P u p p y w y s h e d e n

Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Een hond is een boek,
je moet de taal leren
om het te kunnen lezen
en het boek raakt nooit uit.
(Dr. Rudy De Meester †2012)
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
1
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Puppywijsheden kwam mede tot stand door:
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Peter Beekman, Dr. Rudy de Meester ᵼ, Geert de Bolster,
drs. Doreen Planta, Peter Smeets, VetMed,
Hondenschool- Venlo
2
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
De aanschaf van een hond brengt een aantal verantwoordelijkheden met
zich mee. Het ras dat u kiest moet bij u en uw gezin passen. De hond
verdient goede voeding en verzorging, ruim voldoende aandacht en
beweging. Een hond moet meerdere malen per dag uitgelaten worden. U
zult de hond een goede opvoeding moeten geven. Ook heeft u een
verantwoordelijkheid met betrekking tot de gezondheid van uw hond, onder
meer door voor periodieke inentingen en wormkuren te zorgen. Als u
langere tijd afwezig bent of op vakantie gaat, zult u op tijd maatregelen
moeten treffen. De hond mag geen (over)last vormen voor gezinsleden,
buren, bezoekers en anderen.
Zeker als u voor de eerste maal een hond neemt, is het verstandig om
cursussen te volgen. Voor pups zijn er speciale puppycursussen.
U heeft gekozen voor de puppycursus bij Hondenschool-Venlo. Deze cursus
maakt u wegwijs in de razendsnelle ontwikkeling van uw pup. De pup past
voortdurend zij gedrag aan en leert zo wat hij het leukste vindt, of niet. Deze
ervaringen zal hij in zijn verdere leven blijven aanpassen en toepassen.
Als wij er voor zorgen, dat de ervaringen die de pup opdoet, ook voor ons
acceptabel zijn, dan zullen we een heel goed opgevoede pup krijgen.
Oefeningen als zitten en liggen zijn natuurlijk heel belangrijk. Goed omgaan
met mensen, kinderen, verkeer, andere dieren enz, zijn misschien nog wel
veel belangrijker.
Juist in de puppyperiode zijn een aantal zeer belangrijke periodes. Vanaf 67 weken, de meeste pups gaan dan naar hun nieuwe baasjes, begint de zo
belangrijke socialisatie. Hierin leert de pup heel veel voorwerpen, situaties,
gebeurtenissen en mensen kennen, die voor hem zijn hele leven bij blijven.
Dat moeten natuurlijk positieve ervaringen zijn. Daar moet zijn baasje hem
bij helpen. Hondenschool-Venlo helpt u hierbij om deze socialisatieperiode
zo goed mogelijk door te komen. Op de juiste manier met uw pup en zijn
gedrag omgaan en daar ook juist op ingaan vormt de hoofdmoot van de
cursus. Natuur vergeten we ook de basis van de oefeningen zit,lig en kom
hier niet
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Puppy’s moeten veel leren
Als pups net zijn geboren, zijn ze nog helemaal doof en blind. Ze kunnen
nog niet lopen, ze spartelen en kruipen een beetje. Ze kunnen echter wel
probleemloos de tepel van hun moeder vinden. En dat is in de eerste twee
weken van hun leven ook eigenlijk het belangrijkst. Ze moeten eten, slapen
en groeien. Om die tepel van de moeder te vinden, moeten de pups wel een
Hondenschool- Venlo
3
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
enorm goed reukorgaan hebben. En dat is dan ook al helemaal ontwikkeld
als ze net geboren. Behalve dat ze de tepel vinden, vindt er nog een ander
belangrijk proces plaats. Ze leren door middel van hun neus hoe hun
moeder ruikt. En daarmee leren ze eigenlijk hoe alle honden ruiken en
weten ze later dat honden hun soortgenoten zijn.
Omdat onze huishonden echter ook heel veel met mensen moeten leren
omgaan, is het verstandig als de fokker de puppies ook in deze periode laat
wennen aan de geur van mensen. Iedere dag moeten de pups dan even
dicht tegen het lichaam van de fokker of een ander mens gehouden worden.
Dan zien de pups later de mensen ook als iets heel normaals. Deze fase in
het leven van de puppies noemen we “vegetatieve fase”. Rond de 10e dag
gaan de oogjes en oortjes open en gaan de pups leren wat voor uiterlijk en
geluiden er horen bij al die luchtjes waar ze al kennis mee hebben gemaakt.
Om hier helemaal aan te wennen hebben ze ongeveer een week. Deze
periode noemen we de “overgangsfase”.
Vanaf drie weken leeftijd begint eigenlijk de allerbelangrijkste fase in het
leven van de pups. We noemen deze fase de “primaire socialisatiefase”. In
deze periode, die tot ongeveer 12 weken duurt, moeten de pups met alles
kennismaken waarmee ze later in hun leven een keer geconfronteerd
kunnen worden. Nu staan ze daar helemaal voor open. Ze nemen alles in
zich op en zijn heel nieuwsgierig in het ontdekken van de grote wereld.
Deze primaire socialisatiefase is op te splitsen in een deel bij de fokker, (tot
ca. 8 weken) en een deel bij de nieuwe eigenaar (van ca. 8 tot 12 weken).
De fokker moet zorgen dat er allerlei nieuwe situaties komen waaraan de
pups moeten wennen. Veel visite met allerlei verschillende soorten mensen
bijvoorbeeld. Van groot tot klein, van kaal tot helemaal behaard, van licht tot
donker, van dik tot dun en van heel jong tot heel oud. Dan weten de pups
dat al die verschillende soorten mensen erbij horen. En dat geldt ook voor
andere honden: met lang haar, kort haar, gevlekt, hangoren, staande oren,
lange staarten, platte neuzen, joekels en kleintjes. Alles komt voor in die
grote wereld. Ook moeten de pups wennen aan allerlei verschillende
soorten geluiden zoals de stofzuiger, de stereo-installatie, knallende
ballonnen, piepende computerspelletjes, vallende sleutelbossen en
drinkbakken, opwindbeestjes enzovoorts. Ze moeten verder nog een keer
mee in de auto, wennen aan verkeer met fietsers, knetterende brommers,
grote zware vrachtwagens en autobussen, trimmers en joggers. En er
komen ook veel mensen samen op schoolpleinen en winkelstraten. Al met
al een hele taak voor de fokker, iedereen die denkt dat het als fokker
gemakkelijk rijk worden is heeft het dus mis.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Maar ook de nieuwe eigenaar heeft een hele belangrijke taak in die primaire
socialisatiefase. Want die loopt tenslotte door tot 12 weken. Hij moet de pup
Hondenschool- Venlo
4
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
verder “socialiseren”en datgene voortzetten waar de fokker al mee is
begonnen. Hij moet de pup overal mee naar toe nemen nu ze nog steeds
voor allerlei nieuwe indrukken open staan. De pup mag mee naar de markt,
mee in de bus, mee in de trein, mee naar het schoolplein en mee naar het
speelveld. In drukke situaties moeten we echter wel zorgvuldig handelen.
We moeten de pup niet troosten als hij ergens van schrikt. Want hij ziet
troosten als een vorm van beloning en leert dan dat hij braaf is als hij bang
is van alle mensen op de markt, of onweer, of vuurwerk of grote
vrachtwagens, of andere grote honden. Ook optillen is een vorm van
troosten waarmee we aangeven dat de pup terecht bang was. Dus niet
optillen als de pup bang is. Daarentegen kunnen we met optillen ook
aangeven dat wij de grote leider zijn en als we dit doen op het moment dat
er “niets aan de hand is” zal de pup dit alleen maar zien als een daad van
een grote sterke leider. En hier kunnen we weer goed gebruik van maken.
Voordat we bijvoorbeeld op de markt aankomen tillen we de pup al op. Wij
zijn de baas en de pup heeft het toe te laten. We lopen de markt op en de
pup kan alles vanuit een wat hogere, en veilige positie in zich opnemen.
