%0: 6HUYLFH7UDLQLQJ ( $GYDQFHG6DIHW\ (OHFWURQLFV 0DWHULDDOYRRU GHGHHOQHPHU OPMERKING De informatie in de cursusbrochure is uitsluitend bestemd voor de deelnemers aan deze cursus van BMW Service Training. Zie voor wijzigingen/aanvullingen op de technische gegevens de respectievelijke informatie van de "Technische Dienst". © 2002 BMW AG München, Germany. Nadruk, ook uittrekselgewijs, alleen met schriftelijke toestemming van BMW AG, München VS-42 MFP-HGK-BRK-E60_1000 Inhoud Pagina CD 1 Advanced Safety Electronics ASE Inleiding - Noviteiten van de Advanced Safety Electronics - Voordelen van het systeem Systeemoverzicht - Busoverzicht EU - Input/Output EU - Systeemschema EU Onderdelen EU - byteflight - Veiligheids- en gatewaymoduul SGM - Satelliet B-stijl links/rechts SBSL/SBSR - Portiermoduul bestuurder/passagier TMFA/TMBF - Satelliet midden van de auto SFZ - Schakelcentrum stuurkolom SZL - Gordelslotschakelaar - Stoelbezettingsherkenning - Diagnose accukabel - Frontairbag bestuurderszijde - Frontairbag passagierszijde - Advanced ITS (hoofdairbag) - Zij-airbag - Gordelspanner - Actieve hoofdsteun - Veiligheidsaccuklem SBK Systeemfuncties - Activeringsalgoritme - Noodoproep EU Exportuitvoering USA - Inleiding Systeemoverzicht US Componenten Aanwijzingen voor de werkplaats 1 1 2 3 4 4 6 8 10 12 13 18 20 24 25 28 29 30 34 35 36 38 39 41 43 44 44 50 52 52 53 57 65 E60 Advanced Safety Electronics Advanced Safety Electronics ASE Inleiding Advanced Safety Electronics ASE is het nieuwe passieve veiligheidssysteem van de E60 en zijn varianten. ASE volgt de tot dusverre toegepaste MRS-systemen (Multiple Restraint System) op. Het systeem is gebaseerd op dezelfde technologie als het intelligent veiligheids- en informatiesysteem ISIS van de E65/E66. ASE is aangepast aan de eisen van de E60. -1- E60 Advanced Safety Electronics - Noviteiten van de Advanced Safety Electronics Bij de E60 wordt, net als bij de E65/E66 de nieuwe glasvezelgeleidertechnologie byteflight toegepast. Het ASE-systeem bestaat uit een centrale regeleenheid, de veiligheids- en gatewaymoduul SGM en meerdere satellieten. De satellieten met hun sensoren bevinden zich decentraal op strategische punten in de auto en wisselen hun informatie uit met de SGM. De voordelen van de nieuwe veiligheidstechnologie liggen in de volgende gebieden: - Snellere gegevensbepaling en gegevensoverdracht (10 MBit/s) - Exacte herkenning van een botsing - Airbagstuursysteem in een netwerk - Selectieve activering - Preciezere aansturing van de slimme airbags - Gegarandeerde activering - Ongevoelig voor elektromagnetische storingen - Diagnose van de accukabel met zo nodig loskomen van de veiligheidsaccuklem -2- E60 Advanced Safety Electronics - Voordelen van het systeem Door meerdere versnellingssensoren op strategische punten in de auto wordt een botsing preciezer herkend dan bij het meervoudig veiligheidssysteem MRS. De door de versnellingssensoren in de auto bepaalde vertragingen worden allen aan de veiligheids- en gatewaymoduul SGM doorgegeven. De SGM wisselt de versnellingsgegevens met alle satellieten uit. Hierdoor ontstaat een exacter beeld van de botsingssituatie. Daardoor is een getimede en selectieve activering van de actuatoren afhankelijk van de botsing mogelijk. Bij een botsing worden alleen die actuatoren geactiveerd, die benodigd zijn voor de optimale bescherming van de inzittenden. Hierdoor worden de reparatiekosten lager en wordt de auto in een gunstiger verzekeringsgroep ingedeeld. -3- E60 Advanced Safety Electronics Systeemoverzicht - Busoverzicht EU KT-10850 Afb. 1: Totaaloverzicht bussystemen E60 EU -4- E60 Advanced Safety Electronics Index Verklaring Index Verklaring CAS Car Access Systeem TEL Telefoon SZM Schakelcentrum middenconsole CDC CD-wisselaar PDC Park Distance Control SGM Veiligheids- en gatewaymoduul DWA Diefstalbeveiligingsinstallatie SBSL Satelliet B-stijl, links RLS Regen-/lichtsensor TMFA Portiermoduul bestuurderszijde AHM Aanhangermoduul SFZ Satelliet midden van de auto SMFA Stoelmoduul bestuurderszijde SZL Schakelcentrum stuurkolom LM Lichtmoduul TMBF Portiermoduul passagierszijde IHKA Geïntegreerde verwarmings-/ airconditioningsregeling SBSR Satelliet B-stijl, rechts SMBF Stoelmoduul passagierszijde ACC Actieve snelheidsregeling KBM Carrosserie basismoduul EKP Elektrische brandstofpomp SH Interieurvoorverwarming ALC Actieve koplampen CON Controller EGS Elektronische transmissieregeling KOMBI Instrumentenpaneel ARS DynamicDrive CID Central Information Display AFS Actieve besturing SHD Schuif-/kanteldak DSC Dynamische stabiliteitscontrole M-ASK Multi-audiosysteemcontroller DME Digitale motorelektronica TOP-HIFI Top-HiFi-versterker DDE Digitale dieselelektronica -5- E60 Advanced Safety Electronics - Input/Output EU KT-10938 Afb. 2: Systeemoverzicht met onderdelen -6- E60 Advanced Safety Electronics Index Verklaring Index Verklaring 1 Portiermoduul bestuurderszijde 21 Diagnose-aansluitingen 2 Schakelcentrum stuurkolom 22 Servotronic-klep (optie) 3 Gordelslotschakelaar bestuurderszijde 23 Carrosserie basismoduul 4 Satelliet B-stijl, links 24 Lichtmoduul 5 Gordelslotschakelaar linksachter (optie) 25 Digitale motorregeling 6 Aansluiting van de kortsluitingsdetectie in de motorruimte 26 Noodsignaal telefoon 7 Veiligheids- en gatewaymoduul 27 Zij-airbag passagierszijde 8 Zij-airbag bestuurderszijde 28 Portiermoduul passagierszijde 9 Frontairbag bestuurderszijde 29 Veiligheidsaccupoolklem 10 Gordelspanner bestuurderszijde 30 Satelliet midden van de auto 11 Actieve hoofdsteun bestuurderszijde 31 Satelliet B-stijl, rechts 12 Gordelslotschakelaar passagierszijde 32 Frontairbag passagierszijde 13 Actieve hoofdsteun passagierszijde 33 Hoofdairbag AITS II rechts 14 Stoelbezettingsherkenning 34 Gordelspanner passagierszijde 15 Zij-airbag linksachter (optie) 35 Zij-airbag rechtsachter (optie) 16 Gordelslotschakelaar rechtsachter (optie) 36 Gordelspanner rechtsachter (optie) 17 Gordelspanner linksachter (optie) 18 Aansluiting van de kortsluitingsdetectie in de kofferruimte 19 Hoofdairbag AITS II links 20 ECO-ventiel (alleen bij AFS) -7- E60 Advanced Safety Electronics - Systeemschema EU KT-10940 Afb. 3: Systeemschema EU -8- E60 Advanced Safety Electronics Index Verklaring Index Verklaring 1 Startmotor 21 Zij-airbag linksachter (optie) 2 Dynamo 22 Gordelspanner rechtsachter (optie) 3 ECO-ventiel (alleen bij AFS) 23 Accu 4 Servotronic-klep (optie) 24 Veiligheidsaccupoolklem 5 Carrosserie basismoduul 25 Gordelspanner linksachter (optie) 6 Digitale motorregeling 26 Gordelslotschakelaar rechtsachter (optie) 7 Automatische noodoproep 27 Zij-airbag linksachter (optie) 8 Telematica Control Unit 28 Actieve hoofdsteun bestuurderszijde 9 Handmatige noodoproeptoets 29 Gordelspanner passagierszijde 10 Diagnose-aansluitingen 30 Satelliet B-stijl, links 11 Portiermoduul passagierszijde 31 Gordelslotschakelaar bestuurderszijde 12 Hoofdairbag AITS II rechts 32 Satelliet midden van de auto 13 Zij-airbag passagierszijde 33 Frontairbag bestuurderszijde 14 Gordelslotschakelaar passagierszijde 34 Zij-airbag voor 15 Gordelspanner passagierszijde 35 Hoofdairbag AITS II links 16 Satelliet B-stijl, rechts 36 Aftakpunt motorruimte 17 Frontairbag passagierszijde 37 Portiermoduul bestuurderszijde 18 Actieve hoofdsteun passagierszijde 38 Schakelcentrum stuurkolom 19 Stoelbezettingsherkenning 39 Veiligheids- en gatewaymoduul 20 Gordelslotschakelaar rechtsachter (optie) 