1 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 VOORWOORD De afgelopen oktober was toch een bijzondere maand – volgens mij hebben we nog nooit zo’n zachte en niet herfstige oktober (op één storm na) gehad daardoor was het ook een maand dat iedereen toch nog tot het eind groenten van de tuin haalde die normaliter Nieuwsbrief november/december 2014 er allang niet meer staan. Zoals tomaten, komkommers, courgettes en noem maar op. Maar nu is het toch echt op. Al zal waarschijnlijk de afgelopen 1 en 2 november ook als de warmste ooit in de boeken verdwijnen. We hebben dus een bijzonder tuinjaar om af te sluiten en dat doen we met deze dikke nieuwsbrief voor de lange november en decemberavonden. Inhoud Dit jaar hebben we leuke activiteiten kunnen doen en hopelijk kunnen we komend jaar dat ook aanbieden, wel zal de inbreng van de leden groter moeten gaan worden anders zal het helaas niet meer haalbaar zijn. Laat weten wat je leuk vindt, wat je eventueel zelf leuk vindt om te organiseren met hulp van ons! Nieuwe ideeën zijn altijd welkom! Dus laat wat van je horen! Hieronder een kleine terugblik van de activiteiten in 2014 Mogelijkheid om je snoeihout te laten versnipperen op eerste klusochtend Insektenhotels maken Barbecue 45-jarig bestaan In het nieuwe jaar willen we een twee-maandelijks artikel gaan schrijven over onze vereniging Ons Belang met te beginnen de geschiedenis. Natuurlijk staat er van alles opgeschreven maar we willen graag verhalen horen van onze tuinders. Hoe was het vroeger toen de vereniging werd opgericht en de eerste jaren op het Klaphek en de Wiers, hoe was het tuinieren toen? Vindt je het leuk om daar eens over te praten of een stukje te schrijven laat het dan even weten via email [email protected] of stop het in de brievenbussen op de complexen! Graag horen we van jullie! Colofon Redactie: Janny Holzapfel / email: [email protected] Eindredactie: Bestuur ATV Ons Belang Website: www.onsbelang-nieuwegein.nl https://www.facebook.com/#!/TuindersverenigingOnsBelang 1. Voorwoord en terugblik 2014 Colofon 2. Tuinieren en gezondheid in de media 3. Tuinieren en gezondheid in de media Natuurlijke moestuin 4. Kleine diertjes “hun daden benne groot” 5. Compost Wanneer is een plant biologisch? 6. Wat te doen in november en december in de tuin 7. Wat te doen in november en december in de tuin Wat zijn kuipplanten? 8. Wat ga jij zaaien volgend jaar? 9. Kerstmenu 10. Egels 11. Leuke tuinboeken 2 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 Wit fruit bewezen middel tegen beroerte (Natural News | Michelle Bosmier | vertaling voor Earth Matters door Marieke Schoutens) Een nieuw Nederlands onderzoek in Stroke: Journal of the American Heart Association wijst uit dat het consumeren van grote hoeveelheden witte groente- en fruitsoorten de kans op een beroerte aanzienlijk kan verkleinen. Door de jaren heen zijn er talrijke onderzoeken geweest waarin het verband tussen een hoge inname van groente en fruit en een verminderd risico op een beroerte en andere cardiovasculaire ziektes werd gelegd. Dankzij dit nieuwe onderzoek is nu voor het eerst een duidelijke samenhang tussen verschillende kleuren voedsel en de impact daarvan op het voorkomen van beroertes vastgesteld. Dat betekent dat pigmenten een cruciale rol spelen bij het vaststellen van de effecten van een fruitsoort op de gezondheid. De kleur van het vruchtvlees geeft een goede indicatie van de aanwezigheid van carotenoïden en flavonoïden – dat zijn fytochemicaliën met vele voordelen voor de gezondheid, waaronder anti-carcinogene en anti-mutagene effecten. Het grote bevolkingsonderzoek duurde tien jaar en keek naar de gezondheidsontwikkeling van meer dan 20.000 volwassenen (gemiddeld 41 jaar). Aan het begin van het onderzoek vulden alle deelnemers (van wie niemand een cardiovasculaire ziekte had) een vragenlijst in van hun 178 meest gegeten producten van het jaar ervoor. Er werden vier kleurengroepen voor groente en fruit opgesteld. Groen – waaronder donkere bladgroente - Oranje/geel – waaronder citrusvruchten, abrikozen, wortelen Rood/paars – waaronder rode groente- en fruitsoorten zoals tomaten, watermeloen, pruimen en bosbessen - Wit – waarvan meer dan de helft appels en peren Samenhang tussen wit fruit en een verminderd risico op een beroerte Gedurende de tien jaar die volgden, kwamen er in de onderzoeksgroep 233 beroertes voor. Hoewel er geen duidelijke relatie kon worden gevonden tussen een beroerte en groene, rode en geel/oranje groente- en fruitsoorten was er wel een duidelijke correlatie zichtbaar tussen wit fruit en een verminderd risico op een beroerte. Personen die veel wit fruit aten, hadden 52% minder kans op een beroerte. Uit deze gegevens konden de onderzoekers een redelijk accurate berekening opstellen: elke 25 gram wit fruit per dag verlaagt het risico op een beroerte met 9%. De gemiddelde appel of peer weegt gemiddeld 125 gram. Daarom adviseert hoofdonderzoekster Linda M. Oude Griep: “om een beroerte te voorkomen kan het handig zijn om grote hoeveelheden wit fruit en witte groente te eten. Het eten van één appel per dag is een simpele manier om de inname van witte groente- en fruitsoorten te verhogen.” De flavonoïde in witte groente- en fruitsoorten die verantwoordelijk is voor het verlagen van het risico op een beroerte is quercetine. Deze flavonoïde speelt een grote rol in onze algehele gezondheid: het versnelt de stofwisseling, verlaagt de bloeddruk, is anti-carcinogeen en heeft waarschijnlijk ook anti-virale en anti-ontstekingsremmende eigenschappen. De dieetvoorschriften in de VS vermelden nu ook de kleur van een product als criterium voor het bepalen van de voedingswaarde van voedselproducten. Onderzoekster Oude Griep zei dat verdere onderzoeken uitgevoerd moeten worden om de bevindingen van haar team volledig te bevestigen. “Andere soorten groente en fruit kunnen tegen andere chronische ziektes beschermen. Daarom blijft het belangrijk om veel groente en fruit te eten”, concludeert