Veel mensen willen hem aaien en knuffelen en hij leert dat de markt
eigenlijk heel leuk is. Bijna aan het eind van de markt zetten we het puppie
neer en wandelen spelend weg van de markt. Dat was leuk. Dit doen we
ook langs de weg en in de winkelstraat. Schrikt de pup nu toch nog ergens
van, wat heel goed mogelijk is, dan moeten we daar niet de aandacht op
gaan vestigen. Stel hij schrikt van een grote groene container e hij deinst
wat terug: veel mensen gaan dan naar die groencontainer toe, hurken erbij
en gaan met een wat hogere stem de pup lokken: “Kom maar puppie, dit is
een brave container, die doet je niks, kijk maar”” . En de pup denkt alleen
maar: “wat doet mijn baas vreemd, daar moet wel iets heel ernstigs mee
aan de hand zijn”. Veel beter is het om juist niet de aandacht op die
container te vestigen. Leidt het puppie af en lok hem mee zodat hij leert dat
als hij langs die container loopt er helemaal niets gebeurt. Dan weet hij dat
ook weer. Heel goeie bazen kunnen het gedrag ook negeren. De meeste
honden zullen als ze ergens van schrikken ook even naar de baas kijken.
En als die niet reageert, leren zij dat ze dus ook niet hoeven te reageren en
is het probleem ook weer opgelost. In rustiger situaties, zoals op het
speelveld (voor honden en niet voor kinderen) kunnen we de pups lekker
helemaal op onszelf richten. Er moet daar heel veel met ze gespeeld
worden. Renspelletjes, zoekspelletjes, sjorspelletjes enz. zijn hier uitermate
geschikt voor. De baas moet dan ook van allerlei leuke en lekkere dingetjes
bij zich hebben. De pup moet veel geroepen worden en daar moet dan
steeds iets heel leuks, of iets lekkers tegenover staan. En daarna mag hij
weer weg. Vaak mogen pups op het speelveld hun eigen gang gaan en
worden alleen geroepen als de pret over is en ze weer mee naar huis
moeten. Ze leren dan dat roepen niet leuk is en komen helemaal niet graag
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
5
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
meer bij de baas. Want de lol is dan op. En dat resulteert dan later in
honden die helemaal niet meer komen, of waar de baas eerst drie kwartier
achteraan moet jagen. Veel beter is het dus om de pup gelijk te leren dat de
baas eigenlijk het leukste van de hele wereld is. Voor nu en later. Naast het
leren wennen aan allerlei dingen, is de primaire socialisatiefase ook de
natuurlijke leer periode van pups. Ze leren in het nest al, te jagen, te
verdedigen, te vluchten, te doden “het schudden aan een lapje”en soms
zelfs al voort te planten. Bovendien zijn ze continu aan het controleren hoe
sterk zij en hun broertjes en zusjes al zijn. Al heel duidelijk zijn ze bezig met
het vaststellen van dominantie verhoudingen en wie dus de baas is. En hier
gaan ze mee door vanaf het moment dat ze bij de nieuwe baas zijn. Die
moet dus zorgen dat de pup, vanaf de eerste dag weet dat hij in het gezin
de onderste plaats inneemt. Hoe sneller de pup dat weet hoe gemakkelijker
de opvoeding zal gaan.
Na de primaire socialisatiefase begint de “secundaire socialisatiefase”, ook
wel angstfase genoemd. De natuurlijke nieuwsgierigheid van de pups gaat
over in een natuurlijke vluchtneiging. Ineens kunnen ze overal bang van
worden. In deze periode kan ook de socialisatie plaats vinden, dat betekent
dat ze alles wat ze als heel gewoon hebben ervaren in de primaire
socialisatiefase alsnog eng wordt. De baas moet dus ook gedurende de
secundaire socialisatiefase zorgen dat de pups nog steeds overal mee naar
toe genomen worden. Hoe vaker vanaf de leeftijd van 12 weken, hoe beter
het is. Hiernaast blijven de pups proberen om in het gevecht om de hoogste
plaats te winnen van de baas. Een goede consequente opvoeding is dan
ook noodzakelijk.
Na de secundaire socialisatiefase begint rond de leeftijd van 5 a 6 maanden
de pubertijd. Hierin proberen de honden alles wat ze eerder geleerd hebben
aan commando’s en oefeningen weer te vergeten. Ze komen niet meer, ze
gaan niet meer in een keer zitten, en kunnen ineens gaan grommen bij de
etensbak of kluif. Ze proberen nu definitief hoger op te komen. Afhankelijk
van de consequentheid van de baas, nu en in de eerste 6 maanden van het
leven van de pup, kan deze puberteit duren van ongeveer een maand of 3
tot een jaar of twaalf. Het woord is aan de baas…………
Tekst: Peter Beekman
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
BENCHTRAINING
Een belangrijke reden voor mensen om een hond te nemen, is het
verzorgende aspect. We vinden het fijn als we een hond te eten kunnen
geven, hem kunnen knuffelen, borstelen en aaien, we met hem uit kunnen
gaan en vinden het fijn als we zien dat hij plezier heeft in zijn leven. Wat we
daarbij soms over het hoofd zien, is het feit dat we de invulling van zijn
geluk vaak wat te menselijk bekijken.
Hondenschool- Venlo
6
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Huisregels voor een hond.
Natuurlijk moeten er huisregels gemaakt worden die door alle leden van het
roedel – dus ook de hond – goed worden nageleefd. De afspraken worden
al gemaakt voordat de hond in huis is. Iedereen heeft hierbij inspraak
gehad, behalve….de hond!
Voorbeelden van huisregels zijn dat de hond niet mee mag naar de
slaapkamer en niet mag bedelen. Soms moet de hond af en toe een paar
uur alleen zijn. Daarbij is het dan uitermate vervelend als hij de boel zou
slopen. Dus spreken we af dat we dit moeten voorkomen. Verder mag de
hond van alles en kijkt iedereen uit naar de komst van de nieuwe
huisgenoot.
Voorkom slechte gewoontes
Dit zou beteken dat we de hond meteen moeten afleren om te bedelen en
hem absoluut niet mogen leren dat hij in de slaapkamer kan komen. Verder
moeten we reuze alert zijn op sloopgedrag. We beginnen dan nu al met het
afleren van gedrag. We moeten ons hierbij wel realiseren dat gedrag pas
afgeleerd kan worden als het eerst is aangeleerd.
We moeten proberen om de hond het foutieve gedrag helemaal niet
aan te leren, want dan valt er ook niets af te leren.
We zouden het onszelf en de hond hiermee een stuk gemakkelijker maken.
Het is wel belangrijk dat we zoveel mogelijk uitgaan van de leerprincipes en
leermogelijkheden van de hond en hem niet te veel ‘vermenselijken’.
Alleen zijn en slopen
Heel veel mensen die problemen hebben met een hond die niet alleen kan
blijven, doen van alles om dit probleemgedrag hanteerbaar te maken: harde
correcties als hij gesloopt heeft, stroomstoten tegen het blaffen, ineens de
radio keihard aanzetten als hij piept zodat de hond zich te pletter schrikt,
muilkorven tegen het slopen: men verzint van alles! De hond moet het
gedrag immers afleren.
Baby in de box, hond in de bench
Een bench of kamerkennel vindt men op voorhand echter zielig. “Zo‘n
hummel achter tralies, alsof hij gevangen zit”. En ondertussen wordt de
baby in de box gezet……een bench is niet zielig. Pups zoeken hun
veiligheid in de werpkist, ze kruipen in hele kleine doosjes om bescherming
te zoeken en gaan graag onder de benen met hun rug tegen het bankstel
aan liggen. Een bench is een prima vervanging voor het veilige nest en als
we de pup dit leren op een heel plezierige manier, dan hebben we daar
jarenlang plezier van. Wij én de hond. We hoeven dan helemaal geen
drastische maatregelen te nemen. We voorkomen problemen en geven de
hond een eigen veilige plek.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Benchtraining
De bench moeten we natuurlijk wel op een voor de hond plezierige manier
gebruiken. Bijvoorbeeld met zijn eten. Pups hebben aangeleerd om naar
een bepaalde plek te lopen waar ze van de fokker altijd hun eten kregen. De
fokker hoefde alleen maar te roepen of een geluid te maken met de metalen
Hondenschool- Venlo
7
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
voerbakjes of ze wisten precies waar ze heen moesten. Daar kunnen wij
ook uitstekend gebruik van maken. Geef hem zijn eten in de bench. De
eerste paar keren kan de deur gewoon open blijven. Hij zal in de bench
blijven om zijn voer op te eten. Na een paar keer kunt u het deurtje ook
eens dicht doen en eventjes weggaan. Als u nu terugkomt voor hij zijn eten
op heeft en u het deurtje weer opent, leert hij dat u steeds het deurtje weer
openmaakt. Dit kunt u ook doen met een lekkere kluif. Geef hem dit in de
bench, sluit het deurtje, ga zelf eventjes weg en kom snel weer terug en
open het deurtje.
