Presentatie

De Bedrijfsregeling Brandregres 2014
Vragen en uitdagingen voor het intermediair
Vereniging van Financiele Dienstverleners Brabant
Vught, 24 februari 2014
mr. Paul L. Soeteman, RMiA
Soeteman Risk and Insurance Consultancy
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
1
De Bedrijfsregeling Brandregres 2014 (BBr)
Gedragscode Verzekeraars 2011, kernwaarden en gedragsregels:
 2.3 Zekerheid bieden
 2.5 Maatschappelijk betrokken zijn
VRAAG:
Voldoet de BBr hier aan?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
2
De Bedrijfsregeling Brandregres 2014
1.
Voorgeschiedenis
2.
Overleg - of niet ?
3.
Argumenten Verbond van Verzekeraars
4.
Redactie: (on)duidelijk?
5.
Gevolgen voor de groot-zakelijke markt, MKB, het intermediair en andere partijen
6.
Gevolgen - hoe op te vangen?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
3
1.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
VOORGESCHIEDENIS
24 februari 2014
4
Artikel mr. P. van Zwieten in NTVH 2012-6 over achtergrond BBr
 Subrogatierecht art. 284 WvK resp. art. 7:962 BW werd beperkt gebruikt door
brandverzekeraars.
 Al ruim voor WO II werd door een aantal brandverzekeraars bekend gemaakt geen verhaal uit te
oefenen behoudens op hen “door wier opzet of met wier goedvinden de brand ontstaat”.
 1953 : “Afstandverklaring Regres” in 1954,idem: er werd aanvullend bepaald dat wel verhaal
werd uitgeoefend tegen iemand die veroordeeld werd voor brandstichting.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
5
Bindend Besluit Regres 1984
 Behoefte aan een (beperkte) verhaalsafstand vanuit maatschappelijk oogpunt
 Gehele afstand verhaal op particulier (behoudens opzet op strafrechtelijke veroordeling)
 Verzekerbaarheid onder AVB dekkingen is nu eenmaal beperkt
 Brandverzekeraar kan financiele risico’s/gevolgen beter inschatten dan AVB verzekeraars
 Wel ondergrens verhaal Fl. 5.000,-- , bovengrens Fl.1.000.000,--
 Premieverhoging voor (zeer) brandgevaarlijke beroepen van 10 % resp. 30 %
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
6
Bedrijfsregeling Brandregres 2000
 Bandbreedte tussen Euro 2.500,-- en Euro 500.000,- Handhaving uitsluiting regres op particulieren m.u.v. opzet of strafrechtelijke veroordeling
 In 2002 bezwaren van een buitenlandse verzekeraar
 Ook kritische opmerkingen NMa maar uiteindelijke conclusie: geen conflict met
mededingingsregelgeving
 Rechtvaardiging nmm in art 6 lid 3 MW, zie vlg sheets
 Aan de daar gestelde 4 cumulatieve eisen: 1,2, 3a en 3 bleek voldaan te worden gezien het
maatschappelijk belang.
 2007 Platform buitenlandse verzekeraars: “benadeling door het verplichtende karakter”
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
7
Nederlands kartelverbod, art 6 Mw - art.101 VWEU
Art 6.1
Verboden zijn overeenkomsten tussen ondernemingen, besluiten van ondernemersverenigingen en
onderling afgestemde feitelijke gedragingen van ondernemingen, die er toe strekken of ten gevolge
hebben dat de mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan wordt verhinderd,
beperkt of vervalst.
Art 6.2
De krachtens het eerste lid verboden overeenkomsten en besluiten zijn van rechtswege nietig.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
8
Nederlands kartelverbod, art 6 Mw - art.101 VWEU
Art. 6. 3
Het eerste lid geldt niet voor overeenkomsten, besluiten en onderling afgestemde feitelijke gedragingen
(1)
die bijdragen tot verbetering van de productie of van de distributie of tot bevordering van de technische
vooruitgang mits
(2)
een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en
(3)
zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen
a) beperkingen op te leggen die voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn, of
b) de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van betrokken goederen en die de mededinging
uit te schakelen.