zij. Bron: Natural News Dagelijks nitraatrijke groente eten toch 'geen enkel probleem' Volgens het Voedingscentrum blijkt uit nieuw onderzoek dat het eten van nitraatrijke groente, zoals spinazie, sla of andijvie, geen gevaar voor de gezondheid oplevert. Ook de combinatie met vis is geen enkel probleem meer. Tot nu toe raadde het Voedingscentrum aan om maximaal twee keer per week groente met veel nitraat te eten. Nitraat is op zich ongevaarlijk, maar kan in het lichaam worden omgezet in een stof die mogelijk kankerverwekkend is. Bij het eten van groenten als spinazie en sla, maar ook bietjes en bleekselderij, is dat risico te verwaarlozen. Onduidelijkheden "Er waren al aanwijzingen in die richting. De EFSA, de Europese voedselautoriteit, zei in 2008 al dat de voordelen van nitraatrijk voedsel opwegen tegen de nadelen. Toch was het toen nog te vroeg om het advies aan te passen, omdat er ook nog onduidelijkheden waren. Bijvoorbeeld over rucola, waar heel veel nitraat inzit'', legt een woordvoerder van het Voedingscentrum uit. Onderzoek van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) is de basis voor het intrekken van het advies van het Voedingscentrum. Er is te weinig wetenschappelijk bewijs dat nitraat slecht is, stelt de NVWA in een verklaring op de website. Door: ANP 3 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 'Dagelijks een Granny Smith voorkomt overgewicht' Het gezegde 'One apple a day, keeps the doctor away' lijkt gedeeltelijk te kloppen. In ieder geval als die appel een Granny Smith is. Onderzoekers van Washington State University hebben namelijk ontdekt dat deze appel kan helpen bij het voorkomen van overgewicht. De onderzoeksresultaten zijn gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Food Chemistry. Volgens de onderzoekers blijkt de Granny Smith stoffen te bevatten die langer voor een vol gevoel zorgen. En dat niet alleen. De studie laat ook zien dat de onverteerbare stoffen in de appel, die vezels en polyfenolen bevatten niet in de maag worden afgebroken door het maagzuur. Deze stoffen stimuleren de goede darmbacteriën, verhogen de weerstand en dragen bij aan het voorkomen van overgewicht. Granny Smith De onderzoekers bestudeerden ook het effect van andere appelsoorten, zoals bijvoorbeeld de Golden Delicious, Gala en de Braeburn, op de darmflora van muizen. De Granny Smith bleek een positievere werking op de darmen te hebben dan de andere appelsoorten. Uit de studie bleek ook dat het nuttigen van de Granny Smith een onbalans tussen goede en slechte bacteriën in de darmen kan herstellen. Volgens de wetenschappers kunnen de onderzoeksresultaten leiden tot nieuwe gezondheidsadviezen. Door: Gezondheidsnet Natuurlijk tuinieren Hoe was ook alweer het begin? Vorig jaar heb ik eindelijk de knoop doorgehakt om niet meer te spitten! Want daar ging het in eerste instantie allemaal om, niet meer spitten. Allereerst is het verschrikkelijk zwaar in die natte k lei maar ten tweede had ik altijd het idee dat het gewoon niet zo goed was voor de grond. Natuurlijk krijg je er een rulle grond van na de vorst maar aan de andere kant droogt het ook weer enorm uit en wat als er zoals dit voorjaar weinig regen valt dat klinkt de grond gelijk in en wordt die heerlijke rulle grond een brok beton. Ook het onkruid is zeker in de eerste tijd minder maar na een tijdje – en zeker in mijn zeer drukke werkperiodes – zat het er ook zo weer op en dan echt niet minder dan dat jaar er voor. Het was een soort dweilen met de kraan open. Toen ik meer ging lezen over natuurlijk tuinieren en niet meer spitten viel er veel op zijn plaats. Zo kwam ik ook op de blog van Frank Anrijs - http://blog.natuurlijkemoestuin.be/ - een Belgische man die kennismaakte met natuurlijk tuinieren via zijn ouders. Toen hij ouder werd hebben zijn ouders het project Yggdrasil opgestart waar ze volgens de regels van de natuur tuinieren met groot succes. Na een tijdje is hij zijn ouders gaan helpen in de tuin en leerde dat de processen in de natuur meehelpen om heerlijke groenten, fruit en kruiden te kweken. Niks spitten, kunstmest e.d. maar puur natuur. Door me te abonneren –gratis- op zijn blogs krijg ik wekelijks interessante artikelen die me helpen en steunen dat ik op de goede weg bent. Helaas is door omstandigheden mijn tuin er dit jaar wat bij ingeschoten. Het voordeel van de mulchlaag was ,die ik steeds weer aanvulde d.m.v. onkruid/hooi en vlas, dat weinig onkruid kans kreeg om groot te worden. Het werden lage plantjes behalve het kweekgras daar moet echt een heel dikke mulchlaag op wil dit niet meer groeien.. Zodra de laag dik genoeg is wordt de aarde eronder vochtiger en zachter en hierdoor kan je kweekgras er makkelijker met wortel en al uittrekken. Wat vooral opvalt is dat binnen de kortste keer krioelt van het leven direct onder de mulch, je vraagt je af waar het vandaan komt. Deze beestjes helpen je mee met de vertering van de mulchlaag waardoor de grond eronder weer vruchtbaarder wordt. Dit zijn dus geen plaagdieren. Dit belangrijke bodemleven bestaat uit – bacteriën, schimmels en protozoën – aaltjes (nematoden) – springstaarten – mijten – duizendpoten, insecten, spinnen Bodemleven is nodig om voedingsstoffen beschikbaar te maken voor planten, voor beluchting en om de wortelgroei te vergemakkelijken. Verder zorgt bodemleven voor een mooie losse poreuze bodem die als een spons water kan opslaan en indien nodig, ook weer afgeven. Zie het hele artikel op onze website onder link http://onsbelang-nieuwegein.nl/?page_id=1823 Wat je nu moet doen in de natuurlijke tuin is het beschermen van je grond. Haal de mulchlaag eraf, haal al het onkruid eraf als dat er nog onder zit, breng een lekkere dikke laag compost aan en leg de dikke mulchlaag terug eventueel aangevuld met nieuw materiaal. Geen omkijken meer naar. Vanaf januari komt er weer een tweemaandelijks verslagje van mijn belevenissen in de natuurlijke moestuin! Als afsluiting een link naar een prachtige documentaire “Groen Goud” over