Breng hem ook iedere keer als hij gaat slapen naar de bench. Kriebel hem
in slaap of geef hem nog wat lekkers. Als hij al moe was, gebruikt hij nog
wat energie om het kluifje op te eten om dan vaak vanzelf in slaap te vallen.
Als hij wakker wordt en eventjes verbaasd om zich heen kijkt, loopt u
vriendelijk sprekend naar de bench en laat hem eruit. De tijd dat u nu wacht
voordat u hem eruit laat, kunt u langzaam opvoeren. Niet ineens met een
paar minuten maar met een paar seconden!
Als u er maar voor zorgt dat u het deurtje opendoet vóórdat hij begint te
zeuren. Anders leert hij weer dat zeuren kan werken. Dat moet u dus
voorkomen.
Bench mee naar boven
De bench kunt u de eerste nachten ook prima mee naar boven nemen.
Hiermee went u de pup niet om te slapen in de slaapkamer, maar juist dat
hij moet slapen in de bench. Als hij dit eenmaal door heeft wil hij alleen
slapen op de slaapkamer als de bench er staat.
Zeker als u ook beneden de benchtraining doet. Het kost een paar nachten,
maar dat is altijd veel beter voor de baas en de hond dan de hond
doodongelukkig opsluiten in de keuken met een borstel, een wekker en een
warme kruik omdat dat zo op zijn moeder zou lijken. Daar stinkt geen pup
in.
Bench geeft gevoel van veiligheid
De bench kunt u natuurlijk overal mee naar toe nemen zonder dat u zich
zorgen hoeft te maken over wat er allemaal mis zou kunnen gaan. Tijdens
een gezellig weekendje bij vrienden heeft hij zijn eigen plekje. Op vakantie
in een huisje kunt u gerust uit eten gaan zonder dat hij de boel sloopt of bij
elkaar blaft. Sommige hotels accepteren wel honden als u kunt aantonen
dat uw hond in de bench slaapt. Als u geen toezicht kunt houden is de
bench een veilige plaats omdat uw pup dan niet aan stroomdraden kan
vreten of zijn tanden in de poten van het bankstel kan zetten. Kortom een
bench is een verplaatsbaar nest waarin de hond zich prima voelt.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Volwassen honden
Ook voor een volwassen hond is een bench een uitkomst. Het kan
voorkomen dat uw hond een periode rustig aan moet doen: na een operatie
bijvoorbeeld. Als de hond aan een bench gewend is, komt dit het
genezingsproces ten goede omdat de hond dan ongestoord slaapt en niet
steeds opspringt, bijvoorbeeld als er gebeld wordt.
Hondenschool- Venlo
8
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Als hij niet aan een kamerkenneltje (bench) gewend is, moet u ervoor
zorgen dat de bench alsnog een hele fijne plezierige plek wordt. Zet de
bench in de kamer met het deurtje open en gooi er wat lekkers in. Verder
niks. Ga niet proberen de hond te lokken of hem erin te duwen. Hij weet dat
daar wat lekkers ligt. Laat hem nu zijn gang gaan en hij zal dat lekkers er
ongetwijfeld uithalen. Perfect. Gooi er opnieuw wat lekkers in. Na een paar
keer zal de hond al bij de ingang van de bench zitten wachten als u weer
wat lekkers heeft gepakt. Hij gaat er direct in als u het lekkers erin wilt
gooien. Vanaf dat moment geeft u de hond zijn eten in de bench en kunt u
net als bij de pup aan de gang gaan. Bouw het heel rustig op en laat de
hond geen vervelende ervaring opdoen met de bench. Stop de hond er dus
niet te snel uren achter elkaar in. Na een paar dagen zal de hond dan al uit
zichzelf naar de bench gaan om te slapen. Nu mag u hem er af en toe ook
in sturen. Niet boos maar met een lekkere beloning achter de hand. De
bench mag nooit, echt nooit, gebruikt worden als straf!
Als u een bench koopt voor uw pup, denkt er dan aan dat u de bench koopt
voor de volwassen maat van uw hond.
Er zijn twee soorten kamerkennels:
De Fly-kennel > een soort huisje
De Bench > een soort kooi die volledig inklapbaar is tot een klein pakketje
dat vrijwel probleemloos in elke auto past.
Plassen in huis
In het voorjaar en in de zomer hebben we zelden klachten over honden die
in huis plassen. Dat is niet zo verwonderlijk want in deze tijd van het jaar
staat vaak de tuindeur open. De hond kan, naar keuze, binnen of buiten zijn
en zal dus niet snel zijn behoefte in huis doen. Maar zodra we de herfst
naderen en het weer slechter wordt krijgen we de eerste telefoontjes met
onzindelijkheids klachten. Oudere honden blijken het niet meer zo makkelijk
te kunnen ophouden en pups waarvan mensen dachten dat ze zindelijk
waren blijken 'opeens' weer in huis te plassen.
Hoe vaak moet mijn hond plassen en poepen?
Pups die 8 weken oud zijn zullen overdag ongeveer ieder uur plassen.
Poepen doen ze ongeveer 4 maal per dag. Afhankelijk van het tijdstip op de
avond dat ze voor de laatste keer zijn uitgelaten, zullen ze in de nacht 1 tot
2 keer moeten plassen.
Vanaf ongeveer 7 maanden oud zullen honden 1 tot 2 keer per dag poepen
en 3 tot 4 keer per dag plassen en deze hoeveelheid keer naar buiten gaan
blijft. Uit onderzoek weten we dat er rassen zijn die voor problemen kunnen
zorgen als het gaat om zindelijk worden. Bijvoorbeeld de honden die gefokt
zijn om met hun neus te werken. Dit heeft vooral te maken met het feit dat
deze honden van eerdere ongelukjes in huis de lucht nog kunnen ruiken.
Deze lucht is de prikkel die ervoor zorgt dat de hond opnieuw in huis zijn
behoefte doet.
Uit hetzelfde onderzoek komt naar voren dat Yorkshire Terriers moeilijk
zindelijk te maken zijn. Waarschijnlijk heeft dit niets te maken met een
eventuele extra gevoeligheid voor geurtjes; wel lijken eigenaren geneigd de
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
9
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
zindelijkheidstraining van kleine hondjes minder serieus te nemen. De
gevolgen van een in huis plassende Yorkshire Terrier, Jack Russel of ander
klein ras vallen minder snel op dan de grote natte plekken veroorzaakt door
een Labrador, Golden Retriever of andere grote hond.
Voordat ik inga op onzindelijkheid als gedragsprobleem wil ik u
waarschuwen om altijd eerst contact op te nemen met uw dierenarts.
Misschien heeft uw oudere teef wel problemen gekregen na haar sterilisatie
of misschien heeft uw hond een blaasontsteking. Uiteraard moeten deze
medische oorzaken uitgesloten worden, voordat er aan een eventueel
gedragsprobleem gewerkt gaat worden. Zijn er geen lichamelijke oorzaken
te vinden dan kunt u eens nadenken of een van de volgende redenen van
toepassing is in uw situatie.
UIT ONDERDANIGHEID PLASSEN
Uit onderdanigheid plassen is normaal gedrag dat veel pups tonen op het
moment dat een ranghogere aan de pup snuffelt. Kenmerk van
onderdanigheids plassen is dat de hond een lagere houding aanneemt
maar wel contact met de andere hond of mens wil houden. De hond kan
kwispelen maar mag niet verstarren van angst. Meestal volgt het plassen op
het naderen van een mens.
