SYMPOSIUM GENETICA VOOR DE FOKKERIJ Op 18 juni jl. organiseerde het Expertisecentrum Genetica Gezelschapsdieren van de faculteit Diergeneeskunde (Universiteit Utrecht), in samenwerking met de Raad van Beheer, voor de eerste maal een symposium over genetica voor de fokkerij. De bedoeling is om dit een jaarlijks terugkerend evenement te maken. Voor de vertegenwoordigers van rasverenigingen was er vooraf de workshop ‘Hoe ontwerpt u een gezond fokbeleid voor uw ras?’ Belangrijke punten over fokken in gesloten populaties werden naar voren gebracht. Een aantal randvoorwaarden werd gegeven en de deelnemers werd duidelijk gemaakt dat er bij veel rassen serieus rekening met verwantschap en inteelt moet worden gehouden. Alleen dan kan worden voorkomen dat meer ziekten in een ras naar voren komen. Er ontstond een levendige discussie, waarbij de problemen en oplossingen van de verschillende rassen werden besproken. Eén oplossing hoe om te gaan met té weinig heterogeniteit werd gegeven door Marianne Eggink van de Algemene Vereniging Liefhebbers Saarlooswolfhonden. Door een hond van een ander ras in te kruisen bestaat de mogelijkheid om de heterogeniteit in de populatie te vergroten. Prof. dr. Jan Rothuizen gaf aan dat het, naast het bewaren van de heterogeniteit, essentieel is om ook DNA testen te gebruiken. Op die manier kun je honden blijven gebruiken (dragers en soms zelfs lijders van een aandoening, in combinatie met vrije dieren) en heeft de rashond toekomst! Belofte voor de toekomst Drs. Liesbeth Meijndert vertelde over de mogelijkheden om gegevens van dierenartspraktijken te gebruiken om de gezondheidstoestand binnen een ras te bekijken. Een goed beeld van de situatie binnen een ras is essentieel voor het opstellen van gericht fokbeleid. Ook kunnen op deze manier de resultaten van het fokbeleid gemeten worden. Het ministerie van Economische Zaken heeft het Expertisecentrum de mogelijkheid gegeven om dit systeem op te zetten. Liesbeth heeft voorbereidingen getroffen om dit, in de nabije toekomst, via de praktijk managementsystemen van dierenartspraktijken te gaan doen. De meetmethode is voortgekomen uit een eerste, verkennende studie in opdracht van het Ministerie, waarbij drie rashondenpopulaties onder de loep zijn genomen. Er is door de onderzoekster allereerst uitgebreid literatuuronderzoek gedaan, waarna de specialisten en aansluitend de database van de Universiteitskliniek zijn geraadpleegd. De uitkomsten hiervan zijn teruggekoppeld naar de rasverenigingen en gebruikt voor het verzamelen van gegevens uit tien eerstelijns dierenartsenpraktijken. Deze gegevens lieten onder andere zien, dat er binnen de onderzochte populaties (Labrador Retriever, Chihuahua en Franse Bulldog) een zeer groot aantal look-alikes voorkomt. Het algemene beeld van de gezondheid van deze rassen wordt dan ook door deze dieren bepaald. De Raad van Beheer heeft meegewerkt aan de studie-opzet en heeft de controle gedaan van de chipnummers (rashond met stamboom of look-alike). Dit alles heeft een mooi onderzoeksresultaat opgeleverd (Het gehele rapport is te vinden op de website van de overheid: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-enpublicaties/rapporten/2014/05/27/incidentie-van-schadelijke-raskenmerken-en-erfelijke-gebrekenbij-populaties-van-gezelschapsdieren.html ) en is een belofte voor de toekomst. DNA technieken Dr. Frank van Steenbeek hield een lezing over DNA technieken. Wat is DNA, hoe ga je om met ziektes en de ontwikkeling van DNA testen? Hoe werkt het, hoe snel gaat het en wat kost het? De ontwikkeling gaat zo snel dat het nu mogelijk is DNA testen te ontwikkelen tegen steeds minder kosten. Het is hierbij essentieel dat er van genoeg dieren die de ziekte hebben en van dieren die de ziekte niet hebben DNA beschikbaar is. De recentelijk door de Raad van Beheer geïntroduceerde DNA-databank kan hierbij van grote waarde zijn. Hoewel de kosten behoorlijk zijn afgenomen, moet voor de ontwikkeling van een eenvoudige DNA-test toch nog wel gedacht worden aan een bedrag van ca 50.000 euro. Echter, de heer Van Steenbeek gaf aan dat er niet altijd alleen maar geld van de rasvereniging hoeft te komen. Er zijn ook stichtingen die soms geld beschikbaar stellen en zowel nationaal als internationaal zijn er samenwerkingsmogelijkheden tussen verenigingen om de kosten te delen. Prioriteit en focus Prof. dr. Jan Rothuizen gaf in de laatste presentatie aan dat het voor rasverenigingen en rassen van belang is om goed na te gaan wat het belangrijkste probleem binnen het ras is. Zorg ervoor dat er een prioriteit is en focus op wat belangrijk is. Door deze focus is de kans op succes groot en kan er, samen met het Expertisecentrum en de Raad van Beheer, gericht worden gewerkt aan definitieve oplossingen voor ziekteproblemen. Nederland is uniek in haar infrastructuur, één universiteit van wereldklasse, één organisatie die de rashonden vertegenwoordigt en een databank met DNA van alle rashonden. Deze ingrediënten, in combinatie met de informatie die uit het onderzoek van Liesbeth Meijndert gaan komen, zorgen dat de informatie en het materiaal beschikbaar zijn om DNA testen te ontwikkelen en de rashondenfokkerij te ondersteunen. De tijd is gekomen om verandering in te zetten en dit tot een succes te maken. Dr. Ingeborg de Wolf leidde de afsluitende discussie, waarin vooral veel aandacht was voor de praktische uitwerking van de in de lezingen gegeven adviezen. Hierbij werd de Raad van Beheer ook enkele malen om een standpunt gevraagd. De gehouden presentaties zullen na de zomervakantie beschikbaar komen via de website van de Universiteit Utrecht.
© Copyright 2024 ExpyDoc