de vernietiging van ecosystemen en het herstel hiervan. Eerder uitgezonden door de VPRO. http://blog.natuurlijkemoestuin.be/is-ze-zeker-niet-groen-goud-1-en-2/?awt_l=IWTls&awt_m=3epQZ761GuV11AX 4 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 In de winter lijkt alles dood boven de grond echter wemelt een gezonde bodem van het leven zoals regenwormen, pissebedden, springstaarten, nuttige schimmels en bacteriën zijn druk in de weer om afgestorven plantendelen en dode dieren om te zetten in voedsel voor onze tuinplanten en de structuur van de grond te verbeteren. Ze vormen hierdoor een onmisbare schakel in de grote kringloop. Als je daar over na gaat denken dan ga je op een andere manier naar je tuin kijken. Zien we dat onze planten ziek zijn of aangetast wordt dan grijpen we al snel naar allerlei middeltjes die vaak geen zin hebben omdat de oorzaak diep in de grond ligt. Soms is het voldoende om een plant die het op een bepaalde plek niet goed doet een andere plek te geven. Graaf eens een stukje grond uit en kijk ernaar. Hoe ziet je grond eruit? Op complex de Wiers hebben we rivierklei en op het Klaphek zandgrond. Voor beide soorten grond staat wat te zeggen. Klei is namelijk een zeer vruchtbare en kalkrijke grond waardoor voedingsstoffen makkelijk vrijkomen voor de plant. Het is echter een dichte grond die als het puur klei is nauwelijks te bewerken is. Bij regen wordt het een grote natte klont en wordt het erg heet dan zal de bovenlaag uitdrogen en barsten. In het voorjaar is de grond lang koud maar in het najaar lang warm dus nateelten slaan goed aan. Zandgrond is veel armer want voedingsstoffen spoelen makkelijker weg en dat geldt ook voor het vocht waardoor de grond droger is. Het moet vaker bemest worden maar is veel beter te bewerken. De grond warmt in het voorjaar snel op. Wortelgroenten slaan beter aan omdat ze makkelijk door de bodem groeien. Als je verder kijkt naar je grond kan je ook enkele diertjes zien die in je grond leven zoals de regenwormen die vooral ’s nachts aktief zijn en dan bladeren en ander dood materiaal de grond intrekken wat later als voedsel dient. Daarbij maken ze een uitgebreid stelsel van gangen waardoor er lucht in de bodem kan komen en de planten er beter wortelen. Alles wat de worm eet komt er als humus weer uit (Humus is het traag afbreekbare deel van de organische stof in de bodem; organische stof is al het dode organische materiaal dat in de bodem aanwezig is. Humus wordt gevormd door de ontbinding van plantaardig en dierlijk materiaal). Ook kan je de springstaarten nog zien in de grond al zijn die al een stuk kleiner en kan je ze soms zien springen. Ze leven in het algemeen in de bovenste lagen van de bodem (strooisellaag) en voeden zich met rottend organisch materiaal en schimmels. Ze kunnen daar in enorme aantallen voorkomen - honderden of duizenden per vierkante meter. Pissebedden zijn dieren die je ook goed met het blote oog kan zien. Het zijn bijzondere diertjes die eigenlijk geen insekten zijn. Ze behoren nl. tot de kreeftachtigen en ademen niet met longen maar met kieuwen daarom zijn ze ook alleen op vochtige plekken te vinden. Er zijn 36 verschillende soorten in Nederland de ruwe pissebed die het meest voorkomend is. Ze eten vooral dood materiaal en ook wat schimmels. Daardoor spelen ze weer een belangrijke rol in het afbraakproces. De oorwurm is ook al zo’n opmerkelijk beestje – al eerder een heel artikel aan gericht dit jaar. Ze hebben een verbazingwekkend leven want het is het enige insekt dat broedzorg heeft. Ze legt haar eitjes in de grond en bewaakt ze. Zijn de eitjes uitgekomen dan worden de larven bewaakt en van voedsel voorzien. Heel veel weten ook niet dat oorwurmen kunnen vliegen maar doen dit niet vaak omdat hun vleugels heel fragiel zijn. Het meest vreemde van dit diertje is de tang aan het eind van het lijf. Dit kan als afschrikmiddel dienen maar ook als hulpmiddel om de vleugel onder de dekschilden te vouwen. Oorwurmen zijn de vuilnismannen van de natuur, ze eten werkelijk bijna alles. Zowel afval als veel plaaginsekten zoals luis in de appelbomen. Zorg in de lente voor potjes met stro en hang ze in je appelboom. Overdag kruipen ze daar in en ’s nachts gaan ze op pad. Maar er zijn nog veel meer organismen in de bodem zoals de zo belangrijke schimmels die in symbiose (samenwerking) leven met de plantenwortels. Deze worden ook wel Mycorrhiza genoemd. Ze zorgen ervoor dat de voedingsstoffen in de bodem beter door de planten kunnen worden opgenomen. Ook de wateropname en de weerstand tegen ziektes verbeteren erdoor. Dit kan zich enorm vertakken zoals bijgaand plaatje laat zien. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat de bodemorganismen voldoende te eten hebben. Wat ze nodig hebben is organisch materiaal als stalmest en compost. Liever niet te rijpe compost omdat daar nog grove, onverteerde stukjes in zitten. Strooi het over de grond of werk het voorzichtig door de bovenste laag. Inspitten is niet nodig. Er worden steeds meer vraagtekens gezet bij het nut van spitten. Want je keert de aarde om waardoor organismen die normaal dieper leven aan het oppervlak komen en onherroepelijk dood gaan. De bovenlaag los schoffelen kan maar dat slaat snel dicht bij een heftige regenbui. Een alternatief zou zijn om de grond te bedekken want in de natuur zie je ook geen kale plekjes. Dit kan je doen door na de laatste teelt een groenbemester te zaaien waardoor de grond bedekt is zelfs als het gaat vriezen. Daarmee creeer je een nest- en schuilgelegenheid voor insekten, de bodem slaat niet dicht als het hard regent en het bodemleven ontwikkelt zich beter. Er zijn verschillende groenbemesters, de een is geschikt voor kleigrond en de ander voor zandgrond. Zie voor een uitgebreid overzicht bijgaande link http://www.tuinieren.nl/a/bodemonderhoud/groenbemesters. Volgend jaar komen we daar door middel van een uitgebreid artikel op terug. Dus zorg goed voor je grond dan zorgt de grond goed voor je planten! 