Rapportage Quickscan Hornmeerpark

Notitie
Contactpersoon ing. M.M. (Margaret) Konings
Datum 24 januari 2014
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
Deze notitie bevat de ecologische toetsing van de voorgenomen herinrichting van het
sportpark Hornmeer op de huidige natuurwaarden.
1 Inleiding
Bij alle ruimtelijke ingrepen en plannen dient aannemelijk gemaakt te worden dat het voornemen
uitvoerbaar is. Een inschatting van eventuele belemmeringen op het gebied van
natuurbescherming is hier onderdeel van. Al tijdens de planvorming moet daarom inzichtelijk
gemaakt worden of er (mogelijk) sprake is van effecten op beschermde natuurwaarden, of er
voldoende mogelijkheden zijn om eventuele effecten te voorkomen, mitigeren of compenseren,
en of hiervoor een ontheffing- of vergunningsplicht geldt.
In opdracht van gemeente Amstelveen heeft Tauw onderzoek gedaan naar de consequenties van
natuurwetgeving voor de toekomstige herinrichting van het sportpark Hornmeer in Aalsmeer.
1.1
Methode
De mogelijke aanwezigheid van beschermde gebieden en/of beschermde soorten is in eerste
instantie bepaald aan de hand van de volgende gegevens:
 Een oriënterend veldbezoek op 6 januari 2014
 Regionale en landelijke verspreidingsatlassen en -data.
 Quickscan flora en fauna Legmeerdijk 327 in gemeente Aalsmeer, juni 2012 door Croonen
adviseurs
Op basis van verschillende literatuurbronnen is nader bekeken welke beschermde soorten in of in
de omgeving van het plangebied voorkomen. Vervolgens is tijdens het oriënterende veldbezoek
gecontroleerd in hoeverre soorten daadwerkelijk in het plangebied kunnen voorkomen of in
hoeverre de locatie voldoet aan de eisen die deze soorten aan hun leefomgeving stellen. Dit heeft
tenslotte geresulteerd in een overzicht van de soorten die daadwerkelijk in of nabij de planlocatie
verwacht worden. Getoetst is uiteindelijk of het beoogde voornemen een effect kan hebben op
deze verwachte aanwezige beschermde soort(en).
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
1\12
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
1.2
Situatie en beoogde ontwikkeling
Situatie
Figuur 1.1 geeft de situatie van het plangebied weer. Het plangebied wordt gevormd door
sportparkcomplex met enkele wedstrijdvelden, omzoomd door een strook bosplantsoen met
verspreid staande bomen. De stamdiameter rondom de sportvelden variëren van 30 tot 120 cm.
Aan de oostkant van het plangebied vormt een bredere strook een klein parkje met diverse
grotere bomen, onderbeplanting, en een strak beschoeide watergang. Op het sportterrein staan
een aantal - grotendeels houten - gebouwen, en is een klein deel van het oppervlak verhard.
Figuur 1.1 Luchtfoto omgeving van het plangebied (bron: gemeente Amstelveen) Rode circel is locatie
plangebied
Beoogde ontwikkeling
De gemeente Amstelveen is op dit moment bezig met de voorbereiding voor de optimalisatie van
het Sportpark Hornmeer. Op 27 juni 2013 heeft de gemeenteraad een budget beschikbaar
gesteld om de fusie van drie voetbalverenigingen op één gezamenlijk voetbalcomplex onder te
brengen. Dit wordt het voetbalcomplex op het huidige RKAV terrein en de directe omgeving aan
de Beethovenlaan 120 te Aalsmeer. De volgende activiteiten zijn noodzakelijk:
 Een deel van het Hornmeerpark toevoegen aan het sportcomplex
 Grond aankopen van een particulier
 Watergangen vergraven
 Realisatie van twee nieuwe natuurgrasvelden
 Twee bestaande natuurgrasvelden vervangen voor twee kunstgrasvelden
 Opnieuw inrichten en uitbreiden van parkeervoorzieningen
2\12
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL

Aanleggen van een nieuw wandelpad

Realisatie van een nieuw clubgebouw met kleedkamers (door de club zelf)
Het project wordt in twee fasen uitgevoerd. De kapwerkzaamheden staan globaal gepland in
februari 2014. Aansluitend wordt een watergang gedempt en een nieuwe gegraven. Deze
voorbereidingen moeten getroffen worden voor de aanleg van de twee natuurgrasvelden. De
nieuwe velden worden in 2015 opgeleverd. De overige werkzaamheden vinden plaats in 2014.
