De Vitale Groene Stad

vitale
groene
stad
NR
03
01 | 2014
De straat is van
de burger
Jos Heijmans, burgemeester
van Weert, blijft vasthouden
aan het hoogste onderhoudsniveau. Maar ‘burgerparticipatie ligt aan de basis van
elk proces’.
12
Thema: decentralisatie
Hoe werkt de decentralisatie
van natuur en landschap?
Hoe zetten gemeenten groen
op de agenda? Deze vragen
worden beantwoord in dit
thema. Plus de case Amstelveen.
30
Wonen en zorg
Hoe een tuin bijdraagt aan
welzijn. Wanneer demente
ouderen in opvanghuizen
toegang hebben tot een
tuin, wordt het geheugen
scherper.
32
Economie
Hoe je economie en groen
verbindt, laat de gemeente
Brunssum zien.
i n s p i r at i e b r o n v o o r e e n l e e f b a r e , g r o e n e s a m e n l e v i n g
vitale
groene
stad
nieuwsbrief
www . v i t a l e g r o e n e s t ad . n l / i n s c h r i j v e n
De digitale nieuwsbrief van de Vitale Groene Stad wordt
tweewekelijks verstuurd naar een brede doelgroep,
bestaande uit: gemeenten en andere overheden, waterschappen, groensector, gezondheidzorg, bouw en infra.
Wilt u tweewekelijks op de hoogte blijven van de groene
Ook is het mogelijk om via
Twitter op de hoogte te blijven
via @VitaleGroenStad.
ontwikkelingen, zoals over TEEB Stad, bijeenkomsten en
andere inspirerende nieuwsberichten?
MELD U DAN AAN via www.vitalegroenestad.nl / inschrijven
opinie
foto: Maarten Dings
De straat
is van de
burger, niet
van de
gemeente
Jos Heijmans
burgemeester van Weert
Als burgemeester van Weert heb ik zelf de bijzondere kwaliteit van
Weert mogen ontdekken. Waar je ook in de stad bent, je ervaart
gewoon dat hier decennia lang uiterste zorg is besteed aan de aanwezigheid en kwaliteit van groen, natuur en het landschap. Belangrijker nog, het zijn onze burgers die het bestuur ertoe aanzetten.
Door de grote betrokkenheid van onze samenleving is het voor
ons, bestuurders, duidelijk dat we onze stad inrichten mét en voor
onze burgers, we zijn samen verantwoordelijk voor onze eigen
leefomgeving.
De titels Groenste Stad van Nederland 2012 en Europa 2013 vermarkten zich voor een gedeelte zelf. Natuurlijk dragen we daar zelf
ook aan bij door actief regionale en landelijke organisaties te benaderen. Daarnaast hebben we de ambitie om dit jaar de mondiale
titel binnen te halen in de competitie Community’s in Bloom. Maar
vooral ondernemers, belangengroeperingen en burgers grijpen
deze waarderingen aan om er actief mee aan de slag te gaan en zelf
initiatieven op te starten. En dan gaat het pas echt leven. Zij doen
dat onder meer door vergroening van de binnenstad en schoolpleinen en door biodiversiteitsprojecten in buurten. Investeren in
de kwaliteit van de stad is voor ons investeren in de mensen. Zo
bouwen we hier in Weert aan een hechte gemeenschap met actieve
burgers. Van beleid tot beheer, burgerparticipatie ligt aan de basis
van elk proces. Ik ben van mening dat je geen goed beleid kunt voeren, zonder echt iets wezenlijks te doen met de stem van de burger.
Het is toch hun straat of leefomgeving, niet die van de gemeente.
Ik durf voorzichtig te stellen dat er positieve effecten op de woningbouwmarkt zijn. Het kan nooit hard aangetoond worden, maar het
behalen van de eerder genoemde erkenningen zegt wel degelijk
iets over de woonkwaliteit die we aanbieden en dat geldt ook voor
het vestigingsklimaat van bedrijven. Ondanks de bezuinigingsdruk
blijven we vasthouden aan het hoogste onderhoudsniveau. Ik vind
dat je niet terug moet gaan in kwaliteit, want op termijn betaal je
de rekening daarvan ongetwijfeld dubbel zo hard. We kijken naar
aanleiding van het jurybezoek wel kritisch naar ons groenbeheer,
met de nodige aandacht voor kostenefficiëntie en beeldkwaliteit.
En een andere aanbeveling van de jury was om te investeren in de
feestelijke en groene aankleding van de stad. Dit wordt nu samen
met de ondernemers van de binnenstad opgepakt. En dat in het
feestjaar ‘Weert 600 jaar’, prachtig toch? We zetten nog meer dan
ooit in op branding van onze regio, het sterker promoten van het
prachtige grenspark Kempen-Broek en van de stad zelf. Je ziet, ik
ben er trots op: kom ervan genieten!
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 3
Op
c olo f on
Magazine Vitale Groene Stad informeert én inspireert overheden, orga-
A bonneren / nummer
o p vragen
nisaties en bedrijven die zich profes-
W ilt u zich (gratis) abonneren op het
sioneel bezighouden met de planning
magazine Vitale Groene Stad of een
en ontwikkeling van groen stedelijk
editie opvragen, stuur dan een
gebied. Het magazine is een uitgave
e-mail aan [email protected]
O nderstaande part i j en onder steunen de f i loso f i e van de
V i tale G roene S tad
van de stichting Entente Florale
Nederland in samenwerking met Elba
Commer c i e
Media. Entente Florale organiseert
Voor de commerciële mogelijkheden
jaarlijks de Nationale Groencompetitie
voor een partnership of het plaatsen
voor dorpen en steden. Daarnaast is
van een advertentie kunt u contact
Entente Florale verantwoordelijk voor
opnemen met Philip de Vreeze van
het uitdragen van de Vitale Groene
Elba Media: p.devreeze@elbamedia.
Stad. Elba Media is de grootste
nl, 06-1967 7300.
Nederlandse uitgeverij van vakbladen,
congressen, seminars en studiereizen
op het gebied van ruimtelijke ordening
A an de z e u i tgave
wer k ten mee :
en gebiedsontwikkeling.
Edward Doelman, Dorien Elsin-
Magazine Vitale Groene Stad wordt
ger, Rudi Engel, Jan Habets, Jos
verspreid onder overheid (gemeen-
Heijmans, Marco Hoffman, Marga-
ten, provincies, waterschappen,
reth Hop, Frank van Suchtelen en
Rijk), politici, bedrijfsleven (bouw- en
Madelon Tijdink.
groensector, projectontwikkelaars),
onderwijs- en kennisinstellingen,
Cover f oto
gezondheidssector en (landschaps-)
De provincie is verantwoordelijk voor
architecten.
het ontwikkelen van natuur en landschap, ook in Drenthe. Daarbij werkt
R eda c t i e
ze nauw samen met andere stake-
Miriam Meier-Boschaart
holders. Zo stelde ze samen met
Elba Media
vertegenwoordigers van de Drentse
Paulus Borstraat 41
gemeenten en andere overheden,
3812 TA Amersfoort
belangengroepen, marktpartijen
T 033-8700 100
en inwoners de kernkwaliteiten
op. Hierbij gaat het om zaken als
Hoo f dreda c t i e
oorspronkelijkheid (Drents eigen);
Roel van Dijk, Entente Florale
naoberschap; de menselijke maat en
Nederland
kleinschaligheid (Drentse schaal).
Postbus 476
Foto: Gemeente Tyaarlo
2800 AL Gouda
[email protected]
Vitale Groene Stad verschijnt in
T 06-49871008
2014 in mei en oktober/november.
Het bevat informatie die met de
art d i re c t i on &
V ormgev i ng
meeste zorgvuldigheid is samenge-
Kilian Idsinga, Elba Media
bv ontvangen geen enkele aanspra-
steld. Entente Florale en Elba Media
kelijkheid voor mogelijke gevolgen
D ru k wer k
die zouden kunnen voortvloeien
Colourcake, Den Haag
uit het gebruik van in deze uitgave
opgenomen informatie.
O p lage
10.000 exemplaren
Co
pagina 4
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
h oo f dreda c t i oneel
gedeelde
verantwoordelijkheid
is de toekomst
Groen scoorde opvallend hoog bij de gemeenteraadsverkiezingen.
79 procent van de politieke partijen nam groen op in het partijprogramma, blijkt uit onderzoek van Alterra onder 17 grote gemeenten. Maar wat blijft ervan over in de collegeakkoorden, dat is de
vraag. Hoe dan ook, de grote aandacht voor groen op lokaal niveau
geeft aan dat het belang en de waarde ervan niet meer ter discussie
staan. Dat is alvast winst!
Natuurlijk ontkomt het groen niet aan de bezuinigen en dat zal na
de gesloten collegeakkoorden niet heel anders worden. Achterom
blijven kijken naar hoe het was heeft geen enkele zin; de tijden
zijn drastisch veranderd. Willen we vooruit gaan en de kwaliteit
van het groen op peil houden – of nog liever: verbeteren – dan
hebben we andere financieringsmogelijkheden en -partners nodig.
En dat lukt alleen als we naar de totale waarde van groen kijken.
Niet alleen naar de mooie buitenkant, maar met name naar wat
het groen voor ons oplevert, zoals de burgemeester van Weert dit
uitstekend verwoordt op de opiniepagina. Een gemeente die dit
onderkent en deze uitdaging aangaat, is Brunssum. In een artikel in
deze uitgave geeft de burgemeester aan dat in zijn stad sterk wordt
ingezet op de beleving van groen, omdat dit een positief effect
heeft op de economie. De miljoeneninvesteringen in het groen
maken deze krimpgemeente interessant als woon- en recreatiegemeente. Met andere woorden: de investeringen van nu hebben als
doel het aantrekken van nieuwe inwoners, ondernemers, toeristen
en recreanten. Dit brengt simpel gezegd geld in het laatje.
Roel van Dijk
Hoofdredacteur Vitale Groene Stad
[email protected]
Een ander sprekend voorbeeld in dit blad is de gemeente Amstelveen. KLM draagt daar bij aan een groene omgeving, omdat zij wil
dat het personeel een aantrekkelijke route kan lopen in de pauze.
Naast KLM zijn er dertig andere bedrijven, waaronder Canon,
die een bijdrage leveren aan het groene klimaat in de gemeente,
naast de niet te vergeten inzet van de burgers. Deze weg, die van
gedeelde verantwoordelijkheid, is de toekomst. Waarbij gemeenten de regierol dienen te houden en waar mogelijk coalities aangaan. Dat sluit aan op wat Kees Jan de Vet, lid van de directieraad
van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, aangeeft: ‘Door
groen en natuur te koppelen aan andere maatschappelijke thema’s
zijn veel win-winsituaties te creëren.’ Hij doelt onder meer op de
extra taken die met de drie grote decentralisaties op het bordje
van de gemeenten zijn terechtkomen. Door slim te combineren
kunnen effectieve en interessante combinaties ontstaan, aldus De
Vet. Deze decentralisatieslag wordt toegejuicht door gedeputeerde
Rein Munniksma van de provincie Drenthe, omdat de provincie
dichter bij de praktijk staat dan het Rijk en ook nauwe banden
heeft met de gemeenten.
Jan Habets
Projectleider Vitale Groene Stad
Met de artikelen in dit blad hopen we u te inspireren en nieuwe
inzichten te geven in de ontwikkelingen. Veel leesplezier!
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 5
Ho
i n h oudso p gave & agenda
agenda
i n h oudso p gave
» 14 t/m 17 mei 2014
Dag van de Stadslandbouw
Locatie: Utrecht
www.dag vandestadslandbouw.nl
» 25 mei t/m 21 september 2014
Landschapstriënnale Lingezegen
Locatie: Elst (gld)
www.landschapstriennale.nl
» 3 juni 2014
Masters in regionaal voedsel
Locatie: Dronten
www.kcagro.nl/nl-nl.aspx
» 5 juni 2014
Kennisbijeenkomst ‘Groene baten door
slimme plantkeuze’
Locatie: Leeuwarden
www.vitalegroenestad.nl/kennisbijeenkomst
BD
B ele i d / D e c entral i sat i e 1 2
In
Internat i onaal 1 8
BG
B ele i d / G emeente 2 0
Ey
E y e c at c h er 2 4
» 10 juni 2014
Kennisatelier ‘Groene Energieke Samenleving’
Locatie: Amersfoort
www.vitalegroenestad.nl/kennisatelier
» 14 t/m 21 juni 2014
Nationale Tuinweek
Locatie: Nederland en België
www.groei.nl/artikel/nationale-tuinweek-2014
» 26 juni 2014
Stadsvee, kansen en verantwoordelijkheden
Locatie: Almere
www.kcgroen.nl
» 10 september 2014
Nationale Groendag
Locatie: Groningen
www.nationalegroendag.nl
» 5 november 2014
Landelijk Congres Openbare Ruimte, dag 1
Locatie: Almere
www.lcor.nl
» 10 december 2014
Landelijk Congres Openbare Ruimte, dag 2
Locatie: Nijmegen
www.lcor.nl
IA
pagina 6
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
Om tafel met twee ‘groene’ mannen van verschillende overheden – overheid en provincie – levert naar goed Drents gebruik geen
knetterend vuurwerk op. ‘W ij hebben elkaar
hier altijd al nodig gehad.’ Wethouder Harm
Assies (gemeente Tynaarlo) en gedeputeerde
Rein Munniksma (provincie Drenthe) gaan
met elkaar in gesprek over de veranderende
rollen in het decentralisatietijdperk.
Groen en Kristianstad (Zweden) zijn onafscheidelijk. Groen draagt niet alleen bij aan
het mentale en fysieke welzijn van de inwoners van het Zuid-Zweedse stadje; er is ook
een economisch belang.
Groen activeert, verdient, ademt, trekt aan
en zorgt. En daar kun je als gemeente veel
mee doen. Wat dan? Dat legt de Vereniging
Nederlandse Gemeenten (VNG) uit in het
pamflet ‘Groen Verbindt’, dat gemeenten in
de periode na de verkiezingen helpt bij de
vertaling naar beleid. In gesprek met Kees
Jan de Vet van de VNG.
In het Eikenven in Oisterwijk drijft een deel
van het door Susan Dona gemaakte kunst-
02 | nummer 01
i n h oudso p gave & agenda
e y e c at c h er
On
werk ‘Connection’. Een voorproefje op de
manifestatie Kunst en Bomen 2014.
BC
WZ
Ec
B ele i d / c ase 2 6
Hoe groenbeleid daadwerkelijk onderdeel
wordt van gemeentebeleid, laat Amstelveen
zien met haar Groenvisie. In deze gemeente
heerst een rijke traditie omtrent groen, bijna
100 jaar geleden werd er al structureel op
gestuurd. ‘Deze traditie met veel oog voor
groenstructuren is voortgezet en door het
bestuur vastgehouden’, vertelt John Levie,
wethouder Ruimtelijke Ordening.
Pr
O nderw i j s 3 6
Hoe zorgen we ervoor dat de stad leefbaar en gezond blijft? Aan de hogeschool
CAH Vilentum Almere richten de studenten
zich op natuur en gezondheid in relatie tot
verdienmodellen in het stedelijk gebied. Een
interview met Dinand Ekkel, lector ‘Natuurlijk
en Gezond Samen-Leven’.
Pra k t i j k 3 8
Het keurmerk duurzame boomkwekerij­
producten van Groenkeur was nog niet klaar
of de aanmeldingen kwamen al binnen. De
behoefte aan het keurmerk is groot.
