Engineeringnet - Maintenance Magazine

Engineeringnet
WWW.ENGINEERINGNET.BE
QR-code
Android
App
magazine
VOOR INGENIEURS-TECHNOLOGEN IN R&D, DESIGN, ENGINEERING, CONSTRUCTIE, PRODUCTIE & LOGISTIEK
+
Internet of Things
Hoeveel «friends»
heeft uw machine?
Ontwikkeling
Ingenieur-hackers
brainstormen over
'smart machines'
Verspaning
«België goedkoper
dan China voor
nieuwe lijn»
Energie
Eandis gaat
windturbines
«slim» aansluiten
Laboratorium
PharmaFluidics
wil pilaarkolommen
productierijp maken
INDUSTRIE 4.0
het volgende DUITSE
Wirtschaftswunder?
NR 119 - september 2014 - P409092 - Afgiftekantoor Antwerpen x - MAINPRESS PUBLICATIE - verschijnt 6 x per jaar
ENGINEERINGnet.BE
voorwoord
Reden te over om kritisch te zijn, maar toch...
Vergeet die nieuwe auto,
koop een futuristische skyTran
Wordt dit de vervanger van ons metroen treinsysteem? Of van onze aloude
gezinswagen? Het aan NASA verbonden
skyTran mag in Israël op de campus
van de militaire contractor IAI een
proeflijn bouwen voor zijn futuristische
transportsysteem. Utopische technologie?
Misschien, maar ook de voorloper van
Google's robotauto werd op hoongelach
onthaald, toen enkele techneuten er tien
jaar geleden mee in de woestijn begonnen
te experimenteren. «Omdat we de wereld
willen veranderen».
D
Bert
Belmans is
hoofdredacteur
van
Engineeringnet
Print & Online
QUALI
TY
e MagLev-technologie die de NASA
spin-off skyTran gebruikt, is op zich niet
nieuw. Magnetic Levitation (op basis
van inductie) wordt al gebruikt voor treinen die
op monorails glijden. Wat de Amerikaanse spinoff van NASA méér doet is er een extra
dimensie aan toevoegen door de collectieve metro- of treinwagons te vervangen
door een individueel transportmiddel,
een 'skyTran'. Dat is een lichtgewicht,
eivormig voertuig, «zoals bij de Jetsons»,
onder een slanke monorail. Daarin nemen
maximaal twee personen plaats. De achterliggende idee gaat zelfs nog verder:
we vervangen niet de trein, maar schaffen
meteen elke vorm van personenvervoer
af zoals we die nu kennen. skyTran slaat
dus een heel andere weg in dan Google,
dat een bestaande personenwagen automatiseert: weg met de brede en dure
autowegen, we plaatsen een netwerk van
pylonen die een monorail schragen, en
laten elk gezin zijn eigen skyTran kopen,
leasen of huren. Die kunnen ze tot voor
hun deur laten aanrukken door simpelweg
een bestemming op hun smartphone in te
tikken. De spin-off maakt zich alvast sterk
dat zijn systeem efficiënter en goedkoper
zal blijken dan de huidige transportmiddelen: «Ze zijn gebouwd met heel lichte
materialen, en één kilometer monorail
installeren is 100 keer goedkoper dan een
nieuwe autosnelweg». En het kan snel gaan: «tot
230 km per uur als het moet, maar dat hangt af
van het comfortgevoel van de passagiers».
Reden te over om kritisch te zijn dus, want het
lijkt vooral wishfull thinking, maar toch... Tien
jaar geleden was de voorloper van de Google
Car ook een utopie. De experimenten van
enkele nerds in de woestijn werden letterlijk op
hoongelach onthaald. «Onmogelijk!» «Typisch
nerds!» Maar elk jaar kwamen diezelfde nerds
met betere technologie. Vandaag pompt Google
miljoenen in een afdeling die niet anders doet dat
de meest utopische projecten verzinnen. Zoals
een bril waarmee je op het internet kan. Of een
vloot van drones die internet overal goedkoop
beschikbaar maakt. Of een satelliet aan een kabel.
Een martphone die voor dokter speelt. De sky is
no longer the limit...
SkyTran valt alvast minder hoongelach te beurt:
het werkt met technologie die door NASA ontwikkeld is, krijgt logistieke steun van het Amerikaanse ruimtevaartagentschap en huist
in één van hun researchparken. En het
kreeg IAI – Israel Aerospace Industries –
zo ver dat het een proeflijn wil bouwen
op zijn campus in Tel Aviv. Daarbij zal,
naast aspecten zoals design, engineering
en robotica, ook de door de Amerikanen
ontwikkelde, complexe software voor
de verkeerscontrole van de voertuigjes
onderzocht worden. skyTran heeft dus al
weten waar te maken waar de meeste - om
de haverklap in de media gelanceerde futuristische ideeën op stranden: financiering vinden voor een reëel proefproject.
Bovendien: IAI kan moeilijk als het
eerste het beste dromerscollectief bestempeld worden: het slijt zijn technologie
vooral in militaire middens en bouwt
onder meer vliegtuigen, ballistische
kruisraketten, radarsystemen, drones,
wapens, satellieten en militaire robots.
Maar het ontwikkelde bijvoorbeeld ook al
een rijdende robot om semi-automatisch
vliegtuigen vol te tanken. Wat dan weer
een voorbeeld is van elitaire hightech die
afdaalt naar de commerciële markt. <<
(foto: skyTran)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 3
Engineeringnet
14
Industrie 4.0
De weg naar
het volgende
Wirtschaftswunder «Made in
Germany»?
CROSSMEDIA NIEUWSPLATFORM
PRINT • WEB • MOBILE
engineeringnet
3
Reden te over om kritisch
te zijn, maar toch...
Vergeet die nieuwe auto,
koop een futuristische skyTran
14 Industrie 4.0
Na 'smartphone' en
'smart grid' wordt 'smart
factory' dé hype term
van de toekomst. In 2011
startte de Duitse overheid
onder de slagzin 'we
gaan voor Industrie 4.0,
een programma dat moet leiden tot een industriële omgeving
gebaseerd op intelligente netwerken die tevens de duurzame
economie ondersteunt'. Deze flexibele, slimme fabrieken moeten
de toekomst van de Duitse maakindustrie veiligstellen en het land
handhaven als wereldleider in de machinebouw.
De weg naar het volgende Wirtschaftswunder
«Made in Germany»?
18 Internet of things
Onderhoudsmanager
in de voedingsindustrie
Toch wel
enkele speciale
uitdagingen...
Hoeveel 'vrienden' heeft uw machine?
34 Rapid prototyping voor
maakindustrie
Start-up Tenco DMM print transparante
onderdelen in 3D
Koester je de ambitie
om voor een technische
managementfunctie in de
voedingssector te gaan?
Hou er dan rekening mee:
technisch inzicht alleen
volstaat niet. De bekommernis
om de voedselveiligheid
is alomtegenwoordig en allesoverheersend.
Engineeringnet sprak met Patrick Matthieu, die voor het
onderhoudsgebeuren binnen Barry Callebaut in de site
Wieze instaat.
36 Eandis wil
windturbines op Antwerpse Linkeroever
'slim' aansluiten
39 Gentse proefplant
mag biobutanol productieproces van
Celtic Renewables opschalen
31
41 Atlas Copco's Ronny Leten
«Airpower Wilrijk goedkoper dan
China voor nieuwe verspaningslijn»
43 Mobiele containerkraan
sluit zichzelf 'on the fly' op energienet aan
columns
24 CE-markering & herziene productrichtlijnen:
implementatie van wetgevend kader komt
op kruissnelheid
40 Gebrekkig bouwdossier?
Is uw architect aansprakelijk ?
eandis wil
windturbines
op Antwerpse
Linkeroever 'slim'
aansluiten
Proefproject met zes machines
moet duidelijkheid geven
over kostenbesparingen die
mogelijk zijn in installatiefase.
«We willen de turbines zo
efficiënt mogelijk aansluiten op
het elektriciteitsnet»
36
vacatech
27 Slim meten om energie te besparen
Ingenieur-Hackers brainstormen over
«smart devices»
31 Onderhoudsmanager in de
voedingsindustrie
Toch wel enkele speciale uitdagingen...
VOLG HET NIEUWS IN REALTIME OP WWW.ENGINEERINGNET.BE
HET MAGAZINE OVER O&O, ENGINEERING & INNOVATIE
IN PROCES, PRODUCTIE, MACHINEBOUW & LOGISTIEK
ABONNEMENTENDIENST: WWW.MAINPRESS.COM
CIM-logo nagebouwd 2014.indd 1 25-9-2014 13:09:19
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 5
Photos credits: © Masterfile - © Getty Images
IN ELK GEBOUW GELDT:
BRANDVEILIGHEID
KAN NIET ZONDER KABELS
NEXANS ZET ZICH IN VOOR EEN BETERE
VEILIGHEID IN GEBOUWEN
Wanneer de bescherming van mensen en gevoelige elektronische apparatuur van het grootste belang
is, is het essentieel om het juiste materiaal te kiezen. Met kabels uit het Alsecure gamma van Nexans
bent u niet alleen zeker van de goede werking van brandbeveiligingssystemen, ze beperken ook de
effecten van giftige gassen en rook. In geval van brand dragen ze bij tot een efficiënte evacuatie van
mensen en tot het beperken van de indirecte schade aan kostbare apparatuur.
www.nexans.be/brandveiligheid
Uw expert in brandveilige kabels
ENGINEERINGnet.BE
NIEUWSLIJN
Niet alledaags
Vlaams IT-student onthult lek in Apple's
implementatie van het WPA2-Enterprise protocol
Op een congres in Oxford heeft
de UHasselt-informaticastudent
Pieter Robyns een belangrijk
veiligheidsrisico blootgelegd bij
Apple's implementatie van het
WPA2-Enterprise protocol. Apple
bevestigt: «Bij iOS8 zal dat opgelost
zijn.»
B
edrijfsnetwerken bevatten alle
info die cruciaal is voor het goed
functioneren van een onderneming – gaande van (toekomstige) productinformatie tot gedetailleerde marketingplannen, klantenbestanden en financiële data. Het is dan ook erg belangrijk
om die gegevens op een degelijke manier
af te schermen, vooral wanneer ze via
draadloze netwerken door werknemers
worden geraadpleegd. Onder meer om
die reden ontwikkelde de internationale
standaardisatieorganisatie IEEE het
Wi-Fi Protected Access II (WPA2)Enterprise protocol – momenteel het
meest vertrouwde beveiligingsmechanisme voor draadloze bedrijfsnetwerken.
Helaas kunnen beveiligingsmechanismen omzeild worden, zeker wanneer
standaarden de mogelijkheid laten aan
fabrikanten om implementatiedetails zelf
in te vullen. Een dergelijk probleem werd
aan het licht gebracht in de thesis van
ir. Pieter Robyns, masterstudent informatica aan de Universiteit Hasselt, onder
leiding van onderzoekers van onder
meer iMinds. Robyns ontdekte dat een
problematische implementatie van het
WPA2-Enterprise protocol cybercriminelen in staat stelt om toegang te krijgen
tot het bedrijfsnetwerk – en dus mogelijk
ook tot de informatie die er wordt opgeslagen. Het is in het bijzonder de Appleimplementatie van WPA2-Enterprise die
de deur openzet voor cyberaanvallen.
«Aanvallers kunnen toegang krijgen tot
het bedrijfsnetwerk zonder in het bezit te
zijn van een geldige gebruikersnaam en
wachtwoord», zegt Robyns. «Door de
specifieke implementatie van Apple kan
een cybercrimineel immers de identifi-
catiegegevens - die draadloos verstuurd
worden wanneer een werknemer met
zijn Apple-toestel (iPhone/iPad en Mac
OS X) met het Wi-Fi bedrijfsnetwerk
probeert te verbinden - onderscheppen
en gebruiken. Op die manier worden de
identiteit van die werknemer en al zijn
toegangsrechten overgenomen, zonder
dat de gebruiker daar zelf iets van merkt.»
Geen probleem voor
thuisnetwerken
«De ontdekking van Pieter heeft een
potentieel belangrijke impact», aldus
Bram Bonné (iMinds-EDM-Universiteit
Hasselt). «WPA2-Enterprise is wereldwijd de meest vertrouwde beveiligingsstandaard voor bedrijfsnetwerken, omdat
IT-verantwoordelijken overtuigd zijn
van de degelijkheid ervan. En normaal
gezien zorgt WPA2-Enterprise inderdaad
voor een perfecte versleuteling van de
inloggegevens die via Wi-Fi verstuurd
worden, alleen loopt er nu iets fout
met de specifieke Apple-implementatie
ervan. Gezien het grote aantal Appletoestellen in omloop houdt dat uiteraard
een bepaald veiligheidsrisico in. Eens
de deur tot het bedrijfsnetwerk openstaat, kan er immers een meer complexe
aanval worden opgezet waarbij eveneens
gebruik wordt gemaakt van de identiteit
van de eigen werknemers.»
Gelukkig hoeven consumenten alvast
niet wakker te liggen van dit probleem.
Bram Bonné: «Voor correct beveiligde
thuisnetwerken is er niets aan de hand –
die versleutelen data immers aan de hand
van een ander protocol (WPA2-PSK)
dat, voor zover bekend, wél correct werd
geïmplementeerd op de belangrijkste
platformen. We hebben onze bevindingen
aan Apple overgemaakt, en alles wijst
erop dat met de introductie van iOS8 later
dit jaar het probleem wordt opgelost»,
besluit Pieter Robyns. «Maar ondertussen raden we beheerders van bedrijfsnetwerken wél aan om vertrouwelijke
gegevens te bewaren op servers die afgeschermd zijn met aparte toegangsrechten,
in plaats van enkel te vertrouwen op de
beveiliging van het draadloze netwerk.»
De masterthesis van Pieter Robyns
werd gerealiseerd in de opleiding informatica aan de Universiteit Hasselt, met
als promotoren prof. dr. Peter Quax en
prof. dr. Wim Lamotte, onder begeleiding
van ir. Bram Bonné. Pieter werkt sinds
september als doctoraatsstudent, verbonden aan iMinds-EDM-UHasselt. << (Bert
Belmans) (foto: UHasselt)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 7
ENGINEERINGNET.BE
NIEUWSLIJN
Brain drain op bedrijfsschaal
Ook Vlaamse 3D-print techbedrijf
Layerwise in buitenlandse handen
Weerom een technologieparel van eigen
bodem die in buitenlandse handen valt: de
KU Leuven spin-off Layerwise is volledig
overgenomen door de Amerikaanse 3D-print
gigant 3D Systems.
Z
e zijn zeldzaam in België: de
beloftevolle technologieparels die
het potentieel in zich dragen om
uit te groeien tot echte 'game changers'.
Layerwise behoort tot deze categorie: het
wist in een vroeg stadium – opgericht
in 2008 – al mee te surfen op de golven
van de digitale fabriek, een thema dat
vandaag brandend actueel is met initiatieven als het Europese Factory of the
Future, het Duitse Industrie 4.0 en het
Amerikaanse Internet of Things (IoT).
De spin-off van de KU Leuven specialiseerde zich van meet af aan in professionele 3D-print productie op basis van
metaal. Het ontwikkelde er zijn eigen
'direct metal'-technologie voor en bouwt
zelf de powder-to-solid machines om de
stukken - belangrijk: ook in grote oplages te 3D-printen. Productie en géén rapid
prototyping dus, het klassieke speelveld
van professionele 3D-printing. Bijzonder
aan de technologie is dat de metaalprinters er in slagen een materiaaldensiteit
van 99,98% af te leveren. Daarmee
evenaren ze de output van conventionele
metalurgische processen en machines,
met als grote voordeel dat ze tegelijkertijd een substantiële gewichtsreductie
realiseren.
Dat Layerwise een hoogtechnologisch
kennisbedrijf is met een hoge toegevoegde waarde, een eigen technologie,
veel kennis en een reële productiecapaciteit, is klaarblijkelijk ook marktleider
3D Systems in de VS niet ontgaan. Een
gezonde kennisorganisatie in een snelgroeiende markt: het biedt inderdaad
perspectieven. Toch mag het verrassend
genoemd worden dat de oprichters Jonas
Van Vaerenbergh en Peter Mercelis
er niet voor kiezen hun bedrijf op eigen
kracht uit te bouwen met de hulp van
- eventueel lokale - verschaffers van kapitaal. Alle signalen wezen de afgelopen
maanden in deze richting. Bovendien
8
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
Jonas Van Vaerenbergh
gaat het om de groeikapitaal voor een
gezonde, beloftevolle onderneming en
niet om het verschaffen van risicokapitaal
aan een starter die nog alles te bewijzen
heeft.
Het heeft niet mogen zijn. In de
plaats daarvan gingen de twee in op
het overnamebod van wat momenteel
te boek staat als het boegbeeld van de
wereldwijde en zeker de Amerikaanse
3D-printsector: het beursgenoteerde 3D
Systems. Uit de mond van Jonas Van
Vaerenbergh klinkt het zo: «De cultuur
van continue innovatie die teruggaat tot
Chuck Hull, de uitvinder van de eerste
3D-print technologie, en de toewijding van 3D Systems om direct metal
3D-technologie en medische toepassingen verder uit te bouwen, maakt van
hen de ideale partner en versterkt ons
gecombineerd groeipotentieel.»
3D Systems toont zich bij monde van
CEO Avi Reichental tevreden: «De
overname zal onmiddellijke voordelen
opleveren voor onze klanten in de luchten ruimtevaart, de auto-industrie en de
medische sectoren. Ze breidt ons pioniersvoordeel in deze markten met hoge
groeivooruitzichten substantieel uit.»
LayerWise blijft naar verluidt wel
'verder werken onder het leiderschap
van oprichters Van Vaerenbergh en
Mercelis'. Wat ongetwijfeld ook van
invloed is geweest op hun beslissing.
Hoeveel 3DS betaalde, wordt overigens
niet vrijgegeven.
Gelukkig is er nog het intussen beursgenoteerde Materialise. Alhoewel ook
die technologiespeler zich steeds meer
profileert als een onderneming met de
VS als wereldwijde uitvalsbasis. Het
zwaartepunt van alles wat met Additive
Manufacturing en 3D-printing te maken
heeft, ligt op dit ogenblik onmiskenbaar
in de VS. << (Bert Belmans) (foto:
Layerwise)
Stukje invulling van Duitse Industrie 4.0
Festo integreert R&D-werkstations
in productie
Best practice: het Duitse Festo zal in zijn nieuwe plant R&D-werkstations
direct naast zijn productielijnen plaatsen. «Zo vloeit feedback van de
productiespecialisten zeer snel terug naar de ontwikkelaars». Feedback niet
na, maar tijdens de feiten dus.
Z
oals we destijds al meldden is
het Duitse Festo in EsslingenBerkheim een volledig nieuwe
fabriek aan het optrekken: de ‘Scharnhausen Technology Plant’ Die moet op
termijn het belangrijkste centrum van de
fabrikant worden voor de productie van
ventielen, ventieleilanden en elektronische systemen. Festo is één van de bedrijven die hard werkt om Industrie 4.0, de
Duitse invulling van de 'Factory of het
Future', mee gestalte te geven. Dat plan
van de overheid moet de Duitse machinebouwers in de toekomst een voorsprong
ENGINEERINGnet.BE
NIEUWSLIJN
Een van de sleutelontwikkelingen van het Duitse Industrie 4.0, maar ook van bijvoorbeeld
het onafhankelijke SmartFactory-initiatief, is de manier waarop mens en machine in de
toekomst zullen samenwerken. Festo staat daarbij voor een holistische benadering en
participeert in verschillende onderzoeksprojecten.
geven op de rest van de wereld. Het
volgende 'Deutsche Wirtschaftswunder'
dus. Eén van de (vele) krachtlijnen van
de digitale productie van morgen is
dat R&D, productie en aankoop veel
nauwer samenwerken. Vandaag opereren deze afdelingen binnen de typische
bedrijfshiërarchie quasi onafhankelijk
van elkaar. Het bedrijf grijpt de bouw
van zijn nieuwe plant aan om deze twee
activiteiten alvast dichter bij elkaar te
brengen: het plaatst werkstations van de
R&D-afdeling direct naast de productielijnen. Operators kunnen zo meteen hun
nologie voor de productie van alle types
machines en apparatuur, gaande van het
engineeren, prototypen, aandrijven en
besturen, tot het vervaardigen van heel
specifieke fijnmechanische onderdelen'.