40 -9- E60 Advanced Safety Electronics Onderdelen EU Het passieve veiligheidssysteem Advanced Safety Electronics in de EU-versie bestaat uit de volgende onderdelen: Bussysteem - Het optische bussysteem byteflight Regeleenheden - Veiligheids- en gatewaymoduul - Satelliet B-stijl links SBSL met acceleratiesensoren - Satelliet B-stijl rechts SBSR met acceleratiesensoren - Portiermoduul bestuurderszijde met portierdruksensor - Portiermoduul passagierszijde met portierdruksensor - Satelliet midden van de auto met versnellingssensoren - Satelliet schakelcentrum stuurkolom Sensoren - Gordelslotschakelaar bestuurderszijde vóór - Gordelslotschakelaar passagierszijde vóór - Gordelslotschakelaar bestuurderszijde achter (optie) - Gordelslotschakelaar passagierszijde achter (optie) - Stoelbezettingsherkenning passagierszijde - Diagnose accukabel - 10 - E60 Advanced Safety Electronics Actuatoren - Frontairbag, 2-traps, bestuurderszijde - Frontairbag, 2-traps, passagierszijde - Hoofdairbag links en rechts - Actieve hoofdsteunen links en rechts (optie 456 Multifunctionele stoel) - Zij-airbag portier links- en rechtsvoor - Zij-airbag portier links- en rechtsachter (optie 261) - Gordelspanner links- en rechtsvoor - Gordelspanner links- en rechtsachter (optie 261) - Veiligheidsaccupoolklem - Airbagwaarschuwingslamp - Servotronic-klep - ECO-ventiel (Electrially Controlled Orifice) - 11 - E60 Advanced Safety Electronics - byteflight Voor de E60 wordt de beproefde glasvezelgeleidertechnologie byteflight van de E65/E66 overgenomen. Door de voortdurende toename van het aantal sensoren en actuatoren is een bijzonder snelle en gegarandeerde gegevensuitwisseling noodzakelijk. Het bussysteem bestaat uit de centrale veiligheids- en gatewaymoduul SGM en de satellieten. De satellieten zijn stervormig met de SGM via kunststof optische kabels met elkaar verbonden. De gegevensuitwisseling vindt bidirectioneel met zeer hoge snelheid (10 MBit/s) plaats. Daartoe beschikt elke satelliet over een zend-/ontvangstmoduul. De SGM heeft voor elke satelliet een aparte zend-/ontvangstmoduul (6). Index Omschrijving SGM Veiligheids- en gatewaymoduul SBSL Satelliet B-stijl, links SBSR Satelliet B-stijl, rechts TMFA Portiermoduul bestuurderszijde TMFB Portiermoduul passagierszijde SFZ Satelliet midden van de auto SZL Schakelcentrum stuurkolom KT-11386 Afb. 4: Bussysteem byteflight Door het toepassen van speciale veiligheidsprotocollen (telegrammen) is een abusievelijke activering vrijwel uitgesloten. De satellieten activeren de noodzakelijke actuatoren alleen als een speciaal telegram (alarmmodus) door de SGM aan de satellieten is gezonden. - 12 - E60 Advanced Safety Electronics - Veiligheids- en gatewaymoduul SGM De veiligheids- en gatewaymoduul SGM is een combinatie van de veiligheidsinformatiemoduul (SIM E65) en de Centrale Gateway Moduul (ZGM E65). De software en de gehele functie van de ZGM zijn geheel in de SGM overgenomen. De functies van de SIM zijn eveneens overgenomen en uitgebreid. KT-10910 Afb. 5: Integratie van de regeleenheden tot de SGM De veiligheids- en gatewaymoduul SGM in de EU-versie neemt de volgende functies over: - Spanningsvoorziening van de satellieten - Verzorgen van de energiereserve 60 V (SIM 400 V) bij eventueel uitvallen van de spanningsvoorziening tijdens een ongeval - Functie van de sterkoppeling en de busmaster van de byteflight - Gateway-functie van de overige bussystemen K-CAN, PT-CAN en diagnosebus - Het geheugen is in de SGM geïntegreerd - Beschikbaarstellen van de botsingstelegrammen ter activering van verschillende functies in anderen systemen (zie gateway-functies) - Aansturing van de servotronic-klep van de stuurbekrachtiging - Aansturing van het ECO-ventiel van de hydraulische pomp - 13 - E60 Advanced Safety Electronics De veiligheids- en gatewaymoduul SGM bevindt zich in de zekeringenkast achter het dashboardkastje en is aangepast aan het nieuwe veiligheidssysteem ASE. De onderdelen van de ZGM zijn op de printplaat van de SIM ondergebracht. De ZGM heeft een eigen microprocessor en een eigen diagnose-adres. De tot dusverre toegepaste glasvezelkabelcombinatie tussen ZGM en SIM is vervangen door een elektrische verbinding. M.b.v. een byteflight-controller worden dezelfde telegrammen overgebracht, als bij een optische verbinding. Opmerking: Bij de diagnose moet er rekening mee worden gehouden, dat twee regeleenheden worden aangesproken, hoewel zij in één huis zijn ondergebracht. Spanningsvoorziening De SGM wordt via de klemmen 30 en 31 van spanning voorzien. Via een spanningsomvormer (10,2 V) en een intelligente stroomverdeler met overstroombeveiliging worden de satellieten van spanning voorzien. In het geval van een storing kunnen de satellieten door de stroomverdeler afzonderlijk worden uitgeschakeld. Energiereserve Tegelijkertijd wordt de energiereserve opgeladen. De energiereserve bestaat uit een buffercondensator (60 V). Als de boordnetspanning daalt tot onder een gedefinieerde waarde, wordt overgeschakeld op de energiereserve. Daarmee is tot het ontladen van de energiereserve de gehele werking van het veiligheidssysteem gedurende circa 1 seconde gewaarborgd. Opmerking: Bij werkzaamheden aan het veiligheidssysteem moet erop worden gelet, dat na het losmaken van de accu het veiligheidssysteem altijd nog gedurende enige seconden in werking kan treden, totdat de condensatoren ontladen zijn. - 14 - E60 Advanced Safety Electronics Sterkoppeling De sterkoppeling met de 6 zend-/ontvangstmodulen wordt via een nageschakelde spanningsomvormer van spanning voorzien (5 V). Op dezelfde wijze worden de beide microprocessoren van spanning voorzien. Aan de sterkoppeling zijn de afzonderlijke byteflight verbindingen naar de satellieten aangesloten. De sterkoppeling stuurt elke 250 µs een synchronisatiepuls uit. Tussen deze synchronisatiepulsen worden via de byteflight de telegrammen van en naar de satellieten (bidirectioneel) doorgegeven. In de satellieten bevinden zich acceleratie- en druksensoren. Door deze sensoren wordt de botsing herkend. De sensorgegevens worden door de satellieten aan de sterkoppeling doorgegeven. De sterkoppeling geeft de informatie aan alle satellieten door. Op deze manier beschikt elke satelliet over dezelfde informatie. Aan de hand van de ontvangen informatie herkent de SGM, of een botsing plaatsvindt. De SGM vergelijkt de waarden met de beschikbare algoritmen en activeert boven een bepaalde grenswaarde via de synchronisatiepuls de alarmmodus. Door de alarmmodus worden de satellieten in gereedheid voor activeren gebracht. Afhankelijk van de botsingintensiteit en de beschikbare activeringsalgoritmen in de satellieten worden de betreffende noodzakelijke actuatoren aangestuurd. - 15 - E60 Advanced Safety Electronics Gateway In de SGM zijn alle functies van de Centrale Gateway Moduul van de E65 geïntegreerd. De gateway-functie heeft de taak, de verschillende bussystemen van de E60 met elkaar te verbinden. In de E60 worden de volgende bussystemen toegepast: - byteflight - K-CAN - PT-CAN - Diagnosebus - MOST (via een aparte gateway in de M-ASK op de K-CAN) KT-10950 Afb. 6: Gateway-functie van de SGM Index Verklaring 1 Veiligheids- en gatewaymoduul 2 Gateway-functie 3 Diagnosebus 4 K-CAN 5 PT-CAN met wekverbinding 6 byteflight Geheugen Door het invoeren van een permanent geheugen in de SGM worden de volgende acties opgeslagen: - 16 - E60 Advanced Safety Electronics - Welke bus abusievelijk