DOOR! (GEREKEND) - Gemeente Apeldoorn

DOOR! (GEREKEND)
Financiële onderlegger bij het coalitieakkoord 2014-2018 ‘Door!’
D66, CDA, Christenunie, PvdA en GroenLinks Apeldoorn
Apeldoorn, 24 april 2014.
Werkgroep Financiën
Mark Sandmann (D66) voorzitter
Jan Dirk van der Borg (CDA)
Roelof Veen (Christenunie)
Ties Stam (PvdA)
Detlev Cziesso (GroenLinks)
2
I.
Door (gerekend)
1.1 Opdracht
“Produceer een richtinggevende financiële onderlegger bij het coalitieakkoord die op hoofdlijnen
een perspectief schetst van de gemeente Apeldoorn die uit de financiële problemen komt. Kijk
daarbij naar positieve en negatieve risico’s en maak keuzes en afwegingen zichtbaar voor de
gehele gemeenteraad”. Met deze opdracht, verstrekt door de coalitievormende partijen D66,
CDA, Christenunie, PvdA en GroenLinks is de werkgroep Financiën bestaande uit
vertegenwoordigers van genoemde partijen de afgelopen maand aan de slag gegaan. De
uitwerking van deze opdracht treft u in deze onderlegger bij het coalitieakkoord aan.
1.2 Definiëring financieel herstel
Wij hechten aan een ‘smart’ geformuleerde definitie van financieel herstel. Er is sprake van
financieel herstel als:
A. de Algemene Reserve (AR) minimaal gelijk is aan het benodigde weerstandsvermogen
(nu geschat op € 15 miljoen);
B. de bestemmingsreserves van een adequaat niveau zijn; dat betekent dat de reserves
zich op het door de gemeenteraad vastgestelde minimumniveau bevinden;
C. de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) ten minste gelijk is aan het benodigde
weerstandsvermogen;
D. de begroting reëel en structureel in evenwicht is. Concreet: de
Meerjarenprogrammabegroting (MPB) 2023-2026 is in alle jaarschijven sluitend.
Met deze definitie komen wij in meer dan volledige mate tegemoet aan de eisen zoals die door
de provincie Gelderland in het kader van het financieel toezicht worden gesteld.
1.3 Hoofdconclusie
Op basis van de bestudering van alle relevante cijfers en overleg met vertegenwoordigers van de
ambtelijke organisatie, verwachten wij dat het mogelijk is om de ingezette route naar herstel met
resultaat te vervolmaken. Het lijkt op dit moment ook mogelijk om een MPB 2015-2018 op te
stellen zónder verdere substantiële bezuinigingsvoorstellen. Wij hopen hiermee een definitief
omslagpunt te hebben bereikt van de periode sinds 2010, waarin voor een bedrag van ruim
€ 50 miljoen structureel is bezuinigd (zie bijlage 1). Hierbij plaatsen wij meteen de kanttekening
dat het financiële herstel pril is en dat het voor de gemeente(n) onverminderd onzekere tijden
blijven. Wij denken hierbij ondermeer aan de uitkering uit het Gemeentefonds en aan de mogelijk
nadelige financiële consequenties van de decentralisaties binnen het sociale domein. Dit alles
maakt dat er ook in de komende jaren weinig ruimte is voor nieuwe initiatieven.
1.4 Functie en verdere inhoud financiële onderlegger
Regel is dat in deze maanden het college van Burgemeester en Wethouders een Voorjaarsnota
presenteert. Met de Voorjaarsnota geeft de gemeenteraad aan het college de richting aan voor
de op te stellen MPB. Samen met de consultatie van de gemeenteraadsfracties door middel van
algemene beschouwingen, heeft deze onderlegger het karakter van een Voorjaarsnota, zij het op
hoofdlijnen. Er is nog het nodige onduidelijk en veel zaken vragen nog om een nadere uitwerking.
Daartoe hebben wij in deze onderlegger enkele concrete opdrachten aan het nieuwe college
geformuleerd, zonder daarvoor nu reeds een bedrag op te nemen.
Buiten deze inleiding bestaat onze onderlegger ‘Door (gerekend)’ uit vijf hoofdstukken. Hart van
de onderlegger wordt gevormd door de hoofdstukken 2 en 3. In hoofdstuk 2 schetsen wij u het
3
financieel perspectief voor de periode 2015-2018. Onder 3 kijken wij door naar 31 december
2022. De dag waarop, naar wij hopen, het financiële herstel is geëffectueerd. In hoofdstuk 4
beschrijven wij de kansen en risico’s. In het laatste hoofdstuk gaan wij ondermeer in op de
schuldpositie en het minimabeleid.
