Ruggespraak 2-2014

Ruggespraak
2
9
HZPC ligt op koers...
16
Hoe Annabelle
Duitsland veroverde
22
Eerlijk produceren
en handelen
4
Cor Biemond:
‘De gemiddelde teler
bestaat niet.'
Relatiemagazine van HZPC • jaargang 16 • nummer 2 • juni 2014
voorspraak
2013/14: een mooi jaar
Bij de start van het jaar
2013/14 hadden we niet de
resultaten verwacht zoals
die nu behaald zijn. Een
gemiddelde uitbetalingsprijs
van 33,42 euro per 100 kg
voor klasse S t/m A voor de
gehele pool is een hoge
prijs, die alleen in 2007/08 is
overtroffen.
Aan het begin van het seizoen
leek het erop dat de vraag in
diverse landen in het MiddenOosten en Noord-Afrika wat
lager zou zijn, maar gedurende
het seizoen is die vraag aangetrokken en uiteindelijk is er
meer pootgoed naar die landen verscheept dan we hadden verwacht. Door de goede
consumptieprijzen in 2013 was de vraag in Europa ook goed.
Na een lange periode van onzekerheid konden we uiteindelijk
aan het einde van het jaar nog pootaardappelen naar Rusland
exporteren. De onlusten in Oekraïne hebben ons wel wat
omzet gekost. De afzet van roodschillige rassen is moeizaam
verlopen. Deze markt was lastig, dat merkten we in zowel de
pootgoed- als de consumptiemarkt. Al met al is de totale afzet
hoger uitgevallen dan we gedacht hadden in september 2013.
Het aanbod in de potermaten was niet zo groot. De opbrengst
per ha lag iets onder het gemiddelde en er is relatief veel
pootgoed in de bovenmaten geproduceerd. Wel is de voorraad
uiteindelijk iets groter gebleken dan we aan het begin van het
seizoen hadden ingeschat. Uiteindelijk heeft HZPC, ondanks de
grote hoeveelheid bovenmaten, een hoog percentage van de
gehele oogst als pootgoed weten te verkopen. Dat maakt dat
we deze uitbetalingsprijs konden realiseren.
Nagenoeg al het pootgoed was al verkocht voordat de consumptieaardappelprijzen begonnen te dalen in Europa. De
Europese aardappeloogst was niet zo klein als voorzien, de
afzet van tafelaardappelen was kleiner dan verwacht en de
export van consumptieaardappelen verliep zeer moeizaam.
Niemand had die sterke prijsdaling voorzien. Deze prijsdaling
heeft weinig invloed gehad op de afzet van pootaardappeloogst
2013. Ze zal ongetwijfeld wel invloed hebben op de afzet van
oogst 2014.
• Ruggespraak
Al met al hebben we dit seizoen uiteindelijk iets meer de wind
in de rug gehad. Dat is plezierig voor iedere teler. Ook HZPC als
organisatie stevent af op een mooi resultaat over 2013/14.
2
2014
Het aardappelgroeiseizoen in Europa is vroeg begonnen en vlot
van start gegaan. Er is voldoende regen gevallen (lokaal iets te
veel), de temperaturen waren relatief hoog. De opkomst verliep
vlot. Goede omstandigheden voor de teelt. Hierdoor lijkt het
erop dat we een seizoen gaan krijgen met een ruimer aanbod.
Uiteraard duurt het nog even tot de oogst. De termijnmarkt
laat zien wat men verwacht. Dat het dus een totaal ander jaar
gaat worden voor zowel de consumptie- als de pootgoedmarkt
staat vast. Maar dat is op zich niet nieuw.
Politieke discussies
In voorgaande nummers heb ik regelmatig gerefereerd aan
allerlei politieke discussies die er betreffende onze sector in
zowel Nederland als Europa zijn. Het aantal discussies dat
momenteel loopt is groot. In Den Haag loopt een aantal
discussies waarvan de gehele sector graag zou willen dat de
politiek het bedrijfsleven er meer bij betrekt. Het gaat immers
om onze regels, ons geld en de gevolgen zijn direct voor ons.
Maar Den Haag is terughoudend. Het bekende middenveld,
waarbij het bedrijfsleven en de politiek gezamenlijk werken
aan optimalisatie van systemen, wat we al decennia kennen in
Nederland, wordt momenteel afgebroken:
• Den Haag spreekt over het voortbestaan van de huidige
structuur van de NAK. Iedereen in de sector wil dat het
ongeveer blijft zoals het is. Het is een basis voor het succes
van de gehele sector uitgangsmaterialen. Maar de politiek
wil het aantal ZBO’s verminderen. De overheid moet meer
sturen en niet de sector, zo stelt Den Haag.
• De Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) staat
in de politieke schijnwerpers naar aanleiding van de
discussies over de vleeskeuring in de dierlijke sector. De
politiek wil het toezicht volledig naar zich toetrekken en dit
dan ook gelijk doen voor plantaardige keuringen, terwijl wij
graag die zelfstandigheid en flexibiliteit willen behouden.
De voorgaande aanpassing van de NVWA, waarbij de PD in
de NVWA is opgegaan, heeft geen geld opgeleverd maar
juist geld gekost, zo stelt de Rekenkamer. Die aanpassing is
destijds betaald door de sector in de hoop op lagere
tarieven na de reorganisatie!
• De productschappen worden afgebouwd op verzoek van
de Tweede Kamer. Maar nu zit de politiek ineens met
vragen hoe bepaalde zaken geregeld moeten worden.
Een voorbeeld van oude schoenen wegdoen voordat je
nieuwe hebt. Er wordt gewerkt aan een nieuwe
sectororganisatie. Op zich is dat een mooi initiatief. Maar
we zijn dan eigenlijk met een heel dure reorganisatie
bezig, betaald door de sector.
• In het Productschap Akkerbouw loopt een discussie over
de aanpassing van de ATR-regeling (vermeerdering pootgoed voor eigen consumptieteelt) in Nederland. Deze is
gemaakt ten bate van een gezonde pootgoedteelt. LTO
wenst deze ATR-regeling te verruimen; HZPC betreurt
deze keuze van LTO.
Het jaar 2013/14 is uiteindelijk een mooi jaar geworden.
Hopelijk legt de politiek ons niet te veel beperkingen op en
kunnen we blijven ondernemen. Als de natuur ons dan ook
een beetje mee wil helpen, kunnen er nog meer mooie
jaren volgen.
Gerard Backx
In deze Ruggespraak
4
De gemiddelde teler
bestaat niet
Interview Cor Biemond (CvT)
8
College van Telers
9
Financieel nieuws
HZPC ligt op koers...
19 Finse aardappeltelers
naar Engeland
20 HZPC gaat een joint
venture aan met de
Indiase gigant Mahindra
4
Vangnet Desiree
blijft in stand
22 Eerlijk produceren en
handelen
Interview Geert Staring
10
10 Teelt in beeld
Navigator
12 50 jaar Wes-Vrystaat
Aartappel Moerkwekers
Traditional
22
24 HCGN op toppositie in
Franse Retail Fresh markt
26 Uit de markt
28 Een dag uit het leven van
Harm Steenhuis
8
15 Uitstel van AM-bemon
stering niet zinvol
28
30Agenda
Productie & Logistiek
16 Hoe Annabelle Duitsland
veroverde
Retail Fresh
20
31 Nieuwe medewerkers
16
30
va n de r ed a ctie
'Wie verre reizen maakt...
...kan veel verhalen', zo luidt het spreekwoord. Maar
tegenwoordig hoort er een plaatje bij het praatje. Daarom doen
wij een oproep aan alle lezers om mooie foto's te maken van
alles wat met aardappelen te maken heeft. Een gezellige markt
in een ver land, boeren die bezig zijn op het land, mensen die
aardappelen bereiden... Noem maar op. Trouwens, Nederland is
ook mooi, dicht bij huis zijn vaak de mooiste plaatjes te schieten.
Stuur uw foto naar: [email protected]
vermeld duidelijk uw naam, uw relatie met HZPC en
plaats waar de foto is gemaakt. Misschien waren
omstandigheden ook wel bijzonder. Of de mensen op
foto. Schrijf het er maar bij.
en
de
de
de
En dan nog wat, we houden van GROOT. Een foto geplaatst
in Ruggespraak moet ten minste 300 dpi hebben, anders
wordt het, omdat Ruggespraak wordt gedrukt, een piepklein
fotootje. Dus zet het toestel op het grootste formaat, dan
moet het lukken!
De mooiste en/of leukste inzendingen krijgen een attentie!
3
Cor Biemond, voorzitter College van Telers:
• Ruggespraak
‘De gemiddelde
teler bestaat niet’
4
De Nederlandse HZPC-telers oogsten jaarlijks ruim 400.000 ton pootgoed van hoge
kwaliteit. Achter dit gezamenlijke productieresultaat schuilen meer dan 800 unieke
boerenbedrijven, elk met hun eigen filosofie en omstandigheden. Om de samenwerking
met HZPC in goede banen te leiden, fungeert het College van Telers als spreekbuis. “Een
kwestie van geven en nemen”, stelt voorzitter Cor Biemond. “Want ook al bestaat de
gemiddelde teler niet, hij is tóch ons uitgangspunt bij het nemen van beslissingen.”
Tekst: Amber Boomsma, Tekstlabel
Fotografie: Roelof Varkevisser
inte r v iew
We zitten aan de keukentafel in zijn achttiende-eeuwse boerderij aan de rand van Godlinze, een karakteristiek wierdendorp in het noordoosten van Groningen. Biemond (37) kocht
de hoeve vorig jaar, ter uitbreiding van het akkerbouwbedrijf
dat hij samen met zijn vader runt. “De extra hectares waren
welkom en het huis is een ‘cadeautje’ waar ik met mijn eigen
gezin kan wonen. De basis van ons bedrijf ligt vijf kilometer
verderop, in Holwierde, de boerderij waar ik vanaf mijn elfde
ben opgegroeid. Mijn vader is daar in 1988 begonnen met
pootgoedteelt en sinds tien jaar zit ik bij hem in de maatschap. Na mijn studie heb ik eerst als agrarisch adviseur bij
een bank gewerkt, maar het bloed kruipt waar het niet gaan
kan. Mijn vader en ik houden elkaar scherp en zo kunnen we
samen vooruit boeren.”
'We willen het graag goed doen
voor de gemiddelde teler.'
Consensus vinden met z’n tweeën is één ding, maar hoe
doe je dat als voorzitter bij het College van Telers namens al die honderden boerenbedrijven?
“Altijd oog houden voor gezamenlijke doelen en belangen.
Het CvT bestaat uit elf telers, stuk voor stuk gekozen binnen
hun eigen regio. Het is een zeer gevarieerd gezelschap en
daardoor een goede afspiegeling van onze achterban. Dat is
belangrijk, want om tot goede en gefundeerde beslissingen
te komen, is het nodig om de meningen en visies van zoveel
mogelijk verschillende telers te kennen. Wij willen het graag
goed doen voor de gemiddelde teler. Die bestaat natuurlijk
niet, maar we moeten toch een gulden middenweg vinden.
Dat is een kwestie van geven en nemen en dat realiseren we
ons allemaal. Hoe stevig de discussies binnen ons elftal en
met de achterban soms ook zijn, het vinden van consensus
staat altijd voorop. Meestal lukt dat ook, zij het soms met enig
uitstel om ons nogmaals te bezinnen. Is die tijd er niet door
druk van de actualiteit, dan kunnen we stemmen. Maar als
laatste redmiddel is dat een zeldzaamheid, dus die ‘gemiddelde teler’ als uitgangspunt is zo gek nog niet.”
Hoe houden jullie ruggespraak met de achterban?
“We organiseren in elke regio twee keer per jaar een informatiebijeenkomst voor telers, plus elk jaar een landelijke telersvergadering. Vooral de bijeenkomsten in de teeltregio’s zijn
voor ons belangrijke gelegenheden om te horen welke thema’s daar leven en om meningen te peilen. Wij rekenen erop
dat de telers op die momenten ventileren waar ze mee zitten,
wat hun verwachtingen zijn en welke visie zij hebben op ontwikkelingen. En als er tussentijds iets belangrijks speelt, dan
kunnen ze altijd contact opnemen met het aanspreekpunt in
hun regio. We peilen ook graag bij het Jongerencollege, waar
ik zelf ooit ben begonnen met bestuurlijk werk. Zij hebben
geen stemrecht, maar alleen adviesrecht en daardoor geven
ze gemakkelijker hun ongezouten mening. Bovendien zijn het
jonge honden met een frisse en kritische blik. Soms horen we
bij het Jongerencollege belangrijke signalen die de sector- en
marktontwikkelingen in een ander perspectief plaatsen. En
dat is waardevol voor onze eigen meningsvorming.”
>>
5
>>
Wat zijn jullie kerntaken?