Ook het over de hond heen buigen en/of oogcontact zoeken kan de lage
houding en het plassen oproepen.
ANGSTPLASSEN
Het plassen uit angst komt gelukkig niet vaak voor. Het gaat meestal om
gevoelige honden die naast het plassen ook verschijnselen van angst tonen
zoals een extreem lage houding, verstarren en stress signalen. Deze
honden zoeken voor en na het plassen niet actief contact met de mens, iets
wat honden die uit onderdanigheid plassen wel doen.
Er is ook nog een vorm van angstplassen die alleen plaats vind als de
eigenaar niet thuis is. Onzindelijk zijn is dan onderdeel van een veel groter
probleem n.l. verlatingsangst. Om dit vast te stellen is hulp nodig van een
gedragstherapeut.
OPWINDINGSPLASSEN
Deze vorm van plassen vindt plaats bij opwinding en de hond heeft geen
houdingsverlaging. Het plassen gebeurt tijdens lopen, opspringen of staan.
Het zijn vaak jonge honden die bij een volle blaas in combinatie met
opwinding niet voldoende controle houden over de sluitspieren. Dit gedrag
zal vaak spontaan verdwijnen rond de leeftijd van 8-10 maanden.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
MARKEREN IN HUIS
Plassen en poepen is niet alleen bedoeld om afvalstoffen af te voren maar
heeft ook een communicatieve functie. In urine en ontlasting zitten
feromonen die informatie geven over de afzender, diens positie in de
rangorde, diens hormonale status enz. Met hulp van deze feromonen kan
een loopse teef aan reuen duidelijk maken dat zij klaar is om gedekt te
worden. Op zijn beurt kan de reu door het achterlaten van urine, het
markeren, aangeven welke plaats hij in de rangorde inneemt. Zowel reuen
als teven kunnen markeren, maar de meest voorkomende situatie is de reu
Hondenschool- Venlo
10
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
die in huis zijn poot optilt tegen bijvoorbeeld een stoel of tafelpoot.
Onderzoek toont aan dat zowel een sociale als hormonale motivatie een rol
speelt; Ook leerprocessen kunnen dit gedrag beïnvloeden. Markeren komt
het meest voor bij ongecastreerde reuen; castratie zal in 67% van de
gevallen zorgen voor vermindering of helemaal stopzetten van het gedrag.
AANGELEERDE ONZINDELIJKHEID
Pups die bij de fokker geleerd hebben hun behoefte op een krant te doen
kunnen deze voorkeur verder ontwikkelen tot een punt waarop de hond het
alleen nog maar op de krant wil doen. Ook de pup die langer bij de fokker
gebleven is en daar geleerd heeft om op de houten kennelvloer zijn
behoefte te doen kan, als hij bij de nieuwe eigenaar thuis is, een voorkeur
ontwikkelen voor bijvoorbeeld de houten parketvloer.
Honden die op ieder kleedje dat ze tegenkomen hun behoefte doen hebben
door klassieke conditionering geleerd dat het zien, ruiken en/of voelen van
een kleedje betekent dit is de plek waar ik mijn behoefte kan doen. Daarom
is het belangrijk plekken goed schoon te maken en/of kleedjes tijdelijk uit de
kamer te verwijderen.
Er zijn ook honden die een verband hebben weten te leggen tussen het in
huis plassen en aandacht krijgen. Om dit te voorkomen is het belangrijk om
eventuele ongelukjes weg te ruimen in afwezigheid van de hond. En
natuurlijk mag u de hond nooit straffen, ook niet als u hem betrapt! Het
enige wat de hond hiervan kan leren is: Mijn baas is boos als ik plas of
poep.
Omdat het niet plassen of poepen natuurlijk onmogelijk is zal het dier, in een
poging uw boosheid te ontlopen, proberen zich te ontlasten op een plek
waar u hem niet ziet.
OUDERDOM
Honden kunnen door ouderdom onzindelijk worden. Als medische oorzaken
uitgesloten zijn, kan het vaker uitlaten, eventueel in combinatie met de stof
Selegiline, een oplossing bieden. Deze honden lijden dan vaak aan een
vorm van dementie, die maakt dat ze hun zindelijkheidstraining vergeten
zijn.
Uit de gesprekken die ik heb met wanhopige eigenaren blijkt dat er meer
aan de hand is dan het niet zindelijk krijgen van de hond. Veel mensen
straffen te veel, te hard en niet op het juiste moment. Daarnaast kunnen
rangorde, controle problemen en het niet begrijpen van hondentaal een
reden zijn voor onzindelijkheid. Om een goed advies te geven aangaande
onzindelijkheid is het meestal nodig om wat intensiever met de eigenaar te
praten: het gedragsconsult.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Cijfers van Tinley laten zien dat 99% van de onzindelijkheidsklachten
verholpen kunnen worden. Dus is uw hond onzindelijk, wacht dan niet te
lang maar schakel een gedragsdeskundige in.
“Wat moet ik doen, nu er een baby op komst is?
Hondenschool- Venlo
11
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
“Hoe ga ik dan met mijn hond om; kan dat wel een baby en een hond?”
Natuurlijk zal niet iedere hond even gemakkelijk een baby accepteren. Er
komt uiteindelijk een vreemdeling in het roedel! En die krijgt dan ook nog
alle aandacht, die voorheen voor hem was!
Een en ander zal afhangen van het karakter van de hond, zijn ervaring met
baby’s of juist het gebrek hieraan.
Maar vlak vooral onze eigen invloed niet uit. Hoe bereiden wij onze
vriendelijke viervoeter voor op de komst van de nieuwgeborene. Wordt hij
voldoende betrokken bij alles wat er rond een geboorte gebeurt, vanaf de
aanschaf van de eerste babyspulletjes, inrichting van de babykamer, tot aan
de geboorte zelf.
Allereerst zullen we eens kijken of we voordat er aan gezinsuitbreiding
wordt gewerkt, al iets aan onze hond te zien is. De reactie van een
bepaalde hond op een baby in het gezin is nooit voor 100% voorspelbaar.
Toch kunnen we enkele eigenschappen opsommen, die ,wanneer zij zich bij
een hond voordoen, een extra risicofactor vormen.
• Honden, die als pup en/of op latere leeftijd, geen of onprettige ervaring
met baby’s en kinderen hebben gehad.
• Misschien hebben ze wel voldoende contact gehad, maar raken ze er erg
opgewonden van.
• De hond, die snel “jaloers” wordt, wanneer de baas aandacht besteed
aan een andere persoon of hond.
• Honden, die achter andere dieren aanjagen, dit proberen te vangen, en
eventueel doden.
• Honden, die tijdens apporteren het voorwerp heftig schudden, het kapot
bijten of niet meer los willen laten.
• Honden, die speelgoed o.i.d. bewaken ( grommen, misschien al uitvallen
of bijten).
• Honden, die zich niet laten borstelen, of zelfs grommen of bijten tijdens
de borstelbeurt.
• Honden, die over het algemeen snel agressief gedrag vertonen (
tegenover vreemden, bekenden, andere dieren, bij de voerbak, bij zijn
slaapplaats, om de speeltjes, tegen roedelleden.)
Is er al een hond in het gezin, als er een baby op komst is, dan kun je
natuurlijk wel een aantal voorzorgsmaatregelen treffen, om de kans op
ongelukken te verkleinen. Oefen veelvuldig met je hond. Niet een keer per
week, maar dagelijks. Ook niet alleen op bepaalde tijdstippen, maar ook
snel even tussen de dagelijkse bezigheden door in huis. Bij het thuiskomen,
na een drukke werkdag laat je de hond eerst op zijn plaats zitten, zeg de
rest van de familie goedendag en dan is Fikkie pas aan de beurt. Zo leert
hij, dat niet hij altijd in het middelpunt van de belangstelling staat. Zorg er
dus voor, dat de hond onmiddellijk gehoorzaamt aan de bevelen ZIT, AF,
KOM HIER, BLIJF, LOS.
Ook het voor langere tijd op zijn plaats blijven moet de hond goed
beheersen.
