Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Een hond is een boek, je moet de taal leren om het te kunnen lezen en het boek raakt nooit uit. (Dr. Rudy De Meester †2012) Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 1 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Puppywijsheden kwam mede tot stand door: P u p p y w y s h e d e n Peter Beekman, Dr. Rudy de Meester ᵼ, Geert de Bolster, drs. Doreen Planta, Peter Smeets, VetMed, Hondenschool- Venlo 2 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. De aanschaf van een hond brengt een aantal verantwoordelijkheden met zich mee. Het ras dat u kiest moet bij u en uw gezin passen. De hond verdient goede voeding en verzorging, ruim voldoende aandacht en beweging. Een hond moet meerdere malen per dag uitgelaten worden. U zult de hond een goede opvoeding moeten geven. Ook heeft u een verantwoordelijkheid met betrekking tot de gezondheid van uw hond, onder meer door voor periodieke inentingen en wormkuren te zorgen. Als u langere tijd afwezig bent of op vakantie gaat, zult u op tijd maatregelen moeten treffen. De hond mag geen (over)last vormen voor gezinsleden, buren, bezoekers en anderen. Zeker als u voor de eerste maal een hond neemt, is het verstandig om cursussen te volgen. Voor pups zijn er speciale puppycursussen. U heeft gekozen voor de puppycursus bij Hondenschool-Venlo. Deze cursus maakt u wegwijs in de razendsnelle ontwikkeling van uw pup. De pup past voortdurend zij gedrag aan en leert zo wat hij het leukste vindt, of niet. Deze ervaringen zal hij in zijn verdere leven blijven aanpassen en toepassen. Als wij er voor zorgen, dat de ervaringen die de pup opdoet, ook voor ons acceptabel zijn, dan zullen we een heel goed opgevoede pup krijgen. Oefeningen als zitten en liggen zijn natuurlijk heel belangrijk. Goed omgaan met mensen, kinderen, verkeer, andere dieren enz, zijn misschien nog wel veel belangrijker. Juist in de puppyperiode zijn een aantal zeer belangrijke periodes. Vanaf 67 weken, de meeste pups gaan dan naar hun nieuwe baasjes, begint de zo belangrijke socialisatie. Hierin leert de pup heel veel voorwerpen, situaties, gebeurtenissen en mensen kennen, die voor hem zijn hele leven bij blijven. Dat moeten natuurlijk positieve ervaringen zijn. Daar moet zijn baasje hem bij helpen. Hondenschool-Venlo helpt u hierbij om deze socialisatieperiode zo goed mogelijk door te komen. Op de juiste manier met uw pup en zijn gedrag omgaan en daar ook juist op ingaan vormt de hoofdmoot van de cursus. Natuur vergeten we ook de basis van de oefeningen zit,lig en kom hier niet P u p p y w y s h e d e n Puppy’s moeten veel leren Als pups net zijn geboren, zijn ze nog helemaal doof en blind. Ze kunnen nog niet lopen, ze spartelen en kruipen een beetje. Ze kunnen echter wel probleemloos de tepel van hun moeder vinden. En dat is in de eerste twee weken van hun leven ook eigenlijk het belangrijkst. Ze moeten eten, slapen en groeien. Om die tepel van de moeder te vinden, moeten de pups wel een Hondenschool- Venlo 3 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. enorm goed reukorgaan hebben. En dat is dan ook al helemaal ontwikkeld als ze net geboren. Behalve dat ze de tepel vinden, vindt er nog een ander belangrijk proces plaats. Ze leren door middel van hun neus hoe hun moeder ruikt. En daarmee leren ze eigenlijk hoe alle honden ruiken en weten ze later dat honden hun soortgenoten zijn. Omdat onze huishonden echter ook heel veel met mensen moeten leren omgaan, is het verstandig als de fokker de puppies ook in deze periode laat wennen aan de geur van mensen. Iedere dag moeten de pups dan even dicht tegen het lichaam van de fokker of een ander mens gehouden worden. Dan zien de pups later de mensen ook als iets heel normaals. Deze fase in het leven van de puppies noemen we “vegetatieve fase”. Rond de 10e dag gaan de oogjes en oortjes open en gaan de pups leren wat voor uiterlijk en geluiden er horen bij al die luchtjes waar ze al kennis mee hebben gemaakt. Om hier helemaal aan te wennen hebben ze ongeveer een week. Deze periode noemen we de “overgangsfase”. Vanaf drie weken leeftijd begint eigenlijk de allerbelangrijkste fase in het leven van de pups. We noemen deze fase de “primaire socialisatiefase”. In deze periode, die tot ongeveer 12 weken duurt, moeten de pups met alles kennismaken waarmee ze later in hun leven een keer geconfronteerd kunnen worden. Nu staan ze daar helemaal voor open. Ze nemen alles in zich op en zijn heel nieuwsgierig in het ontdekken van de grote wereld. Deze primaire socialisatiefase is op te splitsen in een deel bij de fokker, (tot ca. 8 weken) en een deel bij de nieuwe eigenaar (van ca. 8 tot 12 weken). De fokker moet zorgen dat er allerlei nieuwe situaties komen waaraan de pups moeten wennen. Veel visite met allerlei verschillende soorten mensen bijvoorbeeld. Van groot tot klein, van kaal tot helemaal behaard, van licht tot donker, van dik tot dun en van heel jong tot heel oud. Dan weten de pups dat al die verschillende soorten mensen erbij horen. En dat geldt ook voor andere honden: met lang haar, kort haar, gevlekt, hangoren, staande oren, lange staarten, platte neuzen, joekels en kleintjes. Alles komt voor in die grote wereld. Ook moeten de pups wennen aan allerlei verschillende soorten geluiden zoals de stofzuiger, de stereo-installatie, knallende ballonnen, piepende computerspelletjes, vallende sleutelbossen en drinkbakken, opwindbeestjes enzovoorts. Ze moeten verder nog een keer mee in de auto, wennen aan verkeer met fietsers, knetterende brommers, grote zware vrachtwagens en autobussen, trimmers en joggers. En er komen ook veel mensen samen op schoolpleinen en winkelstraten. Al met al een hele taak voor de fokker, iedereen die denkt dat het als fokker gemakkelijk rijk worden is heeft het dus mis. P u p p y w y s h e d e n Maar ook de nieuwe eigenaar heeft een hele belangrijke taak in die primaire socialisatiefase. Want die loopt tenslotte door tot 12 weken. Hij moet de pup Hondenschool- Venlo 4 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. verder “socialiseren”en datgene voortzetten waar de fokker al mee is begonnen. Hij moet de pup overal mee naar toe nemen nu ze nog steeds voor allerlei nieuwe indrukken open staan. De pup mag mee naar de markt, mee in de bus, mee in de trein, mee naar het schoolplein en mee naar het speelveld. In drukke situaties moeten we echter wel zorgvuldig handelen. We moeten de pup niet troosten als hij ergens van schrikt. Want hij ziet troosten als een vorm van beloning en leert dan dat hij braaf is als hij bang is van alle mensen op de markt, of onweer, of vuurwerk of grote vrachtwagens, of andere grote honden. Ook optillen is een vorm van troosten waarmee we aangeven dat de pup terecht bang was. Dus niet optillen als de pup bang is. Daarentegen kunnen we met optillen ook aangeven dat wij de grote leider zijn en als we dit doen op het moment dat er “niets aan de hand is” zal de pup dit alleen maar zien als een daad van een grote sterke leider. En hier kunnen we weer goed gebruik van maken. Voordat we bijvoorbeeld op de markt aankomen tillen we de pup al op. Wij zijn de baas en de pup heeft het toe te laten. We lopen de markt op en de pup kan alles vanuit een wat hogere, en veilige positie in zich opnemen. Veel mensen