Het verwijderen van de bomen en de beplanting staat gepland voor februari 2014 tot half maart
2014. In figuur 1.2 wordt de nieuwe situatie van het sportpark Hornmeer weergegeven.
Figuur 1.2 Kaart nieuwe situatie sportpark Hornmeer (bron: gemeente Amstelveen)
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
3\12
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Figuur 1.3 Impressie foto’s van het plangebied door B. Rijksen (Bron: Tauw, 2014)
2 Toetsing Flora- en faunawet
In dit hoofdstuk wordt antwoord gegeven op de vraag of, en zo ja in welke mate,
beschermde soorten plant- en diersoorten, beschermd door de Flora- en faunawet, door de
beoogde activiteiten kunnen worden geschaad. Indien er schade op kan treden, dan wordt
aangegeven of hiervoor aanvullende maatregelen en/of een ontheffing noodzakelijk is/zijn.
2.1
Hoe beschermt de Flora- en faunawet soorten?
De bescherming van inheemse dier- en plantensoorten is vastgelegd in de Flora- en faunawet.
De wet maakt onderscheid in vier categorieën beschermde soorten namelijk:
 Tabel 1-soorten: De meest algemene, niet bedreigde soorten. Voor deze soorten geldt een
vrijstellingsregeling bij ruimtelijke ontwikkelingen, bestendig gebruik of bestendig beheer en
onderhoud. Deze soorten worden in dit rapport niet specifiek benoemd.
4\12
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Rode Lijstsoorten zonder beschermde status zijn evenmin opgenomen, omdat deze soorten
niet allemaal bij wet beschermd zijn.


Tabel 2-soorten: Beschermde soorten. Hiervoor geldt een vrijstelling bij ruimtelijke
ontwikkelingen, bestendig gebruik of bestendig beheer en onderhoud mits wordt gehandeld
volgens een geaccordeerde en door de initiatiefnemer onderschreven gedragscode
Tabel 3-soorten: Strikt beschermde soorten waaronder de Habitatrichtlijnsoorten en een
selectie van bedreigde soorten. Eventuele effecten moeten voorkomen worden of er moet
een ontheffing worden aangevraagd op grond van een wettelijk belang.
De vierde categorie betreft de soortgroep vogels. Via de Flora- en faunawet zijn alle broedende
vogels en hun broedplaatsen, en de functionele omgeving van de broedplaatsen, beschermd.
Van een beperkt aantal vogelsoorten zijn rust- en verblijfplaatsen en de functionele omgeving
zelfs jaarrond beschermd. Bij de jaarrond beschermde vogelsoorten wordt onderscheid gemaakt
in vijf categorieën: de nesten van categorie 1 tot en met 4 zijn in alle gevallen jaarrond
beschermd, terwijl de nesten van categorie 5 soorten zijn die in principe alleen tijdens de
broedperiode zijn beschermd. Hierbij geldt echter dat wanneer ‘zwaarwegende feiten of
ecologische omstandigheden’ dat rechtvaardigen, ook de nesten van categorie 5 soorten jaarrond
beschermd kunnen zijn.
In de Flora- en faunawet is ook de zorgplicht opgenomen die inhoudt dat handelingen, die
nadelige gevolgen kunnen hebben voor planten en dieren, zoveel als mogelijk achterwege dienen
te worden gelaten. Eventueel dienen ook maatregelen te worden genomen om dergelijke
gevolgen te beperken. Deze zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd
zijn of niet, ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend.
Zie hiervoor ook: www.tauw.nl/natuurwetgeving/flora-en-faunawetgeving/zorgplicht.