Worden deze oefeningen regelmatig getraind en ook in de praktijk
toegepast, dan went de hond eraan , dat hij naar zijn plaats moet gaan, en
dat er langere tijd geen aandacht aan hem wordt besteed. Zo kun je de
baby dan in alle rust verzorgen.
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
12
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Een opvouwbare kamerkennel (“bench”) kan heel goed als verblijf plaats
voor de hond dienen. Deze kunnen worden gesloten en zo kan je aandacht
zonder problemen even verslappen. Het is natuurlijk wel heel belangrijk, dat
de hond al ruimschoots van te voren op een positieve manier kennis heeft
gemaakt met de bench, om te voorkomen dat hij een negatieve associatie
kan leggen tussen de komst van de baby en de beperking van zijn vrijheid.
Hij moet er graag in gaan en dit als zijn plaats accepteren. Het voeren in de
bench is een zeer beproefde methode om de hond aan de bench te
wennen. Zijn eten leidt hem dan af van het opgesloten zitten. Eerst korte
perioden en gaandeweg langere tijden.
Naast het verbeteren van het algemene appel, kun je je natuurlijk ook
afvragen of er dingen zijn , die de hond nu wel toegestaan worden, maar
wat straks zeer zeker niet meer mag. Ik denk hierbij het op schoot springen;
mag hij wel of niet op de babykamer. Zijn deze veranderingen voorspelbaar,
dan doe je er goed aan om hiermee al vroegtijdig aan te vangen. Dit zijn
dingen die het hele gezin nu al aangaan, en waarover ook al afspraken
worden gemaakt. Consequent uitvoeren van deze afspraken is dan ook wel
geboden.
Bij alle veranderingen die doorgevoerd moeten worden, moet je er wel
opletten, dat de hond geen negatieve associaties kan maken met de komst
van de baby.
Ben je gewend om de hele dag met de hond bezig te zijn, bouw dan deze
relatie van voortdurende aandacht geleidelijk af, en leer hem, dat hij zich
ontspannen een tijdje alleen moet kunnen vermaken. Dit klinkt
gemakkelijker dan het is, voor de hond net zo als voor de baas.
Is de gezinsuitbreiding eenmaal volbracht, dan is het zaak de hond te leren,
de aanwezigheid van de baby als positief te ervaren. Door ervoor te zorgen
dat, als de baby de aandacht krijgt, de hond dit als iets prettigs te laten
ervaren. Betrek hem bij de alledaagse handelingen rondom de verzorging
van het kindje, en prijs hem voor het goede gedrag. Zorg dan ook ervoor dat
je eigen gedrag rustig op de hond overkomt. Gebruik ook de voor hem
bekende bevelen, zodat hij niet verward raakt en alles voor hem als
vanzelfsprekend lijkt. Vraag ook het kraambezoek de juiste aangepaste
aandacht aan de hond te gunnen. Niet te veel en te enthousiast, maar zeer
zeker niet vergeten. Ook hij hoort in jullie roedel!
Tijdens de eerste contacten met de baby is het misschien aan te bevelen de
hond een muilkorf om te doen. Dit voorkomt ongelukken en geeft jezelf de
nodige zekerheid, dat er geen ernstige dingen kunnen gebeuren. Je eigen
gemoedsrust heeft dan ook weer een positieve uitwerking op het gedrag
van de hond. Natuurlijk wordt het dragen van een muilkorf al tijdens de
zwangerschap getraind.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Veelgestelde vragen:
Moet de hond bij de bevalling zijn?
Uit hygiënisch oogpunt natuurlijk niet. Baasje en vrouwtje zijn tijdens de
bevalling emotioneel natuurlijk niet zoals de hond hen kent, dus valt de
rangorde weg! En laten we eerlijk zijn, je hebt helemaal geen tijd om je met
de hond bezig te houden. Ook de geur van het vruchtwater, het eventuele
bloed e.d. kunnen de hond in zijn gedrag zeer negatief beïnvloeden. Hij kan
hierdoor nerveus worden, en zijn gedrag is dan ook niet langer goed te
Hondenschool- Venlo
13
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
interpreteren. Ook zal hij dan niet zo goed gehoorzamen, omdat onze
consequentie wegvalt.
Dus geen hond bij de bevalling.
Moet de hond de nageboorte opeten?
Een teef ,die haar pups net gebaard heeft, zal de afgekomen placenta’s
smakelijk verorberen. Deze zitten boordevol waardevolle voedingsstoffen;
ook hormonen, die hierin zitten zijn weer van belang voor het goede verloop
van de bevalling. Een andere hond van het roedel zal deze nageboorten
niet opeten. Daarom geven wij onze menselijke placenta ook niet aan de
onze hond. De hond zal de baby echt niet beter accepteren, wanneer wij dit
toch doen!
Geven we hem een doek waarin het baby’tje gewikkeld is geweest?
Om hem kennis te laten maken met de nieuw geborene kun je zijn reactie
allereerst bekijken door de hond aan een handdoek, waarmee het baby’tje
is afgedroogd, te laten ruiken. Let hierbij vooral op de algehele houding van
de viervoeter. Kwispelt hij met zijn staart! Of stelt hij zich dominant of zelfs
agressief op, dan is er natuurlijk voorzichtigheid geboden. Bijten in de
handdoek kan al helemaal niet.
Overigens; met alle testen en manieren om vast te stellen of de hond het
pasgeboren kind accepteert (of niet) ben je na de bevalling natuurlijk te laat.
Dan loop je achter de feiten aan. Probeer daarom tijdens de zwangerschap
de hond al te laten wennen aan het feit dat hij straks de aandacht moet
delen. Zorg dus dat Fikkie goed onder appel staat, en betrek hem bij alle
dingen die met de aanstaande geboorte te maken hebben. Heeft hij als
puppy al voldoende positieve ervaringen met kinderen opgedaan, dan ben
je ook op de goede weg.
Zorg ook dat jezelf bent voorbereid op eventuele onverwachte reacties van
je hond, zodat je adequaat kunt reageren. Dit kun je overigens alleen
bereiken, als je veel met de hond getraind hebt en hem daardoor van
binnen en buiten hebt leren kennen.
Vertrouw je de hond niet helemaal, of herken je enkele van de eerder
genoemde kenmerken, vraag dan hulp bij deskundige mensen, bijvoorbeeld
een gedragsbegeleider. De meeste dierenartsen kunnen je wel aan een
telefoonnummer geven. Ook bij K.N.K. CYNOPHILIA kunnen ze je verder
helpen. De stichting ALPHA is het overkoepelend orgaan van de
gedragsbegeleiders in Nederland. Via de Raad van Beheer op Kynologisch
Gebied in Nederland krijg je ook allerhande informatie.
Tot slot nog een opmerking. Wanneer een hond de mogelijkheid krijgt om
een kindje te bijten, ligt de schuld altijd bij de mens. Je hebt hem die
mogelijkheid geboden. Daarom zorg je ervoor, dat de hond nooit ongemerkt
en alleen bij je kind kan komen; maar je kind mag ook niet alleen bij je hond
kunnen komen. Laat ze niet zonder begeleiding bij elkaar, ook niet voor een
seconde. Hier geld zeer zeker: VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN!
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
OPVOEDING EN SOCIALISATIE
De opvoeding van de pup start al in het nest. De Moeder, als het kan de
vaderhond, de pups onder elkaar en de fokker dragen bij tot het welslagen
Hondenschool- Venlo
14
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
van de preopvoeding. Vanaf de leeftijd van 3 weken beginnen de pups van
alles te leren. Zij leren lichaamstaal, worden zindelijk en leren om niet hard
te bijten. Tijdens het spel wordt als het ware de emotionele intelligentie van
de pups gevormd en ontwikkelen ze al een goede dosis aan sociale
vaardigheden.
Meestal wordt de pup bij de fokker opgehaald rond de 7 de levensweek.
Vanaf dan is het uw taak om deze opvoeding onmiddellijk verder te zetten.
Wat moeten pups allemaal leren:
Mensen, honden en andere dieren zijn leuk!