willen hem aaien en knuffelen en hij leert dat de markt eigenlijk heel leuk is. Bijna aan het eind van de markt zetten we het puppie neer en wandelen spelend weg van de markt. Dat was leuk. Dit doen we ook langs de weg en in de winkelstraat. Schrikt de pup nu toch nog ergens van, wat heel goed mogelijk is, dan moeten we daar niet de aandacht op gaan vestigen. Stel hij schrikt van een grote groene container e hij deinst wat terug: veel mensen gaan dan naar die groencontainer toe, hurken erbij en gaan met een wat hogere stem de pup lokken: “Kom maar puppie, dit is een brave container, die doet je niks, kijk maar”” . En de pup denkt alleen maar: “wat doet mijn baas vreemd, daar moet wel iets heel ernstigs mee aan de hand zijn”. Veel beter is het om juist niet de aandacht op die container te vestigen. Leidt het puppie af en lok hem mee zodat hij leert dat als hij langs die container loopt er helemaal niets gebeurt. Dan weet hij dat ook weer. Heel goeie bazen kunnen het gedrag ook negeren. De meeste honden zullen als ze ergens van schrikken ook even naar de baas kijken. En als die niet reageert, leren zij dat ze dus ook niet hoeven te reageren en is het probleem ook weer opgelost. In rustiger situaties, zoals op het speelveld (voor honden en niet voor kinderen) kunnen we de pups lekker helemaal op onszelf richten. Er moet daar heel veel met ze gespeeld worden. Renspelletjes, zoekspelletjes, sjorspelletjes enz. zijn hier uitermate geschikt voor. De baas moet dan ook van allerlei leuke en lekkere dingetjes bij zich hebben. De pup moet veel geroepen worden en daar moet dan steeds iets heel leuks, of iets lekkers tegenover staan. En daarna mag hij weer weg. Vaak mogen pups op het speelveld hun eigen gang gaan en worden alleen geroepen als de pret over is en ze weer mee naar huis moeten. Ze leren dan dat roepen niet leuk is en komen helemaal niet graag Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 5 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. meer bij de baas. Want de lol is dan op. En dat resulteert dan later in honden die helemaal niet meer komen, of waar de baas eerst drie kwartier achteraan moet jagen. Veel beter is het dus om de pup gelijk te leren dat de baas eigenlijk het leukste van de hele wereld is. Voor nu en later. Naast het leren wennen aan allerlei dingen, is de primaire socialisatiefase ook de natuurlijke leer periode van pups. Ze leren in het nest al, te jagen, te verdedigen, te vluchten, te doden “het schudden aan een lapje”en soms zelfs al voort te planten. Bovendien zijn ze continu aan het controleren hoe sterk zij en hun broertjes en zusjes al zijn. Al heel duidelijk zijn ze bezig met het vaststellen van dominantie verhoudingen en wie dus de baas is. En hier gaan ze mee door vanaf het moment dat ze bij de nieuwe baas zijn. Die moet dus zorgen dat de pup, vanaf de eerste dag weet dat hij in het gezin de onderste plaats inneemt. Hoe sneller de pup dat weet hoe gemakkelijker de opvoeding zal gaan. Na de primaire socialisatiefase begint de “secundaire socialisatiefase”, ook wel angstfase genoemd. De natuurlijke nieuwsgierigheid van de pups gaat over in een natuurlijke vluchtneiging. Ineens kunnen ze overal bang van worden. In deze periode kan ook de socialisatie plaats vinden, dat betekent dat ze alles wat ze als heel gewoon hebben ervaren in de primaire socialisatiefase alsnog eng wordt. De baas moet dus ook gedurende de secundaire socialisatiefase zorgen dat de pups nog steeds overal mee naar toe genomen worden. Hoe vaker vanaf de leeftijd van 12 weken, hoe beter het is. Hiernaast blijven de pups proberen om in het gevecht om de hoogste plaats te winnen van de baas. Een goede consequente opvoeding is dan ook noodzakelijk. Na de secundaire socialisatiefase begint rond de leeftijd van 5 a 6 maanden de pubertijd. Hierin proberen de honden alles wat ze eerder geleerd hebben aan commando’s en oefeningen weer te vergeten. Ze komen niet meer, ze gaan niet meer in een keer zitten, en kunnen ineens gaan grommen bij de etensbak of kluif. Ze proberen nu definitief hoger op te komen. Afhankelijk van de consequentheid van de baas, nu en in de eerste 6 maanden van het leven van de pup, kan deze puberteit duren van ongeveer een maand of 3 tot een jaar of twaalf. Het woord is aan de baas………… Tekst: Peter Beekman P u p p y w y s h e d e n BENCHTRAINING Een belangrijke reden voor mensen om een hond te nemen, is het verzorgende aspect. We vinden het fijn als we een hond te eten kunnen geven, hem kunnen knuffelen, borstelen en aaien, we met hem uit kunnen gaan en vinden het fijn als we zien dat hij plezier heeft in zijn leven. Wat we daarbij soms over het hoofd zien, is het feit dat we de invulling van zijn geluk vaak wat te menselijk bekijken. Hondenschool- Venlo 6 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Huisregels voor een hond. Natuurlijk moeten er huisregels gemaakt worden die door alle leden van het roedel – dus ook de hond – goed worden nageleefd. De afspraken worden al gemaakt voordat de hond in huis is. Iedereen heeft hierbij inspraak gehad, behalve….de hond! Voorbeelden van huisregels zijn dat de hond niet mee mag naar de slaapkamer en niet mag bedelen. Soms moet de hond af en toe een paar uur alleen zijn. Daarbij is het dan uitermate vervelend als hij de boel zou slopen. Dus spreken we af dat we dit moeten voorkomen. Verder mag de hond van alles en kijkt iedereen uit naar de komst van de nieuwe huisgenoot. Voorkom slechte gewoontes Dit zou beteken dat we de hond meteen moeten afleren om te bedelen en hem absoluut niet mogen leren dat hij in de slaapkamer kan komen. Verder moeten we reuze alert zijn op sloopgedrag. We beginnen dan nu al met het afleren van gedrag. We moeten ons hierbij wel realiseren dat gedrag pas afgeleerd kan worden als het eerst is aangeleerd. We moeten proberen om de hond het foutieve gedrag helemaal niet aan te leren, want dan valt er ook niets af te leren. We zouden het onszelf en de hond hiermee een stuk gemakkelijker maken. Het is wel belangrijk dat we zoveel mogelijk uitgaan van de leerprincipes en leermogelijkheden van de hond en hem niet te veel ‘vermenselijken’. Alleen zijn en slopen Heel veel mensen die problemen hebben met een hond die niet alleen kan blijven, doen van alles om dit probleemgedrag hanteerbaar te maken: harde correcties als hij gesloopt heeft, stroomstoten tegen het blaffen, ineens de radio keihard aanzetten als hij piept zodat de hond zich te pletter schrikt, muilkorven tegen het slopen: men verzint van alles! De hond moet het gedrag immers afleren. Baby in de box, hond in de bench Een bench of kamerkennel vindt men op voorhand echter zielig. “Zo‘n hummel achter tralies, alsof hij gevangen zit”. En ondertussen wordt de baby in de box gezet……een bench is niet zielig. Pups zoeken hun veiligheid in de werpkist, ze kruipen in hele kleine doosjes om bescherming te zoeken en gaan graag onder de benen met hun rug tegen het bankstel aan liggen. Een bench is een prima vervanging voor het veilige nest en als we de pup dit leren op een heel plezierige manier, dan hebben we daar jarenlang plezier van. Wij én de hond. We hoeven dan helemaal geen drastische maatregelen te nemen. We voorkomen problemen en geven de hond een eigen veilige plek. P u p p y w y s h e d e n Benchtraining De bench moeten