DOOR! (GEREKEND) Financiële onderlegger bij het coalitieakkoord 2014-2018 ‘Door!’ D66, CDA, Christenunie, PvdA en GroenLinks Apeldoorn Apeldoorn, 24 april 2014. Werkgroep Financiën Mark Sandmann (D66) voorzitter Jan Dirk van der Borg (CDA) Roelof Veen (Christenunie) Ties Stam (PvdA) Detlev Cziesso (GroenLinks) 2 I. Door (gerekend) 1.1 Opdracht “Produceer een richtinggevende financiële onderlegger bij het coalitieakkoord die op hoofdlijnen een perspectief schetst van de gemeente Apeldoorn die uit de financiële problemen komt. Kijk daarbij naar positieve en negatieve risico’s en maak keuzes en afwegingen zichtbaar voor de gehele gemeenteraad”. Met deze opdracht, verstrekt door de coalitievormende partijen D66, CDA, Christenunie, PvdA en GroenLinks is de werkgroep Financiën bestaande uit vertegenwoordigers van genoemde partijen de afgelopen maand aan de slag gegaan. De uitwerking van deze opdracht treft u in deze onderlegger bij het coalitieakkoord aan. 1.2 Definiëring financieel herstel Wij hechten aan een ‘smart’ geformuleerde definitie van financieel herstel. Er is sprake van financieel herstel als: A. de Algemene Reserve (AR) minimaal gelijk is aan het benodigde weerstandsvermogen (nu geschat op € 15 miljoen); B. de bestemmingsreserves van een adequaat niveau zijn; dat betekent dat de reserves zich op het door de gemeenteraad vastgestelde minimumniveau bevinden; C. de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) ten minste gelijk is aan het benodigde weerstandsvermogen; D. de begroting reëel en structureel in evenwicht is. Concreet: de Meerjarenprogrammabegroting (MPB) 2023-2026 is in alle jaarschijven sluitend. Met deze definitie komen wij in meer dan volledige mate tegemoet aan de eisen zoals die door de provincie Gelderland in het kader van het financieel toezicht worden gesteld. 1.3 Hoofdconclusie Op basis van de bestudering van alle relevante cijfers en overleg met vertegenwoordigers van de ambtelijke organisatie, verwachten wij dat het mogelijk is om de ingezette route naar herstel met resultaat te vervolmaken. Het lijkt op dit moment ook mogelijk om een MPB 2015-2018 op te stellen zónder verdere substantiële bezuinigingsvoorstellen. Wij hopen hiermee een definitief omslagpunt te hebben bereikt van de periode sinds 2010, waarin voor een bedrag van ruim € 50 miljoen structureel is bezuinigd (zie bijlage 1). Hierbij plaatsen wij meteen de kanttekening dat het financiële herstel pril is en dat het voor de gemeente(n) onverminderd onzekere tijden blijven. Wij denken hierbij ondermeer aan de uitkering uit het Gemeentefonds en aan de mogelijk nadelige financiële consequenties van de decentralisaties binnen het sociale domein. Dit alles maakt dat er ook in de komende jaren weinig ruimte is voor nieuwe initiatieven. 1.4 Functie en verdere inhoud financiële onderlegger Regel is dat in deze maanden het college van Burgemeester en Wethouders een Voorjaarsnota presenteert. Met de Voorjaarsnota geeft de gemeenteraad aan het college de richting aan voor de op te stellen MPB. Samen met de consultatie van de gemeenteraadsfracties door middel van algemene beschouwingen, heeft deze onderlegger het karakter van een Voorjaarsnota, zij het op hoofdlijnen. Er is nog het nodige onduidelijk en veel zaken vragen nog om een nadere uitwerking. Daartoe hebben wij in deze onderlegger enkele concrete opdrachten aan het nieuwe college geformuleerd, zonder daarvoor nu reeds een bedrag op te nemen. Buiten deze inleiding bestaat onze onderlegger ‘Door (gerekend)’ uit vijf hoofdstukken. Hart van de onderlegger wordt gevormd door de hoofdstukken 2 en 3. In hoofdstuk 2 schetsen wij u het 3 financieel perspectief voor de periode 2015-2018. Onder 3 kijken wij door naar 31 december 2022. De dag waarop, naar wij hopen, het financiële herstel is geëffectueerd. In hoofdstuk 4 beschrijven wij de kansen en risico’s. In het laatste hoofdstuk gaan wij ondermeer in op de schuldpositie en het minimabeleid. 