CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg III FACULTEIT GEZONDHEIDSZORG vastgesteld door de faculteitsdirectie op 10 februari 2014 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 10 juni 2014 Deze versie treedt in werking op 1 september 2014 en vervangt alle voorgaande versies. A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 23 Studieadvies in de propedeutische fase Bepaalde opleidingen kennen geoormerkte cursussen die moeten zijn behaald om voor een positief studieadvies in aanmerking te komen. Indien van toepassing staat dit bij de betreffende opleiding onder sub C vermeld. Dit geoormerkte vereiste wordt verantwoord in de studiegids. Voor het afgeven van een positief studieadvies kan per opleiding van de Faculteit Gezondheidszorg ten hoogste één geoormerkte vereiste worden gesteld. Artikel 32 Inschrijving voor cursussen De student is zelf verantwoordelijk voor de inschrijving en dient zich zelf daarvoor in te schrijven, tenzij voor de betreffende cursus in de studiegids staat vermeld dat de student automatisch door de opleiding wordt ingeschreven. In de propedeuse wordt de student automatisch ingeschreven voor de cursussen van het eerste onderwijsblok. Artikel 33 Inschrijving voor tentamens 2A In de studiegids wordt bepaald onder welke voorwaarden uitschrijving en eventueel ook na-inschrijving mogelijk is. Artikel 34 Tentamenkansen 2A In de studiegids is geregeld of, en zo ja hoe, hoe vaak en wanneer en voor welke (onderdelen van) cursussen, inschrijving voor tentamens kan plaatsvinden. Binnen de faculteit Gezondheidszorg kan de student zich in hetzelfde studiejaar voor dezelfde cursus ten hoogste voor twee tentamenmogelijkheden inschrijven. 3A De examencommissie kan beslissen dat een voldoende herkanst kan worden. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen Artikel 40 Vrijstellingen In alle gevallen dienen verzoeken om vrijstellingen, voorzien van bewijsstukken, te worden ingediend via de site van de examencommissie https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fg/examencommissieFG/default.aspx Artikel 42 Getuigschriften De procedurevoorschriften voor het verkrijgen van een getuigschrift worden beschreven in de studiegids van de opleiding Artikel 44 Vermelding cum laude of met genoegen Bij de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling ‘voldaan/niet voldaan’ wordt buiten beschouwing gelaten. b. Als omrekeningstabel geldt: ∙ Voldoende =6 ∙ Ruim voldoende =7 ∙ Goed =8 ∙ Zeer goed =9 ∙ Uitmuntend = 10 c. Binnen de opleidingen Farmakunde, Huidtherapie, Management in de Zorg Mondzorgkunde, Oefentherapie Cesar, Opleiding tot Fysiotherapeut, Opleiding tot Verpleegkundige en de Opleiding voor Logopedie is vóór 1 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg d. 1 september 2011 niet gedifferentieerd tussen voldoende en ruim voldoende. In dat geval geldt voor de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44: V = 6.5 Binnen de opleidingen Farmakunde, Huidtherapie, Management in de Zorg, Mondzorgkunde, Oefentherapie Cesar, Opleiding tot Fysiotherapeut, Opleiding tot Verpleegkundige en de Opleiding voor Logopedie is vóór 1 september 2011 niet gedifferentieerd tussen goed en zeer goed. In dat geval geldt voor de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44:G = 8.5 2 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg B. Nadere facultaire Regelgeving: De Faculteit Gezondheidszorg kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen: 1. 2. 3. 4. 5. Huisregels FG Reglement Examencommissies HU Reglement Opleidingscommissies Reglement Fraude en Onregelmatigheden Protocol Bedreiging, Agressie en Geweld 3 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg C. Opleidingen van de Faculteit Gezondheidszorg De Faculteit Gezondheidszorg kent de volgende door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bekostigde bacheloropleidingen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 B Farmakunde B Huidtherapie B Management in de Zorg B Medische Hulpverlening B Mondzorgkunde B Oefentherapie Cesar B Opleiding tot Fysiotherapeut B Opleiding tot Verpleegkundige B Opleiding voor Logopedie B Optometrie B Orthoptie 4 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 1. 1.1 Farmakunde De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Farmakunde Engelse naam: B Pharmaceutical Business Administration CROHO-nummer: 34090 Aangeboden te: Utrecht Loting: niet van toepassing Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd en deeltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BFK Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: TopClass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Farmakunde zijn studenten in staat om: Competentie 1. Farmacologie in het farmaceutisch werkveld als gesprekspartner van professionals en cliënten te functioneren op basis van een brede kennis van geneesmiddelengroepen. Competentie 2. Gezondheidsvoorlichting gezondheidsvoorlichting te analyseren, te ontwikkelen, te implementeren en te evalueren voor verschillende doelgroepen. Competentie 3. Kwaliteitsmanagement kwaliteit in het farmaceutisch werkveld te analyseren, te ontwikkelen, te implementeren, te evalueren en te verbeteren. Competentie 4. Bedrijfsvoering bedrijfsprocessen en onderdelen van bedrijfsprocessen in een organisatie in het farmaceutisch werkveld te analyseren, te ontwikkelen, te implementeren, te evalueren en te verbeteren. Competentie 5. Praktijkgericht onderzoek een bijdrage te leveren aan praktijkgericht onderzoek in het farmaceutische werkveld. Competentie 6. Projectmanagement effectief projectmatig te werken. Competentie 7. Communiceren effectief mondeling en schriftelijk te communiceren. Competentie 8. Professioneel handelen en samenwerken te reflecteren op het beroepsmatig handelen en professioneel samen te werken. Algemene inrichting: 1.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Farmakunde kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 1.3 Vooropleidingseisen Voor de voltijdsvariant van deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar 5 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 1.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 1.5 Bindend studieadvies 1.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 1.