Engineeringnet WWW.ENGINEERINGNET.BE QR-code Android App magazine VOOR INGENIEURS-TECHNOLOGEN IN R&D, DESIGN, ENGINEERING, CONSTRUCTIE, PRODUCTIE & LOGISTIEK + Internet of Things Hoeveel «friends» heeft uw machine? Ontwikkeling Ingenieur-hackers brainstormen over 'smart machines' Verspaning «België goedkoper dan China voor nieuwe lijn» Energie Eandis gaat windturbines «slim» aansluiten Laboratorium PharmaFluidics wil pilaarkolommen productierijp maken INDUSTRIE 4.0 het volgende DUITSE Wirtschaftswunder? NR 119 - september 2014 - P409092 - Afgiftekantoor Antwerpen x - MAINPRESS PUBLICATIE - verschijnt 6 x per jaar ENGINEERINGnet.BE voorwoord Reden te over om kritisch te zijn, maar toch... Vergeet die nieuwe auto, koop een futuristische skyTran Wordt dit de vervanger van ons metroen treinsysteem? Of van onze aloude gezinswagen? Het aan NASA verbonden skyTran mag in Israël op de campus van de militaire contractor IAI een proeflijn bouwen voor zijn futuristische transportsysteem. Utopische technologie? Misschien, maar ook de voorloper van Google's robotauto werd op hoongelach onthaald, toen enkele techneuten er tien jaar geleden mee in de woestijn begonnen te experimenteren. «Omdat we de wereld willen veranderen». D Bert Belmans is hoofdredacteur van Engineeringnet Print & Online QUALI TY e MagLev-technologie die de NASA spin-off skyTran gebruikt, is op zich niet nieuw. Magnetic Levitation (op basis van inductie) wordt al gebruikt voor treinen die op monorails glijden. Wat de Amerikaanse spinoff van NASA méér doet is er een extra dimensie aan toevoegen door de collectieve metro- of treinwagons te vervangen door een individueel transportmiddel, een 'skyTran'. Dat is een lichtgewicht, eivormig voertuig, «zoals bij de Jetsons», onder een slanke monorail. Daarin nemen maximaal twee personen plaats. De achterliggende idee gaat zelfs nog verder: we vervangen niet de trein, maar schaffen meteen elke vorm van personenvervoer af zoals we die nu kennen. skyTran slaat dus een heel andere weg in dan Google, dat een bestaande personenwagen automatiseert: weg met de brede en dure autowegen, we plaatsen een netwerk van pylonen die een monorail schragen, en laten elk gezin zijn eigen skyTran kopen, leasen of huren. Die kunnen ze tot voor hun deur laten aanrukken door simpelweg een bestemming op hun smartphone in te tikken. De spin-off maakt zich alvast sterk dat zijn systeem efficiënter en goedkoper zal blijken dan de huidige transportmiddelen: «Ze zijn gebouwd met heel lichte materialen, en één kilometer monorail installeren is 100 keer goedkoper dan een nieuwe autosnelweg». En het kan snel gaan: «tot 230 km per uur als het moet, maar dat hangt af van het comfortgevoel van de passagiers». Reden te over om kritisch te zijn dus, want het lijkt vooral wishfull thinking, maar toch... Tien jaar geleden was de voorloper van de Google Car ook een utopie. De experimenten van enkele nerds in de woestijn werden letterlijk op hoongelach onthaald. «Onmogelijk!» «Typisch nerds!» Maar elk jaar kwamen diezelfde nerds met betere technologie. Vandaag pompt Google miljoenen in een afdeling die niet anders doet dat de meest utopische projecten verzinnen. Zoals een bril waarmee je op het internet kan. Of een vloot van drones die internet overal goedkoop beschikbaar maakt. Of een satelliet aan een kabel. Een martphone die voor dokter speelt. De sky is no longer the limit... SkyTran valt alvast minder hoongelach te beurt: het werkt met technologie die door NASA ontwikkeld is, krijgt logistieke steun van het Amerikaanse ruimtevaartagentschap en huist in één van hun researchparken. En het kreeg IAI – Israel Aerospace Industries – zo ver dat het een proeflijn wil bouwen op zijn campus in Tel Aviv. Daarbij zal, naast aspecten zoals design, engineering en robotica, ook de door de Amerikanen ontwikkelde, complexe software voor de verkeerscontrole van de voertuigjes onderzocht worden. skyTran heeft dus al weten waar te maken waar de meeste - om de haverklap in de media gelanceerde futuristische ideeën op stranden: financiering vinden voor een reëel proefproject. Bovendien: IAI kan moeilijk als het eerste het beste dromerscollectief bestempeld worden: het slijt zijn technologie vooral in militaire middens en bouwt onder meer vliegtuigen, ballistische kruisraketten, radarsystemen, drones, wapens, satellieten en militaire robots. Maar het ontwikkelde bijvoorbeeld ook al een rijdende robot om semi-automatisch vliegtuigen vol te tanken. Wat dan weer een voorbeeld is van elitaire hightech die afdaalt naar de commerciële markt. << (foto: skyTran) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 3 Engineeringnet 14 Industrie 4.0 De weg naar het volgende Wirtschaftswunder «Made in Germany»? CROSSMEDIA NIEUWSPLATFORM PRINT • WEB • MOBILE engineeringnet 3 Reden te over om kritisch te zijn, maar toch... Vergeet die nieuwe auto, koop een futuristische skyTran 14 Industrie 4.0 Na 'smartphone' en 'smart grid' wordt 'smart factory' dé hype term van de toekomst. In 2011 startte de Duitse overheid onder de slagzin 'we gaan voor Industrie 4.0, een programma dat moet leiden tot een industriële omgeving gebaseerd op intelligente netwerken die tevens de duurzame economie ondersteunt'. Deze flexibele, slimme fabrieken moeten de toekomst van de Duitse maakindustrie veiligstellen en het land handhaven als wereldleider in de machinebouw. De weg naar het volgende Wirtschaftswunder «Made in Germany»? 18 Internet of things Onderhoudsmanager in de voedingsindustrie Toch wel enkele speciale uitdagingen... Hoeveel 'vrienden' heeft uw machine? 34 Rapid prototyping voor maakindustrie Start-up Tenco DMM print transparante onderdelen in 3D Koester je de ambitie om voor een technische managementfunctie in de voedingssector te gaan? Hou er dan rekening mee: technisch inzicht alleen volstaat niet. De bekommernis om de voedselveiligheid is alomtegenwoordig en allesoverheersend. Engineeringnet sprak met Patrick Matthieu, die voor het onderhoudsgebeuren binnen Barry Callebaut in de site Wieze instaat. 36 Eandis wil windturbines op Antwerpse Linkeroever 'slim' aansluiten 39 Gentse proefplant mag biobutanol productieproces van Celtic Renewables opschalen 31 41 Atlas Copco's Ronny Leten «Airpower Wilrijk goedkoper dan China voor nieuwe verspaningslijn» 43 Mobiele containerkraan sluit zichzelf 'on the fly' op energienet aan columns 24 CE-markering & herziene productrichtlijnen: implementatie van wetgevend kader komt op kruissnelheid 40 Gebrekkig bouwdossier? Is uw architect aansprakelijk ? eandis wil windturbines op Antwerpse Linkeroever 'slim' aansluiten Proefproject met zes machines moet duidelijkheid geven over kostenbesparingen die mogelijk zijn in installatiefase. «We willen de turbines zo efficiënt mogelijk aansluiten op het elektriciteitsnet» 36 vacatech 27 Slim meten om energie te besparen Ingenieur-Hackers brainstormen over «smart devices» 31 Onderhoudsmanager in de voedingsindustrie Toch wel enkele speciale uitdagingen... VOLG HET NIEUWS IN REALTIME OP WWW.ENGINEERINGNET.BE HET MAGAZINE OVER O&O, ENGINEERING & INNOVATIE IN PROCES, PRODUCTIE, MACHINEBOUW & LOGISTIEK ABONNEMENTENDIENST: WWW.MAINPRESS.COM CIM-logo nagebouwd 2014.indd 1 25-9-2014 13:09:19 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 5 Photos credits: © Masterfile - © Getty Images IN ELK GEBOUW GELDT: BRANDVEILIGHEID KAN NIET ZONDER KABELS NEXANS ZET ZICH IN VOOR EEN BETERE VEILIGHEID IN GEBOUWEN Wanneer de bescherming van mensen en gevoelige elektronische apparatuur van het grootste belang is, is het essentieel om het juiste materiaal te kiezen. Met kabels uit het Alsecure gamma van Nexans bent u niet alleen zeker van de goede werking van brandbeveiligingssystemen, ze beperken ook de effecten van giftige gassen en rook. In geval van brand dragen ze bij tot een efficiënte evacuatie van mensen en tot het beperken van de indirecte schade aan kostbare apparatuur. www.nexans.be/brandveiligheid Uw expert in brandveilige kabels ENGINEERINGnet.BE NIEUWSLIJN Niet alledaags Vlaams IT-student onthult lek in Apple's implementatie van het WPA2-Enterprise protocol Op een congres in Oxford heeft de UHasselt-informaticastudent Pieter Robyns een belangrijk veiligheidsrisico blootgelegd bij Apple's implementatie van het WPA2-Enterprise protocol. Apple bevestigt: «Bij iOS8 zal dat opgelost zijn.» B edrijfsnetwerken bevatten alle info die cruciaal is voor het goed functioneren van een onderneming – gaande van (toekomstige) productinformatie tot gedetailleerde marketingplannen, klantenbestanden en financiële data. Het is dan ook erg belangrijk om die gegevens op een degelijke manier af te schermen, vooral wanneer ze via draadloze netwerken door werknemers worden geraadpleegd. Onder meer om die reden ontwikkelde de internationale standaardisatieorganisatie IEEE het Wi-Fi Protected Access II (WPA2)Enterprise protocol – momenteel het meest vertrouwde beveiligingsmechanisme voor draadloze bedrijfsnetwerken. Helaas kunnen beveiligingsmechanismen omzeild worden, zeker wanneer standaarden de mogelijkheid laten aan fabrikanten om implementatiedetails zelf in te vullen. Een dergelijk probleem werd aan het licht gebracht in de thesis van ir. Pieter Robyns, masterstudent informatica aan de Universiteit Hasselt, onder leiding van onderzoekers van onder meer iMinds. Robyns ontdekte dat een problematische implementatie van het WPA2-Enterprise protocol cybercriminelen in staat stelt om toegang te krijgen tot het bedrijfsnetwerk – en dus mogelijk ook tot de informatie die er wordt opgeslagen. Het is in het bijzonder de Appleimplementatie van WPA2-Enterprise die de deur openzet voor cyberaanvallen. «Aanvallers kunnen toegang krijgen tot het bedrijfsnetwerk zonder in het bezit te zijn van een geldige gebruikersnaam en wachtwoord», zegt Robyns. «Door de specifieke implementatie van Apple kan een cybercrimineel immers de identifi- catiegegevens - die draadloos verstuurd worden wanneer een werknemer met zijn Apple-toestel (iPhone/iPad en Mac OS X) met het Wi-Fi bedrijfsnetwerk probeert te verbinden - onderscheppen en gebruiken. Op die manier worden de identiteit van die werknemer en al zijn toegangsrechten overgenomen, zonder dat de gebruiker daar zelf iets van merkt.» Geen probleem voor thuisnetwerken «De ontdekking van Pieter heeft een potentieel belangrijke impact», aldus Bram Bonné (iMinds-EDM-Universiteit Hasselt). «WPA2-Enterprise is wereldwijd de meest vertrouwde beveiligingsstandaard voor bedrijfsnetwerken, omdat IT-verantwoordelijken overtuigd zijn van de degelijkheid ervan. En normaal gezien zorgt WPA2-Enterprise inderdaad voor een perfecte versleuteling van de inloggegevens die via Wi-Fi verstuurd worden, alleen loopt er nu iets fout met de specifieke Apple-implementatie ervan. Gezien het grote aantal Appletoestellen in omloop houdt dat uiteraard een bepaald veiligheidsrisico in. Eens de deur tot het bedrijfsnetwerk openstaat, kan er immers een meer complexe aanval worden opgezet waarbij eveneens gebruik wordt gemaakt van de identiteit van de eigen werknemers.» Gelukkig hoeven consumenten alvast niet wakker te liggen van dit probleem. Bram Bonné: «Voor correct beveiligde thuisnetwerken is er niets aan de hand – die versleutelen data immers aan de hand van een ander protocol (WPA2-PSK) dat, voor zover bekend, wél correct werd geïmplementeerd op de belangrijkste platformen. We hebben onze bevindingen aan Apple overgemaakt, en alles wijst erop dat met de introductie van iOS8 later dit jaar het probleem wordt opgelost», besluit Pieter Robyns. «Maar ondertussen raden we beheerders van bedrijfsnetwerken wél aan om vertrouwelijke gegevens te bewaren op servers die afgeschermd zijn met aparte toegangsrechten, in plaats van enkel te vertrouwen op de beveiliging van het draadloze netwerk.» De masterthesis van Pieter Robyns werd gerealiseerd in de opleiding informatica aan de Universiteit Hasselt, met als promotoren prof. dr. Peter Quax en prof. dr. Wim Lamotte, onder begeleiding van ir. Bram Bonné. Pieter werkt sinds september als doctoraatsstudent, verbonden aan iMinds-EDM-UHasselt. << (Bert Belmans) (foto: UHasselt) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 7 ENGINEERINGNET.BE NIEUWSLIJN Brain drain op bedrijfsschaal Ook Vlaamse 3D-print techbedrijf Layerwise in buitenlandse handen Weerom een technologieparel van eigen bodem die in buitenlandse handen valt: de KU Leuven spin-off Layerwise is volledig overgenomen door de Amerikaanse 3D-print gigant 3D Systems. Z e zijn zeldzaam in België: de beloftevolle technologieparels die het potentieel in zich dragen om uit te groeien tot echte 'game changers'. Layerwise behoort tot deze categorie: het wist in een vroeg stadium – opgericht in 2008 – al mee te surfen op de golven van de digitale fabriek, een thema dat vandaag brandend actueel is met initiatieven als het Europese Factory of the Future, het Duitse Industrie 4.0 en het Amerikaanse Internet of Things (IoT). De spin-off van de KU Leuven specialiseerde zich van meet af aan in professionele 3D-print productie op basis van metaal. Het ontwikkelde er zijn eigen 'direct metal'-technologie voor en bouwt zelf de powder-to-solid machines om de stukken - belangrijk: ook in grote oplages te 3D-printen. Productie en géén rapid prototyping dus, het klassieke speelveld van professionele 3D-printing. Bijzonder aan de technologie is dat de metaalprinters er in slagen een materiaaldensiteit van 99,98% af te leveren. Daarmee evenaren ze de output van conventionele metalurgische processen en machines, met als grote voordeel dat ze tegelijkertijd een substantiële gewichtsreductie realiseren. Dat Layerwise een hoogtechnologisch kennisbedrijf is met een hoge toegevoegde waarde, een eigen technologie, veel kennis en een reële productiecapaciteit, is klaarblijkelijk ook marktleider 3D Systems in de VS niet ontgaan. Een gezonde kennisorganisatie in een snelgroeiende markt: het biedt inderdaad perspectieven. Toch mag het verrassend genoemd worden dat de oprichters Jonas Van Vaerenbergh en Peter Mercelis er niet voor kiezen hun bedrijf op eigen kracht uit te bouwen met de hulp van - eventueel lokale - verschaffers van kapitaal. Alle signalen wezen de afgelopen maanden in deze richting. Bovendien 8 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 Jonas Van Vaerenbergh gaat het om de groeikapitaal voor een gezonde, beloftevolle onderneming en niet om het verschaffen van risicokapitaal aan een starter die nog alles te bewijzen heeft. Het heeft niet mogen zijn. In de plaats daarvan gingen de twee in op het overnamebod van wat momenteel te boek staat als het boegbeeld van de wereldwijde en zeker de Amerikaanse 3D-printsector: het beursgenoteerde 3D Systems. Uit de mond van Jonas Van Vaerenbergh klinkt het zo: «De cultuur van continue innovatie die teruggaat tot Chuck Hull, de uitvinder van de eerste 3D-print technologie, en de toewijding van 3D Systems om direct metal 3D-technologie en medische toepassingen verder uit te bouwen, maakt van hen de ideale partner en versterkt ons gecombineerd groeipotentieel.» 