W onen en z org 3 0
Woonzorgcentrum St. Jozef heeft haar eigen
dementietuin: een tuin waarin de behoeften
van dementerende ouderen centraal staan.
Hoewel je dat niet direct ziet, want een dementietuin is eigenlijk juist heel gewoon.
E n verder i n d i t nummer
Opinie burgemeester Jos Heijmans
E c onom i e 3 2
p03
Hoofdredactioneelp05
Hoe je economie en groen verbindt, laat de
gemeente Brunssum zien. Een sprekend
voorbeeld vormen de plannen voor Nature
Wonder World, een groen themapark dat
voor een flinke economische impuls in de
vergrijzende regio moet zorgen.
Kortp08
PPOdiump42
Productenp46
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 7
IA
k ort
Eerste boomspiegel geadopteerd in Leeuwarden
In Leeuwarden is onlangs door wethouder Harry
van der Molen, samen met leden van Coöperatie de
Hoftuinen, de eerste boomspiegel van de gemeente
geadopteerd. Het is de eerste van in totaal zestig
boomspiegels (het stuk grond rondom de stam van de
boom) die in de wijk Achter de Hoven kunnen worden
geadopteerd.
Foto: Gemeente Leeuwarden
Inwoners van de gemeente Leeuwarden kunnen nu ook
een boomspiegel aanvragen en adopteren om hun eigen
bloemperkje aan te leggen, beheren en onderhouden. De
buitendienst van de gemeente zorgt ervoor dat een witte
tegel naast de boomspiegel komt te liggen. Zo weten de
onderhoudsmedewerkers dat het om een geadopteerde
boomspiegel gaat.
De Stadsakker start groentekwekerij in Groningen
Twee jaar na de start van haar stadstuinwinkel
komt De Stadsakker met een nieuw initiatief op
het gebied van stadslandbouw. In Hoogkerk is
een lokale groentekwekerij gerealiseerd die moet
uitgroeien tot ‘groenteoase’ aan de stadsrand van
Groningen.
Foto: Merlijn Albering
Het doel van De Stadsakker is het ontplooien van
initiatieven om groente en fruit terug te brengen
naar de achtertuin. De Stadsakker-kwekerij is het
eerste ‘echte’ stadslandbouwbedrijf in Groningen.
Ko
pagina 8
Met behulp van crowdfunding is de eerste
van drie geplande tunnelkassen
inmiddels
geplaatst. De deelnemers zijn niet alleen
betrokken bij dit project
door middel van een
financiële bijdrage; ook
wordt nagedacht over
wie in de kwekerij aan de
slag kan. De opbrengst
gaat in de vorm van
groentepakketten naar
de partners en naar de
winkel in de stad. Wat
daarna overblijft, wordt
ter beschikking gesteld
aan de Voedselbank.
v i ta l e g r o e n e s ta d
Lageschaar en Griffioen Wassenaar strategisch
partner Vitale Groene Stad
Vasteplantenkwekerij Lageschaar uit Aalten en Griffioen
Wassenaar Vaste Planten hebben zich recent aangesloten
bij het platform de Vitale Groene Stad. Zowel eigenaar
Laurens Lageschaar als directeur Bert Griffioen geven
aan hiervoor gekozen te hebben om de vaste planten in
het openbaar groen en het belang daarvan onder de aandacht te brengen van zowel bestuur als uitvoerenden van
de overheid.
Meer informatie over de bedrijven is te vinden op www.lageschaar.nl
en www.griffioenwassenaar.nl
|
jaargang
02 | nummer 01
Nationale groencompetitie Entente Florale 2014 van start
Op 15 mei worden Dronten en Willemstad als eerste
gemeenten door de onafhankelijke en deskundige
jury van Entente Florale
beoordeeld op hun groene
leefomgeving. Het doel van
de competitie is het multifunctionele belang van het
groen breed onder de aandacht te brengen van overheden, bedrijfsleven en burgers. Voorzitter Jaap Spros:
‘De groencompetitie is geen
einddoel, maar een uitstekend vehikel voor gemeenten om zich te profileren als
groen en leefbaar.’
De criteria van de jury zijn
onderverdeeld in zes groepen: Visuele en ruimtelijke
kwaliteit, Cultuurhistorisch
erfgoed, Cultuurgroen & buiteninrichting, Natuur & landschap, Recreatie & toerisme
en Duurzaamheid & milieu.
De groepen worden door een
onafhankelijke jury, waarin de
diverse relevante disciplines
zijn vertegenwoordigd, beoordeeld op de gemeentelijke
visie en de kwaliteit van inrichting, beleid en beheer. Ook
onderwerpen als participatie
en educatie zijn belangrijke
items.
De deelnemende gemeenten
kunnen goud, zilver of brons
winnen. Daarnaast kunnen de
gemeenten themacertificaten
behalen op speciale onderdelen, zoals Groen & gezondheid, Groen & economie,
Burgerparticipatie en Biodiversiteit. Laatstgenoemd onderdeel is dit jaar met name een
belangrijk aandachtspunt. De
deelnemende gemeenten zijn:
Dronten, Doetinchem, Bergen
op Zoom en Oisterwijk. Deelnemers in de categorie kleine
steden en dorpen zijn: Willemstad (gemeente Moerdijk),
Beesel, Vianen en Hoenderloo
(gemeente Apeldoorn).
Internationaal
In de Europese competitie
wordt Nederland dit jaar vertegenwoordigd door Amstelveen en Zuidlaren, kern van
de gemeente Tynaarlo. Op
2 augustus wordt Zuidlaren
door de jury beoordeeld en
op 4 augustus Amstelveen.
Op 10 september worden in
Groningen tijdens de Nationale Groendag de winnaars
bekendgemaakt van de Nederlandse competitie. Op 26 september vindt in Hongarije
de Europese prijsuitreiking
plaats.
Aandacht voor ontwerp van
beplantingen
Het ontwerpen van beplantingen kan meer betekenis krijgen
in de totale keten van ontwerp,
kweken, aanleg en beheer. Wanneer deze schakel in de praktijk
meer betekenis krijgt, levert dat
enorme voordelen op voor de
samenleving. Om hier aandacht
voor te vragen, is recent het
Ruyteninstituut opgericht.
Enkele van deze voordelen zijn:
• de verbetering van de kwaliteit
van de beplanting zonder zichtbaar menselijk ingrijpen;
• de veiligheid voor de gebruikers
neemt toe;
• de milieuhygiëne en de biodiversiteit worden verhoogd;
• de bijbehorende kosten van aanleg en onderhoud komen lager
uit. Het gebied kan vrijwel direct
na aanplant worden gebruikt,
wat vooral interessant is voor het
stedelijk gebied.
Doelgroep
Het Ruyteninstituut heeft als doel
de onvolkomenheden in de keten
van ontwerp tot en met gebruik
van de groene ruimte op te heffen vanuit een onafhankelijke en
wetenschappelijke invalshoek. Het
instituut richt zich op bestuurders, boomkwekers, ontwerpers/
groenvoorzieners van de openbare ruimte en ontwerpers van
beplantingen die werkzaam zijn bij
gemeenten, ontwerpbureaus, aannemersbedrijven, waterschappen
en Rijkswaterstaat. Tot slot is het
onderwijs in het voortgezet, hoger
en universitair beroepsonderwijs
ook een belangrijke groep waar het
instituut zich op richt.
Meer info: www.ruyteninstituut.nl
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 9
Ko
k ort
Boomfeestdag: Jongeren en politiek debatteren over groen
Een nieuw onderdeel tijdens de viering van de Nationale Boomfeestdag dit jaar was het Jeugd
Groen Debat. Dit debat vond een week voor de gemeenteraadsverkiezingen plaats. Kinderen gingen met politici de discussie aan over de waarde van bomen en natuur in en om de stad en ook
over het belang van natuuraandacht op de politieke agenda’s, zowel qua educatie- als groenbeleid.
In totaal 600 leerlingen van 16 verschillende basisscholen gingen in debat met lokale, regionale en
nationale politici van CDA, PvdA, GroenLinks, VVD, ChristenUnie, D66, SP, 50plus en Partij voor
de Dieren. Het debat vond plaats in Elst op de locatie van de Boomfeestdag. De weken voorafgaand
aan het debat kregen de kinderen les van het Nederlands Debatinstituut, zodat zij goed voorbereid de
discussie konden aangaan. Eregast was staatssecretaris Sharon Dijksma van het ministerie van Economische Zaken. Zij liet de kinderen weten groen en in het bijzonder bomen van groot belang te vinden. ‘We moeten goed voor ons groen zorgen, want het biedt veel voordelen. Zo wordt op een groen
schoolplein minder gepest en worden minder pijnstillers gebruikt als patiënten in ziekenhuizen op het
groen uitkijken.’
Twee stellingen
Foto: Ron Magielse Fotografie
De discussie bestond uit twee stellingen: ‘Kinderen moeten elke week les krijgen over natuur’ en ‘De
gemeente moet stoppen met groenaanleg en groenonderhoud’. Rudmer Heerema, Tweede Kamerlid
namens de VVD, was het niet met de eerste stelling eens. Hij gaf aan dat scholen dit zelf moeten besluiten. Ook de andere politieke partijen waren het niet met de stelling eens, evenals de meeste kinderen.
Met de stelling dat gemeenten moeten stoppen met aanleg en onderhoud van groen was een van de
kinderen het oneens. Jochem motiveerde dit als volgt: ‘Mijn papa en mama betalen belasting en dat
geven ze aan de gemeente. Zij moeten er dan voor zorgen dat de buurten netjes en groen zijn.’ Zijn antwoord werd met gejuich ontvangen. De suggestie van fractievoorzitter Bram van Ojik van GroenLinks
om voor elke geboren Nederlander een boom te planten, werd eveneens met groot applaus ontvangen
door de kinderen. Marianne Thieme, fractievoorzitter van de Partij voor de Dieren, liet weten dat zij
de enige partij vertegenwoordigt die de afgelopen jaren 30.000 bomen heeft geplant. Daarnaast riep ze
het kabinet en haar collega’s op dat er per direct
moet worden gestopt met
de afbraak van de natuur.
De politieke partij die
volgens de kinderen het
meest voor groen koos
was de Partij voor de
Dieren. Fractievoorzitter
Marianne Thieme was
blij met de appelboom
die zij won en gaf aan
deze in Park Lingezegen
te planten.
Meer informatie:
www.boomfeestdag.nl
Joost Hoebink van het Nederlands Debatinstituut interviewt staatssecretaris Sharon Dijksma van Economische Zaken
Ko
pagina 10
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Groen is hot
Ondanks de economische dip scoort groen hoog in de
gemeentelijke verkiezingsprogramma’s. Dit jaar heeft
79 procent van de partijen een of andere vorm van
beleid ten aanzien van groen in het verkiezingsprogramma opgenomen. In 2010 was dat nog 85 procent.
‘Die achteruitgang komt voor een groot deel voor rekening van de lokale partijen’, zegt alterra-onderzoeker
peter Visschedijk. ‘Deze partijen hebben vaak een zeer
beknopt programma, met slechts enkele hoofdpunten.’
Bij de analyse zijn de programma’s betrokken van alle
partijen in 17 grote gemeenten (voor zover ze op 1 maart
van dit jaar een partijprogramma beschikbaar hadden): in
totaal zijn 212 programma’s geanalyseerd.
Bijna een jaar lang – van mei 2013 tot en met maart van
dit jaar – heeft Entente Florale via haar platform Vitale
groene Stad de lokale en landelijke politieke partijen
geïnformeerd over het belang van een groene, gezonde
woon- en werkomgeving. Zo zijn meer dan 150 nieuwsberichten toegestuurd aan de politici via nieuwsbrieven,
social media en het magazine Vitale groene Stad. in
samenwerking met Vng, platform31, ministerie van EZ
en Entente Florale is
de poster ‘groen het
kapitaal voor gemeenten en haar inwoners’
gemaakt. Deze poster
laat op een ludieke en
Foto: Roel van Dijk
aansprekende wijze
zien wat de baten van groen zijn voor het stedelijk gebied.
Groene Stemming
in de maanden voorafgaand aan de verkiezingen zijn vier
redactionele pagina’s van ‘Een groene Stemming’ gemaakt.
Het doel hiervan is de burgers te informeren over hoe het
groen er in hun eigen omgeving uit komt te zien, zodat zij
een stem uitbrengen op een partij die het groen op waarde
schat. grote afsluiter van de campagne van Entente Florale
was het Jeugd groen Debat, zie pagina 10.
Een vervolgstap is inventariseren hoe het groen ook daadwerkelijk is opgenomen in de collegeprogramma’s. Vermelden in de partijprogramma’s is één; de komende tijd
wordt gewerkt aan het verwezenlijken van de ideeën en
plannen.
GROENE BATEN door slimme plantkeuze
Programma 5 juni
,
16
.00 - 19.30 uur
• Bomen in de sta
d & vervangings
vraag
Door Piet Bliek va
n gemeente Schie
dam/Stadswerk en
• Biodiversiteit HO
Jelle Hiemstra van
E doe je dat?
PPO.
Door Marco Hoffm
an van PPO en Laure
ns Lageschaar va
• Vitale Groene St
n Lageschaar Vaste
ad in de praktijk
Planten.
Door Douwe Snoe
k van Snoek Hove
nie
rs.
• Borging van kw
aliteit
Door Matthijs Me
sken van Groenkeu
r.
• Discussie, netw
erkborrel en broo
djes
Aanmelden en in
formatie: www.vit
S.v.p. aanmelden
vóór
Prijs: € 50,- p.p.
29 mei.
alegroenestad.nl/ke
nnisbijeenkomst
Incl. alle consumpt
ies.
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
KENNISBIJEENKOMST
NordwinCollege Leeu 5 juni
warden
Dagvoo
rzitter: Jan van Reijend
am
B E L E i D / D E c E N T R A L i S AT i E
wie
doet
wat?
Provincie versus gemeente
TEkST MiRiAM MEiER-BOSchAART
Provincie én gemeente krijgen steeds meer verantwoordelijkheden als het gaat om natuur en landschap.
Het Rijk delegeert aan de provincie, de provincie aan
de gemeente. Maar wie gaat nu wat doen? Op het
provinciehuis in Assen gaan gedeputeerde Rein
Munniksma (provincie Drenthe) en wethouder Harm
Assies (gemeente Tynaarlo) met elkaar in gesprek.
Foto: Hans Dekker, provincie Drenthe
Om tafel met de twee ‘groene’ mannen van verschillende overheden levert – naar goed Drents gebruik – geen knetterend vuurwerk
op. ‘Wij hebben elkaar hier altijd al nodig gehad, we weten hoe
het is om ons te verplaatsen in de problemen van de ander’, aldus
wethouder assies.
‘We doen het uitdrukkelijk samen’, beaamt gedeputeerde Munniksma. En eigenlijk heeft de hogere bestuurslaag – de provincie
– niet per definitie méér te zeggen dan de gemeenten, want dáár
worden de bestemmingsplannen gemaakt. ‘Het is niet zo dat we
hier nooit een discussie hebben. Het kan ook wel eens flink tekeer
gaan. Maar we benoemen de problemen. gaan op zoek naar oplossingen’, aldus Munniksma.
BD
pagina 12
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
En dat moet ook wel. Twaalf
gemeenten zijn nog over in de
Drentse provincie. En daaronder vallen een paar steden en
een heleboel kleinere plaatsen.
Voor de school, de supermarkt
of het theater moet je al snel op
de fiets of met de auto naar een
andere plaats. Samenwerken
en letterlijk de grenzen overschrijden zit dus in het bloed.