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 1.6 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: Vooropleidingseisen: een aanstelling in de (farmaceutische) zorg- en dienstverlening (minimaal 2 dagen per week) gedurende de studie, en binnen deze aanstelling minimaal 2 jaar recente en relevante werkervaring (3 dagen per week of meer) na het behalen van een diploma op minimaal mbo-niveau 4. Bij het deeltijdprogramma zijn de contacturen zoveel mogelijk gepland op één dag per week. Het curriculum kent een andere opbouw en andere cursussen dan de voltijdopleiding. zie voor toelichting de studiegids.. 6 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 2. Huidtherapie 2.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Huidtherapie Engelse naam: B Skin Therapy CROHO-nummer: 34091 Aangeboden te: Utrecht Loting: ja Decentrale selectie: 100% Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BHT Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Farmakunde zijn studenten in staat om: Competentie 1: Aanbieden van preventieactiviteiten secundaire en tertiaire preventie toe te passen om de risico's voor de gezondheid en complicaties van onderzoek of behandeling te verminderen Competentie 2.1: Verlenen van zorg om op basis van een hulpvraag van een cliënt op professioneel verantwoorde wijze huidtherapeutische zorg te leveren. Competentie 2.2: Geven van begeleiding Op basis van een hulpvraag van de client op professioneel verantwoorde wijze huidtherapeutische begeleiding te bieden. doelgroepen van huidtherapie zoals patiëntenverenigingen en medewerkers in de gezondheidszorg op een professioneel verantwoorde wijze voorlichting en advies te geven. Competentie 3: Coördineren van activiteiten rondom de cliënt(en)/patiënt(en). huidtherapeutische preventieactiviteiten, zorg en begeleiding te coördineren rondom cliënten en doelgroepen. Competentie 4: Beleid ontwikkelen en uitvoeren een actieve bijdrage te leveren aan beleidsontwikkelingen en –uitvoering om de continuïteit van de praktijk, onderneming, afdeling of dienst te waarborgen. Competentie 5: Beheren van de praktijk, onderneming, afdeling of dienst op een professioneel verantwoorde wijze een praktijk, onderneming, afdeling of dienst te beheren. Competentie 6: Begeleiden van collega’s, teamleden en stagiaires collega’s, teamleden en stagiaires te coachen en begeleiden zodat de (huidtherapeutische) taken binnen de organisatie op de juiste wijze worden uitgevoerd Competentie 7: Ontwikkelen van beroepscompetenties een actieve rol in het bevorderen van het beroeps- beeld, de beroepscompetenties van zichzelf en de beroepsgroep te vervullen om de kwaliteit van het beroep huidtherapie op het vereiste peil te houden. Competentie 8: Initiëren van programma’s als huidtherapeut nieuwe programma’s te initiëren waardoor huidtherapeutische preventie, zorg en begeleiding aan blijft sluiten bij actuele maatschappelijke vragen. Competentie 9: Ontwikkelen van methoden, technieken en richtlijnen een actieve bijdrage aan het ontwikkelen van methoden, technieken en richtlijnen, waardoor huidtherapeutische preventie, zorg en begeleiding optimaal aan blijft sluiten op de actuele maatschappelijke vragen. 7 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 2.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Huidtherapie kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 2.3 Vooropleidingseisen: Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 2.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding Huidtherapie kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 2.5 Bindend studieadvies 2.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 2.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 8 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 3. Management in de Zorg 3.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Management in de Zorg Engelse naam: B Health Care Management CROHO-nummer: 34538 Aangeboden te: Amersfoort Loting: niet van toepassing Varianten: voltijd en deeltijd Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BMZ Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Management in de Zorg zijn studenten in staat om: 1. een klantgericht dienstenaanbod te creëren en te zorgen voor de (kwaliteit)borging hiervan: het beleidscyclisch afstemmen van het dienstenaanbod op de vraag van klanten het voorbereiden, uitvoeren, evalueren en verbeteren van interventies, gericht op groepen cliënten dan wel organisaties een jaar(activiteiten)plan maken voor de werkeenheid de kwaliteitsbewaking van de dienstverlening uitvoeren. 2. zorg te dragen voor een kwantitatief en kwalitatief adequate inzet van mensen en middelen, afgestemd op het dienstenaanbod:. het plannen en organiseren van inzet van personeel en middelen ICT aanwenden voor verbetering van de zorg- en dienstverlening. 3. kwaliteiten van medewerkers optimaal te benutten en een adequate taakvervulling en een goede werkomgeving te stimuleren: het bevorderen van de taakvervulling. 4. de ontwikkeling en uitvoering van innovatief en strategisch beleid van de organisatie actief te ondersteunen en te vertalen naar de eigen werkeenheid: innovatief beleid ontwikkelen voor de werkeenheid of organisatie, passend binnen het strategisch beleid van de organisatie. 5. veranderingsprocessen te initiëren, te faciliteren, te implementeren en te sturen. 6. medewerkers aan te sporen tot een individuele bijdrage aan verandering: individuele medewerkers stimuleren tot verandering en voorwaarden scheppen voor een lerende organisatie. 7. een actieve bijdrage te leveren aan het proces van leren en ontwikkelen binnen de organisatie, afgestemd op de omgeving: het ontwikkelen, implementeren en evalueren van het opleidingsbeleid (als onderdeel van het Human Resource Management(HRM)beleid) van de eigen werkeenheid, afgestemd op het strategisch beleid van de organisatie het bevorderen van gezond gedrag 8. de samenwerking en ontwikkeling van samenwerkingsverbanden te bevorderen. 9. de persoonlijke ontwikkeling van individuele medewerkers te faciliteren en te ondersteunen: het coachen van medewerkers 10. zich richting persoonlijk leiderschap te ontwikkelen en vanuit een eigen visie een bijdrage te leveren aan de professionalisering van management in de zorg de eigen persoonlijkheid als instrument te hanteren de persoonlijke effectiviteit op peil houden 9 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 3.