrekkingen reserves
120
b) Structurele toevoegingen en onttrekkingen reserves
2015
2016
2017
2018
Programma bestuur, Dienstverlening en Participatie
toev.
€ 846
€ 846
€ 846
€ 846
Onderhoud daktuin <R>
toev.
€ 23
€ 23
€ 23
€ 23
Egalisatie riolering <R>
toev.
€ 570
€ 536
€ 819
€ 831
Egalisatie afvalstoffenheffing/reinigingsrecht <R>
onttr.
-€ 1.324
-€ 1.246
-€ 1.144
-€ 768
Particuliere woningverbetering <R>
onttr.
-€ 211
-€ 211
-€ 211
-€ 211
Afkoopsommen van erfpachttermijnen<R>
onttr.
-€ 1.400
-€ 1.400
-€ 1.400
-€ 1.400
Exploitatie Revolving fund<R>
toev.
€ 100
€ 100
€ 100
€ 100
Exploitatie Revolving fund<R>
onttr.
-€ 102
-€ 102
-€ 102
-€ 102
Onderwijshuisvesting <R>
toev.
€ 1.000
€ 1.650
€ 1.650
€ 1.650
Onderwijshuisvesting <R>
onttr.
-€ 691
-€ 496
-€ 1.997
-€ 1.863
Algemene reserve , spaarbedrag
toev.
€ 391
€ 7.141
€ 6.591
€ 7.141
Totaal structurele toevoegingen
toev.
€ 2.930
€ 10.296
€ 10.029
€ 10.591
Totaal structurele onttrekkingen
onttr.
-€ 3.728
-€ 3.455
-€ 4.854
-€ 4.344
Onderhoud gebouwen <R>
Programma Groen en Milieu
Programma Wonen
Programma Economie en Haven
Programma Jeugd en Onderwijs
Programma Financiën
<<<
<<
121
Bepaling materieel evenwicht
Materieel evenwicht
Totale lasten (excl. toevoeging reserves)
Begroting
Begroting
Begroting
Begroting
2015
2016
2017
2018
€ 235.664
€ 229.164
€ 229.340
€ 227.994
Af: incidentele lasten (tabel a)
€ 3.373
€ 320
€ 311
€ 332
Bij structurele toevoegingen aan reserves (tabel b)
€ 2.930
€ 10.296
€ 10.029
€ 10.591
Totaal structurele lasten
€ 235.221
€ 239.140
€ 239.058
€ 238.253
Totale baten (excl. onttrekking reserves)
€ 235.875
€ 236.006
€ 234.599
€ 234.184
Af: incidentele baten (tabel a)
€ 1.020
€ 120
€ 120
€ 120
Bij structurele onttrekkingen aan reserves (tabel b)
€ 3.728
€ 3.455
€ 4.854
€ 4.344
€ 238.583
€ 239.341
€ 239.333
€ 238.408
€ 3.362
€ 201
€ 275
€ 155
Totaal structurele baten
Saldo structureel
<<<
<<
122
6. Geprognosticeerde balans
Conform het aandachtspuntenformulier bij de begroting 2015 - 2018, stand per 1 januari 2015:




Boekwaarde Vaste Activa
Restschuld Langlopende Leningen
Reserves en Voorzieningen
Financieringstekort
: € 363,1 miljoen (A)
: € 264,5 miljoen (B)
: € 76,4 miljoen (C)
: € 22,2 miljoen (A – B – C )
123
<<<
<<
7. Uitgebreid overzicht baten en lasten
Bedragen x €1.000
2013 rek
Programma
2014 na wijz
2015
2016
2017
2018
1e VGR
Bestuur, dienstverlening en participatie
€ 18.050
€ 1.548
-€ 16.502
€ 470
€ 644
-€ 16.328
€ 18.625
€ 1.458
-€ 17.167
€ 982
€ 78
-€ 18.071
€ 17.128
€ 1.478
-€ 15.650
€ 846
€ 464
-€ 16.032
€ 14.857
€ 1.466
-€ 13.390
€ 846
€0
-€ 14.236
€ 14.505
€ 1.454
-€ 13.051
€ 846
€0
-€ 13.896
€ 14.470
€ 1.442
-€ 13.027
€ 846
€0
-€ 13.873
€ 9.503
€ 123
-€ 9.380
€0
€ 9.715
€ 65
-€ 9.650
€0
€ 9.272
€ 66
-€ 9.206
€0
€ 9.242
€ 66
-€ 9.176
€0
€ 9.145
€ 66
-€ 9.079
€0
€ 9.088
€ 66
-€ 9.022
€0
€ 33
-€ 9.347
€ 30
-€ 9.620
€ 30
-€ 9.176
€ 30
-€ 9.146
€ 30
-€ 9.049
€ 30
-€ 8.992
Lasten
€ 20.499
€ 20.033
€ 21.399
€ 20.862
€ 20.421
€ 20.305
Baten
€ 17.205
-€ 3.294
€ 990
€ 727
-€ 3.557
€ 16.344
-€ 3.689
€ 929
€ 399
-€ 4.219
€ 16.017
-€ 5.382
€ 594
€ 1.324
-€ 4.651
€ 16.017
-€ 4.845
€ 559
€ 1.246
-€ 4.158
€ 16.017
-€ 4.404
€ 842
€ 1.144
-€ 4.102
€ 17.016
-€ 3.289
€ 855
€ 122
-€ 4.022
€ 14.673
€ 2.339
-€ 12.334
€3
€ 13.889
€ 1.755
-€ 12.134
€0
€ 14.879
€ 1.999
-€ 12.880