1. Zacht bijten.
2. Spelen
3. Zindelijk zijn in huis.
4. Alleen blijven
5. Verzorgingshandelingen
6. Algemene gedragscontrole (Zit, blijf, af, plaats, kom, volg)
7. Ongewenste gedragingen die moeten worden omgebogen (blaffen,
vernielen, opspringen, enz.)
De spelregels bij de opvoeding en heropvoeding van de hond
- Beloon gewenst gedrag.
Als je de hond goed gedrag wilt leren dien je alles wat in de richting gaat
van het gewenste gedrag te belonen. Belonen kan je de hond door hem
voeding te geven, met hem te spelen of door hem vriendelijk aandacht te
geven en te strelen of door hem iets te laten doen wat hij graag doet
(wandeling, meerijden met de auto). Zoek snoepjes, speelgoed,
kauwmateriaal, enz… die de hond graag heeft, dit worden de
betaalmiddelen voor de hond.
Een hond doet niets voor jou – hij is opportunistisch en weet alleen wat er
voor hem te verdienen is op het moment dat hij iets doet. Als het positief en
leuk is zal hij dit gedrag in de toekomst herhalen.
- Vermijd dat de hond fouten kan maken.
Voorkomen is beter dan genezen. Honden geen fouten leren is de
boodschap. Zorg tijdens jouw afwezigheid dat de hond op een veilige plaats
wordt ondergebracht. Maak gebruik van een veilige ruimte of plaats hem in
een binnenhuiskooi of buitenkennel. Wees creatief en vermijd ongewenst
gedrag. Als je de hond het een of ander gedrag wilt afleren, dan dien je dit
te doen tijdens oefeningen. Zolang de hond ongewenst gedrag vertoont in
jouw bijzijn mag je hem de kans niet geven dit gedrag te vertonen tijdens
jouw afwezigheid. Dit is van enorm belang. Als de hond fouten doet tijdens
jouw afwezigheid betekent dit dat hij foutief gedrag “leert” en dat jij daar niet
kunt op reageren.
Zowel het kauwen aan verboden zaken, onzindelijkheid, trekken aan de lijn
moet je vermijden anders leert de hond zichzelf belonen met ongewenst
gedrag.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
- Negeer ongewenst gedrag
Een hond doet een actie om een reactie te creëren. Indien het gedrag niet
zelfbelonend is kan je het door te negeren vanzelf laten ophouden. Is het
Hondenschool- Venlo
15
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
wel zelfbelonend dan moeten we vermijden of hersturen en het door middel
van oefening laten stoppen = alternatief gedrag leren.
Negeren: niet kijken, spreken of aanraken!
Blaffen negeren = ophouden met blaffen = belonen van stil zijn.
Aandacht vragen negeren = Ophouden met aandachtvragen en vertonen
van gewenst gedrag = beloon het gewenst gedrag.
Redirectie van ongewenst gedrag
Op de intentie van ongewenst gedrag dien je de hond af te leiden naar
gewenst gedrag en dit gedrag dan te belonen. Zorg ervoor dat de hond
allerlei fouten kan maken als jij in de buurt bent. Alleen, jij moet razend snel
zijn en hem op tijd afleiden, nog voor hij aan het verboden gedrag begint!
Als je ziet dat de hond iets wil stelen – roep hem vriendelijk en geef hem iets
anders te doen of stuur hem naar zijn bench en geef hem een beloning. Als
je te laat bent en de hond toch al het verboden voorwerp heeft gestolen dan
dien je het te ruilen met iets anders wat de hond zeer leuk vindt. Leer de
hond het commando “los” aan en pas dan kan je hem iets laten lossen.
Wil de hond kauwen aan jouw Perzisch tapijt
zeg vriendelijk zijn naam en geef hem een alternatief kauwspeelgoedje. Het
is de bedoeling dat de hond leert waarop hij mag kauwen en waarop niet.
Tot zolang mag je hem de kans niet geven om te kauwen op verboden
voorwerpen. Je hoeft hem niet te straffen – hij leert dan dat het onveilig is
om te kauwen als de baas in de buurt is … maar dat het veilig is als de baas
er niet is!
- Zorg voor voldoende afleiding.
Dagelijkse wandeling, dagelijkse training, spel en permanent de
mogelijkheid hebben om te kauwen is van zeer groot belang bij het
vermijden van ongewenst gedrag. Leer aan de hond aan wat hij mag
kauwen (trektouwen, balletjes, botten, oude vodden, enz… dit doe je door
het hem steeds ter zijn beschikking te laten van toegestane voorwerpen.
Stimuleer hem om erop te kauwen. Speel met de voorwerpen, doe apport
en trekspelletjes. Je kunt ook zoekspelletjes doen door lekkernijen of zijn
speelgoed te verstoppen.
Doe aan hondensport (Gehoorzaamheidstraining, Behendigheid, Speuren,
DogFrisbee, Flybal)
- De Regels van het straffen.
Honden begrijpen niets van straf. Honden kunnen niet nadenken over
foutief gedrag. Zij leren alleen op het moment zelf. Het resultaat op gedrag
is veilig (plezant) of onveilig (gevaarlijk). Probeer straf zoveel mogelijk te
vermijden door alternatief gedrag aan te leren.
1. Straf nooit fysiek! Neem iets wat de hond graag heeft van hem weg of
onthoud het gewoon. (vb: stoppen met aandacht geven, het spel een aantal
minuten uitstellen, voeding geven enkele minuten uitstellen, wegnemen van
speelgoed, enkele minuten afzonderen)
2. Voor men overweegt om de hond te straffen voor ongewenst gedrag,
dient men hem eerst een alternatief gedrag aan te leren.
3. Op de intentie van ongewenst gedrag kan je het gedrag hersturen in een
positieve richting.
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
16
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
4. Straf moet steeds volgen op het ogenblik dat de hond het gedrag
vertoont. Nooit voor of na de feiten straffen.
5. Houd te allen tijde het hoofd koel.
Bijtgedrag:
Pups bijten! Leer aan de pup dat als hij bijt, alle interactie met de baas stopt!
Stop onmiddellijk met alle aandacht – ga weg – negeer de pup gedurende 2
minuten.
Te wild spelen:
Als de hond te wild speelt – onmiddellijk stoppen – weggaan en 2 minuten
later opnieuw beginnen spelen.
De hond wil de regels in zijn voordeel plaatsen – stop met alle interacties –
negeren gedurende 2 minuten.
Het grote alternatief = motiveer de hond om nieuw gewenst gedrag te
vertonen – leer hem gedrag aan i.p.v. gedrag af te leren.
Toepassing van de socialisatie “doelijst”
1. Socialisatie:
Het is de bedoeling dat de pup vanaf de 2 de dag dat hij bij je thuis is begint
met het programma. Je hebt maar tijd tot 12 weken om de pup te
socialiseren.
Alle contacten met levende wezens moet een positieve ervaring opleveren
voor de pup. Beloon de pup met de stem als hij contact zoekt met mensen,
honden, paarden, papegaaien, hamsters, enz…
2. Verzorging:
Kammen, borstelen, ogen en oren reinigen, nageltjes knippen. Dit zijn
allemaal “handelingen” die de pup moet leren toestaan. Begin met de pup
dagelijks van kop tot teen te betasten terwijl je hem belonend toespreekt.
Als hij het leuk vindt kan je hem ook een snoepje toestoppen. Soms is het
nodig dat je in stapjes gaat werken. Begin bijvoorbeeld met de borst aan te
raken en hem te belonen. Als hij het moeilijk heeft en wil bijten – stop dan
alle interacties en negeer de pup voor 2 minuten. Probeer vervolgens
opnieuw. Geleidelijk maak je de verzorginghandelingen langer en ga je de
pup overal bestasten. Als er toch problemen blijven – neem dan contact op
met een trainer of gedragsbegeleider.
3. Gewenning:
Ook de gewenning moet onmiddellijk worden opgestart. Als de pup een
beetje bang is voor bepaalde zaken dan dien jij zeer rustig te blijven en niet
te reageren op zijn angst. Wil de pup bij ju bescherming zoeken dan dien je
dit toe te laten, doch je mag hem niet te troosten. Zorg er ook hier voor dat
de pup alle dingen leuk vindt.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
4. Spelen:
Spel is niet weg te denken uit de samenleving tussen mens en hond. Naast
het veelvuldig spelen met andere honden dient het spel tussen hond en
baas eveneens om sociale vaardigheden te ontwikkelen bij de pup.