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Management in de Zorg kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28).In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 3.3 Vooropleidingseisen Voor de voltijdsvariant van deze opleiding gelden, naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 3.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische geen afstudeerrichtingen: 3.5 Bindend studieadvies 3.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 3.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 3.6 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: 3.6.1 toelatingseisen: Naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling gelden als aanvullende eis om toegelaten te worden tot de opleiding: een positieve beoordeling op het zgn. ‘geschiktheidonderzoek’ naar kennis en vaardigheden op het gebied van de gezondheidszorg (aanvullende ingangseis, toegestaan volgens de WHW art. 7.26). In de studiegids wordt het geschiktheidonderzoek nader beschreven. een aanstelling bij een instelling voor de gezondheidszorg voor ten minste 50% waarbij gedurende de duur van de opleiding beroepstaken van een middenmanager kunnen worden uitgevoerd. 3.6.2 Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden op 2 contactdagen per 3 à 4 weken. 3.6.3 De omvang van het profileringsonderwijs bedraagt 15 EC. 3.6.4 Een deel van de studiepunten wordt behaald met opdrachten die worden uitgevoerd op de werkplek. 3.6.5 De didactische werkvormen zijn aangepast aan het profiel van de doelgroep zie voor toelichting de studiegids. 10 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 4. Medische Hulpverlening 4.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Medische Hulpverlening Engelse naam: B Allied Medical Care CROHO-nummer: 30023 Aangeboden te: Utrecht Varianten: voltijd, duaal Loting: ja (voltijd) Decentrale selectie: 100% (voltijd) Afstudeerrichting(en): Voltijd: Ambulancezorg Anesthesie Spoedeisende Hulp Duaal: Anesthesie Graad: Afkorting graad: Studielast: 90 EC 90 EC 90 EC 90 EC Bachelor of Health BMH totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) topclass Excellentieprogramma: Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding zijn studenten in staat om: diagnostisch te onderzoeken: uitvoeren van diagnostisch onderzoek /assisteren van een medisch specialist (o.a. anamnese, metingen lichaamsfuncties, bepalen mentaal toestandsbeeld). het beoordelen van de kwaliteit van onderzoeksgegevens. interpreteren van onderzoeksgegevens voor werkdiagnose en om hulpvraag te bepalen. bepalen van urgentie en prioriteit van de hulpvraag van een patiënt; indiceren van het vervolgtraject (ziekenhuiszorg, ambulancezorg, huisartsenzorg, GGZ). de gezondheidstoestand van de patiënt te bewaken: bewaken van de algehele toestand van een patiënt /assisteren van een medische specialist (o.a. vitale functies). signaleren van symptomen die wijzen op verandering in de toestand van een patiënt; hierop vereiste actie ondernemen. op basis van landelijke protocollen therapeutisch te handelen (zelfstandig/assisterend): bij levensbedreigende problemen. diverse therapeutische behandelingen (inclusief operaties). medicatie toedienen (volgens landelijke protocollen). ondersteunen en begeleiden van een patiënt. mondeling en schriftelijk verslag doen over hulpverlening. te communiceren met patiënten en hun omgeving een professionele samenwerkingsrelatie met patiënt en diens omgeving aangaan, onderhouden en afronden; daarbinnen effectief communiceren. informeren en begeleiden van patiënten en hun omgeving over de te verlenen zorg. met collega’s en andere zorgverleners samen te werken schriftelijk en mondeling collegiaal overleg over hulpverlening aan een patiënt. in het kader van vraaggerichte (integrale- en/of keten-)zorg met andere medische hulpverleners effectieve en efficiënte zorg waarborgen. in het kader van grootschalige incidenten samenwerken in GHOR-verband. de hulpverlening aan patiënten te plannen en coördineren coördineren van patiëntenzorg door collega’s binnen en/of buiten eigen afdeling. informatietechnologie gebruiken voor optimale patiëntenzorg 11 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg te werken aan kwaliteit van werkorganisaties bijdragen aan kwaliteit(-szorg) van werkorganisatie en arbeidsomstandigheden. effectieve en efficiënte praktijk- en bedrijfsvoering te realiseren beheren patiëntenadministratie en apparatuur. eenvoudige managementtaken uitvoeren. te handelen volgens relevante wettelijke bepalingen handelen in overeenstemming met geldende wetgeving voor medisch hulpverlener. belangen van patiënten behartigen professioneel communiceren over zorgbeleid met binnen en buiten organisatie, inclusief zorgverzekeraars en overheid. kostenbewust te handelen aan collega’s en management verantwoording afleggen over effectiviteit en efficiency van eigen professioneel handelen. bij te dragen aan verbetering van de beroepspraktijk bijdragen aan kwaliteit(-szorg) van medische hulp- en dienstverlening. systematisch gegevens uit beroepspraktijk verzamelen, analyseren; uitkomsten vertalen naar de beroepspraktijk. (nieuwe) wetenschappelijke inzichten vertalen naar beroepspraktijk en eigen handelen (EBP). bijdragen aan intercollegiale kwaliteitszorg (bijv. kwaliteitskringen, journal clubs). aan beroepsgenoten verantwoording afleggen over eigen professioneel handelen. voorlichting en onderwijs aan beroepsgenoten en andere zorgverleners te geven voorlichting (schriftelijk en mondeling) geven over beroep, taken en rollen van medisch hulpverlener. onderwijsactiviteiten uitvoeren (bv. klinische les) voor aankomende en/of zittende beroepsgenoten. (junior) collega’s begeleiden in het kader van praktijkleren en adequaat functioneren in de organisatie. zichzelf te ontwikkelen in het beroep reflecteren op eigen beroepsmatig handelen, houding en motivatie en verdere ontwikkelstappen uitzetten. eigen beroepsontwikkeling in kaart brengen (eigen leervragen definiëren), verder uitstippelen en ter hand nemen. eigen professionaliteit voortdurend ontwikkelen o.b.v. nieuwe situaties in samenleving en het medische domein. 4.