het gehele bussysteem heeft gewekt - Welke deelnemer na het uitschakelen van klem R en het verlopen van de nalooptijd (30 min) het inslapen van het bussysteem voorkomt. Bij het invoeren in het geheugen worden de veroorzaker, de tijd en de kilometerstand opgeslagen. Daarmee is later een zinvolle diagnose mogelijk. - 17 - E60 Advanced Safety Electronics - Satelliet B-stijl links/rechts SBSL/SBSR De SBSL regelt en bewaakt de volgende ontstekingscircuits: - Hoofdairbag (AITS II) links - Actieve hoofdsteun links en rechts - Zij-airbag in het portier linksachter (optie 261) - Gordelspanner links - Gordelspanner linksachter (optie 261) KT-10074 Afb. 7: Satelliet B-stijl links/rechts De SBSR regelt en bewaakt de volgende ontstekingscircuits: - Frontairbag passagierszijde - Hoofdairbag (AITS II) rechts - Zij-airbag in het portier rechtsachter (optie 261) - Gordelspanner rechts - Gordelspanner rechtsachter (optie 261) De satellieten B-stijl links/rechts bevinden zich onderin de B-stijlen in de omgeving van de dorpel en zijn via de byteflight met de SGM verbonden. - 18 - E60 Advanced Safety Electronics De satellieten B-stijl links/rechts SBSL/SBSR zijn via de byteflight met de SGM verbonden. De spanningsvoorziening van de satellieten wordt eveneens door de SGM geregeld en wordt door een buffercondensator opgeslagen. In de slaapmodus van de byteflight wordt de spanningsvoorziening van de satellieten door de SGM uitgeschakeld. In de satellieten zijn voor het opnemen van de langsversnelling en voor het opnemen van de dwarsversnelling sensoren geïntegreerd. De sensor levert een spanning als meetgrootheid. Deze spanning is een maat voor de positieve en negatieve versnelling van de auto en wordt in de satellieten geëvalueerd. De sensoren leveren voortdurend de gemeten waarden. De meetwaarden worden via byteflight aan alle satellieten en de SGM doorgegeven. Als de SGM een kritisch gebied herkent, wordt de alarmmodus via de synchronisatiepuls geactiveerd. Door de alarmmodus worden de satellieten in gereedheid voor activeren gebracht. Door de in de satellieten aanwezige activeringsmatrix worden afhankelijk van de kracht van de botsing de noodzakelijke actuatoren aangestuurd. De ontstekingselementen zijn op de ontstekingseindtrappen van de satellieten aangesloten en worden door de ontlading van condensatoren ontstoken. De zelfdiagnose van de ontstekingscircuits tijdens de Pre-Drive-Check en tijdens normale omstandigheden is voor alle satellieten gelijk. De diagnose van de accukabel vindt door beide satellieten plaats. De aansluiting van de bewakingsbedrading in de motorruimte is op de SBSL aangesloten. De aansluiting van de bewakingsbedrading op de accu in de kofferruimte is op de SBSR aangesloten. De exacte beschrijving van de diagnose van de accukabel vindt u in het onderdeel Diagnose van de accukabel. Werkspanning 10,2...10,7 V Volledige werking Werkspanning 10,7...16 V Beperkte functie, diagnose van de ontstekingscircuits niet mogelijk Stroomafname Gemiddeld 90 mA Onder normale omstandigheden - 19 - E60 Advanced Safety Electronics - Portiermoduul bestuurder/passagier TMFA/TMBF De portiermoduul bestuurder/passagier is een combinatie van de portiermoduul met de carrosserie-elektronicafuncties en de satelliet voorportier. De portiermoduul bestuurder/passagier regelt en bewaakt het ontstekingscircuit van de zij-airbag in het portier. Bovendien wordt m.b.v. de druksensor in het portier een botsing van opzij gemeten. KT-11067 Afb. 8: Portiermoduul met aansluitingen Index Verklaring 1 Boringen voor de bevestigingsbouten 2 Inlaatkanaal van de druksensor 3 Stekker voor het schakelaarblok 4 Stekker voor de spanningsvoorziening (stroom) 5 Stekker voor de ingangssignalen 6 Stekker voor de buitenspiegel 7 Stekker voor het ASE-systeem Hierna worden in dit hoofdstuk alleen die functies beschreven die voor het ASE-systeem relevant zijn. De overige functies vindt u in het hoofdstuk Algemene voertuigelektronica. - 20 - E60 Advanced Safety Electronics De portiermoduul bestuurder/passagier is gemonteerd op de binnenbeplating van het portier boven de portieropener. KT-11069 Afb. 9: Montageplaats van de portiermoduul Index Verklaring 1 Bouten voor het uitbouwen van de portiermoduul 2 Bouten niet losdraaien Opmerking: Bij het uitbouwen van de portiermoduul, moet er beslist op worden gelet dat de binnenste bouten (2) van de portiermoduul niet worden losgedraaid. De bouten houden het huis van de portiermoduul samen en garanderen de afdichting van de druksensor. Als de bouten worden losgedraaid, is storingsvrij functioneren van de druksensor niet meer gewaarborgd. - 21 - E60 Advanced Safety Electronics KT-11168 Afb. 10: Blokschema TMFA/BF Index Verklaring 1 Spanningsregelaar 2 Microprocessor 3 Ontstekingseindtrap 4 Ontstekingselement zij-airbag 5 Druksensor VS_SIM Voedingsspanning LWL byteflight Kl. 30 Klem 30 Kl. 31 Klem 31 massa, via de belastingsstekker op de portiermoduul S/E Zend-/ontvangstmoduul - 22 - E60 Advanced Safety Electronics De portiermodulen met de functie van de satellieten voorportier zijn via de byteflight met de SGM verbonden. De spanningsvoorziening van de satellieten wordt eveneens door de SGM geregeld en wordt door een buffercondensator opgeslagen. In de slaapmodus van de byteflight wordt de spanningsvoorziening van de satellieten door de SGM uitgeschakeld. Via een aparte klem 30 worden de overige portierfuncties (elektrisch bediende ruiten, buitenspiegel, centrale vergrendeling) gewaarborgd. In de portiermoduul is een druksensor geïntegreerd. Deze sensor meet continu de druk in het portier. Bij een aanrijding wordt door het binnendringen van het buitenpaneel de ruimte in het portier kleiner. Hierdoor stijgt de druk. Voor de evaluatie van de botsing zijn de relatieve drukwijziging en de drukstijging gedurende de betreffende tijd maatgevend. De activering en de bewaking van de ontstekingscircuits is gelijk aan die van de satellieten van de B-stijlen. Werkspanning 10,2...10,7 V Volledige werking Werkspanning 10,7...16 V Beperkte functie, diagnose van de ontstekingscircuits niet mogelijk Stroomafname Gemiddeld 90 mA Onder normale omstandigheden - 23 - E60 Advanced Safety Electronics - Satelliet midden van de auto SFZ De satelliet midden van de auto regelt en bewaakt het ontstekingscircuit van de veiligheidsaccuklem. De satelliet midden van de auto bevindt zich op de cardantunnel en is via de byteflight met de SGM verbonden. De satelliet midden van de auto is via de byteflight met de SGM verbonden. De spanningsvoorziening van de satellieten wordt eveneens door de SGM geregeld en wordt door een buffercondensator opgeslagen. In de slaapmodus van de byteflight wordt de spanningsvoorziening van de satellieten door de SGM uitgeschakeld. In de satelliet zijn voor het opnemen van de langsversnelling en voor het opnemen van de dwarsversnelling sensoren geïntegreerd. De sensor levert een spanning als meetgrootheid. Deze spanning is een maat voor de positieve en negatieve versnelling van de auto en wordt in de satellieten geëvalueerd. De sensoren leveren voortdurend de gemeten waarden. De meetwaarden worden via byteflight aan alle satellieten en de SGM doorgegeven. De activering en de bewaking van de ontstekingscircuits is gelijk aan die van de satellieten van de B-stijlen. Werkspanning 10,2...10,7 V Volledige werking Werkspanning 10,7...16 V Beperkte functie, diagnose van de ontstekingscircuits niet mogelijk