Evenals een voorliefde voor
de natuur, overigens. Munniksma: ‘Uit onderzoek blijkt
dat inwoners als belangrijkste
taak voor de provincie de zorg
voor het landschap noemen,
nog boven zaken als werkgelegenheid en cultuur. Ja, wij zijn
gelukkig met de ontwikkeling
waarbij de brede verantwoordelijkheid voor het platteland
van Rijk naar provincie wordt
overgeheveld. Wij staan dich-
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
ter bij de praktijk dan het Rijk
en hebben nauwe banden met
de gemeenten. Nu ik geen
gemeentebestuurder meer ben
maar op het provinciale niveau
werk, realiseer ik me nog sterker in wat een lastig vaarwater
gemeenten verkeren. Ze worden
vooral aangesproken op wat er
speelt rond de dorpsbrink of
in de binnenstad, op de maatschappelijke zorgtaken en op
pagina 13
»
BD
B E L E I D / D e c entral i sat i e
zaken als de krimpproblematiek. Daarna komt de natuur
en het landschap in het buitengebied pas in beeld. Wij willen
daar als provincie een regisserende rol spelen.’
Onder curatele
Betekent dat dat de provincie
haar regionale taken het liefst
bij zich houdt en gemeenten
met verordeningen en geboden het natuurbeleid oplegt?
Allerminst, benadrukt wethouder Assies. ‘Natuurlijk is
het een zoektocht. We zitten in
een overgangsfase en je zou de
bemoeienis van de provincie
als een gevoel van curatele kunnen ervaren. Maar ik meen dat
bij Drentse gemeenten weinig
weerstand is – in ieder geval
geen weerstand binnen onze
gemeente – om met de provincie samen te werken aan ons
landschap. De provincie heeft
naar mijn ervaring veel meer
gevoel voor gebiedsprocessen,
voor lokale wensen, belangen en problemen dan voorheen het Rijk.’ En dus stelde
de provincie – onder meer
samen met de gemeenten – de
Omgevingsvisie op. De visie is
het strategische kader voor de
ruimtelijk-economische ontwikkeling van Drenthe en formuleert de belangen, ambities,
rollen, verantwoordelijkheden
en sturing van de provincie in
het ruimtelijke domein:
Foto: provincie Drenthe
Uit de omgevingsvisie
Drenthe
Foto: provincie Tyaarnlo
Rein Munniksma is lid van de PvdA en sinds april 2007
lid van het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Drenthe. Zijn portefeuille bestaat onder meer uit ruimtelijke ontwikkeling ; wonen, natuur en landschap; vitaal
platteland, landbouw, krimp, windenergie en cultuur.
Harm Assies is lid van GroenLinks en is vanaf 2002 wethouder in de gemeente Tynaarlo. Zijn portefeuille bestaat
onder meer uit milieu, duurzaam inkopen, landschapsontwikkeling , plattelandsbeleid, water, groen en landbouw.
BD
pagina 14
Ruimtelijke kwaliteit is een
begrip waarvoor geen scherpe
definitie bestaat. Voor ons is
ruimtelijke kwaliteit een optelsom van de gebruikswaarde, de
belevingswaarde en de toekomstwaarde. Wij vinden dat een
omgeving een goede ruimtelijke
kwaliteit heeft wanneer deze
geschikt is voor mens, plant en
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Foto: Hans Dekker, provincie Drenthe
dier. We bedoelen een omgeving
die mooi is, waar mensen zich
thuis voelen, waar de historie
van de streek kan worden beleefd,
waar lucht, bodem en water
schoon zijn, waar huizen, bedrijven en wegen een logische plek
kennen. Kortom: een omgeving
die mede door deze kenmerken
aantrekkelijk is voor vestiging en
verblijf.
De ruimtelijke kwaliteit van
Drenthe is hoog. Het tot dusver
gevoerde ruimtelijk beleid heeft
ertoe geleid dat ontwikkelingen
nauwelijks los van de ondergrond
en los van de cultuurhistorische
basis hebben plaatsgevonden. Er
is evenwicht tussen stad en platteland, tussen rust en dynamiek,
tussen historie en het heden. Ons
landschap is rijk aan herinneringen aan vroegere bewoning ,
nis. Wethouder Assies: ‘Rond
1.000 na Christus ontstond de
landbouw die Zuidlaren voor
een groot deel heeft gevormd
met essen en brinken. De brinken lagen oorspronkelijk aan
de rand van het dorp, maar
door de uitbreidingen door de
jaren heen zijn de brinken nu
het middelpunt van het dorp
geworden. Het karakter van het
brinkdorp is in Zuidlaren goed
bewaard gebleven en daar zijn
we als gemeente zuinig op.’ De
wethouder is goed ingevoerd
in de historische, culturele en
archeologische achtergronden
van zijn gemeente. Niet alleen
doordat hij zelf in de streek
opgroeide, maar ook door de
visies en beleidsdocumenten
die de gemeente maakte om de
eigenheid van het gebied in de
toekomst te waarborgen.
Lagenbenadering
kent karakteristieke bebouwingspatronen en borgt hoge natuurwaarden. In Drenthe kan nog
steeds openheid, rust, ruimte en
duisternis worden ervaren. Deze
aspecten worden in de rest van
het land steeds zeldzamer en
worden door onze samenleving
steeds meer gewaardeerd.
De kernkwaliteiten vormen voor
ons de belangrijkste basis voor
het begrip ‘ruimtelijke kwaliteit’.
Daarnaast zijn voor ons zorgvuldig ruimtegebruik en milieuen leefomgevingskwaliteit van
belang.
De provincie is formeel verantwoordelijk voor het ontwikkelen van natuur en landschap,
voor de Natura 2000-doelen
en de Ecologische Hoofdstructuur, voor biodiversiteit en
de kernkwaliteiten. Die laatste heeft de provincie, samen
met vertegenwoordigers van
overheden, belangengroepen,
marktpartijen en inwoners
benoemd. Het gaat om:
• rust, ruimte, natuur en
landschap;
• oorspronkelijkheid (authenticiteit, Drents eigen);
• naoberschap;
• menselijke maat;
• veiligheid;
• kleinschaligheid (Drentse
schaal).
De gemeente Tynaarlo kan
zich perfect vinden in deze
kernkwaliteiten en past een
aantal ervan ook toe in haar
eigen visie op natuur en landschap. Zuidlaren is een brinkdorp met een rijke geschiede-
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Zo zijn de overall visie, missie
en ambitie van de gemeente
beschreven in de structuurvisie gemeente Tynaarlo, waarin
is gekozen voor een lagenbenadering. Uitgangspunt voor
alles is de ‘onderste laag’: de
natuurlijke ondergrond. De
laag erboven is het infrastructurele netwerk en daarboven
zit de occupatielaag. De onderliggende lagen hebben een
sturende rol voor de bovenliggende lagen. De inrichting van
het landschap en de dorpen
komt dus direct en indirect
voort uit de opbouw en de oorsprong van het gebied.
Assies: ‘In onze natuurrijke
plattelandsgemeente zijn deze
basisingrediënten nog altijd
onderdeel van de visie. Een
voorbeeld van een passende
inrichting die eigenlijk in ieder
dorp en ook zeker in Zuidlaren
terugkomt, is gras met bomen.
In Zuidlaren wordt dat beeld
versterkt door de vele brinken
pagina 15
»
BD
B E L E I D / D e c entral i sat i e
in het dorp. Bomen zijn daardoor dan ook een
belangrijk onderdeel van het groen. De boomstructuren, de brinken en de monumentale
bomen worden bewaakt en beschermd in het
bomenstructuurplan, het beheerplan brinken en
in de monumentale bomenlijst. Voor de bossen
in eigendom van de gemeente die direct rondom
Zuidlaren liggen is een bosbeheerplan geschreven. De bossen worden beheerd volgens het
principe “geïntegreerd bosbeheer”. Dat betekent
dat wij streven naar een combinatie van houtproductie, natuurwaarde en belevingswaarde waarbij de houtproductie de laagste prioriteit heeft.
Daarnaast zijn de bossen FSC-gecertificeerd.’
Landschap behouden
Daarnaast is er voor de dorpskernen het ‘Groene
dorpenplan’, dat de aard en functies van het
gemeentelijke groen beschrijft, en is er een
Landschapsontwikkelings­plan met aandacht voor
de twee beschermde landschappen rondom Zuid­laren: het Nationaal Beek en Esdorpenlandschap
Drentsche Aa en het Zuidlaardermeergebied.
‘We zetten ons in om het landschap met zijn kenmerken en landschapselementen te behouden,
of ze nu in gemeentelijk bezit zijn of niet. Het
Landschapsontwikkelingsplan is hierbij leidend.’
En dat bleef niet onopgemerkt: vorig jaar werd
de gemeente Zuidlaren tweede in de categorie
Dorpen van de Nationale Groencompetitie van
Entente Florale Nederland én won ze het Certificaat Bijzondere Waardering voor de Cultuurhistorie.
Uit het juryrapport
De Grote Brink inclusief de dobbe als drinkplaats
voor het vee in Zuidlaren is waarschijnlijk de
bekendste brink van Nederland door de jaarlijkse
paarden- en ponymarkt en is een
van de vele, vrijwel ongeschonden brinken, waaraan het dorp
de naam ‘brinkendorp’ ontleent.
Zuidlaren beschermt terecht
haar erfgoed met een Cultuurhistorische en Archeologische
Waardenkaart.
Hunebedden,
de middeleeuwse handelsroute
Oude Coevorderweg , keuterboerderijtjes, landgoederen, de
oorspronkelijke bosbouwkundige
opzet van de brinken, maar ook
de tijdgebonden woonwijken
worden op waarde geschat en
behouden voor de toekomst. De
gemeente toont betrokkenheid
bij de cultuurhistorie door het
samenstellen van Cultuurhistorische en Archeologische Waardekaarten. ‘Vijftig tinten groen’
zijn herkenbaar in het prachtige,
met voet- en fietspaden ontsloten
beekdal van de Drentsche Aa,
welke geleidelijk aan overloopt
in het Zuidlaardermeer. Via de
Zuidlaardervaart en de groene
enclave Dennenoord kan de route
om de prachtig , onbebouwd
bewaard gebleven es als middelpunt van het dorp worden vervolgd. Samen met de bewoners
is het Groene Dorpenplan opgezet, toekomstbestendig en vitaal.
Bijzonder zijn de vier beweegcoaches en de verkeerscoach om
inwoners te stimuleren gezond te
leven en vaker de fiets te pakken.
De bestaande houtwallen als
veekering staan loodrecht op de
beekdalen en leiden tot een kleinschalig , bijzonder fraai dorp,
waar het spelen op een pannaveld, een Johan Cruyff Court of
tennisveld van de Richard Krajicek Foundation, fietsen door het
Okkeveen of lopen over het Pieterpad bepaald geen straf is.
Alles op een rij
Foto: Hans Dekker, provincie Drenthe
BD
pagina 16
De provincie is erg blij dat
‘haar’ gemeente Tynaarlo zilver won in de competitie. Het
jaar daarvoor won de Drentse
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
gemeente Dwingeloo bovendien goud. Het is mooie promotie voor het Drentse landschap en laat zien dat juist de
historische brinkdorpen ook
elders in het land bijzonder
worden gewaardeerd.
Voor de gemeente zelf was
het een mooi moment om
beleid en uitvoering onder
de loep te nemen. Assies: ‘Er
is heel veel kennis binnen de
gemeente, heel veel weten we
en doen we, maar nu werden
we gedwongen om het ook
allemaal op een rij te zetten. Al jaren bestrijden we
onkruid met stoom en borstelen, we gebruiken geen chemicaliën. Maar dat hadden we
nog nooit vastgelegd of laten
certificeren. Dit soort trajecten is om die reden leerzaam
en we hebben gezien dat we
al heel ver zijn qua beleid,
maar dat er in de uitvoering
nog stappen kunnen worden
gezet. Bovendien heeft het
de trots en het enthousiasme
flink aangewakkerd. Twee
jaar geleden was ik de stimulator om mee te doen aan de
competitie – en heb ik vaak
het nut ervan moeten uitleggen. Nu ik heb aangegeven na
de gemeenteraadsverkiezingen te stoppen, gaf de afdeling gemeentewerken aan
graag mee te willen doen met
de Europese verkiezing en die
kar zelf te willen trekken.’
Slim combineren
De provincie werkt niet alleen
nauw samen met de gemeenten,
maar zet in op samenwerking
met álle stakeholders. Een goed
voorbeeld daarvan is de ontwikkeling van het Leekstermeer,
legt gedeputeerde Munniksma
uit. ‘Het Leekstermeer is onderdeel van het project VIEP (Versnelde Inrichting Eelder- en
Peizermaden), tegenwoordig
veld, gemeente Tynaarloo, Staatsbosbeheer en
Natuurmonumenten. Als je samenwerkt – in een
open planproces – kun je inschieten op actualiteit en kansen.’
Uit de gemeentelijke praktijk wijst Assies het
onderwijs als belangrijke partner aan. ‘Samen
met het Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid, IVN, hebben wij programma’s voor
op de basisscholen ontwikkeld. Alle scholen binnen onze gemeente doen eraan mee en groepen
leerlingen adopteren natuurgebieden. IVN is
een geweldige intermediair tussen bewoners en
gemeente.’
Beschermen versus beleven
Foto: Hans Dekker, provincie Drenthe
bekend als De Onlanden. Daarvan maken het Leekstermeer, de
Eeldermaden en de Peizermaden deel uit. Het project beslaat
een gebied van zo’n 5.000 hectare. Ter vergelijk: dat is twee
keer de Tweede Maasvlakte. Het
hele proces – waaronder waterberging, landbouwstructuurversterking, natuurontwikkeling en recreatieve ontwikkeling
– is in acht jaar tijd gerealiseerd.
Dat kun je uniek noemen. De
ontwikkeling van de Maasvlakte, om terug te komen op de
vergelijking, beslaat bijna een
generatie.’
Hoewel waterberging de aanleiding was voor de ontwikkeling, die in totaal ruim 40
miljoen euro kost, is het project in de kop van Drenthe
hét schoolvoorbeeld van slim
combineren, zegt Munniksma.
‘Met alle betrokkenen hebben
we in korte tijd voor landbouw,
natuur en veiligheid een grote
slag geslagen. Niet alleen de
provincie heeft bijgedragen,
maar ook de Regio GroningenAssen en de partijen binnen
de Bestuurscommissie Peize:
het waterschap Noorderzijlvest, gemeente Noorden-
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
Zowel provincie als gemeente beseffen zich
steeds meer dat de zorg voor natuur niet alleen
een ecologisch vraagstuk is, stelt Munniksma.
‘Tot voor kort lag de nadruk op het beschermen van de natuur. Maar als provincie hebben
wij geleerd dat gemeenten te maken hebben
met inwoners én bezoekers die de natuur willen beléven, die willen recreëren. Op die manier
verbind je meerdere doelen aan de natuur, naast
het klassieke beschermen en mogelijk maken
van landbouw. Met het Planbureau voor de Leefomgeving hebben wij verschillende kijkrichtingen voor de toekomst geformuleerd, waarin dit
aspect een belangrijke rol speelt.’
Voor gemeenten betekent dat dat zij de natuur in
hun gebied toegankelijk moeten maken. Assies:
‘Dat hoeft niet altijd voor de auto te zijn, maar
wél voor wandelaars en fietsers. En wil je die echt
graag in de natuur zien, dan moet je zorgen voor
een goede toegankelijkheid, bijvoorbeeld met
robuuste fietspaden. De meeste paden zijn van
beton, dat biedt veel comfort en heeft als voordeel dat je er niet al te veel de ondergrond mee
beroert.’