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Medische Hulpverlening kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 4.3 Vooropleidingseisen: 4.3.1 Voor de opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar. 4.3.2 Voor de duale variant geldt dat de student voor de duur van de opleiding dient te beschikken over een aanstelling als CZO-gediplomeerde Anesthesiemedewerker, waarbinnen de student minimaal 24 uur per week in een zorginstelling als volwaardig, betaald medewerker werkt en één dag per week onderwijs volgt. De werkgever geeft toestemming voor het realiseren van een leeromgeving waarbij beroepscompetenties op niveau 5 (bachelor niveau) behaald kunnen worden. een onderwijsarbeidsovereenkomst, ondertekend door Hogeschool Utrecht, de werkgever en de kandidaat-student De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 12 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 4.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase de volgende afstudeerrichtingen: Voltijd: Ambulancezorg Anesthesie Spoedeisende Hulp Duaal: Anesthesie Deze afstudeerrichtingen kennen geen toegangsbeperking. 4.5 Bindend studieadvies 4.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt een geoormerkte vereiste gesteld, welke bestaat uit de Jaarvoortgangstoets jaar 1 (Osiriscode GMH-1.VGT-12). 4.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en duaal) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 4.6 Toegangsbeperking hoofdfase voltijdsvariant in verband met een beperkte opleidingscapaciteit is inschrijving in de hoofdfase niet mogelijk voor hen die niet reeds in het voorafgaande studiejaar bij de faculteit zijn ingeschreven geweest voor de opleiding en voor hen die eerder aan de opleiding waren ingeschreven, maar deze onderbroken hebben. (WHW art 7.54). 13 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 5. Mondzorgkunde 5.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Mondzorgkunde Engelse naam: B Dental Hygiene CROHO-nummer: 34576 Aangeboden te: Utrecht Loting: ja Decentrale selectie: 100% Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BMZK Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Mondzorgkunde zijn studenten in staat om: Competentie 1: Onderzoek uitvoeren en diagnosticeren bij iedere willekeurige patiënt een volledig (mond)onderzoek uit te voeren, de gegevens uit het onderzoek te interpreteren, een diagnose op te stellen en de juiste vervolgstappen te nemen en te verantwoorden. Competentie 2: Zorgplan opstellen op basis van een uitgevoerd mondonderzoek bij een willekeurige patiënt een zorgplan op te stellen en de inhoud te verantwoorden aan de patiënt/medestudent/docent/ stagebegeleider. Competentie 3:Preventief handelen voor een willekeurige patiënt een analyse te maken van factoren die de mondgezondheid positief en negatief beïnvloeden. De student kan de analyse aan de patiënt verhelderen en informatie en instructie logisch op elkaar afstemmen om vastgestelde doelen te behalen. Competentie 4: Behandeling uitvoeren met behulp van een richtinggevend protocol bij een willekeurige patiënt een behandeling uit te voeren en het handelen kan aanpassen, verantwoorden en evalueren. Competentie 5: Bedrijfsvoering in een praktijk (kliniek) de logistieke processen aan te sturen die nodig zijn voor het behandelen van patiënten en het draaiende houden van de praktijk. Competentie 6: Toegepast onderzoek uitvoeren en innoveren een relevant praktijkvraagstuk, van complexiteit en beperkte impact, met mogelijk disciplineoverstijgende elementen (in groepsverband) en onder begeleiding op een doelgerichte en systematische wijze te bewerken en beschrijven volgens daartoe geldende eisen. Het resultaat van het oplossingsproces is herkenbaar en bruikbaar voor de beroepspraktijk en heeft minimaal een beperkt innovatief gehalte. 5.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Mondzorgkunde kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 5.3 Vooropleidingseisen: Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar. 14 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 5.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 5.5 Bindend studieadvies 5.5.1 De norm voor een bindend studieadvies is voor deze opleiding 45 EC. Het bindend studieadvies wordt uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving afgegeven. 5.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 15 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 6. Oefentherapie Cesar 6.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Oefentherapie Cesar Engelse naam: B Cesar Kinetics Therapy CROHO-nummer: 34571 Aangeboden te: Utrecht Loting: ja Decentrale selectie: 100% Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BOC Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Oefentherapie Cesar zijn studenten in staat om: Competentiegebied Zorg – en dienstverlening op basis van een hulpvraag, op methodische wijze, de (dreigende) gezondheidsproblemen in kaart te brengen en deze te relateren aan het bewegend functioneren. Afhankelijk van de resultaten van een eerste screening, bevindingen in oefentherapeutisch onderzoek en in samenspraak met de cliënt besluiten te nemen over de in te stellen behandeling, dan wel advisering c.q. verwijzing. (screenen, analyseren, diagnosticeren, plannen) op methodische wijze en in samenwerking met de patiënt/cliënt, het behandelplan en –programma, gebaseerd op beschikbare evidentie, op te stellen, uit te voeren en hiervan de verslaglegging te verzorgen. In de loop van de behandeling de effecten van de interventies op het bewegend functioneren en de gezondheidstoestand van de patiënt/cliënt te evalueren en zo nodig bij te stellen. (behandelen / zorginterventies uitvoeren) een vastgesteld aantal, en door de zorgverzekeraar bekostigde serie behandelingen voor te bereiden, uit te voeren, te evalueren en zo nodig bij te stellen bij een groep patiënten/cliënten met een vergelijkbaar gezondheidsprobleem. (organiseren en uitvoeren van behandelingen van patiëntgroepen) vanuit het perspectief van de bewegende mens gedragsverandering en advies op het gebied van leefstijl centraal te stellen gebruik makend van hulpmiddelen en mogelijkheden in de gezondheidszorg. Voorkomen dat gezondheidsproblemen ontstaan, door één of meer schakels in het causale netwerk weg te nemen (primaire preventie). Preventieve maatregelen te nemen in de arbeids en/ of leefsituatie om te voorkomen dat verzuim optreedt (secundaire preventie) (preventief