Download hier het volledige advies.

Bij de trefwoorden “media” en “internationaal”
Onderwerp: BVN – satellietzender ("Het Beste van Vlaanderen en Nederland")
Datum: juni 1998
Aan: L. Van den Brande, Vlaams minister-president
Advies:
BVN in perspectief
Wij leven in een wereld waar mensen en culturen door moderne
communicatiemiddelen steeds meer naar elkaar toegroeien. Wij zijn deel van een
wereldbevolking die meer van elkaar weet dan ooit tevoren en die ook steeds meer
wil weten. Dichter bij huis constateren wij een Europa dat zich economisch verenigt
en dat ook politiek gezien steeds minder "buitenland" wordt. Tegenover de drang
naar economische schaalvergroting en bedrijfsmaximalisering op Europese en
wereldschaal, doet zich in Europa op cultureel terrein juist een ontwikkeling voor met
toenemende steun voor het behoud en de bevordering van de eigen culturele
identiteit en aandacht voor specifieke (minderheids)culturen en kleine(re)
taalgebieden.
Op mediagebied beheersen machtige multinationale commerciële concerns met
veelal Anglo-Amerikaanse producties de internationale markt. Ook de publieke
omroepen in Nederland en Vlaanderen -opererend op relatief kleine schaal en met
beperkte middelen- ondervinden de gevolgen van de (inter)nationale marktwerking.
Hun luister- en kijkpubliek is mede door de felle concurrentie fors geslonken en hun
openbare zending bereikt -vergeleken met het begin van de jaren '80- een
aanzienlijk kleinere groep.
In het grotere Europa wordt het Engels steeds meer gebruikt als lingua franca met de
andere grote talen (Duits, Frans, Spaans, Italiaans) op het tweede plan. De
Nederlandse taal met 21 miljoen Nederlandssprekenden dreigt in Europa te worden
gemarginaliseerd.
In de strijd om het behoud en de bevordering van de eigen taal en cultuur hebben
andere landen in Europa op televisiegebied, jaren geleden al, belangrijke initiatieven
genomen. De Franstalige omroepen brachten met steun van de betrokken
cultuurministers TV5 tot stand dat, met inbegrip van tal van Waalse RTBFprogramma's, nu over de gehele wereld te zien is. De "Deutsche Welle", de
Wereldomroep van Duitsland, wordt wereldwijd verspreid. Duitstalige publieke
oproepen werken nauw samen in het Duitstalige 3SAT en samen met de Fransen in
ARTE. BBC World en CNN strijden om de eerste plaats in de wereld op het terrein
van het internationale (Engelstalige) televisienieuws. Spaanse, Portugese, Italiaanse
en Scandinavische publieke omroepen gebruiken de satelliet om taal- en
landgenoten buiten eigen land te informeren.
1
Nederland en Vlaanderen hebben zich tot nu toe geconcentreerd op het bestrijden
van de concurrentie van commerciële omroepen in eigen land. Het zo goed mogelijk
realiseren en in stand houden van een publieke omroepvoorziening in eigen land is terecht - hun kerntaak. Een op Europa en het verdere buitenland gericht beleid is op
televisiegebied niet tot ontwikkeling gekomen.
Op radiogebied hebben de Vlaamse en de Nederlandse regering steeds erkend dat
de taak van hun publieke omroepen (VRT met Radio Vlaanderen Internationaal en
Radio Nederland Wereldomroep ) niet bij de eigen landsgrenzen ophoudt. BVN biedt
thans de mogelijkheid om het medium televisie te gebruiken om, door samenwerking
en samenbundeling van de publieke omroepen van Vlaanderen en Nederland, de
eigenheid van de Nederlandse taal en de cultuur van Nederland en Vlaanderen
binnen en buiten Europa te profileren en te versterken. Dat kan beter, efficiënter en
goedkoper door een gezamenlijkheid van ruim 21 miljoen Nederlandssprekenden
dan door 15 miljoen Nederlanders en 6 miljoen Vlamingen apart.