“Formeel is het CvT er ter bevordering van een optimale samenwerking en verstandhouding tussen HZPC en de aangesloten telers. Wij vertegenwoordigen de Nederlandse pool als het
gaat om de teelt, bewaring en verhandeling van poot- en consumptieaardappelen voor HZPC, dus wij zijn de gesprekspartner voor het bepalen van de jaarlijkse poolovereenkomst. Dat
doen we uiteraard niet op de bonnefooi, we hebben een boekwerk waarin de afspraken, aanpak en procedures helder staan
beschreven. Inhoudelijk zijn de kwaliteitseisen en de vergoedingen en uitbetalingen een rode draad in ons werk. Kort door de
bocht komt het er op neer dat HZPC door de verkoop van het
pootgoed voor een zo groot mogelijke zak met geld zorgt, terwijl wij ons best doen dat geld zo eerlijk mogelijk te verdelen
over de telers. Dat blijft een voortdurende opgave, daarom
staat de egalisatieregeling vaak op onze agenda.”
Verloopt die egalisatie naar tevredenheid?
“We willen allemaal dat het systeem om de pot te verdelen zo
eenvoudig en transparant mogelijk is. Maar helaas ontkomen
we niet aan complexiteit, omdat we allemaal verschillende
rassen telen. HZPC bepaalt wat wij verbouwen en hoeveel,
terwijl de vraag naar diverse rassen per seizoen verschilt en
daardoor dus ook de financiële opbrengst. Bovendien vraagt
de introductie van nieuwe rassen tijd. De onderlinge verschillen pakten vooral in het verleden financieel niet voor elke teler even goed uit, terwijl ieders inzet van belang is voor het
totaalpakket. We hebben al heel wat constructies onder de
loep gehad voor een eerlijke verdeling en de huidige egalisatieregeling is tot nu toe de minst slechte optie. Het blijft een
lastig thema, daarom blijven we elk jaar optimaliseren op basis van actuele raswaarden. En waar een passende verdeling
tekort schiet, werken we soms met vangnetten of compensatieregelingen, bijvoorbeeld voor de telers van Desiree.”
• Ruggespraak
'Wij zijn gekozen om een kritische
rol te vervullen, dus gaan we
discussies nooit uit de weg.'
6
Desiree is toch een vrij ras?
“Daarom juist. HZPC probeert zoveel mogelijk eigen rassen
te verkopen, ook aan landen die nog verknocht zijn aan Desiree. Dat lukt alleen als ze óók die Desiree leveren, in combinatie met nieuwe rassen. Het gaat dus om het totaalpakket. De waarde van Desiree wisselt sterk, maar als de
vergoedingen structureel te laag zijn, dan willen boeren ze
niet meer telen. Terwijl we de Desiree wel nodig hebben,
omdat ie andere rassen als het ware ‘meetrekt’. Daarom dus
die vangnetregeling. Toevallig evalueren we dit jaar of de
investering in die regeling ons inderdaad oplevert wat we
hadden verwacht, want we willen natuurlijk wel goeie dingen doen. Daarom evalueren we dit jaar ook de zogenoemde regeling ‘verkorting generaties’. We hebben drie seizoenen gratis miniknollen verstrekt van rassen waar wel vraag
naar is, maar die moeilijk te telen zijn. De risico’s zijn hoger,
al staat daar tegenover dat bij goede oogsten ook de toegevoegde waarde voor de pool hoog is. Voor ons reden om
deze rassen op de been te houden met gratis miniknollen en
een gegarandeerde afzet. Of we dat werkelijk terugverdienen, moet nog blijken uit de evaluatie.”
Terug naar jullie formele kerntaak: hoe verloopt de
samenwerking tussen het CvT en HZPC?
“Een kwestie van geven en nemen, zoals in elke relatie waar
partners naast het investeren in gezamenlijke belangen ook
opkomen voor zichzelf. We hebben elkaar simpelweg nodig
en iedereen heeft belang bij stabiele verhoudingen. Maar wij
zijn gekozen om een kritische rol te vervullen, dus we gaan
discussies nooit uit de weg. Natuurlijk zijn die er, vooral als het
gaat om kwaliteitseisen. Wij streven net als HZPC naar het
hoogst haalbare, maar het moet praktisch wel uitvoerbaar
zijn, anders zitten de telers met de brokken. Iedereen praat
wel over de weerbarstige praktijk, maar wij staan letterlijk
met de schop in de grond en dat maakt het verschil. We zijn
nu eenmaal geen fabriek, hoe graag de afnemers dat ook
zouden willen. En daarom trappen wij wel eens op de rem.”
Terwijl een gewenste hoge prijs natuurlijk wel iets
vraagt van de kwaliteit…
“Zeker, wij snappen als telers dat de afnemers die een goede
prijs betalen logischerwijs eisen stellen. En dat zij geen boodschap hebben aan onze teeltperikelen. Maar we moeten onszelf niet in de vingers snijden door onrealistische verwachtingen te scheppen en later een batterij klachten te krijgen. Dus
het is balanceren tussen die afwegingen. Wij ervaren de druk
om het waar te maken, terwijl HZPC te maken heeft met de
druk van de markt. Daarom is het in ieders belang dat telers
en handelshuis goed samenwerken, zodat we met elkaar het
hoogst haalbare realiseren.”
inte r v iew
Dat is afgelopen seizoen weer heel behoorlijk gelukt.
Zijn jullie tevreden?
“Het loopt de laatste paar jaar goed en daar zijn wij als telers
absoluut blij mee. Maar laten we oppassen voor de wet van de
remmende voorsprong en vooral niet achterover leunen. Er zullen geheid weer mindere jaren komen en zowel in de sector als
in de markt spelen veranderingen. Bovendien moeten we niet
vergeten dat ook de kostprijzen flink zijn gestegen, dus dat
relativeert de goede uitbetaling wel een beetje. En het zijn
'Wij staan letterlijk met de schop in de
grond en dat maakt het verschil.'
forse investeringen waar je over praat. Wij zitten hier nu te
praten op onze nieuwe boerderij en deze plek is een kans om
als bedrijf verder te groeien, maar het moet allemaal wél opgebracht worden. Dat gevoel herkent elke teler, want we weten
hoe snel het anders kan. Dus we zijn zeker tevreden met het
feit dat de zaken nu zo goed gaan, zowel voor HZPC zelf als
voor de telers, maar we moeten vooruit blijven kijken.”
HZPC heeft grote ambities; wat is de toekomstvisie
van het College van Telers?
“Als voorzitter hanteer ik een strikte scheiding tussen BVaangelegenheden en zaken die ons als CvT aangaan, namens de pool. Vanzelfsprekend hebben wij belang bij een
sterk handelshuis. Als HZPC stevig in haar schoenen staat,
zich internationaal ontwikkelt en de waarde laat stijgen,
dan biedt dat een bepaalde zekerheid. Toch ligt de prioriteit van de telers logischerwijs bij het eigen bedrijf. Wij
willen een zo hoog mogelijk rendement op de eigen hec-
tares: een hoge fysieke opbrengst en een hoge prijs.
Daarom kijken wij wat anders naar groei dan HZPC. De
meeste Nederlandse telers hebben al moeite genoeg om
het bestaande areaal op de been te houden. De gronddruk is hoog, we kampen met aardappelmoeheid en de
politieke koerswijzigingen helpen ook niet bepaald mee.
Voor ons gaat groei veel meer om een hogere omzet per
hectare, zoals bij de suikerbieten goed is gelukt. Helaas is
er bij pootgoed de laatste jaren weinig progressie op het
vlak van fysieke opbrengst. Dus we hopen dat het kweekbedrijf van HZPC en de aangesloten kwekers daarin nog
innovatieve slagen kunnen maken.”
Kunnen de Nederlandse telers zich blijven
onderscheiden in het internationale speelveld?
“Met alle opgebouwde kennis en ervaring, het zeeklimaat en
onze goed georganiseerde logistiek staan we sterk. Kwantitatief zitten er grenzen aan de groei in de Nederlandse teelt,
maar we richten onze pijlen vooral op kwaliteit. We volgen als
CvT daarom nauwgezet de discussie in het keuringswezen en
de mogelijke harmonisatie in EU-normen. Want wij zijn nu
voorlopers met onze strengere eisen in Nederland; daarmee
onderscheiden we ons in de markt en dat willen we graag
blijven doen. Mogelijk is een private HZPC label straks de oplossing. Nu al ligt de HZPC-norm hoger dan de NAK-eisen en
wij zijn er als college wel achter gekomen dat dit in het buitenland zeer gewaardeerd wordt. Dus de kwaliteit blijft een
speerpunt. Daarom zien we veel potentie in de grootschalige
teelt met miniknollen, als specialisatie. De toekomst zal leren
of dat werkelijk tot minder problemen met virussen en bacteriën leidt, maar de verwachtingen zijn hoog. Wij blijven werken aan kwaliteit en daarover discussiëren met HZPC, want
juist dat samenspel brengt ons verder.”
7
c o llege va n tele r s
Vangnet voor Desiree blijft in stand
Wij willen
Desiree, alleen
van HZPC!
Wanneer u deze Ruggespraak ontvangt, zijn we alweer druk bezig met de selectiewerkzaamheden. Vooral dit seizoen, waarin al heel vroeg virusoverbrengende luizen
werden waargenomen, is het van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium de
viruszieke planten te verwijderen. Immers, de meeste besmettingen komen voort uit het
eigen perceel. Juist in deze periode moeten we ons vakmanschap waarmaken om ook in
het nieuwe seizoen weer een product te kunnen oogsten van een goede kwaliteit. Laten
we er met zijn allen voor zorgen om deze traditie voort te zetten.
• Ruggespraak
Desiree
8
Eén van de onderwerpen die we de afgelopen tijd in het College van Telers hebben besproken is Desiree, en dan met name de
uitbetaling van dit ras. Afgelopen seizoen was de prijs van Desiree zonder meer teleurstellend te noemen. Een groot aanbod
vanuit Europa en een geringe vraag waren hier debet aan. Geheel terecht vragen sommige telers zich af of het wel verantwoord is dat dit ras vanuit de pool ondersteund wordt. Zoals u
weet is er vanaf teeltjaar 2011 een vangnetconstructie afgesproken om daarmee een te lage uitbetalingsprijs van Desiree te
voorkomen. Het vangnet houdt in dat de uitbetalingsprijs tot
maximaal 10% onder de geëgaliseerde poolprijs kan zakken.
Dit houdt tevens in dat als de 10% ondergrens niet wordt bereikt, Desiree uitbetaald wordt volgens de egalisatieregeling. De
reden van deze constructie is om de telers enthousiast te houden voor de teelt van dit ras. Want zonder deze aanpassingen
zou het gewenste areaal op dit moment niet ondergebracht
kunnen worden.
sommige jaren geld. Tenminste, als je naar de kale cijfers kijkt.
Desiree heeft echter een belangrijke nevenfunctie bij de introductie van nieuwe rassen. Het heeft voornamelijk haar afzetgebied in de traditionele markt, waar specifiek om dit ras gevraagd
wordt. Het introduceren van nieuwe rassen in deze gebieden
valt niet altijd mee. Nieuwe rassen worden geïntroduceerd in een
'pakket' met Desiree. Om deze reden is het noodzakelijk om
Desiree in het rassenpakket te houden.
Natuurlijk blijft het van groot belang om het areaal af te stemmen op de verwachte vraag. Voor dit jaar is het areaal naar beneden bijgesteld, maar wel in die mate dat de vraag zoveel mogelijk vanuit de pool bediend kan worden.
Namens het college wens ik u verder veel succes met de selectie
en we hopen u binnenkort weer te ontmoeten op de HZPCvelddagen. Dit is de opvolger van de zomer-TIB. Op pagina 30 in
deze Ruggespraak kunt u meer lezen over de data en de locaties
van deze velddagen.
Nanning Giliam, secretaris
Het College van Telers is van mening dat deze vangnetconstructie in stand gehouden moet worden, ook al kost dat de pool in
[email protected]
fin a ncieel nieuw s
HZPC ligt op koers...
In seizoen 2013/14 was voor de Nederlandse teler sprake van gemiddelde opbrengsten met
een hoog percentage aan bovenmaten. Het hoge percentage aan bovenmaten werd
veroorzaakt door de koude en droge periode vlak na het poten waardoor de knolzetting
negatief is beïnvloed. Omdat de weersomstandigheden tot het moment van loofdoding over
het algemeen goed waren, lagen de totale kilogramopbrengsten per hectare uiteindelijk
toch nog op het vijfjaarsgemiddelde. Vanwege het hoge percentage aan bovenmaten lag de
hoeveelheid pootgoed in de potermaat echter onder het vijfjaarsgemiddelde.
De vraag naar pootaardappelen in het seizoen 2013/14 was
over het algemeen goed. In verschillende gebieden hebben
we de verkopen kunnen verhogen. Uitzondering was NoordAfrika waar met name in Algerije minder pootgoed afgezet
is na de recordverkopen van het jaar daarvoor. We hebben
echter meer verkocht in bijna alle Europese landen, Azië,
Canada en Amerika.