Dat zijn typisch de thema's die de ingenieurs en technologen van de afdelingen
onderzoek & ontwikkeling en engineering moeten aanspreken.
Om Machineering aan de aanbodzijde
uit te bouwen, heeft Invent Media alvast
heel wat marktkennis in huis. Het is
namelijk ook de exploitant van de vakbeurstitel Indumation, waar precies de
fabrikanten en leveranciers van technologie voor mechatronica de boventoon
voeren.
De technische leveranciers hebben dus,
net als de technische gebruikers uit de
feedback voor de ontwikkelaars intikken,
zodat die inzage krijgen in de problemen
en knelpunten die opduiken tijdens de
productie. Festo: « Voor nieuwe componenten zal de know-how van productiespecialisten dus in een zeer vroeg
stadium beschikbaar zijn, en kunnen alle
stappen in de ontwikkeling ter plaatse
gecoördineerd worden. Hierdoor worden
niet enkel kosten bespaard, de kwaliteit
van onze producten zal verhogen en de
time-to-market zal verminderen, dankzij
deze efficiëntere processen.» Goed idee!
<< (Bert Belmans) (foto: Festo)
Belgische machinebeurs MTMS
2015 breidt uit met 'Machineering'
MTMS, de Belgische 'Materials
Transformation & Machining
Show', krijgt er in 2015 een nieuw
beurseiland bij: Machineering.
Of: ideeën en engineering voor de
Belgische maakindustrie.
B
eursinrichter Invent Media maakte
er de afgelopen edities een traditie
van om telkens de focus te leggen
op bepaalde nieuwe technieken, zoals
New Materials, Additive & New Production Technologies en Plastics Technology
& Subcontracting.
Voor 2015 komt daar Machineering bij,
zo meldt de organisator, 'over Machine
Technology, Components & Engineering'. Dat aanbod wordt ondergebracht
in één centrale zone, een beurseiland
waar leveranciers kunnen uitpakken met
nieuwe ideeën voor de machinebouw en
de maakindustrie in het algemeen. Of,
zoals de inrichter het definieert: «Tech-
Mechatronica op Indumation 2013.
maakindustrie, vanaf nu de keuze uit niet
minder dan drie vakbeurzen: Indumation en Machineering op MTMS, beide
van Invent Media, naast Automation &
Engineering van concurrent easyFairs.
<< (Bert Belmans) (foto: Invent Media)
MTMS met Machineering,
25 t/m 27 maart 2015
in Paleis 5 van Brussels Expo
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 9
ENGINEERINGNET.BE
NIEUWSLIJN
Laboratoriumtechnologie
VUB spin-off PharmaFluidics wil
experimentele pilaarkolommen
industrierijp maken
Het is eens wat anders dan de alom
bewierookte IT-starters die in het
zonnige Silicon Valley op zoek gaan
naar venture capital, zaaikapitaal:
een spin-off van de Vrije Universiteit
Brussel vindt de nodige financiering
in eigen land om een gepatenteerd
ontwerp van lithografisch geëtste
micro-pilaarkolommen voor vloeistofchromatografie door te ontwikkelen en industrierijp te maken.
van microfluïdica en expertise in HPLCscheidingen een nieuwe generatie kolommen wil ontwikkelen. Momenteel gaat het
nog om een experimenteel ontwerp, en de
uitdaging ligt nu in het verder uitwerken
tot industrieel inzetbare producten. Dat zal
naar verluidt gebeuren in samenwerking
met het gereputeerde 'VIB Proteomics
Expertise Center' onder leiding van Prof.
Kris Gevaert.
'Een disruptieve technologie', zo stelt de
start-up zelf, 'zeker ten aanzien van wat
met de huidige kolomtechnologie haalbaar is'. Oprichter Dr. ir. Paul Jacobs van
Pharmafluidics: “Onze kolommen doorbreken een fysische grens in de wereld
van de vloeistofchromatografie, één van
de meest gebruikte technieken in analytische laboratoria, waardoor complexe
stalen in veel meer detail ontleed kunnen
worden. Het efficiënter maken van deze
fundamentele analyses helpt bovendien
om de stijgende kosten in de sector in te
perken.” GeneesCitaat Wim De Malsche,
kunde betaalbaar
houden dankzij
co-founder en docent aan de VUB:
technologische
«Prof. Gert Desmet toonde een 10-tal jaar
innovatie, dus.
geleden reeds met Computational Fluid
Dynamics aan dat de sleutel voor performanTwee fondsen
tieverbetering van chromatografische kolombrengen met elk
men totale orde is, waarna ik samen met
(een bescheiden)
een aantal vorsers voor de enorme uitdaging
250.000 euro
stond om dit idee in de praktijk om te zetten.
zaaikapitaal in.
Dit onderzoek mondde uiteindelijk uit in een
Het eerste is Qbic
aantal geoctrooieerde oplossingen, die nu
ARKIV, een interdankzij de investeerders geïmplementeerd kunnen worden en
universitair risivertaald naar methodologieën die een enorme impact kunnen
cokapitaalfonds
hebben op de levenskwaliteit van volgende generaties.» <<
dat investeert in
spin-offs van de
en Industriële Scheikunde van de Vrije universiteiten UGent, VUB en UA. Het
Universiteit Brussel, waar onderzoek had tweede is SOFI, het fonds dat de Vlaamse
geleid tot de octrooiering van lithografisch overheid opzette om risicokapitaal te vergeëtste micro-pilaarkolommen voor mole- schaffen aan start-ups die voortvloeien uit
culaire scheidingen.
zijn strategische onderzoekscentra, zoals
De volgende stap, in 2010, was de VIB (biotechnologie), imec (nanotechnooprichting van een spin-off, PharmaFlui- logie), iMinds (ICT en digitale media) en
dics, dat uit de combinatie van microli- VITO (energie en duurzaamheid). << (Bert
thografische productietechnieken, kennis Belmans) (foto: VUB)
«Z
elfs met de meest gesofisticeerde, beschikbare scheidingskolommen is het tot
vandaag nog steeds niet mogelijk om een
voldoende resolutie te bekomen om een
proteoomdigest grondig te analyseren»,
zo stelt de jonge start-up PharmaFluidics.
Proteoomdigests kaderen in biomerkeronderzoek, dat belangrijk is voor de detectie
van ziektebeelden in een vroege fase. De
technologie in kwestie stamt van de vakgroep Chemische Ingenieurstechnieken
10
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
Via optimalisatie persluchtnet
Mechelse
snacksfabriek van
Kellogg produceert
welgeteld nul
percent afval
Kellogg, met een omzet van
14,8 miljard dollar wereldwijd de
grootste producent van ontbijtgranen en de op één na grootste van
koeken, hartige en zoete snacks, wil
de ecologische voetafdruk van zijn
Pringles-fabriek in Mechelen nog
verder verlagen.
E
n dat ondanks het feit dat het
er sinds 2005 al in slaagde het
energieverbruik van zijn installaties met meer dan 5% te verminderen
en de snacksfabriek vandaag welgeteld
0% afval te laten produceren (afvalloos
kookproces). 'Deze vermindering werd
mogelijk gemaakt dankzij een toegenomen focus op monitoring, meting, onderhoud en optimalisatie van de bestaande
productieprocessen en -apparaten', stelt
het merk. In 2013 stelde Kellogg een
energiespecialiste aan met als missie
nieuwe opportuniteiten te identificeren
om nog meer energiebesparing binnen
de fabriek mogelijk te maken. 'Die zijn
nu in een samenwerking tussen het team
in Mechelen en de organisatie van een
Energy Brainstorming Day vastgelegd.
We willen nu onze 2020-doelstellingen
voor energieverbruik behalen, onder
meer door een optimalisatie van het
persluchtsysteem en warmteterugwinning door het installeren van een WKKsysteem'.
Het bedrijf herhaalt nu het engagement
om zijn energie- en broeikasgassenuitstoot tegen 2020 wereldwijd met een
aanvullende 15% te verminderen. Zijn
doel om dit jaar 20% waterbesparing
te realiseren, streeft Kellogg naar eigen
zeggen zeker voorbij, 'onder meer door
de implementatie van innovatieve omgekeerde osmose systemen in Manchester
en 0% afvalproductie in zeven Europese
productiesites'. << (Bert Belmans)
ENGINEERINGnet.BE
NIEUWSLIJN
«Historisch project»
Investering van
300 miljoen
voor verhoging
bruggen
Albertkanaal
Nv De Scheepvaart heeft een
investeringsbedrag van 300
miljoen euro uitgetrokken
voor de verhoging van bruggen op het Albertkanaal.
D
it project is historisch»,
claimt Arcadis-Grontmij: «Voor de eerste
keer zal een privépartner, de
Tijdelijke Handelsvereniging
Arcadis-Grontmij, samen met
de overheid in één geïntegreerd
team een project uitwerken.
De gunning is goed voor 7,9
miljoen euro, verdeeld op een
50-50-basis.
De THV mag de voorstudie
van alle 31 bruggen aanleveren.
De verhoging van vijftien bruggen zal gebeuren aan de hand
van DBFM-procedures (Design,
Build, Finance, Maintenance).
Voor deze bruggen zal de THV
instaan voor het uitwerken en
aangeven van het Programma
van Eisen (PvE) dat een aantal
minder hinder maatregelen zal
bevatten. De opdracht bestaat
VDMA Robotics opent rangen voor
niet-Duitse machinebouwers
De Belg Lou Hermans van het Antwerpse CMOSIS is door het Duitse VDMA verkozen tot
bestuurslid van zijn Machine Vision-groep. De démarche illustreert de kersverse Europese
ambities van de nu al zeer invloedrijke associatie.
D
e robottak van de invloedrijke associatie van Duitse machinebouwers
VDMA gooit het roer drastisch om.
Tot nu mochten enkel Duitse fabrikanten
en constructeurs lid worden. Daar komt nu
verandering in: tijdens de meest recente
ledenvergadering van VDMA Robotics +
Automation is beslist dat alle bedrijven van
Europese bodem lid mogen worden.
De associatie speelt als vertegenwoordiger
van de sterke Duitse machinesector – één van
de sterkhouders van de Europese economie nu al een leidinggevende rol op het internationale toneel. Door zijn rangen te openen
vergroot deze invloedssfeer nog verder, wat
niet onbelangrijk is om een Europees front
te vormen tegen de oprukkende concurrentie
van buitenaf, met name uit de groeilanden.
De Duitse machine-industrie is overigens
uitstekend gepositioneerd om het voortouw te
nemen: hun machinebouwers gelden als leidinggevend in de wereld, en via bijvoorbeeld
de gereputeerde internationale vakbeurs
EMO beschikken ze over een schitterend
instrument om wereldwijd hun invloed te
laten gelden.
De nieuwe strategie vertaalt zich meteen
naar twee nieuwe aanstellingen: naast Donato
Montanari van het Italiaanse Datalogic
Automation, wordt ook Lou Hermans van
het Antwerpse CMOSIS bestuurslid van de
Machine Vision-groep die deel uitmaakt
van de Robotics & Automation-afdeling.
Hermans treedt de Europese ambities van
VDMA bij: «Er is nog een groot potentieel
om het technologische leiderschap van onze
groep door meer onderlinge samenwerking
te vergroten. Onze Machine Vision-groep
is daar een uitstekend platform voor.»
Montanari van zijn kant wil snel zoveel
mogelijk niet-Europese bedrijven de VDMA
binnenloodsen.
VDMA Machine Vision telt zowat 100
leden. Het gaat om Duitse bedrijven die systemen en componenten voor industriële visie
aanbieden. Met de niet-Europese leveranciers
erbij, kan dit aantal snel oplopen. In totaal
zijn ongeveer 3.100 ondernemingen lid van
VDMA. << (Bert Belmans) (foto: CMOSIS)
uit de opmaak van de bestekdocumenten met begeleiding van
de aanbestedings-, gunningsen uitvoeringsfase. De overige
zestien bruggen zullen via een
reguliere aanbesteding worden
aangepast.
De verhoging van de bruggen moet de algemene mobiliteit in de omgeving van het
Albertkanaal verbeteren. Commercieel gezien maakt dit het
watertransport aantrekkelijker,
zodat meer bedrijven afzien
van vrachtverkeer over de weg.
Door de verhoging zullen grotere vrachtschepen, die tot vier
containers hoog geladen zijn,
namelijk doorgang krijgen op
het traject Antwerpen-Luik. Het
rendement stijgt hierdoor naar
verluidt met 33%. Anderzijds
zullen de verbindingen voor
het wegverkeer in stand worden
gehouden en waar mogelijk nog
verbeterd worden. << (Guy
Leysen) (foto: THV ArcadisGrontmij)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 11
CREEËR INZICHT EN STUUR PROACTIEF BIJ
Axians staat bekend om de IT en ICT voordelen van een kantooromgeving te vertalen naar
een productieomgeving. Dit bewijst ook het Axians Monitoring System, of kortweg AMS.
Deze web-based en merkonafhankelijke tool stelt u in staat om proactief te werken.
Ingestelde systeemparameters worden bewaakt en bij overschrijding ontvangt u een
waarschuwing. Zo kunnen er verbeteringen aangebracht worden nog voor het misloopt.
Bovendien kan AMS rapporten genereren die u in één oogopslag een duidelijk beeld schetsen
van uw omgeving. Geen enkele component van uw netwerk verdwijnt nog onder de radar!
Met AMS hoef je bijgevolg slechts 1 tool te implementeren. AMS monitort zowel de status van
uw servers, clients, switches, applicaties enz. als uw master en slave PLC’s, I/O- en CP-kaarten.
Hierbij heb je bovendien de keuze om AMS in te zetten als interne tool of als remote service.
Zo kunnen onze Axians experts de monitoring van uw gehele bedrijfsnetwerk voor u verzorgen,
alarmen en proactieve interventies voor u afhandelen en gericht advies geven aan de hand
van periodieke rapportage.
• Auto-detectie & monitoring
van netwerken en hardware
• Ook voor PLC, Profibus en
Profinet-toestellen
• PLC-diagnose geïntegreerd
in AMS-alarmering
• Remote scripting
(WMI, SNMP, PowerShell)
• Alarmen en meldingen
(e-mail, SMS, SysLog, OPC)
• Flexibele rapportering
• Configureerbare dashboards
• Beveiligde toegang
door middel van
gebruikersprofielen
Uw voordelen
• ‘One size fits all’ monitoring tool
• Lagere TCO dankzij gecentraliseerd beheer
• Voorkom storingen en downtime
• Toegankelijk via Web browser
• Realtime inventaris van uw hardware
Kenmerken
• Gecentraliseerd PLC
back-up management
www.axians.be
ENGINEERINGnet.BE
NIEUWSLIJN
«Na 15 jaar zelfbedruipend»
Meer dan 1.000
exposanten voor
vakbeurs Motek
Het omstreden project 'Bee Power Gent' zal 300 miljoen euro kosten en moet
samen met de twee grote biomassacentrales van Electrabel en E.ON de
Vlaamse 2020-doelstellingen haalbaar maken.
Enkele maanden voor de aanvang
van de vakbeurs, meldt inrichter
Schall meer dan duizend exposanten
ingeschreven te hebben. Met dien
verstande dat er welgeteld 915 zijn
voor de Duitse automatiseringsbeurs
Motek en 112 voor Bondek, het event
over verbindingstechnieken dat tegelijkertijd plaatsvindt.
Belgian Eco Energy plant grote
biomassacentrale in Gentse haven
H
et Mechelse Belgian Eco Energy
is vier jaar na de start rond met
zijn plannen voor een grote
biomassacentrale in de Gentse haven.
Momenteel wordt gewerkt aan de financiering van het project, waarvan de
kostprijs geraamd wordt op 300 miljoen
euro. Aan de basis van 'Bee Power Gent'
liggen ex-medewerkers van Eneco:
huidig CEO Michael Corten, CDO
Christophe Surleraux en COO Chris
Elbers. Zij richtten in oktober 2010 BEE
op en werkten sindsdien aan de realisatie van hun paradepaardje: een grote,
'echte' milieu- en omgevingsvriendelijke
biomassa-installatie.
Bee Power Gent is één van de drie
centrales die nog kunnen genieten van de
groene certificaten voor elektriciteitsproductie op basis van biomassa, vooraleer
de Vlaamse regering het systeem dit jaar
afschafte. De andere twee zijn omgebouwde kolencentrales: het Gentse Max
Green van Electrabel (dat dat voor kort
stillag) en een plant van E.ON in Langerlo (nog niet onder constructie), beide
ook op basis van de klassieke houtpellets.
BEE kiest naar eigen zeggen voor een
ander type brandstof, zoals snel groeiend
plantagehout en houtafval.
Medestichter Michael Corten: «We
hebben de volle steun van de overheden.
Enerzijds omdat ons land de laatste jaren
steeds afhankelijker wordt van stroominvoer uit het buitenland. Maar ook
omdat we alleen de eerste vijftien jaar
overheidssteun (de groenestroomcertificaten, redactie) nodig hebben. Daarna zal
Bee Power Gent zich nog dertig jaar zelf
bedruipen. Dat is vrij uniek in de sector.»
De milieuorganisaties Bond Beter
Leefmilieu, Greenpeace en WWF tonen
zich minder enthousiast. «De centrale
heeft een capaciteit van 200-250MWe
en een bruto rendement van 43%. Dat
betekent dat meer dan de helft van de vrijgekomen energie in de vorm van warmte
F
Michael Korten
eit is dat Motek specifiek voor
de maak- en assemblagesector
te boek staat als het grootste
gespecialiseerde event op het Europese
continent. België telt met Indumation en
Engineering & Automation vergelijkbare
iniatieven, maar daar zijn de aanbieders in hoofdzaak de nationale filialen,
invoerders en verdelers van elders in
de wereld ontwikkelde technieken. In
Stuttgart exposeren de fabrikanten zelf,
zij het dat het ondanks alles nog steeds
vooral om Duitse bedrijven gaat. Toch
claimt Schall een steeds verdergaande
internationalisering van zijn vakbeurs:
aan exposantenzijde is intussen 20%
van de exposerende bedrijven afkomstig
van buiten Duitsland, en de bezoekers
– vorige maal zo'n 35.000 – bleken uit
zowat 100 landen te stammen. Voor wie
een internationaal cliënteel bedient of
een bredere kijk op de huidige stand van
de techniek nastreeft, durven we daarom
Motek aanbevelen. << (Bert Belmans)
(foto: Schall)
verloren gaat. Ze zal jaarlijks 800.000 à
1.200.000 ton biomassa verbranden en
meer dan 1.300.000 ton CO2 uitstoten.»
Bovendien: «Er is ook geen volledige
transparantie over de herkomst van de
biomassa. De informatie over 'houtafval'
en plantagehout moet preciezer: over
welke soorten gaat het? In welke landen
zal die worden geteeld? Wie zullen de
Motek, Stuttgart Exhibition Centre,
leveranciers zijn?»
van 6 t/m 9 oktober 2014
BEE – dat zich als 'groen bedrijf'
profileert – accentueert van zijn kant net
de omgevings- en milieuvriendelijkheid
van het project: «De centrale komt in een
zware industriezone met relatief weinig
bewoning. We gaan bovendien geen extra
vrachtwagens de weg op sturen: alle biomassa wordt per schip aangevoerd. We
zullen ook heel schone lucht uitstoten.»
Als alles goed gaat, zal Bee Power Gent
in het najaar van 2017 operationeel zijn.