Stroomafname Gemiddeld 90 mA Onder normale omstandigheden - 24 - E60 Advanced Safety Electronics - Schakelcentrum stuurkolom SZL Het schakelcentrum stuurkolom bestaat uit twee onderdelen, de stuurkolomelektronica (LSE) en de stuurwielelektronica (LRE). De beide elektronische onderdelen zijn met een spiraalveer met elkaar verbonden. Het schakelcentrum stuurkolom regelt en bewaakt de beide ontstekingscircuits van de frontairbag van de bestuurder. KT-11323 Afb. 11: Blokschema SZL Index Verklaring 1 Spanningsregelaar 2 Microprocessor 3 Spiraalveer 4 Stuurwielelektronica met ontstekingseindtrap 5 Ontstekingselement frontairbag fase 1 6 Ontstekingselement frontairbag fase 2 VS_SIM Voedingsspanning Kl. 30 Klem 30 SI_Bus byteflight Kl. 31 Klem 31 S/E Zend-/ontvangstmoduul - 25 - E60 Advanced Safety Electronics Hierna worden de onderdelen genoemd, die direct met de stuurkolomelektronica verbonden zijn: - Aansluiting op de byteflight - De stuurhoeksensor - De richtingaanwijzer- en dimlichtschakelaar - De wisserschakelaar - De schakelaar automatische snelheidsregeling (Tempomat) De spiraalveer vormt de verbinding met de stuurwielelektronica (LRE). De spiraalveer dient voor het doorgeven van de signalen en het elektrisch vermogen. De onderdelen, die direct met de stuurwielelektronica verbonden zijn: - De stuurwielverwarming met temperatuursensor - De Steptronic-toetsen - De claxontoetsen - De multifunctionele toetsenblokken - De ontstekingseindtrap van de frontairbag van de bestuurder Bovendien bevinden zich in het schakelcentrum stuurkolom de volgende onderdelen: - De schakelaar voor de stuurwielverwarming - De schakelaar voor de stuurkolomverstelling - 26 - E60 Advanced Safety Electronics De stuurkolomelektronica (LSE) is via de byteflight met de SGM verbonden. De spanningsvoorziening en de opname van de belastingsstroom vindt plaats via klem 30. De noodstroomvoorziening van de satellieten vindt plaats d.m.v. klem V_SIM van de SGM en wordt door een condensator verzorgd. Deze spanningsvoorziening blijft ook in de slaapmodus ingeschakeld. Bovendien is klem 15 redundant aanwezig. De beide claxons worden direct door de stuurwielelektronica vanaf klem R aangestuurd. In het schakelcentrum stuurkolom bevindt zich de stuurhoeksensor, die zijn gegevens via de F-CAN aan de rijdynamische systemen (DSC, actieve besturing) doorgeeft. Bovendien worden de gegevens via de byteflight en de SGM aan de PT-CAN doorgegeven. Bovendien is er een seriële verbinding met de regeleenheid van de actieve besturing. Via een spiraalveer zijn de stuurkolomelektronica en de stuurwielelektronica met elkaar verbonden. In de stuurwielelektronica bevindt zich de ontstekingseindtrap met de condensator. Op de ontstekingseindtrap zijn de beide ontstekingscircuits van de fasen 1+2 van de frontairbag bestuurderszijde aangesloten. De activering en de bewaking van de ontstekingscircuits is gelijk aan die van de satellieten van de B-stijlen. Werkspanning 10,2...10,7 V Volledige werking Werkspanning 10,7...16 V Beperkte functie, diagnose van de ontstekingscircuits niet mogelijk Stroomafname Gemiddeld 120 mA Onder normale omstandigheden - 27 - E60 Advanced Safety Electronics - Gordelslotschakelaar De gordelslotschakelaar dient om te herkennen of de gordel wordt gebruikt of niet. De herkenning wordt als een telegram naar de betreffende satelliet gestuurd. Het signaal wordt gebruikt voor de evaluatie van de "Seat Belt Reminder SBR"-functie en voor het selectief activeren van de actuatoren in het geval van een botsing. De gordelslotschakelaar bevindt zich in de gordelspanner van de bestuurders- en passagiersstoel. Bij de optie Zij-airbag voor de achterpassagiers zijn links en rechts gordelspanners met gordelslotschakelaars gemonteerd. De gordelslotschakelaar is een Hallsensor met twee draden. De Hallsensor wordt door de satellieten van stroom voorzien. De stroomafname van de schakelaar is het signaal voor de status van de schakelaar. Ter vermindering van het algemene stroomverbruik wordt de schakelaar gefaseerd aangestuurd. De gordelslotschakelaar wordt vanaf klem R voortdurend gediagnosticeerd en bewaakt. Bij EU-auto's wordt vanaf klem 15 AAN een "Seat Belt Reminder SBR"functie gestart. De SBR moet de bestuurder en de passagier erop wijzen de gordel te dragen. De SBR-functie is een aanvulling op het tot dusverre tijdelijk tonen van de gordelwaarschuwing (6 sec) na klem 15 AAN. Als de bestuurder wegrijdt zonder dat de gordel is omgedaan, vindt na een afstand van circa 100 meter een optische en een akoestische waarschuwing plaats. Hetzelfde geldt voor de passagier, als herkend wordt dat de stoel bezet is maar de gordel niet is omgedaan. De gordelwaarschuwingslamp en de akoestische waarschuwing (gong) worden gedurende 90 seconden aangestuurd, behalve als tussentijds de gordel wordt omgedaan. Het gordelslot wordt voortdurend bewaakt. Als de toestand tijdens het rijden verandert, d.w.z. de gordel wordt losgemaakt, wordt een waarschuwing uitgegeven. - 28 - E60 Advanced Safety Electronics Afhankelijk van het exportland (Golfstaten, USA/Canada, Japan) wordt het waarschuwingslampje vanaf klem 15 AAN zo lang ingeschakeld, tot de veiligheidsgordel van de bestuurder in het gordelslot wordt gestoken. Als het gordelslot tijdens het rijden wordt geopend, wordt het waarschuwingslampje weer aangestuurd. Bovendien wordt een akoestische waarschuwing gegeven. Het akoestische signaal is intermitterend en duurt maximaal 90 seconden. Bij de exportuitvoeringen wordt voor de gordelwaarschuwing alleen de gordelslotschakelaar van de bestuurder geëvalueerd. - Stoelbezettingsherkenning De stoelbezettingsherkenning bevindt zich in de zitting van de passagiersstoel. De stoelbezettingsherkenning vindt plaats d.m.v. druksensoren. Er wordt herkend of de stoel belast is. Vanaf een gewicht van circa 12 kg wordt de stoel als bezet beschouwd. - 29 - E60 Advanced Safety Electronics - Diagnose accukabel Bij de E60 is de accukabel tussen de kofferruimte en de motorruimte aan de buitenzijde onder de auto gemonteerd. De accukabel wordt voor de veiligheid bij auto's met benzinemotor bewaakt. Bij een beschadiging van de kabel bij een ongeval of als de auto op de vangrails terecht komt wordt de accukabel ontkoppeld van de accu en de dynamo uitgeschakeld. Daarmee wordt kortsluiting en mogelijk vonkvorming voorkomen. De accukabel is van een laag-ohmig metalen vlechtwerk voorzien, die zowel t.o.v. de carrosserie als t.o.v. de accukabel is geïsoleerd. Dit metalen vlechtwerk vormt de kortsluitingsdetectie. De volgende afbeelding toont de constructie van de accukabel. KT-9891 Afb. 12: Opbouw van de diagnose accukabel Index Verklaring 1 Uitwendige isolatie 2 Kortsluitingdetectie 3 Isolatie aluminium kabel 4 Aluminium kabel 120 mm2 - 30 - E60 Advanced Safety Electronics Diagnose De accukabel wordt door een speciale schakeling tussen de satellieten SBSL en SBSR gediagnosticeerd. De volgende afbeelding toont de principiële werking van de diagnose van de accukabel. KT-10089 Afb. 13: Schema van de diagnose van de accukabel Index Verklaring G Dynamo M Startmotor 1 Accukabel 2 Kortsluitingdetectie 3 Veiligheidsaccuklem SBK 4 Accu SBSL Satelliet B-stijl, links SBSR Satelliet B-stijl, rechts µP Microprocessor - 31 - E60 Advanced Safety Electronics De diagnose van de accukabel vindt plaats via het laag-ohmige metalen vlechtwerk van de accukabel (= kortsluitingsdetectie). Bij de beide uiteinden van de