Art. 6.4
Een onderneming of ondernemersvereniging die zich op het derde lid beroept bewijst dat aan dat lid is voldaan.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
9
2.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
OVERLEG OF NIET?
24 februari 2014
10
Overleg binnen het Verbond
 Voorstel verhoging grensbedrag tot Euro 1.000.000,--
 Afweging voor- en nadelen
Resultaat:
 BBr blijft gehandhaafd
 Voorstellen om op termijn tot gefaseerde afschaffing te komen leidden tot besluit Sectorbestuur
Schade op 3 februari 2012 om na een geleidelijke verhoging deze afschaffing in te voeren
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
11
Maar:
 19 december 2012 besluit het Verbond tot afschaffing BBr, zonder enige fasering, voor nietparticulieren
 12 juni 2013 wordt dit geformaliseerd
 Communicatie en overleg met stakeholders in de markt laat te wensen over: Strategie van een
voldongen feit
 Overleg met VNAb en Adfiz leidt helaas tot niets
 Argumenten die destijds golden voor beperkt regres gelden kennelijk plotseling niet meer en dus
ook geleidelijke invoering waar eerder ook binnen het Verbond voor werd gepleit van tafel
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
12
3.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
ARGUMENTEN VERBOND
VAN VERZEKERAARS
24 februari 2014
13
Argumenten overtuigend?
1.Bevordering preventie
2. Toename brandschaden
3. Internationale concurrentie
WAT VINDT U ?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
14
Argumenten overtuigend?
1. Preventie
VOORBEELD TU DELFT – Brand 13 mei 2008
 Schadebedrag rond de € 140.000.000,- Oorzaak: een elektrische storing door insijpeling van water in koffieautomaat
door een zwakke verbinding in een waterleiding.
 Stel dat de installateur, een MKB bedrijf, heeft onzorgvuldig gehandeld of
nagelaten.
Wat gebeurt er dan?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
15
Brand TU Delft
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
16
Argumenten overtuigend ?
IS DIT DE BESTE MANIER OM PREVENTIE TE BEVORDEREN?
 Clausuleringen in polissen en voorlichting/scholing niet effectiever ?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
17
Argumenten overtuigend ?
2. Toename aantal brandschaden
Zie rapport SEO- Schade Voorziening bij Brand- en Bouwveiligheid nr. 2013-52 ( sept.2013), para
2.1.:
 Cijfers met betrekking tot brand zijn slechts beperkt en onvolledig beschikbaar….. Jaarlijks
zijn er volgens CBS-cijfers ruim 40.000 branden. Dit aantal neemt volgens deze cijfers af
sinds 2007….
 Van de ruim 18.000 branden met schade in 2011 hadden 91 branden schade van meer dan een
miljoen euro. Het gaat bij deze grote branden om een gemiddeld geraamd schadebedrag van bijna
€ 3,8 miljoen in 2011.Dit betreft verzekerde schade. Het aantal schommelt per jaar maar lijkt
sinds 2007 een dalende trend weer te geven.
 Evenwel : cijfers van NIVRE over eerste helft 2013 geven een ander beeld nl. toename van grote
brandschaden. De vraag is of dit structureel zo blijft.
Conclusie:
Eenduidig betrouwbaar cijfermateriaal is kennelijk niet beschikbaar.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
18
Argumenten overtuigend ?
3. Internationale concurrentie
 In de praktijk blijken ook in het buitenland weinig regresacties plaats te vinden.
 Accuraat cijfermateriaal is niet voorhanden.
 Dit argument lijkt dus niet echt onderbouwd.
 Wat is dus de mogelijke conclusie t.a.v. de echte redenen?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
19
4.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
REDACTIE (ON) DUIDELIJK ?
24 februari 2014
20
Is de BBr nu duidelijk?
 De inmiddels aangepaste toelichting geeft wat meer duidelijkheid dan de tekst van de regeling
zelf.
 Voor particulieren en niet particuliere huurders, pachters, lessees, bruikleners, en bewaarnemers
van de beschadigde zaak: geldt geen regres tenzij er sprake is van opzet of strafrechtelijke
veroordeling etc. (art. 2.)