<< (Bert Belmans) (foto: BEE, Michael
Corten)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 13
ENGINEERINGNET.BE
ENGINEERINGNET.BE
omslagverhaal
omslagverhaal
Industrie
4.0
De weg naar het volgende
Wirtschaftswunder
«Made in Germany»?
O
p de foto bovenaan: het begrip
'Industrie 4.0' werd door de Duitse
federale overheid, met bondskanselier Merkel als boegbeeld, in 2011
gelanceerd op de Hannover Messe. Maar al
in 2010 ontstond in de VS de 'Smart Manufacturing Leadership Coalition'. Op de primeur
kan Duitsland dus geen aanspraak maken...
14
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
Na 'smartphone' en 'smart grid' wordt 'smart factory' dé hype
term van de toekomst. In 2011 startte de Duitse overheid met de
slagzin 'we gaan voor Industrie 4.0, een programma dat leidt tot
een industriële omgeving gebaseerd op intelligente netwerken en
die tevens de duurzame economie ondersteunt'. Deze flexibele,
slimme fabrieken moeten de toekomst van de Duitse maakindustrie
veiligstellen en het land handhaven als wereldleider in de
machinebouw.
DOOR Alfons Calders, engineeringnet
ENGINEERINGnet.BE
omslagverhaal
N
adat het conceptidee over de
'slimme fabriek' werd gepresenteerd op tal van beurzen, wordt
nu de marathon om de bedrijven over
heel Duitsland te inspireren, op gang
getrokken. Daarbij moeten de aanbieders van automatiseringscomponenten
en machines de kop afbijten. Criticasters wijzen er op dat rond deze 'smart
evolution' nog geen enkele standaard
of norm bestaat, maar de 4.0-revolutie
start ook maar pas. Dat blijkt ook uit een
bevraging in Duitsland die zegt dat 60%
van de bedrijfsleiders nog nooit van het
begrip 'Industrie 4.0' heeft gehoord. In
België wordt de evolutie van Industrie 4.0
opgevolgd door het technologiecentrum
Sirris dat voor zijn Made Different-programma (dat inspeelt op het ‘Factory of
the Future’-plan van de vorige Vlaamse
regering) met argusogen kijkt naar wat
van het Duitse onderzoeksgebeuren te
integreren valt in de Belgische industrie.
(vereniging van de elektrotechnische
en elektronische industrie). Acatech, de
Deutschen Akademie der Technikwissenschaften publiceerde in april 2013
het eindrapport van deze Industrie 4.0
werkgroep. Op de Hannover Messe en
in tal van congressen worden theorieën
en realisaties getoond.
Wat is 'industrie 4.0'?
De 4.0 staat voor de vierde industriële
revolutie in productie. De eerste industriële revolutie was de automatisering
op basis van waterkracht en stoom (de
mechanisatie). De tweede de invoering
van 'work sharing'-productielijnen, wat
leidde tot competitieve massaproductie.
De derde dateert van de zeventiger jaren,
toen de snelle evolutie in de elektronica
en informatica 'automatische productie'
algemeen gangbaar maakte.
De vierde industriële revolutie is een
verdere stap in automatisering, namelijk
de full flexibilisering van deze automatisering. Ze staat nu in de startblokken
en zit te paard op twee stromingen.
Enerzijds: 'het intelligenter worden van
producten en productiecomponenten',
wat steunt op de miniaturisering van
de micro-elektronica. En de tweede
stroming, gestuurd vanuit de vraag naar
steeds meer flexibilisering van de productie, zijn mecanosystemen gebaseerd
op 'vernette' intelligentie. Deze vernetting loopt door tot in 'the cloud', die dan
wordt gebruikt voor enerzijds resources
(sturingsprogramma's, supervisie, onderhoudsondersteuning...), en anderzijds
voor 'storage' (opslag van traceability
gegevens). Men spreekt hierbij over 'the
Duits strategisch 'anders'
denken
Het begrip 'Industrie 4.0' werd door de
Duitse federale overheid - met bondskanselier Angela Merkel als boegbeeld
in 2011 gelanceerd op de Hannover
Messe. Het was een onderdeel van haar
High-Tech Strategy 2020. Dat is een
basisresearchprogramma van de Duitse
federale overheid dat voor het eerst
werd gelanceerd in 2006, bijgestuurd
in 2009 en uitgebreid tot de 'High-Tech
Strategy 2020' in 2010. Ze ondersteunt
zogenaamde 'forward-looking projects',
samenwerkingsprojecten in grensverleggend onderzoek tussen universiteiten en
bedrijven.
Industrie 4.0 is één van de projecten,
naast onder andere C02-neutrale, energieefficiënte en klimaatvriendelijke steden,
intelligent herdenken van de energiebevoorrading, hernieuwbare basismaterialen als alternatief op olie, gepersonaliseerde geneeskunde en onafhankelijk
leven in uw oude dag, secure identiteiten,
sustainable transport, op internet gebaseerde services voor business...
Er werd het Platform Industrie 4.0
opgericht door VDMA (Duitse vereniging van machinebouwers), Bitkom
(brancheorganisatie voor IT, telecommunicatie en nieuwe media) en de Zvei
Om even zuiver te stellen:
Industrie 4.0 bestaat (nog lang) niet
Het is een denkwereld waarbinnen researchprojecten worden meegefinancierd door de federale Duitse overheid en waarbinnen (Duitse) bedrijven en
onderzoekscentra hun beste beentje voorzetten om te scoren. Het doel is om
deze Industrie 4.0 te realiseren over de volgende 10 à 20 jaar. Het is wel duidelijk dat ondertussen alle belangrijke bedrijven, zowel de bedrijven actief in
automatisering als de machinebouwers en geavanceerde productiebedrijven
zoals de auto-industrie, gebeten zijn door de Industrie 4.0- virus en belangrijke researchprogramma's rond grensverleggende ideeën op poten zetten.
De Duitse overheid wil via projecten en samenwerkingsverbanden tussen
bedrijven de benodigde technologie ontwikkelen en hiermee het huidige
leiderschap van de Duitse machinebouwers behouden. Anderzijds wil ze
Industrie 4.0-markten creëren die voorlopen op de rest van de wereld wat
betreft de Cyber Physical System-technologie en -producten. <<
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 15
ALL SHAPES. ALL SIZES.
ALL COLORS.
www.br-automation.com/PowerPanel
<
<
<
<
<
PLC + HMI = Power Panel C-Series
Pure HMI = Power Panel T-Series
For I/O, drives and safety
POWERLINK | Ethernet | USB | CAN | RS232 | RS485
4,3" | 5,7" | 7" | 10,1"
ENGINEERINGnet.BE
omslagverhaal
Internet of Things and Services' en over
Cyber-Physical Systems, fysische productie die steunt op internet gebaseerde
diensten.
Zoals Flanders Technology?
Smart factory: een
wereldbreed denkproces
De Duitse overheid staat niet alleen met
haar idee rond 'flexibele, ICT-vernette
productiesystemen', noch heeft het de
primeur van het concet. In de Verenigde
Staten was al in 2010 een workshop met
als thema 'de 21ste eeuw Smart Productie'
het startpunt voor de SMLC, wat staat
voor Smart Manufacturing Leadership
Coalition. Aan deze strategisch onderzoekgroep werken een grote groep deskundigen uit de industrie, de overheid,
academische wereld en de nationale
laboratoria mee.
Op basis van hun eindrapport met prioritaire acties om te komen tot slimme
productie, startte de Obama-administratie
een 500 miljoen dollar project op rond
geavanceerde productietechnieken, met
de SMLC als coördinator. Op 31 juli
2012 werd SMLC officieel een nonprofit organisatie. In Amerika ligt de
nadruk, naast dat 'internet der dingen',
ook op simulatie als basis van flexibele
productie-ombouw.
Intelligentie in de
productieketen en de
producten
Industrie 4.0 van zijn kant wil een
Duitse voorsprong opbouwen op vlak
van de Smart Factory, Smart Logistics,
Smart Supply Chain, ... tot Smart Products. Binnen de Smart Factory draait
het om gemakkelijk aanpasbare productielijnen (adaptability) met autotuning en
automatische configuratie. Deze moeten
toelaten een breed gamma producten
te produceren in zeer kleine reeksen lees: productieruns van één stuk. En dit
economisch efficiënt, ergonomisch en
duurzaam wat betreft grondstofgebruik
(hergebruik en recyclage).
Hiertoe moeten enerzijds elk deel
van de productielijn over ingebouwde
intelligentie beschikken, en anderzijds
moeten ze kunnen communiceren om
'samen' de optimalisering van de ganse
productielijn te realiseren. Naast deze
'lokale' intelligentie kunnen (delen van
In de Duitse middens is iedereen gebeten door het Industrie 4.0-virus, enigszins vergelijkbaar
met de Flanders Technology-microbe van bij ons in de jaren tachtig. Hier een enthousiaste
Duitse minister van Wetenschap en Energie, Sigmar Gabriel, omringd door vertegenwoordigers van VDMA en SVEI. Met op de achtergrond - héél toevallig? - de stand van Festo,
een Duits fabrikant die al jaren nonconformistische automatiseringsconcepten uitdoktert.
de) basisprogramma's vanuit het internet
gebruikt worden. Men spreekt dan over
cyber-fysische systemen.
En omdat technici schaars worden
en opbouw van kennis in de bedrijven
duur is, denkt men aan internetservices. Het gaat dan om leveranciers en
gespecialiseerde groepen die vanuit het
internet inloggen in het productieapparaat en testen uitvoeren of informatie
uithalen als basis voor gespecialiseerd
predictief onderhoud. Desgevallend
staan deze ook in voor het direct sturen
van gespecialiseerde serviceploegen.
En – om de controle op producten,
productie, stock... vanuit elke locatie
mogelijk te maken (traceerbaarheid
is ook een steeds belangrijkere eis) –
moeten de opvolgingsresultaten ook 'in
the cloud' worden weggezet.
The cloud is the sky
Met 'the cloud' als tool bestaat de
mogelijkheid om te evolueren naar 'collaborated production'. Dat zijn virtuele
productielijnen waarbij netwerken van
bedrijven zorgen van de productie,
van component tot assemblage. Hier is
internet de basis voor de logistiek en
de gegevensbeschikbaarheid voor alle
partijen. De fysieke logistiek gebaseerd
op internet-apps, dus. En rond productie
zullen internetservices ontstaan. Denk
aan het hierboven genoemde predictief onderhoud. Maar waarom geen
cyberbased ontwerpondersteuning voor
optimalisering van producten en productielijnen? The sky is the limit, met een
aantal clouds natuurlijk...
Hierbij wil men met deze 'cloud services' nog een dimensie verder gaan. De
wereld wil en moet 'sustainable' gaan
denken. De basis zou kunnen zijn om in
de geest van 'cradle to cradle' lifecyclebeheer te realiseren. Denk aan het
opvolgen - kwaliteitscontrole, predictieve
voorspelling van failure - van autocomponenten, zoals remschijven. Parameters
verzamelen in productie, maar ook de
opvolging van de slijtage wanneer ze
op de wagen staan. Dat realiseren vergt
de inbouw van intelligentie, dus microelektronica, in de producten en draadloze
(WiFi of andere) communicatie met een
wereldwijde dekking. En vooral partnerships creëren tussen bedrijven: afspraken
tussen de leveranciers, de assemblagebedrijven en de aftersales. De voordelen zijn
legio. Naast 'veiligheid in de toepassing'
opent dit een 'legale' afscherming van
zijn eigen toepassingen tegen piraterij.
<< (foto's: Hannover Messe)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 17
ENGINEERINGNET.BE
ENGINEERINGNET.BE
IN
INTHE
THEFIELD
FIELD
AMERIKAANSE VISIE OP
internet of things
hoeVeel friends heeft uw machine?
Begin augustus ging in Austin de
jaarlijkse NI-Week door, de user
conference van National Instruments.
Een uitstekende gelegenheid voor onze
verslaggever ter plaatse om te peilen
naar wat collega-engineers aan de
overzijde van de Atlantische Oceaan
vinden van Industrie 4.0, of in hun
eigen jargon: het Internet of Things.
Niet echt een verrassing, maar toch: ze
zien het groter en koppelen er meteen
andere, volgens hen onlosmakelijke
aspecten zoals big data en wireless aan
vast. En ze nemen uitgesproken en vaak
controversiële standpunten in. Zoals
een hernieuwde interesse in analoge
signalen...
door Alfons Calders, Engineeringnet
E
en vaststelling in de Amerikaanse
'mindset' is dat we IoT of het 'Internet
of Things' al werkelijkheid zien worden
in de consumentenwereld. Daar is het internetgebruik van pure 'communicatie' (downloaden
18
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
of uitwisselen) reeds omgezet in
'living together'. Want sociale netwerken maken communicatie en in
essentie het samenleven al volledig
anders. Internet gaat de kant op van
'controlling': er zijn bijvoorbeeld de
interactieve TV-toepassingen, of de
internetgebaseerde en via je smartphone regelbare domoticasystemen. Of
apps om iemand via zijn of haar smartphone te lokaliseren. In deze consumentenversie van IoT vallen volgens
hen nog twee aspecten op. Het eerste
is: alles wordt wireless. Er wordt
voorspeld dat binnen de tien jaar meer
smartphones in gebruik zullen zijn
dan er mensen op aarde rondlopen.
En de tweede trend: meer en meer toepassingen steunen op immense data
streams. En we hebben het internet
nodig als massa-opslagmedium en als
computercapaciteit voor de (real time)
analyses op die big data.
IoT voor de industrie
Daarnaast wordt hard gewerkt aan de
IoT voor industriële toepassingen, die
de Amerikanen zien evolueren langs
drie hoofdassen: Smart Production
NI-Week 2014: 6.000 engineers, waarvan meer dan de helft eindgebruikers.
Veel nieuwigheden, veel netwerking,
maar ook een aantal visionaire standpunten in drie dagen keynote-sessies.
Systems, Smart Energy Grids en
Smart Cities
Dr. Joe Salvo, directeur bij GE
Global research en oprichter van het
kersverse Internet Industrial Consortium, ziet de toekomst daarvan alvast
volgens dezelfde krachtlijnen evolueren. Zijn controversieelste uitspraak
was wel: «Vandaag zou iedereen raar
opkijken als iemand zou vragen: 'Hoeveel friends heeft uw verpakkingsmachine?' of 'Hoeveel experten liken uw
productie-oplossing?' U lacht, u bent
sceptisch dat dergelijke dingen gaan
gebeuren? Dat waren we over het
smartphone-gebruik geen drie jaren
geleden ook nog.»
Naar zijn mening zal het 'industrial
internet' van de nabije toekomst gebaseerd zijn op een netwerk van 'things'
met 'lokale intelligentie'. Networking
zal zich zowel op de productievloer
ENGINEERINGnet.BE
IN THE FIELD
tussen de verschillende delen van de productielijn als buiten de directe kring afspelen.
Enkele voorbeelden: experten die zorgen voor
de nodige opvolging en predictief pannes aankondigen, managers die productie-efficiëntie
on-line opvolgen en in real time beslissingen
nemen rond instellingen....
Jim Robinson, General Manager van de IoT
Solutions Group bij Intel onderschrijft zijn
mening: «De 'factory of the future' zal worden
opgebouwd uit modulaire productielijnen met
delen die automatisch in en uit de lijn worden
geschoven, in functie van wat is ingepland.
Dat zal gebeuren zonder dat je enige bekabeling moet connecteren en deze componenten
zullen zich 'plug and play' integreren in de
productielijn. Zoals een printer zich draadloos
en naadloos koppelt met je PC. En de support?
Experteams analyseren het productiesysteem
via de cloud en de servicemensen komen predictief ter plaatse met de correcte wisselstukken
al in hun handbagage.»
Virtual fysical systems
James Truchard, CEO van National Instruments, ziet de productietechnologie zich
ontwikkelen in de richting van virtual fysical
systems : «Meer en meer hardwaretoepassingen
worden softwaregebaseerd. Het verstrengelen
van 'operationele technieken' - zoals sensoren,
meetsystemen, machines, handling systems met 'intelligente informatietechnologie' leidt
tot virtual fysical systems. Zoals de virtuele
instrumenten vandaag reeds een combinatie
zijn van intelligente hardwaresensoren en
veel rekenkracht in combinaties van embedded controllertechnologie en FPGA's. Door
dit samenwerken van sensoren, embedded
systems en softwaretoepassingen, gebaseerd
op internet, wordt het mogelijk dat mensen en
machines efficiënt en veilig samenwerken.»
Jim Robinson
James Truchard
kan meten en bijsturen op dergelijke
tijden, dan verhoogt het risico dat het
licht uitgaat.
Hetzelfde geldt voor 'Smart City'technologie'. Een voorbeeld: de driverless hybrid car, die één netwerk
van intelligente controllers wordt. In
de driverless car is het niet enkel de
veilige afstand tot de vorige wagen
die moet gemonitord worden, er zijn
ook de randfenomenen zoals 'veilig
reageren als een voetganger ineens
tussen de wagens oversteekt'. Dan kan
men zich inbeelden dat (reactie)tijd
en synchronisatie van taken (detec-
Tijd is cruciaal
Eén ding mag duidelijk zijn: in de hele
IoT-evolutie is 'real time' een kerngedachte. Waar echter eind jaren 1970
bij productiesystemen milliseconden
'real time' was, wordt in de toekomstige IoT-toepassingen eerder gedacht
aan microseconde en zelfs nanoseconde responstijden. De technologie
an sich bestaat al. Denk aan controllers op basis van FPGA's, overigens
een stokpaardje van National Instruments. FPGA's zijn programmeerbare
hardwareschakelingen, waarbij via
software gelegde verbindingen tussen
Dr. Joe Salvo: «Vandaag zou iedereen raar opkijken als
iemand zou vragen: 'Hoeveel experten liken uw productieoplossing?' Maar sceptisch waren we drie jaren geleden
ook nog over het gebruik van de smartphone...»
Smart Grids & Cities
Smart Energy Grids zijn een belangrijk IoTthema. Met de groeiende onvoorspelbaarheid
van leveringen door de 'renewable energy'bronnen wordt het beheersen van het elektrische energienet steeds moeilijker en complexer.
Als een windmolen van 8 MW er ineens inkomt
of uitgaat, moet in hypersnel gereageerd
kunnen worden. En het in balans houden van
dit elektrisch net is dit een schoolvoorbeeld
van enorm veel decentrale actiepunten die
permanent, in real time moeten gesondeerd en
gecontroleerd worden en in de totaalberekening ingebracht worden. Real time betekent:
micro- en nanoseconden. Indien men niet
tie, interpretatie, sturen, remmen...)
enorm belangrijk is.
«Het lijkt vandaag 'slechts' een mooi
onderwerp voor onderzoek, maar
binnen tien jaar begrijpen we niet
meer dat we ooit het risico namen om
zelf te sturen», stelde een overtuigde
spreker. «En de voetganger zal nooit
begrijpen dat hij ooit géén verkeersapp op zijn smartphone had, een
'knop' die hem toelaat – zonder dat
verkeerslichten de flows steeds in de
war sturen – veilig tussen de rijdende
wagens over te steken.»
massa's gates op de chip toelaten om
een hardwareschakeling te realiseren.
Deze FPGA's laten toe meerdere
controlecircuits in timeframes van
nanoseconden synchroon te laten
functioneren.
Het gaat hier over nanoseconden
respons 'on chip in one system'. Bij
de Internet of Things gaat het om
gedistribueerde systemen die volgens
het plug-and-play principe met elkaar
moeten functioneren. Ook tussen
en op deze soms mijlen uit elkaar
staande gedecentraliseerde systemen
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 19
ENGINEERINGnet.BE
IN THE FIELD
moet 'dezelfde tijd' gehanteerd worden.