1. BVN: dagelijks Nederlandstalige tv-programma's in geheel Europa
Sinds 1 juli 1997 zendt de (Nederlandse) Wereldomroep in samenwerking met de
NOS en de VRT dagelijks tussen 19.00 en 24.00 uur onder de naam 'BVN' een
satelliettelevisieprogramma uit, gericht op Nederlandstaligen in Europa. De
uitzendingen bevatten een selectie van programma's van de Nederlandse publieke
landelijke en regionale omroepen, van de VRT en van de Wereldomroep zelf:
kinderprogramma's (Tik Tak, Jeugdjournaal), documentaires, cultuur en informatie
(NOS-Journaal, NOVA, het VRT-Journaal Laat, Studio NL en het regiojournaal) en
sport.
BVN is te zien in geheel Europa t.e.m Litouwen, Wit-Rusland, Finland en Noorwegen
en tot in Syrië, Israël, Egypte, Marokko en Tunesië (zie bijlage 1).
2. Doelstellingen BVN: cultuur en informatie
-
-
Het verschaffen van informatie aan Nederlanders en Vlamingen buiten de
landsgrenzen over de ontwikkelingen in eigen land op het gebied van kunst en
cultuur, maatschappij, economie, wetenschap en sport.
Het verspreiden van een realistisch beeld van Vlaanderen en Nederland naar
Europa en daarbuiten aan niet-Nederlandstaligen. In dit kader kan overwogen
worden een deel van de uitzendingen te ondertitelen in andere talen. Met de
laatste doelstelling - het profileren van beide landen naar het buitenland - vervult
BVN tevens een belangrijke ambassadeursrol.
BVN sluit aan bij de uitgangspunten van een plan voor samenwerking tussen de
Nederlandse en Vlaamse publieke omroep uit de jaren '80: het Radio Delta-project
van NOS en BRT. Voor Radio Delta golden als uitgangspunten de culturele
verbondenheid van Nederland en Vlaanderen met de Nederlandse taal als dragend
element en de uitstraling van de cultuur van Vlaanderen en Nederland naar andere
delen van Europa en daarbuiten.
2
3. Doelgroep BVN
a. In het buitenland verblijvende Nederlanders en Vlamingen
In bijlage 2 is een overzicht gegeven van thans bekende aantallen Nederlanders die
permanent in het buitenland verblijven. De cijfers zijn zeer conservatief. Het aantal
Nederlanders in het buitenland is enkele keren groter dan uit deze gegevens blijkt.
Bijlage 3 geeft een schatting van de aantallen Belgen in het buitenland, van
Vlamingen in de wereld en van het aantal vakanties van Belgen in het buitenland.
Wat het aantal Belgen betreft, bestaan er geen cijfers over de verdeling van
Vlamingen en Franssprekenden.
Binnen België is de verhouding 60/40.
b. "Buitenlanders " die de Nederlandse taal spreken en/o/versturen
Nederlandse Antillianen en Arubanen (220.000 inwoners), Surinamers (330.000); het
Nederlands wordt verstaan in Zuid-Afrika en Indonesië.
c. Buitenlanders die geïnteresseerd zijn in de Nederlandse taal en cultuur
Aantallen onbekend, maar een indicatie kan het aantal docenten Nederlands aan
buitenlandse universiteiten zijn, c.q. het aantal studenten dat daar Nederlands
studeert:
- 220 docenten in de Nederlandse taal aan extra-murale universiteiten en
hogescholen in 30 landen in Europa en 13 landen buiten Europa
- studenten in de Nederlandse taal in de wereld: naar schatting 130.000.
Buitenlandse universiteiten hebben de Wereldomroep laten weten BVN te willen
gebruiken als hulpmiddel voor het onderwijs in de Nederlandse taal.