Het plangebied ligt niet binnen de EHS en het dichtstbijzijnde gebied beschermd onder de
Natuurbeschermingswet 1998 ligt op 3 km afstand van het plangebied. De werkzaamheden
hebben geen invloed op de EHS en de Natuurbeschermingswet 1998.
2.2
Effecten en toetsing op aanwezige soorten
Flora
Op basis van verspreidingsgegevens zijn geen beschermde vaatplanten in en in de directe
omgeving van het plangebied te verwachten. Tijdens het veldbezoek op 6 januari 2014 zijn geen
(strikt) beschermde vaatplanten aangetroffen. Hierdoor is de aanwezigheid van (strikt)
beschermde vaatplanten binnen het plangebied uitgesloten.
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
5\12
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Zoogdieren
Op basis van verspreidingsgegevens (Mostert & Willemsen, 2008) zijn geen (strikt) beschermde
grondgebonden zoogdieren aanwezig in de omgeving van het plangebied. Het plangebied biedt
eveneens geen geschikt habitat voor (strikt) beschermde grondgebonden zoogdieren. Hierdoor is
de aanwezigheid van (strikt) beschermde grondgebonden zoogdieren binnen het plangebied
uitgesloten.
Vleermuizen
Op basis van verspreidingsgegevens (Mostert & Willemsen, 2008) zijn de watervleermuis, rosse
vleermuis, laatvlieger, gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en de gewone
grootoorvleermuis te verwachten in en in de omgeving van het plangebied. De te kappen bomen
bieden voor de boombewonende vleermuizen zoals de watervleermuis, gewone
grootoorvleermuis en de ruige dwergvleermuis, geschikte locaties als verblijfplaats. Tijdens het
veldbezoek komt naar voren dat vrijwel alle onderzochte bomen relatief gezond lijken met weinig
dood hout en/of afgestorven takken. In slechts één grote boom (populier) werd een afgestorven
arm met daarin een aantal gaten aangetroffen. Bij één andere boom (esdoorn) was sprake van
een loszittende bast. Beide situaties vormen geschikte verblijfplaatsen voor boombewonende
vleermuizen.
De boeiborden langs de gevel van het clubgebouw zijn geschikt als verblijfplaats voor de
gebouwbewonende vleermuis zoals de gewone dwergvleermuis. De gewone dwergvleermuis is
een soort die verblijft in gebouwen en niet in bomen. De ruige dwergvleermuis en de gewone
grootoorvleermuis daarentegen hebben verblijfplaatsen in gebouwen en in bomen.
Naast verblijfplaatsen wordt een effect verwacht op de aanwezigheid van vliegroutes en
foerageergebieden van vleermuizen. De aanwezigheid van verblijfplaatsen van boom- en
gebouwbewonende vleermuizen en de aanwezige vliegroutes en foerageergebieden zijn niet
uitgesloten.
Vogels
De soortgroep vogels heeft in de Flora- en faunawet een bijzondere status: alle broedende
vogels, hun broedplaatsen en de functionele omgeving van de broedplaatsen zijn beschermd
tijdens het broeden. Tevens zijn rust- en verblijfplaatsen en de functionele omgeving van een
aantal vogelsoorten jaarrond beschermd. Een overzicht is te vinden op
www.tauw.nl/natuurwetgeving
Alle broedende vogels, hun broedplaatsen en de functionele omgeving van de broedplaatsen zijn
beschermd tijdens het broedseizoen (grofweg van medio maart tot augustus) en afhankelijk van
het weer.
6\12
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Ook zijn vaste rust- en verblijfplaatsen en de functionele leefomgeving van een aantal
vogelsoorten jaarrond beschermd. Hierbij wordt onderscheid gemaakt in vijf categorieën: de
nesten van categorie 1 tot en met 4 zijn jaarrond beschermd, de nesten van categorie 5 in
principe alleen tijdens de broedperiode. Voor categorie 5 geldt echter dat wanneer
‘zwaarwegende feiten of ecologische omstandigheden’ dat rechtvaardigen, ook deze nesten
jaarrond beschermd kunnen zijn.