4
II. Financieel perspectief 2015-2018
In dit hoofdstuk schetsen wij u in woorden maar vooral in cijfers het financieel perspectief voor
de raadsperiode 2015-2018. Daartoe presenteren wij u de uitkomsten van een pré Begroting
Bestaand Beleid (pré BBB). Hierbij past de aantekening dat er nog veel onzeker is. Dit geldt in het
bijzonder voor de algemene uitkering uit het Gemeentefonds en voor de decentralisaties binnen
het sociale domein. Wij gaan er van uit dat wij na het verschijnen van de zogeheten meicirculaire
van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, hier meer zicht op krijgen.
Verder gaan wij in op de zogeheten onontkoombare ontwikkelingen, de ambtelijke organisatie,
de niet haalbare bezuinigingen, de financiële consequenties van de ambities uit het
coalitieakkoord ‘Door!’ en de wenselijkheid/noodzaak tot het aanleggen van een (nieuwe)
financiële buffer.
Al deze ontwikkelingen hebben wij cijfermatig in onderstaande tabel samengevat. In een aantal
gevallen zijn ‘pm’ posten opgevoerd. Die kunnen op een verwacht positief (+pm), een verwacht
negatief (-pm) of onbekend/nihil effect (pm) betrekking hebben.
Inschatting MPB
Omschrijving
(bedragen x € 1.000; + = voordeel; - = nadeel)
2015
2016
2017
2018
1.
Pré BBB-uitkomst
-4.550
3.250
4.050
3.550
2.
Voorstellen onontkoombaar
- Afschaffing vermissingsleges reisdocumenten
- Burgerpeiling
- Ontwikkeling kosten en opbrengsten omgevingsvergunning
- Onttrekking aan Reserve bouwleges
- Verlaging bezuiniging subsidie Real-X*
- Onkruidbestrijding op verhardingen
-32
-30
-1.000
1.000
-72
-32
-32
- pm
-32
-30
- pm
- pm
-68
- pm
-63
- pm
-57
- pm
pm
0
pm
0
pm
0
pm
0
Niet haalbare bezuinigingen
- verlaging taakstelling vastgoed
- verlaging taakstelling parkeren
-600
-250
-600
-250
-600
-250
-600
-250
Ambities bestuursakkoord
- budget topsportevenementen
- mantelzorg compliment
- verduurzaming eigen vastgoed
- maatschappelijke doeleinden vastgoed
- ondersteuning informatiebeveiliging
-pm
0
+pm
-400
-75
-pm
0
+pm
-400
-pm
0
+pm
-400
-pm
0
+pm
-400
Nieuwe opvangbuffer
-500
-1.000
-1.500
-1.500
-6.509
900
1.175
711
3.
4.
5.
6.
Organisatie
- Opdracht evaluatie gevolgen reorganisatie
- Opdracht toekomstbestendige organisatie
Geschatte uitkomst
* in 2019 e.v. jaren -50
5
2.1 Pré BBB
Met de pré BBB geven wij een schatting van het financieel meerjarenperspectief voor
2015-2018, in het geval het door de raad voor 2014 vastgestelde beleid in deze jaren in
ongewijzigde vorm zou worden voortgezet. De exacte becijfering van de BBB komt later dit jaar
ter voorbereiding van de, door het nieuwe college, op te stellen MPB 2015-2018.
In de pré BBB zijn de in de huidige MPB (2014-2018) opgenomen lopende bezuinigingen
opgenomen. Hierop is een vermindering aangebracht van structureel € 300.000. Dit heeft te
maken met de ingeboekte bezuinigingen op de bedrijfsvoering. Hoewel deze bezuinigingen
volledig worden gerealiseerd, komt een groter deel dan aanvankelijk voorzien ten gunste van het
Grondbedrijf en tarieven (afvalstoffenheffing en riool) en dus niet ten gunste van de BBB. Voorts
is een schatting gemaakt van de doorwerking van de inflatie-ontwikkeling in de komende jaren.
Tot slot is er rekening mee gehouden dat het aantal wethouders in de komende collegeperiode
met één is verminderd.
De belangrijkste inkomstenbron voor de gemeente als onderdeel van de BBB, is de algemene
uitkering uit het Gemeentefonds. Ten opzichte van de in september 2013 gepresenteerde MPB
2014-2017 noteren wij de volgende wijzigingen (zie bijlage 2):
• de septembercirculaire en het Najaarsakkoord 2013 van de kabinetspartijen en D66,
Christenunie en SGP levert Apeldoorn een nadeel van structureel € 1 miljoen op.