Niet te kwantificeren is het aantal buitenlanders dat via BVN geïnteresseerd raakt in
de taal en de cultuur van de Lage Landen en daarover meer wil weten.
Kijkersreacties bij de Nederlandse Wereldomroep geven aan dat met de toename
van de bekendheid in het buitenland onder niet-Nederlandstaligen ook het aantal
geïnteresseerde buitenlanders groeit.
4. Aard van de programmering/"format"
BVN bevat een selectie van programma's van de Nederlandse publieke landelijke en
regionale omroepen, van de VRT en van de Wereldomroep zelf: kinderprogramma's
(Tik Tak, Jeugdjournaal), documentaires, cultuur en informatie (waaronder NOSJournaal, NOVA, het VRT-Journaal Laat en Studio NL) en sport. Oproepen van de
ANWB-alarmcentrale zijn onderdeel van het programma. Uitbreiding met Vlaamse
SOS-berichten wordt thans onderzocht. Bij de selectie geldt het cultureelinformatieve karakter van het programma als uitgangspunt. Alle programma's zijn
Nederlandstalig en worden rechtenvrij door de omroepen ter beschikking gesteld.
3
5. Techniek
De BVN-uitzendingen zijn "free to air", d.w.z. dat zij zonder smart card/abonnement
overal in Europa met een satellietontvanger te ontvangen zijn. BVN zendt tijdelijk
zowel analoog als digitaal uit. Het grootste deel van de satellietkijkers beschikt
immers (nog) over analoge ontvangstapparatuur. Verwacht wordt dat het merendeel
van de kijkers over één a twee jaar over -betaalbare- digitale ontvangstapparatuur
beschikt. Dan zullen de huidige dure analoge uitzendingen van BVN worden gestopt
en wordt alleen nog digitaal uitgezonden.
De technische mogelijkheden op het gebied van communicatie- en
informatievoorziening nemen snel toe. Denken we maar aan de explosieve groei aan
satellietkanalen, de snelle digitalisering en de verspreiding van Internet in met name
de hoogontwikkelde landen. Gegeven deze snelle ontwikkelingen, ontstaat hier en
daar de neiging elke allernieuwste technische vinding als enige en
alleenzaligmakende oplossing voor de toekomst aan te prijzen en met dit perspectief
de aanbeveling te doen daarop voorlopig te wachten.
Waar het echter om gaat, is te kiezen voor het meest effectieve distributiemiddel op
dit ogenblik om de boodschap zo adequaat mogelijk over te brengen. Centrale vraag
daarbij is welk medium (aardse zenders/satelliet, kabel, radio, televisie, Internet,
digitaal platform) afzonderlijk of in combinatie met andere middelen het meest
geschikt is om het beoogde doel en de beoogde doelgroep thans te bereiken. In
sommige gevallen kan dat de kortegolf zijn, in andere gevallen komt satelliettelevisie
het meest in aanmerking, in weer andere gevallen wellicht een combinatie met
Internet.
6. Rechten
Een belangrijk probleem van satelliettelevisie vormen de rechten. In het totale pakket
dat de Vlaamse en Nederlandse omroepen aanbieden, zijn ook
spelletjesprogramma's, documentaires, buitenlandse speelfilms, soaps etc.
opgenomen, waarvan de rechten enkel gelden voor het eigen nationale grondgebied
(Nederland, Vlaanderen). Met name de grote internationale rechtenhouders hebben
er alle financiële belang bij deze programma's per land te blijven verkopen en staan
dan ook niet toe dat zij via een smart card en decoder "weglekken" naar het
buitenland. (Op het gebruik van smart card en decoder van het Nederlandse Canal+
in het buitenland staat een boete van fl. 1.000 per dag).
