Ruggespraak 2 9 HZPC ligt op koers... 16 Hoe Annabelle Duitsland veroverde 22 Eerlijk produceren en handelen 4 Cor Biemond: ‘De gemiddelde teler bestaat niet.' Relatiemagazine van HZPC • jaargang 16 • nummer 2 • juni 2014 voorspraak 2013/14: een mooi jaar Bij de start van het jaar 2013/14 hadden we niet de resultaten verwacht zoals die nu behaald zijn. Een gemiddelde uitbetalingsprijs van 33,42 euro per 100 kg voor klasse S t/m A voor de gehele pool is een hoge prijs, die alleen in 2007/08 is overtroffen. Aan het begin van het seizoen leek het erop dat de vraag in diverse landen in het MiddenOosten en Noord-Afrika wat lager zou zijn, maar gedurende het seizoen is die vraag aangetrokken en uiteindelijk is er meer pootgoed naar die landen verscheept dan we hadden verwacht. Door de goede consumptieprijzen in 2013 was de vraag in Europa ook goed. Na een lange periode van onzekerheid konden we uiteindelijk aan het einde van het jaar nog pootaardappelen naar Rusland exporteren. De onlusten in Oekraïne hebben ons wel wat omzet gekost. De afzet van roodschillige rassen is moeizaam verlopen. Deze markt was lastig, dat merkten we in zowel de pootgoed- als de consumptiemarkt. Al met al is de totale afzet hoger uitgevallen dan we gedacht hadden in september 2013. Het aanbod in de potermaten was niet zo groot. De opbrengst per ha lag iets onder het gemiddelde en er is relatief veel pootgoed in de bovenmaten geproduceerd. Wel is de voorraad uiteindelijk iets groter gebleken dan we aan het begin van het seizoen hadden ingeschat. Uiteindelijk heeft HZPC, ondanks de grote hoeveelheid bovenmaten, een hoog percentage van de gehele oogst als pootgoed weten te verkopen. Dat maakt dat we deze uitbetalingsprijs konden realiseren. Nagenoeg al het pootgoed was al verkocht voordat de consumptieaardappelprijzen begonnen te dalen in Europa. De Europese aardappeloogst was niet zo klein als voorzien, de afzet van tafelaardappelen was kleiner dan verwacht en de export van consumptieaardappelen verliep zeer moeizaam. Niemand had die sterke prijsdaling voorzien. Deze prijsdaling heeft weinig invloed gehad op de afzet van pootaardappeloogst 2013. Ze zal ongetwijfeld wel invloed hebben op de afzet van oogst 2014. • Ruggespraak Al met al hebben we dit seizoen uiteindelijk iets meer de wind in de rug gehad. Dat is plezierig voor iedere teler. Ook HZPC als organisatie stevent af op een mooi resultaat over 2013/14. 2 2014 Het aardappelgroeiseizoen in Europa is vroeg begonnen en vlot van start gegaan. Er is voldoende regen gevallen (lokaal iets te veel), de temperaturen waren relatief hoog. De opkomst verliep vlot. Goede omstandigheden voor de teelt. Hierdoor lijkt het erop dat we een seizoen gaan krijgen met een ruimer aanbod. Uiteraard duurt het nog even tot de oogst. De termijnmarkt laat zien wat men verwacht. Dat het dus een totaal ander jaar gaat worden voor zowel de consumptie- als de pootgoedmarkt staat vast. Maar dat is op zich niet nieuw. Politieke discussies In voorgaande nummers heb ik regelmatig gerefereerd aan allerlei politieke discussies die er betreffende onze sector in zowel Nederland als Europa zijn. Het aantal discussies dat momenteel loopt is groot. In Den Haag loopt een aantal discussies waarvan de gehele sector graag zou willen dat de politiek het bedrijfsleven er meer bij betrekt. Het gaat immers om onze regels, ons geld en de gevolgen zijn direct voor ons. Maar Den Haag is terughoudend. Het bekende middenveld, waarbij het bedrijfsleven en de politiek gezamenlijk werken aan optimalisatie van systemen, wat we al decennia kennen in Nederland, wordt momenteel afgebroken: • Den Haag spreekt over het voortbestaan van de huidige structuur van de NAK. Iedereen in de sector wil dat het ongeveer blijft zoals het is. Het is een basis voor het succes van de gehele sector uitgangsmaterialen. Maar de politiek wil het aantal ZBO’s verminderen. De overheid moet meer sturen en niet de sector, zo stelt Den Haag. • De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) staat in de politieke schijnwerpers naar aanleiding van de discussies over de vleeskeuring in de dierlijke sector. De politiek wil het toezicht volledig naar zich toetrekken en dit dan ook gelijk doen voor plantaardige keuringen, terwijl wij graag die zelfstandigheid en flexibiliteit willen behouden. De voorgaande aanpassing van de NVWA, waarbij de PD in de NVWA is opgegaan, heeft geen geld opgeleverd maar juist geld gekost, zo stelt de Rekenkamer. Die aanpassing is destijds betaald door de sector in de hoop op lagere tarieven na de reorganisatie! • De productschappen worden afgebouwd op verzoek van de Tweede Kamer. Maar nu zit de politiek ineens met vragen hoe bepaalde zaken geregeld moeten worden. Een voorbeeld van oude schoenen wegdoen voordat je nieuwe hebt. Er wordt gewerkt aan een nieuwe sectororganisatie. Op zich is dat een mooi initiatief. Maar we zijn dan eigenlijk met een heel dure reorganisatie bezig, betaald door de sector. • In het Productschap Akkerbouw loopt een discussie over de aanpassing van de ATR-regeling (vermeerdering pootgoed voor eigen consumptieteelt) in Nederland. Deze is gemaakt ten bate van een gezonde pootgoedteelt. LTO wenst deze ATR-regeling te verruimen; HZPC betreurt deze keuze van LTO. Het jaar 2013/14 is uiteindelijk een mooi jaar geworden. Hopelijk legt de politiek ons niet te veel beperkingen op en kunnen we blijven ondernemen. Als de natuur ons dan ook een beetje mee wil helpen, kunnen er nog meer mooie jaren volgen. Gerard Backx In deze Ruggespraak 4 De gemiddelde teler bestaat niet Interview Cor Biemond (CvT) 8 College van Telers 9 Financieel nieuws HZPC ligt op koers... 19 Finse aardappeltelers naar Engeland 20 HZPC gaat een joint venture aan met de Indiase gigant Mahindra 4 Vangnet Desiree blijft in stand 22 Eerlijk produceren en handelen Interview Geert Staring 10 10 Teelt in beeld Navigator 12 50 jaar Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers Traditional 22 24 HCGN op toppositie in Franse Retail Fresh markt 26 Uit de markt 28 Een dag uit het leven van Harm Steenhuis 8 15 Uitstel van AM-bemon stering niet zinvol 28 30Agenda Productie & Logistiek 16 Hoe Annabelle Duitsland veroverde Retail Fresh 20 31 Nieuwe medewerkers 16 30 va n de r ed a ctie 'Wie verre reizen maakt... ...kan veel verhalen', zo luidt het spreekwoord. Maar tegenwoordig hoort er een plaatje bij het praatje. Daarom doen wij een oproep aan alle lezers om mooie foto's te maken van alles wat met aardappelen te maken heeft. Een gezellige markt in een ver land, boeren die bezig zijn op het land, mensen die aardappelen bereiden... Noem maar op. Trouwens, Nederland is ook mooi, dicht bij huis zijn vaak de mooiste plaatjes te schieten. Stuur uw foto naar: [email protected] vermeld duidelijk uw naam, uw relatie met HZPC en plaats waar de foto is gemaakt. Misschien waren omstandigheden ook wel bijzonder. Of de mensen op foto. Schrijf het er maar bij. en de de de En dan nog wat, we houden van GROOT. Een foto geplaatst in Ruggespraak moet ten minste 300 dpi hebben, anders wordt het, omdat Ruggespraak wordt gedrukt, een piepklein fotootje. Dus zet het toestel op het grootste formaat, dan moet het lukken! De mooiste en/of leukste inzendingen krijgen een attentie! 3 Cor Biemond, voorzitter College van Telers: • Ruggespraak ‘De gemiddelde teler bestaat niet’ 4 De Nederlandse HZPC-telers oogsten jaarlijks ruim 400.000 ton pootgoed van hoge kwaliteit. Achter dit gezamenlijke productieresultaat schuilen meer dan 800 unieke boerenbedrijven, elk met hun eigen filosofie en omstandigheden. Om de samenwerking met HZPC in goede banen te leiden, fungeert het College van Telers als spreekbuis. “Een kwestie van geven en nemen”, stelt voorzitter Cor Biemond. “Want ook al bestaat de gemiddelde teler niet, hij is tóch ons uitgangspunt bij het nemen van beslissingen.” Tekst: Amber Boomsma, Tekstlabel Fotografie: Roelof Varkevisser inte r v iew We zitten aan de keukentafel in zijn achttiende-eeuwse boerderij aan de rand van Godlinze, een karakteristiek wierdendorp in het noordoosten van Groningen. Biemond (37) kocht de hoeve vorig jaar, ter uitbreiding van het akkerbouwbedrijf dat hij samen met zijn vader runt. “De extra hectares waren welkom en het huis is een ‘cadeautje’ waar ik met mijn eigen gezin kan wonen. De basis van ons bedrijf ligt vijf kilometer verderop, in Holwierde, de boerderij waar ik vanaf mijn elfde ben opgegroeid. Mijn vader is daar in 1988 begonnen met pootgoedteelt en sinds tien jaar zit ik bij hem in de maatschap. Na mijn studie heb ik eerst als agrarisch adviseur bij een bank gewerkt, maar het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Mijn vader en ik houden elkaar scherp en zo kunnen we samen vooruit boeren.” 'We willen het graag goed doen voor de gemiddelde teler.' Consensus vinden met z’n tweeën is één ding, maar hoe doe je dat als voorzitter bij het College van Telers namens al die honderden boerenbedrijven? “Altijd oog houden voor gezamenlijke doelen en belangen. Het CvT bestaat uit elf telers, stuk voor stuk gekozen binnen hun eigen regio. Het is een zeer gevarieerd gezelschap en daardoor een goede afspiegeling van onze achterban. Dat is belangrijk, want om tot goede en gefundeerde beslissingen te komen, is het nodig om de meningen en visies van zoveel mogelijk verschillende telers te kennen. Wij willen het graag goed doen voor de gemiddelde teler. Die bestaat natuurlijk niet, maar we moeten toch een gulden middenweg vinden. Dat is een kwestie van geven en nemen en dat realiseren we ons allemaal. Hoe stevig de discussies binnen ons elftal en met de achterban soms ook zijn, het vinden van consensus staat altijd voorop. Meestal lukt dat ook, zij het soms met enig uitstel om ons nogmaals te bezinnen. Is die tijd er niet door druk van de actualiteit, dan kunnen we stemmen. Maar als laatste redmiddel is dat een zeldzaamheid, dus die ‘gemiddelde teler’ als uitgangspunt is zo gek nog niet.” Hoe houden jullie ruggespraak met de achterban? “We organiseren in elke regio twee keer per jaar een informatiebijeenkomst voor telers, plus elk jaar een landelijke telersvergadering. Vooral de bijeenkomsten in de teeltregio’s zijn voor ons belangrijke gelegenheden om te horen welke thema’s daar leven en om meningen te peilen. Wij rekenen erop dat de telers op die momenten ventileren waar ze mee zitten, wat hun verwachtingen zijn en welke visie zij hebben op ontwikkelingen. En als er tussentijds iets belangrijks speelt, dan kunnen ze altijd contact opnemen met het aanspreekpunt in hun regio. We peilen ook graag bij het Jongerencollege, waar ik zelf ooit ben begonnen met bestuurlijk werk. Zij hebben geen stemrecht, maar alleen adviesrecht en daardoor geven ze gemakkelijker hun ongezouten mening. Bovendien zijn het jonge honden met een frisse en kritische blik. Soms horen we bij het Jongerencollege belangrijke signalen die de sector- en marktontwikkelingen in een ander perspectief plaatsen. En dat is waardevol voor onze eigen meningsvorming.” >> 5 >> Wat zijn jullie kerntaken? “Formeel is het CvT er ter bevordering van een optimale samenwerking en verstandhouding tussen HZPC en de aangesloten telers. Wij vertegenwoordigen de Nederlandse pool als het gaat om de teelt, bewaring en verhandeling van poot- en consumptieaardappelen voor HZPC, dus wij zijn de gesprekspartner voor het bepalen van de