Het college heeft de raad hier op 29 oktober 2013 per brief (571381) van op de
hoogte gesteld;
• hoewel er niet langer sprake is van een plan om tot opschaling van gemeenten te
komen, blijft de bezuiniging op apparaatskosten bestaan. Dit kost ons structureel
€ 500.000;
• de aanzienlijke stijging van het aantal bijstandsgerechtigden maakt dat wij van
rijkswege een extra bedrag van € 1 miljoen ontvangen;
• verder stelt het kabinet € 100 miljoen beschikbaar voor de bestrijding van de
armoede. Eerste berekeningen duiden op een structureel bedrag voor onze gemeente
van € 750.000. We betrekken dit bedrag - conform de motie van de gemeenteraad1
- bij de herijking van het Minimabeleid;
• per 1 januari 2015 wordt een herijking van de verdeelsystematiek van het
Gemeentefonds doorgevoerd. De wijziging van parameters (onder andere op het
terrein van onderwijshuisvesting) heeft, naar wij verwachten, voor onze gemeente
een negatief effect van € 900.000 structureel;
• met het licht aantrekken van de economie is de kans reëel dat de rijksoverheid meer
gaat uitgeven. Bij voorbeeld door het herstel van de inflatiecorrectie, een beperkte
inhaalslag van de lonen en mogelijk door extra investeringen. Dit heeft conform het
‘trap op, trap af’ systeem een positieve ontwikkeling op de algemene uitkering uit
het Gemeentefonds. Een concrete uitkomst is op dit moment niet te geven.
Vooralsnog hebben wij gerekend met een positief effect van structureel € 2 miljoen.
De komende meicirculaire over de uitkering van het Gemeentefonds voor de komende jaren zal
een exacter beeld geven van de hier ingeschatte ontwikkelingen.
2.2 Onontkoombare ontwikkelingen
In de komende jaren houden wij – bij ongewijzigd beleid – rekening met de volgende
onontkoombare ontwikkelingen:
•
1
Afschaffing vermissingleges reisdocumenten
Met de inwerkingtreding van de nieuwe paspoortwet (per 9 maart 2014) mag geen
leges in verband met vermissing in rekening worden gebracht. Dit heeft een nadelig
effect van € 32.000 op jaarbasis;
Motie Extra middelen ‘regelerecht’naar de doelgroep, besluit gemeenteraad 17 oktober 2013.
6
•
•
•
•
Burgerpeiling
Hiertoe heeft de raad bij de behandeling van de MPB 2014-2017 besloten. De
burgerpeiling start voor het eerst in 2015;
Ontwikkeling kosten en opbrengsten omgevingsvergunningen
Door de teruglopende activiteit van met name de grote bouwwerken en door een
toename van vergunningvrij bouwen is er sprake van een aanzienlijke verminderde
opbrengst uit leges. De stand van de reserve bouwleges wordt hierdoor
€ 1,5 miljoen negatief. Op dit moment wordt onderzocht welke maatregelen er
genomen moeten worden. Wij verwachten echter dat dit nog onvoldoende positieve
gevolgen heeft voor 2015. Daarmee verwachten wij ook voor dat jaar een tekort van
€ 1 miljoen. Dit bedrag wordt gedekt door een bedrag van € 1 miljoen te onttrekken
aan de bestemmingsreserve bouwleges. Uw raad is hierover in de jaarrekening 2013
geïnformeerd. Voor de jaren daarop volgend hebben wij in de raming een – pm post
opgenomen;
Real X
De gemeenteraad heeft bij de behandeling van de MPB 2014-2018 in een motie
opgeroepen om een permanente huisvestingsoplossing voor Real-X te vinden en de
bezuinigingstaakstelling op het subsidie deels te verlagen. De verhuiskosten komen
ten laste van de begroting 2014.
Onkruidbestrijding op verhardingen
Op dit moment bestrijden wij de onkruidgroei op verhardingen met het middel
Glyfosaat. De kosten per jaar bedragen € 155.000. Per november 2015 wordt het
gebruik van dit middel verboden. Op dit moment wordt gestudeerd op een
alternatief. Of dit budgettair neutraal kan worden ingezet is vooralsnog niet duidelijk.
Vandaar de opname van een – pm post in de ramingen vanaf 2016.
2.3 Ontwikkelingen ambtelijke organisatie
De organisatie is in de afgelopen jaren ingrijpend gereorganiseerd. De personele formatie is
structureel met zo’n 225 plaatsen teruggebracht tot 1.139. Ook is een aanzet gegeven tot een
cultuurverandering. Het is belangrijk om een jaar na de start van de nieuwe organisatie, daarop
nog eens goed in te zoomen. Welke taakstellingen zijn gerealiseerd, welke niet? Binnen welke
onderdelen van de ambtelijke organisatie loopt het in kwantitatief en/of in kwalitatief opzicht
spaak? Binnen welke onderdelen is er mogelijk sprake van overcapaciteit? Dit alles mede bezien
in het licht van de nieuwe taken die op de gemeente afkomen binnen het sociale domein. Wij
hebben de gemeentesecretaris opdracht gegeven om de reorganisatie te evalueren. Hiervoor
hebben wij een pm post in het overzicht opgenomen.