De programma's die de omroepen aan BVN ter beschikking stellen, zijn echter
rechtenvrij en kunnen dus ongecodeerd in geheel Europa worden uitgezonden. Het
is in het belang van een zo groot mogelijke verspreiding van BVN in Europa (in
kabelnetten, hotels, vakantiecentra, appartementencomplexen etc. en via individuele
satellietontvangst bij kijkers thuis) dat BVN overal in Europa ongecodeerd kan
worden ontvangen.
4
7. Gezamenlijk project: programmatische en bestuurlijk-organisatorische
samenwerking en medeverantwoordelijkheid
Binnenkort zullen NOS en Wereldomroep overgaan tot de oprichting van de stichting
BVN, die het bestuur en het programmabeheer van de uitzendingen gaat voeren.
Naast de beide oprichters zullen ook de VRT en de regio kunnen toetreden tot het
nieuw te vormen bestuur en volwaardig kunnen participeren in de BVN-organisatie.
De nadere vormgeving van BVN (statuten, bestuur, organisatie) als gezamenlijk
project van de Nederlandse en Vlaamse publieke omroepen, dient een zaak van
overleg te zijn tussen alle deelnemende partijen. Een nauwe samenwerking in BVNverband biedt de VRT alle mogelijkheden om belangrijke onderdelen van het eigen
programma aan het Vlaamse en Nederlandse publiek in Europa en daarbuiten aan te
bieden en bestuurlijk mede het BVN-beleid te bepalen.
De Wereldomroep heeft reeds in een vroeg stadium de VRT bij BVN betrokken en de
VRT uitgenodigd met concrete voorstellen te komen voor de bestuurlijke en
organisatorische inrichting van BVN. Daarbij is steeds erkend dat de VRT in juni
vorig jaar een beheersovereenkomst heeft afgesloten met de Vlaamse regering
waarin de mogelijkheid van (medewerking aan) toekomstige satelliettelevisieuitzendingen niet uitdrukkelijk is opgenomen.
8. Financiën
BVN kost op jaarbasis fl. 14 miljoen/252 mln. BEF. Dat is buitengewoon laag, in
aanmerking genomen de vijf uur zendtijd per dag/1.825 uur per jaar. Ter vergelijking:
een uur televisie kost in Nederland tussen de fl. 80.000/1.44 mln. BEF en fl. 100.000
of 1.8 mln. BEF. Dat BVN zo goedkoop is komt omdat het reeds bestaand materiaal
betreft dat door de omroepen rechtenvrij en gratis wordt aangeleverd. De enige
productiekosten bestaan uit het speciaal voor Nederlandstaligen in het buitenland
gemaakte serviceprogramma Studio NL van de Wereldomroep.
De financiering van BVN geschiedt thans geheel uit Nederlandse omroepmiddelen.
De Nederlandse regering heeft voor de komende vier jaar fl. 48 mln./864 mln. BEF
ter financiering van BVN toegezegd. Radio Nederland Wereldomroep heeft uit eigen
budget de volledige voorbereidingskosten en de experimentele uitzendingen in 1996
en 1997 (respectievelijk 3 en 7 maanden) betaald. Ofschoon de VRT sedert 1 juli
vorig jaar dagelijks programma's levert, is de bijdrage van Vlaanderen (VRT,
Vlaamse regering) aan de operationele kosten thans nihil.
De Nederlandse staatssecretaris voor mediazaken heeft voor de komende vier jaar
uit de omroepmiddelen de volgende bedragen toegezegd:
-
-
de incidentele financiering voor 1998 (fl. 10.5 miljoen/189 mln. BEF), te
financieren uit de omroepreserve waarbij de Wereldomroep een aanvullende
bijdrage levert van fl. 3.5 mln./BEF 63 mln.
De structurele financiering voor de jaren 1999, 2000 en 2001 te financieren uit
de mediabegroting. Een aflopend bedrag (fl. 7 mln./126 mln. BEF in 1999, fl. 6
mln./108 mln. BEF in 2000 en fl. 4 mln./72 mln. BEF in 2001 en volgende
jaren) uit de mediabegroting zal dan jaarlijks door NOS en Wereldomroep
5
worden aangevuld tot het benodigde totaalbedrag van fl. 14 mln./252 mln.