€0
€ 15.019
€ 1.999
-€ 13.020
€0
€ 15.264
€ 1.999
-€ 13.264
€0
€ 15.104
€ 1.999
-€ 13.105
€0
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Veiligheid en handhaving
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Groen en milieu
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Verkeer en mobiliteit
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
<<<
<<
124
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
€ 346
-€ 11.991
€ 369
-€ 11.765
€0
-€ 12.880
€0
-€ 13.020
€0
-€ 13.264
€0
-€ 13.105
€ 34.451
€ 22.199
-€ 12.252
€ 244
€ 2.060
-€ 10.436
€ 20.254
€ 17.465
-€ 2.789
€0
€ 1.713
-€ 1.076
€ 19.454
€ 17.195
-€ 2.259
€ 300
€ 1.713
-€ 846
€ 19.678
€ 17.191
-€ 2.487
€ 100
€ 1.713
-€ 874
€ 19.728
€ 17.184
-€ 2.544
€ 100
€ 1.713
-€ 931
€ 19.790
€ 17.183
-€ 2.606
€ 100
€ 1.713
-€ 993
€ 4.439
€ 1.303
-€ 3.136
€0
€ 147
-€ 2.989
€ 5.058
€ 1.504
-€ 3.554
€0
€0
-€ 3.554
€ 4.932
€ 1.518
-€ 3.413
€0
€0
-€ 3.413
€ 4.957
€ 1.518
-€ 3.439
€0
€0
-€ 3.439
€ 4.329
€ 1.518
-€ 2.810
€0
€0
-€ 2.810
€ 4.300
€ 1.518
-€ 2.782
€0
€0
-€ 2.782
€ 15.362
€ 3.116
-€ 12.246
€ 1.623
€ 14.483
€ 2.560
-€ 11.923
€ 1.000
€ 30.549
€ 2.560
-€ 27.989
€ 1.000
€ 30.137
€ 2.560
-€ 27.577
€ 1.650
€ 31.608
€ 2.560
-€ 29.048
€ 1.650
€ 31.470
€ 2.560
-€ 28.910
€ 1.650
€ 653
-€ 13.216
€ 562
-€ 12.361
€ 691
-€ 28.298
€ 496
-€ 28.731
€ 1.997
-€ 28.701
€ 1.863
-€ 28.697
€ 20.762
€ 781
-€ 19.981
€ 3.191
€ 1.066
€ 20.948
€ 68
-€ 20.880
€ 1.590
€ 750
€ 40.262
€ 68
-€ 40.193
€0
€0
€ 39.380
€ 68
-€ 39.312
€0
€0
€ 39.468
€ 68
-€ 39.400
€0
€0
€ 39.463
€ 68
-€ 39.395
€0
€0
Wonen
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Economie en haven
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Jeugd en onderwijs
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Welzijn en zorg
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
<<<
<<
125
-€ 22.106
-€ 21.720
-€ 40.193
-€ 39.312
-€ 39.400
-€ 39.395
€ 59.972
€ 52.452
-€ 7.520
€0
€ 557
-€ 6.963
€ 57.236
€ 43.508
-€ 13.728
€0
€ 189
-€ 13.539
€ 63.994
€ 50.096
-€ 13.898
€0
€0
-€ 13.898
€ 63.223
€ 49.445
-€ 13.779
€0
€0
-€ 13.779
€ 62.427
€ 48.806
-€ 13.620
€0
€0
-€ 13.620
€ 61.895
€ 48.292
-€ 13.603
€0
€0
-€ 13.603
€ 10.749
€ 618
-€ 10.131
€ 329
€ 1.714
-€ 8.746
€ 8.323
€ 307
-€ 8.016
€0
€ 29
-€ 7.987
€ 7.935
€ 307
-€ 7.627
€0
€ 13
-€ 7.614
€ 6.477
€ 307
-€ 6.170
€0
€ 21
-€ 6.148
€ 6.370
€ 307
-€ 6.063
€0
€ 12
-€ 6.051
€ 6.370
€ 307
-€ 6.062
€0
€ 33
-€ 6.030
Onttrekkingen reserves
€ 5.558
€ 390
-€ 5.168
€ 183
€ 154
€ 4.839
€ 69
-€ 4.770
€0
€ 118
€ 5.075
€ 69
-€ 5.006
€0
€0
€ 4.481
€ 69
-€ 4.411
€0
€0
€ 4.366
€ 69
-€ 4.297
€0
€0
€ 4.367
€ 69
-€ 4.298
€0
€0
Geraamd resultaat
-€ 5.197
-€ 4.652
-€ 5.006
-€ 4.411
-€ 4.297
-€ 4.298
Lasten
€ 5.156
€ 2.374
€ 806
€ 850
€ 1.710
€ 1.371
Baten
€ 108.582
€ 103.426
€ 2.189
€ 2.013
€ 103.250
€ 111.962
€ 109.588
€ 2.891
€ 2.278
€ 108.975
€ 144.500
€ 143.694
€ 3.791
€ 2.500
€ 142.403
€ 145.298
€ 144.448
€ 7.141
€0
€ 137.307
€ 144.549
€ 142.839
€ 6.591
€0
€ 136.248
€ 144.308
€ 142.937
€ 7.141
€0
€ 135.796
Geraamd resultaat
Werk en inkomen
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Kunst en cultuur
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
Sport en recreatie
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Financiën
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
