Maatschappelijk jaarverslag Altra 2013

Maatschappelijk verslag 2013
Samen bouwen aan een toekomst voor ieder kind
April 2014
Altra
Adres: Rode Kruisstraat 32, 1025 KN Amsterdam
Telefoon:020 555 8 333
Website: www.altra.nl
Email:[email protected]
KvKnr:41211784
Identificatienr NZa: 300/392
AGB-code: 731519
2
Inhoudsopgave
Inleiding ..................................................................................................................... 4 1. Altra in het kort ...................................................................................................... 5 1.1 Een blik op 2013: de cijfers in het kort............................................................................. 6 1.2 Samenwerken met partners rondom cliënt en leerling ........................................................ 6 1.3 Dynamische omgeving ................................................................................................... 7 2. Onderwijs & jeugdhulp verbinden ...................................................................... 11 2.1 Resultaten onderwijs-zorglijnen .................................................................................... 11 2.2 Onderwijs op maat ...................................................................................................... 12 2.3 Resultaten Altra College ............................................................................................... 12 2.4 Resultaten Bets Frijlingschool ....................................................................................... 14 2.5 Resultaten ambulante begeleiding ................................................................................. 15 2.6 Resultaten onderwijsgerelateerde programma’s en voorzieningen ...................................... 16 2.7 Altra op school: trainingen en SMW ............................................................................... 19 2.8 Resultaten jeugd & opvoedhulp ..................................................................................... 20 2.9 Resultaten zorglijn jonge moeders ................................................................................. 24 2.10 Resultaten jeugd & opvoedhulp overige .......................................................................... 26 3. De organisatie .................................................................................................... 28 3.1 Onze uitgangspunten: verbinden, vertrouwen en vakmanschap ......................................... 28 3.2 De professionals van Altra ............................................................................................ 28 3.3 De organisatiestructuur ............................................................................................... 31 3.4 Samenwerken aan kwaliteit .......................................................................................... 34 3.5 Cliënttevredenheid ...................................................................................................... 36 3.6 Medezeggenschap ....................................................................................................... 36 3.7 Omgaan met klachten ................................................................................................. 38 3.8 Facilitair beleid ........................................................................................................... 39 4. Financiën ............................................................................................................ 41 4.1 Jeugd & Opvoedhulp ................................................................................................... 42 4.2 Onderwijs .................................................................................................................. 43 4.3 Ontwikkelingen ........................................................................................................... 43 5. Altra in de maatschappij..................................................................................... 46
Bijlage (A3 Jaarplan 2013) ...................................................................................... 47
3
Inleiding
Natuurlijk kijken we graag terug. Maar nog veel liever kijken we vooruit naar wat komen gaat. Hoe we
gezinnen en hun netwerk kunnen steunen zelf aan een duurzame oplossing te werken. Hoe we onderwijs
& jeugdzorg nog sterker kunnen verbinden. Hoe we samen met de gemeenten van de transitie jeugdzorg
een succes kunnen maken. Hoe we met passend onderwijs iedere leerling tot zijn recht kunnen laten
komen. Dat is een kwestie van samen doen. Zeker in deze tijd.
Altra heeft in 2013 hard gewerkt aan het verder verbinden van onderwijs en jeugdhulp. In dit
maatschappelijk verslag legt Altra verantwoording af en doen wij verslag van onze activiteiten en
beleidskeuzes. We staan stil bij de wijze waarop Altra wordt bestuurd met aandacht voor toezicht,
bedrijfsvoering en medezeggenschap. Naast dit maastschappelijk verslag brengen we het boekje “Kansen
voor de toekomst” uit, waarin Altra zich presenteert aan de hand van casebeschrijvingen en interviews en
een speciale bijlage met de feiten en cijfers van 2013. Bovendien presenteren Altra College en de Bets
Frijlingschool aan het eind van het schooljaar een eigen (school)jaarverslag.
Ook in 2014 zoeken we naar mogelijkheden om de kwaliteit van ons werk hoog te houden in financieel
onzekere tijden. Daar kunnen onze leerlingen, cliënten en partners op rekenen.
Raad van Bestuur
Ella Kalsbeek en Nicolette Engbers
4
1. Altra in het kort
Altra is een grote instelling voor speciaal onderwijs en jeugd & opvoedhulp in Amsterdam en omstreken.
Altra biedt hulp zowel thuis als op school; daar waar die nodig is en het beste werkt. We gaan uit van de
eigen kracht van kinderen, ouders en leerkrachten. Want effectieve hulpverlening is een kwestie van
samen doen. We hebben de onderwijs- en jeugdhulpexpertise met elkaar verbonden. Daardoor kunnen
we vanuit één samenhangend plan zowel het kind, zijn ouders als de leerkracht ondersteunen.
We helpen kinderen, jongeren, ouders en scholen bij uiteenlopende opvoed- en opgroeiproblemen. Ook
jonge moeders kunnen bij ons terecht voor begeleiding en advies. Veiligheid staat voorop, ook wanneer
dringend en acuut hulp nodig is staat Altra klaar. Naast jeugdhulp bieden we speciaal basis- en
voortgezet onderwijs aan kinderen die (tijdelijk) niet op een reguliere school onderwijs kunnen volgen.
We geloven dat oplossingen het beste werken wanneer jeugdhulp en onderwijs samenwerken. Daarom
zetten we onze expertise ook in binnen het reguliere onderwijs, zodat de leerling succesvol zijn
schoolloopbaan kan afmaken.
Altra is werkzaam in de regio’s Zaanstreek, Waterland, Amstelland en de Meerlanden en in de
Amsterdamse regio’s: Noord, Centrum/Oud-West, Oost, Zuidoost, Zuid en Nieuw-West.
5
1.1
Een blik op 2013: de cijfers in het kort
Aan het eind van 2013 stonden 4.806 cliënten en leerlingen ingeschreven bij Altra. Er werkten 827
medewerkers en Altra wist het jaar af te sluiten met een positief resultaat van ruim 2 miljoen euro.
* De resultaten van onze ondersteuning staan in hoofdstuk 2 en de financiële ontwikkelingen in
hoofdstuk 4
De ouders en jongeren die we helpen zijn tevreden over de hulp die ze van Altra hebben gekregen.
Gemiddeld geven ze Altra een 8,5. Meer informatie over de cliënttevredenheid is te vinden op pagina 32.
1.2
Samenwerken met partners rondom cliënt en leerling
Effectieve hulpverlening en onderwijs is een kwestie van samen doen, dat is de overtuiging van Altra.
Samenwerken rondom leerling en gezin en elkaars expertise optimaal benutten. Door verwijzing en
uitwisseling van informatie met ketenpartners soepel te laten verlopen. Door efficiënt af te stemmen en
samenwerking te vergroten. Want samen bouwen we aan een toekomst voor ieder kind.
We werken samen om de beste, liefst integrale zorg en onderwijs te bieden. Een groot deel van onze
cliënten of hun ouders heeft psychiatrische klachten: Altra werkt daarom samen met de GGZ. Vrijwel alle
jeugdhulpcliënten van Altra zitten op school. Altra werkt daarom samen met, op en vanuit de scholen.
Evenzo met de ouder- en kindcentra, centra voor jeugd en gezin, de jeugdgezondheidszorg, het
algemeen maatschappelijk werk, de reclassering, etc.
Altra heeft een structurele samenwerking met Bureau Jeugdzorg, Centra voor Jeugd & Gezin, andere
aanbieders van zorg, de overheid en het onderwijsveld. Altra participeert in de jeugdzorgoverlegstructuur
in Stadsregio Amsterdam. Daarnaast neemt Altra deel aan de overlegstructuren van het onderwijs:

Met alle scholen waar Altra actief is wordt frequent overleg gevoerd over de samenwerking.
6

Met de samenwerkingsverbanden in het voortgezet onderwijs zijn hechte banden, frequent
overleggen we over boven- en tussenschoolse voorzieningen en de invulling van passend
onderwijs.

Met de samenwerkingsverbanden voor het VMBO is structureel overleg over gezamenlijke
projecten op het VMBO.

Met diverse onderwijsinstellingen is structureel overleg rond de onderwijsprogramma’s en de
mogelijkheden tot stage.

Altra is ook vertegenwoordigd in het ABOSO (Algemeen bestuurlijk Overleg Speciaal Onderwijs
ten behoeve van de begeleiding van leerlingen met psychiatrische en/of ernstige
gedragsproblemen) en het OSVO (de vereniging van vertegenwoordigers van schoolbesturen in
het Amsterdamse voortgezet- en middelbaar beroepsonderwijs).
1.3
Dynamische omgeving
Het zijn spannende tijden in jeugdzorg en onderwijs, het zijn spannende tijden voor Altra. Meer dan ooit
is het van belang dat we met zijn allen onze expertise en kennis optimaal inzetten en constructief
meedenken met onze subsidiegevers.
Ontwikkelingen in de jeugdzorg
Het jeugdzorgstelsel wordt vernieuwd en tegelijkertijd wordt er bezuinigd (van 4% in 2015 tot 17%- 20%
in 2017). Vanaf 1 januari 2015 valt de jeugdzorg onder de verantwoordelijkheid van de gemeenten. De
gemeenten bereiden zich voor op hun nieuwe taak en willen van de gelegenheid gebruik maken om
vernieuwingen door te voeren. In alle gemeenten is men wijkteams aan het opzetten, waar hulpverleners
van verschillende instellingen en uit verschillende sectoren samenwerken om in de wijk en dus dichtbij
huis geïntegreerde hulp aan te bieden. Om een te abrupte verandering tegen te gaan, om de hulp aan
cliënten niet nodeloos af te breken en om al te hoge transitiekosten te voorkomen heeft de rijksoverheid
de gemeenten verplicht een transitiearrangement op te stellen. De transitiearrangementen van de
gemeenten waar Altra mee te maken heeft, verplichten de gemeenten - met uitzondering van de
Haarlemmermeer - zich om 80% van de door het Rijk toegekende budgetten beschikbaar te houden voor
de instellingen die de jeugdzorg tot nu toe regelden.
Ontwikkelingen in het onderwijs
Met ingang van september 2014 wordt het passend onderwijs ingevoerd. De risico’s bij deze vernieuwing
zijn gelukkig minder groot. Scholen voor voortgezet speciaal onderwijs, zoals Altra College, blijven
bestaan. Ze worden voor hun inkomsten afhankelijk van de samenwerkingsverbanden. Met de
medewerkers van Altra College realiseren we een hogere kwaliteit van het werk waardoor Altra College
ook in de toekomst een belangrijke bijdrage kan blijven leveren aan het onderwijs voor kwetsbare
leerlingen.
Omgaan met onzekerheid en krimp
Voor de jeugdzorg van Altra betekenen de nieuwe koers van de gemeenten een forse krimp. De krimp
heeft voor 2014 geleid tot een bezuinigingstaakstelling. De bezuiniging kan niet meer alleen gerealiseerd
worden door op de overhead te krimpen, zoals dat in voorgaande jaren is gebeurd, maar moet ook
7
worden gerealiseerd in het primaire proces. Naast deze uitdaging zijn we blijvend bezig met het
efficiënter inrichten van onze hulp. Zo heeft Altra in 2013 gekozen om de groepsgerichte ambulante hulp
anders in te richten en meer op scholen in te zetten. De pedagogisch medewerkers hebben de
mogelijkheid gekregen om deel te nemen aan een kwaliteitsselectieproces en zich te kwalificeren als
ambulant hulpverlener. Een deel van de medewerkers kwam hiervoor niet in aanmerking omdat ze geen
HBO-opleiding hadden of omdat ze niet aan de toelatingscriteria konden voldoen.
Onze visie en de kracht van onze organisatie vormen de instrumenten waarmee we, stap voor stap, de
transitie naar een nieuw stelsel in jeugdzorg en onderwijs kunnen maken. Ons vakmanschap, ons
vermogen om met anderen samen te werken is de basis voor de toekomst, voor de waarden waar we
voor staan en voor de best mogelijke hulp voor onze cliënten en het best mogelijke onderwijs voor onze
leerlingen. Hoe dan ook, met wie dan ook en waar dan ook.
Duidelijke focus
Altra heeft in 2013 besloten om de focus nog scherper dan voorheen te leggen op haar kerntaak: het
verbinden van onderwijs en jeugdzorg. Voor wat betreft het regulier onderwijs zet Altra haar
medewerkers in de wijkteams, waar ze zoveel mogelijk geplaatst worden op de scholen voor primair en
voortgezet onderwijs. Daar kunnen ze een belangrijke rol spelen in de aansluiting van jeugdzorg op het
onderwijs. In 2013 zijn vrijwel alle medewerkers die groepsgerichte hulp verlenen op en vanuit scholen
gaan werken en geven daar vanuit de praktijk vorm aan de vernieuwing van de jeugdzorg.
Nieuw perspectief
In 2013 heeft Altra zich niet alleen opnieuw georiënteerd op haar plaats op het snijvlak van onderwijs en
jeugdzorg, ook de andere activiteiten zijn in een nieuw perspectief geplaatst. De crisishulp zal, naar
verwachting, in lijn met het beleid van de gemeente, met crisishulp van andere instellingen worden
samengevoegd in een stedelijke of bovengemeentelijke voorziening. Signs of Safety (programma ter
bevordering van veiligheid voor kinderen die te maken hebben met mishandeling en/of huiselijk geweld)
blijft een speerpunt. Altra heeft samen met Spirit voorgesteld om dit programma niet te laten opgaan in
de ouder- en kindteams en de wijkteams om op die manier verder te kunnen werken aan de ontwikkeling
van dit programma. Vernieuwingen die in 2013 zijn ingezet zijn dat Signs of Safety kan worden
uitgevoerd in de ouder en kindteams en de koppeling aan de crisisinterventie zodat ook in gezinnen de
veiligheid van kinderen centraal komt te staan.
De hulp voor jonge moeders blijft voorlopig bij Altra, de ontwikkeling naar gezinshuizen voor jonge
moeders wordt doorgezet, evenals de verdere ontwikkeling van de methodiek rond hechtingsstoornissen.
Er zullen wel dwarsverbanden worden gelegd met de hulp aan jonge moeders zoals die door de
instellingen wordt uitgevoerd die zorg bieden aan (licht) verstandelijk beperkte cliënten.
Ontwikkelingen in Amsterdam
Altra heeft eind 2013, samen met Spirit, de GGD en het ABC het initiatief genomen om met de gemeente
in gesprek te gaan over de Ouder- en Kindteams. Dit vanuit de gedachte dat de instellingen in staat en
bereid zijn de OKT’s op te zetten en dat in nauw overleg met de gemeente te doen. Dit initiatief is
succesvol geweest. Op basis daarvan zijn er afspraken gemaakt met de gemeente om gezamenlijk een
Joint Venture op te richten die de OKT’s gaan opzetten en ontwikkelen.
8
Altra is ook in de praktijk al met de vorming van de OKT’s bezig. Altra participeert in een groot aantal
proeftuinen. Bij de proeftuin Noord, die als model gaat functioneren voor de inrichting van de hulp rond
de scholen voor VO en VSO, voert Altra het projectleiderschap uit.
Ook in de Samen Doenteams zetten we onze expertise in. De doelgroep van Samen Doen,
de niet-zelfredzame gezinnen, zijn een belangrijke doelgroep van Altra. We verwelkomen de nieuwe
kansen die de samenwerking met andere sectoren biedt om deze doelgroep beter te kunnen helpen.
9
Deze aanpak bevalt mij
Ayn Zeillemaker, jeugdhulpverlener en schoolmaatschappelijk werker van Altra, is zowel lid van het
Samen DOEN-team Rivierenbuurt als van het Om het Kind-team Rivierenbuurt. Ik vind de dynamiek van
het ambulante en outreachende werken heerlijk! Ik heb geen vaste plek, maar vlieg overal in. Doordat
het allemaal in dezelfde wijk plaatsvindt, kan ik heel flexibel zijn en goed schakelen. Ik kan inspelen op
de vraag van gezinnen. Samen DOEN is écht samen doen. Samen met het gezin zoek je op creatieve
wijze naar oplossingen die bij het gezin passen. Je wordt daarbij gesterkt en gesteund door je team en
het netwerk daaromheen. Je staat er als werker dus niet alleen voor! Je hebt een mandaat om te kunnen
handelen. Tegelijk krijg je dankzij je team en het netwerk meer gedaan. Dat is totaal anders dan
voorheen: toen werd er meer in vaste bureaucratische kaders gedacht. Veel kon niet, vanwege een
contra-indicatie. Nu denken we in termen van mogelijkheden en leveren we maatwerk. Dat hebben deze
cliënten ook nodig.” Ayn noemt een voorbeeld: “Met de hulp van onze teamleider kon ik laatst een
voorschot regelen voor een vrouw die door schulden in een onmogelijke situatie zat. Daardoor kon net op
tijd een escalatie van haar schulden worden voorkomen. Sowieso kunnen we door de nauwe
samenwerking met schuldhulpverlening binnen Samen DOEN meestal voorkomen dat gezinnen uit hun
huis worden gezet.”
10
2.
Onderwijs & jeugdhulp verbinden
De missie van Altra is en blijft onderwijs en jeugdzorg verbinden. We zijn enthousiast dat diverse
gemeenten in de transitieplannen duidelijk aangeven jeugdzorg te willen koppelen aan het onderwijs.
We dragen daar graag aan bij door onze medewerkers, die nu al in de zorgstructuur van de scholen
participeren, in te zetten in de wijkteams. En we blijven investeren in trainingen en programma’s die
aansluiten op de behoeften van de scholen waar we werken. We verwelkomen de nieuwe kansen die de
samenwerking met partners en andere sectoren biedt om gezinnen en scholen beter te kunnen helpen.
De onderwijs-zorglijnen van Altra
In 2011 heeft Altra, omdat samen zo belangrijk is, de onderwijs-zorglijnen ingevoerd. Herkenbare en
breed inzetbare programma’s, gebaseerd op de onmisbare verbinding tussen school en gezin. De
essentie: één plan voor het hele gezin, één hulpverlener die het gezin bijstaat, hulp op maat, gericht op
de belangrijke aspecten van het leven: het gezin, de school, vrije tijdsbesteding. Met de onderwijszorglijnen zijn we in staat om maatwerk te leveren.
Essentie van deze onderwijs-zorglijnen is dat de begeleiding wordt ingericht op basis van
leeftijdscategorieën:

voorschool (0-4 jaar);

basisschool (4-12 jaar);

voortgezet onderwijs (12-23 jaar)

en als aparte categorie, jonge moeders.
Omdat de aanpak van problemen effectiever is als kind, ouders, school en het gezin worden betrokken bij
de begeleiding, werken we nauw samen met de betrokken (onderwijs)instellingen.
2.1
Resultaten onderwijs-zorglijnen
Altra bereikt veel cliënten en leerlingen, 4.806 aan het eind van 2013. Dat is bijna 400 meer dan in 2012.
Dit geeft aan dat er veel vraag is naar de hulp en onderwijs.1
1
Een deel van de leerlingen ontvangt ook jeugdhulp en die leerlingen zijn ook geteld als jeugdhulpcliënten.
11
Doelrealisatie
Een belangrijk instrument om de effectiviteit van de hulp te meten is het methodisch werken met
vragenlijsten, waarbij de vragenlijst doelrealisatie per afgeronde zorglijn een goed beeld geeft of de hulp
die de cliënt heeft ontvangen een positief effect heeft gehad. In het onderstaande overzicht wordt
duidelijk in hoeverre de doelen uit het hulpverleningsplan geheel of gedeeltelijk zijn gerealiseerd.
Zorglijn
Respons
Geheel
behaald
Deels behaald
Situatie
ongewijzigd
Situatie
verslechterd
Zorglijn 0-4
82%
54%
31%
14%
0%
Zoglijn 4-12
86%
55%
34%
10%
1%
Zorglijn 12-23
79%
45%
36%
15%
4%
Zorglijn jonge moeders
82%
49%
32%
12%
7%
83%
51%
34%
12%
2%
Totaal
Voor alle zorglijnen geldt dat de norm van 80% geheel of gedeeltelijk gerealiseerde doelen is gehaald in
2013, hetgeen een goede indicatie geeft van de effectiviteit van de hulp.
2.2
Onderwijs op maat
Altra heeft twee scholen voor speciaal onderwijs. Altra College voor leerlingen vanaf ongeveer 12 jaar en
de Bets Frijlingschool in Purmerend voor kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. Daarnaast kent Altra
een grote afdeling ambulante begeleiding, die leerlingen dankzij rugzakfinanciering in het reguliere
onderwijs begeleidt. Altra participeert ook in verschillende bovenschoolse voorzieningen en
tussenvoorzieningen, zoals:Transferium, STOP en School2Care om leerlingen zo veel mogelijk kansen te
kunnen bieden op een goede schoolloopbaan.
Altra stemt het onderwijs op haar eigen scholen voor speciaal onderwijs zoveel mogelijk af op de
mogelijkheden van de leerling. Ieder kind is immers anders; een individu met zijn eigen sterke kanten en
beperkingen. De Bets Frijlingschool en Altra College investeren veel in de sociaal emotionele ontwikkeling
van de leerlingen, maar we willen tegelijkertijd op het gebied van onderwijs het beste uit de leerlingen
halen. Er wordt daarom veel geïnvesteerd in het versterken van het opbrengstgericht en
handelingsgericht werken. We bieden onderwijs op verschillende niveaus. Onderwijs op maat betekent
ook dat we leerlingen die geen zicht hebben op een startkwalificatie en die aan het werk willen, intensief
begeleiden naar werk.
Door leerlingen onderwijs op niveau te bieden, kan er een symbiose ontstaan tussen het speciaal en
regulier onderwijs. Als het op de reguliere school niet goed gaat, kunnen ze bij Altra een traject
doorlopen en vervolgens weer terug naar een reguliere school.
2.3
Resultaten Altra College
Altra College is een school voor voortgezet speciaal onderwijs, waar leerlingen met gedrags- of
psychiatrische problemen van twaalf tot en met twintig jaar terecht kunnen. Altra College heeft een
dekkend onderwijsaanbod van vmbo-basis tot vwo. Hierdoor kunnen we optimaal aansluiten bij de
mogelijkheden van de leerlingen. Altra College heeft acht regionale afdelingen:

vijf in Amsterdam,
12

één in Hoofddorp,

één in Krommenie

één in Purmerend.
Naast de reguliere afdelingen verzorgt Altra College onderwijs in besloten behandelcentra Amsterbaken
(forensisch behandelcentrum van Spirit voor jongens van 12-23 jaar) en de Koppeling (intersectoraal
zorgprogramma voor jongeren met ernstige gedragsproblemen) en in behandelcentra van de Bascule
(academisch centrum voor forensische psychiatrie) en Jellinek (instelling voor verslavingszorg).
Op alle schoollocaties in Amsterdam is de Bascule in de loop van het jaar gestart met het bieden van
behandeling. Per locatie zijn acht plaatsen beschikbaar. In Zaanstreek en Waterland zijn afspraken
gemaakt met Lucertis, JGGZ-aanbieder, om haar hulp directer aan de scholen te koppelen.
Leerlingaantal
Het leerlingenaantal van Altra College is de afgelopen jaren licht gestegen (18 procent in 5 jaar tijd),
waarbij de groei vooral in Waterland, Zaanstreek en Haarlemmermeer plaatsvond. Op 1 oktober 2013
stonden er 849 leerlingen ingeschreven. Hieronder staat een overzicht per afdeling. In de loop van het
schooljaar stijgt het aantal altijd iets, bij de tweede telling in januari 2014 stonden er 895 leerlingen
ingeschreven.
Leerlingaantallen Altra College
Afdeling
Centrum/ Oud-West
Noord
Altra Werkt
Zuidoost
West
School2Care
Haarlemmermeer
Waterland
Zaanstreek
Bleichrodt
Bascule
Bascule Konijnenstraat
Amsterbaken
De Koppeling
Totaal Altra College
1-10-2013
72
64
24
38
39
20
59
79
102
186
73
14
33
46
849
1-10-2012
67
59
50
46
58
71
96
169
68
12
31
37
764
Examenresultaten
De resultaten van de leerlingen vormen een belangrijke indicatie voor de kwaliteit van het onderwijs. De
leerlingen leggen per vak een examen af, waarvoor zij een deelcertificaat halen. Als ze voor voldoende
vakken geslaagd zijn, krijgen ze een diploma. Voor een MBO-diploma leggen ze een praktijkexamen en
een proeve van bekwaamheid af en als ze door willen op het MBO, een taal- en rekentoets.
Een groot aantal leerlingen van Altra College heeft in 2013 examen gedaan. De examens worden over het
algemeen verspreid over twee jaar. De meeste leerlingen hebben dan ook deelcertificaten behaald.
Het gemiddelde slagingspercentage van 79% is gezien de problematiek van de leerlingen redelijk te
noemen en ligt 3 procent hoger dan het resultaat van 2012 (76%). De meeste leerlingen hebben examen
gedaan in MAVO-vakken. 55 leerlingen hebben een volledig Mavo, Havo of VWO diploma veroverd. 50
13
leerlingen hebben hun MBO-diploma gehaald, waarvan 4 leerlingen op MBO-2 niveau. Daarmee komen
we op een totaal van 105 diploma’s in het schooljaar 2012-2013.
Uitstroom
In het schooljaar 2012-2013 zijn 492 leerlingen uitgestroomd bij het Altra College. De uitstroom per
afdeling staat in onderstaande grafiek.
2.4 Resultaten Bets Frijlingschool
De Bets Frijlingschool is een school in Purmerend voor speciaal onderwijs aan kinderen met
gedragsstoornissen en of psychiatrische problemen. Daarnaast heeft een aantal kinderen leerproblemen.
De school biedt onderwijs aan kinderen in de leeftijd van 4 tot 12 jaar. De school heeft een regiofunctie
voor Waterland.
14
Op 1 oktober 2013 had de Bets Frijlingsschool 81 leerlingen uit regio Waterland. De school heeft in
januari 2013 het nieuwe schoolgebouw aan de Sportlaan betrokken. Een nieuwe ontwikkeling is dat op de
Bets ook leerlingen (tijdelijk) zonder indicatie terecht kunnen. Er zijn drie plaatsen voor leerlingen die
door structurele gedragsproblemen dreigen uit te vallen op hun school voor regulier onderwijs. Het gaat
hierbij om zogenaamde ‘Op de Rails’-plaatsen. Tijdens de tijdelijke plaatsing zoeken we uit welk type
onderwijs het beste bij de leerling past. Daarnaast kan de Bets Frijlingschool (via het project Herstart)
ook een klein aantal leerplichtige leerlingen opvangen die om diverse redenen thuis zitten, zonder zicht
op plaatsing op een school. Herstart kan onderzoeken welke school het beste past bij de thuiszitter maar
kan het kind ook weer laten wennen aan school. Aan het eind van het traject wordt altijd bemiddeld bij
de (her)plaatsing op een school. De Bets Frijlingschool werkt nauw samen met andere scholen in het
samenwerkingsverband. Als onderdeel van het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband is de
school in gesprek hoe voor ‘zorg’leerlingen een gezamenlijk expertisecentrum kan worden ingericht dat
het reguliere onderwijs gaat ondersteunen.
Bij de Bets Frijlingschool zijn 31 leerlingen uitgestroomd in het schooljaar 2012-2013, waarvan meer dan
de helft is doorgestroomd naar een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs.
2.5 Resultaten ambulante begeleiding
De dienst ambulante begeleiding van Altra begeleidt op meer dan 100 scholen bijna 1.400 leerlingen, die
dankzij deze begeleiding hun reguliere schoolloopbaan kunnen voortzetten. Het gaat om geïndiceerde
ambulante begeleiding (GAB) van leerlingen met gedrags- en psychiatrische problemen die via een
‘rugzak’-financiering kunnen worden geholpen. De ambulante begeleidingsdienst van Altra heeft een
grote verandering doorgemaakt. Door niet meer één op één met een kind werken, maar een veel breder
pakket aan ondersteuning aan te bieden. De veelzijdige expertise van de ambulante begeleiders heeft
zich uitgekristalliseerd in een scala van nieuwe producten en diensten. Het portfolio van de ambulante
15
begeleidingsdienst sluit hier op aan en ontwikkelt zich verder in aansluiting op de behoefte die vanuit
passend onderwijs ontstaat.
Met de samenwerkingsverbanden is overleg geweest over hoe de expertise van de ambulante dienst
behouden kan blijven voor de scholen. De wijze waarop de expertise wordt behouden is veelal onderdeel
van de verschillende ondersteuningsplannen. Inhoudelijk zijn ontwikkelingen al volop op gang gebracht.
Er is veel belangstelling voor de trajectvoorzieningen, waarbij Altra de scholen ondersteunt om een vaste
plek binnen de school voor leerlingen met ondersteuningsvragen op gebied van gedrag en psychiatrie in
te richten. De leerling neemt zoveel mogelijk deel aan de reguliere lessen en kan volgens afspraak of bij
terugval naar de trajectvoorziening voor extra ondersteuning op allerlei gebieden (leren& plannen,
omgaan met boosheid). Tegelijkertijd brengen onze professionals kennis en vaardigheden over het
omgaan met deze leerlingen over naar de leerkrachten. We bieden een breed aanbod aan voorlichtingen,
cursussen, intervisie, coaching en voorzieningen voor VO- en MBO-scholen. Het gaat daarbij bijvoorbeeld
om korte oplossingsgerichte coaching voor mentoren en docenten.
2.6
Resultaten onderwijsgerelateerde programma’s en voorzieningen
Vanuit passend onderwijs willen we zoveel mogelijk jongeren onderwijs laten volgen op een reguliere
school. In het schoolondersteuningsprofiel beschrijft elke school welke ondersteuning zij kan bieden.
Soms is deze ondersteuning (tijdelijk) niet voldoende, Altra beschikt over een dekkend netwerk van
voorzieningen voor extra ondersteuning. Want iedere jongere verdient een passende onderwijsplek en de
benodigde ondersteuning.
Voor wat betreft het speciaal (voortgezet) onderwijs, het speciaal basisonderwijs, de praktijkscholen en
de overige scholen met veel zorgleerlingen, wil Altra haar bijzondere positie als instelling voor onderwijs
en jeugdzorg inzetten door zich te specialiseren in het bieden van jeugdzorgpakketten voor plusscholen:
scholen met veel zorgleerlingen.
Integraal aanbod
In 2013 heeft Altra op alle Altra College afdelingen in de regio’s 2 fte jeugdzorg ingezet en zijn er
tegelijkertijd met de Bascule afspraken gemaakt over de inzet van 2 fte aan GGZ-hulp. Daarnaast wordt
met de betrokken gemeenten wordt overlegd over de mogelijkheid de jeugdzorg op de plusscholen
(scholen met veel zorgleerlingen) te versterken. De gemeenten krijgen daardoor de mogelijkheid om
samen met het onderwijs te regelen dat elk kind en elke jongere onderwijs krijgt dat voor hem of haar
geschikt is en dat perspectief biedt op een diploma.
Bovenschoolse voorzieningen
Altra biedt diverse bovenschoolse onderwijszorgarrangementen, waar leerlingen tijdelijk intensieve
begeleiding krijgen.
1. Trajectvoorziening
Doel van deze binnenschoolse voorziening is om leerlingen zoveel mogelijk deel te laten nemen aan de
reguliere lessen. De trajectvoorziening biedt de ondersteuning die leerlingen met een extra zorgvraag
nodig hebben om het onderwijsleerproces zo goed mogelijk te laten verlopen. Maar ook docenten kunnen
16
hier terecht voor ondersteuning. Bijvoorbeeld bij het omgaan met leerlingen met verschillende
problematiek, het omgaan met een lastige klas, klassenmanagement of differentiëren in de klas.
In 2013 is Altra gestart met het inrichten van trajectvoorzieningen op VO scholen. We hebben ervaring
opgedaan in Zaanstad, er zijn trajectvoorzieningen gestart in de Haarlemmermeer en in het schooljaar
2013-2014 zijn ook enkele scholen in Amsterdam gestart met het opzetten van een trajectvoorziening.
De trajectvoorziening is een versterking van de zorgstructuur van de school. wij denken dat het in de
toekomst goed mogelijk is dat er expertise vanuit het SWV (leerproblematiek) alsmede expertise vanuit
het wijkteam (sociaal-emotionele problematiek) gebundeld kan worden in de trajectvoorziening.
2
2. Stop
STOP is een aparte klas voor leerlingen in het voortgezet onderwijs die niet lekker draaien op school en
door hun gedrag onrust veroorzaken. STOP helpt te begrijpen waarom de jongere zich zo gedraagt en
laat zien hoe het anders kan. Maximaal drie maanden krijgt de jongere les en hulp, zodat geen
achterstand wordt opgelopen en snel weer terug kan naar de eigen school In 2013 hebben 106 jongeren
een STOP-traject afgerond.
3. Transferium
Op het Transferium zorgen we voor onderwijs aan leerplichtige jongeren, die om verschillende redenen
niet meer naar school gaan en bieden we intensieve hulp om de problemen op te lossen. Uiteindelijk is
het de bedoeling dat de jongere weer naar school kan of op een andere manier aan zijn toekomst gaat
werken. In totaal hebben 114 jongeren een Transferium-traject doorlopen. Het beoogde traject duurt
maximaal zes maanden. In 2013 is de hulpduur van het Transferium opgelopen naar 8-9 maanden. De
tendens uit 2012 zette zich door, het bleek ook in 2013 moeilijk om leerlingen binnen 6 maanden terug
te plaatsen naar het reguliere onderwijs. We hebben daarom in 2013 een evaluatie van het programma
van het Transferium georganiseerd en in samenwerking met het SWV een nieuwe opzet voor het
Transferium geschreven. De essentie van de veranderingen? We zetten in op hechte samenwerking met
de school van herkomst en stellen als doel dat de leerling na verblijf op Transferium weer terugkeert naar
de school van herkomst. Voor een echte goede samenwerking met de scholen bieden we de
voorzieningen dichtbij aan, op vijf locaties in de stad. Zo kan de leerling effectief contact houden met zijn
school, een deel van de lessen op school van herkomst volgen of stapsgewijs terugkeren. Om ervoor te
zorgen dat de onderwijsachterstand zoveel mogelijk beperkt blijft, zetten we in op verbetering van het
onderwijs, waar dat kan in samenwerking met de school.
4. Beter pASSend klas
Deze klas is bedoeld voor leerlingen met een autisme spectrum stoornis (ASS) die langdurig thuis zitten
of daar dreigen te belanden. Ze zijn vaak al “uitbehandeld” bij Bascule AMC en ze kunnen door hun
stoornis niet functioneren in een klas. Door deze intensieve begeleiding kunnen veel leerlingen voor het
eerst sinds tijden weer naar school. Het project is een samenwerkingsverband met de Bascule.3
2
Financiering in 2014 vanuit het Samenwerkingsverband.
3
Financiering in 2013 nog vanuit het multifocale stuurbudget
17
We hebben in 2013 vanuit de verschillende samenwerkingsverbanden VO rondom Amsterdam de vraag
gekregen of we het beter pASSend concept ook in hun gemeente willen vormgeven. We zijn in gesprek
met Hoofddorp, Purmerend en Zaanstad. Deze gemeentes hebben allemaal een aantal thuiszitters met
ernstige psychiatrische problematiek. We hopen in 2014 in deze gemeentes een succesvolle beter
pASSend klas in te richten op de Altra Colleges.
5. School2Care
School2Care is een 12-uurs programma waar onderwijs en jeugdzorg verregaand wordt geïntegreerd om
de leerlingen uit de zwaarste doelgroep de kans te geven weer aan te sluiten bij het onderwijs en
daarmee de kans op het behalen van een startkwalificatie of dagbesteding in de vorm van arbeid te
vergroten. Het doel van School2Care is de leerling weer op het juiste spoor te krijgen. Hoe lang dat
duurt, ligt aan individuele omstandigheden. Natuurlijk streven we naar een zo kort mogelijk traject, maar
we nemen de tijd die nodig is. Een leerling verblijft in 2013 minimaal 3 en gemiddeld 9 maanden bij
School2Care en krijgt gemiddeld 5 maanden nazorg.
School2Care heeft een capaciteit van 36 plaatsen (waarvan 20 geïndiceerde leerlingen) en kende een
bezetting van bijna 100%. Alle leerlingen krijgen na uitstroom begeleiding op de vervolgschool. De
begeleiding duurt gemiddeld 5 maanden. Er was sprake van 30 leerlingen die de tweede helft van 2013
ambulante begeleiding kregen op de vervolgschool. In 2013 was er sprake van een uitval van 10% (5
leerlingen). De begeleiding is afgebroken nadat de leerlingen weigerden op school te komen en ook niet
door inzet van de leerplicht Bureau Jeugdzorg (dwang en drang) op school zijn verschenen. Van de
leerlingen die School2care in 2013 positief verlaten hebben is bekend dat ze allen nog op de
vervolgschool/ arbeid zitten of de coach zorgt met betrokkenen voor een andere plek.
6. Altra Werkt!
Niet alle leerlingen passen in een ‘schoolse’ omgeving. En niet alle leerlingen zijn in staat om een
startkwalificatie te halen. Ook deze leerlingen moeten perspectief hebben op een mooie toekomst; een
baan. Samen wordt gewerkt aan arbeidsactivering en arbeidstoeleiding. Hierbij wordt verbinding gelegd
tussen: gezin, werk, scholing, ondersteuning/zorg. De coach is spil van Altra Werkt! Maximaal vier dagen
per week lopen de jongeren stage of werken ze en één dag volgen ze onderwijs. Onder intensieve
begeleiding van een werkbegeleider (een medewerker van een bedrijf of instelling) werken de jongeren
aan het ontwikkelen van hun competenties. De coach van Altra Werkt! zorgt voor ondersteuning van de
jongere én van de werkbegeleider. Zo krijgen de jongeren, stukje bij beetje, zelf inzicht in hun eigen
leerproces.4
In 2013 hebben we 25 jongeren begeleid. Nog niet alle jongeren zijn succesvol uitgestroomd. Sommige
jongeren hebben al op meerdere werkplekken ervaring opgedaan en zijn nog steeds in begeleiding.
Andere jongeren hebben tijdens de periode Altra Werkt! besloten om toch een aanvullende opleiding te