BEF. In het totale bedrag zijn ook de kosten van de digitale uitzendingen
begrepen. Verder stelt de staatssecretaris tijdelijk gelden ter beschikking voor
analoge uitzendingen.
9. Uitbreiding van de BVN-zendtijd voor Europa?
BVN wil zich richten op een algemeen en zo groot mogelijk publiek. Op dit ogenblik
zendt BVN voor Europa uit van 19.00 tot 24.00 uur. Overwogen zou kunnen worden
de zendtijd uit te breiden met de nachtelijke uren en ook overdag uit te gaan zenden,
waardoor een 24 op 24 uur zender ontstaat. Bij een 24/24 uur zender voor Europa is
met name de vraag naar de grootte van het (potentiële) publiek van groot belang.
M.a.w. hoeveel mensen kijken 's avonds in prime time ( 18,00- 24.00 uur) en 's
nachts en overdag buiten prime-time.
De afdeling Kijk- en Luisteronderzoek van de NOS heeft onderzoek verricht naar de
percentages kijkers per halfuur, gemeten over 24 uur televisie. Hieruit blijkt dat bij de
Nederlandse tv-zenders de grootste kijkdichtheid is avonds ligt tussen 21.00 en
21.30 uur en dat deze daarna langzaam afneemt. Na 24.00 uur loopt de kijkdichtheid
van alle Nederlandse zenders zeer sterk terug tot -na circa 01.00 uur- een statistisch
verwaarloosbaar laag percentage. Om 07.00 uur is de kijkdichtheid bij de publieke
zenders en commerciële zenders samen in totaal 1,7%. Om 12.30 uur is er een
kleine opleving met 5,8% om daarna weer terug te lopen tot het eind van de middag
(circa 16.00/16.30 uur).
Gegevens van de Studiedienst van de VRT tonen aan dat het kijkgedrag in
Vlaanderen en Nederland op dit punt in het geheel niet verschilt. Ook in Vlaanderen
is de kijkdichtheid om 06.00 uur minimaal (en dat geldt ook voor de hele
voorafgaande nacht), met een kleine piek rond het middaguur en een aantrekken van
de kijkdichtheid in de loop van de middag.
Kortom: televisiekijken gebeurt in Vlaanderen, Nederland en Europa 's avonds -als
BVN uitzendt- en niet of minimaal in de nachtelijke uren en/of overdag.
Een niet onaanzienlijke bijkomende consequentie is dat een zender die 24 uur per
dag uitzendt ook een permanente 24-uurs personele bezetting nodig heeft (24 uur/7
dagen per week).
BVN beschikt thans over een kleine operationele staf die bij een 24-uurszender
verveelvoudigd moet worden en dat voor een wel heel kleine groep
Nederlandstaligen in Europa 's nachts en overdag.
De conclusie kan niet anders luiden dan dat de financiële consequenties van
uitbreiding van BVN tot een permanente 24-uurs zender voor Europa, niet in
verhouding staat tot het uiterst kleine publiek overdag en 's nachts. Gezien het
geringe bereik en de hoge kosten, is een 24/24 uur zender dan ook niet wenselijk.
Wel verdient het aanbeveling om -gezien de oplopende kijkcijfers later in de
middag- te onderzoeken of de uitzendingen vanBVN eerder kunnen beginnen, b.v.
om 17.00 of om 18.00 uur.
6
10. Uitbreiding naar andere werelddelen
Nu de Europa-uitzendingen door de Nederlandse regering zijn gewaarborgd, is gezien de doelstellingen van BVN- een verdere uitbreiding naar andere delen van de
wereld voor de hand liggend. Daarbij is prioriteitsstelling en fasering gewenst.
