Correctievoorschrift HAVO 2014 Nederl Algemene natuurwetenschappen Tijdvak 1 Maandag 26 mei 13.30 – 15.30 uur College-examen schriftelijk 1 Algemene natuurwetenschappen (uitsluitingen E2, F2) 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 De scores worden ingevuld in een bijgeleverde Excel-sheet en opgestuurd naar [email protected] Naam van de kandidaat en examennummer voert u zelf in. Voor afwezige kandidaten wordt het examennummer in het vak “naam” ingevuld. Eventueel nieuwe rijen invoegen als er geen plaats meer is voor kandidaten. Voor de open vragen worden de deelscores 0 en hoger ingevoerd. Indien de vraag is overgeslagen, een V. Voor de meerkeuzevragen wordt bij een juist antwoord de score ingevoerd. Bij een onjuist antwoord de letter van het onjuiste alternatief. Bij overslaan een V en bij een onleesbaar of niet bestaand antwoord een X. Voor het antwoord op een open vraag worden alleen gehele punten toegekend tot het maximum vermeld in het antwoordmodel. Het minimum aantal punten is 0. Bij meerkeuzevragen wordt óf 0 punten óf het maximum aantal punten toegekend. Bij een meerkeuzevraag wordt alleen de hoofdletter die hoort bij de juiste keuzemogelijkheid goed gerekend. Indien meer dan één letter als antwoord gegeven is worden geen scorepunten toegekend. Indien de corrector meent dat het antwoordmodel van een meerkeuzevraag een fout of onvolkomenheid bevat, dan beoordeelt hij of zij het werk van de kandidaten alsof toets en antwoordmodel juist zijn. Zij/hij stelt het CVE op de hoogte van de fout of onvolkomenheid. Het is niet toegestaan zelfstandig af te wijken van het antwoordmodel. Met een eventuele fout wordt bij de definitieve normering van het examen rekening gehouden. Indien een open vraag gedeeltelijk juist beantwoord is wordt een deel van de maximale score toegekend in overeenstemming met het antwoordmodel. Onleesbaarheid, onjuist taalgebruik, onjuiste spelling van vakwoorden of onduidelijke formulering leidt tot aftrek c.q. niet toekennen van punten. Indien een antwoord op een open vraag niet in het antwoordmodel voorkomt en dit antwoord op vakinhoudelijke gronden als juist beoordeeld kan worden, moeten scorepunten worden toegekend naar analogie of in de geest van het antwoordmodel. Indien in een antwoord een gevraagde verklaring, uitleg of berekening ontbreekt dan wel foutief is, worden 0 punten toegekend, tenzij in het antwoordmodel anders is aangegeven. Indien meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) gegeven worden dan gevraagd, worden uitsluitend de eerst gegeven antwoorden beoordeeld tot maximaal het gevraagde aantal. Een antwoord mag één cijfer meer of minder bevatten dan op grond van de nauwkeurigheid van de verstrekte gegevens verantwoord is. Bij grotere (on)nauwkeurigheid hoeft echter geen punt te worden afgetrokken. Een fout mag in de uitwerking/redenering/berekening van een open vraag maar één keer worden aangerekend tenzij daardoor de vraag aanzienlijk wordt vereenvoudigd en/of in het antwoordmodel anders is vermeld. Een zelfde fout in verschillende vragen wordt telkens opnieuw aangerekend tenzij in het antwoordmodel anders is vermeld. In het antwoordmodel geeft het teken “-“ scheiding aan tussen verschillende antwoordelementen. In het antwoordmodel geeft het teken “/” scheiding aan tussen verschillende juiste mogelijkheden. In het antwoordmodel wordt met (...) een deel aangegeven dat niet in het antwoord van de kandidaat hoeft voor te komen. 