Tijd en synchronisatie van die tijd is dus
zeer belangrijk... en niet zo eenvoudig
te realiseren. Te bedenken dat vele van
die gedistribueerde systemen werken op
basis van 'voorspellingen' die via simulaties worden gegenereerd, dan begrijpt
u dat er gesproken wordt over 'time
control loops' in de grootte-orde van 1
microseconde en tijdsynchronisaties in
de grootte-orde van nanoseconden (10-9
seconden).
US based Industrial Internet Consortium
aan gemeenschappelijke architectuur,
interoperabiliteit en open standaards.
Het consortium telt ondertussen reeds
een honderdtal organisaties en bij de
laatste nieuwe leden ziet men dat ook
de interesse vanuit Europese en internationale hoek in stijgende lijn gaat.
Zijn bijvoorbeeld toegetreden: Technische Universität Darmstadt, Schneider
Electric, Fujitsu Limited, Samsung
Electronics en Hitachi.
Hernieuwde interesse
in .... analoog
De trend naar almaar méér 'software
based decentralised systems' creëert een
bottleneck ter hoogte van de verwerking
en het ter beschikking houden van de
data. Op het gebruikersevent bleek dat
deze hoeveelheid data nog drastisch
dreigt te verhogen doordat er opnieuw
een stijgende interesse is om... analoge
data door te sturen. De reden hiervoor is
dat men naast de digitale data ook alle
randfenomenen zoals storingen of interferenties ter beschikking wil hebben. De
analyse van de analoge gegevens geeft
daar een beter beeld van. Ze zijn ook
de basis voor predictieve alarmgeving,
onder meer over de toestand van de
sensor zelf. Daarnaast zijn er toepassingen waarbij het onmogelijk is het
signaal te digitaliseren omdat men dan
te veel informatie verliest, zoals 'unieke'
meetsituaties die moeilijk opnieuw te
creëren zijn (windtunneltesten, weerobservaties...). Dat men dan terug grijpt
naar het doorzenden van analoge signalen, betekent niet dat er geen intelligentie
(meer) nodig is in de sensor. Integendeel.
Men heeft zeer performante systemen
nodig voor signaalconditionering, voor
timestamps... en voor het doorsturen van
de digitale waarden die nodig zijn voor
de 'klassiek' controletaken.
Pushing up wireless
communication
En bij deze stijgende communicatie en
vernetting komt het extra probleem van
de bottleneck die 'wireless' bij stijgend
gebruik gaat vormen. Vandaag spreken
we over 4G-netwerken. 4G staat voor
'vierde generatie draadloos netwerk'.
1G werd door Nordic Mobile Telephone
geïntroduceerd in 1981, 2G (GSM) werd
James Smith
De driver in de VS achter de IoT-trend
is het zeer recent opgezette Industrial
Internet Consortium (IIC), een non-profit
organisatie die ijvert voor 'Smart America'. Het IIC werd opgericht in maart
2014 door de grote industriële spelers
General Electric, AT&T, Intel en Cisco
Systems. Het doel is een IoT- ecosystemen te ontwikkelen. Ze wil daarvoor
onderzoek uit de industrie, academische
instellingen en vanuit de VS-overheid
coördineren en stimuleren die werken
uitgerold vanaf, de eerste 3G systemen
(IMT-2000, UMTS) dateren van 2001.
En de standaarden van 4G (IMT Advanced) dateren van 2012. Maar wil men de
vraag naar steeds grotere bandbreedtes
beantwoorden, dan zal men naar een
volgende generatie mobiele netwerken
moeten overstappen. In de US is men
reeds sterk begonnen met het profileren
van 5G. Niet enkel de US, want we
zagen een poster van prof. dr. ir. Sofie
Pollin over het 5G-onderzoek dat de
KULeuven onder haar leiding doet aan
de KULeuven. Spitstechnologie dicht bij
huis, ontdekt ver van huis.
5G draait om het leren gebruiken van
steeds hogere frequenties, m.a.w. nog
kortere golflengtes: verschuiving van de
communicatie naar de cm-band. Goed
nieuws, want de antennes verkleinen
James Smith, director embedded
systems en de brugpersoon voor NI met
IIC, wees er op dat ook het IEEE werkt
aan de noodzakelijke nieuwe standaarden voor het Industrial Internet. Deze
moeten onder meer toelaten dat de
noodzakelijke tijdstempel in alle IoTsystemen op dezelfde wijze zal doorgegeven en herkend worden. Naast tijd
moet ook de herkenbaarheid en integriteit van data gewaarborgd worden. En
ook dat vergt nieuwe normen. Dus voor
aleer IoT mogelijk wordt, is er nog heel
wat werk aan de winkel om de noodzakelijke nieuwe standaarden te realiseren die de 'plug-and-play'-functie over
gedistribueerde systemen van verschillende merken zal moeten garanderen.
Aan deze standaarden wordt gewerkt
binnen de in september 2011 opgezette
'IEEE Standards Associations INTERNET
OF THINGS'. <<
(een antenne is meestal ¼ van de golflengte groot) en dat laat toe de apparatuur steeds kleiner te maken. Vandaag is
een limiet van de grootte van het kastje
- naast voor door de mens gebruikte
devices de grootte van de knoppen en
het scherm – de grootte van de antenne.
Nadeel is echter: hoe kleiner de golflengtes hoe minder ver het bereik. Wifi
werkt vandaag met small cells, 5G vergt
microcells. En waar gaan we dus alle
basisstations neerzetten en... onderling
beheren om te communiceren?
Nog heel veel werk, maar alle sprekers
waren het over één punt eens: vandaag
begrijpen we nog niet hoe we het moeten
realiseren, morgen begrijpen we niet dat
we het ooit niet gehad hebben. Denk
maar aan de smartphone, de e-mails,
interactieve digitale TV... << (foto's: NI)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 21
PUBLIREPORTAGE
Inclusief WAGO-gateway met configuratiepagina voor eenvoudige
parametrering van maximaal 64 telecontrole-substations
Nieuwe mogelijkheden
in telecontroletechniek
Zowel in de water-, stroom als
gasvoorziening neemt het belang
van decentrale deelnemers en de
complexiteit van besturingssystemen
gestaag toe. Veelgevraagd hier zijn
intelligente, flexibele telecontroleoplossingen. Met de nieuwe compacte
telecontrole-gateways van WAGO kan
men tot 64 substations in een open
structuur aan het besturingsniveau
koppelen. Hiermee kunnen gebruikers
een flexibele, transparante en
kostengunstige oplossing realiseren.
D
e dynamische uitbreiding van
hernieuwbare energieën heeft
ertoe geleid dat het aantal aan
decentrale energie-opwekkers fors
is gestegen. De trend verschuift vandaag van energienetten met centrale
energie-opwekking naar netten met
talrijke heterogene installaties zoals
warmtekrachtkoppelingen, zonne- of
windparken alsook biogas- of waterkrachtcentrales. Deze nieuwe uitdagingen vereisen moderne, intelligente
energienetten ter sturing, belastingsverdeling en opwekking van elektrische
energie - zogenaamde «smart grids».
Gelijkaardige ontwikkelingen zijn ook
merkbaar in andere bereiken van de
telecontroletechniek zoals bijvoorbeeld
bij de gasdistributie, watervoorziening
en afvalwaterafvoer.
Vaak ontstaat zo een onoverzichtelijk net
met divergente interfaces van verschillende fabrikanten en een veelvoud aan
gesloten fabrikantgebonden systemen
- voor de klant niet meer dan een black
box. Gebruikers zijn daardoor gedwongen, bij iedere systeemaanpassing,
programmatie of parametrering met de
fabrikant van de telecontrole-oplossing
rekening te houden. Dit leidt tot weinig
flexibele structuren en extra servicekosten.
Tot dusverre moeten gebruikers in de regel
bij de communicatie van het veld- naar
het besturingsniveau steeds op producten
van de fabrikant van de telecontroletechniek teruggrijpen. Er staan hen daardoor
weinig mogelijkheden ter beschikking om
naar goedkopere productalternatieven uit
te kijken. Deze voor de klant en de markt
onvriendelijke situatie zou thans met de
nieuwe telecontrole-gateways (WTG) van
WAGO kunnen veranderen.
n Liberalisering van de markt
De WTG introduceert voor het eerst een
open transmissieniveau tussen de deelnemers in het veld en het besturingsniveau.
Hiervoor verbindt een industrie-PC met
WAGO-telecontrole-software als communicatiegateway maximaal 64 telecontrolesubstations (volgens IEC60870-5-101/104)
met het besturingsniveau (volgens IEC
60870-5-104). Voor de seriële communicatie in het veld kunnen maximaal twaalf
RS232-modules aan de industrie-PC
worden aangesloten. De WTG kan
overal tot inzet komen, waar telecontrolesubstations onafhankelijk van de fabrikant
dienen te worden aangesloten of waar de
beperking van de telecontroletechniek
qua aantal mogelijke verbindingen dient
te worden opgeheven.
De communicatie met het veldniveau is
via permanente verbinding, inbelverbinding of transparante TCP/IP-verbinding
(DSL of GPRS router) en naar het besturingsniveau via ETHERNET- of seriële
PUBLIREPORTAGE
communicatie mogelijk. De gegevens worden
één op één betrouwbaar en veilig aan het
besturingsniveau gecommuniceerd, zodat
geen extra parametrering noodzakelijk is.
Ook een optionele redundante opbouw - via
een TCP/IP-verbinding van twee IPC's met
het telecontrole platform - is mogelijk. Dit
zorgt voor verhoogde veiligheid bij kritische
toepassingen zoals in de afvalwaterafvoer,
waar een verontreiniging van het milieu ten
allen tijde moet worden voorkomen. Evenzo
laten zich twee besturingsplatformen aan één
IPC aansluiten.
n Schaalbaarheid en kostenefficiëntie
De WTG maakt het mogelijk om fabrikant- en bouwtechnischoverkoepelend gegevens te verzamelen van alle telecontrole-substations en deze centraal door te sturen naar het
besturingsniveau. Naast het bundelen van het dataverkeer
ondersteunt de WTG tevens de coördinatie van inkomende
en uitgaande analoge, GSM of ISDN-inbelverbindingen
naar de substations. Voor het bedrijf is geen speciale
parametreersoftware noodzakelijk. Via het Web-BasedManagement (WBM) kunnen gebruikers in het kader van
hun licentie-overeenkomst zelfstandig deelnemers toevoegen en systeemaanpassingen uitvoeren. Dit vereenvoudigt
de installatie van telecontrole-substations en verlaagt de
kosten en moeite van een integratie. Nodeloze kosten door
externe dienstverleningen vallen weg. Door een verbeterde
datatransparantie kunnen gebruikers mogelijke storingen aan
toestellen in het veld nu al op het transmissieniveau traceren
en vaak zelfstandig verhelpen.
De WAGO-telecontrole-gateway biedt hiermee in elk opzicht
een kosteneffectieve telecontrole-oplossing die door besparingen bij de servicekosten, een aantrekkelijke aanschafprijs
alsook een gebruikersspecifieke schaalbaarheid overtuigt.
Behalve de WTG-uitvoering met maximaal 64 substations
is er een «light»-variant die op vier communicatielijnen
met het veld is beperkt en met maximaal 16 telecontrolesubstations communiceert. Functioneel is de «WTG Light»
niet beperkt. Deze afgeslankte uitvoering is vooral geschikt
bij de decentrale inzet in de opwekking van regeneratieve
energie zoals in zonne- of windparken en vormt op de markt
van de telecontroletechniek een primeur met betrekking tot
schaalbaarheid.
n Modulariteit en flexibiliteit
De WTG is deel van het veldbusonafhankelijk WAGO-I/OSYSTEM dat met zijn fijnmodulair design in bijzondere mate
rekening houdt met de vereisten voor veldbussystemen in
de energievoorziening en -verdeling, de water- en gasverzorging alsook de afvalwaterafvoer. In het gamma van het
WAGO-systeem zijn meer dan 400 busmodules beschikbaar
voor het realiseren van de talrijke vereisten voor verschillende analoge en digitale in- en uitgangen - van zeer compacte 16-kanaalsmodules tot specifieke modules zoals de
3-fasen-vermogenmeetklem. Ook draadloze communicatie
en oplossingen voor explosieve bereiken met intrinsiek veilige
modules (ex-i- gecertificeerd) kunnen worden geïntegreerd.
Met het flexibele I/O-SYSTEM biedt WAGO componenten
voor een optimale controle in energietransmissie- en distributienetten om de energieverzorging op basis van een
efficiënt en betrouwbaar systeembedrijf te waarborgen. Het
I/O-systeem spreekt namelijk de «taal» van de leveranciers: de IEC-protocollen 60870-5-10 en 104, alsook IEC
61850/61400. Een configurator maakt het mogelijk, zonder
lastige programmering IEC-meldingen te genereren. De WTG
is zodoende zelfs in een gemengd netwerk een uniforme
hardwarebasis voor de veilige datatransmissie en zorgt voor
zekerheid bij de planning langs de zijde van de exploitant.
n Verhoogd rendement
De WTG maakt een overkoepelende en fabrikantonafhankelijke aansluiting van maximaal 16, respectievelijk 64
telecontrole-substations aan het besturingsniveau mogelijk.
Hiermee verhoogt het op unieke manier de beleidsruimte en
de keuzevrijheid van de gebruikers. Dankzij de verbeterde
transparantie kunnen deze technische storingen op het
veldniveau zonder hulp van de fabrikant van het besturingsniveau verhelpen. Bovendien kunnen exploitanten bij systeemuitbreidingen nu vrij en onafhankelijk van een fabrikant
beslissen. Dit zorgt voor bezuinigingspotentieel en vereenvoudigt systeemmodificaties. Als eenvoudig te handhaven
telecontrole-interface voor betrouwbare datatransmissie,
levert de WTG een efficiënte sturing van complexe systemen
uit de telecontroletechniek en biedt exploitanten gelijktijdig
een bijzonder economische oplossing.
Tekst: Kay Miller, WAGO / Foto’s: Wago
WAGO - Excelsiorlaan 11 - B-1930 Zaventem
T: +32 2 717 90 90 - www.wago.be - [email protected]
ENGINEERINGNET.BE
column
CE-markering & herziene productrichtlijnen
implementatie van wetgevend kader
komt op kruissnelheid
De recent gepubliceerde herzieningen van
de CE-markeringsrichtlijnen bevorderen
een verdere harmonisatie, maar voeren
ook nieuwe verplichtingen in voor
fabrikanten, importeurs en distributeurs.
«Als technologiefederatie verwelkomen
wij deze herzieningen», stelt Marc Cumps
van Agoria in deze column: «Europa wil
zo oneerlijke concurrentie uitschakelen.»
M
eer dan 75% van de regels waaraan
technische producten moeten voldoen,
wordt door de Europese instellingen
vastgelegd. Voor de Europese CE-markeringsrichtlijnen die betrekking hebben op het vrij
verkeer van goederen, is 2014 het jaar waarin de
implementatie van het nieuw wetgevend kader
voor het verhandelen van producten (NLF – New
Legislative Framework) op kruissnelheid kwam.
Het in 2008 gepubliceerde NLF had tot doel om
de wetgeving te harmoniseren, de accreditatieregels te verduidelijken en het markttoezicht te
versterken.
In de eerste helft van 2014 werden diverse
herziene productrichtlijnen gepubliceerd. Het
toepassingsgebied van de richtlijnen, de essentiële
eisen en de conformiteitsbeoordelingsprocedures
werden inhoudelijk niet noemenswaardig gewijzigd, ook al is de formulering aangepast. De
belangrijkste wijzigingen hebben betrekking
op de verplichtingen van de marktdeelnemers
(fabrikanten, gemachtigden, importeurs, distributeurs), die werden afgestemd op het nieuw
wetgevend kader voor het verhandelen van
producten, en op de versterking van de markttoezichtsregels om consumenten en professionele
gebruikers beter te beschermen. Alle marktdeelnemers moeten passende maatregelen nemen om
te waarborgen dat ze uitsluitend apparaten op de
markt aanbieden die aan de richtlijnen voldoen.
De verplichtingen voor iedere marktdeelnemer
houden rekening met zijn rol in de toeleveringsen distributieketen.
De fabrikant, die op de hoogte is van de details
van het ontwerp- en productieproces, is het best
in staat om de conformiteitsbeoordelingsprocedure uit te voeren. Wanneer een marktdeelnemer
24
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
Marc Cumps is
Senior Expert
bij Agoria
Toelichting
krijgt u op
Agoria's
infodag over
regelgeving en
normen op
16 oktober
2014
Bezoek:
www.agoria.be
apparaten onder zijn eigen naam of handelsmerk
in de handel brengt of apparaten zodanig wijzigt
dat de conformiteit met deze richtlijn in het
gedrang kan komen, moet hij als fabrikant worden
beschouwd en de verplichtingen van de fabrikant
op zich nemen. Er moet worden gewaarborgd dat
apparaten die vanuit derde landen in de Unie in de
handel komen, aan deze richtlijn voldoen, en met
name dat de fabrikanten de conformiteitsbeoordelingsprocedures met betrekking tot deze apparaten juist hebben uitgevoerd. Bijgevolg moeten
importeurs erop toezien dat apparaten die ze in de
handel brengen aan deze richtlijn voldoen en dat
ze geen apparaten in de handel brengen die niet
aan deze eisen voldoen of een risico inhouden.
Importeurs zien erop toe dat er conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn uitgevoerd en dat
markering van apparaten en documenten die de
fabrikanten opstellen, beschikbaar zijn voor de
bevoegde nationale autoriteiten.
De distributeur biedt apparaten pas op de
markt aan nadat ze door de fabrikant of de importeur in de handel zijn gebracht, en hij moet de
nodige zorgvuldigheid betrachten om ervoor te
zorgen dat de wijze waarop hij met de apparaten
omgaat geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van de apparaten.
Alle marktdeelnemers delen op verzoek aan
de markttoezichtsautoriteiten mee welke marktdeelnemers hen een apparaat hebben geleverd en
aan welke marktdeelnemers zij zelf een apparaat
hebben geleverd. Dit tot tien jaar nadat de levering
heeft plaatsgevonden (naspoorbaarheid).
De technologiefederatie Agoria verwelkomt
deze herzieningen omdat door een versterkt
toezicht op de notified bodies de kwaliteitsverschillen in de technische beoordelingen zouden
moeten verdwijnen. Zuid-Europese notified
bodies moeten dezelfde kwaliteit hanteren als
West- en Noord-Europese. Europa wil zo oneerlijke concurrentie uitschakelen en misbruiken te
wijten aan onvoldoende toezicht, uitschakelen. Er
rust natuurlijk ook een taak op de marktspelers
om inbreuken te melden aan de toezichthoudende
overheid. Agoria pleitte ervoor dat bij de herzieningen geen nieuwe eisen werden opgelegd
vooraleer de bestaande regels door iedereen
gerespecteerd werden. <<
Vacatech
DE RECENTSTE
VACATURES VINDT U OP:
W W W. E N G I N E E R I N G N E T. B E / J O B S
Magazine
Volgens Manpower
Maakindustrie meest optimistisch
over toekomstige tewerkstelling
«Het komende kwartaal zit er weinig beweging zit in aanwervingsmarkt», stelt Manpower.
Toch wel opmerkelijk: de Belgische maakindustrie blijkt het grootste optimisme aan de dag te leggen.
D
e meest recente Manpower Barometer
voorspelt dat er het komende kwartaal
weinig beweging zit in de aanwervingsmarkt. Slechts 4% van de bevraagde 750 werkgevers in België blijkt van plan om medewerkers
aan te werven, 6% zou mensen ontslaan.
Opmerkelijk is dat de maakindustrie zich het
meest optimistisch (+5) uitlaat over de toekomstige tewerkstelling: hun verwachting gaat al vier
kwartalen op rij in stijgende lijn, en bereikt zelfs
zijn hoogste score sinds het 2e kwartaal van 2012.
Deze sector wordt gevolgd door Elektriciteit, gas
en water (+2) en de Bouwsector (+1, maar wel 9
punten lager op één kwartaal tijd).