jaarlijkse poolovereenkomst. Dat doen we uiteraard niet op de bonnefooi, we hebben een boekwerk waarin de afspraken, aanpak en procedures helder staan beschreven. Inhoudelijk zijn de kwaliteitseisen en de vergoedingen en uitbetalingen een rode draad in ons werk. Kort door de bocht komt het er op neer dat HZPC door de verkoop van het pootgoed voor een zo groot mogelijke zak met geld zorgt, terwijl wij ons best doen dat geld zo eerlijk mogelijk te verdelen over de telers. Dat blijft een voortdurende opgave, daarom staat de egalisatieregeling vaak op onze agenda.” Verloopt die egalisatie naar tevredenheid? “We willen allemaal dat het systeem om de pot te verdelen zo eenvoudig en transparant mogelijk is. Maar helaas ontkomen we niet aan complexiteit, omdat we allemaal verschillende rassen telen. HZPC bepaalt wat wij verbouwen en hoeveel, terwijl de vraag naar diverse rassen per seizoen verschilt en daardoor dus ook de financiële opbrengst. Bovendien vraagt de introductie van nieuwe rassen tijd. De onderlinge verschillen pakten vooral in het verleden financieel niet voor elke teler even goed uit, terwijl ieders inzet van belang is voor het totaalpakket. We hebben al heel wat constructies onder de loep gehad voor een eerlijke verdeling en de huidige egalisatieregeling is tot nu toe de minst slechte optie. Het blijft een lastig thema, daarom blijven we elk jaar optimaliseren op basis van actuele raswaarden. En waar een passende verdeling tekort schiet, werken we soms met vangnetten of compensatieregelingen, bijvoorbeeld voor de telers van Desiree.” • Ruggespraak 'Wij zijn gekozen om een kritische rol te vervullen, dus gaan we discussies nooit uit de weg.' 6 Desiree is toch een vrij ras? “Daarom juist. HZPC probeert zoveel mogelijk eigen rassen te verkopen, ook aan landen die nog verknocht zijn aan Desiree. Dat lukt alleen als ze óók die Desiree leveren, in combinatie met nieuwe rassen. Het gaat dus om het totaalpakket. De waarde van Desiree wisselt sterk, maar als de vergoedingen structureel te laag zijn, dan willen boeren ze niet meer telen. Terwijl we de Desiree wel nodig hebben, omdat ie andere rassen als het ware ‘meetrekt’. Daarom dus die vangnetregeling. Toevallig evalueren we dit jaar of de investering in die regeling ons inderdaad oplevert wat we hadden verwacht, want we willen natuurlijk wel goeie dingen doen. Daarom evalueren we dit jaar ook de zogenoemde regeling ‘verkorting generaties’. We hebben drie seizoenen gratis miniknollen verstrekt van rassen waar wel vraag naar is, maar die moeilijk te telen zijn. De risico’s zijn hoger, al staat daar tegenover dat bij goede oogsten ook de toegevoegde waarde voor de pool hoog is. Voor ons reden om deze rassen op de been te houden met gratis miniknollen en een gegarandeerde afzet. Of we dat werkelijk terugverdienen, moet nog blijken uit de evaluatie.” Terug naar jullie formele kerntaak: hoe verloopt de samenwerking tussen het CvT en HZPC? “Een kwestie van geven en nemen, zoals in elke relatie waar partners naast het investeren in gezamenlijke belangen ook opkomen voor zichzelf. We hebben elkaar simpelweg nodig en iedereen heeft belang bij stabiele verhoudingen. Maar wij zijn gekozen om een kritische rol te vervullen, dus we gaan discussies nooit uit de weg. Natuurlijk zijn die er, vooral als het gaat om kwaliteitseisen. Wij streven net als HZPC naar het hoogst haalbare, maar het moet praktisch wel uitvoerbaar zijn, anders zitten de telers met de brokken. Iedereen praat wel over de weerbarstige praktijk, maar wij staan letterlijk met de schop in de grond en dat maakt het verschil. We zijn nu eenmaal geen fabriek, hoe graag de afnemers dat ook zouden willen. En daarom trappen wij wel eens op de rem.” Terwijl een gewenste hoge prijs natuurlijk wel iets vraagt van de kwaliteit… “Zeker, wij snappen als telers dat de afnemers die een goede prijs betalen logischerwijs eisen stellen. En dat zij geen boodschap hebben aan onze teeltperikelen. Maar we moeten onszelf niet in de vingers snijden door onrealistische verwachtingen te scheppen en later een batterij klachten te krijgen. Dus het is balanceren tussen die afwegingen. Wij ervaren de druk om het waar te maken, terwijl HZPC te maken heeft met de druk van de markt. Daarom is het in ieders belang dat telers en handelshuis goed samenwerken, zodat we met elkaar het hoogst haalbare realiseren.” inte r v iew Dat is afgelopen seizoen weer heel behoorlijk gelukt. Zijn jullie tevreden? “Het loopt de laatste paar jaar goed en daar zijn wij als telers absoluut blij mee. Maar laten we oppassen voor de wet van de remmende voorsprong en vooral niet achterover leunen. Er zullen geheid weer mindere jaren komen en zowel in de sector als in de markt spelen veranderingen. Bovendien moeten we niet vergeten dat ook de kostprijzen flink zijn gestegen, dus dat relativeert de goede uitbetaling wel een beetje. En het zijn 'Wij staan letterlijk met de schop in de grond en dat maakt het verschil.' forse investeringen waar je over praat. Wij zitten hier nu te praten op onze nieuwe boerderij en deze plek is een kans om als bedrijf verder te groeien, maar het moet allemaal wél opgebracht worden. Dat gevoel herkent elke teler, want we weten hoe snel het anders kan. Dus we zijn zeker tevreden met het feit dat de zaken nu zo goed gaan, zowel voor HZPC zelf als voor de telers, maar we moeten vooruit blijven kijken.” HZPC heeft grote ambities; wat is de toekomstvisie van het College van Telers? “Als voorzitter hanteer ik een strikte scheiding tussen BVaangelegenheden en zaken die ons als CvT aangaan, namens de pool. Vanzelfsprekend hebben wij belang bij een sterk handelshuis. Als HZPC stevig in haar schoenen staat, zich internationaal ontwikkelt en de waarde laat stijgen, dan biedt dat een bepaalde zekerheid. Toch ligt de prioriteit van de telers logischerwijs bij het eigen bedrijf. Wij willen een zo hoog mogelijk rendement op de eigen hec- tares: een hoge fysieke opbrengst en een hoge prijs. Daarom kijken wij wat anders naar groei dan HZPC. De meeste Nederlandse telers hebben al moeite genoeg om het bestaande areaal op de been te houden. De gronddruk is hoog, we kampen met aardappelmoeheid en de politieke koerswijzigingen helpen ook niet bepaald mee. Voor ons gaat groei veel meer om een hogere omzet per hectare, zoals bij de suikerbieten goed is gelukt. Helaas is er bij pootgoed de laatste jaren weinig progressie op het vlak van fysieke opbrengst. Dus we hopen dat het kweekbedrijf van HZPC en de aangesloten kwekers daarin nog innovatieve slagen kunnen maken.” Kunnen de Nederlandse telers zich blijven onderscheiden in het internationale speelveld? “Met alle opgebouwde kennis en ervaring, het zeeklimaat en onze goed georganiseerde logistiek staan we sterk. Kwantitatief zitten er grenzen aan de groei in de Nederlandse teelt, maar we richten onze pijlen vooral op kwaliteit. We volgen als CvT daarom nauwgezet de discussie in het keuringswezen en de mogelijke harmonisatie in EU-normen. Want wij zijn nu voorlopers met onze strengere eisen in Nederland; daarmee onderscheiden we ons in de markt en dat willen we graag blijven doen. Mogelijk is een private HZPC label straks de oplossing. Nu al ligt de HZPC-norm hoger dan de NAK-eisen en wij zijn er als college wel achter gekomen dat dit in het buitenland zeer gewaardeerd wordt. Dus de kwaliteit blijft een speerpunt. Daarom zien we veel potentie in de grootschalige teelt met miniknollen, als specialisatie. De toekomst zal leren of dat werkelijk tot minder problemen met virussen en bacteriën leidt, maar de verwachtingen zijn hoog. Wij blijven werken aan kwaliteit en daarover discussiëren met HZPC, want juist dat samenspel brengt ons verder.” 7 c o llege va n tele r s Vangnet voor Desiree blijft in stand Wij willen Desiree, alleen van HZPC! Wanneer u deze Ruggespraak ontvangt, zijn we alweer druk bezig met de selectiewerkzaamheden. Vooral dit seizoen, waarin al heel vroeg virusoverbrengende luizen werden waargenomen, is het van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium de viruszieke planten te verwijderen. Immers, de meeste besmettingen komen voort uit het eigen perceel. Juist in deze periode moeten we ons vakmanschap waarmaken om ook in het nieuwe seizoen weer een product te kunnen oogsten van een goede kwaliteit. Laten we er met zijn allen voor zorgen om deze traditie voort te zetten. • Ruggespraak Desiree 8 Eén van de onderwerpen die we de afgelopen tijd in het College van Telers hebben besproken is Desiree, en dan met name de uitbetaling van dit ras. Afgelopen seizoen was de prijs van Desiree zonder meer teleurstellend te noemen. Een groot aanbod vanuit Europa en een geringe vraag waren hier debet aan. Geheel terecht vragen sommige telers zich af of het wel verantwoord is dat dit ras vanuit de pool ondersteund wordt. Zoals u weet is er vanaf teeltjaar 2011 een vangnetconstructie afgesproken om daarmee een te lage uitbetalingsprijs van Desiree te voorkomen. Het vangnet houdt in dat de uitbetalingsprijs tot maximaal 10% onder de geëgaliseerde poolprijs kan zakken. Dit houdt tevens in dat als de 10% ondergrens niet wordt bereikt, Desiree uitbetaald wordt volgens de egalisatieregeling. De reden van deze constructie is om de telers enthousiast te houden voor de teelt van dit ras. Want zonder deze aanpassingen zou het gewenste areaal op dit moment niet ondergebracht kunnen worden. sommige jaren geld. Tenminste, als je naar de kale cijfers kijkt. Desiree heeft echter een belangrijke nevenfunctie bij de introductie van nieuwe rassen. Het heeft voornamelijk haar afzetgebied in de traditionele markt, waar specifiek om dit ras gevraagd wordt. Het introduceren van nieuwe rassen in deze gebieden valt niet altijd mee. Nieuwe rassen worden geïntroduceerd in een 'pakket' met Desiree. Om deze reden is het noodzakelijk om Desiree in het rassenpakket te houden. Natuurlijk blijft het van groot belang om het areaal af te stemmen op de verwachte vraag. Voor dit jaar is het areaal naar beneden bijgesteld, maar wel in die mate dat de vraag zoveel mogelijk vanuit de pool bediend kan worden. Namens het college wens ik u verder veel succes met de selectie en we hopen u binnenkort weer te ontmoeten op de HZPCvelddagen. Dit is de opvolger van de zomer-TIB. Op pagina 30 in deze Ruggespraak kunt u meer lezen over de data en de locaties van deze velddagen. Nanning Giliam, secretaris Het College van Telers is van mening dat deze vangnetconstructie in stand gehouden moet worden, ook al kost dat de pool in [email protected] fin a ncieel nieuw s HZPC ligt op koers... In seizoen 2013/14 was voor de Nederlandse teler sprake van gemiddelde opbrengsten met een hoog percentage aan bovenmaten. Het hoge percentage aan bovenmaten werd veroorzaakt door de koude en droge periode vlak na het poten waardoor de knolzetting negatief is beïnvloed. Omdat de weersomstandigheden tot het moment van loofdoding over het algemeen goed waren, lagen de totale kilogramopbrengsten per hectare uiteindelijk toch nog op het vijfjaarsgemiddelde. Vanwege het hoge percentage aan bovenmaten lag de hoeveelheid pootgoed in de potermaat echter onder het vijfjaarsgemiddelde. De vraag naar pootaardappelen in het seizoen 2013/14 was over het algemeen goed. In verschillende gebieden hebben we de verkopen kunnen verhogen. Uitzondering was NoordAfrika waar met name in Algerije minder pootgoed afgezet