Daarnaast vraagt het toekomstbestendig houden van de gemeentelijke organisatie om een aantal
investeringen. Het geplande groot onderhoud biedt niet alleen een goede mogelijkheid tot
verduurzaming, maar ook om de inrichting van het gebouw ter hand te nemen. Wij onderzoeken
of de huidige inrichting van het stadhuis nog past bij de nieuwe organisatiecultuur (flexibel en
transparant). Ook is het gewenst om versneld te investeren in de modernisering en digitalisering
van de dienstverlening aan de burger.Verder creëren wij door middel van strategisch
personeelsbeleid ruimte voor instroom van jongere medewerkers. Het is van belang om voor te
sorteren op de verwachte uitstroom van oudere medewerkers.
Vertrekpunt bij dit alles is dat de ruimte voor de benodigde investeringen structureel gevonden
moet worden binnen het bestaande bedrijfsvoeringbudget. De gemeentesecretaris wordt
gevraagd om hiervoor een bedrijfsplan op te stellen, zodat het nieuwe college dit bij de opstelling
van de MPB 2015-2018 kan betrekken.
2.4 Niet haalbare bezuinigingen
Wij stellen vast dat de effectuering van twee majeure bezuinigingsvoorstellen uit de vorige
raadsperiode onder druk staat.
7
Op de eerste plaats de taakstelling vastgoed. Hierover is de afgelopen jaren veel gezegd en
geschreven. Wij hebben besloten om in de raming de taakstelling te verlagen met een bedrag
van € 600.000. Dit met een bandbreedte van plus en min € 300.000. Wij geven het college de
opdracht de concrete invulling van de taakstelling nader uit te werken en bij de aanstaande
begrotingsbehandeling aan de raad voor te leggen.
Ten aanzien van het parkeren signaleren wij twee problemen. De exploitatie vertoont op dit
moment een tekort van € 800.000. Het huidige college heeft over deze problematiek een notitie
aan de gemeenteraad voorgelegd. In deze notitie worden de mogelijkheden om tot een
aanmerkelijke reductie van het tekort te komen beschreven. Naast dit alles is in de
MPB 2014-2017 besloten tot een extra taakstelling op het parkeren van structureel € 250.000.
Dit laatste lijkt ons gelet op het tekort geen reële optie. Wij hebben er voor gekozen om deze
taakstelling te schrappen.
2.5 Ambities coalitieakkoord ‘Door!’
In het coalitieakkoord geven wij in bescheiden mate een aanzet tot nieuw beleid.
•
•
•
•
•
Topsportevenementen
Het benodigde budget voor de topsportevenementen hebben wij vooralsnog op pm
geraamd. Het is aan het nieuwe college om een inhoudelijke uitwerking, inclusief
financieringsvoorstel, op te stellen. Dit voorstel zal in het kader van de MPB 2015-2018
worden aangeboden aan de raad.
Mantelzorgcompliment
Het huidige mantelzorgcompliment houdt per1 januari 2015 op te bestaan. Vanaf dat
moment zijn de gemeenten hiervoor verantwoordelijk. Voor Apeldoorn gaat om een
bedrag van ongeveer € 1 miljoen. Dit is zogeheten nieuw geld dat onderdeel gaat
uitmaken van het sociaal deelfonds (3 D’s). Wij kiezen er voor om genoemd bedrag van
€ 1 miljoen te bestemmen voor de waardering en de ondersteuning van mantelzorgers.
Verduurzaming eigen vastgoed
De coalitiepartijen willen een impuls geven aan het duurzaamheidbeleid. Ook vinden de
coalitiepartijen dat de gemeente terzake een voorbeeldfunctie heeft. Wij geven daarom
het nieuwe college de opdracht om op korte termijn met voorstellen te komen tot
verduurzaming van ons eigen vastgoed. Deze voorstellen worden betrokken bij de
MPB 2015-2018. Wij verwachten hiervan een financieel voordeel. Hiervoor hebben wij
overigens ook middelen van de provincie Gelderland beschikbaar gekregen.
Afstoten maatschappelijk vastgoed
Wij hebben ons gebogen over de vraag of wij bij het afstoten van maatschappelijk
vastgoed louter financiële criteria moeten hanteren. Wij blijven van mening dat dit in
eerste instantie de juiste benadering is. Maar wij hebben ook oog voor het gebruik van
vastgoed door maatschappelijk waardevol geachte instellingen. Wij vragen het college
om terzake scenario’s uit te werken. In verband hiermee is een nadeel van structureel
€ 400.000 opgenomen, maar wel met een bandbreedte van plus en min € 200.000. Dit
biedt de gemeenteraad de mogelijkheid voor het maken van nadere politieke keuzes.
Ondersteuning informatiebeveiliging
De gemeenten hebben met elkaar de afspraak gemaakt om in de komende jaren extra in
te zetten op dit thema. Hiertoe is een nieuwe methode ontwikkeld. Wij vinden dat
Apeldoorn hier aan mee moet doen. De kosten bedragen eenmalig € 75.000.