4 II. Financieel perspectief 2015-2018 In dit hoofdstuk schetsen wij u in woorden maar vooral in cijfers het financieel perspectief voor de raadsperiode 2015-2018. Daartoe presenteren wij u de uitkomsten van een pré Begroting Bestaand Beleid (pré BBB). Hierbij past de aantekening dat er nog veel onzeker is. Dit geldt in het bijzonder voor de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en voor de decentralisaties binnen het sociale domein. Wij gaan er van uit dat wij na het verschijnen van de zogeheten meicirculaire van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hier meer zicht op krijgen. Verder gaan wij in op de zogeheten onontkoombare ontwikkelingen, de ambtelijke organisatie, de niet haalbare bezuinigingen, de financiële consequenties van de ambities uit het coalitieakkoord ‘Door!’ en de wenselijkheid/noodzaak tot het aanleggen van een (nieuwe) financiële buffer. Al deze ontwikkelingen hebben wij cijfermatig in onderstaande tabel samengevat. In een aantal gevallen zijn ‘pm’ posten opgevoerd. Die kunnen op een verwacht positief (+pm), een verwacht negatief (-pm) of onbekend/nihil effect (pm) betrekking hebben. Inschatting MPB Omschrijving (bedragen x € 1.000; + = voordeel; - = nadeel) 2015 2016 2017 2018 1. Pré BBB-uitkomst -4.550 3.250 4.050 3.550 2. Voorstellen onontkoombaar - Afschaffing vermissingsleges reisdocumenten - Burgerpeiling - Ontwikkeling kosten en opbrengsten omgevingsvergunning - Onttrekking aan Reserve bouwleges - Verlaging bezuiniging subsidie Real-X* - Onkruidbestrijding op verhardingen -32 -30 -1.000 1.000 -72 -32 -32 - pm -32 -30 - pm - pm -68 - pm -63 - pm -57 - pm pm 0 pm 0 pm 0 pm 0 Niet haalbare bezuinigingen - verlaging taakstelling vastgoed - verlaging taakstelling parkeren -600 -250 -600 -250 -600 -250 -600 -250 Ambities bestuursakkoord - budget topsportevenementen - mantelzorg compliment - verduurzaming eigen vastgoed - maatschappelijke doeleinden vastgoed - ondersteuning informatiebeveiliging -pm 0 +pm -400 -75 -pm 0 +pm -400 -pm 0 +pm -400 -pm 0 +pm -400 Nieuwe opvangbuffer -500 -1.000 -1.500 -1.500 -6.509 900 1.175 711 3. 4. 5. 6. Organisatie - Opdracht evaluatie gevolgen reorganisatie - Opdracht toekomstbestendige organisatie Geschatte uitkomst * in 2019 e.v. jaren -50 5 2.1 Pré BBB Met de pré BBB geven wij een schatting van het financieel meerjarenperspectief voor 2015-2018, in het geval het door de raad voor 2014 vastgestelde beleid in deze jaren in ongewijzigde vorm zou worden voortgezet. De exacte becijfering van de BBB komt later dit jaar ter voorbereiding van de, door het nieuwe college, op te stellen MPB 2015-2018. In de pré BBB zijn de in de huidige MPB (2014-2018) opgenomen lopende bezuinigingen opgenomen. Hierop is een vermindering aangebracht van structureel € 300.000. Dit heeft te maken met de ingeboekte bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Hoewel deze bezuinigingen volledig worden gerealiseerd, komt een groter deel dan aanvankelijk voorzien ten gunste van het Grondbedrijf en tarieven (afvalstoffenheffing en riool) en dus niet ten gunste van de BBB. Voorts is een schatting gemaakt van de doorwerking van de inflatie-ontwikkeling in de komende jaren. Tot slot is er rekening mee gehouden dat het aantal wethouders in de komende collegeperiode met één is verminderd. De belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente als onderdeel van de BBB, is de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Ten opzichte van de in september 2013 gepresenteerde MPB 2014-2017 noteren wij de volgende wijzigingen (zie bijlage 2): • de septembercirculaire en het Najaarsakkoord 2013 van de kabinetspartijen en D66, Christenunie en SGP levert Apeldoorn een nadeel van structureel € 1 miljoen op. Het college heeft de raad hier op 29 oktober 2013 per brief (571381) van op de hoogte gesteld; • hoewel er niet langer sprake is van een plan om tot opschaling van gemeenten te komen, blijft de bezuiniging op apparaatskosten bestaan. Dit kost ons structureel € 500.000; • de aanzienlijke stijging van het aantal bijstandsgerechtigden maakt dat wij van rijkswege een extra bedrag van € 1 miljoen ontvangen; • verder stelt het kabinet € 100 miljoen beschikbaar voor de bestrijding van de armoede. Eerste berekeningen duiden op een structureel bedrag voor onze gemeente van € 750.000. We betrekken dit bedrag - conform de motie van de gemeenteraad1 - bij de herijking