is na de recordverkopen van het jaar daarvoor. We hebben echter meer verkocht in bijna alle Europese landen, Azië, Canada en Amerika. Vanwege de goede vraag in combinatie met de relatief lage beschikbaarheid van de potermaten zijn niet alleen de potermaten goed afgezet, maar is ook een groot deel van de bovenmaten als pootgoed verkocht. Al met al is de definitieve uitbetalingsprijs uitgekomen op 33,42 euro per 100 kg voor de klasse S t/m A (vóór kwekersafdracht). Hiermee ligt de prijs 42 cent hoger dan de voorlopige uitbetalingsprijs van 33,00 euro die we in maart hebben gepubliceerd. Het verschil wordt veroorzaakt door hoger dan verwachte verkopen naar Rusland, Zuid-Europa en Oezbekistan. Daarentegen was er sprake van tegenvallende prijzen voor het pootgoed dat we als consumptie moesten verkopen. De financiële hectareopbrengst ligt voor de Nederlandse teler gemiddeld net boven 12.000 euro per hectare. Hiermee is sprake van de op één na hoogste financiële hectare opbrengst tot dusverre gerealiseerd. Uitsluitend recordjaar 2010/11 had een hogere financiële hectareopbrengst. Voor HZPC kan 2013/14 wel eens het beste jaar uit haar geschiedenis worden. De verkopen zijn goed verlopen, de kostenontwikkeling is onder controle, het dossier Egypte ontwikkelt zich volgens plan en wegens fiscale optimalisatie is een meevaller van 400.000 euro gerealiseerd. Ook op langere termijn zien de ontwikkelingen er goed uit. We hebben twee heldere financiële doelstellingen geformuleerd en onlangs is het strategisch plan tot 2017/18 afgerond waarmee we deze doelstellingen willen realiseren. Met een nieuw en verbeterde planning & control cyclus kunnen we de voortgang van de implementatie van de strategie nauwgezet volgen en kunnen we bijsturen daar waar nodig is. Tevens leggen we de laatste hand aan een project waar- Uitbetalingsprijs van de grootste rassen (gebaseerd op aantal ha) Ras b/v Maat Rw S/A Prijs* Adora b 55 09739,22 Annabelleb 50 09630,13 Asterixb 50 103 34,36 Bartinab 55 106 31,75 Carrerab 55 105 41,79 Challengerb 50 100 32,25 Desireev 55 09929,15 Fabulab 55 09832,22 Innovatorb 50 09035,11 Lisetab 5509928,85 Monalisav 55 09831,48 Mondialb 55 109 29,10 Red Scarlett b 55 09529,59 Sifra b 55100 32,57 Spuntav 55 106 33,41 Sylvanab 55 101 32,34 Victoriab 55 106 35,83 Vivaldib 50 09936,66 b=beschermd, v=vrij, Rw=raswaarde *Prijs Klasse S/A, pootgoedmaat, vóór kwekersafdracht mee we de belastingdruk willen optimaliseren. Hiermee hopen wij onze belastingdruk jaarlijks met ca. 300.000 tot 400.000 euro te verminderen. De goede financiële performance vertaalt zich ook in de ontwikkeling van de koers van het certificaat. Deze is opnieuw met de maximale 10% gestegen tot 93,50 euro. Hiermee bedraagt in 2013/14 de totale waardestijging 19%. Samenvattend kunnen we concluderen dat de financiële performance van HZPC in lijn ligt met onze financiële doelstellingen. Feico Tijmstra, CFO 9 p r o ductie N e d e r l and Teelt in beeld: Navigator Navigator is een productief, middenlaat ras voor de fritesmarkt VOF De Vries-Vos bestaat uit Kees en Mineke de Vries en hun zoon Bert. Bert is parttime werkzaam op het bedrijf naast zijn baan als software engineer bij Dijksma Koeltechniek in Emmeloord. Kees de Vries houdt zich ook nog bezig met het kweken van aardappelrassen, waarbij hij geassisteerd wordt door zijn dochter Miranda, die volgens Kees nog fanatieker is dan hij zelf. Samen met collega buitendienstmedewerker Menna Hospers, die afscheid heeft genomen van de Noordoostpolder omdat ze een functie heeft aangenomen in Groningen, neem ik met Kees en Mineke de Vries de teelt van het ras Navigator door. Behalve aardappelen telen zij ook zaai-uien, wintertarwe, bieten en winterpeen. Het areaal pootgoed bestaat uit Canberra, Crisps4all en Innovator. Van enkele rassen wordt pootgoed aangekocht, echter de Navigator wordt vermeerderd vanuit miniknollen. Teeltproces De een- en tweejarige stammen worden met de hand gepoot en gerooid en vervolgens opgeslagen in kisten. Deze stammen worden medio februari gesorteerd en daarna in kiembakken gezet. Het oudere materiaal heeft De Vries afgelopen herfst gesorteerd en voor het eerst opgeslagen in een koeling met Talent-behandeling. Het resultaat zal de komende maanden blijken. Het pootgoed wordt vóór het poten met Monarch behandeld. De rotatie is 1 op 3 met als voorvrucht wintertarwe, waarbij het perceel half december wordt geploegd. • Ruggespraak Geplant wordt met een Gruse lepelpootmachine, nadat het pootbed is klaargemaakt met een triltand cultivator met verkruimelaar. Voorop de tractor van de pootmachine zit een rotorkopeg. Gepoot wordt op maaiveldniveau: de maat 35/55 op een afstand van 16 cm (ca 7.250 kg per ha). Met de pootmachine die De Vries gebruikt zou het beter zijn de maat 35/50 te poten. Tijdens het poten wordt Subliem en Vydate gebruikt. 10 Weinig stikstof nodig Eind januari/begin februari wordt er 300 kg Kali 60 gestrooid. Voor het poten wordt er 25 m3 varkensdrijfmest toegepast, waarna er eventueel tijdens de knolzetting nog 200 kg 0-16-32 Bedrijfsgegevens • De Vries-Vos VOF te Marknesse • 10 ha pootgoed en 6 ha consumptie • 2 ha Navigator • 30% afslibbaar wordt gegeven. Tevens wordt er nog 75 kg fosfaat toegediend. Het ras Navigator heeft maar weinig stikstof nodig: 75 kg incl. bodemvoorraad lijkt voldoende. De Vries heeft het afgelopen jaar ervaren dat hij te veel stikstof heeft gebruikt waardoor de knolzetting tegenviel. vrij gemakkelijk. Na drie weken kan er worden gerooid. De opbrengst is hoog, ongeveer 50 ton 28/opw., met het afgelopen jaar wel erg veel bovenmaat. De opslag vindt plaats in kisten. Navigator wordt in december gesorteerd. Het merendeel van de opbrengst wordt afgeleverd in maart. Wekelijks wordt er 1 à 1,5 kg Acrobat gespoten, gecombineerd met minerale olie en Sumicidin. Incidenteel wordt er ook nog een luizendoder toegepast. Indien nodig wordt ook nog Cropview als bladbemester gebruikt. De selectie geeft weinig problemen en Navigator is sterk tegen schurft. De zetting varieert van 20 knollen in 2012 tot 7 knollen in 2013 als gevolg van een te rijke stikstofbemesting. De loofvernietiging vindt plaats door loofklappen, gecombineerd met Spotlight. De loofvernietiging van Navigator gaat Aandachtspunten Als sterke punten noemt De Vries: een sterk boerenras met hoge opbrengst dat goed tegen droogte kan. Aandachtspunten zijn de gevoeligheid voor fusarium, daarom is behandelen een ‘must’. Ook het ontbreken van AM-resistentie ziet De Vries als een nadeel. Verder heeft Navigator een dunne schil. Bennie Huizenga, buitendienstmedewerker 11 De black tie mannen: v.l.n.r. Arjan Plomp, Gerhard Posthumus van Wes-Vrystaat, Arie Westmaas en Rian Stekelenburg. 50 jaar Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers • Ruggespraak Op 27 maart vierde Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers BPK in Christiana, Zuid-Afrika, haar 50-jarig bestaan. Dit werd groots gevierd in een tot feestzaal omgetoverde opslagloods, waar ca. 250 gasten gehoor hadden gegeven aan de uitnodiging om dit heuglijke feit te komen vieren. 12 Potato Man of Honour Namens productmanager Rian en IedereenHZPC weetwaren zo langzamerhand wel datStekelenburg de oorsprong exportmanager Arjan aanwezig dit 'black tie' honfeest van de aardappel inPlomp Peru ligt. In datopland worden om namens HZPC de felicitaties over door te brengen en een mooi derden verschillende landrassen boeren geteeld, cadeau te overhandigen. Als speciale gastook was om ook al Arie niet alleen voor de consumptie, maar dieWestvermaas uitgenodigd, die als contactperschillende landrassen inHZPC-licentiemanager stand te houden. Boeren die soon was voor Wes-Vrystaat van 2004 tot aan aan deze biodiversiteit bijdragen, delen ookzijn in pensionede waarring afgelopen augustus. Samen met twee lokale leveranciers de en/of de opbrengst hiervan (benefit sharing). Deze van het eerste Arie aanindianen, het eind van geboeren, veelaluur vanwerd oorsprong zijnde deavond bewaarhuldigd 'Potato(custodian) Man of Honour' doorcultuurgoed, de directeur van ders of als hoeders van hun de Wes-Vrystaat, Gerhard Posthumus. oorspronkelijke aardappelrassen. Up to date Voorzitter J.F van de Merwe schetste in zijn toespraak kort de geschiedenis van het bedrijf. In 1964 nam de heer Theo Cook een paar knollen van het ras ‘Up to Date’ mee vanuit Schotland naar Zuid-Afrika. Hij plantte deze knollen op zijn boerderij nabij Christiana. De proef slaagde en een jaar later besloot hij samen met buurman Chris Calendar-Easby pootgoed te gaan telen en te verhandelen. Kort daarna werd het bedrijf Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers opgericht; een samenwerking tussen lokale telers langs de Vaalrivier in Christiana. Men sprak af tijdens vergaderingen niet te spreken over politiek en/of geloof. Uniek, zeker in die tijd! t r a diti o n a l De eerste contacten tussen Wes-Vrystaat en Hettema ontstonden in 1988, wat later resulteerde in het eerste licentiecontract dat getekend werd in 1992. Al vrij snel daarna werd Mondial succesvol in de markt geïntroduceerd en dit ras is nog steeds het grootste in Zuid-Afrika. Mede door dit succes en door het aantrekken van directeur Gerhard Posthumus, die het bedrijf vanaf 2004 zeer snel verder heeft geprofessionaliseerd, is Wes-Vrystaat sterk gegroeid als pootgoedvermeerderaar en HZPC-vertegenwoordiger in Zuid-Afrika. In 2011 werden alle aandelen van het miniknollen productiebedrijf Rascal overgenomen, zodat ook de basispootgoedvoorziening sindsdien volledig in eigen beheer is. In 2013 werd een belangrijke verandering doorgevoerd aan de verkoopzijde; er werden elf regionale verkopers/teeltadviseurs aangesteld, die dagelijks in direct contact staan met hun pootgoedafnemers. Dit alles ter verbetering van service en kennisoverdracht. Black tie Volgens voorzitter Van de Merwe was de grootste uitdaging voor 2014 om alle genodigden in smoking te laten verschijnen op het 50-jarig jubileum. Dit is zeker voor Zuid-Afrikaanse boeren een hele uitdaging, omdat zij vrijwel altijd in kakikleurige korte broek en overhemd lopen, uiteraard vaak in combinatie met een hoed of een pet. Maar het lukte! Alle mannen verschenen strak in smoking en de vrouwen in feestelijke (gala)jurken. In combinatie met de fantastisch aangeklede feestzaal gaf dit het jubileum een heel speciaal en professioneel tintje. Als klap op de vuurpijl onthulde de voorzitter een nieuwe naam voor het bedrijf: WESGRO. Deze naam ligt goed in het gehoor bij zowel Afrikaanse als Engelstalige afnemers. In de huidige snelle, moderne tijd een hele verbetering in vergelijking tot ‘Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers’. >> Begin dit jaar werd er met de bouw van een eigen verpakkingsstation voor tafelaardappelen gestart. Hiermee wil men de niche-markten in het retailkanaal bedienen en verder ontwikkelen. 13 >> • Ruggespraak Continuïteit Op dit moment is ongeveer de helft van al het gecertificeerde pootgoed in Zuid-Afrika afkomstig van WESGRO. Het bedrijf kan vrijwel jaarrond pootgoed leveren dankzij productie in klimatologisch verschillende teeltgebieden met verschillende plant- en oogsttijdstippen. 