5 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 Elk groeiseizoen heb je toch weer flinke hoeveelheden onkruid, plantenresten e.d. van je tuin. Natuurlijk kan je dit naar de gemeentewerf brengen voor het groenafval. Maar het mooiste is dat je dit composteert om de vruchtbaarheid en structuur van je grond in goede conditie te houden. Daarom hier een artikel over hoe je een composthoop opzet en onderhoudt. Eigenlijk hoort composteren bij een van de basisprincipes van het tuinieren. Het zorgt ervoor dat grond voldoende gev oed blijft en de structuur goed is om je veeleisende planten voldoende te geven. De planten die wij kweken zijn geen planten die van oorsprong hier vandaan komen dus zij stellen grotere eisen aan de grond. Door tuinwerkzaamheden als wieden, schoffelen en opruimen verstoort de natuurlijke processen en werken grondverarming in de hand. Daarom is compost aanbrengen zo belangrijk. Het is een schakel in de kringloopprocessen die in de natuur heel normaal zijn. Zo vul je de voedingsstoffen die je weghaalt weer aan in je tuin. Je planten zullen beter kunnen wortelen, de grond houdt vocht vast waardoor er bij droogte ook genoeg vocht voor je planten is, voedingsstoffen spoelen niet weg, bodemleven wordt rijker en zullen je planten daardoor beter bestand zijn tegen ziektes waardoor je geen bestrijdingsmiddelen hoeft te gebruiken. Miljoenen organismen zorgen ervoor dat je afval verandert in die zwarte, korrelige compost. Dit zijn insekten, duizendpoten, regenwormen, schimmels en bacteriën. Door het verteringsproces komt er grote warmte vrij waardoor zaden niet meer kiemen die op de composthoop terecht komen. Wat mag er op de hoop? Agressieve onkruiden zoals planten van heermoes, kweekgras en zevenblad, winde e.d. kan je beter afvoeren naar de werf. Ook plantenresten waar schimmels of ziekten inzitten kan je beter wegbrengen. Daar worden ze ook gecomposteerd maar omdat dat daar in grotere schaal wordt gedaan en de hopen veel heter worden, wordt dit wel gecomposteerd. Erg dik snoeihout kan maar verteert heel langzaam, eventueel kan je dat wat langer op de hoop houden of gebruiken als steunmateriaal voor planten dienen. Verder kan eigenlijk alles op de hoop: snoeiafval, takjes, dood hout, bladeren, gras, keukenafval (geen gekookte resten) als bladafval (liever geen aardappelschillen omdat deze met anti-spruitmiddelen worden bewerkt of je moet bio-aardappelen gebruiken), fruitafval (geen citrusschillen i.v.m. schimmeldodende middelen of je moet bio-citrusfruit heben gebruikt), theezakjes, koffiefilters met inhoud, fijngemalen eierschalen, afgestorven planten en uitgebloeide bloemen. Ook konijnen-, cavia-, vogel- en kippenmest kan je gebruiken en zullen de compost alleen maar verrijken. Ook as uit de open haard is geen bezwaar. Veel verschillende resten geeft een rijke oogst. Hoe begin je? Zoek een goede plek in de tuin, het liefst in de schaduw bijvoorbeeld achter een haag of onder een boom. Maak drie hopen, bakken of containers (zie foto onder): hoop 1 – verzamelhoop, hoop 2 – opbouwende hoop in laagjes, hoop 3 – de rustende hoop die al voor het eerst en meer is omgezet en die een half jaar moet rusten Start de hoop direct op de grond zodat de bodemorganismen er gelijk bij kunnen. Onderin doe je grof materiaal als dikkere takken of stro voor een goede afwatering en beluchting Breng lagen aan van maximaal 15 a 20 centimeter dik, daarboven op kan je af en toe een laagje al verteerde compost doen, een dun laagje kalk of organische mest (paard, koe, konijn, cavia of kip) Geen lagen die steeds uit hetzelfde materiaal bestaan dan beter dunnere lagen met iets er tussen zoals hier boven. Is het heel erg droog maak de hoop dan flink nat. Ook asresten van de barbecue of de houtkachel mogen erop het bevat wat extra kalium. Zet drie keer per jaar de hoop om – de hoop leeg maken, het materiaal goed mengen en weer op een hoop doen – om een gelijkmatige vertering te bevorderen. De maanden maart, juni en september zijn het praktisch zodat je in het najaar compost hebt om je grond te bedekken en je stoort hierbij de nestelende of winterslaap zijnde egel niet (zie artikel verder op in deze nieuwsbrief. Bedek de hoop met stro, jutezak of een laag aarde om de warmte vast te houden. Hierop kan je heel goed Oost-Indische kers laten groeien. Heb geduld want zoals een bekend spreekwoord zegt: “Geduld is een schone zaak” want het is de moeite waard. Voor die mooie, zwarte, vruchtbare compost. Compost kan je altijd gebruiken op je tuin maar het late najaar is vooral geschikt omdat het tijdens de wintermaanden een extra bescherming is voor je grond en bodemleven. Voor een blijvende verbetering is het noodzakelijk om elkaar jaar de compostgift te herhalen. Veel succes. Een plant mag niet zomaar biologisch genoemd worden. Een door de overheid aangewezen onafhankelijke controleinstantie (Skal) houdt hier zicht op. Alleen bij Skal geregistreerde en gecertificeerde kwekers mogen het EKO keurmerk voeren. Dit geldt in Nederland voor steeds meer kwekers en zaadhandels die aan particulieren leveren. Ook zijn er steeds meer kwekers die zich zeker wel aan de overheidsrichtlijnen houden en soms wel meer maar niet bij deze organisatie geregistreerd staan. Wat mag je verwachten van een plant waar EKO opstaat. Zaden en plantgoed moet op biologische manier (zonder kunstmest of chemische bestrijdingsmiddelen en geen gebruik gemaakt van gentechnologie of genetische gemodificeerde organismen) geteeld zijn en daarna niet behandeld zijn met chemisch-synthetische middelen. En niet geteeld op steenwol of op voedingsoplossing Opkweek van zaden of planten moet plaatsvinden in pot- of stekgrond die aan Europese regels voldoet Zo min mogelijk gebruik van turf. Doordat er nog geen duurzame vervanger is wordt ook in biologische potgrond turf gebruikt. Bij stekken geen gebruik gemaakt van stekpoeder (bewortelingshormonen). Kwekers gebruiken natuurlijke bodemschimmels (Mycorrhica) en bodembacteriën om beworteling te