<<<
<<
126
Recapitulatie
Lasten
Baten
Saldo van baten en lasten
Toevoegingen reserves
Onttrekkingen reserves
Geraamd resultaat
€ 219.174
€ 210.656
-€ 8.518
€ 9.222
€ 10.114
-€ 7.626
€ 195.777
€ 197.065
€ 1.288
€ 7.392
€ 6.515
€ 411
€ 235.684
€ 235.875
€ 190
€ 6.530
€ 6.736
€ 396
€ 229.164
€ 236.006
€ 6.842
€ 10.296
€ 3.507
€ 53
€ 229.340
€ 234.599
€ 5.259
€ 10.029
€ 4.896
€ 126
€ 227.994
€ 234.830
€ 6.836
€ 10.591
€ 3.760
€5
127
<<<
<<
Bijlage – Indicatoren
Indicator: Uit- en doorstroom medewerkers
In de begrotingsprogramma’s zijn grafieken weergegeven die indicatoren zijn om de
voortgang in het realiseren van de voorgenomen ambities te kunnen volgen. In
onderstaande tabellen worden de exacte gegevens weergegeven op basis waarvan de
grafieken zijn samengesteld. Tevens wordt de bron van de gegevens weergegeven.
2010
38
39
2011
33
51
2012
51
52
2013
27
34
2010
5,11
2011
5,45
2012
6,83
2013
5,61
2010
5,8
2011
4
2012
4,3
2013
3,1
Misdrijven totaal
2010
5056
2011
5773
2012
5094
2013
4848
Woninginbraak
Geweld (overig geweld)
Bedreiging
Mishandeling
Straatroof
Overval
2010
322
677
210
276
52
29
2011
303
756
220
302
68
35
2012
368
701
197
290
65
35
2013
409
567
171
251
47
17
Uitstroom
Doorstroom
Bron: Registraties personeel en organisatie
Indicator: Ziekteverzuim
Ambitie 1: Bestuur en participatie
Indicator: Percentage van de bevolking tussen 18 en 76 jaar dat aangeeft mantelzorg te verlenen,
vrijwilligerswerk te verrichten of actief te zijn in verbetering van de buurt
Mantelzorg
Vrijwilligerswerk
Actief in verbetering buurt
Bron: Stadspeiling
2008
12
26
2011
15
30
24
2013
16
31
20
Indicator: Ingehuurd personeel
Inhuur derden (x € 1 miljoen)
Bron: Registraties personeel en organisatie
Ambitie 4: Fysieke veiligheid
Ambitie 2: Dienstverlening
Indicator: Geen
Indicator: Scores klanttevredenheidsonderzoeken
Baliecontacten
Telefonische contacten
Digitaal loket
Bron: Benchmarking Publiekszaken
Ziekteverzuim (%)
Bron: Registraties personeel en organisatie
2010
7,7
7,5
2011
7,6
7,7
7,5
2012
7,9
7,4
7,4
2013
7,8
7,4
7,3
Ambitie 5: Sociale veiligheid
Indicator: High impact criminaliteit
Ambitie 3: Bedrijfsvoering
Indicator: Omvang organisatie in formatieplaatsen
Omvang organisatie (fte's)
Bron: Registraties personeel en organisatie
<<<
2011
686
2012
629
<<
2013
606
2014
571
128
Ambitie 6: Handhaving
Indicator: Gemiddeld waarderingscijfer van respondenten of zij zich veiliger te voelen door de aanwezigheid
van de lichtblauwe brigade of door buurtpreventie (1 = helemaal eens, 5 = helemaal oneens)
Lichtblauwe brigade
Buurtpreventie
Bron: Stadspeiling
2011
2,53
2013
2,48
2,54
2011
26
22
2012
47
26
2727
2372
3147
1602
2640
2174
2893
1515
2443
1928
3516
1521
2011
2899
2002
437
2012
2826
1962
382
2013
2832
1918
313
Indicator: Kosten afvalverwerking (x € 1.000,-)
Indicator: Aantal ontmantelde hennepkwekerijen en opgelegde lasten onder dwangsom
Ontmantelde hennepkwekerijen
Opgelegde lasten onder dwangsom
Bron: Registraties afdeling Openbare Werken
Papier
Grofvuil
Afval breng station
Overig
Bron: Registraties IRADO
2013
34
33
Exploitatie
Afvoer
Kapitaallasten
Bron: Registraties IRADO
Ambitie 9: Milieu en duurzaamheid
Indicator: CO2 uitstoot (Kton)
129
Ambitie 7: Groen en milieu
Indicator: Mate waarin men vindt dat er voldoende groen aanwezig is