3D Systems toont zich bij monde van CEO Avi Reichental tevreden: «De overname zal onmiddellijke voordelen opleveren voor onze klanten in de luchten ruimtevaart, de auto-industrie en de medische sectoren. Ze breidt ons pioniersvoordeel in deze markten met hoge groeivooruitzichten substantieel uit.» LayerWise blijft naar verluidt wel 'verder werken onder het leiderschap van oprichters Van Vaerenbergh en Mercelis'. Wat ongetwijfeld ook van invloed is geweest op hun beslissing. Hoeveel 3DS betaalde, wordt overigens niet vrijgegeven. Gelukkig is er nog het intussen beursgenoteerde Materialise. Alhoewel ook die technologiespeler zich steeds meer profileert als een onderneming met de VS als wereldwijde uitvalsbasis. Het zwaartepunt van alles wat met Additive Manufacturing en 3D-printing te maken heeft, ligt op dit ogenblik onmiskenbaar in de VS. << (Bert Belmans) (foto: Layerwise) Stukje invulling van Duitse Industrie 4.0 Festo integreert R&D-werkstations in productie Best practice: het Duitse Festo zal in zijn nieuwe plant R&D-werkstations direct naast zijn productielijnen plaatsen. «Zo vloeit feedback van de productiespecialisten zeer snel terug naar de ontwikkelaars». Feedback niet na, maar tijdens de feiten dus. Z oals we destijds al meldden is het Duitse Festo in EsslingenBerkheim een volledig nieuwe fabriek aan het optrekken: de ‘Scharnhausen Technology Plant’ Die moet op termijn het belangrijkste centrum van de fabrikant worden voor de productie van ventielen, ventieleilanden en elektronische systemen. Festo is één van de bedrijven die hard werkt om Industrie 4.0, de Duitse invulling van de 'Factory of het Future', mee gestalte te geven. Dat plan van de overheid moet de Duitse machinebouwers in de toekomst een voorsprong ENGINEERINGnet.BE NIEUWSLIJN Een van de sleutelontwikkelingen van het Duitse Industrie 4.0, maar ook van bijvoorbeeld het onafhankelijke SmartFactory-initiatief, is de manier waarop mens en machine in de toekomst zullen samenwerken. Festo staat daarbij voor een holistische benadering en participeert in verschillende onderzoeksprojecten. geven op de rest van de wereld. Het volgende 'Deutsche Wirtschaftswunder' dus. Eén van de (vele) krachtlijnen van de digitale productie van morgen is dat R&D, productie en aankoop veel nauwer samenwerken. Vandaag opereren deze afdelingen binnen de typische bedrijfshiërarchie quasi onafhankelijk van elkaar. Het bedrijf grijpt de bouw van zijn nieuwe plant aan om deze twee activiteiten alvast dichter bij elkaar te brengen: het plaatst werkstations van de R&D-afdeling direct naast de productielijnen. Operators kunnen zo meteen hun nologie voor de productie van alle types machines en apparatuur, gaande van het engineeren, prototypen, aandrijven en besturen, tot het vervaardigen van heel specifieke fijnmechanische onderdelen'. Dat zijn typisch de thema's die de ingenieurs en technologen van de afdelingen onderzoek & ontwikkeling en engineering moeten aanspreken. Om Machineering aan de aanbodzijde uit te bouwen, heeft Invent Media alvast heel wat marktkennis in huis. Het is namelijk ook de exploitant van de vakbeurstitel Indumation, waar precies de fabrikanten en leveranciers van technologie voor mechatronica de boventoon voeren. De technische leveranciers hebben dus, net als de technische gebruikers uit de feedback voor de ontwikkelaars intikken, zodat die inzage krijgen in de problemen en knelpunten die opduiken tijdens de productie. Festo: « Voor nieuwe componenten zal de know-how van productiespecialisten dus in een zeer vroeg stadium beschikbaar zijn, en kunnen alle stappen in de ontwikkeling ter plaatse gecoördineerd worden. Hierdoor worden niet enkel kosten bespaard, de kwaliteit van onze producten zal verhogen en de time-to-market zal verminderen, dankzij deze efficiëntere processen.» Goed idee! << (Bert Belmans) (foto: Festo) Belgische machinebeurs MTMS 2015 breidt uit met 'Machineering' MTMS, de Belgische 'Materials Transformation & Machining Show', krijgt er in 2015 een nieuw beurseiland bij: Machineering. Of: ideeën en engineering voor de Belgische maakindustrie. B eursinrichter Invent Media maakte er de afgelopen edities een traditie van om telkens de focus te leggen op bepaalde nieuwe technieken, zoals New Materials, Additive & New Production Technologies en Plastics Technology & Subcontracting. Voor 2015 komt daar Machineering bij, zo meldt de organisator, 'over Machine Technology, Components & Engineering'. Dat aanbod wordt ondergebracht in één centrale zone, een beurseiland waar leveranciers kunnen uitpakken met nieuwe ideeën voor de machinebouw en de maakindustrie in het algemeen. Of, zoals de inrichter het definieert: «Tech- Mechatronica op Indumation 2013. maakindustrie, vanaf nu de keuze uit niet minder dan drie vakbeurzen: Indumation en Machineering op MTMS, beide van Invent Media, naast Automation & Engineering van concurrent easyFairs. << (Bert Belmans) (foto: Invent Media) MTMS met Machineering, 25 t/m 27 maart 2015 in Paleis 5 van Brussels Expo ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 9 ENGINEERINGNET.BE NIEUWSLIJN Laboratoriumtechnologie VUB spin-off PharmaFluidics wil experimentele pilaarkolommen industrierijp maken Het is eens wat anders dan de alom bewierookte IT-starters die in het zonnige Silicon Valley op zoek gaan naar venture capital, zaaikapitaal: een spin-off van de Vrije Universiteit Brussel vindt de nodige financiering in eigen land om een gepatenteerd ontwerp van lithografisch geëtste micro-pilaarkolommen voor vloeistofchromatografie door te ontwikkelen en industrierijp te maken. van microfluïdica en expertise in HPLCscheidingen een nieuwe generatie kolommen wil ontwikkelen. Momenteel gaat het nog om een experimenteel ontwerp, en de uitdaging ligt nu in het verder uitwerken tot industrieel inzetbare producten. Dat zal naar verluidt gebeuren in samenwerking met het gereputeerde 'VIB Proteomics Expertise Center' onder leiding van Prof. Kris Gevaert. 'Een disruptieve technologie', zo stelt de start-up zelf, 'zeker ten aanzien van wat met de huidige kolomtechnologie haalbaar is'. Oprichter Dr. ir. Paul Jacobs van Pharmafluidics: “Onze kolommen doorbreken een fysische grens in de wereld van de vloeistofchromatografie, één van de meest gebruikte technieken in analytische laboratoria, waardoor complexe stalen in veel meer detail ontleed kunnen worden. Het efficiënter maken van deze fundamentele analyses helpt bovendien om de stijgende kosten in de sector in te perken.” GeneesCitaat Wim De Malsche, kunde betaalbaar houden dankzij co-founder en docent aan de VUB: technologische «Prof. Gert Desmet toonde een 10-tal jaar innovatie, dus. geleden reeds met Computational Fluid Dynamics aan dat de sleutel voor performanTwee fondsen tieverbetering van chromatografische kolombrengen met elk men totale orde is, waarna ik samen met (een bescheiden) een aantal vorsers voor de enorme uitdaging 250.000 euro stond om dit idee in de praktijk om te zetten. zaaikapitaal in. Dit onderzoek mondde uiteindelijk uit in een Het eerste is Qbic aantal geoctrooieerde oplossingen, die nu ARKIV, een interdankzij de investeerders geïmplementeerd kunnen worden en universitair risivertaald naar methodologieën die een enorme impact kunnen cokapitaalfonds hebben op de levenskwaliteit van volgende generaties.» << dat investeert in spin-offs van de en Industriële Scheikunde van de Vrije universiteiten UGent, VUB en UA. Het Universiteit Brussel, waar onderzoek had tweede is SOFI, het fonds dat de Vlaamse geleid tot de octrooiering van lithografisch overheid opzette om risicokapitaal te vergeëtste micro-pilaarkolommen voor mole- schaffen aan start-ups die voortvloeien uit culaire scheidingen. zijn strategische onderzoekscentra, zoals De volgende stap, in 2010, was de VIB (biotechnologie), imec (nanotechnooprichting van een spin-off, PharmaFlui- logie), iMinds (ICT en digitale media) en dics, dat uit de combinatie van microli- VITO (energie en duurzaamheid). << (Bert thografische productietechnieken, kennis Belmans) (foto: VUB) «Z elfs met de meest gesofisticeerde, beschikbare scheidingskolommen is het tot vandaag nog steeds niet mogelijk om een voldoende resolutie te bekomen om een proteoomdigest grondig te analyseren», zo stelt de jonge start-up PharmaFluidics. Proteoomdigests kaderen in biomerkeronderzoek, dat belangrijk is voor de detectie van ziektebeelden in een vroege fase. De technologie in kwestie stamt van de vakgroep Chemische Ingenieurstechnieken 10 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 Via optimalisatie persluchtnet Mechelse snacksfabriek van Kellogg produceert welgeteld nul percent afval Kellogg, met een omzet van 14,8 miljard dollar wereldwijd de grootste producent van ontbijtgranen en de op één na grootste van koeken, hartige en zoete snacks, wil de ecologische voetafdruk van zijn Pringles-fabriek in Mechelen nog verder verlagen. E n dat ondanks het feit dat het er sinds 2005 al in slaagde het energieverbruik van zijn installaties met meer dan 5% te verminderen en de snacksfabriek vandaag welgeteld 0% afval te laten produceren (afvalloos kookproces). 'Deze vermindering werd mogelijk gemaakt dankzij een toegenomen focus op monitoring, meting, onderhoud en optimalisatie van de bestaande productieprocessen en -apparaten', stelt het merk. In 2013 stelde Kellogg een energiespecialiste aan met als missie nieuwe opportuniteiten te identificeren om nog meer energiebesparing binnen de fabriek mogelijk te maken. 'Die zijn nu in een samenwerking tussen het team in Mechelen en de organisatie van een Energy Brainstorming Day vastgelegd. We willen nu onze 2020-doelstellingen voor energieverbruik behalen, onder meer door een optimalisatie van het persluchtsysteem en warmteterugwinning door het installeren van een WKKsysteem'. Het bedrijf herhaalt nu het engagement om zijn energie- en broeikasgassenuitstoot tegen 2020 wereldwijd met een aanvullende 15% te verminderen. Zijn doel om dit jaar 20% waterbesparing te realiseren, streeft Kellogg naar eigen zeggen zeker voorbij, 'onder meer door de implementatie van innovatieve omgekeerde osmose systemen in Manchester en 0% afvalproductie in zeven Europese productiesites'. << (Bert Belmans) ENGINEERINGnet.BE NIEUWSLIJN «Historisch project» Investering van 300 miljoen voor verhoging bruggen Albertkanaal Nv De Scheepvaart heeft een investeringsbedrag van 300 miljoen euro uitgetrokken voor de verhoging van bruggen op het Albertkanaal. D it project is historisch», claimt Arcadis-Grontmij: «Voor de eerste keer zal een privépartner, de Tijdelijke Handelsvereniging Arcadis-Grontmij, samen met de overheid in één geïntegreerd team een project uitwerken. De gunning is goed voor 7,9 miljoen euro, verdeeld op een 50-50-basis. De THV mag de voorstudie van alle 31 bruggen aanleveren. De verhoging van vijftien bruggen zal gebeuren aan de hand van DBFM-procedures (Design, Build, Finance, Maintenance). Voor deze bruggen zal de THV instaan voor het uitwerken en aangeven van het Programma van Eisen (PvE) dat een aantal minder hinder maatregelen zal bevatten. De opdracht bestaat VDMA Robotics opent rangen voor niet-Duitse machinebouwers De Belg Lou Hermans van het Antwerpse CMOSIS is door het Duitse VDMA verkozen tot bestuurslid van zijn Machine Vision-groep. De démarche illustreert de kersverse Europese ambities van de nu al zeer invloedrijke associatie. D e robottak van de invloedrijke associatie van Duitse machinebouwers VDMA gooit het roer drastisch om. Tot nu mochten enkel Duitse fabrikanten en constructeurs lid worden. Daar komt nu verandering in: tijdens de meest recente ledenvergadering van VDMA Robotics + Automation is beslist dat alle bedrijven van Europese bodem lid mogen worden. De associatie speelt als vertegenwoordiger van de sterke Duitse machinesector – één van de sterkhouders van de Europese economie nu al een leidinggevende rol op het internationale toneel. Door zijn rangen te openen vergroot deze invloedssfeer nog verder, wat niet onbelangrijk is om een Europees front te vormen tegen de oprukkende concurrentie van buitenaf, met name uit de groeilanden. De Duitse machine-industrie is overigens uitstekend gepositioneerd om het voortouw te nemen: hun machinebouwers gelden als leidinggevend in de wereld, en via bijvoorbeeld de gereputeerde internationale vakbeurs EMO beschikken ze over een schitterend instrument om wereldwijd hun invloed te laten gelden. De nieuwe strategie vertaalt zich meteen naar twee nieuwe aanstellingen: naast Donato Montanari van het Italiaanse Datalogic Automation, wordt ook Lou Hermans van het Antwerpse CMOSIS bestuurslid van de Machine Vision-groep die deel uitmaakt van de Robotics & Automation-afdeling. Hermans treedt de Europese ambities van VDMA bij: «Er is nog een groot potentieel om het technologische leiderschap van onze groep door meer onderlinge samenwerking te vergroten. Onze Machine Vision-groep is daar een uitstekend platform voor.» Montanari van zijn kant wil snel zoveel mogelijk niet-Europese bedrijven de VDMA binnenloodsen. VDMA Machine Vision telt zowat 100 leden. Het gaat om Duitse bedrijven die systemen en componenten voor industriële visie aanbieden. Met de niet-Europese leveranciers erbij, kan dit aantal snel oplopen. In totaal zijn ongeveer 3.100 ondernemingen lid van VDMA. << (Bert Belmans) (foto: CMOSIS) uit de opmaak van de bestekdocumenten met begeleiding van de aanbestedings-, gunningsen uitvoeringsfase. De overige zestien bruggen zullen via een reguliere aanbesteding worden aangepast. De verhoging van de bruggen moet de algemene mobiliteit in de omgeving van het Albertkanaal verbeteren. Commercieel gezien maakt dit het watertransport aantrekkelijker, zodat meer bedrijven afzien van vrachtverkeer over de weg. Door de verhoging zullen grotere vrachtschepen, die tot vier containers hoog geladen zijn, namelijk doorgang krijgen op het traject Antwerpen-Luik. Het rendement stijgt hierdoor naar verluidt met 33%. Anderzijds zullen de verbindingen voor het wegverkeer in stand worden gehouden en waar mogelijk nog verbeterd worden. << (Guy Leysen) (foto: THV ArcadisGrontmij) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 11 CREEËR INZICHT EN STUUR PROACTIEF BIJ Axians staat bekend om de IT en ICT voordelen van een kantooromgeving te vertalen naar een productieomgeving. Dit bewijst ook het Axians Monitoring System, of kortweg AMS. Deze web-based en merkonafhankelijke tool stelt u in staat om proactief te werken. Ingestelde systeemparameters worden bewaakt en bij overschrijding ontvangt u een waarschuwing. Zo kunnen er verbeteringen aangebracht worden nog voor het misloopt. Bovendien kan AMS rapporten genereren die u in één oogopslag een duidelijk beeld schetsen van uw omgeving. Geen enkele component van uw netwerk verdwijnt nog onder de radar! Met AMS hoef je bijgevolg slechts 1 tool te implementeren. AMS monitort zowel de status van uw servers, clients, switches, applicaties enz. als uw master en slave PLC’s, I/O- en CP-kaarten. Hierbij heb je bovendien de keuze om AMS in te zetten als interne tool of als remote service. Zo kunnen onze Axians experts de monitoring van uw gehele bedrijfsnetwerk voor u verzorgen, alarmen en proactieve interventies voor u afhandelen en gericht advies geven aan de hand van periodieke rapportage. • Auto-detectie & monitoring van netwerken en hardware • Ook voor PLC, Profibus en Profinet-toestellen • PLC-diagnose geïntegreerd in AMS-alarmering • Remote scripting (WMI, SNMP, PowerShell) • Alarmen en meldingen (e-mail, SMS, SysLog, OPC) • Flexibele rapportering • Configureerbare dashboards • Beveiligde toegang door middel van gebruikersprofielen Uw voordelen • ‘One size fits all’ monitoring tool • Lagere TCO dankzij gecentraliseerd beheer • Voorkom storingen en downtime • Toegankelijk via Web browser • Realtime inventaris van uw hardware Kenmerken • Gecentraliseerd PLC back-up management www.axians.be ENGINEERINGnet.BE NIEUWSLIJN «Na 15 jaar zelfbedruipend» Meer dan 1.000 exposanten voor vakbeurs Motek Het omstreden project 'Bee Power Gent' zal 300 miljoen euro kosten en moet samen met de twee grote biomassacentrales van Electrabel en E.ON de Vlaamse 2020-doelstellingen haalbaar maken. Enkele maanden voor de aanvang van de vakbeurs, meldt inrichter Schall meer dan duizend exposanten ingeschreven te hebben. Met dien verstande dat er welgeteld 915 zijn voor de Duitse automatiseringsbeurs Motek en 112 voor Bondek, het event over verbindingstechnieken dat tegelijkertijd plaatsvindt. Belgian Eco Energy plant grote biomassacentrale in Gentse haven H et Mechelse Belgian Eco Energy is vier jaar na de start rond met zijn plannen voor een grote biomassacentrale in de Gentse haven. Momenteel wordt gewerkt aan de financiering van het project, waarvan de kostprijs geraamd wordt op 300 miljoen euro. Aan de basis van 'Bee Power Gent' liggen ex-medewerkers van Eneco: huidig CEO Michael Corten, CDO Christophe Surleraux en COO Chris Elbers. Zij richtten in oktober 2010 BEE op en werkten sindsdien aan de realisatie van hun paradepaardje: een grote, 'echte' milieu- en omgevingsvriendelijke biomassa-installatie. Bee Power Gent is één van de drie centrales die nog kunnen genieten van de groene certificaten voor elektriciteitsproductie op basis van biomassa, vooraleer de Vlaamse regering het systeem dit jaar afschafte. De andere twee zijn omgebouwde kolencentrales: het Gentse Max Green van Electrabel (dat dat voor kort stillag) en een plant van E.ON in Langerlo (nog niet onder constructie), beide ook op basis van de klassieke houtpellets. BEE kiest naar eigen zeggen voor een ander type brandstof, zoals snel groeiend plantagehout en houtafval. Medestichter Michael Corten: «We hebben de volle steun van de overheden. Enerzijds omdat ons land de laatste jaren steeds afhankelijker wordt van stroominvoer uit het buitenland. Maar ook omdat we alleen de eerste vijftien jaar overheidssteun (de groenestroomcertificaten, redactie) nodig hebben. Daarna zal Bee Power Gent zich nog dertig jaar zelf bedruipen. Dat is vrij uniek in de sector.» De milieuorganisaties Bond Beter Leefmilieu, Greenpeace en WWF tonen zich minder enthousiast. «De centrale heeft een capaciteit van 200-250MWe en een bruto rendement van 43%. Dat betekent dat meer dan de helft van de vrijgekomen energie in de vorm van warmte F Michael Korten eit is dat Motek specifiek voor de maak- en assemblagesector te boek staat als het grootste gespecialiseerde event op het Europese continent. België telt met Indumation en Engineering & Automation vergelijkbare iniatieven, maar daar zijn de aanbieders in hoofdzaak de nationale filialen, invoerders en verdelers van elders in de wereld ontwikkelde technieken. In Stuttgart exposeren de fabrikanten zelf, zij het dat het ondanks alles nog steeds vooral om Duitse bedrijven gaat. Toch claimt Schall een steeds verdergaande internationalisering van zijn vakbeurs: aan exposantenzijde is intussen 20% van de exposerende bedrijven afkomstig van buiten Duitsland, en de bezoekers – vorige maal zo'n 35.000 – bleken uit zowat 100 landen te stammen. Voor wie een internationaal cliënteel bedient of een bredere kijk op de huidige stand van de techniek nastreeft, durven we daarom Motek aanbevelen. << (Bert Belmans) (foto: Schall) verloren gaat. Ze zal jaarlijks 800.000 à 1.200.000 ton biomassa verbranden en meer dan 1.300.000 ton CO2 uitstoten.» Bovendien: «Er is ook geen volledige transparantie over de herkomst van de biomassa. De informatie over 'houtafval' en plantagehout moet preciezer: over welke soorten gaat het? In welke landen zal die worden geteeld? Wie zullen de Motek, Stuttgart Exhibition Centre, leveranciers zijn?» van 6 t/m 9 oktober 2014 BEE – dat zich als 'groen bedrijf' profileert – accentueert van zijn kant net de omgevings- en milieuvriendelijkheid van het project: «De centrale komt in een zware industriezone met relatief weinig bewoning. We gaan bovendien geen extra vrachtwagens de weg op sturen: alle biomassa wordt per schip aangevoerd. We zullen ook heel schone lucht uitstoten.» Als alles goed gaat, zal Bee Power Gent in het najaar van 2017 operationeel zijn. << (Bert Belmans) (foto: BEE, Michael Corten) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 13 ENGINEERINGNET.BE ENGINEERINGNET.BE omslagverhaal omslagverhaal Industrie 4.0 De weg naar het volgende Wirtschaftswunder «Made in Germany»? O p de foto bovenaan: het begrip 'Industrie 4.0' werd door de Duitse federale overheid, met bondskanselier Merkel als boegbeeld, in 2011 gelanceerd op de Hannover Messe. Maar al in 2010 ontstond in de VS de 'Smart Manufacturing Leadership Coalition'. Op de primeur kan Duitsland dus geen aanspraak maken... 