2.6 Nieuwe buffer
Het opnemen van een opvangbuffer heeft in de afgelopen jaren zijn nut bewezen. Steeds weer
blijkt dat wij met onvoorziene ontwikkelingen worden geconfronteerd waar wij als gemeente op
moeten inspelen. Daarom nemen wij voor de komende meerjarenperiode opnieuw een
opvangbuffer op. Deze buffer dient ook om het saldo van de genoemde pm posten op te
vangen.
8
III. Financieel perspectief 2022
In de inleiding spraken wij de verwachting uit dat het mogelijk is om de ingezette route naar
herstel met resultaat te vervolgen. Hierbij tegelijkertijd de kanttekening dat het financiële herstel
pril is en dat het voor de gemeente(n) onverminderd onzekere tijden blijven. Wij hechten aan een
‘smart’ geformuleerde definitie van financieel herstel. Er is sprake van financieel herstel als:
A. de Algemene Reserve (AR) minimaal gelijk is aan het benodigde weerstandsvermogen
(nu geschat op € 15 miljoen);
B. de bestemmingsreserves van een adequaat niveau zijn; dat betekent dat zij zich op
het door de gemeenteraad vastgestelde minimumniveau bevinden;
C. de Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG) ten minste gelijk is aan het benodigde
weerstandsvermogen;
D. de begroting reëel en structureel in evenwicht is. Concreet: de
Meerjarenprogrammabegroting (MPB) 2023-2026 is in alle jaarschijven sluitend.
3.1 Ontwikkeling Algemene Reserve
Uitgaande van het geschatte financieel perspectief als genoemd in het tweede hoofdstuk, zal
onze Algemene Reserve op 31-12-2022 ruim € 22 miljoen bedragen. Met deze stand voldoen
wij in ruime mate aan de criteria, die onze toezichthouder van de provincie Gelderland ons stelt.
Met dit bedrag biedt de Algemene Reserve ons tevens een buffer voor de onvoorziene
tegenvallers, zoals die mogelijk zullen ontstaan bij de uitvoering van de nieuwe sociale wetten.
De ontwikkeling van de Algemene Reserve hebben wij als bijlage 3 bij deze onderlegger
gevoegd.
3.2 Bestemmingsreserves
Ons streven is dat onze bestemmingreserves zich op de door de gemeenteraad vastgestelde
minimale niveaus bevinden. Wij denken hierbij met name aan de reserve bouwleges, de reserve
begraafplaatsen en de reserve bereikbaarheid.
3.3 Algemene Reserve Grondbedrijf (ARG)
In de definitie van herstel spreken wij ons ook uit over de streefwaarde van de ARG. Deze is in
ieder geval gelijk aan het benodigde weerstandsvermogen (nu becijferd op € 20,5 miljoen). Deze
streefwaarde wordt jaarlijks met de vaststelling van het Meerjarenprogramma Grondexploitaties
(MPG) vastgesteld. De werkelijke waarde van de ARG is al een aantal jaren lager dan de
streefwaarde. Bij motie heeft de gemeenteraad uitgesproken geen aanvulling te willen. In de
praktijk groeien werkelijke waarde en streefwaarde naar elkaar toe. Enerzijds omdat risico’s
afnemen, anderzijds door positieve resultaten. Zolang de streefwaarde en de werkelijke waarde
niet extreem uit elkaar lopen, bestendigen wij de door de gemeenteraad ingezette lijn met dien
verstande, dat in 2022 het benodigde niveau is gehaald.
3.4 Begroting in evenwicht
Doel is dat de MPB met ingang van de jaren 2023-2026 in alle jaarschijven structureel sluitend
is. Wij denken dat dit mogelijk is omdat met ingang 2023 onze rente- en aflossingsverplichtingen
(€ 6,4 miljoen structureel) in verband met het herstelplan komen te vervallen.
9
IV. Financiële kansen en bedreigingen
Het is in deze tijd lastig om de financiële toekomst van de gemeente nauwgezet te duiden. Wij
sluiten aan bij het beeld van de risico’s in de paragraaf weerstandsvermogen van de jaarstukken
2013. Er zijn kansen en bedreigingen.
4.1 Kansen:
•
Positief rekeningresultaat
Al enkele jaren is er sprake van een positief rekeningsresultaat. Een analyse leert dat er
geen sprake is van een systematische fout in onze begrotingsramingen. Soms komt het
op één en hetzelfde onderdeel voor dat er dan weer een voordeel, dan weer een nadeel
is ontstaan. Een systematische afwijking heeft zich in het recente verleden wel
voorgedaan ten aanzien van de rente en in mindere mate het Gemeentefonds. Dat is
gecorrigeerd door de betreffende ramingen in de MPB hierop aan te passen. Desondanks
blijft het rekeningresultaat ten opzichte van de begroting meevallen. Dit beschouwen wij
als een positief risico voor de komende jaren.