van het Minimabeleid; • per 1 januari 2015 wordt een herijking van de verdeelsystematiek van het Gemeentefonds doorgevoerd. De wijziging van parameters (onder andere op het terrein van onderwijshuisvesting) heeft, naar wij verwachten, voor onze gemeente een negatief effect van € 900.000 structureel; • met het licht aantrekken van de economie is de kans reëel dat de rijksoverheid meer gaat uitgeven. Bij voorbeeld door het herstel van de inflatiecorrectie, een beperkte inhaalslag van de lonen en mogelijk door extra investeringen. Dit heeft conform het ‘trap op, trap af’ systeem een positieve ontwikkeling op de algemene uitkering uit het Gemeentefonds. Een concrete uitkomst is op dit moment niet te geven. Vooralsnog hebben wij gerekend met een positief effect van structureel € 2 miljoen. De komende meicirculaire over de uitkering van het Gemeentefonds voor de komende jaren zal een exacter beeld geven van de hier ingeschatte ontwikkelingen. 2.2 Onontkoombare ontwikkelingen In de komende jaren houden wij – bij ongewijzigd beleid – rekening met de volgende onontkoombare ontwikkelingen: • 1 Afschaffing vermissingleges reisdocumenten Met de inwerkingtreding van de nieuwe paspoortwet (per 9 maart 2014) mag geen leges in verband met vermissing in rekening worden gebracht. Dit heeft een nadelig effect van € 32.000 op jaarbasis; Motie Extra middelen ‘regelerecht’naar de doelgroep, besluit gemeenteraad 17 oktober 2013. 6 • • • • Burgerpeiling Hiertoe heeft de raad bij de behandeling van de MPB 2014-2017 besloten. De burgerpeiling start voor het eerst in 2015; Ontwikkeling kosten en opbrengsten omgevingsvergunningen Door de teruglopende activiteit van met name de grote bouwwerken en door een toename van vergunningvrij bouwen is er sprake van een aanzienlijke verminderde opbrengst uit leges. De stand van de reserve bouwleges wordt hierdoor € 1,5 miljoen negatief. Op dit moment wordt onderzocht welke maatregelen er genomen moeten worden. Wij verwachten echter dat dit nog onvoldoende positieve gevolgen heeft voor 2015. Daarmee verwachten wij ook voor dat jaar een tekort van € 1 miljoen. Dit bedrag wordt gedekt door een bedrag van € 1 miljoen te onttrekken aan de bestemmingsreserve bouwleges. Uw raad is hierover in de jaarrekening 2013 geïnformeerd. Voor de jaren daarop volgend hebben wij in de raming een – pm post opgenomen; Real X De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de MPB 2014-2018 in een motie opgeroepen om een permanente huisvestingsoplossing voor Real-X te vinden en de bezuinigingstaakstelling op het subsidie deels te verlagen. De verhuiskosten komen ten laste van de begroting 2014. Onkruidbestrijding op verhardingen Op dit moment bestrijden wij de onkruidgroei op verhardingen met het middel Glyfosaat. De kosten per jaar bedragen € 155.000. Per november 2015 wordt het gebruik van dit middel verboden. Op dit moment wordt gestudeerd op een alternatief. Of dit budgettair neutraal kan worden ingezet is vooralsnog niet duidelijk. Vandaar de opname van een – pm post in de ramingen vanaf 2016. 2.3 Ontwikkelingen ambtelijke organisatie De organisatie is in de afgelopen jaren ingrijpend gereorganiseerd. De personele formatie is structureel met zo’n 225 plaatsen teruggebracht tot 1.139. Ook is een aanzet gegeven tot een cultuurverandering. Het is belangrijk om een jaar na de start van de nieuwe organisatie, daarop nog eens goed in te zoomen. Welke taakstellingen zijn gerealiseerd, welke niet? Binnen welke onderdelen van de ambtelijke organisatie loopt het in kwantitatief en/of in kwalitatief opzicht spaak? Binnen welke onderdelen is er mogelijk sprake van overcapaciteit? Dit alles mede bezien in het licht van de nieuwe taken die op de gemeente afkomen binnen het sociale domein. Wij hebben de gemeentesecretaris opdracht gegeven om de reorganisatie te evalueren. Hiervoor hebben wij een pm post in het overzicht opgenomen. Daarnaast vraagt het toekomstbestendig houden van de gemeentelijke organisatie om een aantal investeringen. Het geplande groot onderhoud biedt niet alleen een goede mogelijkheid tot verduurzaming, maar ook om de inrichting van het gebouw ter hand te nemen. Wij onderzoeken of de