 Op niet particulieren (niet particuliere huurders dus uitgezonderd !) verhaal bij onzorgvuldig
handelen of nalaten wat ook geldt voor een ieder die verantwoordelijk is voor onzorgvuldig
handelende of nalatige personen
 Aanvankelijke verwarring over het mogelijk loslaten van het onzorgvuldigheidscriterium is
verholpen: dit criterium blijft bestaan.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
21
Is de BBr nu duidelijk ?
 Vordering moet gebaseerd zijn op schuldaansprakelijkheid (art. 6:162 BW – onrechtmatige daad).
Dus de BBr ziet niet op contractuele aansprakelijkheid, maar geldt ook niet bij een aantal vormen
van wettelijke aansprakelijkheid dit op grond van de tijdelijke regeling verhaalsrechten cf art
7:197 BW, zie art. 6:164 BW t/m 6:177 BW, te weten:
 Risico-aansprakelijkheid voor kinderen, dieren, niet–ondergeschikten, gebrekkige zaken en
opstallen, gevaarlijke stoffen, productenaansprakelijkheid en mijnbouw
 Geestelijke of lichamelijke tekortkoming of groepsaansprakelijkheid.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
22
Tijdelijke regeling verhaalsrechten art. 6: 197 BW
 Deze inmiddels niet zo ”Tijdelijke” regeling verhaalsrechten houdt dus een beperking van
verhaalsmogelijkheden - in dit kader- voor verzekeraars in waarbij een aantal vormen van
wettelijke aansprakelijkheid van subrogatie wordt uitgesloten, zie met name art. 6:197 lid 2 BW.
NB 1 : art. 6:170 BW - aansprakelijkheid voor ondergeschikten - staat niet bij de in deze regeling
opgenomen van subrogatie uitgezonderde artikelen. Logisch omdat art 7:962 BW, zie verder, in
principe geen subrogatie op werknemers toestaat.
NB 2: op grond van contractuele aansprakelijkheid kan een schadelijdende partij - uiteraard
binnen de mogelijkheden van het contract - wel zijn schade op zijn contractspartij verhalen.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
23
Voor de fijnproevers
 Art.6:197 BW lid 2:
Rechten uit de artikelen 165,166,169,171,173,174,175,176,177 en 185, alsmede de afdelingen 4
van titel 6,4 van titel 11,1 van titel 14 en 4 van titel 19 van Boek 8 zijn niet vatbaar voor
subrogatie.
Het laatste vanaf “alsmede” betreft bepalingen in Boek 8 betreffen vorderingen met betrekking
tot het vervoer van gevaarlijke stoffen door zee- en binnenvaartschepen, voertuigen en per spoor.
NB:
wel subrogatie bij artikel 6:197 BW,
niet bij artikel 6:171BW.
CRITERIUM: in hoeverre was er “ondergeschiktheid”?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
24
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
25
Open deur
 Geen regres op basis van subrogatie als geen subrogatie kan plaatsvinden.
Zie artikel 7:962 BW .
dus niet op :
verzekeringnemer, medeverzekerden, echtgenoten of geregistreerde partners niet van tafel en
bed gescheiden),
andere levensgezel, bloedverwanten in rechte lijn, werkgever
of werknemer, of collega van een verzekerde, tenzij….
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
26
Wel subrogatie?
 Bij opzettelijk of roekeloos handelen van de “dader” of het verzaken door hem van
bereddingsplicht .
Er wordt dan geredeneerd:
“Stel dat verzekerde zo gehandeld zou hebben: was er dan dekking geweest?”
Zo niet dan wel subrogatie
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
27
Enkele scenario’s binnen het kader van de BBr
1. Verzakkingsschaden in Loppersum als gevolg van gaswinning. Verhaal op NAM?
2. Zakelijke huurder van een naburig pand veroorzaakt branden daardoor ook schade aan het
verzekerde pand:
a) geen onzorgvuldig handelen
b) wel onzorgvuldig handelen.