14 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 Na 'smartphone' en 'smart grid' wordt 'smart factory' dé hype term van de toekomst. In 2011 startte de Duitse overheid met de slagzin 'we gaan voor Industrie 4.0, een programma dat leidt tot een industriële omgeving gebaseerd op intelligente netwerken en die tevens de duurzame economie ondersteunt'. Deze flexibele, slimme fabrieken moeten de toekomst van de Duitse maakindustrie veiligstellen en het land handhaven als wereldleider in de machinebouw. DOOR Alfons Calders, engineeringnet ENGINEERINGnet.BE omslagverhaal N adat het conceptidee over de 'slimme fabriek' werd gepresenteerd op tal van beurzen, wordt nu de marathon om de bedrijven over heel Duitsland te inspireren, op gang getrokken. Daarbij moeten de aanbieders van automatiseringscomponenten en machines de kop afbijten. Criticasters wijzen er op dat rond deze 'smart evolution' nog geen enkele standaard of norm bestaat, maar de 4.0-revolutie start ook maar pas. Dat blijkt ook uit een bevraging in Duitsland die zegt dat 60% van de bedrijfsleiders nog nooit van het begrip 'Industrie 4.0' heeft gehoord. In België wordt de evolutie van Industrie 4.0 opgevolgd door het technologiecentrum Sirris dat voor zijn Made Different-programma (dat inspeelt op het ‘Factory of the Future’-plan van de vorige Vlaamse regering) met argusogen kijkt naar wat van het Duitse onderzoeksgebeuren te integreren valt in de Belgische industrie. (vereniging van de elektrotechnische en elektronische industrie). Acatech, de Deutschen Akademie der Technikwissenschaften publiceerde in april 2013 het eindrapport van deze Industrie 4.0 werkgroep. Op de Hannover Messe en in tal van congressen worden theorieën en realisaties getoond. Wat is 'industrie 4.0'? De 4.0 staat voor de vierde industriële revolutie in productie. De eerste industriële revolutie was de automatisering op basis van waterkracht en stoom (de mechanisatie). De tweede de invoering van 'work sharing'-productielijnen, wat leidde tot competitieve massaproductie. De derde dateert van de zeventiger jaren, toen de snelle evolutie in de elektronica en informatica 'automatische productie' algemeen gangbaar maakte. De vierde industriële revolutie is een verdere stap in automatisering, namelijk de full flexibilisering van deze automatisering. Ze staat nu in de startblokken en zit te paard op twee stromingen. Enerzijds: 'het intelligenter worden van producten en productiecomponenten', wat steunt op de miniaturisering van de micro-elektronica. En de tweede stroming, gestuurd vanuit de vraag naar steeds meer flexibilisering van de productie, zijn mecanosystemen gebaseerd op 'vernette' intelligentie. Deze vernetting loopt door tot in 'the cloud', die dan wordt gebruikt voor enerzijds resources (sturingsprogramma's, supervisie, onderhoudsondersteuning...), en anderzijds voor 'storage' (opslag van traceability gegevens). Men spreekt hierbij over 'the Duits strategisch 'anders' denken Het begrip 'Industrie 4.0' werd door de Duitse federale overheid - met bondskanselier Angela Merkel als boegbeeld in 2011 gelanceerd op de Hannover Messe. Het was een onderdeel van haar High-Tech Strategy 2020. Dat is een basisresearchprogramma van de Duitse federale overheid dat voor het eerst werd gelanceerd in 2006, bijgestuurd in 2009 en uitgebreid tot de 'High-Tech Strategy 2020' in 2010. Ze ondersteunt zogenaamde 'forward-looking projects', samenwerkingsprojecten in grensverleggend onderzoek tussen universiteiten en bedrijven. Industrie 4.0 is één van de projecten, naast onder andere C02-neutrale, energieefficiënte en klimaatvriendelijke steden, intelligent herdenken van de energiebevoorrading, hernieuwbare basismaterialen als alternatief op olie, gepersonaliseerde geneeskunde en onafhankelijk leven in uw oude dag, secure identiteiten, sustainable transport, op internet gebaseerde services voor business... Er werd het Platform Industrie 4.0 opgericht door VDMA (Duitse vereniging van machinebouwers), Bitkom (brancheorganisatie voor IT, telecommunicatie en nieuwe media) en de Zvei Om even zuiver te stellen: Industrie 4.0 bestaat (nog lang) niet Het is een denkwereld waarbinnen researchprojecten worden meegefinancierd door de federale Duitse overheid en waarbinnen (Duitse) bedrijven en onderzoekscentra hun beste beentje voorzetten om te scoren. Het doel is om deze Industrie 4.0 te realiseren over de volgende 10 à 20 jaar. Het is wel duidelijk dat ondertussen alle belangrijke bedrijven, zowel de bedrijven actief in automatisering als de machinebouwers en geavanceerde productiebedrijven zoals de auto-industrie, gebeten zijn door de Industrie 4.0- virus en belangrijke researchprogramma's rond grensverleggende ideeën op poten zetten. De Duitse overheid wil via projecten en samenwerkingsverbanden tussen bedrijven de benodigde technologie ontwikkelen en hiermee het huidige leiderschap van de Duitse machinebouwers behouden. Anderzijds wil ze Industrie 4.0-markten creëren die voorlopen op de rest van de wereld wat betreft de Cyber Physical System-technologie en -producten. << ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 15 ALL SHAPES. ALL SIZES. ALL COLORS. www.br-automation.com/PowerPanel < < < < < PLC + HMI = Power Panel C-Series Pure HMI = Power Panel T-Series For I/O, drives and safety POWERLINK | Ethernet | USB | CAN | RS232 | RS485 4,3" | 5,7" | 7" | 10,1" ENGINEERINGnet.BE omslagverhaal Internet of Things and Services' en over Cyber-Physical Systems, fysische productie die steunt op internet gebaseerde diensten. Zoals Flanders Technology? Smart factory: een wereldbreed denkproces De Duitse overheid staat niet alleen met haar idee rond 'flexibele, ICT-vernette productiesystemen', noch heeft het de primeur van het concet. In de Verenigde Staten was al in 2010 een workshop met als thema 'de 21ste eeuw Smart Productie' het startpunt voor de SMLC, wat staat voor Smart Manufacturing Leadership Coalition. Aan deze strategisch onderzoekgroep werken een grote groep deskundigen uit de industrie, de overheid, academische wereld en de nationale laboratoria mee. Op basis van hun eindrapport met prioritaire acties om te komen tot slimme productie, startte de Obama-administratie een 500 miljoen dollar project op rond geavanceerde productietechnieken, met de SMLC als coördinator. Op 31 juli 2012 werd SMLC officieel een nonprofit organisatie. In Amerika ligt de nadruk, naast dat 'internet der dingen', ook op simulatie als basis van flexibele productie-ombouw. Intelligentie in de productieketen en de producten Industrie 4.0 van zijn kant wil een Duitse voorsprong opbouwen op vlak van de Smart Factory, Smart Logistics, Smart Supply Chain, ... tot Smart Products. Binnen de Smart Factory draait het om gemakkelijk aanpasbare productielijnen (adaptability) met autotuning en automatische configuratie. Deze moeten toelaten een breed gamma producten te produceren in zeer kleine reeksen lees: productieruns van één stuk. En dit economisch efficiënt, ergonomisch en duurzaam wat betreft grondstofgebruik (hergebruik en recyclage). Hiertoe moeten enerzijds elk deel van de productielijn over ingebouwde intelligentie beschikken, en anderzijds moeten ze kunnen communiceren om 'samen' de optimalisering van de ganse productielijn te realiseren. Naast deze 'lokale' intelligentie kunnen (delen van In de Duitse middens is iedereen gebeten door het Industrie 4.0-virus, enigszins vergelijkbaar met de Flanders Technology-microbe van bij ons in de jaren tachtig. Hier een enthousiaste Duitse minister van Wetenschap en Energie, Sigmar Gabriel, omringd door vertegenwoordigers van VDMA en SVEI. Met op de achtergrond - héél toevallig? - de stand van Festo, een Duits fabrikant die al jaren nonconformistische automatiseringsconcepten uitdoktert. de) basisprogramma's vanuit het internet gebruikt worden. Men spreekt dan over cyber-fysische systemen. En omdat technici schaars worden en opbouw van kennis in de bedrijven duur is, denkt men aan internetservices. Het gaat dan om leveranciers en gespecialiseerde groepen die vanuit het internet inloggen in het productieapparaat en testen uitvoeren of informatie uithalen als basis voor gespecialiseerd predictief onderhoud. Desgevallend staan deze ook in voor het direct sturen van gespecialiseerde serviceploegen. En – om de controle op producten, productie, stock... vanuit elke locatie mogelijk te maken (traceerbaarheid is ook een steeds belangrijkere eis) – moeten de opvolgingsresultaten ook 'in the cloud' worden weggezet. The cloud is the sky Met 'the cloud' als tool bestaat de mogelijkheid om te evolueren naar 'collaborated production'. Dat zijn virtuele productielijnen waarbij netwerken van bedrijven zorgen van de productie, van component tot assemblage. Hier is internet de basis voor de logistiek en de gegevensbeschikbaarheid voor alle partijen. De fysieke logistiek gebaseerd op internet-apps, dus. En rond productie zullen internetservices ontstaan. Denk aan het hierboven genoemde predictief onderhoud. Maar waarom geen cyberbased ontwerpondersteuning voor optimalisering van producten en productielijnen? The sky is the limit, met een aantal clouds natuurlijk... Hierbij wil men met deze 'cloud services' nog een dimensie verder gaan. De wereld wil en moet 'sustainable' gaan denken. De basis zou kunnen zijn om in de geest van 'cradle to cradle' lifecyclebeheer te realiseren. Denk aan het opvolgen - kwaliteitscontrole, predictieve voorspelling van failure - van autocomponenten, zoals remschijven. Parameters verzamelen in productie, maar ook de opvolging van de slijtage wanneer ze op de wagen staan. Dat realiseren vergt de inbouw van intelligentie, dus microelektronica, in de producten en draadloze (WiFi of andere) communicatie met een wereldwijde dekking. En vooral partnerships creëren tussen bedrijven: afspraken tussen de leveranciers, de assemblagebedrijven en de aftersales. De voordelen zijn legio. Naast 'veiligheid in de toepassing' opent dit een 'legale' afscherming van zijn eigen toepassingen tegen piraterij. << (foto's: Hannover Messe) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 17 ENGINEERINGNET.BE ENGINEERINGNET.BE IN INTHE THEFIELD FIELD AMERIKAANSE VISIE OP internet of things hoeVeel friends heeft uw machine? Begin augustus ging in Austin de jaarlijkse NI-Week door, de user conference van National Instruments. Een uitstekende gelegenheid voor onze verslaggever ter plaatse om te peilen naar wat collega-engineers aan de overzijde van de Atlantische Oceaan vinden van Industrie 4.0, of in hun eigen jargon: het Internet of Things. Niet echt een verrassing, maar toch: ze zien het groter en koppelen er meteen andere, volgens hen onlosmakelijke aspecten zoals big data en wireless aan vast. En ze nemen uitgesproken en vaak controversiële standpunten in. Zoals een hernieuwde interesse in analoge signalen... door Alfons Calders, Engineeringnet E en vaststelling in de Amerikaanse 'mindset' is dat we IoT of het 'Internet of Things' al werkelijkheid zien worden in de consumentenwereld. Daar is het internetgebruik van pure 'communicatie' (downloaden 18 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 of uitwisselen) reeds omgezet in 'living together'. Want sociale netwerken maken communicatie en in essentie het samenleven al volledig anders. Internet gaat de kant op van 'controlling': er zijn bijvoorbeeld de interactieve TV-toepassingen, of de internetgebaseerde en via je smartphone regelbare domoticasystemen. Of apps om iemand via zijn of haar smartphone te lokaliseren. In deze consumentenversie van IoT vallen volgens hen nog twee aspecten op. Het eerste is: alles wordt wireless. Er wordt voorspeld dat binnen de tien jaar meer smartphones in gebruik zullen zijn dan er mensen op aarde rondlopen. En de tweede trend: meer en meer toepassingen steunen op immense data streams. En we hebben het internet nodig als massa-opslagmedium en als computercapaciteit voor de (real time) analyses op die big data. IoT voor de industrie Daarnaast wordt hard gewerkt aan de IoT voor industriële toepassingen, die de Amerikanen zien evolueren langs drie hoofdassen: Smart Production NI-Week 2014: 6.000 engineers, waarvan meer dan de helft eindgebruikers. Veel nieuwigheden, veel netwerking, maar ook een aantal visionaire standpunten in drie dagen keynote-sessies. Systems, Smart Energy Grids en Smart Cities Dr. Joe Salvo, directeur bij GE Global research en oprichter van het kersverse Internet Industrial Consortium, ziet de toekomst daarvan alvast volgens dezelfde krachtlijnen evolueren. Zijn controversieelste uitspraak was wel: «Vandaag zou iedereen raar opkijken als iemand zou vragen: 'Hoeveel friends heeft uw verpakkingsmachine?' of 'Hoeveel experten liken uw productie-oplossing?' U lacht, u bent sceptisch dat dergelijke dingen gaan gebeuren? Dat waren we over het smartphone-gebruik geen drie jaren geleden ook nog.» Naar zijn mening zal het 'industrial internet' van de nabije toekomst gebaseerd zijn op een netwerk van 'things' met 'lokale intelligentie'. Networking zal zich zowel op de productievloer ENGINEERINGnet.BE IN THE FIELD tussen de verschillende delen van de productielijn als buiten de directe kring afspelen. Enkele voorbeelden: experten die zorgen voor de nodige opvolging en predictief pannes aankondigen, managers die productie-efficiëntie on-line opvolgen en in real time beslissingen nemen rond instellingen.... Jim Robinson, General Manager van de IoT Solutions Group bij Intel onderschrijft zijn mening: «De 'factory of the future' zal worden opgebouwd uit modulaire productielijnen met delen die automatisch in en uit de lijn worden geschoven, in functie van wat is ingepland. Dat zal gebeuren zonder dat je enige bekabeling moet connecteren en deze componenten zullen zich 'plug and play' integreren in de productielijn. Zoals een printer zich draadloos en naadloos koppelt met je PC. En de support? Experteams analyseren het productiesysteem via de cloud en de servicemensen komen predictief ter plaatse met de correcte wisselstukken al in hun handbagage.» Virtual fysical systems James Truchard, CEO van National Instruments, ziet de productietechnologie zich ontwikkelen in de richting van virtual fysical systems : «Meer en meer hardwaretoepassingen worden softwaregebaseerd. Het verstrengelen van 'operationele technieken' - zoals sensoren, meetsystemen, machines, handling systems met 'intelligente informatietechnologie' leidt tot virtual fysical systems. Zoals de virtuele instrumenten vandaag reeds een combinatie zijn van intelligente hardwaresensoren en veel rekenkracht in combinaties van embedded controllertechnologie en FPGA's. Door dit samenwerken van sensoren, embedded systems en softwaretoepassingen, gebaseerd op internet, wordt het mogelijk dat mensen en machines efficiënt en veilig samenwerken.» Jim Robinson James Truchard kan meten en bijsturen op dergelijke tijden, dan verhoogt het risico dat het licht uitgaat. Hetzelfde geldt voor 'Smart City'technologie'. Een voorbeeld: de driverless hybrid car, die één netwerk van intelligente controllers wordt. In de driverless car is het niet enkel de veilige afstand tot de vorige wagen die moet gemonitord worden, er zijn ook de randfenomenen zoals 'veilig reageren als een voetganger ineens tussen de wagens oversteekt'. Dan kan men zich inbeelden dat (reactie)tijd en synchronisatie van taken (detec- Tijd is cruciaal Eén ding mag duidelijk zijn: in de hele IoT-evolutie is 'real time' een kerngedachte. Waar echter eind jaren 1970 bij productiesystemen milliseconden 'real time' was, wordt in de toekomstige IoT-toepassingen eerder gedacht aan microseconde en zelfs nanoseconde responstijden. De technologie an sich bestaat al. Denk aan controllers op basis van FPGA's, overigens een stokpaardje van National Instruments. FPGA's zijn programmeerbare hardwareschakelingen, waarbij via software gelegde verbindingen tussen Dr. Joe Salvo: «Vandaag zou iedereen raar opkijken als iemand zou vragen: 'Hoeveel experten liken uw productieoplossing?' Maar sceptisch waren we drie jaren geleden ook nog over het gebruik van de smartphone...» Smart Grids & Cities Smart Energy Grids zijn een belangrijk IoTthema. Met de groeiende onvoorspelbaarheid van leveringen door de 'renewable energy'bronnen wordt het beheersen van het elektrische energienet steeds moeilijker en complexer. Als een windmolen van 8 MW er ineens inkomt of uitgaat, moet in hypersnel gereageerd kunnen worden. En het in balans houden van dit elektrisch net is dit een schoolvoorbeeld van enorm veel decentrale actiepunten die permanent, in real time moeten gesondeerd en gecontroleerd worden en in de totaalberekening ingebracht worden. Real time betekent: micro- en nanoseconden. Indien men niet tie, interpretatie, sturen, remmen...) enorm belangrijk is. «Het lijkt vandaag 'slechts' een mooi onderwerp voor onderzoek, maar binnen tien jaar begrijpen we niet meer dat we ooit het risico namen om zelf te sturen», stelde een overtuigde spreker. «En de voetganger zal nooit begrijpen dat hij ooit géén verkeersapp