2 14 15 In het antwoordmodel wordt eventueel met onderstreping een deel aangegeven dat in het antwoord van de kandidaat moet voorkomen. Voor deze toets kunnen maximaal 54 punten worden behaald. Het CVE stelt een omzetting van score naar cijfer vast. Cesuur bijv.: N = 1, d.w.z. cijfer = 1 + 9 x score/54 3 Correctiemodel vraagnummer 1 2 3 4 5 6 antwoord Een juist antwoord bevat de volgende elementen: - door mutatie ontstaan er witte exemplaren. 1p - in dit milieu kunnen deze zich meer voortplanten dan bruine exemplaren, 1p - waardoor er steeds meer hazen komen met erfelijke aanleg wit. 1p Zwarte dieren zijn opvallend / niet goed gecamoufleerd. 1p Op een klein eiland leven vaak weinig of geen roofdieren, zodat camouflage minder belangrijk is. 1p 1Q, 2T, 3Z, 4P, 5U, 6Y, 7W 0 fout = 4p, 1-2 fout = 3p, 3-4 fout = 2p, 5 fout = 1p, 6-7 fout: 0p Aristoteles beschreef de wereld op grond van waarnemingen en probeerde een wereldbeeld op te bouwen zonder direct goden erin te betrekken. Het komt dus niet overeen. - reden 1p - conclusie 1p D C punten 3 domein C3 2 C3 4 D1 2 F3 2 2 F1 F1 4 7 8 9 10 11 12 13 14 15 De afstand zon – middelpunt stelsel is 0,25 . 1021 m en de omlooptijd is 0,245 . 109 j De afgelegde afstand bij één omwenteling = 2.π.r = 2x3,14x0,25 . 1018 km = 1,57 . 1018 km. 1p de tijd is 0,245 . 109 x 365,25 x 24 x 3600 = 7,73 . 1015 s 1p De omloopsnelheid is dan 1,57 . 1018 / 7,73 . 1015 = 203 km/s = 2,0 . 102 km/s 1p Opmerking: significantiefout niet aanrekenen, evenals berekeningen die uitgaan van 365 dagen. Bij alleen gegevens juist opgezocht 1p toekennen. C C A B B C Voorbeelden van juiste antwoorden: - Mogelijk gebruik als voedsel; - Mogelijk gebruik als sier/tuinplant; - Mogelijk gebruik als medicinale plant. Per goede reden 1p Het antwoord moet de notie bevatten dat planten zich, bijvoorbeeld door stoffen, beschermen tegen allerlei organismen als dieren of bacteriën. 3 F1 2 2 1 2 2 2 2 D2 D2 D2 D2 D2 D2 C2 1 C1 5 16 17 18 19 20 21 Bij mengsels is het 2 lastig de werking van elke soort afzonderlijk vast te stellen/ mengsels kunnen per keer van samenstelling verschillen. 1p Per plantensoort kunnen er ook meerdere stoffen van belang zijn, bij meer soorten wordt de bijdrage van een stof nog moeilijker vast te stellen. 1p Nee, want je weet niet 1 of de steekproef representatief is voor de verhouding van de groepen in de totale bevolking van Suriname Of: Nee, de verschillende deelgroepen (zoals Indiaanse vrouwen) zijn te klein. Koolstofverbindingen / 1 CO2 in de atmosfeer / in de lucht C2 verbranding / dissimilatie / ademhaling Een juist antwoord bevat de notie dat de fossiele C lange tijd aan de atmosfeer onttrokken was. C 1 D1 1 D1 2 D1 C2, A6 D1 6 22 23 24 25 26 27 28 29 Voorbeeld van een juist antwoord: - als er meer fotosynthese is, dan - neemt de hoeveelheid CO2 af, maar - dan is er meer voedsel voor dieren, waardoor die weer meer CO2 afgeven. - voor stap 1 (toe- of afname) 1p - voor de “maar-zin” (af- of toename) 1p - voor de zin die de cirkel rond maakt 1p Het gebruik van steen voor bijvoorbeeld bouw / kunst. C A B Siluur Een juist antwoord bevat de notie dat het fossilisatieproces te lang duurt. - Bepaal het (C-12 en) C-14 gehalte. 1p - Biodiesel bevat (nog) C-14 (fossiel diesel niet meer). 1p totaal 3 D1 1 D1 2 2 2 1 1 E1 E1 D2 C3 C3, D1 2 C3, E1 54 Illustratieverantwoording: Evolutionaire zaken : http://www.natuurinformatie.nl/ndb.wnf/natuurdatabase.nl/i000203.html (poolhaas) Atmosfeer: www.wageningenur.nl Melkweg: figuur + verhaal http://nl.wikipedia.org/wiki/Melkweg_(sterrenstelsel) Gisten: http://commons.wikimedia.org/wiki/File:Various_grains.jpg (brood) Medicinale planten: http://adekus.uvs.edu/section/sectPage.php?id=157&secID=1706&lb= Onderzoek%20.%20Botanisch%20.%20Herbarium (kwassiehout) Biobrandstof: http://nl.wikipedia.org/wiki/Biobrandstof http://pl.wikipedia.org/wiki/Biodiesel 7
© Copyright 2024 ExpyDoc