3. Een inleenkracht van een aannemer veroorzaakt brandschade aan het pand waaraan gewerkt
wordt.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
28
Enkele scenario’s
Antwoorden:
1.
Geen verhaal van verzekeraars op grond van art. 7:197 BW waarin art. 7:177 BW ( mijnbouw
etc.) van subrogatie wordt uitgezonderd
2.
Verhaal op de zakelijke huurder is in deze situatie wel mogelijk bij onzorgvuldig handelen;
immers het gaat niet om de huurder van het beschadigde pand
3.
Art 6:76 BW aansprakelijkheid hulppersonen en art 6:197 BW. Conclusie is dat wel verhaal door
verzekeraars op de hulppersoon mogelijk is, niet op de aannemer die de hulppersoon
inschakelde nu aansprakelijkheid op basis van art. 6: 171 BW in art. 6: 197 BW van subrogatie is
uitgesloten. Wel evt. verhaal door opdrachtgever op aannemer op basis van contract
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
29
Enkele scenario’s
 Werknemer Piet veroorzaakt bij laswerkzaamheden in het bedrijf van zijn baas door
onoplettendheid brand met als gevolg dat de loods en inventaris grotendeels door brand verloren
gaan.
 Verzekeraars van zijn baas willen verhaal nemen op Piet op grond van de BBr.
Kan dit ?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
30
Enkele scenario’s
Antwoord:
 Nee, dat kan niet nu op grond van art. 7:962 lid 3 BW in principe subrogatie niet plaatsvindt.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
31
Enkele scenario’s
 Als particuliere bestuurder rijdt Klaas door een stuurfout de loods van het bedrijf van Piet
binnen en veroorzaakt een forse schade aan loods en inventaris. Kan de opstalverzekeraar van
Piet die een uitgebreide dekking aan Piet biedt de schade verhalen op Klaas ?
 En wat als Klaas de huurder van het beschadigde deel van de loods is en de schade door een
vorkheftruck die Klaas bestuurt wordt toegebracht ?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
32
Enkele scenario’s
Antwoord:
 Ja, verhaal op Klaas (i.c. zijn WAM verzekeraar) is mogelijk
 Nee, niet wat betreft het gehuurde deel van de loods. De vraag is wel hoe ver zich dit uitstrekt.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
33
Enkele scenario’s
 Een afsluiter in pijpleiding tussen Rotterdam en Antwerpen waardoor ethyleen wordt gepompt
barst als gevolg van onvoldoende zorg bij onderhoudswerkzaamheden en veroorzaakt een
steekvlam en ontstaat een grote brand in een opslagloods op een naburig bedrijventerrein.
 De exploitant van de pijpleiding wordt door brandverzekeraars van het daardoor gedupeerd
bedrijf aansprakelijk gesteld op basis van de BBr.
Kan dit?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
34
Enkele scenario’s
Antwoord:
 Op grond van art. 6:197 BW is art. 6:175 BW, in dit geval met name lid 3, van subrogatie
uitgesloten als de vordering wat voor de hand ligt op deze wettelijke aansprakelijkheid is
gebaseerd immers aansprakelijkheid is eenvoudig vast te stellen . Als verhaal op basis
onzorgvuldig handelen dus op basis art 6:162 BW plaats vindt rijst de vraag: was dit personeel
van de pijpleiding exploitant of niet? In het eerste geval valt dan wel veel te verhalen in het
tweede geval vermoedelijk minder.
 Dit art. 6:175 BW heeft o.m. betrekking op het beroeps- of bedrijfsmatig gebruiken/vervoeren van
gevaarlijke stoffen incl. de aansprakelijkheid van pijpleiding exploitanten.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
35
Toelichting bij de BBr “omzeilen brandverzekeraar”
“Als een benadeelde rechtstreeks de aansprakelijke partij of diens aansprakelijkheidsverzekering
aanspreekt voor een schade die op grond van de BBr 2014 voor rekening van een
brandverzekeraar zou zijn gebleven als die schade direct bij de brandverzekeraar zou zijn gemeld
zal de aansprakelijkheidsverzekeraar de benadeelde de schade vergoeden.