Vanwege de goede vraag in combinatie met de relatief lage
beschikbaarheid van de potermaten zijn niet alleen de potermaten goed afgezet, maar is ook een groot deel van de
bovenmaten als pootgoed verkocht.
Al met al is de definitieve uitbetalingsprijs uitgekomen op
33,42 euro per 100 kg voor de klasse S t/m A (vóór kwekersafdracht). Hiermee ligt de prijs 42 cent hoger dan de voorlopige uitbetalingsprijs van 33,00 euro die we in maart hebben gepubliceerd. Het verschil wordt veroorzaakt door
hoger dan verwachte verkopen naar Rusland, Zuid-Europa
en Oezbekistan. Daarentegen was er sprake van tegenvallende prijzen voor het pootgoed dat we als consumptie
moesten verkopen.
De financiële hectareopbrengst ligt voor de Nederlandse teler gemiddeld net boven 12.000 euro per hectare. Hiermee
is sprake van de op één na hoogste financiële hectare opbrengst tot dusverre gerealiseerd. Uitsluitend recordjaar
2010/11 had een hogere financiële hectareopbrengst.
Voor HZPC kan 2013/14 wel eens het beste jaar uit haar
geschiedenis worden. De verkopen zijn goed verlopen, de
kostenontwikkeling is onder controle, het dossier Egypte
ontwikkelt zich volgens plan en wegens fiscale optimalisatie
is een meevaller van 400.000 euro gerealiseerd.
Ook op langere termijn zien de ontwikkelingen er goed uit.
We hebben twee heldere financiële doelstellingen geformuleerd en onlangs is het strategisch plan tot 2017/18 afgerond waarmee we deze doelstellingen willen realiseren. Met
een nieuw en verbeterde planning & control cyclus kunnen
we de voortgang van de implementatie van de strategie
nauwgezet volgen en kunnen we bijsturen daar waar nodig
is. Tevens leggen we de laatste hand aan een project waar-
Uitbetalingsprijs van de grootste rassen
(gebaseerd op aantal ha)
Ras
b/v
Maat
Rw
S/A Prijs*
Adora
b
55
09739,22
Annabelleb
50
09630,13
Asterixb 50 103 34,36
Bartinab 55 106 31,75
Carrerab 55 105 41,79
Challengerb
50
100
32,25
Desireev 55 09929,15
Fabulab 55 09832,22
Innovatorb
50
09035,11
Lisetab 5509928,85
Monalisav
55 09831,48
Mondialb
55 109 29,10
Red Scarlett b
55
09529,59
Sifra b 55100 32,57
Spuntav 55 106 33,41
Sylvanab 55 101 32,34
Victoriab 55 106 35,83
Vivaldib 50 09936,66
b=beschermd, v=vrij, Rw=raswaarde
*Prijs Klasse S/A, pootgoedmaat, vóór kwekersafdracht
mee we de belastingdruk willen optimaliseren. Hiermee hopen wij onze belastingdruk jaarlijks met ca. 300.000 tot
400.000 euro te verminderen.
De goede financiële performance vertaalt zich ook in de ontwikkeling van de koers van het certificaat. Deze is opnieuw
met de maximale 10% gestegen tot 93,50 euro. Hiermee
bedraagt in 2013/14 de totale waardestijging 19%.
Samenvattend kunnen we concluderen dat de financiële
performance van HZPC in lijn ligt met onze financiële doelstellingen.
Feico Tijmstra, CFO
9
p r o ductie N e d e r l and
Teelt in beeld:
Navigator
Navigator is een productief,
middenlaat ras voor de fritesmarkt
VOF De Vries-Vos bestaat uit Kees en Mineke de Vries en hun
zoon Bert. Bert is parttime werkzaam op het bedrijf naast zijn
baan als software engineer bij Dijksma Koeltechniek in Emmeloord. Kees de Vries houdt zich ook nog bezig met het
kweken van aardappelrassen, waarbij hij geassisteerd wordt
door zijn dochter Miranda, die volgens Kees nog fanatieker is
dan hij zelf.
Samen met collega buitendienstmedewerker Menna Hospers,
die afscheid heeft genomen van de Noordoostpolder omdat
ze een functie heeft aangenomen in Groningen, neem ik met
Kees en Mineke de Vries de teelt van het ras Navigator door.
Behalve aardappelen telen zij ook zaai-uien, wintertarwe, bieten en winterpeen. Het areaal pootgoed bestaat uit Canberra, Crisps4all en Innovator. Van enkele rassen wordt pootgoed
aangekocht, echter de Navigator wordt vermeerderd vanuit
miniknollen.
Teeltproces
De een- en tweejarige stammen worden met de hand gepoot
en gerooid en vervolgens opgeslagen in kisten. Deze stammen worden medio februari gesorteerd en daarna in kiembakken gezet. Het oudere materiaal heeft De Vries afgelopen
herfst gesorteerd en voor het eerst opgeslagen in een koeling
met Talent-behandeling. Het resultaat zal de komende maanden blijken. Het pootgoed wordt vóór het poten met Monarch behandeld. De rotatie is 1 op 3 met als voorvrucht wintertarwe, waarbij het perceel half december wordt geploegd.
• Ruggespraak
Geplant wordt met een Gruse lepelpootmachine, nadat het
pootbed is klaargemaakt met een triltand cultivator met verkruimelaar. Voorop de tractor van de pootmachine zit een rotorkopeg. Gepoot wordt op maaiveldniveau: de maat 35/55 op
een afstand van 16 cm (ca 7.250 kg per ha). Met de pootmachine die De Vries gebruikt zou het beter zijn de maat 35/50 te
poten. Tijdens het poten wordt Subliem en Vydate gebruikt.
10
Weinig stikstof nodig
Eind januari/begin februari wordt er 300 kg Kali 60 gestrooid.
Voor het poten wordt er 25 m3 varkensdrijfmest toegepast,
waarna er eventueel tijdens de knolzetting nog 200 kg 0-16-32
Bedrijfsgegevens
• De Vries-Vos VOF te Marknesse
• 10 ha pootgoed en 6 ha consumptie
• 2 ha Navigator
• 30% afslibbaar
wordt gegeven. Tevens wordt er nog 75 kg fosfaat toegediend. Het ras Navigator heeft maar weinig stikstof nodig: 75
kg incl. bodemvoorraad lijkt voldoende. De Vries heeft het
afgelopen jaar ervaren dat hij te veel stikstof heeft gebruikt
waardoor de knolzetting tegenviel.
vrij gemakkelijk. Na drie weken kan er worden gerooid. De
opbrengst is hoog, ongeveer 50 ton 28/opw., met het afgelopen jaar wel erg veel bovenmaat. De opslag vindt plaats in
kisten. Navigator wordt in december gesorteerd. Het merendeel van de opbrengst wordt afgeleverd in maart.
Wekelijks wordt er 1 à 1,5 kg Acrobat gespoten, gecombineerd met minerale olie en Sumicidin. Incidenteel wordt er
ook nog een luizendoder toegepast. Indien nodig wordt ook
nog Cropview als bladbemester gebruikt. De selectie geeft
weinig problemen en Navigator is sterk tegen schurft. De zetting varieert van 20 knollen in 2012 tot 7 knollen in 2013 als
gevolg van een te rijke stikstofbemesting.
De loofvernietiging vindt plaats door loofklappen, gecombineerd met Spotlight. De loofvernietiging van Navigator gaat
Aandachtspunten
Als sterke punten noemt De Vries: een sterk boerenras met
hoge opbrengst dat goed tegen droogte kan.
Aandachtspunten zijn de gevoeligheid voor fusarium, daarom
is behandelen een ‘must’. Ook het ontbreken van AM-resistentie ziet De Vries als een nadeel. Verder heeft Navigator een
dunne schil.
Bennie Huizenga, buitendienstmedewerker
11
De black tie mannen: v.l.n.r. Arjan Plomp, Gerhard Posthumus van Wes-Vrystaat, Arie Westmaas en Rian Stekelenburg.
50 jaar Wes-Vrystaat
Aartappel Moerkwekers
• Ruggespraak
Op 27 maart vierde Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers BPK in Christiana, Zuid-Afrika,
haar 50-jarig bestaan. Dit werd groots gevierd in een tot feestzaal omgetoverde opslagloods, waar ca. 250 gasten gehoor hadden gegeven aan de uitnodiging om dit heuglijke
feit te komen vieren.
12
Potato Man of Honour
Namens
productmanager
Rian
en
IedereenHZPC
weetwaren
zo langzamerhand
wel
datStekelenburg
de oorsprong
exportmanager
Arjan
aanwezig
dit 'black
tie' honfeest
van de aardappel
inPlomp
Peru ligt.
In datopland
worden
om
namens
HZPC de felicitaties
over door
te brengen
en een
mooi
derden
verschillende
landrassen
boeren
geteeld,
cadeau
te overhandigen.
Als speciale
gastook
was om
ook al
Arie
niet alleen
voor de consumptie,
maar
dieWestvermaas
uitgenodigd,
die als
contactperschillende
landrassen
inHZPC-licentiemanager
stand te houden. Boeren
die
soon
was voor
Wes-Vrystaat
van 2004
tot aan
aan deze
biodiversiteit
bijdragen,
delen
ookzijn
in pensionede waarring
afgelopen
augustus. Samen
met
twee lokale
leveranciers
de en/of
de opbrengst
hiervan
(benefit
sharing).
Deze
van
het eerste
Arie aanindianen,
het eind van
geboeren,
veelaluur
vanwerd
oorsprong
zijnde
deavond
bewaarhuldigd
'Potato(custodian)
Man of Honour'
doorcultuurgoed,
de directeur van
ders of als
hoeders
van hun
de
Wes-Vrystaat,
Gerhard
Posthumus.
oorspronkelijke
aardappelrassen.
Up to date
Voorzitter J.F van de Merwe schetste in zijn toespraak kort de
geschiedenis van het bedrijf. In 1964 nam de heer Theo Cook
een paar knollen van het ras ‘Up to Date’ mee vanuit Schotland naar Zuid-Afrika. Hij plantte deze knollen op zijn boerderij nabij Christiana. De proef slaagde en een jaar later besloot
hij samen met buurman Chris Calendar-Easby pootgoed te
gaan telen en te verhandelen. Kort daarna werd het bedrijf
Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers opgericht; een samenwerking tussen lokale telers langs de Vaalrivier in Christiana.
Men sprak af tijdens vergaderingen niet te spreken over politiek en/of geloof. Uniek, zeker in die tijd!
t r a diti o n a l
De eerste contacten tussen Wes-Vrystaat en Hettema ontstonden in 1988, wat later resulteerde in het eerste licentiecontract dat getekend werd in 1992. Al vrij snel daarna werd
Mondial succesvol in de markt geïntroduceerd en dit ras is
nog steeds het grootste in Zuid-Afrika. Mede door dit succes
en door het aantrekken van directeur Gerhard Posthumus, die
het bedrijf vanaf 2004 zeer snel verder heeft geprofessionaliseerd, is Wes-Vrystaat sterk gegroeid als pootgoedvermeerderaar en HZPC-vertegenwoordiger in Zuid-Afrika.
In 2011 werden alle aandelen van het miniknollen productiebedrijf Rascal overgenomen, zodat ook de basispootgoedvoorziening sindsdien volledig in eigen beheer is.
In 2013 werd een belangrijke verandering doorgevoerd aan
de verkoopzijde; er werden elf regionale verkopers/teeltadviseurs aangesteld, die dagelijks in direct contact staan met hun
pootgoedafnemers. Dit alles ter verbetering van service en
kennisoverdracht.
Black tie
Volgens voorzitter Van de Merwe was de grootste uitdaging
voor 2014 om alle genodigden in smoking te laten verschijnen op het 50-jarig jubileum. Dit is zeker voor Zuid-Afrikaanse boeren een hele uitdaging, omdat zij vrijwel altijd in kakikleurige korte broek en overhemd lopen, uiteraard vaak in
combinatie met een hoed of een pet. Maar het lukte! Alle
mannen verschenen strak in smoking en de vrouwen in feestelijke (gala)jurken. In combinatie met de fantastisch aangeklede feestzaal gaf dit het jubileum een heel speciaal en professioneel tintje.
Als klap op de vuurpijl onthulde de voorzitter een nieuwe
naam voor het bedrijf: WESGRO. Deze naam ligt goed in het
gehoor bij zowel Afrikaanse als Engelstalige afnemers. In de
huidige snelle, moderne tijd een hele verbetering in vergelijking tot ‘Wes-Vrystaat Aartappel Moerkwekers’.
>>
Begin dit jaar werd er met de bouw van een eigen
verpakkingsstation voor tafelaardappelen gestart. Hiermee wil men de niche-markten in het
retailkanaal bedienen en verder ontwikkelen.