«Over de hele lijn zet de positieve opstoot van
vorig kwartaal zich momenteel niet door», zegt
Philippe Lacroix, Managing Director van Manpower. «De Belgische werkgevers stellen zich
opnieuw terughoudend op en koesteren weinig
hoop dat ze medewerkers zullen aanwerven.
Toch zijn de cijfers niet zwartgallig: 90% van de
werkgevers houdt hun personeelsbestand op een
status-quo de komende drie maanden. De werkgelegenheid mag dan wel niet groeien, ze blijft op
zijn minst toch redelijk stabiel. De onzekerheid
doet de werkgevers teruggrijpen naar flexibele
oplossingen, zoals interimarbeid, waardoor ze
niet gebonden zijn aan langetermijncontracten.
Bovendien verloor volgens de Zwitserse businessschool IMD België opnieuw twee plaatsen
in de rangschikking van de meest competitieve
economieën ter wereld.»
«Ons land heeft duidelijk nood aan structurele
socio-economische hervormingen. Het is de
enige, noodzakelijke manier om terug aan te
knopen bij de groei en een gunstiger tewerkstellingsklimaat.» << (foto: VDL Steel)
EEN JOBSPECIAL VAN
* De Vlaamse werkgevers voorspellen de meest pessimistische tewerkstellingsvooruitzichten sinds het 3de kwartaal van 2003 toen de peiling startte in
België. In Wallonië blijft de tewerkstelling ter plaatse trappelen terwijl ze in
Brussel wat toeneemt.
* Positieve tewerkstellingsvooruitzichten zijn er in slechts 3 van de 10 sectoren. In zes sectoren dalen de verwachtingen ten opzichte van vorig kwartaal.
* Wereldwijd zijn de tewerkstellingsvooruitzichten zwakker dan vorig kwartaal
en dalen in 24 van de 42 bevraagde landen en gebieden. In Europa is dat zo
in 11 landen op 22. <<
Engineeringnet ism
KOM MEEDRA AIEN
IN DE NIEUWE
UNILIN
N
A
V
K
IE
R
B
A
F
L
Y
VIN
ENTHOUSIAST TALENT GEZOCHT
ONTDEK ONZE VACATURES OP WWW.KOMMEEDRAAIEN.BE
UNILIN, wereldwijd gekend van Quick-Step laminaat, bouwt een nieuwe fabriek voor de productie van vinylvloeren. Hiervoor zoeken we 70
medewerkers: machinebedieners, techniekers en ingenieurs. Wil je deel uitmaken van een enthousiast team? Kom dan zeker naar onze jobdag op
zaterdag 18 oktober en maak kennis met onze hoogtechnologische productie-omgeving. Of kom langs in een kantoor van Randstad of Synergie.
En wie weet draai jij straks mee in onze nieuwe vinylfabriek.
Meer vacatures bij UNILIN: jobs.unilin.com of contacteer Steven Buysse op 0477 47 30 87
SYNERGIE
KNF POMPEN VOOR DE PROCES
INDUSTRIE. DE SPECIALIST VOOR
VEELEISENDE TOEPASSINGEN.
KNF ontwikkelt en produceert membraan
pompen voor het transporteren van gassen
en vloeistoffen. Betrouwbaarheid, robuustheid
en veiligheid zijn de kernkwaliteiten van de
KNF Proces pompen. KNF beschikt over klant
specifieke, flexibele oplossingen waardoor
exact de wensen en eisen van de proces
ingenieur vervult kunnen worden.
KNF Verder N.V.
Kontichsesteenweg 17
B-2630 Aartselaar (België)
Tel: +32(0)3-8719624
Fax: +32(0)3-8719628
[email protected]
www.knf.be
■
Chemisch bestendige en explosie
veilige proces pompen
■
Dubbel membraan gaspompen voor
extra veiligheid
■
Temperatuur bestendige en verwarmde
gaspompen
ENGINEERINGnet.BE/JOBS
INGENIEUR
VACATECH
& MAGAZINE
CARRIERE
Slim meten om energie te besparen
INGENIEUR-Hackers brainstormen
over «smart devices»
Hoe kijken onze ingenieurs aan tegen slimme machines, intelligente metering en smart grids? Wij volgden voor
u in het Leuvense een 'elektro:camp'-workshop waar een 30-tal Europese energiedeskundigen, academici én
industriëlen hun brains loslieten op een aantal zelfgeformuleerde vragen en uitdagingen. Juist, het Internet of
Things, het internet der dingen, het nieuwste buzzword. Of, vertaald naar industriële omgevingen, Industrie 4.0
of The Factory of the Future. Al zien de 'ingenieurs-hackers' dat zelf in een bredere context.
door Luc De Smet, Engineeringnet
«H
ardware is niet het probleem», zo
trok Joost Duflou van het Flanders’ Mechatronics Technology
Centre vzw (FMTC), de bijeenkomst op gang.
Sensoren en actuatoren zijn vandaag makkelijk
te vinden én goedkoop. «De vraag is hoe we
die op een intelligente manier kunnen inzetten.» Het FMTC, de KULeuven en de Vrije
Universiteit Brussel deelden enkele resultaten
van hun Perpetual-onderzoeksproject waarin ze
naar manieren zoeken om zowel high-end industriële machines als huishoudelijke installaties
intelligenter te maken. Hier ging het alvast om
intelligente (zone-)verwarming.
Hoe breng je het energieverbruik van je
woning in kaart? Wanneer schakel je de wasmachine, de diepvriezer aan of uit? Wat is het
optimale aanlooptraject voor je verwarming?
Blijkt dat 70 à 90% van alle programmeerbare
thermostaten helemaal niet geprogrammeerd
zijn en dat de gebruikers eenvoudig de aan/
uit-functie gebruiken.
Zo onderzocht het FMTC verschillende
logaritmen om de verwarming aan te sturen.
Van de eenvoudige ‘aan-uit’ knop tot de proportionele sturing die inpikt op het verschil tussen
de eigenlijke en de gewenste temperatuur, tot
de zelflerende ‘Time Proportional & Integral’
(TPI) sturing en de Model Predictive Control
(MPC) die rekening houdt met een veel breder
en vollediger dynamisch model. Zo houdt MPC
ook rekening met de energiekosten van het
ogenblik waardoor het niet alleen zeer flexibel
is maar ook beter presteert dan TPC.
Als ‘opwarmer’ konden de deelnemers op
een lopende temperatuurgrafiek inloggen om
manueel de virtuele verwarming bij te sturen,
de temperatuur te optimaliseren, rekening houdend met de gebruikte energie, de totale kost
«Hardware is niet het probleem, de vraag is hoe we die op een intelligente manier
kunnen inzetten.»
en penalisatiepunten voor ‘ongemak’.
Enkele ‘spelers’ scoorden beter dan
TPI. Geen enkele haalde echter de
MPC-resultaten...
Tot op een tiende graad
Een intelligente/slimme omgeving
houdt rekening met het profiel van de
gebruiker en met de waarschijnlijkheid of kans dat de gebruiker op een
bepaald ogenblik warmte, licht of
energie wenst. Een algoritme kan dan
dagschema’s opnemen, omgevingsfactoren -het weer, het seizoen, het
aantal mensen in een ruimte,...- maar
ook ‘korte termijn dynamieken’ zoals
het gebruik van de voorbije dagen.
Allerlei voorspellingsproblemen
dienen zich aan en men kan nauwelijks genoeg ‘feature sets’ opnemen
in het model.
Zo werkt men aan de VUB met
de ‘Building Controls Virtual Test
Bed (BCVTB)’ simulatiesoftware.
Er kunnen verschillende simulatieprogramma’s aan gekoppeld worden
-bijvoorbeeld van een kantoor- maar
ook hardware -verwarming. De onderzoekers keken naar het comfortgevoel
van bepaalde gebruikers maar ook
naar de tevredenheid/misnoegdheid van meerdere gebruikers bij
bepaalde instellingen. Een gebruiker
kan immers best wel tevreden zijn
met 19°C zelfs als hij eigenlijk 20°C
wil. Maar het maakt wel een groot
verschil in energieverbruik. Wat
als de gebruiker onverwacht ‘vroeger’ komt en het is 17°C? Het is de
bedoeling de tevredenheidsscores en
vacatech MAGAZINE - september 2014 27
Slechts weinig ingenieurs
mochten meewerken aan
het mooiste station ter wereld.*
Misschien valt onze keuze op JOU voor onze talrijke grootschalige stationsprojecten,
waaronder het nieuw internationaal station Brussel-Zuid en de stations Mechelen,
Gent Sint-Pieters, Kortrijk en Oostende.
Het station Antwerpen-Centraal werd omgevormd van een kopstation tot een doorgaand, internationaal
hst-station. Grondige structureringswerken waren nodig om de hogesnelheidstrein door het station te
laten rijden richting Nederland via een spoorverbinding onder de stad. Eurostation hanteerde, voor het
eerst in België, de methode van ‘compensation grouting’, waardoor de werken werden uitgevoerd zonder
verzakkingen of scheuren in het historische stationsgebouw.
Qua architectuur, engineering en fasering is dit een internationaal erkend technisch hoogstandje.
De ‘unieke schoonheid’ van het station wordt geroemd, waarvan ‘experten het tot op de dag van vandaag
moeilijk hebben om een stijl op te plakken’. (*bron: New Yorkse nieuwssite Mashable)
Wij zoeken
BURGERLIJK INGENIEURS BOUWKUNDE
optie gebouwen - met ervaring.
Kijk op WWW.EUROSTATION.BE voor meer informatie.
Onze projecten:
maatschappelijk relevant · grootschalig · innovatief
multidisciplinair studiebureau · technische hoogstandjes
langlopend
ENGINEERINGnet.BE/JOBS
INGENIEUR
VACATECH
& MAGAZINE
CARRIERE
Flukso-meter van bij ons
verbruiken naar de beste balans te tillen. Ook
zijn de onderzoekers van plan dit te meten tot
op ‘tienden’ van een graad. Trystan Lea van
OpenEnergyMonitor.org (Noord-Wales) lichtte
toe wat het zelfgebouwde open OpenEnergyMonitor systeem -dat bestaat uit draadloze
sensoren die geregeld data doorsturen naar
een webgebaseerd basisstation- ondertussen
vermag. Het systeem bestaat uit een Raspberry
Pi met RFM12Pi draadloze adapter board
of NanodeRF (Arduino + Ethernet kloon)
waaraan verschillende open hardwareborden
gekoppeld kunnen worden om elektrische
energie (emonTx), temperatuur en vochtigheid (emonTH) te meten of data op een LCDscherm (emonGLCD) te zetten. Toepassingen
zijn er vooral in het volgen van het binnenshuisklimaat. Met Carbon Co-op werkt men in
Manchester aan het energie-efficiënt retrofitten
van een tiental huizen, op basis van eerdere
monitoring.
Het initiatief is nu ook begonnen met het
sturen van warmtepompen. «Door de flow temperatuur van een warmtepomp naar beneden
te halen en langer te verwarmen kan je best
wel wat minder energie verbruiken, zo blijkt.»
OpenTRV wil energie
besparen
... door kamers die ongebruikt zijn, niet te
verwarmen. Dat lukt niet met één enkele
thermostaat. Het pleit voor een retrofit die
op individuele radiatoren een ‘thermostatic
radiator valve’ (TRV) zet die via radio aan
en uitgeschakeld kan worden. De OpenTRV
controle eenheid meet de temperatuur in de
kamer en of er iemand aanwezig is. Dat stuurt
dan de boiler aan. Resultaat: een mogelijke
besparing van 50% op de verwarmingsfactuur.
De openbron software is Apache, de hardware
een soldeerplaatje. De initiatiefnemers zoeken
nu een advocaat - want men wil geen last met
patenten- en een industriële/mechanische
design ingenieur -om het toestel vorm te
geven- en een front-end webdesigner die de
software-interface een gezicht kan geven. Alles
‘open bron’ en je hebt er geen internet voor
nodig. Met een prijsdoel van £10/radiator of
zo’n £200 voor een heel huis zit er niet onmiddellijk winst in. Maar dat is ook niet echt de
bedoeling. (foto's: LDS)
In eerdere elektro:camps kwam o.a.
het Leuvense Flukso aan bod. Met deze
open bron webgebaseerde elektriciteitsmeter van bij ons, meet je niet alleen
je elektriciteitsverbruik. Je kan het ook
vergelijken met die van andere
Flukso-ïsten, met hen in gesprek gaan
en ervaring delen. De meter koppel je
in de buurt van de veiligheidskast op
een lijn en die meet het verbruik. Via
ethernet of het wifi-netwerk stuurt hij om de vijf minuten de data door naar Flukso’s
web server. Daar kan je je data consulteren, uitzetten op verschillende tijdslijnen
en tegenover anderen. << (foto: Flukso)
Elektro:camp un-conference
De ingenieur-hackers kwamen voor de 8e keer bijeen op deze ‘Electro:camp’. Oorspronkelijk jaarlijks vinden deze bijeenkomsten nu sneller plaats. Het vakgebied
van Smart Metering, Smart Home en Smart Grid maakt dan ook een snelle evolutie
door. De eerste bijeenkomst was bij Fraunhofer IWTM (Kaiserslautern) in oktober
2010, volgden Stuttgart, Groningen, Offenburg, Leuven... Bij dergelijke ‘un-conferences’ mag ieder die opdaagt een presentatie verzorgen. Na het bezoek aan het
Leuvense Fablab trokken de deelnemers een stoel bij en algauw schreven ze hun
suggesties voor een agenda op een post-it en kleefden die op het bord. «Wie gaat
er eerst voor?» <<
SBO: soepeler dan de Europese financieringskanalen
Perpetual is een SBO-Strategisch BasisOnderzoeksprogramma met een 4-jarentraject gefinancierd door het IWT (Vlaanderen). «Het is een terrein met een groot
potentieel maar op het einde van de rit verwacht men geen ‘plug & play’-product»,
lichtte Joost Duflou, directeur van het FMTC, toe. Wel nemen er ook een dozijn
bedrijven deel. «Aanvankelijk kijken zij mee over de schouder van de researchers
-als 'toerist'- om te zien of en waar het werk voor hen interessant kan zijn. Zij
leveren trouwens de te onderzoeken cases en datasets aan.» De deelnemers aan
de workshop konden input geven en het verdere onderzoek mee richting geven. Het
geheel gebeurt onder confidentialiteitsclausules. Eventuele IP is van de onderzoeksinstellingen. Als financieringsinstrument blijkt dit alvast soepeler dan de
Europese kanalen.<<
vacatech MAGAZINE - september 2014 29
AKOESTIEK
6
Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf
Het WTCB is hét onderzoeksinstituut voor de
Belgische bouwwereld. Aannemers en andere
bouwprofessionelen steunen op de adviezen en
publicaties van het WTCB om de kwaliteit van de
bebouwde omgeving permanent te verbeteren. Het
WTCB is aldus actief in talrijke domeinen binnen de
bouwsector en heeft vestigingen in Brussel, SintStevens-Woluwe, Heusden-Zolder en Limelette.
MILIEU
Profiel
Om zijn multidisciplinair en dynamisch team uit te
breiden, is het WTCB voor zijn Directie Onderzoek
en Innovatie op zoek naar de volgende kandidaten (m/v):
Burgerlijk en industrieel ingenieurs, doctors en
masters in de bouwkunde of in de mechanica,
(ingenieur-)architecten
k m tunnel
onder twee
waterlopen door?
ENERGIE
Een gek idee?
STRUCTUREN
Het engineeringbureau TUC RAIL is gespecialiseerd
in spoorinfrastructuur en -technologie. Al 20 jaar
is TUC RAIL toonaangevend en baanbrekend
in technische expertise, flexibiliteit en creatieve
oplossingen, van studie over projectmanagement
tot werfsupervisie.
TUC RAIL zoekt meerdere profielen (M/V) :
> PROJECT ENGINEER
(Onteigeningen/Inventarisatie)
Interesse?
U vindt de gedetailleerde functieomschrijvingen
op: http://jobs.wtcb.be
Wilt u meebouwen aan de toekomst
met de meer dan
200 WTCB-medewerkers,
solliciteer dan online
of stuur uw CV naar:
MATERIALEN
WTCB
Algemeen Secretariaat
Lombardstraat 42
1000 Brussel
?
of naar [email protected]
> PMO OFFICER (Budgeting)
> METHODS & IMPROVEMENT
OFFICER
> CAD DESIGNER
(Bouwkunde) - AutoCAD 2D/3D
> CAD DESIGNER
(Topografie) - AutoCAD Civil 3D
> DESIGN TECHNICIAN (Elektriciteit)
> COMMISSIONING TECHNICIAN
(Elektriciteit)
> PROJECTLEIDER WERVEN
(High Voltage) - Brussel
> PROJECTLEIDER WERVEN
(Low Voltage) - Brussel
Interesse: Gelieve uw cv te sturen via
www.jobs.tucrail.be
Meer info op www.tucrail.be
en jobs.tucrail.be.
> ZET IETS IN BEWEGING
> jobs.tucrail.be
Gezocht?
Gevonden!
Industrieel, burgerlijk, bio-ingenieurs of
gelijkgestelden aanwerven: het is als
zoeken naar een speld in een hooiberg.
Engineeringnet.be, de grootste nieuwssite voor
ingenieurs en technici in Vlaanderen, biedt
u een unieke formule om te rekruteren bij de
engineering community in België:
de Vacatech Jobboard.
De Vacatech Jobboard is ontstaan uit de
combinatie van Vlaanderen's grootste technologische nieuwssite, Engineeringnet, met twee
leidinggevende jobboards in België:
Jobat.be en Careerbuilder.be
Vacatech Jobboard
voor wie ingenieurs
mét ervaring zoekt
www.engineeringnet.be/jobbank
ENGINEERINGnet.BE/JOBS
INGENIEUR
VACATECH
& MAGAZINE
CARRIERE
Onderhoudsmanager
in de voedingsindustrie
Toch wel enkele speciale uitdagingen...
Interview met Patrick Matthieu
van Barry Callebaut
Koester je de ambitie om voor een
technische managementfunctie in de
voedingssector te gaan? Hou er dan
rekening mee: technisch inzicht alleen
volstaat niet. De bekommernis om de
voedselveiligheid is alomtegenwoordig
en allesoverheersend. Engineeringnet
Magazine sprak met Patrick Matthieu,
die voor het onderhoudsgebeuren binnen
Barry Callebaut in de site Wieze instaat.
Over hoe deze firma het takenpakket
organiseert en hoe de specifieke
problematieken worden aangepakt.
door Els Jonckheere, ENGINEERINGNET
Hoe bent u in de maintenance terecht gekomen?
Patrick Matthieu (53): «Na mijn humaniora
heb ik voor de studies industrieel ingenieur
elektro-mechanica gekozen, puur omdat dit een
gebied was waarover ik heel weinig wist. Maar
het bleek me nog meer te boeien dan ik zelf had
verwacht. Vandaar dat ik na mijn legerdienst
actief op zoek ging naar een job waar ik mijn
kennis over techniek kon toepassen. Zo kwam
ik terecht bij een bedrijf dat zich in de inrichting
van garages specialiseerde.
Na een jaartje ben ik bij het toenmalige Callebaut gaan solliciteren omdat ik enerzijds graag
wat dichter bij huis wou werken en anderzijds
omdat de fabricatie van chocolade me heel
erg aantrok. Ik kon er als meestergast in de
productie starten, maar groeide al snel door
naar afdelingshoofd van de afdeling couverture.
Enkele jaren later werd ik dan afdelingshoofd
van de cacaoafdeling. Toen in 1996 Cacao
Barry en Callebaut samensmolten, kregen we
er enkele bedrijven bij en werd ik gevraagd
om er de site in Drongen onder mijn hoede te
nemen. Na enkele jaren ben ik terug naar Wieze
gekomen om de verantwoordelijkheid over de
afdeling couverture te nemen. En in
2010 werd me gevraagd om het onderhoudsgebeuren in handen te nemen,
een uitdaging waar ik met plezier mijn
tanden heb ingezet...»