Tijdens het veldwerk zijn onder andere enkele boomkruipers, pimpel- en koolmezen, twee grote
bonte spechten en vier halsbandparkieten gezien, allen holenbroeders. Ook werden meerdere
malen twee roepende en laagcirkelende buizerds boven de sportvelden gezien, waarbij één keer
is vastgesteld dat een buizerd in de houtsingel ten oosten van de Legmeerdijk landde, vlakbij een
bestaand nest naast het plangebied. Naast veld 3 is een overvliegende slechtvalk waargenomen.
Categorie 1 tot en met 4 vogelsoorten
Het plangebied ligt binnen het algemene verspreidingsgebied van de volgende vogelsoorten met
jaarrondbeschermde rust- en verblijfplaatsen: buizerd, boomvalk, ransuil, sperwer en havik (allen
categorie 4) (SOVON, 2002). Voor sperwer en ransuil is geschikt habitat in meer of mindere mate
aanwezig, maar tijdens het oriënterend veldbezoek is vastgesteld dat nesten van deze soorten in
het plangebied ontbreken. In het plangebied zijn wel oudere nesten waargenomen. Deze nesten
zijn geschikt voor de boomvalk en/of de zwarte kraai. Naast het plangebied ten oosten van de
Legmeerdijk is een bestaand nest van de buizerd aanwezig. Het clubgebouw biedt geen
geschikte nestgelegenheid voor de huismus en gierzwaluw (categorie 2). De aanwezigheid van
vogelsoorten uit de categorie 1 tot en met 4 is uitgesloten.
Er worden effecten verwacht door de voorgenomen werkzaamheden op de buizerd, boomvalk en
algemene broedvogels (de laatste tijdens het broedseizoen). Voor de soorten als de buizerd en
de boomvalk is conform de Flora- en faunawet nader onderzoek noodzakelijk vooraf aan de
kapwerkzaamheden. Voor de buizerd geldt dat onderzoek uitgevoerd moet worden tussen maart
en half mei in 2014. In drie bezoeken met minimaal tien dagen tussen de veldbezoeken. Voor de
boomvalk geldt dat onderzoek uitgevoerd moet worden tussen mei en 31 augustus in 2014. In
drie veldbezoeken.
Als in de nabije omgeving een nest van de buizerd aanwezig is dan is de minimale
verstoringafstand 75 meter. Ook mogen dan conform de Flora- en faunawet de bomen rondom de
verblijfsboom in een cirkel van 75 meter niet aangetast worden. Dit betekent dat ze niet gekapt
kunnen worden.
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
7\12
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Amfibieën en reptielen
In de huidige situatie ontbreekt voor de rugstreeppad en de ringslang (beide tabel 3) geschikt
(voorplantings-)habitat. Dit kan voor de rugstreeppad echter wel ontstaan vanaf het moment dat
de kapwerkzaamheden zijn uitgevoerd. Door de graafwerkzaamheden of na het opbrengen van
zand met betrekking tot de voorbelasting kan een geschikt voortplantings- of winterhabitat voor
de rugstreeppad ontstaan. Door vooraf aan de kapwerkzaamheden maatregelen te treffen om er
voor te zorgen dat de rugstreeppad niet het gebied in kan komen, wordt voorkomen dat het
plangebied geschikt wordt als overwinteringsgebied of als voortplantingsgebied.
Vissen
In de nabije omgeving komen de beschermde vissoorten bittervoorn (tabel 3) en de kleine
modderkruiper (tabel 2) voor. De watergangen in het sportpark liggen grotendeels langs of onder
beplantingsstroken en grote bomen. Hierdoor is veel schaduwwerking, en op de bodem een forse
laag afgevallen blad aanwezig. Ondergedoken beplanting en oevervegetatie ontbreken geheel.
Deze situatie sluit de aanwezigheid van vrijwel alle beschermde vissoorten uit, hoewel het
voorkomen van de kleine modderkruiper op voorhand niet met zekerheid is uit te sluiten.