13
>>
• Ruggespraak
Continuïteit
Op dit moment is ongeveer de helft van al het gecertificeerde pootgoed in Zuid-Afrika afkomstig van
WESGRO. Het bedrijf kan vrijwel jaarrond pootgoed
leveren dankzij productie in klimatologisch verschillende teeltgebieden met verschillende plant- en
oogsttijdstippen.
14
Inmiddels hebben naast Mondial ook de rassen Innovator, Taurus en Fabula een mooie positie weten op te
bouwen in de markt, maar het echte succes van de
laatste jaren is toch vooral Sifra. Dit ras wordt zeer ge-
waardeerd vanwege de stabiele en zeer hoge opbrengsten in combinatie met een prachtig heldere
schil. Ondanks het feit dat de lat zeer hoog ligt en de
criteria extreem streng zijn, dienen nieuwe kandidaten
als Challenger, Navigator, Iryna en Panamera zich ook
aan. Of deze rassen het echt gaan redden is de vraag,
maar voorlopig staan alle signalen op groen en is de
continuïteit voor een mooie toekomst ruim voldoende
gewaarborgd bij WESGRO. HZPC kan trots zijn op de
jarenlange samenwerking met dit prachtige bedrijf.
Arjan Plomp, exportmanager
P r o ductie & L o gi s tie k
Grondmonstername quad op een net gerooid perceel.
Uitstel van AM-bemonstering niet zinvol
Het totaal beschikbare areaal per ras is voor HZPC van cruciaal belang om een zo goed
mogelijk resultaat te kunnen behalen. De pootgoedarealen per teler zijn steeds meer
afhankelijk van de resultaten van de AM-bemonstering. Hoe later deze gegevens in de
herfst bekend zijn, hoe moeilijker het wordt om het areaal per teler optimaal in te vullen.
Vanaf de invoering van de nieuwe regelgeving per juli 2010 is
het aardappelmoeheid (AM) -onderzoek een strategisch aandachtspunt geworden in het teeltplan van de telers. De nieuwe
richtlijnen knellen het meest in Flevoland en Noord-Friesland.
Intensieve teelt in combinatie met een korte rotatie blijken historisch gezien de belangrijkste reden te zijn voor de meeste AMproblemen in deze regio’s. Tot op heden vormt de vrijwillige bemonstering een belangrijke pijler voor de telers om nog enigszins
grip te houden op de situatie. Als teler heb je nog de keuze uit
consumptieteelt met een resistent ras, teelt van een vanggewas
of eventueel chemische grondontsmetting. Door de ruimere bufferzones bij besmetverklaring staat het areaal pootgoed verder
onder druk en lijken de kansen voor uitbreiding van het pootgoedareaal in Nederland gering. Handelshuizen in het algemeen
en HZPC in het bijzonder zijn niet voor niets al jaren bezig om
resistente rassen te kweken.
Misverstanden
Bij het grondonderzoek zijn er een aantal hardnekkige misverstanden die leiden tot een steeds latere bemonstering na de
aardappeloogst. De afgelopen jaren is er veel minder animo om
meteen na de aardappelteelt te bemonsteren vanwege de vermeende verhoogde kans op besmetting. Een besmetverklaring
geldt als er een aardappelcyste wordt aangetroffen met levende
inhoud. Dat betekent dat het niet uitmaakt of er nu bijvoorbeeld
10 of 200 levende larven in een cyste zijn aangetroffen. Een
nieuwgevormde aardappelcyste bevat 200 tot 300 larven. Zonder bestrijdingsmiddelen sterft ieder jaar een derde van de larven, na enkele jaren zijn er dus nog steeds ongeveer 90 larven.
Hieruit blijkt dat uitstel van een AM grondbemonstering weinig
zin heeft. Integendeel, hoe eerder er is bemonsterd des te eerder er maatregelen kunnen worden getroffen om een eventuele
besmetting te bestrijden.
Een ander groot misverstand is dat bij bemonstering in het
voorjaar de kans op het vinden van een AM-besmetting veel
kleiner zou zijn dan in het najaar, meteen na het rooien. Ergens
leeft de gedachte dat na de oogst alle cysten boven in de rooigrond liggen en de cysten na een kerende grondbewerking
worden ondergeploegd. Een aantal jaren geleden is deze bewering door onderzoek van PRI (Plant Research International)
Wageningen naar het rijk der fabelen verwezen. De cysten bleken na een kerende grondbewerking goed verdeeld in de
bouwvoor aanwezig te zijn; uitstel van grondbemonstering
heeft dus weinig zin. Alleen bij zeer hoge dichtheden en wanneer als gevolg hiervan het wortelstelsel van de planten door
groeiremming klein is, kunnen er in de bovenste 5 cm meer
cysten worden gevonden. Dergelijke hoge besmettingen worden in Nederland zeker niet op pootgoedpercelen aangetroffen, aldus de onderzoekers van PRI.
Vroege bemonstering heeft zowel voor HZPC als teler een bijkomend voordeel, want hoe eerder het bouwplan voor de telers
bekend is, hoe eerder er een goed overzicht kan worden verkregen van de totale areaalplanning. En dat maakt de bepaling van
strategische keuzes voor een optimale afzet weer gemakkelijker.
Johannes Terpstra, planner export
15
Hoe Annabelle
Duitsland veroverde
Met de verkoop van bijna 10.000 ton pootaardappelen is Annabelle in Duitsland een belangrijk ras
geworden. Als je daar de import van consumptieaardappelen vanuit het Middellandse Zeegebied en
Frankrijk bij rekent, dan bedraagt de totale hoeveelheid pootgoed Annabelle voor de Duitse markt
al gauw ca. 15.000 ton! Als vroege vastkoker wordt Annabelle beschouwd als de lekkerste aardappel
in het segment Retail Fresh. De firma Weuthen, die de pootaardappelen van dit ras exclusief in
Duitsland vermarkt, zag eind jaren negentig op zijn proefvelden samen met de toenmalige
landenmanager al snel de potentie van dit ras. Er werd ingezet op een ambitieuze groei!
‘Ab Hof’ en Grossmarkt
Het ras begon in 1997 zijn opmars op de ’Ab Hof’ markt. ‘Ab
Hof’ is de markt waar telers de lekkerste aardappelen zo vanaf
het land ongewassen aan de consument verkopen. Annabelle,
met haar heerlijke aroma en mooie presentatie, werd al gauw
gezien als de ideale ’Salatkartoffel‘ in combinatie met de in Duitsland zeer populaire asperges. Een gouden formule, omdat Annabelle altijd vroeg een hoge en betrouwbare opbrengst geeft,
precies in aspergetijd. Al heel snel breidde de markt zich uit naar
de Grossmarkten, die restaurants, speciaalzaken en dagmarkten
bedienen. Er werd een speciale 25 kg zak ontwikkeld met de
Duitse driekleur en de tekst ’Annabelle, die herrliche Salatkartoffel‘. Ook hierdoor onderscheidde het ras zich van de andere rassen. De ontwikkeling van Annabelle verliep stormachtig!
• Ruggespraak
De vroege teelt maakt Annabelle uitstekend geschikt voor de
landen rondom de Middellandse Zee, het gebied waar primeuraardappelen geteeld worden voor export naar Europa. Van oudsher importeerde Duitsland veel aardappelen uit Cyprus, waar de
rijke rode vulkanische grond in combinatie met de overvloedige
zon, de aardappelen een heerlijke smaak geven. Op de Grossmarkten werden deze aardappelen ongewassen in 25 kg zakken
verkocht, maar voor Annabelle werd opnieuw een exclusieve
zwarte (kunst)jute zak ontwikkeld. De levering vanaf het vroege
voorjaar werd een ongekend succes!
16
Juffertje Annabelle
Nu het ras op de traditionele markt een toppositie had verworven, werd het tijd om de supermarkten te veroveren. Dat was
echter niet zo eenvoudig, omdat Annabelle door de verpakkers
en supermarkten als ‘een juffertje’ beschouwd werd. Dat kwam
omdat na het wassen al snel rotte knollen in de verpakking zichtbaar waren, wanneer het product voor het rooien onvoldoende
afgerijpt was. Een aantal grote spelers zag dat als een te groot
risico. De voornaamste oorzaak van de rotte knollen was gelegen in het belangrijkste vroege teeltgebied van Duitsland, de
Pfalz, dat heel Duitsland vanaf eind mei voorziet van primeurs.
De Pfalz heeft een microklimaat met van tijd tot tijd een relatief
hoge luchtvochtigheid. In dit teeltgebied gaan de aardappelen
vers gerooid in een ongekoelde auto en worden ze bij de verpakker direct gewassen, verpakt en gedistribueerd naar de supermarkt. En daar kon Annabelle niet altijd even goed tegen. Dit
proces heeft de ontwikkeling van lokaal geteelde Annabelle bij
de supermarkten afgeremd. En het supermarktkanaal, met in
Duitsland een marktaandeel van rond de 80%, was juist zo belangrijk voor de verdere groei.
Import voor de ontwikkeling in het supermarktkanaal
Ook Israël speelt een belangrijke rol op de primeuraardappelmarkt, omdat de Israëlieten een kwalitatief zeer hoogwaardig
product kunnen telen dat er gewassen fantastisch mooi uit ziet.
Het probleem van rot, de bottleneck van dat moment, bleek zich
bij verscheping naar Duitsland niet meer voor te doen. Daarom
werd in Israël in 1999 de eerste proefteelt van Annabelle opgezet, waarna de opbrengst naar Duitsland werd verscheept. Rond
Pasen werden alle belangrijke verpakkers en supermarkten in
Duitsland verblijd met een mandje goudgele Annabelle uit Israël,
inclusief asperges en een flesje witte wijn. Met de slogan ’Proef
zelf hoe lekker gezond kan zijn‘ werd opnieuw de interesse gewekt van het supermarktkanaal.
Tegelijkertijd met Duitsland ontwikkelde Annabelle zich in Frankrijk. Ook in Frankrijk werd door goede marketing Annabelle gepo-
>>
r eta il f r e s h
17
>>
sitioneerd als dé heerlijke vastkoker. Geleidelijk kwam in Frankrijk
meer product beschikbaar, waardoor de export van topkwaliteit
Annabelle naar de Duitse verpakkers op gang kwam. In samenwerking met HZPC ontwikkelde een verpakker in de Pfalz een
supermarktverpakking ’Annabelle, die Königin der Salatkartoffel‘,
die vanaf het begin gretig aftrek vond bij de supermarkten. Voor
het eerst lag de Annabelle jaarrond in de supermarkt!
Lering trekken uit de import
Steeds beter leerden de handelaren en verpakkers, die zich realiseerden dat een goede Annabelle duidelijk meerwaarde heeft
voor de hele keten, om te gaan met de gevoeligheden van dit
ras. Intensieve teeltbegeleiding werd opgezet door de productmanagers in de Pfalz. Zo werden wagens geïntroduceerd die
vanuit de bodem lucht blazen door de verse partij aardappelen.
Na het rooien vond dat proces plaats gedurende een nacht bij de
handelaren of telers in de loods. Het probleem van rot was daarmee grotendeels opgelost. Dit systeem wordt in de Pfalz inmiddels voor alle rassen toegepast.
Nagenoeg alle supermarkten in Duitsland hebben onze Annabelle
vandaag de dag in hun schappen liggen. Vooral in de primeurtijd
vervult Annabelle daar een prominente rol. Vanuit Israël, Egypte,
Cyprus, Spanje, Portugal en Frankrijk worden ieder jaar tussen de
50.000 en 80.000 ton aangevoerd voor de verkoop.
• Ruggespraak
Die Familien Kartoffel
Ook de consumptieafdeling van HZPC heeft een belangrijke rol
gespeeld in het ongekende succes van Annabelle in Duitsland.
Samen met de marketingafdeling en HZPC-Duitsland werden
steeds nieuwe concepten ontwikkeld en in de markt geïntrodu-
18
ceerd. Teelt in de primeuraardappellanden werd opgezet ten behoeve van de Duitse markt en verkocht aan de Duitse verpakkers
en kleinverpakkers. Inmiddels gaat meer dan 90% van de handel
in geïmporteerde consumptieaardappelen buiten HZPC om.
Maar het werk van de consumptieafdeling is nog niet klaar. Het
noorden van Duitsland wordt gedomineerd door Duitse rassen.
Het was voor HZPC moeilijk daar marktaandeel te winnen. HZPC
Duitsland en Nederland hebben gezamenlijk het concept ’Annabelle, die Familien Kartoffel‘ ontwikkeld. Dit concept is twee
jaar geleden succesvol geïntroduceerd bij een grote supermarktketen in het noorden. Met een mooie carry fresh verpakking en
een aantrekkelijke Annabelle doos wordt onze Annabelle, door
HZPC in Spanje en Portugal geteeld, aan de consument aangeboden. Zo heeft Annabelle ook in Noord-Duitsland inmiddels
een positie verworven.