Hondenschool- Venlo
17
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Leer de pup zo snel mogelijk (spelenderwijze) apporteren. Begin met zachte
speeltjes. Wakker het jachtinstinct een beetje aan door het speeltje van links
naar rechts te bewegen. Als de pup interesse vertoont gooi je het speeltje
een 2 tal meter weg. Van zodra de pup het speeltje achterna rent en het
vast neemt moet je zeer enthousiast reageren en de pup naar je toe roepen
met lokkende stem. Vervolgens de pup aaien en het speeltje niet afnemen.
Als de pup het speeltje vanzelf loslaat, zeg je snel “los” en beloon je hem.
Vervolgens begint het spel opnieuw. Na een 3 à 4 keer zeg je “genoeg” en
ga je weg, zonder nog verder aandacht te besteden aan de pup. De pup
mag dan het speeltje houden maar jij kijkt er niet meer naar om. Jij begint
en eindigt ieder spel!
Als de pup kan lossen op commando kan je ook trekspelletjes doen. Dit
vinden ze heerlijk! Zorg er wel voor dat alles volgens de regels gebeurt.
Indien de pup te wild wordt of in je handen bijten, zeg dan “ai” en stop
onmiddellijk het spel voor 2 minuten.
5. Alleen zijn:
Honden zijn sociale dieren en zijn eigenlijk niet geschikt om alleen te blijven.
Uiteraard dienen ze dat te leren.
Benchtraining:
Een bench is een kooi waar de hond tijdens jouw afwezigheid kan worden in
ondergebracht. Zo voorkom je dat hij allerlei ongewenst gedrag zal vertonen
als je er niet bent.
Plaats de bench in de woonkamer en maak ze comfortabel door er een
oude doek in te leggen (geen nieuw kussen want de kans bestaat dat de
pup dit verleidelijk kauwmateriaal zal vinden). Leer de pup in de bench te
gaan door er regelmatig (onopgemerkt) lekkere koekjes in te verstoppen. De
pup zal de geurtjes van de koekjes opmerken, in de bench gaan en zichzelf
belonen. Je kunt ook een kauwbotje in de kooi leggen en dit aan de
achterkant van de kooi met een touwtje vastbinden. Als de pup dan wil
kauwen dient hij in de kooi te gaan liggen. Zo leert hij dat de bench “leuk” is.
Vanaf nu kunnen we de bench naast de bank plaatsen en de pup eventjes
in de bench plaatsen en het deurtje sluiten terwijl we zelf op de bank gaan
zitten. Nu is het belangrijk dat je de bench alleen terug opent na een tijdje
als de pup rustig is. Nooit de bench openen als hij blaft, jankt of actief
gedrag vertoont in de bench. Als de pup dit aan kan laat je hem eventjes
alleen achter in de kamer terwijl jij naar een andere kamer gaat. Als dit goed
gaat kan je eventjes echt weggaan. Op die manier leert de pup alleen
blijven. Zorg er wel voor dat er altijd leuke dingen in de bench liggen zodat
hij zich kan vermaken tijdens het alleen zijn. ’s Nachts kan je de bench de
eerste nachten op de slaapkamer zetten, vervolgens naar de
slaapkamerdeur verhuizen en hem uiteindelijk, als hij alleen kan zijn in de
bench op de vaste slaapplaats zetten.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
6. Zindelijkheid:
Zie ook Benchtraining!
De pup moet leren waar hij zijn behoeften mag doen. Dit doen we door hem
telkens te belonen als hij het op de toegestane plaats doet. Ga met de pup
regelmatig naar de buiten en blijf bij hem. Wacht tot de pup zijn behoeften
doet en beloon dit uitbundig. In de regelmaat moet de hond zijn behoeften
doen na het eten, spelen en slapen. Tot zo lang de pup niet weet waar hij
Hondenschool- Venlo
18
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
zijn behoeften dient te doen moet je vermijden dat hij het binnenshuis gaat
doen. Dit wil zeggen: “hem de kans niet geven”. Doet hij het toch eens
binnenshuis dan dien je het gewoon op te kuisen, zonder iets tegen de pup
te zeggen. Straf hem niet! Als je hem straft dan leert de pup dat het onveilig
is om behoeften te doen in het bijzijn van de baas. Hij zal het nooit meer
doen als je het ziet. Hij zal zich verstoppen en het ergens achter een hoekje
doen. Pas als hij weet waar hij het moet door veelvuldig belonende
consequenties, kan je hem leren waar hij het niet mag doen. Provoceer de
pup, laat hem niet buiten en wacht tot hij het binnenshuis zou doen. Dit kan
je zien door het actief snuffelgedrag, rondjesdraaien, enz. Op dit ogenblik
reageer je door met hem onmiddellijk naar buiten te gaan. Na een aantal
herhalingen zal je merken dat de pup zelf zal beginnen vragen om naar
buiten te mogen als hij zijn behoeften moet doen.
’ s Nachts kan de pup van 8 weken maximaal 6 uur proper zijn. Stel de
wekker en laat de pup uit na 6 uur slapen. Verleng iedere week de tijd met
een half uur. Laat de pup nooit uit de bench als hij jankt! Hij leert alleen dat
hij, als hij jankt, uit de bench mag. Door te anticiperen en hem er tijdig uit te
laten kan je dergelijk probleemgedrag voorkomen.
Hieronder de doelijst voor pups tot 15 weken. Het is belangrijk dat deze
items ieder week een aantal keren als positief worden ervaren
Items
Weekprogramma
Mensen
Baby’s op de arm
Baby’s in een kinderstoel
Kruipende Baby’s
Kleuters die spelen, individueel en in groep
Pubers
Volwassen mensen mannen, vrouwen, oudere
mensen
Kleurlingen
Mensen in uniform
Mindervaliden (rolwagen, blinden, enz)
Joggers, fietsers, skaters
Dieren
Andere pups
Andere volwassen honden
Andere huisdieren (paarden, konijnen, vogels,
hamsters, kat
Boerderijdieren (schapen, koeien, paarden,
geiten, varkens)
Verzorging
Verzorgingshandelingen (borstelen, kammen)
Zich laten betasten (oren, tandjes, poten,
hoofd, genitaal)
Dominantiehandelingen (eerst op
hondenschool)
Op tafel staan
Bezoek aan trimmer en dierenarts
Gewenning
Wennen aan de halsband
Wennen aan de leiband binnenshuis
Aan de leiband lopen binnenshuis
Aan de leiband lopen in de tuin en op straat
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
19
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Spelen
Alleen zijn
Zindelijkheid
Trappen lopen (allerlei)
Meerijden met de auto
Ander vervoer (train, tram, bus, metro)
Drukte (markt, kermis, einde schooltijd
kinderen)
Huishouden: Stofzuiger, muziek, deurbel,
telefoon,
Menselijke geluiden: huilende kinderen,
spelende kinderen
Straatgeluiden: auto’s, bromfietsen,
vrachtwagens
Met eigenaar (apport, zoeken, rennen)
Met kinderen
Met andere honden (pups en volwassen)
Blijven aanwezigheid eigenaar in zicht
(kamerkennel, vastliggen)
Blijven eigenaar aanwezig niet in zicht
Blijven eigenaar afwezig
Blaffen – huilen tijdens alleen zijn
Onzindelijk tijdens alleen zijn
Vernielen tijdens alleen zijn
Aantal plasjes buiten
Aantal hoopjes buiten
Aantal plasjes binnen
Aantal hoopjes binnen
Angst bij honden is nuttig Doreen Planta.
Angst is functioneel
Volgens Planta kunnen alle honden alle gedragselementen hebben. 'De één
laat het minder vaak zien dan de ander.' Angst is een functioneel begrip en
zorgt voor overleven. De hond herkent door angst eerder een bedreigende
prikkel en kan die daardoor vermijden. Ook wees zij op de angst voor
geluiden. Dit aspect is erfelijk voor alle honden. 'Dat geluiden geen nare
prikkels zijn, moet je de hond leren',
Positief zijn!