op zijn smartphone had, een 'knop' die hem toelaat – zonder dat verkeerslichten de flows steeds in de war sturen – veilig tussen de rijdende wagens over te steken.» massa's gates op de chip toelaten om een hardwareschakeling te realiseren. Deze FPGA's laten toe meerdere controlecircuits in timeframes van nanoseconden synchroon te laten functioneren. Het gaat hier over nanoseconden respons 'on chip in one system'. Bij de Internet of Things gaat het om gedistribueerde systemen die volgens het plug-and-play principe met elkaar moeten functioneren. Ook tussen en op deze soms mijlen uit elkaar staande gedecentraliseerde systemen ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 19 ENGINEERINGnet.BE IN THE FIELD moet 'dezelfde tijd' gehanteerd worden. Tijd en synchronisatie van die tijd is dus zeer belangrijk... en niet zo eenvoudig te realiseren. Te bedenken dat vele van die gedistribueerde systemen werken op basis van 'voorspellingen' die via simulaties worden gegenereerd, dan begrijpt u dat er gesproken wordt over 'time control loops' in de grootte-orde van 1 microseconde en tijdsynchronisaties in de grootte-orde van nanoseconden (10-9 seconden). US based Industrial Internet Consortium aan gemeenschappelijke architectuur, interoperabiliteit en open standaards. Het consortium telt ondertussen reeds een honderdtal organisaties en bij de laatste nieuwe leden ziet men dat ook de interesse vanuit Europese en internationale hoek in stijgende lijn gaat. Zijn bijvoorbeeld toegetreden: Technische Universität Darmstadt, Schneider Electric, Fujitsu Limited, Samsung Electronics en Hitachi. Hernieuwde interesse in .... analoog De trend naar almaar méér 'software based decentralised systems' creëert een bottleneck ter hoogte van de verwerking en het ter beschikking houden van de data. Op het gebruikersevent bleek dat deze hoeveelheid data nog drastisch dreigt te verhogen doordat er opnieuw een stijgende interesse is om... analoge data door te sturen. De reden hiervoor is dat men naast de digitale data ook alle randfenomenen zoals storingen of interferenties ter beschikking wil hebben. De analyse van de analoge gegevens geeft daar een beter beeld van. Ze zijn ook de basis voor predictieve alarmgeving, onder meer over de toestand van de sensor zelf. Daarnaast zijn er toepassingen waarbij het onmogelijk is het signaal te digitaliseren omdat men dan te veel informatie verliest, zoals 'unieke' meetsituaties die moeilijk opnieuw te creëren zijn (windtunneltesten, weerobservaties...). Dat men dan terug grijpt naar het doorzenden van analoge signalen, betekent niet dat er geen intelligentie (meer) nodig is in de sensor. Integendeel. Men heeft zeer performante systemen nodig voor signaalconditionering, voor timestamps... en voor het doorsturen van de digitale waarden die nodig zijn voor de 'klassiek' controletaken. Pushing up wireless communication En bij deze stijgende communicatie en vernetting komt het extra probleem van de bottleneck die 'wireless' bij stijgend gebruik gaat vormen. Vandaag spreken we over 4G-netwerken. 4G staat voor 'vierde generatie draadloos netwerk'. 1G werd door Nordic Mobile Telephone geïntroduceerd in 1981, 2G (GSM) werd James Smith De driver in de VS achter de IoT-trend is het zeer recent opgezette Industrial Internet Consortium (IIC), een non-profit organisatie die ijvert voor 'Smart America'. Het IIC werd opgericht in maart 2014 door de grote industriële spelers General Electric, AT&T, Intel en Cisco Systems. Het doel is een IoT- ecosystemen te ontwikkelen. Ze wil daarvoor onderzoek uit de industrie, academische instellingen en vanuit de VS-overheid coördineren en stimuleren die werken uitgerold vanaf, de eerste 3G systemen (IMT-2000, UMTS) dateren van 2001. En de standaarden van 4G (IMT Advanced) dateren van 2012. Maar wil men de vraag naar steeds grotere bandbreedtes beantwoorden, dan zal men naar een volgende generatie mobiele netwerken moeten overstappen. In de US is men reeds sterk begonnen met het profileren van 5G. Niet enkel de US, want we zagen een poster van prof. dr. ir. Sofie Pollin over het 5G-onderzoek dat de KULeuven onder haar leiding doet aan de KULeuven. Spitstechnologie dicht bij huis, ontdekt ver van huis. 5G draait om het leren gebruiken van steeds hogere frequenties, m.a.w. nog kortere golflengtes: verschuiving van de communicatie naar de cm-band. Goed nieuws, want de antennes verkleinen James Smith, director embedded systems en de brugpersoon voor NI met IIC, wees er op dat ook het IEEE werkt aan de noodzakelijke nieuwe standaarden voor het Industrial Internet. Deze moeten onder meer toelaten dat de noodzakelijke tijdstempel in alle IoTsystemen op dezelfde wijze zal doorgegeven en herkend worden. Naast tijd moet ook de herkenbaarheid en integriteit van data gewaarborgd worden. En ook dat vergt nieuwe normen. Dus voor aleer IoT mogelijk wordt, is er nog heel wat werk aan de winkel om de noodzakelijke nieuwe standaarden te realiseren die de 'plug-and-play'-functie over gedistribueerde systemen van verschillende merken zal moeten garanderen. Aan deze standaarden wordt gewerkt binnen de in september 2011 opgezette 'IEEE Standards Associations INTERNET OF THINGS'. << (een antenne is meestal ¼ van de golflengte groot) en dat laat toe de apparatuur steeds kleiner te maken. Vandaag is een limiet van de grootte van het kastje - naast voor door de mens gebruikte devices de grootte van de knoppen en het scherm – de grootte van de antenne. Nadeel is echter: hoe kleiner de golflengtes hoe minder ver het bereik. Wifi werkt vandaag met small cells, 5G vergt microcells. En waar gaan we dus alle basisstations neerzetten en... onderling beheren om te communiceren? Nog heel veel werk, maar alle sprekers waren het over één punt eens: vandaag begrijpen we nog niet hoe we het moeten realiseren, morgen begrijpen we niet dat we het ooit niet gehad hebben. Denk maar aan de smartphone, de e-mails, interactieve digitale TV... << (foto's: NI) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 21 PUBLIREPORTAGE Inclusief WAGO-gateway met configuratiepagina voor eenvoudige parametrering van maximaal 64 telecontrole-substations Nieuwe mogelijkheden in telecontroletechniek Zowel in de water-, stroom als gasvoorziening neemt het belang van decentrale deelnemers en de complexiteit van besturingssystemen gestaag toe. Veelgevraagd hier zijn intelligente, flexibele telecontroleoplossingen. Met de nieuwe compacte telecontrole-gateways van WAGO kan men tot 64 substations in een open structuur aan het besturingsniveau koppelen. Hiermee kunnen gebruikers een flexibele, transparante en kostengunstige oplossing realiseren. D e dynamische uitbreiding van hernieuwbare energieën heeft ertoe geleid dat het aantal aan decentrale energie-opwekkers fors is gestegen. De trend verschuift vandaag van energienetten met centrale energie-opwekking naar netten met talrijke heterogene installaties zoals warmtekrachtkoppelingen, zonne- of windparken alsook biogas- of waterkrachtcentrales. Deze nieuwe uitdagingen vereisen moderne, intelligente energienetten ter sturing, belastingsverdeling en opwekking van elektrische energie - zogenaamde «smart grids». Gelijkaardige ontwikkelingen zijn ook merkbaar in andere bereiken van de telecontroletechniek zoals bijvoorbeeld bij de gasdistributie, watervoorziening en afvalwaterafvoer. Vaak ontstaat zo een onoverzichtelijk net met divergente interfaces van verschillende fabrikanten en een veelvoud aan gesloten fabrikantgebonden systemen - voor de klant niet meer dan een black box. Gebruikers zijn daardoor gedwongen, bij iedere systeemaanpassing, programmatie of parametrering met de fabrikant van de telecontrole-oplossing rekening te houden. Dit leidt tot weinig flexibele structuren en extra servicekosten. Tot dusverre moeten gebruikers in de regel bij de communicatie van het veld- naar het besturingsniveau steeds op producten van de fabrikant van de telecontroletechniek teruggrijpen. Er staan hen daardoor weinig mogelijkheden ter beschikking om naar goedkopere productalternatieven uit te kijken. Deze voor de klant en de markt onvriendelijke situatie zou thans met de nieuwe telecontrole-gateways (WTG) van WAGO kunnen veranderen. n Liberalisering van de markt De WTG introduceert voor het eerst een open transmissieniveau tussen de deelnemers in het veld en het besturingsniveau. Hiervoor verbindt een industrie-PC met WAGO-telecontrole-software als communicatiegateway maximaal 64 telecontrolesubstations (volgens IEC60870-5-101/104) met het besturingsniveau (volgens IEC 60870-5-104). Voor de seriële communicatie in het veld kunnen maximaal twaalf RS232-modules aan de industrie-PC worden aangesloten. De WTG kan overal tot inzet komen, waar telecontrolesubstations onafhankelijk van de fabrikant dienen te worden aangesloten of waar de beperking van de telecontroletechniek qua aantal mogelijke verbindingen dient te worden opgeheven. De communicatie met het veldniveau is via permanente verbinding, inbelverbinding of transparante TCP/IP-verbinding (DSL of GPRS router) en naar het besturingsniveau via ETHERNET- of seriële PUBLIREPORTAGE communicatie mogelijk. De gegevens worden één op één betrouwbaar en veilig aan het besturingsniveau gecommuniceerd, zodat geen extra parametrering noodzakelijk is. Ook een optionele redundante opbouw - via een TCP/IP-verbinding van twee IPC's met het telecontrole platform - is mogelijk. Dit zorgt voor verhoogde veiligheid bij kritische toepassingen zoals in de afvalwaterafvoer, waar een verontreiniging van het milieu ten allen tijde moet worden voorkomen. Evenzo laten zich twee besturingsplatformen aan één IPC aansluiten. n Schaalbaarheid en kostenefficiëntie De WTG maakt het mogelijk om fabrikant- en bouwtechnischoverkoepelend gegevens te verzamelen van alle telecontrole-substations en deze centraal door te sturen naar het besturingsniveau. Naast het bundelen van het dataverkeer ondersteunt de WTG tevens de coördinatie van inkomende en uitgaande analoge, GSM of ISDN-inbelverbindingen naar de substations. Voor het bedrijf is geen speciale parametreersoftware noodzakelijk. Via het Web-BasedManagement (WBM) kunnen gebruikers in het kader van hun licentie-overeenkomst zelfstandig deelnemers toevoegen en systeemaanpassingen uitvoeren. Dit vereenvoudigt de installatie van telecontrole-substations en verlaagt de kosten en moeite van een integratie. Nodeloze kosten door externe dienstverleningen vallen weg. Door een verbeterde datatransparantie kunnen gebruikers mogelijke storingen aan toestellen in het veld nu al op het transmissieniveau traceren en vaak zelfstandig verhelpen. De WAGO-telecontrole-gateway biedt hiermee in elk opzicht een kosteneffectieve telecontrole-oplossing die door besparingen bij de servicekosten, een aantrekkelijke aanschafprijs alsook een gebruikersspecifieke schaalbaarheid overtuigt. Behalve de WTG-uitvoering met maximaal 64 substations is er een «light»-variant die op vier communicatielijnen met het veld is beperkt en met maximaal 16 telecontrolesubstations communiceert. Functioneel is de «WTG Light» niet beperkt. Deze afgeslankte uitvoering is vooral geschikt bij de decentrale inzet in de opwekking van regeneratieve energie zoals in zonne- of windparken en vormt op de markt van de telecontroletechniek een primeur met betrekking tot schaalbaarheid. n Modulariteit en flexibiliteit De WTG is deel van het veldbusonafhankelijk WAGO-I/OSYSTEM dat met zijn fijnmodulair design in bijzondere mate rekening houdt met de vereisten voor veldbussystemen in de energievoorziening en -verdeling, de water- en gasverzorging alsook de afvalwaterafvoer. In het gamma van het WAGO-systeem zijn meer dan 400 busmodules beschikbaar voor het realiseren van de talrijke vereisten voor verschillende analoge en digitale in- en uitgangen - van zeer compacte 16-kanaalsmodules tot specifieke modules zoals de 3-fasen-vermogenmeetklem. Ook draadloze communicatie en oplossingen voor explosieve bereiken met intrinsiek veilige modules (ex-i- gecertificeerd) kunnen worden geïntegreerd. Met het flexibele I/O-SYSTEM biedt WAGO componenten voor een optimale controle in energietransmissie- en distributienetten om de energieverzorging op basis van een efficiënt en betrouwbaar systeembedrijf te waarborgen. Het I/O-systeem spreekt namelijk de «taal» van de leveranciers: de IEC-protocollen 60870-5-10 en 104, alsook IEC 61850/61400. Een configurator maakt het mogelijk, zonder lastige programmering IEC-meldingen te genereren. De WTG is zodoende zelfs in een gemengd netwerk een uniforme hardwarebasis voor de veilige datatransmissie en zorgt voor zekerheid bij de planning langs de zijde van de exploitant. n Verhoogd rendement De WTG maakt een overkoepelende en fabrikantonafhankelijke aansluiting van maximaal 16, respectievelijk 64 telecontrole-substations aan het besturingsniveau mogelijk. Hiermee verhoogt het op unieke manier de beleidsruimte en de keuzevrijheid van de gebruikers. Dankzij de verbeterde transparantie kunnen deze technische storingen op het veldniveau zonder hulp van de fabrikant van het besturingsniveau verhelpen. Bovendien kunnen exploitanten bij systeemuitbreidingen nu vrij en onafhankelijk van een fabrikant beslissen. Dit zorgt voor bezuinigingspotentieel en vereenvoudigt systeemmodificaties. Als eenvoudig te handhaven telecontrole-interface voor betrouwbare datatransmissie, levert de WTG een efficiënte sturing van complexe systemen uit de telecontroletechniek en biedt exploitanten gelijktijdig een bijzonder economische oplossing. Tekst: Kay Miller, WAGO / Foto’s: Wago WAGO - Excelsiorlaan 11 - B-1930 Zaventem T: +32 2 717 90 90 - www.wago.be - [email protected] ENGINEERINGNET.BE column CE-markering & herziene productrichtlijnen implementatie van wetgevend kader komt op kruissnelheid De recent gepubliceerde herzieningen van de CE-markeringsrichtlijnen bevorderen een verdere harmonisatie, maar voeren ook nieuwe verplichtingen in voor fabrikanten, importeurs en distributeurs. «Als technologiefederatie verwelkomen wij deze herzieningen», stelt Marc Cumps van Agoria in deze column: «Europa wil zo oneerlijke concurrentie uitschakelen.» M eer dan 75% van de regels waaraan technische producten moeten voldoen, wordt door de Europese instellingen vastgelegd. Voor de Europese CE-markeringsrichtlijnen die betrekking hebben op het vrij verkeer van goederen, is 2014 het jaar waarin de implementatie van het nieuw wetgevend kader voor het verhandelen van producten (NLF – New Legislative Framework) op kruissnelheid kwam. Het in 2008 gepubliceerde NLF had tot doel om de wetgeving te harmoniseren, de accreditatieregels te verduidelijken en het markttoezicht te versterken. In de eerste helft van 2014 werden diverse herziene productrichtlijnen gepubliceerd. Het toepassingsgebied van de richtlijnen, de essentiële eisen en de conformiteitsbeoordelingsprocedures werden inhoudelijk niet noemenswaardig gewijzigd, ook al is de formulering aangepast. De belangrijkste wijzigingen hebben betrekking op de verplichtingen van de marktdeelnemers (fabrikanten, gemachtigden, importeurs, distributeurs), die werden afgestemd op het nieuw wetgevend kader voor het verhandelen van producten, en op de versterking van de markttoezichtsregels om consumenten en professionele gebruikers beter te beschermen. Alle marktdeelnemers moeten passende maatregelen nemen om te waarborgen dat ze uitsluitend apparaten op de markt aanbieden die aan de richtlijnen voldoen. De verplichtingen voor iedere marktdeelnemer houden rekening met zijn rol in de toeleveringsen distributieketen. De fabrikant, die op de hoogte is van de details van het ontwerp- en productieproces, is het best in staat om de conformiteitsbeoordelingsprocedure uit te voeren. Wanneer een marktdeelnemer 24 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 Marc Cumps is Senior Expert bij Agoria Toelichting krijgt u op Agoria's infodag over regelgeving en normen op 16 oktober 2014 Bezoek: www.agoria.be apparaten onder zijn eigen naam of handelsmerk in de handel brengt of apparaten zodanig wijzigt dat de conformiteit met deze richtlijn in het gedrang kan komen, moet hij als fabrikant worden beschouwd en de verplichtingen van de fabrikant op zich nemen. Er moet worden gewaarborgd dat apparaten die vanuit derde landen in de Unie in de handel komen, aan deze richtlijn voldoen, en met name dat de fabrikanten de conformiteitsbeoordelingsprocedures met betrekking tot deze apparaten juist hebben uitgevoerd. Bijgevolg moeten importeurs erop toezien dat apparaten die ze in de handel brengen aan deze richtlijn voldoen en dat ze geen apparaten in de handel brengen die niet aan deze eisen voldoen of een risico inhouden. Importeurs zien erop toe dat er conformiteitsbeoordelingsprocedures zijn uitgevoerd en dat markering van apparaten en documenten die de fabrikanten opstellen, beschikbaar zijn voor de bevoegde nationale autoriteiten. De distributeur biedt apparaten pas op de markt aan nadat ze door de fabrikant of de importeur in de handel zijn gebracht, en hij moet de nodige zorgvuldigheid betrachten om ervoor te zorgen dat de wijze waarop hij met de apparaten omgaat geen negatieve invloed heeft op de conformiteit van de apparaten. Alle marktdeelnemers delen op verzoek aan de markttoezichtsautoriteiten mee welke marktdeelnemers hen een apparaat hebben geleverd en aan welke marktdeelnemers zij zelf een apparaat hebben geleverd. Dit tot tien jaar nadat de levering heeft plaatsgevonden (naspoorbaarheid). De technologiefederatie Agoria verwelkomt deze herzieningen omdat door een versterkt toezicht op de