huidige inrichting van het stadhuis nog past bij de nieuwe organisatiecultuur (flexibel en transparant). Ook is het gewenst om versneld te investeren in de modernisering en digitalisering van de dienstverlening aan de burger.Verder creëren wij door middel van strategisch personeelsbeleid ruimte voor instroom van jongere medewerkers. Het is van belang om voor te sorteren op de verwachte uitstroom van oudere medewerkers. Vertrekpunt bij dit alles is dat de ruimte voor de benodigde investeringen structureel gevonden moet worden binnen het bestaande bedrijfsvoeringbudget. De gemeentesecretaris wordt gevraagd om hiervoor een bedrijfsplan op te stellen, zodat het nieuwe college dit bij de opstelling van de MPB 2015-2018 kan betrekken. 2.4 Niet haalbare bezuinigingen Wij stellen vast dat de effectuering van twee majeure bezuinigingsvoorstellen uit de vorige raadsperiode onder druk staat. 7 Op de eerste plaats de taakstelling vastgoed. Hierover is de afgelopen jaren veel gezegd en geschreven. Wij hebben besloten om in de raming de taakstelling te verlagen met een bedrag van € 600.000. Dit met een bandbreedte van plus en min € 300.000. Wij geven het college de opdracht de concrete invulling van de taakstelling nader uit te werken en bij de aanstaande begrotingsbehandeling aan de raad voor te leggen. Ten aanzien van het parkeren signaleren wij twee problemen. De exploitatie vertoont op dit moment een tekort van € 800.000. Het huidige college heeft over deze problematiek een notitie aan de gemeenteraad voorgelegd. In deze notitie worden de mogelijkheden om tot een aanmerkelijke reductie van het tekort te komen beschreven. Naast dit alles is in de MPB 2014-2017 besloten tot een extra taakstelling op het parkeren van structureel € 250.000. Dit laatste lijkt ons gelet op het tekort geen reële optie. Wij hebben er voor gekozen om deze taakstelling te schrappen. 2.5 Ambities coalitieakkoord ‘Door!’ In het coalitieakkoord geven wij in bescheiden mate een aanzet tot nieuw beleid. • • • • • Topsportevenementen Het benodigde budget voor de topsportevenementen hebben wij vooralsnog op pm geraamd. Het is aan het nieuwe college om een inhoudelijke uitwerking, inclusief financieringsvoorstel, op te stellen. Dit voorstel zal in het kader van de MPB 2015-2018 worden aangeboden aan de raad. Mantelzorgcompliment Het huidige mantelzorgcompliment houdt per1 januari 2015 op te bestaan. Vanaf dat moment zijn de gemeenten hiervoor verantwoordelijk. Voor Apeldoorn gaat om een bedrag van ongeveer € 1 miljoen. Dit is zogeheten nieuw geld dat onderdeel gaat uitmaken van het sociaal deelfonds (3 D’s). Wij kiezen er voor om genoemd bedrag van € 1 miljoen te bestemmen voor de waardering en de ondersteuning van mantelzorgers. Verduurzaming eigen vastgoed De coalitiepartijen willen een impuls geven aan het duurzaamheidbeleid. Ook vinden de coalitiepartijen dat de gemeente terzake een voorbeeldfunctie heeft. Wij geven daarom het nieuwe college de opdracht om op korte termijn met voorstellen te komen tot verduurzaming van ons eigen vastgoed. Deze voorstellen worden betrokken bij de MPB 2015-2018. Wij verwachten hiervan een financieel voordeel. Hiervoor hebben wij overigens ook middelen van de provincie Gelderland beschikbaar gekregen. Afstoten maatschappelijk vastgoed Wij hebben ons gebogen over de vraag of wij bij het afstoten van maatschappelijk vastgoed louter financiële criteria moeten hanteren. Wij blijven van mening dat dit in eerste instantie de juiste benadering is. Maar wij hebben ook oog voor het gebruik van vastgoed door maatschappelijk waardevol geachte instellingen. Wij vragen het college om terzake scenario’s uit te werken. In verband hiermee is een nadeel van structureel € 400.000 opgenomen, maar wel met een bandbreedte van plus en min € 200.000. Dit biedt de gemeenteraad de mogelijkheid voor het maken van nadere politieke keuzes. Ondersteuning informatiebeveiliging De gemeenten hebben met elkaar de afspraak gemaakt om in de komende jaren extra in te zetten op dit thema. Hiertoe is een nieuwe methode ontwikkeld. Wij vinden dat Apeldoorn hier aan mee moet doen. De kosten bedragen eenmalig € 75.000. 