we natuurlijk wel op een voor de hond plezierige manier gebruiken. Bijvoorbeeld met zijn eten. Pups hebben aangeleerd om naar een bepaalde plek te lopen waar ze van de fokker altijd hun eten kregen. De fokker hoefde alleen maar te roepen of een geluid te maken met de metalen Hondenschool- Venlo 7 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. voerbakjes of ze wisten precies waar ze heen moesten. Daar kunnen wij ook uitstekend gebruik van maken. Geef hem zijn eten in de bench. De eerste paar keren kan de deur gewoon open blijven. Hij zal in de bench blijven om zijn voer op te eten. Na een paar keer kunt u het deurtje ook eens dicht doen en eventjes weggaan. Als u nu terugkomt voor hij zijn eten op heeft en u het deurtje weer opent, leert hij dat u steeds het deurtje weer openmaakt. Dit kunt u ook doen met een lekkere kluif. Geef hem dit in de bench, sluit het deurtje, ga zelf eventjes weg en kom snel weer terug en open het deurtje. Breng hem ook iedere keer als hij gaat slapen naar de bench. Kriebel hem in slaap of geef hem nog wat lekkers. Als hij al moe was, gebruikt hij nog wat energie om het kluifje op te eten om dan vaak vanzelf in slaap te vallen. Als hij wakker wordt en eventjes verbaasd om zich heen kijkt, loopt u vriendelijk sprekend naar de bench en laat hem eruit. De tijd dat u nu wacht voordat u hem eruit laat, kunt u langzaam opvoeren. Niet ineens met een paar minuten maar met een paar seconden! Als u er maar voor zorgt dat u het deurtje opendoet vóórdat hij begint te zeuren. Anders leert hij weer dat zeuren kan werken. Dat moet u dus voorkomen. Bench mee naar boven De bench kunt u de eerste nachten ook prima mee naar boven nemen. Hiermee went u de pup niet om te slapen in de slaapkamer, maar juist dat hij moet slapen in de bench. Als hij dit eenmaal door heeft wil hij alleen slapen op de slaapkamer als de bench er staat. Zeker als u ook beneden de benchtraining doet. Het kost een paar nachten, maar dat is altijd veel beter voor de baas en de hond dan de hond doodongelukkig opsluiten in de keuken met een borstel, een wekker en een warme kruik omdat dat zo op zijn moeder zou lijken. Daar stinkt geen pup in. Bench geeft gevoel van veiligheid De bench kunt u natuurlijk overal mee naar toe nemen zonder dat u zich zorgen hoeft te maken over wat er allemaal mis zou kunnen gaan. Tijdens een gezellig weekendje bij vrienden heeft hij zijn eigen plekje. Op vakantie in een huisje kunt u gerust uit eten gaan zonder dat hij de boel sloopt of bij elkaar blaft. Sommige hotels accepteren wel honden als u kunt aantonen dat uw hond in de bench slaapt. Als u geen toezicht kunt houden is de bench een veilige plaats omdat uw pup dan niet aan stroomdraden kan vreten of zijn tanden in de poten van het bankstel kan zetten. Kortom een bench is een verplaatsbaar nest waarin de hond zich prima voelt. P u p p y w y s h e d e n Volwassen honden Ook voor een volwassen hond is een bench een uitkomst. Het kan voorkomen dat uw hond een periode rustig aan moet doen: na een operatie bijvoorbeeld. Als de hond aan een bench gewend is, komt dit het genezingsproces ten goede omdat de hond dan ongestoord slaapt en niet steeds opspringt, bijvoorbeeld als er gebeld wordt. Hondenschool- Venlo 8 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Als hij niet aan een kamerkenneltje (bench) gewend is, moet u ervoor zorgen dat de bench alsnog een hele fijne plezierige plek wordt. Zet de bench in de kamer met het deurtje open en gooi er wat lekkers in. Verder niks. Ga niet proberen de hond te lokken of hem erin te duwen. Hij weet dat daar wat lekkers ligt. Laat hem nu zijn gang gaan en hij zal dat lekkers er ongetwijfeld uithalen. Perfect. Gooi er opnieuw wat lekkers in. Na een paar keer zal de hond al bij de ingang van de bench zitten wachten als u weer wat lekkers heeft gepakt. Hij gaat er direct in als u het lekkers erin wilt gooien. Vanaf dat moment geeft u de hond zijn eten in de bench en kunt u net als bij de pup aan de gang gaan. Bouw het heel rustig op en laat de hond geen vervelende ervaring opdoen met de bench. Stop de hond er dus niet te snel uren achter elkaar in. Na een paar dagen zal de hond dan al uit zichzelf naar de bench gaan om te slapen. Nu mag u hem er af en toe ook in sturen. Niet boos maar met een lekkere beloning achter de hand. De bench mag nooit, echt nooit, gebruikt worden als straf! Als u een bench koopt voor uw pup, denkt er dan aan dat u de bench koopt voor de volwassen maat van uw hond. Er zijn twee soorten kamerkennels: De Fly-kennel > een soort huisje De Bench > een soort kooi die volledig inklapbaar is tot een klein pakketje dat vrijwel probleemloos in elke auto past. Plassen in huis In het voorjaar en in de zomer hebben we zelden klachten over honden die in huis plassen. Dat is niet zo verwonderlijk want in deze tijd van het jaar staat vaak de tuindeur open. De hond kan, naar keuze, binnen of buiten zijn en zal dus niet snel zijn behoefte in huis doen. Maar zodra we de herfst naderen en het weer slechter wordt krijgen we de eerste telefoontjes met onzindelijkheids klachten. Oudere honden blijken het niet meer zo makkelijk te kunnen ophouden en pups waarvan mensen dachten dat ze zindelijk waren blijken 'opeens' weer in huis te plassen. Hoe vaak moet mijn hond plassen en poepen? Pups die 8 weken oud zijn zullen overdag ongeveer ieder uur plassen. Poepen doen ze ongeveer 4 maal per dag. Afhankelijk van het tijdstip op de avond dat ze voor de laatste keer zijn uitgelaten, zullen ze in de nacht 1 tot 2 keer moeten plassen. Vanaf ongeveer 7 maanden oud zullen honden 1 tot 2 keer per dag poepen en 3 tot 4 keer per dag plassen en deze hoeveelheid keer naar buiten gaan blijft. Uit onderzoek weten we dat er rassen zijn die voor problemen kunnen zorgen als het gaat om zindelijk worden. Bijvoorbeeld de honden die gefokt zijn om met hun neus te werken. Dit heeft vooral te maken met het feit dat deze honden van eerdere ongelukjes in huis de lucht nog kunnen ruiken. Deze lucht is de prikkel die ervoor zorgt dat de hond opnieuw in huis zijn behoefte doet. Uit hetzelfde onderzoek komt naar voren dat Yorkshire Terriers moeilijk zindelijk te maken zijn. Waarschijnlijk heeft dit niets te maken met een eventuele extra gevoeligheid voor geurtjes; wel lijken eigenaren geneigd de Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 9 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. zindelijkheidstraining van kleine hondjes minder serieus te nemen. De gevolgen van een in huis plassende Yorkshire Terrier, Jack Russel of ander klein ras vallen minder snel op dan de grote natte plekken veroorzaakt door een Labrador, Golden Retriever of andere grote hond. Voordat ik inga op onzindelijkheid als gedragsprobleem wil ik u waarschuwen om altijd eerst contact op te nemen met uw dierenarts. Misschien heeft uw oudere teef wel problemen gekregen na haar sterilisatie of misschien heeft uw hond een blaasontsteking. Uiteraard moeten deze medische oorzaken uitgesloten worden, voordat er aan een eventueel gedragsprobleem gewerkt gaat worden. Zijn er geen lichamelijke oorzaken te vinden dan kunt u eens nadenken of een van de volgende redenen van toepassing is in uw situatie. UIT ONDERDANIGHEID PLASSEN Uit onderdanigheid plassen is normaal gedrag dat veel pups tonen op het moment