14 Inmiddels hebben naast Mondial ook de rassen Innovator, Taurus en Fabula een mooie positie weten op te bouwen in de markt, maar het echte succes van de laatste jaren is toch vooral Sifra. Dit ras wordt zeer ge- waardeerd vanwege de stabiele en zeer hoge opbrengsten in combinatie met een prachtig heldere schil. Ondanks het feit dat de lat zeer hoog ligt en de criteria extreem streng zijn, dienen nieuwe kandidaten als Challenger, Navigator, Iryna en Panamera zich ook aan. Of deze rassen het echt gaan redden is de vraag, maar voorlopig staan alle signalen op groen en is de continuïteit voor een mooie toekomst ruim voldoende gewaarborgd bij WESGRO. HZPC kan trots zijn op de jarenlange samenwerking met dit prachtige bedrijf. Arjan Plomp, exportmanager P r o ductie & L o gi s tie k Grondmonstername quad op een net gerooid perceel. Uitstel van AM-bemonstering niet zinvol Het totaal beschikbare areaal per ras is voor HZPC van cruciaal belang om een zo goed mogelijk resultaat te kunnen behalen. De pootgoedarealen per teler zijn steeds meer afhankelijk van de resultaten van de AM-bemonstering. Hoe later deze gegevens in de herfst bekend zijn, hoe moeilijker het wordt om het areaal per teler optimaal in te vullen. Vanaf de invoering van de nieuwe regelgeving per juli 2010 is het aardappelmoeheid (AM) -onderzoek een strategisch aandachtspunt geworden in het teeltplan van de telers. De nieuwe richtlijnen knellen het meest in Flevoland en Noord-Friesland. Intensieve teelt in combinatie met een korte rotatie blijken historisch gezien de belangrijkste reden te zijn voor de meeste AMproblemen in deze regio’s. Tot op heden vormt de vrijwillige bemonstering een belangrijke pijler voor de telers om nog enigszins grip te houden op de situatie. Als teler heb je nog de keuze uit consumptieteelt met een resistent ras, teelt van een vanggewas of eventueel chemische grondontsmetting. Door de ruimere bufferzones bij besmetverklaring staat het areaal pootgoed verder onder druk en lijken de kansen voor uitbreiding van het pootgoedareaal in Nederland gering. Handelshuizen in het algemeen en HZPC in het bijzonder zijn niet voor niets al jaren bezig om resistente rassen te kweken. Misverstanden Bij het grondonderzoek zijn er een aantal hardnekkige misverstanden die leiden tot een steeds latere bemonstering na de aardappeloogst. De afgelopen jaren is er veel minder animo om meteen na de aardappelteelt te bemonsteren vanwege de vermeende verhoogde kans op besmetting. Een besmetverklaring geldt als er een aardappelcyste wordt aangetroffen met levende inhoud. Dat betekent dat het niet uitmaakt of er nu bijvoorbeeld 10 of 200 levende larven in een cyste zijn aangetroffen. Een nieuwgevormde aardappelcyste bevat 200 tot 300 larven. Zonder bestrijdingsmiddelen sterft ieder jaar een derde van de larven, na enkele jaren zijn er dus nog steeds ongeveer 90 larven. Hieruit blijkt dat uitstel van een AM grondbemonstering weinig zin heeft. Integendeel, hoe eerder er is bemonsterd des te eerder er maatregelen kunnen worden getroffen om een eventuele besmetting te bestrijden. Een ander groot misverstand is dat bij bemonstering in het voorjaar de kans op het vinden van een AM-besmetting veel kleiner zou zijn dan in het najaar, meteen na het rooien. Ergens leeft de gedachte dat na de oogst alle cysten boven in de rooigrond liggen en de cysten na een kerende grondbewerking worden ondergeploegd. Een aantal jaren geleden is deze bewering door onderzoek van PRI (Plant Research International) Wageningen naar het rijk der fabelen verwezen. De cysten bleken na een kerende grondbewerking goed verdeeld in de bouwvoor aanwezig te zijn; uitstel van grondbemonstering heeft dus weinig zin. Alleen bij zeer hoge dichtheden en wanneer als gevolg hiervan het wortelstelsel van de planten door groeiremming klein is, kunnen er in de bovenste 5 cm meer cysten worden gevonden. Dergelijke hoge besmettingen worden in Nederland zeker niet op pootgoedpercelen aangetroffen, aldus de onderzoekers van PRI. Vroege bemonstering heeft zowel voor HZPC als teler een bijkomend voordeel, want hoe eerder het bouwplan voor de telers bekend is, hoe eerder er een goed overzicht kan worden verkregen van de totale areaalplanning. En dat maakt de bepaling van strategische keuzes voor een optimale afzet weer gemakkelijker. Johannes Terpstra, planner export 15 Hoe Annabelle Duitsland veroverde Met de verkoop van bijna 10.000 ton pootaardappelen is Annabelle in Duitsland een belangrijk ras geworden. Als je daar de import van consumptieaardappelen vanuit het Middellandse Zeegebied en Frankrijk bij rekent, dan bedraagt de totale hoeveelheid pootgoed Annabelle voor de Duitse markt al gauw ca. 15.000 ton! Als vroege vastkoker wordt Annabelle beschouwd als de lekkerste aardappel in het segment Retail Fresh. De firma Weuthen, die de pootaardappelen van dit ras exclusief in Duitsland vermarkt, zag eind jaren negentig op zijn proefvelden samen met de toenmalige landenmanager al snel de potentie van dit ras. Er werd ingezet op een ambitieuze groei! ‘Ab Hof’ en Grossmarkt Het ras begon in 1997 zijn opmars op de ’Ab Hof’ markt. ‘Ab Hof’ is de markt waar telers de lekkerste aardappelen zo vanaf het land ongewassen aan de consument verkopen. Annabelle, met haar heerlijke aroma en mooie presentatie, werd al gauw gezien als de ideale ’Salatkartoffel‘ in combinatie met de in Duitsland zeer populaire asperges. Een gouden formule, omdat Annabelle altijd vroeg een hoge en betrouwbare opbrengst geeft, precies in aspergetijd. Al heel snel breidde de markt zich uit naar de Grossmarkten, die restaurants, speciaalzaken en dagmarkten bedienen. Er werd een speciale 25 kg zak ontwikkeld met de Duitse driekleur en de tekst ’Annabelle, die herrliche Salatkartoffel‘. Ook hierdoor onderscheidde het ras zich van de andere rassen. De ontwikkeling van Annabelle verliep stormachtig! • Ruggespraak De vroege teelt maakt Annabelle uitstekend geschikt voor de landen rondom de Middellandse Zee, het gebied waar primeuraardappelen geteeld worden voor export naar Europa. Van oudsher importeerde Duitsland veel aardappelen uit Cyprus, waar de rijke rode vulkanische grond in combinatie met de overvloedige zon, de aardappelen een heerlijke smaak geven. Op de Grossmarkten werden deze aardappelen ongewassen in 25 kg zakken verkocht, maar voor Annabelle werd opnieuw een exclusieve zwarte (kunst)jute zak ontwikkeld. De levering vanaf het vroege voorjaar werd een ongekend succes! 16 Juffertje Annabelle Nu het ras op de traditionele markt een toppositie had verworven, werd het tijd om de supermarkten te veroveren. Dat was echter niet zo eenvoudig, omdat Annabelle door de verpakkers en supermarkten als ‘een juffertje’ beschouwd werd. Dat kwam omdat na het wassen al snel rotte knollen in de verpakking zichtbaar waren, wanneer het product voor het rooien onvoldoende afgerijpt was. Een aantal grote spelers zag dat als een te groot risico. De voornaamste oorzaak van de rotte knollen was gelegen in het belangrijkste vroege teeltgebied van Duitsland, de Pfalz, dat heel Duitsland vanaf eind mei voorziet van primeurs. De Pfalz heeft een microklimaat met van tijd tot tijd een relatief hoge luchtvochtigheid. In dit teeltgebied gaan de aardappelen vers gerooid in een ongekoelde auto en worden ze bij de verpakker direct gewassen, verpakt en gedistribueerd naar de supermarkt. En daar kon Annabelle niet altijd even goed tegen. Dit proces heeft de ontwikkeling van lokaal geteelde Annabelle bij de supermarkten afgeremd. En het supermarktkanaal, met in Duitsland een marktaandeel van rond de 80%, was juist zo belangrijk voor de verdere groei. Import voor de ontwikkeling in het supermarktkanaal Ook Israël speelt een belangrijke rol op de primeuraardappelmarkt, omdat de Israëlieten een kwalitatief zeer hoogwaardig product kunnen telen dat er gewassen fantastisch mooi uit ziet. Het probleem van rot, de bottleneck van dat moment, bleek zich bij verscheping naar Duitsland niet meer voor te doen. Daarom werd in Israël in 1999 de eerste proefteelt van Annabelle opgezet, waarna de opbrengst naar Duitsland werd verscheept. Rond Pasen werden alle belangrijke verpakkers en supermarkten in Duitsland verblijd met een mandje goudgele Annabelle uit Israël, inclusief asperges en een flesje witte wijn. Met de slogan ’Proef zelf hoe lekker gezond kan zijn‘ werd opnieuw de interesse gewekt van het supermarktkanaal. Tegelijkertijd met Duitsland ontwikkelde Annabelle zich in Frankrijk. Ook in Frankrijk werd door goede marketing Annabelle gepo- >> r eta il f r e s h 17 >> sitioneerd als dé heerlijke vastkoker. Geleidelijk kwam in Frankrijk meer product beschikbaar, waardoor de export van topkwaliteit Annabelle naar de Duitse verpakkers op gang kwam. In samenwerking met HZPC ontwikkelde een verpakker in de Pfalz een supermarktverpakking ’Annabelle, die Königin der Salatkartoffel‘, die vanaf het begin gretig aftrek vond bij de supermarkten. Voor het eerst lag de Annabelle jaarrond in de supermarkt! Lering trekken uit de import Steeds beter leerden de handelaren en verpakkers, die zich realiseerden dat een goede Annabelle duidelijk meerwaarde heeft voor de hele keten, om te gaan met de gevoeligheden van dit ras. Intensieve teeltbegeleiding werd opgezet door de productmanagers in de Pfalz. Zo werden wagens geïntroduceerd die vanuit de bodem lucht blazen door de verse partij aardappelen. Na het rooien vond dat proces plaats gedurende een nacht bij de handelaren of telers in de loods. Het probleem van rot was daarmee grotendeels opgelost. Dit systeem wordt in de Pfalz inmiddels voor alle rassen toegepast. Nagenoeg alle supermarkten in Duitsland hebben onze Annabelle vandaag de dag in hun schappen liggen. Vooral in de primeurtijd vervult Annabelle daar een prominente rol. Vanuit Israël, Egypte, Cyprus, Spanje, Portugal en Frankrijk worden ieder jaar tussen de 50.000 en 80.000 ton aangevoerd voor de verkoop. • Ruggespraak Die Familien Kartoffel Ook de consumptieafdeling van HZPC heeft een belangrijke rol gespeeld in het ongekende succes van Annabelle in Duitsland. Samen met de marketingafdeling en HZPC-Duitsland werden steeds nieuwe concepten ontwikkeld en in de markt geïntrodu- 18 ceerd. Teelt in de primeuraardappellanden werd opgezet ten behoeve van de Duitse markt en verkocht aan de Duitse verpakkers en kleinverpakkers. Inmiddels gaat meer dan 90% van de handel in geïmporteerde consumptieaardappelen buiten HZPC om. Maar het werk van de consumptieafdeling is nog niet klaar. Het noorden van Duitsland wordt gedomineerd door Duitse rassen. Het was voor HZPC moeilijk daar marktaandeel te winnen. HZPC Duitsland en Nederland hebben gezamenlijk het concept ’Annabelle, die Familien Kartoffel‘ ontwikkeld. Dit concept is twee jaar geleden succesvol geïntroduceerd bij een grote supermarktketen in het noorden. Met een mooie carry fresh verpakking en een aantrekkelijke Annabelle doos wordt onze Annabelle, door HZPC in Spanje en Portugal geteeld, aan de consument aangeboden. Zo heeft Annabelle ook in Noord-Duitsland inmiddels een positie verworven. Meerwaarde voor alle spelers in de keten Ieder jaar denken we weer dat Annabelle haar maximale marktaandeel zal hebben bereikt, maar jaar op jaar doet deze aantrekkelijke lady ons weer verbazen met nog betere verkoopcijfers. Het succesverhaal van Annabelle is een mooi voorbeeld van hoe geslaagd een ras, met meerwaarde voor alle spelers in de keten in combinatie met een goede marketingstrategie, kan zijn. Mits op juiste gronden geteeld is het voor de telers een ras dat altijd een hoge en