notified bodies de kwaliteitsverschillen in de technische beoordelingen zouden moeten verdwijnen. Zuid-Europese notified bodies moeten dezelfde kwaliteit hanteren als West- en Noord-Europese. Europa wil zo oneerlijke concurrentie uitschakelen en misbruiken te wijten aan onvoldoende toezicht, uitschakelen. Er rust natuurlijk ook een taak op de marktspelers om inbreuken te melden aan de toezichthoudende overheid. Agoria pleitte ervoor dat bij de herzieningen geen nieuwe eisen werden opgelegd vooraleer de bestaande regels door iedereen gerespecteerd werden. << Vacatech DE RECENTSTE VACATURES VINDT U OP: W W W. E N G I N E E R I N G N E T. B E / J O B S Magazine Volgens Manpower Maakindustrie meest optimistisch over toekomstige tewerkstelling «Het komende kwartaal zit er weinig beweging zit in aanwervingsmarkt», stelt Manpower. Toch wel opmerkelijk: de Belgische maakindustrie blijkt het grootste optimisme aan de dag te leggen. D e meest recente Manpower Barometer voorspelt dat er het komende kwartaal weinig beweging zit in de aanwervingsmarkt. Slechts 4% van de bevraagde 750 werkgevers in België blijkt van plan om medewerkers aan te werven, 6% zou mensen ontslaan. Opmerkelijk is dat de maakindustrie zich het meest optimistisch (+5) uitlaat over de toekomstige tewerkstelling: hun verwachting gaat al vier kwartalen op rij in stijgende lijn, en bereikt zelfs zijn hoogste score sinds het 2e kwartaal van 2012. Deze sector wordt gevolgd door Elektriciteit, gas en water (+2) en de Bouwsector (+1, maar wel 9 punten lager op één kwartaal tijd). «Over de hele lijn zet de positieve opstoot van vorig kwartaal zich momenteel niet door», zegt Philippe Lacroix, Managing Director van Manpower. «De Belgische werkgevers stellen zich opnieuw terughoudend op en koesteren weinig hoop dat ze medewerkers zullen aanwerven. Toch zijn de cijfers niet zwartgallig: 90% van de werkgevers houdt hun personeelsbestand op een status-quo de komende drie maanden. De werkgelegenheid mag dan wel niet groeien, ze blijft op zijn minst toch redelijk stabiel. De onzekerheid doet de werkgevers teruggrijpen naar flexibele oplossingen, zoals interimarbeid, waardoor ze niet gebonden zijn aan langetermijncontracten. Bovendien verloor volgens de Zwitserse businessschool IMD België opnieuw twee plaatsen in de rangschikking van de meest competitieve economieën ter wereld.» «Ons land heeft duidelijk nood aan structurele socio-economische hervormingen. Het is de enige, noodzakelijke manier om terug aan te knopen bij de groei en een gunstiger tewerkstellingsklimaat.» << (foto: VDL Steel) EEN JOBSPECIAL VAN * De Vlaamse werkgevers voorspellen de meest pessimistische tewerkstellingsvooruitzichten sinds het 3de kwartaal van 2003 toen de peiling startte in België. In Wallonië blijft de tewerkstelling ter plaatse trappelen terwijl ze in Brussel wat toeneemt. * Positieve tewerkstellingsvooruitzichten zijn er in slechts 3 van de 10 sectoren. In zes sectoren dalen de verwachtingen ten opzichte van vorig kwartaal. * Wereldwijd zijn de tewerkstellingsvooruitzichten zwakker dan vorig kwartaal en dalen in 24 van de 42 bevraagde landen en gebieden. In Europa is dat zo in 11 landen op 22. << Engineeringnet ism KOM MEEDRA AIEN IN DE NIEUWE UNILIN N A V K IE R B A F L Y VIN ENTHOUSIAST TALENT GEZOCHT ONTDEK ONZE VACATURES OP WWW.KOMMEEDRAAIEN.BE UNILIN, wereldwijd gekend van Quick-Step laminaat, bouwt een nieuwe fabriek voor de productie van vinylvloeren. Hiervoor zoeken we 70 medewerkers: machinebedieners, techniekers en ingenieurs. Wil je deel uitmaken van een enthousiast team? Kom dan zeker naar onze jobdag op zaterdag 18 oktober en maak kennis met onze hoogtechnologische productie-omgeving. Of kom langs in een kantoor van Randstad of Synergie. En wie weet draai jij straks mee in onze nieuwe vinylfabriek. Meer vacatures bij UNILIN: jobs.unilin.com of contacteer Steven Buysse op 0477 47 30 87 SYNERGIE KNF POMPEN VOOR DE PROCES INDUSTRIE. DE SPECIALIST VOOR VEELEISENDE TOEPASSINGEN. KNF ontwikkelt en produceert membraan pompen voor het transporteren van gassen en vloeistoffen. Betrouwbaarheid, robuustheid en veiligheid zijn de kernkwaliteiten van de KNF Proces pompen. KNF beschikt over klant specifieke, flexibele oplossingen waardoor exact de wensen en eisen van de proces ingenieur vervult kunnen worden. KNF Verder N.V. Kontichsesteenweg 17 B-2630 Aartselaar (België) Tel: +32(0)3-8719624 Fax: +32(0)3-8719628 [email protected] www.knf.be ■ Chemisch bestendige en explosie veilige proces pompen ■ Dubbel membraan gaspompen voor extra veiligheid ■ Temperatuur bestendige en verwarmde gaspompen ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR VACATECH & MAGAZINE CARRIERE Slim meten om energie te besparen INGENIEUR-Hackers brainstormen over «smart devices» Hoe kijken onze ingenieurs aan tegen slimme machines, intelligente metering en smart grids? Wij volgden voor u in het Leuvense een 'elektro:camp'-workshop waar een 30-tal Europese energiedeskundigen, academici én industriëlen hun brains loslieten op een aantal zelfgeformuleerde vragen en uitdagingen. Juist, het Internet of Things, het internet der dingen, het nieuwste buzzword. Of, vertaald naar industriële omgevingen, Industrie 4.0 of The Factory of the Future. Al zien de 'ingenieurs-hackers' dat zelf in een bredere context. door Luc De Smet, Engineeringnet «H ardware is niet het probleem», zo trok Joost Duflou van het Flanders’ Mechatronics Technology Centre vzw (FMTC), de bijeenkomst op gang. Sensoren en actuatoren zijn vandaag makkelijk te vinden én goedkoop. «De vraag is hoe we die op een intelligente manier kunnen inzetten.» Het FMTC, de KULeuven en de Vrije Universiteit Brussel deelden enkele resultaten van hun Perpetual-onderzoeksproject waarin ze naar manieren zoeken om zowel high-end industriële machines als huishoudelijke installaties intelligenter te maken. Hier ging het alvast om intelligente (zone-)verwarming. Hoe breng je het energieverbruik van je woning in kaart? Wanneer schakel je de wasmachine, de diepvriezer aan of uit? Wat is het optimale aanlooptraject voor je verwarming? Blijkt dat 70 à 90% van alle programmeerbare thermostaten helemaal niet geprogrammeerd zijn en dat de gebruikers eenvoudig de aan/ uit-functie gebruiken. Zo onderzocht het FMTC verschillende logaritmen om de verwarming aan te sturen. Van de eenvoudige ‘aan-uit’ knop tot de proportionele sturing die inpikt op het verschil tussen de eigenlijke en de gewenste temperatuur, tot de zelflerende ‘Time Proportional & Integral’ (TPI) sturing en de Model Predictive Control (MPC) die rekening houdt met een veel breder en vollediger dynamisch model. Zo houdt MPC ook rekening met de energiekosten van het ogenblik waardoor het niet alleen zeer flexibel is maar ook beter presteert dan TPC. Als ‘opwarmer’ konden de deelnemers op een lopende temperatuurgrafiek inloggen om manueel de virtuele verwarming bij te sturen, de temperatuur te optimaliseren, rekening houdend met de gebruikte energie, de totale kost «Hardware is niet het probleem, de vraag is hoe we die op een intelligente manier kunnen inzetten.» en penalisatiepunten voor ‘ongemak’. Enkele ‘spelers’ scoorden beter dan TPI. Geen enkele haalde echter de MPC-resultaten... Tot op een tiende graad Een intelligente/slimme omgeving houdt rekening met het profiel van de gebruiker en met de waarschijnlijkheid of kans dat de gebruiker op een bepaald ogenblik warmte, licht of energie wenst. Een algoritme kan dan dagschema’s opnemen, omgevingsfactoren -het weer, het seizoen, het aantal mensen in een ruimte,...- maar ook ‘korte termijn dynamieken’ zoals het gebruik van de voorbije dagen. Allerlei voorspellingsproblemen dienen zich aan en men kan nauwelijks genoeg ‘feature sets’ opnemen in het model. Zo werkt men aan de VUB met de ‘Building Controls Virtual Test Bed (BCVTB)’ simulatiesoftware. Er kunnen verschillende simulatieprogramma’s aan gekoppeld worden -bijvoorbeeld van een kantoor- maar ook hardware -verwarming. De onderzoekers keken naar het comfortgevoel van bepaalde gebruikers maar ook naar de tevredenheid/misnoegdheid van meerdere gebruikers bij bepaalde instellingen. Een gebruiker kan immers best wel tevreden zijn met 19°C zelfs als hij eigenlijk 20°C wil. Maar het maakt wel een groot verschil in energieverbruik. Wat als de gebruiker onverwacht ‘vroeger’ komt en het is 17°C? Het is de bedoeling de tevredenheidsscores en vacatech MAGAZINE - september 2014 27 Slechts weinig ingenieurs mochten meewerken aan het mooiste station ter wereld.* Misschien valt onze keuze op JOU voor onze talrijke grootschalige stationsprojecten, waaronder het nieuw internationaal station Brussel-Zuid en de stations Mechelen, Gent Sint-Pieters, Kortrijk en Oostende. Het station Antwerpen-Centraal werd omgevormd van een kopstation tot een doorgaand, internationaal hst-station. Grondige structureringswerken waren nodig om de hogesnelheidstrein door het station te laten rijden richting Nederland via een spoorverbinding onder de stad. Eurostation hanteerde, voor het eerst in België, de methode van ‘compensation grouting’, waardoor de werken werden uitgevoerd zonder verzakkingen of scheuren in het historische stationsgebouw. Qua architectuur, engineering en fasering is dit een internationaal erkend technisch hoogstandje. De ‘unieke schoonheid’ van het station wordt geroemd, waarvan ‘experten het tot op de dag van vandaag moeilijk hebben om een stijl op te plakken’. (*bron: New Yorkse nieuwssite Mashable) Wij zoeken BURGERLIJK INGENIEURS BOUWKUNDE optie gebouwen - met ervaring. Kijk op WWW.EUROSTATION.BE voor meer informatie. Onze projecten: maatschappelijk relevant · grootschalig · innovatief multidisciplinair studiebureau · technische hoogstandjes langlopend ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR VACATECH & MAGAZINE CARRIERE Flukso-meter van bij ons verbruiken naar de beste balans te tillen. Ook zijn de onderzoekers van plan dit te meten tot op ‘tienden’ van een graad. Trystan Lea van OpenEnergyMonitor.org (Noord-Wales) lichtte toe wat het zelfgebouwde open OpenEnergyMonitor systeem -dat bestaat uit draadloze sensoren die geregeld data doorsturen naar een webgebaseerd basisstation- ondertussen vermag. Het systeem bestaat uit een Raspberry Pi met RFM12Pi draadloze adapter board of NanodeRF (Arduino + Ethernet kloon) waaraan verschillende open hardwareborden gekoppeld kunnen worden om elektrische energie (emonTx), temperatuur en vochtigheid (emonTH) te meten of data op een LCDscherm (emonGLCD) te zetten. Toepassingen zijn er vooral in het volgen van het binnenshuisklimaat. Met Carbon Co-op werkt men in Manchester aan het energie-efficiënt retrofitten van een tiental huizen, op basis van eerdere monitoring. Het initiatief is nu ook begonnen met het sturen van warmtepompen. «Door de flow temperatuur van een warmtepomp naar beneden te halen en langer te verwarmen kan je best wel wat minder energie verbruiken, zo blijkt.» OpenTRV wil energie besparen ... door kamers die ongebruikt zijn, niet te verwarmen. Dat lukt niet met één enkele thermostaat. Het pleit voor een retrofit die op individuele radiatoren een ‘thermostatic radiator valve’ (TRV) zet die via radio aan en uitgeschakeld kan worden. De OpenTRV controle eenheid meet de temperatuur in de kamer en of er iemand aanwezig is. Dat stuurt dan de boiler aan. Resultaat: een mogelijke besparing van 50% op de verwarmingsfactuur. De openbron software is Apache, de hardware een soldeerplaatje. De initiatiefnemers zoeken nu een advocaat - want men wil geen last met patenten- en een industriële/mechanische design ingenieur -om het toestel vorm te geven- en een front-end webdesigner die de software-interface een gezicht kan geven. Alles ‘open bron’ en je hebt er geen internet voor nodig. Met een prijsdoel van £10/radiator of zo’n £200 voor een heel huis zit er niet onmiddellijk winst in. Maar dat is ook niet echt de bedoeling. (foto's: LDS) In eerdere elektro:camps kwam o.a. het Leuvense Flukso aan bod. Met deze open bron webgebaseerde elektriciteitsmeter van bij ons, meet je niet alleen je elektriciteitsverbruik. Je kan het ook vergelijken met die van andere Flukso-ïsten, met hen in gesprek gaan en ervaring delen. De meter koppel je in de buurt van de veiligheidskast op een lijn en die meet het verbruik. Via ethernet of het wifi-netwerk stuurt hij om de vijf minuten de data door naar Flukso’s web server. Daar kan je je data consulteren, uitzetten op verschillende tijdslijnen en tegenover anderen. << (foto: Flukso) Elektro:camp un-conference De ingenieur-hackers kwamen voor de 8e keer bijeen op deze ‘Electro:camp’. Oorspronkelijk jaarlijks vinden deze bijeenkomsten nu sneller plaats. Het vakgebied van Smart Metering, Smart Home en Smart Grid maakt dan ook een snelle evolutie door. De eerste bijeenkomst was bij Fraunhofer IWTM (Kaiserslautern) in oktober 2010, volgden Stuttgart, Groningen, Offenburg, Leuven... Bij dergelijke ‘un-conferences’ mag ieder die opdaagt een presentatie verzorgen. Na het bezoek aan het Leuvense Fablab trokken de deelnemers een stoel bij en algauw schreven ze hun suggesties voor een agenda op een post-it en kleefden die op het bord. «Wie gaat er eerst voor?» << SBO: soepeler dan de Europese financieringskanalen Perpetual is een SBO-Strategisch BasisOnderzoeksprogramma met een 4-jarentraject gefinancierd door het IWT (Vlaanderen). «Het is een terrein met een groot potentieel maar op het einde van de rit verwacht men geen ‘plug & play’-product», lichtte Joost Duflou, directeur van het FMTC, toe. Wel nemen er ook een dozijn bedrijven deel. «Aanvankelijk kijken zij mee over de schouder van de researchers -als 'toerist'- om te zien of en waar het werk voor hen interessant kan zijn. Zij leveren trouwens de te onderzoeken cases en datasets aan.» De deelnemers aan de workshop konden input geven en het verdere onderzoek mee richting geven. Het geheel gebeurt onder confidentialiteitsclausules. Eventuele IP is van de onderzoeksinstellingen. Als financieringsinstrument blijkt dit alvast soepeler dan de Europese kanalen.<< vacatech MAGAZINE - september 2014 29 AKOESTIEK 6 Wetenschappelijk en Technisch Centrum voor het Bouwbedrijf Het WTCB is hét onderzoeksinstituut voor de Belgische bouwwereld. Aannemers en andere bouwprofessionelen steunen op de adviezen en publicaties van het WTCB om de kwaliteit van de bebouwde omgeving permanent te verbeteren. Het WTCB is aldus actief in talrijke domeinen binnen de bouwsector en heeft vestigingen in Brussel, SintStevens-Woluwe, Heusden-Zolder en Limelette. MILIEU Profiel Om zijn multidisciplinair en dynamisch team uit te breiden, is het WTCB voor zijn Directie Onderzoek en Innovatie op zoek naar de volgende kandidaten (m/v): Burgerlijk en industrieel ingenieurs, doctors en masters in de bouwkunde of in de mechanica, (ingenieur-)architecten k m tunnel onder twee waterlopen door? ENERGIE Een gek idee? STRUCTUREN Het engineeringbureau TUC RAIL is gespecialiseerd in spoorinfrastructuur en -technologie. Al 20 jaar is TUC RAIL toonaangevend en baanbrekend in technische expertise, flexibiliteit en creatieve oplossingen, van studie over projectmanagement tot werfsupervisie. TUC RAIL zoekt meerdere profielen (M/V) : > PROJECT ENGINEER (Onteigeningen/Inventarisatie) Interesse? U vindt de gedetailleerde functieomschrijvingen op: http://jobs.wtcb.be Wilt u meebouwen aan de toekomst met de meer dan 200 WTCB-medewerkers, solliciteer dan online of stuur uw CV naar: MATERIALEN WTCB Algemeen Secretariaat Lombardstraat 42 1000 Brussel ? of naar [email protected] > PMO OFFICER (Budgeting) > METHODS & IMPROVEMENT OFFICER > CAD DESIGNER (Bouwkunde) - AutoCAD 2D/3D > CAD DESIGNER (Topografie) - AutoCAD Civil 3D > DESIGN TECHNICIAN (Elektriciteit) > COMMISSIONING TECHNICIAN (Elektriciteit) > PROJECTLEIDER WERVEN (High Voltage) - Brussel > PROJECTLEIDER WERVEN (Low Voltage) - Brussel Interesse: Gelieve uw cv te sturen via www.jobs.tucrail.be Meer info op www.tucrail.be en jobs.tucrail.be. > ZET IETS IN BEWEGING > jobs.tucrail.be Gezocht? Gevonden! Industrieel, burgerlijk, bio-ingenieurs of gelijkgestelden aanwerven: het is als zoeken naar een speld in een hooiberg. Engineeringnet.be, de grootste nieuwssite voor ingenieurs en technici in Vlaanderen, biedt u een unieke formule om te rekruteren bij de engineering community in België: de Vacatech Jobboard. De Vacatech Jobboard is ontstaan uit de combinatie van Vlaanderen's grootste technologische nieuwssite, Engineeringnet, met twee leidinggevende jobboards in België: Jobat.be en Careerbuilder.be Vacatech Jobboard voor wie ingenieurs mét ervaring zoekt www.engineeringnet.be/jobbank ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR VACATECH & MAGAZINE CARRIERE Onderhoudsmanager in de voedingsindustrie Toch wel enkele speciale uitdagingen... Interview met Patrick Matthieu van Barry Callebaut Koester je de ambitie om voor een technische managementfunctie in de voedingssector te gaan? Hou er dan rekening mee: technisch inzicht alleen volstaat niet. De bekommernis om de voedselveiligheid is alomtegenwoordig en allesoverheersend. Engineeringnet Magazine sprak met Patrick Matthieu, die voor het onderhoudsgebeuren binnen Barry Callebaut in de site Wieze instaat. Over hoe deze firma het takenpakket organiseert en hoe de specifieke problematieken worden aangepakt. door Els Jonckheere, ENGINEERINGNET Hoe bent u in de maintenance terecht gekomen? Patrick Matthieu (53): «Na mijn humaniora heb ik voor de studies industrieel ingenieur elektro-mechanica gekozen, puur omdat dit een gebied was waarover ik heel weinig wist. Maar het bleek