Burgerparticipatie
Een ander stokpaardje van Munniksma – en
dat is in Drenthe niet anders dan in de rest van
ons land – is het zoeken van samenwerking met
de gebruiker. Want ‘in moeilijke tijden kan het
enthousiasme van de burger de natuur in stand
houden’. Hij noemt het dorp Zeijen, vlak bij
Assen en onderdeel van de gemeente Tynaarlo.
‘Al vijfentwintig jaar is in deze gemeente een
werkgroep actief, die ieder jaar een eigen uitvoeringsplan voor het onderhoud van het groen
maakt. Dit soort initiatieven ondersteunen we
van harte en is – zeker in economisch lastige tijden – heel belangrijk.’
02 | nummer 01
pagina 17
BD
I N T E R N AT I O N A A L
te k st Jan Jager
Daniel Ottosson
stadstuinier Kristianstad:
‘Meer
kleur in
openbaar
groen’
Groen en Kristianstad: ze zijn onafscheidelijk. Groen
draagt niet alleen bij aan het mentale en fysieke welzijn
van de inwoners van het Zuid-Zweedse stadje; er is ook
een economisch belang. En, heel belangrijk voor een
stad onder zeeniveau, een waterveiligheidsbelang. Eén
keer groen geeft zo drie keer resultaat.
Vierhonderd jaar geleden stichtte koning Christian van Denemarken Kristianstad. Hij koos daarvoor geen stevige rotsbodem, maar
een zompig gebied in de provincie Skåne (destijds onderdeel van
Denemarken). Ontoegankelijk dus makkelijk te verdedigen, dacht
hij. Kristianstad is de enige stad in Zweden die onder zeeniveau
ligt. Anno 2014 beschutten dijken haar inwoners voor de grote
boze waterwolf. Binnen die dijkring bevindt zich een oase van
boomsoorten, planten en vooral bloemen, héél veel bloemen. Of
wij iets van de Zweden kunnen leren? ‘Ja’, antwoordt ‘stadstuinier’
Daniel Ottosson: ‘Doe iets met bloemen.’
Wat heeft Kristianstad met groen?
‘Kristianstad is altijd groen geweest. Al lang geleden werd onze stad
“little Paris” genoemd vanwege de groene boulevards. We hebben
een groot park dicht bij het stadscentrum en het beroemde waterpark Vattenriket, waarin is geprobeerd de kwaliteiten van het alom
aanwezige water in de directe omgeving maximaal aan te wenden.
Je kunt er rondlopen over groene paden tussen het water en genieten van de vogels die hier een tussenstop maken op hun tocht
naar het hoge noorden. Groen is sowieso een belangrijke publieke
waarde in Zweden. Dat geldt niet alleen voor Kristianstad.’
Waarom investeren jullie zoveel in groen?
‘Vanwege de filosofie dat een groene stad een gezonde stad is. Daar
heb je overigens niet alleen groen voor nodig; de mensen moeten
er ook gebruik van maken. Daarvoor is het noodzakelijk dat we het
de mensen in de parken naar hun zin maken. We luisteren goed
In
pagina 18
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
naar de wensen. Families willen vaak speelplaatsjes, ouderen publieke toiletten en verlichting
voor wanneer het donker is. Het kost wat, maar
het mág ook wat kosten. Want groen is goed voor
de gezondheid. We hebben gelukkig een stevig
budget.’
terecht. De bomen staan prachtig in het gelid
voor de viering van 400 jaar Kristianstad en dragen bij aan de uitstraling van het stadscentrum.
Het heeft wat moeite gekost, maar die moeite
betaalt zich uit.’
Kristianstad groeit. De ruimtelijke druk is
hoog. Hoe ga je vanuit dat groene ideaal om
met conflicterende ruimteclaims?
‘Nee, we hebben nóg geen groenvisie. Maar daar
zijn we wel mee bezig. Daarin zullen we enkele
speerpunten benoemen: waarin gaan we extra
investeren en met welk doel? Beheer wordt ook
een belangrijk item. Want de meeste kosten zitten uiteindelijk toch in onderhoud en beheer.
Het is niet zo dat we een armlastige gemeente
zijn, integendeel. We hebben prachtige faciliteiten, zoals eigen kassen. Daar kweken we bloe-
Heeft Kristianstad een groenvisie?
‘Ruimte is schaars. Ook in Kristianstad moet
groen het soms afleggen tegen andere belangen,
zoals de aanleg van parkeerplaatsen. Maar gelukkig is er een groeiend bewustzijn van de economische waarde van groen in de stad, al is die nooit
direct in geld uit te drukken. Maar mijn economische collega’s zien ook in dat groen bijdraagt
aan de aantrekkingskracht van de stad. Onze
samenwerking heeft tot iets prachtigs geleid:
de aanleg van groene parkeerplaatsen. Met die
groene parkeervakken dienen we ook nog een
derde belang: de waterveiligheid. Groene parkeervakken houden immers water vast. Tijdens
een hoosbui wordt daarmee het riool ontlast en
het risico op blank staande straten verkleind.
Kostbare investeringen in meer afvoercapaciteit
van het riool zijn we daarmee voor. Ook hier zie
je dat groen geld oplevert.’
‘Een plant zien groeien
maakt mensen gelukkiger’
men die de parken, boulevards en straten van de
winkelcentra in het voorjaar kleuren. We kweken
coral begonia’s en tal van andere bloemen. Bloemen zijn een specialiteit van Kristianstad, maar
ook elders in Zweden zie je veel bloemen in de
openbare ruimte. Zelfs het hoge noorden kleurt
in het voorjaar.’
Het blijft natuurlijk lastig om die meerwaarde
in een bedrag uit te drukken. In Nederland
is daarvoor een tool ontwikkeld: TEEB (The
Economics of Ecosystems and Biodiversity).
Hebben jullie ook zoiets?’
Terugkomend op de helende werking van
groen: wat doen jullie concreet om dit in de
praktijk te brengen?
‘Wij moeten onze beslissers vooral overtuigen
met mooie plaatjes. Dat lukt zowaar, omdat er
historisch gezien veel draagvlak is voor groen.
Er bestaat een groot bewustzijn dat groen geld
oplevert.’
‘Goed dat je dat vraagt. Wij hebben een zogeheten “healthy garden” aangelegd in ons stadspark.
Dit is een tuin waar vijftien mensen met een
mentale aandoening onder begeleiding kunnen
werken. De tuin en het werken met groen werkt
positief op hun gemoedsrust. Een plant zien
groeien maakt mensen gelukkiger.’
Ik heb begrepen dat jullie Nederlandse bomen
van Van den Berk Boomkwekerijen hebben
geplant. Leg eens uit?
‘We hadden prachtige bomen in het midden van
onze centrale boulevard die aan de iepziekte
leden. Die bomen moesten worden vervangen.
We zijn naar onze groenleverancier gegaan met
een wensenlijstje. We wilde grote bomen met
een smalle kroon, maar wel met een heel eigen
identiteit. Zo kwamen we op Tilia cordata
“Böhlje” maat 50-60 terecht. Dat was allemaal
mogelijk, maar onze leverancier moest de bomen
wel uit Nederland halen. Zo kwamen we bij Van
den Berk Boomkwekerijen uit Sint-Oedenrode
v i ta l e g r o e n e s ta d
Kortom, wat kunnen we leren van Kristianstad?
‘Dat je meer kunt doen met groen en dat groen
ook niet altijd groen hoeft te zijn. Doe meer met
bloemen zoals met vaste planten in de openbare
ruimte. Nederland is bloemenland bij uitstek.
En als je de economische meerwaarde van groen
niet kunt aantonen, dan heb je altijd nog het
argument dat groen bijdraagt aan de waterveiligheid. In een waterland als Nederland lijkt me dat
geen slecht argument.’
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 19
In
bele i d / V N G
‘Geen
hobbyisme,
maar maatschappelijk
rendement’
te k st E dward D oelman
Kees Jan de Vet,
lid directieraad van de VNG:
Groen moet de komende jaren een stevige plek krijgen
in de collegeprogramma’s. Dat stelt Kees Jan de Vet
namens de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
In samenwerking met Natuurmonumenten en andere
natuurorganisaties acht De Vet de tijd rijp voor een herwaardering van groen. ‘Er zijn de afgelopen jaren ontzettend veel mooie initiatieven van de grond gekomen;
nu is het zaak dat het thema maatschappelijk erkend
wordt. Ik zie de start van de nieuwe collegeperiode als
een belangrijk moment om groen te agenderen.’
Daarom werd daags na de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart
het pamflet ‘Groen Verbindt’ gepresenteerd. Het pamflet speelt in
op de hoge burgerwaardering voor groen en natuur in hun omgeving. Volgens De Vet kan die waardering enerzijds vertaald worden
in beleid. Daarom staan in het pamflet allerlei suggesties en formuleringen vermeld die toekomstige wethouders kunnen gebruiken
voor het schrijven van collegeprogramma’s. Tegelijkertijd mag het
geen topdown-exercitie worden, benadrukt De Vet. ‘We kunnen
op het gemeentehuis van alles bedenken, maar we zijn een participatiesamenleving. Als het niet door de maatschappij wordt gedragen, is het gedoemd te mislukken.’
BG
pagina 20
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Groen activeert
De afgelopen jaren barstte het van de groene
initiatieven op lokaal niveau. De Vet: ‘Daarom
is nu het moment aangebroken om die initiatiefnemers te steunen met een actief groenbeleid.’
Volgens hem is de meerwaarde ook evident.
‘Door groen en natuur te koppelen aan andere
maatschappelijke thema’s zijn er veel win-win­
situaties te creëren.’ Hij doelt onder meer op de
extra taken die met de drie grote decentralisaties
op het bordje van de gemeenten terechtkomen.
‘Door slim te combineren kunnen effectieve en
interessante combinaties ontstaan.’ Voorbeeld 1
gaat in op het gebruik van groene projecten als
zinvolle tegenprestatie voor mensen met een
afstand tot de arbeidsmarkt:
De stichting Voedseltuin Rotterdam heeft achter het
pand van de Voedselbank aan de Keilestraat een
tuin aangelegd om groenten en fruit te kweken voor
de Voedselbank. Het ontwerp en de inrichting zijn
gebaseerd op permacultuur. De tuin wordt onderhouden door zo’n vijftien mensen die moeite hebben
om een reguliere baan te vinden.
In onderstaand voorbeeld activeert groen burgers. De VNG en de betrokken natuurorganisaties hebben echter vijf functies van groen onderscheiden. De tweede focust op het verdienmodel
van groen, waarbij de expertise op het gebied van
groenbeheer actief buiten de gemeente wordt
gezocht. Een suggestie is om samen te werken
met groene organisaties zoals imkers, natuurbeheerders, waterbeheerders en vogelwerkgroepen, maar ook met recreanten om te kijken
waar natuur groener, kleurrijker kan en waar het
goedkoper kan worden beheerd. ‘Die discussies
lijken vaak over geld te gaan, waarbij de afgelopen jaren vaak door gemeenten werd gezegd
dat groen voor de afdeling “luxe” is. En dat je
door het overdragen van beheer aan burgers en
andere stakeholders daarop kunt besparen. Maar
dat is allemaal leuk bedacht; het gaat erom dat
je dat beheer niet zomaar over de schutting mag
gooien, als perverse bezuinigingsmaatregel. De
ervaring leert namelijk dat groenbeheer best
over te dragen is, mits je draagvlak vindt. Burgerkracht maakt overdracht betekenisvol.’ Voorbeeld 2 sluit daar naadloos op aan.
Foto: Janko van Beek
Groen verdient
ners waarderen het als zij zelf aan de slag mogen
met hun stadstuintjes. In het project ‘De Eetbare
Stad’ zijn inmiddels op meer dan 60 locaties tenminste 250 bewoners actief met fruitbomen, moestuinen en ander eetbaar groen. De stad stimuleerde,
de bewoners deden de rest. En dat scheelt heel veel
overheidsuitgaven.
Groen ademt
De derde pilaar van het pamflet steunt op de ‘ademende functie’ van groen. Binnensteden worden
warmer door de verstening en klimaatverandering. Door te vergroenen en ervoor te zorgen dat
er meer water in de stad komt, worden binnensteden koeler gemaakt. En dat komt de aantrek-
De gemeente Groningen heeft bedacht en ervaren
dat het vooral heel goed is om in het natuurbeheer
niet alles zelf te doen. En dat pakt goed uit. Bewo-
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 21
»
BG
portefeuille Ruimtelijke ordening of Openbare ruimte. Die
tijd is wat De Vet betreft voorbij. ‘We hoeven geen aparte
wethouder Groen aan te stellen, liever niet zelfs. Het is juist
belangrijk dat het thema op het
netvlies van álle wethouders
staat. En dan maakt het helemaal niet uit van welke politieke partij je bent. De baten
zijn zo divers, op lokaal niveau
moet elke partij daarin geïnteresseerd zijn.’
Toch zijn er ook bruikbare suggesties voor de RO-wethouder,
juist in crisistijd. ‘Zet de op een
bestemming wachtende grondvoorraden waar mogelijk in
voor tijdelijke natuur en andere
groene bestemmingen. Daarmee maken we steden levendiger en de biodiversiteit groter.
Tegelijkertijd zetten we de ontwikkelingen voor de toekomst
niet op slot.’ In voorbeeld 4
heeft de gemeente Zwolle in
het RO-traject ruimte gemaakt
voor meer groen:
kelijkheid van de stad voor bewoners en bezoekers ten goede. Te denken valt aan groene daken
of de terugkeer van kanalen in de stad. ‘Groen
ademt’, weet De Vet, die tevens de economische
component niet uit het oog verliest. ‘Recreëren
op of aan het water is ook zeer interessant.’
Apeldoorn werkt al tien jaar samen met het waterschap om de karakteristieke beken en sprengen in de
stad weer zichtbaar te maken. Dit dient vele doelen.
De stad wordt er groener van, het stadsklimaat verbetert, overvloedige neerslag wordt beter verwerkt
en het brengt cultuurhistorie terug. De stadsbewoners zijn trots op hun beken en waarderen daardoor
hun woonomgeving meer. En ook de voor deze beken
typische flora en fauna komen zo terug. De beken en
sprengen vormen een belangrijke pijler in het ruimtelijk fundament van de stad zoals dat is vastgelegd
in de structuurvisie.
Groen trekt aan
De ruimtelijke inrichting is volgens De Vet eveneens een voornaam aandachtspunt. Binnen het
college van B&W is groen vaak onderdeel van de
Over de initiatiefnemers
Foto: Howcom Creatieve Media
Het groene actiepuntenplan is een initiatief van de VNG en Natuurmonumenten,
ondersteund door Staatsbosbeheer,
De12Landschappen, Vogelbescherming
Nederland, Ravon/Zoogdiervereniging,
De Vlinderstichting, IVN Nederland,
Landschapsbeheer Nederland en de Natuur- en Milieufederaties.
Kees Jan de Vet is sinds 2008 lid van
de directieraad van de VNG. Eerder
was hij onder meer Statenlid van
Noord-Brabant en burgemeester van de
gemeenten Prinsenbeek, Westvoorne en
Leusden. Tevens was hij lid van de Raad
van Toezicht van Brabants Landschap en
Utrechts Landschap en politiek medewerker bij het ministerie van Landbouw.
