Haarsteeg - Stichting Peuterspeelzalen Heusden

Inspectierapport
Haarsteeg (PSZ)
Pater van den Elsenstraat 25c
5254JG HAARSTEEG
Toezichthouder:
In opdracht van gemeente:
Datum inspectie:
Type onderzoek:
Status:
Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant
HEUSDEN
17-04-2014
Regulier onderzoek
Definitief
12-05-2014
Inhoudsopgave
Het onderzoek .................................................................................................................... 3
Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4
Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4
Personeel en groepen ....................................................................................................... 6
Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 7
Inspectie-items ................................................................................................................... 8
Gegevens voorziening ......................................................................................................... 10
Gegevens toezicht .............................................................................................................. 10
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal ............................................................................ 11
2 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
Het onderzoek
Onderzoeksopzet
Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 2.20 lid 2 van de Wet kinderopvang en
kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek.
Beschouwing
De peuterspeelzaal is gevestigd in wijkgebouw de Haarstek in Haarsteeg gemeente Heusden. De
peuterspeelzaal beschikt over een eigen ingang en buitenspeelplaats. Naast de peuterspeelzaal is
de basisschool gevestigd.
Momenteel is de peuterspeelzaal 3 ochtenden geopend. Omdat deze ochtenden momenteel vol
zitten staan er een aantal kinderen op de wachtlijst. Doelgroepkinderen hebben momenteel, in
verband met de 3 dagdelen, niet de mogelijkheid om 4 dagdelen naar de peuterspeelzaal te
komen. Dit is een aandachtspunt.
Inspectiegeschiedenis:Tijdens de inspectie van augustus 2012 stelt de toezichthouder vast dat alle
getoetste domeinen voldoen aan de wettelijke eisen. De peuterspeelzaal wordt opgenomen in het
landelijk register kinderopvang en peuterspeelzalen.
Tijdens de inspectie van april 2013 stelt de toezichthouder vast dat de peuterspeelzaal voldoet aan
de wettelijke eisen.
Tijdens de inspectie van 17 april 2014 stelt de toezichthouder vast dat de meldcode op locatie niet
helemaal volledig is.
De toezichthouder spreekt met de houder af dat de handleiding op locatie wordt toegevoegd,
waardoor de meldcode voldoet aan de wettelijke eisen.
Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij niet of onvoldoende op de hoogte zijn van de
inhoud van de meldcode. De voorwaarde dat de houder de beroepskrachten informeert over de
inhoud van de meldcode is daardoor met een nee beoordeelt.
Tijdens de hoor/wederhoor geeft de houder aan het eens te zijn met de inhoud avn het rapport. Er
volgt nog een zienswijze.
Advies aan College van B&W
De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid.
3 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
Observaties en bevindingen
Pedagogisch klimaat
Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de inspecteur gebruik van het
Veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument
ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd tijdens het observeren op de groep. Na
de beschrijving uit het veldinstrumen volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen
praktijk. De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen
zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang;
1. Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid.
2. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties.
3. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties.
4. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Het betreft een groep met hele jonge kinderen. Ondanks de jonge leeftijd luisteren de kinderen
goed en doen ze goed mee met de activiteiten.
Pedagogische praktijk
De beroepskrachten bespreken hun handelen (aanpak, effect op de kinderen) op diverse
momenten met het team en de leidinggevende.
Emotionele veiligheid:De beroepskrachten hebben een respectvolle houding naar de kinderen.
De beroepskrachten reageren op een warme ondersteunende manier op de kinderen. De
beroepskrachten sluiten meestal op een passende wijze aan op de interesse en emotie die het kind
aangeeft.
Voorbeelden:
Een kind zit met zijn jas aan op de bank te wachten, De beroepskracht help een ander kind met
het aantrekken van de jas. Het kind zeg:"ik ben lief hè"? De beroepskracht reageert : "jij bent
hartstikke lief". Het kind lacht blij.
Alle kinderen zitten aan tafel, ze hebben eiersalade gemaakt en gaan dat nu samen opeten. De
beroepskracht vraagt aan elk kind of het kind een toastje wil met of zonder eiersalade. Een kind
reageert: "ik wil met eiersalade, en als ik thuis ben ga ik pannenkoeken eten". De beroepskracht
geeft een toastje en zegt: "het is vandaag donderdag, eten jullie altijd pannenkoeken op
donderdag"? "Ja, altijd" zegt het kind "en die vind ik lekker". "Dat geloof ik best", zegt de
beroepskracht. "En vind jij de eiersalade die we samen hebben gemaakt ook lekker"? "Ja" zegt het
kind. "Net zo lekker als pannenkoeken".
Persoonlijke competentie:Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen
middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting.
De meeste tentoongestelde werkjes of versieringen in de ruimte zijn door de kinderen zelf
gemaakt. Er is verband tussen de werkjes in de groepsruimte en de huidige activiteiten en
thema's.
Het thema is lente/Pasen. Ook tijdens het buitenspelen is er aandacht voor het thema. De kinderen
zijn samen aan het opruimen als er 2 eenden over de stoep lopen. De beroepskracht roept alle
kinderen erbij zodat ze samen naar de eenden kunnen kijken. Er ontstaat een gesprekje tussen de
beroepskracht en diverse kinderen.
Sociale competentie:
De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in het voorkomen en oplossen van conflicten.
4 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
De beroepskrachten grijpen doorgaans in bij negatieve interacties tussen kinderen nadat zij een
eerste indruk hebben gekregen van de situatie.
Voorbeeld:Twee jongens hebben ruzie om een stuk speelgoed. Een jongen roept heel hard, de
andere jongen kijkt naar een van de beroepskrachten. Als de beroepskracht niet meteen reageert,
begint de eerste jongen te huilen en loopt naar de beroepskracht. De beroepskracht vraagt wat er
aan de hand is. Het huilende jongetje zegt dat een ander kind zijn speelgoed heeft afgepakt. De
beroepskracht roept het andere kind erbij en vraagt of hij het speelgoed heeft afgepakt. De jongen
zegt dat hij het niet heeft afgepakt maar dat hij ook met hetzelfde speelgoed wil spelen. De
beroepskracht vraagt aan de kinderen wat ze nu het beste kunnen doen. Een van de kinderen
zegt:"om de beurt". Het andere kind knikt en zegt : "jij eerst en dan wil ik". De beroepskracht
geeft een compliment dat het zo goed is opgelost.
Overdracht van waarden en normen:Afspraken,regels en omgangsvormen zijn aanwezig.
Voorbeelden:
Het hulpje mag de jassen gaan halen en in de kring leggen.Het hulpje mag naast de beroepskracht
in de kring zitten.
De kinderen gaan naar buiten als iedereen de jas aan heeft
Gebruikte bronnen:

Interview anderen (aanwezige beroepskrachten)

Observaties
5 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een geldige verklaring omtrent het
gedrag.
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten die worden ingezet beschikken over een passende beroepskwalificatie.
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Tijdens de observatie en uit de presentielijsten blijkt dat er maximaal 16 kinderen tegelijk worden
opgevangen. Uit het rooster blijkt er 2 beroepskrachten worden ingezet.
Opvang in groepen
Momenteel is de peuterspeelzaal 3 dagdelen geopend. Het zou voor een aantal kinderen wenselijk
zijn om 4 dagdelen naar de peuterspeelzaal te komen.
Gebruikte bronnen:

Observaties

Verklaringen omtrent het gedrag

Diploma's beroepskrachten

Plaatsingslijsten

Presentielijsten

Personeelsrooster
6 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder hanteert de meldcode van de Branchevereniging versie juli 2013. Op locatie is de
meldcode wel aanwezig maar niet volledig, de handleiding zit er niet bij.
In de handleiding zijn de definitie kindermishandeling en de signaallijst opgenomen. De handleiding
moet ook op locatie aanwezig zijn.
De houder geeft aan op korte termijn de handleidingen toe te voegen op locatie.
Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat zij niet of nauwelijks op de hoogte zijn van de
inhoud van de meldcode. De houder heeft aangegeven dat de beroepskrachten wel de opdracht
hebben gekregen om de meldcode te lezen. Uit gesprekken met de beroepskrachten blijkt dat er
nog veel vragen zijn en dat zij graag meer informatie willen over hoe te handelen bij een signaal.
Op basis hiervan is geconstateerd dat aan de volgende voorwaarde(n) niet is voldaan:
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Gebruikte bronnen:

Meldcode kindermishandeling (branchevereniging versie juli 2013)
7 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
Inspectie-items
Pedagogisch klimaat
Pedagogische praktijk
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 3 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
persoonlijke competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van
sociale competentie te komen.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
(art 2.5 en 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 20 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag
De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder de peuterspeelzaal
exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
(art 2.6 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is vóór aanvang
van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij een onderneming is bij aanvang
van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
(art 2.6 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie
Alle beroepskrachten beschikken over een voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie
overeenkomstig de cao Welzijn en Maatschappelijke Dienstverlening.
(art 2.6 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 18 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 17 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:
- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht;
- in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede
beroepskracht.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 2 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 4 en 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 20 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
(art 2.6 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 19 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit
kinderopvang en peuterspeelzalen; art 18 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid
Meldcode kindermishandeling
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven
eisen.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 17a Besluit kwaliteit kinderopvang en
peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
(art 2.9a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
9 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
Gegevens voorziening
Opvanggegevens
Naam voorziening
Website
Aantal kindplaatsen
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
:
:
:
:
Haarsteeg
http://www.peuterspeelzalenheusden.nl
16
Nee
Gegevens houder
Naam houder
Adres houder
Postcode en plaats
KvK nummer
:
:
:
:
Stichting Peuterspeelzalen Heusden
Sint Catharinastraat 30
5251AR VLIJMEN
41099465
Gegevens toezichthouder (GGD)
Naam GGD
Adres
Postcode en plaats
Telefoonnummer
Onderzoek uitgevoerd door
:
:
:
:
:
GGD Hart voor Brabant
Postbus 3024
5003DA TILBURG
073-6404515
A van Lokven
Gegevens opdrachtgever (gemeente)
Naam gemeente
Adres
Postcode en plaats
: HEUSDEN
: Postbus 41
: 5250AA VLIJMEN
Gegevens toezicht
Planning
Datum inspectie
Opstellen concept inspectierapport
Zienswijze houder
Vaststelling inspectierapport
Verzenden inspectierapport naar houder
en oudercommissie
Verzenden inspectierapport naar
gemeente
Openbaar maken inspectierapport
:
:
:
:
:
17-04-2014
12-05-2014
12-05-2014
12-05-2014
20-05-2014
: 20-05-2014
: 10-06-2014
10 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG
Bijlage: Zienswijze houder peuterspeelzaal
De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport.
Graag wil ik de volgende zienswijze aan het rapport toevoegen:
*******************************************************************************
*******************************************************************************
*****
De houder heeft eind april 2014 op alle psz lokaties van de Stichting Peuterspeelzalen Heusden de
handleiding bij de Meldcode gevoegd.
Alle pedagogisch medewerkers hebben opnieuw de Meldcode en de handleiding bij de Meldcode
ontvangen met daarbij de opdracht om alles goed door te lezen.
Tijdens de algemene leidstersvergadering op 24 april j.l. is de Meldcode besproken en is
nogmaals benadrukt dat medewerkers goed op de hoogte moeten zijn van de inhoud hiervan.
Eind maart 2014 heeft de stichting de gemeente Heusden verzocht om een extra financiële
ondersteuning zodat medewerkers zouden kunnen deelnemen aan een bijeenkomst die
deskundigheid t.a.v. het werken met de Meldcode zouden kunnen bevorderen. Het verzoek is
helaas afgewezen. In mei 2014 heeft de stichting opnieuw een verzoek ingediend en het belang
van de deskundigheidsbevordering benadrukt.
*******************************************************************************
*******************************************************************************
******
Met vriendelijke groet,
Annette Sanders
Stichting Peuterspeelzalen Heusden
11 van 11
Definitief inspectierapport peuterspeelzaal regulier onderzoek 17-04-2014
Haarsteeg te HAARSTEEG