stimuleren. Bij gebruik van dierlijke mest bij opkweek moet dit van biologisch gehouden dieren zijn en niet uit de intensieve bio-industrie. Er mogen alleen bestrijdingsmiddelen van biologische oorsprong worden gebruikt zoals zwavel of zeep. Of natuurlijke vijanden als roofmijten, lieveheersbeestjeslarven en sluipwespen worden ingezet die aan de Europese regels voldoen. Zie ook de website www.skal.nl. 6 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 Gezegde: De natuur heeft geen haast, alles is al voltooid – Lao Tse Moestuin Zorg dat koolstronken (knolvoet) en aardappelplantenresten (aardappelziekte) van de tuin zijn gehaald en niet op de composthoop verdwijnen. Anders zorg je ervoor dat deze ziektes weer via je je compost op je tuin terecht komen. Zorg ook voor een goede vruchtwisseling waardoor deze ziektes minder kans krijgen. Maak je kas en platte bak schoon, verwijders temperzon met veel water en een borstel Als je nog gewassen in de grond heb zitten kan je die het beste afdekken met blad, stro e.d. hierdoor heeft de vorst minder vat op de ondergrond waardoor je langer blijven oogsten zoals aardpeer, schorseneren, wortelpeterselie, pastinaak e.d. Bescherm de groenten die nu nog buiten staan tegen de vorst door ze uit te steken en in de kas of platte bak te zetten: veldsla, winterpostelein, snijbiet en spinazie Let nu op de aspergevlieg en -kever. Snij nu het loof ongeveer 10 cm onder het maaiveld af en verwijder het van de tuin (niet op de composthoop maar in de kliko) . Deze insekten overwinteren namelijk onder het maaiveld in het loof. Na het spitten kan je kalk geven in je tuin. Zorg ervoor dat je eerst een test doet zodat je weet of het wel nodig is. Is er uit de test gekomen dat je tuin kalk nodig heeft, let dan goed op de hoeveelheid die moet geven en ga hier precies mee om want een te grote kalkgift kan er voor zorgen dat je planten niet voldoende voedingsstoffen kunnen opnemen. Omdat de bol van de Egyptische ui heel erg verklisterd en daardoor heel hard groeit is het verstandig om, om de 3 à 4 jaar deze te verplanten. Scheur de wortels in stukken en plant ze op een andere plant uit. Heb je witte vlieg in je boerenkool dan kan je dit wegspuiten met Spruzit maar net zo snel is het na het oogsten gewoon weg te wassen met water! Fruittuin In deze periode kan je de zwarte bes snoeien, hou 8 tot 10 jonge twijgen aan. De nu nog actieve wintervlinder moet nu bestreden worden door middel van het aanbrengen van een lijmband om de stam en boompalen zodat het vrouwtje niet via deze weg in de boom kan komen om daar eitjes te leggen. Om vraat van konijnen en hazen aan je vruchtbomen en –struiken tegen te gaan kan je fijnmazig gaas er omheen doen. In verband met bloeden kan je nu (i.v.m. het hele zachte najaar wachten tot december) druiven en kiwi snoeien. Bescherm de stam van vruchtbomen met witkalk om scheuren van de bast tegen te gaan en de aantasting van kruipende insekten. Ook voorkomt het zonnebrand. Herhaal dit een paar keer i.v.m. afspoelen. Om volgend jaar een vervroegde eerste oogst te hebben van je herfstframboos kan je enkele sterke gezonde scheuten afknippen vlak onder het gedeelte wat vrucht heeft gedragen. De rest van de scheuten kan je nadat het blad afgevallen is ongeveer 5 cm boven de grond afknippen. Zowel sierappels als vruchtbomen kunnen in de herfst last krijgen van de appelbloedluis. Deze parasiet komt alleen op appel (Malus) voor. Er komen wattenachtige plukjes zijn washaren waarmee de bruine ongevleugelde bladluizen zich mee bedekken . De larven overwinteren en vreten in het voorjaar aan het jonge blad. Later worden de vruchten bevuild. Er is een sluipwesp die parasiteert op de larven. Hang ook oorwurmpotten op met stro want de oorwurm eet ze net als lieveheersbeestjes. Je kan nu winterstekken nemen van je druif om aan meer planten te komen. Het is een van de oudste methoden om te vermeerderen. Het voordeel is dat de nakomelingen precies hetzelfde zijn als de plant die je al hebt als je daar tevreden over bent. Voor goede beworteling is bodemwarmte nodig. Dus een verwarmd kamerkasje is goed of anders een warm plekje in de vensterbank boven de verwarming. Onder de volgende link vindt je een uitgebreide uitleg hoe dit gaat. http://www.tuinadvies.nl/fruit_druiven_stekken.htm Kijk voor het stekken van de rode bes en de vlier hieronder bij algemeen – heesterstekken nemen. 7 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 Algemeen Controleer boombanden en andere aangebonden houtige gewassen. Maak je gereedschap schoon, laat het slijpen, vet het in en smeer de stelen in met lijnolie. Zorg er voor dat je voor een vorstperiode regentonnen en gieters leeg zijn en schoongemaakt zijn. Je kan er voor kiezen om voor de winter te spitten want vorst zorgt er voor dat de bovenlaag lekker rul wordt waardoor het daarna beter bewerkbaar is. Let er wel op dat je geen groene plantendelen onderspit. Dit gaat nl. pas in het voorjaar verteren waardoor stikstof wordt vastgelegd en je jonge planten hiervan niet voldoende krijgen en slecht gaan groeien. Om nuttige insekten in het voorjaar aan te trekken is het belangrijk om nu de volgende bollen planten: winterakoniet, crocus, sneeuwklokje, sneeuwroem, hyacinten, narcissen, anemonen, coridalis, scilla, blauwdruifje, kievitsbloem, vogelmelk, tulpen en sieruien. Let bij het uitplanten op goede groei- en weersomstandigheden. Zoals jullie weten is het verboden om iets te verbranden op de complexen. Dit is niet alleen maar bij ons al denken sommige mensen dat wel. Het is voor de wet Milieubeheer (gehanteert]d door de Milieudienst) verboden. Waardoor de vereniging een boete kan krijgen. Deze zal verhaald worden op het lid dat de brand gestoken heeft. Alternatieven hiervoor kunnen zijn om snoeihout te composteren al duurt dat wel heel lang, versnipperen of afvoeren naar de gemeentelijke stortplaats. Je kan nu bladverliezende heesters en fruitbomen planten. Heb je gras op je tuin? Laat het gras dan niet te lang maar