Meerwaarde voor alle spelers in de keten
Ieder jaar denken we weer dat Annabelle haar maximale marktaandeel zal hebben bereikt, maar jaar op jaar doet deze aantrekkelijke lady ons weer verbazen met nog betere verkoopcijfers.
Het succesverhaal van Annabelle is een mooi voorbeeld van hoe
geslaagd een ras, met meerwaarde voor alle spelers in de keten
in combinatie met een goede marketingstrategie, kan zijn. Mits
op juiste gronden geteeld is het voor de telers een ras dat altijd
een hoge en betrouwbare opbrengst geeft. En om vraag te creëren voor onze rassen bij het supermarktkanaal wordt marketing
steeds belangrijker!
Jelle Bos, salesmanager Retail Fresh
te r ugbli k
Finse aardappeltelers naar UK
Omdat in Finland de gedachte leeft dat de Engelse aardappelmarkt klantvriendelijker opereert dan de Finse,
bracht op dinsdag 25 maart een groep van 25 Finse aardappeltelers een bezoek aan Groot-Brittannië. Het bezoek,
dat als doel had om meer over de Engelse markt te weten
te komen, werd samen met Ron Reiss van HZPC-UK door
de landelijke adviesorganisatie ProAgria georganiseerd.
Juhani Rahko, het hoofd van de Finse groep, vertelde het volgende: "Het was inspirerend om al die verschillende aardappelproducten in de winkel te zien liggen. Jammer genoeg zijn
wij in Finland verplicht onze aardappelen aan twee grote ketens te verkopen die de grote hoeveelheden zo goedkoop mogelijk kwijt willen. Er is op dit moment geen mogelijkheid om
speciale producten met toegevoegde waarde tegen een hogere prijs en lagere volume te verkopen."
Tijdens hun bezoek aan Groot-Brittannië zag de groep een grote
verscheidenheid aan aardappelproducten. Voor Finland bijzonder,
omdat er daar maar weinig verwerking plaatsvindt en het merendeel uit tafelaardappelen bestaat, geschild of soms voorgekookt.
Het bezoek van de groep startte bij R.S. Cockerill Ltd in York, een
geïntegreerd familiebedrijf dat naast het bevoorraden van een
scala van verkooppunten voor verse aardappelen, waaronder Aldi
en Lidl, alle aspecten van de verwerkende keten onder zich heeft.
Na een toelichting over de achtergrond en de ontwikkeling van
het bedrijf, de Engelse markt in het algemeen en de vergelijking met de Finse situatie, kreeg de groep een rondleiding door
het pakhuis op het Providence Business Park. In de afgelopen
jaren heeft het bedrijf aanzienlijk geïnvesteerd in het up-todate blijven van innovatie en technologie die gericht is op het
sorteren van zeer grote hoeveelheden. De investeringen waren
tevens gericht op het verlagen van de energiekosten en het
aanscherpen van de milieu-eisen van de organisatie.
Traditie en progressie
De volgende stop was bij JSR Farms, een belangrijke HZPC-UK
pootaardappelteler en tevens een zeer professioneel landbouwbedrijf dat ook nauw betrokken is bij onderzoek in varkensgenetica. JSR is internationaal bekend en het bedrijf is
economisch zeer efficiënt en duurzaam; die boodschap kwam
goed over het voetlicht.
Omdat de interesses van de Finse groep erg divers lagen, werd
ook een bezoek aan Ian Dowsons in Winterton afgelegd. Ian
Dowsons is zijn bedrijf klein begonnen en zijn computergestuurde opslagfaciliteiten en het efficiënte gebruik van energie
tonen hoe ver de industrie in de afgelopen 30 jaar is vooruitgegaan. Een mooi voorbeeld om traditionele en progressieve akkerbouw te kunnen vergelijken. Diezelfde dag heeft de groep
in Floods Ferry de grote opslagplaats bezocht van Greenvale,
één van de grote leveranciers aan Tesco en Sainsbury. Dit grote
verpakkingsbedrijf is volledig geautomatiseerd. Erg interessant
was de grote verscheidenheid aan producten en merken.
Eye opener
De Finse partij had de eer een uitgebreid bezoek te mogen
brengen aan McCain Foods in Whittlesey en dat bleek een
ware eye opener. De groep bekeek het hele productieproces
vanaf de binnenkomst tot aan de verzending van het product;
we hadden het geluk om ook Innovator in de productielijn te
zien! Deze fabriek is een van de drie McCain-fabrieken in
Groot-Brittannië en de grootste producent van diepvriesfrites
in dit land. Er is momenteel geen vergelijkbaar bedrijf in Finland
en de gedachte werd geopperd of McCain niet naar Finland
zou willen komen.
Een laatste bezoek werd aan Fylde Fresh and Fabulous Ltd in
Lancashire gebracht; dit bedrijf teelt en koopt aardappelen
waarvan in de eigen fabriek eindproducten voor de lokale
markt worden gemaakt. Zo’n bezoek is ook in Finland goed
mogelijk en de open, prettige gesprekken over en weer en het
enthousiasme van de Finnen mondden uit tot een uitnodiging
aan Colin Bradley en co-directeur David Linton voor een tegenbezoek in Finland.
Voors en tegens
Uit feedback vanuit de Finse bezoekers kwam naar voren dat er
voordelen zijn aan het telen van aardappelen in Finland.
Phytophthora en aardappelmoeheid zijn minder problematisch
in vergelijking met Groot-Brittannië, maar de beschikbare afzetmogelijkheden zijn in dat land weer vele malen groter dan in
Finland.
Ron Reiss, sales & production manager HZPC-UK
19
De mensen van Mahindra met Gerard Backx en naast hem Somu.
HZPC gaat een joint venture aan
met de Indiase gigant Mahindra
• Ruggespraak
Op 23 april heeft HZPC in Chandigarh, India, een joint venture overeenkomst getekend met
Mahindra. Bij die gelegenheid werd HZPC vertegenwoordigd door CEO Gerard Backx en
R.S. Somashekhar (Somu), die sinds maart 2012 bij HZPC werkzaam is en zich gedurende
die tijd heeft beziggehouden met het tot stand brengen van deze overeenkomst.
20
Landbouw en zijn aanverwante sectoren zijn de ruggengraat
van de Indiase economie, want meer dan de helft van de bevolking werkt momenteel in de landbouw. India is gezegend
met 15 klimaatzones en meer dan 50 verschillende grondsoorten en is het land met de meeste landbouwgrond ter wereld. De Indiase landbouw wordt gekenmerkt door onberekenbare moessons waardoor boeren in grote delen van het
land door de regens slechts één oogst per jaar hebben. Deze
boeren verbouwen alleen voor eigen consumptie. Er zijn echter ook grote stukken land die beregend worden. Dit gebeurt
voornamelijk door irrigatiekanalen die hun water uit de rivieren aangevoerd krijgen door reservoirs in de afwateringsgebieden en vanuit waterputten. Boeren die hun land beregenen kunnen wel drie oogsten per jaar halen, maar het aantal
oogsten varieert per regio. De gemiddelde grondeigenaar in
veel van de Indiase staten bezit op dit moment minder dan
één hectare. Boerderijen variëren van 0,25 hectare tot 25 hectare. Ondanks zulke grote verschillen voorziet India in de eigen voedselvoorziening en produceert 263 miljoen ton graan
voor consumptie, 157 miljoen ton groenten en 77 miljoen ton
fruit waarmee het land 1,25 miljard inwoners voedt. De behoefte aan voedsel blijft echter toenemen.
Markt Ampenan
TOP
De aardappel is een belangrijk onderdeel van het Indiase dieet.
In India worden 45 miljoen ton consumptieaardappelen per
jaar geproduceerd die geteeld worden op 1,9 miljoen hectare.
De aardappel is één van de TOP-groenten in India: Tomato,
Onion and Potato. Deze TOP-groenten staan aan de basis van
de meeste curries en andere gerechten van de Indiase keuken.
Zonder deze groenten kunnen de Indiase vrouwen geen ontbijt, lunch of avondmaaltijd klaarmaken, wat betekent dat er
drie keer per dag aardappelen worden gegeten. Het is redelijk
normaal dat er tussen de lunch en het avondmaal, zo rond 5
uur, snacks genuttigd worden en veel Indiase snacks bevatten
ook aardappelen. Deze snacks worden meestal gegeten tijdens
sport- of andere televisieprogramma's.
Als we kijken hoe verse aardappelen en aardappelsnacks op
de markt gebracht worden, zien we twee belangrijke kanalen, namelijk de ‘georganiseerde’ en de ‘ongeorganiseerde’
markt. De georganiseerde markt bestaat uit supermarken in
de stedelijke en halfstedelijke gebieden. De totale aanvoer
echter is beperkt. De ongeorganiseerde markt bestaat uit lokale kleine winkels en exclusieve groentemarkten, waar aardappelen, uien en knoflook worden verkocht en bestaat ook
uit kleinschalige verkopers die groenten en aardappelen aanbieden vanuit hun karren die zij door de straten van de woonwijken duwen. Meer dan 90% van de aardappelen wordt via
deze ongeorganiseerde markt verkocht.
Mijn naam is R.S. Somashekhar, maar bij
HZPC beter bekend als
Somu. Ik ben geboren en
getogen in een klein
dorpje in het zuiden van
India. Ik heb eerst op de
boerderij van mijn vader
gewerkt en ben toen
naar de middelbare school gegaan. Later ben ik naar
de stad verhuisd voor mijn studie aan de landbouwschool. Na mijn diploma ben ik gaan werken voor
een landbouwkundige marketing afdeling en een
internationaal instituut. In 2009 verhuisde ik naar
Europa om een Master-opleiding in landbouweconomie te volgen om vervolgens in juli 2011 als stagiair voor HZPC te gaan werken. Als onderdeel van
mijn studie heb ik een marktonderzoek naar de Indiase aardappelindustrie gedaan. In maart 2012 kwam
ik fulltime in dienst bij HZPC. Gedurende de afgelopen periode ben ik op de verschillende afdelingen en
sectoren binnen HZPC ingewerkt, wat een prima
basis is voor een goede start. Ik ben blij dat ik heb
kunnen deelnemen aan het strategische traject in
het proces naar deze nieuwe joint venture. Mijn
volgende opdracht in deze nieuwe joint venture is
commercieel manager voor businessontwikkeling
en export. Een nieuwe uitdaging, die ik met veel
enthousiasme wil aanpakken.
tember aardappelen verbouwd. De teeltmethoden, maar ook
de rassen en de opbrengsten in de diverse regio's variëren
enorm. Aardappelen worden verbouwd op minder dan 1 hectare tot 50 hectare en ook de opbrengst varieert enorm van
15 tot 50 ton per hectare.
Koelhuizen
India is een tropisch land, vandaar dat koelhuizen een belangrijke rol spelen. Anders dan in West-Europa zijn de meeste
koelhuizen van koelhuiseigenaren die over het algemeen zelf
geen boer zijn, maar wel met boeren goede relaties hebben
opgebouwd. Het is een aparte bedrijfstak en deze koelhuizen
zijn zodanig gebouwd dat ze uit vier tot vijf verdiepingen bestaan. Het laden en lossen van aardappelen in deze koelhuizen
gebeurt handmatig. De vuistregel is dat geoogste aardappelen
binnen drie weken óf gegeten moeten zijn óf in de koeling
moeten liggen, omdat de temperatuur al snel boven de 30-35
graden Celsius uitkomt. Vandaar dat koelhuiseigenaren een
zeer belangrijke plaats in de aardappelketen innemen.
Variatie in teelt en gebied
Over het algemeen worden aardappelen verbouwd in de vlaktes aan beide kanten van de Ganges-rivier en hier en daar
verspreid over het land. De meeste aardappelen worden in de
winter verbouwd van november tot februari. In de zuidelijke
staten van India valt het aardappelseizoen in de regenperiode
tussen juni en september. In het noorden, aan de voet van het
Himalaya-gebied, worden er in de zomer tussen mei en sep-
Voor de teelt van 1,9 miljoen hectare consumptieaardappelen
is bijna 4 miljoen ton pootgoed per jaar nodig. Een groot gedeelte van deze poters komt van niet-gecertificeerd pootgoed. De vraag naar gecertificeerd pootgoed van goede kwaliteit neemt toe bij de professionele spelers in de markt.
Mahindra
HZPC heeft een joint venture afgesloten met het Mahindra
landbouwbedrijf, een dochter van het Mahindra concern. De
kernactiviteit van Mahindra is het fabriceren van tractoren. Dit
is in de loop der jaren uitgegroeid tot meerdere producten voor
zowel de interne als de internationale markt. Als onderdeel van
haar spreidingsstrategie investeerde Mahindra begin jaren
2000 in de agribusiness en breidde zij haar activiteiten in 2005
uit naar pootaardappelen. Op dit moment verkoopt de pootaardappelafdeling van Mahindra rond 10.000 ton in de diverse
Indiase staten. Mahindra verwerft pootaardappelen door zowel met boeren contracten af te sluiten als aardappelen van
boeren af te nemen. Er is een klein proefproject opgezet om
pootaardappelen te produceren door middel van modelcontracten met boeren, een systeem dat lijkt op dat van HZPC.