gaan doen.
4
De financiering is nu nog vanuit het SWV en het ministerie van OCW. Met de ingang van passend onderwijs
(schooljaar 2014-2015) zal er een co-financiering plaats vinden. Altra is daarover in gesprek met het SWV en de
gemeente Amsterdam
18
2.7
Altra op school: trainingen en SMW
We zijn in 2013 steeds meer deel gaan nemen aan de zorgstructuren van de scholen zowel in het primair
onderwijs als in het voortgezet onderwijs. Dat heeft er toe geleid dat we vanuit het ZBO/ZAT’s
(zorgbreedte overleg/ zorgadviesteam) veel aanvragen kregen voor zowel individuele als
groepsbegeleiding en trainingen aan klassen met leerlingen met lastig gedrag. Hieronder staan deze
trainingen beschreven. De trainingen worden binnen de trajecten van Altra op maat aangeboden.
1. Sprint, ouder- en kindtraining
Een programma met een preventief karakter dat wordt ingezet bij leerlingen van 6 tot 12 jaar waarbij op
basis van de Sprintscreening een verhoogd risico om later in de criminaliteit te raken geconstateerd is.
Tijdens de training oefenen we veel met situaties uit het dagelijks leven. In elke bijeenkomst staat een
ander thema centraal, zoals complimenten geven en ontvangen, omgaan met boosheid en omgaan met
vrienden. De training bestaat uit individuele bijeenkomsten met het kind op zijn school en met ouders
thuis of eventueel bij Altra. De training duurt tien tot twaalf weken.5
Altra biedt ieder jaar ongeveer 150 Sprinttrainingen op de verschillende basisscholen in Amsterdam. We
zijn zeer enthousiast over de ouder - kindtraining en hopen dat Amsterdam ervoor kiest om in het nieuwe
stelsel op alle basisscholen Sprint aan te bieden.
2. Rots en water training
Het programma kan worden beschouwd als een weerbaarheidsprogramma en anti-pestprogramma. Het is
bedoeld voor jongeren tussen de 6-18 jaar die enerzijds voor zichzelf op leren komen en/of anderzijds
hun boosheid en agressie moeten reguleren. De training bestaat uit acht bijeenkomsten.
3. Competentietraining (SVT)
De training is bedoeld voor jongens en meiden die niet gemakkelijk met anderen omgaan en onzeker
zijn. Kinderen die het moeilijk vinden om vriendjes te maken, verlegen zijn of juist luidruchtig en snel
ruzie krijgen. In de training oefenen de kinderen met situaties die ze lastig vinden. De kinderen leren zich
in spannende situaties te ontspannen en beter hun doel te bereiken. Zodra we merken dat een
onderwerp bij veel kinderen speelt of dat juist één kind extra aandacht nodig heeft, maken we daar tijd
voor. De trainingen van Altra zijn altijd op maat en we betrekken de ouders actief. Het programma
bestaat uit acht bijeenkomsten.
4. Remweg
De training is bedoeld voor kinderen met zeer impulsief gedrag (de rem ontbreekt). Het programma geeft
inzicht in de problemen van het kind of de leerling. Ouders/leerkrachten leren het gedrag van het kind
positief te beïnvloeden, door hem te leren stoppen, nauwkeurig te kijken, te luisteren en planmatig te
denken en te doen in dagelijkse situaties. Het doel van de Remweg-training is opvoeders begeleiden bij
het bijsturen van het impulsieve gedrag en daarmee de concentratie van het kind te verhogen. De
training bestaat uit 8 bijeenkomsten.
5
financiering is nu nog vanuit de OKC middelen.
19
5. Overstap
De Overstap biedt aan zowel kinderen als ouders intensieve begeleiding bij de overgang naar het
voortgezet onderwijs. Wanneer kinderen uit dreigen te vallen door bijvoorbeeld ernstige
gedragsproblemen of onvoldoende schoolvaardigheden. Trainingen en begeleiding worden in
groepsverband na schooltijd gegeven. Individuele begeleiding wordt afgestemd per kind. Het programma
duurt gemiddeld 4,5 maand. De leerling gaat gemiddeld twee keer per week na schooltijd naar de
training.
6. Faalangstreductietraining
Is een training voor jongeren die in beoordelingssituaties zo gespannen raken dat ze slechter
presteren/functioneren dan ze eigenlijk kunnen. Zowel de ouders als de school worden bij de aanpak
betrokken. De training bestaat uit 6-8 bijeenkomsten.
7. TACt
Dit is een training voor jongeren die snel boos worden en vaak agressief reageren, waardoor ze thuis, op
school of in andere situaties in de problemen komen. TACt (voorheen WSART) beoogt het risico op
agressief of crimineel gedrag te verminderen middels het trainen van sociale vaardigheden, het aanleren
van cognitieve zelfcontrole, het wijzigen van cognitieve vervormingen ('denkfouten') en het verhogen van
het niveau van moreel redeneren. Zodat de jongere toekomstige risicovolle situaties goed weet op te
lossen. Ouders worden hierbij ook actief betrokken. De training duurt 10-15 weken.
8. Schoolmaatschappelijk werk
Altra heeft via haar schoolmaatschappelijk werkers opnieuw veel leerlingen begeleidt in het
basisonderwijs (1545) en in het voortgezet onderwijs in de gemeente Haarlemmermeer (170). Samen
met de school en de ouders wordt maatwerk geboden voor kinderen die het niet goed doen op school, via
trainingen en begeleiding.
2.8
Resultaten jeugd & opvoedhulp
Altra helpt kinderen, jongeren, ouders en scholen bij uiteenlopende opvoed- en opgroeiproblemen. Ook
jonge moeders kunnen bij ons terecht voor begeleiding en advies. Veiligheid staat voorop, ook wanneer
dringend en acuut hulp nodig is staat Altra klaar. We bieden gezinsgerichte programma’s, individuele en
groepsbegeleiding en trainingen op scholen. Hieronder bieden we een beschrijving van de activiteiten die
we in 2013 hebben gerealiseerd en bijhorend productie overzicht.
Jeugdhulp 2013 structureel (SRA)
Ten aanzien van de jeugdhulp van Altra die door de Stadsregio Amsterdam met structurele middelen
wordt gefinancierd is de totale productie, dat wil zeggen het aantal afgeronde modules, een fractie hoger
dan de prognose. De prognose is gebaseerd op het verwachte aantal plaatsen en de gemiddelde hulpduur
van de modules. Bij de meeste programma’s ligt de realisatie dicht bij de prognose, een gevolg van
doelbewust sturen op tijdige doorstroom en goede monitoring van het hulpverleningsproces.
20
Productie jeugdhulp 2013 structureel (SRA)
Prognose
Realisatie
Altra 4-12
289,3
272
Altra 12-23
359,2
363
Altra thuis
820,6
844
Altra Families First
66,8
58
Altra ambulante spoedhulp
84,5
122
Jeugdzorg op het Transferium
99,2
114
STOP
115,9
106
ATOS+
32,4
48
51,3
56
Altra diagnostiek en observatie
187,4
158
Altra trainingshuis fase 1
9,4
1
Altra trainingshuis fase 2
9,4
11
Altra trainingshuis fase 3
10,4
14
Altra trainingshuis fase 4
12,4
8
0
5
Altra gezinshuis
7,9
9
Signs of safety
166,4
138
MPG2
28,5
9
Triple P
192,1
215
TOTAAL structureel
2.543
2.551
Jeugdhulp accommodatie groepsgericht
Jeugdhulp thuis gezinsgericht
Jeugdhulp outreachend
Verblijf accommodatie deeltijd
Altra 0-4
Verblijf accommodatie 24-uurs
6
Noodbedvoorziening
7
1. Altra individuele en groepsbegeleiding 0-4
We zijn in 2013 de hulp aan zoveel mogelijk gaan ambulantiseren, dat wil zeggen dat we veel hulp bij de
ouders thuis hebben gedaan, dat het aanbod ouder en kind speltherapie nadrukkelijker is ingezet en dat
we intensiever samen zijn gaan werken met voorscholen en kinderdagverblijven om ervoor te zorgen dat
kinderen daar mogen zijn (blijven) en dat wij expertise toevoegen.
Altra individuele en groepsbegeleiding is bedoeld voor kinderen die niet of onvoldoende aan hun
ontwikkelingstaken toekomen en waarbij een kindgericht aanbod gewenst is. De hulp richt zich op alle
levensgebieden van het kind en wordt gecombineerd en geïntegreerd met een vorm van
gezinsbegeleiding. Alle gezinsleden en het netwerk worden zo veel mogelijk bij de hulpverlening
6
Er is 5 keer gebruik gemaakt van deze noodvoorziening om jonge moeders, die geen andere opvang of
verblijfmogelijkheden hadden, maximaal 2 nachten op te vangen.
7
De gezinshuizen voor de opvang voor jonge kinderen zijn gesloten in 2013.
21
betrokken. Bij onze hulp betrekken we ook actief de voorschool, kinderdagverblijf en werken we samen
met partnerinstellingen.
In 2013 hebben 56 kinderen en hun ouders geprofiteerd van het groepsaanbod van de 0-4.
2. Altra individuele en groepsbegeleiding 4-12 en 12+
In 2014 zullen onze hulpverleners meer en meer individuele ambulante hulp gaan bieden in plaats van
groepshulp. Daarnaast verwachten we dat we kinderen kunnen helpen met gerichte trainingen op
scholen. We merken dat daar steeds meer om gevraagd wordt door scholen.
Altra individuele en groepsbegeleiding is bedoeld voor kinderen die niet of onvoldoende aan hun
ontwikkelingstaken toekomen en waarbij een kindgericht aanbod gewenst is. De hulp richt zich op alle
levensgebieden van het kind en wordt gecombineerd en geïntegreerd met een vorm van
gezinsbegeleiding. Altra biedt daarbij ondersteuning en begeleiding in het derde opvoedmilieu
(vrijetijdsbesteding), gericht op continuïteit ook na de hulp. Soms betekent dit dat we kinderen en ouders
helpen om mee te gaan doen aan naschoolse activiteiten die door brede scholen of wijkvoorzieningen
georganiseerd worden. Tevens hebben wij de mogelijk om een kind via Sportzorg kennis te laten maken
met verschillende sporten en daarna zelfs aan te melden bij een sportvereniging.8
3. Altra thuis en op school (ATOS)
ATOS biedt praktische hulp aan het kind, ouders en aan de school. Samen wordt gekeken wat de
grootste problemen zijn en hoe die worden veroorzaakt. Daarvoor komen we thuis op bezoek en gaan bij
de school langs. Samen werken we aan het verbeteren van communicatieve, pedagogische en
probleemoplossende vaardigheden in het gezin. Het verbeteren van de dagelijkse organisatie
(verzorging, structuur en huishouden) en vergroten van de sociale steun. Als het nodig is schakelen we
ook andere hulpverleners in, bijvoorbeeld om te helpen bij het vinden van werk of het ordenen van de
financiën.
We hebben in 2013 weer veel gezinnen geholpen met AT/ATOS. We zien door de jaren dat we meer
ambulante hulp bieden, thuis en op school. In 2013 is het gelukt om meer hulpverleners op te leiden als
ATOS medewerker. Belangrijk om te vermelden dat we aan 106 gezinnen met jonge kinderen (0-4) het
programma AT geboden hebben.
4. Salto
Dit jaar hebben we ook Salto uitgebreid, steeds meer scholen vragen naar dit programma dat licht
verstandelijk gehandicapte jongeren (LVG) en hun ouder(s) en school ondersteunt vanwege
onderpresteren, gedragsproblemen en/of spijbelen van het kind. In totaal zijn 150 jongeren door Salto
begeleidt in 2013. De aanpak door een aan school gekoppelde Salto hulpverlener van Altra richt zich op
onderling samenhangende problemen (thuis, op school en/of in de directe omgeving van het kind). Onze
medewerkers maken steeds meer deel uit van de zorgstructuur op school (speciaal basisonderwijs en het
praktijkonderwijs).
8
De financiering van sportzorgactiviteiten vindt plaats vanuit de Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling van de
Gemeente Amsterdam.
22
5. Family’s First en Spoedhulp
Korte, praktische en intensieve hulp thuis om uithuisplaatsing te voorkomen. Met als doel de structuur en
veiligheid binnen het gezin terug te brengen.
Het crisisteam van Altra heeft 180 crisisinterventieprogramma’s gedaan in 2013 (productie prognose was
152). Het crisisinterventie team heeft zich in 2013 verder geschoold in Signs of Safety, zodat er tijdens
de crisisinterventieperiode ook een veiligheidsplan gemaakt kan worden indien nodig.
6. Altra diagnostiek en observatie
De diagnostiekmodule biedt professionals houvast bij de hulpverlening aan cliënten met opvoed-,
opgroei- of onderwijsproblemen. De module helpt bij het beantwoorden van vragen als: ‘wat is er aan de
hand?’, ‘hoe komt het dat deze problemen er zijn?’ en ‘wat kunnen we het beste doen om de problemen
op te lossen?’. Ook kan deze module behulpzaam zijn als de hulpverlening vastloopt en niet het gewenste
resultaat oplevert. In de diagnostiek is er altijd aandacht voor risicofactoren en beschermende factoren
bij kind, opvoeding, onderwijs en vrije tijd. De module duurt gemiddeld drie tot vijf weken.
De vraag naar handelingsgerichte diagnostiek neemt toe. Deze module is 158 keer ingezet in 2013. Het
is relatief eenvoudig te organiseren (Altra gedragswetenschapper voegt in, doet diagnostiek en bespreekt
de resultaten met ouders en hulpverlener zodat de hulpverlening daarna effectiever vorm gegeven kan
worden) en levert veel op voor de hulpverlening. Bij het jonge kind wordt ook vaak gebruikgemaakt van
spelobservaties.
7. Signs of Safety
Vijf jaar geleden startte Altra met Signs of Safety, een programma ter bevordering van veiligheid voor
kinderen die met mishandeling of huiselijk geweld te maken krijgen. Een effectief programma, blijkt uit
onze eigen ervaring maar ook uit internationaal onderzoek. 'Signs of Safety' is een oplossingsgerichte
benadering voor gezinnen waar de veiligheid van een kind een probleem vormt. Het doel van de
werkwijze is dat het kind (weer) veilig kan opgroeien in het gezin. Samen met het gezin ontwikkelt de
hulpverlener een veiligheidsplan. De hulpverlener stelt dit plan op met behulp van oplossingsgerichte
vragen, waarmee sterke kanten van het gezin en uitzonderingen op de problemen zichtbaar worden.
In 2013 heeft Altra een nieuwe groep Signs of Safety-medewerkers opgeleid. Daarnaast hebben we, met
subsidie van de gemeente, een groot aantal hulpverleners getraind in een op Signs of Safety
geïnspireerde gesprekstraining. Altra beschikt over een ervaren trainersgroep, die ingezet kan worden
om de teams in de basisinfrastructuur te trainen.
In 2013 bedraagt de gemiddelde hulpduur 5 maanden, omdat de hulpverleners langer betrokken zijn
gebleven om de uitvoering van het veiligheidsplan te monitoren. In sommige gevallen wordt
hulpverlening ingezet in de vorm van ATOS maar het komt ook voor dat de Signs of Safety medewerker
vinger aan de pols houdt. Ambulant hulpverleners, smw-ers, ouder-kind adviseurs en
gedragswetenschappers van Altra krijgen een basistraining Signs of Safety. In de afgelopen 9 maanden
hebben ongeveer 200 medewerkers de training gevolgd. Vanaf het voorjaar van 2014 starten nieuwe
trainingen.
8. Triple P
Triple P is een 'Positief Pedagogisch Programma', een methode voor opvoedingsondersteuning voor
ouders met kinderen van 0 tot 16 jaar. Triple P is een laagdrempelig, integraal programma met als doel
23
emotionele en gedragsproblemen bij kinderen te voorkomen door het aanleren van opvoedvaardigheden.
Triple P onderscheidt verschillende niveaus. Variërend van algemene voorlichtingsavonden over positief
opvoeden, hulp bij ernstige opvoedproblemen tot ondersteuning voor ouders die gaan scheiden of
gescheiden zijn (Triple P Family Transition). We hebben in 2013 veel uitvoerend hulpverleners opgeleid:

Triple P Family Transitions
14 hulpverleners

Triple P Stepping Stones
13 hulpverleners

Triple P niveau 4 groep 12+
19 hulpverleners

Triple P niveau 4 ind 12+
20 hulpverleners

Triple P niveau 4 groep 4-12
18 hulpverleners

Triple P niveau 4 ind 4-12
20 hulpverleners

Triple P supervisie
1 gedragswetenschapper
Productie jeugdhulp incidenteel (SRA)
Ook ten aanzien van de hulp die met incidentele middelen is gefinancierd geldt dat de productie hoger
ligt dan was voorzien9. In totaal zijn 108 modules afgerond, 16 meer dan in de prognose(begroting) was
vastgesteld. Het gaat hierbij om multifocale trajecten die Altra in samenwerking met collega-instellingen
heeft uitgevoerd.
Productie jeugdhulp 2013 incidenteel (SRA)
Prognose
Realisatie
Blijf groep: Altra 0-4
0
1
Blijf groep: Altra diagnostiek
14,8
14
Blijf groep: Altra 4-12
14,8
8
Blijf groep: Altra Signs of Safety
0
3
Blijf groep: Triple P
0
9
Blijf groep: Altra Thuis
14,9
19
ATOS+ (Buiten Amsterdam) psychiatrische diagnose
13,7
10
ATOS+ multifocaal psychiatrische diagnose Bascule Poli
4,9
6
ATOS+ Transferium en Stop
13,7
27
ATOS+ Beter Passend klas
14,7
11
TOTAAL incidenteel
92
108
2.9
Resultaten zorglijn jonge moeders
De zorglijn jonge moeders is bedoeld voor jonge (aanstaande) moeders van 14 tot 23 jaar en hun
kinderen. Altra richt zich daarbij op de hulp aan moeder én kind. De jonge moeders die wij helpen
hebben vaak al veel meegemaakt in hun leven. Van huiselijk geweld, seksueel misbruik, verwaarlozing
tot verslaving. In de zorg en opvoeding van hun baby kunnen ze vaak niet terugvallen op een goed
voorbeeld van opvoeding, omdat zij dat zelf niet hebben ervaren. Daarnaast spelen vaak nog andere
9
De beschrijving van deze modules treft u aan op de vorige pagina’s van paragraaf 2.8 en in paragraaf 2.9.
24
problemen een belemmerende rol. Sommige jonge moeders hebben bijvoorbeeld geen veilige en vaste
woon- of verblijfplaats. Een deel van de jonge moeders kampt met psychiatrische problematiek (o.a.
stemmingsstoornis, gedragstoornis, post traumatisch stressstoornis) of een licht verstandelijke beperking
(IQ>70).
1. Altra Thuis jonge moeders
Ambulante begeleiding van jonge moeders die in een gezinshuis wonen, op een kamer wonen, in een
zelfstandige woning wonen of in hun eigen netwerk wonen. Er is aandacht voor de verzorging en
opvoeding van het kind, er wordt toegewerkt naar een veilige hechting tussen moeder en kind en er is
oog voor het stimuleren van de ontwikkeling van het kind. Daarnaast staat het functioneren van de jonge
moeder zelf centraal: hoe gaat het met haar, hoe is de omgang met anderen en het contact met de
vader(s) van haar kind(eren) en met familie/partner/netwerk? Het organiseren van een eigen kracht
conferentie is een vast onderdeel van de hulpverlening aan de jonge moeder (organiseren van een
ondersteunend netwerk). De veiligheid van moeder en kind is tevens een belangrijk item. Ook krijgen de
dagbesteding van moeder en kind aandacht net als het op orde houden van huishouden en financiën en
regelen van praktische zaken.
2. Weer aan de slag
Weer aan de Slag biedt individuele begeleiding door een vaste trajectbegeleider aan aanstaande- en
jonge moeders zonder startkwalificatie die weer naar school of aan het werk willen. Daarnaast zijn er
themabijeenkomsten / trainingen in groepsverband. Doel is het halen van een startkwalificatie voor de
arbeidsmarkt. In totaal hebben 110 jonge moeders een Weer aan de Slag traject afgerond.
3. Gezinshuis jonge moeders
Altra begeleidt jonge moeders in verschillende voorzieningen van 24-uurs opvang in verschillende
vormen, afhankelijk van de ernst van de problemen en de mate van zelfstandigheid. De hulp is gewijzigd
door minder opvang in de groep te bieden en meer uit te gaan van de Eigen Kracht van jonge moeders
en hun netwerk. Jonge moeders die (nog) niet zelfstandig kunnen wonen worden opgevangen in
gezinshuizen. Altra is in 2013 gestart met de samenwerking met Gezinshuis.com voor een nieuwe
invulling van de hulp aan jonge moeders. De gezinshuisouders hebben hun eigen, maatschappelijke,
onderneming waarbinnen zij met Altra samenwerken om jonge moeders op weg te helpen. Zij fungeren
als onderaannemers van Altra. Zelfstandigheid, veiligheid, hechting en een sterk eigen netwerk: die
punten staan centraal in de hulp die jonge moeders krijgen aangeboden. In 2014 zal deze nieuwe
werkwijze verder uitgebouwd worden.
4. Fiom
Fiom biedt hulp en advies bij een ongeplande of ongewenste zwangerschap en bij beginnend
(alleenstaand) ouderschap. Zowel aan de (aanstaande) moeder als aan de (aanstaande) vader en overige
betrokkenen. Daarnaast biedt de Fiom hulp bij adoptievragen en zoekacties. In totaal heeft het FIOM 346
cliënten geholpen in 2013.10
10
FIOM wordt gefinancierd door de gemeente Amsterdam (DMO)
25
2.10 Resultaten jeugd & opvoedhulp overige
Naast de hulp die Altra biedt met behulp van de jeugdzorgmiddelen van de Stadsregio, heeft Altra
verschillende programma’s op scholen en in gezinnen, die met behulp van gemeentelijke middelen en via
AWBZ-financiering worden gerealiseerd. Deze worden separaat verantwoord aan de diverse
subsidiegevers. De resultaten zijn in het volgende overzicht samengevat.
Module
Realisatie 2013
Realisatie 2012
4
18
Altra Salto
74
51
Altra SMW
1.545
1.539
Altra SMW VO
170
194
Altra Sprint
183
123
Altra Training
9
-
Altra Vinger aan de Pols
5
18
Altra Weer aan de Slag
90
59
Altra Weer aan de Slag +
20
19
346
296
Overig
-
59
Totaal
2.446
2.376
Altra Gezinscoach MPG 1
Altra Fiom
26
Passend onderwijs en Altra
De wet passend onderwijs, die in augustus 2014 van kracht wordt, sluit hier mooi bij aan. Het speciaal
voortgezet onderwijs wordt schoolser en meer gericht op het behalen van diploma’s. En daar is heel wat
voor nodig. Paul Poppenk (projectmanager kwaliteit onderwijs): ‘De kracht van Altra is dat de aandacht
niet alléén ligt op het aanleren van bijvoorbeeld taal –en rekenvaardigheden. Er is ook veel expertise in
het aanleren van sociale vaardigheden die passen bij werk. Het omgaan met hiërarchie, plannen en
organiseren, het leren bespreekbaar maken van moeilijke dingen zijn belangrijke onderwerpen voor onze
jongeren, wanneer ze stage gaan lopen of uiteindelijk gaan werken.’ Met de steeds hechtere
samenwerking tussen Altra onderwijs en jeugdhulp, is ook de afstemming tussen collega’s relevant bij
het bieden van passend onderwijs voor onze jongeren. ‘Hoewel er op didactisch vlak weinig overlap is
tussen jeugdhulp en onderwijs, is dit er des te meer op pedagogisch vlak. Om onderwijs goed te kunnen
volgen, is het belangrijk dat er aan een aantal randvoorwaarden wordt voldaan. Wanneer het onrustig is
thuis bijvoorbeeld, is het niet vreemd dat een jongere niet tot leren komt. Een goede vorm van
ondersteuning voor de jongere zorgt voor een hoger rendement in het onderwijs. Samenwerking en
afstemming in de begeleiding van de jongeren is hierbij een mooi voorbeeld in hoe we elkaar kunnen
versterken.’
27
3.
De organisatie
We hebben hard gewerkt om onze organisatie zo sterk mogelijk te maken, zodat zo min mogelijk cliënten
en medewerkers last van de bezuinigingen ondervinden. Dat is goed gelukt. We hebben ondanks de
reorganisatie van 2012 een stijging in de productie weten te realiseren. We hebben daarnaast ook de
indirecte kosten terug weten te dringen. Dat was niet altijd gemakkelijk, maar de resultaten worden zo
langzamerhand ook voor anderen zichtbaar. Een onderzoek van Beerenschot in 2012 onder 26
jeugdzorgorganisaties toont aan dat Altra tot de best presterende organisaties hoort als het gaat om
overheadkosten. We zijn dus niet te duur voor de kwaliteit die we bieden en dat is in een maatschappij
die steeds goedkopere oplossingen zoekt een voordeel.
Maar het meest van al is ons vertrouwen in de toekomst gebaseerd op het vakmanschap en de
kwaliteiten van onze medewerkers. We begonnen de reorganisatie van twee jaar geleden met het motto
dat de professional weer in the lead moet komen. We hadden daar hoge verwachtingen van. Die zijn
meer dan waargemaakt door de wijze waarop hulpverleners, docenten, gedrags-wetenschappers,
medewerkers die ondersteuning bieden en leidinggevenden er in slagen hun werk opnieuw vorm te
geven. Creatief, volgens de eisen van deze tijd én samen met anderen.
In de komende jaren is minder geld beschikbaar voor onderwijs en jeugdhulp. Maar we hebben
vertrouwen: in de kwaliteit van onze ideeën, diensten en onze medewerkers. Waardoor we er ook op
vertrouwen dat we in een krimpende markt onze omzet kunnen behouden. In dit hoofdstuk leest u hoe
we blijven werken aan een stevige basis door goede bedrijfsvoering, toezicht en medezeggenschap.
3.1 Onze uitgangspunten: verbinden, vertrouwen en vakmanschap
In de jeugdzorg en in het onderwijs is grote behoefte aan zelfstandige professionals, waar het
vakmanschap centraal staat. De professional in the lead, is dan ook de leidende gedachte geweest achter
de herinrichting die Altra in 2012 heeft ingezet. Dit betekent dat de structuur van de organisatie is
aangepast en de verdeling van verantwoordelijkheden zoveel mogelijk is gedecentraliseerd. Maar
mogelijk nog belangrijker is dat de cultuur van controleren overgaat naar een cultuur van vertrouwen.
Het persoonlijk leiderschap van iedere medewerker moet worden versterkt. De professional moet zelf
meer kunnen en mogen beslissen en de afdelingen krijgen grotere verantwoordelijkheid voor zowel het
inhoudelijke, personele en financiële beleid, binnen vastgestelde kaders.
Vertrouwen, verbinden en vakmanschap zijn dan ook de kernbegrippen voor het leiderschap en de wijze
waarop Altra werkt.
3.2 De professionals van Altra
De hulpverleners van Altra zijn of worden generalisten die gezinnen kunnen helpen als er veel problemen
zijn, maar die ook inzetbaar zijn als de situatie in het gezin de ouders tijdelijk even boven het hoofd
groeit en kortdurende hulp nodig is. De meeste hulpverleners zijn ook in staat leerkrachten te adviseren
en korte trajecten en trainingen uit te voeren in klassen of met individuele kinderen.
De generalisten van Altra zijn deskundige professionals die een brede range aan kennis en expertise in
huis hebben, een brede blik hebben en verschillende methodes en strategieën kunnen toepassen
waardoor ze veel problemen zelf kunnen oplossen. Generalisten zijn netwerkers, zelfstandig, flexibel,
28
slagvaardig, benaderbaar en schrikken niet terug voor het bespreken van moeilijke onderwerpen. Ze
kunnen helpen bij opvoedvraagstukken, herstellen van structuren, risico’s voorkomen en verkleinen, hulp
bieden aan kwetsbare huishoudens, opkomen voor de veiligheid van kinderen, netwerk opbouwen en
betrekken en bovenal hulp op maat bieden naar gelang de vraag. Natuurlijk kan je als generalist niet
alles. Een generalist is niet zozeer een duizendpoot, maar wel iemand die duizend poten kan organiseren.
Die de handen uit de mouwen steken en zorgen dat wat nodig is geregeld wordt. Onze medewerkers zijn
in staat de volledige regie te voeren en aanspreekpunt te zijn voor de cliënt, netwerk, school en
betrokken instanties.
Personeelssamenstelling
Door de herinrichtingsoperatie die Altra in 2012 heeft ingezet is het aantal ondersteunende functies flink
gekrompen, terwijl het aantal medewerkers in de uitvoerende functies nauwelijks is gedaald. Deze
ontwikkeling is in 2013 doorgezet en heeft er toe geleid dat het effect van de subsidiedalingen nauwelijks
ten laste is gegaan van het primaire proces. De ingezette trend van ambulantisering van de jeugdhulp is
in 2013 zichtbaar door het dalende aantal pedagogisch medewerkers en een groeiend aantal ambulant
hulpverleners. De functie van pedagogisch medewerker is vanaf maart 2014 geheel opgeheven bij Altra,
de functie van ambulant hulpverlener is uitgebreid.
Personeel in loondienst per 31-12
2013
2012
fte
aantal
fte
aantal
107
121
120
155
8
8
16
20
115
129
136
175
84
103
95
119
Ambulant hulpverleners
182
227
176
219
Gedragswetenschappers
33
40
32
43
Overig direct personeel
4
8
9
16
304
378
312
397
244
283
249
286
Maatschappelijk werkers
17
22
17
20
Overig direct personeel
13
15
10
13
Subtotaal
273
320
276
319
Totaal
692
827
724
891
Ondersteuning
Ondersteuning
Mobiliteitscentrum
Subtotaal
Jeugd en opvoedhulp
Pedagogisch medewerkers
Subtotaal
Onderwijs
Groepsleerkrachten en Ambulant
begeleiders
29
Verzuim in cijfers
Altra heeft in de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het terugdringen van het ziekteverzuim. Het
ziekteverzuim van de jeugdhulpmedewerkers was in de voorafgaande jaren gestaag gedaald tot 6,1% in
2012, mede door een nieuwe verzuimprocedure waardoor de leidinggevenden een actievere rol hebben
en beter kunnen sturen bij ziekte van medewerkers. (verzuimcijfers exclusief langdurend (WIA)- en
zwangerschapgerelateerd verzuim). Maar het verzuim is in 2013 weer licht gestegen tot 6,4%, mogelijk
mede als gevolg van de reorganisaties bij Altra en de wijzigingen in de jeugdzorg. Het verzuimcijfer van
de onderwijsmedewerkers is met ruim 8,6 procent nog steeds te hoog. We gaan komend jaar intensief
werken aan het verminderen van kortdurend en frequent ziekteverzuim.
(ziekteverzuim exclusief zwangerschapsverlof)
2013
2012
%
%
CAO Jeugd & Opvoedhulp
6,4
6,1
Onderwijs
8,6
8,3
Sociaal beleid
De professionals zijn het hart van Altra en het versterken van de kernwaarden vakmanschap, vertrouwen
en verbinden vormt de kern van het HR-beleid, zodat de professionals optimaal vanuit hun kracht kunnen
werken en samen kunnen bouwen aan een organisatie waar medewerkers met plezier kunnen werken en
waar klanten de kwaliteit krijgen die ze verdienen. Als organisatie heeft Altra te maken met een sterk
dynamische omgeving. De transitie jeugdzorg, passend onderwijs en bezuinigingen zijn veranderingen
die impact hebben op de organisatie. Dit vraagt een helder koers, maar vooral wendbaarheid, flexibiliteit
en persoonlijke leiderschap van alle medewerkers. Altra stimuleert medewerkers om zich breed te
ontwikkelen, in te zetten op het versterken van eigen kracht en competenties, zodat zij hun
arbeidsmarktfitheid vergroten. Altra faciliteert en stimuleert dan ook uitwisseling, roulatie en interne
mobiliteit.
Het sterker benutten van de kracht van medewerkers en inzetten op persoonlijk leiderschap maakt de
organisatie wendbaar. Maar het vraagt ook veel van de medewerkers. Het gaat niet enkel om het
scheppen van voorwaarden, maar van professionals wordt ook verwacht dat ze hun kansen zien en
benutten. Want de professional is zelf verantwoordelijk voor de eigen loopbaan. Als organisatie verwacht
Altra een actieve houding, verantwoordelijkheid en aanpassingsvermogen. Zodat de medewerker beter in
staat is om met de uitdagingen van de veranderende arbeidsmarkt om te gaan.
Professionalisering
Altra werkt aan verdere professionalisering van zowel haar onderwijs- als jeugdzorgmewerkers. Het
actieplan ‘Professionalisering Jeugdzorg’ is de richtlijn voor het versterken van de vakbekwaamheid en
autonomie van de jeugdzorgprofessionals en om de permanente ontwikkeling van het vakgebied te
stimuleren. Eén manier om dit te bewerkstelligen is de registratie in het Beroepsregister van Agogische
en Maatschappelijk Werkers (BAMW). Registratie stelt professionals in staat hun kennis bij te houden en
zelfstandiger te opereren. Altra heeft in 2013 een grote actie ingezet om haar professionals te
registreren. Medewerkers verbinden zich daarmee tevens aan een beroepscode en komen te vallen onder
het tuchtrecht voor de beroepsgroep. Registratie is bovendien een verplichting voor de jeugdzorgwerker
30
onder de nieuwe Jeugdwet. Bovendien werken de professionals via interne trainingen en werkplaatsen
aan het vergroten van hun vakmanschap.
3.3
De organisatiestructuur
Altra is een stichting met een Raad van Bestuur, die verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding, en een
Raad van Toezicht. Zowel de scholen als de jeugdhulpafdelingen van Altra worden aangestuurd door twee
directies, elk is verantwoordelijk voor een sector:

Altra 0-12 voor hulp aan kinderen tot 12 jaar

Altra 12+ voor hulp aan jongeren vanaf 12 jaar en ouder.
Raad van Bestuur en Raad van Toezicht
De Raad van Bestuur is verantwoording verschuldigd aan de Raad van Toezicht. Periodiek rapporteert de
Raad van Bestuur aan de Raad van Toezicht over de ontwikkelingen rond het onderwijs, de jeugdhulp, de
financiële en personele ontwikkelingen. De Raad van Bestuur neemt in de regel deel aan de vergadering
31
van de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht heeft in 2013 vijf keer vergaderd. De vergaderingen
kennen vaste agendaonderdelen zoals bespreking van de actuele externe en interne ontwikkelingen aan
de hand van een analyse van de Raad van Bestuur en bespreking van de scores op de Kritische
Prestatie-indicatoren (KPI’s). In 2013 is gedurende het hele jaar speciale aandacht besteed aan de
externe ontwikkelingen en de positie van Altra, met name rondom de transitie jeugdzorg.
De Raad van Toezicht kent drie commissies die afzonderlijk vergaderen over deelonderwerpen:

Een auditcommissie: die zich specifiek toelegt op de analyse en beoordeling van de begrotingen
en jaarrekeningen.

Een personele commissie: belast met de selectie en benoeming van leden van de Raad van
Toezicht en Raad van Bestuur

Een kwaliteitscommissie: die in brede zin aandacht heeft voor de ontwikkelingen op het gebied
van de kwaliteit en effectiviteit van de onderwijs en jeugdhulp.
De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur wordt bewaakt door de voorzitter die dit
onderwerp bespreekt met de voltallige Raad van Toezicht. De bezoldiging van de bestuurders ligt onder
maximumbeloning zoals genormeerd in de richtlijnen van de NVZD en ook onder de norm van de Wet
normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector die jaarlijks wordt vastgesteld.
De leden van de Raad van Bestuur treden periodiek in overleg met de Raad van Toezicht over aantal en
inhoud van nevenfuncties om belangenverstrengeling te voorkomen.
De Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht hanteren het bestuursreglement en het reglement van de
Raad van Toezicht. De Zorgbrede Governancecode en de Code Goed Bestuur van de PO-Raad vormen
voor Altra het normatieve kader voor bestuur en toezicht. Altra voldoet aan de normen van deze
governancecodes. .
In november 2013 heeft de Raad van Toezicht afscheid genomen van Willem Baumfalk. De heer
Baumfalk was vanaf november 2005 lid en vanaf juni 2009 voorzitter van de Raad van Toezicht. Hij
wordt opgevolgd door Frits Bakker.
Raad van Bestuur

Mw. N.A. Kalsbeek: voorzitter Raad van Bestuur, gemandateerd bestuurder
van het Altra College en de Bets Frijlingschool, voorzitter bestuur REC 4.6.
Nevenfuncties: Voorzitter Raad van Toezicht Nederlands Jeugdinstituut;
voorzitter van de Stuurgroep Actieplan Professionalisering Jeugdzorg
(ingesteld door de Minister van Jeugd en Gezin); Voorzitter Commissie
Dienstverlening aan huis; Voorzitter raad van toezicht COA; lid raad van
toezicht Universiteit van Tilburg, lid raad van bestuur Landelijk
Expertisecentra Speciaal Onderwijs.
Raad van Toezicht

Mw. N.B.G.M. Engbers: Lid Raad van Bestuur Altra; geen nevenfuncties.

Dhr. F.C. Bakker: voorzitter raad van toezicht; voorzitter van de Raad voor de
Rechtspraak; lid stichtingsbestuur van Stichting “Ons Dorpshuis” te
Bloemendaal (kerkelijk gelieerde charitatieve stichting).
32

Mw. G.H. van der West: Lid raad van toezicht, lid auditcommissie; zelfstandig
interim-manager in de gezondheidszorg, voorzitter medezeggenschapsraad
Mariaschool Oudewater.

Dhr. W.D.A. Streefkerk: Lid raad van toezicht, lid auditcommissie en
contactpersoon voor de medezeggenschapsorganen; zelfstandig business
consultant en interim manager.

Dhr. P.H. van der Laan: Lid raad van toezicht, lid kwaliteitscommissie; senior
onderzoeker bij het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en
Rechtshandhaving, bijzonder hoogleraar reclassering aan de VU.

Dhr. A.W.M. Willems: Lid raad van toezicht en lid kwaliteitscommissie;
advocaat te Amsterdam bij Wintertaling Advocaten & Notaris; lid van het
bestuur van de Stichting Aanpak Overlast Amsterdam; raadsheer
plaatsvervanger Gerechtshof Den Haag; lid van de Advocacy Board.

Mw. T. van den Hurk: lid raad van toezicht; voorzitter raad van bestuur
zorginstelling Pieter van Foreest; Associé Kruger & Partners te Rotterdam, Lid
Raad van Commissarissen Habion en Habion Vastgoed Zorgsector te Houten;
lid Raad van Toezicht en lid Audit Commissie & voorzitter Benoemings- en
Honoreringscommissie Stichting Amerpoort (gehandicaptenzorg) te Baarn; lid
bestuur van Bedrijf en Samenleving Delft; lid Raad van Commissarissen van
M&I Partners (ICT Adviesbureau) te Amersfoort.