•
Regionale samenwerking
Wij werken in toenemende mate samen met andere gemeenten. Dit biedt kansen voor
meer kwaliteit en meer efficiency. Efficiencyvoordelen kunnen behaald worden door
besparingen op de personele formatie, bundeling van huisvesting, afstemming en
uniformering van processen en centralisatie van ondersteunende taken. Met diverse
regiogemeenten worden samenwerkingsopties verkend op de terreinen belastingen,
inkoop, ICT & informatievoorziening en taken op het terrein van personeel en organisatie.
•
Lobby
In de MPB 2015-2018 zijn middelen vrij gemaakt voor de lobby. Wij gaan er vanuit dat
deze inzet tot rendement gaat leiden in de vorm van bijdragen uit Arnhem, Den Haag en
Brussel. Hierbij wel de aantekening dat voor het binnenhalen van extern geld vaak
cofinanciering vanuit de gemeente noodzakelijk is.
•
Gemeentefonds
In het tweede hoofdstuk hebben wij een inschatting gemaakt van de ontwikkelingen op
de korte termijn. Een doorkijk op langere termijn is moeilijk te geven. Dit is onder meer
sterk afhankelijk van de verdere conjuncturele ontwikkelingen en herverdelingen. Dit kan
dus meevallen.
4.2 Bedreigingen
•
Drie decentralisaties in het sociale domein
Naast de enorme maatschappelijke gevolgen benoemen wij drie financiële risico’s.
Het eerste risico draagt een incidenteel karakter. Enerzijds worden de budgetten gekort
voor de invoering van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) voor de
onderdelen begeleiding en afbouw huishoudelijke hulp en voor de jeugdzorg. Dit terwijl
anderzijds een overgangsrecht van kracht is, waarbij de bestaande rechten van de
cliënten worden geborgd.
Ook het tweede risico kent een incidenteel karakter. Het tempo waarin de kanteling
(meer eerstelijnszorg in plaats van tweedelijnszorg) moet worden uitgevoerd, loopt niet
gelijk op met het tempo waarin de rijkskortingen worden doorgevoerd. Dit mede
vanwege het feit dat instellingen in de tweedelijnszorg om garanties vragen.
Het derde en grootste risico lopen wij vanwege de invoering van een objectief
verdeelmodel. Door de prominente aanwezigheid van grootschalige landelijke zorgcentra
in en rond Apeldoorn, lijkt dit verdeelmodel voor ons nadelig uit te vallen. Dit is een
structureel risico.
10
De uitvoering van de decentralisatie is nog steeds aan veranderingen onderhevig. De
laatste berichten uit Den Haag wijzen op een voor de gemeenten minder nadelige
uitkomst.
•
Herijking Kwalitatief WoningbouwProgramma (KWP)
Zoals uit het Meerjarenperspectief (MPG) 2014 blijkt, hebben wij de risico’s binnen het
Grondbedrijf goed beschreven en zijn voor zover noodzakelijk voorzieningen getroffen.
De gevolgen van een kwalitatieve bijstelling van het KWP hebben echter wij nog niet in
beeld.
•
Gemeentefonds
In het tweede hoofdstuk hebben wij een inschatting gemaakt van de ontwikkelingen op
de korte termijn. Een doorkijk op langere termijn is moeilijk te geven. Dit is onder meer
sterk afhankelijk van de verdere conjuncturele ontwikkelingen en herverdelingen. Dit kan
dus ook tegenvallen.
11
V. Tenslotte
In dit laatste hoofdstuk gaan wij in op zaken die naar onze mening de aandacht verdienen. Het
gaat hierbij om de schuldpositie, de investeringen in rioolwerken, het minimabeleid, het
afvalstoffenbeleid en het ondernemersfonds. Tenslotte komen wij terug op de verstrekte
opdrachten.
5.1 Schuldpositie
De schuldquote wordt als een grof kengetal beschouwd door van de schulden de bezittingen
af te halen en die in verhouding te zien tot de inkomsten. Apeldoorn heeft een relatief hoge
schuldpositie. Wij verwachten dat deze gaat afnemen. Dit komt door een vermindering van
investeringen. Daarnaast zullen de activiteiten van het Grondbedrijf in de komende jaren
meer inkomsten dan uitgaven opleveren. Tenslotte zal het herstel van het eigen vermogen de
behoefte aan vreemd vermogen doen afnemen.