R.S. Somashekhar, business development manager
21
Eerlijk produceren én handelen
Samen sta je sterker dan alleen, ook in de wereld van aardappelen. Daarom nemen
we in Ruggespraak een aantal brancheorganisaties onder de loep. In deze editie
leggen we Breeders Trust onder het vergrootglas. Geert Staring, sinds maart 2011
algemeen directeur van deze organisatie en daarvoor 16 jaar key account manager
bij NAK AGRO, leggen we een aantal vragen voor.
• Ruggespraak
Hoe is Breeders Trust ontstaan?
'Uit onvrede met de situatie, dat overal in de wereld illegaal
kwekersrechterlijk beschermd pootgoed wordt vermeerderd
en verhandeld en waarmee inbreuk op het kwekersrecht
wordt gepleegd, is Breeders Trust opgericht in 2008. Op initiatief van HZPC, Europlant, Solana en Agrico is Breeders Trust
opgericht om deze praktijken een halt toe te roepen. De directeuren van de genoemde bedrijven vormen overigens ook
het bestuur van Breeders Trust. Vrij snel na de oprichting hebben ook de aardappelkweekbedrijven Meijer, Germicopa, Norika, Danespo en KWS Potato zich bij Breeders Trust aangesloten. Kortom, een internationaal kwekersgezelschap dat de
doelstellingen van Breeders Trust volledig onderschrijft.'
22
Richt Breeders Trust zich alleen op aardappeltelers?
'Illegaliteit, contractbreuk en inbreuk op het kwekersrecht kan
door de gehele keten heen plaats vinden, dus niet alleen bij
pootgoed- of consumptietelers maar ook bij handel of industrie.
Vandaar dat wij goede contacten met de gehele keten belangrijk
vinden. En ja, natuurlijk vangen wij liever een grote vis die in een
hele regio of zelfs internationaal ergens in de wereld er dubieuze
praktijken op nahoudt dan een kleine landbouwer die veelal ook
slachtoffer is van goed vertrouwen. Vaak proberen wij door te
praten en te overtuigen zaken in goed banen te leiden, maar
soms is het onvermijdelijk dat de rechter eraan te pas komt.'
Houdt Breeders Trust zich uitsluitend bezig met het voeren van rechtszaken?
'Dat lijkt misschien zo omdat een gewonnen rechtszaak vaak
de voorpagina van de agrarische bladen haalt, maar toch is dat
zeker niet het hoofddoel dat Breeders Trust nastreeft. Naast de
handhaving van het kwekersrecht en het aan de kaak stellen
van illegale praktijken, wordt erg veel aan preventie en voorlichting gedaan. In de praktijk blijkt er nog veel onwetendheid
te bestaan over de wet- en regelgeving op dit punt. Wij werken
bewust heel transparant en verschijnen om die reden veel op
beurzen en bijeenkomsten om uitleg te geven waarom wij handelen zoals we dat doen.'
Breeders Trust zit toch ook in de graszaden?
'Dat klopt. Midden 2011 namen enkele graszaadveredelingsbedrijven contact op met het bestuur van Breeders
Trust. Men zei ons toen “Wat jullie doen met Breeders Trust
in de aardappelsector, dat willen wij ook.” Het idee om onze
scope uit te breiden was daarmee geboren. Inmiddels is er
duidelijk sprake van synergie. De problematiek in de graszaadsector is weliswaar totaal anders als in de aardappelsector, toch maken we voor een groot deel gebruik van dezelfde basiskennis, handhavingsystematiek, wetgeving en ons
internationale netwerk.'
hz p c & d e branch e organisati e s
Breeders Trust heeft in België voor nogal wat ophef gezorgd?
'Bij mijn aantreden, ruim drie jaar geleden, lag er een belangrijke
uitdaging. Ervoor zorgen dat onze zuiderburen ook netjes bij
nateelt van kwekersrechtelijk beschermde aardappelrassen op
het eigen bedrijf - in België noemt men dat 'hoevepootgoed' een billijke vergoeding betalen aan de kweker. De Belgische boerenorganisaties konden dat jarenlang tegenhouden, omdat de
EU-regelgeving nog niet in België geïmplementeerd was. Er was
echter wel sprake van oneerlijke concurrentie ten opzichte van
bijvoorbeeld Nederland, waar elke landbouwer verplicht is bij
nateelt een vergoeding af te dragen. In 2011 hebben we een
rechtszaak moeten voeren én gewonnen tegen de Belgische
overheid (FAVV: Federaal Agentschap voor de Voedselveiligheid)
om zo informatie te verkrijgen welke landbouwers van deze nateelt gebruik maakten. Daarna was de zaak snel beklonken en
kregen we van de boerenorganisaties ook alle medewerking om
ons recht uit te oefenen. We moesten hen echter wel toezeggen
dat er een deugdelijk systeem van inning inclusief efficiënte
handhaving op poten gezet zou worden. Concreet hield dat in
dat we de plicht hadden en hebben om te voorkomen dat alleen
de 'goeden' betalen en zij die 'vergeten' hun areaal aan te melden, de dans ontspringen. Handhaving is dus noodzakelijk om
draagvlak, juist ook onder degenen die netjes willen werken, te
behouden. Dat is de reden waarom wij gedwongen zijn soms
hard op te treden en voorbeelden te stellen als blijkt dat individuele landbouwers hun areaal ‘hoevepootgoed’ willens en wetens
niet aangemeld hebben.'
'Breeders Trust draagt bij aan
de continuïteit in de ontwikkeling
van nieuwe rassen'
Is Breeders Trust alleen in België en Nederland actief?
'Hoewel de focus de eerste jaren vooral lag op België en Nederland is dat beslist niet zo. Wij zijn actief in meerdere landen van
Europa. Zo hebben wij recentelijk in april in Italië grote stappen
voorwaarts gezet door een inningssysteem te organiseren voor
de nateelt op het eigen bedrijf (het zogenaamde Farm Saved
Seed). Los daarvan hebben we enkele weken geleden een convenant met twee Italiaanse overheidsorganisaties ondertekend
(de Italiaanse Keuringsdienst en de Italiaanse Voedsel en Waren
Autoriteit) waarbij er concrete afspraken gemaakt zijn. Wij zullen
zorgdragen voor specifieke kennisoverdracht voor wat betreft
kwekersrecht en technische bijzonderheden over de teelt en
handelsstromen van pootaardappelen en graszaden. Zij zullen
naar aanleiding van onze tips gericht handhaven en laboratoriumonderzoeken uitvoeren en eventueel tot beslaglegging en
vervolging overgaan. Ook in landen als Denemarken en Portugal
zijn we actief en vorige maand hebben we een bijdrage geleverd
aan een belangrijk congres in Antalya om tot implementatie van
het kwekersrecht in Turkije te komen.'
Wat houdt dat Kwekersrecht nu precies in?
'Het is een vorm van intellectueel eigendomsrecht waarbij het
principe is dat iets wat jij bedacht hebt en veel ontwikkelingskosten voor hebt gemaakt niet zomaar door een ander nagemaakt
of oneigenlijk gebruikt mag worden. Zoals een zanger zijn nieu-
we liedje kan beschermen met auteursrecht, kan in de plantenwereld een nieuw ontwikkeld ras beschermd worden met kwekersrecht en kan de kweker zo zijn investeringen terugverdienen
en doorgaan met kweken van nog betere rassen. De UPOV
(Union for Protection of new Varieties of Plants) heeft precies
beschreven waaraan zo’n nieuw ras moet voldoen om voor bescherming in aanmerking te komen. Ook is in het UPOV-verdrag
beschreven aan welke eisen een land moet voldoen om lid te
kunnen worden. Zij moet bijvoorbeeld aan kunnen tonen dat de
UPOV-eisen in haar eigen wet- en regelgeving zijn opgenomen.
Binnen Europa zijn deze regels terug te vinden in de EU Verordening EG 2100/94 en daarvan afgeleid in de Nederlandse Zaaizaad- en Plantgoedwet. Als UPOV eenmaal een land erkend
heeft ligt de weg vrij om zaaizaad en pootgoed te verhandelen
zonder direct met lege handen te staan ingeval van inbreuk. Probleem in de praktijk is wel dat het desondanks in veel landen
buiten de EU nog schort aan implementatie en dat UPOV niet
controleert of er ook daadwerkelijk gehandhaafd wordt.'
'Breeders Trust ziet erop toe
dat licentiegelden betaald worden
voor de vermeerdering
van beschermde rassen'
Ten slotte, wil je nog wat kwijt aan onze lezers?
'Breeders Trust is een internationaal opererend bedrijf. Nederland heeft met de pootaardappelsector de zaakjes op het gebied
van productkwaliteit, inclusief een goed functionerend keuringssysteem, uitstekend geregeld. Men vraagt mij wel eens waarom
Breeders Trust ook in Nederland actief is. Moeten we dan altijd
het braafste jongetje van de klas zijn? Ik ben van mening dat juist
Nederland er alle belang bij heeft netjes te werken. Nederland is
op het gebied van de pootgoedexport verreweg het grootste
land, daarnaast is pootgoed een product dat zeer vatbaar is voor
allerlei ziekten en gebreken. Wij kunnen ons geen misstappen
veroorloven! Bulk produceren lukt op veel plaatsen in de wereld
wel, maar het produceren van betrouwbaar, kwalitatief hoogwaardig uitgangsmateriaal, daar komt wat meer bij kijken. Daarbij hoort een kritische blik van binnenuit in het belang van de
gehele sector en soms hard optreden en voldoende zelfreinigend
vermogen als sprake is van misstappen!'
Meer informatie
www.breederstrust.eu
23
H Z P C & d e e l n e ming e n buit e n l and
HCGN op toppositie in
Franse Retail Fresh markt
Als internationaal opererende onderneming heeft HZPC inmiddels twaalf buitenlandse
deelnemingen binnen en buiten Europa. De vestigingen in Duitsland, Frankrijk, het Verenigd
Koninkrijk, Polen, Finland, Rusland, Canada en Argentinië hebben lokale productie, terwijl
de vestigingen in Spanje, Portugal, Italië en Zweden als verkoopkantoor opereren voor het
pootgoed dat in andere landen is geproduceerd. In de komende uitgaven van Ruggespraak
belichten we telkens één van die vestigingen, te beginnen met Huchette - Cap Gris-Nez
(HCGN), onze vestiging in Frankrijk.
Het begin
De wortels van Huchette - Cap Gris-Nez liggen bij de familie
Huchette, die in de jaren ’60 begon met het handelen in aardappelen. In 1972 richt Pierre Huchette samen met zijn broer
Didier en zijn vader, Huchette Frères op, een handelshuis in
poot- en consumptieaardappelen. Er werd voornamelijk in
Bintjes gehandeld.
In 1976 heerst er een grote droogte waardoor het bedrijf in financiële moeilijkheden komt. Het duurt tot 1983 voordat het
bedrijf deze moeilijke periode te boven is. Dan zijn er nieuwe
ontwikkelingen. Er komt een splitsing; de consumptie-tak van
het bedrijf gaat verder in handen van broer Didier, terwijl Pierre
Huchette het pootaardappelbedrijf gaat leiden.
Dat jaar betekent een grote verandering voor het bedrijf. Later
zal blijken dat Pierre Huchette iedere tien jaar een grote verandering in het bedrijf zal meemaken.
In 1993 werd de omzet van 10.000 ton bereikt. De eerste mijlpaal. Huchette neemt het handelsbedrijf Duthoit over, waardoor ze toegang krijgt tot de genetica van De ZPC. Het bedrijf
gaat verder onder de naam Huchette-Duthoit. De tweede grote gebeurtenis voor Pierre Huchette, precies tien jaar later.
• Ruggespraak
Ontstaan van Huchette Cap Gris-Nez
24
Hettema werd in die tijd in Frankrijk vertegenwoordigd door
SICA Cap Gris-Nez. Na de Nederlandse fusie in 1999 tussen De
ZPC en Hettema, ontstond in Frankrijk het huidige bedrijf Huchette - Cap Gris-Nez door de fusie in 2000 van Huchette Duthoit met SICA Cap Gris-Nez.
De derde grote verandering voor Pierre Huchette vindt plaats in
2003. Om een duurzame groei van zijn onderneming te waarborgen, kiest Pierre ervoor om zijn bedrijf te verkopen aan
HZPC. De Franse bedrijven van HZPC worden samengevoegd
en gaan verder als Huchette - Cap Gris-Nez (HCGN).
Nog weer tien jaar later, in 2013, gaat Pierre Huchette met
pensioen en geeft hij het stokje over aan Sébastien Galland.