betrouwbare opbrengst geeft. En om vraag te creëren voor onze rassen bij het supermarktkanaal wordt marketing steeds belangrijker! Jelle Bos, salesmanager Retail Fresh te r ugbli k Finse aardappeltelers naar UK Omdat in Finland de gedachte leeft dat de Engelse aardappelmarkt klantvriendelijker opereert dan de Finse, bracht op dinsdag 25 maart een groep van 25 Finse aardappeltelers een bezoek aan Groot-Brittannië. Het bezoek, dat als doel had om meer over de Engelse markt te weten te komen, werd samen met Ron Reiss van HZPC-UK door de landelijke adviesorganisatie ProAgria georganiseerd. Juhani Rahko, het hoofd van de Finse groep, vertelde het volgende: "Het was inspirerend om al die verschillende aardappelproducten in de winkel te zien liggen. Jammer genoeg zijn wij in Finland verplicht onze aardappelen aan twee grote ketens te verkopen die de grote hoeveelheden zo goedkoop mogelijk kwijt willen. Er is op dit moment geen mogelijkheid om speciale producten met toegevoegde waarde tegen een hogere prijs en lagere volume te verkopen." Tijdens hun bezoek aan Groot-Brittannië zag de groep een grote verscheidenheid aan aardappelproducten. Voor Finland bijzonder, omdat er daar maar weinig verwerking plaatsvindt en het merendeel uit tafelaardappelen bestaat, geschild of soms voorgekookt. Het bezoek van de groep startte bij R.S. Cockerill Ltd in York, een geïntegreerd familiebedrijf dat naast het bevoorraden van een scala van verkooppunten voor verse aardappelen, waaronder Aldi en Lidl, alle aspecten van de verwerkende keten onder zich heeft. Na een toelichting over de achtergrond en de ontwikkeling van het bedrijf, de Engelse markt in het algemeen en de vergelijking met de Finse situatie, kreeg de groep een rondleiding door het pakhuis op het Providence Business Park. In de afgelopen jaren heeft het bedrijf aanzienlijk geïnvesteerd in het up-todate blijven van innovatie en technologie die gericht is op het sorteren van zeer grote hoeveelheden. De investeringen waren tevens gericht op het verlagen van de energiekosten en het aanscherpen van de milieu-eisen van de organisatie. Traditie en progressie De volgende stop was bij JSR Farms, een belangrijke HZPC-UK pootaardappelteler en tevens een zeer professioneel landbouwbedrijf dat ook nauw betrokken is bij onderzoek in varkensgenetica. JSR is internationaal bekend en het bedrijf is economisch zeer efficiënt en duurzaam; die boodschap kwam goed over het voetlicht. Omdat de interesses van de Finse groep erg divers lagen, werd ook een bezoek aan Ian Dowsons in Winterton afgelegd. Ian Dowsons is zijn bedrijf klein begonnen en zijn computergestuurde opslagfaciliteiten en het efficiënte gebruik van energie tonen hoe ver de industrie in de afgelopen 30 jaar is vooruitgegaan. Een mooi voorbeeld om traditionele en progressieve akkerbouw te kunnen vergelijken. Diezelfde dag heeft de groep in Floods Ferry de grote opslagplaats bezocht van Greenvale, één van de grote leveranciers aan Tesco en Sainsbury. Dit grote verpakkingsbedrijf is volledig geautomatiseerd. Erg interessant was de grote verscheidenheid aan producten en merken. Eye opener De Finse partij had de eer een uitgebreid bezoek te mogen brengen aan McCain Foods in Whittlesey en dat bleek een ware eye opener. De groep bekeek het hele productieproces vanaf de binnenkomst tot aan de verzending van het product; we hadden het geluk om ook Innovator in de productielijn te zien! Deze fabriek is een van de drie McCain-fabrieken in Groot-Brittannië en de grootste producent van diepvriesfrites in dit land. Er is momenteel geen vergelijkbaar bedrijf in Finland en de gedachte werd geopperd of McCain niet naar Finland zou willen komen. Een laatste bezoek werd aan Fylde Fresh and Fabulous Ltd in Lancashire gebracht; dit bedrijf teelt en koopt aardappelen waarvan in de eigen fabriek eindproducten voor de lokale markt worden gemaakt. Zo’n bezoek is ook in Finland goed mogelijk en de open, prettige gesprekken over en weer en het enthousiasme van de Finnen mondden uit tot een uitnodiging aan Colin Bradley en co-directeur David Linton voor een tegenbezoek in Finland. Voors en tegens Uit feedback vanuit de Finse bezoekers kwam naar voren dat er voordelen zijn aan het telen van aardappelen in Finland. Phytophthora en aardappelmoeheid zijn minder problematisch in vergelijking met Groot-Brittannië, maar de beschikbare afzetmogelijkheden zijn in dat land weer vele malen groter dan in Finland. Ron Reiss, sales & production manager HZPC-UK 19 De mensen van Mahindra met Gerard Backx en naast hem Somu. HZPC gaat een joint venture aan met de Indiase gigant Mahindra • Ruggespraak Op 23 april heeft HZPC in Chandigarh, India, een joint venture overeenkomst getekend met Mahindra. Bij die gelegenheid werd HZPC vertegenwoordigd door CEO Gerard Backx en R.S. Somashekhar (Somu), die sinds maart 2012 bij HZPC werkzaam is en zich gedurende die tijd heeft beziggehouden met het tot stand brengen van deze overeenkomst. 20 Landbouw en zijn aanverwante sectoren zijn de ruggengraat van de Indiase economie, want meer dan de helft van de bevolking werkt momenteel in de landbouw. India is gezegend met 15 klimaatzones en meer dan 50 verschillende grondsoorten en is het land met de meeste landbouwgrond ter wereld. De Indiase landbouw wordt gekenmerkt door onberekenbare moessons waardoor boeren in grote delen van het land door de regens slechts één oogst per jaar hebben. Deze boeren verbouwen alleen voor eigen consumptie. Er zijn echter ook grote stukken land die beregend worden. Dit gebeurt voornamelijk door irrigatiekanalen die hun water uit de rivieren aangevoerd krijgen door reservoirs in de afwateringsgebieden en vanuit waterputten. Boeren die hun land beregenen kunnen wel drie oogsten per jaar halen, maar het aantal oogsten varieert per regio. De gemiddelde grondeigenaar in veel van de Indiase staten bezit op dit moment minder dan één hectare. Boerderijen variëren van 0,25 hectare tot 25 hectare. Ondanks zulke grote verschillen voorziet India in de eigen voedselvoorziening en produceert 263 miljoen ton graan voor consumptie, 157 miljoen ton groenten en 77 miljoen ton fruit waarmee het land 1,25 miljard inwoners voedt. De behoefte aan voedsel blijft echter toenemen. Markt Ampenan TOP De aardappel is een belangrijk onderdeel van het Indiase dieet. In India worden 45 miljoen ton consumptieaardappelen per jaar geproduceerd die geteeld worden op 1,9 miljoen hectare. De aardappel is één van de TOP-groenten in India: Tomato, Onion and Potato. Deze TOP-groenten staan aan de basis van de meeste curries en andere gerechten van de Indiase keuken. Zonder deze groenten kunnen de Indiase vrouwen geen ontbijt, lunch of avondmaaltijd klaarmaken, wat betekent dat er drie keer per dag aardappelen worden gegeten. Het is redelijk normaal dat er tussen de lunch en het avondmaal, zo rond 5 uur, snacks genuttigd worden en veel Indiase snacks bevatten ook aardappelen. Deze snacks worden meestal gegeten tijdens sport- of andere televisieprogramma's. Als we kijken hoe verse aardappelen en aardappelsnacks op de markt gebracht worden, zien we twee belangrijke kanalen, namelijk de ‘georganiseerde’ en de ‘ongeorganiseerde’ markt. De georganiseerde markt bestaat uit supermarken in de stedelijke en halfstedelijke gebieden. De totale aanvoer echter is beperkt. De ongeorganiseerde markt bestaat uit lokale kleine winkels en exclusieve groentemarkten, waar aardappelen, uien en knoflook worden verkocht en bestaat ook uit kleinschalige verkopers die groenten en aardappelen aanbieden vanuit hun karren die zij door de straten van de woonwijken duwen. Meer dan 90% van de aardappelen wordt via deze ongeorganiseerde markt verkocht. Mijn naam is R.S. Somashekhar, maar bij HZPC beter bekend als Somu. Ik ben geboren en getogen in een klein dorpje in het zuiden van India. Ik heb eerst op de boerderij van mijn vader gewerkt en ben toen naar de middelbare school gegaan. Later ben ik naar de stad verhuisd voor mijn studie aan de landbouwschool. Na mijn diploma ben ik gaan werken voor een landbouwkundige marketing afdeling en een internationaal instituut. In 2009 verhuisde ik naar Europa om een Master-opleiding in landbouweconomie te volgen om vervolgens in juli 2011 als stagiair voor HZPC te gaan werken. Als onderdeel van mijn studie heb ik een marktonderzoek naar de Indiase aardappelindustrie gedaan. In maart 2012 kwam ik fulltime in dienst bij HZPC. Gedurende de afgelopen periode ben ik op de verschillende afdelingen en sectoren binnen HZPC ingewerkt, wat een prima basis is voor een goede start. Ik ben blij dat ik heb kunnen deelnemen aan het strategische traject in het proces naar deze nieuwe joint venture. Mijn volgende opdracht in deze nieuwe joint venture is commercieel manager voor businessontwikkeling en export. Een nieuwe uitdaging, die ik met veel enthousiasme wil aanpakken. tember aardappelen verbouwd. De teeltmethoden, maar ook de rassen en de opbrengsten in de diverse regio's variëren enorm. Aardappelen worden verbouwd op minder dan 1 hectare tot 50 hectare en ook de opbrengst varieert enorm van 15 tot 50 ton per hectare. Koelhuizen India is een tropisch land, vandaar dat koelhuizen een belangrijke rol spelen. Anders dan in West-Europa zijn de meeste koelhuizen van koelhuiseigenaren die over het algemeen zelf geen boer zijn, maar wel met boeren goede relaties hebben opgebouwd. Het is een aparte bedrijfstak en deze koelhuizen zijn zodanig gebouwd dat ze uit vier tot vijf verdiepingen bestaan. Het laden en lossen van aardappelen in deze koelhuizen gebeurt handmatig. De vuistregel is dat geoogste aardappelen binnen drie weken óf gegeten moeten zijn óf in de koeling moeten liggen, omdat de temperatuur al snel boven de 30-35 graden Celsius uitkomt. Vandaar dat koelhuiseigenaren een zeer belangrijke plaats in de aardappelketen innemen. Variatie in teelt en gebied Over het algemeen worden aardappelen verbouwd in de vlaktes aan beide kanten van de Ganges-rivier en hier en daar verspreid over het land. De meeste aardappelen worden in de winter verbouwd van november tot februari. In de zuidelijke staten van India valt het aardappelseizoen in de regenperiode tussen juni en september. In het noorden, aan de voet van het Himalaya-gebied, worden er in de zomer tussen mei en sep- Voor de teelt van 1,9 miljoen hectare consumptieaardappelen is bijna 4 miljoen ton pootgoed per jaar nodig. Een groot gedeelte van deze poters komt van niet-gecertificeerd pootgoed. De vraag naar gecertificeerd pootgoed van goede kwaliteit neemt toe bij de professionele spelers in de markt. Mahindra HZPC heeft een joint venture afgesloten met het Mahindra landbouwbedrijf, een dochter van het Mahindra concern. De kernactiviteit van Mahindra is het fabriceren van tractoren. Dit is in de loop der jaren uitgegroeid tot meerdere producten voor zowel de interne als de internationale markt. Als onderdeel van haar spreidingsstrategie investeerde Mahindra begin jaren 2000 in de agribusiness en breidde zij haar activiteiten in 2005 uit naar pootaardappelen. Op dit moment verkoopt de pootaardappelafdeling van Mahindra rond 10.000 ton in de diverse Indiase staten. Mahindra verwerft pootaardappelen door zowel met boeren contracten af te sluiten als aardappelen van boeren af te nemen. Er is een klein proefproject opgezet om pootaardappelen te produceren door middel van modelcontracten met boeren, een systeem dat lijkt op dat van HZPC. R.S. Somashekhar, business development manager 21 Eerlijk produceren én handelen Samen sta je sterker dan alleen, ook in de wereld van aardappelen. Daarom nemen we in Ruggespraak een aantal brancheorganisaties onder de loep. In deze editie leggen we Breeders Trust onder het vergrootglas. Geert Staring, sinds maart 2011 algemeen directeur van deze organisatie en daarvoor 16 jaar key account manager bij NAK AGRO, leggen we een aantal vragen voor. • Ruggespraak Hoe is Breeders Trust ontstaan? 