Als criteria voor de eerste fase van doorgifte van BVN buiten Europa kunnen gelden:
-
de locatie van de Nederlandstaligen in de wereld (Europa, USA/Canada,
AntillenIAruba en Suriname,Australië/Nieuw-Zeeland, Zuidelijk en Zuid-Afrika),
en de aantallen Nederlandstaligen (zie bijlage 2 en 3)
-
de gebleken behoefte aan ontvangst van BVN
Deze behoefte blijkt niet alleen te bestaan bij eerste-generatie
Nederlandstaligen, maar in toenemende mate bij de tweede en derde
generatie die het Nederlands spreken en/of verstaan en die een grote
belangstelling hebben voor hun "'roots", de taal en de cultuur van het
"vaderland" van hun ouders en grootouders (alleen al in Nieuw-Zeeland circa
200.000 personen, in Canada 890.000). Een indicatie van deze behoefte blijkt
uit de vele verzoeken die de Nederlandse Wereldomroep heeft ontvangen uit
met name de USA en Canada, de Antillen, Aruba en Suriname en uit Australië
en Nieuw Zeeland om BVN te mogen ontvangen.
-
de technische mogelijkheden van satellietdoorgifte
-
de organisatie van de ontvangstmogelijkheden ter plekke en
-
de kosten van satellietdoorgifte.
Bij satellietdoorgifte gaat het om de up-link (het verzenden van het signaal naar de
satelliet), de transmissie (het overbrengen per satelliet), de down-link (het ontvangen
ter plaatse met een individuele satellietontvanger of op een kabelkopstation) en de
eventuele verdere verspreiding van het signaal via satelliet, kabel of aardse zenders.
Bij kabeldoorgifte kan het signaal in het normale basispakket worden opgenomen of
als abonneeprogramma worden aangeboden.
De technische mogelijkheden van satellietdoorgifte naar andere continenten zijn in
beginsel onbeperkt. Met de doorgifte naar USA en Canada en de Antillen en
Suriname is inmiddels praktische ervaring opgedaan. Gebleken is dat de
mogelijkheden voor verdere regionale distributie aldaar het best zijn gewaarborgd.
De kosten van satellietdoorgifte worden bepaald door de aanwezige
transpondercapaciteit. Die neemt vooral naar Noord- en Latijns-Amerika voortdurend
toe met als gevolg dalende kosten van doorgifte. De eerder door de Wereldomroep
genoemde bedragen blijken nog steeds valide: jaarlijks per werelddeel ca. US$ 1 mln
aan satellietkosten.
7
Voor de beide Amerika's is in totaal US$ 2 mln. op jaarbasis nodig uitgaande van een
24 uurtransponder (via PanAmsat 3 en aanvullend via de Amerikaanse Echostar 3satelliet). Om BVN in de USA en Canada te kunnen ontvangen, zullen de kijkers over
een ontvangstset moeten beschikken (eenmalig circa US$ 200 à 300) en zich op
BVN moeten abonneren middels een kabelabonnement (US$ 5 à 10 per maand).
Conclusie: de combinatie van de locatie van de Nederlandstaligen in de wereld en de
aantallen Nederlandstaligen, de gebleken behoefte aan ontvangst van BVN, de
technische mogelijkheden van satellietdoorgifte en -ontvangst en de daaraan
verbonden kosten, leidt tot de keuze voor doorgifte van BVN naar -in eerste instantieNoord- en Zuid-Amerika.
11. Vlaams-Nederlandse educatieve uitzendingen via satelliet
In het Vlaams Parlement heeft Minister-President Van den Brande het plan geopperd
om overdag -buiten de reguliere zendtijd van BVN- de satelliet te gebruiken voor
gezamenlijke Vlaams-Nederlandse educatieve uitzendingen. Vlaanderen (VRT,
universiteiten etc.) en Nederland kunnen alleen niet voldoende educatieve
programma's leveren om de zendtijd overdag adequaat te vullen. De VRT heeft haar
educatieve dienst zelfs geheel opgeheven.