Het hoofdkantoor van Huchette - Cap Gris-Nez is gevestigd in La
Chapelle d'Armentières, in het noorden van Frankrijk. In Audinghen, op de kaap aan Het Kanaal, is de logistieke basis gevestigd.
Momenteel telt deze Franse dochter 33 fulltime medewerkers.
Met een team van zes personen is de verkoopafdeling verantwoordelijk voor de verkoop van ongeveer 75.000 ton pootaardappelen van 60 verschillende rassen. Het pootgoedareaal
van Huchette is verdeeld over 3.000 hectare en concentreert
zich in het noorden van Frankrijk, met Nord-Pas-de-Calais en
Picardië als belangrijkste gebieden. Deze twee regio’s zijn ook
goed voor tweederde van het totale consumptieareaal van ongeveer 117.000 hectare. Over de afgelopen jaren is het aantal
hectares per teler toegenomen, en daarmee nam het aantal
pootgoedtelers af. De verwachting is dat het areaal volgend
jaar met 3% zal groeien.
De logistieke afdeling, een team van 15 collega’s, zorgt ervoor
dat het pootgoed zijn weg naar de, voornamelijk Franse, ontvanger vindt. De piek ligt tussen 15 maart en 15 april, wanneer
70% van het volume geleverd wordt.
Ontwikkelingen in de Franse markt
De aardappelconsumptie in Frankrijk neemt af, mogelijk mede
doordat de Franse telers hun aardappelen de laatste jaren tegen hoge prijzen hebben kunnen afzetten. In de Franse statistieken is te lezen dat de prijzen in de detailhandel vorig jaar met
24% gestegen zijn. Voor het vastkokende marktsegment, de
chair ferme, was dit een prijsstijging van 17%. De aankopen in
deze sector daalden met 17% in de supermarkten.
Aardappelen staan wel regelmatig op tafel in de Franse keuken, voornamelijk gekookt of gestoomd. Magnetronverpakkingen van 400, 500, 750 of 1000 gram vinden ook meer afzet
in de supermarkten. Komen huisgemaakte frites alleen in het
noorden van Frankrijk voor, de diepgevroren frites raken steeds
meer ingeburgerd in het hele land.
Jaarlijks wordt in Frankrijk zo’n 5,5 miljoen ton consumptieaardappelen geproduceerd voor de professionele markt. Daarnaast wordt door particulieren nog grofweg 0,3 miljoen ton
tafelaardappelen geteeld.
De productie van ca. 5,5 miljoen ton consumptie kan als volgt
worden verdeeld:
• 45% is bestemd voor de verwerkende industrie; frites,
vlokken, chips en peeled. Dit aandeel zal naar verwachting
de komende vijf jaar toenemen.
• 47% is bestemd voor de versmarkt, zowel los als verpakt. Binnen deze markt wordt 1 miljoen ton geproduceerd voor de
retail fresh markt en dit aandeel zal stabiel blijven of licht dalen.
• Het overige deel wordt voor de export geproduceerd en hoe
deze markt zich gedraagt, hangt af van de EU-markt.
In de Franse retail fresh markt kan HCGN zich marktleider noemen. Met rassen als Monalisa, Caesar, Franceline en Annabelle
staat HCGN al een aantal jaren aan de top en haar marktaandeel groeit nog steeds. Twaalf rassen zorgen voor 80% van het
totale volume dat Huchette - Cap Gris-Nez afzet. Monalisa is
het meest verkochte ras, gevolgd door Annabelle, Caesar, Franceline en Marilyn.
De belangrijkste rassen die aan de fritesindustrie worden geleverd, zijn Innovator en Challenger. Vooral Challenger zal de
komende jaren een grote groei doormaken, niet alleen binnen
de fritesmarkt maar ook in de versmarkt.
Voor de huisgemaakte frites probeert HCGN Caesar als een
belangrijk ras naar voren te schuiven.
In het chair ferme segment wordt een groot deel van de rassen
door Huchette geproduceerd. Het bedrijf heeft daarmee een
toonaangevende positie in dit belangrijke segment. Het rassenpakket van onze Franse dochter is uniek in de Franse markt.
Met 60 rassen in het assortiment biedt ze een breed pakket
aan, dat voor zekerheid en stabiliteit zorgt.
Het diepgevroren fritessegment zal toenemen, zowel in QSR
(Quick Service Restaurants) als in Retail Fresh. De versmarkt is
stabiel of neemt iets af. De belangrijkste trend in de aardappelketen is om gemakkelijke aardappelgerechten en trendy
concepten te ontwikkelen om de consument ervan te overtuigen
dat de aardappel gemakkelijk te bereiden en gezond is.
Om de toonaangevende positie in de Franse markt te behouden,
is het van groot belang te bepalen hoe de rassen in de markt
gezet worden en welke klant bij welk ras past. Zo ligt bij een ras
als Gioconda de focus op verpakkers en exporteurs en zal dit ras
niet rechtstreeks zijn weg naar de telers vinden. De verpakkers
spelen hierin een belangrijke rol omdat zij een ras op een goede
manier bij de supermarkten kunnen introduceren. Door een beperkte groep klanten als eerste toegang tot een ras te geven,
krijgen deze klanten binding met het ras en wordt de relatie met
verpakkers, exporteurs en verwerkers verder verdiept.
Christa de Bos, sales support
25
TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES
TRADITIONAL RETAIL FRESH FRENCH FRIES
CRISPS
CRISPS
PEELED
PEELED
uit de m a r k t
Traditional
Retail Fresh
Het is nu begin juni en in principe zou alles uitgeleverd moeten zijn. Echter, zeer recent hebben we nog een aanvullende
order ontvangen voor verscheping naar Centraal-Azië.
Algemeen gesproken is er tevredenheid over de verkopen en
financiële resultaten die bereikt zijn in de traditionele sector,
waarbij vooraf al bekend was dat niet in alle geografische
gebieden het sentiment positief zou zijn. Bijna 100% van de
traditionele handel wordt gedaan met aardappelen van de
Nederlandse pool, waarbij we een hoog percentage van de
productie hebben kunnen verkopen.
Het pootgoedseizoen is ten einde en de verkoopresultaten zijn
zeer positief. HZPC heeft met zijn Retail Fresh rassen in een toch
al goede markt bovengemiddeld gescoord, met goede prijzen
voor de pootgoedtelers als resultaat.
Als team is het belangrijk om constant te blijven werken aan
verbeteringen. Kritische succesfactoren voor de sector Traditional zijn onder andere een betrouwbare voorraadpositie en
correcte kwaliteitscodes aan het begin van het seizoen. HZPC
heeft hiervoor uitstekende systemen, maar voor de begin-input en daarna de voortdurende actualisering van voorraadpositie en kwaliteitsveranderingen tijdens het seizoen, is ook
een hoge mate van discipline nodig.
De kwaliteit van het pootgoed, zoals in het afgelopen seizoen
geleverd aan onze klanten, is in het algemeen goed tot prima.
Tijdens een bezoek aan het buitenland heb ik zelf kunnen
constateren dat de gewassen er goed bij stonden. Men beweerde zelfs dat het pootgoed kwalitatief het beste was over
de laatste vijf jaar. Anderzijds zijn er helaas ook weer teleurstellingen die achteraf vaak verklaarbaar zijn, maar door verkeerde inschattingen toch tot problemen hebben geleid. Het
moet duidelijk zijn dat er voor twijfelachtige partijen geen
markt is. HZPC heeft een hoog kwaliteitsimago dat we absoluut moeten handhaven. Het aantal klachten is zeker gedaald,
maar de omvang per incidenteel geval is duidelijk groter, vandaar bovengenoemde opmerking.
Het is nu nog te vroeg om de afzet voor volgend seizoen goed
in beeld te hebben. Gezien de verdere toename van professionaliteit hebben we alle vertrouwen in de hele keten, van
teelt tot afnemers. Het is duidelijk dat we met ons product
nog steeds een unieke positie in de wereld hebben. Uitdaging
voor allen om dit nog verder te verstevigen.
• Ruggespraak
Ko Geelhoed - sectormanager Traditional
26
Voor de verse consumptieaardappelen in het supermarktkanaal
is het een heel ander verhaal. Het seizoen begon hoopvol met
goede prijzen, maar die hoge verwachtingen werden niet waargemaakt, waardoor het slot uitermate teleurstellend is. De voorraden blijken in heel Europa groter dan verwacht; Rusland heeft
zijn grenzen niet meer opengesteld voor de Europese consumptieaardappelen en ook de export naar andere landen is beneden
verwachting gebleven. Verder is de consumptie van verse aardappelen te laag gebleven. Resultaat: nog relatief grote hoeveelheden onverkochte aardappelen en steeds lagere prijzen.
Nieuwe oogst
Landen als Israël, Egypte en Cyprus, die van oudsher de Europese
supermarkten bedienen met nieuwe aardappelen gedurende de
periode april tot het moment dat de importerende landen hun
eigen oogst weer hebben, hebben moeite hun product op de
nog volle Europese markt te slijten. Gelukkig gaat er vanuit Israël
en Egypte veel naar Rusland en de eigen buurlanden, waardoor
de voorraden beperkt zijn gebleven. Zuid-Europa is vanaf eind
april al aan de markt met een goede kwaliteit, maar vindt onvoldoende afzet op de overvolle markt. In Polen, Tsjechië, Slowakije
en Duitsland worden vanaf de eerste week van juni al lokaal
geteelde aardappelen in de supermarkten verkocht; drie weken
vroeger dan normaal. Dit terwijl de helft van de Zuid-Europese
exportproductie nog verkocht moet worden. Bovendien lijken de
arealen overal in Europa een paar procent te zijn gegroeid.
Traditionele opslag van pootgoed
Het is nog te vroeg om conclusies te trekken, maar bij een normaal groeiseizoen lijken er meer dan voldoende aardappelen te
groeien om de Europese markt te bedienen. De marktverwachtingen zijn dan ook niet hoog gespannen. Maar er kan nog veel
gebeuren, want in Midden- en Centraal-Europa is het groeiseizoen van de late oogst pas halverwege en is de bodemstructuur
in veel gebieden verre van ideaal. Juli tot en met september zijn
de maanden waarin de groei voor een belangrijk deel bepaald
wordt. In de aardappelbranche zijn we sterk afhankelijk van
weers- en natuurinvloeden en het zijn juist die externe factoren,
die het seizoen weer een totaal andere wending kunnen geven.
Jelle Bos - salesmanager Retail Fresh
French Fries, Crisps en Peeled
Het einde van het seizoen 2013/2014 in Europa kenmerkt zich
door lage prijzen en een markt die moeizaam beweegt. Het is
gebleken dat er voldoende aardappelen zijn en de combinatie
met een vroeg pootseizoen en goede groeiomstandigheden in
de eerste periode van het seizoen leidden tot een lage prijsvorming voor de vrije aardappelen. Deze omstandigheden maken
het voor de fritesproducenten gunstig om veel aardappelen te
verwerken en bieden kansen in de export.
De concurrentie met het Noord-Amerikaanse continent is
in een aantal markten hevig. In het oosten van NoordAmerika is het seizoen laat en er moeten daar, eind mei/
begin juni, nog behoorlijk wat aardappelen worden gepoot. De gecontracteerde hoeveelheden zijn in NoordAmerika licht afgenomen, waarbij er een groot verschil is
tussen de diverse staten. In Noord-Europa is het areaal een
paar procent toegenomen, wat in lijn is met de toename
van de verwerkingscapaciteit.
De door HZPC aangegane verplichtingen voor de levering van
pootgoed naar onze klanten zijn uitstekend uitgevoerd. In
korte tijd moest er veel geleverd worden en dit is prima gelukt. Hiervoor een groot compliment voor onze pootgoedtelers en onze logistieke mensen.
De temperatuur en vochtvoorziening na het planten was prima en de meeste aardappelen staan er goed bij.
Het areaal pootgoed is bekend voor Nederland. Het areaal in
de sector Crisps is ongeveer gelijk gebleven en het areaal in de
sector French Fries laat een lichte toename zien. Op het moment dat alle Europese arealen bekend zijn kunnen we ons een
totaalbeeld vormen. De totale verwerking van frites in Europa
blijft stijgen door de groei in zowel de Nederlandse als Belgische verwerkende industrie en de exportmogelijkheden van de
Europese frites. De komende maanden staan in het teken van
klantbezoeken in de diverse gebieden waar onze rassen groeien en het maken van de planningen voor de komende jaren.
Martin Jansen Klomp - sectormanager Processing
Half maart 2014. In Servië worden onze pootaardappelen al weer geladen. Van distribiteur Damkom naar de teler.
27
Een brugfunctie pur sang
• Ruggespraak
Een afspraak met Harm Steenhuis voor een interview in Ruggespraak is snel
gemaakt. Ad rem als hij is, vergt het niet veel bedenktijd en wordt er tijd vrij
gemaakt om zijn werkzaamheden nader te belichten. Eveneens typerend voor
Harm, het interview vindt later plaats dan de planning, 'knippen en plakken' in
zijn agenda lijkt meer regel dan uitzondering. Deze flexibele instelling loopt als
een rode draad door zijn werkzaamheden die niet meteen in brede kring bij
HZPC voor het voetlicht worden gebracht, maar wel een brugfunctie vormen
in het proces van kweekactiviteiten naar commerciële afzet.