Waarom was u zo gretig om deze
uitdaging aan te nemen?
Patrick Matthieu: «In mijn carrière
bij Barry Callebaut was ik als ‘klant’
al vaak met onderhoud in contact
gekomen, en dit in verschillende
functies en afdelingen. Hierdoor wist
ik ook waar de pijnpunten lagen, wat
meteen mijn toegevoegde waarde was.
Want als je het onderhoudsgebeuren
organiseert vanuit de behoeften van de
‘klant’, werk je het grootste probleem
weg dat zich in de meeste fabrieken
manifesteert. Namelijk dat gebruikers
en onderhoudsdienst elkaar met de
vinger wijzen wanneer iets verkeerd
loopt. Door via communicatie de brug
tussen beide partijen te slaan, bekom
je ook meer efficiëntie. Want als de
klant en de technici samenwerken en
weten wat ze aan elkaar hebben, zullen
problemen sneller opgelost geraken.
Het leek me dan ook een fantastische
uitdaging om dit bij Barry Callebaut
te realiseren. In combinatie met het
feit dat ik graag nieuwe vakdomeinen
leer kennen, heeft dit ervoor gezorgd
dat ik deze kans met beide handen heb
gegrepen.»
Maar met uw kennis als ‘klant’ had
u toch onvoldoende bagage om de
maintenance te reorganiseren?
Patrick Matthieu: «Natuurlijk heb
ik me moeten bijscholen. Maar in
België zijn er verschillende opleidingen die perfect op zo’n carrièreswitch inspelen. Denk maar aan het
aanbod van BEMAS, IFBD, BNT, ...
Daarnaast bestaat er gigantisch veel
literatuur, waardoor je aan zelfstudie
kan doen. Zo heb ik in het begin veel
aan de boeken van Christer Idhammar
gehad.»
vacatech MAGAZINE - september 2014 31
ENGINEERINGNET.BE/JOBS
INGENIEURMAGAZINE
VACATECH
& carRIERE
Welke veranderingen hebt u dan
uiteindelijk doorgevoerd?
Patrick Matthieu: «De productie van
Barry Callebaut bestaat uit drie grote
afdelingen: de cacaopreparatie, de
couverture-afdeling en de vormzaal.
Elk beschikken ze sinds jaar en dag
over hun eigen onderhoudsploeg (in
ploegverband) die zich op correctieve
onderhoudstaken (‘emergencies’) toespitsen. Daarnaast hebben we medewerkers die zich specifiek op automatisering
richten, een domein dat in elke afdeling
vrij gelijklopend is. Daar staat er een
centrale onderhoudsorganisatie naast
die zich met het preventief en predictief
onderhoud bezighoudt. We hebben deze
structuur behouden, maar er werd een
aparte afdeling 'utilities' opgericht. Deze
houdt zich bezig met alles wat gebouwen,
nutsvoorzieningen en energieverbruiken
te maken heeft. Ter ondersteuning van
deze afdelingen werd dan ook nog een
centrale cel ‘reliability’ opgericht, met
als doel om actief op zoek te gaan naar
manieren om het correctieve onderhoud
Dossier
meekijken over de
schouders van ervaren
technische managers
te reduceren en te optimaliseren. Tevens
zoeken we naar manieren om het energieverbruik te reduceren. In concreto dienen
ze via analyses en onderzoek oplossingen
te zoeken om productiestilstanden en
technische interventies te verminderen
qua aantal en duurtijd. Ook moeten deze
medewerkers ervoor zorgen dat de kost
van de interventies afneemt. Tenslotte is
het hun taak om technische problemen
die niet onmiddellijk opgelost geraken,
in kaart te brengen en na te gaan hoe
dergelijke situaties kunnen worden vermeden. En deze aanpak werkt wel: dat
merken we aan de OEE-scores (Overall
Equipment Efficiency).»
32
vacatech MAGAZINE - september 2014
Kan u enkele voorbeelden geven van
wat de cel ‘reliability’ precies doet?
Patrick Matthieu: «In de vormzaal
werden we geconfronteerd met veel
onverwachte stops die een onduidelijke
oorzaak hadden. Door een monitoringsmethodiek op te stellen en deze voor de
operatoren zichtbaar te maken, slagen we
er nu in om diverse potentiële pannes te
‘voorspellen’, waardoor de operatoren
pro-actief kunnen ingrijpen. Een ander
voorbeeld: door de aard van de grondstoffen die we verwerken (suiker, melkpoeder, cacaopoeder, ...) lopen we het risico
op blokkages van de transportsystemen.
Ook daar worden nu tal van alarmmeldingen samengebracht in één systeem
dat ons in staat stelt om pro-actief te
gaan optreden, dus vooraleer de lijn of
het transport dreigt stil te vallen. Door
een nauwe samenwerking tussen ‘utilities’ en de cel ‘reliability’ werd ook het
faalgedrag van de oude koelinstallaties
in kaart gebracht. Dit leverde voldoende
argumentatie op om het management
ervan te overtuigen dat investeren in een
nieuwe installatie een goede zaak voor
zowel de fabriek als het energieverbruik
was. De geplande WKK-installatie ontsproot eveneens uit de nauwe samenwerking van een ‘reliability engineer’ met
de onderhoudsafdeling. Het hoeft echter
niet altijd over ‘grote’ projecten te gaan.
Een oplossing voor een klein, vervelend
probleem wordt evenzeer geappreciëerd.
Denk maar aan een slijtvaster onderdeel
voor de cacao-afdeling, een geleidelijke
vervanging van onderdelen die niet meer
verkrijgbaar zijn op de markt, de introductie van nieuwe preventieve onderhoudstechnieken (zoals scheurdetectie
op metalen transportbanden), ...»
Wat is precies uw taak?
Patrick Matthieu: «Zelf sta ik vandaag
aan het hoofd van de onderhoudsploeg
van de couverture-afdeling. Daarnaast
ben ik verantwoordelijk voor de cel
‘reliability’, het poetsteam en het wisselstukkenmagazijn. In totaal heb ik een
tachtigtal personen onder mijn hoede.
Met het poetsteam erbij gaat er dus zeer
veel aandacht naar hygiënisch onderhoud.»
U geeft de indruk dat het accent nogal
op correctief onderhoud ligt?
Patrick Matthieu: «Dat hebt u verkeerd
begrepen: in zijn totaliteit is ongeveer
55% van het aantal werkorders van
preventieve of predictieve aard is. Maar
met de cel ‘reliability’ willen we dit
percentage nog optrekken. Het is wel
zo dat de verhouding tussen correctief
en preventief/predictief onderhoud
sterk verschilt naargelang de afdeling.
De cacaoproductie wordt voornamelijk
met slijtage geconfronteerd. De bonen
worden immers op de grond gedroogd,
waardoor er onvermijdelijk zand in
ENGINEERINGnet.BE/JOBS
INGENIEUR
VACATECH
& MAGAZINE
CARRIERE
terecht komt. En precies dat veroorzaakt
veel slijtage. Omdat we een jarenlange
expertise hebben, kunnen we intussen
redelijk goed voorspellen wanneer er
zich problemen aan een machine zullen
manifesteren. Dus is het in deze afdeling
voornamelijk preventief en predictief
onderhoud. In de couverture ligt de verhouding correctieve en preventieve/predictieve werkorders ongeveer op 50/50.
Het ‘gewicht’ van de preventieve werkorders (met andere woorden: het aantal
manuren dat hieraan wordt gespendeerd)
ligt echter vrij hoog . Het is daarbij in
die afdeling van groot belang om heel
snel in te grijpen als er zich onverwachte
problemen manifesteren. In de vormzaal
doen er zich dan weer voornamelijk
kleine storingen voor, bijvoorbeeld aan
verpakkingsmachines, waardoor we daar
iets meer op correctieve ingrepen zijn
gericht. En tenslotte is er de afdeling
‘utilities’ waar 95 % van de maintenance
preventief en predictief is.»
Zijn er volgens u grote verschillen
tussen het onderhoud in een
voedingsbedrijf en dat in een fabriek
uit een andere sector?
Patrick Matthieu: «Er is één groot verschil: de voedselveiligheid. Dit primeert
boven alles. Eerst en vooral moeten alle
gereedschappen die worden gebruikt
voor werkzaamheden aan toestellen die
in direct contact met de ingrediënten of
chocolade staan, eerst worden gedesinfecteerd vooraleer we ze mogen gebruiken.
Hetzelfde geldt voor componenten die we
willen installeren, zoals filters, pompen
en magneten. Rollend materieel moet
over speciale desinfecterende matten passeren vooraleer het de productie binnen
mag. Na de interventie dient er standaard
eerst een microbiologische controle te
gebeuren vooraleer de machine terug
mag worden opgestart. Vandaar dat
sensibilisering van de onderhoudsploeg
over hygiëne eveneens een belangrijk
onderdeel van mijn takenpakket is.»
Is het een dankbare job om in de
maintenance te werken?
Patrick Matthieu: «Het is een speciale
job die niet voor iedereen is weggelegd.
«De verhouding tussen correctief en preventief/predictief onderhoud verschilt sterk
naargelang de afdeling»
Je moet stressbestendig zijn, want je moet
altijd tegen de klok problemen oplossen. Je moet ook creatief en snel kunnen
redeneren, aangezien er wel eens pannes
zijn die nog nooit eerder zijn opgetreden.
Je dient er tevens tegen te kunnen dat
bepaalde personen hun frustraties over
het stilvallen van een lijn wel eens op jou
afreageren. Maar de mooie zijde van de
medaille is dat je een enorm grote bijdrage
levert aan het goed functioneren van de
fabriek, en dus ook aan de tevredenheid
van de klanten. Als je dan ook nog eens
een optimalisatietraject doorvoert en de
‘gebruikers’ merken dat dit tot minder en
efficiëntere interventies leidt, dan bemerk
je wel een grote dankbaarheid. Meer nog,
het komt tot een soort van samenwerking
waarbij alle partijen in onderling overleg
gaan zoeken naar optimalisatie...»
Hoe gebeurt dat in de praktijk bij
Barry Callebaut?
Patrick Matthieu: «Dagelijks is er een
meeting tussen de verantwoordelijken
van de dienst onderhoud, productie,
engineering en planning. Dit is een kort,
maar intens overlegmoment, waarin we
de prioriteiten inzake maintenance bepalen en onder andere de correctieve acties
van de dag ervoor bespreken. Door deze
aanpak bestaat er geen twijfel over wie
wat gaat doen.»
Hoe bevalt de maintenance u? Is het
een domein waarin u de rest van uw
carrière wilt blijven?
Patrick Matthieu: «Ik vind het een
uitdagende job met ongelofelijk veel variatie. Ook de combinatie van techniek en
aansturen van mensen vind ik uitermate
interessant. Maar mezelf kennende: als
ze me binnen Barry Callebaut over x
aantal jaar een totaal nieuwe uitdaging
voorleggen, dan zal ik daar zeker ernstig
over nadenken. Na 29 jaar in dit bedrijf
te hebben gewerkt, beschik ik immers
over een uitgebreide waaier aan kennis
die ervoor zorgt dat ik nog op andere
terreinen een toegevoegde waarde kan
hebben. Maar het hoeft niet meteen,
want momenteel voel ik me heel goed
in de maintenance. Bovendien zijn er
nog talrijke optimalisaties mogelijk, dus
wordt het nog lang geen routineuze job...»
(foto's: Barry Callebaut)
vacatech MAGAZINE - september 2014 33
ENGINEERINGNET.BE
IN THE FIELD
Rapid prototyping voor maakindustrie
START-up Tenco DMM print
transparante onderdelen in 3D
Gespot: twee Limburgse
ondernemers die in een nieuwe
start-up investeren en meteen ook
één van de grootste 3D-printers
die commercieel beschikbaar zijn
voor rapid prototyping, in huis
halen: 457x457x457mm. Plus:
ook glasheldere onderdelen en
verchromen zijn mogelijk.
door Bert Belmans, Engineeringnet
G
oed nieuws: er bestaan nog startups die heil zien in de wereld
van engineering en techniek.
De laatste Belgische starter die ons pad
kruiste, was Skara van de 29-jarige Bert
Thyvaert, dat zich in oktober van vorig
jaar lanceerde in de markt van slijpdiensten en -gereedschappen voor CNCmachines. Nu volgt Tenco DDM, een
start-up van twee ervaren ondernemers
uit de wereld van de prototyping: Tom
Castermans en Rik Hegge. Om zich via
exclusieve diensten te onderscheiden,
legt het nieuwe bedrijfje de lat meteen
hoog. Zo laten de twee oprichters weten
een flinke investering gedaan te hebben
in de nieuwste technologieën voor het
transparant 3D-printen en verchromen
van onderdelen. «De nieuwste en groot-
Voorbeeld van transparant onderdeel.
34
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
Ondernemer Rik Hegge (links op foto) verkocht in 2013 zijn eigen bedrijf Zweko Optics in
Bocholt - dat vooral hoogkwalitatieve vizieren voor helmen produceert - aan ingenieur Paul
Lipkens (onder meer ex-Philips, Solvay, DSM, Alcatel Kabel en Punch van Guido Dumarey).
Samen met ondernemer Tom Castermans (rechts op foto) van model- en prototypebouwer
Tenco Proto, startte hij begin 2014 een nieuwe firma op die zich toelegt op diensten voor
het veelbelovende marktsegment van 3D-printing: Tenco DMM.
ste 3D-printer die momenteel in de markt
beschikbaar is, met een bouwvolume
van 457x457x457mm.» Ze mikken naar
eigen zeggen vooral op afnemers van rapid
prototyping, schaalmodellen en maquettes,
en combineren dat met de aankoop van een
installatie om de 3D-geprinte onderdelen
ook te verchromen, bijvoorbeeld voor prototypes van verlichtingsarmaturen, klinken,
handvatten, enz. in de bouw. En ze pakken
uit met een gedeeltelijk zelf ontwikkelde
methode om glasheldere, transparante
onderdelen te 3D-printen.
Tom Castermans en Rik Hegge, beiden
CEO: «In 3D-printen zijn er oneindig veel
toepassingen. Wij specialiseren ons in de
productie van prototypes voor machinebouw, technische componenten en productontwikkeling, naast schaalmodellen en
maquettes voor bouwprojecten, onderdelen
Dichtingsringen in flexibel materiaal.
voor medische en farmaceutische toepassingen en modellen voor de productie
van mallen en matrijzen. Op het vlak van
high-end finishing en precisie willen we
enkel de allerbeste kwaliteit afleveren.»
Tenco DDM, wat staat voor 'Direct Digital
Manufacturing', is gevestigd op de nieuwe
bedrijvensite van C-Mine in Genk. <<
(foto's: Tenco)
33e Motek
Internationale vakbeurs
voor productie- en
montageautomatisering
Montagetechnologie
Handling
Robotsystemen
Toevoeren en verbinden
Aandrijven – Besturen – Testen
www.multiprox.be
POSITIESENSOREN
VOOR ALLE APPLICATIES
Lineaire positiesensoren
- Temposonics magneetstrictieve sensoren met
nauwkeurigheid tot 0,5 µm
- inductieve sensoren volgens
contactloos meetprincipe,
ongevoelig voor elektromagnetische storingen
met zeer korte blinde zones
Rotatieve positiesensoren
06 T/M 09
- inductieve encoders in blijvend
dichte IP67/IP69K-behuizing
volgens contactloos meetprincipe
voor 100% slijtvaste detectie
OKTOBER 2014
STUTTGART
- hoekopnemers
- ATEX, SIL3, redundante versies
www.motek-messe.de
Multiprox nv
Lion d’Orweg 12
9300 Aalst
T 053 766 566
F 053 78 39 77
[email protected]
Multiprox is de Belgische dochter
van TURCK, een van de leidende
aanbieders in de wereld van de
industriële automatisering.
ENGINEERINGNET.BE
IN THE FIELD
Proefproject met zes machines moet duidelijkheid geven over kostenbesparingen
die mogelijk zijn in installatiefase. «We willen de turbines zo efficiënt mogelijk
aansluiten op het elektriciteitsnet»
Eandis
wil windturbines
op Antwerpse
Linkeroever
'slim' aansluiten
W
ind aan de Stroom' heeft het contract
voor de levering van windturbines
voor zijn project op de Linkerscheldeoever definitief gegund aan Siemens. Wind
aan de Stroom is de publieke projectvennootschap van het Havenbedrijf Antwerpen, MLSO
(Maatschappij voor het Haven-, Grond- en
Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied) en Geha nv, die instaat voor de
ontwikkeling van alles wat met windenergie te
maken heeft op de linkerscheldeoever van de
Antwerpse haven.
Nu de leverancier gekend is, kan het Vlaamse
energiedistributiebedrijf Eandis op zijn beurt
zijn gepland proefproject inleiden. Daarbij zal
vooral gezocht worden naar 'slimme' technieken om de kostprijs van de aansluiting op het
elektrische net zoveel mogelijk te drukken. In
een eerste stadium zal het om elf windturbines gaan, met de optie van latere uitbreiding
tot zeventien stuks. De levering van de eerste
onderdelen gaat begin 2015 van start, de
eigenlijke installatie volgt in de zomer van
hetzelfde jaar. De eerste elf machines worden
gemonteerd op de sites van Antwerp Gateway,
Borealis, Euroports, Global Container Services, Indaver, Luiknatie, Norbert Dentressangle,
Sea Port Terminals, Tabaknatie en Van Loon
Transport.
In logische samenwerking met de nationale
transportnetbeheerder Elia wil Eandis zes van
deze machines in de Waaslandhaven inschakelen als proefkonijn om te bestuderen hoe het de
aansluitkost zo laag mogelijk kan houden. Dat
wil zeggen: 'een zo snel mogelijke aansluiting
tegen een zo laag mogelijke maatschappelijke
kost', aldus beide bedrijven in een mededeling.
36
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
Slimme aansturing van
de turbines
De standaardprocedure is uiteraard
om de nieuwe elektriciteitskabels te
dimensioneren op het maximale injectievermogen van de molen. Daardoor
zijn dus vrij zware kabels en nieuwe
elektriciteitscabines nodig. Maar zo’n
piek komt slechts een aantal keer per
jaar voor, als er erg veel wind is in
combinatie met weinig lokaal verbruik. Meer nog: gemiddeld werkt een
windturbine slechts 10 % van de tijd
op meer dan 75 % van zijn vermogen.
Stelt Eandis: «Als we die windpieken
op een slimme manier zou kunnen
terugdringen, dan kunnen er meer
windturbines worden aangesloten op
dezelfde elektriciteitskabel. Daardoor zou de dure aanleg van nieuwe
kabels en elektriciteitscabines kunnen
worden vermeden.» Conclusie: er
zou veel meer hernieuwbare energie
kunnen worden aangesloten, tegen een
lagere kost en op een veel kortere tijd.
Welke slimme
technieken?
De slimme sturing die Eandis wil
bestuderen in het project, bestaat uit
drie technieken voor ‘slimme netten’
die apart zullen worden onderzocht.
Bij de eerste techniek meet Eandis
permanent de stroom in de kabels van
de windmolens. Zodra een maximum
wordt overschreden, stuurt het bedrijf
een signaal naar de windturbine die
zijn wieken net genoeg uit de wind zet
om zijn vermogen een paar percenten
terug te dringen. Zo kunnen de grootste pieken van het netwerk worden
gehaald en zijn er minder investeringen nodig om nieuwe windturbines
aan te sluiten.
De tweede techniek hanteert exact
hetzelfde principe, maar is gebaseerd
ENGINEERINGnet.BE
IN THE FIELD
op de temperatuur van de elektriciteitskabels van de windturbine. Hoe meer een
stroomkabel wordt belast, hoe warmer
hij wordt. Door de temperatuur van de
kabels te meten en te berekenen, kan
Eandis de kabelbelasting zeer nauwkeurig bewaken en aansturen. Extra
voordeel: in de praktijk warmen kabels
onder de grond niet zo snel op. Bij deze
techniek kan de kabel dus meer worden
belast voor er moet worden ingegrepen.