'Uit onvrede met de situatie, dat overal in de wereld illegaal kwekersrechterlijk beschermd pootgoed wordt vermeerderd en verhandeld en waarmee inbreuk op het kwekersrecht wordt gepleegd, is Breeders Trust opgericht in 2008. Op initiatief van HZPC, Europlant, Solana en Agrico is Breeders Trust opgericht om deze praktijken een halt toe te roepen. De directeuren van de genoemde bedrijven vormen overigens ook het bestuur van Breeders Trust. Vrij snel na de oprichting hebben ook de aardappelkweekbedrijven Meijer, Germicopa, Norika, Danespo en KWS Potato zich bij Breeders Trust aangesloten. Kortom, een internationaal kwekersgezelschap dat de doelstellingen van Breeders Trust volledig onderschrijft.' 22 Richt Breeders Trust zich alleen op aardappeltelers? 'Illegaliteit, contractbreuk en inbreuk op het kwekersrecht kan door de gehele keten heen plaats vinden, dus niet alleen bij pootgoed- of consumptietelers maar ook bij handel of industrie. Vandaar dat wij goede contacten met de gehele keten belangrijk vinden. En ja, natuurlijk vangen wij liever een grote vis die in een hele regio of zelfs internationaal ergens in de wereld er dubieuze praktijken op nahoudt dan een kleine landbouwer die veelal ook slachtoffer is van goed vertrouwen. Vaak proberen wij door te praten en te overtuigen zaken in goed banen te leiden, maar soms is het onvermijdelijk dat de rechter eraan te pas komt.' Houdt Breeders Trust zich uitsluitend bezig met het voeren van rechtszaken? 'Dat lijkt misschien zo omdat een gewonnen rechtszaak vaak de voorpagina van de agrarische bladen haalt, maar toch is dat zeker niet het hoofddoel dat Breeders Trust nastreeft. Naast de handhaving van het kwekersrecht en het aan de kaak stellen van illegale praktijken, wordt erg veel aan preventie en voorlichting gedaan. In de praktijk blijkt er nog veel onwetendheid te bestaan over de wet- en regelgeving op dit punt. Wij werken bewust heel transparant en verschijnen om die reden veel op beurzen en bijeenkomsten om uitleg te geven waarom wij handelen zoals we dat doen.' Breeders Trust zit toch ook in de graszaden? 'Dat klopt. Midden 2011 namen enkele graszaadveredelingsbedrijven contact op met het bestuur van Breeders Trust. Men zei ons toen “Wat jullie doen met Breeders Trust in de aardappelsector, dat willen wij ook.” Het idee om onze scope uit te breiden was daarmee geboren. Inmiddels is er duidelijk sprake van synergie. De problematiek in de graszaadsector is weliswaar totaal anders als in de aardappelsector, toch maken we voor een groot deel gebruik van dezelfde basiskennis, handhavingsystematiek, wetgeving en ons internationale netwerk.' hz p c & d e branch e organisati e s Breeders Trust heeft in België voor nogal wat ophef gezorgd? 'Bij mijn aantreden, ruim drie jaar geleden, lag er een belangrijke uitdaging. Ervoor zorgen dat onze zuiderburen ook netjes bij nateelt van kwekersrechtelijk beschermde aardappelrassen op het eigen bedrijf - in België noemt men dat 'hoevepootgoed' een billijke vergoeding betalen aan de kweker. De Belgische boerenorganisaties konden dat jarenlang tegenhouden, omdat de EU-regelgeving nog niet in België geïmplementeerd was. Er was echter wel sprake van oneerlijke concurrentie ten opzichte van bijvoorbeeld Nederland, waar elke landbouwer verplicht is bij nateelt een vergoeding af te dragen. In 2011 hebben we een rechtszaak moeten voeren én gewonnen tegen de Belgische overheid (FAVV: Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid) om zo informatie te verkrijgen welke landbouwers van deze nateelt gebruik maakten. Daarna was de zaak snel beklonken en kregen we van de boerenorganisaties ook alle medewerking om ons recht uit te oefenen. We moesten hen echter wel toezeggen dat er een deugdelijk systeem van inning inclusief efficiënte handhaving op poten gezet zou worden. Concreet hield dat in dat we de plicht hadden en hebben om te voorkomen dat alleen de 'goeden' betalen en zij die 'vergeten' hun areaal aan te melden, de dans ontspringen. Handhaving is dus noodzakelijk om draagvlak, juist ook onder degenen die netjes willen werken, te behouden. Dat is de reden waarom wij gedwongen zijn soms hard op te treden en voorbeelden te stellen als blijkt dat individuele landbouwers hun areaal ‘hoevepootgoed’ willens en wetens niet aangemeld hebben.' 'Breeders Trust draagt bij aan de continuïteit in de ontwikkeling van nieuwe rassen' Is Breeders Trust alleen in België en Nederland actief? 'Hoewel de focus de eerste jaren vooral lag op België en Nederland is dat beslist niet zo. Wij zijn actief in meerdere landen van Europa. Zo hebben wij recentelijk in april in Italië grote stappen voorwaarts gezet door een inningssysteem te organiseren voor de nateelt op het eigen bedrijf (het zogenaamde Farm Saved Seed). Los daarvan hebben we enkele weken geleden een convenant met twee Italiaanse overheidsorganisaties ondertekend (de Italiaanse Keuringsdienst en de Italiaanse Voedsel en Waren Autoriteit) waarbij er concrete afspraken gemaakt zijn. Wij zullen zorgdragen voor specifieke kennisoverdracht voor wat betreft kwekersrecht en technische bijzonderheden over de teelt en handelsstromen van pootaardappelen en graszaden. Zij zullen naar aanleiding van onze tips gericht handhaven en laboratoriumonderzoeken uitvoeren en eventueel tot beslaglegging en vervolging overgaan. Ook in landen als Denemarken en Portugal zijn we actief en vorige maand hebben we een bijdrage geleverd aan een belangrijk congres in Antalya om tot implementatie van het kwekersrecht in Turkije te komen.' Wat houdt dat Kwekersrecht nu precies in? 'Het is een vorm van intellectueel eigendomsrecht waarbij het principe is dat iets wat jij bedacht hebt en veel ontwikkelingskosten voor hebt gemaakt niet zomaar door een ander nagemaakt of oneigenlijk gebruikt mag worden. Zoals een zanger zijn nieu- we liedje kan beschermen met auteursrecht, kan in de plantenwereld een nieuw ontwikkeld ras beschermd worden met kwekersrecht en kan de kweker zo zijn investeringen terugverdienen en doorgaan met kweken van nog betere rassen. De UPOV (Union for Protection of new Varieties of Plants) heeft precies beschreven waaraan zo’n nieuw ras moet voldoen om voor bescherming in aanmerking te komen. Ook is in het UPOV-verdrag beschreven aan welke eisen een land moet voldoen om lid te kunnen worden. Zij moet bijvoorbeeld aan kunnen tonen dat de UPOV-eisen in haar eigen wet- en regelgeving zijn opgenomen. Binnen Europa zijn deze regels terug te vinden in de EU Verordening EG 2100/94 en daarvan afgeleid in de Nederlandse Zaaizaad- en Plantgoedwet. Als UPOV eenmaal een land erkend heeft ligt de weg vrij om zaaizaad en pootgoed te verhandelen zonder direct met lege handen te staan ingeval van inbreuk. Probleem in de praktijk is wel dat het desondanks in veel landen buiten de EU nog schort aan implementatie en dat UPOV niet controleert of er ook daadwerkelijk gehandhaafd wordt.' 'Breeders Trust ziet erop toe dat licentiegelden betaald worden voor de vermeerdering van beschermde rassen' Ten slotte, wil je nog wat kwijt aan onze lezers? 'Breeders Trust is een internationaal opererend bedrijf. Nederland heeft met de pootaardappelsector de zaakjes op het gebied van productkwaliteit, inclusief een goed functionerend keuringssysteem, uitstekend geregeld. Men vraagt mij wel eens waarom Breeders Trust ook in Nederland actief is. Moeten we dan altijd het braafste jongetje van de klas zijn? Ik ben van mening dat juist Nederland er alle belang bij heeft netjes te werken. Nederland is op het gebied van de pootgoedexport verreweg het grootste land, daarnaast is pootgoed een product dat zeer vatbaar is voor allerlei ziekten en gebreken. Wij kunnen ons geen misstappen veroorloven! Bulk produceren lukt op veel plaatsen in de wereld wel, maar het produceren van betrouwbaar, kwalitatief hoogwaardig uitgangsmateriaal, daar komt wat meer bij kijken. Daarbij hoort een kritische blik van binnenuit in het belang van de gehele sector en soms hard optreden en voldoende zelfreinigend vermogen als sprake is van misstappen!' Meer informatie www.breederstrust.eu 23 H Z P C & d e e l n e ming e n buit e n l and HCGN op toppositie in Franse Retail Fresh markt Als internationaal opererende onderneming heeft HZPC inmiddels twaalf buitenlandse deelnemingen binnen en buiten Europa. De vestigingen in Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, Polen, Finland, Rusland, Canada en Argentinië hebben lokale productie, terwijl de vestigingen in Spanje, Portugal, Italië en Zweden als verkoopkantoor opereren voor het pootgoed dat in andere landen is geproduceerd. In de komende uitgaven van Ruggespraak belichten we telkens één van die vestigingen, te beginnen met Huchette - Cap Gris-Nez (HCGN), onze vestiging in Frankrijk. Het begin De wortels van Huchette - Cap Gris-Nez liggen bij de familie Huchette, die in de jaren ’60 begon met het handelen in aardappelen. In 1972 richt Pierre Huchette samen met zijn broer Didier en zijn vader, Huchette Frères op, een handelshuis in poot- en consumptieaardappelen. Er werd voornamelijk in Bintjes gehandeld. In 1976 heerst er een grote droogte waardoor het bedrijf in financiële moeilijkheden komt. Het duurt tot 1983 voordat het bedrijf deze moeilijke periode te boven is. Dan zijn er nieuwe ontwikkelingen. Er komt een splitsing; de consumptie-tak van het bedrijf gaat verder in handen van broer Didier, terwijl Pierre Huchette het pootaardappelbedrijf gaat leiden. Dat jaar betekent een grote verandering voor het bedrijf. Later zal blijken dat Pierre Huchette iedere tien jaar een grote verandering in het bedrijf zal meemaken. In 1993 werd de omzet van 10.000 ton bereikt. De eerste mijlpaal. Huchette neemt het handelsbedrijf Duthoit over, waardoor ze toegang krijgt tot de genetica van De ZPC. Het bedrijf gaat verder onder de naam Huchette-Duthoit. De tweede grote gebeurtenis voor Pierre Huchette, precies tien jaar later. • Ruggespraak Ontstaan van Huchette Cap Gris-Nez 24 Hettema werd in die tijd in Frankrijk vertegenwoordigd door SICA Cap Gris-Nez. Na de Nederlandse fusie in 1999 tussen De ZPC en Hettema, ontstond in Frankrijk het huidige bedrijf Huchette - Cap Gris-Nez door de fusie in 2000 van Huchette Duthoit met SICA Cap Gris-Nez. De derde grote verandering voor Pierre Huchette vindt plaats in 2003. Om een duurzame groei van zijn onderneming te waarborgen, kiest Pierre ervoor om zijn bedrijf te verkopen aan HZPC. De Franse bedrijven van HZPC worden samengevoegd en gaan verder als Huchette - Cap Gris-Nez (HCGN). Nog weer tien jaar later, in 2013, gaat Pierre Huchette met pensioen en geeft hij het stokje over aan Sébastien Galland. Het hoofdkantoor van Huchette - Cap Gris-Nez is gevestigd in La Chapelle d'Armentières, in het noorden van Frankrijk. In Audinghen, op de kaap aan Het Kanaal, is de logistieke basis