De gemeente Zwolle heeft een
manier van werken ontwikkeld
waarbij niet elke initiatiefnemer
een compleet vergunningentraject hoeft te doorlopen. De gemeente heeft namelijk het voorwerk al
gedaan: de planten- en diersoorten zijn in kaart
gebracht en in grote lijnen compenseert de gemeente
vooraf de mogelijke bedreigingen die de komende
jaren worden verwacht. Voordelen: minder kosten,
minder gedoe, minder irritaties bij nieuwkomers,
een positief imago van natuur en meer natuur in en
om de stad.
Groen zorgt
Het vijfde speerpunt van het groene actiepuntenplan focust op de meerwaarde voor de zorg.
De Vet constateert dat veel gemeenten in hun
groenbeleid rekening houden met de nieuwe
zorgtaken die vanaf 2015 moeten worden opgepakt. Voor veel patiënten – bijvoorbeeld mensen
met het downsyndroom, autisme of hersenafwijkingen – is het werken in de natuur en het
groen een zinnige of rustgevende activiteit. Door
samen met zorgaanbieders en patiënten slimme
combinaties te zoeken in zorg en natuur, kan
Kees Jan de Vet, lid directieraad VNG
BG
pagina 22
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
Foto: Janko van Beek
bele i d / V N G
02 | nummer 01
teringen te verleiden. ‘Het is een ingewikkelde
materie, omdat zorgverzekeraars niet graag meebetalen aan abstracte onderwerpen waar ze niet
direct baat bij hebben. In het Udense voorbeeld
zijn de maatschappelijke baten significant, daar
kunnen de zorgkosten worden beperkt. Ik zie het
als een uitdaging om dat preventieve gesprek op
gang te brengen.’
Verder is hij content met het feit dat steeds meer
partijen de maatschappelijke en economische
baten inzichtelijk maken. Praktische voorbeelden zijn de tool TEEB-stad en de samenwerking
van Entente Florale Nederland en het ministerie
van Economische Zaken. Zij informeerden sinds
juni 2013 de politieke partijen en kiezers over de
waarden van groen voor de leefomgeving. ‘Uit al
deze voorbeelden blijkt dat groen geen onderwerp is voor hobbyisme, maar dat als gemeenten
er een passie van maken er ook daadwerkelijk
maatschappelijk rendement valt te behalen. Die
beweging moet wat ons betreft zo veel mogelijk
verankerd worden in lokaal gemeentelijk beleid.’
het mes aan twee kanten snijden: de gemeente
faciliteert goede zorg en het levert extra groen en
natuur op.
Artsen van het ziekenhuis Bernhoven in Uden wandelen eens per maand met diabetespatiënten in de
natuur. De diabetesverpleegkundigen en internisten
merken dat wandelen in een groene omgeving een
ontspannen sfeer creëert, waardoor de patiënten
gemakkelijker vragen durven te stellen dan wanneer
ze tegenover de arts zitten tijdens een spreekuur.
Door regelmatig de bloedglucose te meten, ontdekken mensen wat bloedsuikers doen als zij intensief
bewegen. De artsen van Bernhoven leiden vanaf
natuurcentrum De Maashorst de wandelingen
samen met een IVN-gids, die tijdens de wandelingen vertelt over de natuur en het landschap. De
gemeente zorgt ervoor dat er voldoende paden zijn
om ook daadwerkelijk de rondjes te kunnen lopen.
Tevens ziet De Vet mogelijkheden om bij dergelijke initiatieven zorgverzekeraars tot inves-
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 23
BG
E y e c at c h er
Ey
pagina 24
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Connected
In het Eikenven in Oisterwijk drijft sinds kort een
deel van een door Susan Dona gemaakt kunstwerk.
Een ander deel ligt gegroepeerd rond een moeras­
cipres aan de rand van het Eikenven. Het geheel
noemt de Oisterwijkse kunstenares ‘Connection’.
Het kunstwerk is een voorproefje van Kunst en
Bomen 2014. Deze grootste kunstmanifestatie in
Nederland opent dit jaar op 25 mei en duurt tot
eind oktober.
Aan Kunst en Bomen 2014 doen honderd kunstenaars
uit binnen- en buitenland mee.
Meer info: www.kunstenbomen.inoisterwijk.nl
Foto : Paul S pa p ens
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 25
Ey
BELEID/CASE
te k st D or i en E ls i nger
Groenvisie gemeente Amstelveen
De gemeente Amstelveen werkt al 100 jaar lang aan
groen. Het werd aan het eind van de jaren ‘20 al inge-
Al
100 jaar
groen
zet om jonge, werkende inwoners over te halen om in
de gemeente te komen wonen. Met een grote eigen
groendienst bestaande uit specialisten wordt het groen
onderhouden. En niet zonder resultaat: in 2011 zijn het
J.P. Thijssepark en park De Braak vanwege hun bijzondere waarde uitgeroepen tot rijksmonument.
De gemeente Amstelveen was in 2013 runner-up bij de Entente
Florale Nationale Groencompetitie. Zij werkt aan een groen­
visie en wil in een meerjarenplan met name bewoners en bedrijven betrekken. De Nationale Groencompetitie was de aftrap. Wat
houdt deze groenvisie in, hoe pakt deze in de praktijk uit en hoe
worden bewoners en bedrijven betrokken?
In de gemeente Amstelveen heerst een rijke traditie omtrent groen.
Bijna 100 jaar geleden werd er al structureel op gestuurd. In 1928 werd
bijvoorbeeld het Broersepark aangelegd om jonge, werkende mensen
naar Amstelveen trekken. ‘Deze traditie met veel oog voor groenstructuren in de gemeente is voortgezet en door het bestuur vastgehouden.
Tegenwoordig houden de Groenraad, IVN Amstelveen en Groengebied Amstelland zich hier ook mee bezig’, vertelt John Levie, wethouder Ruimtelijke Ordening in de gemeente Amstelveen.
Drie basisprincipes
In de Toekomstvisie 2020+ ‘Samen leven in vitale stad’ die eind
2001 is opgesteld staat dat Amstelveen een vitale gemeente in een
groene omgeving moet zijn. ‘We hebben drie belangrijke pijlers
omtrent het groen vastgesteld als basis: nabijheid, dienstbaarheid
en diversiteit’, vertelt Levie. Nabijheid betekent dat het groen,
maar ook het blauw, binnen handbereik van de inwoners moet zijn.
Dat wordt bewerkstelligd door middel van een regelmatig groenraster dat steeds fijner vertakt de stad binnen loopt. Dienstbaarheid betekent dat het groen er niet alleen moet zijn ‘om het groen’,
maar dat het ook een functie moet hebben. Ter verfraaiing, kwalitatief, inspirerend, rustgevend of als dat nodig is camouflerend.
BC
pagina 26
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Foto’s: gemeente Amstelveen
Diversiteit komt erop neer dat Amstelveen heeft gekozen voor de
aanleg van een afwisselend pakket aan groen. Dus niet alleen grasveldjes, maar ook bomen, bloemrijke struiken en veel heesters.
Dit laatste wordt beaamd door Tabitha van Hove, hoofd Wijkbeheer
Noord bij de gemeente Amstelveen. ‘Hier in Amstelveen hebben
we een zeer hoogwaardige groeninrichting. De verhouding tussen
gras en heesters ligt bij ons anders dan in de meeste Nederlandse
gemeenten. Hier hebben we meer heesters dan oppervlakte gras.
Ook hebben we veel bosplantsoen met struiken, bomen en kruiden en het zogenaamde heembosplantsoen. Dat maakt ons uniek.’
Genieten van wat er is
‘De to-do-lijst voor de afgelopen periode van vier jaar op het gebied
van groen bestond uit één woord: marketing. Er was de afgelopen
periode minder geld in de gemeentekas: een flink struikelblok voor
de ontwikkeling van grote plannen. Onze boodschap als gemeente
aan de inwoners was: we hebben zo veel, geniet van wat er is! En
daar past deelname aan de Entente Florale Nationale Groencompetitie en nu de Entente Florale Europe verkiezing ook goed in. Door
de marketing van groen door middel van deze verkiezing ontstaat er
een groter draagvlak en het is een impuls voor de organisatie. Deelname aan de verkiezing heeft in Amstelveen geleid tot extra aandacht van bewoners, bedrijven, groene organisaties, politiek, eigen
medewerkers en media voor het Amstelveense groen’, vertelt Levie.
Bewonersparticipatie
‘De bewoners zijn zich eigenlijk helemaal niet zo bewust van
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
de groenvisie in de gemeente Amstelveen. Zij
hebben er vaak onbewust voor gekozen om in
Amstelveen te wonen, omdat het een erg prettige
woonomgeving is. Van de invloed van groen op
de kwaliteit van de woonomgeving zijn ze zich
niet zo bewust. Door de bewoners wordt het
groen continu erg hoog gewaardeerd. Het gemiddelde cijfer dat wordt gegeven is een 8’, vertelt
Van Hove. Door deze hoge waardering van het
groen is bewonersparticipatie op het gebied van
groen niet zo aan de orde in Amstelveen. Dit
komt immers meestal voort uit bewoners die
graag hun groene omgeving willen verbeteren;
hier zijn de bewoners al erg tevreden over het
groen. Ook staan de inwoners van Amstelveen
niet altijd direct te springen om zelf de handen
uit de mouwen te steken. ‘Er zijn wel wat initiatieven vanuit bewoners, zoals het opzetten van
een moestuin. We hanteren vanuit de gemeente
bovendien een duidelijke richtlijn om de kwaliteit van de leefomgeving te waarborgen’, vertelt
Van Hove.
Bij herinrichting krijgen bewoners invloed op
de uiteindelijke plannen. Bij ingrijpende wijziging worden bewoners altijd geïnformeerd en
in de gelegenheid gesteld om te reageren. ‘Bij
grotere projecten worden in een vroeg stadium
02 | nummer 01
pagina 27
»
BC
BELEID/CASE
voerdienst. In totaal werken er 250 mensen in
de buitendienst. Daarvan zijn er 90 werkzaam
in het groenbeheer. ‘Dat zijn groenspecialisten,
waardoor we binnen de gemeente eigen kennis
en kunde in huis hebben. Zij snappen hoe het
groen ooit door de ontwerper is bedoeld en dat
is een echte meerwaarde. Meer dan de helft van
het groenonderhoud voeren we als gemeente
zelf uit. Daarnaast werken we ook samen met
de markt. Zo besteden we zomerwerk uit aan
marktpartijen’, vertelt Van Hove.
Twee parken in Amstelveen, het J.P. Thijssepark en park De Braak zijn in 2011 uitgeroepen
tot rijksmonument om hun bijzondere waarde.
Levie: ‘Dat kost geld, maar is het zeker waard. En
op deze parken kunnen we als gemeente alleen
maar erg trots zijn!’
Samenwerking
informatiebijeenkomsten gehouden. Die projecten worden daarnaast besproken in de Groenraad, een onafhankelijk adviesorgaan
waarin plaatselijke particuliere organisaties op het gebied van
groen en natuur zitting hebben. Maar dit wil natuurlijk niet zeggen
dat we altijd en van iedereen applaus krijgen over groenveranderingen’, vertelt Van Hove.
‘Doorgaan op waar de energie zit’
Naast burgers worden ook bedrijven betrokken bij het groen in
Amstelveen. De gemeente heeft 28 duurzame bedrijfspartners
die willen bijdragen aan het groene klimaat in de gemeente. De
bedrijven dragen niet financieel bij; de samenwerking is gebaseerd
op netwerken en het leveren van bijdragen in de vorm van kennis,
contacten, eigen initiatieven of bijdragen aan maatschappelijke
wensen. ‘Bij de participatie van bedrijven in het groen bekijken we
goed waar de energie zit en daar gaan we dan op verder’, vertelt
Van Hove. Canon plaatste bijenkasten bij het bedrijf en spant zich
in voor het verbeteren van de oever van het nabijgelegen water.
KLM wil dat het personeel een aantrekkelijke route kan lopen in
de pauze en zet zich daarom in voor een mooie omgeving.
En het ziekenhuis Amstelland wil graag de daken groener maken
om zo CO2-reductie te bewerkstelligen en medewerkers bewuster
te maken. ‘De gemeente zal in nader contact met het ziekenhuis en
wellicht met een van de andere partners kennis en ondersteuning
aanbieden bij bijvoorbeeld het regelen van subsidie bij andere
overheden. We zullen daarnaast ook een stuk communicatie en
promotie doen als het zover mocht komen, met daarbij de nodige
bestuurlijke aandacht’, vertelt Van Hove.
Kwaliteit in eigen hand
Van oudsher heeft de gemeente Amstelveen een grote eigen uit-
BC
pagina 28
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
De gemeente houdt veel in eigen hand, maar
daarnaast worden er ook taken samen met andere
partijen opgepakt. Zo is er de Amstelscheg, een
rivier- en polderlandschap dat diep doordringt
in het stedelijk landschap van Amstelveen,
Ouderkerk én Amsterdam. ‘De drie gemeenten,
het waterschap en de provincie hebben zitting in
het bestuurlijk overleg Amstelscheg. Gezamenlijk willen zij de poorten tot het gebied zo toegankelijk en zichtbaar mogelijk maken voor het
publiek’, vertelt Levie.
Van tien naar negen miljoen
‘Voor het groenbeheer moeten we het dit jaar
met negen miljoen euro doen, in plaats van de
tien miljoen die we in 2013 beschikbaar hadden.
Ondanks deze verlaging beseffen we dat dit vanuit een gemiddelde gemeente bezien nog steeds
een astronomisch bedrag is. Ondanks dat willen
we wel onze hoogwaardige groenvoorziening
op pijl houden’, vertelt Van Hove. ‘We blijven
ondanks de bezuinigingen actief met renovaties
van groendelen en met projecten als Kwikstaart
in de Bovenkerker Polder. De focus ligt op wat
we allemaal al wél hebben. Ook zijn er projecten
die gewoon doorlopen, zoals het project Mooi
Amstelland’, vertelt Levie. Met subsidie vanuit
Mooi Nederland zijn verschillende zaken aangepakt om het Amstelland een stuk toegankelijker
en aantrekkelijker voor omwonenden en recreanten uit de regio te maken. Zo is de ecologische
zone afgemaakt en zijn fietspaden, jaagpaden en
steigers aangelegd. Levie: ‘De Stichting Beschermers Amstelland heeft goed gebruikgemaakt van
de beschikbare subsidiepot.’
02 | nummer 01
GROEN VERBINDT
IN EEN ENERGIEKE
SAMENLEVING
Datum:
Locatie:
10 september
Martiniplaza in Groningen
Meer informatie en aanmelden:
www.nationalegroendag.nl
Partners:
NOTEER VAST IN UW AGENDA:
5 november Landelijk Openbare Ruimte Congres I: Almere
10 december Landelijk Openbare Ruimte Congres II: Nijmegen
WWW.LCOR.NL
Vasteplanten in het openbaar groen
Bij duurzaam bouwen hoort een duurzaam ingerichte buitenruimte, ook waar
het ‘groen’ betreft. Vasteplanten bieden een mooi en verstandig alternatief voor
monotone heesterbeplantingen.
Het totaalpakket van Green to Colour zorgt voor snelle dichtgroei met een laag
onderhoudsniveau, weinig onkruidgroei en minder zwerfvuil.
De essentiële totaalformule van Green to Colour:
• Ontwerp
• Soortenkeuze
• Grondbewerking
• P11-kwaliteit planten
• Maai- en bemestingsplan
Meer informatie en voorbeelden van projecten: www.greentocolour.com
Grifoen Wassenaar BV
+31 (0)70 517 7175
info@grifoenwassenaar.nl
www.grifoenwassenaar.nl
WONEN, ZORG EN GEZONDHEID
te k st Jan Jager
Dementietuin St. Jozef
Een tuin als
aha-erlebnis
Wat groen al niet doet met een mens: de beste casus is
misschien wel de dementietuin van St. Jozef in Gelderland. Dementerende bejaarden knappen mentaal gezien
op en ontwikkelen lichamelijk minder klachten als zij
regelmatig de huiskamer verruilen voor de tuin.