In een latere fase zal nog een derde
techniek worden ontwikkeld: de zogenaamde vraagsturing. Die werkt met het
weerbericht. Als er erg veel wind wordt
voorspeld, stuurt Eandis een signaal naar
een aantal grote stroomverbruikers uit de
buurt. Zij kunnen hun machines opstarten
zodra er veel windenergie beschikbaar is.
Op die manier is iedereen tevreden: de
windpiek op het netwerk wordt afgevlakt
en de afnemer krijgt de goedkoopste
stroom. «Maar om die ‘Load Shifting’
mogelijk te maken, zijn er wel grote
elektriciteitsverbruikers nodig die hun
verbruik even kunnen vervroegen of
uitstellen», aldus Eandis.
soorten hernieuwbare energie, zoals
installaties met zonnepanelen of
warmtekrachtkoppeling, gelden exact
dezelfde voordelen.
Eandis deed de voorbije jaren al
heel wat inspanningen om de elektriciteits- en gasnetten slim aanstuurbaar
te maken. Zo implementeert het bedrijf
momenteel een gloednieuw netwerkbeheersysteem en plaatste het slimme
elektronica in elektriciteitscabines. Die
inspanningen vloeien nu dus samen in
het Antwerpse havenproject.
Voor het onderzoek werkt Eandis
samen met het IT-onderzoeksbureau
iMinds en de universiteiten van Gent
en Leuven. Samen gaan ze op zoek naar
potentiële kandidaten in de haven van
Antwerpen, grote elektriciteitsverbruikers dus die bereid zijn hun verbruik
voor een bepaalde periode te regelen
met het oog op 'load shifting'. << (Bert
Belmans) (foto's: Eandis)
Iedereen wint
«Iedereen kan baat hebben bij deze
slimme technieken», stelt Giovanni
Vercammen, algemeen directeur van
Wind aan de Stroom.
«Samen met onze
partners hebben we
een mogelijkheid
gevonden om sneller vooruit te gaan,
dankzij een permanent leertraject om
windturbine-uitbating en netbeheer beter op elkaar af te
stemmen.»
«Windparkbouwers kunnen zo hun
windmolens sneller aansluiten omdat er
minder investeringswerken nodig zijn.
Lokale en regionale overheden krijgen
meer mogelijkheden om sneller hun
klimaatdoelstellingen te halen en de
elektriciteitsbevoorrading groener te
maken. Netbedrijven als Eandis en Elia
kunnen de betrouwbaarheid van de elektriciteitsnetten op een hoog peil houden,
in het belang van elke energieverbruiker.»
Niet onbelangrijk: ook voor andere
Siemens mag ze leveren
H
et is de Duitse fabrikant Siemens die de bestelling voor de levering van de
windturbines voor een niet nader genoemd bedrag in de wacht wist te slepen.
Een primeur voor het concern: het gaat om het allereerste contract van zijn
winddivisie op Belgisch grondgebied. «Eén van de uitdagingen van het project is
de installatie van de turbines. Op de bestaande sites is de ruimte beperkt wegens
de hoge densiteit van de omringende industriële en havenactiviteiten», aldus Jan
Kjaersgaard, CEO van de onshore afdeling van Siemens Wind Power. «Onze windturbines (van 3MW per stuk, redactie) met rechtstreekse aandrijving voldoen aan deze
eisen dankzij hun compacte ontwerp en lage gewicht.» Siemens kan de bestelling
alvast goed gebruiken: het besliste onlangs te investeren in een gloednieuwe fabriek
voor turbineonderdelen in het Verenigd Koninkrijk, die half 2016 operationeel moet
zijn. «Omdat het VK een duidelijke visie heeft omtrent windenergie», klonk het toen.
<< (foto: Siemens)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 37
Vertrouw op
de kampioen.
De thermische camera testo 885
werd door gerenommeerde
experts als beste getest.
• Beeldfrequenties kunnen direct in de
camera bewaard worden
• SiteRecognition voor automatische opslag
van de meetlocatie
• Hoge-resolutie thermische beelden met
320 x 240 pixels

1
www.testo.be/nl/thermografie
testo NV • Industrielaan 19 1745 Ternat • 02/582 03 61 • [email protected]
Pub september.indd 1
9/5/2014 1:42:40 PM
Horizontale integratie
Verticale integratie
99%
Installatiebeschikbaarheid
lla
lati
ti
Levenscyclusintegratie
30%
Engineeringtijd
15%
Onderhoudskosten
Integrated Drive Systems
Verander van perspectief –
en ontdek meer mogelijkheden.
Drievoudige integratie voor hogere efficiëntie, betrouwbaarheid en productiviteit
Een totaaloplossing voor al uw aandrijvingen, die zorgt voor een
hogere productiviteit, efficiëntie en betrouwbaarheid? ‘Siemens
Integrated Drive Systems’ unieke drievoudige integratie zorgt ervoor dat alle componenten optimaal op elkaar afgestemd zijn,
in om het even welke aandrijftrein of automatiseringsomgeving,
en garandeert topprestaties gedurende de hele levenscyclus.
Zo beschikt u met basiscomponenten en middelen in een mum van tijd
over een innovatief en performant aandrijfsysteem. En dat alles via
één gespecialiseerd aanspreekpunt.
Uw voordeel? Lagere energiekosten, snellere time-to-market en
hogere rendabiliteit.
siemens.be/ids
ENGINEERINGnet.BE
ONDERZOEK & ONTWIKKELING
Voorbeeld van biogebaseerde economie
Gentse proefplant mag biobutanol productieproces
van Celtic Renewables opschalen
De proefplant Bio Base Europe in
Gent mag voor de start-up Celtic
Renewables een nieuw proces
trachten op te schalen naar
industriële hoeveelheden. Celtic
haalt biobutanol uit bijproducten van
de whiskyproductie.
C
eltic Renewables, een biobrandstofbedrijfje uit Edinburgh dat
stilaan wereldfaam begint te
genieten, heeft een overeenkomst afgesloten met de Vlaams-Nederlandse Bio
Base Europe Pilot Plant in Gent. De
bedoeling is dat het Schotse bedrijf er de
volgende testfase laat uitvoeren van zijn
innovatief proces om bijproducten uit de
whisky-industrie om te zetten in een biobrandstof, en meer bepaald in biobutanol.
In de proefplant zal getracht worden het
proces op te schalen naar industriële hoeveelheden. De volgende stap is een eerste
commerciële demonstratie-installatie in
Schotland, waarvoor de plannen naar
verluidt op tafel liggen.
Celtic Renewables Ltd wordt internationaal gezien als één van de meest
innovatieve jonge bedrijven die werken
met hernieuwbare grondstoffen binnen
het VK. De start-up is een spin-off van
het Biofuel Research Centre dat in 2007
door Professor Martin Tangney werd
opgericht vanuit de Edinburgh Napier
University.
De jonge onderneming heeft al twee
financieringsrondes achter de rug: het
haalde meer dan 2 miljoen euro op bij
privé-investeerders en wist de Britse
overheid te overtuigen een subsidie
van meer dan meer dan 1 miljoen euro
toe te kennen. Daar
staat tegenover dat
de onderneming de
ambitie heeft om in
het Verenigd Koninkrijk een heel nieuwe
industriesector met
een jaarlijkse omzet
van 125 miljoen euro
in het leven te roepen.
Het groeipotentieel
mag dan ook groot
genoemd worden: de
Britse productie van
malt whisky vertegenwoordigd een zakencijfer van niet minder
dan 4 miljard pond en
brengt jaarlijks 1,6
Draff en pot ale, twee bijproducten van het productieproces
miljoen liter 'pot ale'
van whisky, omgezet naar (bio)butanol.
en 500.000 ton 'draff' voort. Beide zijn
bijproducten van het productieproces,
afvalstoffen die de techstarter via fermentatie weet te converteren naar biobutanol.
Onder de biobrandstoffen heeft biobutanol als grote troef dat het kan dienen
als brandstof voor voertuigen zonder dat
aanpassingen aan de motor nodig zijn.
Het contract - overigens voor een
niet nader genoemd bedrag afgesloten past perfect bij het opzet van de Bio
Base Europe Pilot Plant, die speciaal
is opgericht als proeffabriek voor industriële biotechnologie om een duurzame
biogebaseerde economie te stimuleren
en te katalyseren. Ze werd op 11 juni
2012 door toenmalig Vlaams ministerpresident Peeters en de Nederlandse
vicepremier Verhagen geopend, tegelijk
met een trainingcentrum in Terneuzen.
Professor Wim Soetaert, CEO van
Bio Base Europe Pilot Plant: «Celtic
Renewables dat geavanceerde biobrandstof en duurzame chemicaliën maakt uit
nevenproducten van de whiskyproductie,
is exact het soort innovatie dat wij willen
ondersteunen. In dit opzicht is ons partnerschap een perfecte synergie.» << (Bert
Belmans) (foto: Celtic Renewables)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 39
ENGINEERINGNET.BE
column
Gebrekkig bouwdossier?
Is uw architect aansprakelijk ?
U vraagt aan een architect om een
volledig bouwdossier samen te stellen voor
verbouwingswerken aan uw bedrijf. Na het
indienen van dit dossier blijkt de gemeente
geen bouwvergunning te willen geven.
U vindt dat uw architect hier aansprakelijk
voor is omdat u vindt dat het bouwdossier
dat de architect opstelde niet nauwkeurig
was en fouten bevatte. Heeft u een been
om op te staan?
D
e artikels 1382 en volgende van ons Burgerlijk Wetboek stellen dat elke daad van
de mens, waardoor aan een ander schade
wordt veroorzaakt, verplicht de schuldige persoon
om de opgelopen schade te vergoeden. Bovendien
is elk persoon aansprakelijk voor de schade welke
hij door zijn daad heeft veroorzaakt, maar ook
voor de schade welke ontstond door zijn nalatigheid of onvoorzichtigheid. Kortom betekent dit
dus dat diegene die door zijn fout of nalatigheid
aan iemand anders schade toebrengt, deze schade
zal moeten vergoeden.
Een 'fout' kan gedefinieerd worden als een daad
die een normaal voorzichtig en maatschappelijk
bewuste burger in dezelfde omstandigheden
geplaatst, niet zou gesteld hebben. Een fout
maken kan een inbreuk uitmaken op een of
andere wetgeving, maar het kan ook een inbreuk
zijn op de 'algemene zorgvuldigheidsnorm'. In
dit laatste geval wordt er nagegaan hoe iemand
anders (een normaal voorzichtig en redelijk
mens) in dezelfde feitelijke omstandigheden
zou handelen (het zogenaamde principe van een
'goede huisvader').
Opdat er sprake kan zijn van deze 'foutaansprakelijkheid' moet er 'schade' zijn. Bovendien
moet er een oorzakelijk verband bestaan tussen
deze schade en de fout. Met 'oorzakelijk verband'
bedoelt men dat de schade niet zou ontstaan zijn
zonder de fout.
Wat in de praktijk?
Architect Jan krijgt de opdracht van de firma
Janssens om een bouwdossier samen te stellen
en een stedenbouwkundige vergunning aan te
vragen voor de renovatie van haar bedrijfsgebouwen. De werken worden gestart, maar na enige
tijd verplicht de gemeente de firma Janssens de
werken stil te leggen. Het blijkt dat de verrichte
werken niet overeenstemmen met de vergunning
40
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
Solange
Tastenoye,
zelfstandig
juriste
Als zelfstandig
juriste verzorgt
Solange Tastenoye
algemene juridische
dienstverlening
voor bedrijven,
particulieren en
zelfstandigen en
verenigingen. Haar
specialisatie is
burgerlijk recht.
en met het bouwaanvraagdossier ingediend door
architect Jan. De firma Janssens beslist om een het
bedrijfsgebouw dat moest gerenoveerd worden,
volledig af te breken en een nieuw te bouwen met
een volledig nieuw bouwaanvraagdossier.
Maar de firma Janssens eist eerst een schadevergoeding, zowel van de gemeente als van
architect Jan. Hij baseert zich hiervoor op artikel
1382 BW. Uit onderzoek van dit dossier blijkt
dat er complete verwarring was betreffende een
onzorgvuldig samengesteld bouwdossier van
architect Jan. Zo kwam de beschrijvende nota
en het bouwplan niet overeen, bevatte het dossier
verouderde kadastrale gegevens, er werden verkeerde maataanduidingen gebruikt, het bouwplan
was niet precies enz…
In deze gegeven omstandigheden beslist de
rechter dat architect Jan een slecht bouwdossier
heeft overgemaakt aan de gemeente. Jan is, volgens de rechter, contractueel aansprakelijk ten
opzichte van zijn bouwheer. De rechter spreekt
van een 'contractuele aansprakelijkheid' omdat
er tussen de architect en de firma Janssens een
contract tot stand is gekomen (een architectenovereenkomst) waardoor Jan gehouden is aan
contractuele verplichtgingen.
Maar…anderzijds oordeelt de rechter dat ook
de gemeente niet vrijuit gaat! Zij is volgens de
rechter buitencontractueel aansprakelijk (op basis
dus van artikel 1382 BW) ten opzichte van de
bouwheer (de firma Janssens). De gemeente zag
in dat ze te maken kreeg met een bouwdossier dat
onzorgvuldig en verwarrend was; zij had daarom
op zijn minst moeten informeren wat de juiste
bedoelingen van het bouwdossier waren: wat
de precieze bedoeling was van de bouwwerken
was, instandhoudingswerken, renovaties, nieuwe
werken?? Door het stopzetten van de werken kon
de gemeente volgens de rechter haar fout niet
rechtzetten!
De rechter meent dat de gemeente zich niet
gedragen heeft zoals een vooruitziende, voorzichtige gemeente dit wel zou moeten doen en dit
door haar onderzoeksverplichting met de voeten
te treden. Zij heeft een inbreuk gepleegd op de
'algemene zorgvuldigheidsnorm'.
Om deze redenen concludeert de rechter dat
zowel architect Jan als de gemeente een fout
hebben gemaakt en aansprakelijk zijn voor de
schade die de firma Janssens lijdt. De rechter
verdeelt de aansprakelijkheid tussen de gemeente
en Jan en zij staan elk in voor de helft van de
schade van de firma Janssens. <<
ENGINEERINGnet.BE
NIEUWSLIJN
Het gaat om de kosten, altijd om de kosten...
Atlas Copco's Ronny Leten: «Airpower Wilrijk
goedkoper dan China voor nieuwe verspaningslijn»
Een uitspraak van Atlas Copco's
CEO Ronny Leten tijdens een
recent event: «We investeren
15 à 20 miljoen in een nieuwe
machining lijn in Antwerpen, want
goedkoper dan in China» En ook:
«Het gaat om de kosten, altijd»
door Bert Belmans, Engineeringnet
E
en van de hoogtepunten tijdens een
event van de Belgische techfederatie Agoria was een panelgesprek
met vier Belgische topindustriëlen over
de toekomst van de industriële productie in ons land. Tijdens dit gesprek, dat
werd gemodereerd door RTBF-journalist
Christophe Deborsu, kwamen drie
thema's aan bod. Wij brengen u een verslag van hun reflecties rond het thema
'competitief produceren in een land waar
de kosten van arbeid zo hoog liggen', met
als centrale vraag aan het panel: 'Waarom
produceren jullie nog altijd in een duur
land als België?'
De klap op de vuurpijl kwam alvast
van de Vlaming Ronnie Leten, CEO van
Atlas Copco. Hij kondigde een investering aan van 15 à 20 miljoen in Atlas
Copco Airpower in Wilrijk, als bewijs
dat sommige bedrijven wel degelijk nog
brood zien in produceren in ons land.
Leten: «Het gaat om een machininglijn
die we nu aan het opbouwen zijn voor
'core components', onderdelen van
machines, met veel werktuigkundige
bewerkingen. Waarom in België en niet
in China? «We hebben daar 18 fabrieken
en we hadden de keuze, maar als we de
vergelijking maakten, bleek Antwerpen
goedkoper. Dat heeft te maken met de
aanwezige automatisering, een stuk
productinnovatie en nieuwe processen,
maar ook met de technische competenties van de mensen die in de cirkel van
500 km rond Antwerpen wonen. Je vindt
hier alle competenties uit de hele wereld
verzameld.»
« Het zijn trouwens onze eigen ingeni-
eurs die ervoor zorgen dat Wilrijk competitief is binnen onze groep. Maar het
kan dus. Je moet op een bepaald moment
wel durf hebben, technologische durf,
maar het kan.»
Voor Martine Reynaers, CEO Reynaers Aluminium, is het de kwaliteit van
de Belgische ingenieurs die de doorslag
geeft om hier te blijven, naast het feit
dat haar onderneming voor de lokale
Europese markten produceert: «Onze
roots zijn in België, we zijn hier bijna
50 jaar, we hebben een sterk netwerk
van lokale leveranciers rondom ons, en
ingenieurs die uitmunten in werkkracht,
inzet, talenkennis en loyaliteit».
Bernard Delvaux, CEO van Sonaca
treedt Reynaers bij: «We hebben veel
technisch talent in ons land, maar niet
alleen ingenieurs, ook uitstekende
arbeiders, 'blauwe boorden'. «Maar of
het salaris dat we ze betalen voor een
bedrijf economisch verantwoord is (lees
betaalbaar, redactie) en in verhouding
tot de productiviteit: zeker niet. Dat
verklaart meteen waarom Sonaca zich
de afgelopen 10 jaar gedwongen zag te
delokaliseren naar landen zoals Brazilië,
China, Canada en de VS. Maar dat is een
algemene tendens in de industrie»
Eric Van Zele van Barco: «De totaliteit
van 80 jaar activiteit van Barco in België,
van kennis, ervaring en samenhorigheid
van de medewerkers: het is een schitterend wapen. Het gaat om het 'human
potential'. We hebben ons als onderneming meerdere keren moeten herdenken,
maar het is door het bundelen van onze
krachten dat we telkens een nieuwe 'value
proposition' hebben kunnen maken voor
de wereld. Daarnaast vind ik België
vanuit zijn cultuur een ideale plaats om
globaal te werken. Mits de goede omkadering kunnen Belgen zeer goed overweg
met andere culturen, zoals China, India,
de Noord-Amerikaanse markt. Bovendien staat Europa bij ons voor 40% van
de omzet - België voor slechts 1% - en
ons land bekleedt logistiek een centrale
plaats op het continent».
En als uitstekende afsluiter, opgetekend uit de mond van Ronny Leten: «Het
gaat om de kosten, altijd om de kosten.»
Dromers en idealisten niet toegelaten
dus.... << (foto: Atlas Copco)
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 41
LIKEAVIRGIN.BE
AAndrijfkoppelingen - Vrijloopkoppelingen - Veiligheidskoppelingen
klembussen - Componenten Voor hydrAulisChe AggregAten
meer dan 20000 stuks in stock!
L. TAS & Co. BVBA
Moerbroek 20
2270 HERENTHOUT
BELgiUM
T +32 (0)14 28 58 20
F +32 (0)14 28 58 29
[email protected]
www.tas.be
Elektrotechnische
ontwerpsoftware
SEE Electrical
IGE+XAO Benelux - Beersdalweg 84 A - 6412 PE Heerlen - NEDERLAND
Tel. NL: 045 56 11 636 - Tel. BE: 02 219 09 59 - www.ige-xao.com
[email protected]
VINDT U DIT EEN GOED MAGAZINE?
Abonneer via > www.mainpress.com
ENGINEERINGnet.BE
ONDERZOEK & ONTWIKKELING
Logistieke engineering
Mobiele containerkraan die zichzelf
'on the fly' op energienet aansluit
Geen wereldschokkend nieuws,
wel een mooi voorbeeld van
efficiëntieverhoging door
engineering voor de logistieke
sector: een hybride containerkraan
die zich automatisch aan de
energietoevoer koppelt.