gevestigd. Momenteel telt deze Franse dochter 33 fulltime medewerkers. Met een team van zes personen is de verkoopafdeling verantwoordelijk voor de verkoop van ongeveer 75.000 ton pootaardappelen van 60 verschillende rassen. Het pootgoedareaal van Huchette is verdeeld over 3.000 hectare en concentreert zich in het noorden van Frankrijk, met Nord-Pas-de-Calais en Picardië als belangrijkste gebieden. Deze twee regio’s zijn ook goed voor tweederde van het totale consumptieareaal van ongeveer 117.000 hectare. Over de afgelopen jaren is het aantal hectares per teler toegenomen, en daarmee nam het aantal pootgoedtelers af. De verwachting is dat het areaal volgend jaar met 3% zal groeien. De logistieke afdeling, een team van 15 collega’s, zorgt ervoor dat het pootgoed zijn weg naar de, voornamelijk Franse, ontvanger vindt. De piek ligt tussen 15 maart en 15 april, wanneer 70% van het volume geleverd wordt. Ontwikkelingen in de Franse markt De aardappelconsumptie in Frankrijk neemt af, mogelijk mede doordat de Franse telers hun aardappelen de laatste jaren tegen hoge prijzen hebben kunnen afzetten. In de Franse statistieken is te lezen dat de prijzen in de detailhandel vorig jaar met 24% gestegen zijn. Voor het vastkokende marktsegment, de chair ferme, was dit een prijsstijging van 17%. De aankopen in deze sector daalden met 17% in de supermarkten. Aardappelen staan wel regelmatig op tafel in de Franse keuken, voornamelijk gekookt of gestoomd. Magnetronverpakkingen van 400, 500, 750 of 1000 gram vinden ook meer afzet in de supermarkten. Komen huisgemaakte frites alleen in het noorden van Frankrijk voor, de diepgevroren frites raken steeds meer ingeburgerd in het hele land. Jaarlijks wordt in Frankrijk zo’n 5,5 miljoen ton consumptieaardappelen geproduceerd voor de professionele markt. Daarnaast wordt door particulieren nog grofweg 0,3 miljoen ton tafelaardappelen geteeld. De productie van ca. 5,5 miljoen ton consumptie kan als volgt worden verdeeld: • 45% is bestemd voor de verwerkende industrie; frites, vlokken, chips en peeled. Dit aandeel zal naar verwachting de komende vijf jaar toenemen. • 47% is bestemd voor de versmarkt, zowel los als verpakt. Binnen deze markt wordt 1 miljoen ton geproduceerd voor de retail fresh markt en dit aandeel zal stabiel blijven of licht dalen. • Het overige deel wordt voor de export geproduceerd en hoe deze markt zich gedraagt, hangt af van de EU-markt. In de Franse retail fresh markt kan HCGN zich marktleider noemen. Met rassen als Monalisa, Caesar, Franceline en Annabelle staat HCGN al een aantal jaren aan de top en haar marktaandeel groeit nog steeds. Twaalf rassen zorgen voor 80% van het totale volume dat Huchette - Cap Gris-Nez afzet. Monalisa is het meest verkochte ras, gevolgd door Annabelle, Caesar, Franceline en Marilyn. De belangrijkste rassen die aan de fritesindustrie worden geleverd, zijn Innovator en Challenger. Vooral Challenger zal de komende jaren een grote groei doormaken, niet alleen binnen de fritesmarkt maar ook in de versmarkt. Voor de huisgemaakte frites probeert HCGN Caesar als een belangrijk ras naar voren te schuiven. In het chair ferme segment wordt een groot deel van de rassen door Huchette geproduceerd. Het bedrijf heeft daarmee een toonaangevende positie in dit belangrijke segment. Het rassenpakket van onze Franse dochter is uniek in de Franse markt. Met 60 rassen in het assortiment biedt ze een breed pakket aan, dat voor zekerheid en stabiliteit zorgt. Het diepgevroren fritessegment zal toenemen, zowel in QSR (Quick Service Restaurants) als in Retail Fresh. De versmarkt is stabiel of neemt iets af. De belangrijkste trend in de aardappelketen is om gemakkelijke aardappelgerechten en trendy concepten te ontwikkelen om de consument ervan te overtuigen dat de aardappel gemakkelijk te bereiden en gezond is. Om de toonaangevende positie in de Franse markt te behouden, is het van groot belang te bepalen hoe de rassen in de markt gezet worden en welke klant bij welk ras past. Zo ligt bij een ras als Gioconda de focus op verpakkers en exporteurs en zal dit ras niet rechtstreeks zijn weg naar de telers vinden. De verpakkers spelen hierin een belangrijke rol omdat zij een ras op een goede manier bij de supermarkten kunnen introduceren. Door een beperkte groep klanten als eerste toegang tot een ras te geven, krijgen deze klanten binding met het ras en wordt de relatie met verpakkers, exporteurs en verwerkers verder verdiept. Christa de Bos, sales support 25 TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES CRISPS CRISPS PEELED PEELED uit de m a r k t Traditional Retail Fresh Het is nu begin juni en in principe zou alles uitgeleverd moeten zijn. Echter, zeer recent hebben we nog een aanvullende order ontvangen voor verscheping naar Centraal-Azië. Algemeen gesproken is er tevredenheid over de verkopen en financiële resultaten die bereikt zijn in de traditionele sector, waarbij vooraf al bekend was dat niet in alle geografische gebieden het sentiment positief zou zijn. Bijna 100% van de traditionele handel wordt gedaan met aardappelen van de Nederlandse pool, waarbij we een hoog percentage van de productie hebben kunnen verkopen. Het pootgoedseizoen is ten einde en de verkoopresultaten zijn zeer positief. HZPC heeft met zijn Retail Fresh rassen in een toch al goede markt bovengemiddeld gescoord, met goede prijzen voor de pootgoedtelers als resultaat. Als team is het belangrijk om constant te blijven werken aan verbeteringen. Kritische succesfactoren voor de sector Traditional zijn onder andere een betrouwbare voorraadpositie en correcte kwaliteitscodes aan het begin van het seizoen. HZPC heeft hiervoor uitstekende systemen, maar voor de begin-input en daarna de voortdurende actualisering van voorraadpositie en kwaliteitsveranderingen tijdens het seizoen, is ook een hoge mate van discipline nodig. De kwaliteit van het pootgoed, zoals in het afgelopen seizoen geleverd aan onze klanten, is in het algemeen goed tot prima. Tijdens een bezoek aan het buitenland heb ik zelf kunnen constateren dat de gewassen er goed bij stonden. Men beweerde zelfs dat het pootgoed kwalitatief het beste was over de laatste vijf jaar. Anderzijds zijn er helaas ook weer teleurstellingen die achteraf vaak verklaarbaar zijn, maar door verkeerde inschattingen toch tot problemen hebben geleid. Het moet duidelijk zijn dat er voor twijfelachtige partijen geen markt is. HZPC heeft een hoog kwaliteitsimago dat we absoluut moeten handhaven. Het aantal klachten is zeker gedaald, maar de omvang per incidenteel geval is duidelijk groter, vandaar bovengenoemde opmerking. Het is nu nog te vroeg om de afzet voor volgend seizoen goed in beeld te hebben. Gezien de verdere toename van professionaliteit hebben we alle vertrouwen in de hele keten, van teelt tot afnemers. Het is duidelijk dat we met ons product nog steeds een unieke positie in de wereld hebben. Uitdaging voor allen om dit nog verder te verstevigen. • Ruggespraak Ko Geelhoed - sectormanager Traditional 26 Voor de verse consumptieaardappelen in het supermarktkanaal is het een heel ander verhaal. Het seizoen begon hoopvol met goede prijzen, maar die hoge verwachtingen werden niet waargemaakt, waardoor het slot uitermate teleurstellend is. De voorraden blijken in heel Europa groter dan verwacht; Rusland heeft zijn grenzen niet meer opengesteld voor de Europese consumptieaardappelen en ook de export naar andere landen is beneden verwachting gebleven. Verder is de consumptie van verse aardappelen te laag gebleven. Resultaat: nog relatief grote hoeveelheden onverkochte aardappelen en steeds lagere prijzen. Nieuwe oogst Landen als Israël, Egypte en Cyprus, die van oudsher de Europese supermarkten bedienen met nieuwe aardappelen gedurende de periode april tot het moment dat de importerende landen hun eigen oogst weer hebben, hebben moeite hun product op de nog volle Europese markt te slijten. Gelukkig gaat er vanuit Israël en Egypte veel naar Rusland en de eigen buurlanden, waardoor de voorraden beperkt zijn gebleven. Zuid-Europa is vanaf eind april al aan de markt met een goede kwaliteit, maar vindt onvoldoende afzet op de overvolle markt. In Polen, Tsjechië, Slowakije en Duitsland worden vanaf de eerste week van juni al lokaal geteelde aardappelen in de supermarkten verkocht; drie weken vroeger dan normaal. Dit terwijl de helft van de Zuid-Europese exportproductie nog verkocht moet worden. Bovendien lijken de arealen overal in Europa een paar procent te zijn gegroeid. Traditionele opslag van pootgoed Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar bij een normaal groeiseizoen lijken er meer dan voldoende aardappelen te groeien om de Europese markt te bedienen. De marktverwachtingen zijn dan ook niet hoog gespannen. Maar er kan nog veel gebeuren, want in Midden- en Centraal-Europa is het groeiseizoen van de late oogst pas halverwege en is de bodemstructuur in veel gebieden verre van ideaal. Juli tot en met september zijn de maanden waarin de groei voor een belangrijk deel bepaald wordt. In de aardappelbranche zijn we sterk afhankelijk van weers- en natuurinvloeden en het zijn juist die externe factoren, die het seizoen weer een totaal andere wending kunnen geven. Jelle Bos - salesmanager Retail Fresh French Fries, Crisps en Peeled Het einde van het seizoen 2013/2014 in Europa kenmerkt zich door lage prijzen en een markt die moeizaam beweegt. Het is gebleken dat er voldoende aardappelen zijn en de combinatie met een vroeg pootseizoen en goede groeiomstandigheden in de eerste periode van het seizoen leidden tot een lage prijsvorming voor de vrije aardappelen. Deze omstandigheden maken het voor de fritesproducenten gunstig om veel aardappelen te verwerken en bieden kansen in de export. De concurrentie met het Noord-Amerikaanse continent is in een aantal markten hevig. In het oosten van NoordAmerika is het seizoen laat en er moeten daar, eind mei/ begin juni, nog behoorlijk wat aardappelen worden gepoot. De gecontracteerde hoeveelheden zijn in NoordAmerika licht afgenomen, waarbij er een groot verschil is tussen de diverse staten. In Noord-Europa is het areaal een paar procent toegenomen, wat in lijn is met de toename van de verwerkingscapaciteit. De door HZPC aangegane verplichtingen voor de levering van pootgoed naar onze klanten zijn uitstekend uitgevoerd. In korte tijd moest er veel geleverd worden en dit is prima gelukt. Hiervoor een groot compliment voor onze pootgoedtelers en onze logistieke mensen. De temperatuur en vochtvoorziening na het planten was prima en de meeste aardappelen staan er goed bij. Het areaal pootgoed is bekend voor Nederland. Het areaal in de sector Crisps is ongeveer gelijk gebleven en het areaal in de sector French Fries laat een lichte toename zien. Op het moment dat alle Europese arealen bekend zijn kunnen we ons een totaalbeeld vormen. De totale verwerking van frites in Europa blijft stijgen door de groei in zowel de Nederlandse als Belgische verwerkende industrie en de exportmogelijkheden van de Europese frites. De komende maanden staan in het teken van klantbezoeken in de diverse gebieden waar onze rassen groeien en het maken van de planningen voor de komende jaren. Martin Jansen Klomp - sectormanager Processing Half maart 2014. In Servië worden onze pootaardappelen al weer geladen. Van distribiteur Damkom naar de teler. 