Bijlage 3 Vleermuizenonderzoek

Ecologie & landschap
NOTITIE
Gemeente Nijmegen
T. Martens
Postbus 9105
6500 HG Nijmegen
DATUM:
7 november 2014
ONS KENMERK:
14-577/1405584/LieAn
UW KENMERK:
VPL 213937
PROJECTLEIDER:
G. Hoefsloot
INVENTARISATIE:
L.S.A Anema
STATUS:
versie 1.1
CONTROLE:
G.F.J. Smit
Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool Nijmegen
De gemeente Nijmegen is voornemens om de huidige bebouwing aan het Zwanenveld te
vervangen voor nieuwbouw en het terrein opnieuw in te richten. Hierbij zal rekening
moeten worden gehouden met het huidige voorkomen van soorten planten en dieren die
beschermd zijn krachtens de Flora- en Faunawet.
Uit een eerder onderzoek dat is uitgevoerd in het plangebied (Bakker, 2013) bleek dat
vervolgonderzoek nodig is om te kunnen vaststellen of de te slopen bebouwing een
functie heeft als mogelijk (zomer)-verblijf voor vleermuizen. Deze notitie behandelt de
resultaten van het vervolgonderzoek. In de bijlage van deze notitie is een plattegrond
opgenomen met de locaties van de tijdens het veldonderzoek waargenomen vleermuizen.
Plangebied en werkzaamheden
Het plangebied betreft de basisschool Prins Maurits en een naastgelegen tijdelijk gebouw.
Het hoofdgebouw van de school heeft een plat dak en er is een spouwmuur met
ventilatiesleuven in de gevel aanwezig. De tijdelijk bebouwing bestaat uit een metalen
constructie zonder spouw.
Het schoolterrein bestaat hoofdzakelijk uit tegelverharding met een groot speelterrein. Er
is een grasveldje met struiken als border aanwezig aan de westkant van het plangebied.
De basisschool is gelegen in een woonwijk, die wijk bevat naast huizenblokken enkele
bomenrijen. De Teersdijk vormt een groene zone aan de noordkant. Aan de westkant ligt
een park met enkele waterpartijen (figuur 1).
Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool gemeente Nijmegen
1
Figuur 1 Ligging van het plangebied in Nijmegen
Methodiek
Doel van onderzoek is inzicht te geven in de mogelijke functie van het plangebied voor
vleermuizen. Afhankelijk van de resultaten van het onderzoek kan het nodig zijn
maatregelen te nemen die zorgen dat er geen afname ontstaat in het aantal geschikte
verblijfplaatsen voor vleermuizen en dat de functionaliteit van het plangebied voor
vleermuizen intact blijft.
Om op basis van vleermuisonderzoek zomer-, paar- en winterverblijven uit te sluiten zijn
vier onderzoeksronden conform het vleermuisonderzoeksprotocol 2013 nodig (GaN &
Netwerk Groene Bureaus, 2013). Het voorliggende verslag betreft twee najaarsrondes (in
de periode van 15 augustus tot 1 oktober). Tijdens deze rondes kan het vaststellen van
paarverblijven aan de hand van baltsgeluiden bepaald worden.
Om een beeld te verkrijgen van het voorkomen van vleermuizen is op basis van de twee
najaarsronden ook een aanname gedaan voor wat betreft de functie van de onderzochte
bebouwing als zomer- en winterverblijfplaats voor vleermuizen.
Tijdens de bezoeken is er gebruik gemaakt van een Petterson D240x bat detector en een
Edirol detectie en opname unit. Met deze combinatie is het mogelijk om geluiden van
vleermuizen op te nemen en naderhand terug te luisteren.
Alle veldbezoeken zijn uitgevoerd op momenten zonder neerslag, weinig wind en een
temperatuur boven de 10 ºC. In tabel 1 zijn de data en andere relevante zaken van de
veldbezoeken opgenomen.
2
Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool gemeente Nijmegen
Tabel 1
Data en overige gegevens van de inventarisatie in 2014.