ook niet te kort de winter ingaan. Nu kan je nog net de laatste keer maaien. Haal het blad van het gras en prik gaten in de gazon met een riek voor de beluchting. Strooi grof zand voor een goede beluchting en afwatering. Bodembedekkers moeten niet onder een dikke laag blad terecht komen dus haal het afgevallen blad eraf. Het blad kan je gebruiken voor het bedekken van de voet van vorstgevoelige planten. In verband met bloeden kan je nu (i.v.m. het hele zachte najaar wachten tot december) walnoten, kastanje, berk, haagbeuk, esdoorn en leilinde. Het is nu de tijd om winterstekken te nemen van de heesters. De volgende heesters zijn hiervoor geschikt: Kornoelje (Cornus sanguinea en Cornus stolonifera), Bruidsbloem (Deutzia), Chinees klokje (Forsythia), Liguster (Ligustrum), Jasmijn (Philadelphus), Rode Bes (Ribes), Vlier (Sambucus), Sneeuwbal (Viburnum), Weigela. Knijp als het blad gevallen is met een scherpe snoeischaar enkele krachtige rechte scheuten af die dit jaar gevormd zijn. De top kan eraf, verdeel de rest van de tak in stukjes van 10 à 20 cm. Als je de stekken inkuilt kunnen ze niet bevriezen en blijven ze voldoende vochtig. Zet ze rechtop in een geultje en vul het geultje met zanderige grond. De bovenkant van de stek steekt boven de grond uit. Zet er een naametiket bij. In het vroege voorjaar worden de stekken opgegraven. In de meeste gevallen is er op de snijvlakken speciaal weefsel gevormd, dit wordt callus genoemd. De stekken kunnen nu apart opgepot worden in stekgrond en zullen al snel wortels vormen. Japans gezegde: Eén vriendelijk woord kan drie wintermaanden verwarmen… Wat zijn kuipplanten en wat doe je er mee in de winter Vroeger werden kuipplanten hoofdzakelijke gebruikt als nutsplant, zoals citrusachtige, laurier en andere kruiden. Tegenwoordig gaat het vaak om de sierwaarde van de plant. Kuipplanten zijn exotische planten die wel met de zorg hier in de zomer periode kunnen overleven. Maar het in de winter niet redden door de vorstgevoeligheid en/of nattigheid. Bladverliezende kuipplanten kunnen overwinteren. Er is een groep die moet overwinteren in een donkere ruimte met een temperatuur van ongeveer 5 °C. Blad houdende kuipplanten moeten met daglicht overwinteren. Van deze planten is er een groep die moet gehouden w orden bij een temperatuur van 5 tot 8 graden °C zoals de Agapanthus (Afrikaanse lelie) soorten en de Camelia. En een groep die het best gehouden kan worden bij een temperatuur van 10 tot 12 °C zoals de citroenen, mandarijnen en de rozemarijn. Zorg voor het naar binnen halen, dat de planten insecten vrij zijn, ook de potkluit. Denk daarbij aan de larve van de taxuskever en de wortelwolluis. Tijdens het overwinteren mag de potkluit niet uitdrogen. Geef tijdens de rustperiode weinig of geen mest. Alleen wegknippen wat nodig is. In verband met schimmelinfectie afgevallen blad weghalen om verspreiding te voorkomen. Verpot kuipplanten in het voorjaar. Kruiden in potten gekweekt kunnen bij goede zorg binnen nog enige tijd doorgroeien. Wanneer de planten achteruit gaan, zet je de planten uit de pot op een beschutte plaats in de tuin. Afhankelijk van de weersomstandigheden beschermd met noppenfolie of strooisel/ blad. 8 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 Sla, andijvie en bietjes! Ze zijn heerlijk van onze eigen grond. Maar vindt je het niet leuk om eens iets heel anders te proberen? Hieronder een klein overzicht van diverse zaadhandels met aparte of doodnormale groenten, kruiden en bloemen. Klik eens op de links! En laat je verrassen! www.vreekenszaden.nl – Deze zaadhandel heeft veel bijzondere eetbare gewassen zoals paarse stamsnijbonen, sojabonen, zaaiaardappelen, afrikaanse aubergines, rode peulen, eikenbladvormige palmkool, mimosaboontjes, muisjeswikke (boonachtige), diverse soorten okra, heel veel soorten pepers, paarse radijs, tomatillo, bijzondere kruiden, allerlei eetbare knollen, aparte pakketten zoals de tuindokter, historische aardbeien, vergeten groenten, juniorpakket en laat je tomaten eens onderste boven groeien. www.bolster.nl – Dé zaadhandel voor biodynamisch- en biologische zaden uit eigen kweek en veredelingsprogramma. Dus het hele proces is controleerbaar en met EKO en SKAL gecertificeerd. Ze hebben van alle groentegroepen een flinke collectie, daarnaast ook kruiden, groenbemesters, bijzondere bloemen en zadenpakketten. www.zaadhandelvanderwal.nl – Een groot assortiment van groentezaden en biologische zaden, bloembollen, speciale zaden voor kinderen. Ook verkopen ze veel andere tuinprodukten en biologische gewasbeschermingsmiddelen. www.vlaamszaadhuis.com – Een groot Belgische zaadhandel die ook soorten groenten heeft die je hier in Nederland niet veel ziet. Zoals verschillende soorten aardpeer, bladcichorei, exotische groenten zoals de sopropo (wordt veel gebruikt in de Surinaamse keuken) en turkse spinazie, vergeten groenten, reuzengroenten, aardbeispinazie en diverse tuinartikelen. www.tabernal-zaden.nl – Een zadenhandel met bijzondere groentenzaden zoals de courgettepompoen, rode tuinbonen, wit/paarse suikersmais, sponskomkommer, gele watermeloen, roze tomaat, kalebassen, pompoenen, pakketten van tomaten, courgettes, pepers, paprika, pompoenen, stambonen, salade en tuinkruiden. www.jansenzaden.nl – Een zaadhandel met enorme collectie vruchtgroenten zoals pompoenen, kalebassen, fleskalebassen, patissons, diverse soorten mengsels, butternut, courgettes en sierfruit. www.garantzadenshop.nl – Net als alle jaren zal de zaadgids van Garant bij alle leden in hun brievenbus vallen. Samen met de aardappelenbestellijst. Dit jaar is er weer volop keus in groentenzaden, bloemzaden, biologische zaden, groenbemesters, kruiden e.d. 9 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 Een heerlijk kerstmenu gemaakt van groenten die we nu nog kunnen oogsten of nog op voorraad hebben van dit fantastische tuinjaar. Er zijn vegetarische-, vlees- en vis recepten bij. De recepten zijn voor 4 personen AMUSE – Venkel met