2.6 Nieuwe buffer Het opnemen van een opvangbuffer heeft in de afgelopen jaren zijn nut bewezen. Steeds weer blijkt dat wij met onvoorziene ontwikkelingen worden geconfronteerd waar wij als gemeente op moeten inspelen. Daarom nemen wij voor de komende meerjarenperiode opnieuw een opvangbuffer op. Deze buffer dient ook om het saldo van de genoemde pm posten op te vangen. 8 III. Financieel perspectief 2022 In de inleiding spraken wij de verwachting uit dat het mogelijk is om de ingezette route naar herstel met resultaat te vervolgen. Hierbij tegelijkertijd de kanttekening dat het financiële herstel pril is en dat het voor de gemeente(n) onverminderd onzekere tijden blijven. Wij hechten aan een ‘smart’ geformuleerde definitie van financieel herstel. Er is sprake van financieel herstel als: A. de Algemene Reserve (AR) minimaal gelijk is aan het benodigde weerstandsvermogen (nu geschat op € 15 miljoen); B. de bestemmingsreserves van een adequaat niveau zijn; dat betekent dat zij zich op het door de gemeenteraad vastgestelde minimumniveau bevinden; C. de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) ten minste gelijk is aan het benodigde weerstandsvermogen; D. de begroting reëel en structureel in evenwicht is. Concreet: de Meerjarenprogrammabegroting (MPB) 2023-2026 is in alle jaarschijven sluitend. 3.1 Ontwikkeling Algemene Reserve Uitgaande van het geschatte financieel perspectief als genoemd in het tweede hoofdstuk, zal onze Algemene Reserve op 31-12-2022 ruim € 22 miljoen bedragen. Met deze stand voldoen wij in ruime mate aan de criteria, die onze toezichthouder van de provincie Gelderland ons stelt. Met dit bedrag biedt de Algemene Reserve ons tevens een buffer voor de onvoorziene tegenvallers, zoals die mogelijk zullen ontstaan bij de uitvoering van de nieuwe sociale wetten. De ontwikkeling van de Algemene Reserve hebben wij als bijlage 3 bij deze onderlegger gevoegd. 3.2 Bestemmingsreserves Ons streven is dat onze bestemmingreserves zich op de door de gemeenteraad vastgestelde minimale niveaus bevinden. Wij denken hierbij met name aan de reserve bouwleges, de reserve begraafplaatsen en de reserve bereikbaarheid. 3.3 Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) In de definitie van herstel spreken wij ons ook uit over de streefwaarde van de ARG. Deze is in ieder geval gelijk aan het benodigde weerstandsvermogen (nu becijferd op € 20,5 miljoen). Deze streefwaarde wordt jaarlijks met de vaststelling van het Meerjarenprogramma Grondexploitaties (MPG) vastgesteld. De werkelijke waarde van de ARG is al een aantal jaren lager dan de streefwaarde. Bij motie heeft de gemeenteraad uitgesproken geen aanvulling te willen. In de praktijk groeien werkelijke waarde en streefwaarde naar elkaar toe. Enerzijds omdat risico’s afnemen, anderzijds door positieve resultaten. Zolang de streefwaarde en de werkelijke waarde niet extreem uit elkaar lopen, bestendigen wij de door de gemeenteraad ingezette lijn met dien verstande, dat in 2022 het benodigde niveau is gehaald. 3.4 Begroting in evenwicht Doel is dat de MPB met ingang van de jaren 2023-2026 in alle jaarschijven structureel sluitend is. Wij denken dat dit mogelijk is omdat met ingang 2023 onze rente- en aflossingsverplichtingen (€ 6,4 miljoen structureel) in verband met het herstelplan komen te vervallen. 9 IV. Financiële kansen en bedreigingen Het is in deze tijd lastig om de financiële toekomst van de gemeente nauwgezet te duiden. Wij sluiten aan bij het beeld van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen van de jaarstukken 2013. Er zijn kansen en bedreigingen. 