Dhr. H. Schilperoord: lid raad van toezicht; investeerder/financieel manager
Standard Investment; lid Raad van Toezicht en lid audit commissie van
stichting Click F1; penningmeester stichting Seceli.
Op basis een benchmark-onderzoek door het National Register zijn de vergoedingen voor de leden van de
Raad van Toezicht aangepast per 1 juli 2013 naar €6.000,- per jaar voor de voorzittersfunctie en
€4.000,- per jaar voor leden van de Raad van Toezicht.
Stages
Voor Altra is het aanbieden van stageplaatsen aan studenten in het beroeps- en wetenschappelijk
onderwijs een wezenlijk onderdeel van haar beleid. Niet alleen omdat de stagiaires van nu, de
medewerkers van de toekomst zijn, maar ook omdat het aanbieden van stageplaatsen borg staat voor
een goede en noodzakelijke wisselwerking tussen het opleidingsveld en de beroepspraktijk. Opgesplitst
naar de sectoren jeugdhulp en onderwijs is de verdeling van stages in de volgende tabel weergegeven.
Stagiaires
Jeugd en
opvoedhulp
2013
2012
2013
2012
aantal
aantal
aantal
aantal
Aantal in dienst per 31-12
34
30
32
35
Instroom in het hele jaar
59
42
36
47
Uitstroom in het hele jaar
55
46
39
67
33
Onderwijs
Arbeidsongevallen
In 2013 is er in het kader van de arbeidsongevallenregistratie één melding gedaan van een
arbeidsongeval bij de afdeling HR. Het betrof een pedagogisch medewerker, die bij een uistapje met een
groep kinderen naar een zwembad ten val is gekomen. Zij heeft hiervoor medische behandeling gekregen
en hoefde niet te worden opgenomen in het ziekenhuis. Er is geen melding van het arbeidsongeval
gedaan bij de Arbeidsinspectie.
3.4
Samenwerken aan kwaliteit
We investeren voortdurend in de kwaliteit van onze zorg en onderwijs. We bieden kinderen, jongeren,
gezinnen en scholen zo snel mogelijk kwalitatief goede en doelgerichte hulp. Daarbij zorgen we altijd dat
de hulp goed wordt afgestemd op de behoeften en situatie van de cliënt.
Sinds 2009 is Altra HKZ-gecertificeerd (het zogenoemde Harmonisatie Kwaliteitssysteem Zorgsectorcertificaat). In 2013 is Altra gestart met een geïntegreerde audits voor zowel onderwijs als jeugdzorg,
gevolgd door externe audits door Lloyd’s, die er toe hebben geleid dat Altra in januari 2014 is
gecertificeerd als instelling die zowel voldoet aan de ISO Health-norm (EN 152240) als aan de Certiked
(ISO 9001) Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs. Dit laat zien dat Altra beschikt over een goed
functionerend kwaliteitssysteem. Hiermee wordt de kwaliteit van de zorg, het onderwijs en de
ondersteunende organisatie systematisch gemonitord en continu verbeterd.
Hoe investeren we in kwaliteit?
Altra stelt jaarlijks haar P&C-cyclus bij. Op basis van deze cyclus wordt de jaarplanning gemaakt en
worden de beleidsplannen opgesteld, uitgevoerd, geëvalueerd en bijgesteld. Dit gebeurt aan de hand van
de A3-jaarplannen en A3-managementgesprekken tussen Raad van Bestuur en directies en tussen
directies en afdelingsmanagers, waarbij de concrete resultaten ten aanzien van hulp en onderwijs,
personele ontwikkelingen en financiële resultaten worden geëvalueerd. Hierbij wordt aangesloten bij de
verantwoordingscycli zoals die ten aanzien van de verschillende subsidiegevers bestaan. Voor de
jeugdhulp geschiedt de verantwoording op basis van het kalenderjaar en voor het onderwijs zijn planning
en verantwoording aan het schooljaar gerelateerd, met de vaste ijkmomenten (tellingen) in oktober en
januari.

We meten structureel de klanttevredenheid door middel van exit-vragenlijsten.

We gebruiken een digitaal kwaliteitshandboek met beleid en processen.

We doen HKZ audits.

We voeren interne audits uit en hebben een interne auditorenpool.

We hanteren het schoolplan, het onderwijsinhoudelijk jaarplan.

Altra College volgt het verbetertraject in het kader van de KVA (kwaliteitsaanpak voortgezet
onderwijs Amsterdam) dat we 1 augustus 2012 gestart zijn.
Big Picture: het A3 jaarplan
Voor een goed kwaliteitssysteem moet de bedrijfsvoering op orde zijn. Het planning en controlsysteem
van Altra structureert de werkzaamheden in de tijd. Altra hanteert hierbij een systematiek, waarbij de
34
plannen, activiteiten en beoogde resultaten worden samengevat in een ‘Big Picture’. Het jaarplan wordt in
deze methodiek beknopt weergegeven op één A3, het zogenaamde A3-jaarplan of Big Picture. De
indeling van het A3 volgt de opbouw van het INK-managementmodel met negen aandachtsgebieden, met
aparte vermelding van het kader waarbinnen gewerkt wordt. Nadat missie, visie en de succesbepalende
factoren zijn vastgesteld, worden deze vertaald in meetbare doelstellingen: de prestatie-indicatoren. Ook
worden de acties benoemd die nodig zijn om die doelstellingen te realiseren. In de vier resultaatvelden
worden de te behalen prestatie-indicatoren benoemd voor respectievelijk cliënten en leerlingen,
medewerkers, bestuur/financiers en maatschappij. In de organisatievelden wordt vervolgens aangegeven
welke acties nodig zijn om de doelstellingen te realiseren. Wat vergt het behalen van de genoemde
doelen van respectievelijk:





Leiderschap
Strategie en beleid
Management van medewerkers
Management van middelen
Management van processen
Iedere sector en afdeling maakt een eigen A3-jaarplan dat is gebaseerd op het Altrabrede jaarplan. Vier
keer per jaar vinden A3-managementgesprekken tussen de directies en het bestuur plaats en wordt op
open wijze besproken of de sector op koers ligt met het behalen van haar resultaten. Doordat de agenda
van het gesprek uit het A3-jaarplan voortkomt, is er een duidelijke focus. We bespreken alle negen
gebieden uit het A3-jaarplan en kijken achterom én vooruit. Daarbij komt niet alleen het ‘wat’ van de
resultaten aan de orde, maar ook hoe de resultaten tot stand zijn gekomen. Er wordt door de A3eigenaar verantwoordelijkheid genomen voor geleverde inspanningen en gerealiseerde resultaten. De
leidinggevenden maken voor de onderliggende afdelingen ook weer eigen A3-jaarplannen die in
managementoverleggen worden besproken en waarvan de resultaten ook periodiek worden geëvalueerd.
De kwaliteitscirkels grijpen dus op verschillende niveaus in elkaar. Ten aanzien van de scholen worden
A3-jaarplannen per schooljaar gemaakt. In de bijlagen treft u het A3 Jaarplan 2013 aan.
Hoe beheersen we de risico’s?
Altra heeft een matrix opgesteld met daarin de belangrijkste risico’s voor de organisatie enerzijds en de
specifieke risico’s voor leerlingen, cliënten en medewerkers anderzijds. Op basis van die matrix zijn
maatregelen getroffen. In 2013 is vooral veel aandacht besteed aan de externe risico’s die samenhangen
met de transitie jeugdzorg. De overheveling van de jeugdzorgtaken naar de gemeenten leidt tot
onzekerheid over de inzet van jeugdzorgmiddelen, maar ook tot onzekerheden over de taken en
verantwoordelijkheden tussen hulpverlenerstellingen en gemeenten in de wijk- en buurtteams.
Jaarlijks wordt binnen de beoordeling van het kwaliteitsmanagementsysteem stilgestaan bij de risico’s die
zich hebben voorgedaan in het afgelopen jaar, of de bovengenoemde beheersmaatregelen afdoende
waren en of aanvulling/ aanpassing van beheersmaatregelen nodig is. Daarnaast wordt ook geanalyseerd
of zich risico’s hebben voorgedaan die nog niet in de risicomatrix zijn opgenomen en waar vervolgens
beheermaatregelen en verantwoordelijken aan moeten worden gekoppeld.
Altra voert ook een risco-inventarisatie- en evaluatiecyclus uit per locatie, waaruit verbetervoorstellen
voortkomen, die jaarlijks worden geëvalueerd, waaronder ook de brandveiligheid en de
35
branpreventiemaatregelen onderdeel van uitmaken. Daarnaast kent Altra voor alle medewerkers een
vaste meldprocedure voor situaties die de veiligheid van medewerkers of cliënten bedreigen. Het gaat om
calamiteiten, ongevallen, bijna-ongevallen, gevaarlijke werksituaties, agressie-incidenten, gevallen van
overlijden of suïcide en ernstige fouten in de hulpverlening. De incidenten worden jaarlijks geanalyseerd
door een interne veiligheidscommissie en de uitkomst wordt samengevat in jaarlijks terugkerende
rapportages aan de Inspectie Jeugdzorg.
3.5 Cliënttevredenheid
Altra heeft het methodisch werken met vragenlijsten ingevoerd. Van alle jeugdhulpcliënten wordt niet
alleen een oordeel gevraagd over de kwaliteit van de hulp, maar wordt ook beoordeeld of de doelen van
de hulp zijn gerealiseerd. De cliënttevredenheidsmetingen worden weergegeven per (beëindigde)
zorglijn. Uit de meeste reacties van ouders en jongeren blijkt dat ze erg tevreden zijn over de hulp die ze
hebben gekregen; het gemiddelde voor alle programma’s ligt met 8,5 opnieuw boven de norm, net als in
voorgaande jaren.
Zorglijn
Score
Responspercentage
Zorglijn 0-4
8,6
56%
Zoglijn 4-12
8,5
64%
Zorglijn 12-23
8,4
61%
Zorglijn jonge moeders
8,9
45%
Totaal
8,5
61%
De respons schommelt al jaren tussen de 60 en 70%. Cliënten uit sommige doelgroepen (bijvoorbeeld
multiproblem gezinnen) blijken niet of nauwelijks bereid te zijn om de vragenlijsten in te vullen. Ondanks
navragen en verschillende pogingen om de vragenlijsten te laten invullen lukt het in veel gevallen niet
om ouders en jongeren te bewegen om de vragenlijsten te beantwoorden, waardoor de gewenste respons
van 70% niet wordt gerealiseerd.
3.6 Medezeggenschap
Cliënten, leerlingen, ouders en medewerkers oefenen invloed uit op het beleid via de
medezeggenschapsorganen (OR en MR), via de cliëntparticipatietrajecten en via de
cliënttevredenheidsonderzoeken. Niemand kan een beter oordeel over de kwaliteit geven dan de cliënt of
de leerling zelf. Hij of zij ervaart dagelijks aan den lijve of de hulp van Altra werkt. Daarom wordt hun
oordeel als eerste besproken.
Cliënt- en ouderparticipatie
Bij Altra is gekozen om via regionale cycli van cliëntparticipatie invulling te geven aan het recht van
cliënten om invloed op het beleid uit te oefenen. Op de scholen kunnen ouders en leerlingen hun invloed
uitoefenen via de medezeggenschapsorganen, de ouderadviesraad en de leerlingenraad. Het vergt meer
inspanningen om jeugdhulpcliënten op een vergelijkbare wijze in te schakelen, omdat de hulpverlening
steeds ambulanter wordt en over zeer veel verschillende locaties (scholen) is verspreid. Daarom is
36
besloten om in 2014 een Altra-adviesraad (cliëntenraad) op te richten op basis van een
vertegenwoordiging vanuit de bestaande ouderadviesraad van Altra College Bleichrodt en deze raad
verder te laten aangroeien met cliënten, ouders en verwanten. Om een zo representatief mogelijke
vertegenwoordiging te krijgen. Deze Altra-adviesraad is in het tweede kwartaal van 2014 operationeel.
Medezeggenschapsorganen
Ondernemingsraad
Medewerkers van Altra, met uitzondering van de medewerkers van het Altra College en de Bets
Frijlingschool, zijn vertegenwoordigd in de Ondernemingsraad (OR). De OR bestaat uit 9 leden die uit vier
kiesgroepen worden gekozen. Elke kiesgroep wordt samengesteld uit een cluster van functiegroepen. De
OR vergadert wekelijks en daarnaast zijn verschillende werkgroepen over specifieke deelonderwerpen
(personeel, organisatie, arbo-werkgroep). Er vinden zeswekelijkse (reguliere) overlegvergaderingen
tussen bestuur en de OR plaats. De OR heeft onder andere advies uitgebracht over de herinrichting van
de hulp aan jonge moeders, de bedrijfshulpverlening en aan het eind van het jaar over de ingrijpende
beslissing tot opheffen van de functies pedagogisch medewerker en gastvrouw, om de jeugdhulp verder
te ambulantiseren. De OR heeft in 2013 een eigen bedrijfsplan opgesteld waarin is vastgelegd hoe de
medezeggenschap binnen Altra op een nieuwe wijze te organiseren. Dit plan is gepresenteerd aan de
Raad van Bestuur, managers en collega’s en is door die partijen met veel waardering ontvangen.
Medezeggenschapsraden
Medewerkers van Altra College zijn vertegenwoordigd in de Medezeggenschapsraad. De MR van Altra
College bestaat uit acht personeelsleden die uit vier kiesgroepen worden gekozen en een oudergeleding.
De MR vergadert tweewekelijks over de verschillende onderwerpen die het Altra College betreffen.
Overlegvergaderingen tussen directie of bestuur van het Altra College vinden afhankelijk van de
behandelde onderwerpen plaats, gemiddeld eens per zes weken.
De Bets Frijlingschool heeft een MR bestaande uit zes leden, drie personeelsleden en drie ouders. De MR
van de Bets Frijlingschool vergadert tweewekelijks en heeft periodiek overleg met de schooldirectie en
incidenteel met de bestuurder van de school (voorzitter Raad van Bestuur). In 2013 is de
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad opgericht, bestaande uit vertegenwoordigers uit de
verschillende geledingen (medewerkers en ouders) van de beide scholen, die schooloverstijgende
ontwikkelingen bij Altra behandeld. Altra kent nog geen leerling-geleding in de (G)MR, maar in 2014 zal
in overleg met de leerlingraad worden gezocht naar invulling van dit onderdeel van de medezeggenschap.
Samenwerking tussen OR en MR
Onderwijs en jeugdhulp trekken bij Altra steeds meer samen op. Ook in de medezeggenschap wordt de
samenwerking versterkt, met behoud van ieders verantwoordelijkheid uit de Wet Medezeggenschap op
Scholen en de Wet op de Ondernemingsraden. OR en MR hebben ook een gezamenlijke training gevolgd
om te komen tot een nieuwe visie op medezeggenschap en het versterken van het adviseurschap. Daar
waar het zinvol is voeren de vertegenwoordigers van de MR-en en OR gezamenlijk overleg met de Raad
van Bestuur. Voorbeelden hiervan zijn de gezamenlijke aanpak van de instemmingsverzoeken over
wijziging van de klachtenregeling en invoering van de Klokkenluidersregeling.Voor deze organen is
bovendien een ambtelijk secretaris aangesteld, die naast ondersteunende taken voor de afzonderlijke
37
organen ook en verbindende functie vervult, zodat de medezeggenschap efficiënter en eenduidiger
verloopt.
3.7
Omgaan met klachten
Onze medewerkers zetten zich volop in voor de kwaliteit van het onderwijs en de hulpverlening. Wij
vinden het belangrijk dat onze cliënten en leerlingen tevreden zijn. Toch kan het gebeuren dat een
meningsverschil ontstaat. Altra heeft een onafhankelijke klachtencommissie die formele klachten van
ouders, cliënten en leerlingen behandelt, indien de klachtafhandeling via de direct betrokken
hulpverleners/leerkrachten of hun leidinggevenden niet tot het gewenste resultaat leidt.
De klachtencommissie bestond in 2013 uit:

Dhr. D. Karskens (voorzitter)

mw. I. Koolhaas Revers-Goveia (lid)

mw. S. van der Laan (lid).
Er is in 2013 één klacht ingediend bij de klachtencommissie en de klachtencommissie heeft in 2013
uitspraak gedaan ten aanzien van een klacht die in december 2012 was ingediend en die is verantwoord
in het jaarverslag 2012. De klacht uit juli 2013 had betrekking op Altra College. Pleegouders dienden een
klacht in over het niveau van het onderwijs en de gebrekkige terugkoppeling van de resultaten van hun
zoon, de wijze waarop de school met pestgedrag omging en de gebrekkige medewerking van de school
bij de overgang naar een nieuwe school. De klachtencommissie kwam op alle drie klachtonderdelen
afzonderlijk tot het oordeel dat de klachten gedeeltelijk gegrond waren.
Raad van Bestuur en directie hebben in reactie op grond van de klacht gewezen op de toekomstige
mogelijkheden voor ouders om de leerling-vorderingen online te kunnen volgen. Daarnaast worden op
het Altra College de programma’s PBS (Positive Behavior Support) en NVR (Non Violent Resistance)
ingezet om een de sociale veiligheid op school te verbeteren. Bovendien is een Management
Development traject ingezet die mede tot doel heeft om de communicatie vanuit de school naar de
ouders en leerlingen verbeteren. Richtlijnen en protocollen worden meer onder de aandacht van de
betrokken medewerkers gebracht en ouders en leerlingen moeten goed geïnformeerd worden over hun
mogelijkheden om misverstanden over de doorverwijzing naar een andere school zo veel mogelijk te
voorkomen. Via kwaliteitsaudits wordt hierop toegezien en bijgestuurd.
Enquêterecht
Om als zorginstelling AWBZ-gefinancierde hulp te mogen bieden moet een orgaan dat de cliënten van de
instelling vertegenwoordigt een verzoek aan de ondernemingskamer kunnen doen om een onderzoek in
te stellen naar eventueel wanbeleid. Bij Altra is dit enquêterecht toebedeeld aan de Federatie van
Ouderverenigingen.
Klachten van medewerkers
De medewerkers van Altra kunnen hun klachten melden in de reguliere werkoverleggen en contacten met
hun afdelingsmanager. Met name klachten waar zij tegenaan lopen op het gebied van
arbeidsomstandigheden, bejegening, het beleid of de praktijk van Altra of de organisatie, waardoor een
38
knelpunt of ongewenste situatie is ontstaan. Daarnaast hebben ze ook de mogelijkheid om gebruik te
maken van een klachtenprocedure via een gestandaardiseerd formulier. Hierdoor wordt de afhandeling
ook gevolgd door de Kwaliteitscoördinator die zorg draagt voor periodieke rapportages over de klachten
en wijze van afdoening.
In het najaar van 2013 is de klachtenregeling na evaluatie met de medezeggenschapsorganen verruimd.
Hierdoor kunnen ook jeugdzorgmedewerkers voortaan een klacht voorleggen aan de klachtencommissie,
een mogelijkheid die de onderwijsmedewerkers van Altra College en Bets Frijlingschool al eerder hadden.
Altra heeft in 2013 een klokkenluidersregeling voorgelegd aan de medezeggenschapsorganen. Deze
klokkenluidersregeling is na instemming van de medezeggenschapsorganen door de Raad van Bestuur
vastgesteld in het voorjaar van 2014.
3.8 Facilitair beleid
De facilitaire dienstverlening ontwikkelt zich steeds verder naar een professionele regieorganisatie.
Leveranciers van diensten die in 2012 zijn uitbesteed worden aangestuurd door de facilitair coördinatoren
en de servicemanager huisvesting en onderhoud. In samenwerking met inkoop worden
contractspecificaties per contract in kaart gebracht op basis waarvan evaluaties met de leverancier
worden gehouden en facturen kunnen worden gecontroleerd. Op deze wijze wordt grip gehouden op de
prijs – kwaliteitverhouding. Het proces van het melden van calamiteiten, storingen en klachten op
facilitair gebied is in 2013 verder verbeterd. De facilitair coördinatoren zijn voor de gebruiker bereikbaar
via het meldsysteem, waardoor dit proces is geborgd. Het komende jaar zal in het teken staan van het
verder uitwerken van een stuurinformatiesysteem om de regieorganisatie in staat te stellen op basis van
stuurinformatie het facilitaire proces aan te sturen.
De BHV organisatie is volgens het opgestelde plan vormgegeven. De BHV commissie is opgestart en de
facilitair coördinatoren zijn opgeleid als hoofd BHV. De ontruimingsoefeningen worden volgens plan
uitgevoerd en geëvalueerd.
Huisvesting
Het Lange Termijn Huisvestingsplan 2011 stond in het teken van verbinding van onderwijs en jeugdhulp
en het geleidelijk afstoten van panden. Hiervoor zijn de meeste verhuisbewegingen volgens het
projectplan in 2012 gerealiseerd. In 2013 zijn de huur van het Javaplantsoen en een gedeelte van de
Veemarkt opgezegd. Van de panden in eigendom staan de Rijtuigenhof, Eikenweg en de Parklaan
(Hoofddorp) te koop. In Amstelveen en Amsterdam Oost is tijdelijk een locatie gehuurd met
flexwerkplekken, groepsruimtes en gespreksruimtes voor ambulant hulpverleners uit dit gebied. In
Hoofddorp is een oplossing gevonden voor de werkplekken van de ambulant hulpverleners bij het CJG en
een bevriende school.
Voor de huisvesting van jonge moeders is een nieuw plan in ontwikkeling. In 2013 zijn tijdelijk jonge
moeders gehuisvest in Huntum 36. Dit pand zal naar verwachting april 2014 opnieuw te koop worden
aangeboden.
39
De stelselwijziging die gepaard gaat met een grote bezuinigingsopgave daagt Altra uit om nog tijdens het
uitvoeren van het LTHP 2011 een volgend LTHP op te stellen. Maart 2014 zal er een nieuw LTHP zijn wat
aansluit bij het koersbesluit “Om het kind”.
40
4.
Financiën
Het jaar 2013 is afgesloten met een positief resultaat van € 2.196.390 (2012: € 1.235.999). Dit
resultaat is te verdelen over de sectoren Jeugd & Opvoedhulp: € 1.645.046; (2012: € 484.944) en
Onderwijs € 551.344 positief (2012; € 751.055). Het positieve resultaat is te danken aan de verkoop
van onroerend goed als gevolg van besluiten die in 2013 zijn genomen om de organisatie (financieel en
operationeel) voor te bereiden op de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten. Deze
decentralisatie zal zeer waarschijnlijk gepaard gaan met een forse krimp van de budgetten. Deze
besluiten hebben betrekking op het vervroegd afscheid nemen van personeel, versneld vernieuwen van
ICT en voltooien van het in 2012 ingezette huisvestingsplan.
Gezien de ontwikkelingen in het verslagjaar en de gevolgen daarvan op de begroting is voor het boekjaar
2012 geen vergelijking tussen begroting en realisatie in dit jaarverslag opgenomen. Voor de toekomstige
ontwikkelingen wordt verwezen naar de continuïteitsparagraaf.
Na de reorganisatie in 2011 en 2012, die met name betrekking had op het ondersteunende personeel, is
in 2013 besloten om de groepshulp in de loop van 2014 af te bouwen. Het gevolg hiervan is dat de
functie van pedagogisch medewerker is komen te vervallen. Voor een aantal medewerkers betekent dit er
geen werk meer is binnen Altra. In de jaarrekening 2013 is hier rekening mee gehouden door een
voorziening op te nemen voor de verwachte kosten van afvloeiing van deze medewerkers.
Financiën
2013
2012
Baten Onderwijs (Min. van OCW)
21.236.579
21.309.375
Baten Jeugdzorg SRA
24.210.193
25.839.760
Overige baten
14.267.240
9.663.624
59.714.012
56.812.759
2.196.390
1.235.999
Totaal
Resultaat
Liquiditeit en treasury
De liquiditeitspositie, uitgedrukt in de verhouding tussen de vlottende activa en de vlottende passiva,
bedraagt ultimo 2013 1,35 (2012; 0,84). Deze verbetering van de liquiditeit hangt deels samen met de
verkoop van onroerend goed. De liquiditeitspositie zal op termijn teruglopen als de posten waarvoor in
2013 voorzieningen zijn gevormd tot uitgaven zullen leiden.
Gezien de (verwachte) budgetdalingen in de Jeugdzorg en de wijzigingen in de
verantwoordingssystematiek als gevolg van de transitie is in overleg met de Raad van Toezicht besloten
om de overtollige liquide middelen niet aan te wenden voor het versneld aflossen van de langlopende
leningen.
Een tijdelijk overschot aan liquide middelen wordt geboekt op een spaarrekening bij de Rabobank. In
2012 hebben geen beleggingen plaatsgevonden of zijn overtollige middelen op een andere risicovolle
wijze vastgezet.
41
Solvabiliteit
Het resultaat over 2013 wordt toegevoegd aan het eigen vermogen. Het eigen vermogen ultimo 2013 is
€ 9.015.444 (2012: € 7.707.345) De solvabiliteitsratio ultimo 2013 is 0,35 (2012: 0,32), Het
weerstandsvermogen11 ultimo 2013 bedraagt 15% (2012: 14%). De verbetering van de solvabiliteit is
conform de verwachtingen aan het begin van het boekjaar. De boekwinst op de verkoop van
jeugdzorgpanden is toegevoegd aan het eigen vermogen. Het pand Rijtuigenhof is niet meer in gebruik
en is gewaardeerd tegen actuele waarde. De hiermee samenhangende herwaardering is verwerkt in het
eigen vermogen. De daadwerkelijke levering van het pand staat gepland in mei 2014. De boekwinst op
dit pand zal in 2014 in het resultaat worden verwerkt.
4.1
Jeugd & Opvoedhulp
De sector Jeugd & Opvoedhulp wordt voor een belangrijk deel (2013: € 24.210.193) gefinancierd door de
Stadsregio Amsterdam. In 2012 bedroeg de subsidie van de SRA € 25.839.760. Een daling van €
1.629.567. De verwachting is dat de daling in de periode 2014-2016 verder door zal zetten. Een goede
inschatting is hiervoor nog niet te maken. De gemeenten uit de stadsregio zijn op dit moment bezig met
het opstellen van het jeugdzorgbeleid voor de komende jaren. Uitsluitend de gemeente Amsterdam heeft
een toezetting gedaan voor het SRA-deel van de omzet in 2016 (behoud van 80% van de subsidie 2012).
De baten voor werk in opdracht van derden (verkochte programma’s, schoolmaatschappelijk werk)
stijgen t.o.v. 2012 met € 786.578 naar € 3.201.686 in 2013. Voor € 472.765 is hierin het Jeugdzorgdeel
van het project School2Care opgenomen. In 2012 was dit een gezamenlijk project van Spirit en Altra,
waarbij Altra het onderwijs verzorgde. De jeugdzorgsubsidie werd verantwoord door Spirit. Vanaf 2013 is
het project volledig overgenomen door Altra en worden ook de jeugdzorgsubsidies door Altra
verantwoord. De verdere stijging is te danken aan een aantal eenmalige subsidies van stadsdelen en
verkochte hulpverlening.
In de overige baten ad. 2.629.314 is de verkoopopbrengst van vastgoed (van Eeghenstraat en
Mesdagstraat) verantwoord, voor een totaalbedrag van € 2.286.500.
De operationele personeelslasten stijgen ten opzichte van 2012, zowel absoluut als in percentage van de
omzet. Hier zien we resultaten van de eerdere reorganisatie terug. De SRA-omzet is gedaald. Dit heeft
niet direct geleid tot een daling van het personeelsbestand, maar is opgevangen doordat de materiële
kosten zijn gedaald. De personeelsomvang is in het begin van 2013 nog gestegen omdat het
jeugdzorgpersoneel van School2Care is overgenomen van Spirit (mens volgt werk). Gedurende het jaar is
het personeelsbestand afgebouwd door het afbouwen van tijdelijke contracten en niet vervangen van
medewerkers die de organisatie hebben verlaten.
De afschrijvings- en de huisvestingslasten zijn in 2013 lager dan in 2012. Nu het huisvestingsplan
nagenoeg is afgerond is sprake van structureel lagere huisvestingskosten.
11
Weerstandsvermogen: Eigen vermogen uitgedrukt in een percentage van de baten
42
Het boekjaar 2012 is afgesloten met een positief resultaat ad. € 1.645.046 (2012: 484.944).
4.2
Onderwijs
De baten bij de sector onderwijs zijn met € 26.966.524 in 2012; € 1.640.087 hoger dan 2012 (€
25.326.437). De belangrijkste oorzaken van deze stijging zijn: een hogere lumpsumvergoeding,
overgang School2Care van Spirit naar en Altra ontvangt overschrijdingsuitkering van DMO.
De personeelslasten zijn met € 21.383.561 in 2013 € 1.496.641 hoger dan in 2012 (€ 19.886.920). Een
procentueel hogere stijging dan de reguliere inkomsten als gevolg van afvloeiingstrajecten en inhuur van
extern personeel. Deze is inmiddels afgebouwd.
Het boekjaar 2013 is afgesloten met een positief resultaat ad. € 551.344 (2012: € 751.055).
4.3
Ontwikkelingen
In de nabije toekomst zijn een aantal ontwikkelingen te verwachten die impact hebben op de financiële
situatie van Altra. De verwachte ontwikkelingen voor jeugdzorg wijken sterk af van die bij de sector
onderwijs. Ze worden apart gepresenteerd.
Jeugdzorg
De decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten zal grote impact hebben op de financiële situatie
van Altra. De decentralisatie gaat gepaard met een bezuiniging van in totaal 16% (4% in 2015 en 12% in
2016 en verder). Voor 2015 is middels de Regionale Transitiearrangementen een vangnet gecreëerd. De
voorlopige budgetten voor jeugdzorg worden in de loop van 2014 bekend. Voor 2015 wordt binnen Altra
op dit moment rekening gehouden met een minimaal scenario.
Aangezien de gemeenten op dit moment druk bezig zijn met het bepalen van het beleid is het maken van
een inschatting voor de jaren vanaf 2016 en verder nagenoeg onmogelijk.
Naast de absolute verlaging van de budgetten spelen nog een aantal ontwikkelingen die financiële
gevolgen hebben. De belangrijkste zijn:




Verschuiving van groepshulp naar ambulante hulp
Inzet van medewerkers in gemeentelijke teams
Opdrachtgeverschap verschuift van de provincie naar de gemeenten
Verschuiving van een subsidierelatie naar een inkooprelatie
Deze ontwikkelingen hebben effect op de bedrijfsvoering van Altra. Altra speelt hierop in door het in 2011
inzette beleid van afstoten van (eigen) vastgoed verder door te zetten. Naast een verandering in de
huisvesting zal opnieuw kritisch gekeken moeten worden naar de overhead die samenhangt met de
hulpverlening.
Ontwikkelingen die aanzienlijke frictiekosten met zich meebrengen. Altra anticipeert hierop (en heeft dat
ook in het verleden gedaan) door te werken aan een financieel goede uitgangspositie.
De jeugdzorgomzet in 2014 is begroot op € 27,4 mln. De verwachting is dat deze in 2015 zal dalen naar
€ 24,9 mln en in 2016 naar mogelijk € 21,0 mln als de grote rijksbezuinigingen worden doorgezet. Het
43
moge duidelijk zijn dat een dergelijke teruggang in budget niet meer kan worden opgevangen door het
verminderen van overhead. Ook het primaire proces zal naar alle waarschijnlijkheid worden geraakt.
Gezien de grote onzekerheden achten wij het niet zinvol om een meerjarenprognose op te nemen in dit
jaarverslag. Intern worden meerdere scenario’s uitgewerkt.
Onderwijs
Met de invoering van passend onderwijs verandert de subsidiestroom voor een belangrijk deel
(zorggelden) van het Ministerie van OCW naar de samenwerkingsverbanden. Voor de financiën van Altra
is deze ontwikkeling veel minder ingrijpend dan bij de Jeugdzorg. In onderstaande tabel is deze
verwachting weergegeven:
Meerjarenbegroting Altra sector onderwijs
Baten
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
Altra College
19.279
19.017
18.791
Ambulante dienst
4.711
4.055
3.600
School2Care
796
796
796
Bets Frijlingschool
1.020
1.000
1.000
Totaal baten
25.806
24.868
24.187
Met de samenwerkingsverbanden zijn of worden afspraken gemaakt over het aantal (V)SO-plekken.
Uitgangspunt is dat de bestaande capaciteit behouden blijft. Natuurlijk zien we ook hier een daling van de
budgetten, maar deze is verdeeld over drie jaar en wij verwachten daar goed op te kunnen anticiperen.
Voor de ambulante begeleiding zal de invoering van passend onderwijs ook een verlagend effect hebben
op de budgetten. Ook hier zal de financiering via het samenwerkingsverband gaan lopen. De financiering
van de MBO-rugzakken zal wegvallen. De verwachte bezuiniging heeft uiteraard gevolgen voor de
werkgelegenheid binnen Altra. Met het hierboven geschetste tijdpad en het percentage tijdelijke
contracten verwachten wij hierop tijdig te kunnen anticiperen.
Hier is op hoofdlijnen de ontwikkeling voor het onderwijs voor de komende drie jaren geschetst. De
balans onderwijs is sterk verweven met die van de sector jeugdzorg. Derhalve is ervoor gekozen om
uitsluitend de ontwikkeling van het eigen vermogen weer te geven. Bij personeel is uitsluitend het
personeel in het primaire proces opgenomen. Ontwikkeling van het aantal ondersteunend personeel
hangt sterk samen met de ontwikkeling bij de sector jeugdzorg.
Op dit moment worden geen grote ontwikkelingen in de financieringsstructuur verwacht. Altra streeft
naar een bescheiden positief resultaat op jaarbasis tussen de €0,2 en € 0,5 mln. Dit resultaat wordt
toegevoegd aan het eigen vermogen.
44
Ontwikkelingen onderwijs
Ontwikkelingen
2013
2014
2015
2016
Omzet
27,0
25,8
24,9
24,2
Personeelslasten
21,4
20,2
19,9
19,4
Afschrijvingen
0,8
0,7
0,7
0,8
Huisvestingslasten
1,9
1,9
1,8
1,7
Overige lasten
2,3
2,6
2,0
2,0
Totaal lasten
26,4
25,4
24,4
23,9
Totaal resultaat
0,6
0,4
0,5
0,3
Eigen vermogen
2,6
3,0
3,5
3,8
Personeel (primair)
273
258
254
247
onderwijs
45
5. Altra in de maatschappij
Altra wil maatschappelijk verantwoord ondernemen. Dat betekent zorgvuldig omgaan met de middelen
en het geld zoveel inzetten voor onderwijs en hulp aan de leerlingen en gezinnen. Altra heeft de indirecte
kosten fors verlaagd door het beperken van de ondersteunende functies en uitvoering van het Lange
Termijn Huisvestingsplan. Hierdoor besteedt Altra in verhouding tot collega-instellingen veel geld aan de
directe hulp, zoals uit een benchmarkonderzoek van Beerenschot is gebleken. Ook worden de
programma’s inhoudelijk zo verbeterd dat de hulpduur, waar mogelijk, wordt verkort en waar mogelijk
geambulantiseerd, zodat zoveel mogelijk cliënten en leerlingen kunnen worden geholpen, ook bij
beperking van de subsidies.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent ook dat Altra een bijdrage levert aan het
terugdringen van het gebruik van grondstoffen. Het gebruik van (kantoor-) ruimte en de daarbij
behorende milieubelasting is in de afgelopen jaren fors afgenomen. Bovendien leidt de digitalisering van
dossiers, zowel in de jeugdzorg als in het onderwijs tot een substantiële reductie van papiergebruik.
De maatschappelijke verantwoordelijkheid van Altra houdt niet op bij de zorg voor onze cliënten en
leerlingen. Altra werkt nauw samen met gemeenten, politie, scholen en andere maatschappelijke
partners om ongewenst gedrag van jongeren te voorkomen (preventie) en (potentiële) uitvallers weer te
laten participeren in de maatschappij. Schijnbaar kansloze jongeren worden door Altra intensief begeleid
op weg naar de arbeidsmarkt of naar een vervolgopleiding, zodat zij een plek verwerven op de
arbeidsmarkt.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen betekent ook het delen van kennis en ervaring. Altra heeft in
oktober een inspiratieweek georganiseerd om de brede kennis en ervaring van het verbinden van
onderwijs en jeugdhulp te delen met vertegenwoordigers uit verschillende geledingen van de
maatschappij. De workshops en lezingen werden bezocht door ruim 300 Altra medewerkers en 150
externe professionals. Er zijn diverse workshops en lezingen gehouden. In totaal waren er 78
inspiratiebijeenkomsten. Voorbeelden van de thema’s:
“Kansen zien, kansen nemen” door zakenvrouw van het jaar Rahma el Mouden; “Straatcultuur en
gedrag” door Hans Kaldenbach; “Om het kind en SamenDOEN” door Rutger Hageraats (DMO).
“Aansluiten bij hun kwaliteit doet kinderen groeien” door Emiel van Doorn en “In gesprek met Pieter
Hilhorst”.
Altra doet ook actief aan publieksvoorlichting over het werk in het onderwijs en jeugdhulp. Verschillende
medewerkers hebben een bijdrage geleverd aan reportages in landelijke en regionale dag- en
weekbladen en aan uitzendingen op radio en televisie.
46
BIJLAGE
A3 Jaarplan 2013
47
A
A3-Jaar
rplan 20
013 Alttra
verrsie 5.0 d.d. 28-0
05-2012
M
Missie:
same
en bouwen aa
an een toeko
omst voor ieder kind!
Visie: onderwijs
o
e
en jeugdhulp verbinde
en
Succes Bepalende Fa
actoren
Veilig en gezond
V
d leren en ontwikkelen is een ba
asisrecht van ie
eder kind. We
w
willen
zowel kind
deren, ouders als scholen onde
ersteunen om dit waar te
m
maken.
• Altra is er voorr kinderen en jo
ongeren die vasttgelopen zijn off vast dreigen
te
e lopen in hun ontwikkeling.
o
• Altra is er voorr ouders die steun nodig hebbe
en bij de opvoed
ding.
• Altra ondersteu
unt scholen en leerkrachten bijj hun onderwijsz
zorgtaak.
n van een kind s
speelt zich af in verschillende le
eefwerelden, die nauw met elk
kaar verbonden
Het leven
zijn: het gezin, de familiie, de school, vrrienden, de buu
urt. Problemen van
v
kinderen be
eperken zich
meestal niet
n
tot óf schoo
ol óf thuis. Het is daarom belan
ngrijk dat een kind dat vastloop
pt in zijn of haar
ontwikke
eling wordt geho
olpen vanuit een
n samenhangend plan. Vanuit één
é
visie, die de
e diverse
leefwerellden omvat, een
n gelijktijdig en goed afgestemde begeleiding in het gezin en op school. Op
die manie
er is de kans op
p succes vele malen groter.
aagt om intensiieve samenwerk
Een integ
graal aanbod vra
king ook met ex
xterne partners. Vertrouwen,
het benutten van elkaarrs kennis en vak
kmanschap en ondersteunen
o
wa
aar nodig. Ook vertrouwen op
deren, ouders en hun netwerk. We nemen gee
en taken over, maar helpen
de eigen kracht van kind
kinderen en gezinnen op
p weg door te ve
ersterken wat er
e al is aan eigen
n potentieel.
A.
B.
C.
D.
E.
F.
Kinderen staan centraal
K
c
in ons werk
w
en we doe
en alles wat nod
dig is om de
k
kansen
voor kind
deren te vergroten.
3. Ma
anagement van
v
medewerrkers
1. Leiderschap
L
5. Ma
anagement van
v
processe
en
D Professionalliseren medew
werkers
3.1 C +D
Medewerkers maken het
verschil doorr:
1.1 Verbind
ding zoeken met
m
anderen om de cliënten en
leerlingen be
eter te helpen
n
+G+H Inrichten flexibele sc
chil
3.2 E+F+
3.3 Optimaliseren HR-processen
H
n
3.4 Inve
esteren in management
m
Inh
houdelijke kw
waliteit, effectiiviteit, innovattie,veiligheid
Go
oede verbindin
ng onderwijs en
e jeugdhulp
[] = Cliën
nten en leerling
gen
Pro
ofessionele en veilige
v
werkomg
geving met mogelijkheden voorr ontwikkeling
[] = Med
dewerkers
[] = Maatschappij
He
erkenbaar en professioneel
p
imago Altra
Sn
nel en flexibell aansluiten bij
ij de behoefte in de markt
Op
ptimale inzet mensen
m
en middelen t.b.v. primair proce
es,
re
echtmatigheid
Ge
ezonde financiiële huishoudiing
Op
ptimale bedrijjfsvoering / orrganisatie
2. Strategie & beleid
5.3 A+B School2Care integreren in
Altra Co
ollege
2.1 A+C
A
Herpositioneren Ambulante Begeleid
ding; opzetten
n Altra
Expe
ertisecentrum en AB-ers opnemen in ond
derwijs-zorgteams
5.4 A+B Intensiveren samenwerking
met de GGZ
2.2 A+B
A
GGZ-ondersteuning op
p alle locaties Altra College
realis
seren
5.5 A-H
H Implemente
eren nieuw
kwaliteitssysteem vo
oor onderwijs en
jeugdzo
org samen (IS
SO) /
particip
peren in KVA-ttraject
2.3 A+C+D
A
Opzetten wetenschappelijk onderzoeksprogram
mma
2.4 B+E
B
Deelneme
en in wijk- en buurtteams ((transitie jeug
gdzorg)
2.5 A+F
A
Ombouwe
en zorglijn jon
nge moeders: korter, ambu
ulanter
en eiigen kracht meer
m
benutten
2.6 E+F
E
-
Ontwikkelen en versterrken cliëntparrticipatie:
opzetten cliëntenraad
ontwikkelen nieuwe vo
ormen cliëntpa
articipatie
uitbreiden
n inbreng oud
ders en leerlingen in de scholen
(MR, leerrlingenraad en
n ouderadviesraad)
2.7 F Ontwikkelen strategie en methode om teams autono
omer te
laten
n functioneren
n o.b.v. evalua
atie van de he
erinrichting en
n
analy
yse van het pe
ersoneelsbesttand
C1 Percen
ntage medewe
erkers dat een
n
functioneringsgesprek heeft
h
gevoerd conform
de nieuwe systematiek: 100%
C2 Verzuimpercentage (Altra-totaal)): < 6%
A1 Respo
ons doelrealisa
atie > 80%
A2 Respo
ons probleema
afname (j&o) > 60%
A3 Uitval (j&o) < 6 %
A4 Schoo
oluitval Altra College
C
< 5%
5.6 D+E Uitvoeren marketingbele
m
id
en relatiebeheer
A5 Score in klanttevred
denheidsmetin
ng: ≥ 8,0
5.7 E+H Vernieuwen
n instroomproc
ces
cliënten
n
A6 Respo
ons klanttevre
edenheidsmeting ≥
70%
5.8 D Vergroten
V
draa
agvlak voor
jeugdhulp en speciaa
al onderwijs
A7 Onwettig leerlingve
erzuim < 1% ((Altra
College)
5.9 D Uitvoeren
U
onderzoek naar
maatsc
chappelijk rendement Altra
A8 Aantal afgeronde trrajecten
cliëntpartiicipatie per se
ector (j&o) ≥ 2
5.10 F Verbeteren re
egistratie
doelrea
alisatie- en exitlijsten
A9 Alle le
eerlingen hebb
ben een geïnte
egreerd
onderwijs-jeugdhulp pla
an
A10 Perce
entage cliëntco
ontacttijd > 5
50%
2.9 B+E+F+G
B
Sttrategie en to
oekomst Betts Frijlingsch
hool
bepa
alen
A11 Grote
er aantal verw
wijzingen voor
jeugdhulp
p uit het onderrwijs
2.10
0 E+F+G Toekomst gezin
nshuizen jong
ge kinderen
bepa
alen
4. Management
M
t van middellen
8. Maatsc
chappij
4.1 A+G
G Verder verbe
eteren verhou
uding directe/indirecte kostten
H1 Gebruik ruimte en gro
ondstoffen
teruggedrongen
4.2 G Opstellen prijsb
beleid en sture
en op kostprijjzen
4.3 H Tiijdschrijven in
ntegraal invoeren
H2 Stages gerealiseerd vo
oor kansarme
leerlingen en
n cliënten
4.4 H Vernieuwen
V
in
nformatievoorziening en ICT
ORGA
ANISATIE
RESUL
LTAAT
Verbeterren en ve
ernieuwen
F1 Productie
P
(j&o
o) aantal
uitge
estroomde clië
ënten. Norm:
prog
gnose uit het
pres
statiebegroting
gsformulier
F2 Percentage
P
do
ossiers (j&o)
met daarin minim
maal geldige
indic
catie of verwijjzing, start
hulp
pverleningsplan en
eindverslag. Interrne norm:
100%
%
6 Cliënten en
6.
n Leerlingen
2.8 E Ambulantis
seren hulpvo
ormen
[] = Bes
stuur en Financiiers
9. Bestuur en
n Financiers
7. Medew
werkers
5.2 A+E+H Optimaliseren
onderw
wijsdomein
1.2 Vertrou
uwen in jezelff en op
de ander
1.3 Vakman
nschap gebru
uiken
en versterke
en
5.1 A Inzetten EKC-c
conferenties en
e
netwerkonderzoek bij residentiële
e
hulp, pleegzorg en bij
b
veilighe
eidsproblemen
n
G.
H.
Kleurren geven de s
stakeholders aan
a
F3 Voldoen
V
aan rrechtmatigheidseisen Ministe
erie van
Onde
erwijs Cultuurr en
Wete
enschap en ov
verige
finan
nciers
F4 Voldoen
V
aan d
de eisen van de
d
Stad
dsregio Amste
erdam (SRA)
rond
d de pxq-syste
ematiek
G1 Omzet
O
Altra groeit met
minimaal 5%
H1 HKZ-certificaa
at behouden
H2 Voldoende be
eoordeling
Insp
pectie Onderwijs
H3 Volledige en ttijdige
vera
antwoording aan financiers
H4 Indirecte
I
koste
en < 30,5%