Datum
19-08
Periode
20:45-23:00
Weersomstandigheden
12°, windkracht 3 Bft, droog
03-09
22:00-24:15
18°, windkracht 3 Bft, droog
Opmerkingen
verkennen plangebied,
geluisterd naar baltsende
en/of zwermende
vleermuizen
geluisterd naar baltsende
en/of zwermende
vleermuizen
Resultaten
Vleermuizen
Tijdens de twee najaarscontroles zijn de gewone dwergvleermuis,
dwergvleermuis, de laatvlieger en de rosse vleermuis waargenomen.
de
ruige
In het plangebied zijn overvliegende en foeragerende dieren waargenomen. Het beeld wat
uit de uitgevoerde vleermuisronden naar voren komt is dat de dichtheid aan foeragerende
vleermuizen laag is ten opzichte van de ruimere omgeving. De basisschool en directe
omgeving vervullen geen functie als essentieel of belangrijk foerageergebied.
Er zijn geen zwermende dieren waargenomen in de maand augustus en september.
Hieruit blijkt dat de basisschool geen functie heeft als massawinterverblijfplaats.
Buiten het plangebied is er van de gewone dwergvleermuis, de ruige dwergvleermuis en
de rosse vleermuis op diverse plaatsen baltsgedrag geconstateerd. De aanwezigheid van
baltsende ruige dwergvleermuizen kan betekenen dat er een of meerdere
(paar)verblijfplaats(en)
aanwezig
zijn.
De
aangetroffen
baltsende
gewone
dwergvleermuizen en rosse vleermuis betreffen vliegende dieren (figuur 2).
Op basis van deze resultaten is beoordeeld dat de ruime omgeving van de school
geschikter is voor vleermuizen dan de school zelf. De school heeft een plat dak, is één
bouwlaag hoog en heeft met uitzondering van een smalle metalen dakrand geen
boeiboord of andere hooggelegen wegkruipmogelijkheden. In de omgeving liggen hoge
flatgebouwen langs water en een parkzone. De wijk Zwanenveld bestaat verder vooral uit
rijtjeshuizen met schuine pannendaken rijk aan bomen. Het schoolgebouw is een van de
laagste gebouwen in de wijk in een relatief kale omgeving.
Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool gemeente Nijmegen
3
Figuur 2 Waarnemingen van vleermuizen in het plangebied in augustus-september 2014.
Zomer- kraamverblijfplaats
Vanwege het feit dat in 2014 geen zomeronderzoek meer kon worden uitgevoerd zijn
aannames gedaan over het voorkomen van kraam- en zomerverblijfplaatsen van
vleermuizen in de basisschool.
Op basis van expert judgement worden er geen zomer verblijfplaatsen verwacht in de
basisschool. In en rond de basisschool zijn enkel overvliegende dieren waargenomen,
baltsende dieren zijn uitsluitend buiten het plangebied waargenomen. De lage
basisschool lijkt weinig geschikt voor zomerverblijfplaatsen. In de omgeving liggen hogere
gebouwen geflankeerd door meer groen die beduidend meer potentie hebben voor
zomerverblijfplaatsen. De bomen langs de basisschool maken wel deel uit van
foerageergebied. In de directe omgeving, met name in de parkzone langs de
stadswateren is foerageergebied ruim voldoende voorhanden.
Conclusie
Vleermuizen
De basisschool Prins Maurits heeft geen functie als paarverblijf voor vleermuizen. Ook als
massawinterverblijfplaats heeft de school geen functie.
Op basis van expert judgement is beoordeeld dat de school geen functie heeft als kraamof zomerverblijfplaats.
4
Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool gemeente Nijmegen
Literatuur
Bakker, B, 2013. Toetsing beschermde natuurwaarden project Zwanenveld Mauritsschool.
Tauw notitie. Kenmerk N017-1205912BKR-mfv-V01-NL.
Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met G. Hoefsloot.
Akkoord voor uitgave:
Teamleider Bureau Waardenburg bv
drs. G.F.J. Smit
Paraaf:
Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen
van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever
vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing.
© Bureau Waardenburg bv / Gemeente Nijmegen
Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport
mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, digitale kopie of op welke andere wijze
dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau
Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor
het is vervaardigd.
Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd
overeenkomstig ISO 9001:2008.
Vleermuisonderzoek Prins Mauritsschool gemeente Nijmegen
5