dat een ranghogere aan de pup snuffelt. Kenmerk van onderdanigheids plassen is dat de hond een lagere houding aanneemt maar wel contact met de andere hond of mens wil houden. De hond kan kwispelen maar mag niet verstarren van angst. Meestal volgt het plassen op het naderen van een mens. Ook het over de hond heen buigen en/of oogcontact zoeken kan de lage houding en het plassen oproepen. ANGSTPLASSEN Het plassen uit angst komt gelukkig niet vaak voor. Het gaat meestal om gevoelige honden die naast het plassen ook verschijnselen van angst tonen zoals een extreem lage houding, verstarren en stress signalen. Deze honden zoeken voor en na het plassen niet actief contact met de mens, iets wat honden die uit onderdanigheid plassen wel doen. Er is ook nog een vorm van angstplassen die alleen plaats vind als de eigenaar niet thuis is. Onzindelijk zijn is dan onderdeel van een veel groter probleem n.l. verlatingsangst. Om dit vast te stellen is hulp nodig van een gedragstherapeut. OPWINDINGSPLASSEN Deze vorm van plassen vindt plaats bij opwinding en de hond heeft geen houdingsverlaging. Het plassen gebeurt tijdens lopen, opspringen of staan. Het zijn vaak jonge honden die bij een volle blaas in combinatie met opwinding niet voldoende controle houden over de sluitspieren. Dit gedrag zal vaak spontaan verdwijnen rond de leeftijd van 8-10 maanden. P u p p y w y s h e d e n MARKEREN IN HUIS Plassen en poepen is niet alleen bedoeld om afvalstoffen af te voren maar heeft ook een communicatieve functie. In urine en ontlasting zitten feromonen die informatie geven over de afzender, diens positie in de rangorde, diens hormonale status enz. Met hulp van deze feromonen kan een loopse teef aan reuen duidelijk maken dat zij klaar is om gedekt te worden. Op zijn beurt kan de reu door het achterlaten van urine, het markeren, aangeven welke plaats hij in de rangorde inneemt. Zowel reuen als teven kunnen markeren, maar de meest voorkomende situatie is de reu Hondenschool- Venlo 10 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. die in huis zijn poot optilt tegen bijvoorbeeld een stoel of tafelpoot. Onderzoek toont aan dat zowel een sociale als hormonale motivatie een rol speelt; Ook leerprocessen kunnen dit gedrag beïnvloeden. Markeren komt het meest voor bij ongecastreerde reuen; castratie zal in 67% van de gevallen zorgen voor vermindering of helemaal stopzetten van het gedrag. AANGELEERDE ONZINDELIJKHEID Pups die bij de fokker geleerd hebben hun behoefte op een krant te doen kunnen deze voorkeur verder ontwikkelen tot een punt waarop de hond het alleen nog maar op de krant wil doen. Ook de pup die langer bij de fokker gebleven is en daar geleerd heeft om op de houten kennelvloer zijn behoefte te doen kan, als hij bij de nieuwe eigenaar thuis is, een voorkeur ontwikkelen voor bijvoorbeeld de houten parketvloer. Honden die op ieder kleedje dat ze tegenkomen hun behoefte doen hebben door klassieke conditionering geleerd dat het zien, ruiken en/of voelen van een kleedje betekent dit is de plek waar ik mijn behoefte kan doen. Daarom is het belangrijk plekken goed schoon te maken en/of kleedjes tijdelijk uit de kamer te verwijderen. Er zijn ook honden die een verband hebben weten te leggen tussen het in huis plassen en aandacht krijgen. Om dit te voorkomen is het belangrijk om eventuele ongelukjes weg te ruimen in afwezigheid van de hond. En natuurlijk mag u de hond nooit straffen, ook niet als u hem betrapt! Het enige wat de hond hiervan kan leren is: Mijn baas is boos als ik plas of poep. Omdat het niet plassen of poepen natuurlijk onmogelijk is zal het dier, in een poging uw boosheid te ontlopen, proberen zich te ontlasten op een plek waar u hem niet ziet. OUDERDOM Honden kunnen door ouderdom onzindelijk worden. Als medische oorzaken uitgesloten zijn, kan het vaker uitlaten, eventueel in combinatie met de stof Selegiline, een oplossing bieden. Deze honden lijden dan vaak aan een vorm van dementie, die maakt dat ze hun zindelijkheidstraining vergeten zijn. Uit de gesprekken die ik heb met wanhopige eigenaren blijkt dat er meer aan de hand is dan het niet zindelijk krijgen van de hond. Veel mensen straffen te veel, te hard en niet op het juiste moment. Daarnaast kunnen rangorde, controle problemen en het niet begrijpen van hondentaal een reden zijn voor onzindelijkheid. Om een goed advies te geven aangaande onzindelijkheid is het meestal nodig om wat intensiever met de eigenaar te praten: het gedragsconsult. P u p p y w y s h e d e n Cijfers van Tinley laten zien dat 99% van de onzindelijkheidsklachten verholpen kunnen worden. Dus is uw hond onzindelijk, wacht dan niet te lang maar schakel een gedragsdeskundige in. “Wat moet ik doen, nu er een baby op komst is? Hondenschool- Venlo 11 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. “Hoe ga ik dan met mijn hond om; kan dat wel een baby en een hond?” Natuurlijk zal niet iedere hond even gemakkelijk een baby accepteren. Er komt uiteindelijk een vreemdeling in het roedel! En die krijgt dan ook nog alle aandacht, die voorheen voor hem was! Een en ander zal afhangen van het karakter van de hond, zijn ervaring met baby’s of juist het gebrek hieraan. Maar vlak vooral onze eigen invloed niet uit. Hoe bereiden wij onze vriendelijke viervoeter voor op de komst van de nieuwgeborene. Wordt hij voldoende betrokken bij alles wat er rond een geboorte gebeurt, vanaf de aanschaf van de eerste babyspulletjes, inrichting van de babykamer, tot aan de geboorte zelf. Allereerst zullen we eens kijken of we voordat er aan gezinsuitbreiding wordt gewerkt, al iets aan onze hond te zien is. De reactie van een bepaalde hond op een baby in het gezin is nooit voor 100% voorspelbaar. Toch kunnen we enkele eigenschappen opsommen, die ,wanneer zij zich bij een hond voordoen, een extra risicofactor vormen. • Honden, die als pup en/of op latere leeftijd, geen of onprettige ervaring met baby’s en kinderen hebben gehad. • Misschien hebben ze wel voldoende contact gehad, maar raken ze er erg opgewonden van. • De hond, die snel “jaloers” wordt, wanneer de baas aandacht besteed aan een andere persoon of hond. • Honden, die achter andere dieren aanjagen, dit proberen te vangen, en eventueel doden. • Honden, die tijdens apporteren het voorwerp heftig schudden, het kapot bijten of niet meer los willen laten. • Honden, die speelgoed o.i.d. bewaken ( grommen, misschien al uitvallen of bijten). • Honden, die zich niet laten borstelen, of zelfs grommen of bijten tijdens de borstelbeurt. • Honden, die over het algemeen snel agressief gedrag vertonen ( tegenover vreemden, bekenden, andere dieren, bij de voerbak, bij zijn slaapplaats, om de speeltjes, tegen roedelleden.) Is er al een hond in het gezin, als er een baby op komst is, dan kun je natuurlijk wel een aantal voorzorgsmaatregelen treffen, om de kans op ongelukken te verkleinen. Oefen veelvuldig met je hond. Niet een keer per week, maar dagelijks. Ook niet alleen op bepaalde tijdstippen, maar ook snel even tussen de dagelijkse bezigheden door in huis. Bij het thuiskomen, na een drukke werkdag laat je de hond eerst op zijn plaats zitten, zeg de rest van de familie goedendag en dan is Fikkie pas aan de beurt. Zo leert hij, dat niet hij altijd in het middelpunt van de belangstelling staat. Zorg er dus voor, dat de hond onmiddellijk gehoorzaamt aan de bevelen ZIT, AF, KOM HIER, BLIJF, LOS. Ook het voor langere tijd op zijn plaats blijven moet de hond goed beheersen. Worden deze oefeningen regelmatig getraind en ook in de praktijk toegepast, dan went de hond eraan , dat hij naar zijn plaats moet gaan, en dat er langere tijd geen aandacht aan hem wordt besteed. Zo kun je de baby dan in alle rust verzorgen. Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 12 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Een opvouwbare kamerkennel (“bench”) kan heel goed als verblijf plaats voor de hond dienen. Deze kunnen worden gesloten en zo kan je aandacht zonder problemen even verslappen. Het is natuurlijk wel heel belangrijk, dat de hond al ruimschoots van te voren op een positieve manier kennis heeft gemaakt met de bench, om te voorkomen dat hij een negatieve associatie kan leggen tussen de komst van de baby en de beperking van zijn vrijheid. Hij moet er graag in gaan en dit als zijn plaats accepteren. Het voeren in de bench is een zeer beproefde methode om de hond aan de bench te wennen. Zijn eten leidt hem dan af van het opgesloten zitten. Eerst korte perioden en gaandeweg langere tijden. Naast het verbeteren van het algemene appel, kun je je natuurlijk ook afvragen of er dingen zijn , die de hond nu wel toegestaan worden, maar wat straks zeer zeker niet meer mag. Ik denk hierbij het op schoot springen; mag hij wel of niet op de babykamer. Zijn deze veranderingen voorspelbaar, dan doe je er goed aan om hiermee al vroegtijdig aan te vangen. Dit zijn dingen die het hele gezin nu al aangaan, en waarover ook al afspraken worden gemaakt. Consequent uitvoeren van deze afspraken is dan ook wel geboden. Bij alle veranderingen die doorgevoerd moeten worden, moet je er wel opletten, dat de hond geen negatieve associaties kan maken met de komst van de baby. Ben je gewend om de hele dag met de hond bezig te zijn, bouw dan deze relatie van voortdurende aandacht geleidelijk af, en leer hem, dat hij zich ontspannen een tijdje alleen moet kunnen vermaken. Dit klinkt gemakkelijker dan het is, voor de hond net zo als voor de baas. Is de gezinsuitbreiding eenmaal volbracht, dan is het zaak de hond te leren, de aanwezigheid van de baby als positief te ervaren. Door ervoor te zorgen dat, als de baby de aandacht krijgt, de hond dit als iets prettigs te laten ervaren. Betrek hem bij de alledaagse handelingen rondom de verzorging van het kindje, en prijs hem voor het goede gedrag. Zorg dan ook ervoor dat je eigen gedrag rustig op de hond overkomt. Gebruik ook de voor hem bekende bevelen, zodat hij niet verward raakt en alles voor hem als vanzelfsprekend lijkt. Vraag ook het kraambezoek de juiste aangepaste aandacht aan de hond te gunnen. Niet te veel en te enthousiast, maar zeer zeker niet vergeten. Ook hij hoort in jullie roedel! Tijdens de eerste contacten met de baby is het misschien aan te bevelen de hond een muilkorf om te doen. Dit voorkomt ongelukken en geeft jezelf de nodige zekerheid, dat er geen ernstige dingen kunnen gebeuren. Je eigen gemoedsrust heeft dan ook weer een positieve uitwerking op het gedrag van de hond. Natuurlijk wordt het dragen van een muilkorf al tijdens de zwangerschap getraind. P u p p y w y s h e d e n Veelgestelde vragen: Moet de hond bij de bevalling zijn? Uit hygiënisch oogpunt natuurlijk niet. Baasje en vrouwtje zijn tijdens de bevalling emotioneel natuurlijk niet zoals de hond hen kent, dus valt de rangorde weg! En laten we eerlijk zijn, je hebt helemaal geen tijd om je met de hond bezig te houden. Ook de geur van het vruchtwater, het eventuele bloed e.d. kunnen de hond in zijn gedrag zeer negatief beïnvloeden. Hij kan hierdoor nerveus worden, en zijn gedrag is dan ook niet langer goed te Hondenschool- Venlo 13 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. interpreteren. Ook zal hij dan niet zo goed gehoorzamen, omdat onze consequentie wegvalt. Dus geen hond bij de bevalling. Moet de hond de nageboorte opeten? Een teef ,die haar pups net gebaard heeft, zal de afgekomen placenta’s smakelijk verorberen. Deze zitten boordevol waardevolle voedingsstoffen; ook hormonen, die hierin zitten zijn weer van belang voor het goede verloop van de bevalling. Een andere hond van het roedel zal deze nageboorten niet opeten. Daarom geven wij onze menselijke placenta ook niet aan de onze hond. De hond zal de baby echt niet beter accepteren, wanneer wij dit toch doen! Geven we hem een doek waarin het baby’tje gewikkeld is geweest? Om hem kennis te laten maken met de nieuw geborene kun je zijn reactie allereerst bekijken door de hond aan een handdoek, waarmee het baby’tje is afgedroogd, te laten ruiken. Let hierbij vooral op de algehele houding van de viervoeter. Kwispelt hij met zijn staart! Of stelt hij zich dominant of zelfs agressief op, dan is er natuurlijk voorzichtigheid geboden. Bijten in de handdoek kan al helemaal niet. Overigens; met alle testen en manieren om vast te stellen of de hond het pasgeboren kind accepteert (of niet) ben je na de bevalling natuurlijk te laat. Dan loop je achter de feiten aan. Probeer daarom tijdens de zwangerschap de hond al te laten wennen aan het feit dat hij straks de aandacht moet delen. Zorg dus dat Fikkie goed onder appel staat, en betrek hem bij alle dingen die met de aanstaande geboorte te maken hebben. Heeft hij als puppy al voldoende positieve ervaringen met kinderen opgedaan, dan ben je ook op de goede weg. Zorg ook dat jezelf bent voorbereid op eventuele onverwachte reacties van je hond, zodat je adequaat kunt reageren. Dit kun je overigens alleen bereiken, als je veel met de hond getraind hebt en hem daardoor van binnen en buiten hebt leren kennen. Vertrouw je de hond niet helemaal, of herken je enkele van de eerder genoemde kenmerken, vraag dan hulp bij deskundige mensen, bijvoorbeeld een gedragsbegeleider. De meeste dierenartsen kunnen je wel aan een telefoonnummer geven. Ook bij K.N.K. CYNOPHILIA kunnen ze je verder helpen. De stichting ALPHA is het overkoepelend orgaan van de gedragsbegeleiders in Nederland. Via de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland krijg je ook allerhande informatie. Tot slot nog een opmerking. Wanneer een hond de mogelijkheid krijgt om een kindje te bijten, ligt de schuld altijd bij de mens. Je hebt hem die mogelijkheid geboden. Daarom zorg je ervoor, dat de hond nooit ongemerkt en alleen bij je kind kan komen; maar je kind mag ook niet alleen bij je hond kunnen komen. Laat ze niet zonder begeleiding bij elkaar, ook niet voor een seconde. Hier geld zeer zeker: VOORKOMEN IS BETER DAN GENEZEN! P u p p y w y s h e d e n OPVOEDING EN SOCIALISATIE De opvoeding van de pup start al in het nest. De Moeder, als het kan de vaderhond, de pups onder elkaar en de fokker dragen bij tot het welslagen Hondenschool- Venlo 14 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. van de preopvoeding. Vanaf de leeftijd van 3 weken beginnen de pups van alles te leren. Zij leren lichaamstaal, worden zindelijk en leren om niet hard te bijten. Tijdens het spel wordt als het ware de emotionele intelligentie van de pups gevormd en ontwikkelen ze al een goede dosis aan sociale vaardigheden. Meestal wordt de pup bij de fokker opgehaald rond de 7 de levensweek. Vanaf dan is het uw taak om deze opvoeding onmiddellijk verder te zetten. Wat moeten pups allemaal leren: Mensen, honden en andere dieren zijn leuk! 1. Zacht bijten. 