tomaat, broccoli en forel 50 gram broccoliroosjes, 75 gram kers/cherrytomaatjes, 1 venkelknol, 50 gram gerookte forelfilet, 1 eetlepels fijngehakte peterselie, 1 eetlepels mayonaise Snijd de broccoli in piepkleine roosjes. Verwijder de stelen. Halveer de tomaatjes. Snijd het groen van de venkelknollen dat als garnering wordt gebruikt. Snijd de forelfilet in smalle reepjes. Kook de broccoli roosjes 4 minuten en laat ze uitlekken en afkoelen. Kook de venkelknollen in ca. 15 minuten in iets gezouten water beetgaar. Dompel de gekookte venkelknollen even in ijskoud water om het kookproces te stoppen en laat ze uitlekken. Verwijder lelijke buitenste bladen en stelen. Snijd een plakje van de onderkant. Snijd de venkelknollen verticaal doormidden en haal de lagen uit elkaar. Leg de holle venkel bladen op een schaal. Schep de reepjes forel, de broccoliroosjes, halve tomaatjes, peterselie en mayonaise door elkaar. Vul de venkel bladen met dit mengsel en garneer met een beetje venkel groen. VOORGERECHT - Aardpeer-pastinaaksoep met gepofte knoflook-peterselie olie 1 bol knoflook, ca. 75 ml extra vergine olijfolie + olie om te bakken, 1 ui, 1 friszure appel (Elstar), 300 g aardpeer geschild gewicht), 300 g pastinaak (geschild gewicht), ½ tl gedroogde tijm, ½ glas droge witte wijn, 1 L groentebouillon (van een blokje), 3 takjes platte peterselie, zout en peper, 4 el room, geroosterde gehakte hazelnoten en -pompoenpitten, extra nodig: aluminiumfolie, staafmixer of keukenmachine Verwarm de oven voor op 160 ºC. Breek de tenen van de bol knoflook los. Leg ze op een ruim stuk aluminiumfolie, giet er wat bakolie over en vouw het luchtig, luchtdicht. Laat het pakketje in een ovenschaal in de oven in ca. 45 min. Gaar poffen. Snipper de ui en schil en snij de aardpeer, pastinaak en appel in stukken. Fruit de ui in wat bakolie glazig en voeg de aardpeer, pastinaak, appel en tijm toe. Bak even mee en blus af met de wijn. Voeg de bouillon toe en laat alles in ca. 20 min. gaar koken. Pureer de soep met de staafmixer en breng op smaak met zout en peper. Druk de knoflooktenen uit de vliesjes en pureer ze met de peterselie en de extra vergine olijfolie. Schep de soep in kommen en schep er wat room en knoflook-peterselieolie op. Garneer met gehakte hazelnoot en zonnebloempitten. HOOFDGERECHT – Kipschotel met pompoen of pattison 500 gram kipfilet, 2 uien, 2 eetlepels garam masala ( indiaas kruidenmengsel ), zout, 4 ontvelde vleestomaten, 400 gram pompoen of pattison in blokjes, 2 teentjes knoflook, 2 appels in blokjes, 2 eetlepels rozijnen, 100 gram zilvervliesrijst, 1 l, kippenbouillontablet, 2 eetlepels olie Kipfilet in stukjes snijden en kruiden met zout en garam masala. Ui pellen en snipperen. Tomaten in stukken snijden. In braadpan met dikke bodem olie verhitten. Kipfilet snel aanbakken. Ui toevoegen en enkele minuten meefruiten. Toevoegen tomaat, pompoenblokjes, uitgeperst teentje knoflook en appel. Goed door elkaar scheppen. Vervolgens rozijnen, zilvervliesrijst, 1 eetlepel zoete ketjap, stukje bouillontablet en ca. 2 deciliter water toevoegen. Aan de kook brengen en ca. 20 minuten met deksel op de pan zachtjes stoven. BIJGERECHT - Oosterse koolsalade met warme dressing 1 eetlepel arachideolie, 1 sjalotje, gesnipperd, 2 teentjes knoflook, fijngesneden 1 grote verse rode chilipeper in plakjes, 150 g witte kool, in heel dunne reepjes, 150 g rodekool in heel dunne reepjes, 100 g wortel in sliertjes van 3 cm lang, 100 g taugé, klein bosje verse koriander alleen het blad Voor de dressing: 3 eetlepels grove pindakaas, 2 theelepels lichtbruine basterdsuiker, 1 eetlepel sesamolie, 1 eetlepel arachideolie, 2 eetlepels rijstazijn, 1 eetlepel lichte sojasaus, sap van 1 limoen Meng in een kom alle ingrediënten voor de dressing met 60 ml water. Roer tot de suiker is opgelost. Verhit de olie in een wok of grote koekenpan tot de olie gloeiend heet is. Voeg de sjalot, knoflook en chilipeper toe. Roerbak 1 minuut op hoog vuur. Giet de dressing in de wok en breng aan de kook. Draai dan het vuur wat lager en laat alles zachtjes sudderen tot de dressing ietsje dikker is geworden. Doe vlak voor het serveren de witte kool en rodekool, wortel, taugé en verse koriander in een grote kom en giet er de warme dressing over (zodat de groenten mooi knapperig blijven). Schep goed om en dien direct op. NAGERECHT – Bramen Tiramisu 125 gr mascarpone, 25 gr witte basterdsuiker, 90 ml sinaasappelsap, 50 ml slagroom, 8 lange vingers, 100 gr verse bramen of eventueel ontdooide bramen (die zijn wel slapper), 100 ml vanille vla Mix de mascarpone met 50 ml sinaasappelsap en de basterdsuiker luchtig. Giet dit mengsel over de bodem van een platte schaal. Klop de slagroom op. Besprenkel de lange vingers met de sinaasappelsap. Leg de lange vingers op het mascarponemengsel. Schep de bramen erover. Schep met een lepel de vanillevla over de bramen. Eindig het geheel met de slagroom. Dek de schaal af met vershoudfolie. Zo trekt de smaak in de lange vingers en wordt het nog lekkerder. Kan een dag van te voren gemaakt worden. 10 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 De egel – een belangrijk dier voor ons en onze tuinen Egels hebben een groot aanpassingsvermogen mede doordat ze alleseters – omnivoren – net als wij zijn. Zijn dieet is afhankelijk van wat er beschikbaar is. In het voorjaar zijn dat regenwormen, rupsen en kevers, in zomer en najaar slakken, slakkeneieren, mest- en aaskevers maar ook allerlei andere insekten zoals oorwurmen, duizendpoten en pissebedden. Ook vult hij zijn dieet aan met spinnen, dode dieren als kikkers, padden, kleine vogels, spitsmuizen en kleine knaagdieren. Maar hij lust ook eieren, visresten, paddestoelen, bessen en vruchten. Als een egel ouder wordt veranderd zijn dieet en richt hij zich meer op de grotere insekten. Een egel is ook een sterk dier dat bijvoorbeeld bijzonder goed bestand is tegen slangen- en wespengif. Helaas is hij minder bestand tegen het gif wat wij in zijn omgeving brengen doordat