4.1 Kansen: • Positief rekeningresultaat Al enkele jaren is er sprake van een positief rekeningsresultaat. Een analyse leert dat er geen sprake is van een systematische fout in onze begrotingsramingen. Soms komt het op één en hetzelfde onderdeel voor dat er dan weer een voordeel, dan weer een nadeel is ontstaan. Een systematische afwijking heeft zich in het recente verleden wel voorgedaan ten aanzien van de rente en in mindere mate het Gemeentefonds. Dat is gecorrigeerd door de betreffende ramingen in de MPB hierop aan te passen. Desondanks blijft het rekeningresultaat ten opzichte van de begroting meevallen. Dit beschouwen wij als een positief risico voor de komende jaren. • Regionale samenwerking Wij werken in toenemende mate samen met andere gemeenten. Dit biedt kansen voor meer kwaliteit en meer efficiency. Efficiencyvoordelen kunnen behaald worden door besparingen op de personele formatie, bundeling van huisvesting, afstemming en uniformering van processen en centralisatie van ondersteunende taken. Met diverse regiogemeenten worden samenwerkingsopties verkend op de terreinen belastingen, inkoop, ICT & informatievoorziening en taken op het terrein van personeel en organisatie. • Lobby In de MPB 2015-2018 zijn middelen vrij gemaakt voor de lobby. Wij gaan er vanuit dat deze inzet tot rendement gaat leiden in de vorm van bijdragen uit Arnhem, Den Haag en Brussel. Hierbij wel de aantekening dat voor het binnenhalen van extern geld vaak cofinanciering vanuit de gemeente noodzakelijk is. • Gemeentefonds In het tweede hoofdstuk hebben wij een inschatting gemaakt van de ontwikkelingen op de korte termijn. Een doorkijk op langere termijn is moeilijk te geven. Dit is onder meer sterk afhankelijk van de verdere conjuncturele ontwikkelingen en herverdelingen. Dit kan dus meevallen. 4.2 Bedreigingen • Drie decentralisaties in het sociale domein Naast de enorme maatschappelijke gevolgen benoemen wij drie financiële risico’s. Het eerste risico draagt een incidenteel karakter. Enerzijds worden de budgetten gekort voor de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor de onderdelen begeleiding en afbouw huishoudelijke hulp en voor de jeugdzorg. Dit terwijl anderzijds een overgangsrecht van kracht is, waarbij de bestaande rechten van de cliënten worden geborgd. Ook het tweede risico kent een incidenteel karakter. Het tempo waarin de kanteling (meer eerstelijnszorg in plaats van tweedelijnszorg) moet worden uitgevoerd, loopt niet gelijk op met het tempo waarin de rijkskortingen worden doorgevoerd. Dit mede vanwege het feit dat instellingen in de tweedelijnszorg om garanties vragen. Het derde en grootste risico lopen wij vanwege de invoering van een objectief verdeelmodel. Door de prominente aanwezigheid van grootschalige landelijke zorgcentra in en rond Apeldoorn, lijkt dit verdeelmodel voor ons nadelig uit te vallen. Dit is een structureel risico. 10 De uitvoering van de decentralisatie is nog steeds aan veranderingen onderhevig. De laatste berichten uit Den Haag wijzen op een voor de gemeenten minder nadelige uitkomst. • Herijking Kwalitatief WoningbouwProgramma (KWP) Zoals uit het Meerjarenperspectief (MPG) 2014 blijkt, hebben wij de risico’s binnen het Grondbedrijf goed beschreven en zijn voor zover noodzakelijk voorzieningen getroffen. De gevolgen van een kwalitatieve bijstelling van het KWP hebben echter wij nog niet in beeld. • Gemeentefonds In het tweede hoofdstuk hebben wij een inschatting gemaakt van de ontwikkelingen op de korte termijn. Een doorkijk op langere termijn is moeilijk te geven. Dit is onder meer sterk afhankelijk van de verdere conjuncturele ontwikkelingen en herverdelingen. Dit kan dus ook tegenvallen. 11 V. Tenslotte In dit laatste hoofdstuk gaan wij in op zaken die naar onze mening de aandacht verdienen. Het gaat hierbij om de schuldpositie, de investeringen in rioolwerken, het minimabeleid, het afvalstoffenbeleid en het ondernemersfonds. Tenslotte komen wij terug op de verstrekte opdrachten. 5.1 Schuldpositie De schuldquote wordt als een grof kengetal beschouwd door van de schulden de bezittingen af te halen en die in verhouding te zien tot de inkomsten. Apeldoorn heeft een relatief hoge schuldpositie. Wij verwachten dat deze gaat afnemen. Dit komt door een vermindering van investeringen. Daarnaast zullen de activiteiten van het Grondbedrijf in de komende jaren meer inkomsten dan uitgaven opleveren. Tenslotte zal het herstel van het eigen vermogen de behoefte aan vreemd vermogen doen afnemen. 