Binnen het sportpark worden watergangen gedempt en nieuw gegraven. Hierdoor is een effect op
de kleine modderkruiper aanwezig. Vooraf aan de graaf- en dempwerkzaamheden in de
watergang moet nader onderzoek uitgevoerd worden
Dagvlinders, libellen en overige ongewervelden
Diverse dagvlinders en libellen hebben in de Flora- en faunawet een beschermde status. Hoewel
voor beide groepen nooit volledig uit te sluiten is dat een beschermd exemplaar zich in of nabij
het plangebied ophoudt treedt, gezien de afwezigheid van geschikt biotoop en de omvang en het
karakter van de ingreep, met zekerheid geen negatief effect op populaties van beschermde
dagvlinders en/of libellen op. Naast dagvlinders en libellen zijn ook enkele kevers, weekdieren en
een kreeftachtige beschermd door de Flora- en faunawet. De planlocatie en directe omgeving
voorzien voor geen van deze soorten in een geschikt habitat. De aanwezigheid van en effecten
op door de Flora- en faunawet beschermde ongewervelden worden dan ook uitgesloten.
2.3 Conclusies Flora- en faunawet
Geconcludeerd wordt dat er geen sprake is van negatieve effecten in het kader van de
Natuurbeschermingswet 1998, de EHS. Wat betreft de Flora- en faunawet zijn wel negatieve
effecten te verwachten op de onderstaande soorten (tabel 3.1). Tevens blijft de zorgplicht van
toepassing. De zorgplicht geldt altijd en voor alle planten en dieren, of ze beschermd zijn of niet,
en in het geval dat ze beschermd zijn ook als er ontheffing of vrijstelling is verleend. De zorgplicht
betekent niet dat er geen dieren mogen worden gedood, maar wel dat dit, indien noodzakelijk, op
zodanige wijze gebeurt dat het lijden zo beperkt mogelijk is.
8\12
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Tabel 3.1 Beschermde soorten (tabel 2/3-soorten van de Flora- en faunawet) die op basis van
verspreidingsgegevens, veldbezoek en deskundigeorrdel in of in de nabij omgeving van het plangebied
verwacht worden.
Soortgroep
Mogelijke aanwezig in of nabij
Mogelijk effect
plangebied
Flora
Geen tabel 2/3-soorten
Geen
Grondgebonden
Geen tabel 2/3-soorten
Geen
Verschillende soorten
Geen, mits kappen bomen en verwijderen
Buizerd, boomvalk
Aantasting leefgebied door
zoogdieren
Broedvogels
tijdens broedseizoen
Broedvogels,
struweel buiten broedseizoen plaatsvindt
jaarrond beschermde
kapwerkzaamheden
nesten
Vleermuizen
Verschillende soorten
Aantasting verblijfplaatsen foerageergebied
Reptielen
Geen tabel 2/3-soorten
Geen
Amfibieën
Rugstreeppad
Geen, mits vooraf aan de
en vliegroute door kapwerkzaamheden
graafwerkzaamheden voldoende
maatregelen worden genomen
Vissen
Kleine modderkruiper
Aantasting leefgebied door
Dagvlinders
Geen tabel 2/3-soorten
Geen
Libellen
Geen tabel 2/3-soorten
Geen
Overige
Geen tabel 2/3-soorten
Geen
dempwerkzaamheden
ongewervelden
3 Conclusies en aanbevelingen
3.1 Conclusies





Het plangebied ligt niet binnen de contouren van de EHS of Natura 2000-gebieden
Het plangebied is niet geschikt voor (strikt) beschermde grondgebonden zoogdieren,
vaatplanten, reptielen, amfibieën, dagvlinders, libellen en overige ongewervelden
Het plangebied is geschikt voor (strikt) beschermde vleermuizen, vissen en vogels
Twee bomen in het plangebied hebben holen en loszittend bast waardoor ze geschikt zijn als
verblijfplaats voor boombewonende vleermuizen
Het clubgebouw is geschikt als verblijfplaats voor gebouwbewonende vleermuizen
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
9\12
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL

De bomen rondom de sportvelden zijn geschikt als foerageergebied, migratieroute en
vliegroute voor vleermuizen

Het voorkomen van de kleine modderkruiper in de watergangen rondom de sportvelden zijn
niet uitgesloten

Na de kapwerkzaamheden, door de graafwerkzaamheden of na het opbrengen van zand met
betrekking tot de voorbelasting wordt een geschikt leegomgeving voor de rugstreeppad
gecreëerd
Geconcludeerd wordt dat het verwijderen van bomen en struweel buiten het broedseizoen
(maart-augustus) van vogels moet worden uitgevoerd. Hierdoor worden algemeen broedende
vogels met zekerheid niet verstoord.