handelen) een bijdrage te leveren aan de integrale aanpak van zorg en preventie in verschillende organisatorische contexten. Goede en zo nodig nieuwe zorgprogramma’s / zorgorganisaties te ontwikkelen en te implementeren. (professioneel samenwerken) het eigen houdings -en bewegingsgedrag centraal te stellen in het kader van de voorbeeldfunctie van de oefentherapeut. De patiënt/cliënt uit het oogpunt van gewenste gedragsverandering in houding- en beweging binnen dagelijkse handelingen te motiveren en motorisch vaardig te zijn indien het voordoen van een houding, beweging, of oefening past in de gekozen leerstrategie. (voorbeeld geven in motorische vaardigheden) Competentiegebied Werken in en vanuit de organisatie - een bijdrage te leveren aan het ontwikkelen en uitvoeren van beleid en beheer van de organisatie ter bevordering van effectieve en efficiënte zorg en dienstverlening. (Praktijkvoeren/ ondernemen) 16 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg - de kwaliteit van de zorg (klinisch en organisatorisch)systematisch te bewaken en te waarborgen. (bijdragen aan kwaliteitszorg ) stagiaires en collega paramedici in de beroepsontwikkeling professioneel te begeleiden en ondersteunen. (begeleiden van juniorcollega’s en/of stagiaires) Competentiegebied Professionalisering - kritisch, vanuit de beschikbare evidentie het eigen beroepsmatig handelen te analyseren en hierop te reflecteren. Het behoud en verbetering van de kwaliteit van het eigen beroepsmatig handelen alsmede het beroepsmatig handelen binnen de eigen organisatie verder te ontwikkelen.(Ontwikkelen van het eigen beroep) bij te dragen aan beroepsinnovatie en de wetenschappelijke ontwikkeling van het beroep. (Onderzoeken en innoveren) 6.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Oefentherapie Cesar kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 6.3 Vooropleidingseisen: Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 6.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 6.5 Bindend studieadvies 6.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 6.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 17 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 7. Opleiding tot Fysiotherapeut 7.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Opleiding tot Fysiotherapeut Engelse naam: B Physiotherapy CROHO-nummer: 34570 Aangeboden te: Utrecht Loting: ja Decentrale selectie: 50% Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BFT Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding tot Fysiotherapeut is de student in staat om als hulpverlener te screenen, te diagnosticeren en te plannen De fysiotherapeut brengt op basis van een hulpvraag, op methodische wijze, de (dreigende) gezondheidsproblemen in kaart en relateert deze aan het bewegen en bewegend participeren. Afhankelijk van de resultaten van een eerste screening en de bevindingen in fysiotherapeutisch onderzoek neemt de fysiotherapeut in samenspraak met de cliënt, besluiten over de in te stellen behandeling, dan wel advisering c.q. verwijzing als hulpverlener therapeutisch te handelen De fysiotherapeut voert, op methodische wijze en in samenwerking met de cliënt, het behandelplan uit. Hij evalueert periodiek de effecten van interventies op het bewegend functioneren en de gezondheidstoestand van de cliënt en stelt het plan zonodig bij om tot optimale resultaten te komen. als hulpverlener preventief te handelen De fysiotherapeut geeft voorlichting en advies over gezondheidsbevorderend gedrag en maatregelen gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen. Hij verzorgt vormen van training en coaching, individueel en groepsgewijs, gericht op gezondheidsbevorderend gedrag in het dagelijks leven, werk en vrijetijdsbesteding. als hulpverlener professioneel samen te werken De fysiotherapeut kan samenwerken met andere fysiotherapeuten en derden in het kader van de zorgverlening aan de patiënt als beroepsontwikkelaar te professionaliseren De fysiotherapeut levert een bijdrage aan de verbetering en borging van de kwaliteit van het eigen beroepsmatige handelen. Hij levert een bijdrage aan het onderbouwen, verbeteren en vernieuwen van (het management van) de zorg-en dienstverlening in de beroepspraktijk. Daarnaast levert hij een bijdrage aan de continuering en profilering van de fysiotherapeutische zorg als beroepsontwikkelaar te onderzoeken en innoveren De fysiotherapeut draagt bij aan de inhoudelijke ontwikkeling en maatschappelijke legitimering van het beroep, Hij baseert zich daarbij op wetenschappelijke evidenties en ‘best practice’ op het gebied van (effectiviteit van) interventies, methodiek en werkwijzen. De fysiotherapeut reflecteert kritisch op de waarde van verschillende kennisbronnen, evalueert de resultaten van wetenschappelijk onderzoek, beoordeelt de bruikbaarheid van deze resultaten voor de beroepspraktijk en vertaalt deze resultaten naar de beroepspraktijk in en vanuit de organisatie kwaliteitszorg te leveren en te innoveren. De fysiotherapeut werkt conform een kwaliteitssysteem waarbij eigen werk effectief en efficiënt georganiseerd wordt en bijgedragen wordt aan de praktijkvoering en optimalisatie van werkprocessen met het oog op handhaving c.q. verbetering van het functioneren van de organisatie. 18 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg in en vanuit de organisatie bij te dragen aan praktijkvoering De fysiotherapeut draagt -op basis van een analyse- bij aan ontwikkeling en uitvoering van keuzen op strategisch niveau ten aanzien van de vraag naar en het aanbod aan fysiotherapeutische hulp- en dienstverlening, met als doel de positie van de eigen organisatie in de omgeving c.q. de kwaliteit van het aanbod te verbeteren 7.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de Opleiding tot Fysiotherapeut kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 7.3 Vooropleidingseisen: Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 7.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 7.5 Bindend studieadvies 7.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld: 7.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 19 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 8. Opleiding tot Verpleegkundige 8.