me nog meer te boeien dan ik zelf had verwacht. Vandaar dat ik na mijn legerdienst actief op zoek ging naar een job waar ik mijn kennis over techniek kon toepassen. Zo kwam ik terecht bij een bedrijf dat zich in de inrichting van garages specialiseerde. Na een jaartje ben ik bij het toenmalige Callebaut gaan solliciteren omdat ik enerzijds graag wat dichter bij huis wou werken en anderzijds omdat de fabricatie van chocolade me heel erg aantrok. Ik kon er als meestergast in de productie starten, maar groeide al snel door naar afdelingshoofd van de afdeling couverture. Enkele jaren later werd ik dan afdelingshoofd van de cacaoafdeling. Toen in 1996 Cacao Barry en Callebaut samensmolten, kregen we er enkele bedrijven bij en werd ik gevraagd om er de site in Drongen onder mijn hoede te nemen. Na enkele jaren ben ik terug naar Wieze gekomen om de verantwoordelijkheid over de afdeling couverture te nemen. En in 2010 werd me gevraagd om het onderhoudsgebeuren in handen te nemen, een uitdaging waar ik met plezier mijn tanden heb ingezet...» Waarom was u zo gretig om deze uitdaging aan te nemen? Patrick Matthieu: «In mijn carrière bij Barry Callebaut was ik als ‘klant’ al vaak met onderhoud in contact gekomen, en dit in verschillende functies en afdelingen. Hierdoor wist ik ook waar de pijnpunten lagen, wat meteen mijn toegevoegde waarde was. Want als je het onderhoudsgebeuren organiseert vanuit de behoeften van de ‘klant’, werk je het grootste probleem weg dat zich in de meeste fabrieken manifesteert. Namelijk dat gebruikers en onderhoudsdienst elkaar met de vinger wijzen wanneer iets verkeerd loopt. Door via communicatie de brug tussen beide partijen te slaan, bekom je ook meer efficiëntie. Want als de klant en de technici samenwerken en weten wat ze aan elkaar hebben, zullen problemen sneller opgelost geraken. Het leek me dan ook een fantastische uitdaging om dit bij Barry Callebaut te realiseren. In combinatie met het feit dat ik graag nieuwe vakdomeinen leer kennen, heeft dit ervoor gezorgd dat ik deze kans met beide handen heb gegrepen.» Maar met uw kennis als ‘klant’ had u toch onvoldoende bagage om de maintenance te reorganiseren? Patrick Matthieu: «Natuurlijk heb ik me moeten bijscholen. Maar in België zijn er verschillende opleidingen die perfect op zo’n carrièreswitch inspelen. Denk maar aan het aanbod van BEMAS, IFBD, BNT, ... Daarnaast bestaat er gigantisch veel literatuur, waardoor je aan zelfstudie kan doen. Zo heb ik in het begin veel aan de boeken van Christer Idhammar gehad.» vacatech MAGAZINE - september 2014 31 ENGINEERINGNET.BE/JOBS INGENIEURMAGAZINE VACATECH & carRIERE Welke veranderingen hebt u dan uiteindelijk doorgevoerd? Patrick Matthieu: «De productie van Barry Callebaut bestaat uit drie grote afdelingen: de cacaopreparatie, de couverture-afdeling en de vormzaal. Elk beschikken ze sinds jaar en dag over hun eigen onderhoudsploeg (in ploegverband) die zich op correctieve onderhoudstaken (‘emergencies’) toespitsen. Daarnaast hebben we medewerkers die zich specifiek op automatisering richten, een domein dat in elke afdeling vrij gelijklopend is. Daar staat er een centrale onderhoudsorganisatie naast die zich met het preventief en predictief onderhoud bezighoudt. We hebben deze structuur behouden, maar er werd een aparte afdeling 'utilities' opgericht. Deze houdt zich bezig met alles wat gebouwen, nutsvoorzieningen en energieverbruiken te maken heeft. Ter ondersteuning van deze afdelingen werd dan ook nog een centrale cel ‘reliability’ opgericht, met als doel om actief op zoek te gaan naar manieren om het correctieve onderhoud Dossier meekijken over de schouders van ervaren technische managers te reduceren en te optimaliseren. Tevens zoeken we naar manieren om het energieverbruik te reduceren. In concreto dienen ze via analyses en onderzoek oplossingen te zoeken om productiestilstanden en technische interventies te verminderen qua aantal en duurtijd. Ook moeten deze medewerkers ervoor zorgen dat de kost van de interventies afneemt. Tenslotte is het hun taak om technische problemen die niet onmiddellijk opgelost geraken, in kaart te brengen en na te gaan hoe dergelijke situaties kunnen worden vermeden. En deze aanpak werkt wel: dat merken we aan de OEE-scores (Overall Equipment Efficiency).» 32 vacatech MAGAZINE - september 2014 Kan u enkele voorbeelden geven van wat de cel ‘reliability’ precies doet? Patrick Matthieu: «In de vormzaal werden we geconfronteerd met veel onverwachte stops die een onduidelijke oorzaak hadden. Door een monitoringsmethodiek op te stellen en deze voor de operatoren zichtbaar te maken, slagen we er nu in om diverse potentiële pannes te ‘voorspellen’, waardoor de operatoren pro-actief kunnen ingrijpen. Een ander voorbeeld: door de aard van de grondstoffen die we verwerken (suiker, melkpoeder, cacaopoeder, ...) lopen we het risico op blokkages van de transportsystemen. Ook daar worden nu tal van alarmmeldingen samengebracht in één systeem dat ons in staat stelt om pro-actief te gaan optreden, dus vooraleer de lijn of het transport dreigt stil te vallen. Door een nauwe samenwerking tussen ‘utilities’ en de cel ‘reliability’ werd ook het faalgedrag van de oude koelinstallaties in kaart gebracht. Dit leverde voldoende argumentatie op om het management ervan te overtuigen dat investeren in een nieuwe installatie een goede zaak voor zowel de fabriek als het energieverbruik was. De geplande WKK-installatie ontsproot eveneens uit de nauwe samenwerking van een ‘reliability engineer’ met de onderhoudsafdeling. Het hoeft echter niet altijd over ‘grote’ projecten te gaan. Een oplossing voor een klein, vervelend probleem wordt evenzeer geappreciëerd. Denk maar aan een slijtvaster onderdeel voor de cacao-afdeling, een geleidelijke vervanging van onderdelen die niet meer verkrijgbaar zijn op de markt, de introductie van nieuwe preventieve onderhoudstechnieken (zoals scheurdetectie op metalen transportbanden), ...» Wat is precies uw taak? Patrick Matthieu: «Zelf sta ik vandaag aan het hoofd van de onderhoudsploeg van de couverture-afdeling. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de cel ‘reliability’, het poetsteam en het wisselstukkenmagazijn. In totaal heb ik een tachtigtal personen onder mijn hoede. Met het poetsteam erbij gaat er dus zeer veel aandacht naar hygiënisch onderhoud.» U geeft de indruk dat het accent nogal op correctief onderhoud ligt? Patrick Matthieu: «Dat hebt u verkeerd begrepen: in zijn totaliteit is ongeveer 55% van het aantal werkorders van preventieve of predictieve aard is. Maar met de cel ‘reliability’ willen we dit percentage nog optrekken. Het is wel zo dat de verhouding tussen correctief en preventief/predictief onderhoud sterk verschilt naargelang de afdeling. De cacaoproductie wordt voornamelijk met slijtage geconfronteerd. De bonen worden immers op de grond gedroogd, waardoor er onvermijdelijk zand in ENGINEERINGnet.BE/JOBS INGENIEUR VACATECH & MAGAZINE CARRIERE terecht komt. En precies dat veroorzaakt veel slijtage. Omdat we een jarenlange expertise hebben, kunnen we intussen redelijk goed voorspellen wanneer er zich problemen aan een machine zullen manifesteren. Dus is het in deze afdeling voornamelijk preventief en predictief onderhoud. In de couverture ligt de verhouding correctieve en preventieve/predictieve werkorders ongeveer op 50/50. Het ‘gewicht’ van de preventieve werkorders (met andere woorden: het aantal manuren dat hieraan wordt gespendeerd) ligt echter vrij hoog . Het is daarbij in die afdeling van groot belang om heel snel in te grijpen als er zich onverwachte problemen manifesteren. In de vormzaal doen er zich dan weer voornamelijk kleine storingen voor, bijvoorbeeld aan verpakkingsmachines, waardoor we daar iets meer op correctieve ingrepen zijn gericht. En tenslotte is er de afdeling ‘utilities’ waar 95 % van de maintenance preventief en predictief is.» Zijn er volgens u grote verschillen tussen het onderhoud in een voedingsbedrijf en dat in een fabriek uit een andere sector? Patrick Matthieu: «Er is één groot verschil: de voedselveiligheid. Dit primeert boven alles. Eerst en vooral moeten alle gereedschappen die worden gebruikt voor werkzaamheden aan toestellen die in direct contact met de ingrediënten of chocolade staan, eerst worden gedesinfecteerd vooraleer we ze mogen gebruiken. Hetzelfde geldt voor componenten die we willen installeren, zoals filters, pompen en magneten. Rollend materieel moet over speciale desinfecterende matten passeren vooraleer het de productie binnen mag. Na de interventie dient er standaard eerst een microbiologische controle te gebeuren vooraleer de machine terug mag worden opgestart. Vandaar dat sensibilisering van de onderhoudsploeg over hygiëne eveneens een belangrijk onderdeel van mijn takenpakket is.» Is het een dankbare job om in de maintenance te werken? Patrick Matthieu: «Het is een speciale job die niet voor iedereen is weggelegd. «De verhouding tussen correctief en preventief/predictief onderhoud verschilt sterk naargelang de afdeling» Je moet stressbestendig zijn, want je moet altijd tegen de klok problemen oplossen. Je moet ook creatief en snel kunnen redeneren, aangezien er wel eens pannes zijn die nog nooit eerder zijn opgetreden. Je dient er tevens tegen te kunnen dat bepaalde personen hun frustraties over het stilvallen van een lijn wel eens op jou afreageren. Maar de mooie zijde van de medaille is dat je een enorm grote bijdrage levert aan het goed functioneren van de fabriek, en dus ook aan de tevredenheid van de klanten. Als je dan ook nog eens een optimalisatietraject doorvoert en de ‘gebruikers’ merken dat dit tot minder en efficiëntere interventies leidt, dan bemerk je wel een grote dankbaarheid. Meer nog, het komt tot een soort van samenwerking waarbij alle partijen in onderling overleg gaan zoeken naar optimalisatie...» Hoe gebeurt dat in de praktijk bij Barry Callebaut? Patrick Matthieu: «Dagelijks is er een meeting tussen de verantwoordelijken van de dienst onderhoud, productie, engineering en planning. Dit is een kort, maar intens overlegmoment, waarin we de prioriteiten inzake maintenance bepalen en onder andere de correctieve acties van de dag ervoor bespreken. Door deze aanpak bestaat er geen twijfel over wie wat gaat doen.» Hoe bevalt de maintenance u? Is het een domein waarin u de rest van uw carrière wilt blijven? Patrick Matthieu: «Ik vind het een uitdagende job met ongelofelijk veel variatie. Ook de combinatie van techniek en aansturen van mensen vind ik uitermate interessant. Maar mezelf kennende: als ze me binnen Barry Callebaut over x aantal jaar een totaal nieuwe uitdaging voorleggen, dan zal ik daar zeker ernstig over nadenken. Na 29 jaar in dit bedrijf te hebben gewerkt, beschik ik immers over een uitgebreide waaier aan kennis die ervoor zorgt dat ik nog op andere terreinen een toegevoegde waarde kan hebben. Maar het hoeft niet meteen, want momenteel voel ik me heel goed in de maintenance. Bovendien zijn er nog talrijke optimalisaties mogelijk, dus wordt het nog lang geen routineuze job...» (foto's: Barry Callebaut) vacatech MAGAZINE - september 2014 33 ENGINEERINGNET.BE IN THE FIELD Rapid prototyping voor maakindustrie START-up Tenco DMM print transparante onderdelen in 3D Gespot: twee Limburgse ondernemers die in een nieuwe start-up investeren en meteen ook één van de grootste 3D-printers die commercieel beschikbaar zijn voor rapid prototyping, in huis halen: 457x457x457mm. Plus: ook glasheldere onderdelen en verchromen zijn mogelijk. door Bert Belmans, Engineeringnet G oed nieuws: er bestaan nog startups die heil zien in de wereld van engineering en techniek. De laatste Belgische starter die ons pad kruiste, was Skara van de 29-jarige Bert Thyvaert, dat zich in oktober van vorig jaar lanceerde in de markt van slijpdiensten en -gereedschappen voor CNCmachines. Nu volgt Tenco DDM, een start-up van twee ervaren ondernemers uit de wereld van de prototyping: Tom Castermans en Rik Hegge. Om zich via exclusieve diensten te onderscheiden, legt het nieuwe bedrijfje de lat meteen hoog. Zo laten de twee oprichters weten een flinke investering gedaan te hebben in de nieuwste technologieën voor het transparant 3D-printen en verchromen van onderdelen. «De nieuwste en groot- Voorbeeld van transparant onderdeel. 34 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 Ondernemer Rik Hegge (links op foto) verkocht in 2013 zijn eigen bedrijf Zweko Optics in Bocholt - dat vooral hoogkwalitatieve vizieren voor helmen produceert - aan ingenieur Paul Lipkens (onder meer ex-Philips, Solvay, DSM, Alcatel Kabel en Punch van Guido Dumarey). Samen met ondernemer Tom Castermans (rechts op foto) van model- en prototypebouwer Tenco Proto, startte hij begin 2014 een nieuwe firma op die zich toelegt op diensten voor het veelbelovende marktsegment van 3D-printing: Tenco DMM. ste 3D-printer die momenteel in de markt beschikbaar is, met een bouwvolume van 457x457x457mm.» Ze mikken naar eigen zeggen vooral op afnemers van rapid prototyping, schaalmodellen en maquettes, en combineren dat met de aankoop van een installatie om de 3D-geprinte onderdelen ook te verchromen, bijvoorbeeld voor prototypes van verlichtingsarmaturen, klinken, handvatten, enz. in de bouw. En ze pakken uit met een gedeeltelijk zelf ontwikkelde methode om glasheldere, transparante onderdelen te 3D-printen. Tom Castermans en Rik Hegge, beiden CEO: «In 3D-printen zijn er oneindig veel toepassingen. Wij specialiseren ons in de productie van prototypes voor machinebouw, technische componenten en productontwikkeling, naast schaalmodellen en maquettes voor bouwprojecten, onderdelen Dichtingsringen in flexibel materiaal. voor medische en farmaceutische toepassingen en modellen voor de productie van mallen en matrijzen. Op het vlak van high-end finishing en precisie willen we enkel de allerbeste kwaliteit afleveren.» Tenco DDM, wat staat voor 'Direct Digital Manufacturing', is gevestigd op de nieuwe bedrijvensite van C-Mine in Genk. << (foto's: Tenco) 33e Motek Internationale vakbeurs voor productie- en montageautomatisering Montagetechnologie Handling Robotsystemen Toevoeren en verbinden Aandrijven – Besturen – Testen www.multiprox.be POSITIESENSOREN VOOR ALLE APPLICATIES Lineaire positiesensoren - Temposonics magneetstrictieve sensoren met nauwkeurigheid tot 0,5 µm - inductieve sensoren volgens contactloos meetprincipe, ongevoelig voor elektromagnetische storingen met zeer korte blinde zones Rotatieve positiesensoren 06 T/M 09 - inductieve encoders in blijvend dichte IP67/IP69K-behuizing volgens contactloos meetprincipe voor 100% slijtvaste detectie OKTOBER 2014 STUTTGART - hoekopnemers - ATEX, SIL3, redundante versies www.motek-messe.de Multiprox nv Lion d’Orweg 12 9300 Aalst T 053 766 566 F 053 78 39 77 [email protected] Multiprox is de Belgische dochter van TURCK, een van de leidende aanbieders in de wereld van de industriële automatisering. ENGINEERINGNET.BE IN THE FIELD Proefproject met zes machines moet duidelijkheid geven over kostenbesparingen die mogelijk zijn in installatiefase. «We willen de turbines zo efficiënt mogelijk aansluiten op het elektriciteitsnet» Eandis wil windturbines op Antwerpse Linkeroever 'slim' aansluiten W ind aan de Stroom' heeft het contract voor de levering van windturbines voor zijn project op de Linkerscheldeoever definitief gegund aan Siemens. Wind aan de Stroom is de publieke projectvennootschap van het Havenbedrijf Antwerpen, MLSO (Maatschappij voor het Haven-, Grond- en Industrialisatiebeleid van het Linkerscheldeoevergebied) en Geha nv, die instaat voor de ontwikkeling van alles wat met windenergie te maken heeft op de linkerscheldeoever van de Antwerpse haven. Nu de leverancier gekend is, kan het Vlaamse energiedistributiebedrijf Eandis op zijn beurt zijn gepland proefproject inleiden. Daarbij zal vooral gezocht worden naar 'slimme' technieken om de kostprijs van de aansluiting op het elektrische net zoveel mogelijk te drukken. In een eerste stadium zal het om elf windturbines gaan, met de optie van latere uitbreiding tot zeventien stuks. De levering van de eerste onderdelen gaat begin 2015 van start, de eigenlijke installatie volgt in de zomer van hetzelfde jaar. De eerste elf machines worden gemonteerd op de sites van Antwerp Gateway, Borealis, Euroports, Global Container Services, Indaver, Luiknatie, Norbert Dentressangle, Sea Port Terminals, Tabaknatie en Van Loon Transport. In logische samenwerking met de nationale transportnetbeheerder Elia wil Eandis zes van deze machines in de Waaslandhaven inschakelen als proefkonijn om te bestuderen hoe het de aansluitkost zo laag mogelijk kan houden. Dat wil zeggen: 'een zo snel mogelijke aansluiting tegen een zo laag mogelijke maatschappelijke kost', aldus beide bedrijven in een mededeling. 