In het plangebied is een paartje buizerd waargenomen. In hoeverre een nest aanwezig is, of
in de nabije omgeving van het plangebied dient nader onderzocht te worden
In het plangebied zijn oude nesten waargenomen. Om uit te sluiten of deze nesten gebruikt
worden door een boomvalk is nader onderzoek noodzakelijk



3.2 Aanbevelingen
Vleermuizen
Boomholte inspectie
Om aan te tonen, danwel uit te sluiten dat in de twee bomen in het plangebied vaste
verblijfplaatsen aanwezig zijn voor boombewonende vleermuizen is het een mogelijkheid om een
boomholte inspectie uit te voeren. Deze methode is een afwijking van het vleermuisprotocol NGB.
En biedt geen juridische zekerheid in het vervolgtraject. Wanneer de boomholten fysiek geen
mogelijkheden bieden voor een verblijfplaats van vleermuizen, dan kan deze inspectie een
handvat bieden voor de uitvoering. Indien de boomholten wel een geschikte mogelijk bieden dient
juridisch gezien een vleermuizenonderzoek (batdetector) conform het vleermuisprotocol worden
uitgevoerd.
Een inventarisatie uitvoeren naar vleermuizen in het plangebied conform het vleermuisprotocol
van 2013:
De bomen in het plangebied kunnen verblijfplaatsen bieden voor boombewonende vleermuizen
en dienen als belangrijke foerageer- en migratieroute. Ook het clubgebouw is geschikt als
verblijfplaats voor gebouwbewonende vleermuizen. Daardoor is conform de flora en faunawet
een volledig onderzoek noodzakelijk van minimaal 4 veldbezoeken in de periode medio maart tot
en met september 2014 (ook afhankelijk van het weer).
Een vleermuizenonderzoek richt zich op het vaststellen van kraam-, zomer-, paar- en
winterverblijfplaatsen in de aanwezige bomen en de aanwezigheid belangrijke foerageergebieden
en migratieroutes rondom het huidige sportpark.
10\12
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Conform de soortenstandaard van Dienstregelingen en het vleermuisprotocol van het Netwerk
Groene Bureaus (NGB, 2013) is onderzoek verplicht binnen maart en september van 2014. Hierin
is de minimale onderzoeksverplichting, om tot een kwalitatief gedegen onderzoek te komen, ook
juridisch vastgelegd.
Vissen
Het voorkomen kleine modderkruiper in de watergangen in het plangebied kan niet worden
uitgesloten. De visseninventarisatie vindt plaats door met een boot met elektrovisserijapparatuur
(DEKA 5000) de vissen te vangen en determineren. Door gebruik te maken van elektrovisserijapparatuur wordt een volledig beeld verkregen van de aanwezige (beschermde) vissoorten in de
wateren. Het onderzoek is er op gericht om de aan- of afwezigheid van beschermde vissoorten
aan te tonen. Het onderzoek dient te worden uitgevoerd tussen april tot en met oktober. Dit
onderzoek wordt in één dag verricht door derden met wie we vaak samenwerken. De begeleiding
en rapportage wordt door Tauw verzorgd.