Foto: Anke Wijnja
WZ
pagina 30
‘Tuinen voor mensen met
dementie zijn heel gewone
tuinen. Je hoeft geen gekke
capriolen uit te halen. Het zit
‘m vaak juist in kleine details.
Je moet bijvoorbeeld geen elementen inbouwen die verwarring kunnen creëren. Dat kan
al een donker afvoerputje zijn.
Ouderen zien minder contrast
en van het putje blijft niet veel
meer over dan een zwart vlak.
Iemand die helder van geest is,
kan nog extrapoleren en concluderen dat het zwarte vlak
een putje is, maar demente
ouderen kunnen die link niet
meer leggen. Ze zien een zwart
gat. Het kan voor hen een reden
zijn om niet door te lopen.’
Aan het woord is Anke Wijnja,
landschapsontwerper van de
dementietuin bij verzorgingshuis St. Jozef in Wijchen. Opgeleid als industrieel ontwerper
stelt zij misschien nog meer
dan échte tuinarchitecten de
gebruiker centraal. Dementie is
haar specialiteit, maar ze benadrukt dat de tuin van St. Jozef
niet enkel voor dementerende
bejaarden is ontworpen. Sterker
nog: de tuin heeft als primair
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
doel om dementerende ouderen
weer meer bij de maatschappij
te betrekken en daarvoor wordt
de tuin juist ook opengesteld
voor andere groepen.
Twee problemen, één tuin
Initiatiefnemer van de dementietuin is Karin Verreck van
Cailin Partners. ‘Ik kwam in
contact met gebiedsdirecteur
Hans Vos van verpleeg- en zorginstelling ZZG Zorggroep,
die constateerde dat ouderen
eigenlijk heel weinig buiten
komen. Daardoor bewegen ze
weinig en komen in beperkte
mate in contact met de wereld
buiten de instelling.’ Bewegen
is momenteel een hot item en
beweegtuinen al een beproefd
concept in de verpleeg- en
zorgwereld. Verreck: ‘Maar
daarmee heb je nog niet direct
het probleem van het isolement verholpen. Wij zochten
één oplossing voor beide problemen en mochten van Hans
Vos twee tuinen inrichten,
waaronder die van woonzorgcentrum St. Jozef.
Hans Vos: ‘We komen uit een
traditie van bouwen voor doel-
groepen. Met name ouderen
die niet uit zichzelf naar buiten gaan, zijn op deze manier
min of meer afgesloten van de
buitenwereld. Dat geldt zeker
voor dementerende ouderen,
die vaak ondersteuning en
een context nodig hebben om
deel te kunnen nemen aan datgene wat ze nog wel kunnen
en waarvan ze genieten. Zo’n
gesloten wereld is niet wat wij
als ZZG en ik denk ook maatschappijbreed willen. Ondertussen neemt de behoefte aan
dementiezorg alleen maar toe.
Bij de inrichting van de buitenruimte moeten we hier rekening mee houden.’
Die buitenwereld is in het
vroegste stadium van de planvorming betrokken. Karin Verreck: ‘Tijdens brainstormsessies hebben we bewoners van
aanleunwoningen in de buurt,
de kinderopvang, het voortgezet onderwijs en nog veel meer
partijen mee laten denken over
inrichting, beheer en onderhoud van de tuin. En niet te
vergeten: activiteiten die in de
tuin plaats kunnen vinden. Het
is de bedoeling dat zij hierin
zelf een actieve rol hebben.’
De seizoenen centraal
En dan het ontwerp zelf: Anke
Wijnja kroop in de huid van de
dementerende oudere gekropen. En wat voor mensen in
de bloei van hun leven geldt,
geldt ook voor dementerende
bejaarden: zoveel mensen,
zoveel smaken. ‘De een wil met
meerdere mensen op een terrasje zitten praten, de ander
vindt het fijn om in z’n eentje
op een bankje te zitten. Weer
een ander wil met zijn handen in de aarde wroeten. Voor
allerdrie is ruimte in de tuin.
Maar bij álle ouderen willen
we bereiken dat hun zintuigen
worden geprikkeld. Ik wil ze
de seizoenen laten zien, laten
ruiken, laten voelen. Want
als je dement bent, zegt het
woord “maart” je niet zoveel.
Dus planten we sneeuwklokjes, maar ook de krentenboom die in de lente prachtig
in bloei staat. We kiezen voor
appelbomen zodat we in het
najaar appels kunnen plukken
en appeltaarten bakken. En
de vrouwenmantel: het blad
vangt in de morgen prachtig
de dauwdruppels. En natuurlijk lavendel in de zomer, daar
gaat de geest van open. Ik pas
ook klassieke planten toe,
zoals hortensia’s, lieve-vrouwebedstro en maggiplant, voor
een aha-erlebnis. Je wilt dat
ze een connectie hebben. Ik
werk met fonteinen die geluid
geven, met planten die dieren
aantrekken: vogels, vlinders.
Er komt een vlindertuin, maar
ook een pluktuin. Ouderen
kunnen bloemen plukken zoals
ze vroeger als kinderen ook
deden. Het resultaat? Ervaring
uit eerdere projecten bij ZZG
uit Engeland (zie kader ‘Minder agressief ’) en Denemarken leert dat dementerenden
die over een soortgelijke tuin
beschikken, beter in hun vel
zitten en minder lichamelijke
klachten ontwikkelen.’ Hans
Vos van ZZG: ‘Ons doel is de
levenskwaliteit van dementerenden te vergroten.’
Het aanleggen van de tuin
kost uiteraard geld, maar dat
is eenmalig. De meeste kosten
van een tuin zitten normaliter
in het onderhoud, en juist dat
onderhoud wordt samen met
de buurt opgepakt, als activiteit. En de andere activiteiten?
Wijnja: ‘Daarvoor hebben we
onder andere een multifunctioneel prieel gebouwd. Het
is sowieso een mooi element
in de tuin. En het is belang-
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
rijk dat activiteiten ook door
kunnen gaan als het regent.
Beschut zitten is voor ouderen
heel belangrijk – maar wel ín
de tuin.’
Aantal dementerenden stijgt naar
500.000
Het aantal mensen met dementie in Nederland
wordt geschat op 230.000. Hiervan hebben 12.000
het al op jonge leeftijd. Door de vergrijzing van
de bevolking en de stijgende levensverwachting
is de verwachting dat dit aantal oploopt tot ruim
500.000 in 2050. De kans dat iemand in zijn leven
dementie krijgt is 20 procent. Deze cijfers zijn door
Alzheimer Nederland vastgesteld op basis van een
onderzoek van TNO.
(Bron: Trimbos Instituut)
M eer onder z oe k
Wat betekent de dementietuin voor de cliënten
van verzorgingshuizen? Leidt het ertoe dat de
cliënten meer buiten zijn? En zijn de onderzoeken
uit Engeland en Denemarken ook toepasbaar voor
Nederland? Er is nog het nodige te onderzoeken als
het gaat om dementietuinen. Op hogeschool CAH
Vilentum in Almere richten studenten zich op een
groene en duurzame toekomst. Hierbij staan natuur
en gezondheid, in relatie tot verdienmodellen, in
het stedelijk gebied centraal. Zij gaan aan de slag
met een monitoringonderzoek om meer inzicht te
krijgen in het gebruik van dementietuinen en de
wensen en behoeften.
N u alvast meer le z en ?
Mooney, P. and Nicell, P.L. (1992) ‘The importance
of exterior environment for Alzheimer’s residents:
Effective care and risk management’, Health Care
Management Forum, vol: 5, (2), pp. 23-29.
Minder agressief
Wetenschappelijk onderzoek* wijst uit dat wanneer
demente ouderen in opvanghuizen toegang hebben
tot een tuin:
• zij minder vaak vallen;
• zij minder snel agressief gedrag vertonen;
• hun mentale functioneren verbetert;
• hun geheugen scherper wordt;
• zij minder doorligwonden ontwikkelen.
* Door het Dementia Services Centre van de Universiteit van Stirling in Engeland, op basis van survey
onder vijf verzorgingshuizen
02 | nummer 01
pagina 31
WZ
e c onom i e
te k st R ud i E ngel
Integrale benadering
betaalt zich terug
De
economische
meerwaarde
van natuur­
beleving
In september vorig jaar ging Brunssum aan de haal
met het themacertificaat Groen en Economie van
Entente Florale. De reden: ‘In Brunssum is een sterk
bewustzijn dat een groene woonomgeving helpt bij de
vestiging van bedrijven’, aldus de jury. Een sprekend
voorbeeld hiervan zijn de plannen voor Nature Wonder
World, een groen themapark dat de regio ondanks de
stevige vergrijzing weer op de kaart moet zetten en
voor een flinke economische impuls moet zorgen.
Brunssum, een stad en gemeente in het zuidoosten van Limburg,
maakt een interessante ontwikkeling door. Tot zo’n 100 jaar geleden was het niet meer dan een gehucht, maar door de opening
van de staatsmijnen explodeerde het inwoneraantal tot 16.000.
Inmiddels wonen er zelfs zo’n 30.000 mensen. Maar die ontwikkeling zal niet doorzetten; Brunssum is een krimpgemeente.
Eric Geurts, wethouder met onder meer Ruimtelijke Ordening,
Volkshuisvesting en Grondzaken in zijn portefeuille: ‘Zo’n 40
jaar geleden werd de laatste mijn, Emma, gesloten. Daardoor
verdween de monocultuur uit Brunssum. Aanvankelijk kregen
we provinciale subsidies om nieuwe bedrijvigheid aan te trekken, maar vanwege het opdrogen van die subsidies en bedrijven
die niet honkvast zijn kwam het niet echt op gang. In 2025 zullen
we zo’n 10% van onze inwoners kwijt zijn, dat brengt gigantische
Ec
pagina 32
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Foto’s: gemeente Brunssum
opgaves met zich mee. De reden is een natuurlijke: doordat destijds het bewonersaantal zo
explosief steeg, kampen we nu met een redelijk
eenzijdig inwonersprofiel.’
Economische boost door groen
Het kwam al voorzichtig naar voren: groen en
natuur. In Brunssum wordt sterk ingezet op
de beleving van groen, niet in de minste plaats
omdat dit een positieve uitwerking heeft op
de economie. Luc Winants, sinds januari 2013
burgemeester van Brunssum, kan zich helemaal
vinden in die aanpak. ‘Hiervoor was ik wethouder in de gemeente Maastricht, waar ik me ook
bewust bezighield met de combinatie groen en
economie. Mijn eye-opener kwam tijdens werkbezoeken aan Parijs, waar we leerden dat investeringen in groen directe economische impulsen
geven voor de stad. Zo bezochten we Parc de
la Cour du Maroc, een oud stationsgebied met
rangeerterreinen waarvan de sanering uit kostenoogpunt jaar na jaar werd uitgesteld. Toen
het gebied uiteindelijk toch werd opgeruimd en
een voorinvestering in groen werd gedaan, ontstonden allerlei initiatieven. Het werkte als een
vliegwiel: door de ontwikkelingen stegen de
vastgoedwaardes. Allemaal door de investering
in groen. Nog steeds beleef ik er veel plezier aan
om dat effect te benadrukken. In de bouwwereld
draait het vaak om de stenen en parkeerplaatsen;
dáár zit de directe economische winst in, is doorgaans het uitgangspunt. Juist die mensen wil ik
Oftewel: er moest worden ingegrepen. En wel
op twee hoofdlijnen, schetst Geurts. ‘Enerzijds
op de volkshuisvesting. Er moet uiteraard veel
worden gesloopt, maar wel op een zorgvuldige
manier met veel aandacht voor de nieuwe ruimtelijke invulling van het gebied. In totaal gaat het
over zo’n 700 tot 1.000 woningen. Daarvoor in
de plaats willen we meer groen in de stad.’ De
andere pijler waarop de gemeente inzet, is het
opkrikken van het voorzieningenniveau om op
die manier aantrekkelijker te worden voor mensen van buitenaf. ‘Zo creëert VDL Nedcar de
komende tijd 1.900 nieuwe banen in Born. Die
werknemers zouden zich in Brunssum kunnen
vestigen, maar dan moeten onze voorzieningen
wel op orde zijn’, licht Geurts toe. Zo krijgt elke
wijk een nieuwe of opgeknapte school en wordt
de Buitenring ingrijpend aangepast. Dat laatste
niet alleen voor de doorstroom, maar ook voor
het verbinden van de verschillende natuurgebieden door middel van ecoducten, waardoor in
feite één groot natuurgebied ontstaat.
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 33
»
Ec
e c onom i e
sum moet verrijzen. ‘Met de nadruk op thema,’
verduidelijkt Geurts, ‘van hoog niveau. Aan de
oostzijde van Brunssum zijn sowieso al diverse
grote ontwikkelingen gedaan, met als bekendste voorbeeld Snow World in Landgraaf. Nature
Wonder World moet het vlaggenschip worden.
De doelstelling is om bezoekers in een straal van
2 auto-uren rondom Brunssum aan te trekken,
waarmee je dus ook op steden als Keulen, Düsseldorf en Luik mikt.’
om krijgen. Je vastgoed wordt veel meer waard
als je gerichte groene ingrepen doet. Ik stuur de
wethouders daar ook op aan: ik kijk altijd naar de
integratie van de groencomponent.’
Het grootste en meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld van zo’n groene investering
is Nature Wonder World, een klimaatneutraal
themapark rond de wereldnatuurwonderen dat
in een oude groeve aan de oostkant van Bruns-
Ec
pagina 34
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Kwantificeer de waarde van groen
Het themacertificaat Groen en Economie dat Brunssum in september
2013 in de wacht sleepte, is onderdeel van de groencompetitie van
Entente Florale. Voor die jaarlijkse groencompetitie wordt gebruikgemaakt van de door het ministerie van EZ geïnitieerde webtool TEEBstad (The Economics of Ecosystems and Biodiversity). Waar ‘de economische winst van groen’ vaak een moeilijk te verkopen waarde blijkt – wát
is die winst dan? –, kent TEEB-stad waarden toe aan groene en blauwe
maatregelen en maakt het inzichtelijk wie die baathouders zijn.
De nieuwste publicatie ‘Van TEEB-stad naar TEEB-stad-tool’ is hier
gratis te downloaden: http://bit.ly/1lKerSj. De tool is te bekijken via
www.teebstad.nl.
trots op het groen dat wij hebben. Het Stadspark
en het Schutterspark zijn enorm volumineus;
zo bijzonder worden ze in deze tijden niet meer
aangelegd. Wij investeren gericht in onderhoud
en beheer om de waarde van het groen hoog te
houden. Uiteraard merken ook wij daarbij de
gevolgen van de crisis. Zo hebben we ecologisch
beheer ingevoerd. Vroeger vond men dat slordig,
tegenwoordig wordt het als mooi ervaren.’
De burgemeester van Brunssum noemt een mooi
voorbeeld van de economische winst van groen.
‘We hadden een portiekflat met 40 kleine eenpersoonswoningen in de buurt van een mooi
park. Die flat hebben we opgeruimd en er 10
woningen voor in de plek gezet, die samen nog
steeds ruimte bieden aan 40 bewoners. Bij die
ontwikkeling hebben we bewust ruimte voor
groen gereserveerd, zodat het woongebied rechtstreeks aansluit op het park. En met succes: alle
woningen zijn gevuld. Ik ben ervan overtuigd dat
het door die verbinding komt; mensen hebben
behoefte aan groen en schone lucht. De integrale
benadering betaalt zich terug.’