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Opleiding tot verpleegkundige Engelse naam: B Nursing CROHO-nummer: 34560 Aangeboden te: Utrecht Loting: ja (voltijd en deeltijd) nee (duaal) Decentrale selectie: voltijd 100% en deeltijd 100% Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd, duaal en deeltijd Graad: Bachelor of Nursing Afkorting graad: BVK Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass 1 Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding tot Verpleegkundige zijn studenten in staat tot : Zorgverlener Verlichten van de last van ziekte, handicap of sterven door zelfstandig verlenen van verpleegkundige (complexe) zorg, op professioneel verantwoorde wijze. Probleemgericht werken, methodisch uitvoeren en evalueren van de zorg op basis van analyse van zorgbehoefte. Creatief en reflectief denken en handelen. Gebruik van informatietechnologie, verslaglegging, informatieoverdracht patiëntengegevens en inrichting patiëntendossiers. Integreren en transfer van kennis op gebied van gezondheidsleer, verpleegkunde zoals onderzoek, behandeling en van specifieke zorgcategorieën (intensief klinische zorgvragers, kraam-, kind- en jeugdzorg, psychiatrische zorgvragers, lichamelijk of/en verstandelijk beperkten, chronisch zieken en geriatrische patiënten, patiënten in thuissituaties). Toepassing algemene beginselen van sociologie, psychologie en geneeskundige kennis (anatomie, fysiologie, pathologie, microbiologie, voedingsleer, farmacologie en psychiatrie). Integreren en toepassen van wetenschappelijke kennis (evidence based practice) , best practice, klinische expertise in het zorgverleningproces. Verantwoorden van keuzes in en effecten van technisch en moreel handelen op de kwaliteit van het leven van de zorgvrager. Toepassing beroepsethiek en gezondheidsrecht. Empathisch vermogen en sociaalcommunicatieve bekwaamheid in relatie met zorgvragers en familie. Voorkomen, verminderen van risico’s voor gezondheid en complicaties van onderzoek, behandeling door toepassing van primaire, secundaire en tertiaire preventie. Bevorderen van gezonde leefstijl bij patiënten, familieleden en groepen op basis van programmatische aanpak, geven van informatie, gezondheidsvoorlichting en advies. Regisseur Coördinatie en continuïteit van zorg, als een integraal proces, gericht op het verbeteren van het welzijn van de zorgvrager. Mono- en multidisciplinaire samenwerking en integratie met andere beroepsbeoefenaren over de grenzen van de eigen instelling heen. Belangenbehartiger voor de patiënt. Realiseren, coördineren en integreren van ontwikkelde preventieve en voorlichtingsactiviteiten in een preventie- of voorlichtingsprogramma of zorgprotocol in multidisciplinair verband. Ontwerper Meewerken aan de ontwikkeling en vaststelling van nieuwe zorgprogramma’s om de verpleegkundige deskundigheid te waarborgen in een integrale aanpak van zorg, behandeling en voorlichting. Leveren van bijdrage aan het tot stand komen van verpleegbeleid om de zorgverlening op de afdeling zo efficiënt, effectief en goed mogelijk te laten verlopen. Bewaken, bevorderen en waarborgen van de kwaliteit van de uitoefening van het beroep op basis van methoden. Participeren in het ontwerpen van kwaliteitszorg. Integreren van kennis van organisatie gezondheidszorg, basiskwalificaties voor managementfuncties. 1 Pool et al.,‘Met het oog op de toekomst’ (2002). 20 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg Signaleren en analyseren van knelpunten op micro-, meso- en macroniveau om te komen tot verbetervoorstellen en meewerken aan implementatie. Coach Helpen en ondersteunen van andere verpleegkundigen en verzorgenden om doelen en taken van het verpleegbeleid en de zorgprogramma’s te realiseren in de uitvoering. Toepassen van methoden van werkbegeleiding. Steunen en met raad en daad terzijde staan, in de professionele identiteit. Beroepsbeoefenaar Brede professionalisering en ontwikkelen van het beroep van verpleegkundige tot een professie, die aansluit bij maatschappelijke ontwikkelingen. Vervullen van actieve rol in de vernieuwing van het beroep en het bevorderen van het beroepsbewustzijn op basis van evidence based en best practice. Participeren in ontwikkel- en werkgroepen of verplegingswetenschappelijk onderzoek. Kwaliteit van het verpleegkundig beroep op het vereiste peil houden, actief meewerken aan bevordering van deskundigheid van de beroepsgroep. Werken aan eigen deskundigheidsbevordering en die van collega’s. Profileren eigen beroepsidentiteit en als (beginnend) beroepsbeoefenaar. 8.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de Opleiding tot Verpleegkundige kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In paragraaf 4.1.4 van de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 8.3 Vooropleidingseisen: 8.3.1 voor de voltijdvariant gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar; VWO: een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar; MBO: een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar. 8.3.2 Voor de duale variant geldt daarnaast dat de student dient te beschikken over een aanstelling waarbinnen de student minimaal 24 uur per week in een zorginstelling als volwaardig, betaald medewerker werkt en één dag per week onderwijs volgt. De werkgever geeft toestemming voor het realiseren van een leeromgeving waarbij beroepscompetenties op niveau 5 (bachelorniveau) behaald kunnen worden; een onderwijsarbeidsovereenkomst, ondertekend door Hogeschool Utrecht, de werkgever en de kandidaat-student. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 8.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 8.5 Bindend studieadvies 8.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld 8.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd, duaal en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 8.6 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding voor de deeltijdvariant gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen; het deeltijdprogramma is identiek aan dat van de voltijdvariant, maar wordt gecomprimeerd aangeboden. De contacturen zijn gepland op één dag per week; studenten die deelnemen aan het driejarige deeltijdtraject ontvangen uiterlijk aan het einde van het tweede jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een studieadvies. Zie voor toelichting de studiegids. 21 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 9. Opleiding voor Logopedie 9.