De brandverzekeraar vergoedt vervolgens het betaalde aan de aansprakelijkheidsverzekeraar”.
Vraag:
 Wat doet de AVB verzekeraar met het eigen risico onder de AVB polis?
 Wat als de aansprakelijkstelling op basis van contract gebeurt?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
36
Toelichting bij de BBr “omzeilen brandverzekeraar”
Antwoord:
 Antwoord op de eerste vraag lijkt te zijn dat de verzekeraar het eigen risico vervolgens bij zijn
verzekerde in rekening brengt
 Antwoord op de tweede vraag: het moet binnen het uitgangspunt van de BBr nl. wettelijke
aansprakelijkheid op grond van onzorgvuldigheid passen
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
37
Toelichting omzeilen brandverzekeraar
Volgens art. 4 BBr zijn regresclausules niet toegestaan.
Onduidelijk is wat er in de praktijk zou gebeuren als een opstalverzekeraar toch naar
de aansprakelijke partij verwijst in situaties waarin de BBr geen regres zou toestaan.
Ook de benadeelde kan er voor kiezen niet zijn opstalpolis maar de aansprakelijke
partij en dus diens AVB verzekeraars aan te spreken. In dat geval geldt wat in de
toelichting staat onder “omzeilen brandverzekeraar”.
Dit biedt hem wellicht soms (nl afhankelijk van wat er te verhalen valt) wat meer
zekerheid als onduidelijk is of op grond van de BBr de schade voor rekening van de
opstalverzekeraar zou moeten blijven.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
38
Redactie duidelijk? Art. 7.2 BBr
 Hierin staan definities van wat onder een brandverzekering verstaan moet worden.
 Opmerkelijk is de vermelding overstromingsverzekering.
 Kennelijk is vergeten dit na het niet toestaan door de ACM van de door het Verbond voorgenomen
overstromingspool te schrappen.
 Nog opmerkelijker is het vermelden van stormschades in de lijst Q & A’s van het Verbond bij de
vraag om welk types schades het gaat.
Verhaal op wie na stormschade?
 Zie het volgende antwoord.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
39
Verhaal stormschades op…..
Aeolus !!!
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
40
5. GEVOLGEN VOOR DE
GROOT-ZAKELIJKE
MARKT, HET MKB, HET
INTERMEDIAIR EN
ANDERE PARTIJEN
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
41
Gevolgen BBr 2014 voor stakeholders
 Het inschatten van de maximale schadekans voor bedrijven die geconfronteerd worden met de
BBr 2014 is in veel gevallen zeer moeilijk.
 Met name geldt dit voor bedrijven die voor veel uiteenlopende opdrachtgevers werkzaamheden
verrichten.
 De groot-zakelijke markt beschikt vaak al over dekkingen van meer dan Euro 10 mio maar ook dit
kan in de praktijk onvoldoende blijken.
 Met name het MKB zal een grote onzekerheid kunnen ervaren over het economisch verantwoord
afdekken van de risico’s.
 Een adequate verzekerde som, als die al mogelijk is, kan meer dan de gehele winst van een MKB
bedrijf opsouperen.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
42
Gevolgen BBr 2014 (vervolg)
 Niet uit te sluiten is dat banken vanuit interne risico management voorschriften nog minder
bereid tot financiering zullen zijn uit angst voor onvoldoende AVB dekking bij hun clienten en dus
voor hen verhoogd risico.
 Het intermediair staat ook voor een soms vrijwel onmogelijke taak om goede adviezen mbt te
verzekeren bedragen te geven.
 De zorgplicht van het intermediair wordt in ieder geval zwaarder en daarmee ook de
beroepsaansprakelijkheids-exposure.
 De veronderstelde matiging van claims door rechters is geen op voorhand vaststaand feit. Art.
6:109 BW: de rechter kan matigen indien een volledige schadevergoeding tot onaanvaardbare
gevolgen zou leiden. “Kan is niet zal”.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
43
Gevolgen BBr 2014 (vervolg)
Conclusie:
 Veel onzekerheid voor vrijwel alle betrokkenen die bij een geleidelijke aanpassing naar bv Euro
2,5 mio of Euro 5 mio als limiet voor regres voorkomen had kunnen worden.