2. Spelen 3. Zindelijk zijn in huis. 4. Alleen blijven 5. Verzorgingshandelingen 6. Algemene gedragscontrole (Zit, blijf, af, plaats, kom, volg) 7. Ongewenste gedragingen die moeten worden omgebogen (blaffen, vernielen, opspringen, enz.) De spelregels bij de opvoeding en heropvoeding van de hond - Beloon gewenst gedrag. Als je de hond goed gedrag wilt leren dien je alles wat in de richting gaat van het gewenste gedrag te belonen. Belonen kan je de hond door hem voeding te geven, met hem te spelen of door hem vriendelijk aandacht te geven en te strelen of door hem iets te laten doen wat hij graag doet (wandeling, meerijden met de auto). Zoek snoepjes, speelgoed, kauwmateriaal, enz… die de hond graag heeft, dit worden de betaalmiddelen voor de hond. Een hond doet niets voor jou – hij is opportunistisch en weet alleen wat er voor hem te verdienen is op het moment dat hij iets doet. Als het positief en leuk is zal hij dit gedrag in de toekomst herhalen. - Vermijd dat de hond fouten kan maken. Voorkomen is beter dan genezen. Honden geen fouten leren is de boodschap. Zorg tijdens jouw afwezigheid dat de hond op een veilige plaats wordt ondergebracht. Maak gebruik van een veilige ruimte of plaats hem in een binnenhuiskooi of buitenkennel. Wees creatief en vermijd ongewenst gedrag. Als je de hond het een of ander gedrag wilt afleren, dan dien je dit te doen tijdens oefeningen. Zolang de hond ongewenst gedrag vertoont in jouw bijzijn mag je hem de kans niet geven dit gedrag te vertonen tijdens jouw afwezigheid. Dit is van enorm belang. Als de hond fouten doet tijdens jouw afwezigheid betekent dit dat hij foutief gedrag “leert” en dat jij daar niet kunt op reageren. Zowel het kauwen aan verboden zaken, onzindelijkheid, trekken aan de lijn moet je vermijden anders leert de hond zichzelf belonen met ongewenst gedrag. P u p p y w y s h e d e n - Negeer ongewenst gedrag Een hond doet een actie om een reactie te creëren. Indien het gedrag niet zelfbelonend is kan je het door te negeren vanzelf laten ophouden. Is het Hondenschool- Venlo 15 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. wel zelfbelonend dan moeten we vermijden of hersturen en het door middel van oefening laten stoppen = alternatief gedrag leren. Negeren: niet kijken, spreken of aanraken! Blaffen negeren = ophouden met blaffen = belonen van stil zijn. Aandacht vragen negeren = Ophouden met aandachtvragen en vertonen van gewenst gedrag = beloon het gewenst gedrag. Redirectie van ongewenst gedrag Op de intentie van ongewenst gedrag dien je de hond af te leiden naar gewenst gedrag en dit gedrag dan te belonen. Zorg ervoor dat de hond allerlei fouten kan maken als jij in de buurt bent. Alleen, jij moet razend snel zijn en hem op tijd afleiden, nog voor hij aan het verboden gedrag begint! Als je ziet dat de hond iets wil stelen – roep hem vriendelijk en geef hem iets anders te doen of stuur hem naar zijn bench en geef hem een beloning. Als je te laat bent en de hond toch al het verboden voorwerp heeft gestolen dan dien je het te ruilen met iets anders wat de hond zeer leuk vindt. Leer de hond het commando “los” aan en pas dan kan je hem iets laten lossen. Wil de hond kauwen aan jouw Perzisch tapijt zeg vriendelijk zijn naam en geef hem een alternatief kauwspeelgoedje. Het is de bedoeling dat de hond leert waarop hij mag kauwen en waarop niet. Tot zolang mag je hem de kans niet geven om te kauwen op verboden voorwerpen. Je hoeft hem niet te straffen – hij leert dan dat het onveilig is om te kauwen als de baas in de buurt is … maar dat het veilig is als de baas er niet is! - Zorg voor voldoende afleiding. Dagelijkse wandeling, dagelijkse training, spel en permanent de mogelijkheid hebben om te kauwen is van zeer groot belang bij het vermijden van ongewenst gedrag. Leer aan de hond aan wat hij mag kauwen (trektouwen, balletjes, botten, oude vodden, enz… dit doe je door het hem steeds ter zijn beschikking te laten van toegestane voorwerpen. Stimuleer hem om erop te kauwen. Speel met de voorwerpen, doe apport en trekspelletjes. Je kunt ook zoekspelletjes doen door lekkernijen of zijn speelgoed te verstoppen. Doe aan hondensport (Gehoorzaamheidstraining, Behendigheid, Speuren, DogFrisbee, Flybal) - De Regels van het straffen. Honden begrijpen niets van straf. Honden kunnen niet nadenken over foutief gedrag. Zij leren alleen op het moment zelf. Het resultaat op gedrag is veilig (plezant) of onveilig (gevaarlijk). Probeer straf zoveel mogelijk te vermijden door alternatief gedrag aan te leren. 1. Straf nooit fysiek! Neem iets wat de hond graag heeft van hem weg of onthoud het gewoon. (vb: stoppen met aandacht geven, het spel een aantal minuten uitstellen, voeding geven enkele minuten uitstellen, wegnemen van speelgoed, enkele minuten afzonderen) 2. Voor men overweegt om de hond te straffen voor ongewenst gedrag, dient men hem eerst een alternatief gedrag aan te leren. 3. Op de intentie van ongewenst gedrag kan je het gedrag hersturen in een positieve richting. Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 16 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. 4. Straf moet steeds volgen op het ogenblik dat de hond het gedrag vertoont. Nooit voor of na de feiten straffen. 5. Houd te allen tijde het hoofd koel. Bijtgedrag: Pups bijten! Leer aan de pup dat als hij bijt, alle interactie met de baas stopt! Stop onmiddellijk met alle aandacht – ga weg – negeer de pup gedurende 2 minuten. Te wild spelen: Als de hond te wild speelt – onmiddellijk stoppen – weggaan en 2 minuten later opnieuw beginnen spelen. De hond wil de regels in zijn voordeel plaatsen – stop met alle interacties – negeren gedurende 2 minuten. Het grote alternatief = motiveer de hond om nieuw gewenst gedrag te vertonen – leer hem gedrag aan i.p.v. gedrag af te leren. Toepassing van de socialisatie “doelijst” 1. Socialisatie: Het is de bedoeling dat de pup vanaf de 2 de dag dat hij bij je thuis is begint met het programma. Je hebt maar tijd tot 12 weken om de pup te socialiseren. Alle contacten met levende wezens moet een positieve ervaring opleveren voor de pup. Beloon de pup met de stem als hij contact zoekt met mensen, honden, paarden, papegaaien, hamsters, enz… 2. Verzorging: Kammen, borstelen, ogen en oren reinigen, nageltjes knippen. Dit zijn allemaal “handelingen” die de pup moet leren toestaan. Begin met de pup dagelijks van kop tot teen te betasten terwijl je hem belonend toespreekt. Als hij het leuk vindt kan je hem ook een snoepje toestoppen. Soms is het nodig dat je in stapjes gaat werken. Begin bijvoorbeeld met de borst aan te raken en hem te belonen. Als hij het moeilijk heeft en wil bijten – stop dan alle interacties en negeer de pup voor 2 minuten. Probeer vervolgens opnieuw. Geleidelijk maak je de verzorginghandelingen langer en ga je de pup overal bestasten. Als er toch problemen blijven – neem dan contact op met een trainer of gedragsbegeleider. 