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Opleiding voor Logopedie Engelse naam: B Speech and Language Therapy CROHO-nummer: 34578 Aangeboden te: Utrecht Loting: niet van toepassing Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BL Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Logopedie zijn studenten in staat om: Competentiegebied I: Zorg & Dienstverlening 1. preventieactiviteiten aan te bieden De student stelt voor een willekeurige cliënt of cliëntgroep een preventieplan op en voert dit uit, zodat communicatiestoornissen, beperkingen in de communicatie en participatieproblemen voorkomen, dan wel verholpen worden. 2. zorg te verlenen De student onderzoekt en behandelt een willekeurige cliënt in een reële (multiprofessionele) werkcontext met een communicatiestoornis en/of slikstoornis, beperking(en) in de communicatie en/of participatieproblemen onderzoeken en behandelen. De student verantwoordt de werkwijze en gemaakte keuzes naar alle betrokkenen. 3. trainen en adviseren De student biedt training en advies aan een willekeurige cliënt met communicatieproblemen en/of een slikstoornis en zijn omgeving (familie, zorgverleners enz.) met als doel de communicatieve mogelijkheden van de cliënt te vergroten en de participatie in het dagelijks leven te verbeteren. Competentiegebied 2: Werken in en vanuit een organisatie 4. de praktijk, onderneming, afdeling of dienst te beheren De student stuurt in een realistische werkomgeving zelfstandig logistieke processen aan die nodig zijn voor het verlenen van zorg. 5. collega’s bij het ontwikkelen van professionele competenties te coachen en begeleiden De student geeft op eigen initiatief feedback gericht op stimuleren, motiveren en beoordelen in een werksituatie aan collega’s, studenten/cliënten, begeleiders en of leidinggevenden. Daarnaast vraagt de 2 student op eigen initiatief feedback gericht op het verbeteren van het logopedisch handelen Competentiegebied 3: Werken aan professionalisering 6. de eigen beroepsuitoefening en de beroepsgroep te professionaliseren De student vervult op eigen initiatief een actieve rol in het bevorderen van de bekendheid van het beroep en/of draagt bij aan de ontwikkeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening. 7. toegepast onderzoek uit te voeren en/of methoden, technieken en richtlijnen te ontwikkelen De student formuleert op basis van verzamelde informatie een relevant onderzoeksplan, verzamelt, ordent, analyseert en interpreteert gegevens, voert het onderzoek uit, trekt daaruit gefundeerde conclusies en doet hiervan mondeling en schriftelijk verslag. 2 Op dit niveau wordt van de student verwacht dat hij/zij in de rol van begeleider/ coach functioneert in een werksituatie. De student stemt de mate en wijze van feedback geven af op de situatie en de betrokkenen. Daarnaast gebruikt de student de feedback die hij of zij in de werksituatie krijgt om het logopedisch handelen te verbeteren. Bijvoorbeeld in stagesituatie of projectgroep. 22 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 9.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de Opleiding voor Logopedie kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 9.3 Vooropleidingseisen: 9.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, geen nadere vooropleidingseisen. HAVO: Een student met een HAVO-diploma is zonder meer toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar. 9.3.2 Aanvullende ingangseisen Om toegelaten te worden tot de opleiding is ook een positieve beoordeling op het zgn. ‘geschiktheidonderzoek’ vereist (aanvullende eis, toegestaan volgens de WHW art. 7.26). In paragraaf 4.2.3 van de studiegids wordt het geschiktheidonderzoek nader beschreven. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 9.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 9.5 Bindend studieadvies 9.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 9.5.2 Een negatief bindend studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 23 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 10 Optometrie 10.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: B Optometrie Engelse naam: B Optometry CROHO-nummer: 34549 Aangeboden te: Utrecht Loting: niet van toepassing Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd en deeltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BOPT Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Optometrie is de afgestudeerde in staat om: Ia. als hulpverlener te screenen, diagnosticeren, en plannen uitgaande van een hulpvraag, op methodische wijze, de (dreigende) gezondheidsproblemen in kaart te brengen. Hij neemt, afhankelijk van de resultaten van een eerste screening, de bevindingen uit het paramedisch onderzoek en in samenspraak met de cliënt, besluiten over de in te stellen behandeling, dan wel advisering c.q. verwijzing. Ib. als hulpverlener therapeutisch te handelen op methodische wijze en in samenwerking met de cliënt(en), het behandelplan uit te voeren en evalueert periodiek de effecten van interventies op de gezondheidstoestand van de cliënt(en) en stelt het plan zonodig bij om tot optimale resultaten te komen. Ic. als hulpverlener preventief te handelen voorlichtingadvies en voorlichting te geven over gezondheidsbevorderend gedrag en maatregelen gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen. Hij verzorgt vormen van training en coaching, individueel en groepsgewijs, gericht op gezondheidsbevorderend gedrag in het dagelijks leven, werk en vrijetijdsbesteding. IIa. als manager te organiseren zijn eigen werk effectief en doelmatig te organiseren, en werkt - waar nodig – samen met collega’s en andere professionals in de zorgverlening. Hij draagt bij aan de bedrijfsvoering en optimalisatie van werkprocessen met het oog op handhaving c.q. verbetering van het algeheel functioneren van de organisatie. IIb. als manager te ondernemen vanuit een analyse van sterkte/zwakte en kansen/bedreigingen een bijdrage te leveren aan ontwikkeling en uitvoering van keuzen op strategisch niveau ten aanzien van de vraag naar en het aanbod aan paramedische hulp- en dienstverlening, met als doel de positie van de eigen organisatie in de omgeving c.q. de kwaliteit van het aanbod te verbeteren. IIIa. als beroepsontwikkelaar te onderzoeken systematisch cliënt- en behandelgegevens te registreren ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. IIIb. als beroepsontwikkelaar te innoveren bij te dragen aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen. 24 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 10.