Ruim voldoende
Voldoende
Niet voldoende / onvoldoende
Bron: Stadspeiling
2011
30
56
14
2013
41
46
13
Indicator: Afvalverwerking
2011
36546
2012
35183
2013
33838
<<<
2010
44
61
250
0
5
2011
41
64
239
0
5
2006
Elektrisch
1
Hybride
22
Aardgas
1
Bron: Rijksdienst voor het Wegverkeer (RDW) / DCMR
2010
1
100
2
2012
3
180
3
2013
11
220
12
Indicator: Geluidgehinderden (x 1000)
Indicator: Afvalverwerking naar soort afval
Restafval
GFT
2009
43
64
257
0
6
Indicator: Milieuvriendelijke voertuigen
Ambitie 8: Afval en riolering
Avalhoeveelheden (kg, x 1000)
Bron: Registraties IRADO
1990
81
64
159
0
7
Industrie en energie
Verkeer en vervoer
Gebouwde omgeving
Land- en tuinbouw
Overig
Bron: Klimaatmonitor Ministerie RWS
2011
25005
1693
2012
24165
1796
<<
2013
22324
2106
Gehinderd
Ernstig gehinderd
2006
6
4,75
2012
6,22
4,54
Slaapgestoord
Bron: Registraties DCMR
1,66
Indicator: Segmentering woningvoorraad
1,46
Indicator: Stankmeldingen
Stankmeldingen
Bron: Registraties DCMR
2006
906
2011
502
Koop
Huur
Eengezins
Meergezins
Bron: Woononderzoek
2012
377
Ambitie 10: Bereikbaarheid en openbare ruimte
2011
6,8
2012
6,7
Indicator: Waardering voor het stadscentrum
2010
11
2011
6
2012
18
2013
12
Indicator: Onderhoud wegen, straten en pleinen
Aantal onderh. m2 wegen, straten en pl.
Waarvan fietspad
Bron: Registraties afdeling Openbare Werken
2012
47
53
39
61
Ambitie 13: Economie
Indicator: Aantal omgebouwde bushaltes
Aantal omgebouwde bushaltes
Bron: Registraties afdeling Openbare Werken
2008
35
65
35
65
Waardering stadscentrum
Bron: Stadspeiling
2013
7
130
Indicator: Passanten binnenstad
2010
45417
8141
2012
46049
7427
2013
81795
4113
Passanten binnenstad
Bron: Locatus
2009
62900
2011
70100
2013
72100
2010
3,7
2011
3,5
2012
3,2
Ambitie 14: Haven
Ambitie 11: Verkeersveiligheid
Indicator: Geen
Indicator: Waardering verkeersveiligheid
Ambitie 15: Onderwijs
Waardering verkeersveiligheid
Bron: Waar staat je gemeente - burgerrollen
2009
6,7
2012
6,7
Indicator: Vroegtijdige schoolverlaters
Percentage vroegtijdige schoolverlaters
Bron: VSV monitor
Ambitie 12: Wonen
Indicator: Aantal opgeleverde woningen
2010
2011
2012
Aantallen opgeleverde woningen
260
40
299
Bron: Registraties afdeling Ruimtelijke en Maatschappelijke ontwikkeling
<<<
<<
2013
345
Bron: Basisbenchmark Wmo, SGBO/BMC
Ambitie 16: Welzijn en samenleving
Indicator: Gemeentelijke inzet Maatschappelijke ondersteuning
Inzet Vlaardingen
Gemiddelde vergelijkbare gemeenten
Bron: Basisbenchmark Wmo, SGBO/BMC
2011
69
63
2012
67
69
2013
68
70
Dit betreft de gemeentelijke inzet op de volgende terreinen: opvang en ondersteuning van dak- en
thuislozen, slachtoffers van huiselijk geweld, zorgwekkende zorgmijders en verslaafden. De score, in
percentage uitgedrukt, geeft een indicatie waar Vlaardingen staat ten opzichte van andere gemeenten
in het totale Wmo-beleid.
Ambitie 18: Werk en participatie
Indicator: Aantal bijstandsuitkeringen
Dit betreft de gemeentelijke inzet op de volgende terreinen: beleidsparticipatie, leefbaarheid en sociale
samenhang, jeugd, toegang en oplossingen voor Wmo- ondersteuningsvragen, mantelzorg,
vrijwilligerswerk, wonen, zorg en toegankelijkheid en opvang. De score, in percentage uitgedrukt, geeft
een indicatie waar Vlaardingen staat ten opzichte van andere gemeenten in het totale Wmo-beleid.