3. Gewenning: Ook de gewenning moet onmiddellijk worden opgestart. Als de pup een beetje bang is voor bepaalde zaken dan dien jij zeer rustig te blijven en niet te reageren op zijn angst. Wil de pup bij ju bescherming zoeken dan dien je dit toe te laten, doch je mag hem niet te troosten. Zorg er ook hier voor dat de pup alle dingen leuk vindt. P u p p y w y s h e d e n 4. Spelen: Spel is niet weg te denken uit de samenleving tussen mens en hond. Naast het veelvuldig spelen met andere honden dient het spel tussen hond en baas eveneens om sociale vaardigheden te ontwikkelen bij de pup. Hondenschool- Venlo 17 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Leer de pup zo snel mogelijk (spelenderwijze) apporteren. Begin met zachte speeltjes. Wakker het jachtinstinct een beetje aan door het speeltje van links naar rechts te bewegen. Als de pup interesse vertoont gooi je het speeltje een 2 tal meter weg. Van zodra de pup het speeltje achterna rent en het vast neemt moet je zeer enthousiast reageren en de pup naar je toe roepen met lokkende stem. Vervolgens de pup aaien en het speeltje niet afnemen. Als de pup het speeltje vanzelf loslaat, zeg je snel “los” en beloon je hem. Vervolgens begint het spel opnieuw. Na een 3 à 4 keer zeg je “genoeg” en ga je weg, zonder nog verder aandacht te besteden aan de pup. De pup mag dan het speeltje houden maar jij kijkt er niet meer naar om. Jij begint en eindigt ieder spel! Als de pup kan lossen op commando kan je ook trekspelletjes doen. Dit vinden ze heerlijk! Zorg er wel voor dat alles volgens de regels gebeurt. Indien de pup te wild wordt of in je handen bijten, zeg dan “ai” en stop onmiddellijk het spel voor 2 minuten. 5. Alleen zijn: Honden zijn sociale dieren en zijn eigenlijk niet geschikt om alleen te blijven. Uiteraard dienen ze dat te leren. Benchtraining: Een bench is een kooi waar de hond tijdens jouw afwezigheid kan worden in ondergebracht. Zo voorkom je dat hij allerlei ongewenst gedrag zal vertonen als je er niet bent. Plaats de bench in de woonkamer en maak ze comfortabel door er een oude doek in te leggen (geen nieuw kussen want de kans bestaat dat de pup dit verleidelijk kauwmateriaal zal vinden). Leer de pup in de bench te gaan door er regelmatig (onopgemerkt) lekkere koekjes in te verstoppen. De pup zal de geurtjes van de koekjes opmerken, in de bench gaan en zichzelf belonen. Je kunt ook een kauwbotje in de kooi leggen en dit aan de achterkant van de kooi met een touwtje vastbinden. Als de pup dan wil kauwen dient hij in de kooi te gaan liggen. Zo leert hij dat de bench “leuk” is. Vanaf nu kunnen we de bench naast de bank plaatsen en de pup eventjes in de bench plaatsen en het deurtje sluiten terwijl we zelf op de bank gaan zitten. Nu is het belangrijk dat je de bench alleen terug opent na een tijdje als de pup rustig is. Nooit de bench openen als hij blaft, jankt of actief gedrag vertoont in de bench. Als de pup dit aan kan laat je hem eventjes alleen achter in de kamer terwijl jij naar een andere kamer gaat. Als dit goed gaat kan je eventjes echt weggaan. Op die manier leert de pup alleen blijven. Zorg er wel voor dat er altijd leuke dingen in de bench liggen zodat hij zich kan vermaken tijdens het alleen zijn. ’s Nachts kan je de bench de eerste nachten op de slaapkamer zetten, vervolgens naar de slaapkamerdeur verhuizen en hem uiteindelijk, als hij alleen kan zijn in de bench op de vaste slaapplaats zetten. P u p p y w y s h e d e n 6. Zindelijkheid: Zie ook Benchtraining! De pup moet leren waar hij zijn behoeften mag doen. Dit doen we door hem telkens te belonen als hij het op de toegestane plaats doet. Ga met de pup regelmatig naar de buiten en blijf bij hem. Wacht tot de pup zijn behoeften doet en beloon dit uitbundig. In de regelmaat moet de hond zijn behoeften doen na het eten, spelen en slapen. Tot zo lang de pup niet weet waar hij Hondenschool- Venlo 18 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. zijn behoeften dient te doen moet je vermijden dat hij het binnenshuis gaat doen. Dit wil zeggen: “hem de kans niet geven”. Doet hij het toch eens binnenshuis dan dien je het gewoon op te kuisen, zonder iets tegen de pup te zeggen. Straf hem niet! Als je hem straft dan leert de pup dat het onveilig is om behoeften te doen in het bijzijn van de baas. Hij zal het nooit meer doen als je het ziet. Hij zal zich verstoppen en het ergens achter een hoekje doen. Pas als hij weet waar hij het moet door veelvuldig belonende consequenties, kan je hem leren waar hij het niet mag doen. Provoceer de pup, laat hem niet buiten en wacht tot hij het binnenshuis zou doen. Dit kan je zien door het actief snuffelgedrag, rondjesdraaien, enz. Op dit ogenblik reageer je door met hem onmiddellijk naar buiten te gaan. Na een aantal herhalingen zal je merken dat de pup zelf zal beginnen vragen om naar buiten te mogen als hij zijn behoeften moet doen. ’ s Nachts kan de pup van 8 weken maximaal 6 uur proper zijn. Stel de wekker en laat de pup uit na 6 uur slapen. Verleng iedere week de tijd met een half uur. Laat de pup nooit uit de bench als hij jankt! Hij leert alleen dat hij, als hij jankt, uit de bench mag. Door te anticiperen en hem er tijdig uit te laten kan je dergelijk probleemgedrag voorkomen. Hieronder de doelijst voor pups tot 15 weken. Het is belangrijk dat deze items ieder week een aantal keren als positief worden ervaren Items Weekprogramma Mensen Baby’s op de arm Baby’s in een kinderstoel Kruipende Baby’s Kleuters die spelen, individueel en in groep Pubers Volwassen mensen mannen, vrouwen, oudere mensen Kleurlingen Mensen in uniform Mindervaliden (rolwagen, blinden, enz) Joggers, fietsers, skaters Dieren Andere pups Andere volwassen honden Andere huisdieren (paarden, konijnen, vogels, hamsters, kat Boerderijdieren (schapen, koeien, paarden, geiten, varkens) Verzorging Verzorgingshandelingen (borstelen, kammen) Zich laten betasten (oren, tandjes, poten, hoofd, genitaal) Dominantiehandelingen (eerst op hondenschool) Op tafel staan Bezoek aan trimmer en dierenarts Gewenning Wennen aan de halsband Wennen aan de leiband binnenshuis Aan de leiband lopen binnenshuis Aan de leiband lopen in de tuin en op straat Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 19 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Spelen Alleen zijn Zindelijkheid Trappen lopen (allerlei) Meerijden met de auto Ander vervoer (train, tram, bus, metro) Drukte (markt, kermis, einde schooltijd kinderen) Huishouden: Stofzuiger, muziek, deurbel, telefoon, Menselijke geluiden: huilende kinderen, spelende kinderen Straatgeluiden: auto’s, bromfietsen, vrachtwagens Met eigenaar (apport, zoeken, rennen) Met kinderen Met andere honden (pups en volwassen) Blijven aanwezigheid eigenaar in zicht (kamerkennel, vastliggen) Blijven eigenaar aanwezig niet in zicht Blijven eigenaar afwezig Blaffen – huilen tijdens alleen zijn Onzindelijk tijdens alleen zijn Vernielen tijdens alleen zijn Aantal plasjes buiten Aantal hoopjes buiten Aantal plasjes binnen Aantal hoopjes binnen Angst bij honden is nuttig Doreen Planta. Angst is functioneel Volgens Planta kunnen alle honden alle gedragselementen hebben. 'De één laat het minder vaak zien dan de ander.' Angst is een functioneel begrip en zorgt voor overleven. De hond herkent door angst eerder een bedreigende prikkel en kan die daardoor vermijden. Ook wees zij op de angst voor geluiden. Dit aspect is erfelijk voor alle honden. 