In Nederland wordt door de NOS al geruime tijd gestudeerd op de mogelijkheid van
themakanalen (nieuws, kinderprogramma's) via de satelliet. Een mogelijke realisering
van themakanalen door de NOS wordt mede bepaald door de uitkomsten van de
politieke discussie over het aantal publieke zenders in Nederland: terug naar 2 of
behoud van 3. Teleac/NOT, NOS en RVV willen eerst het regeerakkoord afwachten
alvorens tot nadere menings- en besluitvorming over te gaan.
De plannen voor educatieve uitzendingen overdag vragen om serieus onderzoek en
overleg in brede kring. Om de meningsvorming over het plan-Van de Brande te
bevorderen, zal de werkgroep Media van het Algemeen-Nederlands Verbond in het
najaar van 1998 een symposium beleggen aan de Universiteit van Antwerpen,
waaraan wordt deelgenomen door alle belanghebbenden, politici en Vlaamse en
Nederlandse omroepen.
12. Besluitvorming
De Commissie ter uitvoering van het Vlaams-Nederlands Cultureel Verdrag is van
mening dat
12.1. BVN een belangrijk middel is om informatie te verschaffen aan Nederlanders
en Vlamingen buiten de landsgrenzen over de ontwikkelingen in het Nederlandse
taalgebied op het vlak van kunst en cultuur, maatschappij, economie, wetenschap en
sport;
12.2. BVN op duurzame wijze kan bijdragen aan het verspreiden van een
hedendaags beeld van Vlaanderen en Nederland naar Europa en andere
werelddelen aan niet-Nederlandstaligen;
8
12.3. BVN de culturele verbondenheid van Nederland en Vlaanderen met de
Nederlandse taal als dragend element en de uitstraling van de cultuur van
Vlaanderen en Nederland naar andere delen van Europa en van de wereld op
effectieve wijze tot uitdrukking brengt;
12.4. een gezamenlijk optreden van Vlaanderen en Nederland in BVN-verband
voortreffelijk past in het kader van de doelstellingen van het Cultureel Verdrag tussen
Nederland en Vlaanderen.
De Commissie ter uitvoering van het Vlaams-Nederlands Cultureel Verdrag dringt er
op aan dat
12.5. mede uit een oogpunt van efficiëntie BVN als een gezamenlijk VlaamsNederlands project tot ontwikkeling wordt gebracht;
12.6. Vlaanderen in het kader van de samenwerking via de VRT programmatische en
bestuurlijk-organisatorische (mede) verantwoordelijkheid voor BVN op zich neemt,
zodat de samenwerking tussen de Nederlandse en de Vlaamse publieke omroepen
via BVN versterkt wordt;
12.7. door BVN een onderzoek wordt verricht naar de mogelijkheid en de
wenselijkheid de Europa-uitzendingen van BVN eerder te laten beginnen,
bijvoorbeeld om 17 of om 18 uur;
12.8. het plan van de Vlaamse Minister-President om overdag -buiten de normale
zendtijd van BVN- de satelliet te gebruiken voor gezamenlijke Vlaams-Nederlandse
educatieve uitzendingen, voorwerp zou zijn van ernstig onderzoek en grondig
overleg in brede kring tussen alle belanghebbenden.
De Commissie ter uitvoering van het Vlaams-Nederlands Cultureel Verdrag adviseert
de Vlaamse en Nederlandse regeringen met aandrang in het kader van hun
buitenlands cultuurbeleid:
12.9. BVN als een gezamenlijk project verder tot ontwikkeling te brengen, ook op het
vlak van de budgettaire middelen, waarbij de Vlaamse bijdrage aan het totale BVNproject aangewend wordt voor de verdere uitbreiding van de satellietuitzendingen in
en buiten Europa, met als eerste stap de doorgifte naar Noord- en Zuid-Amerika.