Aantal personen met een bijstandstuitk.
Bron: Registraties afdeling Sociale Zaken en Werk
2010
1759
2011
1797
2012
1874
2013
2028
2010
65
2011
68
2012
61
2013
72
2010
40
2011
27
2012
37
2013
34
2010
98
2011
234
2012
103
2013
137
2010
68
2011
72
2012
82
2013
75
Indicator: Tevredenheid gemeentelijke inzet Wmo voorzieningen
Indicator: Preventiequote
2011
Aanvraagprocedure
7,3
Hulp bij huishouden
7,7
Wmo hulpmiddelen
7,4
Collectief vervoer
7,1
Bron: Klantonderzoek Wmo-voorzieningen, SGBO/BMC
2012
7,6
7,9
7,6
7
2013
7,3
7,8
7,5
7,1
Indicator: Percentage vrijwilligers
Percentage vrijwilligers
Bron: Stadspeiling 2013
2011
26
2012
30
2013
31
Indicator: Fraude
Aantal fraudezaken
Fraudebedrag (x € 1.000,-)
Bron: Registraties afdeling Sociale Zaken en Werk
Indicator: Percentage mantelzorgers
Percentage mantelzorgers
Bron: Stadspeiling 2013
Preventiequote (%)
Bron: Registraties afdeling Sociale Zaken en Werk
2011
12
2012
15
2013
17
Ambitie 19: Inkomensondersteuning
Indicator: Bereik armoedebeleid
Ambitie 17: Zorg
Bereik armoedebeleid (%)
Bron: Registraties afdeling Sociale Zaken en Werk
Indicator: Gemeentelijke inzet opvang
Vlaardingen
Gemiddelde vergelijkbare gemeenten
<<<
2011
66
65
2012
65
73
<<
2013
66
74
Ambitie 20: Cultuur
Indicator: Waardering cultureel aanbod
131
Rapportcijfer cultureel aanbod
Bron: Stadspeiling
2011
6,6
2013
6,8
Leenschuld (x € 1.000.000,-)
Bron: Jaarrekening Gemeente Vlaardingen
2010
239
2011
270
2012
276
2013
287,5
Indicator: Publieksparticipatie (bezoekersaantallen x 1.000,-)
Stadsbibliotheek
Stadsgehoorzaal
Kroepoekfabriek
Kade 40 (voorheen Vr. Academie en
Opmaat)
Festivals
Bron: Rapportages culturele instellingen
2011
248
66
20
2012
238
56
26
2013
235,8
67
28
19,5
177
17,8
163
14,1
105,5
132
Indicator: Bezoekers website geschiedenis
Bezoekers geschiedenisvanvlaardingen.nl
Bron: Registratie via Google Analytics
2011
10.923
2012
23.142
2013
28.117
Ambitie 21: Sport
Indicator: Nationale Norm Gezond Bewegen
% inwoners dat voldoet aan de NNGB
Bron: Sportmonitor
2010
39
2012
46
2013
49
Ambitie 22: Financiën
Indicator: Weerstandscapaciteit
Weerstandscapaciteit (x € 1.000.000,-)
Bron: Jaarrekening Gemeente Vlaardingen
2010
42,2
2011
16,6
Indicator: Leenschuld
<<<
<<
2012
10,9
2013
26,5
Bijlage – Kosten en opbrengsten
sportaccommodaties
Sportvereniging
Or.Nassau / HWC
CKC Spirit
Delta sp. / Victoria
Pollux
CWO
Honkbal Vlaardingen
VV Zwaluwen
VFC
CION
Atletiekbaan Fortuna
DVO'32
Sporthal W. de Zwijgerl.
<<<
Kosten
Inkomsten
Verschil
€ 78.417
€ 14.780
€ 63.637
€ 12.960
€ 4.318
€ 8.642
€ 219.946
€ 35.092
€ 184.854
€ 60.458
€ 14.887
€ 45.571
€ 92.286
€ 22.720
€ 69.566
€ 35.919
€ 5.650
€ 30.269
€ 195.520
€ 20.760
€ 174.760
€ 334.384
€ 18.141
€ 316.243
€ 28.820
€0
€ 28.820
€ 77.670
€ 8.915
€ 68.755
€ 131.455
€ 9.777
€ 121.678
€ 17.431
€0
€ 17.431
€ 1.285.269
€ 155.040
€ 1.130.229
<<
133
Bijlage – Toelichting op veelgebruikte
begrippen
In het BBV (Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) is
vastgelegd dat het gemeentebestuur jaarlijks een begroting vaststelt. Deze wordt
voorbereid door het college van burgemeester en wethouders en ter vaststelling
aangeboden aan de gemeenteraad. De begroting bestaat conform het BBV uit de
beleidsbegroting en de financiële begroting. De beleidsbegroting bestaat ten
minste uit de programmaplannen (de te realiseren programma’s met doelstellingen
en activiteiten) en de paragrafen (waarin beleidslijnen worden vastgelegd met
betrekking tot relevante beheersmatige aspecten (lokale heffingen,
weerstandsvermogen, onderhoud kapitaalgoederen, financiering (treasury),
bedrijfsvoering, verbonden partijen en grondbeleid). De financiële begroting
bestaat uit het overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële
positie.