In het kader van de zorgplicht vanuit de Flora- en faunawet moet vooraf aan de
dempwerkzaamheden van de watergang(en) de vissen worden gevangen met
elektrovisserijapparatuur en overgezet naar een nabijgelegen watergang in het plangebied waar
geen werkzaamheden worden uitgevoerd. Deze werkzaamheden duren, afhankelijk van de lengte
van de watergang, één dag.
Vogels
In het plangebied is geschikt voor de (roof)vogels zoals de buizerd en de boomvalk. Voor
nestgelegenheid is de boomvalk afhankelijk van oude nesten, in het bijzonder van kraaiachtigen.
Oude nesten zijn in de bomen in het plangebied waargenomen. Daarnaast is een paartje buizerd
is het plangebied waargenomen met een oud nest aan de overkant van de Legmeerdijk. Vooraf
aan de kap is een inventarisatie naar de boomvalk en de buizerd noodzakelijk. Conform de
soortenstandaard van Dienstregelingen en de BMP-methode van SOVON is onderzoek verplicht
binnen maart en augustus van 2014. De inventarisaties worden na zonsondergang uitgevoerd.
Naast geluidswaarnemingen wordt ook op zicht gedetermineerd met behulp van een verrekijker.
Aan de hand van de veldresultaten wordt een definitief advies afgegeven. Hierin is de minimale
onderzoeksverplichting, om tot een kwalitatief gedegen onderzoek te komen, ook juridisch
vastgelegd.
Ecologisch werkprotocol
Als blijkt dat beschermde soorten aanwezig zijn binnen het plangebied dient vooraf aan de
(kap)werkzaamheden een ecologisch werkprotocol opgesteld te worden waarin mitigerende
maatregelen zijn meegenomen zodat de werkzaamheden worden uitgevoerd zonder verstoring
op de aanwezige beschermde fauna. Dit werkprotocol wordt standaard door DR geëist.
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer
11\12
Kenmerk N001-1221120MGK-lyv-V01-NL
Het schrijven van een praktisch ecologische werkprotocol kan binnen Tauw snel (binnen 2
weken) geregeld worden.
Ontheffingsaanvraag
Als blijkt dat beschermde soorten in het plangebied aanwezig zijn dient gewerkt te worden
volgens een goedgekeurde gedragscode (tabel 2-soorten) of dient een ontheffing in het kader
van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Na het indienen van de ontheffing in het
kader van de Flora- en faunawet 75C, duurt het minimaal 4 maanden voordat DR akkoord gaat
en de vergunning verleend.
Overige opmerkingen
Bij het aanleggen van nieuwe veldverlichting van het sportpark is het van belang dat alleen het
sportveld wordt verlicht en niet de groene struwelen langs de randen van de sportvelden. Als niet
gespeeld wordt op de velden moet het licht in de avond worden uitgezet.
Na de kapwerkzaamheden wordt het plangebied geschikt als leefgebied voor de rugstreeppad.
Vooraf aan de kapwerkzaamheden moet voorkomen worden dat rugstreeppadden in het
plangebied kunnen komen door middel van amfibieschermen.
Probeer zoveel mogelijk groen in het sportpark te behouden of tijdens de inrichting in te planten.
Zo wordt voorkomen dat de leefbaarheid voor vogels en vleermuizen behouden blijft.
Indien de planning van het project wordt aangescherpt kan Tauw ecologisch advies op maat
leveren aan de hand van de planning en de uitvoering. Dit aanvullend advies biedt geen
juridische zekerheid in het vervolgtraject.
Schema onderzoeksperiode conform de Flora- en faunawet
12\12
Soort
Optimale onderzoeksperiode
Tijdstip van onderzoek
Aantal bezoeken
Vleermuizen
Maart – september
Avond en nacht
4
Buizerd
1 februari – 15 juli
Ochtend en overdag
3
Boomvalk
1 mei – 31 augustus
Ochtend en overdag
3
Kleine modderkruiper
April tot en met oktober
Overdag
1
Boomholte inspectie
Het hele jaar
Overdag
1
Quickscan Sportpark Hornmeer in Aalsmeer