5.2 Rioolheffing In de MPB 2014-2017 wordt uitgegaan van een stijging van het rioolrecht met de index voor de inflatie. Verwacht wordt, dat er in de periode 2025-2050 extra (vooral) vervangingsinvesteringen nodig zijn om de riolering op peil te houden. Veel rioleringen zijn in de jaren ’60, ’70 en ‘80 aangelegd. In het volgende gemeentelijke rioleringsplan 2016-2020 wordt een nieuwe prognose opgesteld. Dan zal ook bekeken worden of en met welk bedrag het vervangingsbudget omhoog moet. Dit kan resulteren in een geleidelijke verhoging van de tarieven rioolrecht. Door deze benadering verwachten wij toekomstige problemen op dit terrein voor te zijn. 5.3 Minimabeleid Wij willen dat het nieuwe college voor het eind van 2014 een nieuwe nota Minimabeleid aan de raad presenteert, waarin het kwalitatief goede sociale beleid van de gemeente wordt voortgezet. In de nota moet rekening worden gehouden met de nieuwe middelen die het rijk beschikbaar stelt voor de armoedebestrijding. Ook dient er in het nieuwe minimabeleid een relatie gelegd te worden met de problemen van inwoners die extra getroffen worden door de drie decentralisaties. Wij verwachten dat in deze nieuwe nota ook wordt ingegaan op de afschaffing van Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en gehandicapten (WTCG). 5.4 Afval Door het gunstige nieuwe contract voor de verbranding van het restafval per 2016 en de kansen die de pilot kunststofinzameling lijken te bieden, is er zicht op een mogelijke verlaging van de afvalstoffenheffing. Vanzelfsprekend wordt op deze wijze ook een wezenlijke bijdrage aan de verduurzaming geleverd. 5.5 Ondernemersfonds Het is juridisch mogelijk om een ondernemersfonds te voeden uit een verhoging van de onroerend zaak belasting voor niet-woningen. Dit in plaats van voor een andere belastingheffing te kiezen (reclamebelasting). Voeding via de OZB-heffing raakt alle eigenaren en gebruikers van niet-woningen (inclusief ondernemers) van binnenstad tot en met het buitengebied. Dit raakt daarmee ook ons als eigenaar van niet-woningen (stadhuis, omnisport etc.). Het komt ons gewenst voor om dit als aandachtspunt te noteren. 12 5.6 Resumerend Zoals eerder aangegeven herstelt Apeldoorn zich in financieel opzicht. Het herstel is echter pril. De toekomst laat zich moeilijk voorspellen, er liggen kansen maar ook bedreigingen. Dit alles maakt dat er ook in de komende jaren weinig ruimte is voor nieuwe initiatieven. Investeringen van enige omvang zijn alleen mogelijk als hiervoor externe geldbronnen beschikbaar komen. Wij bepleiten een bestendiging van het ingezette solide financiële beleid. Bij onverhoopte tegenvallers wordt de komende vier jaar van het college verwacht, om in eerste instantie een oplossing te vinden binnen het domein waar de tegenvallers zich voordoen. Indien dit niet lukt zal binnen het totaal van de begroting naar een oplossing moeten worden gezocht. En wel volgens onderstaande volgorde: A. nadere efficiencymaatregelen; B. bezuinigingen binnenshuis over de volle breedte van het gemeentelijke domein; C. bezuinigingen buitenshuis (subsidies en overdrachtsuitgaven); D. verhoging algemene lasten burgers en ondernemers. Uitgangspunt is verder dat meevallers (het positieve saldo van de transparant gemaakte voor- en nadelen) worden ingezet voor een versnelling van het financiële herstel. Alle meevallers worden gestort in de Algemene Reserve. Bij de toekomstige integrale afweging zijn twee lijnen denkbaar: • verkorting van de herstelperiode (nu 2022), of • verlaging van de annuïteit van het geactiveerde tekort. In dit geval blijft de hersteltermijn gelijk, maar ontstaat er minder beslag op de gemeentelijke begroting. 5.7 Opdrachten In deze onderlegger hebben wij een aantal concrete vervolgopdrachten geformuleerd: • • • • • • de gemeentesecretaris krijgt de opdracht om de reorganisatie te evalueren; de gemeentesecretaris wordt verzocht een bedrijfsplan op te stellen met het oog op een toekomstbestendige gemeentelijke organisatie, dat bij de opstelling van de MPB 2015-2018 kan worden betrokken; het college wordt gevraagd om bij de komende MPB een nadere uitwerking te geven voor de uiteindelijke verlaging van de bezuinigingstaakstelling op vastgoed, met inbegrip van het te bepalen budget i.v.m. maatschappelijke belangen bij de afstoting van vastgoed; eveneens bij de komende MPB wordt van het college een inhoudelijke uitwerking gevraagd, inclusief een financieringsvoorstel, voor