kortsluitingdetectie is een aansluiting aangebracht (bij de veiligheidsaccuklem in de kofferruimte en bij de aftakking in de motorruimte). De aansluiting op de veiligheidsaccuklem in de kofferruimte is met de satelliet rechter B-stijl verbonden. De tweede aansluiting in de motorruimte is met de satelliet linker B-stijl verbonden. In de satellieten bevinden zich analoog-/digitaal-omvormers, die met de microprocessoren van de satellieten verbonden zijn. De aansluitingen van de diagnose van de accukabel zijn met de analoog-/digitaalomvormers verbonden. In de satelliet rechter B-stijl bevindt zich een pull-upweerstand, in de satelliet linker B-stijl een pull-downweerstand van gelijke grootte. De pull-upweerstand krijgt voedingsspanning van de satelliet (circa 10 V), de pull-downweerstand is met massa verbonden. Door de zeer laag-ohmige draad en de gelijke weerstanden worden de analoog-/digitaal-omvormers van ongeveer de halve spanningswaarde (circa 5 V) voorzien. Bij een storing komen sterk verschillende meetwaarden voor: Toestand Meetwaarde SBSL Meetwaarde SBSR Accukabel OK ≈5V ≈5V Onderbreking van de diagnose-aansluiting ≈0V ≈ 10 V Kortsluiting naar massa ≈0V ≈0V Kortsluiting naar voeding ≈ 10 V ≈ 10 V - 32 - E60 Advanced Safety Electronics Elke 250 µs worden de waarden gemeten, aangestuurd door de synchronisatiepuls. Als de accukabel in orde is, worden de waarden elke 20 ms aan de SIM doorgegeven. Als een duidelijke afwijking van de waarden voorkomt, worden de nieuwe waarden direct doorgegeven. In de volgende gevallen wordt de accukabel dan door de veiligheidsaccuklem van de accu ontkoppeld: - Kortsluiting naar massa (carrosserie) - Kortsluiting naar voeding Tegelijkertijd worden de dynamo en de elektrische brandstofpomp uitgeschakeld. Bijzonder geval Als de uitwendige isolatie beschadigd is (b.v. gescheurd), maar de kortsluitingdetectie geen verbinding met massa heeft, kan het volgende voorkomen: Door vocht (regen) kan de spanning langzaam dalen. Een kortsluiting met massa is herkend, maar de veiligheidsaccuklem wordt niet geactiveerd. In het storingsgeheugen wordt de invoer "Niet-plausibele meetwaarde" opgeslagen. Dit wordt aan de bestuurder kenbaar gemaakt aan de hand van de airbagcontrolelamp. - 33 - E60 Advanced Safety Electronics - Frontairbag bestuurderszijde De frontairbag van de bestuurder heeft tot taak het risico op letsel van de bestuurder bij een botsing te verminderen. De frontairbag van de bestuurder bevindt zich in de afdekplaat van het stuurwiel. De frontairbag van de bestuurder is voorzien van een tweetraps gasgenerator. KT-11434 Afb. 14: Voor- en achteraanzicht moduul van de bestuurdersairbag Index Omschrijving 1 Aansluiting ontstekingstrap 1 2 Aansluiting ontstekingstrap 2 - 34 - E60 Advanced Safety Electronics - Frontairbag passagierszijde De frontairbag van de passagier heeft tot taak het risico op letsel van de passagier bij een botsing te verminderen. De frontairbag van de passagier bevindt zich achter een onzichtbare klep in het dashboard. De airbag is voorzien van een gasgenerator met twee fases. KT-11068 Afb. 15: Moduul passagiersairbag Index Omschrijving 1 Moduul passagiersairbag 2 Traverse voor de moduul passagiersairbag en het instrumentenpaneel Opmerking: Als de passagiersairbag (1) is geactiveerd, moet ook de traverse (2) worden gecontroleerd. Vanwege de hoge optredende krachten kan vervorming van de traverse niet worden voorkomen. Daarom moet de traverse worden gecontroleerd en eventueel worden vervangen. - 35 - E60 Advanced Safety Electronics - Advanced ITS (hoofdairbag) Bij de E60 wordt voor de eerste maal de Advanced ITS Inflatable Tubular Structure (AITS II), de uitgebreide hoofdairbag uit de E65 toegepast. De verschillen met de tot dusverre toegepaste hoofdbeschermingssystemen van de E39 zijn: - Doorlopende hoofdairbag van de A-stijl tot de C-stijl - Uitbreiding van de ITS met een zeil tussen ITS en dakframe KT-11060 Afb. 16: Hoofdairbag AITS II in de E60 De AITS II loopt van de A-stijl tot de C-stijl en dekt de volledige zijkant van de auto af. In combinatie met de thoraxairbags in de voor- resp. achterportieren biedt hij een optimale bescherming voor alle inzittenden. - 36 - E60 Advanced Safety Electronics Door de Advanced ITS wordt het opzij slingeren van het hoofd en andere lichaamsdelen voorkomen. Dit heeft een geringere belasting van de halswervels en minder ernstige hoofdverwondingen tot gevolg. Voordelen van het systeem: - Afdekking van een groter oppervlak van de zijruiten, voor en achter. - Betere bescherming tegen glassplinters en binnendringende voorwerpen. - Betere bescherming ook voor zeer grote inzittenden. KT-11119 Afb. 17: Gasgenerator van de AITS II Index Omschrijving 1 Gasgenerator 2 Ontstekingselement 3 Aansluiting op de gordel van de AITS II - 37 - E60 Advanced Safety Electronics - Zij-airbag De zij-airbags in de portieren verminderen het risico van letsel van de inzittenden bij een aanrijding van opzij. De zij-airbags zijn opgevouwen in een aluminium huis met kunststof afdekking achter de portierbekleding. In de portierbekleding is bij de zij-airbag een breuknaad aangebracht. De zij-airbags zijn met 3 bouten aan het binnenplaatwerk bevestigd. De kunststof afdekking heeft vooraf bepaalde breukplaatsen. Bij voldoende sterke impulsen vanaf de zijkant wordt de zij-airbag geactiveerd. De zij-airbag komt door de breukplaatsen naar buiten en vult zich tussen portier en inzittende. - 38 - E60 Advanced Safety Electronics - Gordelspanner De pyrotechnische gordelspanner heeft tot taak bij een ongeval de eventuele speling van de gordel bij het bekken en de schouder te minimaliseren. De gordelspanner bevindt zich op de bestuurders- resp. de passagiersstoel. Tezamen met de mechanische krachtbegrenzer in de gordelautomaat wordt de belasting van de borst van de inzittende verminderd. KT-11018 Afb. 18: Gordelspanner voor Bij de optie Zij-airbag voor de achterpassagiers zijn links- en rechtsachter ook gordelspanners gemonteerd. Gordelspanner en gordelslot vormen één geheel. In combinatie met de optie hebben de gordelautomaten mechanische krachtbegrenzers. De gordelspanners voor en achter zijn technisch identiek. De gordelspanners bestaan uit een ontstekingspatroon, een generator, een zuiger en een kabel. - 39 - E60 Advanced Safety Electronics KT-10948 Afb. 19: Gordelspanner achter Index Omschrijving 1 Gordelkabel 2 Gordelslot met gordelslotschakelaar 3 Bevestigingsbeugel 4 Aansluiting gordelslotschakelaar 5 Gasgenerator 6 Spanbuis 7 Aansluiting van het ontstekingselement Bij een voldoende ernstige aanrijding wordt de gasgenerator ontstoken. Het gas zet uit en verschuift de zuiger in de spanbuis. De aan de zuiger bevestigde kabel trekt daardoor het gordelslot naar beneden en heft daarmee de speling van de gordel op. In het gordelslot is bovendien nog een gordelslotschakelaar geïntegreerd. Met behulp van de gordelslotschakelaar achter wordt de stoelbezetting herkend en geëvalueerd. - 40 - E60 Advanced Safety Electronics - Actieve hoofdsteun Bij de E60 bevat de optie Multifunctionele stoel ook actieve hoofdsteunen voor bestuurder en passagier. Bij de basisstoel is geen actieve hoofdsteun gemonteerd, omdat het hoofd zich door de vaste montage van de rugleuning en hoofdsteun altijd dicht bij de hoofdsteun bevindt. Bij de multifunctionele stoel kan door het verstellen van de schoudersteun de afstand tussen de hoofdsteun en het hoofd worden vergroot. Bij