Bij het socialiseren van de hond benadrukte de biologe dat in de derde tot
en met de zesde maand de hond positieve ervaringen moet opdoen.
Overkomt een jonge hond een negatieve ervaring dan is het zaak daar zo
snel en vaak mogelijk een positieve tegenover te zetten. Een voorbeeld: een
jonge hond van vijf maanden wordt aangevallen door een hond van ras f.
Het is zeer aan te bevelen een ontmoeting te regelen van de jonge hond
met een goed opgevoede hond van ras f. Deze ontmoeting dient herhaald
te worden.
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
20
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Gedrag en erfelijkheid
De basiselementen van gedrag komen bij alle honden voor, maar het ene
ras zal een bepaald element meer vertonen dan het andere. Daarmee wordt
direct al duidelijk dat de aanleg van een aantal gedragselementen erfelijk
bepaald is. Doreen Planta richtte zich op twee specifieke elementen waar
alle hondenliefhebbers dagelijks mee te maken kunnen krijgen en die
regelmatig door elkaar worden gehaald: angst en agressie. Angst en
agressie zijn separate gedragssystemen, waarvan de kenmerken echter
vaak worden verward. Angst wordt als eerste behandeld.
Angst is nuttig
Angst is een uiterst nuttige emotie. Wanneer bijvoorbeeld een dier angst
heeft voor een bepaald soort voorwerp, is het gedrag erop gericht dergelijke
voorwerpen te vermijden. De hond zal zich steeds sterker gaan richten op
het ontdekken van een dergelijk voorwerp: immers, hoe sneller het
voorwerp ontdekt wordt, hoe sneller het vermeden kan worden. Het directe
gevolg hiervan is een fenomeen dat aandachtsvertekening wordt genoemd:
De hond wordt zeer alert en sluit zich steeds verder af voor andere
omstandigheden dan datgene dat het signaal mogelijk was voor de angst.
Denk maar aan bijvoorbeeld honden die bang zijn voor knallen: wanneer het
gedrag steeds verder escaleert, is de hond op den duur zo angstig dat
andere prikkels nauwelijks meer doordringen tot de hond: alles is erop
gericht de eerstvolgende knal zo snel mogelijk te ontdekken zodat gevlucht
kan worden.
Signalen van deze aandachtsvertekening zijn de volgende:
pupilverwijding
borstelen (het opzetten van de haren op de rug, met name schoft en
achterhand)
retinale vasodilatatie (rode ogen, de bloedvaten verwijden zich waardoor de
ogen rood tonen)
verminderde gevoeligheid voor pijn
verlies van trek in eten en drinken
versnelde ademhaling
verhoogde transpiratie (natte voetzolen)
verhoogde hartslag
sterkere schrikreacties
de blaas, anaalklieren en endeldarm worden geleegd
Positieve associatie
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Ieder van ons (her)kent wel een of meerdere van deze signalen wanneer
honden bang zijn voor iets. Honden zijn van nature angstig voor geluid.
Willen we dus een hond hebben die niet bang is voor bijvoorbeeld knallen,
dan moet dat van jongs af aan aangeleerd worden door middel van
positieve associaties. Al in het nest kunnen fokkers daarmee beginnen:
wanneer bijvoorbeeld hard geluid geassocieerd wordt met iets positiefs als
eten, en wanneer dit bij elke maaltijd weer herhaald wordt, zullen honden
Hondenschool- Venlo
21
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
geluid associëren met iets positiefs en zo makkelijker hun aangeboren angst
kwijtraken.
Angst vermindert door aanraken
Cruciale periode
Angst wordt getriggered door een negatieve ervaring en de leeftijd van het
individu bepaalt of dit een trauma wordt of slechts een negatieve ervaring is.
De gevoeligste periode van honden is tussen de 3 en de 6 maanden.
Wanneer er in die periode een negatieve ervaring plaatsvindt is het van
groot belang zo snel mogelijk een positieve ervaring te laten volgen die lijkt
op de negatieve ervaring maar een positieve afloop heeft: op die manier kan
worden voorkomen dat er een trauma ontstaat.
Positief zijn is relevant
De negatieve ervaring van dieren kan niet worden voorkomen, maar de
fobie ervoor wel: positieve ervaringen zijn daarvoor van groot belang.
Wanneer een eenmalige traumatische ervaring zoveel impact heeft dat er
een fobie ontstaat (hetgeen dus mede afhankelijk van de leeftijd is), zijn er
vele positieve ervaringen nodig om dit weer ongedaan te maken. Wanneer
een negatieve ervaring niet zeer heftig aangrijpt kan er overigens niettemin
een fobie ontstaan, wanneer de negatieve ervaringen zich blijven herhalen.
Herhaling kan dus dingen afleren, maar ook aanleren. Elk herhalend
patroon zal op den duur gewoontes inslijpen bij de hond, van welke aard
dan ook.
Angst verminderen door aanraken
Een uiting van pijn kan tevens gillen of piepen zijn. Dat is tegelijk een
sociaal signaal: de hond geeft aan dat er gevaar is. Hoewel vaak anders
wordt beweerd is Planta's zeer stellige bewering dat angst verminderd kan
worden door fysiek contact. Hoewel vaak wordt gezegd dat angst op die
manier wordt aangeleerd, is Planta het met deze stelling absoluut niet mee
eens.
Troosten is iets totaal anders dan geruststellen. Een angstige hond zal
fysiek contact zoeken met zijn baas om daaraan steun te ontlenen.
Onderzoek heeft aangetoond dat een angstig dier dan ook fysiek kalmeert:
de signalen die angst aangeven verminderen. Een confrontatie afdwingen
met het voorwerp dat de angst oproept heeft een tegengesteld effect: pas
wanneer de baas zelf laat zien dat het voorwerp geen reden tot angst heeft,
zal het dier wellicht pogingen ondernemen verder te kijken en te
onderzoeken. Zelf bijvoorbeeld tegen de container aanleunen die de hond
angst inboezemt kan helpen, maar contact ermee afdwingen werkt
tegengesteld.
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
Pijn
Hondenschool- Venlo
22
Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing.
Angst voor pijn of door pijn is een zeer vanzelfsprekend gegeven. Pijn is ook
een nuttig mechanisme, het zorgt ervoor dat het individu dat de pijn ervaart,
probeert te ontkomen aan de veroorzaker van deze prikkel, om zo verdere
beschadiging te voorkomen. Aanhoudende pijn kan zich uiten door
verandering van motoriek, het dier zal zich gaan ontzien door bijvoorbeeld
trillen, mank lopen of verkramping. Ook apathisch gedrag kan een signaal
zijn van pijn. Pijn is een sociaal signaal: het waarschuwt anderen voor
gevaar en roept tevens empathie op.
Angst en pijn kunnen beide worden versterkt door conditionering: het
gedrag roept vaak sympathie op. Iedereen kent wel de hond die mank gaat
lopen zodra daar positieve aandacht aan verbonden wordt. (Maier en
Seligman, 1976, Sympathy lamenes).
Angst en pijn als zwakte
Het is echter niet per definitie gunstig om angst en/of pijn te tonen: deze
signalen kunnen onder soortgenoten ook zwakte oproepen. De hond die
door ons vaak wordt omschreven als een "harde hond", is feitelijk een hond
die de pijnsignalen verbergt omdat hij het tonen ervan associeert met
rangverlies. Een ervaring die een dier heeft geleerd dat de pijn niet
controleerbaar is (het dier kan er niet aan ontsnappen), zal zorgen voor
hulpeloosheid wanneer de ervaring zich herhaalt. De gevolgen zijn vaak
zaken als apathie, hulpeloosheid, verlies van eetlust en/of gewicht en
verstoord leervermogen.
Een dierenartsopname is hier een duidelijk voorbeeld van. Het gedrag van
het dier wordt in die gevallen vaak onbewust gestimuleerd door het gedrag
van de eigenaar.
Hondenschool- Venlo
P
u
p
p
y
w
y
s
h
e
d
e
n
23