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Optometrie kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 10.3 Vooropleidingseisen: 10.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen, zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. HAVO: C&M: met wiskunde A of B E&M: direct toelaatbaar N&G: direct toelaatbaar N&T: direct toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 10.3.2 Voor deze opleiding (voltijd, deeltijd) kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 11 Inschrijvingsregeling HU), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. De eisen van dit vooronderzoek zijn beschreven in de studiegids. 10.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 10.5 Bindend studieadvies 10.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 10.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding (voltijd en deeltijd) niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 10.6 De inrichting van de deeltijdopleiding wijkt op de volgende punten af van de inrichting van de voltijdopleiding: 10.6.1 Voor toelating tot de deeltijdvariant dient de student gedurende de duur van de opleiding te beschikken over een aanstelling bij een door de opleiding goedgekeurde instelling als gediplomeerd opticien voor ten minste twee dagen per week. 10.6.2 Het deeltijdprogramma wordt gecomprimeerd aangeboden. De contacturen zijn gepland op twee dagen dag per week. 10.6.3 Een deel van de studiepunten wordt behaald met opdrachten die worden uitgevoerd op de werkplek 10.6.4 De profileringsruimte wordt ingevuld met een stage op de eigen werkplek. zie voor toelichting de studiegids. 25 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 11 Orthoptie 11.1 De kerngegevens van de opleiding Orthoptie zijn de volgende: Naam opleiding: B Orthoptie Engelse naam: B Orthoptics CROHO-nummer: 34577 Aangeboden te: Utrecht Loting: niet van toepassing Afstudeerrichting(en): niet van toepassing Varianten: voltijd Graad: Bachelor of Health Afkorting graad: BORTH Studielast: totaal: 240 EC propedeuse: 60 EC hoofdfase: 180 EC (major 150 EC en profileringsruimte 30 EC) Excellentieprogramma: topclass Eindkwalificaties: Na afronding van de opleiding Orthoptie de afgestudeerde in staat om: Ia. als hulpverlener te screenen, diagnosticeren, en plannen uitgaande van een hulpvraag, op methodische wijze, de (dreigende) gezondheidsproblemen in kaart te brengen. Hij neemt, afhankelijk van de resultaten van een eerste screening, de bevindingen uit het paramedisch onderzoek en in samenspraak met de cliënt, besluiten over de in te stellen behandeling, dan wel advisering c.q. verwijzing. Ib. als hulpverlener therapeutisch te handelen op methodische wijze en in samenwerking met de cliënt(en), het behandelplan uit te voeren en evalueert periodiek de effecten van interventies op de gezondheidstoestand van de cliënt(en) en stelt het plan zonodig bij om tot optimale resultaten te komen. Ic. als hulpverlener preventief te handelen voorlichtingadvies en voorlichting te geven over gezondheidsbevorderend gedrag en maatregelen gericht op het voorkomen van gezondheidsproblemen. Hij verzorgt vormen van training en coaching, individueel en groepsgewijs, gericht op gezondheidsbevorderend gedrag in het dagelijks leven, werk en vrijetijdsbesteding. IIa. als manager te organiseren zijn eigen werk effectief en doelmatig te organiseren, en werkt - waar nodig – samen met collega’s en andere professionals in de zorgverlening. Hij draagt bij aan de bedrijfsvoering en optimalisatie van werkprocessen met het oog op handhaving c.q. verbetering van het algeheel functioneren van de organisatie. IIb. als manager te ondernemen vanuit een analyse van sterkte/zwakte en kansen/bedreigingen een bijdrage te leveren aan ontwikkeling en uitvoering van keuzen op strategisch niveau ten aanzien van de vraag naar en het aanbod aan paramedische hulp- en dienstverlening, met als doel de positie van de eigen organisatie in de omgeving c.q. de kwaliteit van het aanbod te verbeteren. IIIa. als beroepsontwikkelaar te onderzoeken systematisch cliënt- en behandelgegevens te registreren ten behoeve van kwaliteitszorg en onderzoek. Hij neemt deel aan wetenschappelijk onderzoek ten behoeve van de verdere ontwikkeling van de beroepspraktijk en de wetenschappelijke fundering daarvan. IIIb. als beroepsontwikkelaar te innoveren bij te dragen aan de inhoudelijke ontwikkeling, profilering en maatschappelijke legitimering van het beroep, door middel van het implementeren van kwaliteitsverbeteringen en borgen van innovatieprocessen. 26 CONCEPTOER 2014 -2015 bacheloropleidingen. Facultair hoofdstuk Faculteit Gezondheidszorg 11.2 Propedeutisch examen De propedeutische fase van de opleiding Orthoptie kent een propedeutisch examen van 60 EC (art. 28). In de studiegids wordt aangegeven uit welke cursussen het propedeutisch examen bestaat en wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen. 11.3 Vooropleidingseisen: 11.3.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen, zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. HAVO: C&M: met wiskunde A of B E&M: direct toelaatbaar N&G: direct toelaatbaar N&T: direct toelaatbaar VWO: Een student met een VWO-diploma is zonder meer toelaatbaar. MBO: Een student met een diploma van een Mbo-opleiding op niveau 4 is zonder meer toelaatbaar 11.3.2 Voor deze opleiding kan de faculteitsdirecteur bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 11 Inschrijvingsregeling HU), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan. De eisen van dit vooronderzoek zijn beschreven in de studiegids De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de facultaire webpagina met instroomeisen (www.bachelors.hu.nl). 11.4 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen (art.24): De opleiding kent na de propedeutische fase geen afstudeerrichtingen. 11.5 Bindend studieadvies 11.5.1 Voor het afgeven van een positief studieadvies wordt geen geoormerkte vereiste gesteld. 11.5.2 Een bindend negatief studieadvies houdt in dat een student deze opleiding niet kan voortzetten bij Hogeschool Utrecht. 27
© Copyright 2024 ExpyDoc