5.2 Rioolheffing
In de MPB 2014-2017 wordt uitgegaan van een stijging van het rioolrecht met de index voor de
inflatie. Verwacht wordt, dat er in de periode 2025-2050 extra (vooral)
vervangingsinvesteringen nodig zijn om de riolering op peil te houden. Veel rioleringen zijn in de
jaren ’60, ’70 en ‘80 aangelegd. In het volgende gemeentelijke rioleringsplan 2016-2020 wordt
een nieuwe prognose opgesteld. Dan zal ook bekeken worden of en met welk bedrag het
vervangingsbudget omhoog moet. Dit kan resulteren in een geleidelijke verhoging van de
tarieven rioolrecht. Door deze benadering verwachten wij toekomstige problemen op dit terrein
voor te zijn.
5.3 Minimabeleid
Wij willen dat het nieuwe college voor het eind van 2014 een nieuwe nota Minimabeleid aan de
raad presenteert, waarin het kwalitatief goede sociale beleid van de gemeente wordt voortgezet.
In de nota moet rekening worden gehouden met de nieuwe middelen die het rijk beschikbaar
stelt voor de armoedebestrijding. Ook dient er in het nieuwe minimabeleid een relatie gelegd te
worden met de problemen van inwoners die extra getroffen worden door de drie
decentralisaties. Wij verwachten dat in deze nieuwe nota ook wordt ingegaan op de afschaffing
van Wet Tegemoetkoming Chronisch zieken en gehandicapten (WTCG).
5.4 Afval
Door het gunstige nieuwe contract voor de verbranding van het restafval per 2016 en de kansen
die de pilot kunststofinzameling lijken te bieden, is er zicht op een mogelijke verlaging van de
afvalstoffenheffing. Vanzelfsprekend wordt op deze wijze ook een wezenlijke bijdrage aan de
verduurzaming geleverd.
5.5 Ondernemersfonds
Het is juridisch mogelijk om een ondernemersfonds te voeden uit een verhoging van de
onroerend zaak belasting voor niet-woningen. Dit in plaats van voor een andere belastingheffing
te kiezen (reclamebelasting). Voeding via de OZB-heffing raakt alle eigenaren en gebruikers van
niet-woningen (inclusief ondernemers) van binnenstad tot en met het buitengebied. Dit raakt
daarmee ook ons als eigenaar van niet-woningen (stadhuis, omnisport etc.). Het komt ons
gewenst voor om dit als aandachtspunt te noteren.
12
5.6 Resumerend
Zoals eerder aangegeven herstelt Apeldoorn zich in financieel opzicht. Het herstel is echter pril.
De toekomst laat zich moeilijk voorspellen, er liggen kansen maar ook bedreigingen. Dit alles
maakt dat er ook in de komende jaren weinig ruimte is voor nieuwe initiatieven. Investeringen
van enige omvang zijn alleen mogelijk als hiervoor externe geldbronnen beschikbaar komen.
Wij bepleiten een bestendiging van het ingezette solide financiële beleid.
Bij onverhoopte tegenvallers wordt de komende vier jaar van het college verwacht, om in eerste
instantie een oplossing te vinden binnen het domein waar de tegenvallers zich voordoen. Indien
dit niet lukt zal binnen het totaal van de begroting naar een oplossing moeten worden gezocht.
En wel volgens onderstaande volgorde:
A. nadere efficiencymaatregelen;
B. bezuinigingen binnenshuis over de volle breedte van het gemeentelijke domein;
C. bezuinigingen buitenshuis (subsidies en overdrachtsuitgaven);
D. verhoging algemene lasten burgers en ondernemers.
Uitgangspunt is verder dat meevallers (het positieve saldo van de transparant gemaakte voor- en
nadelen) worden ingezet voor een versnelling van het financiële herstel. Alle meevallers worden
gestort in de Algemene Reserve. Bij de toekomstige integrale afweging zijn twee lijnen denkbaar:
• verkorting van de herstelperiode (nu 2022), of
• verlaging van de annuïteit van het geactiveerde tekort. In dit geval blijft de
hersteltermijn gelijk, maar ontstaat er minder beslag op de gemeentelijke begroting.
5.7 Opdrachten
In deze onderlegger hebben wij een aantal concrete vervolgopdrachten geformuleerd:
•
•
•
•
•
•
de gemeentesecretaris krijgt de opdracht om de reorganisatie te evalueren;
de gemeentesecretaris wordt verzocht een bedrijfsplan op te stellen met het oog op
een toekomstbestendige gemeentelijke organisatie, dat bij de opstelling van de MPB
2015-2018 kan worden betrokken;
het college wordt gevraagd om bij de komende MPB een nadere uitwerking te geven
voor de uiteindelijke verlaging van de bezuinigingstaakstelling op vastgoed, met
inbegrip van het te bepalen budget i.v.m. maatschappelijke belangen bij de afstoting
van vastgoed;
eveneens bij de komende MPB wordt van het college een inhoudelijke uitwerking
gevraagd, inclusief een financieringsvoorstel, voor topsportevenementen;
op korte termijn wordt het college gevraagd om met voorstellen te komen tot
verduurzaming van ons eigen vastgoed;
voor het eind van 2014 wordt van het college een nota herijking minimabeleid
gevraagd, waarin ook wordt ingegaan op de afschaffing van de WTCG.