36 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 Slimme aansturing van de turbines De standaardprocedure is uiteraard om de nieuwe elektriciteitskabels te dimensioneren op het maximale injectievermogen van de molen. Daardoor zijn dus vrij zware kabels en nieuwe elektriciteitscabines nodig. Maar zo’n piek komt slechts een aantal keer per jaar voor, als er erg veel wind is in combinatie met weinig lokaal verbruik. Meer nog: gemiddeld werkt een windturbine slechts 10 % van de tijd op meer dan 75 % van zijn vermogen. Stelt Eandis: «Als we die windpieken op een slimme manier zou kunnen terugdringen, dan kunnen er meer windturbines worden aangesloten op dezelfde elektriciteitskabel. Daardoor zou de dure aanleg van nieuwe kabels en elektriciteitscabines kunnen worden vermeden.» Conclusie: er zou veel meer hernieuwbare energie kunnen worden aangesloten, tegen een lagere kost en op een veel kortere tijd. Welke slimme technieken? De slimme sturing die Eandis wil bestuderen in het project, bestaat uit drie technieken voor ‘slimme netten’ die apart zullen worden onderzocht. Bij de eerste techniek meet Eandis permanent de stroom in de kabels van de windmolens. Zodra een maximum wordt overschreden, stuurt het bedrijf een signaal naar de windturbine die zijn wieken net genoeg uit de wind zet om zijn vermogen een paar percenten terug te dringen. Zo kunnen de grootste pieken van het netwerk worden gehaald en zijn er minder investeringen nodig om nieuwe windturbines aan te sluiten. De tweede techniek hanteert exact hetzelfde principe, maar is gebaseerd ENGINEERINGnet.BE IN THE FIELD op de temperatuur van de elektriciteitskabels van de windturbine. Hoe meer een stroomkabel wordt belast, hoe warmer hij wordt. Door de temperatuur van de kabels te meten en te berekenen, kan Eandis de kabelbelasting zeer nauwkeurig bewaken en aansturen. Extra voordeel: in de praktijk warmen kabels onder de grond niet zo snel op. Bij deze techniek kan de kabel dus meer worden belast voor er moet worden ingegrepen. In een latere fase zal nog een derde techniek worden ontwikkeld: de zogenaamde vraagsturing. Die werkt met het weerbericht. Als er erg veel wind wordt voorspeld, stuurt Eandis een signaal naar een aantal grote stroomverbruikers uit de buurt. Zij kunnen hun machines opstarten zodra er veel windenergie beschikbaar is. Op die manier is iedereen tevreden: de windpiek op het netwerk wordt afgevlakt en de afnemer krijgt de goedkoopste stroom. «Maar om die ‘Load Shifting’ mogelijk te maken, zijn er wel grote elektriciteitsverbruikers nodig die hun verbruik even kunnen vervroegen of uitstellen», aldus Eandis. soorten hernieuwbare energie, zoals installaties met zonnepanelen of warmtekrachtkoppeling, gelden exact dezelfde voordelen. Eandis deed de voorbije jaren al heel wat inspanningen om de elektriciteits- en gasnetten slim aanstuurbaar te maken. Zo implementeert het bedrijf momenteel een gloednieuw netwerkbeheersysteem en plaatste het slimme elektronica in elektriciteitscabines. Die inspanningen vloeien nu dus samen in het Antwerpse havenproject. Voor het onderzoek werkt Eandis samen met het IT-onderzoeksbureau iMinds en de universiteiten van Gent en Leuven. Samen gaan ze op zoek naar potentiële kandidaten in de haven van Antwerpen, grote elektriciteitsverbruikers dus die bereid zijn hun verbruik voor een bepaalde periode te regelen met het oog op 'load shifting'. << (Bert Belmans) (foto's: Eandis) Iedereen wint «Iedereen kan baat hebben bij deze slimme technieken», stelt Giovanni Vercammen, algemeen directeur van Wind aan de Stroom. «Samen met onze partners hebben we een mogelijkheid gevonden om sneller vooruit te gaan, dankzij een permanent leertraject om windturbine-uitbating en netbeheer beter op elkaar af te stemmen.» «Windparkbouwers kunnen zo hun windmolens sneller aansluiten omdat er minder investeringswerken nodig zijn. Lokale en regionale overheden krijgen meer mogelijkheden om sneller hun klimaatdoelstellingen te halen en de elektriciteitsbevoorrading groener te maken. Netbedrijven als Eandis en Elia kunnen de betrouwbaarheid van de elektriciteitsnetten op een hoog peil houden, in het belang van elke energieverbruiker.» Niet onbelangrijk: ook voor andere Siemens mag ze leveren H et is de Duitse fabrikant Siemens die de bestelling voor de levering van de windturbines voor een niet nader genoemd bedrag in de wacht wist te slepen. Een primeur voor het concern: het gaat om het allereerste contract van zijn winddivisie op Belgisch grondgebied. «Eén van de uitdagingen van het project is de installatie van de turbines. Op de bestaande sites is de ruimte beperkt wegens de hoge densiteit van de omringende industriële en havenactiviteiten», aldus Jan Kjaersgaard, CEO van de onshore afdeling van Siemens Wind Power. «Onze windturbines (van 3MW per stuk, redactie) met rechtstreekse aandrijving voldoen aan deze eisen dankzij hun compacte ontwerp en lage gewicht.» Siemens kan de bestelling alvast goed gebruiken: het besliste onlangs te investeren in een gloednieuwe fabriek voor turbineonderdelen in het Verenigd Koninkrijk, die half 2016 operationeel moet zijn. «Omdat het VK een duidelijke visie heeft omtrent windenergie», klonk het toen. << (foto: Siemens) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 37 Vertrouw op de kampioen. De thermische camera testo 885 werd door gerenommeerde experts als beste getest. • Beeldfrequenties kunnen direct in de camera bewaard worden • SiteRecognition voor automatische opslag van de meetlocatie • Hoge-resolutie thermische beelden met 320 x 240 pixels 1 www.testo.be/nl/thermografie testo NV • Industrielaan 19 1745 Ternat • 02/582 03 61 • [email protected] Pub september.indd 1 9/5/2014 1:42:40 PM Horizontale integratie Verticale integratie 99% Installatiebeschikbaarheid lla lati ti Levenscyclusintegratie 30% Engineeringtijd 15% Onderhoudskosten Integrated Drive Systems Verander van perspectief – en ontdek meer mogelijkheden. Drievoudige integratie voor hogere efficiëntie, betrouwbaarheid en productiviteit Een totaaloplossing voor al uw aandrijvingen, die zorgt voor een hogere productiviteit, efficiëntie en betrouwbaarheid? ‘Siemens Integrated Drive Systems’ unieke drievoudige integratie zorgt ervoor dat alle componenten optimaal op elkaar afgestemd zijn, in om het even welke aandrijftrein of automatiseringsomgeving, en garandeert topprestaties gedurende de hele levenscyclus. Zo beschikt u met basiscomponenten en middelen in een mum van tijd over een innovatief en performant aandrijfsysteem. En dat alles via één gespecialiseerd aanspreekpunt. Uw voordeel? Lagere energiekosten, snellere time-to-market en hogere rendabiliteit. siemens.be/ids ENGINEERINGnet.BE ONDERZOEK & ONTWIKKELING Voorbeeld van biogebaseerde economie Gentse proefplant mag biobutanol productieproces van Celtic Renewables opschalen De proefplant Bio Base Europe in Gent mag voor de start-up Celtic Renewables een nieuw proces trachten op te schalen naar industriële hoeveelheden. Celtic haalt biobutanol uit bijproducten van de whiskyproductie. C eltic Renewables, een biobrandstofbedrijfje uit Edinburgh dat stilaan wereldfaam begint te genieten, heeft een overeenkomst afgesloten met de Vlaams-Nederlandse Bio Base Europe Pilot Plant in Gent. De bedoeling is dat het Schotse bedrijf er de volgende testfase laat uitvoeren van zijn innovatief proces om bijproducten uit de whisky-industrie om te zetten in een biobrandstof, en meer bepaald in biobutanol. In de proefplant zal getracht worden het proces op te schalen naar industriële hoeveelheden. De volgende stap is een eerste commerciële demonstratie-installatie in Schotland, waarvoor de plannen naar verluidt op tafel liggen. Celtic Renewables Ltd wordt internationaal gezien als één van de meest innovatieve jonge bedrijven die werken met hernieuwbare grondstoffen binnen het VK. De start-up is een spin-off van het Biofuel Research Centre dat in 2007 door Professor Martin Tangney werd opgericht vanuit de Edinburgh Napier University. De jonge onderneming heeft al twee financieringsrondes achter de rug: het haalde meer dan 2 miljoen euro op bij privé-investeerders en wist de Britse overheid te overtuigen een subsidie van meer dan meer dan 1 miljoen euro toe te kennen. Daar staat tegenover dat de onderneming de ambitie heeft om in het Verenigd Koninkrijk een heel nieuwe industriesector met een jaarlijkse omzet van 125 miljoen euro in het leven te roepen. Het groeipotentieel mag dan ook groot genoemd worden: de Britse productie van malt whisky vertegenwoordigd een zakencijfer van niet minder dan 4 miljard pond en brengt jaarlijks 1,6 Draff en pot ale, twee bijproducten van het productieproces miljoen liter 'pot ale' van whisky, omgezet naar (bio)butanol. en 500.000 ton 'draff' voort. Beide zijn bijproducten van het productieproces, afvalstoffen die de techstarter via fermentatie weet te converteren naar biobutanol. Onder de biobrandstoffen heeft biobutanol als grote troef dat het kan dienen als brandstof voor voertuigen zonder dat aanpassingen aan de motor nodig zijn. Het contract - overigens voor een niet nader genoemd bedrag afgesloten past perfect bij het opzet van de Bio Base Europe Pilot Plant, die speciaal is opgericht als proeffabriek voor industriële biotechnologie om een duurzame biogebaseerde economie te stimuleren en te katalyseren. Ze werd op 11 juni 2012 door toenmalig Vlaams ministerpresident Peeters en de Nederlandse vicepremier Verhagen geopend, tegelijk met een trainingcentrum in Terneuzen. Professor Wim Soetaert, CEO van Bio Base Europe Pilot Plant: «Celtic Renewables dat geavanceerde biobrandstof en duurzame chemicaliën maakt uit nevenproducten van de whiskyproductie, is exact het soort innovatie dat wij willen ondersteunen. In dit opzicht is ons partnerschap een perfecte synergie.» << (Bert Belmans) (foto: Celtic Renewables) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 39 ENGINEERINGNET.BE column Gebrekkig bouwdossier? Is uw architect aansprakelijk ? U vraagt aan een architect om een volledig bouwdossier samen te stellen voor verbouwingswerken aan uw bedrijf. Na het indienen van dit dossier blijkt de gemeente geen bouwvergunning te willen geven. U vindt dat uw architect hier aansprakelijk voor is omdat u vindt dat het bouwdossier dat de architect opstelde niet nauwkeurig was en fouten bevatte. Heeft u een been om op te staan? D e artikels 1382 en volgende van ons Burgerlijk Wetboek stellen dat elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht de schuldige persoon om de opgelopen schade te vergoeden. Bovendien is elk persoon aansprakelijk voor de schade welke hij door zijn daad heeft veroorzaakt, maar ook voor de schade welke ontstond door zijn nalatigheid of onvoorzichtigheid. Kortom betekent dit dus dat diegene die door zijn fout of nalatigheid aan iemand anders schade toebrengt, deze schade zal moeten vergoeden. Een 'fout' kan gedefinieerd worden als een daad die een normaal voorzichtig en maatschappelijk bewuste burger in dezelfde omstandigheden geplaatst, niet zou gesteld hebben. Een fout maken kan een inbreuk uitmaken op een of andere wetgeving, maar het kan ook een inbreuk zijn op de 'algemene zorgvuldigheidsnorm'. In dit laatste geval wordt er nagegaan hoe iemand anders (een normaal voorzichtig en redelijk mens) in dezelfde feitelijke omstandigheden zou handelen (het zogenaamde principe van een 'goede huisvader'). Opdat er sprake kan zijn van deze 'foutaansprakelijkheid' moet er 'schade' zijn. Bovendien moet er een oorzakelijk verband bestaan tussen deze schade en de fout. Met 'oorzakelijk verband' bedoelt men dat de schade niet zou ontstaan zijn zonder de fout. Wat in de praktijk? Architect Jan krijgt de opdracht van de firma Janssens om een bouwdossier samen te stellen en een stedenbouwkundige vergunning aan te vragen voor de renovatie van haar bedrijfsgebouwen. De werken worden gestart, maar na enige tijd verplicht de gemeente de firma Janssens de werken stil te leggen. Het blijkt dat de verrichte werken niet overeenstemmen met de vergunning 40 ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 Solange Tastenoye, zelfstandig juriste Als zelfstandig juriste verzorgt Solange Tastenoye algemene juridische dienstverlening voor bedrijven, particulieren en zelfstandigen en verenigingen. Haar specialisatie is burgerlijk recht. en met het bouwaanvraagdossier ingediend door architect Jan. De firma Janssens beslist om een het bedrijfsgebouw dat moest gerenoveerd worden, volledig af te breken en een nieuw te bouwen met een volledig nieuw bouwaanvraagdossier. Maar de firma Janssens eist eerst een schadevergoeding, zowel van de gemeente als van architect Jan. Hij baseert zich hiervoor op artikel 1382 BW. Uit onderzoek van dit dossier blijkt dat er complete verwarring was betreffende een onzorgvuldig samengesteld bouwdossier van architect Jan. Zo kwam de beschrijvende nota en het bouwplan niet overeen, bevatte het dossier verouderde kadastrale gegevens, er werden verkeerde maataanduidingen gebruikt, het bouwplan was niet precies enz… In deze gegeven omstandigheden beslist de rechter dat architect Jan een slecht bouwdossier heeft overgemaakt aan de gemeente. Jan is, volgens de rechter, contractueel aansprakelijk ten opzichte van zijn bouwheer. De rechter spreekt van een 'contractuele aansprakelijkheid' omdat er tussen de architect en de firma Janssens een contract tot stand is gekomen (een architectenovereenkomst) waardoor Jan gehouden is aan contractuele verplichtgingen. Maar…anderzijds oordeelt de rechter dat ook de gemeente niet vrijuit gaat! Zij is volgens de rechter buitencontractueel aansprakelijk (op basis dus van artikel 1382 BW) ten opzichte van de bouwheer (de firma Janssens). De gemeente zag in dat ze te maken kreeg met een bouwdossier dat onzorgvuldig en verwarrend was; zij had daarom op zijn minst moeten informeren wat de juiste bedoelingen van het bouwdossier waren: wat de precieze bedoeling was van de bouwwerken was, instandhoudingswerken, renovaties, nieuwe werken?? Door het stopzetten van de werken kon de gemeente volgens de rechter haar fout niet rechtzetten! De rechter meent dat de gemeente zich niet gedragen heeft zoals een vooruitziende, voorzichtige gemeente dit wel zou moeten doen en dit door haar onderzoeksverplichting met de voeten te treden. Zij heeft een inbreuk gepleegd op de 'algemene zorgvuldigheidsnorm'. Om deze redenen concludeert de rechter dat zowel architect Jan als de gemeente een fout hebben gemaakt en aansprakelijk zijn voor de schade die de firma Janssens lijdt. De rechter verdeelt de aansprakelijkheid tussen de gemeente en Jan en zij staan elk in voor de helft van de schade van de firma Janssens. << ENGINEERINGnet.BE NIEUWSLIJN Het gaat om de kosten, altijd om de kosten... Atlas Copco's Ronny Leten: «Airpower Wilrijk goedkoper dan China voor nieuwe verspaningslijn» Een uitspraak van Atlas Copco's CEO Ronny Leten tijdens een recent event: «We investeren 15 à 20 miljoen in een nieuwe machining lijn in Antwerpen, want goedkoper dan in China» En ook: «Het gaat om de kosten, altijd» door Bert Belmans, Engineeringnet E en van de hoogtepunten tijdens een event van de Belgische techfederatie Agoria was een panelgesprek met vier Belgische topindustriëlen over de toekomst van de industriële productie in ons land. Tijdens dit gesprek, dat werd gemodereerd door RTBF-journalist Christophe Deborsu, kwamen drie thema's aan bod. Wij brengen u een verslag van hun reflecties rond het thema 'competitief produceren in een land waar de kosten van arbeid zo hoog liggen', met als centrale vraag aan het panel: 'Waarom produceren jullie nog altijd in een duur land als België?' De klap op de vuurpijl kwam alvast van de Vlaming Ronnie Leten, CEO van Atlas Copco. Hij kondigde een investering aan van 15 à 20 miljoen in Atlas Copco Airpower in Wilrijk, als bewijs dat sommige bedrijven wel degelijk nog brood zien in produceren in ons land. Leten: «Het gaat om een machininglijn die we nu aan het opbouwen zijn voor 'core components', onderdelen van machines, met veel werktuigkundige bewerkingen. Waarom in België en niet in China? «We hebben daar 18 fabrieken en we hadden de keuze, maar als we de vergelijking maakten, bleek Antwerpen goedkoper. Dat heeft te maken met de aanwezige automatisering, een stuk productinnovatie en nieuwe processen, maar ook met de technische competenties van de mensen die in de cirkel van 500 km rond Antwerpen wonen. Je vindt hier alle competenties uit de hele wereld verzameld.» « Het zijn trouwens onze eigen ingeni- eurs die ervoor zorgen dat Wilrijk competitief is binnen onze groep. Maar het kan dus. Je moet op een bepaald moment wel durf hebben, technologische durf, maar het kan.» Voor Martine Reynaers, CEO Reynaers Aluminium, is het de kwaliteit van de Belgische ingenieurs die de doorslag geeft om hier te blijven, naast het feit dat haar onderneming voor de lokale Europese markten produceert: «Onze roots zijn in België, we zijn hier bijna 50 jaar, we hebben een sterk netwerk van lokale leveranciers rondom ons, en ingenieurs die uitmunten in werkkracht, inzet, talenkennis en loyaliteit». Bernard Delvaux, CEO van Sonaca treedt Reynaers bij: «We hebben veel technisch talent in ons land, maar niet alleen ingenieurs, ook uitstekende arbeiders, 'blauwe boorden'. «Maar of het salaris dat we ze betalen voor een bedrijf economisch verantwoord is (lees betaalbaar, redactie) en in verhouding tot de productiviteit: zeker niet. Dat verklaart meteen waarom Sonaca zich de afgelopen 10 jaar gedwongen zag te delokaliseren naar landen zoals Brazilië, China, Canada en de VS. Maar dat is een algemene tendens in de industrie» Eric Van Zele van Barco: «De totaliteit van 80 jaar activiteit van Barco in België, van kennis, ervaring en samenhorigheid van de medewerkers: het is een schitterend wapen. Het gaat om het 'human potential'. We hebben ons als onderneming meerdere keren moeten herdenken, maar het is door het bundelen van onze krachten dat we telkens een nieuwe 'value proposition' hebben kunnen maken voor de wereld. Daarnaast vind ik België vanuit zijn cultuur een ideale plaats om globaal te werken. Mits de goede omkadering kunnen Belgen zeer goed overweg met andere culturen, zoals China, India, de Noord-Amerikaanse markt. Bovendien staat Europa bij ons voor 40% van de omzet - België voor slechts 1% - en ons land bekleedt logistiek