In Vlaardingen bestaat de begroting 2015 uit de volgende programma’s:
1. Bestuur, dienstverlening en participatie
2. Veiligheid en handhaving
3. Groen en milieu
4. Verkeer en mobiliteit
5. Wonen
6. Economie en haven
7. Jeugd en onderwijs
8. Welzijn en zorg
9. Werk en inkomen
10. Kunst en cultuur
11. Sport en recreatie
12. Financiën
Op al deze onderwerpen heeft het gemeentebestuur doelstellingen geformuleerd
en zijn activiteiten benoemd om deze doelstellingen te behalen. Ook zijn er per
programma middelen vrijgemaakt om deze doelstellingen te realiseren.
Toelichting op veel voorkomende begrippen
Om deze begroting goed te kunnen lezen worden een aantal veel voorkomende
begrippen hieronder opgesomd en toegelicht:
<<<
Exploitatie
De exploitatie is een overzicht van de baten en lasten in de gemeente in een
bepaald jaar.
Ontvangsten – uitgaven
Iets is een ontvangst op het moment dat het echt binnen komt op de bankrekening.
Iets is een uitgave wanneer het verdwijnt van de rekening.
Baten – lasten
De baten-lasten taal is de taal die bij gemeenten sinds 1985 gebruikt wordt. Baten
is alles waar de gemeente rijker van wordt. Lasten is alles waar de gemeente
armer van wordt. Eigenlijk is de baten-lasten taal het toerekenen van de
ontvangsten en uitgaven naar de juiste periode.
Reserves / Eigen vermogen
Het eigen vermogen (synoniem: reserves) van een gemeente geeft aan hoe rijk de
gemeente is op een bepaald moment.
Bestemmingsreserve
De raad kan besluiten een bestemmingsreserve in te stellen. Bij een
bestemmingsreserve wordt een bepaald bedrag gereserveerd, waarbij de raad
uitspreekt dat ze dat bedrag in de toekomst aan een bepaald project wil uitgeven.
Een bestemmingsreserve is een wens van de raad en nog geen besluit om het
geld uit te geven.
Algemene reserve
Alle reserves die niet bestemd worden zijn algemene reserve. In principe is de
algemene reserve bedoeld om calamiteiten op te vangen en dus niet om nieuwe
plannen te realiseren.
Weerstandscapaciteit
De weerstandscapaciteit bestaat in Vlaardingen uit de Algemene Reserve en de
Reserve afkoopsommen erfpacht.
Voorziening
Een voorziening lijkt op een bestemmingsreserve, maar bij een voorziening zit er
ook een verplichting tot besteding aan vast. Er zijn onderhoudsvoorzieningen en
voorzieningen voor risico’s.
134
Treasury / Financiering
Onder treasury binnen de gemeente wordt verstaan het feitelijke beheer van de
bankrekening(en). De treasury kijkt of er geld over is of geld tekort is. Als er geld
over is, probeert de treasury het geld zo goed mogelijk weg te zetten. Als er geld
tekort komt leent de treasury het geld bij.
Kredieten
Bij een krediet gaat het om de toestemming voor investeringen. Een investering
heeft de volgende kernmerken:
- Het gaat om een groter bedrag
- Het gaat om een bedrag dat in meerder jaren besteed of afgeschreven
wordt.
Kapitaallasten
Wanneer de gemeente een aanschaf doet leent de gemeente geld voor die
aanschaf. Daarover wordt rente betaald. Ook geldt voor de aanschaf een
afschrijvingstermijn. De rente en de afschrijving vormen samen de kapitaallasten.
Budget
Een budget is een bedrag dat uitgegeven mag worden voor een bepaald doel. Een
budget kan komen uit 1) de exploitatie, 2) een voorziening, 3) een krediet, 4) een
specifieke uitkering.
Programmabegroting
De programmabegroting is het afsprakenkader tussen het college en de raad. Bij
elk van de bovengenoemde programma’s zijn budgetten vastgesteld.
Toezicht provincie
Jaarlijks moet elke gemeente vóór 15 november de begroting ter beoordeling
toezenden aan Gedeputeerde Staten (GS). Op basis van het begrotingsonderzoek
en een risicoanalyse bepalen GS voor elk begrotingsjaar het toezichtregime.
Repressief toezicht (achteraf) is regel, preventief toezicht vooraf is uitzondering. Bij
repressief toezicht wordt de begroting voor kennisgeving aangenomen, bij
preventief toezicht behoeft de begroting de goedkeuring van GS. Zolang die
goedkeuring nog niet is verleend heeft de gemeente de toestemming van GS
nodig tot het aangaan van verplichtingen.