13
- Bijlage 1-
(bedragen x € 1.000)
Bezuinigingen 2010 t/m 2017
Cultuur en sport
2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016
2017
-
19
478
1.804
2.781
3.446
3.601
3.601
Bestuur, dienstverlening
en organisatie
526
4.246
9.290
14.909
20.699
22.706
23.810
25.002
Fysiek
282
1.132
2.384
3.574
4.732
4.872
4.982
4.982
Sociaal
913
2.186
3.782
8.703
12.683
14.653
16.304
17.072
1.721
7.582
15.933
28.991
40.895
45.677
48.697
50.657
Totaal
14
- Bijlage 2 –
Schatting mutaties algemene uitkering Gemeentefonds (GF) t.o.v. MPB 2014-2017
(bedragen x € 1.000)
a. Structureel effect Najaarsnota 2013 Rijk
b. Lagere apparaatskosten gemeenten door schaalvergroting
c. Groei maatstaven werk en inkomen in GF vanwege toename bijstandsontvangers
d. Intensivering armoedebestrijdingsbeleid
e. Overhevelen buitenonderhoud scholen primair onderwijs naar schoolbesturen
geen onderhoudsverplichting meer voor het buitenonderhoud
f. Herijking/groot onderhoud Gemeentefonds
g. Schatting doorwerken ingezette economische groei naar het Gemeentefonds
Totaal schatting
2015
2016
2017
2018
-1.000
-1.000
-1.000
1.000
750
-1.500
1.500
-300
500
1.000
750
-1.500
1.500
-600
1.000
1.000
750
-1.500
1.500
-900
1.500
-1.000
-500
1.000
750
-1.500
1.500
-900
2.000
950
1.150
1.350
1.350
15
- Bijlage 3 Algemene Reserve
Stand per 31-12-2012
Resultaat rekening 2012
Bestemmingsvoorstellen rekening 2012
Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012
Stand per 1-1-2013
Rente 2013
2,50%
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Beleidswijzigingen t/m 2012
- Archeologisch onderzoek
Beleidswijzigingen 2013
- Bijdrage van BROA projecten
- Storting voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering)
- Bijdrage aan reserve onderwijshuisvesting i.v.m. vervroegde uitname € 3,5 mln
- Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012
- Resultaat 1e begrotingswijziging eenheidsplannen 2013*
- Onttrekking t.b.v. bouwleges
- Meevallers jaarrekening 2013
Bijdrage aan de Algemene Dienst 2013
Stand per 01-01-2014
Rente 2014
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
- Archeologisch onderzoek
- Bijdrage van BROA projecten
- Storting voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering)
- Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012
- Bijdrage aan BROA
- Voordeel WMO 2014
- Eerste wijziging eenheidsplannen 2014
Bijdrage aan de Algemene Dienst 2014
Stand per 01-01-2015
Rente 2015
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
- Onttrekking voorfinanciering NUP gelden (algemene uitkering)
- Bijdrage van reserve onderwijshuisvesting conform besluitvorming rekening 2012
Bijdrage aan de Algemene Dienst 2015
Stand per 01-01-2016
Rente 2016
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2016
Stand per 01-01-2017
Rente 2017
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2017
Stand per 01-01-2018
Rente 2018
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
Bijdrage aan/van de Algemene Dienst 2018
Stand per 01-01-2019
Rente 2019
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
Bijdrage van de Algemene Dienst 2019
Stand per 01-01-2020
Rente 2020
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
Bijdrage van de Algemene Dienst 2020
Stand per 01-01-2021
Rente 2021
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
Bijdrage van de Algemene Dienst 2021
Stand per 01-01-2022
Rente 2022
1,75% regulier
Bespaarde rente (deel) bestemmingsreserves
Oplopende reeks bezuiniging onderwijshuisvesting
Bijdrage van de Algemene Dienst 2022
Stand per 31-12-2022
28.852.880
8.900.230
-8.900.000
300.000
29.153.110
725.987
351.580
-22.151
175.000
295.000
-153.000
300.000
-451.000
-1.835.688
6.350.288
-11.993.000
22.896.126
400.682
302.000
-77.401
480.000
295.000
300.000
-200.000
1.500.000
-177.000
-10.895.181
14.824.226
259.424
288.000
-885.000
300.000
-6.509.000
8.277.650
144.859
272.000
900.000
9.594.509
167.904
263.000
1.175.000
11.200.413
196.007
256.000
500.000
711.000
12.863.420
225.110
200.000
1.200.000
711.000
15.199.530
265.992
200.000
1.200.000
711.000
17.576.522
307.589
200.000
1.200.000
711.000
19.995.111
349.914
200.000
1.200.000
711.000
22.456.025