 Opmerkelijk is dat de politiek hier niet op ingesprongen is. Invloed van het Verbond op
VNO/NCW?
 Is de belangrijkste reden voor de aanpassing BBr een gewenste verhoging van premie? Voor een
aantal verzekeraars is dat evenwel vestzak-broekzak.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
44
Nog even een korte samenvatting BBr 2014
1. Geen regres op particulieren behalve bij opzet, veroordeling wegens misdrijf en
aanrijding/aanvaringsschade.
2. Geen regres op zakelijke huurders van de beschadigde opstal etc.
3. Vereist: onzorgvuldig handelen waaronder een ieder die verantwoordelijk is voor onzorgvuldig
handelende personen
maar
4. Geen regres op aannemers voor hun inleen/inhuurkrachten of onderaannemers dat wil zeggen
niet ondergeschikten, die in hun opdracht werkzaamheden verrichten, art. 6:171 BW
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
45
Vervolg
En voorts:
 Verhaal is soms wel mogelijk op basis van de contractuele aansprakelijkheid van bijvoorbeeld
de (hoofd)aannemer, maar niet uit hoofde van zijn wettelijke aansprakelijkheid van art. 6:171 BW
 Geen regres op grond van art. 7:962 BW, zoals jegens medeverzekerden en eigen werknemers
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
46
Gevolgen BBr - zijn er de winnaars?
 Advocaten ?
 Experts ?
 Verzekeraars ?
 Toch ook het intermediair ?
 Sommige verzekerden ?
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
47
En dan……
de grote publiekscampagne van het Verbond:
IN EEN WERELD
ZONDER VERZEKERINGEN...
FIJN DAT WE VERZEKERD ZIJN.
maar goed verzekerd ???
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
48
6.
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
HOE OP TE VANGEN?
24 februari 2014
49
Opvangmogelijkheden
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
50
Opvangmogelijkheden
 Gebruik van algemene voorwaarden waarin aansprakelijkheidsbeperking is opgenomen
 Dit werkt niet altijd: Wanneer bijvoorbeeld niet?
 Opnemen vrijwaringsclausules in het desbetreffende contract
 Zal dit altijd lukken?
 Afstand van verhaal in de opstalpolis
 Waarom zal dit maar beperkt soelaas bieden?
 Medeverzekering onder de opstalpolis (Art. 7:962 BW)
(zie vorig punt)
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
51
Opvangmogelijkheden
 Preventie info vanuit het Verbond van Verzekeraars:
 zie www.checklistbrand.nl
 en preventietips voor Bedrijfsaansprakelijkheid (AVB)
 https://www.verzekeraars.nl/verzekeringsbranche/publicaties/Publicaties/Preventietips%2
0Bedrijfsaansprakelijkheid%20(mei%202013).pdf
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
52
Voorzichtige conclusies
 Nu verzekeraars in heel veel gevallen de gedekte AVB limiet willen verhogen tot € 2.500.000,-zal de rechter dat hopelijk in veel gevallen als richtlijn voor een toe te passen matigingsrecht met
name voor het MKB hanteren
 Het afdekken van hogere bedragen zal in veel gevallen tot een voor het MKB onredelijke
premieverhoging leiden als verzekeraars dat al zouden aanbieden
 Verzekeraars kunnen wellicht ook medeverantwoordelijk gehouden worden indien de dekking
onvoldoende blijkt
 De BBr 2014 brengt een extra adviesplicht voor het intermediair mee, wat ook extra kansen biedt
 Dit advies kan het beste in een persoonlijk gesprek met de klant plaatsvinden
 TENSLOTTE: DEZE PRESENTATIE GEEFT SLECHTS EEN OPINIE WEER WAAR GEEN RECHTEN
AAN KUNNEN WORDEN ONTLEEND
Soeteman Risk and Insurance Conultancy
24 februari 2014
53