een botsing kan de afstand te groot zijn, wat tot hogere belasting van de halswervels leidt. Om deze reden is de actieve hoofdsteun ontwikkeld, die bij een botsing de afstand tussen de hoofdsteun en het hoofd verkleind en daarmee de kans op beschadigingen van de halswervels vermindert. KT-11061 Afb. 20: Onderdelen van de actieve hoofdsteun Index Omschrijving 1 Bevestiging van de actieve hoofdsteunen 2 Aansluiting ontstekingselement 3 Gasgenerator 4 Hoogteverstelling hoofdsteun 5 Bevestigingsbuis 6 Draaipunt - 41 - E60 Advanced Safety Electronics Afhankelijk van de verticale afstelling van de hoofdsteun zijn er verschillende verstelwegen. De verstelling van de hoofdsteun, gemeten bij de bekleding, bedraagt bij een ingeschoven hoofdsteun circa 40 mm. Bij een volledig uitgeschoven hoofdsteun bedraagt de verstelling circa 60 mm. KT-7858 Abb. 21: Verstelbereik van de actieve hoofdsteun - 42 - E60 Advanced Safety Electronics - Veiligheidsaccuklem SBK De veiligheidsaccuklem bevindt zich aan de pluspool van de accu. De constructie van de veiligheidsaccuklem is technisch gelijk aan die van de MRS-systemen. KT-11388 Afb. 22: Veiligheidsaccuklem E60 Index Omschrijving 1 Veiligheidsaccuklem SBK 2 Intelligente accusensor IBS Opmerking: Als de veiligheidsaccuklem is geactiveerd, moet de accukabel tot het aftakpunt in de kofferruimte worden vervangen. - 43 - E60 Advanced Safety Electronics Systeemfuncties - Activeringsalgoritme Voor de E60 is het veiligheidssysteem Advanced Safety Electronics ASE ontwikkeld. ASE is afgeleid van het intelligente veiligheids- en informatiesysteem ISIS van de E65/66. De activeringsfilosofie is gelijk. Er wordt onderscheid gemaakt tussen de intensiteit van de botsing en de activeringsdrempels. Botsingintensiteit Door talrijke botsings- en rijtests onder extreme voorwaarden zijn voor alle mogelijke botsingssoorten de activeringsdrempels door BMW vastgelegd. De activeringsdrempels zijn afhankelijk van de botsingintensiteit. De botsingintensiteit wordt onderverdeeld in 4 groepen: - CS 0: geen pyrotechnische veiligheidssystemen vereist - CS 1: lichte botsing - CS 2: middelzware botsing - CS 3: zware botsing Activeringsdrempels De activeringsdrempels worden vastgelegd afhankelijk van de botsingintensiteit, en rekening houdend met overige factoren als richting, overlapping bij de botsing en of de inzittenden de gordel dragen of niet. Hieruit komen verschillende activeringsdrempels voor de aansturing van de verschillende veiligheidssystemen voort. Door de verschillende activeringsdrempels kunnen de activeringen voor de tweede fase van de frontairbags afhankelijk van de botsingintensiteit worden gevarieerd. - 44 - E60 Advanced Safety Electronics Activeringen in het geval van een storing Bij een storing in de gordelslotdetectie wordt ervan uitgegaan dat de gordel niet is omgedaan. De activeringsdrempel wordt omlaag gebracht. Ondanks de herkenning van de storing, wordt geprobeerd de gordelslotspanner te activeren. Als een storing in de stoelbezettingsherkenning wordt herkend, wordt ervan uitgegaan dat de stoel bezet is. De veiligheidssystemen worden geactiveerd. Activeringen in het geval van een botsing Bij de volgende voorbeelden worden de mogelijke geactiveerde actuatoren weergegeven: - Frontale botsing - Botsing van opzij - Botsing van achteren - 45 - E60 Advanced Safety Electronics Frontale botsing Bij een frontale botsing wordt verschil gemaakt tussen de intensiteiten "lichte tot middelzware botsing"(CS 1/CS 2) resp. "zware botsing" (CS 3). Botsingintensiteit CS1 Bij botsingintensiteit CS1 (lichte botsing) worden de gordelspanners geactiveerd. De bestuurders-/passagiersairbag wordt niet geactiveerd, als herkend wordt dat de inzittenden de gordels dragen Uitzondering: Als de inzittenden de gordels niet dragen, wordt de bestuurders-/passagiersairbag geactiveerd. Botsingintensiteit CS2 Vanaf botsingintensiteit CS 2 (middelzware botsing) worden de bestuurders-/passagiersairbag en de gordelspanners geactiveerd. De veiligheidsaccuklem wordt geactiveerd, de elektrische brandstofpomp wordt uitgeschakeld en een noodoproep wordt verzonden, als een overeenkomstig voorbereide telefoon in de auto aanwezig is. Botsingintensiteit CS3 Bij botsingintensiteit CS3 (zware botsing) worden de bestuurders-/ passagiersairbag en de gordelspanners geactiveerd, echter met een ander verloop in de tijd (Time delay). - 46 - KT-11579 Afb. 23: - 47 - Activeringsvoorbeeld van een frontale botsing Veiligheidsaccupoolklem Passagiersairbag 1e fase Passagiersairbag 2e fase Bestuurdersairbag 1e fase Bestuurdersairbag 2e fase Gordelspanner Opbouwfase Tegenhoudfase Begin van de teruggaande beweging Gebied waarin afhankelijk van de botsingintensiteit de 2e fase kan worden geactiveerd Ontsteekfase E60 Advanced Safety Electronics E60 Advanced Safety Electronics Voorbeeld van in werking treden van de airbag In de afbeelding is een frontale botsing tegen de tijd uitgezet. Door de gordelslotschakelaar en de stoelbezettingsherkenning wordt herkend, dat de passagiersstoel bezet is. Bij t 0 vindt de botsing plaats. De mechanische vergrendeling van de veiligheidsgordels voorkomt verder uitrollen. De sensoren meten de vertragingen. Bij t 1 worden de actuatoren door de satellieten geactiveerd (ontsteekfase). De pyrotechnische actuatoren worden geactiveerd. De gordelspanner van de bestuurder/passagier en de eerste fase van de bestuurders-/passagiersairbag worden geactiveerd. Tegelijkertijd wordt vanaf botsingintensiteit 2 de veiligheidsaccuklem geactiveerd, om kortsluiten door de accukabel in de motorruimte te voorkomen. Vervolgens begint de opbouwfase, d.w.z. de airbags vullen zich met gas. In de gordelspanner wordt de zuiger door het gas verschoven. De aan de zuiger bevestigde kabel trekt het gordelslot naar beneden en heft daarmee de speling van de gordel op. Bij t 2 is de procedure voor de gordelspanner afgesloten en is het tegenhouden door de veiligheidsgordel begonnen. De beide airbags worden nog met gas gevuld. Bij t 4 begint reeds het tegenhouden van de bestuurder. Afhankelijk van de botsingintensiteit kan reeds vanaf t 2 de tweede fase van de beide airbags worden geactiveerd. Door het geleidelijker opblazen van de fases brengen de airbags de inzittenden minder verwondingen toe. Vanaf tijdstip t 8 gaan de inzittenden terugbewegen. De inzittenden hebben geen voorwaartse beweging meer en vallen in de stoel terug. - 48 - E60 Advanced Safety Electronics Botsing van opzij Bij een botsing van opzij wordt verschil gemaakt tussen een lichte en een middelzware botsing. Vanaf botsingintensiteit CS 1 (lichte botsing) worden op de zijde van de botsing het hoofdbeschermingssysteem AITS II en de zij-airbag geactiveerd. Bij botsingintensiteit CS 2 (middelzware botsing) wordt bovendien de veiligheidsaccuklem geactiveerd, de elektrische brandstofpomp uitgeschakeld en een noodoproep verzonden, als een overeenkomstig voorbereide telefoon in de auto aanwezig is. Botsing van achteren Vanaf botsingintensiteit CS 1 (lichte botsing) worden de actieve hoofdsteunen (indien aanwezig) en de gordelspanners geactiveerd. Bij botsingintensiteit CS 2 (middelzware botsing) wordt bovendien de veiligheidsaccuklem geactiveerd, de elektrische brandstofpomp uitgeschakeld en een noodoproep verzonden, als een overeenkomstig voorbereide telefoon in de auto aanwezig is. - 49 - E60 Advanced Safety Electronics - Noodoproep EU Als bij EU-auto's de optie Autotelefoon