<<<
135
Bijlage – Stand van zaken toezeggingen
bij Voorjaarsnota 2014
Stand van zaken: De ontwikkeling van en verloop van de formatiereductie is aan
de orde geweest tijdens de raadsavond van 4 oktober jl. Een raadsmemo over de
systematiek met betrekking tot de uitloopschalen wordt nog verstrekt.
1. Subsidiebeleid (Hoekstra)
5. Europese subsidies (Hoekstra)
Kern toezegging: Tijdens een bijeenkomst met raad van gedachten wisselen over
subsidiebeleid.
Kern toezegging: In samenwerking met de buurgemeenten de mogelijkheden
onderzoeken van gebruikmaking van Europese subsidies die nog niet zijn
aangewend.
Stand van zaken: Wanneer de raad behoefte heeft van gedachten te wisselen
over het subsidiebeleid kan hier via de griffie en agendacommissie initiatief toe
worden genomen.
Stand van zaken: Er zal in het laatste kwartaal van 2014 een inventarisatie
worden gemaakt in overleg met Schiedam en Maassluis.
2. Parameters financieel beleid (Hoekstra)
6. Museum (Oosterom)
Kern toezegging: Leveren van een notitie waarin aangegeven wordt welke
parameters er al zijn om het financiële beleid te monitoren en welke parameters
daar wellicht nog aan toegevoegd zouden kunnen worden.
Kern toezegging: De raad nader informeren over de activiteiten die het museum
verricht gedurende de periode van sluiting.
Stand van zaken: Een raadsmemo is in voorbereiding.
Stand van zaken: Wordt betrokken bij nota Financieel beleid (in voorbereiding, 4e
kwartaal).
3. Aandelenbezit Irado (Hoekstra)
Kern toezegging: Met de raad van gedachten wisselen over voorstel verkoop
aandelen Irado.
Stand van zaken: In oktober vindt een extra Algemene Vergadering van
Aandeelhouders (50% Vlaardingen, 50% Schiedam) plaats met betrekking tot de
strategische agenda van de NV Irado. Op basis hiervan zal nader bestuurlijk
overleg met de gemeente Schiedam plaatsvinden. Naar verwachting zal in het
eerste kwartaal van 2015 hierover van gedachten kunnen worden gewisseld met
de gemeenteraad.
4. Formatiereductie (De Vries)
Kern toezegging: Raadsmemo met toelichting op ontwikkeling/verloop
formatiereductie, incl. aandacht voor systematiek uitloopschalen.
<<<
7. Stadsgehoorzaal (Oosterom)
Kern toezegging: De raad nader informeren over de onderbouwing/invulling van
een bedrag van €100.000 organisatiekosten Stadsgehoorzaal.
Stand van zaken: Een raadsmemo is in voorbereiding (in combinatie met punt 9).
8. Stadsvisie (Versluijs)
Kern toezegging: Een voorstel, incl. planning, voorleggen aan de raad betreffende
actualisering stadsvisie.
Stand van zaken: Ambtelijk zijn de voorbereidingen gestart. Medio oktober 2014
vind een bespreking plaats de over aanpak in het college. In het vierde kwartaal
wordt een concreet voorstel en bijbehorende planning opgesteld.
136
9. Stadsgehoorzaal (Oosterom)
13. Renovatie stadskantoor (Versluijs)
Kern toezegging: Schriftelijk bij de raad terugkomen op gestelde vragen over de
Stadsgehoorzaal, i.h.b. over de noodzakelijke opheffing van de B.V. per half 2015
en de mogelijkheid van huisvesting van andere culturele instellingen.
Kern toezegging: Eindrapportage renovatie stadskantoor in 3e kwartaal (incl.
informatie over de drie afzonderlijke locaties).
Stand van zaken: Een raadsmemo is in voorbereiding (in combinatie met punt 7).
Stand van zaken: Medio september is de laatste voortgangsrapportage
verschenen. Per 31 december 2014 wordt het project afgerond; de
eindrapportage zal vervolgens in januari 2015 verschijnen.
10. Wijkcentra (Versluijs)
14. Actieplan Mobiliteit (Van Harten)
Kern toezegging: Bezien hoe, ondanks het stoppen van subsidies voor de
gebouwen, de activiteiten die plaatsvinden in de wijkcentra kunnen worden
gehandhaafd.
Stand van zaken: Er is de afgelopen periode intensief overleg gevoerd met
besturen van de verschillende buurthuizen. Onderwerp van gesprek daarbij is hoe
activiteiten in de wijken gewaarborgd kunnen blijven en welke rol het buurthuis
hierin speelt. Uitgegaan wordt van maatwerk per wijk. Grofweg zijn er daarin twee
mogelijkheden: activiteiten worden elders gerealiseerd of het buurthuis ziet kans
om nieuwe activiteiten aan te trekken. Het voortouw in deze processen ligt bij de
besturen, de gemeente denkt daarin mee. In dat verband wordt ook (mee)
gezocht naar nieuwe financieringsbronnen, bijvoorbeeld in het kader van de
decentralisaties of subsidies vanuit het Rijk.