'Dat geluiden geen nare prikkels zijn, moet je de hond leren', Positief zijn! Bij het socialiseren van de hond benadrukte de biologe dat in de derde tot en met de zesde maand de hond positieve ervaringen moet opdoen. Overkomt een jonge hond een negatieve ervaring dan is het zaak daar zo snel en vaak mogelijk een positieve tegenover te zetten. Een voorbeeld: een jonge hond van vijf maanden wordt aangevallen door een hond van ras f. Het is zeer aan te bevelen een ontmoeting te regelen van de jonge hond met een goed opgevoede hond van ras f. Deze ontmoeting dient herhaald te worden. Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 20 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Gedrag en erfelijkheid De basiselementen van gedrag komen bij alle honden voor, maar het ene ras zal een bepaald element meer vertonen dan het andere. Daarmee wordt direct al duidelijk dat de aanleg van een aantal gedragselementen erfelijk bepaald is. Doreen Planta richtte zich op twee specifieke elementen waar alle hondenliefhebbers dagelijks mee te maken kunnen krijgen en die regelmatig door elkaar worden gehaald: angst en agressie. Angst en agressie zijn separate gedragssystemen, waarvan de kenmerken echter vaak worden verward. Angst wordt als eerste behandeld. Angst is nuttig Angst is een uiterst nuttige emotie. Wanneer bijvoorbeeld een dier angst heeft voor een bepaald soort voorwerp, is het gedrag erop gericht dergelijke voorwerpen te vermijden. De hond zal zich steeds sterker gaan richten op het ontdekken van een dergelijk voorwerp: immers, hoe sneller het voorwerp ontdekt wordt, hoe sneller het vermeden kan worden. Het directe gevolg hiervan is een fenomeen dat aandachtsvertekening wordt genoemd: De hond wordt zeer alert en sluit zich steeds verder af voor andere omstandigheden dan datgene dat het signaal mogelijk was voor de angst. Denk maar aan bijvoorbeeld honden die bang zijn voor knallen: wanneer het gedrag steeds verder escaleert, is de hond op den duur zo angstig dat andere prikkels nauwelijks meer doordringen tot de hond: alles is erop gericht de eerstvolgende knal zo snel mogelijk te ontdekken zodat gevlucht kan worden. Signalen van deze aandachtsvertekening zijn de volgende: pupilverwijding borstelen (het opzetten van de haren op de rug, met name schoft en achterhand) retinale vasodilatatie (rode ogen, de bloedvaten verwijden zich waardoor de ogen rood tonen) verminderde gevoeligheid voor pijn verlies van trek in eten en drinken versnelde ademhaling verhoogde transpiratie (natte voetzolen) verhoogde hartslag sterkere schrikreacties de blaas, anaalklieren en endeldarm worden geleegd Positieve associatie P u p p y w y s h e d e n Ieder van ons (her)kent wel een of meerdere van deze signalen wanneer honden bang zijn voor iets. Honden zijn van nature angstig voor geluid. Willen we dus een hond hebben die niet bang is voor bijvoorbeeld knallen, dan moet dat van jongs af aan aangeleerd worden door middel van positieve associaties. Al in het nest kunnen fokkers daarmee beginnen: wanneer bijvoorbeeld hard geluid geassocieerd wordt met iets positiefs als eten, en wanneer dit bij elke maaltijd weer herhaald wordt, zullen honden Hondenschool- Venlo 21 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. geluid associëren met iets positiefs en zo makkelijker hun aangeboren angst kwijtraken. Angst vermindert door aanraken Cruciale periode Angst wordt getriggered door een negatieve ervaring en de leeftijd van het individu bepaalt of dit een trauma wordt of slechts een negatieve ervaring is. De gevoeligste periode van honden is tussen de 3 en de 6 maanden. Wanneer er in die periode een negatieve ervaring plaatsvindt is het van groot belang zo snel mogelijk een positieve ervaring te laten volgen die lijkt op de negatieve ervaring maar een positieve afloop heeft: op die manier kan worden voorkomen dat er een trauma ontstaat. Positief zijn is relevant De negatieve ervaring van dieren kan niet worden voorkomen, maar de fobie ervoor wel: positieve ervaringen zijn daarvoor van groot belang. Wanneer een eenmalige traumatische ervaring zoveel impact heeft dat er een fobie ontstaat (hetgeen dus mede afhankelijk van de leeftijd is), zijn er vele positieve ervaringen nodig om dit weer ongedaan te maken. Wanneer een negatieve ervaring niet zeer heftig aangrijpt kan er overigens niettemin een fobie ontstaan, wanneer de negatieve ervaringen zich blijven herhalen. Herhaling kan dus dingen afleren, maar ook aanleren. Elk herhalend patroon zal op den duur gewoontes inslijpen bij de hond, van welke aard dan ook. Angst verminderen door aanraken Een uiting van pijn kan tevens gillen of piepen zijn. Dat is tegelijk een sociaal signaal: de hond geeft aan dat er gevaar is. Hoewel vaak anders wordt beweerd is Planta's zeer stellige bewering dat angst verminderd kan worden door fysiek contact. Hoewel vaak wordt gezegd dat angst op die manier wordt aangeleerd, is Planta het met deze stelling absoluut niet mee eens. Troosten is iets totaal anders dan geruststellen. Een angstige hond zal fysiek contact zoeken met zijn baas om daaraan steun te ontlenen. Onderzoek heeft aangetoond dat een angstig dier dan ook fysiek kalmeert: de signalen die angst aangeven verminderen. Een confrontatie afdwingen met het voorwerp dat de angst oproept heeft een tegengesteld effect: pas wanneer de baas zelf laat zien dat het voorwerp geen reden tot angst heeft, zal het dier wellicht pogingen ondernemen verder te kijken en te onderzoeken. Zelf bijvoorbeeld tegen de container aanleunen die de hond angst inboezemt kan helpen, maar contact ermee afdwingen werkt tegengesteld. P u p p y w y s h e d e n Pijn Hondenschool- Venlo 22 Rudy de Meester, bedankt voor je inspiratie, en je jarenlange steun en informatieverschaffing. Angst voor pijn of door pijn is een zeer vanzelfsprekend gegeven. Pijn is ook een nuttig mechanisme, het zorgt ervoor dat het individu dat de pijn ervaart, probeert te ontkomen aan de veroorzaker van deze prikkel, om zo verdere beschadiging te voorkomen. Aanhoudende pijn kan zich uiten door verandering van motoriek, het dier zal zich gaan ontzien door bijvoorbeeld trillen, mank lopen of verkramping. Ook apathisch gedrag kan een signaal zijn van pijn. Pijn is een sociaal signaal: het waarschuwt anderen voor gevaar en roept tevens empathie op. Angst en pijn kunnen beide worden versterkt door conditionering: het gedrag roept vaak sympathie op. Iedereen kent wel de hond die mank gaat lopen zodra daar positieve aandacht aan verbonden wordt. (Maier en Seligman, 1976, Sympathy lamenes). Angst en pijn als zwakte Het is echter niet per definitie gunstig om angst en/of pijn te tonen: deze signalen kunnen onder soortgenoten ook zwakte oproepen. De hond die door ons vaak wordt omschreven als een "harde hond", is feitelijk een hond die de pijnsignalen verbergt omdat hij het tonen ervan associeert met rangverlies. Een ervaring die een dier heeft geleerd dat de pijn niet controleerbaar is (het dier kan er niet aan ontsnappen), zal zorgen voor hulpeloosheid wanneer de ervaring zich herhaalt. De gevolgen zijn vaak zaken als apathie, hulpeloosheid, verlies van eetlust en/of gewicht en verstoord leervermogen. Een dierenartsopname is hier een duidelijk voorbeeld van. Het gedrag van het dier wordt in die gevallen vaak onbewust gestimuleerd door het gedrag van de eigenaar. Hondenschool- Venlo P u p p y w y s h e d e n 23
© Copyright 2024 ExpyDoc