wij gif gebruiken om van sommige insekten af te komen. Doordat de egel veel prooien eet staat hij vrij hoog in de voedselketen en daardoor krijg hij behoorlijk wat gif naar binnen via slakken, ruppen en de andere insekten. Egels zijn belangrijk voor ons en onze tuinen maar ook voor de diversiteit in de natuur. Als de egel wegvalt in de voedselketen zal dit zorgen voor grote plagen onder zijn prooidieren. In een goede en gezonde omgeving kan een egel wel 8 jaar oud worden. Mocht je een egel tegenkomen die zorg nodig heeft doordat hij heel lang op dezelfde plek blijft zitten, overdag te zien is (het is een nachtdier), niet weggaat als je hem benaderd, jongen zonder moeder, dan kan je het beste contact opnemen met de dierenambulance of de egelopvang (zie voor gegevens onderaan de pagina), probeer het niet zelf, omdat de verzorging te specifiek is. Om je tuin aantrekkelijk te maken voor de egel gebruik je in je tuin in geen geval vergif. Als het toch nodig is om te spuiten of iets te strooien zorg dan dat de egel er niet bij kan en daardoor vergiftigde prooidieren kan opeten. Tegenwoordig zijn er gelukkig veel natuurlijke middelen op de markt waar de plaagdieren niet dood gaan maar die de roofdieren als ook de egel sparen. Egels zijn beschermde dieren, daarom mag je ze niet verstoren, verwijderen of doden. Egels mag je alleen bijvoeren met speciaal egelvoer, kattenvoer, spekrandjes, een rauw ei, pindakaas voor vogels, een bakje water, meelwormen, een paar rozijnen. In geen geval melk, gewone pindakaas in verband met zoet, kliekje en brood. Deze zijn voor egels ziekmakers. Egels krijgen ernstige diarree van melk. Pas op met bijvoeren, dat het voer niet blijft liggen voor de ratten en muizen. Wees in je tuin niet te netjes met bladeren opruimen, egels maken graag een rustplek in een hoop bladeren of onder takken. Zorg dat de egel de tuin in en uit kan. Ongeveer in november als het beduidend kouder wordt en er minder voedsel beschikbaar is, begint de egel aan een winterslaap die ongeveer tot maart/april duurt. Dat doet hij graag in een composthoop, een hoop bladeren en takken of in een egelhuis. Je kan ze kant en klaar kopen maar ze zijn ook heel goed zelf te maken. Kijk hieronder voor wat bouwtekeningen en voorbeelden. In de winter en het vroege voorjaar zijn egels gevoelig voor kou, nattigheid en verstoring Let er dan ook op in het voorjaar dat als je de composthoop omzet er een egel in kan zitten, eventueel met jongen. Dus wees voorzichtig. Egels zijn geen sociale dieren, als je een groepje bij elkaar ziet dan is dit een moeder met jongen. Egels zijn territoriaal ingesteld en ieder egel heeft zijn eigen gebied om naar eten te zoeken. In de actieve zomer periode gaan egels tegen het vallen van de avond op jacht naar prooi. Tijdens hun zoektocht naar voedsel kunnen zij wel 5 kilometer afleggen, al ritselend tussen de bladeren en een snuivend geluid maken. Ook kunnen ze goed zwemmen. Met prooi zoeken is hij de hele nacht druk en keert tegen de ochtendgloren terug naar zijn schuilplaats. Overdag slapen ze. De grootste vijand is de mens door het vernietigen en vergiftigen van zijn omgeving, auto-ongevallen e.d. Het dier kan zich bij gevaar oprollen als een stekelige bal en zal daardoor niet snel ten prooi vallen aan honden e.d. maar wel snel aangereden worden omdat het blijft liggen. Let op de weg tijdens de schemering en in de nacht en rij rustig in landelijk gebied om dit bijzondere en nuttige diertje te sparen! http://www.egelopvang.nl/ http://www.egelbescherming.nl/ http://www.dierenambulanceutrecht.nl/ 11 Nieuwsbrief november/december 2014 – jaargang 5 – nummer 7 De feestdagen komen eraan en dan vraag je je altijd weer af wat je nu weer moet vragen voor sinterklaas of kerst. Hierbij een klein overzicht van de leukste moestuinboeken voor groot en klein. De Moestuin – Fieke Hoogvelt - De opbouw van een gezonde moestuin wordt in dit boek stap voor stap opgebouwd. Basishandboek voor de biologische moestuin – Marie-Louise Kreuter – Uitgebreid boek over het beginnen van een biologische moestuin. De moestuin van Mw. Zsazsa – Kim Leysen & Dorien Knockaert – Het begon met een weiland … een boek met mooie foto’s die per week laat zien hoe een weiland veranderd in een moestuin. Ook heerlijke recepten met groenten uit de moestuin. Jelle’s makkelijke moestuin – H. Otter – Van Dijk - Jelle tuiniert vanaf zijn 14e jaar in de zogenaamde vierkante meter tuin. Verduidelijkt met grote en kleine foto’s. De eerlijke moestuin – Annemiek van Deursen – 12 maanden duurzaam en eenvoudig tuinieren met heerlijke recepten om de oogst te verwerken. De nieuwe moestuin – Peters Bauwens – De beste handleiding voor iedereen die wil eten en genieten uit eigen tuin. Succesvol eten uit eigen tuin. De milieuvriendelijke moestuin – Joop Kiers & Arco Goedkoop – Gids voor een gezonde teelt van groenten en fruit. De moestuin van Sophie – Gerda Muller – Prentenboek voor jonge kinderen over de moestuin. De moestuin van Michelle Obama – Een uitgebreid boek met stap-voor-stap plannen, tips en ideeën. De moestuin uit de Kididoc serie – Een leuk en leerzaam boek met allerlei dingen te ontdekken over de moestuin. Permacultuur in de moestuin – Christopher Shein & Julie Thompson - Het eerste permacultuurboek die op het Nederlandse klimaat is toegespitst boek. Haal meer uit je moestuin – Rodolphe Grosleziat – Een weelderige tuin in weinig tijd. De beste rassen voor de meeste opbrengst. Zakboekje voor de moestuin – Forte Groen – Handzaam overzicht van alle soorten en het hoe, wat en waar. Mijn eerste moestuin – Bram Wolthoor & Roger Klaassen - Een heerlijk boek voor kinderen vanaf 9 jaar. Moestuinieren voor kinderen. Moestuin van Karolien – Karolien Verbanck – Komt uit op 7-11-2014 – Karolien neemt je mee in haar moestuinavontuur met allerlei ideeën en tips over haar tuin. De eerstvolgende nieuwsbrief kom uit in de eerste week van januari. Eventuele kopij kan ingeleverd worden tot 25 december 2014.
© Copyright 2024 ExpyDoc