Winants heeft nog meer voorbeelden, waaronder
een bijzondere: ‘Afgelopen december besloten
we om maar liefst 13 miljoen euro te investeren
in de Roode Beek. Een groot stuk daarvan is
overkluist met mijnsteen, waardoor het Schutterspark gescheiden is van de Brunssumerheide.
Die hele berg stenen gaan we afgraven zodat de
beek weer meandert en de verbinding tussen
beide gebieden terugkeert. In die 13 miljoen
euro zitten flinke bijdragen van provincie en
waterschap verwerkt, maar ook enkele miljoenen
van de gemeente. Je kunt in deze tijden flinke
bezwaren maken op zulke grote investeringen,
maar níémand deed dat! Dat vind ik mooi, men
ziet absoluut de meerwaarde van natuurbeleving
in: een impuls voor toerisme en recreatie. Zo’n
beek creëert niet direct banen, maar het maakt
Brunssum wel enorm interessant als woon- en
recreatiegemeente.’
Maar wat levert dat nou economisch op, zo’n
natuurpark? ‘Heel veel’, stelt Geurts. Uiteindelijk
moet het park 1.700 nieuwe banen opleveren,
waaronder ook arbeidsplekken voor mensen die
momenteel in de bijstand zitten. Die impact is
gigantisch: het aan het werk krijgen van mensen
in de bijstand levert de gemeente een besparing
van 5 miljoen euro per 300 mensen op. In Brunssum zitten momenteel zo’n 800 mensen in de bijstand, dus reken maar uit. Bovendien sluiten die
banen goed aan bij ons profiel, met 20% gericht
op hoogopgeleiden. Ook die mensen zijn erg
belangrijk om vast te houden.’
Trots op groen
Winants sluit zich daarbij aan. ‘We bieden hier
een heel mooi groen gebied om te wonen en
recreëren. De toevoeging van het park heeft een
enorme meerwaarde in economische zin.’ Tegelijkertijd benadrukt hij dat deze benadering zich op
allerlei manieren laat zien in Brunssum. ‘Ik ben
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 35
Ec
onderw i j s
te k st R oel van D i j k
Voor het eerst in de geschiedenis wonen meer mensen in steden dan op het platteland. Hoe zorgen we
ervoor dat de stad leefbaar en gezond blijft? Aan de
hogeschool CAH Vilentum Almere, die in 2010 van
start ging, richten de studenten zich op een groene
en duurzame toekomst. Hierbij staan natuur en gezondheid in relatie tot verdienmodellen in het stedelijk gebied centraal. Een interview met Dinand Ekkel,
Nieuwe opleiding voor
duurzame toekomst van de stad:
Leefbare stad
vraagt
om kennis
van groen
lector ‘Natuurlijk en Gezond Samen-Leven’.
Uit gegevens van Unicef blijkt dat in 2050 70% van de wereldpopulatie in stedelijk gebied woont. Wil je deze steden leefbaar en aantrekkelijk houden, dan is vergroening een vereiste
om diverse problemen het hoofd te bieden voor op de korte,
maar zeker ook voor op de langere termijn. Problemen met het
milieu –hittestress, overvloedige neerslag, slechte luchtkwaliteit – maar ook met gezondheid – de urbanisatie kent nadelige
effecten voor de gezondheid van bewoners. Vergroening van de
omgeving maar ook bewustwording over de vervaardiging van
gezond voedsel spelen daarin een duidelijke rol. Dinand Ekkel:
‘Uit diverse onderzoeken wereldwijd blijkt telkens weer dat een
groene omgeving een positief effect heeft op het welbevinden
en de gezondheid van mensen. Door deze kennis ziet men ook
meer en meer in dat een stad een ecosysteem is. De vraag is
hoe deze ecosystemen kunnen worden ingezet om de eerdergenoemde problemen het hoofd te bieden. Kennis en kennisontwikkeling zijn daarbij onontbeerlijk, daar leiden we onze
studenten voor op.’
Focus op stedelijk groen
Hogeschool CAH Vilentum, sinds de jaren ‘60 actief in Dronten, voorzag een toenemende behoefte aan groen-stedelijke
opleidingen. Provincie Flevoland en gemeente Almere drongen
er bovendien op aan om een hogeschool in Almere te starten.
De nieuwe hogeschool speelt in op de actualiteit door gerichte
opleidingen aan te bieden: ‘Groene Stedelijke Ontwikkeling’
en ‘Toegepaste Biologie’ (zie kader). Daarvoor werd eveneens
een speciaal lectoraat ingesteld, dat als basisopdracht heeft de
duurzame relatie tussen de gezondheid van de mens en het
groene domein te onderzoeken.
Op de vraag waarin CAH Vilentum Almere zich onderscheidt
van andere groene hbo-opleidingen laat Ekkel weten dat de
focus van CAH Vilentum Almere ligt op groen in de stedelijke
context en de relatie met de gezondheid van de stedelijke inwoner. Andere onderwijsaanbieders zijn meer gericht op bos- en
natuurbeheer en landschapsarchitectuur, oftewel op het land-
On
pagina 36
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
schap en het buitengebied. Ekkel: ‘De integrale
benadering over de inrichting van de openbare
ruimte staat binnen de opleidingen centraal,
waarbij het groen in de stedebouwkundige ontwikkeling dus net zo belangrijk is als rood, grijs
en blauw.’
Ekkel vervolgt zijn verhaal: ‘Deze gedeelde zienswijze sluit naadloos aan op wat de Floriade 2022
voor ogen heeft: het ontwikkelen van nieuwe
woonconcepten waar integraliteit de boventoon
voert. De thema’s van de Floriade zie je dan ook
weer terug in onze opleidingen, namelijk greening,
feeding, energyzing en healthying the city.’
Floriade als showcase
De opleiding van CAH Vilentum Almere ligt nu
nog in het centrum van de stad, maar de planning is dat deze over een jaar of vijf zal verhuizen
naar het Floriadeterrein. Ekkel juicht deze verplaatsing toe. ‘De
opleiding wordt midden op het terrein van de wereldtuinbouw­
tentoonstelling gevestigd. Studenten zien daardoor om zich heen
hoe een groene en gezonde wijk, een duurzaam bedrijventerrein
met groene daken en gevels en een beweging-stimulerend park
wordt aangelegd en maken hier onderdeel van uit als het om kennisvergaring en -verspreiding gaat. Dat is een grote meerwaarde
voor studenten. Een betere showcase kun je niet hebben’, geeft de
lector aan. ‘Ook als de Floriade is afgelopen.’
Binding met de praktijk
CAH Vilentum Almere is recent een samenwerking met de stichting Entente Florale Nederland aangegaan. ‘Als opleiding is het van
groot belang dat je binding houdt met de praktijk. Entente Florale
Nederland positioneert het groen al jaren integraal in de openbare
ruimte. Middels activiteiten als kennisuitwisseling via hun communicatietraject en netwerk en natuurlijk de jaarlijkse groencompetitie hebben we een realistisch en helder beeld van wat er in
de praktijk speelt en kunnen studenten daar ervaring in opdoen.’
Daarnaast laat Ekkel weten dat studenten ook worden betrokken
bij de activiteiten van Entente Florale Nederland.
Naast studenten opleiden is het doel van CAH Vilentum Almere
dan ook om samenwerkingsverbanden te smeden met overheden,
bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties om daarmee zogenaamde kenniscoalities aan te gaan. Onder de noemer Kenniscentrum Groene Vitale Stad (www.kcgroen.nl) worden de activiteiten
die betrekking hebben op kennis vergaren en ontwikkelen uitgevoerd. ‘De vraag uit het werkveld staat hierbij centraal. Hierbij doe
ik dan ook een oproep aan eventuele geïnteresseerden in deze kenniscoalities om contact met ons op te nemen, zodat we gezamenlijk kunnen bekijken hoe we nieuw onderzoek kunnen opstarten
en financieren. We moeten er namelijk voor waken dat we blijven
putten uit bestaand onderzoek en dat we telkens het wiel opnieuw
uitvinden. Willen we de komende jaren stappen zetten om de steden vitaal te houden, dan is vervolgonderzoek noodzakelijk.’
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
Dinand Ekkel, lector ‘Natuurlijk en Gezond Samen-Leven
Opleidingen over omgeving en
gezondheid
CAH Vilentum Almere biedt op dit moment vijf
opleidingen aan, waaronder ‘Groene Stedelijke
Ontwikkeling’ en ‘Toegepaste Biologie’. Met beide
opleidingen draagt het lectoraat eraan bij kennis
over te dragen over de vraag hoe de omgeving
een bijdrage kan leveren aan de gezondheid van
de mens. Het verschil tussen beide richtingen is
dat bij ‘Groene Stedelijke Ontwikkeling’ de nadruk
meer ligt op de waarde van groen – opbrengsten en
kosten – in relatie tot gezondheidsaspecten en bij
‘Toegepaste biologie’ de natuur zelf en de inrichting
van het groen in de stad centraal staan. De hogeschool telt momenteel 220 studenten en de ambitie
is dit over vier jaar te hebben verhoogd naar 700
studenten.
Meer informatie over de opleidingen is te vinden
via http://almere.cahvilentum.nl/
Dinand Ekkel, lector ‘Natuurlijk
en Gezond Samen_Leven’
Sinds 2011 is Ekkel lector ‘Natuurlijk en Gezond
Samen-Leven’ aan de CAH Vilentum Almere. In dit
lectoraat staat het onderzoek naar de duurzame relatie tussen de gezondheid van mensen en de groene
omgeving centraal. Met als centrale vraag: hoe kan
de omgeving een bijdrage leveren aan de gezondheid van mensen? Door de urbanisatie, milieuproblemen maar ook door vervreemding van ons voedsel
staat de gezondheid van de mens onder druk.
De provincie Flevoland en de gemeente Almere
financieren het lectoraat de eerste vier jaar. De
hogeschool heeft al te kennen gegeven dit lectoraat
na 2014 te continueren.
02 | nummer 01
pagina 37
On
p ra k t i j k
te k st M adelon T i j d i n k
Groenkeur: het groene keurmerk
‘Een keurmerk
gaat pas leven
als er vanuit
de markt
om wordt
gevraagd’
Het keurmerk duurzame boomkwekerijproducten van
Groenkeur is gereed voor gebruik. De beoordelingsrichtlijnen zijn dit voorjaar ontwikkeld door de stichting,
en toen het conceptplan er nog maar net lag kwamen
de eerste aanmeldingen al binnen. De behoefte aan het
keurmerk is dus groot. Groenkeur wil met dit certificaat
een nog belangrijkere rol spelen in de ‘groene afzetketen’. Maar wat is de meerwaarde van nog een certificaat en waarom willen bedrijven zich bij Groenkeur
aansluiten?
Pr
pagina 38
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Over de keurmerken
Het Groenkeur-keurmerk is door Groenkeur
ontwikkeld op verzoek van Duurzame Boomkwekers Nederland, DBN. ‘Zij wilden graag een
keurmerk dat vanuit een organisatie ook goed
in de markt wordt gezet’, zegt Frans Pladdet,
beleidsmedewerker bij stichting Groenkeur. ‘Dat
het keurmerk en de deelnemers goed gepromoot
zouden worden.’ Groenkeur heeft voor verschillende branches binnen het groen al keurmerken,
bijvoorbeeld voor groenvoorzieners, boomverzorgers en hoveniers. Pladdet: ‘Het is logisch om
daar voor boomkwekers bij aan te sluiten. Richting de markt schept dat meer duidelijkheid.’
Groenkeur is een kwaliteitskeurmerk voor groenprofessionals en bevordert het vakmanschap in de
groene sector. De stichting ontwikkelt samen met
ondernemers en opdrachtgevers sectorbreed aanvaarde kwaliteitsnormen. De keurmerken omvatten
verschillende gebieden binnen de groensector, zoals
tuinaanleg & tuinonderhoud, groenvoorzieningen,
boomverzorging en dak- en gevelbegroening. Voor
werknemers in de sector bestaat daarnaast de
mogelijkheid om verschillende bewijzen van vakbekwaamheid te behalen (persoonscertificaten).
Stichting Groenkeur wil ondernemers stimuleren om
maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Voor
het verkrijgen van het Groenkeur-keurmerk dient
de certificaathouder een MVO-ambitie (Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen) aan zijn klant
te kunnen verstrekken. Stichting Groenkeur laat
Groenkeur-ondernemers door een onafhankelijke
keuringsinstantie toetsen of zij voldoen aan de eisen
van het keurmerk. Meer informatie over Stichting
Groenkeur is te vinden op www.groenkeur.nl
De eisen
Het nieuwe keurmerk is bedoeld voor duurzaam geteelde bomen en struiken. Belangrijke
onderdelen binnen de beoordelingscriteria zijn
producteisen, arbeidsomstandigheden en de
traceerbaarheid van producten. ‘De producten
moeten de hele keten door gevolgd kunnen worden’, beschrijft Pladdet. ‘De producten moeten
te herleiden zijn tot de plaats waar ze zijn opgegroeid. Het complete schema van richtlijnen is
gebaseerd op de eisen van duurzaam inkopen
voor groenvoorzieningen vanuit de overheid.
Daarin zitten eisen voor het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen. Deze
zaken moeten voor het keurmerk dan ook kunnen worden aangetoond.’
In de beoordelingsrichtlijn (BRL) is ook aandacht besteed aan het onderhoud van de apparatuur en aan de juiste arbeidsomstandigheden
via risico-inventarisaties en verbeterplannen.
Vanuit duurzaam inkopen is verder opgenomen
dat de bomen afkomstig zijn van de rassenlijst
en dat het materiaal van de gebruikte plantenpotten duurzaam is. Kwekers maken bovendien
ieder jaar een duurzaamheidsplan en een daarbij
behorend biodiversiteitsplan. ‘Hiervoor kijken
kwekers naar wat er binnen een bedrijf mogelijk
is om de biodiversiteit te verbeteren. Werken
met kruidenstroken waar insecten op afkomen,
bijvoorbeeld. Dat soort dingen heeft invloed op
hoeveel middelen je op de planten moet gebruiken. Maar de belangrijkste eisen zijn gewasbescherming en duurzame bemesting. Dat heeft
de meeste impact op duurzame teelt en uiteindelijk een duurzaam product’, verduidelijkt Pladdet. Bedrijven krijgen na aanmelding twee keer
een audit van een onafhankelijke certificerende
instelling. Pas als die besluit dat aan alle eisen is
voldaan, worden de producten gecertificeerd.
»
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 39
Pr
p ra k t i j k
E e n k e u r m e r k g a at pa s l e v e n
a l s e r va n u i t d e m a r k t o m
gevraagd wordt
Fredd y Janssen van Flora N ova
tieel onderdeel van de statuten van Groenkeur is.
‘Een keurmerk gaat namelijk pas leven als er vanuit de markt om gevraagd wordt. Pas dan worden
telers en bedrijven echt enthousiast. Groenkeur
zorgt daarvoor en daar willen wij van meeprofiteren’, zegt Janssen. Zeker als in 2015 duurzaam
inkopen verplicht wordt vanuit de overheid.
Dan blijft er een beperkt aantal bedrijven over
in Nederland en kan het ook commercieel wat
opleveren. Maar dat is een mooie bijkomstigheid
en in eerste instantie niet de insteek.’