P
ortaalkranen op rubberbanden,
zogenaamde RTG's (Rubber Tyred
Gantries) zijn mobiele containerkranen. Deze kranen kunnen tussen de
verschillende containergangen wisselen.
In de regel rijden deze RTG's op diesel.
Om de energiekosten te verlagen en het
milieu te beschermen ging de ontwikkeling in de laatste jaren steeds meer in de
richting van elektrische en hybride versies die aan een energietoevoer worden
gekoppeld zodra ze zich in een rijspoor
bevinden. Het Duitse igus ontwikkelde
er een speciaal automatisch koppelings-
systeem voor, dat bovendien kan gebruik
worden voor kranen op rubberbanden.
Dat werkt via een telescooparm op de
RTG, die kan worden in- en uitgestuurd
en de verbinding maakt zonder dat de
kraan hoeft stil te staan. Via de arm
worden horizontale en verticale oneffenheden en offsets in de verplaatsingsweg
gecompenseerd.
Het aankoppelen duurt naar verluidt
maar een minuutje, waarbij geen beperkingen voor de rijsnelheid van de kranen
gelden. Zodra de kraan is aangesloten,
wordt de energievoorziening via de
dieselaandrijving gestopt. Momenteel
kunnen kabels met een diameter van
180 mm² per fase worden gerealiseerd,
en kan ook een dataverbinding worden
gelegd, zelfs via glasvezelkabel met
gigabitsnelheid als het moet.
Het systeem is geschikt voor lange
verplaatsingswegen – al naargelang de
klantenvereisten in de containerhaven
zijn 800 meter en meer denkbaar, stelt
igus. << (Bert Belmans) (foto's: igus)
Watson-Marlow Pumps Group introduceert de Qdos 60 doseerpompen
en levert gebruikers eenvoud en efficiëntie
Bovendien zitten er in het leidingsysteem geen afdichtingen of kleppen. Het risico op verstoppingen,
lekken of roestvorming is nihil.
Bovendien zorgt het ontwerp van
de ReNu-pompkop, met lekdetectie, voor aanzienlijk minder
verspilling. De pompkop zelf is
snel en zonder gereedschap te
verwijderen, waardoor procesonderbrekingen beperkt blijven. U
hebt hier geen gespecialiseerde
technici voor nodig. De ReNupompkoptechnologie maakt de
Qdos 60 een stuk goedkoper dan
een membraanpomp.
Qdos 60 doseerpompen
van Watson-Marlow,
kostenbesparend en extreem
nauwkeurig.
De Qdos 60 is de doeltreffende,
economische en eenvoudig te hanteren uitbreiding van de succesvolle Qdos 30 doseerpompen. Met
de Qdos 60 pompen worden nu
nog hogere opbrengsten gehaald -
zelfs tot een verdubbeling van de
opbrengsten ten opzichte van de
Qdos 30 pompen.
Bespaar op installatie en
onderhoudskosten
De installatie van de Qdos 60
gebeurt snel en zonder problemen.
Zonder pulsatiedemper, filters,
vlotterschakelaars, ontgassings-,
terugstroom- of voetkleppen.
Geavanceerde besturing en
verlaagde transportkosten
De Qdos 60 is prima geschikt voor
waterdesinfectie, PH-aanpassing,
flocculatie en het doseren en
transporteren van reagentia
bij mineraalverwerking. Ze is
uitermate geschikt om de dosering
van chemicaliën in waterzuiveringsinstallaties in goede banen te
leiden. De pompen zijn uitgerust
met vloeistofniveaubewaking en
mogelijkheden voor vloeistofterugwinning, versnelde aanzuiging
en opbrengstkalibratie. Sterkere
concentraties aan chemicaliën zijn
probleemloos te verwerken dankzij
de verbeterde pompnauwkeurigheid. Dit verlaagt de transportkosten en de koolstofemissie.
Innovatief, economisch ontwerp
De Qdos 60 leent zich perfect
tot kleine ruimtes. De pompkop
kan aan de linker- of rechterzijde
gemonteerd worden en de bediening gebeurt via een menugestuurde interface met 3.5”
TFT-kleurenscherm met statusaanduiding. Het toetsenbord,
beeldscherm en de in- en
uitgangsaansluitingen zijn vlot en
eenvoudig bereikbaar.
De Qdos 60 pompen kennen vele
toepassingen, zijn gemakkelijk te
onderhouden en leveren extreem
accurate doseringen af, waardoor
de klant al snel een flinke som geld
bespaart. <<
Watson-Marlow NV - Industriepark 5 - 9052 Zwijnaarde
T: +32 (0) 9 225 94 57 - www.watson-marlow.be - [email protected]
ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014
43
B(NL)-1005-EKS+CF 94x136M_B(NL)-1005-EKS+CF 94x136M 06.08.14 13:14 Seite
Productadvertenties
Compacte debietmeter voor nauwkeurige
metingen van vloeistoffen ..tot 600 l/min
Bij magnetisch inductieve
debietsensoren staat u voor de
keuze: verkiest u een compacte
behuizing, een hoge meetnauwkeurigheid of een gunstige prijs?
Sluit geen compromis! De efector
mid verenigt deze eigenschappen in een apparaat. Hij meet
doorstroomhoeveelheden van
elektrisch geleidende media
tot 600 l/min. Het apparaat
bewaakt het vloeistofdebiet, de
getotaliseerde hoeveelheid en
de temperatuur. Bovendien is
de sensor extreem compact aan
een heel gunstige prijs. Veelzijdig
in gebruik, voor vloeistoffen met
een geleidbaarheid vanaf 20 uS/
cm zoals water, koelvloeistoffen,
emulsies of watergebaseerde
reinigingsvloeistoffen. Analoge,
binaire, puls- en frequentieuitgangen bieden tal van opties
om zo de gemeten hoeveelheid
in het proces weer te geven. De
magnetisch-inductieve sensor
biedt eveneens de mogelijkheid
tot droogloopbewaking. <<
Heel veel keuze in:
Kunststof kabelrupsen + chainflex kabels
®
= readychain
®
readychain , systeem compleet voorgemonteerd. Web: Online zoekfunctie, 3D-CAD, levensduur. Kosten omlaag – levensduur omhoog.
Levering vanaf 24 uur.
®
ifm electronic n.v. - Zuiderlaan 91 / 6 - 1731 Zellik
02/481.02.20 - www.ifm.com/be- [email protected]
Vraag naar een gratis monster:
Tel. 016-31 44 31 Fax 016-31 44 39
www.igus.be/rc
MOTEK, Stuttgart – Hal 3 Stand 3310
... plastics for longer life
Simatic HMI: het venster op uw productieproces
Eenvoudig overstappen naar de nieuwe Basic of Comfort Panels
SIMATIC HMI Panels zijn
overal aanwezig in de meest
verschillende toepassingen.
Zij hebben niet enkel een
uitmuntend innovatief design en
uitstekende performantie, maar
bieden u ook de garantie om
uw installatie toekomstgericht
en kostengunstig te automatiseren dankzij het vernieuwende
engineeringsplatform TIA Portal.
(Totally Integrated Automation
Portal)
De nieuwe SIMATIC HMI Comfort panels en Basic Panels zijn
de opvolgers van de zeer succesvolle x77-panels en Multipanels.
De x77 panels zijn op 1/10/2012
in uitloopfase gegaan en zullen
vanaf 1/10/2014 niet meer
verkrijgbaar zijn. Reserveonderdelen blijven weliswaar leverbaar
tot 2022.
Er zijn talrijke argumenten om
snel over te stappen - uitgebreid
aanbod aan schermgroottes, identieke cut-out voor
meerdere modellen, intuïtieve
configuratie, glashelder display.
Geniet snel en eenvoudig van
de technologische vooruitgang.
Samen met u bekijken wij uw persoonlijke situatie en ondersteunen
wij u bij al uw vragen bij uw overstap naar de SIMATIC HMI-panels
binnen een TIA Portal-project.
Alle nuttige informatie ivm de
migratie zoals overstaprichtlijnen,
welk panel is de juiste opvolger,
inbouwmaten en andere nuttige tips
vindt u op onze website
www.siemens.com/panels of via
email: [email protected]
Siemens - Guido Gezellestraat 123 - 1654 Huizingen
T. +32 2 536 35 26 - [email protected] - www.siemens.com/panels
®
Watson-Marlow Pumps Group nam BioPure voor circa
10 miljoen euro over via moederbedrijf Spirax-Sarco. Het biedt de
groep een unieke mogelijkheid om haar dienstverlening aan de
biofarmaceutische sector uit te breiden.
BioPure, uit Portsmouth (GrootBrittannië) specialiseert zich
in het ontwerp en de productie
van geavanceerde slangverbindingsstukken en -afsluiters. Een
belangrijke troef van BioPure is
dat ieder product voorzien is van
een lotnummer voor een gemakkelijke traceerbaarheid.
BioPure producten zijn dan ook
een waardevolle toevoeging aan
het ruime gamma peristaltische
pompen dat Watson-Marlow
op dit moment al in portefeuille
heeft. En een logische groepslid
voor de andere bedrijven van de
Watson-Marlow Group: WatsonMarlow Pumps &Tubing, Flexicon
Liquid Filling, Alitea OEM Pumps,
MasoSine Process Pumps en
Bredel Hose Pumps.
De klanten van Watson-Marlow
zijn al bekend en overtuigd van
de kwaliteit van de verbindingsstukken en afsluiters van BioPure. Vele klanten integreerden
immers de producten van beide
bedrijven al in hun apparatuur.
De synergie tussen BioPure
en Watson-Marlow is onmiskenbaar. En de combinatie van
het productaanbod biedt een
unieke groeikans en een passend antwoord op de behoefte
aan single-use biofarmaceutische componenten en
materialen in de sector.
Watson-Marlow Pumps Group
versterkt met deze overname
zijn positie op de biofarmaceutische markt. De kwaliteitsvolle
producten van de groep blijven
passende antwoorden bieden
op prangende vragen binnen
de industrie. <<
Watson-Marlow NV - Industriepark 5 - 9052 Zwijnaarde
T: +32 (0) 9 225 94 57 - www.watson-marlow.be - [email protected]
Nieuwe motor met permanente magneet
van WEG overtreft de IE4-norm
Laagspanningsmotoren van
de energie-efficiëntieklasse
IE5 moeten ongeveer 20%
minder verlies hebben dan
IE4-motoren. WEG lanceert
nu een motor met permanente magneet die voldoet
aan deze strenge eis en zo
een van de eerste motoren
wordt die aanspraak kan
maken op de benaming 'IE5 Ultra
Premium Motor'.
WEG, één van de toonaangevende wereldleveranciers van
aandrijftechnologie, heeft met zijn
nieuwe motor met permanente
magneet in de W22-reeks de lat
voor energie-efficiëntie eens te
meer hoger gezet. Bij de lancering van de W22 Super Premium
IE4 driefasige inductiemotor eind
2012 werd WEG al beschouwd
als pionier op dit gebied en nu
bevestigt de firma zijn leiderspositie met de introductie van
een nog efficiëntere synchrone
motor met permanente magneet.
Met een verlies dat ruwweg
20% lager ligt dan bij de Super
Premium-modellen is dit zowat de
eerste Ultra Premium-motor op
de markt die beantwoordt aan de
huidige criteria voor de potentiële
IE5-energie-efficiëntieklasse.
Dit betekent dat de W22-motor
met permanente magneet kan
gerekend worden tot de meest
rendabele elektrische motoren
momenteel in de wereld verkrijgbaar. Het vernieuwende design
van de motor maakt het mogelijk
om uitzonderlijk hoog rendement
te combineren met compacte
afmetingen. Bij WEG gaat dit
hoger rendement hand in hand
met geoptimaliseerde motorprestaties om zo te komen tot een
lager geluids- en trillingsniveau en
ook tot een minimaal onderhoud.
WEG Benelux - Industrieweg 30D - 1400 Nivelles
067 88 84 20 - [email protected] - www.weg.net/be
Servosysteem voor de kleinste ruimtes
Door het gebruik van servomotorklem EL7211 biedt het
EtherCAT I/O-systeem nu ook
een in het 24mm klemmenhuis
geïntegreerde, volledige servoversterker met een uitgangsstroom
van maximaal 4,5 ARMS. De
EtherCAT-klem is beschikbaar
met geïntegreerde resolver-interface of met de 1-kabeloplossing
OCT. Met name in combinatie
met de nieuwe servomotoren
AM811x wordt een uiterst
compact, krachtig en kosteneffectief servosysteem verkregen.
De EtherCAT-klem EL7211 voor
servomotoren, met geïntegreerde
resolver-interface, biedt een hoog
aandrijfvermogen in een zeer
compacte constructie, en wel
voor de Beckhoff motoren uit
bouwreeks AM31xx en AM81xx.
Ondergebracht in een 24 mm
klemmenhuis levert hij met
maximaal 4,5 ARMS bij 50 V DC
een hoger vermogen dan de vertrouwde 12 mm brede servomotorklem EL7201 met 2,8 ARMS.
De EtherCAT-klem EL7211-0010
voor servomotoren ondersteunt
absoluut-encoders en is daardoor
geschikt voor de servomotorbouwreeks AM81xx met One
Cable Technology (OCT). OCT
combineert power- en feedbacksignalen in een standaard
motorkabel en reduceert op
deze manier de materiaal- en
inbedrijfnamekosten aanzienlijk.
Het geïntegreerde elektronische
typeplaatje van de servomotoren kan door de EL7211-0010
automatisch gelezen en gebruikt
worden voor de vereenvoudigde
inbedrijfname van de motor. De
snelle sturingstechniek van de
servomotorklemmen EL7211
ondersteunt snelle en hoogdynamische positioneringstaken. <<
Beckhoff Automation - Kempische Steenweg 305 b202 - 3500 Hasselt
T.: +32 (0)11 24 08 00 - [email protected] - www.beckhoff.be
Productadvertenties
Watson-Marlow breidt dienstverlening aan biofarmaceutische sector uit
door de overname van BioPure Technology Limited
Abonnementsaanvraag
U bent ingenieur of technicus?
U zit in de maakindustrie, procestechniek,
automatisering of consultancy?
Ontwerp, engineering, productie of
kwaliteitscontrole behoren tot uw
werkterrein?
Uitgeverij Mainpress n.v.
Diamantstraat 5 - B-2275 Lille
Tel. 0032 (0)3 326.56.16
Fax 0032 (0)3 326.56.36
Lid van de Unie van
de Uitgevers van de
Periodieke Pers
Dan ontdekt u in Engineeringnet Magazine
een schat aan informatie voor uw vakgebied:
Onderzoek&Ontwikkeling, actualiteit,
technische projecten, personalia, interviews,
engineeringtips en verslaggeving over
de ervaringen van uw collega’s met de
nieuwste technieken en technologieën. En
niet te vergeten: de persoonlijke mening
van vakspecialisten over opmerkelijke
ontwikkelingen.
door CIM
gecontroleerde
oplage
CIM-logo nagebouwd 2014.indd 1 25-9-2014 13:09:19
Drager van het
Prof B to B press
Quality Label
Hoofdredacteur:
Bert BELMANS
[email protected]
Redactie:
L. DE SMET
G. LEYSEN
E. JONCKHEERE
L. HEIDA
Advertenties
Herwig VAN LIMBERGEN
[email protected]
Abonnementen:
Marleen WUYTS
[email protected]
door storting van
41  op rekening
415-9055911-06 van Mainpress n.v.
IBAN BE85 4159 0559 1106
BIC KRED BEBB
Online Registratie:
www.mainpress.com
Klantendienst:
Marleen WUYTS
[email protected]
Verant. uitgever:
Bert BELMANS
Diamantstraat 5
B-2275 Lille
Abonneer u nu op Engineeringnet Magazine
en mis geen enkel nummer!
U betaalt slechts 41 € (België) voor 6 nummers
inclusief ‘Engineeringnet Trendwatch’ in januari.
Ja, ik wens een abonnement te nemen op Engineeringnet Magazine.
België: ik stort € 41,00 (incl. BTW) op rekening 415-9055911-06 van Mainpress n.v.
Buitenland: ik stort € 51,00 op rekening IBAN BE85 4159 0559 1106 BIC KRED BEBB
met de vermelding ‘Abonnement Engineeringnet Magazine’
Mijn coördinaten:
Firma:
Naam:
Adres:
Postcode:
Gemeente:
Tel.:Fax:
E-mail:

Ik wens een factuur te ontvangen
BTW-nr.:
Coverfoto:
Hannover Messe
Zend of fax
deze aanvraag naar:
Visit us at:
www.engineeringnet.be
www.engineeringnet.nl
Mainpress nv,
Diamantstraat 5, B-2275 Lille
fax 03-326 56 36
Handtekening
en
firmastempel
UW TRENDWATCHER IN ENGINEERING, PRODUCTIE, MACHINEBOUW
Bestellingen voor 18:00
uur op RS Online worden
de volgende werkdag
geleverd.
JA
KAN IK
GEMAKKELIJK
DE PRODUCTEN VINDEN DIE IK NODIG HEB?
LEVEREN ZE
NEE
Neem geen risico
ALTIJD
OP TIJD?
JA
NEE
Ontdek de 500.000 producten
van meer dan 2.500 bekende
merken, altijd op voorraad en
direct leverbaar.
Zoek nog even
verder
PRODUCTEN VAN
NEE
NEE
TOONAANGEVENDE
MERKEN?
JA
HEBBEN ZE EEN GOEDE
IS ER EEN
UITGEBREIDE
VOORRAAD
Op RS Online vindt u
snel en eenvoudig wat u
nodig heeft.
Neem alleen
genoegen met
de beste
KLANTENSERVICE?
Eén telefoontje en
u wordt snel en
persoonlijk geholpen.
JA
KRIJG IK
Neem geen halve
maatregelen
NEE
WAAR VOOR
MIJN GELD?
OP WIE KAN IK HET MEEST
VERTROUWEN
Bespaar tijd en geld met
onze OffertePlus-service
en betaal nooit te veel
dankzij onze regelmatige
prijsvergelijkingen en
staffelkortingen.
JA
VOOR MIJN PRODUCTEN?
Vertrouw op ons voor al
uw producten
Al meer dan 75 jaar levert RS Components
wereldwijd alle producten met de
persoonlijke service die u van ons gewend
bent. Maar bovenal ontneemt RS u veel werk
uit handen, zodat u zich kunt concentreren op
uw eigen werk.
benl.rs-online.com
Onverslaanbare besturingen,
precisie, en flexibiliteit
Het verlagen van kosten, het verhogen van productiviteit, en het verkorten van
de ontwerptijd zijn slechts enkele uitdagingen waar engineers tegen aanlopen.
De grafische systeemontwerpmethode combineert productieve software en
herconfigureerbare I/O (RIO) hardware en helpt u deze uitdagingen aan te gaan.
Dit off-the-shelf platform is customizable voor de meest uitdagende besturings- en
monitoringstoepassingen door één geïntegreerde software ontwikkelomgeving om
complexe industriële systemen sneller te bouwen.
>> Versnel uw productiviteit. Bezoek ni.com/industrial-control-platform
32 (0)2 757 0020 België
52 (0)40 5120 Luxemburg
National Instruments Belgium NV ■ BE 0445.607.706 ■ IKAROSLAAN 79 ■ B-1930 ZAVENTEM
©2014 National Instruments. Alle rechten voorbehouden. LabVIEW, National Instruments, NI en ni.com zijn handelsmerken van National Instruments.
Andere vermelde producten en firmanamen zijn handelsmerken of handelsnamen van hun respectievelijke bedrijven. 18395
De LabVIEW
ontwerpsoftware biedt
ultieme flexibiliteit door
het programmeren van
FPGA, het vereenvoudigt
het hergebruik van
programmacode, en
helpt u programmeren
precies op de manier
zoals u denkt: grafisch.