27 Een brugfunctie pur sang • Ruggespraak Een afspraak met Harm Steenhuis voor een interview in Ruggespraak is snel gemaakt. Ad rem als hij is, vergt het niet veel bedenktijd en wordt er tijd vrij gemaakt om zijn werkzaamheden nader te belichten. Eveneens typerend voor Harm, het interview vindt later plaats dan de planning, 'knippen en plakken' in zijn agenda lijkt meer regel dan uitzondering. Deze flexibele instelling loopt als een rode draad door zijn werkzaamheden die niet meteen in brede kring bij HZPC voor het voetlicht worden gebracht, maar wel een brugfunctie vormen in het proces van kweekactiviteiten naar commerciële afzet. 28 een d a g uit het le v en va n H a r m s teenhui s Harm Steenhuis begon in de begin tachtiger jaren van de vorige eeuw in Wehe den Hoorn als assistent teeltbegeleider. In die periode was dat een trainee functie die begon met lege zakken bij de telers bezorgen en tegelijkertijd een blik op de sorteerband werpen gericht op de kwaliteitsaspecten als bijvoorbeeld Rhizoctonia en dergelijke. Het leverde Harm in Groningen de bijnaam op van Harm 'Zak'. Na een vijftal jaren kwam Harm in Emmeloord terecht, dat was in de periode van de introductie snelle vermeerdering uitgangsmateriaal en dat werk werd gecombineerd met een functie als kwaliteitsbegeleider bij havenverladingen. Vanaf 1998 ging Harm fulltime verder als begeleider van de aangesloten kwekers en daar kwam later de rol van agronomist bij voor diverse groepen medewerkers en afnemers. Hij vervult nu een zelfstandige brugfunctie in het proces van veredeling naar de introductie van nieuwe rassen. Veldbezoeken Er is veel contact via de buitendienstmedewerkers met de pootgoed(-stamselectie) bedrijven en tegenwoordig praten we dan bijna uitsluitend over in vitro materiaal vanwege fytosanitaire aspecten. “Ik ben een mensenmens”, zegt Harm, “en daarom is het van belang dat ik in de zomermaanden veel veldbezoeken met de buitendienst bij telers afleg. Juni en juli zijn de maanden dat ik feeling moet houden met de nieuwe rassen en zaailingen en ook met de telers. Die hebben over het algemeen echt veel verstand van aardappelteelt en dat past bij mij als praktijkmens. Test the best "Met de buitendienst monitoren wij via een zogenaamd ‘test the best’ formulier de opmerkingen over de raseigenschappen, wat weer de basis vormt voor de teeltbeschrijvingen die voor klanten en telers beschikbaar komen. In de herfstmaanden verzorg ik in samenspraak met de productmanagers de verdeling van de zaailingen en de rapportages van de teeltproeven in het kwaliteitslab in Emmeloord. Niet alleen de positieve aspecten zijn van belang, ook de negatieve kenmerken van een ras worden nauwgezet gevolgd." Het was al duidelijk en wordt snel bevestigd in dit gesprek, Harm is volledig besmet met het aardappelvirus en absorbeert links en rechts de kennis die vanuit de praktijk en via aanverwante agrarische bedrijven bij hem binnenkomt. Ieder jaar komt er, bijvoorbeeld via de leveranciers van de gewasbeschermingsmiddelen, wel één of meerdere middelen op de markt die een impuls kunnen geven aan de opbrengst of vitaliteit van de aardappel. Deze contacten leiden soms tot proeven met zoals onlangs fulvinezuur en bijmesting met steenmeel. Veelal gericht op plantversterking. “Soms doen we er wat mee en soms niet”, aldus Harm, daarmee enigszins het belang van al die nieuwe middelen te relativeren. HZPC heeft zich in het laatste decennium sterk ontwikkeld als een internationale organisatie met diverse vestigingen op verschillende continenten. Wat is daarin je rol? “Het delen van kennis is de belangrijkste taak, onder andere tijdens de internationale ‘technical meetings’ die wij een of meerdere malen per jaar organiseren. Het is van belang om het geheel van het HZPC-pootgoed naar een hoger plan te tillen. Mede dankzij gastsprekers die bijvoorbeeld iets vertellen over aardappelbewaring proberen wij de kennis die in Nederland volop aanwezig is te verspreiden via ons internationale netwerk. Een brugfunctie pur sang. Je ziet dat ik voor de buitenlandse collega’s steeds meer als vraagbaak ga fungeren en dat daarmee het kennisniveau wordt verhoogd bij onze dochterondernemingen in het buitenland. In dat opzicht is de specialisatie van mij als teeltbegeleider erg zinvol in internationaal verband." Harm is wars van autoritair gedrag en dat past uitstekend om jonge collega’s bij te staan in teelttechnische vraagstukken. Niet alleen voor collega’s, maar ook bij de stamselectiebedrijven ziet hij bij de bedrijfsopvolging dat deze jonge honden er vol in vliegen, zoals hij dat noemt. “Leuk om mee te werken.” Een ander onderdeel van zijn werk zijn de rasinformatiebijeenkomsten in de wintermaanden en de velddagen in de zomer. “Naast de organisatie is het van groot belang dat iedereen zijn mening kan geven en dat die mening ook wordt meegenomen om daar later voordeel mee te doen. Bij rasontwikkeling is niet elk schot raak en daarom moet je ook openstaan voor tegenvallers en soms besluiten om maar met een ras te stoppen vanwege grote teelttechnische beperkingen. “De haan kraait niet altijd victorie!" De ontwikkelingen in de landbouw qua automatisering, denk aan GPS en robotisering gaan snel de afgelopen jaren, hoe zie jij de nabije toekomst? “Het gebruik van miniknollen zal drastisch toenemen de komende jaren om de risico’s zoveel mogelijk te beperken in de teelt. De schaalvergroting zal doorgaan en de ICT zal een steeds belangrijkere functie gaan vervullen. Een promotiefilmpje van John Deere lichtte al eens een tipje van de sluier op door te tonen wat allemaal binnen handbereik is via automatisering en robotisering. ‘Op afstand’ boeren is eigenlijk dichterbij dan wij denken. Een bespuiting of beregening van een gewas in bijvoorbeeld Roemenië via de computer in een Nederlandse schuur is geen utopie meer. Dat geldt ook voor de ontwikkeling van zogenaamde ‘drone’ technieken. Het gebruik ervan staat in de kinderschoenen, maar het is wel een techniek waar in de landbouw de komende jaren nog vele toepassingsmogelijkheden voor zijn te bedenken. Maar zelf ben ik niet echt een ‘computerman’, ik ben meer iemand van interactie tussen mensen en direct contact.” Nieuwe technieken zullen er ook komen in de veredeling. Het is voor HZPC belangrijk om daar vanaf het eerste uur bij aanwezig te zijn om een leidende rol in de rasontwikkeling te kunnen blijven houden. Typerend Aan het einde van het gesprek maakt hij de opmerking: “Durven geven en een open houding in kennisverspreiding, dan ontvang je ook iets terug." Die uitspraak is wel typerend voor zijn instelling. Openstaan voor andere meningen, een flexibele instelling hebben en waar nodig aanpakken. En dat alles met een agenda die bepaald wordt door de vaste, dagelijkse aanvangstijd, maar geen eindtijd kent! Johannes Terpstra, planner export Fotografie: Ad van Luyk 29 • Ruggespraak H Z P C v e l ddag e n 30 Buitendienstgebied Dag DatumLocatie Leen Vogelaar Hans Rooms dinsdag 1 juli De Wilhelminapolder, Meestoofweg 6, Wilhelminadorp John van Meel Eise Timmerman woensdag 2 juli P. voor den Dag, Klutenweg 26, Bant Willem Esselink Hans Lakeman donderdag 3 juli P. Miedema, Ulkeweg 34, Slootdorp Kor Sikkema, Bennie Huizenga maandag 7 juli J. Werkman, Breede 20, Warffum Derk Johan van Dam Garco van den Berg Menna Hospers dinsdag 8 juli J. Werkman, Breede 20, Warffum Menno Fokkema Joop Jukema woensdag 9 juli Fa. Polstra, Monnikebildtdijk 81, Oude Bildtzijl Boudewijn van der Weide, Willem Vellema donderdag 10 juli Fa. Polstra, Monnikebildtdijk 81, Oude Bildtzijl Op 18 maart 2014 zijn zes bokalen, door diverse HZPC kwekers zelf of mede namens, in ontvangst genomen: V.l.n.r.: de heren H. en K. Biemond voor het ras BLUE STAR, de heer P. van der Zee voor de rassen TALENTINE en GIOCONDA, mevrouw D. Bierma voor het ras SUNITA, de heer F. van der Zee voor het ras MAGENTA LOVE en de heer J. Zingstra voor het ras NAVIGATOR. a gend a nieuwe medewe r k e r s • Aardappeldemodag Baukje de Groot (29) Is getrouwd met Sybren, hebben samen twee kinderen en wonen in Broeksterwoude. Baukje is op 2 juni 2014 in dienst getreden bij HZPC. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik ben fytopathologe. Mijn werkzaamheden zullen vooral bestaan uit productiematig onderzoek naar schimmels en bacteriën in aardappelen. Dit onderzoek zal uitgevoerd worden in cel, kas en veld, dus heel veelzijdig. Wat heb je hiervoor gedaan? Hiervoor heb ik bij de NAK gewerkt als analist, waarbij ik vooral onderzoek naar virussen deed. Daarvoor heb ik bij Rijk Zwaan in De Lier gewerkt als analist fytopathologie, waarbij ik ook allerlei ziekteonderzoek gedaan heb in verschillende groentegewassen. Waarom HZPC? Toen ik hoorde dat er een vacature voor fytopatholoog was, heb ik besloten om te gaan solliciteren. Zo’n kans komt niet zo vaak voorbij, vooral ook omdat het voor mij heel dichtbij is. Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Wat ik er tot nu toe van gemerkt heb, is dat er een prettige werksfeer is. Een erg leuk bedrijf om te mogen werken! Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s? Ik zie ernaar uit om mijn collega’s te leren kennen en ook om een bijdrage te mogen leveren aan het interessante werk dat HZPC doet. Westmaas - 20 augustus • Weuthen-Kartoffeltag Duitsland - 28 augustus • Potato Europe Bockerode Duitsland - 3 en 4 september Personeel In dienst HZPC Holland B.V. 01-06-14: Baukje de Groot-v.d. Veer, fytopatholoog, R&D Metslawier Jubilea 12,5 jaar in dienst 12-05-14: Valentina van Dijk, telefoniste/receptioniste Joure Florence Rose woont in Charlottetown, Prince Edward Island, Canada, en is op 6 januari 2014 in dienst getreden bij HZPC Americas Corporation in Canada. Wat is je functie en wat houdt het in? Ik werk in het nieuwe tissue-culture laboratorium van HZPC waar ik zorg voor de snelle vermeerdering en instandhouding van aardappelrassen. Wat heb je hiervoor gedaan? De afgelopen tien jaar heb ik gewerkt bij Sekisui Diagnostics PEI, een producent van diagnostische test kits voor klinische laboratoria. Jaren geleden heb ik gewerkt bij Phytocultures Ltd en daar heb ik ervaring opgedaan in de snelle vermeerdering van aardappelen. Waarom HZPC? Ik ben blij om weer met aardappelen te werken in een tissueculture laboratorium. Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen? Werken bij HZPC Americas Corp. bevalt me erg goed, ik vind het een mooi bedrijf met geweldige collega’s in een klein toegewijd team. COLOFON Hoofdredacteur Jan Hendrik van der Tas Eindredacteur Martin Jansen Klomp Redactieleden Bennie Huizenga, Johannes Terpstra Redactie Jessica de Bey Redactiesecretariaat Annechien BornStok, Janny van der Weide Vormgeving De Bey Communicatie & Vormgeving B.V. Druk Graphic Minds Aan dit nummer werkten mee: Gerard Backx, Amber Boomsma (Tekstlabel), Jelle Bos, Christa de Bos, Ko Geelhoed, Nanning Giliam, Arjan Plomp, Ron Reiss, R.S. Somashekhar (Somu), Geert Staring, Feico Tijmstra, Henk Visser e.a. Fotografie Ad van Luyk, Roelof Varkevisser e.a. Adres Postbus 88, 8500 AB Joure Telefoon 0513 - 489 888 Fax 0513 - 489 800 E-mail [email protected] Internet www.hzpc.com Ruggespraak is een uitgave van HZPC Holland B.V. Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 2.250 ex. Jaargang 16 Copyright © HZPC, Joure. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. 31 www.hzpc.com
© Copyright 2024 ExpyDoc