28
een d a g uit het le v en va n H a r m s teenhui s
Harm Steenhuis begon in de begin tachtiger jaren van de vorige eeuw in Wehe den Hoorn als assistent teeltbegeleider. In
die periode was dat een trainee functie die begon met lege
zakken bij de telers bezorgen en tegelijkertijd een blik op de
sorteerband werpen gericht op de kwaliteitsaspecten als bijvoorbeeld Rhizoctonia en dergelijke. Het leverde Harm in Groningen de bijnaam op van Harm 'Zak'.
Na een vijftal jaren kwam Harm in Emmeloord terecht, dat
was in de periode van de introductie snelle vermeerdering uitgangsmateriaal en dat werk werd gecombineerd met een
functie als kwaliteitsbegeleider bij havenverladingen. Vanaf
1998 ging Harm fulltime verder als begeleider van de aangesloten kwekers en daar kwam later de rol van agronomist bij
voor diverse groepen medewerkers en afnemers. Hij vervult
nu een zelfstandige brugfunctie in het proces van veredeling
naar de introductie van nieuwe rassen.
Veldbezoeken
Er is veel contact via de buitendienstmedewerkers met de
pootgoed(-stamselectie) bedrijven en tegenwoordig praten
we dan bijna uitsluitend over in vitro materiaal vanwege fytosanitaire aspecten.
“Ik ben een mensenmens”, zegt Harm, “en daarom is het van
belang dat ik in de zomermaanden veel veldbezoeken met de
buitendienst bij telers afleg. Juni en juli zijn de maanden dat
ik feeling moet houden met de nieuwe rassen en zaailingen
en ook met de telers. Die hebben over het algemeen echt veel
verstand van aardappelteelt en dat past bij mij als praktijkmens.
Test the best
"Met de buitendienst monitoren wij via een zogenaamd ‘test
the best’ formulier de opmerkingen over de raseigenschappen, wat weer de basis vormt voor de teeltbeschrijvingen die
voor klanten en telers beschikbaar komen.
In de herfstmaanden verzorg ik in samenspraak met de productmanagers de verdeling van de zaailingen en de rapportages van de teeltproeven in het kwaliteitslab in Emmeloord.
Niet alleen de positieve aspecten zijn van belang, ook de negatieve kenmerken van een ras worden nauwgezet gevolgd."
Het was al duidelijk en wordt snel bevestigd in dit gesprek,
Harm is volledig besmet met het aardappelvirus en absorbeert
links en rechts de kennis die vanuit de praktijk en via aanverwante agrarische bedrijven bij hem binnenkomt. Ieder jaar
komt er, bijvoorbeeld via de leveranciers van de gewasbeschermingsmiddelen, wel één of meerdere middelen op de
markt die een impuls kunnen geven aan de opbrengst of vitaliteit van de aardappel. Deze contacten leiden soms tot proeven met zoals onlangs fulvinezuur en bijmesting met steenmeel. Veelal gericht op plantversterking. “Soms doen we er
wat mee en soms niet”, aldus Harm, daarmee enigszins het
belang van al die nieuwe middelen te relativeren.
HZPC heeft zich in het laatste decennium sterk ontwikkeld als een internationale organisatie met diverse vestigingen op verschillende continenten. Wat is daarin je rol?
“Het delen van kennis is de belangrijkste taak, onder andere
tijdens de internationale ‘technical meetings’ die wij een of
meerdere malen per jaar organiseren. Het is van belang om
het geheel van het HZPC-pootgoed naar een hoger plan te
tillen. Mede dankzij gastsprekers die bijvoorbeeld iets vertellen over aardappelbewaring proberen wij de kennis die in Nederland volop aanwezig is te verspreiden via ons internationale netwerk. Een brugfunctie pur sang. Je ziet dat ik voor de
buitenlandse collega’s steeds meer als vraagbaak ga fungeren
en dat daarmee het kennisniveau wordt verhoogd bij onze
dochterondernemingen in het buitenland. In dat opzicht is de
specialisatie van mij als teeltbegeleider erg zinvol in internationaal verband."
Harm is wars van autoritair gedrag en dat past uitstekend om
jonge collega’s bij te staan in teelttechnische vraagstukken.
Niet alleen voor collega’s, maar ook bij de stamselectiebedrijven ziet hij bij de bedrijfsopvolging dat deze jonge honden er
vol in vliegen, zoals hij dat noemt. “Leuk om mee te werken.”
Een ander onderdeel van zijn werk zijn de rasinformatiebijeenkomsten in de wintermaanden en de velddagen in de
zomer. “Naast de organisatie is het van groot belang dat iedereen zijn mening kan geven en dat die mening ook wordt
meegenomen om daar later voordeel mee te doen. Bij rasontwikkeling is niet elk schot raak en daarom moet je ook openstaan voor tegenvallers en soms besluiten om maar met een
ras te stoppen vanwege grote teelttechnische beperkingen.
“De haan kraait niet altijd victorie!"
De ontwikkelingen in de landbouw qua automatisering,
denk aan GPS en robotisering gaan snel de afgelopen jaren, hoe zie jij de nabije toekomst?
“Het gebruik van miniknollen zal drastisch toenemen de komende jaren om de risico’s zoveel mogelijk te beperken in de
teelt. De schaalvergroting zal doorgaan en de ICT zal een
steeds belangrijkere functie gaan vervullen. Een promotiefilmpje van John Deere lichtte al eens een tipje van de sluier op
door te tonen wat allemaal binnen handbereik is via automatisering en robotisering. ‘Op afstand’ boeren is eigenlijk dichterbij dan wij denken. Een bespuiting of beregening van een
gewas in bijvoorbeeld Roemenië via de computer in een Nederlandse schuur is geen utopie meer. Dat geldt ook voor de
ontwikkeling van zogenaamde ‘drone’ technieken. Het gebruik ervan staat in de kinderschoenen, maar het is wel een
techniek waar in de landbouw de komende jaren nog vele
toepassingsmogelijkheden voor zijn te bedenken. Maar zelf
ben ik niet echt een ‘computerman’, ik ben meer iemand van
interactie tussen mensen en direct contact.”
Nieuwe technieken zullen er ook komen in de veredeling. Het
is voor HZPC belangrijk om daar vanaf het eerste uur bij aanwezig te zijn om een leidende rol in de rasontwikkeling te
kunnen blijven houden.
Typerend
Aan het einde van het gesprek maakt hij de opmerking: “Durven
geven en een open houding in kennisverspreiding, dan ontvang
je ook iets terug." Die uitspraak is wel typerend voor zijn instelling. Openstaan voor andere meningen, een flexibele instelling
hebben en waar nodig aanpakken. En dat alles met een agenda
die bepaald wordt door de vaste, dagelijkse aanvangstijd, maar
geen eindtijd kent!
Johannes Terpstra, planner export
Fotografie: Ad van Luyk
29
• Ruggespraak
H Z P C v e l ddag e n
30
Buitendienstgebied Dag
DatumLocatie
Leen Vogelaar
Hans Rooms
dinsdag 1 juli
De Wilhelminapolder, Meestoofweg 6, Wilhelminadorp
John van Meel
Eise Timmerman
woensdag
2 juli
P. voor den Dag, Klutenweg 26, Bant
Willem Esselink
Hans Lakeman
donderdag
3 juli
P. Miedema, Ulkeweg 34, Slootdorp
Kor Sikkema, Bennie Huizenga
maandag
7 juli
J. Werkman, Breede 20, Warffum
Derk Johan van Dam
Garco van den Berg
Menna Hospers
dinsdag
8 juli
J. Werkman, Breede 20, Warffum
Menno Fokkema
Joop Jukema
woensdag
9 juli
Fa. Polstra, Monnikebildtdijk 81, Oude Bildtzijl
Boudewijn van der Weide,
Willem Vellema
donderdag
10 juli
Fa. Polstra, Monnikebildtdijk 81, Oude Bildtzijl
Op 18 maart 2014 zijn zes bokalen, door diverse HZPC kwekers zelf of mede namens, in ontvangst genomen:
V.l.n.r.: de heren H. en K. Biemond voor het ras BLUE STAR, de heer P. van der Zee voor de rassen TALENTINE en GIOCONDA, mevrouw
D. Bierma voor het ras SUNITA, de heer F. van der Zee voor het ras MAGENTA LOVE en de heer J. Zingstra voor het ras NAVIGATOR.
a gend a
nieuwe medewe r k e r s
• Aardappeldemodag
Baukje de Groot (29)
Is getrouwd met Sybren, hebben samen twee kinderen en wonen in
Broeksterwoude. Baukje is op 2 juni
2014 in dienst getreden bij HZPC.
Wat is je functie en wat houdt het in?
Ik ben fytopathologe. Mijn werkzaamheden zullen vooral bestaan uit productiematig onderzoek naar schimmels en bacteriën in aardappelen. Dit onderzoek zal
uitgevoerd worden in cel, kas en veld, dus heel veelzijdig.
Wat heb je hiervoor gedaan?
Hiervoor heb ik bij de NAK gewerkt als analist, waarbij ik
vooral onderzoek naar virussen deed. Daarvoor heb ik bij Rijk
Zwaan in De Lier gewerkt als analist fytopathologie, waarbij ik
ook allerlei ziekteonderzoek gedaan heb in verschillende
groentegewassen.
Waarom HZPC?
Toen ik hoorde dat er een vacature voor fytopatholoog was,
heb ik besloten om te gaan solliciteren. Zo’n kans komt niet
zo vaak voorbij, vooral ook omdat het voor mij heel dichtbij is.
Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen?
Wat ik er tot nu toe van gemerkt heb, is dat er een prettige
werksfeer is. Een erg leuk bedrijf om te mogen werken!
Wil je nog iets delen met je nieuwe collega’s?
Ik zie ernaar uit om mijn collega’s te leren kennen en ook om
een bijdrage te mogen leveren aan het interessante werk dat
HZPC doet.
Westmaas - 20 augustus
• Weuthen-Kartoffeltag
Duitsland - 28 augustus
• Potato Europe Bockerode
Duitsland - 3 en 4 september
Personeel
In dienst
HZPC Holland B.V.
01-06-14: Baukje de Groot-v.d. Veer, fytopatholoog,
R&D Metslawier
Jubilea
12,5 jaar in dienst
12-05-14: Valentina van Dijk, telefoniste/receptioniste Joure
Florence Rose
woont in Charlottetown, Prince Edward Island, Canada, en is op 6 januari
2014 in dienst getreden bij HZPC Americas Corporation in Canada.
Wat is je functie en wat houdt het in?
Ik werk in het nieuwe tissue-culture laboratorium van HZPC waar ik zorg
voor de snelle vermeerdering en instandhouding van aardappelrassen.
Wat heb je hiervoor gedaan?
De afgelopen tien jaar heb ik gewerkt bij Sekisui Diagnostics
PEI, een producent van diagnostische test kits voor klinische
laboratoria. Jaren geleden heb ik gewerkt bij Phytocultures
Ltd en daar heb ik ervaring opgedaan in de snelle vermeerdering van aardappelen.
Waarom HZPC?
Ik ben blij om weer met aardappelen te werken in een tissueculture laboratorium.
Wat zijn je ervaringen tot nu toe en wat is je opgevallen?
Werken bij HZPC Americas Corp. bevalt me erg goed, ik vind
het een mooi bedrijf met geweldige collega’s in een klein toegewijd team.
COLOFON
Hoofdredacteur Jan Hendrik van der Tas Eindredacteur Martin
Jansen Klomp Redactieleden Bennie Huizenga, Johannes Terpstra
Redactie Jessica de Bey Redactiesecretariaat Annechien BornStok, Janny van der Weide Vormgeving De Bey Communicatie &
Vormgeving B.V. Druk Graphic Minds Aan dit nummer werkten
mee: Gerard Backx, Amber Boomsma (Tekstlabel), Jelle Bos,
Christa de Bos, Ko Geelhoed, Nanning Giliam, Arjan Plomp, Ron
Reiss, R.S. Somashekhar (Somu), Geert Staring, Feico Tijmstra,
Henk Visser e.a. Fotografie Ad van Luyk, Roelof Varkevisser e.a.
Adres Postbus 88, 8500 AB Joure
Telefoon 0513 - 489 888 Fax 0513 - 489 800
E-mail [email protected]
Internet www.hzpc.com
Ruggespraak is een uitgave van HZPC Holland B.V.
Verschijnt vier maal per jaar. Oplage 2.250 ex. Jaargang 16
Copyright © HZPC, Joure. Alle rechten voorbehouden.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd,
opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of
openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij
elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of
op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van de uitgever.
31
www.hzpc.com