Professional gemonteerd is, staan de klanten 2 noodoproepfuncties ter beschikking. De handmatige en de automatische noodoproep. Handmatige noodoproep In de dakconsole bij de voorste interieurverlichting bevindt zich de noodoproeptoets. De noodoproeptoets wordt beschermd d.m.v. een afdekking. Door de afdekking te openen en de noodoproeptoets in te drukken wordt een handmatige noodoproep geactiveerd en het landsspecifieke alarmnummer gekozen (bijv. in Nederland 112). KT-11151 Afb. 24: Alarmtoets Index Verklaring Index Verklaring 1 Hands-free microfoon links 3 Alarmtoets 2 Schuifdaktoets 4 Hands-free microfoon rechts De provider probeert een spraakverbinding met de inzittenden tot stand te brengen, om meer informatie over het ongeval te krijgen (intensiteit van de botsing, aantal gewonden), zodat de hulpactie op gang kan worden gebracht. Als geen verbinding kan worden opgebouwd, wordt het landsspecifieke alarmnummer gebeld. - 50 - E60 Advanced Safety Electronics Automatische noodoproep Bij een botsing met voldoende botsingintensiteit zendt de SGM een botsingstelegram aan de telefoon. De telefoon activeert een noodoproep. De TCU zendt een SMS aan de provider met de locatie van de auto. De provider probeert een spraakverbinding met de inzittenden tot stand te brengen, om meer informatie over het ongeval te krijgen (intensiteit van de botsing, aantal gewonden), zodat de hulpactie op gang kan worden gebracht. Als geen verbinding kan worden opgebouwd, wordt het landsspecifieke alarmnummer gebeld. - 51 - E60 Advanced Safety Electronics Exportuitvoering USA - Inleiding Voor de exportuitvoering USA zijn vanwege afwijkende wettelijke normen extra maatregelen voor de instelling van het passieve veiligheidssysteem ASE noodzakelijk. Deze maatregelen omvatten: - Up-frontsensoren voor de detectie van frontale botsing(en) en gepast rekening houden met het al dan niet dragen van de gordel bij het ontsteken van de passagiersairbag - Passieve kniebeschermer aan bestuurders- en passagierszijde, omdat niet in alle staten van de USA een gordelplicht bestaat - Automatische uitschakeling van de airbags aan passagierszijde bij gebruik van een kinderzitje - Een optische en akoestische gordelmelding - De auto's zijn standaard voorzien van een noodoproeptoets, zodat bij een ongeval of pech altijd hulp kan worden ingeroepen - 52 - E60 Advanced Safety Electronics Systeemoverzicht US KT-11742 Afb. 25: Overzicht van de onderdelen van de US-uitvoering - 53 - E60 Advanced Safety Electronics Index Verklaring Index Verklaring 1 Up-frontsensoren links/rechts 22 ECO-ventiel (alleen bij AFS) 2 Portiermoduul bestuurderszijde 23 Diagnose-aansluitingen 3 Schakelcentrum stuurkolom 24 Servotronic-klep (optie) 4 Gordelslotschakelaar bestuurderszijde 25 Carrosserie basismoduul 5 Satelliet B-stijl, links 26 Lichtmoduul 6 Gordelslotschakelaar linksachter (optie) 27 Digitale motorregeling 7 Aansluiting van de kortsluitingsdetectie in de motorruimte 28 Noodsignaal telefoon 8 Veiligheids- en gatewaymoduul 29 Zij-airbag passagierszijde 9 Zij-airbag bestuurderszijde 30 Portiermoduul passagierszijde 10 Frontairbag bestuurderszijde 31 Veiligheidsaccupoolklem 11 Gordelspanner bestuurderszijde 32 Satelliet midden van de auto 12 Actieve hoofdsteun bestuurderszijde 33 Satelliet B-stijl, rechts 13 Gordelslotschakelaar passagierszijde 34 Frontairbag passagierszijde 14 Actieve hoofdsteun passagierszijde 35 Hoofdairbag AITS II rechts 15 Stoelbezettingsherkenning 36 Gordelspanner passagierszijde 16 Zij-airbag linksachter (optie) 37 Zij-airbag rechtsachter (optie) 17 Gordelslotschakelaar rechtsachter (optie) 38 Gordelspanner rechtsachter (optie) 18 Gordelspanner linksachter (optie) 19 Aansluiting van de kortsluitingsdetectie in de kofferruimte 20 Hoofdairbag AITS II links 21 Airbagcontrolelamp - 54 - E60 Advanced Safety Electronics Systeemoverzicht US KT-10941 Afb. 26: Systeemoverzicht US - 55 - E60 Advanced Safety Electronics Index Verklaring Index Verklaring 1 Startmotor 22 Stoelbezettingsherkenning 2 Dynamo 23 Gordelslotschakelaar rechtsachter (optie) 3 ECO-ventiel (alleen bij AFS) 24 Zij-airbag linksachter (optie) 4 Servotronic-klep (optie) 25 Gordelspanner rechtsachter (optie) 5 Up-frontsensor links 26 Accu 6 Airbagcontrolelamp 27 Veiligheidsaccupoolklem 7 Up-frontsensor rechts 28 Gordelspanner linksachter (optie) 8 Carrosserie basismoduul 29 Gordelslotschakelaar rechtsachter (optie) 9 Digitale motorregeling 30 Zij-airbag linksachter (optie) 10 Automatische noodoproep 31 Actieve hoofdsteun bestuurderszijde 11 Telematica Control Unit 32 Gordelspanner passagierszijde 12 Handmatige noodoproeptoets 33 Satelliet B-stijl, links 13 Diagnose-aansluitingen 34 Gordelslotschakelaar bestuurderszijde 14 Portiermoduul passagierszijde 35 Satelliet midden van de auto 15 Hoofdairbag AITS II rechts 36 Frontairbag bestuurderszijde 16 Zij-airbag passagierszijde 37 Zij-airbag voor 17 Gordelslotschakelaar passagierszijde 38 Hoofdairbag AITS II links 18 Gordelspanner passagierszijde 39 Aftakpunt motorruimte 19 Satelliet B-stijl, rechts 40 Portiermoduul bestuurderszijde 20 Frontairbag passagierszijde 41 Schakelcentrum stuurkolom 21 Actieve hoofdsteun passagierszijde 42 Veiligheids- en gatewaymoduul - 56 - E60 Advanced Safety Electronics Componenten De exportuitvoeringen USA onderscheiden zich door de volgende extra standaard componenten: - Up-frontsensor links en rechts - Passieve kniebeschermer bestuurderszijde - Passieve kniebeschermer passagierszijde - Stoelbezettingsmat (OC3-mat) voor het uitschakelen van de airbags aan passagierszijde bij toepassing van een kinderzitje. Eveneens het rekening houden met de wettelijke eisen in het geval dat de inzittenden de gordels niet dragen - Airbagcontrolelamp - Noodoproeptoets/pechtoets (E/B Call) De inbouwplaatsen van de satellieten en de SGM zijn identiek aan die bij het EU-model. De volgende inbouwplaatsen zijn nieuw toegevoegd: - Up-frontsensor in de omgeving van de motorsteunen links- en rechtsvoor - Passieve kniebeschermer bestuurderszijde onder de stuurkolomkap - Passieve kniebeschermer passagierszijde bij het dashboardkastje - Stoelbezettingsmat (OC3-mat) in de passagiersstoel - Airbagcontrolelamp in de dakconsole voor het aangeven van de status van de deactivering van de passagiersairbag - Noodoproeptoets/pechtoets in de dakconsole vóór De principiële constructie en werking van de veiligheids- en gatewaymoduul US is identiek aan die van de EU-versie. Nieuw zijn de beide ingangen en de evaluatie van de up-frontsensoren en de aansturing van de airbagcontrolelamp. - 57 - E60 Advanced Safety Electronics Up-frontsensoren Omdat in niet alle staten van de USA een gordelplicht bestaat, moet worden gewaarborgd dat in het geval van een botsing de inzittende veilig door de airbag wordt opgevangen. De up-frontsensoren in de omgeving van de motorsteunen links- en rechtsvoor meten in de kreukelzone de vervorming en daarmee de energie-absorptie. De up-frontsensoren zijn versnellingssensoren, die de versnelling in lengterichting (vertraging) meten. De gemeten waarden worden aan de SGM doorgegeven en meegenomen in de berekening van het algoritme. KT-11106 Afb. 27: Montageplaats van de up-frontsensoren Opmerking: Als bij een frontale botsing de airbags zijn geactiveerd, moeten de frontsensoren worden vervangen. Ook als de frontsensoren uitwendig niet beschadigd zijn, kan een inwendige beschadiging niet worden uitgesloten. Bij het