een centrale plaats op het continent». En als uitstekende afsluiter, opgetekend uit de mond van Ronny Leten: «Het gaat om de kosten, altijd om de kosten.» Dromers en idealisten niet toegelaten dus.... << (foto: Atlas Copco) ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 41 LIKEAVIRGIN.BE AAndrijfkoppelingen - Vrijloopkoppelingen - Veiligheidskoppelingen klembussen - Componenten Voor hydrAulisChe AggregAten meer dan 20000 stuks in stock! L. TAS & Co. BVBA Moerbroek 20 2270 HERENTHOUT BELgiUM T +32 (0)14 28 58 20 F +32 (0)14 28 58 29 [email protected] www.tas.be Elektrotechnische ontwerpsoftware SEE Electrical IGE+XAO Benelux - Beersdalweg 84 A - 6412 PE Heerlen - NEDERLAND Tel. NL: 045 56 11 636 - Tel. BE: 02 219 09 59 - www.ige-xao.com [email protected] VINDT U DIT EEN GOED MAGAZINE? Abonneer via > www.mainpress.com ENGINEERINGnet.BE ONDERZOEK & ONTWIKKELING Logistieke engineering Mobiele containerkraan die zichzelf 'on the fly' op energienet aansluit Geen wereldschokkend nieuws, wel een mooi voorbeeld van efficiëntieverhoging door engineering voor de logistieke sector: een hybride containerkraan die zich automatisch aan de energietoevoer koppelt. P ortaalkranen op rubberbanden, zogenaamde RTG's (Rubber Tyred Gantries) zijn mobiele containerkranen. Deze kranen kunnen tussen de verschillende containergangen wisselen. In de regel rijden deze RTG's op diesel. Om de energiekosten te verlagen en het milieu te beschermen ging de ontwikkeling in de laatste jaren steeds meer in de richting van elektrische en hybride versies die aan een energietoevoer worden gekoppeld zodra ze zich in een rijspoor bevinden. Het Duitse igus ontwikkelde er een speciaal automatisch koppelings- systeem voor, dat bovendien kan gebruik worden voor kranen op rubberbanden. Dat werkt via een telescooparm op de RTG, die kan worden in- en uitgestuurd en de verbinding maakt zonder dat de kraan hoeft stil te staan. Via de arm worden horizontale en verticale oneffenheden en offsets in de verplaatsingsweg gecompenseerd. Het aankoppelen duurt naar verluidt maar een minuutje, waarbij geen beperkingen voor de rijsnelheid van de kranen gelden. Zodra de kraan is aangesloten, wordt de energievoorziening via de dieselaandrijving gestopt. Momenteel kunnen kabels met een diameter van 180 mm² per fase worden gerealiseerd, en kan ook een dataverbinding worden gelegd, zelfs via glasvezelkabel met gigabitsnelheid als het moet. Het systeem is geschikt voor lange verplaatsingswegen – al naargelang de klantenvereisten in de containerhaven zijn 800 meter en meer denkbaar, stelt igus. << (Bert Belmans) (foto's: igus) Watson-Marlow Pumps Group introduceert de Qdos 60 doseerpompen en levert gebruikers eenvoud en efficiëntie Bovendien zitten er in het leidingsysteem geen afdichtingen of kleppen. Het risico op verstoppingen, lekken of roestvorming is nihil. Bovendien zorgt het ontwerp van de ReNu-pompkop, met lekdetectie, voor aanzienlijk minder verspilling. De pompkop zelf is snel en zonder gereedschap te verwijderen, waardoor procesonderbrekingen beperkt blijven. U hebt hier geen gespecialiseerde technici voor nodig. De ReNupompkoptechnologie maakt de Qdos 60 een stuk goedkoper dan een membraanpomp. Qdos 60 doseerpompen van Watson-Marlow, kostenbesparend en extreem nauwkeurig. De Qdos 60 is de doeltreffende, economische en eenvoudig te hanteren uitbreiding van de succesvolle Qdos 30 doseerpompen. Met de Qdos 60 pompen worden nu nog hogere opbrengsten gehaald - zelfs tot een verdubbeling van de opbrengsten ten opzichte van de Qdos 30 pompen. Bespaar op installatie en onderhoudskosten De installatie van de Qdos 60 gebeurt snel en zonder problemen. Zonder pulsatiedemper, filters, vlotterschakelaars, ontgassings-, terugstroom- of voetkleppen. Geavanceerde besturing en verlaagde transportkosten De Qdos 60 is prima geschikt voor waterdesinfectie, PH-aanpassing, flocculatie en het doseren en transporteren van reagentia bij mineraalverwerking. Ze is uitermate geschikt om de dosering van chemicaliën in waterzuiveringsinstallaties in goede banen te leiden. De pompen zijn uitgerust met vloeistofniveaubewaking en mogelijkheden voor vloeistofterugwinning, versnelde aanzuiging en opbrengstkalibratie. Sterkere concentraties aan chemicaliën zijn probleemloos te verwerken dankzij de verbeterde pompnauwkeurigheid. Dit verlaagt de transportkosten en de koolstofemissie. Innovatief, economisch ontwerp De Qdos 60 leent zich perfect tot kleine ruimtes. De pompkop kan aan de linker- of rechterzijde gemonteerd worden en de bediening gebeurt via een menugestuurde interface met 3.5” TFT-kleurenscherm met statusaanduiding. Het toetsenbord, beeldscherm en de in- en uitgangsaansluitingen zijn vlot en eenvoudig bereikbaar. De Qdos 60 pompen kennen vele toepassingen, zijn gemakkelijk te onderhouden en leveren extreem accurate doseringen af, waardoor de klant al snel een flinke som geld bespaart. << Watson-Marlow NV - Industriepark 5 - 9052 Zwijnaarde T: +32 (0) 9 225 94 57 - www.watson-marlow.be - [email protected] ENGINEERINGNET MAGAZINE - september 2014 43 B(NL)-1005-EKS+CF 94x136M_B(NL)-1005-EKS+CF 94x136M 06.08.14 13:14 Seite Productadvertenties Compacte debietmeter voor nauwkeurige metingen van vloeistoffen ..tot 600 l/min Bij magnetisch inductieve debietsensoren staat u voor de keuze: verkiest u een compacte behuizing, een hoge meetnauwkeurigheid of een gunstige prijs? Sluit geen compromis! De efector mid verenigt deze eigenschappen in een apparaat. Hij meet doorstroomhoeveelheden van elektrisch geleidende media tot 600 l/min. Het apparaat bewaakt het vloeistofdebiet, de getotaliseerde hoeveelheid en de temperatuur. Bovendien is de sensor extreem compact aan een heel gunstige prijs. Veelzijdig in gebruik, voor vloeistoffen met een geleidbaarheid vanaf 20 uS/ cm zoals water, koelvloeistoffen, emulsies of watergebaseerde reinigingsvloeistoffen. Analoge, binaire, puls- en frequentieuitgangen bieden tal van opties om zo de gemeten hoeveelheid in het proces weer te geven. De magnetisch-inductieve sensor biedt eveneens de mogelijkheid tot droogloopbewaking. << Heel veel keuze in: Kunststof kabelrupsen + chainflex kabels ® = readychain ® readychain , systeem compleet voorgemonteerd. Web: Online zoekfunctie, 3D-CAD, levensduur. Kosten omlaag – levensduur omhoog. Levering vanaf 24 uur. ® ifm electronic n.v. - Zuiderlaan 91 / 6 - 1731 Zellik 02/481.02.20 - www.ifm.com/be- [email protected] Vraag naar een gratis monster: Tel. 016-31 44 31 Fax 016-31 44 39 www.igus.be/rc MOTEK, Stuttgart – Hal 3 Stand 3310 ... plastics for longer life Simatic HMI: het venster op uw productieproces Eenvoudig overstappen naar de nieuwe Basic of Comfort Panels SIMATIC HMI Panels zijn overal aanwezig in de meest verschillende toepassingen. Zij hebben niet enkel een uitmuntend innovatief design en uitstekende performantie, maar bieden u ook de garantie om uw installatie toekomstgericht en kostengunstig te automatiseren dankzij het vernieuwende engineeringsplatform TIA Portal. (Totally Integrated Automation Portal) De nieuwe SIMATIC HMI Comfort panels en Basic Panels zijn de opvolgers van de zeer succesvolle x77-panels en Multipanels. De x77 panels zijn op 1/10/2012 in uitloopfase gegaan en zullen vanaf 1/10/2014 niet meer verkrijgbaar zijn. Reserveonderdelen blijven weliswaar leverbaar tot 2022. Er zijn talrijke argumenten om snel over te stappen - uitgebreid aanbod aan schermgroottes, identieke cut-out voor meerdere modellen, intuïtieve configuratie, glashelder display. Geniet snel en eenvoudig van de technologische vooruitgang. Samen met u bekijken wij uw persoonlijke situatie en ondersteunen wij u bij al uw vragen bij uw overstap naar de SIMATIC HMI-panels binnen een TIA Portal-project. Alle nuttige informatie ivm de migratie zoals overstaprichtlijnen, welk panel is de juiste opvolger, inbouwmaten en andere nuttige tips vindt u op onze website www.siemens.com/panels of via email: [email protected] Siemens - Guido Gezellestraat 123 - 1654 Huizingen T. +32 2 536 35 26 - [email protected] - www.siemens.com/panels ® Watson-Marlow Pumps Group nam BioPure voor circa 10 miljoen euro over via moederbedrijf Spirax-Sarco. Het biedt de groep een unieke mogelijkheid om haar dienstverlening aan de biofarmaceutische sector uit te breiden. BioPure, uit Portsmouth (GrootBrittannië) specialiseert zich in het ontwerp en de productie van geavanceerde slangverbindingsstukken en -afsluiters. Een belangrijke troef van BioPure is dat ieder product voorzien is van een lotnummer voor een gemakkelijke traceerbaarheid. BioPure producten zijn dan ook een waardevolle toevoeging aan het ruime gamma peristaltische pompen dat Watson-Marlow op dit moment al in portefeuille heeft. En een logische groepslid voor de andere bedrijven van de Watson-Marlow Group: WatsonMarlow Pumps &Tubing, Flexicon Liquid Filling, Alitea OEM Pumps, MasoSine Process Pumps en Bredel Hose Pumps. De klanten van Watson-Marlow zijn al bekend en overtuigd van de kwaliteit van de verbindingsstukken en afsluiters van BioPure. Vele klanten integreerden immers de producten van beide bedrijven al in hun apparatuur. De synergie tussen BioPure en Watson-Marlow is onmiskenbaar. En de combinatie van het productaanbod biedt een unieke groeikans en een passend antwoord op de behoefte aan single-use biofarmaceutische componenten en materialen in de sector. Watson-Marlow Pumps Group versterkt met deze overname zijn positie op de biofarmaceutische markt. De kwaliteitsvolle producten van de groep blijven passende antwoorden bieden op prangende vragen binnen de industrie. << Watson-Marlow NV - Industriepark 5 - 9052 Zwijnaarde T: +32 (0) 9 225 94 57 - www.watson-marlow.be - [email protected] Nieuwe motor met permanente magneet van WEG overtreft de IE4-norm Laagspanningsmotoren van de energie-efficiëntieklasse IE5 moeten ongeveer 20% minder verlies hebben dan IE4-motoren. WEG lanceert nu een motor met permanente magneet die voldoet aan deze strenge eis en zo een van de eerste motoren wordt die aanspraak kan maken op de benaming 'IE5 Ultra Premium Motor'. WEG, één van de toonaangevende wereldleveranciers van aandrijftechnologie, heeft met zijn nieuwe motor met permanente magneet in de W22-reeks de lat voor energie-efficiëntie eens te meer hoger gezet. Bij de lancering van de W22 Super Premium IE4 driefasige inductiemotor eind 2012 werd WEG al beschouwd als pionier op dit gebied en nu bevestigt de firma zijn leiderspositie met de introductie van een nog efficiëntere synchrone motor met permanente magneet. Met een verlies dat ruwweg 20% lager ligt dan bij de Super Premium-modellen is dit zowat de eerste Ultra Premium-motor op de markt die beantwoordt aan de huidige criteria voor de potentiële IE5-energie-efficiëntieklasse. Dit betekent dat de W22-motor met permanente magneet kan gerekend worden tot de meest rendabele elektrische motoren momenteel in de wereld verkrijgbaar. Het vernieuwende design van de motor maakt het mogelijk om uitzonderlijk hoog rendement te combineren met compacte afmetingen. Bij WEG gaat dit hoger rendement hand in hand met geoptimaliseerde motorprestaties om zo te komen tot een lager geluids- en trillingsniveau en ook tot een minimaal onderhoud. WEG Benelux - Industrieweg 30D - 1400 Nivelles 067 88 84 20 - [email protected] - www.weg.net/be Servosysteem voor de kleinste ruimtes Door het gebruik van servomotorklem EL7211 biedt het EtherCAT I/O-systeem nu ook een in het 24mm klemmenhuis geïntegreerde, volledige servoversterker met een uitgangsstroom van maximaal 4,5 ARMS. De EtherCAT-klem is beschikbaar met geïntegreerde resolver-interface of met de 1-kabeloplossing OCT. Met name in combinatie met de nieuwe servomotoren AM811x wordt een uiterst compact, krachtig en kosteneffectief servosysteem verkregen. De EtherCAT-klem EL7211 voor servomotoren, met geïntegreerde resolver-interface, biedt een hoog aandrijfvermogen in een zeer compacte constructie, en wel voor de Beckhoff motoren uit bouwreeks AM31xx en AM81xx. Ondergebracht in een 24 mm klemmenhuis levert hij met maximaal 4,5 ARMS bij 50 V DC een hoger vermogen dan de vertrouwde 12 mm brede servomotorklem EL7201 met 2,8 ARMS. De EtherCAT-klem EL7211-0010 voor servomotoren ondersteunt absoluut-encoders en is daardoor geschikt voor de servomotorbouwreeks AM81xx met One Cable Technology (OCT). OCT combineert power- en feedbacksignalen in een standaard motorkabel en reduceert op deze manier de materiaal- en inbedrijfnamekosten aanzienlijk. Het geïntegreerde elektronische typeplaatje van de servomotoren kan door de EL7211-0010 automatisch gelezen en gebruikt worden voor de vereenvoudigde inbedrijfname van de motor. De snelle sturingstechniek van de servomotorklemmen EL7211 ondersteunt snelle en hoogdynamische positioneringstaken. << Beckhoff Automation - Kempische Steenweg 305 b202 - 3500 Hasselt T.: +32 (0)11 24 08 00 - [email protected] - www.beckhoff.be Productadvertenties Watson-Marlow breidt dienstverlening aan biofarmaceutische sector uit door de overname van BioPure Technology Limited Abonnementsaanvraag U bent ingenieur of technicus? U zit in de maakindustrie, procestechniek, automatisering of consultancy? Ontwerp, engineering, productie of kwaliteitscontrole behoren tot uw werkterrein? Uitgeverij Mainpress n.v. Diamantstraat 5 - B-2275 Lille Tel. 0032 (0)3 326.56.16 Fax 0032 (0)3 326.56.36 Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers Dan ontdekt u in Engineeringnet Magazine een schat aan informatie voor uw vakgebied: Onderzoek&Ontwikkeling, actualiteit, technische projecten, personalia, interviews, engineeringtips en verslaggeving over de ervaringen van uw collega’s met de nieuwste technieken en technologieën. En niet te vergeten: de persoonlijke mening van vakspecialisten over opmerkelijke ontwikkelingen. door CIM gecontroleerde oplage CIM-logo nagebouwd 2014.indd 1 25-9-2014 13:09:19 Drager van het Prof B to B press Quality Label Hoofdredacteur: Bert BELMANS [email protected] Redactie: L. DE SMET G. LEYSEN E. JONCKHEERE L. HEIDA Advertenties Herwig VAN LIMBERGEN [email protected] Abonnementen: Marleen WUYTS [email protected] door storting van 41 op rekening 415-9055911-06 van Mainpress n.v. IBAN BE85 4159 0559 1106 BIC KRED BEBB Online Registratie: www.mainpress.com Klantendienst: Marleen WUYTS [email protected] Verant. uitgever: Bert BELMANS Diamantstraat 5 B-2275 Lille Abonneer u nu op Engineeringnet Magazine en mis geen enkel nummer! U betaalt slechts 41 € (België) voor 6 nummers inclusief ‘Engineeringnet Trendwatch’ in januari. Ja, ik wens een abonnement te nemen op Engineeringnet Magazine. België: ik stort € 41,00 (incl. BTW) op rekening 415-9055911-06 van Mainpress n.v. Buitenland: ik stort € 51,00 op rekening IBAN BE85 4159 0559 1106 BIC KRED BEBB met de vermelding ‘Abonnement Engineeringnet Magazine’ Mijn coördinaten: Firma: Naam: Adres: Postcode: Gemeente: Tel.:Fax: E-mail: Ik wens een factuur te ontvangen BTW-nr.: Coverfoto: Hannover Messe Zend of fax deze aanvraag naar: Visit us at: www.engineeringnet.be www.engineeringnet.nl Mainpress nv, Diamantstraat 5, B-2275 Lille fax 03-326 56 36 Handtekening en firmastempel UW TRENDWATCHER IN ENGINEERING, PRODUCTIE, MACHINEBOUW Bestellingen voor 18:00 uur op RS Online worden de volgende werkdag geleverd. JA KAN IK GEMAKKELIJK DE PRODUCTEN VINDEN DIE IK NODIG HEB? LEVEREN ZE NEE Neem geen risico ALTIJD OP TIJD? JA NEE Ontdek de 500.000 producten van meer dan 2.500 bekende merken, altijd op voorraad en direct leverbaar. Zoek nog even verder PRODUCTEN VAN NEE NEE TOONAANGEVENDE MERKEN? JA HEBBEN ZE EEN GOEDE IS ER EEN UITGEBREIDE VOORRAAD Op RS Online vindt u snel en eenvoudig wat u nodig heeft. Neem alleen genoegen met de beste KLANTENSERVICE? Eén telefoontje en u wordt snel en persoonlijk geholpen. JA KRIJG IK Neem geen halve maatregelen NEE WAAR VOOR MIJN GELD? OP WIE KAN IK HET MEEST VERTROUWEN Bespaar tijd en geld met onze OffertePlus-service en betaal nooit te veel dankzij onze regelmatige prijsvergelijkingen en staffelkortingen. JA VOOR MIJN PRODUCTEN? Vertrouw op ons voor al uw producten Al meer dan 75 jaar levert RS Components wereldwijd alle producten met de persoonlijke service die u van ons gewend bent. Maar bovenal ontneemt RS u veel werk uit handen, zodat u zich kunt concentreren op uw eigen werk. benl.rs-online.com Onverslaanbare besturingen, precisie, en flexibiliteit Het verlagen van kosten, het verhogen van productiviteit, en het verkorten van de ontwerptijd zijn slechts enkele uitdagingen waar engineers tegen aanlopen. De grafische systeemontwerpmethode combineert productieve software en herconfigureerbare I/O (RIO) hardware en helpt u deze uitdagingen aan te gaan. Dit off-the-shelf platform is customizable voor de meest uitdagende besturings- en monitoringstoepassingen door één geïntegreerde software ontwikkelomgeving om complexe industriële systemen sneller te bouwen. >> Versnel uw productiviteit. Bezoek ni.com/industrial-control-platform 32 (0)2 757 0020 België 52 (0)40 5120 Luxemburg National Instruments Belgium NV ■ BE 0445.607.706 ■ IKAROSLAAN 79 ■ B-1930 ZAVENTEM ©2014 National Instruments. Alle rechten voorbehouden. LabVIEW, National Instruments, NI en ni.com zijn handelsmerken van National Instruments. Andere vermelde producten en firmanamen zijn handelsmerken of handelsnamen van hun respectievelijke bedrijven. 18395 De LabVIEW ontwerpsoftware biedt ultieme flexibiliteit door het programmeren van FPGA, het vereenvoudigt het hergebruik van programmacode, en helpt u programmeren precies op de manier zoals u denkt: grafisch.
© Copyright 2024 ExpyDoc