Het potentiële publiek van BVN
A. In het buitenland verblijvende Nederlanders
De getallen zijn gebaseerd op zeer conservatieve gegevens van het CBS en het
NIPO van officieel geregistreerde Nederlanders in het buitenland. Het aantal
Nederlanders in het buitenland is enkele malen groter dan uit deze gegevens blijkt.
Veel Nederlanders verblijven namenlijk in het buitenland zonder dat zij zich officieel
laten registreren (uit/in).
9
1. De buitenlandse vakantiegangers (één of meer vakanties met minimaal 5
overnachtingen):
- jaarlijks 10 miljoen vakanties door Nederlanders in het buitenland
- in 1997 brachten 6,7 mln. Nederlanders hun hoofdvakantie in het buitenland
door; van deze groep brengt 10% (650.000) hun vakantie door buiten Europa
(bronnen: CBSINIPO )
2. Nederlandse emigranten
- circa 700.000 geëmigreerde Nederlanders wonen permanent in het buitenland
en hebben zich officieel uit Nederland laten uitschrijven. Ruim de helft
(355.000) woont in Europa. In Noord- en Latijns-Amerika wonen 140.000
Nederlanders (USA 71.000, Canada 40.000), in Oceanië 139.000
Nederlanders ( Australië 83.000, Nieuw Zeeland 55.000 ), in Azië ruim 14.000
en in Afrika 46.000 (Republiek Zuid-Afrika 35.000). (bron: CBS )
-
Het potentiële publiek voor BVN is vele malen groter dan de officiële
700.000. Bij dit aantal dienen te worden opgeteld de gezinsleden en de
tweede en derde generatie Nederlanders die ook de Nederlandse taal spreken
en/of verstaan (alleen al in Nieuw Zeeland circa 200.000 personen, in Canada
890.000). Dat blijkt o.m.uit de vele verzoeken die de Wereldomroep ontvangt
van Nederlandse clubs over de hele wereld, die in contact willen blijven met
het "vaderland".
3. Nederlanders semi-permanent en niet-zakelijk in het buitenland wonend
- 90.000 Nederlanders in Europa.
Deze groep neemt de laatste vijf jaar aanzienlijk toe. Hun verblijfsduur in het
buitenland wordt weliswaar langer, maar zij worden officieel niet als emigrant
aangemerkt.
4. Nederlanders beroepsmatig of voor studie in het buitenland
- circa 60.000 alleen bij profit-organisaties. Gegevens over Nederlanders in de
non profit-sector (overheid, ontwikkelingshulporganisaties, ambassades etc. )
zijn (nog) niet bekend.
- 12.500 Nederlanders studeren in het buitenland (bron: NIPO).
B. De Nederlandse taal wordt gesproken op de Antillen en Aruba (220.000
inwoners), in Suriname (330.000) en het Nederlands wordt verstaan in Zuid-Afrika en
Indonesië.
C. Onderwijs in de Nederlandse taal
-
-
220 docenten in de Nederlandse taal aan extra-murale universiteiten en
hogescholen in 30 landen in Europa en 13 landen buiten Europa (bron:
Taalunie)
studenten in de Nederlandse taal in de wereld naar schatting 130.000 (bron
Boswell Instituut). In Duitsland studeren aan universiteiten 5.600 studenten
10
Nederlands. In Zuid- Afrika neemt de belangstelling voor de Nederlandse taal
voortdurend toe.
Gevolg:
De Vlaamse regering besliste structureel deel te nemen aan het BVN-project,
waardoor Vlaanderen ook vertegenwoordigd werd in de raad van bestuur. Het
budget dat van Vlaamse kant werd ingebracht, werd verhoogd. Het zendgebied werd
verruimd zoals door CVN gesuggereerd.
11