vervangen van de up-frontsensoren moet beslist de reparatiehandleiding in acht worden genomen. - 58 - E60 Advanced Safety Electronics Stoelbezettingsherkenning (OC-3-mat) Vanwege de wettelijke voorschriften in de USA moet bij de stoelbezetting van de passagiersstoel onderscheid worden gemaakt, of een kinderstoeltje is gemonteerd of dat een klein persoon op de stoel zit. Bij de eenvoudige stoelbezettingsherkenning wordt vanaf een bepaald gewicht (> 12 kg) de stoel als bezet herkend. Om aan de wettelijke eisen te voldoen, is de herkenning stoelbezetting (SBE) doorontwikkeld tot een intelligente inzittendenclassificatie (Occupant Classification OC). Dit is door de volgende maatregelen bereikt: - Een groter aantal sensorelementen - De detectering van de gehele zitting - Intelligente evaluatie-elektronica KT-11064 KT-8067 Afb. 28: Vergelijking van de nieuwe OC-3 sensormat, links, met de tot dusverre toegepaste stoelbezettingsherkenning, rechts De OC-3-mat is in staat onderscheid te maken tussen een kinderstoeltje met een kind en een licht persoon (circa 45 kg). - 59 - E60 Advanced Safety Electronics De OC-3-mat is geïntegreerd in de zitting van de passagiersstoel. De OC-3-mat bestaat uit geleidestrips met drukafhankelijke weerstandselementen (FSR-elementen Force Sensitive Resistance). De geleidestrips zijn verbonden met de evaluatie-elektronica. De FSR-elementen zijn zo aangesloten, dat ze afzonderlijk kunnen worden uitgelezen. Bij toenemende mechanische belasting van een sensorelement daalt de elektrische weerstand en wijzigt de meetstroom. KT-11063 Afb. 29: Principeschema van de OC-3 sensormat Index Omschrijving 1 FSR-elementen 2 Uitgangsbewaking 3 Evaluatie-elektronica 4 Ingangsbewaking - 60 - E60 Advanced Safety Electronics De evaluatie van de afzonderlijke sensoren resulteert in een beeld over de bezetting van de zitting met de lokale zwaartepunten. De afstanden van de vlakken en de zwaartepunten geven uitsluitsel, of het om een grote of een kleine persoon gaat. Een algoritme berekent de gewichtsklassen en beslist, of het een persoon of een kinderstoeltje betreft. KT-11062 Afb. 30: Detectie van de zittingbezetting en de zwaartepunten Index Omschrijving A Bezetting van de zitting door een volwassene B Bezetting van de zitting door een kind X1 Afstand tussen de heupbenen bij een volwassene X2 Afstand tussen de heupbenen bij een kind De afstand tussen de heupbenen heeft een relatie met het gewicht van een persoon. Hierdoor kan worden beslist, of het een licht of een zwaar persoon betreft. De evaluatie-elektronica van de OC-3-mat zendt een telegram aan de SBSR. Als een kind van één jaar in een kinderstoeltje wordt herkend, worden de airbags aan passagierszijde gedeactiveerd. De SBSR zendt een telegram aan de SGM, die wederom de airbagcontrolelamp inschakelt. De airbagcontrolelamp geeft aan, dat de airbags aan passagierszijde gedeactiveerd zijn. Airbagcontrolelamp De airbagcontrolelamp (3) bevindt zich in de dakconsole vóór bij de interieurverlichting. De airbagcontrolelamp geeft aan, of de airbags aan - 61 - E60 Advanced Safety Electronics passagierszijde gedeactiveerd zijn. Naast de airbagcontrolelamp bevinden zich ook de noodoproeptoets en de beide hands-free microfoons in de dakconsole. KT-11150 Afb. 31: Airbagcontrolelamp Index Verklaring 1 Hands-free microfoon links 2 Schuifdaktoets 3 Airbagcontrolelamp 4 Alarmtoets 5 Hands-free microfoon rechts - 62 - E60 Advanced Safety Electronics Noodoproep US De E60 US biedt standaard meerdere noodoproepfuncties (Emergency) alsook pechhulp (Break Down). De noodoproepfuncties zijn de handmatige noodoproep en bij een ongeval de automatische noodoproep. Ook als geen telefoon is besteld, beschikt elke auto over een Telematic Control Unit TCU, een telefoonantenne, een hands-free systeem en een GPS-antenne voor de plaatsbepaling. Handmatige noodoproep De noodoproeptoets (4) is direct met de telefoon verbonden. Door een druk op de noodoproeptoets wordt een spraakverbinding opgebouwd met de provider "Cross Country". De spraakverbinding wordt door het knipperen van de LED in de schakelaar aangegeven. Automatische noodoproep Bij een ongeval zendt de SIM bij voldoende intensiteit van de botsing een crashtelegram aan de TCU (via de K-Bus). Het GPS-systeem deelt de TCU de standplaats van de auto mee. De TCU verzendt een noodoproep die de standplaats van de auto bevat. Er wordt een spraakverbinding met de Provider "Cross Country" opgebouwd, om verdere informatie over het ongeval te verkrijgen (intensiteit van de botsing, aantal gewonden), zodat een hulpactie kan worden gestart. Pechmelding (Break down) In het Centrale informatie display bevindt zich de menutoets pechmelding. Deze kan met de controller worden geselecteerd. Bij het activeren van de toets pechmelding wordt verbinding gemaakt met de landelijke BMW Service-centrale. - 63 - E60 Advanced Safety Electronics Passieve kniebeschermer De E60 US beschikt over een extra kunststof absorbeerplaat aan bestuurders- en passagierszijde. De passieve kniebeschermer zorgt bij een ongeval voor het vlak opvangen van de onderbenen, vooral als de bestuurder of de passagier de gordel niet draagt. Hierdoor wordt het bovenlichaam gecontroleerd naar voren verplaatst en door de betreffende airbag opgevangen. - 64 - E60 Advanced Safety Electronics Aanwijzingen voor de werkplaats Voor de werkplaats moeten de volgende opmerkingen in acht worden genomen: - Diagnose veiligheids- en gatewaymoduul - Moduul passagiersairbag - Diagnose accukabel - Veiligheidsaccupoolklem - Portiermoduul bestuurder/passagier - Up-frontsensoren Diagnose veiligheids- en gatewaymoduul Bij de diagnose moet er rekening mee worden gehouden, dat twee regeleenheidfuncties (ZGM, SIM) worden aangesproken, hoewel zij in één huis zijn ondergebracht. Elke functie heeft zijn eigen processor en zijn eigen diagnoseadres. Moduul passagiersairbag Als de passagiersairbag is geactiveerd, moet ook de traverse worden gecontroleerd. Vanwege de hoge optredende krachten kan vervorming van de traverse niet worden voorkomen. Daarom moet de traverse worden gecontroleerd en eventueel worden vervangen. Diagnose accukabel Als de afscherming van de accukabel beschadigd is, moet de accukabel compleet worden vervangen. Reparatie van de afscherming is niet toegestaan. Veiligheidsaccupoolklem Als de veiligheidsaccuklem is geactiveerd, moet de accukabel tot het aftakpunt in de kofferruimte worden vervangen. Reparatie is niet mogelijk. - 65 - E60 Advanced Safety Electronics Portiermoduul bestuurder/passagier KT-11069 Afb. 32: Montageplaats van de portiermoduul Index Verklaring 1 Bouten voor het uitbouwen van de portiermoduul 2 Bouten niet losdraaien Bij het uitbouwen van de portiermoduul, moet er beslist op worden gelet dat de binnenste bouten (2) van de portiermoduul niet worden losgedraaid. De bouten houden het huis van de portiermoduul samen en garanderen de afdichting van de druksensor. Als de bouten worden losgedraaid, is storingsvrij functioneren van de druksensor niet meer gewaarborgd. - 66 - E60 Advanced Safety Electronics Up-frontsensoren Als bij een frontale botsing de airbags zijn geactiveerd, moeten de frontsensoren worden vervangen. Ook als de frontsensoren uitwendig niet beschadigd zijn, kan een inwendige beschadiging niet worden uitgesloten. Bij het vervangen van de up-frontsensoren moet beslist de reparatiehandleiding in acht worden genomen. - 67 -
© Copyright 2024 ExpyDoc