topsportevenementen; op korte termijn wordt het college gevraagd om met voorstellen te komen tot verduurzaming van ons eigen vastgoed; voor het eind van 2014 wordt van het college een nota herijking minimabeleid gevraagd, waarin ook wordt ingegaan op de afschaffing van de WTCG. 13 - Bijlage 1- (bedragen x € 1.000) Bezuinigingen 2010 t/m 2017 Cultuur en sport 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017 - 19 478 1.804 2.781 3.446 3.601 3.601 Bestuur, dienstverlening en organisatie 526 4.246 9.290 14.909 20.699 22.706 23.810 25.002 Fysiek 282 1.132 2.384 3.574 4.732 4.872 4.982 4.982 Sociaal 913 2.186 3.782 8.703 12.683 14.653 16.304 17.072 1.721 7.582 15.933 28.991 40.895 45.677 48.697 50.657 Totaal 14 - Bijlage 2 – Schatting mutaties algemene uitkering Gemeentefonds (GF) t.o.v. MPB 2014-2017 (bedragen x € 1.000) a. Structureel effect Najaarsnota 2013 Rijk b. Lagere apparaatskosten gemeenten door schaalvergroting c. Groei maatstaven werk en inkomen in GF vanwege toename bijstandsontvangers d. Intensivering armoedebestrijdingsbeleid e. Overhevelen buitenonderhoud scholen primair onderwijs naar schoolbesturen geen onderhoudsverplichting meer voor het buitenonderhoud f. Herijking/groot onderhoud Gemeentefonds g. Schatting doorwerken ingezette economische groei naar het Gemeentefonds Totaal schatting 2015 2016 2017 2018 -1.000 -1.000 -1.000 1.000 750 -1.500 1.500 -300 500 1.000 750 -1.500 1.500 -600 1.000 1.000 750 -1.500 1.500 -900 1.500 -1.000 -500 1.000 750 -1.500 1.500 -900 2.000 950 1.150 1.350 1.350 15 - Bijlage 3 Algemene Reserve Stand per 31-12-2012 Resultaat rekening 2012 Bestemmingsvoorstellen rekening 2012 Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 Stand per 1-1-2013 Rente 2013 2,50% Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Beleidswijzigingen t/m 2012 - Archeologisch onderzoek Beleidswijzigingen 2013 - Bijdrage van BROA projecten - Storting voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage aan reserve onderwijshuisvesting i.v.m. vervroegde uitname € 3,5 mln - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 - Resultaat 1e begrotingswijziging eenheidsplannen 2013* - Onttrekking t.b.v. bouwleges - Meevallers jaarrekening 2013 Bijdrage aan de Algemene Dienst 2013 Stand per 01-01-2014 Rente 2014 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves - Archeologisch onderzoek - Bijdrage van BROA projecten - Storting voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 - Bijdrage aan BROA - Voordeel WMO 2014 - Eerste wijziging eenheidsplannen 2014 Bijdrage aan de Algemene Dienst 2014 Stand per 01-01-2015 Rente 2015 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves - Onttrekking voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering) - Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012 Bijdrage aan de Algemene Dienst 2015 Stand per 01-01-2016 Rente 2016 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2016 Stand per 01-01-2017 Rente 2017 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2017 Stand per 01-01-2018 Rente 2018 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2018 Stand per 01-01-2019 Rente 2019 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2019 Stand per 01-01-2020 Rente 2020 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2020 Stand per 01-01-2021 Rente 2021 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2021 Stand per 01-01-2022 Rente 2022 1,75% regulier Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting Bijdrage van de Algemene Dienst 2022 Stand per 31-12-2022 28.852.880 8.900.230 -8.900.000 300.000 29.153.110 725.987 351.580 -22.151 175.000 295.000 -153.000 300.000 -451.000 -1.835.688 6.350.288 -11.993.000 22.896.126 400.682 302.000 -77.401 480.000 295.000 300.000 -200.000 1.500.000 -177.000 -10.895.181 14.824.226 259.424 288.000 -885.000 300.000 -6.509.000 8.277.650 144.859 272.000 900.000 9.594.509 167.904 263.000 1.175.000 11.200.413 196.007 256.000 500.000 711.000 12.863.420 225.110 200.000 1.200.000 711.000 15.199.530 265.992 200.000 1.200.000 711.000 17.576.522 307.589 200.000 1.200.000 711.000 19.995.111 349.914 200.000 1.200.000 711.000 22.456.025
© Copyright 2025 ExpyDoc