Het duurzame
Door de economische malaise, zo zegt Janssen,
wordt er vaak niet meer voor duurzaam gekozen,
maar voor de laagste prijs. ‘Als je als bedrijf alleen
vanuit commercieel oogpunt kijkt, zou ik het
niet aanraden om een certificaat aan te vragen.
Er komt veel meer bij kijken dan men vaak denkt,
ook qua kosten. Duurzaam handelen is mooi,
maar het moet een visie of leefwijze zijn en geen
verplichting worden. Daar ben ik van overtuigd.’
Dat is ook de reden dat Janssen met Flora Nova
deze stap maakte. ‘Het was eigenlijk geen optie
om het niet te doen. In 60 tot 70 procent van alle
gevallen worden we al gevraagd naar een Groenkeur-certificering. Dit was voorheen nog niet zo
belangrijk, maar de toekomstvisie hadden we al
en dat is ook altijd al onze visie geweest. Juist
daarom was de beslissing om hierin te stappen
voor ons erg makkelijk.’
Volgens Janssen zien steeds meer mensen de
goede positie van Groenkeur in de markt in.
‘Groenkeur doet veel voor haar klanten om het
product in de markt te zetten. De organisatie
heeft zich op andere gebieden binnen de groene
markt ook al bewezen en dat schept vertrouwen.’
Het unieke
Dit alles lijkt een flinke kluif, maar valt volgens Freddy Janssen, relatiebeheerder en adviseur beplantingen bij Flora Nova, mee als je als
bedrijf je zaken goed op orde hebt. ‘Wij zijn al
Milieukeur-gecertificeerd en de richtlijnen hiervoor zijn nagenoeg gelijk. Daarom kregen wij de
gelegenheid om binnen één audit aan te tonen
dat wij aan alle Groenkeur-eisen voldeden. Voor
ons was de aanvraag dus een kleine stap.’ Pladdet
beaamt deze snelle procedure. ‘In principe kan
dat heel snel verlopen, afhankelijk van of je kunt
aantonen dat je aan de eisen voldoet. Volgens de
eisen moeten bedrijven minimaal een halfjaar
duurzaam geproduceerd hebben en dat moet
aangetoond kunnen worden. Voor de meeste
bedrijven zal er dus wel wat tijd overheen gaan,
maar het biedt wel perspectief voor al duurzaamgeoriënteerde organisaties.’
Flora Nova was een van de eerste aanvragers van
het Groenkeur-keurmerk. ‘Omdat wij een beter
gevoel bij dit certificaat hebben dan bij Milieukeur’, zegt Janssen. ‘We denken dat het beter
voor de markt is, gezien de promotie richting
gemeenten en overheden. Als bedrijf heb je daar
niet de tijd voor. We moeten een partij aan ons
verbinden die dat zelf uitdraagt, zodat wij daar
weer gebruik van kunnen maken. Groenkeur
is hier goed op ingericht en behaalt resultaten
doordat in aanbestedingen steeds vaker naar
Groenkeur wordt gevraagd. Naar onze mening
wordt er met Milieukeur te weinig gedaan.
De verwachtingen
Hoezeer het Groenkeur-keurmerk de markt
zal gaan veroveren, is volgens Pladdet moeilijk
te zeggen. ‘Uiteindelijk willen we toe naar zo’n
honderd kwekers, maar op wat voor termijn: dat
is de vraag. We hopen natuurlijk op korte termijn
op zo veel mogelijk deelnemers, voor een relevante omvang in de markt. Dat is voor iedereen
goed.’ Het keurmerk lijkt in eerste instantie het
meest interessant te zijn voor grotere kwekers en
exporteurs, maar ook hun toeleveranciers moeten aan de eisen kunnen voldoen. ‘Zoals ik al
aangaf moeten producten traceerbaar zijn tot op
het teeltperceel en op die manier krijg je natuurlijk best snel veel bedrijven voor wie het keurmerk relevant kan zijn.’
Commercialiteit wordt steeds belangrijker. Janssen geeft aan dat het in de markt zetten een essen-
Pr
pagina 40
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Dé groenprofessional
voor de consumentenmarkt,
zakelijke markt en aanbestedingen!
Tuinaanleg &
Tuinonderhoud
Boomverzorging
Vestiging Grou
T (0566) 621541
E [email protected]
n
Groenvoorzieninge
Vestiging Nieuw Dordrecht
T (0591) 315765
E [email protected]
Dak- &
Gevelbegroening
www.snoekgroep.nl
Snoek - adv. Vitale Groene Stad_185x125mm.indd 1
06-11-13 08:56
Van den Berk – voor bomen met een toekomst
Van den Berk bomen geven vorm aan iedere groene
wens, van officepark tot marktplein, van stadstuin
tot slotlaan. Bomen van statuur die een ruimte
direct tot leven laten komen. Kwaliteitsbomen die
Donderdonk 4
ı
5492 VJ Sint - Oedenrode
ı
Tel. 0413 - 480 480
ı
Fax 0413 - 480 490
ı
het benodigde groene tegenwicht bieden en een
harmonisch beeld creëren. Bomen die uw project
een sfeer meegeven waarbij iedereen zich thuis
voelt….
www.vdberk.nl
ı
[email protected]
PP O d i um
Geschikte
planten voor
natte plekken
te k st M ar c o Ho f f man en M argaret h Ho p beeld PP O / B B F
Stedelijk gebied heeft steeds meer
te maken met overzadigde riolen
bij hevige regenval
In ons land – met het gematigde zeeklimaat, vrij veel regenval en de lage
ligging – hebben we vaker te maken
met wateroverlast dan watertekort.
Bovendien verwachten klimaatkenners dat het weer in Nederland grotere
extremen zal gaan vertonen: langere
perioden van droogte en vaker enorme
stortbuien. Dat heeft gevolgen voor het
groen in de openbare ruimte. Welke
planten kiest u voor die plekken die
permanent of periodiek nat zijn?
PPOdium
In deze rubriek presenteert Praktijkonderzoek Plant
& Omgeving (PPO, onderdeel van Wageningen UR)
onderzoek en ontwikkeltrajecten die waardevol zijn
voor de vitale groene stad. In deze editie bekijken
Marco Hoffman en Margareth Hop van PPO welke
planten passen op een permanente of periodieke
natte locatie, zoals een wadi.
De hoeveelheid vocht in de bodem is een van de belangrijkste
groeivoorwaarden voor planten. De meeste soorten geven de
voorkeur aan een normale vochthoudende bodem, maar er zijn
ook soorten die een veel drogere of juist nattere bodem prefereren
of tolereren. Nederland kent vooral veel natte locaties. In het stedelijk gebied geldt dit voor bijvoorbeeld oevers, laaggelegen delen
en wadi’s. Vooral wadi’s zijn de laatste jaren erg populair geworden
en bieden bovendien veel perspectief voor vergroening. Een goede
soortkeuze is daarbij van essentieel belang.
Klimaatverandering en wadi’s
Steeds meer steden hebben te kampen met oververzadigde riolen
bij grote regenval en er worden daarom steeds meer wadi’s aangelegd. Een wadi bestaat uit een greppel die gewoonlijk droog
Pp
pagina 42
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
staat, maar bij regen volloopt (enkele tientallen centimeters). De
bovenlaag bestaat uit goed doorlatende grond en is vaak begroeid.
Ondergronds bevindt zich een aanvullende buffer voor wateropslag, die uit waterdoorlatend materiaal als grind of kleikorrels
bestaat, soms in kratten of buizen. Het zou mooi zijn als wadi’s (en
andere watersystemen) ook nog groen aangekleed kunnen worden,
zodat meerdere functies tegelijk te vervullen zijn. Dit biedt kansen
voor groen, maar een goede soortkeuze is van wezenlijk belang.
Aanpassingen van planten
De meeste planten geven de voorkeur aan een constante watervoorziening: grond met een goed watervasthoudend vermogen bij
droogte en een goede drainage voor als er te veel water is. Soorten
die groeien op extreme plaatsen qua vochtvoorziening vertonen
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
»
02 | nummer 01
pagina 43
Pp
PP O d i um
doorgaans aangepaste structuren en weefsels. Denk daarbij aan de
dikke waterhoudende stengels en/of bladeren van vetplanten en
cactussen voor droge omstandigheden en de aangepaste groei en
structuur van drijvende waterplanten.
Ook natte of moerasachtige groeiplaatsen, bijvoorbeeld langs
rivieroevers of in beekdalen, hebben geleid tot (evolutionaire)
aanpassingen van plantensoorten. Vaak zijn dit helofyten, planten
die wortelen in of bij water maar waarvan de bladeren en bloemen
boven het water uitsteken.
Onder water
Voor Nederland is het vooral relevant of planten het verdragen om
hun wortels meerdere malen per jaar onder water te hebben staan,
wat zuurstofgebrek oplevert. Om het tijdelijke zuurstoftekort op
te lossen, hebben planten verschillende oplossingen ontwikkeld.
Ze kunnen bijvoorbeeld tijdelijk suikers afbreken zonder zuurstof
(anaeroob) of ze bezitten sponsachtig ademweefsel in hun stengels
(aërenchym), waardoor zuurstof bij de plantendelen onder water
kan komen. Andere planten gaan bij hoge waterstanden plotseling
sterk in de lengte groeien, waardoor een groter deel van de plant
boven het water uitsteekt. Sommige bomen laten extra wortels
groeien aan de kant van de boom waar het water het ondiepst is.
Enkele soorten, zoals Taxodium en de (tropische) zwarte mangroves (Avicennia spp.) maken speciale ademwortels, die vanuit de
bodem recht omhoog groeien (kniewortels) en bedekt zijn met
ademporiën (lenticellen) die voor de gaswisseling zorgen.
‘Voor Nederland is het
v o o r a l r e l e va n t o f
planten het verdragen
om hun wortels meerdere
malen per jaar onder
wat e r t e h e b b e n s ta a n ,
wat z u u r s t o f g e b r e k
oplevert’
En daarna…
Wanneer planten ondergedompeld zijn, hopen zich
afbraakproducten op in de cellen. Wanneer het water zakt
en er weer zuurstof is, worden
deze ineens massaal geoxideerd en veroorzaken ze soms
alsnog de dood van de plant.
Overstroming-tolerante planten bezitten enzymen die dit
effect voorkomen. Van planten
die geen aanpassingen hebben
aan het onder water staan, zullen de wortels door zuurstofgebrek afsterven. Zelfs na een
korte periode (enkele dagen)
van onder water staan zijn ze
extra gevoelig voor wortelschimmels.
Antwoorden op vragen als:
Welke plantensoorten zijn nu
geschikt voor natte of zeer
natte locaties? En welke soorten verdragen sterk wisselende
waterstanden? vindt u op
www.vitalegroenestad.nl/wadi
Pp
pagina 44
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Fleurige onderhoudsarme
beplantingsconcepten
Beplantingsconcepten
Lageschaar Vaste Planten bedacht vanuit de visie van beheer, een drietal
fleurige beplantingsconcepten, die inspelen op de vraag naar beplantingen
met zeer weinig onderhoud, en grote belevingswaarde en zorgen voor meer
biodiversiteit.
Advies
Vakkundig advies in de voorbereiding en de realisatie van uw projecten, zodanig
dat bewoners er jarenlang van kunnen genieten!
Duurzaam geproduceerd, voor duurzame toepassingen!
Groot Deunkweg 3
7122 RS Aalten
Tel.: 0543 - 451 084
Fax: 0543 - 451 511
[email protected]
www.lageschaar.nl
KENNISATELIER
ENERGIEKE GROENE
SAMENLEVING
eer betrokkenheid
m
Hoe zorgen we voor
sleven?
bij burgers en bedrijf
Datum:
10 juni
Locatie:
Paulus Borstraat 41
Amersfoort
Tijd:
14.00 - 18.00 uur
Meer informatie en inschrijven via Melina Jansen,
[email protected] of 033 - 8700 100
Partners:
p rodu c ten
PRODUCTPAGINA’S
Cephalanthus occidentalis/kogelbloem
Plantensoorten voor
biodiversiteit
De kogelbloem is een familielid
van de koffieplant en komt van
nature voor in het oosten en
zuiden van de Verenigde Staten.
Het is een ronde, opgaande, bladverliezende heester van 1 tot
2 meter hoog en kan op een natuurlijke standplaats tot 5 meter
hoog worden. Met witte bloemen
in dichte ronde bloeiwijzen –
vandaar de naam kogelbloem.
Voor de biodiversiteit zeer aantrekkelijk als voedselplant voor
diverse insecten, met name voor
bijen, vlinders en hommels.
In deze rubriek treft u een selectie van interessante producten, diensten en toepassingen.
Elke plant levert een bijdrage aan de biodiversiteit. De ene doet dit meer dan de andere,
bijvoorbeeld omdat het een zeldzame soort
(of cultivar) is, onderdeel uitmaakt van een
belangrijk ecosysteem of omdat ze concreet
voedsel verschaft aan diverse fauna zoals
bestuivende insecten of vogels. Maar ook als
schuil- of nestplaats voor vogels en andere
fauna zijn planten erg belangrijk. Planten
in stedelijk groen kunnen vooral vanwege het
voedsel (bloemen/nectar/stuifmeel of vruchten) en als nest- en schuilplaats een goede bijdrage leveren aan de biodiversiteit.
Goede voedselplanten voor bijen, hommels, vlinders of vogels zijn er vele. In de
brochure ‘Bioversiteit in tuin en plantsoen’
staan concrete lijsten (zie http://edepot.wur.
nl/154296). Hieronder staan als voorbeeld
vier soorten die niet alledaags zijn. Met het
aanplanten van deze soorten kunt u zelf een
concrete en positieve bijdrage leveren aan de
biodiversiteit.
Tekst en foto’s:
Marco Hoffman, PPO/Wageningen UR
Heeft u een product op de markt gebracht dat
interessant is voor deze pagina’s? Neem dan
contact op Philip de Vreeze van Elba Media:
[email protected], 06-1967 7300.
Kalimeris incisa/schijnaster
Deze soort, nauw verwant aan
de aster, komt van nature voor
in Oost- en Noordoost-Azië. Het
is een sterke vaste plant die 80
tot 120 centimeter hoog wordt,
met eivormig, getand, groen
blad. De bloemen kleuren wit tot
blauwpaars met een geel hartje.
Voor de biodiversiteit aantrekkelijk als voedselplant voor
diverse insecten, met name voor
bijen, vlinders en hommels. Door
de lange bloeitijd (van juni tot
oktober!) extra waardevol.
Pr
pagina 46
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
Vitis coignetiae/
Japanse wijnstok
Deze soort is verwant aan de eetbare druif (V. vinifera) en komt van nature voor in Japan en Korea. De
vruchten zijn klein, zwartpaars en niet eetbaar. Voor
de biodiversiteit zijn de bloemen een goede voedselbron voor bijen en de vruchten zijn een uitstekende
voedselbron voor vele vogels. Daarnaast biedt de
plant volop schuil- en nestgelegenheid voor vogels en
andere fauna. Deze Vitis kan worden toegepast in de
openbare ruimte.
Symphytum azureum/blauwe smeerwortel
De blauwe smeerwortel is verwant aan de gewone smeerwortel (S. officinale) en behoort tot
de familie van de ruwbladigen.
Deze sterke, halfhoge vaste
plant, 50 tot 60 centimeter hoog,
heeft dan ook ruw, behaard blad
en de eivormige bladen zijn wat
smaller dan dat van de gewone
smeerwortel. Voor de biodiversiteit vormen de bloemen
een zeer gewilde voedselbron
voor hommels en (in iets mindere
mate) voor bijen en vlinders.
v i ta l e g r o e n e s ta d
|
jaargang
02 | nummer 01
pagina 47
Pr