11. Participatie (Versluijs)
Kern toezegging: Het reeds geplande nieuwe gemeentelijke verkeers- en
vervoersplan (GVVP) en het na de verkiezingen nieuw gevraagde actieplan
mobiliteit worden samengetrokken. Het opzetten van dit plan vergt tijd. Vóór de
behandeling van de begroting het gereed zal zijn.
137
Stand van zaken: Het Actieplan mobiliteit zal een bredere kijk moeten gaan geven
dan het GVVP. Ook vanuit het Mobiliteitsplatform en diverse werkgroepen wordt
hiervoor de nodige input gegenereerd. Het opstellen van een nota van
uitgangspunten vraagt daarom wat meer tijd. Inmiddels is de nota van
uitgangspunten nagenoeg gereed; deze zal u nog dit jaar worden aangeboden.
15. Wegenbeheerplan (Van Harten)
Kern toezegging: Het wegenbeheerplan is nog in de maak en zal in het 3e
kwartaal 2014 aan de raad voorgelegd worden.
Kern toezegging: Thema participatie bespreken met de raad.
Stand van zaken: Indien de agenda van de raad dit toelaat, komt dit thema in
november 2014 aan de orde in een oriënterende raadsvergadering.
Stand van zaken: Het beheerplan voor de wegen bevindt zich in de afrondende
fase en wordt dit kwartaal aan de raad aangeboden.
16. Actieplan Economie (De Vries)
12. Vrijwilligersverzekering (Versluijs)
Kern toezegging: Vrijwilligersverzekering blijft bestaan (stond per abuis op lijst ‘te
schrappen’).
Stand van zaken: Is verwerkt in de Meerjarenbegroting 2015-2018.
<<<
Kern toezegging: Op oriënterende raadsavond raad bijpraten over stand van
zaken Actieplan Economie en inspanningen om MBO/HBO opleiding in
Vlaardingen te krijgen.
Stand van zaken: Dit is globaal gebeurd tijdens de oriënterende raadsvergadering
van 2 oktober 2014. Tijdens deze bijeenkomst is vooral ingegaan op de Food
Inspiration Academy. Mede daarom is afgesproken om een voortgangsrapportage
op te stellen over het gehele Actieplan Economie.
17. Frictiekosten personeel (De Vries)
Kern toezegging: Op oriënterende raadsavond toelichting geven op de
frictiekosten (samen met de gemeentesecretaris).
Stand van zaken: Dit is gebeurd tijdens de oriënterende raadsvergadering van 4
oktober 2014.
18. Takendiscussie (De Vries)
Kern toezegging: Met raad in gesprek over schrappen/stoppen taken
(takendiscussie).
Stand van zaken: Wordt na vaststelling van de begroting gestart.
19. Slim organiseren (De Vries)
Kern toezegging: Toelichting verstrekken hoe binnen organisatie omgegaan wordt
met slim organiseren (onderwerp: opleidingen verzorgd door eigen mensen Vlaardingse school - waardoor minder inhuur nodig is).
Stand van zaken: Wordt betrokken in raadsmemo over uitloopschalen.
20. Lichtblauwe brigade (Blase)
Kern toezegging: Raad informeren over bezuinigingen op de lichtblauwe brigade
(wellicht deels te realiseren via de nu hoge overheadkosten van de brigade zoals
huisvesting).
Stand van zaken: In de begroting is nu opgenomen dat de bezuiniging 2015 –
2018 op een andere wijze wordt ingevuld. Het budget voor de inhuur van derden
zal in lijn met de bezuiniging worden verlaagd waardoor de eigen formatie op peil
kan blijven. Hierdoor blijven onze goed opgeleide eigen mensen de
handhavingstaken uitvoeren.
<<<
21. Lichtblauwe brigade II (Blase)
Kern toezegging: Bezien in hoeverre de lichtblauwe brigade (met name in de
avonden en weekenden) i.s.m. met de politie zou kunnen optreden tegen de
toenemende overlast; bewoners daarbij betrekken, bijvoorbeeld via project
‘Waaks’; hierop terugkomen bij de raad vóór de begrotingsbehandeling.
Stand van zaken: Tot 2015 was een krimp van de formatie met 3 fte voorzien.
Gelet op de beschikbare formatie wordt er vanaf 2015 gewerkt op de donderdag-,
vrijdag- en zaterdagavond tot 22.00 uur i.v.m. back-up van de politie. De
wijkpolitie werkt tot 22.00 uur. Structurele uitbreiding van het aantal avonden heeft
tot gevolg dat de bezetting overdag zal afnemen. Bij de behandeling van het
uitvoeringsprogramma Veiligheid in de gemeenteraad kan hier nader over
gesproken worden.
138